4 minute read

Vragen

Next Article
Klimaatverliezer

Klimaatverliezer

aan Frans

Frans Bosscher van Natuurmonumenten werkt al jaren als redacteur voor Puur Natuur en kent bijna alle natuur-gebieden. Als hij het antwoord op je vraag niet weet, klopt hij aan bij onze boswachters.

Advertisement

Zijn dit harige mosdiertjes?

Tijdens een strandwandeling op Terschelling zag Louise de Wolf langs de vloedlijn veel zandkleurig mos liggen. Of het om harige mosdiertjes ging, wil ze weten. Dat zijn het inderdaad. Het komt de laatste jaren vaker voor dat harige mosdiertjes massaal aanspoelen. Wat je dan ziet, zijn kolonies. Een individueel mosdiertje is bijna niet zonder microscoop te zien: ze zijn 0,5 bij 0,3 millimeter klein. Het diertje zit in een kalkskelet dat hij om zich heen heeft gebouwd. Hij dankt z’n naam aan de trilharen waarmee hij water in beweging brengt om er plankton uit te filteren. Mosdiertjes zijn op hun beurt voedsel voor zeeslakken, vissen en schaaldieren. Dat er vaker strandingen van harige mosdiertjes zijn, heeft mogelijk te maken met de bouw van windmolenparken op zee. De betonnen funderingen zijn heel geschikt voor de ontwikkeling van kolonies mosdiertjes.

Hoe komen reeën aan water bij droogte?

Soms gebeurt het. Ineens zie je tijdens een wandeling vlakbij een ree. Het dier heeft je niet in de gaten. Het overkwam Gerda van der Pijl, ze genoot van het bijzondere moment.Ze vraagt zich af: hoe komen reeën en andere bosdieren aan voldoende water als het lange tijd droog is? Wat helpt, is dat reeën veel planten eten. Het water daarin is vaak voldoende voor ze. Als het langdurig droog is, hebben ze ook andere waterbronnen nodig. Reeën en ook andere bosdieren weten vaak waar in hun omgeving water te vinden is in een ven, poel of beek. Als je zulke plekken met water ziet, is het goed om er uit de buurt te blijven, zodat de dieren er rustig kunnen drinken. Dichterbij huis kun je vogels en egels helpen door schalen met water neer te zetten op beschutte plekken. Insecten help je als je met water gevulde flessendoppen aan een tak of plank hangt. Kijk voor meer tips op nm.nl/nieuws/ 8-tips-tegen-droogte-in-je-tuin

Ook een vraag? Stuur die naar natuurvraag@natuurmonumenten.nl. Je krijgt altijd antwoord (ook al duurt het soms even). De leukste vragen krijgen een plek in deze rubriek.

WAT IS DIT?

Greet Duitscher heeft in haar tuin een boomstronk die ze gebruikt als tafeltje. Ze zag op het tafeltje een beestje dat met een lange, zwarte spriet een gaatje in het hout maakte. Het leek alsof hij er vervolgens eitjes in legde. Wat is de naam van dit beestje, wil ze graag weten. Het is een houtsluipwesp, een van de grootste sluipwespen van Europa. Je kunt ze vooral in de zomer zien op open plekken in naaldbos- sen. Vrouwtjes boren met een heel dunne legboor gaatjes in hout en leggen hun eitjes op larven van de reuzenhoutwesp die al in het hout zitten. Hoe ze weten dat die larven er zitten? Ze kunnen ze ruiken met dezelfde legboor. Als de larven van de houtsluipwesp uitkomen, voeden ze zich met de larven van de reuzenhoutwesp. Ze blijven tot het volgende voorjaar in het hout en vliegen dan uit. tot wel negen welpen krijgen, meestal zijn het er drie tot vijf.

Riet Bots deed een experiment in haar tuin. Ze vreesde dat de vissen in haar vijver alle kikkerdril zouden opeten. Daarom hevelde ze een deel van de kikkerdril over in een grote teil. Dat ging goed. Totdat ze zag dat er kleine kikkertjes waren die de teil uit wilden, en in de teil zag ze dikkopjes met en zonder achterpootjes. Hoe kan het dat die kikkertjes niet dezelfde groei doormaken, vraagt ze. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. De een komt later uit het ei dan de ander: hoe meer zon, hoe warmer, hoe eerder uit het ei. Ze eten ook niet allemaal evenveel. Dat ze dus niet tegelijk kikker zijn, is geen probleem. Wat wel een probleem kan zijn, is dat kikkervisjes het water uit moeten kunnen als ze pootjes hebben. Hun kieuwen verdwijnen dan en echt springen kunnen ze nog niet. Dat kun je oplossen door een oevertje, eilandje of loopplankje in een teil te maken.

Wat staat er op het menu?

We zien de laatste tijd goudjakhalzen. Wat is dat voor dier?

Het is een hondachtige. Hij is een stuk kleiner en lichter (10 tot 15 kilo) dan de wolf (20 tot 80 kilo), maar groter dan de vos (3,5 tot 10 kilo). Goud- jakhalzen leven, net als wolven, in roedels en communiceren ook door te huilen. Ze maken daarbij wel een hoger geluid. Wat betreft huisvesting doen ze niet moeilijk. Ze graven zelf een hol, maar nemen ook dat van een vos of das over. Ze kunnen

Goudjakhalzen zijn alleseters, ze eten vooral hazen, muizen, muskusratten en beverratten, maar ook wortels, knollen en vruchten, aas en afval. En ze eten ganzen en hun eieren. Gezien de grote aantallen van deze vogels zou dat ons land aantrekkelijk kunnen maken voor goudjakhalzen. Soms pakken ze een lam of een veulen. Een wolfwerend hek helpt ook tegen goudjakhalzen.

Waar komen ze vandaan?

Uit Zuidoost-Europa. In de loop van de vorige eeuw zijn ze zich steeds verder over Europa gaan verspreiden. In 2016 is de eerste goudjakhals in ons land gezien dankzij een cameraval op de Veluwe. Afgelopen voorjaar waren er meldingen uit het noorden van het land. Voor zover bekend zijn er in ons land nog geen jongen geboren.

Wolven en goudjakhalzen, gaat dat samen?

De jakhalzen blijven uit de buurt van wolven. Waar wolven het liefst in grote aaneengesloten natuurgebieden leven, komen goudjakhalzen vooral voor in kleinschalige landschappen. Maar dus ook in het noorden van ons land, waar ze op de buitendijkse kwelders langs de Waddenzee volop rust en voedsel vinden. In Hongarije en Oostenrijk noemen ze hem rietwolf, omdat hij daar veel in moerassige gebieden voorkomt.

This article is from: