18 minute read

EVEN NAAR IKE EN ANTOINETTE

Ike, peterselie snijdend die straks over de biefstuk moet. Opkijkend: ,,Mensen houden van een beetje kleur.’’ naar een eigen bedrijf. ,,Ik kwam uit de detailhandel’’, zegt Antoinette. ,,En we zeiden: gewoon doen, niet bang zijn. Maar er kwam veel meer kijken bij een eigen horecabedrijf dan ik had gedacht: niet alleen diploma en vergunningen, maar ook het tegemoet kunnen komen aan dieetwensen van mensen met allergieën, het inschakelen van een bureau voor ongewenste intimiteiten; allemaal dingen waar ik nooit bij stil had gestaan.’’

MAMA GAAT TOCH NIET KOKEN?

Advertisement

Adiba werkt door de week als enig personeelslid en in het weekend hebben jongeren uit Uithuizermeeden hier een bijbaantje, in het zomerseizoen werken er dagelijks vier man extra. Antoinette doet de boekhouding en de bestellingen, regelt de advertenties op de placemats. Koken is niet haar forte. ,,Ik weet nog dat we dit bedrijf wilden starten, leuk, zeiden de kinderen, maar wie gaat er dan thuis koken, mama toch niet hè?’’ staan. Wij zijn al zeven jaar niet met vakantie geweest.’’

Roos: ,,Ik was 12 de laatste keer. Stonden we op de camping bij Lauwersoog. Prachtig. Ik hoef niet ver weg, zet mij in een tent met mijn familie en ik ben blij. Hier zijn veel vaste klanten, dat vind ik erg leuk.’’ Met een blik op de tafel vlakbij de bar: ,,Zoals mijn oom en tante.’’

Karel en Stiny Werkman-Bisschop zijn neergestreken. ,,Ik hoor d’r niet bij hoor’’, zegt Stiny. Ze zijn vanuit Uithuizen komen fietsen over de dijk en blieven wel een Rivella en een biertje.

Ze houden van dit gebied. Het is land zonder poespas. Het is wat het is. Mooi? Ach. ,,We moeten wel verder met mekaar. Je wilt ook warm zitten. Vroeger woonden we in huizen met vier slaapkamers en een douche en een wasmachine. Je had geen wasdroger. Geen waterkoker. En het hele jaar tomaten eten was er vroeger ook niet bij.’’

SLIK TEGEN ECZEEM

Antoinette kent de haven vanuit haar jeugd. ,,We fietsten 10 kilometer over de dijk en plonsden dan zo het water in. We konden in het slik springen bij Usquert en Noordpolderzijl. Slik hielp tegen eczeem. En als de garnalenboten binnenliepen in Usquert gingen we garnalen pellen. Het hoge Noorden is een prachtig land, we hebben zoveel om trots op te zijn.’’

Ze wil haar gasten iets meegeven van de schoonheid en de historie van dit gebied. ,,Ik ben van de Eemshaven gaan houden. Van dat mooie oranje-groene licht ’s avonds. Maar als ik hier aan kom rijden en ik zie dat een windmolen het niet doet, vraag ik me af wat er aan de hand is. En als mensen lelijke dingen zeggen over dit land hier, zeg ik ja, maar onze kinderen en onze kleinkinderen hebben dit gebied wel nodig. Dit is nu allemaal in ontwikkeling naar groene stroom. Maar het is ook bevingsgebied. Je wordt als Groninger steeds trotser op de plek waar je wortels liggen.’’

IK KNOW, KNOW Fietsers op het terras. Ze willen frikandellen. Ze loopt naar de keuken om bestellingen te halen en zegt: ,,Bij de ribe-eye is geen salade.’’ Ike knikt onverstoorbaar. ,,Ik know, know’’, zegt hij en doet uitjes in de bakjes met mayo en ketchup.

Eén ding is, helaas voor Antoinette, onveranderd gebleven in al die jaren. ,,Mensen zeggen nog steeds ‘We gaan even naar Ike’. Dus misschien moet ik me maar Tina gaan noemen.’’

ALBERT JAN KOERS, OPERATIONEEL INSTALLATIE VERANTWOORDELIJKE

‘Sinds 1980 werk ik in de Eemshaven, in het begin in dienst van het toenmalige Elektriciteitsbedrijf voor Groningen en Drenthe. Daar stond toen alleen het hoogspanningsstation voor de Eemscentrale en een gebouwtje van Rijkswaterstaat. Voor de rest was het een lege vlakte. Sinds die tijd heb ik voor TenneT heel wat nieuwe projecten op het hoogspanningsnet mogen aansluiten; de energiecentrales van RWE en Nuon, het windpark op zee Gemini, de kabelverbindingen met Noorwegen en Denemarken. En vergeet niet de zonne- en windparken. Het is mooi om die ontwikkelingen mee te maken. De energiewereld staat niet stil. Doordat je dagelijks in deze materie zit, komt de kennis naar je toe.

‘Ik ben d’r klaar voor!’’ Ike Bisschop kijkt op het lijstje boven zijn werkblad. Soepel pakt hij een bord en arrangeert alvast de salade. ,,Twee patat’’, roept hij naar Adiba Zimo aan de bakwand. Ze legt behoedzaam de frites in het vet. ,,Ik laat het zakken!’’ roept ze.

Vrijdag half een; lunchtijd in restaurant

Diekgat aan de Kwelderweg. Binnen lopen

Ikes vrouw Antoinette de Winter en hun oudste dochter Roos heen en weer tussen de tafeltjes, in de kleine keuken werken kok Ike en hulpkok Adiba gestaag door aan het verwerken van de bestellingen. Een rib-eye en een glutenvrije frikandel speciaal. ,,Die worden niet bruin hè’’, roept Adiba. ,,Nee’’, zegt

LOODSEN EN HIJSKRANEN

Restaurant Diekgat ligt aan de rand van de Eemshaven, waar de bedrijven langs lange, rechte wegen staan. Een plastic zakje holt langs de met madeliefjes bespikkelde dijk, de windmolens zoeven in cadans en bij de Eemshavencentrale doen de kolenbergen denken aan enorme olifantenruggen. Dit is het land van de groene, innovatieve bedrijven die de duurzame energievoorziening van Nederland een boost van jewelste gaan geven. Een land van loodsen en hijskranen, gemaakt door mensen voor mensen, waar je evenwel bijna geen mensen ziet.

Behalve in Diekgat. Hier komen ze samen, de captains of Industry, de harde werkers, stoere zeebonken, de fietstoeristen op weg langs de Bollenroute. Hier kun je uitblazen achter de koffie met appeltaart, vind je de gezelligste mensen en de lekkerste kibbeling van het land, zo juichen de recensenten op internet.

EVEN NAAR IKE

Ike je spreekt zijn naam uit zoals je het schrijft) en Antoinette Bisschop uit Uithuizen zijn sinds 2017 eigenaren van dit restaurant. Maar het staat er al sinds begin jaren 70 toen de Eemshaven net open was. Otto Pakes begon op deze plek een snackbar met twee frituurtjes. Het bedrijf wisselde een aantal keren van eigenaar, Ike Bisschop werkt er al een tijdje als kok en was wijd en zijd bekend.

Iedereen wilde altijd ‘even naar Ike’. Toen hij hoorde dat de eigenaren het kwijt wilden, waagde hij samen met Antoinette de stap

Ze gaven hun nieuwe bedrijf een nieuwe naam, zochten iets dat de lokale bevolking zou herkennen. Diekgat ontleent zijn naam aan de dijkdoorgang verderop. Vanaf het terras kun je de Oostpolder zien. Antoinette:

,,Als dat gebied vol industrie komt, zal dat ons geen windeieren leggen, zegt mijn gevoel.’’

,,Two euro’s ninety-seven’’, zegt Roos (19) vanachter de kassa. ,,Have a nice day.’’ Ze loopt hier al rond in het restaurant sinds ze een kind was en stiekem patatjes at. Ze staat de klanten te woord in vlekkeloos Engels, maar soms is dat niet voldoende. Als ze haar in Spaans of Italiaans aanspreken, pakt ze de telefoon erbij.

,,Ik hou ervan om lekker te kletsen’’, zegt ze.

OP VAKANTIE ALS IK VAKANTIE HEB

Of ze het bedrijf later van haar ouders over zou willen nemen? Ze schudt haar hoofd. ,,Ik wil op vakantie zijn als ik vakantie heb.’’

Antoinette: ,,Dit bedrijf is hollen of stil-

In mijn huidige functie ben ik belast met de aanleg en het onderhoud van hoogspanningsinstallaties, zoals transformator- en schakelstations, in de Eemshaven. De elektriciteit die hier wordt opgewekt moet verder getransporteerd kunnen worden, naar het zuiden van het land, Noorwegen, Duitsland en Denemarken. Bij storingen heb ik een coördinerende rol voor het oplossen ervan. De Eemshaven is eigenlijk de Energy Valley van Nederland. Het is jammer dat al die elektriciteit niet hier wordt verbruikt. Voor het transport zijn dure transformatorstations en verbindingen nodig. Dat wordt in de toekomst wellicht anders, als hier grote elektrolysers groene waterstof gaan maken. Die hebben veel elektriciteit nodig. De veiligheid is in mijn werk heel belangrijk. Het gevaar ligt altijd op de loer. We werken met hoge spanning van 110.000 tot 450.000 volt. Bij TenneT wordt iedereen die daarmee werkt daarvoor intern opgeleid. Daarnaast heb je veel werkervaring nodig. Voor het bijhouden van veiligheidsprocedures, de schakel- en bedieningswerkzaamheden hebben we iedere drie jaar een herhalingscursus. Dat houdt je scherp, ook qua veiligheid. Als je alle regels in acht neemt en je verstand gebruikt, hoeft er niets te gebeuren.’’

In het voorjaar van 2004 heffen Harm Post en Theo Pouw het glas in de boerderij van kunstenares Marte Röling in Uithuizen. Ze hebben reden voor een klein feestje. Pouw wil zijn bedrijf in Utrecht uitbreiden met een recyclingfabriek voor bouwstoffen. Post heeft daarvoor in de Eemshaven 26 hectare in de aanbieding. Afspraken worden gemaakt. De maanden erna blijkt de weg voor Pouw naar de Eemshaven nog hobbelig. In het najaar blaast hij zelfs alles af om anderhalve week later alsnog voor de Eemshaven te kiezen. ,,We wilden graag uitbreiden en in de Eemshaven kon dat een stuk goedkoper dan in Utrecht’’, blikt Pouw terug. Harm Post is op dat moment drie jaar directeur van Groningen Seaports.

Als zoon van een dokter komt hij op 12 september 1953 ter wereld in het Utrechtse Westbroek. Post ontpopt zich tot een directeur die successen viert. Hij houdt van een goed verhaal en de gulle lach die daar vaak bij hoort, hij schrijft in zijn vrije tijd kinderboeken en is niet vies van een geintje. Als hij jaren later een megacontract gaat tekenen met Google, besluit hij in T-shirt, spijkerbroek en All Star-gympen naar het tekenmoment in de Prinsenhof in Groningen te gaan. ,,Want die jongens van Google liepen er ook altijd nogal cosy bij’’, vertelt hij later in deze krant. In de Prinsenhof ontdekt Post dat de jongens van Google voor dit plechtige moment ook hebben nagedacht over de kledingkeuze. Ze hebben de slobbertrui in de kast gelaten. In maatpak staan ze klaar om contracten te tekenen.

HARD ZAKEN DOEN

Een goede grap, een mooi verhaal en prima uitkomst. Het is deze Harm Post die de Eemshaven rond de eeuwwisseling uit het slop moet halen. Maar alle vrolijkheid bij elkaar, hard zaken doen is het ook. ,,In Groningen moet je bloedje commercieel zijn en on-Gronings brutaal’’, zegt hij in een magazine van humanresourcesbureau ASBR. ,,Je moet op een agressieve en creatieve manier je klanten aan je binden, want ze komen hier echt niet vanzelf binnen hollen.’’

Van konijnenparadijs naar stopcontact van Nederland. Onder Harm Post veranderde veel in de Eemshaven. Hij bracht de haven nieuw elan, vierde successen. Maar Post balanceerde ook op randjes om die successen binnen te halen.

Dat blijkt in de Eemshaven van voor 2000. Op dat moment zijn het in de haven vooral konijnen die voor bedrijvigheid zorgen. Het optimisme waarmee de Eemshaven in 1973 wordt geopend, maakt tegen de eeuwwisseling plaats voor diepe neerslachtigheid. De haven herbergt weliswaar een veerdienst naar Borkum en faciliteert Butterfahrten, maar staat vooral bekend als een plek waar plannen niet doorgaan.

Als de toenmalige directeur, Gerrit Koning, zich in 1999 laat ontvallen dat de haven nooit aangelegd had moeten worden, is de maat vol voor de provincie en de toenmalige gemeenten Eemsmond en Delfzijl die samen de gemeenschappelijke regeling havenschap

Toen ik in het bestuur kwam, merkte ik dat daar ‘akkoord’ werd gegeven op alles wat Harm wilde

Groningen Seaports vormen. Ja, dat was einde Koning, zegt Joop Boertjens, die in mei 2000 als gedeputeerde verantwoordelijk wordt voor de Groninger havens. ,,Aan dat soort uitspraken had je niks.’’ Boertjens herinnert zich de stilte in de haven als geen ander. Sterker, toen hij in de jaren 90 zijn duikbrevet had gehaald, maakte Boertjens er gebruik van. ,,Met vrienden ging ik duiken in de Eemshaven. Dan zwommen we naar een boei en doken langs de ketting naar beneden, 18 meter diep. Je zette je auto op de dijk en ging het water in. Daar zei toen niemand wat van. Nu zou het onbestaanbaar zijn.’’

MAN VOOR THE JOB

Van dit paradijs voor konijnen en recreatiezwemmers moet Post vanaf 1 januari 2001 een bruisende haven maken. Aan wind is in de Eemshaven bijna nooit gebrek en hij heeft die bij zijn komst pal tegen. Zeker als de economische omstandigheden in zijn eerste jaar alleen maar verslechteren. Zo staat de internetbubbel op ploffen en gaat er dankzij de aanslagen van 9/11 een schok door wereld die de economie evenmin goed doet. Meer het lijdt voor Boertjens geen twijfel: Harm Post is de man voor the job Zeventig

METHODE POST: HARM LULDE VIS UIT HET WATER

kandidaten melden zich voor de vacature ‘Gerrit Koning’. ,,In het gesprek met Post had ik meteen een klik’’, herinnert de oud-gedeputeerde zich.

Post is op dat moment nog directeur van vervoermaatschappij NoordNed. Hij werkte eerder bij busmaatschappij Gado. Met NoordNed ligt Post geregeld in de clinch met de provincie. Verantwoordelijk gedeputeerde Tonnis Musschenga legt het bedrijf boetes op, omdat afspraken uit het contract niet worden nagekomen. Op zijn beurt verwijt Post de provincie dat die de ontwikkeling van NoordNed als bedrijf in de weg staat. He is dus niet heel verwonderlijk dat rond de benoeming van Post wordt gezegd: ,,Die Gado-chauffeur kan toch niet directeur van de Eemshaven worde.’’ Boertjens kent die verhalen niet, zegt hij. ,,Maar er was in de sollicitatiecommissie wel wat twijfel over Harm Post. Dat had vooral te maken met het feit dat hij beroepsmatig uit een heel andere wereld kwam.’’

Maar Boertjens wil beweging rond de Eemshaven en in zijn ogen kan Post dat voor elkaar krijgen. ,,Rondom de Eemshaven en Delfzijl hing een negatieve sfeer. Dat moesten we doorbreken. Post was enthousiast en positief. We hadden ook wel mensen op gesprek die wezen op hun goede contacten. Die kenden dan de koning van Zweden. Ik wilde liever Groningse nuchterheid, gekoppeld aan enthousiasme en optimisme. Dat straalde Harm volop uit.’’ Boertjens overtuigt de andere leden van de sollicitatiecommissie en in de nazomer van 2000 volgt een unaniem besluit. De dan 47-jarige Harm D. Post wordt de nieuwe CEO van Groningen Seaports.

SOLLICITATIE WAS EEN IMPULS

Onbevangen en amper geremd door kennis van zaken gaat Post aan de slag als havenbaas. Zijn sollicitatie was een impuls, zegt hij jaren later. Vrienden vroegen hem zelfs of zijn transfer naar de havens veroorzaakt werd door een midlifecrisis. Ook van varen weet hij weinig. Ja, hij kent het verschil tussen stuur- en bakboord, maar dat was het wel, zegt hij in een interview met deze krant. Maar, weet Post, dat hoeft ook niet zo nodig. In hetzelfde interview zegt hij dat in de havens genoeg maritieme kennis aanwezig is. Post is er voor iets heel anders. Pas- send in de filosofie van Boertjens wil Post zorgen dat de gang erin komt in de havens. En klanten binden kan Post. Misschien wel als geen ander. In gesprekken over de mens Post klatert het van de loftuitingen: gastvrij, altijd een verhaal, een mirakel, humor, die ene gele tulp in een veld vol rode. Rapportcijfer: een dikke 8, zo niet 9. Onder Post wordt het jaarlijkse Havendiner geboren, waar ministers en andere bobo’s graag een vorkje mee prikken. De Nieuwjaarsreceptie van Groningen Seaports is meer dan een bijeenkomst, het wordt een happening.

Zo worden steeds nadrukkelijker de netten uitgeworpen, het is alleen nog zaak de vissen erin te laten zwemmen. Edward Stulp, oudwethouder in Delfzijl en nu raadslid in Eemsdelta, weet waarom dat geen probleem zou moeten zijn. ,,Harm Post kon vis uit het water lullen’’, verklaart hij.

KLAPPER

Dat blijkt. In 2003 maken achtereenvolgens

Biovalue (biodieselfabriek) en Holland Malt (moutfabriek) bekend dat ze investeren in de Eemshaven. De echte klapper volgt een jaar later: Theo Pouw investeert in de haven ruim 80 miljoen euro in de bouw van een recyclingfabriek voor bouwstoffen gecombineerd met een wasinstallatie voor grond en breekinstallatie voor puin.

De komst van Pouw is voor Post van belang. In Peking, waar hij op dat moment op zakenreis is, knalt de champagne als Post in het najaar van 2004 verneemt dat Pouw definitief komt. ,,Dit is de omslag voor de Eemshaven’’, tekent deze krant op uit de mond van de havendirecteur. ,,31 jaar nadat koningin Juliana de haven heeft geopend, wordt het optimisme van toen bewaarheid.’’

Er is Post dan ook veel aan gelegen Pouw binnen te hengelen. Hij biedt een aantrekkelijke grondprijs, blijkt uit de woorden van Theo Pouw. Ook krijgt het Utrechtse bedrijf een zeer prominente locatie in de haven. Een plek die het bedrijf vandaag de dag nooit meer zou krijgen, zeggen ingewijden.

Ook tussen Theo Pouw en Harm Post botert het. Pouw en zijn gezin brengen op uitnodiging van Post een weekeinde door in Groningen. ,,Zijn we ook nog die hoge toren daar, hoe heet die ook alweer, opgeklommen’’, herinnert Pouw.

Volgens de Utrechtse ondernemer is het goed zaken doen met Post. ,,Hij had de kracht bedrijven naar zich toe te trekken. Hij speelde in op zorgen die er leefden en trok aan touwtjes om wensen ingevuld te krijgen.

Ik vond hem recht door zee en betrouwbaar.’’ En de liefde bleek duurzaam. Pouw: ,,Ook toen we eenmaal in de Eemshaven zaten, bleef Post bij het bedrijf betrokken.’’

BOUWPUT

De beweging van Boertjens is ingezet. Waar zijn voorganger vijf jaar eerder nog zei dat haven niet aangelegd had moeten worden, voorspelt rasoptimist Harm Post in 2004 dat de Eemshaven binnen enkele jaren een grote bouwput is. Inclusief Theo Pouw, de biodieselfabriek en de moutfabriek zitten er dan tien projecten in de pijpleiding. ‘Ik ben altijd overtuigd geweest dat als het eenmaal begint te vibreren, iedereen gaat denken dat ze erbij moeten zijn’, zegt Post.

De havenbaas krijgt gelijk. Medio 2008 mag de Eemshaven zich zelfs de grootste bouwput van Noord-Nederland noemen. Energiecentrales worden gebouwd, de toenemende interesse in windenergie manifesteert zich steeds nadrukkelijk in de haven.

Eemshaven maakt werk van zijn toekomstige bijnaam: het stopcontact van Nederland. Er wordt zelfs al voorzichtig gesproken over uitbreiding. Post begint het jaarverslag van 2008 dan ook met de volgende zin: ‘Was 2007 het jaar van de definitieve doorbraak, het jaar 2008 stond vooral in het teken van voortgaand succes’.

In datzelfde jaarverslag staat Post stil bij het werk dat de jaren ervoor is gedaan in zowel Delfzijl als de Eemshaven. Dat is inderdaad niet gering. Bedrijventerreinen zijn vernieuwd, havenbekkens zijn gegraven, ook zijn er kades en wegen aangelegd. Met de toegenomen bedrijvigheid in het gebied, constateert Post dat de Groninger havens het regionale niveau zijn ontstegen. ‘De havens vervullen nu een rol die van belang is voor de nationale economie’.

Aan die nieuwe rol hangt wel een prijskaartje. Honderden miljoenen euro’s investeert Seaports in de havens. Een bedrag dat niet cash op de plank ligt. Er moet geleend worden. Om het risico van rentestijgingen af te dekken, sluit Seaports derivatencontracten af. Maar dan komen er tegenvallers. De bankencrisis dient zich aan. Zeker gewaande investeringen gaan niet door en tot overmaat stijgt de rente niet, maar daalt die. De derivaten die Groningen Seaports hadden moeten beschermen, gaan nu juist geld kosten. In het ergste geval 77 miljoen.

‘MISLEIDING’

In NRC laten hoogleraren jaren later geen spaan heel van de derivatenhandel in de Groninger havens: ‘de hoogste graad van speculatie door leken’, ‘lijkt op misleiding’ en ‘een kleine vuurwerkramp’, zeggen ze. Post zelf blijft pal achter de derivatendeal staan. Die is, zegt hij, legitiem en goedgekeurd door de accountants. Bovendien blijven volgens hem de financiële risico’s beperkt. Mede door de crisis valt infrastructureel werk in de havens bovendien goedkoper uit dan verwacht.

Dat haal je de koekoek, zegt Edward Stulp. Stulp is tussen 2010 en 2013 lid van het dagelijks bestuur van, dan nog, de gemeenschappelijke regeling Groningen Seaports en tegenwoordig lid van het algemeen bestuur van de overheids-NV. ,,Ik denk dat Harm geen kaas had gegeten van de derivaten. Hij vertrouwde op zijn financiële mensen. Waarom wilde hij als gemeenschappelijke regeling dankzij derivaten risico’s afdekken? Daarover is toen in het bestuur geen enkele discussie gevoerd. Toen ik in het dagelijks bestuur kwam, merkte ik dat daar ‘akkoord’ werd gegeven op alles wat Harm wilde.’’

Er was vanuit de aandeelhouders (gemeenten en provincie) geen sturing op Groningen Seaports, zegt Stulp. ,,Toen ik voor de eerste keer naar een vergadering van het dagelijks bestuur moest, vroeg ik mijn ambtenaren ‘Wie helpt me met de voorbereiding’. Het antwoord was: ‘Dat hebben we nooit gedaan’. Ik moest blanco naar die vergaderingen.’’

Het voedt bij Stulp de gedachte dat, mede door alles successen, Post een soort vrij mandaat heeft verworven in de Groninger havens. ,,Laat ik vooropstellen dat ik veel waardering heb voor Post. Hij was de beste man om deze regio de positieve uitstraling te geven die zo hard nodig was. Mede dankzij hem zijn de havens van groot belang voor de economie. Maar dan nog moet je als overheid een kritische houding hebben, ook richting de man aan de top. Die tegenmacht was er niet. Harm werd gekscherend zonnekoning genoemd. Dat krijg je als niemand meer kritisch is op je. Dan denk je op een bepaald moment misschien wel: ik kom overal mee weg.’’

Mede daardoor, denk Stulp, valt Post het nodige te verwijten in het dossier rond Wiertsema en de grondaankopen.

GEDUPEERD

Henri Sarolea is advocaat in Amsterdam. Hij behartigt de belangen van diverse grondbezitters in de Eemshaven die zich zwaar benadeeld voelen bij de aankoop van hun grond door Groningen Seaports. Sarolea vindt de term zonnekoning om Post aan te duiden nog mild. De advocaat spreekt van een cowboy.

In het eerste decennium van deze eeuw neemt het internetverkeer een immense vlucht. Om alle mails, foto’s en filmpjes, die via het wereldwijde web worden verstuurd, te kunnen verwerken, hebben grote techbedrijven enorme datacenters nodig. Daarbij kijkt eerst Microsoft en daarna Google naar de Eemshaven. De hoeveelheid vierkante meters die nodig is voor de datacenters is daar op dat moment niet beschikbaar en dus wil Seaports grond van boeren in het gebied kopen.

Met een van hen, boer Wiertsema, wordt een overeenkomst gesloten. Een overeenkomst die het havenbedrijf een jaar later plotseling intrekt. Wiertsema komt daardoor in financiële problemen. In de veronderstelling dat er een deal is, heeft hij namelijk elders nieuwe grond aangekocht. Hij ziet zich daarom genoodzaakt zijn grond in de Eemshaven alsnog te verkopen aan vastgoedbedrijf Bakker Bierum, dat zich snel meldt als geïnteresseerde koper. Bakker Bierum verkoopt de grond op zijn beurt weer aan Seaports dat dan grond beschikbaar heeft voor

Google dat er in 2016 een datacenter opent. De prijs van de grond is dan vele malen over de kop gegaan.

Wiertsema voelt zich gedupeerd. ,, En hij is niet de enige’’, zegt Sarolea. Hoewel ze bot vangen in de rechtbank, loopt de juridische strijd nog altijd, zegt de advocaat. Sarolea kent Harm Post niet persoonlijk. ,,Maar als je hem zo van de buitenkant ziet, dan mag ik hem ergens wel. Hij is iemand van de straat, niet gladjes. Als ik niet beter wist, zou ik misschien wel een biertje met hem kunnen drinken.’’

Maar Sarolea zegt wel beter te weten. En die kennis weerhoudt hem er zeer van ooit dat biertje te drinken. Sarolea verwijt Post dat hij zich rond de grondaankopen heeft gedragen ‘als een vrije jongen’. ,,De miljoenen die Groningen Seaports had verloren aan de derivaten, moesten via de grondaankopen worden terug verdiend.’’

BULLDOZER

Post, zo meent de advocaat, besefte onvoldoende dat hij feitelijk ambtenaar was toen hij met de grondbezitters in gesprek ging. ,,Ik heb geen enkele waardering voor hem en zijn team. Ze zijn als een bulldozer over de grondeigenaren heen gewalst. Deze mensen dachten dat ze met de overheid om de tafel zaten, dat vertrouwden ze. Het kwam niet in ze op dat ze belazerd zouden worden. Maar dat gebeurde wel en ze werden onder druk gezet met opmerkingen over onteige- ning. Post kan heel mooi verhalen vertellen als hij zijn doel wil bereiken. Maar als de mensen niet mee willen werken, speelt hij geen eerlijk spel.’’

Na een uitzending van Nieuwsuur waarin wordt gesproken over vriendjespolitiek, lekken van voorkennis en falend overheidstoezicht rond de grondaankopen, besluit de provincie onafhankelijk onderzoek te laten doen. Onderzoeksbureau Necker van Naem velt een jaar later een hard oordeel: de directie van Seaports is haar boekje ver te buiten gegaan bij de grondaankopen. Het ontbrak intern aan heldere afspraken en dus toezicht. Het woord dubieus valt. Verzachtende omstandigheid: het gebeurde in een periode dat Seaports midden in de overgang zat van gemeenschappelijke regeling naar de overheids-nv die het nu is. Onzin, stelt Sarolea vast. ,,Er is geen enkele les getrokken. We zijn geschrokken hoe bestuurders hebben gereageerd.’’

TWEE VLEKKEN

De derivaten en de gronddeals vormen twee vlekken op een verder glanzend blazoen van Post. Als verslaggever van deze krant volgt Bouke Nielsen hem jarenlang van nabij. ,,Post is met de derivaten denk ik niet zijn boekje te buiten gegaan, maar die kwestie gaf hem wel een tik. Dat merkte je aan hem, het was een kantelpunt.’’

Een kantelpunt dat naar het oordeel van Hans Ronde, wethouder van Eemsdelta, hoe dan ook in het voordeel van Harm Post uitvalt. ,,Ik heb Harm nooit negatief gehoord. Ook als het verhaal negatief was, maakte hij er een positief verhaal van. Dat werkte aanstekelijk. Binnen het bedrijf, maar ook naar klanten. Ik denk dat mede daardoor bedrijven naar de Eemshaven zijn gekomen, die zonder Harm niet waren gekomen.’’

Als Post begin 2017 bekend maakt dat hij het havenbedrijf gaat verlaten, begrijpt Ronde dat. De houdbaarheid was aan het verstrijken, zegt hij. ,,Hij was in 2000 de juist man op het juiste moment. Post was ongestructureerd, een opportunist. Dat was prima toen de Eemshaven nieuw leven nodig had. Maar in 2017 stond Groningen Seaports er. Toen was het tijd een koers uit te zetten. Daarvoor was Harm Post minder geschikt.’’ Van konijnenhol naar modern havenbedrijf. Post kreeg het voor elkaar. Maar een haven zoals een haven bedoeld is, is de Eemshaven niet geworden, zegt Edward Stulp.

,,Dan zouden er geen energiecentrales staan, maar schepen af en aan varen. De Eemshaven is een bedrijventerrein aan het water. Ik vind dat jammer omdat ik denk dat er nog meer in zit, maar je kunt niet ontkennen dat Harm het heel goed heeft gedaan. Hij bracht elan, lulde vis uit het water en heeft voor de Eemshaven het tij gekeerd.’’ Van de benoeming van Post heb ik nooit spijt gehad, besluit Joop Boertjens. ,,Geen moment.’’

This article is from: