4 minute read

Natuur leeft op langs Leuvenumse Beek

Next Article
Naar buiten

Naar buiten

Overal in het land herstellen onze boswachters de natuur. Het geld voor deze kostbare projecten komt van overheden, bedrijven en van jullie, onze leden.

Advertisement

Van watersnelweg naar kabbelende beek

Jarenlang voerde de Leuvenumse Beek water zo snel mogelijk af naar het Veluwemeer. Je kunt het je bijna niet voorstellen als je er nu bent. TEKST: Frans Bosscher

Midden in het bos staan we ineens voor een watervlakte. Dat is de eerste verrassing. Maar dan horen we het water ook nog stromen. Het kabbelt langs en onder dode bomen en takkenhopen. Op de ene plek stroomt het snel, even verder langzaam. Er zijn kolkjes zichtbaar en watervalletjes. In het water zijn daardoor kleine zand- en grindbanken ontstaan. Met een grote glimlach staat Peter Dam ernaar te kijken. “Waar denk je aan als je dit ziet?”, vraagt hij. Er komen allerlei beelden bij me op, maar die komen niet uit natuurgebieden in ons land. “Hier lag nog niet zo lang geleden de Ezelsbrug”, zegt Peter. “Die lag over een diepe bak water. Nu is het een brede watervlakte die er heel oer uitziet.”

Metamofose

Het illustreert de metamorfose die de Leuvenumse Beek de afgelopen jaren heeft ondergaan. Zoals zoveel beken in ons land was ook deze in het verleden rechtgetrokken – genormaliseerd, noemden technici dat – om water snel af te voeren, in dit geval naar het Veluwemeer. Door het stromende water sleet de beek steeds dieper de bodem in, totdat het een afvoerbak was die geen relatie meer had met zijn natuurlijke omgeving. Vissen verdwenen, omdat er geen geschikte plekken meer waren waar ze eitjes af konden zetten. En als er veel regenwater afgevoerd werd, spoelden ze zelf zo het Veluwemeer in. Ook insecten waren er nauwelijks nog te vinden, want op de oevers groeiden alleen nog maar hoogopgaande bomen, vooral beuken. Daardoor viel er op de beekbodem geen licht.

Watervlaktes

Dat moet toch anders kunnen, dachten boswachters en ecologen van Natuurmonumenten. Met Peter als projectleider zijn ze naar het waterschap gestapt om samen het natuurlijke karakter van de beek in de Leuvenumse Bossen te herstellen. Er stroomde nog veel water door de beek, maar na jaren van onderzoek en overleg, begonnen acht jaar geleden de werkzaamheden. Sprengen en rechte stukken zijn gedempt, oude meanders weer aangesloten. Op diverse plekken is zand in de beek gelegd. Door de zeventig pakketten stammen en takken die ook in beek werden gelegd, hoopte het zand zich op. Geleidelijk aan werd de beek ondieper, hij ging weer overstromen. Zo ging de stroomsnelheid naar beneden. Bij hevige regenval ontstaan er op enkele plaatsen langs de beek grote watervlaktes; samen kunnen ze zo maar dertig tot veertig hectare

beslaan. Dat water zakt langzaam weg in de bodem, waardoor het grondwaterpeil onder het verdroogde bos weer stijgt. Over een lengte van vijf kilometer kan de Leuvenumse Beek z’n gang weer gaan. Een vloeiweide langs de beek met de naam De Koekoek overstroomt weer zoals in oude dagen. In het verleden van belang voor het slib dat er na een overstroming achterbleef, nu moet het water ervoor zorgen dat de meststoffen afspoelen, die door agrarisch gebruik in de bodem zijn gebracht. Iets verderop is van het Achterste Gat de bovenlaag van de bodem afgegraven. Bij hoogwater stroomt het vol. Voor vissen een vluchtplaats bij droogte en een geschikte locatie om te paaien.

Weidebeekjuffer

“Zo zijn er meer leefgebieden ontstaan voor meer planten en dieren”, zegt Peter. “Het natuurlijke systeem is sterker. Het kan een stootje hebben. Echte beekvissen zoals rivierdonderpad en bermpje profiteren hiervan, maar ook snoeken, palingen en windes zwemmen weer in de beek. Op de oevers, waar de beukenbladeren zijn weggespoeld, bloeit blauw glidkruid en breidt bleeksporig bosviooltje zich uit. In de beek zie je steeds vaker duizendknoopfonteinkruid en de grote waterranonkel. Net als haften, steenvliegen en kokerjuffers die het goed doen. Heel illustratief is de weidebeekjuffer. Die kwam nog maar op een maar plekken voor, nu kom je hem bijna langs het hele herstelde traject tegen.” Ook de beekprik leeft op. En die is veeleisend. Stromend water, grindbedden en luwe plekken met bladeren zijn essentieel, anders komen de eitjes van deze bijzondere en zeldzame vis niet uit. Met veel voldoening kijkt Peter naar de resultaten. “We merken dat er bij andere waterschappen met belangstelling naar gekeken wordt. Hier komen verschillende dingen samen: herstel van de biodiversiteit, verbetering van de waterkwaliteit, aanpassing aan weersextremen en een mooier landschap. Het is een heel goed voorbeeld hoe je in goede samenwerking met het waterschap prachtige successen kunt behalen, in korte tijd en met relatief weinig kosten.”

We gingen met Peter Dam op pad naar de Leuvenumse Beek. In onze podcast Puur Natuur vertelt hij wat er is gedaan om de beek z’n natuurlijke karakter terug te geven. Je vindt de podcast op shows.acast.com/puur natuur

This article is from: