GOEDE VAKMAN IS GOUD WAARD IN DE BOUW
‘KLUSHEER’ WOUTER KIENHUIS
PAGINA 8
‘KLUSHEER’ WOUTER KIENHUIS
PAGINA 8
Dakdekkersbedrijf DNN Groep in Emmen pakt zaken vaak net even anders aan dan anderen en dat is onder meer terug te zien in de visie op duurzaamheid en circulariteit. „Voor ons is dat een doelstelling op zich en niet een middel om onderscheidend te zijn’’, zegt directeur Martijn Kerkdijk.
„Het gebruik van bitumen dat deels uit gerecycled materiaal bestaat is bij ons daarom geen optie, maar de standaard.’’ Kerkdijk doelt op de dakbedekkingsproductenserie Atelia van IKO, een partner waar DNN Groep al lang mee samenwerkt. IKO Atelia bestaat uit 20 procent gerecyclede grondstoffen, maar de producent verwacht dat dit over vijf jaar al 80 tot 100 procent kan zijn. Kerkdijk: „IKO is een fabrikant die, net als wij, voorop loopt in circulaire ontwikkelingen. In samenwerkingen zoeken we altijd naar echte partners, om gezamenlijk vooruitgang te kunnen boeken. We waren al met circulariteit bezig voordat het actueel was en dagen onze partners uit om met ons te blijven zoeken naar manieren om energiezuinig en duurzaam te bouwen. Om bij te dragen aan het versnellen van die ontwikkelingen wachten we niet af of een opdrachtgever vraagt naar circulair geproduceerde materialen, maar hebben we er onze standaard van gemaakt.’’
Lange levensduur
Daarmee maakt DNN Groep het voor opdrachtgevers tevens mogelijk om te voldoen aan steeds strengere eisen ten aanzien van duurzaamheid en energiebesparing. Niet alleen door te kiezen voor innovatieve leveranciers die dezelfde visie hebben, maar ook door uitsluitend hoogwaardige materialen te gebruiken met een lange levensduur. Het mes snijdt aan twee kanten. Salesmanager Marcel Murris: „De producten van nu zijn de grondstoffen voor later en een dak dat tientallen jaren meegaat, draagt ook bij aan het verstandig omgaan met grondstoffen. Met name voor grote daken blijft bitumen het meest geschikte materiaal. Het kan
weersinvloeden goed opvangen en gaat daardoor tientallen jaren mee. Het is een restproduct van aardolieverwerking en komt vaak uit landen als Venezuela, Saudi-Arabië en Rusland. Door de grondstoffen opnieuw te gebruiken, is transport uit verre landen niet meer nodig, waardoor dus ook de CO2-uitstoot verminderd wordt.’’ IKO maakt nieuwe bitumen van snij-afval dat medewerkers van DNN Groep na een klus meenemen naar Emmen. Ook isolatiemateriaal wordt gescheiden ingezameld en door de leverancier gebruikt voor de productie van nieuw isolatiemateriaal.
Een andere belangrijke partner van DNN Groep is Wédéflex. Kerkdijk: „Door te kiezen voor de kwaliteit van deze leverancier, kunnen we een lange levensduur van daken garanderen. Onlangs liet Wédéflex ons weten dat hun oudste dak al 42 jaar meegaat. Het is gelegd door twee medewerkers van ons, die dus ook al ruim 45 jaar bij ons werken. Terwijl zij binnenkort met pensioen gaan, ligt het dak er nog en dat gaat met gemak nog eens 42 jaar mee als er een nieuwe laag bitumen op komt.’’ Het voorbeeld laat meteen zien dat duurzaamheid ook betrekking heeft op medewerkers van DNN Groep. De zestig vaste medewerkers zijn loyaal aan het bedrijf en het bedrijf is tegelijkertijd zuinig op haar vakmensen. Daardoor is het verloop klein en slaagt DNN Groep er nog steeds in om jong talent aan zich te binden. „Dat doen we onder meer door te investeren in scholing en het werk uitdagend te houden. We houden van uitdagende klussen en
onze medewerkers zijn dan ook creatieve vakmensen. Ze hebben de bouwkundige kennis om met opdrachtgevers mee te denken en dat houdt het werk interessant.’’
Meer groendaken
Die creativiteit wordt onder meer ingezet bij het verplaatsen van natuur naar platte daken, een ontwikkeling waar DNN Groep toekomst in ziet. Steeds vaker worden groendaken gerealiseerd en ook op dat gebied heeft de Emmense dakspecialist een innovatieve partner gevonden die complete tuinen op daken creëert. Er kunnen zelfs bomen, windmolens, boomhutten, moestuinen en vijvers aangelegd worden. Het groen haalt stikstof uit de lucht, zorgt voor verkoeling van stedelijke gebieden en draagt bij aan de opvang van hemelwater, dat vanwege klimaatverandering overvloediger zal gaan vallen, terwijl in andere periodes juist droogte voor problemen zorgt. DNN Groep adviseert opdrachtgevers over het aanleggen van groendaken, onder meer door de draagkracht van het gebouw te berekenen en wortelwerende dakbedekking toe te passen. Plantenwortels die door bitumen groeien, veroorzaken immers lekkage en het voorkomen daarvan heeft voor het dakdekkersbedrijf nog altijd de hoogste prioriteit.
dnn.nl
‘We dagen onze partners uit om te innoveren’Martijn Kerkdijk (links) en Marcel Murris. Martijn Kerkdijk en Marcel Murris dragen een IKO Atelia dakrol in de productiehal van DNN Groep.
Tel bij elkaar op: in 2030 moet de bouw 60 procent minder stikstof uitstoten plus de roep om zo energieneutraal mogelijk wonen en werken, en je weet dat er werk aan de winkel is. Innovatief werk. Deze bijlage verkent een aantal ontwikkelingen in Drenthe, Friesland en Groningen.
Want ja, hoe groen is de bouwplaats eigenlijk? Er worden steeds meer elektrische alternatieven gebruikt: hoogwerkers, graafmachines, trilplaten; het zijn vooral de lichtere apparaten. De zware machines moeten we het nog een tijdje op diesel doen. Bij Sijperda Verhuur denken ze dat het nog wel een jaar of tien duurt voordat de laatste diesel van de bouwplaats is verdwenen. Maar de druk neemt toe, signaleren ze bij Hunebouw in Hoogeveen. Straks mogen er geen diesels meer rijden in delen van de bebouwde kom om maar eens wat te noemen.
Bouwbedrijf Van Wijnen zoekt de verduurzaming in hun electricwoningfabriek in Heerenveen. Daar worden zo duurzaam mogelijk woningen in kant-en-klare delen gebouwd, zodat de uitstoot op de bouwplaats laag kan blijven.
Als futuroloog Chriet Titulaer (1943-2017) het in de vorige eeuw had over zijn Huis van de Toekomst dan ging het vooral over gadgets: robots die een eitje bakten, automatische stofzuigersystemen en nog veel meer dingen die ons leven vooral makkelijk moesten maken. Inmiddels is vooruitkijken vooral een zaak van: hoe kan het nog duurzamer? Hoe slaan we energie op, in de muur bijvoorbeeld? En: waar kunnen we nog bouwen met bijvoorbeeld de stijgende waterspiegel in gedachten. Meer huizen op het water? En plastic tegels aan de muur die de wereld schoonmaken? Dat heeft Leeuwarder Daan Levy met hulp uit Drachten eindelijk voor elkaar!
Maar dan de volgende vraag: wie moet dat werk allemaal doen? Een kwart van de bouwvakkers is 55-plus. We spreken met twee van hen. Het is niet zo vreemd dat columnist Ronald Mulder de hulp van de Koning inroept als het perfecte model voor veranderprocessen om het voor elkaar te boksen. Veel leesplezier.
JAN ROZENDAAL
04
Huis van de toekomst: het klimaat gaat voor alles Het Huis van de Toekomst gaat steeds minder over technologische snufjes, het klimaat staat centraal
08
Kwart van de bouwvakkers is 55-plus ,,Ik ben fit voor mijn leeftijd, maar in de bouw boven de 64, 65 jaar nog volledig meedoen is echt lastig’’
11
Columnist Ronald Mulder roept de hulp in van de Koning ,,Hij is het perfecte rolmodel voor veranderprocessen’’
12
Start me up
Slimme Drentse software opent zakelijke autoleasemarkt
15
Column Eelko Huizingh
Kansen genoeg voor de bouw om een oplossing voor het klimaatprobleem te worden
17
Hoe groen is de bouwplaats?
Het duurt nog zeker tien jaar voordat de laatste diesel is verdwenen
22
Plastic tegels die de wereld schoner maken Dit is wél rocket science
26
Wido van den Bosch in De Spiegel ,,Ik vind duurzaamheid belangrijk, maar het is ook gewoon een economisch model’’
31
Dag van de bouw
Bij deze bouwprojecten kun je zaterdag een kijkje nemen
noordz is een bijlage van Mediahuis Noord
Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal, Roel Snijder, Theo Zandstra Vormgeving Alie Veenhuizen
E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl
Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten
T: 06-44911263
E: s.osinga@multiplusmedia.nl
Volg noordz ook online op het blog: www.noordz.nl
De Jetsons de sciencefiction tekenfilm en strip uit de jaren 60 van Hanna-Barbera, liet een huisrobot zien, sprekende computers en mini-vliegmobielen. Anno nu hebben we het allemaal, al is de sprekende computer het enige futuristische element dat vrij algemeen is doorgedrongen. Of de rest ooit gemeengoed wordt, hangt vooral af van één vraag: helpen we er het klimaat en onze leefomgeving mee?
Tot pakweg de eeuwwisseling gingen woningbeurzen over technologie, over domotica. Communicerende koelkasten, zelfsluitende gordijnen, openende daken, sfeer brengende verlichting, zelfsturende camera’s, dat soort dingen. Die ontwikkeling gaat heus door, maar in de schaduw van een veel belangrijkere beweging. We moeten de klimaatverandering stoppen, dus iets aan de uitstoot van broeikasgassen doen. Dat is één. En twee: nu het klimaat verandert, moeten we de manier waarop we huizen ontwerpen en bouwen daarop aanpassen.
Chriet Titulaer – grondlegger van hét Huis van de Toekomst in Rosmalen – liet het in 1989 al zien, futuroloog als hij was. Op daken staan in de toekomst grote vaten om regenwater op te vangen waarmee het toilet kan worden doorgespoeld. Hij voorspelde toen ook al dat zonnepanelen een gewoon fenomeen zouden worden, net als het scheiden van afval. Al sneeuwden die goede ideeën destijds wat onder bij de robots die een eitje bakken, de ongekende beeldtelefoon en het stofzuigersysteem in holle wanden.
SAMEN EN GEZOND
Als de bekende Limburger – in 2017 overleden – nu nog een blik in de toekomst zou mogen werpen, dan zou hij het ongetwijfeld
hebben over energievoorziening, over kunstmatige intelligentie (AI), over nieuwe bouwmaterialen en constructiemethoden. Want dat is waar de grote veranderingen waarschijnlijk gaan plaatsvinden. Niet alleen in de huizen van straks, maar ook op de bouwplaats, in de huizenfabriek en bij de grondstoffenleverancier.
Ralph Steenbergen voegt daar graag een element aan toe: maatschappelijke cohesie. ,,Technologie heeft een belangrijke rol, maar een andere. Het gaat niet meer alleen om het gemakkelijker maken van het leven. Het gaat om behoud van de planeet, om natuurwaarde, om samen en gezond. De manier waarop woningen ontworpen en gebouwd worden, en zeker ook de locatie die wordt gekozen, speelt daarop in.’’
Steenbergen is een bekende in de noordelijke vastgoedwereld. Hij is de man achter startupbroeinest The Big Building in Groningen, adviseert overheden op het terrein van vastgoed, heeft zijn eigen ondernemingen en coacht. Altijd op het snijvlak van duurzaamheid, vastgoed en de menselijke maat. ,,Daarvoor wordt technologie wel gebruikt. Elke woning, elk kantoor wordt als het ware een mini-facebook. Daarin worden gedrag- en behoefteprofielen bijgehouden. En die kunnen worden ingezet om inzichtelijk te maken hoe de gebruikers kunnen verbeteren op het gebied van klimaat en sociale cohesie.’’
Die ontwikkeling is natuurlijk al gaande. Slimme meters vertellen dat het energieverbruik aan de hoge kant is. Allerlei tools geven mensen inzicht in hun huishoudpotje, verzekeringen, hypotheek en meer. Door kunstmatige intelligentie gaat dat verder. Het huis van de toekomst leert van zichzelf. Wanneer lichten aan en uit moeten, of de
verwarming een graadje lager kan, wanneer stroomvreters het best aan het werk kunnen.
FLEXIBILITEIT
,,Dat gaat gebeuren, maar de majeure verandering is meer low-tech. Ik denk dat we beter gaan nadenken over waar we woningen bouwen, en hoe we dat doen. Flexibiliteit is misschien wel het sleutelwoord. Daar bedoel ik niet alleen mee dat hele huizen zo recyclebaar zijn, dat we ze in delen uit elkaar kunnen halen en elders weer in elkaar zetten. De klimaatverandering noopt ons ook na te denken over de plekken die we voor woningbouw gebruiken. Misschien is de westelijke helft van Nederland vanwege de stijgende zeespiegel wel niet meer de plek. Of we bouwen daar drijvende woningen, zoals dat elders in de wereld allang gebeurt. We moeten rekening houden met van alles. Dat is evolutie: omgaan met de omstandigheden.’’
En die sociale component? Steeds duidelijker wordt dat sociale samenhang leidt tot gelukkiger mensen, tot minder ziekte. ,,Brede welvaart heet dat. Het huis van de toekomst staat in een fijne omgeving. Misschien is het huis wel zo mobiel, dat het verkast kan worden als de omgeving niet meer fijn is. De wereld is steeds veranderlijker, daar gaat het huis van de toekomst mee om.’’
Uiteraard worden voor de bouw zoveel mogelijk duurzame, liefst lokaal geproduceerde grondstoffen gebruikt. Vlas, hennep, lisdodde, van alles. Maar dan moet de overheid zelf ook een beetje flexibeler worden in het toekennen van vergunningen, zegt Steenbergen. ,,De regelgeving zet een rem op het gebruik van bijvoorbeeld gerecyclede materialen. Daar moeten we echt wat aan doen.’’
Datzelfde geldt voor de planologie. Steenbergen: ,,Dat is in feite het grootste probleem nu. Democratie is geweldig, maar door alle mogelijkheden voor participatie, inspraak en bezwaar, duurt de bouw van woningen heel lang. Als we vaart willen maken en in de toekomst sneller willen bouwen om flexibel te blijven, dan moet die planologie pragmatischer worden ingestoken. Wetten en regels remmen te veel af.’’
We hebben nú een uitgelezen kans om dat huis van de toekomst in al zijn glorie te ontwikkelen in Groningen, vindt Steenbergen. ,,Dat heeft de provincie verdiend. En dan geen smakeloze revolutiebouw zoals de tijdelijke woningen in dorpen in het aardbevingsgebied. Dat willen we niet meer. Pak deze kans nou om fraaie huizen neer te zetten in een goede context. Waar de mens centraal staat en prettig wonen uitgangspunt is.’’
HUISACCU’S
Dat we vaart moeten maken en regels moeten aanpassen, zou je ook kunnen zeggen van energie, hoewel de wal daar het schip al
Het Huis van de Toekomst gaat niet (alleen) over technologische snufjes en hoogstandjes.
Eén uitdaging staat erin centraal: het klimaat.
„Dat geldt voor elk bouwproject en binnen elk bedrijf.” Dat zegt Lammert Meinema, samen met Suzan Wierenga, directeur-bestuurder van KUUB. Het bureau begeleidt bedrijven van bouw tot industrie, gemeenten en organisaties bij het creëren en behouden van veiligheid. Bijvoorbeeld tijdens een bouwproject of als onderdeel van de dagelijkse bedrijfsvoering. Dit doet zij onder andere met interim-projectveiligheidsmanagement, het uitvoeren RI&E’s, het opstellen van V&G plannen of een BLVC-plan.
KUUB bestaat sinds 2004 en is van oorsprong specialist in het begeleiden van CPO-projecten (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap).
„Mensen vormen samen een groep en bouwen hun eigen buurt. Zij zijn zelf opdrachtgever richting de aannemer. Wij adviseren, helpen de groep in het proces steeds een stap vooruit”, zegt Wierenga. zakenvrouw van het noorden en benoemd in de top 100 van meest invloedrijke vrouwen van Nederland. „Daarnaast werken we in het aardbevingsgebied, waar veiligheid natuurlijk ook een belangrijk en actueel thema is”, legt Meinema uit.
Raamwerk BLVC
In het aardbevingsgebied vinden er veel bouwprojecten dicht op elkaar plaats. Er wordt gebouwd terwijl er omheen nog mensen wonen. „Voor veiligheid binnen de bouwhekken is voldoende aandacht, buiten de bouwhekken is het belangrijk dat je nadenkt over bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid voor omwonenden en dat gebeurt onvoldoende. Daarom hebben we zelf een raamwerk geschreven.” BLVC-plannen werden voorheen vooral opgesteld bij projecten met een omvang zoals de aanleg van de zuidelijke ringweg in Stad. Steeds vaker eisen gemeenten zo’n BLVC-plan ook voor andere projecten, bijvoorbeeld in het aardbevingsgebied bij de
aanpak van Opwierde-Zuid in Appingedam. „Een project dat samen met de gemeente Eemsdelta en uitvoerende partijen zonder ongevallen kon worden afgerond en vooral bij bewoners tot tevredenheid leidde.” Wierenga vult aan: „Van bewoners kregen we bijvoorbeeld terug dat ze hun kind weer veilig naar school durfden te laten gaan, sinds de komst van een verkeersregelaar. Veiligheid is daarmee een investering waarvan het resultaat niet in geld valt uit de drukken.”
Safetyroom
Inmiddels begeleidt KUUB overheden en bedrijven om de veiligheid van de uitvoering goed te organiseren, nog voordat een project begint. Meinema: „Veiligheid wordt grotendeels beïnvloed door gedrag en dat kun je trainen. Daarvoor hebben we de Safety Room ontwikkeld, in eerste instantie voor bedrijven in de petrochemie en daarna ook in de industrie en de bouw. De Safety Room is naast een veiligheidsintroductieruimte, een interactieve methode waarmee we alle betrokkenen veiligheidsbewust maken. Dat gaat verder dan het afspelen van een introductiefilm, wat vaak de standaard aanpak is. Het is dé plek waar medewerkers samenkomen en waar ze met elkaar in gesprek gaan over veiligheid en veilig gedrag. De veiligheidsintroductieruimte wordt altijd op
maat gemaakt en op locatie ontworpen en ingericht. We trainen de staf en lijnorganisatie zodat zij vervolgens medewerkers kunnen trainen.”
Sinds drie jaar zet Meinema z’n ervaring in voor KUUB, maar veiligheidsspecialist is Meinema al 34 jaar. Hij introduceerde destijds de Safety Room bij een project van de NAM. „Bij dit project hebben zo’n 7000 medewerkers zonder enig incident en letsel het werk kunnen uitvoeren.” Ook bij Friesland Campina was het een succes. „Zij waren zo tevreden met de resultaten, dat ze dit vervolgens voor alle vestigingen over de hele wereld hebben georganiseerd”.
Arbeidsrisico’s
Elk bedrijf met personeel is sowieso verplicht om een risico inventarisatie & evaluatie, inclusief een plan van aanpak met beheersmaatregelen te hebben. „Daarmee verklein je de arbeidsrisico’s en bescherm je medewerkers zo goed mogelijk tegen gevaar. Niet alle bedrijven hebben zo’n (actueel) plan en dat kan grote gevolgen hebben. We hebben het wel eens meegemaakt dat de arbeidsinspectie een fabriek of bouw stillegde, omdat de RI&E niet volledig was en de veiligheid niet op orde. KUUB is daarna gevraagd daarin te adviseren en zorgt ervoor dat de RI&E tijdig wordt aangepast en volledig is.”
Begeleiden
Terug naar het aardbevingsgebied waar KUUB betrokken is bij verschillende grootschalige projecten in Appingedam en Overschild. „We begeleiden bewoners van wie de woning moet worden vervangen tijdens het proces dat ze doormaken. Dan gaat het over psychosociale veiligheid. Je luistert naar hun zorgen en komt voor hun belangen op”, zegt Wierenga. „Ook hierbij draait het weer om bewustzijn”, legt ze uit. “Het effect van nieuwbouw heeft invloed op iedereen die daarbij betrokken is; van bewoner en omwonenden tot bouwers, nutsbedrijven en woningcorporaties. Voor ons staat het veiligheidsgevoel van bewoners bovenaan. Het is ons nog niet gelukt om dat vanzelfsprekend te maken, want bij gesprekken met wijkbewoners blijft het onderwerp steeds terugkeren. Daarom blijven we het op de agenda zetten.”
Vertrouwen
„Nakomen wat je zegt en belooft, dat is wat KUUB doet. Als je vertrouwen geeft, uitspraken waarmaakt en goed kunt luisteren, dan krijg je onderling overeenstemming, zo merken we in het aardbevingsgebied. We vertellen het eerlijke verhaal en zijn duidelijk over de kaders en de te nemen stappen. Dat is waar mensen behoefte aan hebben.”
www.kuub.info
‘Veiligheid wordt grotendeels beïnvloed door gedrag en dat kun je trainen
‘Veiligheid is een investering waarvan het resultaat niet in geld valt uit de drukken’Lammert Meinema en Suzan Wierenga voor hun panden aan het Martinikerkhof 30 & 31 in Groningen
gekeerd lijkt te hebben. Mensen produceren massaal hun eigen stroom. Maar hun energiecentraletjes zijn nog wel geïntegreerd in een groter geheel, dat van de energiemaatschappijen. Het huis van de toekomst houdt daar geen rekening meer mee. Die produceert voor zichzelf of zijn directe omgeving, en heeft geen ‘nationale energie’ meer nodig. Want dat is een van de belangrijkste veranderingen straks: de energievoorziening. Fossiele bronnen worden dan niet meer gebruikt, alles komt van de natuur. De zon vooral. Verbeterde collectoren wekken genoeg stroom op voor het huis. Overschotten gaan de accu in, klaar om gebruikt te worden als er geen daglicht is. Die zogeheten huisaccu’s bestaan al, maar zijn nog niet uitontwikkeld.
,,Ik vraag me sowieso af of elk huis straks een eigen accu heeft’’, zegt Moniek Tromp. De hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen is een van de belangrijkste autoriteiten in Europa als het aankomt op batterijtechniek. ,,Dat energie lokaal zal worden opgeslagen en verdeeld, lijkt me heel waarschijnlijk. De daken liggen vol panelen, de netten kunnen het nu al amper meer aan. En dan gaat de salderingsregel er ook nog af.’’
,,Terugleveren gebeurt in de toekomst niet meer. Opslaan is het antwoord, en ik zie voor me dat dat op centrale punten in de buurt gebeurt. In of bij transformatorkasten in de wijk bijvoorbeeld, kan prima een accu voor de buurt komen. Op industrieterreinen krijg je ook van die centrale plekken, denk ik.”
„Op industrieterreinen zou waterstof ook een oplossing kunnen bieden. Dat zie ik in wijken en huizen niet voor me. Op een erf bij een boer die een zonneveld heeft kun je ook denken aan een accu voor het hele dorp. In Duitsland wordt daarmee al getest.’’
VLIEGENDE AUTO’S
Batterijen en accu’s nemen razendsnel toe aan belang, vooral vanwege dit soort duurzaamheidsafwegingen. Probleempje: de grondstoffen die nodig zijn voor de bekende (en goed renderende) lithium-batterijen raken op. Bovendien lukt het niet erg goed om de batterijen te recyclen. Afgezien daarvan zijn de mijnen in handen van een handjevol landen. Dat is niet ideaal. ,,Mijn heilige graal is batterijen van ijzer. Daar werken we in onderzoeksgroepen hard aan. IJzer is in grote voorraden aanwezig en eenvoudiger te delven. De mogelijkheden voor recycling zijn veel groter. Hoe dan ook moeten we de mogelijkheden van batterijen en recycling op grote schaal verder onderzoeken. Naar mijn mening zouden we dat in het aardbevingsge-
bied moeten doen en dat proberen we ook voor elkaar te krijgen door middel van een aanvraag bij het Groeifonds.’’
Die vliegende auto’s komen er misschien ooit wel, maar eerst gaan we terug naar de basis met onze huizen. Isoleren en ventile-
ren, zorgen voor een prettig leefmilieu. Dan energie opwekken en zelf gebruiken in een huis dat meedeint op de golven van de klimaatverandering, maar zeker niet bijdraagt aan de verergering daarvan. Zoals het ooit was. We moeten terug in de tijd om te zien hoe we vooruit kunnen.
De bouw is de afgelopen tien jaar vergrijsd: bijna een kwart van alle werknemers is ouder dan 55 jaar, tegen amper 15 procent een decennium terug. Wouter Kienhuis (63) en Bennie Welleweerd (64) delen hun ervaring: ,,Ik ben natuurlijk óók op een leeftijd waarop ik niet meer zo gemakkelijk een dak op klauter.’’
De cijfers komen uit een analyse van Cobouw Insights op basis van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en bouwadviseur Volandis.
De bouw telde vorig jaar ruim 88.000 55-plussers op een totaal van 353.000 werknemers. De grootste groep ouderen werkt als bouwarbeider in de ruwbouw of als timmerman. In de beroepsgroepen loodgieters/pijpfitters en lassers/plaatwerkers werken de minste 55-plussers. Vergrijzing in de bouw is een thema geworden dat werkgevers niet (meer) kunnen negeren.
De 55-plussers zijn niet vaker ziek dan andere leeftijdsgroepen, maar wel langduriger, aldus het EIB. Wat ook meespeelt, is een verminderde productiviteit. ,,Dat compenseren ouderen door ervaring en slimmer werken”, nuanceert Tjeerd Hobma, algemeen directeur van Volandis.
De kosten van verminderde vitaliteit liggen voor de groep 55-plus 40 procent hoger dan bij de groep van 40-55-jarigen. In vergelijking met de groep jonger dan 40 jaar zijn de kosten ruim drie keer zo hoog.
Hoe je het ook wendt of keert, werkgevers kunnen niet om de oudere werknemer heen. Daarvoor is het aandeel jongeren dat in de bouw aan de slag gaat simpelweg te laag. Jaarlijks stromen er tussen de 23.000 en 24.000 mbo’ers en hbo’ers de sector in, te weinig om het gat op te vullen dat 88.000 55-plussers achter zouden laten.
VITALITEIT
Werkgevers moeten daarom investeren in de vitaliteit van medewerkers, zeggen experts. Hulpmiddelen om de fysieke belasting te beperken bijvoorbeeld, of werknemers in koppels van oud en jong laten werken waarbij de jongere de oudere wat kan ontzien terwijl deze laatste als een soort mentor kan fungeren.
Volgens Rob Witjes, hoofd arbeidsmarktinformatie van het UWV, speelt leeftijd een steeds minder belangrijke rol door het personeelstekort in de bouw. ,,Het is alle hens aan dek en een goede vakman is goud waard. In andere sectoren zie je ook dat meer
ouderen worden aangenomen, maar nergens is de stijging zo groot als in de bouw. Dat is de voorbeeldsector.”
‘Klusheer’ Wouter Kienhuis (63): ‘Ik ben een jonkie’ Hij was ict-er en hielp zijn bedrijf met automatiseren. Dat ging goed – té zelfs: Wouter Kienhuis (63) uit Gasselte werd overbodig. Sinds vier jaar werkt hij als zelfstandige onder de vlag van Klusheeren, een landelijk opererend bedrijf dat (veelal gepensioneerde) vakmensen en allround klussers levert.
,,Ik ben een van de jonkies”, zegt Kienhuis lachend als hij vertelt over hoe het is om als 55-plusser in de bouwwereld te werken. De meeste van zijn circa 140 collega’s zijn de pensioenleeftijd al gepasseerd, maar werken nog graag één of meer dagen per week in het onderhoud of de technische dienst.
Zijn bezigheden zijn divers: van onderhoudsklussen en controles van apparatuur tot (technische) hand- en spandiensten. ,,Mijn werk is natuurlijk niet te vergelijken met dat van iemand die elke dag drieduizend stenen moet sjouwen, veel minder fysiek belastend”, aldus de Klusheer, die uitermate content is met zijn baan.
LUXE OM TE KIEZEN ,,Ik heb vrijheid, afwisseling en vooral géén baas meer. De vraag is groter dan het aanbod, dus ik heb de luxe om te kiezen. En
om te denken: morgen wordt het mooi weer, dan doe ik even helemaal niets.”
Kienhuis verzorgt onder meer de technische keuring van apparatuur van de Noordelijke locaties van speelparadijs Ballorig. Het komt niet op een dag aan; zolang hij alle filialen elke twee weken bezoekt, is het prima.
De klusser vindt zijn leeftijd een voordeel in dit werk. ,,Ik verbaas me over het arbeidsethos van jongeren, ze zitten vaak liever achter een beeldscherm in plaats van hun handen te gebruiken.”
De Drent is een ‘selfmade’ handige man, die niet bang is voor een karwei en alles wil aanpakken. ,,Dat is veelal de instelling van mijn leeftijdsgroep: ik krijg een probleem op mijn pad, dus ik los het op – linksom of rechtsom.”
Aan stoppen denkt hij nog lang niet. Dat hoeft ook niet bij Klusheeren, waar mensen tot op hoge leeftijd kunnen blijven – ze kunnen zelf beslissen wanneer en hoeveel ze werken door op klussen te reageren die hen via een app worden aangeboden. Kienhuis:
,,Dit werk houdt me in vorm. Ik blijf zo gemakkelijker fit dan wanneer ik in mijn stoel ga zitten.”
Timmerman Bennie Welleweerd (64): ‘Ik klauter niet zomaar meer een dak op’ ,,Ze zien me al aankomen, zo’n oldtimer.” Die gedachte schoot timmerman Bennie
Welleweerd (64) tegen wil en dank door het hoofd toen hij dit voorjaar weer ging solliciteren. Na vier jaar had het bedrijf waarvoor hij op uitzendbasis werkte geen klussen meer voor hem. Daarvoor was Welleweerd 38 jaar in dienst bij bouwbedrijf dat in 2015 failliet ging. De vakman meldde zich toen voor uitzendwerk.
,,Ik voelde wel dat ze aan het aftasten waren”, vertelt hij over zijn sollicitatie bij het uitzendbureau. ,,Tussen de regels door proefde ik wat twijfel; wat kan hij nog, hoe fit is hij nog?”
Bij de bouwbedrijven waar hij werkt, oogst hij waardering en respect voor zijn vakmanschap. ,,‘Je doet het zo gemakkelijk’, hoor ik dan. Maar ik ben natuurlijk óók op een leeftijd waarop ik niet meer zo gemakkelijk een dak op klauter of op een ladder spring.”
Zijn oudste collega nu is midden veertig, de anderen een flink stuk jonger. Geen probleem, vindt Welleweerd: ,,We leren van elkaar. Natuurlijk zijn er verschillen in aanpak tussen de generaties, maar een balk blijft een balk.”
SALARIS WAARD
Wel weet hij zeker dat hij in 2024 met pensioen zal zijn. Fysieke klachten vormen een belangrijke drijfveer bij die beslissing. Zijn knieën, zijn heup, zijn rug: ze werken niet altijd meer zo soepeltjes mee als in zijn jongere jaren. ,,Ik ben fit voor mijn leeftijd, maar in de bouw boven de 64, 65 jaar nog volledig meedoen is echt lastig. Je moet je salaris ook waard zijn.”
Hij heeft de pech dat hij, ondanks de bijna vier decennia vaste dienst, niet voor de zwaarwerkregel in aanmerking komt omdat hij de afgelopen acht jaar uitzendwerk deed. Zijn vervroegde pensioen moet daardoor uit eigen zak gefinancierd worden.
Nu werkt hij meestal vier dagen. ,,’s Avonds nog ergens een klusje doen is er niet meer bij, ik ga dan liever even een uurtje plat.
Total loss? Ja, soms wel. Ik heb plezier in mijn werk, maar het is goed zo – ik hoop per 1 december te stoppen. Voor de winter, want die wordt er niet gemakkelijker op als je een bouwvakker op leeftijd bent. En bovendien: je werkt om te leven, je leeft niet om te werken. Dat geldt in elk geval voor mij.”
Verhuizen, slopen en nieuwbouwen en terugverhuizen in 40 werkdagen per woning Deze opdracht kreeg bouwbedrijf Nijhuis van Actium voor een woonwijk van 170 woningen in Oosterwolde. Een bijzondere uitvraag maar ze besloten het gigantische project aan te gaan.
Op dag één trokken de bewoners de voordeur achter zich dicht, met een koffer onder de arm om naar een door Nijhuis volledig ingerichte wisselwoning te gaan. Meubels bleven staan, want ook de verhuizing en opslag daarvan deed het bouwbedrijf. Wonderlijk genoeg, op dag 40 stonden de bewoners weer op de stoep en ontvingen ze de sleutel van hun gloednieuwe woning. “In het begin waren bewoners sceptisch, dat gaat nooit lukken’”, vertelt Jille Jan Reitsma, manager planontwikkeling bij Nijhuis. “Maar toen de realisatie van het eerste blok lukte binnen 40 dagen kregen we bewondering. Zo’n prestatie valt en staat met de wil om echt samen te werken, een goede planning en afspraken nakomen.”
Strakke planning
Bij een hoge bouwsnelheid komen uitdagingen om de hoek kijken. Met name op het gebied van volgordelijkheid “Je gaat in een bewoonde woonwijk woningblokken stuk voor stuk slopen en nieuwbouwen. Aan- en afvoer van bouwmaterialen moet georganiseerd plaatsvinden. Leefbaarheid staat voorop, we werken in wijken terwijl daar mensen wonen. De routing is dus erg belangrijk voor de veiligheid”, legt Albert Jan de Ruiter uit, directeur vestiging Nijhuis Noord.
Daarnaast is een strakke planning van belang om een project als dit klaar te spelen. “Tot op het uur gepland, bij wijze van spreken”, zegt De Ruiter.
“Je kunt niet zeggen, het lukt vandaag niet en we gaan morgen verder. Vooruitdenken en communiceren met bewoners is onderdeel van het dagelijks werk. Op die manier kun je tijdig anticiperen op bewoners die extra hulp nodig hebben. Het is continu met iedereen in gesprek blijven”, aldus de directeur.
Betrokken
Nijhuis is betrokken bij de bewoners en luistert goed naar hun wensen en overwegingen. ‘Bouwen met gevoel’, noemen ze dat ook wel. “Iedere
woning is een éigen woning”, zegt Reitsma. “Mensen wonen daar al jaren, hebben er lief en leed gedeeld. We zijn dan ook met iedereen in gesprek gegaan, in samenwerking met de coöperatie. En als mensen dan weer terugkeren in hun nieuwe huis en letterlijk hun stoel op dezelfde plek neer kunnen zetten, is dat prachtig.”
Nijhuis verzorgt dus ook alle communicatie met de bewoners van een wijk die wordt vernieuwd. Er wordt van alles geregeld, van bewonersavonden tot volledige websites met uitlegvideo’s. “Wij doen meer dan alleen bouwen”, vat Reitsma het mooi samen. “Wij maken zelf de puzzel compleet.”
Prefab
Het project in Oosterwolde afgerond. Nijhuis werkt nu met dezelfde energie aan de vernieuwing van Opwierde 1 in Appingedam. Inmiddels worden in Appingedam door Nijhuis in hoog tempo ruim 600 woningen gesloopt en worden er evenveel woningen aardbevingsbestendig nieuw gebouwd.
Om met zo’n hoge snelheid volledige wijken te vernieuwen, maakt Nijhuis gebruik van geprefabriceerde woningen. Dit houdt in dat alle ‘bouwstenen’ van de woning in de fabriek al gereed gemaakt worden, zodat deze op de bouwplaats alleen nog maar gemonteerd te hoeven worden. Binnen het prefab bouwen is nog steeds veel ruimte voor variatie. Voor alle projecten wordt er een architect betrokken. Zo is ieder project uniek en passend ontworpen in relatie tot de omgeving.
“Als je in een door ons gerealiseerde in wijk staat, kan je herkennen dat je in Appingedam of Oosterwolde staat en niet in wijk in bijvoorbeeld in Almere”, zegt Reitsma. Dat gaat zelfs zo ver als op woningniveau. “Zodat je kunt zeggen: ‘Ik woon in die woning met de blauw geglazuurde stenen”, dan heeft het echt een eigen identiteit.”
Duurzaamheid
In alle nieuwbouwplannen wordt rekening gehouden met flora en fauna. Zo worden er in de nieuwe woningen voldoende nestkasten geplaatst voor bijvoorbeeld de huismus. Daarnaast streeft Nijhuis naar volledige losmaakbaarheid van zijn woningen om circulariteit te bevorderen. www.nijhuis.nl
Elke organisatie van enige omvang loopt op een gegeven moment tegen een dilemma aan. Aan de ene kant moet je blijven innoveren en vernieuwen, anders word je irrelevant en ingehaald door nieuwe producten. Aan de andere kant moet je efficiënt en met een betrouwbare kwaliteit blijven produceren, anders leg je het loodje nog voordat de innovaties vruchten afwerpen.
Dit is een dilemma, en niet simpelweg een tweevoudige opgave, omdat innovatie en efficiëntie elkaars tegenpolen zijn. Ze vereisen een verschillende manier van werken, verschillende regels, een verschillende bedrijfscultuur en verschillende soorten mensen. Innovatie vraagt om een omgeving waarin fouten gemaakt mogen worden, waar veel ruimte is voor eigen initiatief en waarin niet alles perfect hoeft te zijn zolang het maar de goede kant opgaat. Efficiëntie daarentegen vraagt om regels, procedures, standaardisering en kwaliteitsbeheersing. Efficiëntie wil het toeval uitsluiten, waar innovatie het toeval juist wil verleiden.
aansprekende voorbeeld. De overheid probeert iets soortgelijks met talloze proeftuinen, pilots en experimenten, maar de burger is zeer goed beschermd tegen rechtsongelijkheid, dus iedereen die er een beetje last van dreigt te hebben kan de boel eindeloos vertragen en frustreren. Niet zelden is een experiment eigenlijk zelf een vertragingstactiek: zolang de proef niet is afgerond, gebeurt er verder niets. Een goed voorbeeld is de wietproef, officieel het experiment gesloten coffeeshopketen. Drie jaar geleden aangekondigd, nog steeds niet van start gegaan, en ondertussen reden om niets aan het drugsbeleid te veranderen.
In een bureaucratie verliest de vernieuwer het bijna altijd van de regelneven en proceduretijgers. Slimme organisaties plaatsen daarom de vernieuwers onder leiding en bescherming van een belangrijke bestuurder, liefst de CEO zelf. Ik stel voor dat we in Nederland hetzelfde doen. Iedereen die zich bij de overheid bezighoudt met innovatie en experimenten, rapporteert voortaan direct aan de koning. Als je wilt benadrukken dat regels soms niet gelden, en dat je beter sorry kunt zeggen dan toestemming vragen, dan is de koning immers een perfect rolmodel.
RONALD MULDERRonald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden.
Steeds vaker denk ik dat deze bekende wetmatigheid uit de bedrijfskunde ook van toepassing is op Nederland als land. Nederland produceert goed en efficiënt: op lijstjes van gelukkige en welvarende landen staat het steevast in de top. Om dat te bereiken hebben we dikke boeken vol met regels en procedures op elk gebied. Of je nu, ik zeg maar wat, een school wilt beginnen of een festival wilt organiseren, de algemene regel is: dat gaat zomaar niet.
Het gekke is: ook de overheid zelf, die al die regels instelt en handhaaft, heeft hier last van. De overheid roept bijvoorbeeld wel dat het een miljoen woningen wil bouwen, of het belasting- en toeslagenstelsel vereenvoudigen, of de drugsmaffia oprollen, maar uiteindelijk komt er weinig van terecht. Dat is niet vanwege politieke onenigheid. Iedereen, van links tot rechts, wil die dingen. Nee, het is in de praktijk allemaal moeilijk of onmogelijk. Ons verandervermogen is buitengewoon beperkt. Als de omstandigheden wél veranderen, is dat een gevaarlijk gegeven.
In grote bedrijven wordt het dilemma opgelost door de innovatie zoveel mogelijk apart te zetten. Andere mensen, op een andere plaats en met andere regels. Het NatLab van Philips is misschien wel het meest
‘Ons verandervermogen is buitengewoon beperkt. Als de omstandigheden wél veranderen, is dat een gevaarlijk gegeven’@ronaldmulder
Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.
Wie Marieke de Boer en Jörgen de Jong
Wat circulaire sloepen gemaakt door 3D-printers
Waar Woudsend
Waarom om de plezierscheepvaart duurzamer te maken
Hoe met behulp van circulaire materialen
Hoe met behulp van een platform en app
Een boot voor de familie bouwen. Met dat idee begon het een paar jaar geleden. En nu is Impacd Boats al bezig met sloep nummer 25. Die rolden niet van de band, maar uit de 3D-printer. Marieke de Boer, haar partner Jörgen de Jong en haar vader Peter leven in een uit de hand gelopen hobby, die inmiddels zeer serieuze vormen aanneemt. Met een Impacd Center én een eigen jachthaven met assemblagehal in Woudsend.
,,Het is inderdaad hard gegaan’’, vertelt Marieke. Zij is samen met Jörgen eigenaar van het bedrijf. Vader Peter staat op de loonlijst. ,,We krijgen steeds meer aandacht, zeker sinds we een paar mooie prijzen wonnen, zoals de Dutch Startup of the year-award van HISWA te water. En ook de aflevering van Rock the Boat op RTL4 en Videoland hielp flink. Grote concerns willen partnerships, dat gaat heel mooi.’’
Impacd heeft ook nogal een afwijkend verhaal in de watersportwereld. De rompen worden geprint van gerecycled materiaal.
,,Als de boot ooit is afgeschreven, dan schroeven we er een paar dingen af en kunnen we hem omsmelten tot nieuwe grondstof voor de 3D-printer. Van elk stukje materiaal in en op de boot zoeken we uit hoe we het zo duurzaam mogelijk kunnen doen. Want dat is onze missie.’’
RADICAAL ANDERS
Dat lijkt best een eind weg van de carrière die Marieke en Jörgen vóór corona hadden. Zij reisde veel in en door Zweden om snoepfabrieken leaner te maken. Hij kwam op uithoeken van de planeet vanwege zijn technische kennis op het gebied van rvs. ,,Toch ergerde ik me toen al aan de processen die iedereen gewoon vindt. Duurzaamheid neemt een veel te magere plek in. We moeten dingen radicaal anders gaan doen. Dat besef groeide sterk de afgelopen jaren.’’
Als gevolg van de pandemie kwamen ze thuis te zitten en zochten ze naar iets nieuws, iets om hun passie voor natuur en klimaat in kwijt te kunnen ook. Marieke: ,,Varen, dachten we, eerst als leuke tijdbesteding. Dat was zo populair dat
bootjes bijna niet te krijgen waren, dus zeiden we: dan maken we er zelf één. Min of meer gekscherend vroegen we ons hardop af of we geen sloep uit een 3D-printer konden krijgen. Maar we doken er serieus in en vonden een paar partners die dat konden.’’
Na veel experimenteren lukte het om het proces in de vingers te krijgen en de boten flink te verbeteren. En dus kon de missie van start: mensen laten zien dat het anders kan, anders moet. Impacd levert sloepen van verschillende formaten, voorzien van een
elektrische motor. ,,We partneren met een leverancier van heel goede motoren. We prijzen elkaar aan en laten zoveel mogelijk mensen zien dat het anders kan zonder in te leveren op comfort en kracht. Onze prijzen zijn ook niet hoger dan die van traditioneel gebouwde sloepen.’’
74 PROCENT DUURZAMER
Volgens de Levenscyclusanalyse die de TU Delft deed, zijn de sloepen van Impacd momenteel 74 procent duurzamer dan het traditionele alternatief. ,,Die score willen we
elk jaar hoger. We zoeken andere stoffen voor de kussens, vloeren, touwen, kijken naar onze eigen bedrijfsvoering, alles. Zelfs mijn laptop is deels van oceaanplastic. Dat is wie we zijn en waar het om gaat. We willen andere bedrijven ook helpen om op een duurzamere manier te gaan werken.’’
Om de missie sneller te volbrengen, stapten onlangs investeerders in. Marieke: ,,We hebben momentum en willen nu doorpakken. We ontwikkelen nieuwe schepen, bijvoorbeeld voor het waddengebied, maar er zijn nog veel meer kansen. Focus houden is nu heel belangrijk.’’
Dat is vooral de taak van Marieke de Boer. Jörgen is het technische brein, Peter heeft een flink netwerk in de watersportindustrie en is dus de commerciële man. ,,We vullen elkaar geweldig aan’’, zegt CEO Marieke. ,,Maar we moeten wel altijd bepalen wanneer we een discussie over een project of concept eindigen. Je wilt het niet allemaal mee naar huis nemen.’’
Woudsend is waar het begon, maar zeker niet waar het eindigt, als het aan Impacd ligt. ,,Wij maken schepen van gebruikte frisdrankflessen en plastic uit keukens. Dat is een concept dat overal in de wereld tastbaar te maken is. Afval krijgt een nieuw doel. En nog iets: wist je dat er in Nederland alleen al jaarlijks duizenden afgedankte schepen uit het water worden gehaald en naar de stort gebracht? Dat voorkom je door ons concept van recycling. We willen impact maken.’’
Martin Garrix. Zo’n soort leven zag Tseard Verbeek uit Leeuwarden eigenlijk voor zich. Logisch, want vanaf zijn 12de rapt hij en produceert hij muziek, met eigen beats en eigen geluid. Later stapte hij over naar elektronische dancemuziek, het terrein van Garrix. Het werd toch een ander pad, uitmondend in de start-up Skillsuni, opgericht in en aangewakkerd door de coronacrisis. Het is een platform voor online muziektrainingen, gericht op professionals.
,,Een jaar of vijf geleden stond ik stil bij wat ik nou eigenlijk wilde. Mijn muziekproducties werden beter en ik had het gevoel dat ik op een driesprong stond. Of ik zou uitvoerend artiest worden, maar ik realiseerde me dat de nieuwe Martin Garrix worden een heel kleine kans is. Of ik zou mijn beats gaan verkopen, wat ik al deed, óf ik zou mijn kennis gaan doorgeven aan de volgende generatie. Ik heb voor het laatste gekozen, met af en toe een verkoop van beats.’’
Verbeek vertelt het in zijn nieuwbouwhuis in Leeuwarden, met daarin een goed geoutilleerde studio. Elektronische piano, mengtafels, schermen met camera. Muziek hangt in de lucht. Dat is niet zo raar. Vader is een gekend dirigent, oom is muziekleraar. Ze spelen in bands en korpsen, net als verschillende neven.
ENTERPRIJS
Tseard studeerde Media & Entertainment Management toen hij besloot zijn eigen bijbaan te creëren. ,,Ik richtte in 2016 de Producer School op, waarin ik mijn studenten in eerste instantie één op één begeleidde. Dat ging zo goed, dat het te druk werd en ik besloot het werk deels uit te besteden. Het bedrijf groeide verder en op zeker moment had ik een studio in Leeuwarden en dependances in Sneek en later Zwolle, Utrecht en Bolsward. Dat klinkt mooi, maar ik werd een manager, en dat wil ik gewoon niet zijn.’’
De Leeuwarder ging in op de vraag een workshop te ontwikkelen voor basisscholen. ,,Vond ik heel leuk. Ik gaf die workshops zelf en doe dat nog steeds. Maar het repeterende van één-op-éénlessen ging me irriteren. Dus besloot ik video’s te gaan maken die de basisstof behandelen. Gelukkig mocht ik in mijn eigen bedrijf stage lopen en kon ik een
e-book ontwikkelen en online cursusonderwerpen uitwerken.’’
De basis van zijn huidige onderneming werd daarmee gelegd. Meer dan tachtig cursusvideo’s had Verbeek in de aanbieding, die gestaag meer werden gevonden en afgenomen. Tot maart 2020. Corona overviel het land. Muziekscholen sloten, zzpmuziekleraren zaten thuis. Een online alternatief had iedereen nodig. ,,Plotseling liep het heel hard. Zeker ook toen ik de Enterprijs won voor mijn Producer School en aandacht kreeg.’’
De laatste duw in de goede richting kwam toen Tseard van steeds meer muziekleraren hoorde hoe moeilijk ze het hadden. ,,De lockdowns bleven elkaar maar opvolgen en ze zaten allemaal thuis, zich af te vragen hoe ze de crisis konden overleven. Toen dacht ik: ik heb een platform, ik heb de technologie. Waarom gooi ik het niet open voor meer doelen? Kunnen de leraren zelf hun cursussen ontwikkelen en aanbieden.’’
LEVENDIGE COMMUNITIES
Dat is Skillsuni. De door Tseard gemaakte cursussen zijn er te koop, muziekleraren bieden hun lessen aan op het platform.
,,Fysieke lessen zijn niet te vervangen, maar corona leerde ons dat digitale ondersteuning goed werkt. Denk aan kinderen die thuis moeten oefenen voor de volgende muziekles bij hun leraar. Zo wil ik muziekscholen, culturele centra en individuele docenten ondersteunen. Als je niet op les zit, kun je cursussen via een abonnement afnemen’’
Nu moeten levendige communities ontstaan op het platform. „We zijn net live en bezig met het activeren van muzikanten.’’ Bandleden die elkaar vinden, tips en feedback die uitgewisseld worden, speelruimte die wordt gevonden, video’s die worden gedeeld, en zo veel meer. ,,De nieuwe gratis app is net gelanceerd om het allemaal nog gemakkelijker te maken. Het gaat me om het sluiten van de kloof. Creatieve mensen moeten elkaar en hun publiek beter kunnen vinden.’’
Muziek maken is nu weer vooral hobby voor Tseard Verbeek. Dagelijks pakt hij zijn gitaar er wel bij, bedenkt hij een goede beat, drumt en produceert hij erop los. ,,Dit is voor mij de ideale combinatie. Elke dag breidt het aanbod op het platform uit en weten meer mensen het te vinden. Ik houd me bezig met de ondersteuning en maak lekker muziek. Prachtig.’’
‘Gelukkig mocht ik in mijn eigen bedrijf stage lopen en kon ik een e-book ontwikkelen en online cursusonderwerpen uitwerken’TSEARD VERBEEK Wie Tseard Verbeek Wat platform voor online muzieklessen en meer Waar Leeuwarden Waarom om vraag en aanbod van muziek te koppelen
Het aanbrengen van dakbedekking steekt erg nauw. Daar weten ze bij Dakwerk Assen B.V. alles van. Een gespecialiseerd dakdekkersbedrijf in kunststof, EPDM Resitrix, bitumineuze dakbedekkingen en zinkwerk, waar kwaliteit met hoofdletters wordt geschreven. Zo wordt alleen gebruik gemaakt van materialen van A-kwaliteit en wordt gewerkt met jaarlijks gekeurde gereedschappen, ladderliften, brandblussers, et cetera. Immers, de klant, zowel particulieren als bedrijven, moet er van verzekerd zijn dat het dak voor vele jaren datgene doet waarvoor het is bedoeld.
Zomaar dakbedekking aanbrengen is er bij Dakwerk Assen dan ook niet bij. „We doen altijd onderzoek naar de situatie”, zegt eigenaar Soliman Shadida. „Vanwege het veranderende klimaat krijgen daken tegenwoordig veel meer te verduren. Denk bijvoorbeeld aan situaties waarbij grote hoeveelheden regen of sneeuw op het dak blijven liggen. Dat zorgt voor enorm veel gewicht. Daarom kijken wij altijd naar de draagbalken. Zijn die niet dik genoeg, of liggen ze te ver van elkaar, dan adviseren we altijd om deze te vervangen en de afstand aan te passen.”
Sedum dak
„Zo willen steeds meer mensen een sedum dak, waardoor er een enorm gewicht op het dak komt. Ook dan is het van belang de onderliggende balken en de afstand ertussen goed te controleren.” Sterker nog, voordat Dakwerk Assen de sedum aanbrengt, laat men het dak onder water lopen, zodat mocht er nog lekkage zijn, dit meteen kan worden aangepakt. Het zegt iets over de nauwkeurige manier waarop Dakwerk Assen te werk gaat. „Te vaak komen wij bij klanten die voor een goedkope oplossing gingen”, legt Soliman uit. „We komen soms de meest vreemde situaties tegen, met voor de bewoners vaak vervelende gevolgen.”
10 jaar garantie
Het is niet voor niets dat Dakwerk Assen de meeste klanten via mond tot mond reclame krijgt. „Kwaliteit gaat bij ons boven alles, net zoals veiligheid, we zijn VCA gecertificeerd, en werken netjes. Na afloop lopen we het werk altijd met de klant na. We willen geen klachten achteraf hebben. Is er wel een fout gemaakt, het is en blijft
tenslotte mensenwerk, dan herstellen we dat meteen. Daarnaast geven we 10 jaar garantie op ons werk, in combinatie met een onderhoudscontract. We komen dan één keer per jaar langs voor een controle. Want, als een dak eenmaal is gelegd, wil dat niet zeggen dat je het niet in de gaten moet houden. Dankzij dit contract kunnen we eventuele kleine onvolkomenheden meteen repareren, waardoor het dak langer meegaat.”
Vertrouwen
Dakwerk Assen is vooral in de drie Noordelijke provincies actief, maar het grootste dakwerk dat men legde, was bij een bedrijf in Hengelo, namelijk 12.000 vierkante meter. „Dit hebben we samen met een collega dakdekker gedaan. Een
prachtige klus, maar dat neemt niet weg dat wij zowel grote als kleine daken met dezelfde precisie en nauwkeurigheid leggen. Zo staan we al 15 jaar bekend en dat vertrouwen in ons bedrijf willen we niet beschamen.”
Australiëweg 10 9407 TE ASSEN +31 (0) 592 34 23 49 info@dakwerkassen.nl www.dakwerkassen.nl
De bouw piept en kraakt. Naast een gebrek aan personeel en ruimte om te bouwen, zijn er problemen met stikstof en PFAS, zeker na het vervallen van de bouwvrijstelling voor stikstof eind vorig jaar. Bovendien hangt een fors deel van onze CO2-uitstoot samen met bouwen. Ook de bouw moet verduurzamen en juist voor deze sector zijn er veel kansen. Maar is de bouw in staat die te benutten?
Klimaatbelasting vindt plaats voor, tijdens en na de bouw van een pand. Zo’n 8 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot komt van de productie van cement. CO2-uitstoot na de bouw is vooral een gevolg van koelen en verwarmen. Geschat wordt dat 40 procent van het energieverbruik in de EU voor rekening komt van gebouwen. Niet verwonderlijk dat de bouw al eens is omschreven als een ‘CO2-bom’.
Toch zijn er volop kansen om dit beeld te laten kantelen. Voor duurzame oplossingen moeten we kijken naar de volledige levenscyclus van een gebouw – van het produceren van bouwmaterialen tot en met het bewonen en afbreken van het gebouw. Bouwen met hout in plaats van op de traditionele manier betekent al een halvering van de uitstoot van CO2. De CO2uitstoot daalt verder als voor isolatie bio-based materialen worden gebruikt, zoals houtvezels, vlas, hennep of kurk. De belangstelling voor dit soort toepassingen neemt snel toe. Zo meldde Gerrit Hiemstra onlangs te stoppen als weerman bij de NOS om een bedrijf te beginnen in biobased bouwen.
Een goed ontwerp maakt dat huizen minder energie nodig hebben, door het slim benutten van natuurlijk licht en zon, denk aan de ligging en grootte van ramen en een overstek om ’s zomers warmte buiten te houden. Goede isolatie is de logische volgende stap. Huizen hebben nog minder externe energie nodig als ze zelf energie opwekken, bijvoorbeeld via zonnepanelen.
Maar zonnepanelen wekken allemaal op hetzelfde ogenblik energie op waardoor het elektriciteitsnet overbelast raakt. Veel mooier zou zijn als de opgewekte energie in het gebouw blijft tot het daar nodig is. Ook daar is een oplossing voor: de Sun Tank is een rechthoekig buffervat om warmte in water op te slaan. De modulaire bouwelementen zijn gemaakt van glasvezel. Ze nemen geen extra ruimte in, maar maken als vloer, muur of dak deel uit van de constructie van een woning.
Als de bouw overstapt op biologische materialen wordt CO2-uitstoot vervangen door CO2-opslag. Slimme energieopwekking en -opslag vermindert de uitstoot tijdens het gebruik van de woning, desgewenst zelfs naar nul. Als bouwers dan ook nog zorgen dat materialen later hergebruikt kunnen worden is de circulaire cyclus rond. En heeft zich een aardverschuiving voorgedaan: in plaats van een belangrijk onderdeel te zijn van het klimaatprobleem biedt de bouw daarvoor een oplossing.
Gevestigde bedrijven wijzen graag op het experimente-
le en kleinschalige van innovatieve oplossingen, op tekortschietende regelgeving en conservatieve klanten. Natuurlijk is opschaling en grootschalige productie noodzakelijk, waarbij vaak ook het kip-en-ei vraagstuk speelt: voor grootschalig gebruik is grootschalige productie nodig, maar daarvoor is weer grootschalig gebruik nodig. Met zo’n redenering is het verleidelijk om op je handen te blijven zitten. Maar de ontwikkelingen gaan snel. In Rotterdam wordt al een houten flat van negentien verdiepingen gebouwd, alleen de kern en de begane grondvloer zijn nog van beton.
Ondanks dat de overheid jaarlijks 100.000 nieuwe woningen in Nederland wil valt op steeds meer plekken de nieuwbouw stil. Dat is natuurlijk slecht voor de mensen die wachten op een woning. Maar er zit ook een positieve kant aan. Laten we deze adempauze benutten voor het versnellen van de broodnodige omslag. De bouwsector staat niet bekend om zijn innovatieve vermogen maar er liggen wel veel kansen. Het mooie van een ‘goede’ bouwcrisis is dat klanten (particulieren, bedrijven en overheden) weer keuze krijgen uit architecten, aannemers en materialen. Laten we die ruimte benutten om de kleine, innovatieve bouwers, die er inmiddels volop zijn, tot bloei te
Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek Innovatiemanagement.
Het huurmaterieel voor particulieren is vrijwel allemaal al in de accuvariant verkrijgbaar, aldus
André Buwalda van Sijperda Verhuur. ,,Alle handmachines en tuingereedschap zijn op accu verkrijgbaar. Op dat gebied is de verduurzaming al veel verder.
We willen laten weten wat er allemaal beschikbaar is. De duurzame artikelen hebben een prominente plek in onze winkels en we doen veel aan voorlichting. Nu moeten we de overstap maken in de bouw en dat is een heel interessante ontwikkeling.”
Dat de bouwsector moet vergroenen, ook op de bouwplaats, daar twijfelt niemand aan. Maar hoe ver is dat verduurzamingsproces of komt het nog maar net op gang? We maken een rondje langs enkele bouwbedrijven en een specialist in de verhuur van bouwmaterieel in het Noorden.
komt elke week wel een artikel bij.’’
Volgens André Buwalda, financieel manager met de portefeuille duurzaamheid bij Sijperda Verhuur, staat de bouw nog aan de vooravond van het verduurzamingsproces. ,,We staan voor een enorme uitdaging en ommekeer. Dat de bouw groen en duurzaam gaat worden, is wel duidelijk. Het door fossiele brandstoffen aangedreven materieel gaat eruit en daar komen duurzame alternatieven voor in de plaats”, voegt hij eraan toe.
,,Het proces komt langzamerhand op gang, maar zit wel in een stroomversnelling. Veel machines draaien nog op diesel, maar bij Sijperda Verhuur hebben we heel bewust gekozen voor een beleid waarbij we steeds meer overschakelen op duurzaam materieel. Ze zijn stiller en schoner. Maar die omschakeling hoeft niet in één of twee jaar.”
Het duurt nog wel tien jaar voordat de laatste dieselmachine het wagenpark gaat verlaten, verwachten ze bij Sijperda Verhuur met dertien vestigingen in NoordNederland en Noord-Holland. ,,We zitten niet alleen in de bouw. Je ziet ons duurzame materieel ook bij evenementen, in de industrie en scheepsbouw en ook bij veel particulieren. Maar de bouw en bouw-gerelateerde bedrijven zijn wel de grootste doelgroep.”
DRUK NEEMT TOE
De verduurzaming in de bouw krijgt steeds meer prioriteit en moet doorgezet worden, daar is ook directeur Klaas Graveland van bouwonderneming Hunebouw in Hoogeveen het over eens. De druk – ook vanuit de overheid – om over te schakelen op elektrische alternatieven neemt aan de ene kant toe, maar aan de andere kant ontbreken de randvoorwaarden voor een goede, snelle en effectieve energietransitie nog, vindt Graveland.
De Drentse bouwondernemer ziet met name problemen op het gebied van een
tekortschietende laadinfrastructuur. ,,Ons bedrijf werkt veel voor de overheid in zogenaamde zero-emissiezones, die gemeenten vanaf 1 januari 2025 mogen invoeren. Dit betekent dat je sommige binnensteden niet meer binnenkomt met bestelbusjes of vrachtwagens op fossiele brandstof.”
Er zijn meer en capaciteitskrachtigere laadpunten nodig – ook op de bouwplaatsen –waar bedrijfswagens snel opgeladen kunnen worden. ,,Met de komst van zero-emissiezones moeten die voorzieningen er ook in de grote steden liggen”, zo gaat Graveland verder. ,,Op het moment zijn er te weinig laadpunten en ook is er geen zicht op een goede planning wanneer de laadpunten er wel zullen komen. Het elektriciteitsnetwerk is overvol en daardoor zit je met lange wachttijden. Wanneer de laadinfrastructuur er ligt, dan gaan wij pas investeren.”
BEPERKTE TREKRACHT
Een tweede punt die een rem zet op een snelle verduurzaming, is de beschikbaarheid van goede elektrische alternatieven, vinden zowel Buwalda en Graveland. Hoe groter het voertuig of de machine hoe moeilijker het vaak wordt om een elektrisch alternatief te vinden. ,,Je zit met de beperkte rijafstand op een accu en ook met trekkracht. De ontwikkeling van nieuwe elektrische voertuigen gaat steeds sneller, maar wij zoeken naar de juiste timing om grote investeringen te doen. Ondertussen houden we het bij verduurzaming van licht bouwmaterieel”, aldus Graveland.
Ook bij Sijperda Verhuur wordt goed gekeken naar de ontwikkelingen op de elektrische markt. Zo verwacht het bedrijf binnenkort de eerste elektrische vrachtwagen aan te schaffen voor het vervoer van toiletten.
,,Dat heeft ook te maken met de zero-emissiezones in binnensteden. Deze wagens zijn niet echt heel zwaar en rijden geen enorme afstanden. Maar niet in alle gevallen is een
,,Er
De door Intergas ontwikkelde hybride warmtepomp kwam eind vorig jaar op de markt en inmiddels heeft het bedrijf in Coevorden de productie flink opgeschaald. In mei van dit jaar werden er drieduizend exemplaren van de Xtend afgeleverd, voor dit jaar staat de totale productie gepland op 30.000 stuks.
Technisch directeur Peter Cool overtuigt ondertussen zoveel mogelijk mensen, waaronder meer beleidsmakers in Den Haag, van de kansen die de hybride warmtepomp biedt voor de energietransitie. ,,Het is onmogelijk om de acht miljoen huizen in Nederland volledig gasloos te maken, daarvoor zijn de kosten van all-electric warmtepompen en bijbehorende maatregelen te hoog. Voor een kleine groep huishoudens is dat een oplossing, maar als we willen versnellen, hebben we iets nodig dat in alle woningen het gasverbruik drastisch terugbrengt. Met een hybride warmtepomp kunnen we voor 80 procent van het gas af en voor de overige 20 procent zijn oplossingen die de komende jaren doorontwikkeld worden, zoals groen gas en de opslag van elektriciteit. Die 20 procent gasverbruik is vooral nodig voor het verwarmen van warm water en de koude winterse weken. De ontwikkelingen volgen elkaar nu snel op en ik heb er alle vertrouwen in dat we die laatste stap tegen die tijd ook kunnen zetten. Laten we nu vooral de eerste grote stap zetten in wat wij de Hybride Route noemen. Daarin blijven wij ook werken aan doorontwikkeling.’’
Onderzoek
Cool vertelt bevlogen en is duidelijk op een missie. Hij voerde namens de zes fabrikanten die zich verenigd hebben in stichting Smart Energy Foundation (SEF) al diverse gesprekken met medewerkers van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, dat de stichting vervolgens verzocht in kaart te brengen wat de impact van de hybride warmtepomp is.
,,Bij tweehonderd huizen hebben we hybride
warmtepompen geïnstalleerd en de resultaten gemeten. Dat deden we bij zoveel mogelijk verschillende woningen, van een oud en groot studentenhuis tot een verbouwde boerderij en van een twee onder een kap-woning tot een tussenwoning. Het gemiddelde bouwjaar was 1977 en het gemiddelde gasverbruik voor plaatsing van de hybride warmtepomp was 1838 kuub per jaar. Dat is iets hoger dan het landelijke gemiddelde, omdat er geen flats in het onderzoek zijn meegenomen.’’
Op een groot scherm laat Peter Cool de cijfers zien die hij ook in Den Haag heeft gepresenteerd. Het onderzoek heeft er zelfs voor gezorgd dat minister Hugo de Jonge eerder dit jaar op bezoek kwam bij Intergas, om de productie van de hybride warmtepomp met eigen ogen te kunnen zien en één van de deelnemende huizen te bezoeken. In november 2022 had De Jonge al de eerste deelcertificaten ‘Installeren en in bedrijf stellen van hybride warmtepompen’ uitgereikt aan de eerste van de duizenden monteurs die de komende jaren worden klaargestoomd om warmtepompen te installeren. Hij zei daar destijds over: ,,2026 is het moment waarop we bij vervanging van de cv-ketel op zijn minst gaan kiezen voor de hybride warmtepomp. Daar houden we aan vast. Dat geeft duidelijkheid aan de installatiebedrijven.’’
Terugverdientijd
De cijfers laten het onomstotelijk zien: gemiddeld hebben de deelnemende huizen een gasbesparing van 76 procent bereikt. ,,Maar je ziet ook meteen dat het in de ene woning meer oplevert dan in de andere en dat is ook interessante data’’, zegt Cool.
,,Vaak is nog winst te behalen in radiatoren, leidingwerk of thermostaat.’’ De tweehonderd deelnemende huizen werden voorafgaand aan het onderzoek niet bouwkundig aangepast en uiteraard werd de besparing op gasverbruik afgezet tegen het elektriciteitsverbruik na installatie van de hybride warmtepomp. Cool rekent voor dat de hybride warmtepomp zichzelf in vier jaar terugverdient. ,,Voor ongeveer 6500 euro kun je hem, in een recht toe recht aansituatie, laten installeren. Je krijgt er 2500 euro subsidie op, dus je betaalt zelf 4000 euro. De gemiddelde besparing op de energierekening is duizend euro per jaar, dus na vier jaar is de investering terugverdiend. En ondertussen zetten we met elkaar een flinke stap in de energietransitie.’’
De missie van Intergas en de andere bij SEF aangesloten installateurs is nu vooral het ontkrachten van misverstanden over de hybride warmtepomp. Peter Cool: ,,We hadden onlangs een open dag waarop we drieduizend bezoekers mochten ontvangen. Toen hoorden we vaak het misverstand dat de hybride warmtepomp geen oplossing is voor oude huizen of voor huizen met radiatoren. Ons onderzoek laat het tegendeel zien.’’ Dat heeft het ministerie, bezoekers van de open dag en een groeiende groep installateurs al overtuigd.
www.intergas-verwarming.nl
‘Onderzoek laat een gasbesparing van 76 procent zien’Peter Cool legt bevlogen uit hoe de hybride warmtepomp van Intergas werkt. De buitenunit van de hybride warmtepomp op de R&D-afdeling van Intergas.
goede elektrische vervanging mogelijk. Soms is het raadzaam om nog even te wachten.’’
Met name in de lichtere bouwmaterialen zijn goede elektrische varianten beschikbaar. ,,Zo kijken we bij elke machine naar een elektrische vervanger met dezelfde vereisten”, zegt Buwalda van Sijperda Verhuur. ,,Het moet een A-merk zijn dat lang meegaat en dat ook langdurig gebruikt kan worden. De keuze wordt wel steeds groter. Zo hebben we diverse hoogwerkers en minigravers in de accu of elektrische variant. Er komt elke week wel een artikel bij en het aanbod wordt steeds groter. Op onze website hebben we een speciale pagina met ECO bewuste artikelen, zoals een schaftkeet op zonne-energie, een elektrische shovel, trilplaat of graafmachine, heftruck en hoogwerkers. Verder hebben we grote en kleine accupacks. Deze zijn geschikt op bouwplaatsen en geven minder lawaai, minder stikstofuitstoot en gebruiken geen diesel.”
SNELLER BOUWEN
Het landelijke bouwbedrijf Van Wijnen met 27 vestigingen in het hele land ziet verduurzaming hand in hand gaan met innovatie. ,,Wij hebben een all electric woningfabriek in Heerenveen. We bouwen daar zoveel mogelijk prefab, waardoor we minder op de bouwplaats zijn en op die manier minder uitstoot en afval produceren. Het snel assembleren is een andere vorm van duurzamer werken”, legt directeur Armand van der Waal van Van Wijnen Materieel uit.
,,We kunnen daardoor sneller bouwen met minder uitstoot. We bouwen een huis per dag en een straat per week.’’
Daarnaast werkt de bouwonderneming met zoveel mogelijk duurzame partners samen om werkzaamheden te verrichten.
,,We hebben zelf weinig grote voertuigen. Groot graafwerk besteden we uit, maar daarbij is duurzaamheid wel één van de criteria om een partnerschip aan te gaan. We investeren waar het moet, maar huren waar het kan.”
In de bouw moeten nog wel veel stappen worden genomen qua duurzaamheid, vindt Van der Waal. Zelf werkt het bedrijf mee aan de duurzaamheid door spaarzaam om te gaan met elektriciteit op de bouwplaats.
,,Waar zet ik een keet neer, waar liggen de kabels, waar plaats ik de stroomverdeelkasten en wat denken we nodig te hebben van nutsbedrijven. We maken hiervoor 3D tekeningen, waarop alles duidelijk en overzichtelijk staat. Je wilt zo weinig mogelijk verlies hebben aan elektriciteit door de
kabels. Zo kijk je aan de voorkant al naar een duurzame bouwplaats inrichting.”
Maar ook logistiek is er veel winst te behalen. ,,Zo kun je meer gebruikmaken van bouwhubs, waardoor je het transport naar de bouwplaats kunt bundelen. In plaats van iedere dag een vrachtwagen, komt er dan één keer een transport met spullen naar de bouwplaats.”
WATERSTOF Het zware transport is een verhaal apart, zo geven Van der Waal, Buwalda en Graveland toe. ,,Een elektrische variant in het zware transport zal er niet zo snel komen. Water-
Overheidssubsidies voor schoon en emissieloos bouwmaterieel (SSEB) kunnen soms de doorslag geven om de vaak duurdere, maar duurzame alternatieven aan te schaffen. ,,Je komt op een gegeven op het breekpunt dat er goede en betaalbare alternatieven beschikbaar komen.
Overheidssubsidies kunnen daar ook een rol bij spelen, zodat je niet genoodzaakt bent om de prijzen veel te verhogen voor de klant en toch duurzaam bouwmaterieel kunt aanbieden”, aldus André Buwalda van Sijperda Verhuur.
Met de SSEB wil de overheid bouw-
stof is wel een alternatief, maar de waterstofmarkt loopt achter qua ontwikkelingen. Wel zie je dat daarvan op het moment ook serieus werk wordt gemaakt”, aldus Buwalda.
De rol van waterstof zal in de toekomst verder groeien en over tien jaar staan elektriciteit en waterstof naast elkaar, denkt Van der Waal. ,,Het is erg geschikt voor de transportsector en de grote industrie. Maar ook op bouwplaatsen zullen er aggregaten op waterstof komen en op afgelegen bouwlocaties is het ook ideaal. Zo zal de rol van waterstof – naast elektriciteit – steeds meer in omvang toenemen.”
bedrijven stimuleren om over te stappen op schoon bouwmaterieel om zo een bijdrage te leveren aan het terugdringen van stikstof. De SSEB-regeling is een onderdeel van het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB), waarin medeoverheden en stakeholders in de bouwsector een haalbare en effectieve routekaart opstellen om de verduurzaming van mobiele werktuigen en bouwlogistiek tot 2030 vorm te geven.
Bijna alle stikstofuitstoot op de bouw komt door het gebruik van mobiel bouwmaterieel op de bouw-
plaats. Bouwwerktuigen en bouwvoertuigen, waarvan er naar schatting zo’n tachtigduizend zijn in Nederland, draaien vaak op diesel, en stoten naast stikstof ook fijnstof en broeikasgassen uit. Het kabinet wil dat de bouw in 2030 60 procent minder stikstof uitstoot ten opzichte van 2018. De SSEB-regeling draagt ook bij aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord en het Schone Lucht Akkoord.
Het totale SSEB-budget voor 2023 bedraagt 60 miljoen euro, een verdrievoudiging van het budget vergeleken met 2022.
Korte lijnen, persoonlijke aanpak, de tijd nemen voor ieder gesprek. Werktijd Uitzendburo is een club van nuchtere mensen die houden van het uitzendwerk. Doe je ding en doe het goed. Regiomanager Maria Boelens en Bouw & Techniekspecialist Peter Binnema over Werktijd anno 2023.
Werktijd Uitzendburo bestaat meer dan twintig jaar. Sinds de oprichting in 2001 is het gestaag gegroeid. Van de oorspronkelijke vestiging in Buitenpost breidde het allround uitzendbureau zich ook uit naar Heerenveen, Wolvega, en Sneek. In Heerenveen is ook WerktijdZorg gevestigd, dat zich specifiek richt op de zorgsector. Vorig jaar juni is Werktijd overgenomen door de Abeos Groep, in 1963 opgericht in Oost – Nederland en met tien vestigingen in het oosten en noorden van het land stevig verankerd in de industrie, logistiek, food en groensector. Hun motto ‘gewoon werken’ vanuit een nuchtere aanpak, past wat dat betreft prima bij Werktijd. Gaat er met die overname veel veranderen bij Werktijd? Werktijd regiomanager Maria Boelens: „Nee, feitelijk niet. Werktijd is een succesvol uitzendbureau door wie ze is en hoe ze werkt en dat blijft zo. De veranderingen betreffen vooral de digitalisering van interne processen.”
Wat maakt Werktijd tot dat al jarenlang succesvolle uitzendbureau voor werkgevers en werkzoekenden? „We houden van uitzenden, dit is wat we leuk vinden. Het gesprek aangaan en kijken wat je kunt betekenen. Het zorgen voor een perfecte match is het mooiste dat er is”, zegt Peter Binnema van de Werktijd- vestiging in Wolvega aan en gespecialiseerd in Bouw & Techniek met specifieke kennis over processen, wetten en administratieve regelgeving in die sectoren. Na bijna dertig jaar in de uitzendwereld en ooit zelf opgeleid als meesterschilder, verbindt hij zijn eigen vakmanschap en passie met het uitzenden: bedrijven aan mensen helpen en mensen aan werk. „Werktijd levert heel veel handen, mensen die graag hun werk willen doen. Ik vind het heerlijk om daar aan bij te dragen.”
Beginnen en doorgroeien
„Als je ziet wat het voor mensen betekent om aan het werk te zijn en deel uit te maken van een werkomgeving: dat geeft enorm veel voldoening. Dat is de kracht van Werktijd en daarom ben ik zes jaar terug met de vestiging Wolvega begonnen: werkgevers en werkzoekenden matchen. Zorgen dat het werk gedaan kan worden, dat mensen op die werkplek terecht komen, waar ze zich thuis voelen. Daar slagen we goed in, want er zijn heel veel mensen die al lang via Werktijd aan de slag zijn. We zijn er voor die mensen, we helpen ze waar het kan. En een deel van die mensen komt inderdaad nog graag even naar de vestiging: prima zeggen wij, want we willen graag dat je je bij ons thuis voelt. Evenzogoed zijn er op de vestigingen veel mensen die al lang voor Werktijd werken. Dat maakt het mogelijk om relaties op te bouwen en te onderhouden. We hebben korte lijnen, we hebben vaste contactpersonen en vaste vervangers. Als werkgevers bellen, weten we van de hoed en de rand.”
„Het gaat er om dat je binnenkomt”, vult Maria Boelens aan. „Als je eenmaal binnen bent, kun je gaan bouwen aan een relatie en zorgen dat je uitbouwt.” Nuchter en gedreven als ze is, ontdekte ze de combinatie van dienstverlening en mensen aan het werk helpen. Ze stapte een aantal jaar geleden over naar de uitzendwereld in Groningen en Friesland. Sinds september afgelopen jaar stuurt ze het Friese Werktijd aan. „Ik hou van uitdagingen. Daarom vind ik het geweldig om nu als regiomanager van Werktijd te zien hoe we het beste van twee werelden samenbrengen. Vanuit Abeos stroomlijnen we de digitale processen en verbeteren we de efficiency van dienstverlening naar de klant.”
Ambitie om te groeien
„Werktijd is altijd een betrouwbare partner geweest voor haar klanten en mensen. Niet voor niets hebben we mooie, grote werkgevers in ons bestand waar sinds jaar en dag mensen leveren, in de bouw en techniek, industrie, productie en in de zorgsector. Daar ben ik heel trots op. Zeker omdat we er nog iedere dag in slagen de planningen voor bedrijven en mensen rond te krijgen, ondanks de krapte op de markt. Ik zeg wel eens, Werktijd is klein maar groots in wat ze doet. We zijn niet de grootste uitzender, maar we hebben veel goede klanten en we hebben veel mensen die graag via Werktijd werken. Omdat we doen wat we moeten doen en dat goed doen. Zorgen dat het werk gedaan wordt, afspraken nakomen, bereikbaar zijn, aanspreekbaar zijn. Groot genoeg om betekenis te hebben, klein genoeg om met alle kandidaten nog het persoonlijke gesprek te voeren. Werktijd mag trots zijn op wat ze betekent, dat mag gezegd worden. Soms vind ik dat we iets minder bescheiden mogen zijn over wat we iedere dag doen en betekenen. Maar dat hoort ook bij de Friese volksaard. En we willen het succes uitbouwen, we hebben de ambitie om te groeien.”
Wat betekent dat? „Als je ziet waar we zitten, zie je ook waar we nog niet zitten. Als ik zeg dat we de ambitie hebben om te groeien, betekent dat in klanten, in mensen die we aan werk helpen en in vestigingen. Friesland is een prachtige werkomgeving waar veel handen nodig zijn. En waar veel mensen zitten die graag in en voor de zorg de handen uit de mouwen steken. Dus er is genoeg aanleiding voor Werktijd om daarmee aan het werk te gaan!”
werktijdbv.nl
“Dit is een Engels plamuurmes, en dit is een stopmes.” Jon Bakema, directeur van Schildersvakopleiding Assen, haalt ze één voor één uit de gereedschapskist die voor hem op tafel staat. Het zijn tools die niet veel meer gebruikt worden tegenwoordig, maar toch is het belangrijk dat de studenten ermee om leren gaan, vindt Bakema. “Bijvoorbeeld bij een monumentaal pand, daar wordt nog steeds met een stopmes gewerkt.”
Het doel van de opleiding in Assen is namelijk om allround vakmensen af te leveren die trots zijn op hun beroep en plezier hebben in wat ze doen. “De uitspraak: ‘ik ben maar een schilder, dat mag hier niet”, zegt Bakema met een glimlach. “Er staan natuurlijk geen lijfstraffen op, maar wij hebben een heel mooi beroep.”
Meerdere beroepen
Niet alleen de traditionele schildertechnieken komen aan bod, ook moderne aanpakken zoals het spuiten van verf krijgen veel aandacht. Spuiten is het schilderen van de toekomst, denkt Bakema. “Je kunt met spuittechnieken bepaalde handelingen sneller doen. Dus waar je met een kwast een bepaalde ondergrond misschien wel drie keer moet behandelen om van licht naar donker te gaan, zou je dat met spuiten in één handeling kunnen doen. Dus wij investeren daar veel tijd in en besteden er veel aandacht aan om leerlingen daarmee bekend te maken, zodat er geen angst meer is om die verfspuit te pakken.”
De directeur loopt door de werkplaats tussen de leerlingen door. Ze zijn met opperste concentratie aan het schilderen. Een jongeman zit gehurkt op één knie en haalt heel precies zijn kwast langs een potloodstreep. “We beginnen echt bij de basis”, vertelt Bakema. En niet alleen wat betreft het schilderen, ook de beroepen behanger, glaszetter en houtreparateur komen aan bod. Zodra de basis daarvan goed is, krijgt de leerling ook nog de mogelijkheid zich te specialiseren, bijvoorbeeld in restauratieschilderwerk.
‘Het goud van de opleiding’
Een belangrijk aspect van de opleiding is leren bij een leermeester. “Ik zeg altijd, de leermeester is het goud van de opleiding en ook voor de leerling. Een leerling is 75% van de opleidingstijd aanwezig bij zijn leermeester”, aldus Bakema. Schildersvakopleiding Assen is een coöperatieve vereniging met 150 aangesloten erkende leerbedrijven in Groningen en Drenthe. Daarmee kan worden gegarandeerd dat leerlingen bij kundige en gemotiveerde leermeesters terechtkomen. “Een goede match is voor iedereen bepalend”, meent Bakema.
Voor elke leerling wordt dus goed afgewogen welk leerbedrijf het beste bij hem of haar past. “Bij ons staat de leerling op nummer één”, licht Bakema toe. “Waar je goed in bent, ga je leuk vinden. En wat je leuk vindt, daar word je ook vaak heel goed in.” Vandaar dat de leerlingen breed worden opgeleid. De één vindt houtrotreparatie ontzettend leuk, en stort zich daar helemaal op, terwijl de ander liever een beetje afwisseling heeft en alle facetten van het vak blijft beoefenen na de opleiding.
Hoewel het in de werkplaats wemelt van de aspirant-schilders, zou Bakema het liefst zien dat meer jongeren voor een opleiding tot schilder kiezen. Daarom doet de opleiding in Assen z’n best om zichtbaar te zijn bij scholen en op evenementen. Bijvoorbeeld op het Zoo Werkt ‘t festival in Emmen twee weken geleden. Daar
konden bezoekers kennis maken met bepaalde schildertechnieken door ze zelf uit te proberen. Zelfs het verf spuiten kon uitgetest worden. “Wij merken gewoon dat zo gauw mensen iets hebben gedaan op het gebied van schilderen, of dat nou op zo’n evenement is of het kippenhok van opa en oma in de verf zetten, ze ontdekken dat ze het leuk vinden. ‘Ik maak iets mooi, daar ben ik trots op’.”
Los van het feit dat Bakema het enthousiasme voor zijn vak graag verder wil verspreiden, is er volgens hem ook een praktische reden waarom meer jongeren tot schilder opgeleid zouden moeten worden. “We hebben personeelstekorten in de sector. De oplossing begint bij leerlingen opleiden. Dat is de toekomst.” onderhoudnlopleidingen.nl
allround vakmensen op: ‘Je bent niet ‘gewoon’ een schilder’Jon Bakema
Een wereldwijd probleem oplossen door er een economisch model aan te hangen. Dat is in wezen waar Leeuwarder Daan Levy mee bezig is. Altijd al, eigenlijk. De start-up De Tile is daarvan het ultieme voorbeeld. In samenwerking met een innovatief spuitgietbedrijf in Drachten maakt hij sinds kort wandtegels die gemaakt zijn van plastic afval. En nu vormen ze samen een bv. De interesse uit de markt is alvast groot.
,,Dit is wél rocket science’’, zegt Levy, die al vijf jaar bezig is met de ontwikkeling van zijn idee. Een paar jaar geleden nog dreigde hij de handdoek in de ring te gooien, omdat zijn schijnbaar eenvoudige idee technisch niet haalbaar leek. Totdat de start-up in Drachten zich erop stortte. Simpel gezegd is het gelukt om een specialistische mal te maken waarmee een plat object als een tegel uit de spuitgietmachine kan komen.
,,Mallen maken is wat wij doen’’, zegt Dennis Mous, co-founder. ,,Het liefst mallen die nog niet bestaan, zodat we nieuwe producten kunnen maken voor gedreven uitvinders. Net als Daan zoeken wij altijd manieren om maatschappelijke impact te verbinden aan commercieel rendement. Omdat dat nodig is om echt grote stappen te maken. Verder kijken dan wat er al is. Daar gaat het om.’’
IMPACT MAKEN
En de mal is precies de doorbraak die Levy nodig heeft. ,,Kijk, het gaat mij om impact maken. Dan wil je dus zo snel mogelijk kunnen opschalen. En dat lukt alleen als je op industriële schaal de tegels kunt spuitgieten. De eerste honderden zijn met succes gemaakt, straks willen we naar 20.000 vierkante meter per jaar. Dat is nodig om een eigen fabriek te kunnen bouwen en dat is het doel.’’
Aan ambitie geen gebrek bij Levy, die behalve ondernemer (Speelkracht, Causatives) ook docent Ondernemerschap is aan NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden. In alles wat hij doet, wil hij een verschil maken. Dat is bij De Tile niet anders. ,,Ik ben dit avontuur begonnen om het wereldwijde afvalprobleem aan te pakken. Het antwoord is eenvoudig: zorg dat afval waarde krijgt, dan laten mensen het niet slingeren, of gaan ze het opruimen. De afvalberg slinkt zo, de mensen hebben een nieuw verdienmodel. Het idee is geboren tijdens een reis door Angola. Daar zie je wat dit zou kunnen betekenen voor mens en milieu. Via BeStart vond het idee zijn weg naar Nederland.’’
Dat afval wordt ge-upcycled naar tegels, is niet
zo onlogisch. Bij de energierijke productie van keramiek komt flink wat CO2 vrij. Omdat de kunststof tegels veel lichter zijn, wordt bespaard op brandstofkosten en mankracht. Levy: ,,Met ons product bespaar je daarnaast 319 kilo tegellijm per honderd vierkante meter. Dat tikt aan.’’
De tegels worden niet verlijmd, maar in strips geplaatst. ,,Op die manier kunnen we ze gemakkelijk loshalen en recyclen. Dat is voor mij een absolute voorwaarde. Dat zou voor elk nieuw product op de markt moeten gelden, vind ik.’’ Zijn idee van circulariteit gaat verder. ,Onze tegel kun je gemakkelijk op maat snijden. De snijresten komen bij ons terug en zijn weer grondstof voor nieuwe tegels. De cirkel is zo rond, afval bestaat niet meer.’’
De Tiles worden gemaakt van onder meer oude PET-flessen, waarvan er over de wereld veel te veel rondzwerven. Plastic afval uit onder meer de horeca is ook een prima grondstof. Maar Levy is constant op zoek naar nieuwe reststromen die gebruikt kunnen worden. ,,Als je afval wilt opruimen, dan moet je je op meer richten. Ik experimenteer bijvoorbeeld samen met partners met polyester in kleding. Die proberen we terug te brengen tot de korrels die we nu in de spuitgietmachine gebruiken. Dat zou een geweldig verschil kunnen maken en we gaan de goede kant op. Een paar grote namen uit de modewereld kijken met me mee.’’
CIRCULARITEIT
De eerste experimenten om van afval tegels te maken – toen nog onder de naam New Marble
– waren destijds weliswaar beloftevol, maar nog niet uitontwikkeld. ,,Opschalen bleek een groot probleem omdat de juiste techniek daarvoor niet bestond. De tegels hadden daarnaast de kleur van het gebruikte materiaal. Vond ik prachtig, dat je de circulariteit er direct aan af kon zien, maar de markt zat er nog niet op te wachten. Mensen willen best veranderen, maar niet te rigoureus. Dus hadden we een product nodig dat lijkt op wat ze kennen. Dat hebben we nu. We kunnen kleur toevoegen.’’
En dus is er nu meer belangstelling vanuit de ndustrie. Een grote aannemer uit Nieuwegein participeert in De Tile, net als een bouwonderneming uit Naarden. Allebei partijen die duurzaamheid en circulariteit voorop hebben staan en de bouwwereld willen veranderen. Levy: ,,Alleen de keten maakt een verschil, en de keten betekent eenheid. Dat is essentieel, maar voor veel bedrijven lastig. Ik ben blij dat wij de goede partners gevonden hebben, die er net zo over denken. Samen zijn we het team van De Tile.’’
,We hebben veel meer contacten, bijvoorbeeld vanuit de hoek van woningbouwverenigingen en de zorg. Onze tegels zijn ideaal voor het betegelen van nieuwe of het opknappen van oude badkamers en toiletgroepen. Zeker ook op grote schaal. Scheelt tijd, geld, mankracht, klimaatlast en milieuproblematiek. Denk ook aan de nieuwe woningfabrieken, waar badkamers prefab worden ingebouwd. De markt is enorm, de potentie om veel afval op te ruimen daardoor ook.’’
HAMBURGERS
Het circulaire karakter van de tegels wekt ook nteresse uit iets onverwachtere hoek. Een zekere multinational in hamburgers ziet in De Tile een perfecte invulling voor de talloze lege vetcontainers die nu nog worden afgevoerd. ,Dat vind ik schitterend. Je ziet hier de oude en de nieuwe wereld in elkaar schuiven. Wij halen de vetcontainers op, reinigen ze en maken er korrels van die de basis vormen van nieuwe tegels die de restaurants gebruiken in de toiletgroepen. Nog precies in de kleur van de containers, om de duurzaamheid aan te geven. Dat is nog eens afval opruimen en upcyclen.’’
De reis die Daan Levy zolang geleden al begon, s nu goed op koers. De tegels zijn er, de markt s wakker. ,,En nu? In Nederland gaan we zelf de tegels produceren. Voor het buitenland gaat het om de mal die in Drachten is gemaakt. Spuitgietmachines heb je werkelijk overal in de wereld. Met deze mal kunnen mensen daarmee van afval mooie producten maken om duurzaam mee te bouwen. Dat is de volgende stap op weg naar serieuze impact.’’
mens. In Drachten rollen unieke tegels van de band, die – als het aan bedenker Daan Levy ligt – snel niet meer uniek zijn.
„Hoe je samenwerkt, vertaalt zich ook terug naar het eindresultaat”, zegt Klaas Graveland, directeur van HuneBouw in Hoogeveen. Exact om die reden heeft Graveland Annemieke Plomp in de arm genomen voor de verbouw en verduurzaming van het hoofdkantoor van HuneBouw. Plomp heeft haar eigen bedrijf als interieurarchitect en bouwkundige, AP-Interieurarchitect. Voor zowel Graveland als Plomp was vooral de communicatie essentieel om een succesvolle uitkomst te bereiken. „Alles is besproken,” aldus Graveland. „Tot aan de plinten toe.”
Samenwerking
Als voorbeeld noemt Graveland het plafond dat boven ons in de nieuwe vergaderruimte hangt. Er is een afbeelding van een wolkendek in verzonken, waardoor het net lijkt alsof je naar buiten kijkt als je je blik naar boven richt. Het zal zowel de leek als de vakman compleet ontgaan dat er een luchtverversingssysteem achter verscholen zit. „Je ziet hier geen inblaasroosters,” legt Graveland uit. „Want onder het wolkendekje zit een spleet. Daar wordt de lucht ingeblazen. Dat is uniek. Je zult echt de samenwerking op moeten zoeken om dit soort dingen te bereiken.”
„Ja, wij weten inmiddels heel goed hoe we werken en hoe we elkaar kunnen aanvullen”, valt Plomp hem bij. „Ik denk dat goed opdrachtgeverschap
ook heel belangrijk is om tot een mooi resultaat te komen.” Ook dat komt uiteindelijk weer neer op heldere communicatie. Dat stelt beide partijen in staat duidelijke verwachtingen te creëren. Zo heeft Plomp op basis van de wensen van HuneBouw een ongelooflijk gedetailleerde 3Dtekening gemaakt. Ze pakt haar tablet erbij om een aantal voorbeelden te laten zien. „Van de vloerbedekking tot de kapstokken, alle details heb ik erin getekend,” zegt ze, terwijl ze door de afbeeldingen swipet. En inderdaad, zowel het tapijt als de kapstok in de vergaderruimte komen overeen met wat er op het scherm te zien is.
Identiteit
Het pand van HuneBouw weerspiegelt wat het bedrijf meeneemt naar de bouwplaats. Goed
Van idee tot vergunning tot projectleiding AP-interieurarchitect bedient vanuit Assen de zakelijke en particuliere markt op het gebied van ontwerp en uitvoering van interieurs. Denk aan kantoren, sportvoorzieningen, zorginstellingen, horecaconcepten en scholen. Annemieke Plomp denkt daarbij in nauwe samenspraak met de opdrachtgever een ontwerp uit en ontzorgt desgewenst in de uitvoering van het plan. Ze maakt een lichtplan, begeleidt de eventuele vergunningaanvraag, verzorgt het inkoopproces en tekent voor de bouwbegeleiding.
doordachte designs, zoals het luchtverversingssysteem, maar ook duurzaamheid. Sinds de verbouwing wordt het energielabel A+++ met trots gedragen. Dat vindt Graveland belangrijk: „Je identiteit, wat je pretendeert te zijn, dat je dat ook overbrengt in je eigen pand.” Plomp stemt daarmee in. „Ik probeer het gebouw te versterken, zodat het past bij de identiteit van het bedrijf en meerwaarde geeft aan de uitstraling”, zegt zij.
BENG en NOM: duurzaam is de toekomst
HuneBouw legt zich sterk toe op duurzaamheid in de bouw. Niet alleen het uiteindelijk project moet duurzaam zijn, ook tijdens de ontwikkeling van een woning of een gebouw stelt HuneBouw duurzaamheid centraal. Met andere woorden: gedurende het bouwproces houdt HuneBouw zoveel mogelijk rekening met mens en milieu. Bijkomend voordeel: er wordt tijdens de bouw energie bespaard en de productie van Co-2 wordt zoveel mogelijk beperkt.
op kantoor het beleid dat we de engineering tot een niveau kunnen brengen dat richting geeft aan de uitvoering.”
Circulaire gedachte
Ook duurzaamheid is dus een belangrijk onderdeel van de identiteit van het bedrijf en is een centraal thema in de verbouw ervan. Zo zit er ook een circulaire gedachte achter, vertelt
„Ik vind het 100% een eis dat als onze klanten hier komen, ze herkennen waar we voor staan”, zegt Graveland. „Het niveau van het werk, van het vakmanschap, dat we begrijpen wat we aan het doen zijn. Dat moet de verbouwing ook uitstralen. Als dat niet tot uiting komt, zou ik me er zelf niet goed bij voelen.”
Plomp wijst naar een wandje in een andere vergaderruimte. Daarop is een plattegrond van een project gedrukt. „Daarmee probeer ik de engineering van het bedrijf tot uiting te laten komen”, zegt ze. „Om dat goed te krijgen ben je een poosje bezig. Maar we proberen uiteindelijk wel om alles perfect te krijgen.”
Engineering Die engineering is inderdaad een belangrijk aspect van het bedrijf, beaamt Graveland. Want HuneBouw gaat verder dan alleen de uitvoering van de bouw. Om met aspecten als bijvoorbeeld milieu-impact, natuurinclusiviteit of klimaatadaptiviteit rekening te kunnen houden,
Maar ook na de oplevering mikt HuneBouw op een zo duurzaam mogelijk product. Zo is het bedrijf gespecialiseerd in BENG- en NOMgebouwen. Een BENG-gebouw is een ‘bijna energieneutraal gebouw’. Een BENG-gebouw heeft een energieprestatie coëfficiënt (EPC) van bijna 0. Hoe zuiniger een gebouw, hoe lager de EPC-waarde. Om deze waarde te bepalen, wordt alleen het energieverbruik gemeten dat direct te maken heeft met het gebouw zelf. Denk bijvoorbeeld aan de isolatie, het verwarmen en koelen, het ventileren en de verlichting. Al het huishoudelijk verbruik, zoals televisiegebruik of het gebruik van keukenapparatuur valt hier dus niet onder. Sinds 2020 moeten alle nieuw gebouwde woningen voldoen aan de BENGeisen. De woning dient dan Bijna Energie Neutraal Gebouwd te zijn.
Behalve BENG-gebouwen, heb je ook NOM gebouwen. NOM staat voor Nul-Op-de-Meter. Al de energie die u verbruikt ten behoeve van de installatie van de woning en het (normale) huishoudelijk gebruik, wordt door de woning zelf opgewekt en zorgt daardoor voor een Nul op de energiemeter.
maken de experts van het bedrijf integrale berekeningen. „Daarin willen we niet te afhankelijk zijn van derden. Dus hebben we hier
Graveland: „We hadden ook een deel van het gebouw kunnen slopen en opnieuw bouwen. Maar we vinden die milieu-impact heel belangrijk. Dus dan is het plafond maar even iets lager en zoeken we het liever in de kwaliteit van de verbouw. Alles is ook weer demontabel en duurzaam.”
www.hunebouw.nl
www.ap-interieurarchitect.nl
‘Ik probeer het gebouw te versterken, zodat het past bij de identiteit van het bedrijf en meerwaarde geeft aan de uitstraling’
Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. In zo’n geval is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand aan wie je je even kunt spiegelen. De Spiegel gaat over grote voorbeelden en inspiratiebronnen. Vandaag aflevering 32: Wido van den Bosch, directeur-eigenaar van Brink Industrial en Lune in Hoogeveen.
De laatste keer dat ik je sprak, was het hoogcorona en waren de tijden onzeker. Hoe gaat het nu?
,,Heel goed eigenlijk. Toen hadden we net fors geïnvesteerd in onze eerste autonome productielijn, die op de stoep bleef staan omdat de Finse monteurs terug werden geroepen. Sinds januari loopt de tweede autonome lijn, en de derde is in bestelling. Die lijnen brengen ons precies waar we zijn willen: duurzaam in een concurrerende markt.’’
De circulariteit en duurzaamheid worden steeds belangrijker voor je bedrijf. Jij noemt het Industry 5.0. Wat betekent dat?
,,We brengen smart industry en duurzaamheid bij elkaar. Dat is waar ons hele bedrijf op is gestoeld. We willen zo slim mogelijk produceren, aan de hand van ongelooflijk veel data. Tegelijkertijd letten we in het productieproces continu op onze footprint. We willen daar steeds verder in gaan en dat lukt. De autonome lijnen gebruiken maar een fractie van de energie die conventionele machines nodig hebben. We zijn benoemd tot Koploper Circulaire Industrie en zijn een voorbeeld in Europa.’’
Heb je zulke diepe idealen op het gebied van duurzaamheid?
,,Ik vind het belangrijk, maar het is ook gewoon een economisch model. De wereld móet wel deze kant op bewegen, dan kun je beter voor op de golf zitten. Bedrijven zijn aan het reshoren en uitbesteden, iedereen heeft te kampen met personeelstekorten. Leveringsbetrouwbaarheid, kwaliteit en flexibiliteit worden steeds belangrijker. En ook circulariteit en duurzaamheid worden door meer klanten gevraagd. Wij hebben een oplossing voor dat allemaal. Dat heb-
ben we al vóór corona in onze visie vastgelegd. Daarom groeien we zo hard.’’
Hoe kwam je er tien jaar geleden eigenlijk bij om een fabriek te kopen. Je bent jurist eigenlijk toch?
,,Zo ben ik afgestudeerd, maar ik wilde eigenlijk altijd al ondernemen. Via het ondernemingsrecht kwam ik terecht bij een grote club en hielp ik bij de aan- en verkoop van bedrijven. Op zeker moment was ik directeur van Ubbink, onderdeel van dezelfde groep als Brink Climate Systems. Tegelijkertijd hielp ik Guido Krass en Wim Brink –zeer succesvolle zakenmensen – met hun zaken. Toen had ik eigenlijk drie banen tegelijk. In de crisisjaren was Wim Brink op zoek naar een nieuwe directeur voor Brink Industrial en ik was op zoek naar een bedrijf om voor mezelf te kopen. Dat kwam toen perfect samen. Ik had Wim Brink wel nodig voor advies en financiering en hij mij voor het leiden van het bedrijf.’’
Waar komt die drang om te ondernemen vandaan?
,,Mijn oom Joop had een handelsmaatschappij in Hongkong. Als hij weer eens langskwam, dan was het feest, had hij alle-
Fabriek
maal van die typisch Chinese spulletjes die ik geweldig vond. En de mooiste verhalen, echt avontuur. Ik dacht: dat wil ik ook. Onbewust maar heel zeker heeft hij een zaadje in mijn hoofd geplant.”
Toch duurde het daarna nog even … ,,Het gaat soms zoals het gaat. Door Guido Krass en Wim Brink zag ik de business van steeds dichterbij. Heb ik heel veel van hen beiden geleerd. Wim Brink spreek ik nog steeds regelmatig, omdat hij aandeelhouder is. Die man heeft gewoon zóveel ervaring. Dan móet je wel dingen oppikken. En Krass (Parigroup, Centrotec, Silveryachts, red) heeft het al helemaal gezien allemaal. Hij is een zeer vermogende Duitse zakenman. Ik deed op zeker moment zijn family office, dus zijn hele vermogen. Tientallen bedrijven, een scheepswerf, superjachten, huizen, het hoorde er allemaal bij. Bij hem zag ik dingen die ikzelf nu nog nastreef.’’
Net zo rijk worden?
,,Dat vind ik helemaal niet zaligmakend. Integendeel. Nee, meer zijn manier van zaken doen. Lef, altijd vol erin, op het randje van de financiële mogelijkheden. Maar dan gecombineerd met geloof in eigen kunnen en een duidelijke visie. Dat heb ik echt van hem. Dat je tijd moet nemen om over je visie na te denken, over de langere termijn. Het grootste risico is dat je zo in de dagelijkse praktijk wordt gezogen, dat je de koers uit ogen verliest. Daar was Guido Krass extreem goed in, in dat voorkomen. En in het zien van kansen. Hij zet ook vol in op duurzaamheid. Voordat ik Brink Industrial en Lune kocht, heb ik iedereen hier gesproken en een hele strategie uitgeschreven. Die is nu voor het grootste deel nog steeds actueel.’’
„Eigenlijk is het allemaal begonnen met het grondverzetbedrijf Gebr. Algra”, legt Klaas Algra, operationeel directeur van BUKO Waakt, uit. „We hebben in de jaren dat we dat bedrijf hadden de criminaliteit zien toenemen.
Als het personeel ’s avonds het werkterrein verliet, dan kon het op een gegeven moment maar zo zijn dat je niet zeker wist of je de volgende dag verder kon werken of dat, bijvoorbeeld, de diesel uit je werkvoertuig was gestolen. We bedachten dat we ons materieel moesten gaan beveiligen. We maakten een container, een paal erbij en daarop een toen nog wat primitief soort van bewakingscamera. We hadden direct succes. Iemand meende de gasolie uit de kraanwagens te moeten halen voor eigen gebruik. We zagen het en schakelden de politie in die de man in de kraag kon vatten. Dat succes stimuleerde ons tot het zetten van vervolgstappen.” We weten wat nodig is Die spontane actie was het begin van InfraWatch en dat is nu BUKO Waakt geworden. „Wij hadden de kennis en ervaring voor optimale beveiliging. Wij zagen immers hoe onze eigen spullen verdwenen van de werkplek. Wil je die strijd winnen, dan moet je continu blijven ontwikkelen. We creëerden een team die de technische ontwikkelingen omzetten naar steeds verfijndere bewakingsunits.”
In de controlekamer staan 24/7 observanten paraat die direct tot actie overgaan bij verdachte omstandigheden. „Van politiediensten, tot kantoorpanden, tot benzinestations, tot fabrieksterreinen, er is niets wat we niet kunnen bewaken. Uiteraard zijn er korte lijntjes met de politie. Bovendien worden alle beelden opgeslagen. Dat levert aanknopingspunten en bewijsmateriaal op
voor politie en justitie. Vrij uniek aan onze software is dat onze klanten zelf via een portal kunnen meekijken.”
‘Nu we de handen ineen hebben geslagen hebben we nog meer kennis in huis.’
Van InfraWatch naar BUKO Waakt
Niet alleen hightech bewakingsunits maakten het verschil, maar ook de grote flexibiliteit en slagkracht deed het bedrijf groeien. „We gingen aan de slag met een eigen groep professionals”, zegt Klaas, „waarmee we alles in eigen hand hielden. Van het opbouwen van de mast tot aan het installeren van de software het vindt hier allemaal plaats. We hebben transportmiddelen, monteurs en ander personeel paraat staan om de aannemer te ontlasten van verder denk- en regelwerk. Als ik ’s nachts gebeld wordt door de politie waar dan ook in Nederland voor een bewakingscamera dan staat er binnen enkele uren eentje operationeel.”
Sinds 1 juli 2022 is InfraWatch BUKO Waakt en onderdeel van de BUKO groep waaronder ook Infrasupport valt. Bij Robert Emmerich, algemeen directeur van BUKO Waakt en Infrasupport was het de slagkracht en professionele en innovatieve werkwijze van InfraWatch die hij zocht.
„Met één telefoontje heb je nu Infrasupport en bewaking van je materieel.”
Artificial Intelligence
„Nu we de handen ineen hebben geslagen hebben we nog meer kennis in huis. Waar we nu onze innovatieve kracht op inzetten is Artificial Intelligence (AI). Hiermee wordt de efficiëntie vergroot en loze alarmen verder teruggedrongen. AI maakt onderscheid tussen echte bedreigingen en ongevaarlijke veranderingen op een terrein. Een druppel op de lens of een hond die over een bedrijventerrein loopt hoeft niet meer tot loos alarm te leiden. Bovendien kunnen we AI ook inzetten om de veiligheidsvoorschriften te bewaken. Dat motiveert de werknemers nog meer om hun bouwhelm en veiligheidsbril op te zetten.”
Waterstof
Zonne-energie was al standaard geworden onder Klaas: „40 uur zonnestraling per week heeft de BUKO Waakt Solar unit nodig om volledig autonoom te kunnen functioneren. Dat is goed voor het milieu, maar ook handig als er geen stroom voorhanden is. Neerzetten, mast omhoog, contact met de beveiligde site en de kostbare spullen zijn beveiligd met cameratoezicht”, zegt Klaas. „In steden met hoogbouw en veel schaduw kan het wel een probleem zijn. Daarom zijn we nu ook begonnen met energievoorziening op waterstof. Innoveren doen we ook met oog voor een duurzame toekomst.”
www.bukowaakt.nl
Een schitterend gebouw, dat wordt het Huus voor Sport en Cultuur in het Drentse Zuidwolde, gebouwd door Hesco Bouw uit Stadskanaal. Een uitdagende klus, omdat oud en nieuw bij elkaar komen, maar ook vanwege de bijzondere gevels. Zo is er veel glas en hout in het ontwerp verwerkt en van de buitenkant lijkt niets recht. „Het gebouw moet opgaan in de omgeving, is de bedoeling van de architect (bct architecten, ingenieurs en adviseurs en The ArchiTech Company – red)”, zegt projectleider Anton Brinkman. „Het is een uitdaging om de verschillende bouwmethoden goed op elkaar af te stemmen. Ja, voor ons is dit een unieke opdracht, juist vanwege de complexiteit van de bouw.”
zitten er veel verschillende materialen in het gebouw. Ook hebben we bepaalde onderdelen uit het oude gebouw hergebruikt, zoals het hout. Dat alles vraagt om een goede afstemming en maakt het net even anders dan we normaal gewend zijn.” Vanzelfsprekend wordt het Huus voor Sport en Cultuur energieneutraal. „Zo zijn de gevels en de vorm van het gebouw opgezet vanuit een zonnestudie, waardoor je optimaal profiteert van de zon. Daarnaast komt er groen op de platte daken.” Om alles van tevoren goed te visualiseren is elk onderdeel van het gebouw in 3D getekend. „Dat kan aan de voorkant extra vragen oproepen, maar helpt ook om eventuele faalkosten eruit te halen”, weet Weitering.
Maar, het is een uitdaging die men bij Hesco Bouw (85 medewerkers) graag aangaat. De bouw startte in september vorig jaar en eind dit jaar hoopt men het Huus voor Sport en Cultuur op te leveren. De oude gymzaal, sporthal en bibliotheek zijn dan opgegaan in een gebouw dat nog veel meer functies herbergt. Zo komt er een theater, diverse zalen en kantoren voor werk en vergaderingen, een fysiotherapeut, een biljartzaal en wordt het aantal kleedkamers uitgebreid. Op de eerste verdieping komen welzijnsinstellingen. „Dit wordt het ontmoetingspunt voor sportief, sociaal, cultureel en maatschappelijk De Wolden”, aldus werkvoorbereider Ruurd Keizer.
Complexiteit
Het wekelijkse werkoverleg is net achter de rug en iedereen weet wat hem te doen staat. Het is intussen een komen en gaan van bedrijven die een bepaald onderdeel van de bouw voor hun rekening nemen. „Dat gaat de hele week door”, geeft uitvoerder Mischa Weitering aan. Hij vertelt dat de bestaande sporthal is blijven staan en in de nieuwe situatie veel groter wordt. „Oud en
Wie nu al wil zien hoe het Huus voor Sport en Cultuur eruit komt te zien, is op zaterdag 17 juni a.s. tussen 9.00 uur en 14.00 uur welkom tijdens De Dag van de Bouw. Het Huus in aanbouw is dan toegankelijk en een delegatie van het stichtingsbestuur is aanwezig om uitleg te geven en vragen te beantwoorden.
nieuwbouw komen daar samen en daardoor moesten we met name op het gebied van de draagconstructies, de belasting van de verschillende elementen, veel uitzoeken. Dat maakt het leuk, maar niet altijd gemakkelijk. Vanuit de complexiteit moet je oppassen dat iemand niet z’n eigen weg gaat. Er moet veel overlegd worden over hoe we bepaalde zaken kunnen oplossen. Daar komen we steeds goed uit.”
Afstemming
Ook de gevel is uniek. „Dit is volgens mij voor de tweede keer dat zo’n gevel in ons land wordt gebouwd”, zegt Brinkman. „Daarnaast moeten er diverse bouwmethodes worden toegepast en
„Hesco, jaarlijks goed voor de bouw van 150 woningen en appartementen en 20 utiliteitsprojecten, streeft altijd naar slim en efficiënt bouwen”, besluit Keizer. „Bijvoorbeeld door bepaalde zaken te vereenvoudigen, zonder in te boeten aan kwaliteit. Want, dat staat bij alles wat we doen altijd voorop.”
www.hescobouw.nl
‘Het is een uitdaging om de verschillende bouwmethoden goed op elkaar af te stemmen’V.l.n.r.: Anton Brinkman, Mischa Weitering en Ruurd Keizer
Ze zijn ervan overtuigd dat ze de circulaire bouweconomie een boost kunnen geven vanuit hun positie. Alco Otten en Jos Dokter zijn docent bouwkunde bij het Alfa-college, in respectievelijk Hoogeveen en Groningen. Daar hebben ze direct invloed op welke materialen de bouwer van de toekomst gebruikt. Hun klassen zitten namelijk vol met die toekomstige bouwers.
De focus moet specifiek liggen op de toepassing van biobased materialen, als het aan Otten en Dokter ligt. Dat zijn materialen van natuurlijke afkomst die op een ecologisch verantwoorde manier geteeld, geoogst, gebruikt en hergebruikt worden. „Die geen impact hebben op de biologische cirkel die er bestaat,” zegt Otten.
Omdenken en omdoen
Het belang van duurzaamheid omwille van het behoud van een leefbare planeet is inmiddels breed bekend. Daarnaast is er nog een praktische reden waarom biobased bouwen volgens de twee docenten is wat we in de toekomst steeds vaker zullen moeten doen. „De grondstoffen raken ook op, los van het effect op de planeet. Dus je moet op zoek naar andere processen om toch nog huisvesting in de toekomst te kunnen garanderen voor je inwoners. Dan moet je toch gaan omdenken en omdoen”, zegt Dokter.
Traditioneel bouwen
Studenten die tijdens hun studie al kennis maken met biobased bouwen, nemen dat mee het bedrijfsleven in, zo redeneren Otten en Dokter.
„Op die manier kunnen we als Alfa-college de voortrekkers zijn om dat in de steigers te zetten”, meent Otten. Studenten houden namelijk vaak nog vast aan traditionele bouwmethodes, merkt
Dokter: „Vanuit hun omgeving krijgen ze een hele stabiele, traditionele manier van bouwen mee. Er moet dus best wel een cultuurverandering plaatsvinden bij de student.”
Biobased Tiny House
Hoe brengen de docenten die cultuurverandering teweeg bij studenten? „Vooral door ze te laten doen en te laten ervaren”, zegt Dokter. Daartoe krijgen studenten van het Alfa-college de kans bij het Biobased Tiny House project op het Suikerterrein in Groningen. Momenteel zijn ze daar twee ateliers aan het bouwen, een van traditionele bouwmaterialen en de ander van compleet biobased materialen. Zowel de constructie als de isolatie, binnenbekleding en gevelbekleding. „Dan kan je ook echt het verschil zien”, vertelt Dokter. „Want je stapt van de een in de ander. En eigenlijk is het hetzelfde gebouw.
Dus waarom kiezen we dan niet de biobased route? Dit project is mogelijk gemaakt vanuit het programma ‘Regionaal bouwen aan Human Capital’, een samenwerking met TKI Bouw en Techniek en TNO.”
Otten vult aan: „Al in 2020 is in Hoogeveen in samenwerking met Regio Deal Zuid- en OostDrenthe en Gemeente Hoogeveen een Waterstof Tiny House gebouwd met circulaire en biobased materialen. Studenten konden met deze producten experimenteren én uitvoeren. Het Tiny House is nog steeds in gebruik en staat bij de nieuw te bouwen waterstofwoonwijk in Hoogeveen. Wie overweegt over te stappen op waterstof kan hier de werking ervan zien. Samen met bedrijven en leveranciers werken we nu aan nieuwe innovatieve circulaire- en biobased projecten (Volta-boulevard). Een mooie uitdaging voor onze studenten.”
Circulariteit
Een voorbeeld van biobased isolatiemateriaal is cellulose-, vlas-, of hennepisolatie. Traditioneel zou er dan eerder steenwol of glaswol worden gebruikt. Naast dat de duurzame variant beter is voor het milieu, is het ook prettiger in het gebruik. „Bij steenwol of glaswol moet je altijd handschoentjes aan”, zegt Otten. „En dat is dan jeuk aan de oppervlakte, maar het gaat ook in je longen zitten”, vult Dokter aan. „Als dat materiaal verwijderd wordt, dan komt het weer terug in de open lucht. En ja, dat gaat net als asbest ook de wereld rond.” Ook vanuit het oogpunt van circulariteit en gezondheid krijgen biobased materialen dus de voorkeur.
Acceptatie
Toch zal het volgens de docenten nog enige tijd duren voor het merendeel van de huizen biobased gebouwd wordt. Dat komt omdat de industrie er nog niet op ingericht is. „De opschaling van de grondstoffenstroom, die moet nog plaatsvinden”, zegt Otten. „We kunnen nog niet zo snel kweken en oogsten om aan die grondstoffen te komen”, voegt Dokter toe. Daarnaast zal de regelgeving er nog op aangepast moeten worden, aldus Otten. „Want we hebben de mooiste oplossing, maar mogen het goede nu net niet doen. Terwijl je dat wel zou willen.”
Desondanks zijn de twee het erover eens dat de educatie van studenten het allerbelangrijkste is. „We kunnen aan de bovenkant een hoop regelgeving doorvoeren”, zegt Dokter. „Maar als het niet geaccepteerd wordt, dan heeft regelgeving een verminderd effect. Die regelgeving komt er. Maar wij moeten zorgen dat er een stuk acceptatie komt.”
www.alfa-college.nl
Komende zaterdag 17 juni is het de Dag van de Bouw. Bouwlocaties in heel Nederland zetten hun hekken open voor een kijkje achter de schermen. De dag is onderdeel van de imago-campagne De bouw maakt het van Bouwend Nederland. In het Noorden zijn dertien locaties te bezoeken; vijf in Groningen, vijf in Friesland en drie in Drenthe. We zetten de opties voor je op een rij.
FRIESLAND
NIEUW CAMBUURSTADION
Aan de westzijde van Leeuwarden verrijst het nieuwe Cambuurstadion. In het gebouw krijgt niet alleen het stadion van de voetbalclub een onderkomen, maar ook een onderwijsgebouw van ROC Friese Poort (onlangs gefuseerd met het Friesland College en nu samen Firda geheten) en commerciële ruimtes. Het gebied rondom het stadion krijgt de naam Elfstedenpark, omdat ook de Elfsteden-(schaats)hal hier ligt.
Bezoekers kunnen de bouwplaats bezoeken. Hoofdaannemer Van Wijnen, de onderaannemers en de toekomstige gebruikers tonen op een informatiemarkt wat de bouw en dit stadion te bieden hebben. Ook kun je zien met wat voor kranen en machines elke dag wordt gewerkt aan het stadion en een looproute over de bouwplaats volgen. Voor kinderen zijn er knutsel- en doe activiteiten.
HERSTEL A7 PRINSES MARGRIETTUNNEL
Het was landelijk nieuws: in december vorig jaar kwam een deel van de noordelijke oprit van de Prinses Margriettunnel in de rijksweg A7 centimeters omhoog. Zowel de tunnel als de A7 werden afgesloten en een enorme hoeveelheid zakken zand op het wegdek moesten erger voorkomen.
Door het afsluiten van de A7 weken weggebruikers uit naar de oude rijksweg die parallel aan de snelweg loopt. Dat veroorzaakte veel overlast voor dorpen als Oppenhuizen en Uitwellingerga. Bovendien versleet de brug op die route versneld door het vele verkeer.
In januari begonnen Van Hattum en Blankevoort en Rijkswaterstaat met onderzoek naar manieren van herstel. Op de Dag van de Bouw krijgen bezoekers inzicht in de stappen die daarbij doorlopen zijn en de complexiteit die ermee samenhangt. Als het qua veiligheid mogelijk is, volgt daarna een rondleiding in de tunnelbak.
REALISATIE MIDDELSEEFEART TE LEEUWARDEN
De Middelseefeart is een water rond Middelsee, een nieuwe woonwijk van Leeuwarden direct ten zuiden van het Van Harinxmakanaal. Het nieuwe stuk stad met zo’n 3200 woningen heeft veel water en groen. Van Spijker Infrabouw B.V. is in deze woonwijk verantwoordelijk voor de aanleg van kades en bruggen en voor het grondwerk van de Middelseefeart; de aanleg van 2,2 kilometer kademuur, het maken van acht betonbruggen met overspanning en het ontgraven en afvoeren van 300.000 kuub grond.
BOUWRIJP MAKEN MIDDELSEE LEEUWARDEN
Een bezoek aan de nieuwbouwwijk Middelsee is een logische combinatie met het voornoemde. Aannemersbedrijf Oosterhuis verzorgt daar het bouwrijp maken van het terrein: het aanbrengen van grondwerk, riolering en (tijdelijke) wegverharding voordat met de bouw van de woningen gestart kan worden.
HET BUREAU IN GROU
In watersportdorp Grou krijgt het voormalige politiebureau een tweede leven als woon-
gebouw. Het ovaalvormige pand herbergt straks twaalf appartementen en twee penthouses. Bekijk hier de vorderingen van de make-over.
DRENTHE
BIOCHRON
Het Biochron in Emmen wordt getransformeerd tot culturele hotspot, waarbij de ondergrondse ruimten in het Rensenpark een Centrum voor Beeldende Kunst gaan vormen.
Het bestaande gebouw, ooit het onderkomen van de aquaria van het Noorderdierenpark, wordt gestript. In de ruimten onder het maaiveld wordt de constructie gewijzigd. Bovengronds komt een waterpartij. Om ruimte te maken voor expositieruimtes wordt de basis van de ondergrondse ruimten er een van stalen kozijnen, glazen wanden en mooie zichtlijnen.
Bezoekers krijgen aan de hand van visualisaties een beeld van hoe het er straks uit zal zien.
HUUS VOOR SPORT & CULTUUR IN ZUIDWOLDE
Het Huus voor Sport & Cultuur in Zuidwolde biedt onderdak aan een breed scala van verenigingen en publieke voorzieningen. Het wordt een ontmoetingscentrum voor de inwoners van Zuidwolde en omstreken en staat straks zowel letterlijk als figuurlijk centraal in het dorp. Hesco Bouw laat tijdens de
open dag verschillende facetten van het ontwerp en de bouw zien.
APPARTEMENTEN THORBECKELAAN IN ASSEN
In Assen kun je een kijkje nemen bij de bouw van tachtig appartementen aan de Thorbeckelaan. De hoofd- en onderaannemers verzorgen een rondgang over het bouwterrein.
GRONINGEN
Wie weleens in Groningen moet zijn, kon er niet omheen de afgelopen tijd: er wordt langdurig en intensief gewerkt aan de ringweg rondom de stad. Op de Dag van de Bouw kun je een kijkje nemen op drie bouwplaatsen bij het grootste infraproject van Groningen.
Tussen de Hereweg en het Oude Winschoterdiep ligt de ringweg straks 8 meter onder de grond. Boven op het uit vier rijstroken bestaande wegdek komt een nieuw park, het Zuiderplantsoen. Zaterdag kun je 1,7 kilometer lopend afleggen over de verdiepte ringweg.
Het Julianaplein is de grootste en drukste kruising van Noord-Nederland. Hier komt het verkeer uit de richtingen Assen, Drachten, Hoogezand en de Groninger binnenstad samen. De verkeerslichten op dit plein zorgden in de spits voor files. Nu wordt het Julianaplein ongelijkvloers, zodat het verkeer vanuit elke richting kan doorrijden. Op het plein zijn twee grote torenkranen te zien.
Deze verplaatsen de wapening naar de tunnels. Om efficiënter te kunnen werken wordt de wapening niet altijd in de tunnel gevlochten, maar zijn de vlechters ook naast de tunnels aan het werk. Als je Groningen binnenkomt vanuit het westen op de A7 zie je het iconische gebouw van de Gasunie. De kruising hier, het Vrijheidsplein, wordt net als het Julianaplein ongelijkvloers. Elke verkeersstroom krijgt zijn eigen rijbaan waardoor het verkeer beter kan doorstromen en de veiligheid verbetert.
HOOFDSTATION GRONINGEN
De komende jaren wordt het Hoofdstation van Groningen toekomstbestendig gemaakt. Er komt een ondergrondse voetgangerspassage, een fietstunnel en een grote fietsenstalling. Het busstation verhuist naar de zuidzijde en er komt er een onderdoorgang voor bussen. De hal wordt weer de logische in- en uitgang van het monumentale stationsgebouw. Je kunt ter plaatse kijken hoever het proces nu is.
HERINRICHTING GROTE MARKT GRONINGEN
Midden in het stadscentrum komt een mix van zitplekken, speelplekken, een waterbassin en groen. Ook de ondergrondse infrastructuur wordt aangepakt. Op de Dag van de Bouw is er een rondleiding over de Grote Markt met de uitvoerder die over het project vertelt. Bekijk de archeologische vondsten of probeer op een elektrische minikraan een parcours af te leggen zonder de tennisballen te raken.
„Hoewel de bouw van nieuwbouwwoningen op dit moment stagneert, hebben wij de portefeuille de komende anderhalf jaar goed gevuld. Naast woningbouw en utiliteitsbouw zijn we onder andere bezig met de verduurzaming van woningen.” Dat zeggen Arnoud Gils en Balster Topper van Van Wijnen Groningen. Er is en blijft een enorme vraag naar woningen en daar speelt Van Wijnen Groningen een belangrijke rol in. Bij elke opdracht zit het bouwbedrijf het liefst zo vroeg mogelijk aan tafel. „Wij zijn sterk in het budget gestuurd ontwerpen”, legt Gils uit. „Daarbij blijven we niet alleen binnen de prijs, maar het voorkomt ook teleurstellingen achteraf.”
Van Wijnen ziet graag een rol als bouwteampartner weggelegd. „Het overschrijden van het budget is vaak een probleem in de bouw”, legt Topper uit. „Daarom zitten wij graag zo vroeg mogelijk aan tafel. Wij hebben de kennis, de ideeën en de vakmanschap om projecten tot een goed einde te brengen. We kijken op een innovatieve manier wat er wel of niet kan. Dat maakt het proces leuker, je doet technisch de juiste dingen en je verliest daardoor minder tijd.”
Samenwerken
Gils:” Wat kost een gebouw, hoe ga je samenwerken en op welke wijze kun je het proces zo snel mogelijk doorlopen, zonder in te leveren op kwaliteit. Daar gaat het om. Vertrouwen en transparantie spelen daarbij een voorname rol.
Van Wijnen komt met efficiënte voorbereidingsprocessen, die veel korter zijn en daardoor haalbaar en betaalbaar zijn.”
Niet voor niets wint Van Wijnen regelmatig een aanbesteding. „En daarnaast werken we veel samen met vaste opdrachtgevers”, voegt Gils toe. Een voorbeeld zijn de woningcorporaties die met een grote verduurzamingsopgave bezig zijn. „We zijn voor een aantal corporaties aan het werk. En verduurzaming betekent in dit geval vaak dat een complete woning wordt gestript en wordt voorzien van een nieuwe installatie, nieuw glas, kozijnen, gevels, vloeren en het dak wordt ook aangepakt. Vervolgens komt er eventueel nog een nieuwe keuken, badkamer en toilet in.
Omvangrijke klussen, waarvoor corporaties ons weten te vinden en dat is prettig. Dat betekent namelijk dat we zichtbaar zijn en dat we onze referenties op orde hebben.”
Veilig thuis
Samenwerken, kennis delen, bij Van Wijnen staat dat voorop. „Dat doen we bijvoorbeeld in het aardbevingsgebied”, geeft Topper aan. „We zitten daar in een consortium van zes aannemers die kennis van processen met elkaar uitwisselen. In het belang van de bewoners willen we met elkaar beter en efficiënter werken, zodat Groningers uiteindelijk een veilig thuis krijgen. Dat is waar het om gaat. We vinden dat mooi, goed en dankbaar werk.”
Transparantie
Daarnaast is Van Wijnen ook actief met het transformeren van panden. Bekend zijn wellicht de drie flats in Selwerd, die volledig werden gestript en weer klaar zijn voor de komende decennia. „We gaan datzelfde doen bij een andere grote flat in de stad Groningen, maar we mogen de naam daarvan nog niet bekend maken”, zegt Topper. „Onze efficiënte aanpak van de drie flats in Selwerd is opgevallen. Ook daar hebben we in een bouwteam gewerkt, waarbij iedereen gelijkwaardig aan tafel zat, zijn expertise kon inbrengen, maar waar we ook voor de gemeenschappelijke risico’s stonden. Transparantie en vertrouwen, zo staan wij erin, op die manier kom je tot het beste eindproduct.” Een ander werk dat binnenkort van start gaat is de bouw van een appartementencomplex in Meerstad, waarin 29 appartementen, van klein tot groot, komen. „Een hele mooie plek, met uitzicht op het water”, aldus Gils. „We moeten in de komende jaren huizen bouwen, want die zijn nodig. En ja, daar liggen uitdagingen, dat klopt. Een hoge grondprijs, een hoge energieprijs,
gestegen materiaalkosten en arbeidskosten, het draagt allemaal niet bij aan een markt waarop mensen snel een woning kunnen kopen. Onze verwachting is echter dat dit een tijdelijke situatie is. Zodra we aan de nieuwe situatie gewend zijn en de rente weer wat gaat dalen en de regels rondom de financiering van woonruimte worden verruimd, zal de vraag naar nieuwbouwwoningen weer heel snel op gang komen.”
De Baas van Morgen
In tegenstelling tot andere jaren doet Van Wijnen Groningen niet mee aan de Dag van de Bouw. Gils:” Dat klopt. Wij hebben dit jaar gekozen voor De Baas van Morgen. Een aantal kinderen van het VMBO mag een dag meelopen met de directie en zij krijgen op die manier een inkijkje in ons werk. We willen de kinderen enthousiasmeren voor de bouwwereld en rekenen erop dat ze ons kunnen inspireren. Zo hebben we het bijvoorbeeld over verduurzaming, we zijn nieuwsgierig hoe kinderen daar tegenaan kijken. De concrete opdracht is dan ook: hoe zou jij het doen als je ons was?”
„Bouwen gaat om mensen, ons werk gaat over mensen. Bij Van Wijnen krijgen mensen alle ruimte om dat werk zo goed mogelijk in te vullen en daarin past bijvoorbeeld ook flexibel werken. Wij veranderen mee met de maatschappij en dat kan alleen als je vertrouwen in elkaar hebt.”
www.vanwijnen.nl
Een prettig binnenklimaat en energie besparen. Die wensen zijn actueler dan ooit en Nijmeijer Koeltechniek in Hoogeveen kan er voor zorgen. De specialist in koeling, klimaat, airconditioning, warmtepompen en elektro ontwerpt, levert, installeert en onderhoudt hoogwaardige koel- en elektrotechniek voor verschillende opdrachtgevers.
„We richten ons voornamelijk op opdrachtgevers in de zorg, industrie en gebouwen’’, zegt directeur Chéry Wortelboer. „In kantoren, bedrijfsruimtes en andere gebouwen zorgen we voor koeling, verwarming en ventilatie, zowel bij bestaande bouw als in nieuwbouwprojecten. We leveren en installeren airconditioning, ventilatie, ruimtekoeling, duurzame verwarming met behulp van lucht/lucht warmtepompen of lucht/water warmtepompen en warmteterugwinsystemen op maat. Momenteel is er veel vraag naar het VRFsysteem waarmee panden van het gas af kunnen. Het systeem koelt en verwarmt, zorgt voor een comfortabel binnenklimaat en met de huidige energieprijzen is de terugverdientijd ongeveer zeven jaar. Er wordt bovendien subsidie op gegeven.’’ In het pand van Nijmeijer Koeltechniek, op een fraaie zichtlocatie aan de A37, is ook een VRF-systeem geïnstalleerd, dat bewust niet onzichtbaar verwerkt is in een plafond, maar juist volledig in het zicht is geplaatst. In het pand is tevens een kleine showroom ingericht waar onder meer binnen- en buitenunits van warmtepompen en airconditionings gepresenteerd worden. Ook particulieren zijn van harte welkom om hier informatie in te winnen over de verschillende mogelijkheden.
Altijd maatwerk
Nijmeijer Koeltechniek levert altijd maatwerk en opdrachtgevers mogen dan ook deskundig advies verwachten. Wortelboer: „We kennen
bijvoorbeeld de strenge wettelijke eisen waarin koeltechnisch installaties in de zorgsector moeten voldoen, bijvoorbeeld voor het gekoeld bewaren van bloed, plasma, medicijnen en andere medisch benodigdheden. We leveren onder meer aan laboratoria en zorginstellingen.’’ Ook in de industrie zijn koeltechnisch installaties onmisbaar. Bij tal van fabrieksprocessen is koeling van groot belang en Nijmeijer Koeltechniek heeft opdrachtgevers die zich bijvoorbeeld bezighouden met verspaningstechniek, maar ook drukkerijen, biogasinstallaties en verpakkingsbedrijven maken graag gebruik van de diensten van het Hoogeveense bedrijf. „We hebben een trouwe klantenkring in de vier noordelijke provincies van het land. Zo is Fokker al zo’n veertig jaar één van onze opdrachtgevers. We zijn er trots op dat klanten aangeven dat ze onze aanpak waarderen. Die is vooral oplossingsgericht en klantvriendelijk. Men kan 24 uur per dag, zeven dagen per week rekenen op onze storingsdienst en onze monteurs zijn pas tevreden als alles naar wens functioneert.’’
Regionale speler
Bij Nijmeijer Koeltechniek werken dertig mensen en onlangs nam Chéry Wortelboer Schoonebeek Klimaattechniek in Stadskanaal over, waar tien mensen werken. Dankzij de overname kan nog beter voldaan worden aan de vraag in NoordNederland. „Opdrachtgevers vinden het prettig dat we een regionale speler zijn, waarmee ze
eenvoudig kunnen communiceren. Onze monteurs spreken de taal en werken netjes. Klanten rekenen erop dat we verstand van zaken hebben, maar we maken het verschil door klantvriendelijk te zijn en alles na het werk opgeruimd achter te laten.’’ Medewerkers zijn over het algemeen al lang werkzaam bij Nijmeijer Koeltechniek en vinden er afwisselend werk, een goed salaris en een prettige werksfeer. Wortelboer vindt het belangrijk om te weten wat er speelt binnen het team. Hij voert daarom twee keer per jaar gesprekken met alle medewerkers. Vanwege de grote vraag naar de dienstverlening van Nijmeijer Koeltechniek wordt het team regelmatig aangevuld met nieuwe collega’s die zowel extern als intern opgeleid worden. „We nemen onder meer zij-instromers aan die belangstelling hebben voor techniek en zich willen verdiepen in koeltechniek. Zij volgen een basisopleiding elektrotechniek van drie maanden bij TSH in Emmen, lopen mee met ervaren collega’s en gaan naar een avondschool in Ede om alles te leren over koeltechniek. Zo kunnen ze binnen een jaar goed opgeleid zijn. Het is specifieke kennis waar zij-instromers, vanwege leeftijd en werkervaring, heel geschikt voor zijn. Medewerkers worden daarnaast regelmatig bijgeschoold over de laatste ontwikkelingen, regelgevingen en innovaties.’’
Die innovaties volgen elkaar volgens Wortelboer snel op. „Als bijvoorbeeld kijkt naar warmtepompen en airconditioning zie je dat de installaties steeds stiller, energiezuiniger en mooier worden. Binnenunits van airconditioning kunnen tegenwoordig voorzien waren van een design kap, bekleed met stof in verschillende kleuren. De komende jaren mogen we nog veel meer ontwikkelingen verwachten en wij volgen ze op de voet.’’
www.nijmeijerkoelt.nl
‘Onze aanpak is oplossingsgericht en klantvriendelijk’
Heigro in Klazienaveen is met een compleet aanbod van afbouwwerkzaamheden een echte partner voor opdrachtgevers. Het bedrijf levert stuc-, spack-, schilder- en tegelwerk, cementdekvloeren, scheidingswanden, systeemplafonds en -wanden. De vele mogelijkheden op dat gebied zijn te zien in de eigen showroom.
„Dat complete aanbod zorgt ervoor dat we opdrachtgevers volledig ontzorgen’’, vertelt Rob Groote, die het bedrijf samen met zijn broer Tim
leidt. „Ze hebben één aanspreekpunt voor de hele afwerking en wij dragen de verantwoordelijkheid.’’ Heigro doet dat efficiënt door een team van vakmensen samen te stellen, dat bestaat uit vaste medewerkers en onderaannemers waarmee al jaren wordt samengewerkt.
‘Met ons complete aanbod ontzorgen we opdrachtgevers
volledig’
Betrokken partner
Heigro werd in 1992 opgericht door Thieme Groote, de vader van tweelingbroers Rob en Tim. Vorig jaar werd het 30-jarig jubileum van het bedrijf gevierd en droeg Thieme het bedrijf over aan zijn zoons, die er beiden al jaren werken. Rob en Tim zetten de visie van hun vader graag voort en dat betekent dat Heigro vooral een betrokken partner is, voor opdrachtgevers en medewerkers. „We hebben een trouw team van zo’n 70 vaste medewerkers’’, zegt Tim. „De informele sfeer zorgt ervoor dat ze iets voor elkaar over hebben.
MENZIS
Heigro was de laatste jaren betrokken bij tal van toonaangevende opdrachten, IBG Groningen ook wel DUO, The Market Hotel Groningen, COA Ter Apel, 30 woningen en 80 appartementen Assen, Vakantievilla's PUUR Exloo, woontorens Atlas en House of Groningen en renovatie Stadhuis Groningen. Het bedrijf is voornamelijk actief in het Noorden van het land en is onderaannemer van onder meer Bouwonderneming Gebroeders Benus, Brands Bouw, Plegt-Vos en VolkerWessels.
De specialist in afbouwwerkzaamheden wil graag bijdragen aan een positieve en betere woon-, werk- en leefomgeving. Vanuit de kernbegrippen betrouwbaarheid, kwaliteit en betrokkenheid hebben Tim en Rob hun organisatie ingericht. „Deze begrippen vormen het uitgangspunt voor de manier waarop we met onze opdrachtgevers en medewerkers omgaan en hoe we werken.’’
www.heigro.nl
ZONDAG 8 OKTOBER 2023 Sportieve
Gezellige naborrel in één van de horecalocaties
Reclamedoeken langs het parcours
SCHRIJF HIER JE TEAM IN!
Alberta Engelkes van Onrust in Nieuw-Buinen was in een vorig leven turntrainster. En ze verkocht heel lang boeken. ,,Ik kende alle klanten, ik wist precies wie wat las. Maar toen ik parttime ging werken, kon ik het niet meer bijhouden. Ik moest steeds vaker dingen opzoeken op de computer als ze iets vroegen over hun favoriete auteur. Dat vond ik jammer.”
Inmiddels is ze al tien jaar, zes dagen per week, inclusief de donderdagavond, compleet ondergedompeld in de wereld van de werkkleding. Samen met man Arno. Er zijn weinig vragen waar ze geen antwoord op weet en weinig problemen die ze niet op kan lossen qua werk- en bedrijfskleding. Het enorme filiaal aan de Drentse Poort biedt een uitgebreid assortiment aan werk- en bedrijfskleding en herbergt daarnaast afdelingen met tuinmachines engereedschappen, een jachtsectie met een keur aan outdoor-kleding én een verhuurafdeling.
Grote voorraad, snelle levering ,,We onderscheiden ons doordat we veel op voorraad hebben”, legt Engelkes uit. Die gewoonte is ontstaan in de coronatijd waarin sommige zaken lange tijd amper leverbaar waren. De grote voorraad zorgt er nu voor dat er snel geleverd kan worden. Voor veel klanten is het een verademing in tijden waarin online bestellen weliswaar populair is, maar lang niet altijd zo handig als het lijkt. ,,Ik had hier laatst een vrouw in de winkel die in de installatiebranche werkt en vijf keer een broek online had besteld. Steeds niet goed.” Engelkes luistert goed naar wat de klant wil en stelt dan de ideale kledingset samen. ,,Het kan best zijn dat broek en jas vervolgens niet van hetzelfde merk zijn.” Zoveel mensen, zoveel wensen: ,,Het is maar net wat je nodig hebt. Wil
je spijkerzakjes? Kniestukken? Werk je onder wat zwaardere omstandigheden, dan houden we daar rekening mee. Stretch of niet? Als het moet, spring je zo over de heg hoor”, grapt de oudturntrainster. In negen van de tien gevallen gaat de klant tevreden de winkel uit, met de gezochte kledingstukken in de tas. Dat is het voordeel van de fysieke winkel, zegt Engelkes: ,,De klant ziet en voelt precies wat er te koop is en of het lekker zit.”
Bij Onrust kunnen ze het zich permitteren om een wat grotere voorraad aan te houden, want echt modegevoelig is de werk- en bedrijfskleding niet. Hoewel steeds meer particulieren de winkel weten te vinden voor prettig te dragen stoere, tijdloze kleding die tegen een stootje kan.
Van twee tot zestig man
Inmiddels kleedt Engelkes complete bedrijven en afdelingen. Van twee tot zestig man. ,,Ik heb laatst zestig personeelsleden van hetzelfde bedrijf in de kleren gestoken. Ook nog verdeeld over negen afdelingen. Dan kom ik met een bus vol kleding voorrijden. We zijn twee dagen aan het passen geweest. Natuurlijk had ik met de inkoper van dat bedrijf al wel veel voorbereid. Vaak stellen we dan pakketten samen waar de medewerker uit kan kiezen.”
Voor veel bedrijven is de werkkleding een randverschijnsel. ,,Maar het is wel heel belangrijk.
Als je voor komt rijden bij een klant in een mooie bus en je hebt een werknemer in een sjofel kloffie, dan is dat toch jammer. We ontzorgen de klant op het gebied van de bedrijfskleding. Dus we zorgen dat het past, dat het functioneel is, we bedrukken de kleding zelf met het logo, zodat we snel kunnen leveren. Verder zorgen we, als dat nodig is, voor de helmen, oogbescherming, gehoorbescherming, handschoenen, en veiligheidsschoenen. We hebben zelfs ondergoed en hemden. Kortom, we ontzorgen de klant en de medewerker is van top tot teen klaar voor de klus.”
Steeds meer werkkleding voor dames Interessante trend in de wereld van de werk- en bedrijfskleding, is dat er steeds meer vrouwen op de bouw en in de installatiebranche te vinden zijn. Dat heeft natuurlijk ook gevolgen voor het assortiment bij Onrust. ,,We verzorgen ook de werkkleding van de studenten aan het Noorderpoort in Stadskanaal. Vorig jaar hebben we heel veel meisjes gehad die kozen voor een studierichting in mobiliteit en transport en in de bouw- en installatietechniek. Ontzettend leuk om te zien.”
www.onrust.net
„In de basis zijn we de leverancier van alle mogelijke materialen en onderdelen voor installateurs, maar onze dienstverlening gaat wel verder dan alleen het leveren van materialen! We helpen installateurs bij het optimaal uitvoeren van hun werkzaamheden. We zijn hun adviseurs, calculators en hun magazijn. Inmiddels hebben we ook een showroom en een Xpress shop voor de installateur beschikbaar.”, zegt Wiebe de Vries, regiomanager bij ThermoNoord. „Na de zomer is de Xpress zelfs 24 uur per dag en 7 dagen per week open voor installateurs; handig als je buiten de standaard openingstijden nog een essentieel onderdeel nodig hebt.”
Meer mogelijkheden, meer keuzes „Vroeger waren de installatiemogelijkheden beperkter. Dat maakte het eenvoudiger. Tegenwoordig zijn er zoveel mogelijkheden om je huis te verwarmen, koelen en te verduurzamen. Meer mogelijkheden betekent dat je veel meer keuzes moet maken die leiden naar de meest ideale en efficiënte duurzaamheidsoplossing voor de situatie. Heb je 10 rijtjeshuizen naast elkaar waar verduurzaming plaatsvindt, dan kan dat betekenen dat je 10 verschillende oplossingen krijgt. De woningen zijn dan wel gelijk, maar het gebruik, de ideeën en de wensen van de bewoners et. Hoe wordt er geleefd? Wat is het energieverbruik? Wat is het comfortniveau wat men wenst? Wordt er elke dag gebruik gemaakt van een bad, dan vraag je iets van je installatie en opslagcapaciteit.”
Een dergelijke kosten-batenanalyse vraagt know how. Niet elk installatiebedrijf heeft dat zelf in huis. „Nadat we het verbruik en de (comfort) wensen van de bewoners kennen, analyseren we de isolatiewaarde, ventilatiemogelijkheden en andere specifieke variabelen. Het budget is daar ook één van.”
„We hebben het nu over woningen gehad. Je kunt begrijpen hoe complex de vraagstukken zijn bij bijvoorbeeld bij oude woonboerderijen, sportcomplexen, industriële hallen of bij kerken waarbij slechts op enkele piek momenten verwarmd hoeft te worden. Wij kunnen voor elke situatie een advies maken. Uiteindelijk komt daar een duurzaam, maar vooral ook, een op maat gesneden advies uit.”
Xperience center
„Berekenen alleen is niet genoeg”, zegt Wiebe. „De gebruiker moet zich er goed bij voelen. Een
boiler van 500 liter is misschien wel dé oplossing; het beantwoordt aan de warmwatervraag, het geeft het hoogste rendement en het past, maar wat betekent dat in de praktijk? Hoe ziet zo’n warmtepompinstallatie met een boiler er dan uit? Daarin willen we gebruikers in een vroeg stadium meenemen. Daarvoor hebben we ons pand verbouwt en we zijn zo goed als klaar met onze Xperience centrum. Al die nieuwe, duurzame verwarmingsoplossingen zijn dan in werkende staat te zien en te horen. Een installateur kan zijn
klant meenemen en laten zien hoe groot een boiler van 500 liter is. Dat voorkomt veelal verrassingen achteraf.”
„Naast het technische gedeelte kan de installateur binnenkort ook voor sanitair bij ons terecht: want naast opstellingen met sanitair in de Xperience hebben in ons team ook een sanitair specialist die kan adviseren en ontwerpen op maar kan maken. Alles onder één dak is wel zo makkelijk. Het is weer een stap verder in het partnerschap dat we nastreven met onze klant; de installateur.”
24/7 open
„Bij installatie hoort ook service en onderdelen kunnen het ook begeven buiten kantooruren. Niet elke installateur heeft elk onderdeel op voorraad. Wij zien onze Xpress ook als magazijn voor de installateur en dus willen we ook te allen tijde kunnen leveren. Na de zomer starten we met een systeem waarbij de installateur 24 uur per dag en 7 dagen in de week deze materialen zelf kan komen ophalen in onze Xpress. Met deze formule voor de installateur zijn we als ThermoNoord uniek in Nederland!”
„We zijn techneuten en we houden van ons vak en klanten. Daar horen stappen richting toekomst bij. Wat is er tegenwoordig mogelijk, waarmee kunnen we onze klanten, de installateurs, helpen zodat we een meerwaarde hebben. Dat is de drijfveer van ons team!”
thermonoord.nl
Kennis en kunde in houtskeletbouw. Van engineering en productie tot en met montage op de bouwplaats. De Mar in Grou. Innovatief bedrijf in houten oplossingen. Commercieel directeur Pieter van der Bas en accountmanager Regio Noord Niels Rodenhuis over goud van hout.
Bouwen in hout staat volop in de belangstelling. Meer dan ooit wordt gekeken naar de mogelijkheden om meer met hout te doen in de reguliere woningbouw. Hout is nu eenmaal een CO2- neutraal product. Steeds vaker kiezen overheden ervoor om klimaateisen een zwaardere rol te laten spelen in toewijzing en vergunningverlening. Ook in het bouwen van woningen en dus ligt de keuze voor bouwen in hout steeds vaker voor de hand. En dat past De Mar in Grou met haar dertig jaar ervaring in houtskeletbouw. Het Grouster bedrijf waar zo’n honderd mensen werken, heeft de wind wat dat betreft mee. Dat beseft ook het managementteam. Naast eigenaar Klaas Droog bestaat dat sinds vorig jaar uit operationeel directeur Niek van der Werf, controller John Kruitbosch en commercieel directeur Pieter van der Bas. „De Mar is een gepassioneerde houtbouwer”, stelt Van der Bas. „Veel ervaring, kennis en kunde. Wat begon met daken en wanden vooral voor vrijstaande villa’s is in de loop der tijd gegroeid naar een breed assortiment. Houtskeletbouw voor de recreatiemarkt en voor de reguliere woning- en utiliteitsbouw in opdracht van aannemers, ontwikkelaars en woningbouwcorporaties. Van scharnierdaken en bovenverdiepingen, gevelsluitende elementen, dakkapellen en complete HSB cascowoningen.”
„Aannemers met complexe kappen weten De Mar nog steeds te vinden ”, stelt Niels Rodenhuis, accountmanager Regio Noord bij De Mar. De mooiste villa’s in Blaricum hebben een dak van De Mar. Onze herkenbare producten worden door heel het land verwerkt, van Groningen tot
Zeeland. Op dit moment leveren en monteren we 46 complete casco’s in Almere, leveren we maatwerk voor aardbevingbestendige casco’s in Groningen en is ons recent een nieuwe opdracht gegund voor de casco’s van 23 recreatiewoningen te Heeg.”
Van daken naar complete casco’s Van befaamd dakleverancier naar complete casco’s. Hoe zit dat? Pieter van der Bas: „We hebben inderdaad veel onderdelen geleverd voor vrijstaande villawoningen, vooral complexe dakconstructies voor luxe woningen. Vanuit die bekendheid en erkende kwaliteit is belangstelling gekomen naar complete producten en casco’s. Bovendien komt er vanuit een bredere markt meer vraag naar houtskeletbouw. Zowel vanwege verduurzaming in de bouw, de stikstofcrisis en de enorme opgave in aantallen. Zo zijn we nu ook bezig met renovatie van eengezinswoningen in opdracht van woningbouwcorporaties. Ook in de enkelvoudige bouw en voor rijtjeswoningen neemt de belangstelling voor houtskeletbouw enorm toe. Dat betekent dat we ons assortiment hebben uitgebreid: we leveren losse houtskeletbouw- producten zoals daken, wanden en dakkapellen tot en met complete casco’s in drie verschillende uitvoeringen, van basis tot excellent. Van berekening, engineering en productie hier in Grou tot en met de montage op locatie: we hebben alles in eigen hand. Van de eerste stap tot en met de laatste: we hebben de passie, kennis en kunde om het goed te doen. Dan hou je controle op wat je levert en dat garanderen. Dat laatste wordt straks nog belangrijker met de nieuwe Wet Kwaliteitsborging
Bouw. Wij zijn er klaar voor. Het hoort bij wie we zijn: voorop lopen in ontwikkeling van houtskeletbouw. De markt schuift, de opgaven zijn groot, verduurzaming speelt in steeds meer beslissingen mee. Dat betekent voor De Mar blijven meedenken met opdrachtgevers, nog meer ontzorgen op de bouwplaats, meedenken in verminderen van logistieke stromen en afvalstromen.”
Voordelen houtskeletbouw beter benutten Niels Rodenhuis: „De voordelen van houtskeletbouw kunnen beter benut: hoe meer je aan het casco in de optimale omstandigheden van je fabriek kunt aanbrengen, zoals installaties en leidingen, hoe minder dat op de bouwplaats hoeft. Kortere doorlooptijden, minder beweging naar de bouwplaats. Het past in deze tijd van anders leren denken over hoe we samen kunnen voldoen aan grote bouwopgaven tegen veel lagere milieubelasting. Houtskeletbouw is daar zeer geschikt voor.”
Even voor de duidelijkheid: worden jullie straks ook nog een woningfabriek? „Nee hoor, we zijn wie we zijn, we doen waar we goed in zijn. De Mar staat voor perfectie en innovatie in houtskeletbouw, van dakkapel tot en met prefab casco op het door de klant gewenste niveau.” Dat is dan maar duidelijk. Dus heeft u een vraag over een project, neem dan contact met De Mar op! www.demar.nl
Altijd blijven meedenken met de klant staat bij de dienstverlening van Van Braak Accountants voorop. En dat gaat heel ver. Toch duurt een goed gesprek met één van de specialisten van Van Braak Accountants in de regel nooit meer dan één uur. „Een kwestie van de juiste vragen stellen”, zegt Hennie van Braak. „Ondernemers verdienen hun geld met hard werken, maar ze hebben vaak minder kennis van fiscale, juridische- en verzekeringsaangelegenheden. Daarvoor mag hij op zijn accountant rekenen.”
Neem nu de FOR, de Fiscale Oudedagsreserve. Inmiddels afgeschaft, maar veel ondernemers hebben de voordelen van deze fiscale regeling gemist, zo weet Van Braak. „En dat is zonde, het was een aantrekkelijke manier om geld te (be)sparen. Gelukkig zijn er nog wel andere mogelijkheden voor ondernemers om rendement te maken.”
Zonnepanelen
Bijvoorbeeld via zonnepanelen. Waar de particulier in het verleden nog BTW moest betalen, is dit inmiddels BTW-vrij. Dat geldt natuurlijk feitelijk ook voor ondernemers. Hoe aantrekkelijk de aanschaf van zonnepanelen ook lijkt, zeker nu de zon in ons land zo vaak schijnt, Van Braak geeft ondernemers wel een waarschuwing mee. „Wanneer je zonnepanelen laat leggen, denk er dan om vooraf de verzekeringsmaatschappij te informeren. In de meeste gevallen zal de premie brandverzekering sterk omhoog gaan. Het komt zelfs voor dat sommige gebouwen niet eens meer te verzekeren zijn.” Als voorbeeld noemt hij stallen. „Dat heeft vooral te maken met het feit dat er bij eventuele brand hele kleine deeltjes van de zonnepanelen in de omliggende weilanden kunnen komen, waardoor vee er niet meer kan grazen.”
Daarnaast is het van belang om bij de aanschaf van zonnepanelen na te denken of ze tot een gebouw gaan behoren of als aparte investering kunnen worden gezien. „Wanneer je zonnepanelen op je eigen pand legt, is dat een investering in het gebouw en zegt de wetgever dat je deze investering in 20 jaar mag afschrijven.
Zijn de zonnepanelen echter geen eigendom van de gebouweigenaar en huurt hij het dak via een aparte BV, die dan eigenaar is van de panelen, dan mag je de investering in een kortere periode, zeg 5 jaar, afschrijven.”
„Waar je op moet letten? Denk er bijvoorbeeld aan dat de facturen op de juiste naam staan, zeker als de rechtsvorm gewijzigd is. En pas het juiste BTW-percentage toe. Zorg er ook voor dat de verleggingsregeling goed wordt toegepast. Zo hoeft een onderaannemer die een factuur naar de aannemer stuurt, geen BTW in rekening te brengen. Hij verlegt de BTW naar de aannemer. Maak daarover vooraf duidelijke afspraken.”
Auto van de zaak
Bedrijfsopvolging
Een ander advies heeft Van Braak inzake de BOR, de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. „Als er een bedrijfsopvolger is, in de praktijk is dat vaak een kind, sluit dan op tijd een forse risicoverzekering af. Dat heeft de opvolger onder andere nodig wanneer er grote bankschulden ontstaan, veelal ten gevolge van investeringen. Wanneer je deze verzekering op relatief jonge leeftijd afsluit, weet je bijna zeker dat je hem krijgt. En neemt het kind het bedrijf vervolgens over, zorg er dan voor dat het testament en het levenstestament goed op orde is.”
Belastingaangiften
Goed op orde moeten ook de belastingaangiftes zijn, temeer omdat de Belastingdienst weer meer boekenonderzoeken doet dan voorheen, zo blijkt uit cijfers. In 2022 verhoogde de Belastingdienst van gecontroleerde bedrijven en personen het belastbare bedrag op de oorspronkelijke aanslagen namelijk met bijna 840 miljoen euro.
Ook voor mensen met een auto van de zaak heeft Van Braak nog een interessante tip. „Uiteraard krijg je bij een auto van de zaak, wanneer je meer dan 500 kilometer per jaar rijdt, met bijtelling te maken. Maar, als je straks bijvoorbeeld één maand op vakantie gaat en de auto staat niet ter beschikking, dan hoef je over die maand geen bijtelling te betalen.”
Kameel en zebra
Dat de regels voor BTW soms ingewikkeld in elkaar zitten, behoeft geen nader betoog. Dat blijkt bijvoorbeeld wanneer je als bedrijf eerst een kameel en later een zebra koopt. Voor het kameel betaal je het lage BTW-tarief, voor de zebra het hoge. „Het lage BTW-tarief geldt alleen voor landbouwhuisdieren en een kameel wordt gezien als een Egyptisch landbouwhuisdier”, zegt Van Braak glimlachend. “Dit geeft eens te meer aan dat het belangrijk is om vooraf goed uit te zoeken hoe het zit met de BTW, want wat dat betreft is er niets vanzelfsprekend.”
‘Wanneer je zonnepanelen laat leggen, denk er dan om vooraf de verzekeringsmaatschappij te informeren’
Voor een bouwbedrijf dat bijna een eeuw bestaat, is er veel om op terug te kijken. De directie van Bouwmij Hendriks in Assen doet dat met trots. Er zijn stormen doorstaan, mooie projecten opgeleverd en het bouwbedrijf is duidelijk in staat mee te bewegen met ontwikkelingen in de markt.
Natuurlijk wordt het honderdjarig bestaan in 2024 gevierd, al denken algemeen directeur Henk ten Brink en technisch directeur Rick Kramer nog na over de vorm. Bouwmij Hendriks werd in 1924 opgericht door de grootvader van Fenny Hendriks, de echtgenote van Henk ten Brink. In het familiebedrijf houdt zij zich voornamelijk bezig met beleidsmatige zaken. In de hal prijkt een groot geschilderd portret van oprichter Albert Hendriks, een echte Assenaar die in 1924 als zelfstandig timmerman aan de slag ging. „Hij begon met een eenmanszaak en dat groeide langzaam uit, tot zijn plotselinge overlijden in 1958.’’ vertelt Henk ten Brink. „Zijn zoon Wolter Hendriks volgde hem op en maakte er een groter en solide bouwbedrijf van. Zelf ben ik in 1986 bij Bouwmij Hendriks begonnen. Ik had in 1978 een bouwopleiding afgerond en had Fenny leren kennen. Mijn schoonvader overleed in 1988, waardoor een belangrijke mentor van het bedrijf wegviel. Hij heeft niet alleen mij, maar ook veel andere medewerkers, veel geleerd.’’
Modernisering
Het was voor Ten Brink te vroeg om het bedrijf van zijn schoonvader te gaan leiden, maar de toenmalige technisch directeur kon die functie prima vervullen totdat hij in 2006 met pensioen ging. „Toen ben ik algemeen directeur geworden, maar met, net als in het verleden, een technische man naast mij. Dat werd Rick Kramer, we hadden meteen een klik. Hij bracht veel ervaring mee en sinds zijn komst is er veel veranderd, Bouwmij Hendriks is vanaf 2006 uitgegroeid tot een modern bedrijf. Die noodzakelijke modernisering heeft er mede voor gezorgd dat we de crisis, die kort daarna uitbrak, hebben overleefd.’’
Kramer: „Ik was toe aan een nieuwe uitdaging. Zo ben ik op 27 maart 2006 bij Hendriks begonnen. Er waren kort gezegd wat veranderingen nodig, om het bedrijf weer toekomstbestendig te maken. Ik had daar de nodige ideeën over en in
gezamenlijkheid hebben we die langzamerhand doorgevoerd. Met name op de werkvoorbereiding hebben we meer de focus gelegd, daarnaast hebben we diverse processen geautomatiseerd en het ISO 9001 systeem ingevoerd. Hiermee werden de kosten verminderd en het proces beter beheerst. De grootste winst was dat alle informatie die de medewerkers nodig hebben om hun werk optimaal uit te kunnen voeren, voor een ieder voorhanden is. Iedereen is enthousiast meegegaan in die ontwikkeling en opdrachtgevers waardeerden de vernieuwing binnen de organisatie met nieuwe opdrachten. Belangrijk is dat je je als bedrijf constant blijft vernieuwen en je meegaat met de ontwikkelingen van deze tijd.’’
De bouwcrisis had desondanks grote gevolgen, maar ook toen toonde Bouwmij Hendriks
flexibiliteit en visie. Henk ten Brink: „In 2008 bouwden we nog zo’n honderd woningen, in 2009 waren het er nog maar vier. We konden niet voorkomen dat we afscheid moesten nemen van een deel van het personeel, maar we hebben ook behoorlijk in de kosten gesneden om erger te voorkomen. In die tijd zijn we ons meer gaan bezighouden met renovatie en utiliteitsbouw en we hebben ons werkgebied fors uitgebreid. Eind jaren tachtig werkten we in een cirkel van zo’n vijf kilometer rond Assen, inmiddels zijn we actief in de drie Noordelijke provincies.’’
Overal in dat gebied worden prachtige projecten opgeleverd, waar het hele team van Bouwmij Hendriks trots op is. Ten Brink en Kramer noemen onder meer Casquette, het smaakvolle appartementencomplex met een horecagelegenheid op de begane grond, aan het Kerkplein in Hoogeveen. Hoogeveners zijn zeer te spreken over de blikvanger: een nieuw gebouw met oude details. Kramer: „Technisch was het een mooie uitdaging, vanwege die details, en het eindresultaat mag er zijn. Hetzelfde geldt voor veel andere projecten. Zo hebben we onlangs de renovatie van een verzorgingshuis in Ruinerwold afgerond, twaalf patiowoningen in Oldekerk en een school in Warffun opgeleverd.’’
Bouwmij Hendriks heeft veertig vaste medewerkers, waarvan velen er al lang werkzaam zijn. Verjonging is er ook, want het bouwbedrijf is een erkend leerbedrijf dat regelmatig leerlingen heeft. „Talent krijgt uiteraard de kans om te blijven’’, zegt Ten Brink. „We zijn aangesloten bij Bouwmensen, het opleidingscentrum dat samenwerkt met het bedrijfsleven om jonge mensen op te leiden voor een baan in de bouw. Ons Hoofd Bedrijfsbureau zit in het bestuur, waardoor we actief meedenken over de toekomst van de sector.’’
www.bouwmijhendriks.nl
‘Bouwmij Hendriks is een allround bouwbedrijf’Ten Brink (rechts) en Kramer bij het portret van oprichter Albert Hendriks.
De accountantskantoren Bentacera en Harrier gaan samen verder als Bentacera. Daarnaast neemt Bentacera een belang in duurzaamheidsplatform Zero CO2. Een match met perspectief. Kennis delen en mensen aansluiten voor meer positieve impact, zeggen Harry Marissen en Ronald de Jong.
Oprichter en mede- vennoot Harry Marissen van het Groningse accountantskantoor Harrier accountancy- en bedrijfsadvies en Bentacera zitten eind 2022 om tafel voor werkafspraken in een project. Bentacera is dan al een van de twee bij Zero CO2 aangesloten organisaties. Zero CO2 is het platform voor duurzaam ondernemen, opgericht door Harry Marissen, zijn vrouw Henriëtte en schoondochter Sanne MarissenVogel. Het platform biedt ondernemers op een concrete en realistische manier inzicht in de kansen van investeren in duurzaamheid.
Continuïteit in dienstverlening
„Onze eerste gesprekken gingen over de samenwerking met Zero CO2. Het was kennismaken op inhoud en over de manier van samenwerken”, blikt Ronald de Jong terug. Van het een kwam het ander in de eerste maanden van 2023. En ja, het van oorsprong Friese Bentacera opende niet voor niets vorig jaar een kantoor in Groningen. „Onze blik is altijd op de toekomst gericht. We willen een kantoor voor het noorden zijn en dan moet je ook buiten Friesland gevestigd zijn. We willen een zekere omvang met alle expertises om onze klanten nu en in de toekomst zo goed mogelijk te kunnen blijven bedienen. En we willen een aantrekkelijk werkgever blijven voor bestaande en voor nieuwe mensen.” Harry Marissen: „Om continuiteit in kwalitatieve dienstverlening te kunnen blijven garanderen, keken wij wel om ons heen. Je wilt perspectief voor je mensen, je wilt de aansluiting met nieuwe mensen en inzichten die bij ons passen. Als bescheiden organisatie is dat niet altijd eenvoudig. Maar ik wist ook dat het niet zomaar matcht met een ander bedrijf. Door die gesprekken en samenwerking kwam er iets los. Ik heb er de tijd voor genomen. Kunnen we eerst dansen voor we verliefd worden, zei ik gekscherend tegen Ronald. Die stap naar samengaan zet je maar een keer. Maar zonder gekheid, het voelde goed. We delen de nuchtere klantgerichte inslag, we houden van ons vak. Onze cultuur en mensen passen bij Bentacera, dat ook een zelfstandig bedrijf is. We werken met een jong team vanuit persoonlijke aanpak, goede relaties en teamwork. We willen voor onze klanten het verschil maken, nu en straks. Betrouwbaarheid met een rechte rug noem ik dat.”
Harrier heeft zeventien medewerkers en een specifiek mkb- klantenbestand dat zich uitstrekt van Delfzijl en Assen tot Lemmer en de stad Groningen tot Drachten. Bentacera heeft meer dan driehonderd medewerkers over zeven vestigingen met klanten in het hele noordelijke verzorgingsgebied en biedt een compleet dienstenpakket in accountancy en advies. „De kracht van Bentacera is altijd geweest dat we persoonlijk en lokaal betekenis hebben, we de juiste specialisten voor iedere klant hebben en dienstverlenend en ondernemend zijn vanuit de menselijke maat. Het team van Harrier past daar heel goed bij”, zegt Ronald de Jong. „Ik ben er trots op en blij mee. We breiden uit met goede en betrokken mensen die we perspectief kunnen bieden, we kunnen kwaliteit van dienstverlening aan onze klanten garanderen en zelfs uitbreiden. En we versterken hiermee nog meer ons netwerk
in het Groningse onderwijs van universiteit en onder andere de Hanze Hogeschool.”
Harrier en Bentacera gaan straks verder als Bentacera. In de loop van het jaar gaan ze samen aan de slag vanuit de vestiging aan de Leonard Springerlaan. Is het daarna business as usual?
Duurzame koplopers
Niet bepaald zeggen ze. Er is werk aan de winkel. Het samengaan neemt tijd, mensen moeten hun plek vinden. En er gebeurt in de wereld om ons heen veel dat de aandacht en inspanning vereist. Ronald de Jong: „We willen de tijd nemen om het goed te doen. Het is altijd onze missie om te adviseren en te inspireren om ambities te realiseren. Deze stap biedt kansen voor ons allemaal, voor medewerkers en klanten, voor nieuwe mensen in het vak. Met ons belang in het platform ZeroCO2 halen we bovendien veel expertise in huis. Dat willen we graag uitbreiden, omdat we geloven dat verduurzaming een van de wezenlijke thema’s voor de komende jaren is.”
Positieve impact
Wat wordt de rol van Harry Marissen? „Het geeft rust als we onze mensen de ontwikkelingsruimte en het carrièreperspectief kunnen bieden die zij verdienen. Ik blijf het betrokken aanspreekpunt dat ik nu ook ben. Dit geeft mij de ruimte me
verder te ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid, binnen de nieuwe organisatie Bentacera, landelijk binnen de stuurgroep duurzaamheid van onze beroepsorganisatie NBA en in het onderwijs. Nu is maar een beperkt aantal mensen binnen de accountancy en advies gespecialiseerd in duurzaamheid. Gezien de snelheid waarmee die complexe transitie plaatsvindt is moet dat aantal omhoog. Zeker als je bedenkt dat het loont om te investeren in verduurzamen van je bedrijf en bedrijfsvoering. Koplopers op duurzaam gebied blijken steeds vaker ook financieel koploper. Ronald en ik hebben ook daarom de wens en ambitie uitgesproken om meerdere collega’s op te leiden tot specialisten in duurzaamheid. Daarnaast geef ik vanaf dit najaar ook gastcolleges op de Hanze Hogeschool, gericht op duurzaamheidsverslaggeving zoals ESG en verplichte rapportages.”
Het is een mooie match zeggen Harry Marissen en Ronald de Jong aan tafel in Groningen. “Er ontstaat een mooi bedrijf en dat willen we verder uitbouwen. Samen doelen realiseren. Meer kennis delen, meer mensen enthousiasmeren en laten aansluiten. Met Bentacera en Zero CO2 maken we meer positieve impact.”
www.bentacera.nl
Bouwmensen leidt niet alleen het bouwpersoneel van de toekomst op, maar zorgt er ook voor dat het geleerde aansluit bij de praktijk. De ruim honderd bedrijven die lid zijn van de coöperatieve vereniging hebben invloed op de lesprogramma’s en bieden jongeren een werkplek om te kunnen groeien in het vak.
Samen met Regionale Opleidingscentra (ROC’s) verzorgt Bouwmensen bouw- en infra-opleidingen in het hele land. Johannes Noor, directeur van Bouwmensen Drenthe en Noordwest-Overijssel, werkt onder meer vanuit opleidingscentra in Ruinen, Assen en Emmen waar timmerlieden worden opgeleid. ,,In september start een groep in een locatie van RSG Steenwijk, in samenwerking met Friesland College, Alfa-college en Toekomstbouwers. De samenwerking met een ROC is een voorwaarde, omdat zij de de theoretische lessen verzorgen.’’
Scholing vakmensen
De leerlingen zijn over het algemeen jongeren vanaf 16 jaar die aan de slag willen in de bouw. Zij werken vier dagen in de week en gaan één dag in de week naar school. Daarnaast verzorgt Bouwmensen cursussen voor vakmensen die in het kader van Leven Lang Ontwikkelen hun vakkennis willen uitbreiden. Noor: ,,Soms gaat het om verplichte bijscholing, maar vaak vinden werkgevers het goed om zittend personeel bij te laten scholen. Vanwege ontwikkelingen in de bouwsector, bijvoorbeeld ten aanzien van circulariteit en milieu-eisen, wordt actuele kennis steeds belangrijker. We zien dan ook dat de vraag naar deze cursussen toeneemt en onze instructeurs horen na afloop vaak dat ook ervaren vakmensen na afloop constateren dat er nog veel te leren is en dat het leuk is om op de hoogte te blijven. We geven deze cursussen, die variëren van veiligheid tot leidinggeven, aan kleine groepen van één bedrijf. De lessen zijn praktisch en omdat we daar een werkplaats voor nodig hebben, geven we deze lessen in Ruinen en Emmen.’’
Regionaal opleiden
De opleidingscentra van Bouwmensen zijn te vinden op locaties die voor leerlingen goed
bereikbaar zijn. Omdat het over het algemeen jongeren vanaf 16 jaar zijn, beschikken de meesten nog niet over een autorijbewijs en auto, dus een minimale afstand naar school en werk is van belang. ,,Daarnaast kijken we naar de belangen voor werkgevers in de bouwsector’’, vertelt Johannes Noor. ,,Zij willen beschikken over goed opgeleid personeel in de regio en voor veel bouwbedrijven in Overijssel is het jammer dat leerlingen alleen opgeleid kunnen worden in Zwolle, omdat ze daar dan ook vaak blijven werken. Er was duidelijk behoefte aan een extra locatie in de provincie, om leerlingen en werkgevers in de regio rond Steenwijk te kunnen bedienen. We zijn blij dat we hier in september van start gaan. Het is eerst een kleine groep, maar
we zien altijd dat het aantal leerlingen toeneemt doordat Bouwmensen er tijd in steekt. We kijken niet alleen naar potentiële leerlingen op het vmbo, want ook op mavo en havo vinden we jongeren die ambities hebben in de bouw.’’
Baanzekerheid
De vraag naar timmerlieden groeit nog steeds en de leerlingen die aan een twee-, drie- of vierjarige MBO-opleiding starten via Bouwmensen zijn volgens Johannes Noor dan ook verzekerd van een baan. De directeur merkt dat ook ouders dit steeds vaker een aantrekkelijk toekomstbeeld vinden en trots zijn op hun kind dat voor deze opleiding kiest. ,,Het vak krijgt steeds meer de waardering die het verdient. Het is ook geen gemakkelijk vak, want het behelst veel. Onze leerlingen worden ook opgeleid voor renovatie- en onderhoudswerk, waar veel vraag naar is. Dat zijn soms uitdagende klussen, die creativiteit en kennis vereisen. Een verrotte balk in een monumentaal pand vervangen, is geen kleinigheid en levert vaak uitdagingen op die ter plaatse opgelost moeten worden. Onze lidbedrijven investeren in leerlingen en bieden iemand bij gebleken geschiktheid graag een baan aan. De relatie die leerling en werkgever in een paar jaar opbouwen, biedt beiden vastigheid.’’
Eén dag in de week gaan de leerlingen naar school, waar ze naast theoretische vakken het geleerde ook oefenen in goed uitgeruste werkplaatsen. De instructeurs van Bouwmensen zijn werkzaam geweest in de bouw en omgeschoold tot docent. ,,Samen met onderwijsinstellingen zorgen we ervoor dat jongeren goed voorbereid zijn op een toekomst in de bouw’’, aldus Noor. bouwmensen.nl
‘Goede timmerlieden vinden gegarandeerd een baan’Johannes Noor op de locatie van Bouwmensen in Ruinen.
Project- en Bouwmanagement Giezen in Assen biedt opdrachtgevers ondersteuning bij huisvestingsvraagstukken. Het adviesbureau is in te schakelen voor het uitvoeren van haalbaarheidsonderzoeken, opstellen van programma’s van eisen, begeleiden van aanbestedingsprocedures, aansturen van ontwerptrajecten, bouwbegeleiding en advies over beheer en exploitatie.
,,Veel opdrachtgevers nemen alle dienstverlening bij ons af en schakelen ons dus al vroegtijdig in, maar we kunnen ook later in het proces instappen om bijvoorbeeld alleen de bouwbegeleiding op ons te nemen’’, zegt eigenaar Peter Giezen. ,,Ze werken bij ons altijd met een vaste contactpersoon, die dus alle afspraken kent. We hebben een klein team met veel vakkennis en organisatietalent.’’
Nieuwe kindcentra
Het team is in staat om op elk moment in het proces van nieuwbouw, verbouw of renovatie mee te denken. Opdrachtgevers zijn vooral gemeentelijke overheden, die onder meer scholen en kindcentra laten bouwen, verbouwen of renoveren. Giezen: ,,In de provincie Groningen hebben we de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld de bouw van zo’n vijftien nieuwe kindcentra begeleid, omdat de bestaande gebouwen door aardbevingsschade niet meer voldeden. De nieuwbouw moest uiteraard niet alleen voldoen aan alle eisen van tegenwoordig, maar ook bestand zijn tegen eventuele nieuwe bevingen, duurzaam en energiezuinig zijn. We proberen leerlingen altijd te betrekken bij het proces door ze de bouwlocatie te laten bezoeken. Bij het
Hogeland College in Uithuizen gaan we nog een stap verder door de leerlingen van het praktijkonderwijs, in samenwerking met de school, te enthousiasmeren voor een baan in de bouw.’’ Andere projecten zijn de renovatie en verduurzaming van het kantoorpand van WMD, de nieuwbouw van VV Poolster in combinatie met een gymzaal, de nieuwbouw van de
accommodatie van SV Bedum en de uitbreiding van een bedrijfspand in Appingedam.
Ontzorgen
Project- en Bouwmanagement Giezen ontzorgt opdrachtgevers van a tot z. ,,De ingewikkelde aspecten van het bouwproces zijn ons dagelijks werk en onze opdrachtgevers profiteren van onze jarenlange ervaring. Doordat we overal bij betrokken zijn, kunnen we op tijd meedenken en bijsturen. Bovendien fungeren we als tussenpersoon, om de communicatie tussen alle partijen goed te laten verlopen.’’
Peter Giezen zou het team graag uitbreiden met meer organisatietalent met kennis van de bouw. ,,Het is afwisselend werk dat een flexibele instelling en standvastigheid vereist. Het ene moment zit je met bestuurders aan tafel, het andere moment overleg je met een uitvoerder op een bouwlocatie. Alle partijen worden door ons gewezen op hun verantwoordelijkheid, we bewaken deadlines en schakelen snel tussen verschillende projecten en processen. Het werk is met recht afwisselend te noemen.’’
www.pbgiezen.nl
„We creëren woon- en werkplezier voor opdrachtgevers, eindgebruikers en medewerkers’’, zegt Jacko Rook, eigenaar van Rook Bouw in Vollenhove. „We houden ons bezig met beton-, woning-, utiliteit- en prefabbouw en kiezen voor maatwerk om aan te sluiten bij de wensen van onze klanten.’’
Rook Bouw is actief in nieuwbouw, verbouw en renovatie. „Werken in een bouwteam constructie heeft onze voorkeur zodat wij zo vroeg mogelijk betrokken worden bij een bouwplan. Op deze manier kunnen wij direct onze expertise doorvoeren binnen het ontwerp van de architect en krijgt de klant exact wat hij wil.”
Die keuze levert Rook Bouw bijzondere en uitdagende opdrachten op. Zo werden voor Graansloot Kampen een 9 meter diepe stortput met 11 meter hoge wanden gebouwd voor de opslag van graan.
„Ons specialisme is betonbouw’’, vertelt Jacko. „We bouwen in het werk gestorte betonconstructies met ons eigen bekistingssysteem.
Dat doen we voor particulieren, bedrijven en voor hoofdaannemers die
zelf de knowhow niet in huis hebben. Ontzorgen staat hierin voorop. Er worden onder meer parkeerkelders, zwembaden, machinefundaties, laadkuilen, bulkopslagruimtes en afzinkkelders gerealiseerd.
Afzinkkelders
Bij afzinkkelders worden de wanden op het maaiveld gebouwd. Deze worden tijdens het afzinken op hun plaats gehouden met stempelramen, die door Rook Bouw zelf zijn ontwikkeld. „Tijdens het afzinken graven we van binnenuit de grond af en laten de wanden gelijkmatig zakken. Daarna wordt de keldervloer gestort. Op sommige bouwlocaties, met een hoge grondwaterstand bijvoorbeeld, is dit de enige manier om een kelder te realiseren. Voor lastig bereikbare bouwlocaties is het ook een ideale oplossing. Een afzinkkelder kan bijvoorbeeld zonder gevaar voor verzakking gebouwd worden tussen twee gebouwen of vlak naast een gebouw, want de grond naast de kelderwanden blijft ongemoeid.’’ Voor de tachtig nieuwbouwappartementen die Bouwonderneming
Gebroeders Benus realiseert in Assen maakte Rook Bouw afzinkkelders van 9 x 36 meter en als partner van Bam werkt het bedrijf aan twee bestralingsbunkers voor de afdeling radiologie van ziekenhuis Isala in Zwolle. „Vanwege die straling moeten de wanden tot wel 2 meter dik zijn en in de bunkers komen prefab betonnen wanden van zwaarbeton die in de toekomst verwijderd moeten kunnen worden. Zulke uitdagingen gaan we graag aan.’’
Dat geldt ook voor de woning- en utiliteitsbouw.
„We bouwen nu een woning in Giethoorn, waarbij alle machines en materialen over water naar de bouwplaats vervoerd moeten worden. Ook de kasten en trappen van deze woning bouwen we op maat.’’
www.rookbouw.nl
Al meer dan een eeuw is Bouwonderneming Gebroeders Benus actief in met name de provincies Groningen en Drenthe. Momenteel wordt onder andere gewerkt aan de realisatie van 4 gebouwen in Assen, waarin 80 appartementen beschikbaar komen voor de nog altijd overspannen woningmarkt. „Voor ons is dit een groot project, dat we in het voorjaar van 2024 hopen af te ronden”, zegt Paul Benus, die samen met broers Wouter en Jeroen de directie voert. Naast nieuwbouw van woningen, bedrijfspanden en projecten is Bouwonderneming Gebroeders Benus actief in onderhoud en renovatie, zowel van woningen als utiliteitsgebouwen.
vervangende nieuwbouw voor winkels. Dit zijn vaak lange trajecten, maar wel mooi om te doen, zeker als je ziet dat de eigenaren content zijn met de nieuwbouw. Zij hebben vaak een vervelende periode achter de rug, dat kun je je nauwelijks voorstellen als je het zelf niet hebt meegemaakt.”
„Naast de vervangende nieuwbouw doen we ook allerlei andere werkzaamheden in het aardbevingsgebied, zoals versterkingsopgaves. Ik verwacht dat deze werkzaamheden de komende vijf à zes jaar nog wel doorgaan. En tegen die tijd is de dip in de woningmarkt ook wel weer voorbij en verwachten we dat die markt weer aantrekt.”
Paul Benus omschrijft de Bouwonderneming als een no nonsense bedrijf. Doen wat je zegt en zeggen wat je doet, daar gaat het om. „Dat doen we op een doordachte manier. En nee, we kloppen ons niet op de borst. We vinden het vanzelfsprekend om ons werk goed te doen, de kwaliteit staat voorop.” Dat begint al voor aanvang van een project. „De directie is vaak zelf bij de bouwvergaderingen aanwezig, waardoor we direct betrokken zijn en snel beslissingen kunnen nemen. Dat vinden de opdrachtgevers prettig.”
Korte lijnen
De forse prijsstijgingen van de materialen zijn een groot probleem in de bouw. Paul:„ Je kunt niet alles doorberekenen, dat is wel eens lastig. Gelukkig hebben we met de woningcorporaties goede afspraken kunnen maken. Daarnaast proberen we materiaal zo snel mogelijk in te kopen, ook wanneer een klus nog niet gestart is. Vaak is de opdrachtgever wel bereid hiervoor te betalen, omdat hij ook beseft dat de prijs een week later al weer hoger kan zijn. Onze korte lijnen spelen ook hierin weer een rol. Overigens zien we de prijsstijgingen momenteel weer afvlakken. Hier en daar is zelfs al sprake van lichte prijsdalingen, dus dat is nu wel onder controle.”
Meer problemen heeft de Bouwonderneming met het vinden van voldoende vakbekwaam personeel. „Dat is gewoon extreem. En het probleem doet
Dag van de Bouw
Het project in Assen doet op zaterdag 17 juni
a.s. mee aan de Dag van de Bouw. Bezoekers krijgen een rondleiding en een korte presentatie van het project. Daarnaast is er gelegenheid tot het stellen van vragen, onder het genot van de kopje koffie of thee of andere versnapering. Het project in Assen, aan de Thorbeckelaan is van 10.00 uur tot 14.00 uur te bezoeken.
zich niet alleen in de bouw voor, je ziet het in allerlei sectoren. Gelukkig hebben wij nog een redelijke instroom van jongeren. Als de voorwaarden aantrekkelijk zijn, kun je ze ook vasthouden.”
Huurappartementen
Terug naar het project in Assen, waar 4 torentjes met 80 appartementen worden gebouwd, in opdracht van woningcorporatie Actium. „Het worden allemaal huurappartementen”, weet Paul.
“De appartementen verschillen wel wat in grootte, maar het gaat om nuanceverschillen.”
Naast Assen is Bouwonderneming Gebroeders
Benus op meer plaatsen actief, zoals al langere tijd in het bevingsgebied in Groningen. „We doen daar met name bijzondere projecten, zoals
Eisen
Hij hoopt dat dan ook de prijzen voor een koopwoning zijn gestabiliseerd. „We stellen de eisen steeds hoger, denk aan duurzaamheid en het circulair bouwen, dat zorgt voor hogere bouwkosten. Daarnaast hebben we vaak te maken met lange procedures, waardoor de bouw stagneert. Ik denk dat het tijd wordt dat we ook eens naar het algemeen belang kijken. Veel mensen zijn op zoek naar een woning, dus er moet veel gebouwd worden, daar ontkomen we niet aan.”
Bouwonderneming Gebroeders Benus heeft de orderportefeuille in elk geval goed gevuld. Zo zijn onder andere projecten in Assen, Groningen, Hoogezand, Loppersum, Musselkanaal, Sellingen, Stadskanaal, Vlagtwedde en Vries in voorbereiding. Ook op het gebied van duurzaamheid en innovaties in de bouw doet de meer dan 100 jaar oude bouwonderneming volop mee.
www.benusbenus.nl
‘Doen wat je zegt en zeggen wat je doet, daar gaat het om’
Dat houtskeletbouw aan populariteit wint, verbaast Alex Dees, bedrijfsleider bij Bouwderij in Groningen, niet. “Houtskeletbouw (HSB) is circulair en de footprint is laag, dat spreekt veel mensen, zeker in deze tijd, aan.” Andere voordelen zijn de flexibiliteit, snelle bouwtijd, duurzaamheid, droge bouwmethode, het comfort en de energieprestaties. eerste tekening tot en met het eindproduct.”
Van tuinhuis tot complete woning en van dakkapel tot aan- of opbouwen, bij Bouwderij pakken ze elke opdracht met even veel plezier aan. “We leveren maatwerk en kwaliteit staat altijd voorop, van de eerste tekening tot en met het eindproduct.”
Van elke opdracht, zowel van aannemer als particulier, maakt Bouwderij een Tekla 3D modeltekening zodat voor iedereen die betrokken is exact duidelijk is hoe het bouwwerk eruit komt te zien. “Zodra het plan compleet is, communiceert het 3D model met de zaagmachines in onze fabriek”, legt Dees uit. “Alle HSB-elementen worden vervolgens zo efficiënt mogelijk gezaagd, zodat het afval tot een minimum wordt beperkt. Bijkomend voordeel is dat dankzij het 3D-model en de directe communicatie met de machines, fouten tijdens het zagen worden voorkomen.” Op het moment dat alle onderdelen gereed zijn, transporteren we het geheel naar de bouwplaats. “Daar duurt het gemiddeld enkele dagen voordat het bouwwerk (bijvoorbeeld een woning) staat.”
Isolatie
Zoals aangegeven biedt houtskeletbouw veel voordelen. Dees:” Denk bijvoorbeeld aan het comfort in een HSB-woning, dat voelt anders aan dan in een traditionele woning. De stookkosten zijn laag dankzij de dikke isolatie. Dezelfde
isolatie zorgt ervoor dat het in de zomer lange koel blijft in de woning.” De opdrachtgever kan kiezen voor dampdichte isolatie, wat meestal uit glaswol bestaat. “Maar, mede vanwege het milieu, kiest men steeds vaker voor alternatieven, zoals cellulose, ook wel bekend als papiervlokken. Daarmee waren we één van de eersten in Nederland die dat konden leveren. Cellulose heeft ook een hoge isolatiewaarde. Ook stro, hennep en vlas behoren tot de isolatiemogelijkheden bij Bouwderij.”
Aardbevingen
Mede omdat hout een lichter product is dan steen, flexibeler en minder gevoelig is, is het zeer geschikt voor toepassing in het aardbevingsgebied. “We zijn het enige bedrijf in
Nederland dat onder het KOMO keurmerk aardbevingsbestendig mag produceren en bouwen. Daar zijn we trots op. Sowieso valt onze gehele productie onder het KOMO keurmerk. We zijn tevens STIP gecertificeerd, wat betekent dat we uitsluitend hout uit verantwoord en duurzaam beheerde bossen in- en verkopen.”
Hout heeft de toekomst, is de overtuiging van Dees. “Zeker gezien de huidige discussie in ons land, is duidelijk dat bouwen met hout beter is voor het milieu. Intern doen wij er alles aan om zo milieuvriendelijk mogelijk te produceren. Wij proberen bij te dragen aan zero waste op alle gebieden.”
Welkom
Wie nieuwsgierig is naar de werkzaamheden in de fabriek van Bouwderij is op zaterdag 17 juni aanstaande welkom. “We laten zien hoe we met een project bezig zijn dat we in opdracht van Bouwbedrijf Kooi Appingedam produceren. Bezoekers kunnen kennis maken met houtskeletbouw, en doordat een deel van de fabriek operationeel is, laten we zien wat we zoal doen.”
Bouwderij B.V.
Jeverweg 4
Groningen www.houtskeletbouw-groningen.nl
Het begon ruim 10 jaar geleden met een online shop voor vloeren en gordijnen. Niet veel later volgde de eerste fysieke winkel, 650 m2, in Assen en 2 jaar geleden kwam er een winkel met een oppervlakte van maar liefst 1.500 m2 in Groningen bij.
PVC vloeren, laminaat, tapijt, vinyl, marmoleum, tapijttegels, plinten, ondervloeren, echt alles op het gebied van vloeren is bij Vloer en Gordijn.nl te vinden. Datzelfde geldt voor gordijnen, die in allerlei kleuren en patronen te krijgen zijn. Eigen stoffeerders, een goede klantenservice en interieurstylisten doen de rest.
Het is niet voor niets dat zowel ondernemers als particulieren Vloer en Gordijn.nl weten te vinden. Toen het bedrijf begon was het een hype om via internet te bestellen en de vloeren en gordijnen rechtstreeks via de leverancier te leveren.
„Maar steeds vaker werden we door klanten gevraagd of ze onze zaak konden bezoeken. Ze wilden datgene wat ze bestelden voelen, zien en ervaren”, zegt Patrick de Graaf in de prachtige, ruime winkel in Groningen.
„Hier kunnen klanten ervaren hoe een vloer
eruit ziet, hoe het in een bepaalde ruimte lijkt. Dat betekent niet dat online naar de achtergrond is verdwenen. Er zijn ook mensen die precies weten wat ze willen en dat tegen aan aantrekkelijke prijs bij ons bestellen.”
Oplossingen
Vanzelfsprekend stellen zakelijke klanten andere eisen aan de vloer dan de particulier. „Bij bedrijven en organisaties wordt de vloer meestal intensiever belopen en dat vraagt om andere oplossingen. De particulier kiest vaak voor een vloer waarbij de vloerverwarming goed tot z’n recht komt. Ja, pvc is populair, en veel klanten kiezen daarbij voor het visgraatmodel.” De trends worden vaak bepaald door wat mensen op internet, op televisie, instagram, pinterest en de vakbladen zien. „We zien dat altijd in de vraag terug.”
Veel keuze
Vloer en Gordijn.nl wil elke klant kunnen bedienen. „We hebben voor elke portemonnee een oplossing, omdat we vinden dat iedereen een mooie vloer en fraaie gordijnen in huis moet kunnen hebben. Daarom hebben we hier in Groningen ook zoveel keuze. Als je hier niet kunt slagen, dan slaag je nergens.” Het opvallende is dat de prijzen op internet, waar scherpe prijzen noodzakelijk zijn, ook in de winkel worden gehanteerd. „Daarin maken we inderdaad geen onderscheidt.”
Voordat vloeren worden gelegd of gordijnen worden opgehangen, meten de stoffeerders van Vloer en Gordijn.nl de maten zelf in. „Daarover mogen geen misverstanden bestaan en dat inmeten doen we gratis”, zegt De Graaf. Vloer en Gordijn.nl is aangesloten bij het CBW en de garantiebepalingen worden naadloos overgenomen. „Dat biedt de klant zekerheid en dat, in combinatie met de uitgebreide keuze die men bij ons heeft, zorgt ervoor dat we ons prima op deze markt kunnen onderscheiden.”
www.vloerengordijn.nl
Ketellapperstraat 3K | 9403 VS ASSEN 0592-421214
Peizerweg 86A | 9727 AK GRONINGEN 050-2600289
Paas Totaalafbouw ontzorgt haar opdrachtgevers door de volledige binnenafbouw voor haar rekening te nemen. Het Emmer bedrijf levert en plaatst binnenwanden en cementdekvloeren in onder meer kantoorgebouwen en woningen.
Ook zijn ze expert als het gaat om stukadoor, spackspuit- en tegelwerk. Ook voor vastgoedonderhoud zijn ze de Emmenaren in te schakelen. Daarnaast is Paas gecertificeerd buitengevelisolatie-specialist. ‘Groot(s) in totaalafbouw is daarom ons motto', aldus directeur Hendri Paas.
De Emmenaar (51) vormt samen met broer Johnny (47) de directie van Paas Totaalafbouw aan de Cornelis Houtmanstraat in Emmen. Hendri neemt het commerciële deel voor zijn rekening. Zijn broer is verantwoordelijk voor de technische gang van zaken binnen het bedrijf. De broers zijn op de werkvloer begonnen en kennen dus het klappen van de zweep. ‘Van stukadoorswerk tot werkvoorbereiding tot management, we hebben alles gedaan,’ aldus Paas. Het bedrijf richt zich vooral op de zakelijke markt, maar ook particulieren opdrachtgevers zijn welkom. Zij kunnen terecht in de showroom aan de Cornelis Houtmanstraat.
Aanspreekpunt
Het inschakelen van Paas Totaalafbouw scheelt de opdrachtgever veel tijd en moeite. ‘Je hebt dankzij ons maar een aanspreekpunt nodig voor bijvoorbeeld wanden, vloeren, plafonds en gevelafwerking. Van de cementdekvloer tot het laatste stukje behang, wij regelen het. Je moet er niet aan denken dat hier verschillende bedrijven ingeschakeld voor moeten worden. Dat is niet efficiënt en maakt de kans op vertragingen en budgetoverschrijdingen groot. Wat we doen scheelt dus niet alleen tijd, maar voorkomt ook veel kopzorgen. Dit is echt een toegevoegde waarde van ons bedrijf.’
De innovatieve onderneming is actief in heel Noord en Oost-Nederland en er werken bijna 100 mensen. In Emmen was het onder meer betrokken bij de transformatie van het voormalige belastingkantoor in het centrum. Het markante kantoorgebouw kreeg een woonbestemming met
82 appartementen. Een klus waarbij de mannen van Paas Totaalafbouw metalstudwanden en plafonds plaatsten. ‘Een uitdagende opdracht waar ook veel werkvoorbereiding inzat. We zijn als Emmenaren trots daarbij geholpen te hebben,’ aldus de directeur. Een nog grotere klus was de afbouw van het voormalige AMC-complex aan het Reitdiep in Groningen. Hier ging het om 290 appartementen. De Emmenaren verzorgden hier onder meer in een strakke planning ongeveer 13.000 m² cellenbetonwanden, 24.00 cementdekvloeren, 50.670 m² stukadoorswerk, 19.450 m² spackspuitwerk, 6500 m² tegelwerk en 1000 m² buitengevelisolatie. Ook voor bijvoorbeeld een kleine aanbouw Kan de klant bij
Paas terecht. Het bedrijf hoort bij een select groepje dat beschikt over het SKG-IKOB keurmerk. Daarmee voldoet ze aan de hoogste eisen op het gebied van veiligheid en betrouwbaarheid.
Hypermodern
Trots is Hendri Paas op de vier hypermoderne volautomatische mortelinstallaties van het bedrijf. Deze wagens rijden voor, storten een perfecte cementdekvloer en vertrekken. Groot voordeel hiervan is dat er geen restzand of lege cementzakken op het bouwterrein blijven zwerven ‘Wat dat betreft, is er veel veranderd vergeleken met de tijd van mijn vader, hij moest met nog specie de steiger op. Wij gebruiken waar mogelijk de nieuwste technieken. Onze mortel installaties zijn hier een goed voorbeeld van. We lopen hiermee echt voorop,’ aldus de directeur. Niet alleen het materiaal van Paas Totaalafbouw voldoet aan de modernste eisen. Ook de medewerkers zijn uitstekend opgeleid. Ze zijn de visitekaartjes van het bedrijf, dus is er veel aandacht voor scholing. De kennis komt niet alleen uit boeken. Paas: ’Onze ervaren krachten geven hun ervaring zoveel mogelijk door aan jongeren. Dat is een goede combinatie van theorie en praktijk, ’constateert hij.
Nuchter
De totaalafbouwspecialist is geworteld in Zuidoost-Drenthe. De nuchtere mentaliteit in deze regio is ze op het lijf geschreven. ‘We voelen ons betrokken en sponsoren daarom bijvoorbeeld de Wielersport vereniging Emmen, FC Emmen en andere sportclubs. Sport is belangrijk voor ontspanning. Ik stap zelf na werktijd daarom graag op de mountainbike. Na zo’n pittig tochtje ben ik weer klaar voor een nieuwe werkdag, ‘besluit de directeur.
www.paastotaalafbouw.nl
Een stevig, duurzaam en comfortabel huis betaalbaar bouwen. Dat kan met staalframebouw. ATLANTA MBS in Klazienaveen is gespecialiseerd in dit bouwsysteem en wekelijks levert de fabriek complete woningen af. Prefab bouwen is volgens eigenaren Dennis en Jeroen Arends en Rico Oosting het antwoord op tal van actuele vraagstukken.
,,Er is bijvoorbeeld minder bouwpersoneel nodig voor deze manier van bouwen en iedereen weet dat er een tekort is aan geschoolde medewerkers in de bouw’’, zeg Dennis Arends. ,,Verder wordt met staalframebouw minder CO2 uitgestoten en ook dat is een actueel onderwerp in de bouwsector.’’ Ondertussen wordt volgens de ondernemers niets ingeleverd op kwaliteit en stevigheid. Staalframebouw levert een constructie op die superlicht, maar ook ijzersterk is. ,,Het combineert de pluspunten van houtskeletbouw met die van staal. De basis van onze prefab bouwconstructies is een staalframe, dat wordt geproduceerd met moderne CNC machines. Dankzij de lichte constructie en de onderlinge verbondenheid van de bouwdelen zijn de woningen zelfs bestand tegen aardbevingen. We hebben de afgelopen jaren dan ook al verschillende woningen opgeleverd in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen.’’
Maatvast
Een prefab woning is eenvoudig te bouwen en bovendien maatvast. Bouwonderdelen als gevels, binnenwanden en verdiepingsvloeren sluiten goed op elkaar aan, wat een goede luchtdichting oplevert. ,,En een luchtdichte woning verliest nauwelijks energie bij verwarmen en koelen’’, aldus Jeroen Arends. ,,Installaties voor verwarmen en koelen kunnen daardoor kleiner zijn en hoeven minder hard te werken. Het aanbrengen van installatieleidingen gaat ook een stuk eenvoudiger. Met staalframebouw ontstaan energie-arme woningen, die onder meer twaalf jaar geleden al werden geplaatst in de eerste energieneutrale straat van Nederland, Meerstad Groningen.’’ De woningen zijn tevens circulair: bouwonderdelen kunnen gerecycled worden.
Met het ATLANTA bouwsysteem zijn verschillende unieke woningen te bouwen. Op de
website van het bedrijf zijn diverse opgeleverde projecten te vinden en die laten een keur aan ontwerpen zien. Van kubistische woningen tot woningen met een kap en van gelijkvloerse woningen tot traditionele woningen met meerdere verdiepingen. Rico Oosting: ,,De ontwerpen komen meestal tot stand door een intensieve samenwerking tussen opdrachtgevers, architecten en ATLANTA MBS. Elke partij brengt wensen en kennis mee in het bouwteam. Daardoor ontstaan ontwerpen die voldoen aan de wensen en eisen van de opdrachtgever, actuele wet- en regelgeving en de eventuele eisen van een welstandscommissie. Er wordt rekening gehouden met wensen ten aanzien van uiterlijk, maar ook budget en het gebruik van de woning.’’ Het uiterlijk van de woning wordt onder meer bepaald door de gevelafwerking en daarin biedt ATLANTA MBS diverse mogelijkheden, zoals
traditioneel metselwerk, steenstripsystemen, gevelstuc, vezelcementplaten, Rockpanel, trespa en verschillende afwerkingen met hout en natuursteen.
Zelf bouwen
Volgens Arends is er steeds meer vraag naar mogelijkheden om zelf een huis te bouwen of af te bouwen en ook dat is mogelijk dankzij staalframebouw. ,,In eigen beheer een woning bouwen of afbouwen kan door ons de bouwconstructie te laten produceren en opbouwen. Eventueel kunnen ook de fundering en de vloerplaat door ons worden gemaakt. Daarna kan de opdrachtgever eenvoudig en betaalbaar zelf verder bouwen.’’ ATLANTA levert ook bouwelementen voor het optoppen van gebouwen, oftewel het verhogen van een bestaand gebouw met een bouwlaag. Zo is onlangs bij een grootschalige renovatie in Haarlem nog gebruikgemaakt van de kennis en producten van het bedrijf in Klazienaveen. Voor opdrachtgevers in Nederland en Duitsland worden tevens vakantiewoningen gemaakt. Arends: ,,Voor het Noorden en Oosten van het land kunnen we volledige woningbouwprojecten verzorgen dankzij een uitgebreid netwerk. We werken intensief samen met verschillende aannemers en vanwege groei breiden we dat netwerk graag uit, zodat we ook in andere delen van het land complete projecten kunnen opleveren. We zien dat ook aannemers buiten ons netwerk prefab casco’s bestellen om zelf af te bouwen.’’
Particuliere opdrachtgevers, bouwers en ontwikkelaars zijn van harte welkom in Klazienaveen om hun plannen en de mogelijkheden van staalframebouw te bespreken. www.atlanta-mbs.com
‘Staalframebouw levert een superlichte, maar ijzersterke constructie op’
Waterschap Noorderzijlvest werkt steeds duurzamer en stimuleert ook aannemers en bouwbedrijven om dit te doen. Zodat er minder CO2.-uitstoot is en schadelijke gevolgen voor mens en natuur zoveel mogelijk worden beperkt. Juist door samen op te trekken, kan milieuvriendelijk bouwen en werken de norm worden. Met hergebruik als uitgangspunt.
„De eerste stappen zijn gezet”, vertelt Margit Akkerman, adviseur duurzaamheid bij Noorderzijlvest. „We werken toe naar een circulair waterschap. In de circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. Zo gebruiken we opgegraven bagger als bouwproduct. En ook de restproducten van onze rioolwaterzuiveringen kunnen weer van nut zijn. Uit afval en slib kun je mineralen en grondstoffen terugwinnen. En met de warmte die vrijkomt bij de zuivering kun je opnieuw energie opwekken.”
Duurzame dijk
Een ander voorbeeld van hergebruik vindt Margit Akkerman de dijk bij Lauwersmeer. „Daar gebruiken we bijna 100% van het asfalt, de klei en koperslakblokken van de bestaande dijk in de nieuwe dijk. Verder vragen we bedrijven met wie we samenwerken aan de dijk om te investeren in schonere machines met minder uitstoot. Hier dragen we financieel ook zelf aan bij vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het waterschap. Zo geven we een belangrijke stimulans aan de verduurzaming van materieel in de grond-, weg- en waterbouwsector.”
Overheid heeft een verantwoordelijkheid
Hergebruik beperkt zich overigens niet tot dijken. Mark Pietersen, projectmanager bij Noorderzijlvest: „We kijken ook naar renovatie van gemalen, stuwen en waterkeringen. Sloop en nieuwbouw is niet altijd nodig. En slopen we wel, dan inventariseren we of er onderdelen zijn die we kunnen hergebruiken. We zijn zuinig op onze materialen.”
„Staal en beton zijn bijvoorbeeld goed opnieuw te gebruiken. Denk aan damwanden uit een kanaal of betongranulaat uit een oud gemaal. Als straks in Zoutkamp het nieuwe gemaal Hunsingo staat, beslissen we wat we met het oude gemaal doen. Dit kan een nieuwe bestemming krijgen of worden afgebroken. We inventariseren nu al welke onderdelen en materialen dan wellicht geschikt zijn voor hergebruik. Als overheid hebben we hier een verantwoordelijkheid in.”
Ontwerpen voor hergebruik En die verantwoordelijkheid gaat nog verder, vindt Mark Pietersen: „Bij nieuwbouw moeten we zorgen voor demontabele ontwerpen. Dus aan de voorkant al rekening houden met herbruikbare materialen. Dat vergt standaardisatie. Het is dan van belang om al vooraf met ontwerpers en bouwers om de tafel gaan. Samen kunnen we echt een verschil maken.”
Voordeel voor klimaatvriendelijke bedrijven
Margit Akkerman is het met hem eens: „Het werkt alleen als we gezamenlijk optrekken. De overheid heeft hierin een voortrekkersrol.
Tweede kans voor gemaal
H.D. Louwes?
Robin van der Kolk, student civiele techniek aan de Hanzehogeschool Groningen, deed zijn afstudeeronderzoek bij Waterschap Noorderzijlvest. Hij onderzocht afgelopen half jaar welke onderdelen van gemaal H.D. Louwes in aanmerking kunnen komen voor hergebruik.
„Als het nieuwe gemaal Hunsingo gereed is, krijgt het oude gemaal H.D. Louwes een andere bestemming of wordt het afgebroken. We bekijken nu al welke elementen en materialen geschikt zijn voor eventueel hergebruik. Dat doen we zo vroeg mogelijk, zodat andere overheden of bouwers die interesse hebben, bij hun eigen ontwerpen alvast rekening kunnen houden met het hergebruik van onderdelen.
Een uitdaging is wel dat gemaal H.D. Louwes nooit is ontworpen voor hergebruik. Veel
Daarom zijn we sinds kort ook gecertificeerd voor de CO2 -prestatieladder. Dit instrument helpt bedrijven en overheden bij het verminderen van CO2.. Bedrijven die werk maken van klimaatvriendelijk ondernemen en gecertificeerd zijn, geven we een voordeel bij het gunnen van opdrachten. Zo stimuleren we bouwbedrijven om minder CO2 uit te stoten bij hun werkzaamheden en binnen de keten.”
Meer informatie www.noorderzijlvest.nl/duurzaam-werken
onderdelen zijn op maat gemaakt. Daar moet je dan maar net een nieuwe bestemming voor kunnen vinden. Maar we proberen het wel. De tandwielkasten, bronsmotoren en vijzels zijn van zeer goede kwaliteit. Hier is ook al interesse voor. En ook ijzer kan worden hergebruikt. Soms als geheel en anders door het te repareren of te laten omsmelten. Bij beton is het soms mogelijk wanden op maat te zagen. En anders kun je bruikbare bestanddelen terugwinnen, zoals zand, grind en cement. De betonketen bestaat al. Die zorgt dat hergebruik op verschillende manieren mogelijk is.
Mijn advies is eerst intern te kijken of je materialen kunt hergebruiken. Daarnaast zijn er vraag en aanbod platforms voor hergebruik, zoals DuSpot. Noorderzijlvest is daar sinds kort bij aangesloten, net als een aantal andere waterschappen, aannemers en adviseurs.”
‘WeMargit Akkerman en Mark Pietersen van Waterschap Noorderzijlvest bij gemaal H.D. Louwes in Zoutkamp. Het waterschap kijkt of hoogwaardige materialen van dit gemaal herbruikbaar zijn. Afstudeerder Robin van der Kolk: „Deze tandwielkasten zijn van zeer goede kwaliteit en kunnen nog tientallen jaren mee.”