10 minute read

Spelen en ontdekken in Ommen

Next Article
Klimaatverliezer

Klimaatverliezer

Voor en door Ommenaren is het motto van Burgerinitiatief Ommermars. Dankzij dit initiatief is natuurgebied de Poort van Ommen een fijne plek voor mens, dier en plant.

Aan de rand van Ommen (Ov.) ligt de Poort van Ommen. De natuur krijgt hier alle ruimte en het is er fijn spelen en ontdekken. Ooit was dit boerenland, daarna kocht de provincie het. Maar politiek Ommen was ontevreden over het beheer van dit gebied. Ommenaar

Advertisement

Hein Kuijper, voorzitter van de Vereniging Natuur en Milieu De Vechtstreek, wilde iets doen. Burgerinitiatief Ommermars was geboren.

Hein praatte met gemeente, provincie en waterschap, en mobiliseerde bewoners om mee te denken. Ommermars is nu een rivierdallandschap met duinen, Vechtmeander, drassige laagten, open water en speelnatuur. Een gebied om te ontdekken en je te verwonderen. Wil je ook natuur maken in jouw omgeving? Hein geeft tips.

TIP 1

Betrek jong en oud

Breng in kaart met welke mensen en instanties je te maken krijgt en maak hen enthousiast voor het burgerinitiatief. Betrek waar mogelijk kinderen bij je initiatief.

TIP 2

Houd zelf de regie

Wees op je hoede voor overheden die van je project een burgerparticipatie-initiatief willen maken, om er zo meer grip op te hebben. Geef vanaf de start de rolverdeling tussen initiatiefnemers en overheden aan.

TIP 3

Laat de overheid helpen Houd oog voor hoe de overheid je initiatief een vliegende vaart kan geven. Wij kregen een flinke duw in de rug toen de provincie de grond wilde verkopen als goedkopere natuurgrond.

TIP 4

Focus niet op het geld Als er voldoende draagvlak is bij bestuurders komen (subsidie)gelden meestal vanzelf. Bij ons diende zich Stichting Heidehof /Natuurbegraafplaats Hogengraven aan, met een flink budget voor natuurinrichting.

TIP 5

Vraag een kunstenaar mee te denken Tijdens een bijeenkomst met 130 Ommenaren voegde een kunstenaar/ landschapsarchitect alle ideeën van scholieren en burgers samen in een compilatieschets. De werkgroep werkte deze uit tot een definitief inrichtingsplan.

Een kijkje nemen in de Poort van Ommen? Ga naar ommermars.nl ooral dat laatste is een heikel punt. Hoe verander je de huidige hoogproductieve landbouw in een sector die natuurvriendelijk is? Veel boeren zien de noodzaak, maar zijn beducht. Want kun je met natuurvriendelijk werken wel een inkomen verdienen? Sommige boeren zijn alvast aan de slag gegaan. Ze verbeteren het bodemleven, houden water vast, planten struiken, bomen en planten, maken nieuwe machines, ontwikkelen nieuwe rassen en zoeken nieuwe afzetkanalen. Al doende keren op hun bedrijven bloemen, insecten en vogels terug, en maken ze het landschap mooier. Elke boer kiest daarbij zijn of haar eigen route.

1 juli moeten de provincies hun plannen inleveren voor de toekomst van het platteland. Dan moet duidelijk worden hoe ze de biodiversiteit gaan herstellen, de gevolgen van klimaat verandering gaan opvangen, het watersysteem op orde gaan brengen en perspectief bieden voor boeren.

Rotterdam de Boer Op slaat z’n vleugels uit. Natuurmonumenten werkt nu ook samen met akkerbouwers die Nedertarwe telen voor Royal Koopmans. Met dit concept wil de meelfabrikant toe naar een 100 procent duurzame keten, zegt ceo Dirk Lodewijk. Van graan tot boterhambord.

Wat is Nedertarwe?

“Het is een concept om een duurzame keten van baktarwe in te richten met Nederlandse akkerbouwers en ambachtelijke bakkers. Die moeten voldoen aan eisen ten aanzien van de CO2-reductie, verbetering van de bodemgezondheid, vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en herstel van de biodiversiteit. Een onafhankelijk instituut controleert de naleving. De criteria worden elk jaar aangescherpt, want het moet wel iets voorstellen. Het is geen greenwashing.”

Wat zijn de redenen om met dit concept te komen?

“Om er over 100 jaar nog te zijn, moet je duurzaam telen. We zien dat vooral jongere consumenten dit van ons verwachten. Ze willen zich kunnen identificeren met hun voedsel, ook met de herkomst.”

Hoeveel akkerbouwers doen mee?

“We werken nu met 58 akkerbouwers op zo’n 1.600 hectare grond in Zuidwest-Nederland. De belangstelling groeit. In het eerste jaar hadden we 2.500 ton Nedertarwe, dit jaar gaat het om 4.500 ton en volgend jaar willen we naar 15.000 ton. In totaal verwerken we jaarlijks 200.000 ton, dus het aandeel Nedertarwe neemt snel toe. Nog niet zo lang geleden kwam vrijwel al onze tarwe uit Duitsland, Frankrijk en ook van buiten Europa. Inmiddels komt 70 procent van onze tarwe uit Nederland. Daarmee maken we onze CO2-voetafdruk al fors kleiner. We willen ernaartoe om alle tarwe uit Nederland te halen.”

Blijft het bij deze groep telers of reiken de ambities verder?

“We maken de olievlek steeds groter. Daarmee hebben we een steeds grotere impact op een duurzame landbouw. We kijken intussen ook naar biologische teelt, maar dat is een zaak van lange adem. We werken van onderop. We dicteren niets, de motivatie van de telers en bakkers staat voorop. Samen met hen willen we steeds een stap verder zetten. Gelukkig zijn we een familiebedrijf dat al 177 jaar bestaat. Wij kijken naar de lange termijn en hebben geduld.”

Er wordt vaak beweerd dat het Nederlandse klimaat ongeschikt is voor baktarwe; dat klopt dus niet.

“Nee. Neemt niet weg dat we uitgebreid hebben gezocht naar een geschikt tarweras, samen met graanhandelaar CZAV. De Nederlandse consument wil geen Duitse baksteen, maar een luchtig brood. De kwaliteit van het eiwit is daarom belangrijk. We hebben het veel getest. Daarom weten we dat consumenten er erg positief over zijn. Alleen dan maakt het een kans.”

Wat draagt Nedertarwe bij aan biodiversiteit?

“Het team van Rotterdam de Boer Op, akkervogelkenner Ben Koks en Antonie Stip van de Vlinderstichting ondersteunen ons met de maatregelen voor de natuur. Boeren kunnen verschillende maatregelen nemen, afhankelijk van wat het beste past bij hun bedrijf. Dat kan gaan om aanleg van bloemrijke akkerranden met inheemse kruidenmensgels, die 2 tot 3 procent van het perceel beslaan. Daar komen insecten op af, ook roofinsecten die plaaginsecten in het gewas aanpakken. ’s Winters vinden vogels daar zaden. Ook kunnen de telers ervoor kiezen om ‘zingende’ struiken aan te planten voor vogels, of om niet-kerende grondbewerking toe te passen, wat goed is voor het bodemleven. Een andere optie is om ruimer in te zaaien, waardoor er in het broedseizoen meer ruimte ontstaat in de percelen voor insectenleven en vogels. Bovendien gebruiken de telers minder insecticiden, een deel van de telers spuit al helemaal niks meer.”

Waar kunnen mensen brood van Nedertarwe kopen?

“Bij ambachtelijke bakkers, verspreid over het land. (Kijk op nedertarwe.nl om te zien of er ook een bij jou in de buurt is, red.). Die bakkers zijn voor hun hele broodassortiment overgeschakeld op Nedertarwe. De bakkerijen zijn ook te herkennen aan het Nedertarwe-logo.”

Dirk Lodewijk ’Vooral jonge consumenten willen dit’ k denk dat we hier het verschil kunnen maken”, zeiden Arjen en Winny van Buuren een kleine vijf jaar geleden. Ze waren net begonnen als nieuwe pachters van de landbouwgronden op landgoed Velhorst, aan de oostkant van Almen in de Achterhoek. De landbouwgronden (85 hectare) waren lang intensief bewerkt. Dat was ten koste gegaan van natuur en landschap. Arjen en Winny zagen goede mogelijkheden om de biodiversiteit in het kleinschalige landschap langs de Berkel te herstellen.

Sinds 2018 pachten Arjen en Winny van Buuren akkers en graslanden op landgoed Velhorst. Onlangs verlengden ze het contract met Natuurmonumenten. Verbetering van biodiversiteit staat hoog in het vaandel.

Hoe staan de zaken er nu voor? In vijf jaar hebben de Van Buurens een gemengd biologisch bedrijf opgezet. Zo’n veertig vleeskoeien (Brandrode runderen en Lakenvelders) grazen op 50 hectare grasland. Vijf varkens (Bonte Bentheimers) eten de resten van de gewassen die ze verbouwen. De eerste jaren teelden ze veel aardappelen en groente. “Dat bleek niet rendabel”, vertelt Winny. “Er is veel aanbod van biologische aardappelen, dus de prijs was laag. De teelt van groente was te arbeidsintensief. We verbouwen nu voornamelijk granen, koolzaad, quinoa en boekweit. Vorig jaar zijn we ook begonnen met zonnebloemen. We waren de eerste producent in Nederland van bio-koolzaadolie en zijn dat nu ook van bio-zonnebloemolie. En we zijn begonnen met de teelt van silphie, ook wel zonnekroon genoemd, een vezelrijk gewas waarvan bouwmateriaal wordt gemaakt.”

Arjen en Winny werken volgens de eisen van de biologische landbouw. Kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen komen er niet aan te pas. De percelen zijn klein, maximaal 3 hectare, net als in het historische landschap. Tussen de percelen liggen bloemstroken met inheemse planten als korenbloem, klaproos en luzerne. De bloemen trekken veel insecten aan, ook roofinsecten die zich te goed doen aan eventuele plaaginsecten in de gewassen. De gewassen zelf bloeien ook, van het winterkoolzaad in het vroege voorjaar tot de boekweit ver in het najaar.

Meer bodemleven

Dat een biologisch bedrijf innovatie niet uit de weg gaat, bewijzen ze ook op de Velhorst. Zo gebruiken ze een speciale ploeg die tot maximaal 10 centimeter de grond in gaat en zo het bodemleven spaart. Een aangepaste zaaimachine maakt het mogelijk om in één werkgang tarwe en veldbonen op verschillende dieptes te zaaien. Dan is er nog een robot die onkruid heel secuur tussen de gewassen weghaalt. Tenslotte zijn er de weerstations en bodemsensoren die data leveren waarmee de boer bijvoorbeeld het beste moment kan bepalen voor de zaai van de verschillende gewassen. Winny: “Met deze innovaties verbeteren we de bodemkwaliteit. Per slot van rekening is de bodem het belangrijkste productiekapitaal van een boer. Door onze manier van werken zit er inmiddels meer organisch mate- riaal in de bodem. Dat leidt weer tot meer bodemleven.” Wat betekenen al deze ontwikkelingen verder voor de biodiversiteit op de Velhorst? “Het insectenleven nam enorm toe, blijkt uit de opnames van insectencamera’s die we plaatsten”, zegt Winny. Er zijn vooral meer grote insecten, daar komen vogels op af. Bosrietzanger, grasmus, spotvogel en geelgors broeden hier nu, evenals de grauwe klauwier! Op de akkers zitten ’s winters vinken, kepen, groenlingen, putters, kneuen en goudvinken. In het tweede jaar dat we hier waren, heeft Naturalis wilde bijen geteld: ze kwamen tot 51 soorten. Daarbij waren vier soorten van de rode lijst: bremzandbij, geelstaartzandbij, tweekleurige koekoekshommel en roodsprietwespbij. Deze zomer herhalen ze het onderzoek.”

Het besluit om veel granen te verbouwen, leverde daarnaast belangrijke winst op voor het grondwater: in de extreem droge zomers van de afgelopen jaren is er niet beregend. “De graanrassen die we verbouwen – tarwe, rogge, spelt, rode emmer, zwarte emmer, Utrechts blauw, haver en gerst – zijn robuust”, zegt Winny. “In combinatie met de verbeterde bodemkwaliteit, die meer water vasthoudt, was sproeien niet nodig en hadden we toch een goede opbrengst.” Wezenlijk onderdeel van het bedrijfsmodel is de rechtstreekse verkoop aan consumenten en bedrijven. “We willen niet tegen minimale marges of zelfs kostprijs verkopen. Daarom werken we zonder tussenhandel. We zien dat afnemers de hogere prijzen accepteren, omdat ze begrijpen hoe ze tot stand komen.”

Belangstelling

Zo willen Arjen en Winny laten zien dat het goed mogelijk is om op een boerenbedrijf de biodiversiteit te verbeteren en een goede boterham te verdienen. “Het is geen blauwdruk, hè. Wij zeggen niet dat het zo moet. We willen anderen inspireren om ook duurzaam te werken. Uiteraard is niet iedereen meteen gewonnen, cynici houd je altijd. Maar we trekken veel belangstelling. Dus ja, ik denk dat we het verschil maken.” ijdens haar studie bracht ze al haar eigen bier en gin van onverkocht brood op de markt (Pieke Drinks). Het was een manier om afval waarde te geven. Een idee waar ze op was gestuit in haar studie duurzaamheid en ondernemerschap in Maastricht. Nu runt de 26-jarige Laura Nieboer met haar vader Geert Jan, die financieel directeur was bij een bedrijf in voedingsingrediënten, het gemengde landbouwbedrijf Lubosch Land. Ook haar moeder Barbara en vriend Pieke werken mee in het bedrijf.

Klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, verspilling van voedsel en water. De familie Nieboer ziet het allemaal gebeuren. Zorgen zijn er, maar ook de drang om het aan te pakken. Dus zijn ze een natuurvriendelijke boerderij begonnen in het ZuidLimburgse heuvelland.

Onbespoten groenten

Het bedrijf ligt in het Zuid-Limburgse heuvelland, aan de rand van Ransdaal. Twee jaar geleden kochten ze de gebouwen met

6,5 hectare grond die nog resteerde van een voormalig melkveebedrijf. De omvorming naar een natuurvriendelijke boerderij is in volle gang. De pijlers onder het bedrijf zijn de tuinderij met onbespoten groenten, het voedselbos, de boerderijwinkel en de ontmoetingsruimte voor workshops en events. De laatste twee zijn te vinden in de voormalige stal, waar ooit zo’n honderd koeien stonden.

Op hun manier willen ze een bijdrage leveren aan het mooier maken van de wereld, zegt Laura. “Duurzaamheid is wat ons drijft. Een duurzame omgang met onze prachtige aarde is wat we nastreven. Daarom willen we met de natuur samenwerken en haar niet kapot maken.”

In balans

Het voedselbos moet op den duur zorgen voor het grootste deel van de omzet. Het bos van 5 hectare wordt in fasen aangelegd. Er zijn nu zo’n 8.000 bomen geplant, het moeten er uiteindelijk 12.000 worden. In het bos staan dan 200 soorten bomen en struiken. Laura: “Daar zitten noten- en fruitbomen bij, bessenstruiken, allerlei kruiden, maar ook bomen waarvan je de bladeren kunt eten, zoals lindes. Het gaat niet alleen om inheemse bomen, maar om bomen die het in ons klimaat en op onze grond goed doen. Daarom komen er ook pawpawbomen uit Noord-Amerika – de smaak is een combinatie van banaan en mango – en szechuanpeper-struiken uit China.”

Het bos wordt opgebouwd als een natuurlijk bos met een kruidenstrook, een struikenstrook en vervolgens de bomen. Met zo’n geleidelijke opbouw komt er veel zonlicht op de bodem, zodat bloemen alle kans krijgen. Op hun beurt trekken die vlinders en insecten aan, die weer voedsel zijn voor vogels en amfibieën. “In principe is het een gesloten ecosysteem dat helemaal in balans is”, aldus Laura. Dit jaar oogsten ze de eerste bessen, bij de bomen duurt het nog enkele jaren.

Wateropvang

Vlakbij het voedselbos, op het laagste punt van het perceel, is een poel aangelegd om regenwater op te vangen. Het water kan daardoor langzaam in de bodem wegzakken, terwijl er voor kikkers en salamanders een mooi voortplantingsgebied is bijgekomen. Wateropvang is sowieso een belangrijk thema op Lubosch Land. “Het voedselbos is straks ook een fantastisch waterreservoir”, zegt Laura. “Het is een effectieve spons die de afvoer van water vertraagt.

Het kostbare water komt zo ten goede aan de natuur.”

Om de tuinderij in droge tijden van water te voorzien, is de mestkelder nu in gebruik als waterbassin. Al het water van de daken wordt hier opgevangen. Een half miljoen liter water kan erin. “Opvang van water is cruciaal”, stelt Laura. “We zijn hier nog maar kort, maar hebben toch al twee kanten van klimaatverandering gezien. In de zomer van 2021 kolkte het water hier door de straten omdat het nergens anders heen kon. En tijdens de droogte vorig jaar zagen we de jonge aanplant in het voedselbos verpieteren. We hebben daardoor wel uitval gehad, ja.”

Ze zijn dan ook erg gemotiveerd om het Zuid-Limburgse landschap klimaatbestendiger te maken. Er kwam een nauwe samenwerking met Natuurkracht van de grond. Dit initiatief van natuurorganisaties, waaronder Natuurmonumenten, wil zoveel mogelijk ideeën verzamelen om het landschap op kleine en grotere schaal zo in te richten dat wateroverlast kan worden voorkomen. Vader Geert Jan is ambassadeur van Natuurkracht en op Lubosch Land hebben de aangesloten partijen de ruimte voor vergaderingen en evenementen. Laura: “Zo moet Lubosch Land uitgroeien tot een hub waar van alles gebeurt rondom natuurvriendelijke landbouw. We hebben geen ervaring als boer, we begonnen uit passie. En met een missie: we willen kennis ontwikkelen en anderen inspireren.”

This article is from: