De Flora van Honegem De resultaten van een floristisch onderzoek 1994-1995-1996 en de verspreiding van de planten van het beschermde landschap
HONEGEM – SOLEGEM – SINT-APOLLONIA (te Erpe-Mere, Lede en Aalst)
Daan STEMGÉE Paul VAN DEN BREMT André KAMPEN Emiel DE WAEL 1998
De Flora van Honegem
1
Beschermd landschap Honegem – Solegem – Sint-Apollonia Natuurreservaat Honegem Werkgroep Honegem
De Wielewaal, Natuurvereniging, v.z.w.
Flo.wer, v.z.w. Contactadres Werkgroep Honegem: Wim D’Haeseleer, Leeds Houwken 50, 9340 Lede 053 / 70.33.11 Contactadres De Wielewaal: Joris Bracquené, Graatakker 11, 2300 Turnhout 014 / 47.29.52 Contactadres Flo.wer: Leo Vanhecke, Nationale Plantentuin van België, Domein van Boechout, 1860 Meise 02 / 269.39.05 1998: de Wielewaal, Natuurvereniging v.z.w., Turnhout
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Omslagontwerp; Roger Van de Wiele, Vierkant Grafisch, Zoutleeuw. Foto; Bosgeelster (Gagea lutea); Daan Stemgée.
De Flora van Honegem
2
Inhoudstafel Voorwoord: Karel DE WAELE……………………….……………… 4 Dankwoord …………………………………………………………… 5 Inleiding…….………………………………………………………… 6 Het gebied..…………………………………………………………… 7 Onderzoek en methode..…………………………………………….. 9 Aantal soorten…………………………………………………………11 Lokale frequentie of zeldzaamheid…………………………………..12 De zeldzaamheid…………………………………………………...…14 De Rode lijst………………………………………………………….. 16 Lokale floristische waarde………………………………………....…17 Socio-ecologische groepen……………..………………………….… 18 Floristische milieu-indicatoren………………………..…………….. 23 Oude gegevens………………………………………………………...25 Conclusies en bespreking per sector……………………………….... 27 Merkwaardige en enkele verdwenen soorten……………………..…30 Algemeen besluit en beheersadvies…………………………….…….33 Bibliografie…………………………………………………………….36 Index Nederlandse namen…………………..…………………….… 37 Verspreidingskaartjes………………………………………………… 44 Overzichtskaart
De Flora van Honegem
3
Voorwoord Een voorwoord schrijven bij een publicatie over de resultaten van een floristisch onderzoek, eerlijk gezegd ik zou veel liever te velde deel genomen hebben aan dat onderzoek. Veldwerk is immers altijd plezieriger dan het werk achter een of ander bureau in een kamertje vol boeken, aan een klavier, de ogen moe makend door het turen naar een scherm van een computer. Maar juist omdat het over floristisch onderzoek gaat en omdat het mij gevraagd is door mijn goede vriend André Kampen, doe ik dit toch van harte. Ik herinner me nog de vroege jaren zeventig, toen we binnen de Wielewaal begonnen waren met enkele plaatselijke plantenwerkgroepen en we onder impuls van het toenmalige IFBL, Instituut voor Floristiek van België en Luxemburg, meer bepaald aangestoken door het enthousiasme van Herman Stieperaere, onze eerste stappen zetten in de floristiek. Ikzelf had al de aanzet genomen voor de inventarisatie van het gebied van Wielewaalafdeling Schelde-Leie, met het oog op de publicatie van een regionale plantenatlas. Mede daardoor en doordat ik ondertussen ook al de Nationale Plantenwerkgroep Botanie van De Wielewaal in de startblokken gezet had, samen met enkele andere – als ik me niet vergis zat Paul Van den Bremt daar ook bij – had ik waarschijnlijk al een reputatie als “plantenkenner” binnen De Wielewaal opgebouwd – “in het rijk der blinden is Eenoog koning”, want als ik ondertussen zie welke fouten ik toen nog maakte en welke onvolkomenheden er in mijn toenmalig onderzoek nog zaten moet ik bekennen dat die reputatie wel flatterend is, maar voor een deel toch onterecht. Welnu, in die vroege jaren zeventig kwam op een winteravond André bij mij langs om inlichtingen in te winnen over mijn methode van werken bij het opstellen van die inventarisatie, omdat hij van plan was hetzelfde in afdeling Denderland te starten. Zo startte, net als elders in Vlaanderen, een nieuwe plantenwerkgroep, die mede onder impuls van Paul uitgroeide tot een gevestigde waarde. Maar terwijl ik een tiental jaren later “mijn” regionale plantenatlas publiceerde, hoorde ik relatief weinig van iets dergelijks in Denderland. En achteraf gezien kan ik hen geen ongelijk geven, want terwijl ik nog op bijna middeleeuwse wijze zoals monniken met de pen – nog net geen ganzenveer – kruisjes zette op mijn plantenkaartjes, wachtten zij betere tijden en modernere middelen af. Tegenwoordig is de computer immers een overal ingeburgerde gebruiksmachine geworden en bestaat er software voor het verwerken van gegevens. Ook is ondertussen de drempel tussen “amateur” en “professioneel” verlaagd en krijgen de veldwerkers-plantenliefhebbers degelijke ondersteuning vanuit FLO.WER, de Vlaamse opvolger van het IFBL. Daarmee wil ik zeker de indruk niet wekken dat ik jaloers ben op deze ploeg, die nu hun inventarisatie van de flora van Honegem publiceren. Integendeel, ik ben uiterst verheugd dat er zo veel veranderd is ten goede. Hoe beter de omstandigheden worden waarin dergelijke studies kunnen gemaakt worden, des te meer dit op lange termijn goed zal zijn voor onze natuur. Ik wens deze ploeg dan ook veel succes met deze publicatie en kijk al nieuwsgierig uit naar hun toekomstige projecten.
Karel DE WAELE Voorzitter van de Nationale Werkgroep Botanie van De Wielewaal
De Flora van Honegem
4
Dankwoord Het past om enkele mensen te bedanken die hebben bijgedragen tot deze publicatie. Maar in de eerste plaats wensen wij alle personen aan te moedigen en te feliciteren, die vele weekends helpen om het landschap te beheren en het natuurreservaat verder uit te bouwen; namelijk de leden van de werkgroep Honegem. In het bijzonder zijn we dank verschuldigd aan Laurent Annaert, AndrĂŠ Coppens, Greet De Geest, Marc Leten en Wouter Van Landuyt voor het advies, de opbouwende kritiek en een aantal waarnemingen. Voorts konden we ook rekenen op de steun van Bruno De Bruyn, Herman Derder, Karel De Waele, Jan Fosselle, Walter Tolleneer, Herman Stieperaere en Roger Van de Wiele.
De Flora van Honegem
5
Inleiding. Momentopname. Onder initiatief van André KAMPEN, werd in 1994 gestart met een grondige planteninventarisatie van het beschermde landschap ‘Honegem – Solegem – Sint-Apollonia’. De plantenstudie duurde uiteindelijk 3 jaar en bracht meer dan 400 taxa in kaart. Dit rapport is het resultaat van vele uren veldwerk en tal van analyses omtrent de plantengemeenschappen in het gebied. Deze studie is een momentopname, ook al loopt dit moment over 3 jaar, van wat er op botanisch vlak in dit landschap te vinden is. Honegem is een gevarieerd cultuurlandschap met gedeeltelijk wisselend bodemgebruik wat resulteert in een sterk wisselende flora. Enkele delen zijn echter sinds eeuwen bos of moeras, zodat we er anderzijds een typische en meer standvastige plantenrijkdom aantreffen.
Wie wat? André KAMPEN en Emiel DE WAEL voerden de 3 jaar durende systematische inventarisatie uit. Paul VAN DEN BREMT bezocht in het laatste jaar van de studie meerdere keren de meest interessante percelen in het gebied om er te ‘strepen’. Hij schreef ook het hoofdstuk over de merkwaardige soorten. Daan STEMGÉE verwerkte alle gegevens op PC en verzorgde de redactie en de lay-out.
Doelstellingen. Een van de doelstellingen was om een totaaloverzicht van de flora te verkrijgen. Zo zouden we ze kunnen toetsen aan deze van andere gebieden om uiteindelijk een vergelijkende waardebepaling uit te voeren. Dit is ons echter niet helemaal gelukt. Niet alleen omdat voor weinig plaatsen gelijkaardig onderzoek te vinden is, maar ook omdat elk gebied uniek is met zijn eigen specifieke plantengemeenschappen, meestal onder sterk menselijke invloeden. Een andere zeer belangrijke doelstelling was om een beter inzicht te krijgen van de flora van de verschillende biotopen in het beschermde landschap en het natuurreservaat. Dit moet de werkgroep en andere beleidsorganen in staat stellen om bescherming en beheer nauwkeuriger en efficiënter te plannen en uit te voeren in functie van het behoud van een rijke biodiversiteit. De planten zijn immers de basis van de voedselpiramide waarvan alle verdere leven afhankelijk is.
De Flora van Honegem
6
Het gebied. Klassering. Midden jaren ‘80 werden de contouren van een cultuurhistorisch landschap, met een gevarieerde biologische waarde, afgebakend door het Bestuur voor Monumenten & Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap. Het duurde echter tot 1992 vooraleer de definitieve klassering werd betekend. Vanaf dan zijn bijna 110 hectare, verspreid op het grondgebied van Aalst, Lede, en Erpe-Mere, beschermd als landschap via een aantal algemene en meer specifieke maatregelen. In hetzelfde jaar van de klassering kocht de natuurvereniging de Wielewaal een eerste perceel grond aan in het landschap. De aankoop van de ‘orchideeënweide’ was de eerste van een lange rij want eind 1997 had de vereniging bijna 15 hectare in beheer, en haar ambities reiken nog verder (Kaart I-1).
Situering. Op amper 2 km van het centrum van Aalst, ten noordwesten van de stadskern, ligt nog een relatief ongerept landschap. Het is een kleinschalig cultuurlandschap dat naast meersen en akkers (al dan niet omzoomd door houtkanten), ook bosjes (populier of gemengd loofhout), poelen en zelfs een ruim 2 hectare groot moeras omvat. Het gebied ligt voor het grootste gedeelte in het Atlashok D3-47. Enkel het SintApolloniabosje bevindt zich in D3-57. Er zijn drie delen te onderscheiden in het gebied. Het Solegembos en nabijgelegen meersen, op het grondgebied van de gemeente Lede, in de buurt van de Keiberg en het vroegere ’t Hof Ter Vaerent, bevinden zich het meest noordelijk. Centraal, te Erpe, liggen de vroegere gemene weiden van Honegem, met als kern ‘de turfputten’. Helemaal in het zuiden, is er tenslotte het vochtige bosje met de omliggende gronden nabij de wijk Sint-Apollonia te Aalst.
Het landschap is er zwak golvend en de hoogte varieert van 11 tot 15 m. Het gebied wordt doorkruist door twee beken, telkens van west naar oost. Hydrografisch behoort het tot het Denderbekken. De Molenbeek die ontspringt in Sint-Lievens-Esse en uitmondt in de Dender te Hofstade, loopt dwars door het gebied. Ten zuiden van Solegem stroomt de Dorebeek. Ze vormt voor een deel de grens tussen de gemeenten Lede en Erpe-Mere. Haar water wordt verder afgevoerd via de Sasbeek en de Torensbeek naar de reeds eerder genoemde Molenbeek.
Turfputten. Centraal ligt de moerassige depressie te Honegem. Over het ontstaan van dit vroegere veengebied in de meanderzone van de Molenbeek verwijzen we naar GUILLEMIJN & VAN DEN BREMT 1981, en VAN DEN BREMT 1983. De eerste turfontginningen dateren uit het midden van de 18de eeuw, en nog tot ongeveer 1950 deden de turfputten dienst als vlasrootputten.
De bodem. Onder invloed van klimatologische en biologische factoren ontwikkelden de bovenste grondlagen (1 à 2 m) zich tot volwaardige bodems met elk hun kenmerkende samenstelling. Naar gelang onder meer de korrelgrootte van de deeltjes maken we een onderscheid tussen verschillende bodems. Het landschap is gelegen in de overgangszone van Leemstreek naar Zandleemstreek. Men vindt er dus een vrij grote verscheidenheid aan bodemtypes; voornamelijk gronden op lemig tot zandlemig materiaal. In de valleien van de verschillende beken vindt men bovendien gronden op kleiig materiaal.
De Flora van Honegem
7
Andere natuurwaarden. Naast de veelzijdige flora van Honegem treffen we in het gebied ook een gevarieerde dierenwereld aan. De vogels werden reeds eerder in kaart gebracht door SCHOETERS & PIETERS (1995). De laatste jaren rekenen we onder meer tot de vaste broedvogels; Dodaars, Zomertaling, Slobeend, Waterral, Boomvalk, Buizerd en Gekraagde roodstaart. De talrijke poelen zijn paaiplaatsen voor verscheidene amfibieënsoorten; Groene en Bruine kikker, Pad en alle vier in België voorkomende watersalamanders, wat voor Vlaanderen een zeer zeldzaam gegeven is. Belangrijk is ook de libellenfauna met de aanwezigheid van enkele uiterst zeldzame zuidelijke soorten, zoals de Zuidelijke glazenmaker (Aeshna affinis) die sinds 1994 onafgebroken aanwezig is (D’HAESELEER et al, 1995). In 1996 werd in de turfputten het zeer zeldzame Kroosmos (Ricciocarpos natans L.) ontdekt.
Kaart I-1. Situering van de gronden in beheer als natuurreservaat door de Wielewaal binnen het beschermde landschap en de 16 sectoren. De Flora van Honegem
8
Onderzoek en Methode. 3,43
8,48
Kartering. In tegenstelling tot bijna alle bestaande plantenkarteringen werd dit verspreidingsonderzoek niet uitgevoerd in vaste (vierkante) hokken. In België wordt steeds gewerkt met het IFBL-rooster met hokken van 1 of 16 km². Voor gelijkaardige studies op een relatief kleine oppervlakte als deze, gebruikten we eerder deze hokken die we verder onderverdeelden in vierkanten van respectievelijk 1 ha en 25 ha; in het Osbroek (VAN DEN BREMT et al 1980 en WERKGROEP BOMEN PARK - OSBROEK 1981) en te Herdersem (DE WAEL & KAMPEN 1993).
16 sectoren. Voor dit onderzoeksgebied van 109 ha opteerden we voor een onderverdeling in 16 sectoren met een oppervlakte variërend van 3 tot 12 ha (Kaart I-2). We kozen steeds vaste entiteiten, zoals bos, een weidecomplex of een moeras, en benoemden ze tot een sector. Elke sector heeft zijn nummer en zijn naam op basis van historische achtergronden (zie overzichtskaart achteraan op omslag en Kaart I-3). De keuze van de begrenzingen werd bepaald door bestaande landschapselementen of het grondgebruik. In de meeste gevallen gaat het om beken en grachten of om de bestaande wegen en paden. De keuze van een selectieve en subjectieve onderverdeling in sectoren met een specifiek biotoop gebeurde ten behoeve van het natuurbeheer.
8,24
6,72
7,53
6,75 8,48 3,74 3,0 11,86 5,56 11,85 6,81
6,94 6,19
5,64
Kaart I-2. De oppervalkte in hectare per sector.
2
5
4
1
8
3 7
10
9
6 12
11 13
14 15
16
Kaart I-3. De sectornummers.
De Flora van Honegem
9
Veldwerk. Alle waarnemingen werden genoteerd per sector. De grens van de sectoren werd steeds genomen in het midden van de beek of weg. Er werden geen hoeveelheden van soorten bijgehouden. Dus enkel het al dan niet aanwezig zijn van een plantensoort, of het nu één of honderden exemplaren betrof. Enkele merkwaardige soorten komen aan bod in een aparte bespreking. Voor sommige wordt daar wel melding gemaakt van aantallen.
de cijfers is soms twijfelachtig en ze dienen dan ook met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.
Het onderzoek startte in het voorjaar 1994 en werd afgesloten in oktober 1996. De waarnemingen van deze drie jaren werden samengevoegd. Elke sector werd elk jaar ten minste eenmaal bezocht en elk jaar in een ander seizoen, om fenologisch een zo volledig mogelijk overzicht te verkrijgen van de aanwezige flora. Daarenboven werden er in 1996 nog veel aanvullende inventarisaties uitgevoerd. Ook enkele losse bijkomende waarnemingen van de Werkgroep Honegem en anderen werden toegevoegd. Tijdens 1996 werd het gebied doorkruist door collectorwerken. Daardoor werd er heel wat grond omgewoeld zodat eerder pioniersplanten meer kansen kregen. Dit kan gedeeltelijk een vertekend beeld vormen. De werken gingen door in de sectoren 6, 7 en 8.
Gegevensverweking. Alle waarnemingen werden opgenomen in een PC-bestand om nadien geanalyseerd te worden. Het bestand werd voor elke soort aangevuld met allerlei bestaande waarden en classificaties. De uiteindelijke databank bestaat uit zo’n 20.000 velden. Het bestand en de analyses werden uitgevoerd in de software Excel 97. De kaartjes werden aangemaakt in CorelDRAW 7. De databank werd langs alle mogelijke invalshoeken bekeken en er werd steeds gezocht naar enkele florakenmerken van een sector. Enkel de interessantste resultaten komen aan bod. De relevantie van bepaal-
De Flora van Honegem
10
Aantal soorten. De verspreiding van alle soorten is terug te vinden op de individuele kaartjes. In totaal werden 415 taxa gedetermineerd. Daarbij zijn ook ondersoorten, hybriden en verwilderde soorten meegeteld. Deze 35 (op enkele goed te onderscheiden ondersoorten na) werden verwijderd van de lijst die heeft gediend voor de verdere analyses per sector. Deze nieuwe lijst omvat dan nog 380 soorten. Dit is 1/3de van de Vlaamse flora. Van de in totaal 22 verwilderde – niet inheemse soorten werden de meeste gevonden in sektoren 1 en 16, beiden bosjes (Kaart I-4).
Aantal soorten per sector. Sector 11 scoort met slechts 114 soorten het minst. Het Solegembos, sector 1, en sector 13, de grootste sector, daarentegen hebben de grootste diversiteit met meer dan 200 verschillende taxa (Kaart I-5).
Verspreidingspatronen. We vergeleken alle 380 verspreidingspatronen met elkaar. We lieten de minst en de meest voorkomende soorten buiten beschouwing (d.w.z. enkel de soorten die in meer dan 2 en minder dan 14 sectoren voorkomen). We vonden slechts twee duo’s van planten met een identiek verspreidingskaartje. De Smalle stekelvaren (kaart 122) en de Gewone vogelmelk (kaart 252) komen voor in dezelfde vier sectoren. Ook de Aardbeiganzerik (kaart 287) en de Gewone brunel (kaart 289) vertonen een gelijk patroon, maar dan in vijf sectoren.
3
0
0
9
1
0 3
0
4
4 6
0
1
2 2
9
Kaart I-4. Aantal verwilderde – niet inheemse soorten per sector (totaal 22 soorten).
185
202 190
152
163
189
155 173 130 156 168
114
204
150 172
189
Kaart I-5. Aantal soorten per sector (totaal 380 soorten).
Er kon geen verband aangetoond worden tussen de verspreidingspatronen en de bodemkaart van LOUIS (1961).
De Flora van Honegem
11
Lokale frequentie of zeldzaamheid.
4
Lokale frequentieklassen.
Lokale zeldzaamheden. Sectoren 4 en 5 herbergen veruit het grootste aantal lokale zeldzaamheden, gevolgd door 5 andere sectoren nl. 1, 9, 12, 13 en 16 (Tabel 1). Sector 4 is gekend voor zijn interessant perceel blauwgrasland met vele zeldzame grassen, zeggen en orchideeĂŤn. Voor een gedeelte grenzend aan de vorige is sector 5 daarentegen voornamelijk akkerland.
SectoriĂŤle zeldzaamheden. We gaan ervan uit dat de lokaal meest zeldzame soorten ook de meest kieskeurige of veeleisende zijn zodat ze het meest gebonden zijn aan een specifiek biotoop of bodem. Allicht zijn ze ook het meest gevoelig voor verstoring. Daarom bekijken en vergelijken we voor elke sector de
2
1
4
35 soorten (of bijna 10%) werden in alle sectoren gevonden. Dit zijn de lokale ubiquisten. Daarentegen zijn er 76 species die slechts voor 1 sector werden genoteerd (Kaart I-6). Het aantal sectoren waar een taxon in aanwezig is noemen we de lokale frequentieklasse. Frequentie in deze betekenis slaat dus niet op het aantal planten van een soort. Figuur 1 toont ons het aantal soorten per lokale frequentieklasse. Hieruit leiden we af dat 1/3de van alle soorten een zeer beperkte verspreiding heeft in het gebied. Als we de verdeling per lokale frequentieklasse voor iedere sector bekijken (Tabel 1), kunnen we reeds enkele tendensen aflezen. Sector 9 en 11 hebben opvallend minder lokaal veel voorkomende soorten t.o.v. de andere sectoren. Voor de kleinste sector 9 is dit te verklaren wegens het specifieke waterrijke milieu en de weinige variatie. Echter voor sector 11, het armst aan soorten, betekent dat zelfs veel van de lokaal algemenere soorten er niet te vinden zijn.
13
12
7
2
6
0
4
1
3
4
3
10
Kaart I-6. Verspreiding van de 76 soorten die in slechts 1 sector voorkomen; aantal soorten per sector van de lokale frequentieklasse 1.
S
80 76
70 60 50 43
40
35
30 20
22
24 24 20 20 16
10
14
19
18
15 12
14
8
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 F
Figuur 1. Aantal soorten (S) per lokale frequentieklasse (F).
De Flora van Honegem
12
‘lokaal relatief zeldzame’ soorten. Om deze groepen samen te stellen namen we per sector alle taxa van de laagste (en ook complete) lokale frequentieklassen om minimum tot 20 soorten te komen. Op die manier verkregen we 16 groepen van sectoriële zeldzaamheden, samengesteld uit een variërend aantal lokale frequentieklassen van 2 tot 8 en ook variërend in aantal soorten van 21 tot 27. Deze kleinere groepen van taxa per sector hebben we vergeleken en verder geanalyseerd zoals we dat doen voor alle soorten samen van een sector. De sectoriële zeldzaamheden vertonen meer geprononceerde tendensen in vergelijking met de totale groep van een sector.
11,2
11,7
11,9 11,0 10,7
11,6 11,1
12,1 11,8
10,6
11,9 11,5
10,6
Kaart I-7. Lokale zeldzaamheidsfactor per sector.
3,5
1,8
1,4
2,0
Lokale zeldzaamheidsfactor. De gemiddelde lokale frequentieklasse van alle planten van een sector noemen we de lokale zeldzaamheidsfactor (Kaart I-7). Hoe lager de factor, in hoe minder sectoren de soorten gemiddeld werden gevonden. De sectoren 1, 4, 5, 9, 13 en 16 vertonen de laagste cijfers. We bekeken ook de zeldzaamheidsfactor per sector voor de sectoriële zeldzaamheden, en komen tot dezelfde conclusies. (Kaart I-8).
10,5
10,4
10,4
4,2
4,1 3,0 2,5
3,7 2,6
4,3 3,9
4,9
2,6
4,2
2,3
Kaart I-8. Lokale zeldzaamheidsfactor van de sectoriële zeldzaamheden per sector.
lokale aantal sector frequentie soorten % 1 2 3 4 5 6 7 8 klasse 1 76 20 7 4 1 12 13 0 4 2 2 43 11 9 3 3 9 6 5 4 4 3 22 6 7 4 5 8 7 3 8 4 4 24 6 10 7 2 8 5 7 11 1 5 24 6 10 8 7 5 11 7 6 6 6 16 4 9 6 6 8 8 5 7 7 7 14 4 9 7 7 8 4 5 5 3 8 8 2 5 6 3 3 4 2 5 2 9 15 4 9 12 7 7 11 8 3 7 10 12 3 8 11 5 9 8 9 6 6 11 20 5 15 18 12 10 13 12 15 15 12 20 5 19 20 14 14 15 17 17 14 13 18 5 18 16 13 18 17 15 14 16 14 14 4 14 14 13 12 13 14 14 14 15 19 5 18 19 19 19 19 19 19 19 16 35 9 35 35 35 35 35 35 35 35
9 6 9 2 8 6 5 6 6 9 8 13 9 12 7 15 35
10 11 12 13 14 15 16 2 4 4 3 1 3 2 0 8 11 4 3 5 3 2 4 1 0 3 6 7 7 3 3 4 4 8 13 6 10 3 4 5 7 4 5 0 3 7 10 7 10 3 0 4 7 4 4 9 6 7 12 8 9 5 4 8 10 5 9 8 7 15 17 16 17 11 12 13 19 12 17 12 9 15 16 12 16 11 6 13 14 14 12 17 11 17 19 18 19 35 35 35 35 35 35
10 6 3 8 9 7 7 6 11 9 17 17 15 11 18 35
Tabel 1. Aantal soorten (absoluut en procentueel) per lokale frequentieklasse voor het gebied en aantal soorten per lokale frequentieklasse per sector.
De Flora van Honegem
13
De zeldzaamheid. Een zeldzame waarneming is meestal veel waard voor een natuurliefhebber, ook al betreft het soms een minder fraaie soort. In de context van deze studie is de zeldzaamheid eerder een indicatie voor de waarde van een plantengemeenschap.
6
8
7
5
2
2
4
1
5
0
1
3
10
3
4
De standaardlijst. Om een idee te krijgen van de zeldzaamheid van de taxa in een sector, werd per soort de aanwezigheid bekeken in Vlaanderen. De Atlas van VAN ROMPAEY & DELVOSALLE (1979) werd reeds geïnterpreteerd door STIEPERAERE & FRANSEN (1982), die in hun standaardlijst voor elke soort het voorkomen in de hokken optelden en in klassen onderverdeelden. Zij doen dit niet alleen zuiver rekenkundig, maar ook logaritmisch om een fijnere onderverdeling te krijgen voor de echt zeldzame soorten. Wij gebruiken hier echter de semi-logaritmische uurhok-frequentieklasse-inde-ling voor Vlaanderen volgens COSYNS et al. (1994) (in totaal zijnde 951 hokken van 16 km²). Deze indeling in klassen geeft een gelijkmatige spreiding en onderscheid tussen de zeldzame en algemenere soorten.
12
Kaart I-9. Aantal soorten per sector uit de semilogaritmische frequentieklassen 1-5 (≤ 130 hokken of ≤13,7% bezetting van de hokken) voor Vlaanderen.
% 100 98
95
80
Soorten per frequentieklasse. Het aantal soorten per semi-logaritmische frequentieklasse is te zien in Figuur 4. Deze toont aan dat in het gebied enkele zeer zeldzame planten groeien. Planten uit de klassen 2, 3, 4 en 5 betekenen een voorkomen van respectievelijk maximum 0,7%, 2,6%, 6,3% en 13,7% van het totaal aantal hokken in Vlaanderen. De meest merkwaardige soorten komen aan bod in een apart hoofdstuk. De aanwezigheidsgraad per semi-logaritmische frequentieklasse (Figuur 2) toont aan dat deze de hoogste is voor de hogere frequentieklassen tot zelfs 98%. Alle Belgische ubiquisten, zijnde 27 soorten, werden in het gebied aangetroffen.
65
60
40 37
20
19
1
0
0 1
2
8
2
3
4
5
6
7
8
9 F
Figuur 2. Procentuele aanwezigheidsgraad (%) per semi-logaritmische frequentieklasse (F – klasse 9 en 10 samengevoegd) voor Vlaanderen.
De Flora van Honegem
14
Zeldzaamheidsfactor. We berekenden per sector een gemiddelde frequentieklasse. Er zijn weinig verschillen voor dit gemiddelde van alle soorten van een sector. Voor de sectoriële zeldzaamheden echter duiden deze de meest interessante sectoren aan (4, 5, en 16). Deze halen de laagste waarden, wat betekent dat daar planten voorkomen die gemiddeld een kleinere verspreiding hebben in Vlaanderen (Kaart I-10).
Zeldzaamheidsfactor per lokale frequentieklasse. Er is een duidelijk verband tussen de lokale frequentieklasse en de zeldzaamheid voor geheel Vlaanderen (Figuur 3). Zeldzaamheden uit het gebied kennen dus overwegend ook een beperktere verspreiding in Vlaanderen, en de lokaal algemene soorten vindt men ook bijna overal.
S 125 122
100
86
75 69 59
50
25
0
26
0
1
1
2
3
11
3
4
5
6
7
8
9
F
Figuur 4. Aantal soorten (S) per semilogaritmische frequentieklasse (F – klasse 9 en 10 samengevoegd) voor Vlaanderen. ZF 10
9
8
7,2 6
7,1
6,2 6,6 6,4
7,6 6,9
5
5,7
5,1
6,5
7
7,1 7,1
7,3
6,1
6,9
4 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 LFK
Figuur 3. Relatie tussen de gemiddelde semilogaritmische frequentieklasse = zeldzaamheidsfactor (ZF) van de soorten per lokale frequentieklasse (LFK).
5,8
Kaart I-10. Gemiddelde semi-logaritmische frequenieklasse van de sectoriële zeldzaamheden per sector = zeldzaamheidsfactor.
De Flora van Honegem
15
De Rode lijst. COSYNS et al (1994) stelden een voorlopige Rode lijst samen van de bedreigde plantensoorten voor Vlaanderen. In het onderzoeksgebied troffen we 12 soorten aan met een bedreigde status (Tabel 2). De graad van bedreiging van deze 12 rode lijstsoorten is verdeeld als volgt: !" 1 zeer sterk met uitsterven bedreigd !" 1 sterk met uitsterven bedreigd !" 4 kwetsbaar !" 6 potentieel bedreigd Sector 4 en 13 herbergen de meeste rode lijstsoorten (Kaart I-11). Vooral voor sector 4, één van de kleinste, is 6 soorten zéér veel.
Bedreiginggraad Zeer sterk met uitsterven bedreigd Sterk met uitsterven bedreigd Kwetsbaar
Potentieel bedreigd
2
6
1
2
0
0
1
1
2
0 0
1
1
4 1
1
Kaart I-11. Aantal soorten van de Rode lijst voor Vlaanderen per sector (totaal 12 soorten).
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Ranunculus arvensis
Akkerboterbloem
Gagea lutea
Bosgeelster
Dactylorhiza maculata Dactylorhiza majalis Pulmonaria officinalis Rhinanthus minor
Gevlekte orchis Brede orchis Gevlekt longkruid Kleine ratelaar
Alchemilla glabra Carex pallescens Carex panicea Ophioglossum vulgatum Rhamnus catharticus Scrophularia umbrosa
Kale vrouwenmantel Bleke zegge Blauwe zegge Addertong Wegedoorn Gevleugeld helmkruid
Tabel 2. Aanwezige bedreigde soorten van de Rode lijst voor Vlaanderen.
De Flora van Honegem
16
Lokale floristische waarde: een momentopname.
63
70
61 39
40
14 52 53
12
Om een vergelijking in floristische waarde tussen de verschillende sectoren te maken, stelden we een eenvoudig klassement op aan de hand van de analyses uit de databank. We hielden rekening met zowel de plaatselijke zeldzaamheid als deze voor Vlaanderen. Zonder rekening te houden met de oppervlakte, werd er per sector een score toegekend van 16 tot 1, voor de volgende evaluatiecriteria. Bij gelijke waarde voor een bepaald criterium werden punten gegeven naar de gemiddelde positie. Evaluatiecriteria voor puntensysteem: !" Meest aantal soorten !" Meest aantal soorten van de lokale frequentieklasse 1 !" Meest aantal soorten van de semilogaritmische frequentieklassen 1-5 voor Vlaanderen !" Laagste gemiddelde semi-logaritmische frequentieklasse voor Vlaanderen van de sectoriële zeldzaamheden !" Meest aantal voor Vlaanderen bedreigde soorten (Rode Lijst) De scores, zijnde het floristische waardegetal (= de som), voor iedere sector zijn weergegeven in Kaart I-12. We verdeelden de sectoren in plaatselijke niveaus van floristische waarde (Tabel 3). Deze benadering tot indeling naar botanische waarde dient met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Vooreerst lag er aan de basis immers een korte inventarisatieperiode. En er zijn uiteraard, naast
36
24 23
23
64
37
65
Kaart I-12. Floristisch waardegetal per sector (maximum = 80).
de flora, een heleboel andere waarden die mede de landschappelijke en ecologische rijkdom bepalen. Daarenboven is er ook geen enkel referentiepunt om die waarde, in een bredere Vlaamse context, mee te vergelijken. De lokaal floristisch minder waardevolle sectoren zijn de delen die momenteel het meest intensief gebruikt worden door de landbouw, maar de meeste hebben echter een groot botanisch potentieel. Die sectoren zijn daarom niet onbelangrijk voor uitbreiding van het reservaat of voor het beheer. Zij doen dienst als buffer- en verbindingszones tussen de meer waardevolle percelen. Deze lokale floristische waarde dient dus met de gekende ‘korrel zout’ bekeken te worden. Zo is er sector 11 die volgens bijgaande tabel in de klasse van geringe waarde valt, maar waarbinnen de Akkerboterbloem voorkomt, een soort die in Vlaanderen zeer sterk met uitsterven bedreigd wordt.
Waardegetal
Lokale floristische waarde
Sectoren (in volgorde)
> 60 45 – 60 30 – 45 15 – 30 < 15
zeer waardevol waardevol vrij waardevol geringe waarde nauwelijks of geen waarde
4 – 16 – 13 – 5 – 1 9–7 8 – 2 – 15 – 12 10 – 11 – 14 3-6
Tabel 3. Lokale floristische waarde voor de sectoren.
De Flora van Honegem
17
Socio-ecologische groepen.
FK
10 9
In hun standaardlijst splitsten STIEPERAERE & FRANSEN (1982) ook de plantensoorten op in groepen van vegetatietypen. De onderverdeling gebeurt er in hoofd- en subgroepen. We gingen na hoeveel soorten van het gebied er per socio-ecologische hoofdgroep voorkomen en wat de procentuele aanwezigheid is per groep (figuren 6 en 7 â&#x20AC;&#x201C; de legende van groepsnummers is te vinden op pagina 22).
Gemiddelde frequentie per groep. De gemiddelde lokale frequentie per socioecologische hoofdgroep laat ons zien dat er opvallende verschillen zijn. De gemiddelde semi-logaritmische frequentieklasse per groep toont ongeveer eenzelfde lijn als de lokale. Om de schalen, enerzijds 10 en anderzijds 16, op elkaar af te stemmen, wordt de gemiddelde lokale frequentie-klasse /1,6 voorgesteld (Figuur 5).
S 100
90
8 7 6 5 4 3 2 1 1
2
4
5
6
7
9 SOG
8
Figuur 5. Relatie tussen de gemiddelde semilogaritmische frequentieklasse (volle lijn) en de gemiddelde lokale frequentieklasse /1,6 (streepjeslijn) (FK) van de soorten per socio-oecologische groep (SOG). %
100 90
90
80
80
70
70 68
60
60 50
49
47
40
40
39
30
30
20
20 15
10 0
17
2
3
4
5
6
7
Figuur 6. Aantal soorten (S) per socioecologische groep (SOG).
37
40
40 34
31
10
0
1
54
50
53
8
9 SOG
0
10
13
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
SOG
Figuur 7. Procentuele aanwezigheid voor Honegem (%) per totale socio-ecologische groep voor Vlaanderen (SOG).
De Flora van Honegem
18
Spectrum. Totale aantallen van de groepen vergelijken met de aantallen per sector is weinig zinvol omdat er van de ene groep sowieso meer soorten voorkomen dan van een andere. Interessanter is het om per sector de samenstelling of het spectrum naar de zogenaamde socio-ecologische groepen te onderzoeken en onderling te vergelijken. Dit kan zowel absoluut als procentueel. Op die manier kunnen we ons aan de hand van de aanwezige flora een idee vormen van de S-E-Groep n-spec 1 90 2 39 4 53 5 49 6 15 7 17 8 47 9 68 Totaal
378
% 24 10 14 13 4 4 12 18 100
1 37 23 25 33 3 4 26 51
2 52 23 23 32 8 2 23 27
3 31 23 15 35 8 4 19 17
4 26 21 20 40 5 14 26 33
5 62 22 23 32 9 0 22 17
plantengemeenschap of er tendensen in herkennen. Uit Tabellen 4, 5 en 6 kunnen we afleiden dat in sommige sectoren bepaalde socioecologische groepen significant meer of minder vertegenwoordigd zijn t.o.v. het gemiddelde voor het gehele gebied. We overlopen de vertegenwoordigde hoofdgroepen en bespreken ook de subgroepen (Tabellen 7 en 8), enkel wanneer een beduidende afwijking te bemerken is. 6 51 22 15 31 6 1 20 16
7 37 23 21 32 6 3 25 25
8 37 22 27 28 2 1 20 18
9 18 24 33 29 1 5 22 24
10 29 20 22 28 5 1 16 9
11 45 10 8 20 6 0 13 12
12 51 19 15 28 5 0 27 22
13 44 23 25 34 4 3 31 39
14 40 21 22 28 2 1 20 16
15 35 25 23 32 6 1 21 29
16 40 21 27 30 4 1 26 40
202 190 152 185 187 162 172 155 156 130 114 167 203 150 172 189
Tabel 4. Aantal soorten per socio-ecologische hoofdgroep voor het gebied en per sector. S-E-Groep n-spec 1 90 2 39 4 53 5 49 6 15 7 17 8 47 9 68
% 24 10 14 13 4 4 12 18
1 41 59 47 67 20 24 55 75
2 58 59 43 65 53 12 49 40
3 34 59 28 71 53 24 40 25
4 29 54 38 82 33 82 55 49
5 69 56 43 65 60 0 47 25
6 57 56 28 63 40 6 43 24
7 41 59 40 65 40 18 53 37
8 41 56 51 57 13 6 43 26
9 20 62 62 59 7 29 47 35
10 32 51 42 57 33 6 34 13
11 50 26 15 41 40 0 28 18
12 57 49 28 57 33 0 57 32
13 49 59 47 69 27 18 66 57
14 44 54 42 57 13 6 43 24
15 39 64 43 65 40 6 45 43
16 44 54 51 61 27 6 55 59
Tabel 5. Procentuele aanwezigheid per sector in verhouding tot het gehele gebied voor elke socioecologische hoofdgroep. S-E-Groep n-spec 1 90 2 39 4 53 5 49 6 15 7 17 8 47 9 68
% 24 10 14 13 4 4 12 18
1 18 11 12 16 1 2 13 25
2 27 12 12 17 4 1 12 14
3 20 15 10 23 5 3 13 11
4 14 11 11 22 3 8 14 18
5 33 12 12 17 5 0 12 9
6 31 14 9 19 4 1 12 10
7 22 13 12 19 3 2 15 15
8 24 14 17 18 1 1 13 12
9 12 15 21 19 1 3 14 15
10 22 15 17 22 4 1 12 7
11 39 9 7 18 5 0 11 11
12 31 11 9 17 3 0 16 13
13 22 11 12 17 2 1 15 19
14 27 14 15 19 1 1 13 11
15 20 15 13 19 3 1 12 17
16 21 11 14 16 2 1 14 21
Tabel 6. Procentuele samenstelling of spectrum per sector en per socio-ecologische hoofdgroep.
De Flora van Honegem
19
S-E-Groep n 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 1a 34 15 19 9 8 27 20 13 12 5 8 20 21 14 13 11 12 1c 6 0 3 2 1 2 3 2 0 1 1 2 2 0 1 1 0 1d 10 8 7 7 5 10 7 6 8 3 6 6 7 7 7 5 7 1e 23 9 14 9 9 15 14 11 12 6 10 13 11 14 12 12 11 1f 4 1 3 1 0 2 1 1 0 0 0 1 2 2 1 0 1 1g 13 4 6 3 3 6 6 4 5 3 4 3 8 7 6 6 9 2a 25 15 17 17 18 15 15 15 15 16 15 8 11 17 15 16 14 2b 11 5 5 5 3 6 5 7 6 8 4 1 7 5 5 8 6 2c 3 3 1 1 0 1 2 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 4a 7 2 2 1 1 3 2 2 3 5 2 1 2 1 2 1 2 4c 13 5 7 4 3 3 2 4 4 10 4 1 2 5 2 6 6 4d 16 5 4 4 7 7 3 8 9 9 8 1 3 6 6 6 9 4e 17 13 10 6 9 10 8 7 11 9 8 5 8 13 12 10 10 5a 35 24 24 29 29 26 26 27 24 18 21 19 21 25 23 23 19 5b 14 9 8 6 11 6 5 5 4 11 7 1 7 9 5 9 11 6a 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 6b 10 1 3 4 2 7 4 3 1 1 3 5 2 2 1 3 3 6e 4 2 4 4 3 2 2 3 1 0 2 1 2 2 1 3 1 7a 7 2 1 1 5 0 0 1 1 3 1 0 0 1 1 1 1 7c 6 0 0 1 5 0 0 1 0 1 0 0 0 1 0 0 0 7f 4 2 1 2 4 0 1 1 0 1 0 0 0 1 0 0 0 8a 7 1 1 0 2 4 0 1 0 0 0 0 0 2 0 0 2 8b 28 19 18 17 16 15 18 19 14 16 11 9 20 22 17 16 18 8c 2 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1 0 8d 10 6 4 2 8 3 2 5 5 6 5 4 6 7 3 4 6 9a 9 8 3 1 4 1 1 3 1 2 1 1 2 4 1 3 7 9c 12 7 4 2 4 0 1 2 3 3 0 1 3 6 3 4 9 9d 6 5 2 3 4 3 2 3 2 2 2 1 2 4 1 3 3 9e 15 10 7 5 10 7 3 6 5 7 1 3 4 9 3 8 6 9f 24 20 10 6 10 6 9 11 7 8 5 6 10 15 8 10 14 9g 2 1 1 0 1 0 0 0 0 2 0 0 1 1 0 1 1 Totaal 378 202 190 152 185 187 162 172 155 156 130 114 167 203 150 172 189
% 9,0 1,6 2,6 6,1 1,1 3,4 6,6 2,9 0,8 1,9 3,4 4,2 4,5 9,3 3,7 0,3 2,6 1,1 1,9 1,6 1,1 1,9 7,4 0,5 2,6 2,4 3,2 1,6 4,0 6,3 0,5
Tabel 7. Aantal soorten per socio-ecologische subgroep voor het gebied en per sector, en het procentuele aandeel.
De Flora van Honegem
20
S-E-Groep % 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 1a 10,0 7,4 10,0 5,9 4,3 14,4 12,3 7,6 7,7 3,2 6,2 17,5 12,6 6,9 8,7 6,4 6,3 1c 1,6 0,0 1,6 1,3 0,5 1,1 1,9 1,2 0,0 0,6 0,8 1,8 1,2 0,0 0,7 0,6 0,0 1d 3,7 4,0 3,7 4,6 2,7 5,3 4,3 3,5 5,2 1,9 4,6 5,3 4,2 3,4 4,7 2,9 3,7 1e 7,4 4,5 7,4 5,9 4,9 8,0 8,6 6,4 7,7 3,8 7,7 11,4 6,6 6,9 8,0 7,0 5,8 1f 1,6 0,5 1,6 0,7 0,0 1,1 0,6 0,6 0,0 0,0 0,0 0,9 1,2 1,0 0,7 0,0 0,5 1g 3,2 2,0 3,2 2,0 1,6 3,2 3,7 2,3 3,2 1,9 3,1 2,6 4,8 3,4 4,0 3,5 4,8 2a 8,9 7,4 8,9 11,2 9,7 8,0 9,3 8,7 9,7 10,3 11,5 7,0 6,6 8,4 10,0 9,3 7,4 2b 2,6 2,5 2,6 3,3 1,6 3,2 3,1 4,1 3,9 5,1 3,1 0,9 4,2 2,5 3,3 4,7 3,2 2c 0,5 1,5 0,5 0,7 0,0 0,5 1,2 0,6 0,6 0,0 0,8 0,9 0,6 0,5 0,7 0,6 0,5 4a 1,1 1,0 1,1 0,7 0,5 1,6 1,2 1,2 1,9 3,2 1,5 0,9 1,2 0,5 1,3 0,6 1,1 4c 3,7 2,5 3,7 2,6 1,6 1,6 1,2 2,3 2,6 6,4 3,1 0,9 1,2 2,5 1,3 3,5 3,2 4d 2,1 2,5 2,1 2,6 3,8 3,7 1,9 4,7 5,8 5,8 6,2 0,9 1,8 3,0 4,0 3,5 4,8 4e 5,3 6,4 5,3 3,9 4,9 5,3 4,9 4,1 7,1 5,8 6,2 4,4 4,8 6,4 8,0 5,8 5,3 5a 12,6 11,9 12,6 19,1 15,7 13,9 16,0 15,7 15,5 11,5 16,2 16,7 12,6 12,3 15,3 13,4 10,1 5b 4,2 4,5 4,2 3,9 5,9 3,2 3,1 2,9 2,6 7,1 5,4 0,9 4,2 4,4 3,3 5,2 5,8 6a 0,5 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 6b 1,6 0,5 1,6 2,6 1,1 3,7 2,5 1,7 0,6 0,6 2,3 4,4 1,2 1,0 0,7 1,7 1,6 6e 2,1 1,0 2,1 2,6 1,6 1,1 1,2 1,7 0,6 0,0 1,5 0,9 1,2 1,0 0,7 1,7 0,5 7a 0,5 1,0 0,5 0,7 2,7 0,0 0,0 0,6 0,6 1,9 0,8 0,0 0,0 0,5 0,7 0,6 0,5 7c 0,0 0,0 0,0 0,7 2,7 0,0 0,0 0,6 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 7f 0,5 1,0 0,5 1,3 2,2 0,0 0,6 0,6 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 8a 0,5 0,5 0,5 0,0 1,1 2,1 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,0 0,0 0,0 1,1 8b 9,5 9,4 9,5 11,2 8,6 8,0 11,1 11,0 9,0 10,3 8,5 7,9 12,0 10,8 11,3 9,3 9,5 8c 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,6 0,0 0,0 0,6 0,0 8d 2,1 3,0 2,1 1,3 4,3 1,6 1,2 2,9 3,2 3,8 3,8 3,5 3,6 3,4 2,0 2,3 3,2 9a 1,6 4,0 1,6 0,7 2,2 0,5 0,6 1,7 0,6 1,3 0,8 0,9 1,2 2,0 0,7 1,7 3,7 9c 2,1 3,5 2,1 1,3 2,2 0,0 0,6 1,2 1,9 1,9 0,0 0,9 1,8 3,0 2,0 2,3 4,8 9d 1,1 2,5 1,1 2,0 2,2 1,6 1,2 1,7 1,3 1,3 1,5 0,9 1,2 2,0 0,7 1,7 1,6 9e 3,7 5,0 3,7 3,3 5,4 3,7 1,9 3,5 3,2 4,5 0,8 2,6 2,4 4,4 2,0 4,7 3,2 9f 5,3 9,9 5,3 3,9 5,4 3,2 5,6 6,4 4,5 5,1 3,8 5,3 6,0 7,4 5,3 5,8 7,4 9g 0,5 0,5 0,5 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 1,3 0,0 0,0 0,6 0,5 0,0 0,6 0,5
Tabel 8. Procentuele samenstelling of spectrum per socio-ecologische subgroep voor het gebied en per sector.
De Flora van Honegem
21
Trends per socio-ecologische groep. Groep 1: Pioniers van sterk antropogeen gestoorde plaatsen: akkers, wegranden en droge ruigten: belangrijk aandeel in de flora van sectoren 5, 6, 11 en 12 en opvallend minder in sectoren 4 en 9 !" 1a: akkers op voedselrijke kalkhoudende maar niet kalkrijke grond: zeer hoog aandeel van 17,5% voor sector 11 !" 1d: regelmatig betreden plaatsen op voedselrijke grond (tredplanten): opvallend hoog (>5%) voor sectoren 5 en 11 !" 1e: ruigten op betreden, voedselrijke, niet humeuze, kalkhoudende maar niet kalkrijke, droge grond: opvallend hoog (11,4%) in sector 11 !" 1g: ruigten op weinig betreden, voedselrijke, humeuze, matige droge grond: beduidend belangrijker voor sectoren 12 en 16 met 4,8% Groep 2: Pioniers van meer natuurlijke gestoorde plaatsen, op open, vochtige tot natte, humusarme grond: algemene soorten want het percentage per sector is bijna altijd hoger dan het algemeen gemiddelde en een hoge gemiddelde lokale frequentie van 8,8 !" 2a: relatief voedselrijke plaatsen met wisselende waterstand of anderszins sterk fluctuerende milieu-omstandigheden: opvallende hoog aandeel met meer dan 11% voor sectoren 3 en 10 !" 2b: open, voedsel- (speciaal stikstof-) rijke, natte grond: significant hoger voor sector 9 met 5,1% Groep 3: Planten van sterk tot matig zoute milieus: zeeduinen, zoute wateren, schorren en contactsituaties tussen zout en zoet milieu: geen soorten aanwezig
van voedselrijk milieu: opvallend hoog percentage van 8% voor sector 14 Groep 5: Planten van (licht) bemeste graslanden op matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige tot natte grond: hoogste gemiddelde lokale frequentieklasse (10) en dus in alle sectoren goed vertegenwoordigd. 82% van de gevonden soorten van deze hoofdgroep komen voor in sector 4. !" 5a: matig bemeste graslanden op (matig) vochtige grond: opvallend hoog aandeel van 19% voor sector 3 !" 5b: matig bemeste graslanden op natte grond: 7% voor sector 9 is merkelijk hoger dan gemiddelde Groep 6: Planten van (zeer) droge graslanden, muren en rotsen: geen grote verschillen voor deze weinig talrijke groep Groep 7: Planten van heiden, venen, schraallanden en kalkmoerassen: laagste gemiddelde lokale frequentieklasse (2,4). Van deze hoofdgroep komt 82% van de gevonden soorten voor in sector 4 met een opvallend hoog aandeel van 8%. Groep 8: Planten van kaalslagen, zomen en struwelen: !" 8d: struwelen op matig vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke grond: wederom het hoogste aandeelpercentage voor sector 4 met 4,3% Groep 9: Bosplanten: beduidend hoger aandeel in sector 1 met 25%, gevolgd door sector 16 met 21%. Van alle gevonden bossoorten in het gebied groeien er 75% in sector 1. !" 9e: bossen op matig voedselarme, droge, zure grond: het belangrijkst voor sector 4 met 5,4%
Groep 4: Planten van zoete tot zwak brakke waters en oevers: beduidend hoger aandeel voor sector 9 met 21% en tevens voor de aangrenzende sectoren 8 en 10 met 17% !" 4e: aanspoelingsgordels, natte ruigten en rivierbegeleidende wilgenstruwelen
De Flora van Honegem
22
Floristische milieuindicatoren.
6,3
Om een uitspraak over de vegetatie of het milieu van een terrein te kunnen doen, bekijken we de milieu-indicatiewaarden van de aanwezige planten per sector. ELLENBERG (1991) geeft voor alle soorten een rangorde-indicatiewaarde (of waardegetal) voor onder andere vochtbehoefte, zuurtegraad en stikstofgehalte van de bodem. We bekeken de gemiddelde waarden voor de soorten per sector en tevens de gemiddelden voor de sectoriële zeldzaamheden van een sector. Vooral deze laatste cijfers geven merkwaardige en betekenisvolle indicaties, alhoewel de verschillen steeds klein zijn.
Lichtbehoefte.
7,0
6,5
5,2 6,5
6,8 6,6
7,4
6,9
6,7
6,5
5,8
6,7
6,8
6,0
Kaart I-13. Lichtbehoefte: gemiddeld waardegetal van de sectoriële zeldzaamheden per sector.
6,1
5,3
6,8
6,5
De taxa van sector 1, 13 en 16 hebben een beduidend lagere factor, wat betekent dat ze minder licht nodig hebben. Het betreft hier uiteraard bosgebieden of een sector met restanten van oude houtkanten (Kaart I-13).
6,3
7,2 6,7 8,7
5,6
Zuurtegraad. Hoe lager het rangorde-getal, hoe zuurder de bodem. Vooral sector 4 met een gemiddelde factor van 4,5 duidt op een opvallend zure bodem. Sector 12 is blijkbaar het meest basisch (Kaart I-15). Kaart I-16 toont de verhouding tussen de aanwezige zuurte- of kalkminnende indicatiesoorten. De noordelijke helft van het gebied is beduidend zuurder. Het reliëf en de bodemkundige invloeden staan hier ongetwijfeld mee aan de oorzaak.
7,2 5,2
6,5
6,2
5,3
7,3
7,1
Vochtbehoefte. De soorten van sector 9, een moeras, geven beduidend het hoogste getal, en hebben dus een grotere vochtbehoefte. De soorten van de sectoren met onder meer akkers, zoals 5 en 11, en ook 6 en 12 hebben duidelijk een lagere vochtbehoefte (Kaart I-14).
6,8
Kaart I-14. Vochtbehoefte: gemiddeld waardegetal van de sectoriële zeldzaamheden per sector.
6,6
6,1
4,5
5,4 6,1
6,7 6,1 5,9
5,9 6,9
6,4 6,2
6,6
6,0
6,4
6,6
Kaart I-15. Zuurtegraad: gemiddeld waardegetal van de sectoriële zeldzaamheden per sector.
De Flora van Honegem
23
Stikstofgehalte. De soorten van sectoren 12 en 16 tonen de hoogste gemiddelde waarde, wat duidt op stikstofrijke bodem (Kaart I-17). Opvallend laag is de waarde van sector 4, waar de taxa dus weinig stikstof nodig hebben. De zuurtegraad en het stikstofgehalte vertonen nagenoeg hetzelfde beeld. Dit kan historische verklaringen hebben (afgravingen en dergelijke) en anderzijds natuurlijk ook organische; in een zure bodem is er minder leven en is dus minder vruchtbaar. Ook voor stikstofbehoefte zien we dat de zuidelijke helft van het gebied voedselrijker is. Dit heeft ook voor een gedeelte te maken met de regelmatig overlopende Molenbeek. Een zeer opvallend verschil vertonen de waarden van de twee boscomplexen. Solegembos is duidelijk armer dan het Sint-Apolloniabos. Enkel voor stikstofbehoefte zien we een logisch verband met de lokale frequentieklassen. Er is een grotere behoefte bij de lokaal algemenere soorten, of anderzijds kunnen de meest zeldzame soorten minder stikstof (= bemesting) verdragen (Figuur 8).
Kaart I-16. Verhouding tussen de indicatiesoorten voor zuurteminnend (richtgetal <5 = lichtgrijs) en kalkminnend (richtgetal >7 = zwart) per sector.
5,6
5,0
6,0 5,7 5,4
5,8 N
6,5
7,00
5,8
3,3
4,9
5,9 5,9
5,8
6,0
5,8
6,75
6,5
6,50
Kaart I-17. Stikstofgehalte: gemiddeld waardegetal van de sectoriĂŤle zeldzaamheden per sector.
6,25 6,00 5,75 5,50 5,25 5,00 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 LFK
Figuur 8. Relatie tussen de gemiddelde stikstofbehoefte (N) van de soorten per lokale frequentieklasse (LFK). De Flora van Honegem
24
Oude gegevens. Roucel, 18de eeuw. De oudste gegevens uit het gebied dateren uit 1792 van ROUCEL. Hij vermelde in zijn Traité des plantes les moins fréquentes… de ‘Geel velt ajuin’ (=de Bosgeelster, Gagea lutea) in het Sasbosken, en de ‘Wilde Erven’ (= de Graslathyrus, Lathyrus nissolia) rond de Keiberg, nabij Solegem. De eerste soort komt er nog steeds voor en is voor Vlaanderen een sterk met uitsterven bedreigde soort.
Atlas. We vergeleken onze gegevens enerzijds met deze van de Atlas (gegevens tot 1979) van VAN ROMPAEY en DELVOSALLE (1979), en anderzijds met de lijst van het Bestuur voor Monumenten en Landschappen (=BM&L) door GUILLEMIJN & VAN DEN BREMT (1981), samengevoegd met gegevens uit dezelfde periode van zowel de Nationale Plantenwerkgroep, als van de Plantenwerkgroep van Denderland (KAMPEN 1980 en 1982). De vergelijking met de Atlas gaat niet helemaal op gezien de verspreiding er wordt aangegeven voor hokken van 16 km², terwijl dit gebied slechts 1 km² beslaat. In het hok D3-47 bevindt zich 95% van het onderzoeksgebied en enkel sector 16 bevindt zich in het hok D3-57. Daarom gingen we na welke soorten vermeld staan voor het hok D3-47. Als we enkel de soorten zonder de hybriden en verwilderde soorten in beschouwing nemen, konden we 10 soorten niet vinden in ons gebied. Allicht zijn ze er ook nooit gevonden, maar elders in de resterende 15 km² van het hok. Anderzijds vonden we boven op de 187 vermelde soorten, er nog 193 bij of dus het dubbele, en dit op slechts 1 enkele km².
In totaal treffen we 250 soorten aan op de lijst van BM&L, of 130 minder dan voor dit onderzoek. Van deze lijst en de gegevens van de Plantenwerkgroep samen, konden we 12 taxa niet terugvinden. Dit zijn dus soorten die wel effectief binnen de grenzen van het onderzoeksterrein, begin jaren ’80, werden waargenomen. Er werd nochtans speciaal aandachtig gezocht naar deze species. In Tabel 9 staan deze soorten opgesomd. Twee van deze soorten staan ook vermeld in de atlas voor het betreffende hok. De gemiddelde semi-logaritmische frequentieklasse van de niet teruggevonden soorten bedraagt 5,75. Deze lagere gemiddelde waarde toont aan dat het eerder relatief zeldzame plantensoorten zijn, die uit het gebied verdwenen zijn.
Achillea ptarmica Arenaria serpyllifolia subsp. serpyllifolia Bidens cernua Bromus racemosus Chenopodium ambrosioides Crepis biennis Nasturtium officinale Potentilla anglica Potentilla intermedia Prunus serotina Spirodela polyrhiza Veronica filiformis
Wilde bertram Zandmuur Knikkend tandzaad Trosdravik Welriekende ganzevoet Groot streepzaad Witte waterkers Kruipganzerik Middelste ganzerik Amerikaanse vogelkers Veelwortelig kroos Draadereprijs
Tabel 9. Verdwenen of niet teruggevonden soorten, waargenomen binnen het gebied begin jaren ‘80.
Monumenten en Landschappen. De inventarisatie, periode 1979 - 1981, van BM&L, ter motivatie voor de klassering, spitste zich toe op het identieke gebied met de nadruk op het centrale gedeelte.
De Flora van Honegem
25
Vergelijking tussen nieuwe gegevens.
oude
en
Als we de databank ondervragen naar de oude gegevens zien we enkele opvallende trends. De eerder waargenomen soorten per lokale frequentieklasse (Figuur 9) toont duidelijk, en dit is nogal logisch, dat hoe zeldzamer een soort plaatselijk is, hoe minder ze gekend is. Eerder beschreven VAN DEN BREMT et al (1980) dat enkel met een gedetailleerde en intensieve inventarisatiegraad de lokaal echt zeldzame soorten kunnen ontdekt worden.
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20
Aangezien we eerder het verband aantoonden tussen de lokale frequentieklasse en de semi-logaritmische frequentieklasse voor Vlaanderen, zien we voor de laatste ook eenzelfde tendens als beschreven hierboven. Zeer waarschijnlijk geldt dus voor het gehele atlasgebied dat de verspreiding van zeldzame soorten ondergewaardeerd is. Het aandeel van de eerder waargenomen soorten per socio-ecologische hoofdgroep verschilt groot van de ene groep tot de andere (Figuur 10). Vooral de pioniers en graslandsoorten hebben de hoogste percentages.
10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 LFK
Figuur 9. Procentueel aantal eerder waargenomen soorten per lokale frequentieklasse; cirkeltjes en stippellijn: atlasgegevens; bolletjes en volle lijn: BM&L-gegevens. %
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
1
2
4
5
6
7
8
9
SOG
Figuur 10. Procentueel aantal eerder waargenomen soorten per socio-ecologische hoofdgroep; witte balkjes: atlasgegevens; grijze balkjes: BM&Lgegevens. De Flora van Honegem
26
Conclusies en bespreking per sector. Sector 1: Solegembos. !" meer verwilderde – niet inheemse soorten !" rijk aan soorten !" veel lokale zeldzaamheden !" meer zeldzaamheden voor Vlaanderen !" lokaal zeer waardevolle sector !" zeer veel bosplanten en soorten van oud bos !" soorten met weinig lichtbehoefte Oud kaartmateriaal toont aan dat hier sedert eeuwen bos aanwezig is. Het huidige bos bestaat voornamelijk uit populierenaanplant die best kan omgevormd worden naar meer natuurlijk bos vanuit de struiklaag. Er bevinden zich tevens enkele vertuinde percelen en ingesloten graslandjes die na verwerving geleidelijk naar een verbossing kunnen ontwikkelen.
Sector 2: Solegemmeers. !" geen noemenswaardige conclusies Is een overgangszone aansluitend op bebouwing. Bij voorkeur kunnen de lager gelegen stukken, grenzend aan het Solegembos, evolueren naar een mantelzoomsituatie. De drogere meersen bevatten enkele landschappelijk waardevolle bomenrijen en kleine verboste perceeltjes. Kan landschappelijk nog verfraaid worden.
Sector 3: d’Heye. !" veel pioniers van plaatsen met wisselende waterstand of milieuomstandigheden !" veel soorten van matig bemeste graslanden op vochtige grond Overgangsgebied tussen Solegembos en Reebroek met mooie floristische capaciteiten. Fraaie graslanden met overgangsgradiënt naar bosranden. Bevat enkele unieke mantel-zoomrelicten die dienen bewaard te worden.
Sector 4: Reebroek. !" zeer veel lokale zeldzaamheden !" meer zeldzaamheden voor Vlaanderen !" meest voor Vlaanderen bedreigde soorten !" lokaal zeer waardevolle sector !" weinig pioniers !" bijna alle (voor het gebied) graslandsoorten !" veel en bijna alle (voor het gebied) schrale graslandsoorten !" veel soorten van struwelen op voedselarme grond !" veel soorten van bossen op voedselarme tot zure grond !" veel lichtbehoeftige soorten !" zeer lage zuurtegraad !" zeer lage stikstofbehoefte Ontegensprekelijk op botanisch vlak het meest interessant, met ook een waarde op Vlaams niveau. Momenteel een zeer bedreigde relictsituatie. Omvat zowel bos (restant van vroeger groter gedeelte), een schitterend schraal grasland en mooie knotwilgenrijen. De op een gedeelte aangeplante populieren bedreigen het absoluut te bewaren schrale graslandrelict.
Sector 5: Vishouwen. !" veel lokale zeldzaamheden !" lokaal zeer waardevolle sector !" veel pioniers !" veel tredplanten Variatie van akkers met sierboomteelt en grasland. De lagere stukken dienen terug omgezet te worden naar grasland. De akkers bevatten interessante akkeronkruiden zodat akkerrandbeheer wenselijk is.
Sector 6: de Twintig Jaar. !" vrij veel verwilderde – niet inheemse soorten !" geen lokale zeldzaamheden !" geen zeldzaamheden voor Vlaanderen !" veel pioniers Een mogelijke kern voor een grote eenheid voor extensieve begrazing. Het zijn momenteel drogere, zwaar bemeste meersen met plaatselijke vertuining.
De Flora van Honegem
27
Sector 7: den Dooren. !" lokaal waardevolle sector Interessante sector met natte meersen (deels aangeplant met populier), met vertuinde elementen en hakhout. Veel potentie vanuit het hakhoutbosje met Sleedoorn, Meidoorn en Wegedoorn. Recent uitgegraven vijver met relatief voedselarm water.
Sector 8: Koningsveld. !" veel waterplanten !" veel vochtbehoefte van de planten Grasland met mooie houtkanten, die bewaard dienen te blijven en zo mogelijk uitgebreid. Afwatering van de turfputten geeft ook enkele interessante waterplanten in de grachten.
Sector 9: Turfputten. !" lokaal waardevol !" weinig pioniers van antropogene verstoringen !" veel pioniers van voedselrijke natte grond !" zeer veel waterplanten !" veel soorten van matig bemeste graslanden op natte grond !" flora met zeer hoge vochtbehoefte Bevat open water en overgangssituaties met verlandingszones. Er is tevens een klein interessant hooiland dat aansluit bij sector 13. De omringende populieren, aangeplant op vroeger grasland, vormen een bedreiging voor de hooilandflora. Ze worden dus best verwijderd. Op de perceelsgrenzen aan de rand kan er wel worden geopteerd voor houtkanten en struikenmassaâ&#x20AC;&#x2122;s.
Sector 10: â&#x20AC;&#x2DC;t Rot. !" veel pioniers van plaatsen met wisselende waterstand of milieuomstandigheden !" veel waterplanten !" zeer veel lichtbehoefte !" flora met hoge vochtbehoefte Vochtig grasland met zwakke talud die recentelijk werd beplant met een houtkant. De lager gelegen gedeelten kunnen perfect
aansluiten bij de turfputten en alzo een mooie overgang vormen.
Sector 11: Kerrebroek. !" arm aan soorten !" veel pioniers !" veel pioniers van akkers op voedselrijke kalkhoudende grond !" veel tredplanten !" veel pioniers van betreden, voedselrijke, kalkhoudende droge grond Drogere weiden en akkers die zich op de rand van een kleine kouter bevinden. Akker en akkerrandbeheer is hier aangewezen.
Sector 12: FC Honegem. !" veel pioniers !" veel soorten van ruigten op voedselrijke humeuze, matig droge grond !" hoge stikstofbehoefte Droger grasland met enkele oude, fraaie houtkanten. Omvat ook een populierenaanplanting met een schralere onderbegroeiing. Populieren worden best verwijderd.
Sector 13: Honegem. !" rijk aan soorten !" zeer veel zeldzaamheden voor Vlaanderen !" veel voor Vlaanderen bedreigde soorten !" lokaal zeer waardevolle sector De historische kern van het meersengebied met uitlopers naar de turfputten. Ideale sector voor het herstel van de gemene weiden in het communaal model. Bevat enkele mooie bomenrijen en restanten van oude houtkanten. Omvat ook populierenbosjes die beter deels kunnen ontbost worden en in grasland worden omgezet of na kapping zich kunnen ontwikkelen naar een natuurlijker bos.
De Flora van Honegem
28
Sector 14: Onegemmeersen. !" veel soorten van aanspoelingsgordels, natte ruigten langs rivieren in een voedselrijk milieu Meersengebied langsheen de Molenbeek die er regelmatig in overstroomt. Ook een recent gekapt populierenbos. Momenteel relatief zwaar bemest.
Sector 15: Dijkmeersen. !" hoge vochtbehoefte Vroeger nat en kleinschalig meersengebied met nu veel populierenaanplantingen en enkele weekendhuisjes. Kleine percelen met relicten van de graslandflora. Populieren zijn te vellen.
Sector 16: Sint-Apolloniabos. !" meer verwilderde â&#x20AC;&#x201C; niet inheemse soorten !" veel lokale zeldzaamheden !" meest zeldzaamheden voor Vlaanderen !" lokaal zeer waardevolle sector !" veel soorten van ruigten op voedselrijke humeuze, matig droge grond !" veel bosplanten !" hoge vochtbehoefte !" hoge stikstofbehoefte Vochtig bos met een klein hakhoutperceel en vertuinde percelen. Voornamelijk overrijpe populieren.
De Flora van Honegem
29
Merkwaardige en enkele verdwenen soorten. Acer campestre – Spaanse Aak Slechts enkele exemplaren in een oude houtkant. Is er vermoedelijk ooit aangeplant (mogelijk voor het vroegere klassieke gebruik voor kippenstokken), maar verjongt zich spontaan door uitzaaiing. Recentelijk aangeplant in Solegembos. Is voor Oost-Vlaanderen eerder zeldzaam. Het zwaartepunt van het verspreidingsgebied is in het zuiden van de provincie (Vlaamse Ardennen) en in de overgangszone naar de Brabantse leemstreek. Achillea ptarmica – Wilde bertram Verdwenen uit het gebied van de vroegere gekende groeiplaats, maar is recent nog waargenomen op de rand van het Solegembos. Is dus niet echt (ver) weg. Alchemilla glabra – Kale vrouwenmantel In geheel Vlaanderen sterk achteruitgaand en zeer zeldzaam geworden. Veel vindplaatsen vermeld in de Atlas zijn achterhaald en verdwenen. Dit is één van de aandachtssoorten van Honegem voor wat betreft het beheer. De planten zijn allicht tevoorschijn gekomen uit een oude zaadbank na het omwoelen van grond door het uittrekken van boomwortels.
Arenaria serpyllifolia – Zandmuur Kwam vroeger veelvuldig voor langs de spoorwegberm in het zuiden van het gebied. Is nu verdwenen, allicht door het spuiten met herbiciden door de NMBS. Armoracia rusticana – Mierikswortel Geneeskruid en keukenkruid. Reeds lang ingeburgerd in Vlaanderen. Briza media – Bevertjes of Groot trilgras Verscheidene mondelinge getuigenissen van plaatselijke landbouwers tonen aan dat deze soort algemeen was in de vroegere gemene weiden van Honegem tot in de jaren ‘50. Door bemesting en intensivering van het grasland is de soort in de wijde omgeving nu verdwenen en zeer zeldzaam geworden in heel Vlaanderen. Briza minor – Klein trilgras De atlas vermeldt het voorkomen van deze uitgestorven soort voor de streek voor 1930. Het betreft waarnemingen uit 1854 op zandige velden van ene DE MOOR, een Aalsters geneesheer en gekend grassenspecialist (DE WILDEMAN & DURAND 1898). Carex demissa – Geelgroene zegge Een zeggesoort die maar mondjesmaat voorkomt in Vlaanderen. Te Honegem beperkt tot enkele exemplaren in schraal grasland.
Allium ursinum – Daslook Is mogelijk aangeplant geweest, of het betreft een relictpopulatie (aanwezigheid van oude bossen en houtkanten in de omgeving). Deze oude bossoort bereikt hier zowat de noordgrens van zijn verspreidingsgebied.
Carex nigra – Zwarte zegge Een soort die blijkbaar tot de jaren ’50 en ’60 in Vlaanderen plaatselijk vrij algemeen was, maar sedertdien sterk is achteruitgegaan. Groeit op schraal tot iets rijker grasland. Is nu vooral een Kempische soort die zeer zeldzaam is voor de streek.
Alopecurus aequalis – Rosse vossestaart Verschijnt onregelmatig bij het droogvallen van ondiepe waterpartijen. Groeit hier op de bodem van een bijna ieder jaar droogvallende vijver. Vermoedelijk zeldzame soort voor Vlaanderen, die echter gemakkelijk over het hoofd wordt gezien door de verwarring met de Geknikte vossestaart.
Carex pallescens – Bleke zegge Kent nu in Vlaanderen een iets wijdere verspreiding dan de vorige soort. Komt dan voor op vochtige en schrale graslanden, op vroegere bosgrond evenals op kapvlakten.
De Flora van Honegem
30
Carex panicea – Blauwe zegge Behoort tot de groep van de schrale graslandzegges, die van de meest bedreigde plantensoorten zijn in Vlaanderen. In het gebied bevindt zich slechts één vindplaats, waar ze met uitsterven wordt bedreigd. Carex spicata – Gewone bermzegge Deze soort is zowel in Vlaanderen als in de Dendervallei minder zeldzaam dan de vorige soorten. Kent een duidelijke andere verspreiding, zoals in Honegem waar ze massaal groeit in een populierenbos. Is vooral een soort van open bossituaties en wegranden op taluds. Chenopodium ambrosioides – Welriekende ganzevoet Een verdwenen soort die vroeger groeide op in karrensporen gestort puin. Crataegus laevigata subsp. laevigata – Tweestijlige meidoorn De hele meidoorngroep dient voor Vlaanderen nog nader onderzocht te worden, aangezien er ook hybriden met de eenstijlige en de koraalmeidoorn voorkomen. De tweestijlige meidoorn is een interessante soort die gebonden is aan oud bos en moeilijk koloniseert. Groeit in het gebied in een oude houtkant. Eén van de aandachtssoorten voor Honegem. Crepis biennis – Groot streepzaad Verdwenen uit het gebied sinds een tiental jaren, wegens de intensivering van het graslandgebruik. Ook in Vlaanderen sterk achteruitgaand. Crepis paludosa – Moerasstreepzaad Soort van vochtige bossen met een geconcentreerde verspreiding in de Brabantse leemstreek en Haspengouw. Dactylorhiza maculata – Gevlekte orchis Het betreft planten van de ‘maculata sensu stricto’, voorkomend in schraal grasland. Relict met slechts nog enkele individuen in een met populieren beplant grasland.
Dactylorhiza majalis – Brede of Meiorchis Sterk achteruitgaand door bemesting. Werd ook in het gebied uitgestoken door buurtbewoners. Epilobium palustre – Moerasbasterdwederik Soort van minder bemest grasland, die nu buiten de Kempen zeer zeldzaam is in Vlaanderen. Gagea lutea – Bosgeelster Zeer zeldzame lelie-achtige voor Vlaanderen. Komt in het gebied voor langs beekoevers en verlande grachten. Is ook te vinden verder stroomafwaarts van de Molenbeek en de Dorebeek, waar ze groeit met nog meer exemplaren in houtkanten en op de oevers. Werd recentelijk ook ontdekt langsheen andere beken in de buurt van Impe en Massemen. Mespilus germanica – Mispel Het betreft hier onder meer aangeplante exemplaren, maar de soort zou ook nog in wilde toestand kunnen voorkomen, want ze is gekend van oude bossen. Ophioglossum vulgatum – Addertong Zeer zeldzame varensoort in Vlaanderen, die mogelijk iets algemener is dan gedacht. Kansrijke plekken zijn populierenaanplantingen op vroeger schraal grasland. Voor het gebied is de Addertong een relict- en aandachtssoort. Beperkt tot enkele planten. Paris quadrifolia – Eenbes Slechts één mooie populatie in het Solegembos. Indicatiesoort met affiniteit voor oud bos. Potentilla anglica – Kruipganzerik Soort van mantel-zoomsituaties, die recentelijk uit het gebied (Reebroek op talud) verdwenen is.
De Flora van Honegem
31
Pulmonaria officinalis – Gevlekt longkruid Vroeger vooral gekend als geneeskruid. Ook in de Denderstreek hiervoor gebruikt. Nu vooral als voorjaarssoort gekend uit de Vlaamse Ardennen. Hier iets buiten of op de noordelijke grens van het klassieke verspreidingsgebied. Waarschijnlijk ontsnapt uit tuinen. Ranunculus arvensis – Akkerboterbloem Tot in de jaren ’50 in Vlaanderen nog veel waargenomen. Door landbouwpraktijken bijna helemaal van de kaart geveegd en nu zeer sterk met uitsterven bedreigd in geheel Vlaanderen. Deze Rode lijstsoort kan enkel overleven via natuurvriendelijk beheer op onkruidakkers. Rhamnus catharticus – Wegedoorn Zeer zeldzame struik in Vlaanderen. In een houtkant stond één groot exemplaar, dat bijna vernield werd door de collectorwerken door Aquafin. De struik werd verplaatst op een perceel van het reservaat in beheer door de Wielewaal. Deze leuke houtige soort werd teruggesnoeid en is nu weer volop uitgegroeid. Een tweede, kleiner exemplaar werd ontdekt in een knotwilg. Rhinanthus minor – Kleine ratelaar Overal in Vlaanderen sterk achteruitgaand door intensiever gebruik (ontwatering) en bemesting van graslanden. Kwam vroeger massaal voor in de buurt van SintApollonia en d’Heye, maar is er nu verdwenen. Deze halfparasiet is voor het gebied een aandachtssoort, die nog slechts op één perceel te vinden is. Dankzij 6 jaar maaibeheer is de soort aldaar toegenomen. Salix aurita – Geoorde wilg Deze zuurteminnende soort gaat sterk achteruit in en om Vlaanderen. Waarschijnlijk zijn vermesting en verdroging de grote boosdoeners. Kruist gemakkelijk met de Grauwe wilg en komt nog zelden in zuivere vorm voor. Van deze aandachtssoort staat er een prachtexemplaar in het Solegembos.
Scirpus setaceus – Borstelbies Interessante pionierssoort waarvan zaden lange tijd kunnen gedijen in een natuurlijke zaadbank. Komt hier voor in sleepsporen op een gekapt stuk. Scrophularia – Rivierhelmkruid Deze potentieel bedreigde soort voor Vlaanderen is echter vrij algemeen voor de Dendervallei in vochtige bossen en langs beken en sloten. Sieglingia decumbens – Tandjesgras Deze indicatorsoort voor schraal grasland tot heide werd nog waargenomen op Reebroek begin jaren ‘90, maar lijkt er nu uitgestorven te zijn. Zelfs binnen deze sector is vermesting de vermoedelijke oorzaak. Stellaria neglecta subsp. major – Heggevogelmuur Gekend in de Denderstreek van open en jonge bossen. Elders in Vlaanderen weinig algemeen. Succisa pratensis – Blauwe knoop Soort, van schraal grasland en mantelzoomsituaties, die overal in Vlaanderen sterk achteruit gaat. Een aandachtssoort voor het gebied, waar ze al niet frequent voorkomt in Reebroek en omgeving. Trisetum flavescens – Goudhaver Interessante mesofiele hooilandsoort die groeit langs een paadje en op een talud. Veronica scutellata – Schildereprijs Deze ereprijs is buiten de Kempen weinig algemeen. In sterk wisselend aantal komt deze pendelaar voor in de droogvallende turfputten op venig substraat.
De Flora van Honegem
32
Algemeen besluit en beheersadvies. Algemeen besluit. Het Honegemgebied is naar Vlaamse normen een nog relatief goed bewaard gebleven kleinschalig cultuurlandschap. Vermoedelijk is de gaafheid van dit landschap te danken aan zijn randstedelijke ligging die het gebied voor de moderne landbouw minder aantrekkelijk maakt. Door zijn lage ligging en de hiermee verbonden overstromingskans, bleef het ook gespaard van al te grootschalige woningbouw. Gelegen op de grens van twee floradistricten, het Brabants en het Vlaams district, naar de rand toe van de Dendervallei, valt het van nature binnen een zeer kansrijke zone voor natuurontwikkeling. Het is dan ook niet zo ongewoon dat de flora van het gebied bijzonder rijk is en tal van zeldzame soorten bevat. Heel wat van de botanische hoogstandjes zijn echter teruggedrongen op slechts enkele percelen. Een veiligstelling kan alleen gebeuren door verdere verwerving van het gebied en een aangepast natuurbeheer. Indien we hier niet in slagen zal Vlaanderen weer enkele van zijn mooiste schraallandrelicten buiten de Kempen zien verloren gaan.
Erfgoed. Niet in de geringste mate is het algemeen externe uitzicht van het landschap een belangrijk aspect in het beheer. Het gaat hier tenslotte over een eeuwenoud erfgoed waar ook de mens zijn plaats verdient. Zo zijn de buurtbewoners mede-erfgenaam van dit patrimonium en dienen zij betrokken te worden bij het beheer ervan. Dit erfgoedbeheer moet stoelen op een gecombineerd behoud en ontwikkeling van cultuur en natuur samen
Educatieve rol. Het gebied kan een belangrijke educatieve rol vervullen in het randstedelijke landschap met hoge natuurwaarden. Voor Aalst, Erpe-Mere en Lede en mogelijk
daarbuiten is Honegem een belangrijk te bewaren historisch, biologisch en esthetisch erfgoed. Elementen van buiten de perimeter zoals bijvoorbeeld de Cottemmolen, het Gillekeshof of de historische site Ter Vaerent, kunnen in combinatie met het gebied haar waarden versterken (zie overzichtskaart achteraan).
Basis. Deze floristische studie en kartering kan als basis dienen voor een later op te stellen algemeen beheersplan voor dit landschap. Er moet voor het opstellen van beheersplannen uiteraard ook rekening gehouden worden met de waardevolle fauna van Honegem. De volgende aanbevelingen en beheersadviezen zijn niet het resultaat van een omvangrijke studie, maar zijn slechts enkele voorstellen als eerste benadering naar het beheer toe, zowel naar het erkend natuurreservaat als naar het beschermde landschap. In het huidige landschap zijn er twee belangrijke vlakvormige elementen te onderscheiden; de meersen en de bossen. Een aantal vergravingen tekenen het landschap. Als artefacten bevat het gebied interessante eilanden zoals de turfputten en Reebroek. Daarenboven wordt het landschap doorkruist met talrijke kleine landschapselementen zoals houtkanten, sloten en bomenrijen.
Meersen en voormalige meersen. Er zijn voor wat het floristische beheer betreft twee mogelijke richtingen. Cultuur-historisch beheer; Deze benadering respecteert en behoudt de oude, veelal van oorsprong economisch gerichte en kleinschalige aspecten van het landschap. Het ondersteunt de getuigen van landbouwbeheer met onder meer houtkanten, poeltjes, wijmieren (wilgenteelt) en hakhoutbosjes. Anderzijds betreft het ook de vroegere gemene weiden met wisselbeheer van hooiland en begraasd grasland. Deze denkpiste verzekert enige natuurwaarde, maar is in wezen nep gezien het economische aspect in de huidige natuur- en landschapsontwikkeling van De Flora van Honegem
33
geen tel meer is. Het kan eventueel in leven gehouden worden door een samenwerking met de buurtbewoners. Dit komt voor een groot deel neer op ‘tuinieren‘ of een soort van parkonderhoud. Immers ontbreekt nu de economische drijfveer voor zo’n landschapstype. Een dergelijk beheersmodel vraagt echter veel inzet en middelen van de beheerder. Het resultaat op middellange termijn is een behoud van het visuele aspect van het landschap en in het beste geval ook van de botanische relictpopulaties. De voorjaarsbloeiers zijn verzekerd in hun bestaan in de hakhoutpartijen, net zoals de hooilandsoorten in het grasland. Uiteindelijk zou men een 19de-eeuws boerenlandschap verkrijgen. Natuurontwikkelingsbeheer zonder meer; Zonder meer de natuur, via onder meer extensieve jaarrondbegrazing, laten zijn gang gaan is een droompiste van veel natuurbeheerders. Het vraagt veel minder inspanning voor de mens. Het resultaat in dit ‘oermodel’ is niet steeds voorspelbaar. Het landschap zal waarschijnlijk evolueren naar een parkachtige structuur met open plekken, ruigtes en een mozaïekstructuur van struiken en opgaande bomen. Allicht dreigen door plotse omschakeling van het beheer een aantal relictsoorten te verdwijnen. Een eventueel bezwaar is niet zozeer een mogelijke beperkte achteruitgang aan biodiversiteit, maar eerder dat de herkenbaarheid en het uitzicht van het landschap vervagen en in de ogen van veel buurtbewoners degenereren. Beide modellen zijn ideaalbeelden en zijn in de praktijk qua haalbaarheid zeer moeilijk te verwezenlijken, indien men het vooropgestelde beheer letterlijk wenst uit te voeren. De definitie van ‘natuur’ is trouwens nog steeds niet zonneklaar. Men dient voor Honegem uiteraard ook rekening te houden met de juridische aspecten van onder meer de bescherming als landschap. De huidige eigendomsstructuur laat nu uiteraard ook niet toe om een of ander beheer op te dringen. Bij de uitvoering van het nieuwe decreet op beschermde landschappen kan er echter wel in de toekomst
een beheersplan opgesteld worden op vrijwillige basis. Voor Honegem komt het er volgens ons op neer om van beide modellen de voordelen te benutten. Zo kan er vanuit het groeiende natuurreservaat van de Wielewaal zuivere natuur ontwikkeld worden, met aandacht voor de instandhouding van het bestaande ‘ideale’ landschapsbeeld. Men kan ook streven naar het zogenaamde ‘communaal’ model dat geënt is op beide voorgaande. Maar dit is slechts mogelijk indien er grote aaneengesloten blokken kunnen beheerd worden. De graslanden kunnen dan extensief begraasd worden (op langere termijn jaarrond), waarin er spontane bosvorming en wastines ontstaan. Daarnaast kan er gekozen worden voor een minder extensief beheer op de plaatsen waar het oude landbouwkarakter nog het best aanwezig is, zodat men er minder bosvorming krijgt en de houtkanten en knotwilgenrijen onderhoudt.
Bossen. Het uitgesproken boskarakter van Solegem en Sint-Apollonia dient men in stand te houden. Het Sint-Apolloniabosje ligt er echter volledig geïsoleerd bij en is afgesneden van de rest van het gebied. De meest aangewezen optie is een omvormingsbeheer waarbij de populieren worden vervangen door inheemse en streekeigen houtige soorten. Het perceel hakhout kan verder in stand gehouden worden. Het Solegembos was allicht ooit meer verweven met de aangrenzende meersen, zodat ze ook vanuit natuurbeheer samen dienen bekeken te worden. Op langere termijn kan het bos zelfs opgenomen worden in een extensief begrazingsproject. Vooral de bijkomende overgangsgradiënt van grasland naar bos moet ontwikkeld worden. Deze mantel-zoomsituaties zijn nu zo goed als onbestaand zodat een belangrijke niche afwezig blijft. Dit bosrandbeheer moet vooral aan de externe bosranden gebeuren, met een uitbreiding van het bos, gezien net op deze randen ook zaadbanken aanwezig kunnen zijn.
De Flora van Honegem
34
Kouters. Aan de rand van het gebied zijn enkele restanten van vroegere, hoger gelegen kouters te vinden op Kerrebroek en Vishouwen. Het valt te overwegen om er een zekere activiteit te bewaren als behoud van akkeronkruiden voor educatieve redenen.
Turfputten. Een unieke historische site met boeiende natuurwaarden. De interessante gradiĂŤnt van nat tot zeer nat kan best bewaard worden en op sommige plaatsen geoptimaliseerd. Waar houtopslag zich te veel uitbreidt aan de randen worden ze beter met intervallen onderbroken. Het moeras, dat onderhevig is aan verlanding, kan op sommige plaatsen zelfs wat geruimd worden, zonder echt te moeten gaan baggeren. De populieren aan de rand moeten verwijderd worden om de interessante overgang naar de omliggende meersen te herstellen en te versterken. In en om de turfputten zal er aanvankelijk toch moeten een detailbeheer uitgevoerd worden ten voordele van enkele speciale soorten die anders dreigen verloren te gaan.
dien kwelwaterstromen worden genegeerd. Verdroging en drainage zijn evenwel totaal uit den boze.
Bemesting. Naast het water is de bemesting een tweede sleutel voor de natuurontwikkeling. Alle vormen van bemesting dienen op relatief korte termijn geweerd te worden uit het gebied. Ook bijvoederen van dieren moet verdwijnen, want ook dit komt uiteindelijk neer op bemesting. Verschraling van alle gronden is belangrijk voor een hoge biodiversiteit. Uit deze studie blijkt immers dat de meest bedreigde en verdwenen soorten voornamelijk vallen in de groep van de schrale graslandflora.
Reebroek. Een kleine parel van schraal grasland, met heideinvloed, fraai afgeboord met oude knotwilgen. Een aantal voor Vlaanderen zeldzame graslandsoorten op een hoopje. Dit waardevolle blauwgraslandrelict vraagt om een detailbeheer van hooien en het tegengaan van vervilting van de afgestorven kruidlaag. In eerste instantie dient mer er ook te zorgen voor meer licht door de populieren te verwijderen. Op langere termijn is extensieve begrazing te overwegen, om alzo ook de schrale graslandsoorten de kans te geven de aangrenzende percelen te koloniseren.
Waterhuishouding. Het spreekt voor zich dat de grondwaterstand en het kwelwater van zeer groot belang zijn. Voor men hieraan raakt dient men evenwel goed de situaties geanalyseerd hebben. Een te hoge waterstand kan nefast zijn voor tal van soorten, zeker in-
De Flora van Honegem
35
Bibliografie. COSYNS, E., LETEN, M., HERMY, M. EN TRIEST, L. (1994). Een statistiek van de wilde flora van Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel, Instituut voor Natuurbehoud. DE LANGHE, J.E., DELVOSALLE, L., DUVIGNAUD, P., LAMBINON, J. EN VANDEN BERGHE, C. (1988). Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord Frankrijk en de aangrenzende gebieden (Pteridofyten en Spermatofyten). Nationale Plantentuin van België, Meise. DE WAEL, E. EN KAMPEN, A. (1993). Plantenatlas van Herdersem. Davidsfonds Herdersem. DE WILDEMAN EN DURAND (1898-1907). Prodrome de la flore belge (3 tomes). A. Castaigne Bruxelles. D’HAESELEER, W., STEMGÉE, D. EN VAN DEN BERGHE, J. (1995). Honegem: gastreservaat voor mediterrane libellen. De Wielewaal jg 61, 1995 – n° 6: 199-203. ELLENBERG, H., WEBER, H.E., DÜLL, R., WIRTH, V., WERNER, W. EN PAULISSEN, D. (1991). Zeigerwerte von Pflanzen in Mitteleuropa. Lehrstuhl für Geobotanik der Universität Göttingen, Verlag Erich Goltze KG, Göttingen. GUILLEMIJN, B. EN VAN DEN BREMT, P. (1981).Het Honegemgebied te Erpe-Mere, Lede en Aalst. R.M.L.Z.- Documentatiemap Landschapsonderzoek nr. 3 (1981): 63-82. KAMPEN, A. (1980). Resultaten 1979 van de Plantenwerkgroep, afdeling Denderland van de Wielewaal. ‘t Koninkje, jg 9 n° 1, 1980: 31-36. KAMPEN, A. (1982). Resultaten 1981 van de Plantenwerkgroep, afdeling Denderland van de Wielewaal. ‘t Koninkje, jg 11 n° 1, 1982: 47-51. LOUIS, A. (1961). Bodemkaart van België. Verklarende tekst bij het kaartblad Aalst 71E. Militair Geografisch Instituut. ROUCEL (1792). Traité des plantes les moins fréquentes, qui croissent naturellement dans les environs des villes de Gand, d’Alost, de Termonde et de Bruxelles. Bossange, Parijs en Lemaire, Brussel. SCHOETERS, F. EN PIETERS, A. (1995). De Vogels van Honegem - Solegem - Sint Apollonia. De Wielewaal afdeling Denderland. STIEPERAERE, H. EN FRANSSEN, K. (1982). Standaardlijst van de Belgische vaatplanten, met aanduiding van hun zeldzaamheid en socio-ecologische groep. Dumortiera 22: 1-41. VAN DEN BREMT, P. (1983). Een landschap in het Aalsterse: het Honegemgebied. ‘t Koninkje, jg 12 n° 3-4, 1983: 4-16. VAN DEN BREMT, P., FOBERT, L. EN LEBACQ, J. (1980). Resultaten van een floristisch onderzoek in het Osbroekgebied te Aalst-Erembodegem: 1977-1979. Dumortiera 17: 1-13. VAN DER MEIJDEN, R., VANHECKE L. (1986). Naamlijst van de flora van Nederland en België. Gorteria 13: 87-170. VAN ROMPAEY, E. EN DELVOSALLE, L. (1972 en 1979). Atlas van de Belgische en Luxemburgse flora (Pteridofyten en Spermatofyten). Nationale Plantentuin van België, Meise. WERKGROEP BOMEN PARK – OSBROEK (1981). Plantenatlas van het Osbroek
De Flora van Honegem
36
Index Nederlandse namen (nummers verwijzen naar de verspreidingskaartjes) Aak - Spaanse Aalbes Aardbeiganzerik Abeel - Witte Addertong Adderwortel Agrimonie - Gewone Akkerboterbloem Akkerdistel Akkerereprijs Akkerkers Akkerkool Akkermelkdistel s.l. Akkervergeet-mij-nietje Akkerwinde Amandelwilg Amerikaanse eik Andoorn - Bos Andoorn - MoerasAnemoon - BosAronskelk - Gevlekte Balsemien - ReuzenBarbarakruid - Gewoon Basterdklaver Basterdwederik - Beklierde Basterdwederik - BergBasterdwederik - Bleke Basterdwederik - Harde Basterdwederik - Kantige Basterdwederik - MoerasBasterdwederik - Viltige Beekpunge Beemdgras - Ruw Beemdgras - VeldBeemdlangbloem Behaarde boterbloem Beklierde basterdwederik Beklierde duizendknoop Bereklauw - Gewone Bergbasterdwederik Berk - Ruwe Bes - Aal Bes - Kruis Bes - SneeuwBes - Zwarte Beuk Bies - BorstelBies - Gewone VeldBies - Gewone waterBies - Veelbloemige veld-
1 311 287 281 250 272 10 300 99 397 316 204 359 239 103 337 297 366 365 29 44 189 49 387 129 132 135 131 136 133 134 400 268 267 151 305 129 276+277 +278 175 132 51 311 312 373 310 148 346 218 126 219
Biezeknoppen Biggekruid - Gewoon Bijvoet Bingelkruid - Tuin Bittere wilg x Katwilg Bitterzoet Blaartrekkende boterbloem Blauwe knoop Blauwe monnikskap-groep Blauwe zegge Bleeksporig bosviooltje Bleke basterdwederik Bleke zegge Bloedzuring Boekweit Boerenwormkruid Bonte gele dovenetel Borstelbies Bosandoorn Bosanemoon Bosgeelster Boskortsteel Bosveldkers Bosvergeet-mij-nietje Boswilg Boswilg x Katwilg Boszegge Boterbloem - AkkerBoterbloem - Behaarde Boterbloem - Blaartrekkende Boterbloem - EgelBoterbloem - Gulden Boterbloem - Kruipende Boterbloem - Scherpe Braam - DauwBraam - Gewone Brandnetel - Grote Brede orchis Brede stekelvaren Brede wespenorchis Brunel - Gewone Canadapopulier Canadese fijnstraal Dagkoekoeksbloem Daslook Dauwbraam Distel - AkkerDistel - KrulDistel - MoesDistel - SpeerDotterbloem
195 187 43 236 342 356 306 372 5 79 415 135 78 328 147 377 200 346 366 29 157 54 66 243 333 343 84 300 305 306 303 301 304 298 319 321 394 118 123 137 289 283 104 232 19 319 99 69 100 102 62
De Flora van Honegem
37
Dovenetel - Bonte gele 200 Dovenetel - Gele 201 Dovenetel - Ingesneden 202 Dovenetel - Paarse 203 Dovenetel - Witte 199 Dravik - Ijle 56 Dravik - Zachte 55 Drienerfmuur 238 Droogbloem - Moeras 173 Duinriet 57 Duist 25 Duivekervel - Gewone 156 Duizendblad - Gewoon 4 Duizendguldenkruid - Echt 90 Duizendknoop - Beklierde 276+277 +278 Duizendknoop - Japanse 274 Duizendknoop - Zachte 279 Echt duizendguldenkruid 90 Echte kamille 230 Echte koekoeksbloem 220 Echte valeriaan 395 Eenbes 257 Eenstijlige meidoorn 110 Egelboterbloem 303 Egelskop - Grote 363 Eik - Amerikaanse 297 Eik - Zomer296 Els - Witte 22 Els - Zwarte 21 Engels raaigras 213 Engelwortel - Gewone 30 Ereprijs - Akker397 Ereprijs - Gewone 401 Ereprijs - Grote 405 Ereprijs - Klimop402+403 Ereprijs - Rode water398 Ereprijs - Schild406 Ereprijs - Tijm 407 Ereprijs - Veld399 Ereprijs - Vreemde 404 Es - Gewone 155 Esdoorn - Gewone 3 Esdoorn - Noorse 2 Fijne waterranonkel 299 Fijnspar 261 Fijnstraal - Canadese 104 Fioringras 14 Fluitekruid 32 Framboos 320 Frans raaigras 31 Ganzerik - Aardbei287 Ganzevoet - Korrel97 Ganzevoet - Melk95 Ganzevoet - Rode 98 Ganzevoet - Stippel96
Geel nagelkruid Geelgroene zegge Geelster - BosGeknikte vossestaart Gekroesde melkdistel Gelderse roos Gele dovenetel Gele lis Gele waterkers Geoord helmkruid Geoorde wilg Geoorde wilg x Grauwe wilg Gestreepte witbol Gevlekt longkruid Gevlekte aronskelk Gevlekte orchis Gevleugeld helmkruid Gevleugeld hertshooi Gevleugeld sterrekroos Gewone agrimonie Gewone bereklauw Gewone bermzegge Gewone braam Gewone brunel Gewone duivekervel Gewone engelwortel Gewone ereprijs Gewone es Gewone esdoorn Gewone hennepnetel Gewone hoornbloem Gewone kropaar Gewone melkdistel Gewone raket Gewone rolklaver Gewone salomonszegel Gewone smeerwortel Gewone spurrie Gewone veldbies Gewone vlier Gewone vogelmelk Gewone waterbies Gewoon barbarakruid Gewoon biggekruid Gewoon duizendblad Gewoon herderstasje Gewoon reukgras Gewoon sneeuwklokje Gewoon sterrekroos Gewoon struisgras Glad walstro Gladde iep Gladde witbol Glanshaver Goudgele honingklaver Goudhaver
168 73 157 24 360 408 201 190 314 347 332 340 177 295 44 117 349 186 61 10 175 83 321 289 156 30 401 155 3 159 91 116 361 355 215 269 374 364 218 344 252 126 49 187 4 65 31 158 59 12 162 393 178 42 234 390
De Flora van Honegem
38
Grasmuur Grauwe abeel Grauwe wilg Grauwe wilg x Katwilg Greppelrus Groot kaasjeskruid Groot moerasscherm Grote brandnetel Grote egelskop s.l. Grote ereprijs Grote kattestaart Grote klaproos Grote klit Grote leeuweklauw Grote lisdodde Grote muur Grote pimpernel Grote vossestaart Grote waterweegbree Grote wederik Grote weegbree Grote windhalm Grove varkenskers Guichelheil - Rood Gulden boterbloem Guldenroede - Late Haagbeuk Haagwinde Hanepoot Harde basterdwederik Harig knopkruid Harig vingergras Harig wilgeroosje Havikskruid - SchermHazelaar Hazezegge Heelblaadjes Heermoes Heggedoornzaad Heggevogelmuur Heggewikke Helmkruid - Geoord Helmkruid - Gevleugeld Helmkruid - Knopig Hemelsleutel Hennepnetel - Gewone Herdertasje - Gewoon Herik Herik - KnopHertshooi - Gevleugeld Hertshooi - Kantig Hertshooi - Liggend Hoefblad - Klein Hoge cyperzegge Hollandse linde Holpijp
367 281 334 339 194 227 35 394 363 405 224 256 37 34 392 368 262 26 17 223 264 33 107 28 301 358 85 63 125 131 160 121 130 176 108 77 294 138 384 369 412 347 349 348 350+351 159 65 354 307 186 183 184 391 80 383 139
Hondsdraf Hondspeterselie Hondsroos Honingklaver - Goudgele Honingklaver - Witte Hoog struisgras Hoornbloem - Gewone Hoornbloem - KluwenHop Hopklaver Hulst Hyacint - Wilde Iep - Gladde Ijle dravik Ijle zegge Ingesneden dovenetel Italiaans raaigras Jakobskruiskruid s.l. Japanse duizendknoop Judaspenning TuinKaars - KoningsKaasjeskruid Kaasjeskruid - Groot Kaasjeskruid - Klein Kale jonker Kale vrouwenmantel Kamgras Kamille - Echte Kamille - Reukloze Kamille - SchijfKamperfoelie - Wilde Kantig hertshooi Kantige basterdwederik Kardinaalsmuts - Wilde Kastanje - Tamme Kattestaart - Grote Katwilg Kers - AkkerKers - Gele waterKers - MoerasKers - VogelKers - Zoete Kerspruim Klaproos - Grote Klaver - BasterdKlaver - Kleine Klaver - Liggende Klaver - Rode Klaver - Witte Klaverzuring - Stijve Klaverzuring - Witte Kleefkruid Klein hoefblad Klein kaasjeskruid Klein kroos Klein kruiskruid
169 9 317 234 233 13 91 92 181 231 188 182 393 56 81 202 212 352 274 217 396 226 227 225 101 16 115 230 229 228 214 183 136 146 86 224 338 316 314 315 292 290 291 256 387 386 385 388 389 254 253 161 391 225 206 353
De Flora van Honegem
39
Klein streepzaad Kleine klaver Kleine klit Kleine leeuwebek Kleine maagdenpalm Kleine majer Kleine ooievaarsbek Kleine ratelaar Kleine teunisbloem Kleine varkenskers Kleine veldkers Klimop Klimopereprijs Klit Klit - Grote Klit - Kleine Klit - Middelste Klokje - RapunzelKluwenhoornbloem Kluwenzuring Knoop - Blauwe Knoopkruid Knopherik Knopig helmkruid Knopkruid - Harig Koekoeksbloem - DagKoekoeksbloem - Echte Kompassla Koninginnekruid Koningskaars Korenbloem Kornoelje - Rode Korrelganzevoet Kortsteel - BosKraailook Kraakwilg Krodde - Witte Kroontjeskruid Kroos - Klein Kroos - PuntKropaar - Gewone Kruipend zenegroen Kruipende boterbloem Kruipertje Kruisbes Kruisbladwalstro Kruiskruid - JakobsKruiskruid - Klein Kruldistel Krulwilg Krulzuring Krulzuring x Ridderzuring Kweekgras Late guldenroede Lathyrus - VeldLeeuwebek - Kleine
111 386 38 93 414 27 166 309 249 106 67 174 402+403 40 37 38 39 64 92 324 372 88+89 307 348 160 232 220 198 143 396 87 105 97 54 20 335 381 144 206 207 116 15 304 179 312 113 352 353 69 336 325 329 127 358 205 93
Leeuwebek - MuurLeeuweklauw - Grote Leeuwetand - Vertakte Lidrus Liesgras Liggend hertshooi Liggende klaver Liggende vetmuur Liguster Lijsterbes - Wilde Linde Linde - Hollandse Lis - Gele Lisdodde - Grote Longkruid - Gevlekt Look - DasLook - KraaiLook-zonder-look Maagdepalm - Kleine Madeliefje Majer - Kleine Mannagras Mannetjesvaren Margriet Marjolein - Wilde Meidoorn - Eenstijlige Meidoorn - Tweestijlige Melde - Spies Melde - Uitstaande Melkdistel - AkkerMelkdistel - Gekroesde Melkdistel - Gewone Melkganzevoet Middelste klit Mierikswortel Mispel Moederkruid Moerasandoorn Moerasbasterdwederik Moerasdroogbloem Moeraskers Moerasmuur Moerasrolklaver Moerasscherm - Groot Moerasspirea Moerasstreepzaad Moerasstruisgras Moerasvergeet-mij-nietje Moeraswalstro Moeraszegge Moesdistel Monnikskap - Blauwe Munt - WaterMuskuskruid Muur - DrienerfMuur - Gras-
114 34 208 140 171 184 385 330 210 362 382 383 190 392 295 19 20 18 414 50 27 170 124 209 251 110 109 47 46 359 360 361 95 39 41 237 376 365 133 173 315 371 216 35 153 112 11 242 163 71 100 5 235 6 238 367
De Flora van Honegem
40
Muur - Grote Muur - HeggevogelMuur - MoerasMuur - VogelMuur - WaterMuurleeuwebek Nachtschade - Zwarte Nagelkruid - Geel Narcis - TrompetNoorse esdoorn Oeverzegge Okkernoot Ooievaarsbek - Kleine Ooievaarsbek - Slipbladige Ooievaarsbek - Zachte Oot Orchis - Brede Orchis - Brede wespeOrchis - Gevlekte Paardebloem Paardekastanje - Witte Paardestaart - Reuzen Paarse dovenetel Peen Penningkruid Perzikkruid Peterselie - HondsPeterselievlier Pijptorkruid Pimpernel - Grote Pinksterbloem Pitrus Pluimgierst Populier - CanadaPopulier - RatelPuntkroos Raaigras - Engels Raaigras - Frans Raaigras - Italiaans Raket - Gewone Raket - ZandRapunzelklokje Ratelaar - Kleine Ratelpopulier Reukeloze kamille Reukgras - Gewoon Reuzenbalsemien Reuzenpaardestaart Reuzenzwenkgras Ridderzuring Riet Riet - DuinRietgras Rietzwenkgras Ringelwikke Robertskruid
368 369 371 370 244 114 357 168 245 2 82 191 166 164 165 48 118 137 117 378 8 141 203 119 222 280 9 345 248 262 68 196 255 283 282 207 213 42 212 355 36 64 309 282 229 31 189 141 150 327 260 57 258 149 410 167
Robinia Rode ganzevoet Rode klaver Rode kornoelje Rode waterereprijs Rolklaver - Gewone Rolklaver - Moeras Rood guichelheil Rood zwenkgras Roos - Gelderse Roos - HondsRoos- Veelbloemige Rosse vossestaart Ruige zegge Rus - GreppelRus - PitRus - VeldRus - Zeegroene Rus - ZompRuw beemdgras Ruwe berk Ruwe smele Salie - Valse Salomonszegel - Gewone Schaduwgras Schapezuring Schermhavikskruid Scherpe boterbloem Scherpe zegge Schietwilg Schietwilg x Kraakwilg Schijfkamille Schildereprijs Sering Sint-Janskruid Slanke sleutelbloem Slanke waterkers Sleedoorn Sleutelbloem - Slanke Slipbladige ooievaarsbek Smalle stekelvaren Smalle weegbree Smalle wikke s.s. Smeerwortel - Gewone Smele - Ruwe Sneeuwbes Sneeuwklokje - Gewoon Spaanse aak Spar - FijnSpeenkruid Speerdistel Spiesmelde Sporkehout Spurrie - Gewone Sterrekroos Sterrekroos - Gevleugeld
313 98 388 105 398 215 216 28 152 408 317 318 23 75 194 196 192 197 193 268 51 120 380 269 266 323 176 298 70 331 341 228 406 375 185 288 246 293 288 164 122 263 411 374 120 373 158 1 261 302 102 47 154 364 60 61
De Flora van Honegem
41
Sterrekroos - Gewoon Stijve klaverzuring Stinkende gouwe Stippelganzevoet Stomp vlotgras Straatgras Streepzaad - Klein Streepzaad - MoerasStruisgras - Gewoon Struisgras - Hoog Struisgras - MoerasTamme kastanje Tandzaad - Veerdelig Tandzaad - Zwart Taxus Teunisbloem - Kleine Tijmereprijs Timoteegras s.s. Torkruid - PijpTorkruid - WaterTormentil Trompetnarcis Tuinbingelkruid Tuingoudsbloem Tuinjudaspenning Tuinwolfsmelk Tweerijige zegge Tweestijlige meidoorn Uitstaande melde Valeriaan - Echte Valse salie Valse voszegge Varen - Brede stekelVaren - MannetjesVaren - Smalle stekelVaren - WijfjesVarkensgras Varkenskers - Grove Varkenskers - Kleine Veelbloemige roos Veelbloemige veldbies Veelkleurig vergeet-mij-nietje Veenwortel Veerdelig tandzaad Veldbeemdgras Veldereprijs Veldkers - BosVeldkers - Kleine Veldlathyrus Veldrus Veldzuring Vergeet-mij-nietje - AkkerVergeet-mij-nietje - Bos Vergeet-mij-nietje - Moeras Vergeet-mij-nietje - Veelkleurig Vergeet-mij-nietje - Zomp
59 254 94 96 172 265 111 112 12 13 11 86 53 52 379 249 407 259 248 247 285 245 236 58 217 145 74 109 46 395 380 72 123 124 122 45 271 107 106 318 219 241 270 53 267 399 66 67 205 192 322 239 243 242 241 240
Vertakte leeuwetand Vetmuur - Liggende Vierzadige wikke Vijfvingerkruid Viltige basterdwederik Vingergras - Harig Viooltje - Bleeksporig bosVlasbekje Vlier - Gewone Vlier - PeterselieVlotgras - Stomp Vogelkers Vogelmelk - Gewone Vogelmuur Vogelwikke Vossestaart - Geknikte Vossestaart - Grote Vossestaart - Rosse Vreemde ereprijs Vroegeling Vrouwenmantel - Kale Vuilboom Walstro - Glad Walstro - KruisbladWalstro - MoerasWaterkers - Slanke Watermunt Watermuur Waterpeper Waterranonkel - Fijne Watertorkruid Waterviolier Waterweegbree - Grote Waterzuring Wederik - Grote Weegbree - Grote Weegbree - Smalle Wegedoorn Wijfjesvaren Wikke - HeggeWikke - RingelWikke - Smalle Wikke - Vierzadige Wikke - VogelWilde hyacint Wilde kamperfoelie Wilde kardinaalsmuts Wilde lijsterbes Wilde marjolein Wilg - AmandelWilg - BosWilg - Geoorde Wilg - Grauwe Wilg - KatWilg - KraakWilg - Krul-
208 330 413 286 134 121 415 211 344 345 172 292 252 370 409 24 26 23 404 142 16 154 162 113 163 246 235 244 275 299 247 180 17 326 223 264 263 308 45 412 410 411 413 409 182 214 146 362 251 337 333 332 334 338 335 336
De Flora van Honegem
42
Wilg - SchietWilgeroosje Wilgeroosje - Harig Winde - AkkerWinde - HaagWindhalm - Grote Witbol - Gestreepte Witbol - Gladde Witte abeel Witte dovenetel Witte els Witte honingklaver Witte klaver Witte klaverzuring Witte krodde Witte paardekastanje Wolfsmelk - TuinWolfspoot Zachte dravik Zachte duizendknoop Zachte ooievaarsbek Zandraket Zeegroene rus Zegge - Blauwe Zegge - Bleke Zegge - BosZegge - Geelgroene Zegge - Gewone bermZegge - HazeZegge - Hoge ciperZegge - Ijle Zegge - MoerasZegge - OeverZegge - Ruige Zegge - Scherpe Zegge - Tweerijige Zegge - Valse vosZegge - Zwarte Zenegroen - Kruipend Zevenblad Zilverschoon Zoete kers Zomereik Zomprus Zompvergeet-mij-nietje Zuring - BloedZuring - KluwenZuring - KrulZuring - RidderZuring - SchapeZuring - VeldZuring - WaterZwaluwtong Zwart tandzaad Zwarte bes Zwarte els
331 128 130 103 63 33 177 178 281 199 22 233 389 253 381 8 145 221 55 279 165 36 197 79 78 84 73 83 77 80 81 71 82 75 70 74 72 76 15 7 284 290 296 193 240 328 324 325 327 323 322 326 273 52 310 21
Zwarte nachtschade s.l. Zwarte zegge Zwenkgras - ReuzenZwenkgras - RietZwenkgras - Rood
357 76 150 149 152
De Flora van Honegem
43
Verspreidingskaartjes. Hierna volgen de 415 individuele verspreidingskaartjes van alle gevonden taxa tijdens de onderzoeksperiode. Zij worden weergegeven in alfabetische volgorde op wetenschappelijke naam volgens de Standaardlijst van ARNOLDS en VAN DER MEIJDEN (1976). Op de kaartjes is de aanwezigheid van een soort in een bepaalde sector aangeduid met een zwart bolletje.
De Flora van Honegem
44
l
l
1
5
Acer campestre L.
verwilderd
l
Aconitum napellus L. hybr.
Spaanse aak
Blauwe monnikskap-groep
l
l
l
l
l l
l l
2
6
Acer platanoides L.
Adoxa moschatellina L.
Noorse esdoorn
Muskuskruid
l
l
l
l
l
l
l
l
l l
l
l l
3
Acer pseudoplatanus L.
l
l l
Zevenblad
l l
l
l l l l
4
Achillea millefolium L. Gewoon duizendblad
l
Aegopodium podagraria L.
Gewone esdoorn
l
l l
7
l
l l l l
l
l l
l l
l l l
l
8
verwilderd
Aesculus hippocastanum L. Witte paardekastanje
l
l
l
l
l l l l l l
l l l
9
l
13
l
Aethusa cynapium L.
Agrostis gigantea Roth.
Hondspeterselie
Hoog struisgras
l l
l l
l l
l l
l l
l l
10
l l
l
14
Agrimonia eupatoria L.
l
l
Agrostis stolonifera L.
Gewone agrimonie
Fioringras
l
l
l
l l
l l
l
l
11
l
15
Agrostis canina L.
Ajuga reptans L.
Moerasstruisgras
l l
Kruipend zenegroen
l l
l l
l
l l l
12
Agrostis capillaris L. Gewoon struisgras
l
l l l l
16
Alchemilla glabra Neygenf. Kale vrouwenmantel
l l l l
l
l
l
l
l l
l
l
Alisma plantago-aquatica L.
l l
Zwarte els
l l
l
Alnus glutinosa (L.) Gaertn.
Grote waterweegbree
l
l l
21
l
l l l
17
l
l
l
l
l l l
l l
18
22
Alliaria petiolata (Bieb.) Cav. et Grande Look-zonder-look
l
Alnus incana (L.) Moench Witte els
l l
19
l
Allium ursinum L.
23
Alopecurus aequalis Salisb.
Daslook
Rosse vossestaart
l
l l l
l
l l
l l
l
l
l l
20
Allium vineale L. Kraailook
24
Alopecurus geniculatus L. Geknikte vossestaart
l
l
l
l
l
l
l l
l l l
l
l
29
Alopecurus myosuroides Huds.
l l
Bosanemoon
l l
l
l
l l l
l
l l
l
l
l
l l
l
26
l
l l l
l
Anemone nemorosa L.
Duist
l
l l
25
l
l
l
30
l
Alopecurus pratensis L.
l
l
Angelica sylvestris L.
Grote vossestaart
Gewone engelwortel
l l
l l
l l
l l
l l l l
27
l
31
Amaranthus blitum L.
Anthoxanthum odoratum L.
Kleine majer
Gewoon reukgras
l
l l
l l
l l
l l
l
l l l l l l
28
Anagallis arvensis L. subsp. arvensis Rood guichelheil
32
l
l
Anthriscus sylvestris (L.) Hoffm. Fluitekruid
l
l
l l l l
33
l
37
Apera spica-venti (L.) Beauv.
Arctium lappa L.
Grote windhalm
Grote klit
l l
34
38
Aphanes arvensis L.
Kleine klit
l
l l
l
35
39
l
Apium nodiflorum (L.) Lag.
Middelste klit
l l l
36
Arabidopsis thaliana (L.) Heynh. Zandraket
l
Arctium pubens Bab.
Groot moerasscherm
l
l
Arctium minus (Hill) Bernh.
Grote leeuweklauw
l
l
l l
40
Arctium L. spec. Klit
l
l
l
l
41
45
Armoracia rusticana Gaertn., B. Mey et Scherb. Mierikswortel
l l
l l l
l l
Wijfjesvaren
l
l
l
l
l
l
l l
l l
l
Athyrium filix-femina (L.) Roth
l l
l
l
l l l
l
42
46
l
Atriplex patula L.
Arrhenatherum elatius (L.) Beauv.
Uitstaande melde
Glanshaver of Frans raaigras
l
l
l
l
l l
l
l
l l l
l
l l
l l
l l
l
l
l l
l 43
l
47
l
Atriplex prostrata Boucher ex DC
Artemisia vulgaris L.
Spiesmelde
Bijvoet
l l
l
l
l
44
Arum maculatum L. Gevlekte aronskelk
l
48
Avena fatua L. Oot
l l l l
l
l
l
49
l l l l
53
Barbarea vulgaris R. Br.
Bidens tripartita L.
Gewoon barbarakruid
l l
l l
Veerdelig tandzaad
l l
l
l
l l l l l
50
l
54
l
Bellis perennis L.
Brachypodium sylvaticum (Huds.) Beauv.
Madeliefje
Boskortsteel
l
l
l
l
l l
l
l l
l l
l
l l
l l l l l
l
51
l
55
l
Betula pendula Roth
l
Bromus hordeaceus L.
Ruwe berk
Zachte dravik
l
l l
l
52
Bidens frondosa L. Zwart tandzaad
l
l l l l
l
l l
56
Bromus sterilis L. Ijle dravik
l
l
57
61
Calamagrostis epigeios (L.) Roth
Callitriche stagnalis Scop.
Duinriet
Gevleugeld sterrekroos
l l l
l
l
58
62
verwilderd
Calendula officinalis L.
l
Caltha palustris L. Dotterbloem
Tuingoudsbloem
l l
l l
l
l l
l
l l l l l l
59
Callitriche platycarpa K端tz.
l
Calystegia sepium (L.) R.Br.
Gewoon sterrekroos
l
l
63
l
Haagwinde
l
l
l
l l l
60
Callitriche L. spec. Sterrekroos
l
64
Campanula rapunculus L. Rapunzelklokje
l
l l
l
l
l
l
l l
l
l l l l
l l
l
l l l
65
l
Capsella bursa-pastoris (L.) Med.
l l
69
l
l l
l
Carduus crispus L.
Gewoon herderstasje
Kruldistel
l
l l
l l
l l
l l
66
70
l
Cardamine flexuosa With.
Carex acuta L.
Bosveldkers
l l
Scherpe zegge
l l l l
l l l
l
l l
l l
67
71
l
Cardamine hirsuta L.
l
Moeraszegge
l l
l l
l
l
l
l l l
68
Cardamine pratensis L.
l l
l
Pinksterbloem
l
Carex acutiformis Ehrh.
Kleine veldkers
l
l
l l l l
l
l
l
l
l
72
Carex cuprina (Sandor ex Heuffel) Nendvitch ex A. Kerner Valse voszegge
l
l
73
77
Carex demissa Vahl ex Hartman
Carex ovalis Good.
Geelgroene zegge
Hazezegge
l
l
l
l l
l
l
l
74
78
Carex disticha Huds.
Carex pallescens L.
Tweerijige zegge
Bleke zegge
l l
l
l l l
l
l l l
l l
75
79
Carex hirta L.
Carex panicea L.
Ruige zegge
Blauwe zegge
l l l
76
Carex nigra (L.) Reichard Zwarte zegge
l l
80
Carex pseudocyperus L. Hoge cyperzegge
l
l
l
l
l l l
81
l
85
l
Carex remota Jusl. ex L.
l
Carpinus betulus L.
Ijle zegge
l
l l
Haagbeuk
l l
l
l
82
l
86
Carex riparia Curt.
Castanea sativa Mill.
Oeverzegge
Tamme kastanje
l l
l
l
83
87
Carex spicata Huds.
Gewone bermzegge
l
Centaurea cyanus L. Korenbloem
l
l l
l
l l
l
l l l
84
Carex sylvatica Huds. Boszegge
88
Centaurea subg. Jacea Knoopkruid
l
l
l
89
93
Centaurea thuillieri (Dostal) Duvignaud et Lambinon Knoopkruid
l
Chaenorrhinum minus (L.) Lange Kleine leeuwebek
l
l
l l
l
l l l l
94
90
Stinkende gouwe
Echt duizendguldenkruid
l
l l l
l
l l
l l
l
Chelidonium majus L.
Centaurium erythraea Rafn
l
l
l
l l
l
l
l l
l l
l
l
l l
l
l l
l 91
95
l
Melkganzevoet
Gewone hoornbloem
l
l l
92
l l l
l l
l
Cerastium glomeratum Thuill. Kluwenhoornbloem
l
Chenopodium album L.
Cerastium fontanum Baumg.
l
l
l
96
Chenopodium ficifolium Smith. Stippelganzevoet
l
l
l
l
l
l l l
l
l
l
l
l
l l
l l
l
97
Chenopodium polyspermum L.
l
Cirsium palustre (L.) Scop.
Korrelganzevoet
Kale jonker
l
l l l
l
l
l
l l
l
98
l
l
l
l
l
Speerdistel
l l l
l
l l
l
l l
l l
l l l l
99
l
Cirsium arvense (L.) Scop.
103
Convolvulus arvensis L.
Akkerdistel
Akkerwinde
l
l l l
l l
100
Cirsium oleraceum (L.) Scop.
l
l
l
l
Moesdistel
l
Cirsium vulgare (Savi) Ten.
Rode ganzevoet
l
l l
102
Chenopodium rubrum L.
l l
l
l
l l
101
l
l l
l l
l
l l
l
104
l
Conyza canadensis (L.) Cronq. Canadese fijnstraal
l
l
l l l l
l
l
l
105
109
Cornus sanguinea L.
Crataegus laevigata subsp. laevigata
Rode kornoelje
l
Tweestijlige meidoorn
l
l l
l l
l l
l l
l l
l l
110
Coronopus didymus (L.) Smith
l l
l
106
l
l
Crataegus monogyna Jacq.
Kleine varkenskers
Eenstijlige meidoorn
l
l
l
l
l l l
l l
l
l
107
111
Coronopus squamatus (Forssk.) Ascherss. Grove varkenskers
l
l
Crepis capillaris (L.) Wallr. Klein streepzaad
l
l
l l
l l l l
108
Corylus avellana L. Hazelaar
l l
l
112
Crepis paludosa (L.) Moench Moerasstreepzaad
l
l
l l
113
117
Cruciata laevipes Opiz
Dactylorhiza maculata (L.) Soo
Kruisbladwalstro
Gevlekte orchis
l l
l
114
118
Cymbalaria muralis Gaertn.
Dactylorhiza majalis (Reichenb.) P.F. Hunt et Summerh. Brede orchis
Muurleeuwebek
l l l l
115
119
Cynosurus cristatus L.
Daucus carota L.
Kamgras
Peen
l l
l l
l l
l
l
l
l l l l
116
Dactylis glomerata L. Gewone kropaar
l l l
l l
l
l
l
l
l l l
120
l
Deschampsia cespitosa (L.) Beauv. Ruwe smele
l l
l l
l
l
l l l l
121
125
Digitaria sanguinalis (L.) Scop.
Echinochloa crus-galli (L.) Beauv.
Harig vingergras
Hanepoot
l l
l l
122
126
l
Dryopteris carthusiana (Vill.) H.P. Fuchs Smalle stekelvaren
l
Eleocharis palustris (L.) Roem. et Schult. Gewone waterbies
l
l
l
l
l
l l
l l
l l
l l l
123
l
127
Dryopteris dilatata (Hoffn.) A. Gray
Elymus repens (L.) Gould
Brede stekelvaren
l
Kweekgras
l
l
l
l
l
124
l
l
Dryopteris filix-mas (L.) Schott Mannetjesvaren
128
Epilobium angustifolium L. Wilgeroosje
l
l
l l
l
l
l
l l
l l l
l l
129
133
l
Epilobium ciliatum Rafin.
Epilobium palustre L.
Beklierde basterdwederik
l l
l l
Moerasbasterdwederik
l
l
l
l
l
l l
l
l l
l
l
l l
l
l
l
130
l
Epilobium hirsutum L.
l
134
l
Epilobium parviflorum Schreb.
Harig wilgeroosje
Viltige basterdwederik
l
l
131
135
Epilobium lamyi F.W. Schultz Harde basterdwederik
Epilobium roseum Schreb. Bleke basterdwederik
l
l
l
l
l
132
Epilobium montanum L. Bergbasterdwederik
l
136
Epilobium tetragonum L. Kantige basterdwederik
l l
l
l
l l l
l l l
l l
137
141
l
Epipactis helleborine (L.) Crantz.
Equisetum telmateia Ehrh.
Brede wespenorchis
l l
l l
l
Reuzenpaardestaart
l l
l
l l l l
l l
l l l
138
142
l
Equisetum arvense L.
Erophila verna (L.) Chevall. s.l.
Heermoes
Vroegeling
l l l
l l
l l l
l
l
139
143
Equisetum fluviatile L.
l l
l
Eupatorium cannabinum L.
Holpijp
Koninginnekruid
l l
l
l
l l
l
l l
l l l
140
Equisetum palustre L. Lidrus
l
l
144
Euphorbia helioscopia L. Kroontjeskruid
l l
l
l
l l
l
145
149
Euphorbia peplus L.
Festuca arundinacea Schreb.
Tuinwolfsmelk
Rietzwenkgras
l
l l l l
146
150
Evonymus europaeus L.
l
l
Festuca gigantea (L.) Vill.
Wilde kardinaalsmuts
Reuzenzwenkgras
l
l l
l
l l l
147
151
verwilderd
Fagopyrum esculentum Moench
Festuca pratensis Huds.
Boekweit
Beemdlangbloem
l
l l
l l
l
l l l l l
148
Fagus sylvatica L. Beuk
152
Festuca rubra L. s.l. Rood zwenkgras
l l
l
l l
l
l
l
l
l l
l
l
l l l
l l
l l
153
157
l
Filipendula ulmaria (L.) Maxim.
Gagea lutea (L.) Ker-Gawl.
Moerasspirea
l
l
Bosgeelster
l l l
154
158
l
Frangula alnus Mill.
Galanthus nivalis L.
Sporkehout of Vuilboom
l l
l l
l l
l
Gewoon sneeuwklokje
l
l l l
l
l l l l
l
l
l
l
l l
l l
l
l l
l
Gewone duivekervel
l
Gewone hennepnetel
l
Fumaria officinalis L.
l
Galeopsis tetrahit L.
Gewone es
156
l l
159
Fraxinus excelsior L.
l l
l
l
l
l l
l
l
155
l
l
160
l
l
Galinsoga ciliata (Raf.) Blake Harig knopkruid
l
l l
l
l
l
l l
l
l
l l
l l
l l
l l
161
l
165
l
Galium aparine L.
l
Geranium molle L.
Kleefkruid
l
l
Zachte ooievaarsbek
l
l
l
l
l l l l l
162
166
l
Galium mollugo L.
Geranium pusillum L.
Glad walstro
l
Kleine ooievaarsbek
l
l
l l l
l l
l
l l
l
l
Galium palustre L.
l
l l
167
l
l
Geranium robertianum L.
Moeraswalstro
Robertskruid
l l
l
l l
163
l l
l l l
l l l
l
l l l l
l
l
l
l
l
164
Geranium dissectum L.
Slipbladige ooievaarsbek
l
168
Geum urbanum L. Geel nagelkruid
l
l
l l
l
l
l
l
l l
l
l
l l l
l l l
l
Glechoma hederacea L.
l
Gnaphalium uliginosum L.
Hondsdraf
Moerasdroogbloem
l
l l
l l l l
l
l
l
Glyceria fluitans (L.) Brown
l
l
Klimop
l l l l
l
l l l
Liesgras
Heracleum sphondylium L. Gewone bereklauw
176
Hieracium umbellatum L. Schermhavikskruid
l l
l
l
l
l l
175
Glyceria maxima (Hartm.) Holmb.
l l l
l
171
l
l l
l
Glyceria notata Chevall.
l
Hedera helix L.
Mannagras
172
l l
174
l
l
l l
l
170
Stomp vlotgras
l l
173
l
l
l l
l
l
169
l
l
l l
l
l
l l
l
l
l
l
l l
l
l
l l
l l
l l
l l
181
l
Holcus lanatus L.
l
l
Humulus lupulus L.
Gestreepte witbol
l
l l
l
177
l
l
Hop
l l
l l
l l l
l
l
l
l
l
178
182
Holcus mollis L.
Hyacinthoides non-scripta (L.) Chouard
Gladde witbol
Wilde hyacint
l
l
l
l l
l l l l
l
l
179
l
183
Hordeum murinum L.
Hypericum dubium Leers
Kruipertje
Kantig hertshooi
l l
l l
l
l l
180
Hottonia palustris L. Waterviolier
184
Hypericum humifusum L. Liggend hertshooi
l l
l
l
l
l l
l
l
185
l l
l l
189
Hypericum perforatum L.
Impatiens glandulifera Royle
Sint-Janskruid
l l
Reuzenbalsemien
l
l
l
l
l l
l
l
l
l
l l
186
190
l
Hypericum quadrangulum L.
l
Gele lis
l l
l
Iris pseudacorus L.
Gevleugeld hertshooi
l
l
l l l l
l
l l
187
l
Hypochoeris radicata L.
l
l
191
l
verwilderd
l
Juglans regia L.
Gewoon biggekruid
Okkernoot
l l l
l
l
188
Ilex aquifolium L. Hulst
192
Juncus acutiflorus Ehrh. ex Hoffm. Veldrus
l
l l l
l
l l l
193
197
Juncus articulatus L.
Juncus inflexus L.
Zomprus
Zeegroene rus
l l
l l
l
l l
l
l l l
l l
l
l l
l
l l
194
l
198
l
Juncus bufonius L. subsp. bufonius
Lactuca serriola L.
Greppelrus
Kompassla
l
l l
l l
l l
l
l l l l
l
l
195
199
Juncus conglomeratus L.
l l
l l l
Witte dovenetel
l l
l
l l
l
Juncus effusus L.
l
l l
l
196
l
Lamium album L.
Biezeknoppen
Pitrus
l
l l
l
200
verwilderd
Lamium galeobdolon (L.) L. ssp. argentatum (Smejkal) J. Duvign. Bonte gele dovenetel
l
l
l
l
l l l
l l l
l l
l l
201
l l l
Lamium galeobdolon (L.) L. ssp. montanum (Pers.) Hayek Gele dovenetel
l l
205
l
l
l
Lathyrus pratensis L. Veldlathyrus
l
l
206
202
Lemna minor L.
Lamium hybridum Vill.
Klein kroos
Ingesneden dovenetel
l l
l l
l l
l
l l l l
l l l l 207
203
Lemna trisulca L.
Lamium purpureum L.
Puntkroos
Paarse dovenetel
l l
l
l
l
l
l
l l
l l
l l l l
l l
l
l
l
l 204
Lapsana communis L. Akkerkool
l
208
Leontodon autumnalis L. Vertakte leeuwetand
l
l
l
l
l
l l
l
l
l l
l l
l
l
Leucanthemum vulgare Lam.
l l l
213
l
l l
l l
209
l l
l
l
l
l
Lolium perenne L.
Margriet
Engels raaigras
l
l
l l l
210
verwilderd
214
l
Ligustrum L. spec.
Lonicera periclymenum L. Wilde kamperfoelie
Liguster
l l l l
l l
211
215
Linaria vulgaris Mill.
Lotus corniculatus L. subsp. corniculatus
Vlasbekje
l
Gewone rolklaver
l
l
l
l
l
212
Lolium multiflorum Lam. Italiaans raaigras
l
l l
l l l
l
l l l l
l
l
l
216
Lotus uliginosus Schkur Moerasrolklaver
l
l
l
l
l
l
l
l l
Lunaria annua L.
l
Lycopus europeus L. Wolfspoot
Tuinjudaspenning
l l
l l
221
verwilderd
l l
l
217
l
l
l
l
l l
l l
l l
l l
l l
l l
222
Luzula campestris (L.) DC.
l l
l
218
l
l
Lysimachia nummularia L. Penningkruid
Gewone veldbies
l
l
l l
l l l l
l l l l l
219
l
223
Luzula multiflora (Retz.) Lej.
Lysimachia vulgaris L.
Veelbloemige veldbies
l l
l
l
Grote wederik
l
l
l
l l
l
l l
Lychnis flos-cuculi L.
Echte koekoeksbloem
l l
l l l l
l
220
l
l
l
l
224
Lythrum salicaria L. Grote kattestaart
l
l
l
l
l l
l l
l l l
225
l
l
229
Malva neglecta Wallr.
l
l
Matricaria maritima L.
Klein kaasjeskruid
Reukeloze kamille
l
l l l
l l l
l l
l l l l
226
l
230
Malva L. spec
l
l
Matricaria recucita L.
Kaasjeskruid
Echte kamille
l l
l l
l
l
l l
l
l
227
231
Malva sylvestris L.
Medicago lupulina L.
Groot kaasjeskruid
Hopklaver
l l
l l
l
l l l
l l l
228
Matricaria discoidea DC.
l l
l l
l
l l l
l
l
l
Schijfkamille
l
l
l
l
232
l
Melandrium dioicum (L.) Coss. et Germ. Dagkoekoeksbloem
l
l
233
237
Melilotus alba Med.
l
Mespilus germanica L.
Witte honingklaver
Mispel
l l l l
234
238
Melilotus altissima Thuill.
Moehringia trinervia (L.) Clairv.
Goudgele honingklaver
l l
l l
Drienerfmuur
l l
l
l l
l
l
l
l
l
235
239
l
Mentha aquatica L.
Myosotis arvensis (L.) Hill.
Watermunt
Akkervergeet-mij-nietje
l
l
l l
l l
l
l
236
Mercurialis annua L. Tuinbingelkruid
240
Myosotis cespitosa C.F. Schultz Zompvergeet-mij-nietje
l l
241
245
Myosotis discolor Pers.
verwilderd
l
Narcissus pseudonarcissus L. subsp. major (Curt.) Baker Trompetnarcis
Veelkleurig vergeet-mij-nietje
l
l l l
l l l
l l
242
246
l
Myosotis scorpioides L.
l
Nasturtium microphyllum (Boenningh.) Reichenb. Slanke waterkers
Moerasvergeet-mij-nietje
l l
243
l
247
Myosotis sylvatica Ehrh.
Oenanthe aquatica (L.) Poiret
Bosvergeet-mij-nietje
l l
Watertorkruid
l l
l l
l
l l l
l
l
l
l
244
l
l
l
Myosoton aquaticum (L.) Moench Watermuur
l
248
Oenanthe fistulosa L. Pijptorkruid
l l
249
253
Oenothera parviflora L.
Oxalis acetosella L.
Kleine teunisbloem
Witte klaverzuring
l
l
l l l
250
254
Ophioglossum vulgatum L.
l
Oxalis fontana Bunge
Addertong
Stijve klaverzuring
l
l
251
255
Origanum vulgare L.
verwilderd
Panicum miliaceum L.
Wilde marjolein
Pluimgierst
l
l l l l
252
Ornithogalum umbellatum L. Gewone vogelmelk
l
256
Papaver rhoeas L. Grote klaproos
l
l
257
261
Paris quadrifolia L.
Picea A. Dietr. spec.
Eenbes
l l
Fijnspar
l l
l l
l
l
l l l
l l
Phalaris arundinacea L.
l
l l
l
Grote pimpernel
l l
l
l
l l l
l l
l l
l
l l
l
259
l
263
Phleum pratense L.
Plantago lanceolata L.
Timoteegras s.s.
Smalle weegbree
l l
l l
l
l
l l
l l
l
Phragmites australis (Cav.) Steud.
l
l l
Riet
l
l l
l
260
l
Pimpinella major (L.) Huds.
Rietgras
l
l l
262
l
l
l
l
l
258
l
l
l l
l l
l
verwilderd
264
l
l l l
l l
l
Plantago major L. subsp. major Grote weegbree
l l
l
l
l
l
l l
l
l l
l l
l l
l l
265
269
l
Poa annua L.
Polygonatum multiflorum (L.) All.
Straatgras
Gewone salomonszegel
l
l l
l
l
l
l
l l
l l
l l l
266
l
270
Poa nemoralis L.
Polygonum amphibium L.
Schaduwgras
Veenwortel
l
l
l
l
l
l
l l
l l
l l
271
Poa pratensis L.
l
l
l l
l
l l l l l l
268
Poa trivialis L.
Ruw beemdgras
l
Varkensgras
l
l l
l
272
Polygonum bistorta L. Adderwortel
l l
Polygonum aviculare L.
Veldbeemdgras
l
l l
l
267
l l
l l
l
l
l
l
l l l
273
277
Polygonum convolvulus L.
Polygonum lapathifolium L. subsp. Lapathifolium Beklierde duizendknoop
Zwaluwtong
l l l l
l l
274
278
Polygonum cuspidatum Sieb. et Zucc.
Polygonum lapathifolium L. subsp. Pallidum (With.) Fries Beklierde duizendknoop
Japanse duizendknoop
l l
l l
l l l
l
l
l
l l
275
l
l
279
Polygonum hydropiper L.
l
Polygonum mite Schrank
Waterpeper
Zachte duizendknoop
l l
l
l l
l l
l
l l l
276
Polygonum lapathifolium L. Beklierde duizendknoop
l l l
l l
l l
l
l l l
l
l l l
l
280
Polygonum persicaria L. Perzikkruid
l l
l
l
l
l
l l
l l l
281
verwilderd
285
l
Populus alba L. (+ P. x canescens (Ait.) Smith) Witte/Grauwe abeel
Potentilla erecta (L.) R채uschel Tormentil
l l l l l l
l
286
282
Potentilla reptans L.
Populus tremula L.
Vijfvingerkruid
Ratelpopulier
l l
l l
l
l l
l
l
l
l l l
l l
verwilderd
287
l
Potentilla sterilis (L.) Garcke
Populus X canadensis Moench
Aardbeiganzerik
Canadapopulier
l l
l l
l
l
l
Zilverschoon
l
l l
l l
l l
Potentilla anserina L.
l
l
l
284
l l
l l
283
l
l l
l
l
288
Primula elatior (L.) Hill Slanke sleutelbloem
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Prunus spinosa L.
Gewone brunel
l
l l
293
Prunella vulgaris L.
l l
l
289
l
Sleedoorn
l
l
l
l l l
290
l
l l
l
Prunus avium (L.) L.
294
Pulicaria dysenterica (L.) Bernh.
Zoete kers
Heelblaadjes
l
291
verwilderd
l
Prunus cerasifera Ehrh.
295
l
Pulmonaria officinalis L.
Kerspruim
Gevlekt longkruid
l l
l l
l l
l
l l l l l l
292
Prunus padus L. Vogelkers
l
296
Quercus robur L. Zomereik
l l
l
l l l
l
297
verwilderd
301
l
Quercus rubra L.
Ranunculus auricomus L. Gulden boterbloem
Amerikaanse eik
l l
l
l
l
l
l
l l
l
l
l l
l
l
l
l
l l
l l
l
l
l l l
l
l
l 298
302
l
Ranunculus acris L.
l
Ranunculus ficaria L. Speenkruid
Scherpe boterbloem
l l
l
l
299
303
Ranunculus aquatilis L.
Ranunculus flammula L.
Fijne waterranonkel
Egelboterbloem
l l
l l
l l
l l
l l l l l l
300
Ranunculus arvensis L. Akkerboterbloem
304
Ranunculus repens L.
Kruipende boterbloem
l l
l
l
l l l l l l
305
309
l
Ranunculus sardous Crantz
Rhinanthus minor L.
Behaarde boterbloem
Kleine ratelaar
l l
l l
l l
l l
306
310
Ranunculus sceleratus L.
l
Ribes nigrum L.
Blaartrekkende boterbloem
Zwarte bes
l l
l
l l l l
l
l l
307
311
Raphanus raphanistrum L.
l
Ribes rubrum L.
Knopherik
Aalbes
l l
308
Rhamnus catharticus L. Wegedoorn
l
312
Ribes uva-crispa L. Kruisbes
l
l
l
l l l
313
317
Robinia pseudacacia L.
l
l l
l
Hondsroos
l l
l
l
Rosa canina L. s.l.
Robinia
l
l
l
l l
l l
l l
314
318
l
Rorippa amphibia (L.) Besser
Rosa multiflora Thunb.
Gele waterkers
l
Veelbloemige roos
l
l
l
verwilderd
l
l
l l
l l
l l
l
l
l l
315
l
Rorippa islandica (Oeder) Borbas Moeraskers
l l l
319
l
Rubus caesius L. Dauwbraam
l l l
316
Rorippa sylvestris (L.) Besser Akkerkers
320
Rubus idaeus L. Framboos
l
l l
l
l
l
l
l l
l
l
l l
l
l
Rubus fruticosus coll.
l
l
l l
l
l l
322
326
l
Rumex acetosa L.
l
Rumex hydrolapathum Huds.
Veldzuring
Waterzuring
l l
l l
l l
l
Rumex acetosella L.
l
l l l
l
Ridderzuring
l l
l
l
l l
l
l
l
l
l
l
l
324
l
Rumex conglomeratus Murray Kluwenzuring
l
Rumex obtusifolius L. subsp. obtusifolius
Schapezuring
l
l l
327
l
l
l l
l l
323
l l
l
l
l
l
l l
l
l
l
l
l
l
l l
Krulzuring
l l
l
Rumex crispus L.
Gewone braam
l
l
325
l
l
l l
l l
321
l
l l
l l
l
328
Rumex sanguineus L. Bloedzuring
l
l
l
l
l
l
l
l l l
l
333
hybride
Rumex X pratensis Mert. et Koch
Boswilg
l
l l
l
Salix caprea L.
Krulzuring x Ridderzuring
l
l l l
329
l
l
l l
l
l
l
330
334
l
Sagina procumbens L.
Salix cinerea L. (+ S. x multinervis Doll) Grauwe wilg
Liggende vetmuur
l
l
l
l
l
l
l l
l l l
l l
331
l
Salix alba L. Schietwilg
335
Salix fragilis L. (+ S. x rubens Schrank) Kraakwilg
l
l
332
Salix aurita L. Geoorde wilg
336
verwilderd
Salix matsudana Koidzumi cv. Tortuosa Krulwilg
l
l l
l
l
l
l
l l
l
l l
337
341
Salix triandra L.
l
l
hybride
l
Salix X rubens Schrank
Amandelwilg
Schietwilg x Kraakwilg
l l l
338
342
Salix viminalis L.
hybride
Salix X rubra Huds.
Katwilg
Bittere wilg x Katwilg
l
l
l
l
l
339
343
hybride
Salix X holosericea Willd.
Salix X sericans Tausch ex A. Kerner
Grauwe wilg x Katwilg
l
hybride
Boswilg x Katwilg
l
l l
l
l l l l
l
l
l
l l
l l l
l l
340
hybride
Salix X multinervis Dรถll
Geoorde wilg x Grauwe wilg
l
344
Sambucus nigra L. Gewone vlier
l
l
l
l
l l
l
l l
l
l
l
345
l
349
verwilderd
Sambucus nigra L. var. laciniata L.
Scrophularia umbrosa Dum. Gevleugeld helmkruid
Peterselievlier
l
l
346
350
Scirpus setaceus L.
verwilderd
Sedum telephium L. subsp. maximum (L.) Krocker Hemelsleutel
Borstelbies
l
l
l l
l
l
l l
l
347
351
Scrophularia auriculata L.
Sedum telephium L.
Geoord helmkruid
l l
Hemelsleutel
l l
l l l
l l
348
Scrophularia nodosa L. Knopig helmkruid
l
l
l l
l
352
Senecio jacobaea L.
Jakobskruiskruid s.l.
l
l
l
l
l
l
l l
l l l
l l l
l l l
l
l
l
353
357
l
Senecio vulgaris L.
Solanum nigrum L.
Klein kruiskruid
Zwarte nachtschade s.l.
l l
354
358
Sinapis arvensis L.
l
l
Solidago gigantea Ait.
Herik
l
Late guldenroede
l
l
l
l
l l l
l l l
l
l
355
359
l
Sisymbrium officinale (L.) Scop.
Sonchus arvensis L.
Gewone raket
l
l
l
l
l
l
Akkermelkdistel s.l.
l l
l
l
l l l
l
l l
l l
l
Solanum dulcamara L.
l l l l
356
l l
l
Bitterzoet
l
l
360
Sonchus asper (L.) Hill. Gekroesde melkdistel
l l
l
l
l
l
l
l l
l l
l l l l
l l l
361
365
l
Sonchus oleraceus L.
Stachys palustris L.
Gewone melkdistel
l l
Moerasandoorn
l l
l l
l
l
l
l
l l l l
l
l
l
Sorbus aucuparia L.
l l
366
l
l l
l l
362
l
l
Stachys sylvatica L.
Wilde lijsterbes
Bosandoorn
l l l
l l
l l
l l
l l l l
363
l l
367
Sparganium erectum L.
Stellaria graminea L.
Grote egelskop s.l.
Grasmuur
l
l l
l
l l
l l
l l
l l
l l l
364
Spergula arvensis L. Gewone spurrie
368
Stellaria holostea L. Grote muur
l
l
l
l l l
369
373
l
Stellaria media (L.) Vill. subsp. major (Koch) Arcang Heggevogelmuur
l l
l l l
l l
Sneeuwbes
l
l
l
l
l l
l l
l
l
l l
l
Symphoricarpus albus (L.) S.F. Blake
l l
verwilderd
l
l
l
l l l
l l
l
370
l
Stellaria media (L.) Vill. subsp. media Vogelmuur
l
374
Symphytum officinale L. Gewone smeerwortel
l
l
375
371
Stellaria uliginosa Murray Moerasmuur
l
verwilderd
Syringa vulgaris L. Sering
l l
372
Succisa pratensis Moench Blauwe knoop
376
verwilderd
l
Tanacetum parthenium (L.) Schultz-Bip. Moederkruid
l l l
l l l
l l
377
381
l
Tanacetum vulgare L.
Thlaspi arvense L.
Boerenwormkruid
l l
l l
Witte krodde
l l l
l
l l l l
l
l l l
378
l
Taraxacum s. Taraxacum Paardebloem
382
verwilderd
Tilia L. spec. Linde
l l
379
l
383
verwilderd
Taxus bacata L.
verwilderd
Tilia X vulgaris Hayne
Taxus
Hollandse linde
l
l
380
Teucrium scorodonia L. Valse salie
384
Torilis japonica (Houtt.) DC. Heggedoornzaad
l
l l
l
l
l
l l
l
l l l
389
Trifolium campestre Schreb.
l l
l
385
l
l
Trifolium repens L.
Liggende klaver
Witte klaver
l l
l l l
l l l l
386
390
l
Trifolium dubium Sibth.
Trisetum flavescens (L.) Beauv.
Kleine klaver
l
Goudhaver
l
l l
l l l l
387
l
391
Trifolium hybridum L.
Tussilago farfara L.
Basterdklaver
l l
l l
Klein hoefblad
l l
l
l l l
l
l
l
l
388
Trifolium pratense L. Rode klaver
l
l
l
392
Typha latifolia L. Grote lisdodde
l
l l
l
l
l l l l l
393
397
l
Ulmus minor Mill.
Veronica agrestis L.
Gladde iep
l l
Akkerereprijs
l l
l l
l
l l l
l
l l
394
398
l
Urtica dioica L.
Veronica anagallis-aquatica L. subsp. aquatica Nyman Rode waterereprijs
Grote brandnetel
l
l l l
l l
l
l
l
l l
l
l
l l
l
l l
l l
395
l
l
Valeriana repens Host.
399
Veronica arvensis L.
Echte valeriaan
Veldereprijs
l l
l l l
396
Verbascum thapsus L. Koningskaars
l
400
Veronica beccabunga L. Beekpunge
l l l
l
l l
l
l
l
l
l l
l
l
l
l
l l l
l
l l
401
l
Veronica chamaedrys L.
405
Veronica persica Poir.
Gewone ereprijs
Grote ereprijs
l l
l l
402
406
Veronica hederifolia L. subsp. hederifoflia Klimopereprijs
l
Veronica scutellata L. Schildereprijs
l
l
l l
l l
l l
l l
403
l
Veronica hederifolia L. subsp. lucorum (Klett et Richt.) Hartl Klimopereprijs
l
407
Veronica serpyllifolia L. Tijmereprijs
l
l
l
l l l
l
l l l l l
404
Veronica peregrina L. Vreemde ereprijs
408
Viburnum opulus L. Gelderse roos
l
l l
l
l
l
l l l
l l l
l
l l l
409
413
Vicia cracca L.
Vicia tetrasperma (L.) Schreb. subsp. tetrasperma Vierzadige wikke
Vogelwikke
l l
l l
l l
l
l l l l
410
414
l
Vicia hirsuta (L.) S. F. Gray
Vinca minor L.
Ringelwikke
Kleine maagdenpalm
l l
l
l l
l
l l l
411
415
l
Vicia sativa L. subsp. nigra (L.) Ehrh.
Viola riviniana Reichenb.
Smalle wikke s.s.
l
Bleeksporig bosviooltje
l l
l l
l
l l l
l
l
412
Vicia sepium L. Heggewikke
l
l
l
l
l
l
l