GOEDE VAKMAN IS GOUD WAARD IN DE BOUW
‘KLUSHEER’ WOUTER KIENHUIS
PAGINA 8
‘KLUSHEER’ WOUTER KIENHUIS
PAGINA 8
„In de basis zijn we de leverancier van alle mogelijke materialen en onderdelen voor installateurs, maar onze dienstverlening gaat wel verder dan alleen het leveren van materialen! We helpen installateurs bij het optimaal uitvoeren van hun werkzaamheden. We zijn hun adviseurs, calculators en hun magazijn. Inmiddels hebben we ook een showroom en een Xpress shop voor de installateur beschikbaar.”, zegt Wiebe de Vries, regiomanager bij ThermoNoord. „Na de zomer is de Xpress zelfs 24 uur per dag en 7 dagen per week open voor installateurs; handig als je buiten de standaard openingstijden nog een essentieel onderdeel nodig hebt.”
Meer mogelijkheden, meer keuzes „Vroeger waren de installatiemogelijkheden beperkter. Dat maakte het eenvoudiger. Tegenwoordig zijn er zoveel mogelijkheden om je huis te verwarmen, koelen en te verduurzamen. Meer mogelijkheden betekent dat je veel meer keuzes moet maken die leiden naar de meest ideale en efficiënte duurzaamheidsoplossing voor de situatie. Heb je 10 rijtjeshuizen naast elkaar waar verduurzaming plaatsvindt, dan kan dat betekenen dat je 10 verschillende oplossingen krijgt. De woningen zijn dan wel gelijk, maar het gebruik, de ideeën en de wensen van de bewoners et. Hoe wordt er geleefd? Wat is het energieverbruik? Wat is het comfortniveau wat men wenst? Wordt er elke dag gebruik gemaakt van een bad, dan vraag je iets van je installatie en opslagcapaciteit.”
Een dergelijke kosten-batenanalyse vraagt know how. Niet elk installatiebedrijf heeft dat zelf in huis. „Nadat we het verbruik en de (comfort) wensen van de bewoners kennen, analyseren we de isolatiewaarde, ventilatiemogelijkheden en andere specifieke variabelen. Het budget is daar ook één van.”
„We hebben het nu over woningen gehad. Je kunt begrijpen hoe complex de vraagstukken zijn bij bijvoorbeeld bij oude woonboerderijen, sportcomplexen, industriële hallen of bij kerken waarbij slechts op enkele piek momenten verwarmd hoeft te worden. Wij kunnen voor elke situatie een advies maken. Uiteindelijk komt daar een duurzaam, maar vooral ook, een op maat gesneden advies uit.”
Xperience center
„Berekenen alleen is niet genoeg”, zegt Wiebe. „De gebruiker moet zich er goed bij voelen. Een
boiler van 500 liter is misschien wel dé oplossing; het beantwoordt aan de warmwatervraag, het geeft het hoogste rendement en het past, maar wat betekent dat in de praktijk? Hoe ziet zo’n warmtepompinstallatie met een boiler er dan uit? Daarin willen we gebruikers in een vroeg stadium meenemen. Daarvoor hebben we ons pand verbouwt en we zijn zo goed als klaar met onze Xperience centrum. Al die nieuwe, duurzame verwarmingsoplossingen zijn dan in werkende staat te zien en te horen. Een installateur kan zijn
klant meenemen en laten zien hoe groot een boiler van 500 liter is. Dat voorkomt veelal verrassingen achteraf.”
„Naast het technische gedeelte kan de installateur binnenkort ook voor sanitair bij ons terecht: want naast opstellingen met sanitair in de Xperience hebben in ons team ook een sanitair specialist die kan adviseren en ontwerpen op maar kan maken. Alles onder één dak is wel zo makkelijk. Het is weer een stap verder in het partnerschap dat we nastreven met onze klant; de installateur.”
24/7 open
„Bij installatie hoort ook service en onderdelen kunnen het ook begeven buiten kantooruren. Niet elke installateur heeft elk onderdeel op voorraad. Wij zien onze Xpress ook als magazijn voor de installateur en dus willen we ook te allen tijde kunnen leveren. Na de zomer starten we met een systeem waarbij de installateur 24 uur per dag en 7 dagen in de week deze materialen zelf kan komen ophalen in onze Xpress. Met deze formule voor de installateur zijn we als ThermoNoord uniek in Nederland!”
„We zijn techneuten en we houden van ons vak en klanten. Daar horen stappen richting toekomst bij. Wat is er tegenwoordig mogelijk, waarmee kunnen we onze klanten, de installateurs, helpen zodat we een meerwaarde hebben. Dat is de drijfveer van ons team!”
thermonoord.nl
Tel bij elkaar op: in 2030 moet de bouw 60 procent minder stikstof uitstoten plus de roep om zo energieneutraal mogelijk wonen en werken, en je weet dat er werk aan de winkel is. Innovatief werk. Deze bijlage verkent een aantal ontwikkelingen in Drenthe, Friesland en Groningen.
Want ja, hoe groen is de bouwplaats eigenlijk? Er worden steeds meer elektrische alternatieven gebruikt: hoogwerkers, graafmachines, trilplaten; het zijn vooral de lichtere apparaten. De zware machines moeten we het nog een tijdje op diesel doen. Bij Sijperda Verhuur denken ze dat het nog wel een jaar of tien duurt voordat de laatste diesel van de bouwplaats is verdwenen. Maar de druk neemt toe, signaleren ze bij Hunebouw in Hoogeveen. Straks mogen er geen diesels meer rijden in delen van de bebouwde kom om maar eens wat te noemen.
Bouwbedrijf Van Wijnen zoekt de verduurzaming in hun electricwoningfabriek in Heerenveen. Daar worden zo duurzaam mogelijk woningen in kant-en-klare delen gebouwd, zodat de uitstoot op de bouwplaats laag kan blijven.
Als futuroloog Chriet Titulaer (1943-2017) het in de vorige eeuw had over zijn Huis van de Toekomst dan ging het vooral over gadgets: robots die een eitje bakten, automatische stofzuigersystemen en nog veel meer dingen die ons leven vooral makkelijk moesten maken. Inmiddels is vooruitkijken vooral een zaak van: hoe kan het nog duurzamer? Hoe slaan we energie op, in de muur bijvoorbeeld? En: waar kunnen we nog bouwen met bijvoorbeeld de stijgende waterspiegel in gedachten. Meer huizen op het water? En plastic tegels aan de muur die de wereld schoonmaken? Dat heeft Leeuwarder Daan Levy met hulp uit Drachten eindelijk voor elkaar!
Maar dan de volgende vraag: wie moet dat werk allemaal doen? Een kwart van de bouwvakkers is 55-plus. We spreken met twee van hen. Het is niet zo vreemd dat columnist Ronald Mulder de hulp van de Koning inroept als het perfecte model voor veranderprocessen om het voor elkaar te boksen. Veel leesplezier.
JAN ROZENDAAL
04
Huis van de toekomst: het klimaat gaat voor alles Het Huis van de Toekomst gaat steeds minder over technologische snufjes, het klimaat staat centraal
08
Kwart van de bouwvakkers is 55-plus ,,Ik ben fit voor mijn leeftijd, maar in de bouw boven de 64, 65 jaar nog volledig meedoen is echt lastig’’
11
Columnist Ronald Mulder roept de hulp in van de Koning ,,Hij is het perfecte rolmodel voor veranderprocessen’’
12
Start me up
Slimme Drentse software opent zakelijke autoleasemarkt
15
Column Eelko Huizingh
Kansen genoeg voor de bouw om een oplossing voor het klimaatprobleem te worden
17
Hoe groen is de bouwplaats?
Het duurt nog zeker tien jaar voordat de laatste diesel is verdwenen
22
Plastic tegels die de wereld schoner maken Dit is wél rocket science
26
Wido van den Bosch in De Spiegel ,,Ik vind duurzaamheid belangrijk, maar het is ook gewoon een economisch model’’
31
Dag van de bouw Bij deze bouwprojecten kun je zaterdag een kijkje nemen
noordz is een bijlage van Mediahuis Noord
Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal, Roel Snijder, Theo Zandstra Vormgeving Alie Veenhuizen
E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl
Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten
T: 06-44911263
E: s.osinga@multiplusmedia.nl
Volg noordz ook online op het blog: www.noordz.nl
De Jetsons de sciencefiction tekenfilm en strip uit de jaren 60 van Hanna-Barbera, liet een huisrobot zien, sprekende computers en mini-vliegmobielen. Anno nu hebben we het allemaal, al is de sprekende computer het enige futuristische element dat vrij algemeen is doorgedrongen. Of de rest ooit gemeengoed wordt, hangt vooral af van één vraag: helpen we er het klimaat en onze leefomgeving mee?
Tot pakweg de eeuwwisseling gingen woningbeurzen over technologie, over domotica. Communicerende koelkasten, zelfsluitende gordijnen, openende daken, sfeer brengende verlichting, zelfsturende camera’s, dat soort dingen. Die ontwikkeling gaat heus door, maar in de schaduw van een veel belangrijkere beweging. We moeten de klimaatverandering stoppen, dus iets aan de uitstoot van broeikasgassen doen. Dat is één. En twee: nu het klimaat verandert, moeten we de manier waarop we huizen ontwerpen en bouwen daarop aanpassen.
Chriet Titulaer – grondlegger van hét Huis van de Toekomst in Rosmalen – liet het in 1989 al zien, futuroloog als hij was. Op daken staan in de toekomst grote vaten om regenwater op te vangen waarmee het toilet kan worden doorgespoeld. Hij voorspelde toen ook al dat zonnepanelen een gewoon fenomeen zouden worden, net als het scheiden van afval. Al sneeuwden die goede ideeën destijds wat onder bij de robots die een eitje bakken, de ongekende beeldtelefoon en het stofzuigersysteem in holle wanden.
SAMEN EN GEZOND
Als de bekende Limburger – in 2017 overleden – nu nog een blik in de toekomst zou mogen werpen, dan zou hij het ongetwijfeld
hebben over energievoorziening, over kunstmatige intelligentie (AI), over nieuwe bouwmaterialen en constructiemethoden. Want dat is waar de grote veranderingen waarschijnlijk gaan plaatsvinden. Niet alleen in de huizen van straks, maar ook op de bouwplaats, in de huizenfabriek en bij de grondstoffenleverancier.
Ralph Steenbergen voegt daar graag een element aan toe: maatschappelijke cohesie. ,,Technologie heeft een belangrijke rol, maar een andere. Het gaat niet meer alleen om het gemakkelijker maken van het leven. Het gaat om behoud van de planeet, om natuurwaarde, om samen en gezond. De manier waarop woningen ontworpen en gebouwd worden, en zeker ook de locatie die wordt gekozen, speelt daarop in.’’
Steenbergen is een bekende in de noordelijke vastgoedwereld. Hij is de man achter startupbroeinest The Big Building in Groningen, adviseert overheden op het terrein van vastgoed, heeft zijn eigen ondernemingen en coacht. Altijd op het snijvlak van duurzaamheid, vastgoed en de menselijke maat. ,,Daarvoor wordt technologie wel gebruikt. Elke woning, elk kantoor wordt als het ware een mini-facebook. Daarin worden gedrag- en behoefteprofielen bijgehouden. En die kunnen worden ingezet om inzichtelijk te maken hoe de gebruikers kunnen verbeteren op het gebied van klimaat en sociale cohesie.’’
Die ontwikkeling is natuurlijk al gaande. Slimme meters vertellen dat het energieverbruik aan de hoge kant is. Allerlei tools geven mensen inzicht in hun huishoudpotje, verzekeringen, hypotheek en meer. Door kunstmatige intelligentie gaat dat verder. Het huis van de toekomst leert van zichzelf. Wanneer lichten aan en uit moeten, of de
verwarming een graadje lager kan, wanneer stroomvreters het best aan het werk kunnen.
FLEXIBILITEIT
,,Dat gaat gebeuren, maar de majeure verandering is meer low-tech. Ik denk dat we beter gaan nadenken over waar we woningen bouwen, en hoe we dat doen. Flexibiliteit is misschien wel het sleutelwoord. Daar bedoel ik niet alleen mee dat hele huizen zo recyclebaar zijn, dat we ze in delen uit elkaar kunnen halen en elders weer in elkaar zetten. De klimaatverandering noopt ons ook na te denken over de plekken die we voor woningbouw gebruiken. Misschien is de westelijke helft van Nederland vanwege de stijgende zeespiegel wel niet meer de plek. Of we bouwen daar drijvende woningen, zoals dat elders in de wereld allang gebeurt. We moeten rekening houden met van alles. Dat is evolutie: omgaan met de omstandigheden.’’
En die sociale component? Steeds duidelijker wordt dat sociale samenhang leidt tot gelukkiger mensen, tot minder ziekte. ,,Brede welvaart heet dat. Het huis van de toekomst staat in een fijne omgeving. Misschien is het huis wel zo mobiel, dat het verkast kan worden als de omgeving niet meer fijn is. De wereld is steeds veranderlijker, daar gaat het huis van de toekomst mee om.’’
Uiteraard worden voor de bouw zoveel mogelijk duurzame, liefst lokaal geproduceerde grondstoffen gebruikt. Vlas, hennep, lisdodde, van alles. Maar dan moet de overheid zelf ook een beetje flexibeler worden in het toekennen van vergunningen, zegt Steenbergen. ,,De regelgeving zet een rem op het gebruik van bijvoorbeeld gerecyclede materialen. Daar moeten we echt wat aan doen.’’
Datzelfde geldt voor de planologie. Steenbergen: ,,Dat is in feite het grootste probleem nu. Democratie is geweldig, maar door alle mogelijkheden voor participatie, inspraak en bezwaar, duurt de bouw van woningen heel lang. Als we vaart willen maken en in de toekomst sneller willen bouwen om flexibel te blijven, dan moet die planologie pragmatischer worden ingestoken. Wetten en regels remmen te veel af.’’
We hebben nú een uitgelezen kans om dat huis van de toekomst in al zijn glorie te ontwikkelen in Groningen, vindt Steenbergen. ,,Dat heeft de provincie verdiend. En dan geen smakeloze revolutiebouw zoals de tijdelijke woningen in dorpen in het aardbevingsgebied. Dat willen we niet meer. Pak deze kans nou om fraaie huizen neer te zetten in een goede context. Waar de mens centraal staat en prettig wonen uitgangspunt is.’’
HUISACCU’S
Dat we vaart moeten maken en regels moeten aanpassen, zou je ook kunnen zeggen van energie, hoewel de wal daar het schip al
Het Huis van de Toekomst gaat niet (alleen) over technologische snufjes en hoogstandjes.
Eén uitdaging staat erin centraal: het klimaat. TEKST JEAN-PAUL
Het verduurzamen van monumentale panden vereist kennis en kunde. Lont en Farsk Architecten nemen samen met diverse specialisten de handschoen op om een bijzonder pand in beschermd stadsgezicht te verduurzamen: het Leeuwarder kantoor van adviesorganisatie hûs en hiem. Van Energielabel G naar A- plus.
Ook hûs en hiem ontkomt niet aan het wettelijk verplichte Energielabel C voor kantoren per 1 januari van dit jaar. Haar kantoor op de hoek van Emmakade en J.W. Frisostraat stamt uit 1907. In een beschermd stadsgezicht, in gebruik als kantoor. Los van ‘isolatieglas’ uit 1981 is het niet geïsoleerd. Nu moet het van G naar minimaal energielabel C. Aan de hand van de eerste plannen van het bestuur van hûs en hiem wordt onderzoek uitgevoerd, een nulmeting bepaald en daarna een verduurzamingsplan met voorlopig ontwerp opgesteld door architect Jakob Bosma van FARSK samen met adviseurs Hylke Goudzwaard van Roenom en Klaas-Jan Alma van Energynius. Daarna is een aannemersselectieprocedure opgestart voor deelname in het bouwteam. Lont wordt met de visie die ze afgeeft de aannemer en na instemming door het Algemeen Bestuur van hûs en hiem en de afgegeven omgevingsvergunning, beginnen zij pal na de bouwvak van 2022 met het werk.
Met alle plannen op tafel zijn twee zaken duidelijk: hûs en hiem moet vier maanden elders onderdak. En de stap naar meer besparing en daarmee een hoger energielabel ligt voor de hand.
„Op basis van de adviezen hebben we gekozen het plan bij te stellen en een extra stap in verduurzaming te zetten, met name omdat in 2030 de eisen voor gebouwen weer omhoog gaan”, vertelt Marc Visser, directeur van hûs en hiem. „Het hele pand moet op de schop, dan kun je beter in een keer doorzetten. Het enige dat we later gaan doen is het vervangen van de CV- ketel. Daarbij kijken we ook naar de keuzes die in het landelijke pilotproject voor de Oranjewijk gemaakt worden naar een gasloze wijk in 2030.”
De waarde van vakmanschap
Wie nu over de Emmakade fietst, ziet een opgefrist pand waar de schilders de laatste hand aan leggen. „Als je alles afpelt, weet je wat er is gedaan en waarom welke keuzes zijn gemaakt. Allereerst hebben we het pand helemaal in 3D getekend, om wat er zou komen inzichtelijk te krijgen. Met alle adviezen over warmte, vocht, ventilatie, energiebehoefte en isolatiewaarde zijn we aan de slag gegaan. Het is een proces van veel expertise, kennis en kunde. We hebben de keuze gemaakt om de bouwkunst van toen en het daarbij horende vakmanschap te respecteren en
daarop onze keuzes te maken. Van binnen en buiten is heel veel gebeurd”, vertelt Farskarchitect Jakob Bosma. „In feite is de hele schil van het pand geïsoleerd, van dak tot wanden en vloeren. Er is een vraaggestuurd ventilatiesysteem aangebracht dat zorgt voor een natuurlijke ventilatie, er zijn nieuwe lage temperatuur radiatoren geplaatst, er is LED- verlichting aangebracht en op het platte dak zonnepanelen. Het hele pand is van binnenuit gestript om alles te kunnen isoleren. Alle wanden zijn met hennep geisoleerd naar voorstel van Lont. In het werk zijn zij heel veel onverwachtse zaken tegengekomen, zoals heel veel oude leidingen die niet meer bruikbaar waren, details die niet berekend waren, verbindingen die anders bleken te zijn, noem maar op. Met het verwijderen van de gipsen voorzetwanden kwamen tot ieders verrassing de originele lambriseringen en architraven om de kozijnen tevoorschijn. Die zijn door de timmermannen van Lont met zorg gedemonteerd, juist omdat die volgens hen prima opnieuw te gebruiken waren.” Marc Visser daarover: „Dat was een verrassing. Toen we dat wisten, hebben we besloten op hun vakmanschap af te gaan en de wanden met hennep goed te isoleren en vervolgens de lambriseringen opnieuw aan te brengen. Op een zelfde respectvolle manier is er met de plafonds omgesprongen. Het resultaat is dat het pand in oude luister is hersteld. Daar ben ik echt heel blij mee en trots op, het ziet er prachtig uit.”
Jakob Bosma: „Wat is gedaan past bij de bijzondere omgeving en de functie en betekenis van de plek en de opdrachtgever. Ik hoop dat het ook een stimulans is voor andere opdrachtgevers om op een respectvolle wijze om te gaan met het effectief verduurzamen van monumentale panden.”
Worstelingen en afwegingen
Projectleider bestaande bouw Jorrit van der Veen van Lont kijkt met plezier terug. „Het zijn prachtige panden en onze timmerlieden worden er vrolijk van, die gaan met een big smile naar hun werk. Iedere bouw heeft z’n eigen mensen,
nieuwbouw vereist heel andere skills. Dat vakmanschap van bestaande bouw en monumentale panden heb je nodig omdat er in het werk voortdurend keuzes gemaakt moeten worden, voor materialen, voor detaillering; praktische problemen moeten worden opgelost op een manier die uitgaat van het respect voor het pand. Daar moet je elkaar op kunnen vertrouwen, omdat je niet ieder detail eerst kunt bespreken. En natuurlijk moet je aan het nieuwe wennen: isoleren met hennep werkt letterlijk en figuurlijk anders dan je gewend bent, maar daarom is zo’n project ook zo mooi om te doen: leren van ontwikkelingen. Het wegwerken van alle nieuwe leidingen heeft heel wat puzzelen gekost maar het is gelukt: we hebben nergens een koof hoeven aanbrengen.” Keuzes maken. Jetze Lont: „Voor hennep, omdat we met gemeente Leeuwarden een convenant hebben getekend om zoveel mogelijk biobased te isoleren. Voor de manier waarop het isolatieglas ooit was aangebracht en de keuze voor HR ++ nu, is trouwens nog even goed vergaderd voor we het eens waren hoe dat het best kon worden uitgevoerd. Uiteindelijk hebben we gekozen voor nieuwe, op maat gemaakte glaslatten in de stijl zoals we vinden dat die past bij de bouwstijl van toen.”
Van slecht geïsoleerd naar Energielabel A-plus. Uitgevoerd in 5 maanden tijd. Marc Visser van hûs en hiem: „We hebben hier zelf veel van geleerd, ook omdat onze eigen monumentenadviseur in het bouwteam zat. Het hele proces heeft ook ons meer bewust gemaakt van de complexe problematiek van de verduurzaming van monumentale panden. Als eigenaar hebben we ook geworsteld en lastige afwegingen gemaakt. Dat maakt dat je anderen ook beter gaat begrijpen.”
www.husenhiem.nl
www.farsk.nl
www.lont.nl
gekeerd lijkt te hebben. Mensen produceren massaal hun eigen stroom. Maar hun energiecentraletjes zijn nog wel geïntegreerd in een groter geheel, dat van de energiemaatschappijen. Het huis van de toekomst houdt daar geen rekening meer mee. Die produceert voor zichzelf of zijn directe omgeving, en heeft geen ‘nationale energie’ meer nodig.
Want dat is een van de belangrijkste veranderingen straks: de energievoorziening. Fossiele bronnen worden dan niet meer gebruikt, alles komt van de natuur. De zon vooral. Verbeterde collectoren wekken genoeg stroom op voor het huis. Overschotten gaan de accu in, klaar om gebruikt te worden als er geen daglicht is. Die zogeheten huisaccu’s bestaan al, maar zijn nog niet uitontwikkeld.
,,Ik vraag me sowieso af of elk huis straks een eigen accu heeft’’, zegt Moniek Tromp. De hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen is een van de belangrijkste autoriteiten in Europa als het aankomt op batterijtechniek. ,,Dat energie lokaal zal worden opgeslagen en verdeeld, lijkt me heel waarschijnlijk. De daken liggen vol panelen, de netten kunnen het nu al amper meer aan. En dan gaat de salderingsregel er ook nog af.’’
,,Terugleveren gebeurt in de toekomst niet meer. Opslaan is het antwoord, en ik zie voor me dat dat op centrale punten in de buurt gebeurt. In of bij transformatorkasten in de wijk bijvoorbeeld, kan prima een accu voor de buurt komen. Op industrieterreinen krijg je ook van die centrale plekken, denk ik.”
„Op industrieterreinen zou waterstof ook een oplossing kunnen bieden. Dat zie ik in wijken en huizen niet voor me. Op een erf bij een boer die een zonneveld heeft kun je ook denken aan een accu voor het hele dorp. In Duitsland wordt daarmee al getest.’’
VLIEGENDE AUTO’S
Batterijen en accu’s nemen razendsnel toe aan belang, vooral vanwege dit soort duurzaamheidsafwegingen. Probleempje: de grondstoffen die nodig zijn voor de bekende (en goed renderende) lithium-batterijen raken op. Bovendien lukt het niet erg goed om de batterijen te recyclen. Afgezien daarvan zijn de mijnen in handen van een handjevol landen. Dat is niet ideaal. ,,Mijn heilige graal is batterijen van ijzer. Daar werken we in onderzoeksgroepen hard aan. IJzer is in grote voorraden aanwezig en eenvoudiger te delven. De mogelijkheden voor recycling zijn veel groter. Hoe dan ook moeten we de mogelijkheden van batterijen en recycling op grote schaal verder onderzoeken. Naar mijn mening zouden we dat in het aardbevingsge-
bied moeten doen en dat proberen we ook voor elkaar te krijgen door middel van een aanvraag bij het Groeifonds.’’
Die vliegende auto’s komen er misschien ooit wel, maar eerst gaan we terug naar de basis met onze huizen. Isoleren en ventile-
ren, zorgen voor een prettig leefmilieu. Dan energie opwekken en zelf gebruiken in een huis dat meedeint op de golven van de klimaatverandering, maar zeker niet bijdraagt aan de verergering daarvan. Zoals het ooit was. We moeten terug in de tijd om te zien hoe we vooruit kunnen.
De bouw is de afgelopen tien jaar vergrijsd: bijna een kwart van alle werknemers is ouder dan 55 jaar, tegen amper 15 procent een decennium terug. Wouter Kienhuis (63) en Bennie Welleweerd (64) delen hun ervaring: ,,Ik ben natuurlijk óók op een leeftijd waarop ik niet meer zo gemakkelijk een dak op klauter.’’
De cijfers komen uit een analyse van Cobouw Insights op basis van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) en bouwadviseur Volandis.
De bouw telde vorig jaar ruim 88.000 55-plussers op een totaal van 353.000 werknemers. De grootste groep ouderen werkt als bouwarbeider in de ruwbouw of als timmerman. In de beroepsgroepen loodgieters/pijpfitters en lassers/plaatwerkers werken de minste 55-plussers. Vergrijzing in de bouw is een thema geworden dat werkgevers niet (meer) kunnen negeren.
De 55-plussers zijn niet vaker ziek dan andere leeftijdsgroepen, maar wel langduriger, aldus het EIB. Wat ook meespeelt, is een verminderde productiviteit. ,,Dat compenseren ouderen door ervaring en slimmer werken”, nuanceert Tjeerd Hobma, algemeen directeur van Volandis.
De kosten van verminderde vitaliteit liggen voor de groep 55-plus 40 procent hoger dan bij de groep van 40-55-jarigen. In vergelijking met de groep jonger dan 40 jaar zijn de kosten ruim drie keer zo hoog.
Hoe je het ook wendt of keert, werkgevers kunnen niet om de oudere werknemer heen. Daarvoor is het aandeel jongeren dat in de bouw aan de slag gaat simpelweg te laag. Jaarlijks stromen er tussen de 23.000 en 24.000 mbo’ers en hbo’ers de sector in, te weinig om het gat op te vullen dat 88.000 55-plussers achter zouden laten.
VITALITEIT
Werkgevers moeten daarom investeren in de vitaliteit van medewerkers, zeggen experts. Hulpmiddelen om de fysieke belasting te beperken bijvoorbeeld, of werknemers in koppels van oud en jong laten werken waarbij de jongere de oudere wat kan ontzien terwijl deze laatste als een soort mentor kan fungeren.
Volgens Rob Witjes, hoofd arbeidsmarktinformatie van het UWV, speelt leeftijd een steeds minder belangrijke rol door het personeelstekort in de bouw. ,,Het is alle hens aan dek en een goede vakman is goud waard. In andere sectoren zie je ook dat meer
ouderen worden aangenomen, maar nergens is de stijging zo groot als in de bouw. Dat is de voorbeeldsector.”
‘Klusheer’ Wouter Kienhuis (63): ‘Ik ben een jonkie’ Hij was ict-er en hielp zijn bedrijf met automatiseren. Dat ging goed – té zelfs: Wouter Kienhuis (63) uit Gasselte werd overbodig. Sinds vier jaar werkt hij als zelfstandige onder de vlag van Klusheeren, een landelijk opererend bedrijf dat (veelal gepensioneerde) vakmensen en allround klussers levert.
,,Ik ben een van de jonkies”, zegt Kienhuis lachend als hij vertelt over hoe het is om als 55-plusser in de bouwwereld te werken. De meeste van zijn circa 140 collega’s zijn de pensioenleeftijd al gepasseerd, maar werken nog graag één of meer dagen per week in het onderhoud of de technische dienst.
Zijn bezigheden zijn divers: van onderhoudsklussen en controles van apparatuur tot (technische) hand- en spandiensten. ,,Mijn werk is natuurlijk niet te vergelijken met dat van iemand die elke dag drieduizend stenen moet sjouwen, veel minder fysiek belastend”, aldus de Klusheer, die uitermate content is met zijn baan.
LUXE OM TE KIEZEN ,,Ik heb vrijheid, afwisseling en vooral géén baas meer. De vraag is groter dan het aanbod, dus ik heb de luxe om te kiezen. En
om te denken: morgen wordt het mooi weer, dan doe ik even helemaal niets.”
Kienhuis verzorgt onder meer de technische keuring van apparatuur van de Noordelijke locaties van speelparadijs Ballorig. Het komt niet op een dag aan; zolang hij alle filialen elke twee weken bezoekt, is het prima.
De klusser vindt zijn leeftijd een voordeel in dit werk. ,,Ik verbaas me over het arbeidsethos van jongeren, ze zitten vaak liever achter een beeldscherm in plaats van hun handen te gebruiken.”
De Drent is een ‘selfmade’ handige man, die niet bang is voor een karwei en alles wil aanpakken. ,,Dat is veelal de instelling van mijn leeftijdsgroep: ik krijg een probleem op mijn pad, dus ik los het op – linksom of rechtsom.”
Aan stoppen denkt hij nog lang niet. Dat hoeft ook niet bij Klusheeren, waar mensen tot op hoge leeftijd kunnen blijven – ze kunnen zelf beslissen wanneer en hoeveel ze werken door op klussen te reageren die hen via een app worden aangeboden. Kienhuis: ,,Dit werk houdt me in vorm. Ik blijf zo gemakkelijker fit dan wanneer ik in mijn stoel ga zitten.”
Timmerman Bennie Welleweerd (64): ‘Ik klauter niet zomaar meer een dak op’ ,,Ze zien me al aankomen, zo’n oldtimer.” Die gedachte schoot timmerman Bennie
Welleweerd (64) tegen wil en dank door het hoofd toen hij dit voorjaar weer ging solliciteren. Na vier jaar had het bedrijf waarvoor hij op uitzendbasis werkte geen klussen meer voor hem. Daarvoor was Welleweerd 38 jaar in dienst bij bouwbedrijf dat in 2015 failliet ging. De vakman meldde zich toen voor uitzendwerk.
,,Ik voelde wel dat ze aan het aftasten waren”, vertelt hij over zijn sollicitatie bij het uitzendbureau. ,,Tussen de regels door proefde ik wat twijfel; wat kan hij nog, hoe fit is hij nog?”
Bij de bouwbedrijven waar hij werkt, oogst hij waardering en respect voor zijn vakmanschap. ,,‘Je doet het zo gemakkelijk’, hoor ik dan. Maar ik ben natuurlijk óók op een leeftijd waarop ik niet meer zo gemakkelijk een dak op klauter of op een ladder spring.”
Zijn oudste collega nu is midden veertig, de anderen een flink stuk jonger. Geen probleem, vindt Welleweerd: ,,We leren van elkaar. Natuurlijk zijn er verschillen in aanpak tussen de generaties, maar een balk blijft een balk.”
SALARIS WAARD
Wel weet hij zeker dat hij in 2024 met pensioen zal zijn. Fysieke klachten vormen een belangrijke drijfveer bij die beslissing. Zijn knieën, zijn heup, zijn rug: ze werken niet altijd meer zo soepeltjes mee als in zijn jongere jaren. ,,Ik ben fit voor mijn leeftijd, maar in de bouw boven de 64, 65 jaar nog volledig meedoen is echt lastig. Je moet je salaris ook waard zijn.”
Hij heeft de pech dat hij, ondanks de bijna vier decennia vaste dienst, niet voor de zwaarwerkregel in aanmerking komt omdat hij de afgelopen acht jaar uitzendwerk deed. Zijn vervroegde pensioen moet daardoor uit eigen zak gefinancierd worden.
Nu werkt hij meestal vier dagen. ,,’s Avonds nog ergens een klusje doen is er niet meer bij, ik ga dan liever even een uurtje plat. Total loss? Ja, soms wel. Ik heb plezier in mijn werk, maar het is goed zo – ik hoop per 1 december te stoppen. Voor de winter, want die wordt er niet gemakkelijker op als je een bouwvakker op leeftijd bent. En bovendien: je werkt om te leven, je leeft niet om te werken. Dat geldt in elk geval voor mij.”
Siebe Baints en Jouke Abe Tilstra bouwen prefab houtskeletbouwwoningen waarbij het gebruik van natuurlijke bouwmaterialen de basis vormt. Voorop staat een gezond binnenklimaat en als bijeffect een zeer energiezuinige woning. Siebe geeft aan dat het bouwen in hout oneindige mogelijkheden kent, het motto luidt dan ook “maximale vormvrijheid in het bouwen met hout”.
Zij bouwen maatwerkwoningen en begeleiden de opdrachtgevers van ontwerp tot aan oplevering. Hierbij gaan ze bij ECOhûs Fryslân een stap verder in het ontzorgen en begeleiden. Er moeten heel veel keuzes gemaakt worden en de materiaalkennis is ook bij de afwerking en aankleding belangrijk.
“Mensen hebben vaak het gevoel dat wij iets heel spannends en vernieuwends doen”, vertelt Siebe. “Maar wij doen niks nieuws. Wij vervangen gewoon alle chemische materialen voor natuurlijke producten.” Denk daarbij aan producten als hout voor de constructie, kurkisolatie, schapenwol, houtvezel, cellulose, hennep en leem. Veel van deze producten werden vóór de komst van chemische bouwmaterialen al veel gebruikt in de woningbouw. “Dat zijn we vergeten. In de afwerking van de woning ziet men geen verschil, maar voelt men dit wel door het aangename klimaat. Dit wordt dampopen bouwen genoemd”. Siebe en Jouke Abe geven aan dat de focus te veel op energiezuinigheid wordt gericht en een gezond binnenklimaat te weinig aandacht krijgt, “een gezond binnenklimaat is de basis voor een fijn comfort in de woning”
Dampopen betekent “ademen” Het verschil tussen een traditioneel gebouwd huis en een Ecohûs is dat een Ecohûs kan ademen en een traditioneel bouwsysteem niet. Een traditionele woning wordt luchtdicht en dampdicht gebouwd door middel van vochtremmende folies. Dit verhoogt de kans op schimmelvorming en een ongezond woonklimaat. Hoewel een Ecohûs ook luchtdicht wordt gebouwd, is de schil van de woning dampopen. Dat kan alleen door het gebruik van die natuurlijke materialen. Die kunnen zowel vocht opnemen als afgeven en op die manier dus ‘ademen’.
Energiezuinig
Naast het vochtregulerend en geluidsabsorberend vermogen van de natuurlijke materialen, bouwen ze zeer energiezuinige woningen. De woningen zijn zeer goed geïsoleerd waardoor er heel weinig energie nodig is om de woningen te verwarmen en te koelen. “Wij bouwen energiezuinige woningen, zodat je woning geld oplevert in plaats van dat het geld kost. Ik heb nog nooit een energierekening gehad, ik krijg altijd geld terug”, besluit Siebe met een lach”.
Sneller bouwen
Wel is het zo dat natuurlijke materialen iets duurder zijn dan traditionele bouwmaterialen. Gelukkig hebben Siebe en Jouke Abe een manier gevonden waardoor de woningen die zij bouwen evenveel kosten als traditioneel gebouwde woningen: van de waterleidingen, ventilatie, riolering tot de elektra, alles wordt voor het bouwen in een uniek 3D-model getekend en opgenomen in het casco. Vervolgens worden alle onderdelen geprefabriceerd in de eigen werkplaats inclusief de installatie en op de bouwlocatie in elkaar gezet. Dit heeft veel invloed op de werkuren van de timmermannen en dit bespaart op die manier veel kosten, meent Siebe. Gemiddeld duurt het opzetten van een wind- en waterdicht casco zo’n twee tot vijf dagen.
Door de kosten op deze manier lager te houden, hopen Siebe en Jouke Abe ecologisch wonen mogelijk te maken voor iedereen. “Wij willen een product leveren voor elke laag van de bevolking”, vertellen zij. “concreet betekend dit voor ons huur, starters, mantelzorg, vakantiewoningen etc.
Dat is een flinke ambitie. Om dat mogelijk te maken zal het bedrijf van Siebe en Jouke Abe verder moeten groeien. Daarom zijn zij dan ook op zoek naar enthousiaste vakmensen die zich kunnen vinden in de visie van Ecohûs. In het team is nog ruimte voor 3D-tekenaars, een werkvoorbereider, calculator en een timmerman of -vrouw. Los van goede vakmensen, zijn Siebe en Jouke Abe op zoek naar mensen die trots zijn op de woningen die gebouwd worden en met plezier werken. “Bouwen doen we samen met een geweldig team en fantastische opdrachtgevers, wij mogen dromen verwezenlijken!”
www.ecohusfryslan.nl
www.facebook.com/ecohusfryslan.nl
www.linkedin.com/company/ecohusfryslan
www.instagram.com/ecohusfryslan
Elke organisatie van enige omvang loopt op een gegeven moment tegen een dilemma aan. Aan de ene kant moet je blijven innoveren en vernieuwen, anders word je irrelevant en ingehaald door nieuwe producten. Aan de andere kant moet je efficiënt en met een betrouwbare kwaliteit blijven produceren, anders leg je het loodje nog voordat de innovaties vruchten afwerpen.
Dit is een dilemma, en niet simpelweg een tweevoudige opgave, omdat innovatie en efficiëntie elkaars tegenpolen zijn. Ze vereisen een verschillende manier van werken, verschillende regels, een verschillende bedrijfscultuur en verschillende soorten mensen. Innovatie vraagt om een omgeving waarin fouten gemaakt mogen worden, waar veel ruimte is voor eigen initiatief en waarin niet alles perfect hoeft te zijn zolang het maar de goede kant opgaat. Efficiëntie daarentegen vraagt om regels, procedures, standaardisering en kwaliteitsbeheersing. Efficiëntie wil het toeval uitsluiten, waar innovatie het toeval juist wil verleiden.
aansprekende voorbeeld. De overheid probeert iets soortgelijks met talloze proeftuinen, pilots en experimenten, maar de burger is zeer goed beschermd tegen rechtsongelijkheid, dus iedereen die er een beetje last van dreigt te hebben kan de boel eindeloos vertragen en frustreren. Niet zelden is een experiment eigenlijk zelf een vertragingstactiek: zolang de proef niet is afgerond, gebeurt er verder niets. Een goed voorbeeld is de wietproef, officieel het experiment gesloten coffeeshopketen. Drie jaar geleden aangekondigd, nog steeds niet van start gegaan, en ondertussen reden om niets aan het drugsbeleid te veranderen.
In een bureaucratie verliest de vernieuwer het bijna altijd van de regelneven en proceduretijgers. Slimme organisaties plaatsen daarom de vernieuwers onder leiding en bescherming van een belangrijke bestuurder, liefst de CEO zelf. Ik stel voor dat we in Nederland hetzelfde doen. Iedereen die zich bij de overheid bezighoudt met innovatie en experimenten, rapporteert voortaan direct aan de koning. Als je wilt benadrukken dat regels soms niet gelden, en dat je beter sorry kunt zeggen dan toestemming vragen, dan is de koning immers een perfect rolmodel.
RONALD MULDERRonald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden.
Steeds vaker denk ik dat deze bekende wetmatigheid uit de bedrijfskunde ook van toepassing is op Nederland als land. Nederland produceert goed en efficiënt: op lijstjes van gelukkige en welvarende landen staat het steevast in de top. Om dat te bereiken hebben we dikke boeken vol met regels en procedures op elk gebied. Of je nu, ik zeg maar wat, een school wilt beginnen of een festival wilt organiseren, de algemene regel is: dat gaat zomaar niet.
Het gekke is: ook de overheid zelf, die al die regels instelt en handhaaft, heeft hier last van. De overheid roept bijvoorbeeld wel dat het een miljoen woningen wil bouwen, of het belasting- en toeslagenstelsel vereenvoudigen, of de drugsmaffia oprollen, maar uiteindelijk komt er weinig van terecht. Dat is niet vanwege politieke onenigheid. Iedereen, van links tot rechts, wil die dingen. Nee, het is in de praktijk allemaal moeilijk of onmogelijk. Ons verandervermogen is buitengewoon beperkt. Als de omstandigheden wél veranderen, is dat een gevaarlijk gegeven.
In grote bedrijven wordt het dilemma opgelost door de innovatie zoveel mogelijk apart te zetten. Andere mensen, op een andere plaats en met andere regels. Het NatLab van Philips is misschien wel het meest
‘Ons verandervermogen is buitengewoon beperkt. Als de omstandigheden wél veranderen, is dat een gevaarlijk gegeven’@ronaldmulder
Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wie zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.
Wie Marieke de Boer en Jörgen de Jong
Wat circulaire sloepen gemaakt door 3D-printers
Waar Woudsend
Waarom om de plezierscheepvaart duurzamer te maken
Hoe met behulp van circulaire materialen
Skillsuni
Wie Tseard Verbeek
Wat platform voor online muzieklessen en meer Waar Leeuwarden
Waarom om vraag en aanbod van muziek te koppelen
Hoe met behulp van een platform en app
Een boot voor de familie bouwen. Met dat idee begon het een paar jaar geleden. En nu is Impacd Boats al bezig met sloep nummer 25. Die rolden niet van de band, maar uit de 3D-printer. Marieke de Boer, haar partner Jörgen de Jong en haar vader Peter leven in een uit de hand gelopen hobby, die inmiddels zeer serieuze vormen aanneemt. Met een Impacd Center én een eigen jachthaven met assemblagehal in Woudsend.
,,Het is inderdaad hard gegaan’’, vertelt Marieke. Zij is samen met Jörgen eigenaar van het bedrijf. Vader Peter staat op de loonlijst. ,,We krijgen steeds meer aandacht, zeker sinds we een paar mooie prijzen wonnen, zoals de Dutch Startup of the year-award van HISWA te water. En ook de aflevering van Rock the Boat op RTL4 en Videoland hielp flink. Grote concerns willen partnerships, dat gaat heel mooi.’’
Impacd heeft ook nogal een afwijkend verhaal in de watersportwereld. De rompen worden geprint van gerecycled materiaal.
,,Als de boot ooit is afgeschreven, dan schroeven we er een paar dingen af en kunnen we hem omsmelten tot nieuwe grondstof voor de 3D-printer. Van elk stukje materiaal in en op de boot zoeken we uit hoe we het zo duurzaam mogelijk kunnen doen.
Want dat is onze missie.’’
RADICAAL ANDERS
Dat lijkt best een eind weg van de carrière die Marieke en Jörgen vóór corona hadden. Zij reisde veel in en door Zweden om snoepfabrieken leaner te maken. Hij kwam op uithoeken van de planeet vanwege zijn technische kennis op het gebied van rvs.
,,Toch ergerde ik me toen al aan de processen die iedereen gewoon vindt. Duurzaamheid neemt een veel te magere plek in. We moeten dingen radicaal anders gaan doen. Dat besef groeide sterk de afgelopen jaren.’’
Als gevolg van de pandemie kwamen ze thuis te zitten en zochten ze naar iets nieuws, iets om hun passie voor natuur en klimaat in kwijt te kunnen ook. Marieke: ,,Varen, dachten we, eerst als leuke tijdbesteding. Dat was zo populair dat
bootjes bijna niet te krijgen waren, dus zeiden we: dan maken we er zelf één. Min of meer gekscherend vroegen we ons hardop af of we geen sloep uit een 3D-printer konden krijgen. Maar we doken er serieus in en vonden een paar partners die dat konden.’’
Na veel experimenteren lukte het om het proces in de vingers te krijgen en de boten flink te verbeteren. En dus kon de missie van start: mensen laten zien dat het anders kan, anders moet. Impacd levert sloepen van verschillende formaten, voorzien van een
elektrische motor. ,,We partneren met een leverancier van heel goede motoren. We prijzen elkaar aan en laten zoveel mogelijk mensen zien dat het anders kan zonder in te leveren op comfort en kracht. Onze prijzen zijn ook niet hoger dan die van traditioneel gebouwde sloepen.’’
74 PROCENT DUURZAMER Volgens de Levenscyclusanalyse die de TU Delft deed, zijn de sloepen van Impacd momenteel 74 procent duurzamer dan het traditionele alternatief. ,,Die score willen we
elk jaar hoger. We zoeken andere stoffen voor de kussens, vloeren, touwen, kijken naar onze eigen bedrijfsvoering, alles. Zelfs mijn laptop is deels van oceaanplastic. Dat is wie we zijn en waar het om gaat. We willen andere bedrijven ook helpen om op een duurzamere manier te gaan werken.’’
Om de missie sneller te volbrengen, stapten onlangs investeerders in. Marieke: ,,We hebben momentum en willen nu doorpakken. We ontwikkelen nieuwe schepen, bijvoorbeeld voor het waddengebied, maar er zijn nog veel meer kansen. Focus houden is nu heel belangrijk.’’
Dat is vooral de taak van Marieke de Boer. Jörgen is het technische brein, Peter heeft een flink netwerk in de watersportindustrie en is dus de commerciële man. ,,We vullen elkaar geweldig aan’’, zegt CEO Marieke.
,,Maar we moeten wel altijd bepalen wanneer we een discussie over een project of concept eindigen. Je wilt het niet allemaal mee naar huis nemen.’’
Woudsend is waar het begon, maar zeker niet waar het eindigt, als het aan Impacd ligt.
,,Wij maken schepen van gebruikte frisdrankflessen en plastic uit keukens. Dat is een concept dat overal in de wereld tastbaar te maken is. Afval krijgt een nieuw doel. En nog iets: wist je dat er in Nederland alleen al jaarlijks duizenden afgedankte schepen uit het water worden gehaald en naar de stort gebracht? Dat voorkom je door ons concept van recycling. We willen impact maken.’’
Martin Garrix. Zo’n soort leven zag Tseard Verbeek uit Leeuwarden eigenlijk voor zich. Logisch, want vanaf zijn 12de rapt hij en produceert hij muziek, met eigen beats en eigen geluid. Later stapte hij over naar elektronische dancemuziek, het terrein van Garrix. Het werd toch een ander pad, uitmondend in de start-up Skillsuni, opgericht in en aangewakkerd door de coronacrisis. Het is een platform voor online muziektrainingen, gericht op professionals.
,,Een jaar of vijf geleden stond ik stil bij wat ik nou eigenlijk wilde. Mijn muziekproducties werden beter en ik had het gevoel dat ik op een driesprong stond. Of ik zou uitvoerend artiest worden, maar ik realiseerde me dat de nieuwe Martin Garrix worden een heel kleine kans is. Of ik zou mijn beats gaan verkopen, wat ik al deed, óf ik zou mijn kennis gaan doorgeven aan de volgende generatie. Ik heb voor het laatste gekozen, met af en toe een verkoop van beats.’’
Verbeek vertelt het in zijn nieuwbouwhuis in Leeuwarden, met daarin een goed geoutilleerde studio. Elektronische piano, mengtafels, schermen met camera. Muziek hangt in de lucht. Dat is niet zo raar. Vader is een gekend dirigent, oom is muziekleraar. Ze spelen in bands en korpsen, net als verschillende neven.
ENTERPRIJS
Tseard studeerde Media & Entertainment Management toen hij besloot zijn eigen bijbaan te creëren. ,,Ik richtte in 2016 de Producer School op, waarin ik mijn studenten in eerste instantie één op één begeleidde. Dat ging zo goed, dat het te druk werd en ik besloot het werk deels uit te besteden. Het bedrijf groeide verder en op zeker moment had ik een studio in Leeuwarden en dependances in Sneek en later Zwolle, Utrecht en Bolsward. Dat klinkt mooi, maar ik werd een manager, en dat wil ik gewoon niet zijn.’’
De Leeuwarder ging in op de vraag een workshop te ontwikkelen voor basisscholen.
,,Vond ik heel leuk. Ik gaf die workshops zelf en doe dat nog steeds. Maar het repeterende van één-op-éénlessen ging me irriteren. Dus besloot ik video’s te gaan maken die de basisstof behandelen. Gelukkig mocht ik in mijn eigen bedrijf stage lopen en kon ik een
e-book ontwikkelen en online cursusonderwerpen uitwerken.’’
De basis van zijn huidige onderneming werd daarmee gelegd. Meer dan tachtig cursusvideo’s had Verbeek in de aanbieding, die gestaag meer werden gevonden en afgenomen. Tot maart 2020. Corona overviel het land. Muziekscholen sloten, zzpmuziekleraren zaten thuis. Een online alternatief had iedereen nodig. ,,Plotseling liep het heel hard. Zeker ook toen ik de Enterprijs won voor mijn Producer School en aandacht kreeg.’’
De laatste duw in de goede richting kwam toen Tseard van steeds meer muziekleraren hoorde hoe moeilijk ze het hadden. ,,De lockdowns bleven elkaar maar opvolgen en ze zaten allemaal thuis, zich af te vragen hoe ze de crisis konden overleven. Toen dacht ik: ik heb een platform, ik heb de technologie. Waarom gooi ik het niet open voor meer doelen? Kunnen de leraren zelf hun cursussen ontwikkelen en aanbieden.’’
LEVENDIGE COMMUNITIES
Dat is Skillsuni. De door Tseard gemaakte cursussen zijn er te koop, muziekleraren bieden hun lessen aan op het platform.
,,Fysieke lessen zijn niet te vervangen, maar corona leerde ons dat digitale ondersteuning goed werkt. Denk aan kinderen die thuis moeten oefenen voor de volgende muziekles bij hun leraar. Zo wil ik muziekscholen, culturele centra en individuele docenten ondersteunen. Als je niet op les zit, kun je cursussen via een abonnement afnemen’’
Nu moeten levendige communities ontstaan op het platform. „We zijn net live en bezig met het activeren van muzikanten.’’ Bandleden die elkaar vinden, tips en feedback die uitgewisseld worden, speelruimte die wordt gevonden, video’s die worden gedeeld, en zo veel meer. ,,De nieuwe gratis app is net gelanceerd om het allemaal nog gemakkelijker te maken. Het gaat me om het sluiten van de kloof. Creatieve mensen moeten elkaar en hun publiek beter kunnen vinden.’’
Muziek maken is nu weer vooral hobby voor Tseard Verbeek. Dagelijks pakt hij zijn gitaar er wel bij, bedenkt hij een goede beat, drumt en produceert hij erop los. ,,Dit is voor mij de ideale combinatie. Elke dag breidt het aanbod op het platform uit en weten meer mensen het te vinden. Ik houd me bezig met de ondersteuning en maak lekker muziek. Prachtig.’’
‘Gelukkig mocht ik in mijn eigen bedrijf stage lopen en kon ik een e-book ontwikkelen en online cursusonderwerpen uitwerken’TSEARD VERBEEK
„Eigenlijk is het allemaal begonnen met het grondverzetbedrijf Gebr. Algra”, legt Klaas Algra, operationeel directeur van BUKO Waakt, uit. „We hebben in de jaren dat we dat bedrijf hadden de criminaliteit zien toenemen.
Als het personeel ’s avonds het werkterrein verliet, dan kon het op een gegeven moment maar zo zijn dat je niet zeker wist of je de volgende dag verder kon werken of dat, bijvoorbeeld, de diesel uit je werkvoertuig was gestolen. We bedachten dat we ons materieel moesten gaan beveiligen. We maakten een container, een paal erbij en daarop een toen nog wat primitief soort van bewakingscamera. We hadden direct succes. Iemand meende de gasolie uit de kraanwagens te moeten halen voor eigen gebruik. We zagen het en schakelden de politie in die de man in de kraag kon vatten. Dat succes stimuleerde ons tot het zetten van vervolgstappen.” We weten wat nodig is Die spontane actie was het begin van InfraWatch en dat is nu BUKO Waakt geworden. „Wij hadden de kennis en ervaring voor optimale beveiliging. Wij zagen immers hoe onze eigen spullen verdwenen van de werkplek. Wil je die strijd winnen, dan moet je continu blijven ontwikkelen. We creëerden een team die de technische ontwikkelingen omzetten naar steeds verfijndere bewakingsunits.”
In de controlekamer staan 24/7 observanten paraat die direct tot actie overgaan bij verdachte omstandigheden. „Van politiediensten, tot kantoorpanden, tot benzinestations, tot fabrieksterreinen, er is niets wat we niet kunnen bewaken. Uiteraard zijn er korte lijntjes met de politie. Bovendien worden alle beelden opgeslagen. Dat levert aanknopingspunten en bewijsmateriaal op
voor politie en justitie. Vrij uniek aan onze software is dat onze klanten zelf via een portal kunnen meekijken.”
‘Nu we de handen ineen hebben geslagen hebben we nog meer kennis in huis.’
Van InfraWatch naar BUKO Waakt
Niet alleen hightech bewakingsunits maakten het verschil, maar ook de grote flexibiliteit en slagkracht deed het bedrijf groeien. „We gingen aan de slag met een eigen groep professionals”, zegt Klaas, „waarmee we alles in eigen hand hielden. Van het opbouwen van de mast tot aan het installeren van de software het vindt hier allemaal plaats. We hebben transportmiddelen, monteurs en ander personeel paraat staan om de aannemer te ontlasten van verder denk- en regelwerk. Als ik ’s nachts gebeld wordt door de politie waar dan ook in Nederland voor een bewakingscamera dan staat er binnen enkele uren eentje operationeel.”
Sinds 1 juli 2022 is InfraWatch BUKO Waakt en onderdeel van de BUKO groep waaronder ook Infrasupport valt. Bij Robert Emmerich, algemeen directeur van BUKO Waakt en Infrasupport was het de slagkracht en professionele en innovatieve werkwijze van InfraWatch die hij zocht.
„Met één telefoontje heb je nu Infrasupport en bewaking van je materieel.”
Artificial Intelligence
„Nu we de handen ineen hebben geslagen hebben we nog meer kennis in huis. Waar we nu onze innovatieve kracht op inzetten is Artificial Intelligence (AI). Hiermee wordt de efficiëntie vergroot en loze alarmen verder teruggedrongen. AI maakt onderscheid tussen echte bedreigingen en ongevaarlijke veranderingen op een terrein. Een druppel op de lens of een hond die over een bedrijventerrein loopt hoeft niet meer tot loos alarm te leiden. Bovendien kunnen we AI ook inzetten om de veiligheidsvoorschriften te bewaken. Dat motiveert de werknemers nog meer om hun bouwhelm en veiligheidsbril op te zetten.”
Waterstof
Zonne-energie was al standaard geworden onder Klaas: „40 uur zonnestraling per week heeft de BUKO Waakt Solar unit nodig om volledig autonoom te kunnen functioneren. Dat is goed voor het milieu, maar ook handig als er geen stroom voorhanden is. Neerzetten, mast omhoog, contact met de beveiligde site en de kostbare spullen zijn beveiligd met cameratoezicht”, zegt Klaas. „In steden met hoogbouw en veel schaduw kan het wel een probleem zijn. Daarom zijn we nu ook begonnen met energievoorziening op waterstof. Innoveren doen we ook met oog voor een duurzame toekomst.”
www.bukowaakt.nl
De bouw piept en kraakt. Naast een gebrek aan personeel en ruimte om te bouwen, zijn er problemen met stikstof en PFAS, zeker na het vervallen van de bouwvrijstelling voor stikstof eind vorig jaar. Bovendien hangt een fors deel van onze CO2-uitstoot samen met bouwen. Ook de bouw moet verduurzamen en juist voor deze sector zijn er veel kansen. Maar is de bouw in staat die te benutten?
Klimaatbelasting vindt plaats voor, tijdens en na de bouw van een pand. Zo’n 8 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot komt van de productie van cement. CO2-uitstoot na de bouw is vooral een gevolg van koelen en verwarmen. Geschat wordt dat 40 procent van het energieverbruik in de EU voor rekening komt van gebouwen. Niet verwonderlijk dat de bouw al eens is omschreven als een ‘CO2-bom’.
Toch zijn er volop kansen om dit beeld te laten kantelen. Voor duurzame oplossingen moeten we kijken naar de volledige levenscyclus van een gebouw – van het produceren van bouwmaterialen tot en met het bewonen en afbreken van het gebouw. Bouwen met hout in plaats van op de traditionele manier betekent al een halvering van de uitstoot van CO2. De CO2uitstoot daalt verder als voor isolatie bio-based materialen worden gebruikt, zoals houtvezels, vlas, hennep of kurk. De belangstelling voor dit soort toepassingen neemt snel toe. Zo meldde Gerrit Hiemstra onlangs te stoppen als weerman bij de NOS om een bedrijf te beginnen in biobased bouwen.
Een goed ontwerp maakt dat huizen minder energie nodig hebben, door het slim benutten van natuurlijk licht en zon, denk aan de ligging en grootte van ramen en een overstek om ’s zomers warmte buiten te houden. Goede isolatie is de logische volgende stap. Huizen hebben nog minder externe energie nodig als ze zelf energie opwekken, bijvoorbeeld via zonnepanelen.
Maar zonnepanelen wekken allemaal op hetzelfde ogenblik energie op waardoor het elektriciteitsnet overbelast raakt. Veel mooier zou zijn als de opgewekte energie in het gebouw blijft tot het daar nodig is. Ook daar is een oplossing voor: de Sun Tank is een rechthoekig buffervat om warmte in water op te slaan. De modulaire bouwelementen zijn gemaakt van glasvezel. Ze nemen geen extra ruimte in, maar maken als vloer, muur of dak deel uit van de constructie van een woning.
Als de bouw overstapt op biologische materialen wordt CO2-uitstoot vervangen door CO2-opslag. Slimme energieopwekking en -opslag vermindert de uitstoot tijdens het gebruik van de woning, desgewenst zelfs naar nul. Als bouwers dan ook nog zorgen dat materialen later hergebruikt kunnen worden is de circulaire cyclus rond. En heeft zich een aardverschuiving voorgedaan: in plaats van een belangrijk onderdeel te zijn van het klimaatprobleem biedt de bouw daarvoor een oplossing.
Gevestigde bedrijven wijzen graag op het experimente-
le en kleinschalige van innovatieve oplossingen, op tekortschietende regelgeving en conservatieve klanten. Natuurlijk is opschaling en grootschalige productie noodzakelijk, waarbij vaak ook het kip-en-ei vraagstuk speelt: voor grootschalig gebruik is grootschalige productie nodig, maar daarvoor is weer grootschalig gebruik nodig. Met zo’n redenering is het verleidelijk om op je handen te blijven zitten. Maar de ontwikkelingen gaan snel. In Rotterdam wordt al een houten flat van negentien verdiepingen gebouwd, alleen de kern en de begane grondvloer zijn nog van beton.
Ondanks dat de overheid jaarlijks 100.000 nieuwe woningen in Nederland wil valt op steeds meer plekken de nieuwbouw stil. Dat is natuurlijk slecht voor de mensen die wachten op een woning. Maar er zit ook een positieve kant aan. Laten we deze adempauze benutten voor het versnellen van de broodnodige omslag. De bouwsector staat niet bekend om zijn innovatieve vermogen maar er liggen wel veel kansen. Het mooie van een ‘goede’ bouwcrisis is dat klanten (particulieren, bedrijven en overheden) weer keuze krijgen uit architecten, aannemers en materialen. Laten we die ruimte benutten om de kleine, innovatieve bouwers, die er inmiddels volop zijn, tot bloei te
Dr. Eelko Huizingh werkt bij de vakgroep Innovatiemanagement & Strategie van de Rijksuniversiteit Groningen en is auteur van het boek Innovatiemanagement.
Het huurmaterieel voor particulieren is vrijwel allemaal al in de accuvariant verkrijgbaar, aldus
André Buwalda van Sijperda Verhuur. ,,Alle handmachines en tuingereedschap zijn op accu verkrijgbaar. Op dat gebied is de verduurzaming al veel verder.
We willen laten weten wat er allemaal beschikbaar is. De duurzame artikelen hebben een prominente plek in onze winkels en we doen veel aan voorlichting. Nu moeten we de overstap maken in de bouw en dat is een heel interessante ontwikkeling.”
Dat de bouwsector moet vergroenen, ook op de bouwplaats, daar twijfelt niemand aan. Maar hoe ver is dat verduurzamingsproces of komt het nog maar net op gang? We maken een rondje langs enkele bouwbedrijven en een specialist in de verhuur van bouwmaterieel in het Noorden.
komt elke week wel een artikel bij.’’
Volgens André Buwalda, financieel manager met de portefeuille duurzaamheid bij Sijperda Verhuur, staat de bouw nog aan de vooravond van het verduurzamingsproces. ,,We staan voor een enorme uitdaging en ommekeer. Dat de bouw groen en duurzaam gaat worden, is wel duidelijk. Het door fossiele brandstoffen aangedreven materieel gaat eruit en daar komen duurzame alternatieven voor in de plaats”, voegt hij eraan toe.
,,Het proces komt langzamerhand op gang, maar zit wel in een stroomversnelling. Veel machines draaien nog op diesel, maar bij Sijperda Verhuur hebben we heel bewust gekozen voor een beleid waarbij we steeds meer overschakelen op duurzaam materieel. Ze zijn stiller en schoner. Maar die omschakeling hoeft niet in één of twee jaar.”
Het duurt nog wel tien jaar voordat de laatste dieselmachine het wagenpark gaat verlaten, verwachten ze bij Sijperda Verhuur met dertien vestigingen in NoordNederland en Noord-Holland. ,,We zitten niet alleen in de bouw. Je ziet ons duurzame materieel ook bij evenementen, in de industrie en scheepsbouw en ook bij veel particulieren. Maar de bouw en bouw-gerelateerde bedrijven zijn wel de grootste doelgroep.”
DRUK NEEMT TOE
De verduurzaming in de bouw krijgt steeds meer prioriteit en moet doorgezet worden, daar is ook directeur Klaas Graveland van bouwonderneming Hunebouw in Hoogeveen het over eens. De druk – ook vanuit de overheid – om over te schakelen op elektrische alternatieven neemt aan de ene kant toe, maar aan de andere kant ontbreken de randvoorwaarden voor een goede, snelle en effectieve energietransitie nog, vindt Graveland.
De Drentse bouwondernemer ziet met name problemen op het gebied van een
tekortschietende laadinfrastructuur. ,,Ons bedrijf werkt veel voor de overheid in zogenaamde zero-emissiezones, die gemeenten vanaf 1 januari 2025 mogen invoeren. Dit betekent dat je sommige binnensteden niet meer binnenkomt met bestelbusjes of vrachtwagens op fossiele brandstof.”
Er zijn meer en capaciteitskrachtigere laadpunten nodig – ook op de bouwplaatsen –waar bedrijfswagens snel opgeladen kunnen worden. ,,Met de komst van zero-emissiezones moeten die voorzieningen er ook in de grote steden liggen”, zo gaat Graveland verder. ,,Op het moment zijn er te weinig laadpunten en ook is er geen zicht op een goede planning wanneer de laadpunten er wel zullen komen. Het elektriciteitsnetwerk is overvol en daardoor zit je met lange wachttijden. Wanneer de laadinfrastructuur er ligt, dan gaan wij pas investeren.”
BEPERKTE TREKRACHT
Een tweede punt die een rem zet op een snelle verduurzaming, is de beschikbaarheid van goede elektrische alternatieven, vinden zowel Buwalda en Graveland. Hoe groter het voertuig of de machine hoe moeilijker het vaak wordt om een elektrisch alternatief te vinden. ,,Je zit met de beperkte rijafstand op een accu en ook met trekkracht. De ontwikkeling van nieuwe elektrische voertuigen gaat steeds sneller, maar wij zoeken naar de juiste timing om grote investeringen te doen. Ondertussen houden we het bij verduurzaming van licht bouwmaterieel”, aldus Graveland.
Ook bij Sijperda Verhuur wordt goed gekeken naar de ontwikkelingen op de elektrische markt. Zo verwacht het bedrijf binnenkort de eerste elektrische vrachtwagen aan te schaffen voor het vervoer van toiletten.
,,Dat heeft ook te maken met de zero-emissiezones in binnensteden. Deze wagens zijn niet echt heel zwaar en rijden geen enorme afstanden. Maar niet in alle gevallen is een
,,Er
Verhuizen, slopen en nieuwbouwen en terugverhuizen in 40 werkdagen per woning Deze opdracht kreeg bouwbedrijf Nijhuis van Actium voor een woonwijk van 170 woningen in Oosterwolde. Een bijzondere uitvraag maar ze besloten het gigantische project aan te gaan.
Op dag één trokken de bewoners de voordeur achter zich dicht, met een koffer onder de arm om naar een door Nijhuis volledig ingerichte wisselwoning te gaan. Meubels bleven staan, want ook de verhuizing en opslag daarvan deed het bouwbedrijf. Wonderlijk genoeg, op dag 40 stonden de bewoners weer op de stoep en ontvingen ze de sleutel van hun gloednieuwe woning. “In het begin waren bewoners sceptisch, dat gaat nooit lukken’”, vertelt Jille Jan Reitsma, manager planontwikkeling bij Nijhuis. “Maar toen de realisatie van het eerste blok lukte binnen 40 dagen kregen we bewondering. Zo’n prestatie valt en staat met de wil om echt samen te werken, een goede planning en afspraken nakomen.”
Strakke planning
Bij een hoge bouwsnelheid komen uitdagingen om de hoek kijken. Met name op het gebied van volgordelijkheid “Je gaat in een bewoonde woonwijk woningblokken stuk voor stuk slopen en nieuwbouwen. Aan- en afvoer van bouwmaterialen moet georganiseerd plaatsvinden. Leefbaarheid staat voorop, we werken in wijken terwijl daar mensen wonen. De routing is dus erg belangrijk voor de veiligheid”, legt Albert Jan de Ruiter uit, directeur vestiging Nijhuis Noord.
Daarnaast is een strakke planning van belang om een project als dit klaar te spelen. “Tot op het uur gepland, bij wijze van spreken”, zegt De Ruiter.
“Je kunt niet zeggen, het lukt vandaag niet en we gaan morgen verder. Vooruitdenken en communiceren met bewoners is onderdeel van het dagelijks werk. Op die manier kun je tijdig anticiperen op bewoners die extra hulp nodig hebben. Het is continu met iedereen in gesprek blijven”, aldus de directeur.
Betrokken
Nijhuis is betrokken bij de bewoners en luistert goed naar hun wensen en overwegingen. ‘Bouwen met gevoel’, noemen ze dat ook wel. “Iedere
woning is een éigen woning”, zegt Reitsma. “Mensen wonen daar al jaren, hebben er lief en leed gedeeld. We zijn dan ook met iedereen in gesprek gegaan, in samenwerking met de coöperatie. En als mensen dan weer terugkeren in hun nieuwe huis en letterlijk hun stoel op dezelfde plek neer kunnen zetten, is dat prachtig.”
Nijhuis verzorgt dus ook alle communicatie met de bewoners van een wijk die wordt vernieuwd. Er wordt van alles geregeld, van bewonersavonden tot volledige websites met uitlegvideo’s. “Wij doen meer dan alleen bouwen”, vat Reitsma het mooi samen. “Wij maken zelf de puzzel compleet.”
Prefab
Het project in Oosterwolde afgerond. Nijhuis werkt nu met dezelfde energie aan de vernieuwing van Opwierde 1 in Appingedam. Inmiddels worden in Appingedam door Nijhuis in hoog tempo ruim 600 woningen gesloopt en worden er evenveel woningen aardbevingsbestendig nieuw gebouwd.
Om met zo’n hoge snelheid volledige wijken te vernieuwen, maakt Nijhuis gebruik van geprefabriceerde woningen. Dit houdt in dat alle ‘bouwstenen’ van de woning in de fabriek al gereed gemaakt worden, zodat deze op de bouwplaats alleen nog maar gemonteerd te hoeven worden. Binnen het prefab bouwen is nog steeds veel ruimte voor variatie. Voor alle projecten wordt er een architect betrokken. Zo is ieder project uniek en passend ontworpen in relatie tot de omgeving.
“Als je in een door ons gerealiseerde in wijk staat, kan je herkennen dat je in Appingedam of Oosterwolde staat en niet in wijk in bijvoorbeeld in Almere”, zegt Reitsma. Dat gaat zelfs zo ver als op woningniveau. “Zodat je kunt zeggen: ‘Ik woon in die woning met de blauw geglazuurde stenen”, dan heeft het echt een eigen identiteit.”
Duurzaamheid
In alle nieuwbouwplannen wordt rekening gehouden met flora en fauna. Zo worden er in de nieuwe woningen voldoende nestkasten geplaatst voor bijvoorbeeld de huismus. Daarnaast streeft Nijhuis naar volledige losmaakbaarheid van zijn woningen om circulariteit te bevorderen. www.nijhuis.nl
goede elektrische vervanging mogelijk. Soms is het raadzaam om nog even te wachten.’’
Met name in de lichtere bouwmaterialen zijn goede elektrische varianten beschikbaar. ,,Zo kijken we bij elke machine naar een elektrische vervanger met dezelfde vereisten”, zegt Buwalda van Sijperda Verhuur. ,,Het moet een A-merk zijn dat lang meegaat en dat ook langdurig gebruikt kan worden. De keuze wordt wel steeds groter. Zo hebben we diverse hoogwerkers en minigravers in de accu of elektrische variant. Er komt elke week wel een artikel bij en het aanbod wordt steeds groter. Op onze website hebben we een speciale pagina met ECO bewuste artikelen, zoals een schaftkeet op zonne-energie, een elektrische shovel, trilplaat of graafmachine, heftruck en hoogwerkers. Verder hebben we grote en kleine accupacks. Deze zijn geschikt op bouwplaatsen en geven minder lawaai, minder stikstofuitstoot en gebruiken geen diesel.”
SNELLER BOUWEN
Het landelijke bouwbedrijf Van Wijnen met 27 vestigingen in het hele land ziet verduurzaming hand in hand gaan met innovatie. ,,Wij hebben een all electric woningfabriek in Heerenveen. We bouwen daar zoveel mogelijk prefab, waardoor we minder op de bouwplaats zijn en op die manier minder uitstoot en afval produceren. Het snel assembleren is een andere vorm van duurzamer werken”, legt directeur Armand van der Waal van Van Wijnen Materieel uit.
,,We kunnen daardoor sneller bouwen met minder uitstoot. We bouwen een huis per dag en een straat per week.’’
Daarnaast werkt de bouwonderneming met zoveel mogelijk duurzame partners samen om werkzaamheden te verrichten.
,,We hebben zelf weinig grote voertuigen. Groot graafwerk besteden we uit, maar daarbij is duurzaamheid wel één van de criteria om een partnerschip aan te gaan. We investeren waar het moet, maar huren waar het kan.”
In de bouw moeten nog wel veel stappen worden genomen qua duurzaamheid, vindt Van der Waal. Zelf werkt het bedrijf mee aan de duurzaamheid door spaarzaam om te gaan met elektriciteit op de bouwplaats.
,,Waar zet ik een keet neer, waar liggen de kabels, waar plaats ik de stroomverdeelkasten en wat denken we nodig te hebben van nutsbedrijven. We maken hiervoor 3D tekeningen, waarop alles duidelijk en overzichtelijk staat. Je wilt zo weinig mogelijk verlies hebben aan elektriciteit door de
kabels. Zo kijk je aan de voorkant al naar een duurzame bouwplaats inrichting.”
Maar ook logistiek is er veel winst te behalen. ,,Zo kun je meer gebruikmaken van bouwhubs, waardoor je het transport naar de bouwplaats kunt bundelen. In plaats van iedere dag een vrachtwagen, komt er dan één keer een transport met spullen naar de bouwplaats.”
WATERSTOF
Het zware transport is een verhaal apart, zo geven Van der Waal, Buwalda en Graveland toe. ,,Een elektrische variant in het zware transport zal er niet zo snel komen. Water-
Overheidssubsidies voor schoon en emissieloos bouwmaterieel (SSEB) kunnen soms de doorslag geven om de vaak duurdere, maar duurzame alternatieven aan te schaffen. ,,Je komt op een gegeven op het breekpunt dat er goede en betaalbare alternatieven beschikbaar komen. Overheidssubsidies kunnen daar ook een rol bij spelen, zodat je niet genoodzaakt bent om de prijzen veel te verhogen voor de klant en toch duurzaam bouwmaterieel kunt aanbieden”, aldus André Buwalda van Sijperda Verhuur. Met de SSEB wil de overheid bouw-
stof is wel een alternatief, maar de waterstofmarkt loopt achter qua ontwikkelingen. Wel zie je dat daarvan op het moment ook serieus werk wordt gemaakt”, aldus Buwalda.
De rol van waterstof zal in de toekomst verder groeien en over tien jaar staan elektriciteit en waterstof naast elkaar, denkt Van der Waal. ,,Het is erg geschikt voor de transportsector en de grote industrie. Maar ook op bouwplaatsen zullen er aggregaten op waterstof komen en op afgelegen bouwlocaties is het ook ideaal. Zo zal de rol van waterstof – naast elektriciteit – steeds meer in omvang toenemen.”
bedrijven stimuleren om over te stappen op schoon bouwmaterieel om zo een bijdrage te leveren aan het terugdringen van stikstof. De SSEB-regeling is een onderdeel van het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB), waarin medeoverheden en stakeholders in de bouwsector een haalbare en effectieve routekaart opstellen om de verduurzaming van mobiele werktuigen en bouwlogistiek tot 2030 vorm te geven.
Bijna alle stikstofuitstoot op de bouw komt door het gebruik van mobiel bouwmaterieel op de bouw-
plaats. Bouwwerktuigen en bouwvoertuigen, waarvan er naar schatting zo’n tachtigduizend zijn in Nederland, draaien vaak op diesel, en stoten naast stikstof ook fijnstof en broeikasgassen uit. Het kabinet wil dat de bouw in 2030 60 procent minder stikstof uitstoot ten opzichte van 2018. De SSEB-regeling draagt ook bij aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord en het Schone Lucht Akkoord.
Het totale SSEB-budget voor 2023 bedraagt 60 miljoen euro, een verdrievoudiging van het budget vergeleken met 2022.
Korte lijnen, persoonlijke aanpak, de tijd nemen voor ieder gesprek. Werktijd Uitzendburo is een club van nuchtere mensen die houden van het uitzendwerk. Doe je ding en doe het goed. Regiomanager Maria Boelens en Bouw & Techniekspecialist Peter Binnema over Werktijd anno 2023.
Werktijd Uitzendburo bestaat meer dan twintig jaar. Sinds de oprichting in 2001 is het gestaag gegroeid. Van de oorspronkelijke vestiging in Buitenpost breidde het allround uitzendbureau zich ook uit naar Heerenveen, Wolvega, en Sneek. In Heerenveen is ook WerktijdZorg gevestigd, dat zich specifiek richt op de zorgsector. Vorig jaar juni is Werktijd overgenomen door de Abeos Groep, in 1963 opgericht in Oost – Nederland en met tien vestigingen in het oosten en noorden van het land stevig verankerd in de industrie, logistiek, food en groensector. Hun motto ‘gewoon werken’ vanuit een nuchtere aanpak, past wat dat betreft prima bij Werktijd. Gaat er met die overname veel veranderen bij Werktijd? Werktijd regiomanager Maria Boelens: „Nee, feitelijk niet. Werktijd is een succesvol uitzendbureau door wie ze is en hoe ze werkt en dat blijft zo. De veranderingen betreffen vooral de digitalisering van interne processen.”
Wat maakt Werktijd tot dat al jarenlang succesvolle uitzendbureau voor werkgevers en werkzoekenden? „We houden van uitzenden, dit is wat we leuk vinden. Het gesprek aangaan en kijken wat je kunt betekenen. Het zorgen voor een perfecte match is het mooiste dat er is”, zegt Peter Binnema van de Werktijd- vestiging in Wolvega aan en gespecialiseerd in Bouw & Techniek met specifieke kennis over processen, wetten en administratieve regelgeving in die sectoren. Na bijna dertig jaar in de uitzendwereld en ooit zelf opgeleid als meesterschilder, verbindt hij zijn eigen vakmanschap en passie met het uitzenden: bedrijven aan mensen helpen en mensen aan werk. „Werktijd levert heel veel handen, mensen die graag hun werk willen doen. Ik vind het heerlijk om daar aan bij te dragen.”
Beginnen en doorgroeien
„Als je ziet wat het voor mensen betekent om aan het werk te zijn en deel uit te maken van een werkomgeving: dat geeft enorm veel voldoening. Dat is de kracht van Werktijd en daarom ben ik zes jaar terug met de vestiging Wolvega begonnen: werkgevers en werkzoekenden matchen. Zorgen dat het werk gedaan kan worden, dat mensen op die werkplek terecht komen, waar ze zich thuis voelen. Daar slagen we goed in, want er zijn heel veel mensen die al lang via Werktijd aan de slag zijn. We zijn er voor die mensen, we helpen ze waar het kan. En een deel van die mensen komt inderdaad nog graag even naar de vestiging: prima zeggen wij, want we willen graag dat je je bij ons thuis voelt. Evenzogoed zijn er op de vestigingen veel mensen die al lang voor Werktijd werken. Dat maakt het mogelijk om relaties op te bouwen en te onderhouden. We hebben korte lijnen, we hebben vaste contactpersonen en vaste vervangers. Als werkgevers bellen, weten we van de hoed en de rand.”
„Het gaat er om dat je binnenkomt”, vult Maria Boelens aan. „Als je eenmaal binnen bent, kun je gaan bouwen aan een relatie en zorgen dat je uitbouwt.” Nuchter en gedreven als ze is, ontdekte ze de combinatie van dienstverlening en mensen aan het werk helpen. Ze stapte een aantal jaar geleden over naar de uitzendwereld in Groningen en Friesland. Sinds september afgelopen jaar stuurt ze het Friese Werktijd aan. „Ik hou van uitdagingen. Daarom vind ik het geweldig om nu als regiomanager van Werktijd te zien hoe we het beste van twee werelden samenbrengen. Vanuit Abeos stroomlijnen we de digitale processen en verbeteren we de efficiency van dienstverlening naar de klant.”
Ambitie om te groeien
„Werktijd is altijd een betrouwbare partner geweest voor haar klanten en mensen. Niet voor niets hebben we mooie, grote werkgevers in ons bestand waar sinds jaar en dag mensen leveren, in de bouw en techniek, industrie, productie en in de zorgsector. Daar ben ik heel trots op. Zeker omdat we er nog iedere dag in slagen de planningen voor bedrijven en mensen rond te krijgen, ondanks de krapte op de markt. Ik zeg wel eens, Werktijd is klein maar groots in wat ze doet. We zijn niet de grootste uitzender, maar we hebben veel goede klanten en we hebben veel mensen die graag via Werktijd werken. Omdat we doen wat we moeten doen en dat goed doen. Zorgen dat het werk gedaan wordt, afspraken nakomen, bereikbaar zijn, aanspreekbaar zijn. Groot genoeg om betekenis te hebben, klein genoeg om met alle kandidaten nog het persoonlijke gesprek te voeren. Werktijd mag trots zijn op wat ze betekent, dat mag gezegd worden. Soms vind ik dat we iets minder bescheiden mogen zijn over wat we iedere dag doen en betekenen. Maar dat hoort ook bij de Friese volksaard. En we willen het succes uitbouwen, we hebben de ambitie om te groeien.”
Wat betekent dat? „Als je ziet waar we zitten, zie je ook waar we nog niet zitten. Als ik zeg dat we de ambitie hebben om te groeien, betekent dat in klanten, in mensen die we aan werk helpen en in vestigingen. Friesland is een prachtige werkomgeving waar veel handen nodig zijn. En waar veel mensen zitten die graag in en voor de zorg de handen uit de mouwen steken. Dus er is genoeg aanleiding voor Werktijd om daarmee aan het werk te gaan!”
werktijdbv.nl
Kennis en kunde in houtskeletbouw. Van engineering en productie tot en met montage op de bouwplaats. De Mar in Grou. Innovatief bedrijf in houten oplossingen. Commercieel directeur Pieter van der Bas en accountmanager Regio Noord Niels Rodenhuis over goud van hout.
Bouwen in hout staat volop in de belangstelling. Meer dan ooit wordt gekeken naar de mogelijkheden om meer met hout te doen in de reguliere woningbouw. Hout is nu eenmaal een CO2- neutraal product. Steeds vaker kiezen overheden ervoor om klimaateisen een zwaardere rol te laten spelen in toewijzing en vergunningverlening. Ook in het bouwen van woningen en dus ligt de keuze voor bouwen in hout steeds vaker voor de hand. En dat past De Mar in Grou met haar dertig jaar ervaring in houtskeletbouw. Het Grouster bedrijf waar zo’n honderd mensen werken, heeft de wind wat dat betreft mee. Dat beseft ook het managementteam. Naast eigenaar Klaas Droog bestaat dat sinds vorig jaar uit operationeel directeur Niek van der Werf, controller John Kruitbosch en commercieel directeur Pieter van der Bas. „De Mar is een gepassioneerde houtbouwer”, stelt Van der Bas. „Veel ervaring, kennis en kunde. Wat begon met daken en wanden vooral voor vrijstaande villa’s is in de loop der tijd gegroeid naar een breed assortiment. Houtskeletbouw voor de recreatiemarkt en voor de reguliere woning- en utiliteitsbouw in opdracht van aannemers, ontwikkelaars en woningbouwcorporaties. Van scharnierdaken en bovenverdiepingen, gevelsluitende elementen, dakkapellen en complete HSB cascowoningen.”
„Aannemers met complexe kappen weten De Mar nog steeds te vinden ”, stelt Niels Rodenhuis, accountmanager Regio Noord bij De Mar. De mooiste villa’s in Blaricum hebben een dak van De Mar. Onze herkenbare producten worden door heel het land verwerkt, van Groningen tot
Zeeland. Op dit moment leveren en monteren we 46 complete casco’s in Almere, leveren we maatwerk voor aardbevingbestendige casco’s in Groningen en is ons recent een nieuwe opdracht gegund voor de casco’s van 23 recreatiewoningen te Heeg.”
Van daken naar complete casco’s Van befaamd dakleverancier naar complete casco’s. Hoe zit dat? Pieter van der Bas: „We hebben inderdaad veel onderdelen geleverd voor vrijstaande villawoningen, vooral complexe dakconstructies voor luxe woningen. Vanuit die bekendheid en erkende kwaliteit is belangstelling gekomen naar complete producten en casco’s. Bovendien komt er vanuit een bredere markt meer vraag naar houtskeletbouw. Zowel vanwege verduurzaming in de bouw, de stikstofcrisis en de enorme opgave in aantallen. Zo zijn we nu ook bezig met renovatie van eengezinswoningen in opdracht van woningbouwcorporaties. Ook in de enkelvoudige bouw en voor rijtjeswoningen neemt de belangstelling voor houtskeletbouw enorm toe. Dat betekent dat we ons assortiment hebben uitgebreid: we leveren losse houtskeletbouw- producten zoals daken, wanden en dakkapellen tot en met complete casco’s in drie verschillende uitvoeringen, van basis tot excellent. Van berekening, engineering en productie hier in Grou tot en met de montage op locatie: we hebben alles in eigen hand. Van de eerste stap tot en met de laatste: we hebben de passie, kennis en kunde om het goed te doen. Dan hou je controle op wat je levert en dat garanderen. Dat laatste wordt straks nog belangrijker met de nieuwe Wet Kwaliteitsborging
Bouw. Wij zijn er klaar voor. Het hoort bij wie we zijn: voorop lopen in ontwikkeling van houtskeletbouw. De markt schuift, de opgaven zijn groot, verduurzaming speelt in steeds meer beslissingen mee. Dat betekent voor De Mar blijven meedenken met opdrachtgevers, nog meer ontzorgen op de bouwplaats, meedenken in verminderen van logistieke stromen en afvalstromen.”
Voordelen houtskeletbouw beter benutten Niels Rodenhuis: „De voordelen van houtskeletbouw kunnen beter benut: hoe meer je aan het casco in de optimale omstandigheden van je fabriek kunt aanbrengen, zoals installaties en leidingen, hoe minder dat op de bouwplaats hoeft. Kortere doorlooptijden, minder beweging naar de bouwplaats. Het past in deze tijd van anders leren denken over hoe we samen kunnen voldoen aan grote bouwopgaven tegen veel lagere milieubelasting. Houtskeletbouw is daar zeer geschikt voor.”
Even voor de duidelijkheid: worden jullie straks ook nog een woningfabriek? „Nee hoor, we zijn wie we zijn, we doen waar we goed in zijn. De Mar staat voor perfectie en innovatie in houtskeletbouw, van dakkapel tot en met prefab casco op het door de klant gewenste niveau.” Dat is dan maar duidelijk. Dus heeft u een vraag over een project, neem dan contact met De Mar op! www.demar.nl
Een wereldwijd probleem oplossen door er een economisch model aan te hangen. Dat is in wezen waar Leeuwarder Daan Levy mee bezig is. Altijd al, eigenlijk. De start-up De Tile is daarvan het ultieme voorbeeld. In samenwerking met een innovatief spuitgietbedrijf in Drachten maakt hij sinds kort wandtegels die gemaakt zijn van plastic afval. En nu vormen ze samen een bv. De interesse uit de markt is alvast groot.
,,Dit is wél rocket science’’, zegt Levy, die al vijf jaar bezig is met de ontwikkeling van zijn idee. Een paar jaar geleden nog dreigde hij de handdoek in de ring te gooien, omdat zijn schijnbaar eenvoudige idee technisch niet haalbaar leek. Totdat de start-up in Drachten zich erop stortte. Simpel gezegd is het gelukt om een specialistische mal te maken waarmee een plat object als een tegel uit de spuitgietmachine kan komen.
,,Mallen maken is wat wij doen’’, zegt Dennis Mous, co-founder. ,,Het liefst mallen die nog niet bestaan, zodat we nieuwe producten kunnen maken voor gedreven uitvinders. Net als Daan zoeken wij altijd manieren om maatschappelijke impact te verbinden aan commercieel rendement. Omdat dat nodig is om echt grote stappen te maken. Verder kijken dan wat er al is. Daar gaat het om.’’
IMPACT MAKEN
En de mal is precies de doorbraak die Levy nodig heeft. ,,Kijk, het gaat mij om impact maken. Dan wil je dus zo snel mogelijk kunnen opschalen. En dat lukt alleen als je op industriële schaal de tegels kunt spuitgieten. De eerste honderden zijn met succes gemaakt, straks willen we naar 20.000 vierkante meter per jaar. Dat is nodig om een eigen fabriek te kunnen bouwen en dat is het doel.’’
Aan ambitie geen gebrek bij Levy, die behalve ondernemer (Speelkracht, Causatives) ook docent Ondernemerschap is aan NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden. In alles wat hij doet, wil hij een verschil maken. Dat is bij De Tile niet anders. ,,Ik ben dit avontuur begonnen om het wereldwijde afvalprobleem aan te pakken. Het antwoord is eenvoudig: zorg dat afval waarde krijgt, dan laten mensen het niet slingeren, of gaan ze het opruimen. De afvalberg slinkt zo, de mensen hebben een nieuw verdienmodel. Het idee is geboren tijdens een reis door Angola. Daar zie je wat dit zou kunnen betekenen voor mens en milieu. Via BeStart vond het idee zijn weg naar Nederland.’’
Dat afval wordt ge-upcycled naar tegels, is niet
zo onlogisch. Bij de energierijke productie van keramiek komt flink wat CO2 vrij. Omdat de kunststof tegels veel lichter zijn, wordt bespaard op brandstofkosten en mankracht.
Levy: ,,Met ons product bespaar je daarnaast 319 kilo tegellijm per honderd vierkante meter. Dat tikt aan.’’
De tegels worden niet verlijmd, maar in strips geplaatst. ,,Op die manier kunnen we ze gemakkelijk loshalen en recyclen. Dat is voor mij een absolute voorwaarde. Dat zou voor elk nieuw product op de markt moeten gelden, vind ik.’’ Zijn idee van circulariteit gaat verder. ,Onze tegel kun je gemakkelijk op maat snijden. De snijresten komen bij ons terug en zijn weer grondstof voor nieuwe tegels. De cirkel is zo rond, afval bestaat niet meer.’’
De Tiles worden gemaakt van onder meer oude PET-flessen, waarvan er over de wereld veel te veel rondzwerven. Plastic afval uit onder meer de horeca is ook een prima grondstof. Maar Levy is constant op zoek naar nieuwe reststromen die gebruikt kunnen worden. ,,Als je afval wilt opruimen, dan moet je je op meer richten. Ik experimenteer bijvoorbeeld samen met partners met polyester in kleding. Die proberen we terug te brengen tot de korrels die we nu in de spuitgietmachine gebruiken. Dat zou een geweldig verschil kunnen maken en we gaan de goede kant op. Een paar grote namen uit de modewereld kijken met me mee.’’
CIRCULARITEIT
De eerste experimenten om van afval tegels te maken – toen nog onder de naam New Marble
– waren destijds weliswaar beloftevol, maar nog niet uitontwikkeld. ,,Opschalen bleek een groot probleem omdat de juiste techniek daarvoor niet bestond. De tegels hadden daarnaast de kleur van het gebruikte materiaal. Vond ik prachtig, dat je de circulariteit er direct aan af kon zien, maar de markt zat er nog niet op te wachten. Mensen willen best veranderen, maar niet te rigoureus. Dus hadden we een product nodig dat lijkt op wat ze kennen. Dat hebben we nu. We kunnen kleur toevoegen.’’
En dus is er nu meer belangstelling vanuit de ndustrie. Een grote aannemer uit Nieuwegein participeert in De Tile, net als een bouwonderneming uit Naarden. Allebei partijen die duurzaamheid en circulariteit voorop hebben staan en de bouwwereld willen veranderen. Levy: ,,Alleen de keten maakt een verschil, en de keten betekent eenheid. Dat is essentieel, maar voor veel bedrijven lastig. Ik ben blij dat wij de goede partners gevonden hebben, die er net zo over denken. Samen zijn we het team van De Tile.’’
,We hebben veel meer contacten, bijvoorbeeld vanuit de hoek van woningbouwverenigingen en de zorg. Onze tegels zijn ideaal voor het betegelen van nieuwe of het opknappen van oude badkamers en toiletgroepen. Zeker ook op grote schaal. Scheelt tijd, geld, mankracht, klimaatlast en milieuproblematiek. Denk ook aan de nieuwe woningfabrieken, waar badkamers prefab worden ingebouwd. De markt is enorm, de potentie om veel afval op te ruimen daardoor ook.’’
HAMBURGERS
Het circulaire karakter van de tegels wekt ook nteresse uit iets onverwachtere hoek. Een zekere multinational in hamburgers ziet in De Tile een perfecte invulling voor de talloze lege vetcontainers die nu nog worden afgevoerd. ,Dat vind ik schitterend. Je ziet hier de oude en de nieuwe wereld in elkaar schuiven. Wij halen de vetcontainers op, reinigen ze en maken er korrels van die de basis vormen van nieuwe tegels die de restaurants gebruiken in de toiletgroepen. Nog precies in de kleur van de containers, om de duurzaamheid aan te geven. Dat is nog eens afval opruimen en upcyclen.’’
De reis die Daan Levy zolang geleden al begon, s nu goed op koers. De tegels zijn er, de markt s wakker. ,,En nu? In Nederland gaan we zelf de tegels produceren. Voor het buitenland gaat het om de mal die in Drachten is gemaakt. Spuitgietmachines heb je werkelijk overal in de wereld. Met deze mal kunnen mensen daarmee van afval mooie producten maken om duurzaam mee te bouwen. Dat is de volgende stap op weg naar serieuze impact.’’
mens. In Drachten rollen unieke tegels van de band, die – als het aan bedenker Daan Levy ligt – snel niet meer uniek zijn.
„Dat geldt voor elk bouwproject en binnen elk bedrijf.” Dat zegt Lammert Meinema, samen met Suzan Wierenga, directeur-bestuurder van KUUB. Het bureau begeleidt bedrijven van bouw tot industrie, gemeenten en organisaties bij het creëren en behouden van veiligheid. Bijvoorbeeld tijdens een bouwproject of als onderdeel van de dagelijkse bedrijfsvoering. Dit doet zij onder andere met interim-projectveiligheidsmanagement, het uitvoeren RI&E’s, het opstellen van V&G plannen of een BLVC-plan.
KUUB bestaat sinds 2004 en is van oorsprong specialist in het begeleiden van CPO-projecten (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap).
„Mensen vormen samen een groep en bouwen hun eigen buurt. Zij zijn zelf opdrachtgever richting de aannemer. Wij adviseren, helpen de groep in het proces steeds een stap vooruit”, zegt Wierenga. zakenvrouw van het noorden en benoemd in de top 100 van meest invloedrijke vrouwen van Nederland. „Daarnaast werken we in het aardbevingsgebied, waar veiligheid natuurlijk ook een belangrijk en actueel thema is”, legt Meinema uit.
Raamwerk BLVC
In het aardbevingsgebied vinden er veel bouwprojecten dicht op elkaar plaats. Er wordt gebouwd terwijl er omheen nog mensen wonen. „Voor veiligheid binnen de bouwhekken is voldoende aandacht, buiten de bouwhekken is het belangrijk dat je nadenkt over bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid voor omwonenden en dat gebeurt onvoldoende. Daarom hebben we zelf een raamwerk geschreven.” BLVC-plannen werden voorheen vooral opgesteld bij projecten met een omvang zoals de aanleg van de zuidelijke ringweg in Stad. Steeds vaker eisen gemeenten zo’n BLVC-plan ook voor andere projecten, bijvoorbeeld in het aardbevingsgebied bij de
aanpak van Opwierde-Zuid in Appingedam. „Een project dat samen met de gemeente Eemsdelta en uitvoerende partijen zonder ongevallen kon worden afgerond en vooral bij bewoners tot tevredenheid leidde.” Wierenga vult aan: „Van bewoners kregen we bijvoorbeeld terug dat ze hun kind weer veilig naar school durfden te laten gaan, sinds de komst van een verkeersregelaar. Veiligheid is daarmee een investering waarvan het resultaat niet in geld valt uit de drukken.”
Safetyroom
Inmiddels begeleidt KUUB overheden en bedrijven om de veiligheid van de uitvoering goed te organiseren, nog voordat een project begint. Meinema: „Veiligheid wordt grotendeels beïnvloed door gedrag en dat kun je trainen. Daarvoor hebben we de Safety Room ontwikkeld, in eerste instantie voor bedrijven in de petrochemie en daarna ook in de industrie en de bouw. De Safety Room is naast een veiligheidsintroductieruimte, een interactieve methode waarmee we alle betrokkenen veiligheidsbewust maken. Dat gaat verder dan het afspelen van een introductiefilm, wat vaak de standaard aanpak is. Het is dé plek waar medewerkers samenkomen en waar ze met elkaar in gesprek gaan over veiligheid en veilig gedrag. De veiligheidsintroductieruimte wordt altijd op
maat gemaakt en op locatie ontworpen en ingericht. We trainen de staf en lijnorganisatie zodat zij vervolgens medewerkers kunnen trainen.”
Sinds drie jaar zet Meinema z’n ervaring in voor KUUB, maar veiligheidsspecialist is Meinema al 34 jaar. Hij introduceerde destijds de Safety Room bij een project van de NAM. „Bij dit project hebben zo’n 7000 medewerkers zonder enig incident en letsel het werk kunnen uitvoeren.” Ook bij Friesland Campina was het een succes. „Zij waren zo tevreden met de resultaten, dat ze dit vervolgens voor alle vestigingen over de hele wereld hebben georganiseerd”.
Arbeidsrisico’s
Elk bedrijf met personeel is sowieso verplicht om een risico inventarisatie & evaluatie, inclusief een plan van aanpak met beheersmaatregelen te hebben. „Daarmee verklein je de arbeidsrisico’s en bescherm je medewerkers zo goed mogelijk tegen gevaar. Niet alle bedrijven hebben zo’n (actueel) plan en dat kan grote gevolgen hebben. We hebben het wel eens meegemaakt dat de arbeidsinspectie een fabriek of bouw stillegde, omdat de RI&E niet volledig was en de veiligheid niet op orde. KUUB is daarna gevraagd daarin te adviseren en zorgt ervoor dat de RI&E tijdig wordt aangepast en volledig is.”
Begeleiden
Terug naar het aardbevingsgebied waar KUUB betrokken is bij verschillende grootschalige projecten in Appingedam en Overschild. „We begeleiden bewoners van wie de woning moet worden vervangen tijdens het proces dat ze doormaken. Dan gaat het over psychosociale veiligheid. Je luistert naar hun zorgen en komt voor hun belangen op”, zegt Wierenga. „Ook hierbij draait het weer om bewustzijn”, legt ze uit. “Het effect van nieuwbouw heeft invloed op iedereen die daarbij betrokken is; van bewoner en omwonenden tot bouwers, nutsbedrijven en woningcorporaties. Voor ons staat het veiligheidsgevoel van bewoners bovenaan. Het is ons nog niet gelukt om dat vanzelfsprekend te maken, want bij gesprekken met wijkbewoners blijft het onderwerp steeds terugkeren. Daarom blijven we het op de agenda zetten.”
Vertrouwen
„Nakomen wat je zegt en belooft, dat is wat KUUB doet. Als je vertrouwen geeft, uitspraken waarmaakt en goed kunt luisteren, dan krijg je onderling overeenstemming, zo merken we in het aardbevingsgebied. We vertellen het eerlijke verhaal en zijn duidelijk over de kaders en de te nemen stappen. Dat is waar mensen behoefte aan hebben.”
www.kuub.info
‘Veiligheid wordt grotendeels beïnvloed door gedrag en dat kun je trainen
‘Veiligheid is een investering waarvan het resultaat niet in geld valt uit de drukken’Lammert Meinema en Suzan Wierenga voor hun panden aan het Martinikerkhof 30 & 31 in Groningen
Nedcam, TWA Architecten en NHL Stenden slaan de handen ineen. Het doel: de bouw fundamenteel veranderen naar circulair en industrieel. Het klimaat vraagt er om en we hebben handen te weinig. De missie naar een inspirerende en duurzame toekomst.
We ontmoeten elkaar in de gloednieuwe indrukwekkende twaalf meter lange 3D XL printer van het Heerenveense Nedcam. De innovatieve producent van pluggen en mallen voor jachtbouw, windindustrie, automative, bouw en infra is met recht trots op deze voor Nederland unieke printer. Hij belichaamt alles dat vier mannen voor ogen hebben. Ze werken samen om de bouw fundamenteel te verduurzamen en te industrialiseren met behulp van hoogwaardige technologie. De missie is het ontwerpen van herbruikbare bouwproducten in korte productieketens met minimale uitstoot en afval, industrieel vervaardigt in een hoogtechnologische maakindustrie.
De perfecte storm
Vier mannen met passie voor bouw, techniek, vormvrijheid en circulariteit. Ondernemer Erwin van Maaren is, met compagnon Jan Volker de stuwende kracht achter Nedcam. Architect Doeke van Wieren van TWA Architecten. Associate lector Smart Sustainable Manufacturing Wilbert van den Eijnde en collega onderzoeker 3D XL printen Mark van der Staaij, beiden van NHL Stenden. Van Wieren roemt de technologie die een fundamentele omslag in de bouw mogelijk maakt. ,,De versnelling naar circulair bouwen is noodzakelijk. En de gedachte aan het realiseren van duurzaamheid en tegelijkertijd vrijheid in vorm is fascinerend.” Wilbert van den Eijnde: ,,De enorme vergrijzing, het schreeuwende tekort aan vakmensen en aan de andere kant de grote opgaven voor de bouw binnen de steeds striktere kaders van klimaatproblematiek dwingen heel snel tot andere keuzes. Dit is een perfect storm.” Mark van der Staaij: ,,3D XL printing maakt het ongekende mogelijk.”
Ze zijn fan van elkaar. Ze begrijpen elkaar, voelen aan wat er nodig is om bij te dragen aan enorme veranderingen. Van den Eijnde: ,,Samenwerken met gedreven innovatieve ondernemers en organisaties zoals Vereniging Circulair Friesland en Oranjewoud Export Academy. Maar het begint bij passie en de persoonlijke missie om te willen veranderen.” Van Maaren: ,,Op een zeker moment hebben we gezegd, we weten dat het anders moet en dat gaan we doen.” Zeker, hij kan er wakker van liggen als wat ze bedenken weer een keer mislukt. ,,Maar dan zijn er weer anderen, ook die geestdriftige jonge mensen die net van NHL Stenden komen, die zeggen, we gaan door. Samen lossen we het op en komen we iedere keer een stap verder.”
Kennis en bewijsbaarheid
Op de belangrijke Europese bouwbeurs BAU in München afgelopen februari staan acht Friese bedrijven op een door TWA ontworpen stand om innovatie en circulariteit in de bouw te promoten. TWA en Nedcam zijn twee van de acht. ,,Het past in de tijd en bij Friesland. Andere regio’s in Nederland en in Duitsland kijken jaloers naar initiatieven in het noorden op circulair gebied. We gunnen elkaar als mkb- bedrijven veel en zoeken elkaar op”, stellen Van Maaren en Van Wieren. Inspiratie loont: NHL Stenden haakt aan. Studenten van diverse opleidingen doen mee op de internationale Bau- bühne. Drie partners vinden elkaar voor concrete stappen. ,,Ik heb tal van samenwerkingen gekend op diverse niveaus;
als we grote stappen willen zetten, is het nodig elkaar de hand te reiken vanuit heel verschillende disciplines”, stelt Doeke van Wieren. ,,Het gaat er om een ecosysteem te bouwen en langzaamaan lukt dat, we weten elkaar steeds beter te vinden.”
,,We hebben de afgelopen jaren al meer dan 100 studenten laten kennismaken met 3D XL printing. Hoe zij daarmee kunnen bijdragen aan verduurzaming, aan hun eigen perspectief. Ze vinden het geweldig”, stelt Mark van der Staaij. ,,Die kennis en het niveau kunnen borgen, daar heb ben we het onderwijs hard voor nodig. Het gaat om kennis, bewijsbaarheid, wetenschap”, stelt Erwin van Maaren. ,,Het is de kunst lijn te brengen in alle ideeën die je hebt; Mark en Wilbert helpen ons focus te houden vanuit de structuur van kennisoverdracht.” Wilbert van den Eijnde: ,,In de realisatiefase is heel veel te doen, daar heb je juist gedreven ondernemers als Erwin voor nodig en als de 3D XL- printing technologie binnenkort volwassener is, ook mbo- studenten. En subsidies, zodat we langjarige trajecten in gang kunnen zetten. We moeten als onderzoekers inzetten op wat economisch rendabel is.”
Nu maakt Nedcam vooral met behulp van fossiele kunststofmaterialen in diverse stappen pluggen en mallen als leverancier voor fabrikanten van kunststofproducten als jachten en windmolens. Het leidt tot veel verlies van niet meer bruikbaar materiaal. Dat hele proces moet straks korter, sneller en schoner. ,,Als je circulaire materialen gebruikt, kun je de stap van de plug overslaan en volledig herbruikbare mallen printen tegen een veel lagere footprint met veel minder materiaal en afval. Zo kunnen we circulaire producten maken voor de bouw van watergedragen composieten met een hoge brandklasse en licht van gewicht ”, legt Van Maaren uit. ,,Je voegt niet meer aan
allerlei producten verschillende stoffen toe met specifieke eigenschappen, zoals nu bijvoorbeeld bij beton. Door constructies in één materiaal te printen, krijg je minder complexe, maar zeer goed herbruikbare materialen aan het einde van hun levenscyclus. Als een onderdeel sterk moet zijn, bijvoorbeeld, print je er een verstijvingsrib aan in plaats er stalen bewapening in te storten. Bij sloop kan het hele onderdeel zonder na-scheiding in de shredder en print je er opnieuw een willekeurig gebouwdeel van. Je moet bij grondstof en product beginnen met het leren ontwerpen, produceren en exploiteren van demontabele en herbruikbare gebouwen”, voegt Van Wieren toe.
Circulaire Friese maakindustrie
Er zijn twee sporen in de samenwerking. Produceren met behulp van herbruikbare fossiele plastics en produceren met behulp van nieuwe, circulaire grondstoffen. Bij Nedcam wordt tussen alle normale bedrijfsactiviteit volop getest, ontdekt, kennis opgedaan en overgedragen, geïnspireerd. Valorisatietrajecten worden ingezet, nieuwe materialen en toepassingen ontdekt. Op korte termijn krijgt de unieke 3D XL printer het druk. ,,Van idee naar BV”, vat Erwin van Maaren de missie samen. De gedachte dat je straks in serie produceert, maar dat ieder product binnen een serie met één druk op de softwareknop uniek maatwerk oplevert, is fascinerend. Software is eindeloos, parameters geduldig. Het schept een vormvrije duurzame bouwwereld. De stap naar de circulaire Friese maakindustrie voor de bouw is gezet.
www.nedcam.com
www.twa-architecten.nl
www.nhlstenden.com
Elke ondernemer kent ze: van die momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. In zo’n geval is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand aan wie je je even kunt spiegelen. De Spiegel gaat over grote voorbeelden en inspiratiebronnen. Vandaag aflevering 32: Wido van den Bosch, directeur-eigenaar van Brink Industrial en Lune in Hoogeveen.
De laatste keer dat ik je sprak, was het hoogcorona en waren de tijden onzeker. Hoe gaat het nu?
,,Heel goed eigenlijk. Toen hadden we net fors geïnvesteerd in onze eerste autonome productielijn, die op de stoep bleef staan omdat de Finse monteurs terug werden geroepen. Sinds januari loopt de tweede autonome lijn, en de derde is in bestelling. Die lijnen brengen ons precies waar we zijn willen: duurzaam in een concurrerende markt.’’
De circulariteit en duurzaamheid worden steeds belangrijker voor je bedrijf. Jij noemt het Industry 5.0. Wat betekent dat?
,,We brengen smart industry en duurzaamheid bij elkaar. Dat is waar ons hele bedrijf op is gestoeld. We willen zo slim mogelijk produceren, aan de hand van ongelooflijk veel data. Tegelijkertijd letten we in het productieproces continu op onze footprint. We willen daar steeds verder in gaan en dat lukt. De autonome lijnen gebruiken maar een fractie van de energie die conventionele machines nodig hebben. We zijn benoemd tot Koploper Circulaire Industrie en zijn een voorbeeld in Europa.’’
Heb je zulke diepe idealen op het gebied van duurzaamheid?
,,Ik vind het belangrijk, maar het is ook gewoon een economisch model. De wereld móet wel deze kant op bewegen, dan kun je beter voor op de golf zitten. Bedrijven zijn aan het reshoren en uitbesteden, iedereen heeft te kampen met personeelstekorten.
Leveringsbetrouwbaarheid, kwaliteit en flexibiliteit worden steeds belangrijker. En ook circulariteit en duurzaamheid worden door meer klanten gevraagd. Wij hebben een oplossing voor dat allemaal. Dat heb-
ben we al vóór corona in onze visie vastgelegd. Daarom groeien we zo hard.’’
Hoe kwam je er tien jaar geleden eigenlijk bij om een fabriek te kopen. Je bent jurist eigenlijk toch?
,,Zo ben ik afgestudeerd, maar ik wilde eigenlijk altijd al ondernemen. Via het ondernemingsrecht kwam ik terecht bij een grote club en hielp ik bij de aan- en verkoop van bedrijven. Op zeker moment was ik directeur van Ubbink, onderdeel van dezelfde groep als Brink Climate Systems. Tegelijkertijd hielp ik Guido Krass en Wim Brink –zeer succesvolle zakenmensen – met hun zaken. Toen had ik eigenlijk drie banen tegelijk. In de crisisjaren was Wim Brink op zoek naar een nieuwe directeur voor Brink Industrial en ik was op zoek naar een bedrijf om voor mezelf te kopen. Dat kwam toen perfect samen. Ik had Wim Brink wel nodig voor advies en financiering en hij mij voor het leiden van het bedrijf.’’
Waar komt die drang om te ondernemen vandaan?
,,Mijn oom Joop had een handelsmaatschappij in Hongkong. Als hij weer eens langskwam, dan was het feest, had hij alle-
Fabriek
maal van die typisch Chinese spulletjes die ik geweldig vond. En de mooiste verhalen, echt avontuur. Ik dacht: dat wil ik ook. Onbewust maar heel zeker heeft hij een zaadje in mijn hoofd geplant.”
Toch duurde het daarna nog even … ,,Het gaat soms zoals het gaat. Door Guido Krass en Wim Brink zag ik de business van steeds dichterbij. Heb ik heel veel van hen beiden geleerd. Wim Brink spreek ik nog steeds regelmatig, omdat hij aandeelhouder is. Die man heeft gewoon zóveel ervaring. Dan móet je wel dingen oppikken. En Krass (Parigroup, Centrotec, Silveryachts, red) heeft het al helemaal gezien allemaal. Hij is een zeer vermogende Duitse zakenman. Ik deed op zeker moment zijn family office, dus zijn hele vermogen. Tientallen bedrijven, een scheepswerf, superjachten, huizen, het hoorde er allemaal bij. Bij hem zag ik dingen die ikzelf nu nog nastreef.’’
Net zo rijk worden?
,,Dat vind ik helemaal niet zaligmakend. Integendeel. Nee, meer zijn manier van zaken doen. Lef, altijd vol erin, op het randje van de financiële mogelijkheden. Maar dan gecombineerd met geloof in eigen kunnen en een duidelijke visie. Dat heb ik echt van hem. Dat je tijd moet nemen om over je visie na te denken, over de langere termijn. Het grootste risico is dat je zo in de dagelijkse praktijk wordt gezogen, dat je de koers uit ogen verliest. Daar was Guido Krass extreem goed in, in dat voorkomen. En in het zien van kansen. Hij zet ook vol in op duurzaamheid. Voordat ik Brink Industrial en Lune kocht, heb ik iedereen hier gesproken en een hele strategie uitgeschreven. Die is nu voor het grootste deel nog steeds actueel.’’
Momenteel zijn er ruim 60 mensen werkzaam bij Hekstra, maar het begon allemaal met slechts een man en dat was oerpake Ebele. In 1924 begon hij als lokale rietdekker aan de Foarwei in Damwâld. „Waarom mijn oerpake dit bedrijf begon weet ik eigenlijk niet”, vertelt Romke Hekstra, vierde generatie en huidige eigenaar. „Waarschijnlijk zag hij gewoon een kans en die pakte hij.” Het pionieren van oerpake bleek geen verkeerde zet, want als één van de eersten in Damwâld kon hij zich een auto veroorloven en ook had het gezin Heksta van toen een vaste telefoon. Zo rond de oorlog nam pake Romke het bedrijf over. „Zo ging dat gewoon, van vader op zoon.”
Pake Romke besloot het bedrijf te verhuizen naar de Willemstrjitte, waar het nu nog steeds gevestigd zit. „Ik herinner me dat nog wel”, vertelt Romke. „Het was een stuk kleiner en achter het terrein waren allemaal volkstuintjes. De loods zat helemaal vol met riet.” De familie Hekstra woonde naast het bedrijf. „In dat huis stond een heel groot bureau in de hoek en daar betaalde pake Romke dan de salarissen in geldzakjes uit. Het uitbetalen van de lonen ging toen ook nog vaak per week.”
„Rond 1980 namen mijn vader Ebele en oom Johan de zaak over van mijn pake Romke. In deze tijd gebeurde er veel. Naast het rietdekkersbedrijf startten ze ook het Fries Aannemersbedrijf erbij.”
Pake Romke hoorde vaak de vraag: ‘kunnen jullie dit ook?’ Er was veel werk te krijgen naast het rietdekken en deze kans pakten de nieuwe eigenaren met beide handen aan. „Dit werk combineren is ook heel logisch”, legt Romke uit. „Vaak moet er eerst verbouwd worden en daarbij hoort ook het leggen of onderhouden van een rieten dak.”
Ebele en Johan zagen vaker kansen om te innoveren. Zo brachten ze later patent riet op de markt. „Ik denk dat ze altijd al aan het zoeken waren naar verbreding van het bedrijf. Het was niet alleen een rietdekkersbedrijf meer. Als ik zo terugkijk zie ik ook dat mijn pake veel meer bezig was met de politiek en mijn vader écht met het ondernemen. Hier werd al de basis gevormd voor de verschillende bedrijfsonderdelen.”
Hoewel het bedrijf standaard van vader op zoon ging, was het nooit zeker dat Romke het stokje uiteindelijk zou overnemen. „Het was nooit ter sprake gekomen”, vertelt Romke. „Ik kreeg altijd mee dat ik mezelf moest gaan redden en ik had het uiteindelijk ook wel goed voor elkaar. Ik ging wel de bouw in, maar zorgde ervoor dat ik zelf geld ging verdienen.”
Het ondernemende zat er in ieder geval al vroeg in. Romke was nog geen twintig toen hij zich bij de Kamer van Koophandel meldde, zodat hij zichzelf kon verhuren aan zijn vader. Maar behalve werken ging hij ook studeren. Eerst bouwkunde aan de mts en later ging hij verder naar het hbo voor de studie makelaardijleer.
„Op de mts liep ik stage bij bouwbedrijf Lont uit Sint Annaparochie. Na mijn hbo-studie belde Arjen Lont mij op. Hij had een baan voor mij en vroeg of ik al klaar was met studeren. Ze zochten eigenlijk een verkoper voor het agrarische gedeelte, maar er was nog een kandidaat. Ik werd uiteindelijk een manusje van alles: calculeren, uittekenen, ik deed veel verschillende dingen. Zo kon ik goed ontdekken wat ik echt zou willen. Na een jaar werd ik assistent-projectontwikkelaar, Arjen Lont zijn rechterhand. Ik was toen 24 jaar.”
Als 27-jarige werd Romke opgenomen binnen het management van Lont. Een jong MT-lid noemen ze dat ook wel. „Ik had het nooit echt geambieerd, maar het kwam gewoon op mijn pad en het paste me ook wel. Als projectontwikkelaar was ik bezig met ontwikkeling en verkoop. Ik heb hier echt de eerste grote meters in mijn carrière gemaakt. Het mooiste project was Pakhuis Hartelust aan de Romkeslaan in Leeuwarden. Het was midden in de crisis, de bouw had het moeilijk. Maar wij verkochten alle appartementen gewoon door creatief te zijn. We verkochten een ‘thuisgevoel’, door een modelappartement helemaal in te richten en voornamelijk in te zetten op marketing.”
Ongeveer zeven jaar later kwam Romke voor een keuze te staan. Hij ging weg bij Lont en had daardoor drie opties: bij een ander bedrijf werken, voor zichzelf werken of misschien toch het familiebedrijf overnemen? „Al snel bleek dat de tijd toch niet rijp was om het familiebedrijf over te nemen. Het was nog wat te vroeg. Ik belde wat rond en uiteindelijk kon ik aan de slag bij Van Wijnen, regio noord als adjunct-directeur. Een mooie uitdaging bij een een prachtig bedrijf waar ik veel heb geleerd. Maar paste ik wel bij zo’n groot bedrijf?”
Een jaar later kon Romke de overstap maken naar directeur bij Van Wijnen. Maar toen trok vader Ebele aan de bel. „Hij dacht vast, als hij die stap neemt, dan ben ik ‘m kwijt.”
Nu „Was het een lastige keuze? Het voortzetten van een familiebedrijf heeft toch een grote aantrekkingskracht, want wat zou het jammer zijn als het bedrijf Hekstra zou stoppen. Ik was wel klaar voor een nieuw avontuur, en dat met een rugzak vol ervaring. Het beheren en verbeteren van een eigen bedrijf, dat brengt natuurlijk wel wat uitdagingen met zich mee. Ik vind ook dat we gegroeid en verbeterd zijn. We hebben onze eigen prefab afdeling opgezet, wat trouwens weer zo’n logische keuze was. We zagen een kans om onze eigen houten elementen te maken en hebben deze kans gepakt. Zo is ook de discipline dakmeester in de dakrenovatie ontstaan. Er was een kans in de markt en daar hebben wij op ingespeeld.”
„Ik vind het belangrijk dat ik zaken doe vanuit het hart en hier speelt het creëren van een
thuisgevoel een grote rol. Het is zonde om een woning casco op te leveren, want juist daarna kun je nog zoveel waarde bieden aan de nieuwe bewoners. Dit vinden we heel belangrijk en dat maakt het ook veel persoonlijker.” Niet alleen aan klanten wil Romke het thuisgevoel afgeven, maar ook aan zijn personeel. „Ik denk vanuit een familiesysteem. De jongens en paar dames moeten zich thuis voelen hier. We functioneren samen als een familie en zo moet het ook voelen, want als dit op orde is, dan maken we automatisch mooie dingen met elkaar.”
Toekomst
Romke is sinds 2017 aan de bak voor het familiebedrijf, als vierde generatie rietdekker en als tweede generatie bouwer. „Ik zie de toekomst positief en uitdagend. Stilstaan is geen optie, ik moet avontuur hebben. Al moet ik mezelf zo af en toe ook even knijpen om te kijken wat er allemaal al is gebeurd en wat we hebben bereikt. Ik kan heel erg genieten van de organisatie zoals die nu staat en dat die loopt zoals het moet lopen. We zijn van een taakgerichte organisatie naar een eindresultaatgerichte organisatie gegaan. Het draait er uiteindelijk allemaal om of de klant zich thuis gaat voelen.”
Het volgende avontuur lonkt, maar daar kan Romke eigenlijk nog niks over zeggen. Een ander thema kan hij wel benoemen en dat is dat hij graag iedereen maximaal in zijn eigen talent of kracht zet, wat wellicht resulteert in zelfsturende teams of afdelingen. „Of ik ook een potentiële opvolger in één van mijn kinderen zie? Nee, dat heb ik nog niet”, lacht Romke. „Zij moeten ook voor zichzelf gaan ontdekken wat zij graag willen worden en doen. Het moet geen verplichting zijn dat ze het bedrijf later gaan overnemen. Als ze hier zijn, dan vind ik het wel fantastisch. Verstoppetje in het riet spelen en zich misselijk drinken aan de chocolademelk uit de automaat, als ik dat zie dan denk ik altijd weer even aan hoe ik hier als klein jongetje rondstapte.”
www.hekstra.nl
„Wij hebben een duidelijke visie op hoe wij willen werken”, zegt Reint Donker, eigenaar directeur van DonkerVeenstra. „Dat is ervaring”, vult Klaas Veenstra, tevens eigenaar directeur, aan. „We lopen al een mooi aantal jaartjes mee in de installatietechniek en toen we samen in 2018 Hoekstra Suwâld over konden nemen, grepen we dat met beide handen aan. Als de kans er is, moet je die immers pakken.”
„Met de overname hadden we een basis, maar wat we wilden was er óns bedrijf van maken. Niet alleen op papier, maar ook in werkwijze en focus. We veranderden daarom de naam naar DonkerVeenstra, maar dat was slechts het begin van de veranderingen die we wilden.”
Groei door jong te blijven
„De opdrachtgevers wisten ons vanaf het begin te vinden en om aan de groeiende vraag te blijven voldoen namen we in 2022 installatiebedrijf ITD over. Dat was een goede zet. Het gaf ons niet alleen een hernieuwde kwaliteitsimpuls.
„We willen voorop lopen en dat doe je, vinden wij, met een goede mix tussen ervaren werkkrachten en nieuwe, jonge mensen met ambitie en passie binnen je bedrijf. Om die reden werken we veel samen met scholen en geven we jongeren, ook zonder passende diploma’s, een kans binnen ons bedrijf. We hebben hier een goede en stimulerende werksfeer waarbij ons personeel zich optimaal kan ontwikkelen. We zien mensen aankomen op de fiets en vertrekken in een bus”, zegt Klaas met enig gevoel voor symboliek. „Wij worden daar erg blij van.”
„De groei gaat door. In 2023 is installatiebedrijf Wielinga overgenomen en ons personeelsbestand is daarmee vanaf de start bijna vervijfvoudigd. Ook over de provinciegrenzen blijven we zoeken naar overnamepartners.”
Groei door kennis
„We zijn dol op techniek en altijd op zoek naar de beste oplossing. Duurzaamheid is daarbij een
belangrijke drijfveer. En, dat was al het geval van ver voor het klimaatakkoord van Parijs. Al 20 jaar geleden plaatsten we warmtepompen die, mede dankzij ons onderhoud, nu nog probleemloos draaien. Als eerste installatiebedrijf in het noorden plaatsten wij zonnepanelen. Nu worden accu’s interessant. Wij zijn 15 jaar geleden al begonnen met het plaatsen van accusystemen.”
meerwaarde hebben voor de klant. Vooraf moet alles duidelijk zijn voor de klant. Alles moet aan de verwachtingen voldoen”, zegt Reint. Klaas vult aan: „Dat geldt voor particulieren, maar ook voor zakelijke klanten zoals bij renovatieprojecten, nieuwbouwprojecten in de utiliteit, scholen, zorg, industrie en woningbouw.”
„Stilzitten is er niet bij. De vraagstukken worden groter en de technische mogelijkheden blijven zich uitbreiden. Om een goed advies te kunnen geven is veel kennis nodig. Op kantoor, onze adviseurs, maar ook van de monteurs wordt veel gevraagd. Een goed uitgewerkt plan moet ook zorgvuldig worden uitgevoerd en worden ingeregeld. Dit geldt voor het installeren, maar ook voor het onderhoud. We houden onze kennis met bijscholing up to date en we zorgen voor kwaliteitsborging. Klanten kunnen ons vertrouwen. Wij staan voor wat we zeggen en vaak ook voor meer.”
Groei in de particuliere en de zakelijke markt
„We hanteren geen one size fits all aanpak. Niet alleen het gebouw, het huis, maar ook de wijze van gebruik is belangrijk voor het juiste installatieadvies. Wij houden ervan om oplossingen te ontwerpen die een verrassende
5 Jaar DonkerVeenstra „1 juli bestaan we al weer 5 jaar. Vanuit onze ervaring hebben we van het bedrijf een kwaliteitsmerk gemaakt. We zijn innovatief geweest, we hebben de dynamiek vergroot, het klanten- en personeelsbestand enorm uitgebreid. We zijn een partner die afspraken nakomt. Ja, we maken ook onze fouten. Dat is niet erg. Elk project is uniek, immers. Uiteraard is de klant nooit de dupe van onze fouten. We lossen het altijd op. Omdat we hier eerlijk naar kijken, zijn we in staat te leren en onze werkprocessen te verbeteren.”
„Het jubileum is een memorabel moment waar we iedereen bij willen betrekken die het succes mogelijk hebben gemaakt. We denken daarbij ook aan onze klanten. Op 7 juli organiseren we een relatiedag met leuke activiteiten waarbij, vrienden, partners en klanten zijn uitgenodigd. En dan weer op naar de volgende 5 jaar.” www.donkerveenstra.nl
‘Wij zijn 15 jaar geleden al begonnen met het plaatsen van accusystemen’Klaas Veenstra en. Reint Donker
De accountantskantoren Bentacera en Harrier gaan samen verder als Bentacera. Daarnaast neemt Bentacera een belang in duurzaamheidsplatform Zero CO2. Een match met perspectief. Kennis delen en mensen aansluiten voor meer positieve impact, zeggen Harry Marissen en Ronald de Jong.
Oprichter en mede- vennoot Harry Marissen van het Groningse accountantskantoor Harrier accountancy- en bedrijfsadvies en Bentacera zitten eind 2022 om tafel voor werkafspraken in een project. Bentacera is dan al een van de twee bij Zero CO2 aangesloten organisaties. Zero CO2 is het platform voor duurzaam ondernemen, opgericht door Harry Marissen, zijn vrouw Henriëtte en schoondochter Sanne MarissenVogel. Het platform biedt ondernemers op een concrete en realistische manier inzicht in de kansen van investeren in duurzaamheid.
Continuïteit in dienstverlening
„Onze eerste gesprekken gingen over de samenwerking met Zero CO2. Het was kennismaken op inhoud en over de manier van samenwerken”, blikt Ronald de Jong terug. Van het een kwam het ander in de eerste maanden van 2023. En ja, het van oorsprong Friese Bentacera opende niet voor niets vorig jaar een kantoor in Groningen. „Onze blik is altijd op de toekomst gericht. We willen een kantoor voor het noorden zijn en dan moet je ook buiten Friesland gevestigd zijn. We willen een zekere omvang met alle expertises om onze klanten nu en in de toekomst zo goed mogelijk te kunnen blijven bedienen. En we willen een aantrekkelijk werkgever blijven voor bestaande en voor nieuwe mensen.” Harry Marissen: „Om continuiteit in kwalitatieve dienstverlening te kunnen blijven garanderen, keken wij wel om ons heen. Je wilt perspectief voor je mensen, je wilt de aansluiting met nieuwe mensen en inzichten die bij ons passen. Als bescheiden organisatie is dat niet altijd eenvoudig. Maar ik wist ook dat het niet zomaar matcht met een ander bedrijf. Door die gesprekken en samenwerking kwam er iets los. Ik heb er de tijd voor genomen. Kunnen we eerst dansen voor we verliefd worden, zei ik gekscherend tegen Ronald. Die stap naar samengaan zet je maar een keer. Maar zonder gekheid, het voelde goed. We delen de nuchtere klantgerichte inslag, we houden van ons vak. Onze cultuur en mensen passen bij Bentacera, dat ook een zelfstandig bedrijf is. We werken met een jong team vanuit persoonlijke aanpak, goede relaties en teamwork. We willen voor onze klanten het verschil maken, nu en straks. Betrouwbaarheid met een rechte rug noem ik dat.”
Harrier heeft zeventien medewerkers en een specifiek mkb- klantenbestand dat zich uitstrekt van Delfzijl en Assen tot Lemmer en de stad Groningen tot Drachten. Bentacera heeft meer dan driehonderd medewerkers over zeven vestigingen met klanten in het hele noordelijke verzorgingsgebied en biedt een compleet dienstenpakket in accountancy en advies. „De kracht van Bentacera is altijd geweest dat we persoonlijk en lokaal betekenis hebben, we de juiste specialisten voor iedere klant hebben en dienstverlenend en ondernemend zijn vanuit de menselijke maat. Het team van Harrier past daar heel goed bij”, zegt Ronald de Jong. „Ik ben er trots op en blij mee. We breiden uit met goede en betrokken mensen die we perspectief kunnen bieden, we kunnen kwaliteit van dienstverlening aan onze klanten garanderen en zelfs uitbreiden. En we versterken hiermee nog meer ons netwerk
in het Groningse onderwijs van universiteit en onder andere de Hanze Hogeschool.”
Harrier en Bentacera gaan straks verder als Bentacera. In de loop van het jaar gaan ze samen aan de slag vanuit de vestiging aan de Leonard Springerlaan. Is het daarna business as usual?
Duurzame koplopers
Niet bepaald zeggen ze. Er is werk aan de winkel. Het samengaan neemt tijd, mensen moeten hun plek vinden. En er gebeurt in de wereld om ons heen veel dat de aandacht en inspanning vereist. Ronald de Jong: „We willen de tijd nemen om het goed te doen. Het is altijd onze missie om te adviseren en te inspireren om ambities te realiseren. Deze stap biedt kansen voor ons allemaal, voor medewerkers en klanten, voor nieuwe mensen in het vak. Met ons belang in het platform ZeroCO2 halen we bovendien veel expertise in huis. Dat willen we graag uitbreiden, omdat we geloven dat verduurzaming een van de wezenlijke thema’s voor de komende jaren is.”
Positieve impact
Wat wordt de rol van Harry Marissen? „Het geeft rust als we onze mensen de ontwikkelingsruimte en het carrièreperspectief kunnen bieden die zij verdienen. Ik blijf het betrokken aanspreekpunt dat ik nu ook ben. Dit geeft mij de ruimte me
verder te ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid, binnen de nieuwe organisatie Bentacera, landelijk binnen de stuurgroep duurzaamheid van onze beroepsorganisatie NBA en in het onderwijs. Nu is maar een beperkt aantal mensen binnen de accountancy en advies gespecialiseerd in duurzaamheid. Gezien de snelheid waarmee die complexe transitie plaatsvindt is moet dat aantal omhoog. Zeker als je bedenkt dat het loont om te investeren in verduurzamen van je bedrijf en bedrijfsvoering. Koplopers op duurzaam gebied blijken steeds vaker ook financieel koploper. Ronald en ik hebben ook daarom de wens en ambitie uitgesproken om meerdere collega’s op te leiden tot specialisten in duurzaamheid. Daarnaast geef ik vanaf dit najaar ook gastcolleges op de Hanze Hogeschool, gericht op duurzaamheidsverslaggeving zoals ESG en verplichte rapportages.”
Het is een mooie match zeggen Harry Marissen en Ronald de Jong aan tafel in Groningen. “Er ontstaat een mooi bedrijf en dat willen we verder uitbouwen. Samen doelen realiseren. Meer kennis delen, meer mensen enthousiasmeren en laten aansluiten. Met Bentacera en Zero CO2 maken we meer positieve impact.”
www.bentacera.nl
Komende zaterdag 17 juni is het de Dag van de Bouw. Bouwlocaties in heel Nederland zetten hun hekken open voor een kijkje achter de schermen. De dag is onderdeel van de imago-campagne
De bouw maakt het van Bouwend Nederland. In het Noorden zijn dertien locaties te bezoeken; vijf in Groningen, vijf in Friesland en drie in Drenthe. We zetten de opties voor je op een rij.
FRIESLAND
NIEUW CAMBUURSTADION
Aan de westzijde van Leeuwarden verrijst het nieuwe Cambuurstadion. In het gebouw krijgt niet alleen het stadion van de voetbalclub een onderkomen, maar ook een onderwijsgebouw van ROC Friese Poort (onlangs gefuseerd met het Friesland College en nu samen Firda geheten) en commerciële ruimtes. Het gebied rondom het stadion krijgt de naam Elfstedenpark, omdat ook de Elfsteden-(schaats)hal hier ligt.
Bezoekers kunnen de bouwplaats bezoeken. Hoofdaannemer Van Wijnen, de onderaannemers en de toekomstige gebruikers tonen op een informatiemarkt wat de bouw en dit stadion te bieden hebben. Ook kun je zien met wat voor kranen en machines elke dag wordt gewerkt aan het stadion en een looproute over de bouwplaats volgen. Voor kinderen zijn er knutsel- en doe activiteiten.
HERSTEL A7 PRINSES MARGRIETTUNNEL
Het was landelijk nieuws: in december vorig jaar kwam een deel van de noordelijke oprit van de Prinses Margriettunnel in de rijksweg A7 centimeters omhoog. Zowel de tunnel als de A7 werden afgesloten en een enorme hoeveelheid zakken zand op het wegdek moesten erger voorkomen.
Door het afsluiten van de A7 weken weggebruikers uit naar de oude rijksweg die parallel aan de snelweg loopt. Dat veroorzaakte veel overlast voor dorpen als Oppenhuizen en Uitwellingerga. Bovendien versleet de brug op die route versneld door het vele verkeer.
In januari begonnen Van Hattum en Blankevoort en Rijkswaterstaat met onderzoek naar manieren van herstel. Op de Dag van de Bouw krijgen bezoekers inzicht in de stappen die daarbij doorlopen zijn en de complexiteit die ermee samenhangt. Als het qua veiligheid mogelijk is, volgt daarna een rondleiding in de tunnelbak.
REALISATIE MIDDELSEEFEART TE LEEUWARDEN
De Middelseefeart is een water rond Middelsee, een nieuwe woonwijk van Leeuwarden direct ten zuiden van het Van Harinxmakanaal. Het nieuwe stuk stad met zo’n 3200 woningen heeft veel water en groen. Van Spijker Infrabouw B.V. is in deze woonwijk verantwoordelijk voor de aanleg van kades en bruggen en voor het grondwerk van de Middelseefeart; de aanleg van 2,2 kilometer kademuur, het maken van acht betonbruggen met overspanning en het ontgraven en afvoeren van 300.000 kuub grond.
BOUWRIJP MAKEN MIDDELSEE LEEUWARDEN
Een bezoek aan de nieuwbouwwijk Middelsee is een logische combinatie met het voornoemde. Aannemersbedrijf Oosterhuis verzorgt daar het bouwrijp maken van het terrein: het aanbrengen van grondwerk, riolering en (tijdelijke) wegverharding voordat met de bouw van de woningen gestart kan worden.
HET BUREAU IN GROU
In watersportdorp Grou krijgt het voormalige politiebureau een tweede leven als woon-
gebouw. Het ovaalvormige pand herbergt straks twaalf appartementen en twee penthouses. Bekijk hier de vorderingen van de make-over.
DRENTHE
BIOCHRON
Het Biochron in Emmen wordt getransformeerd tot culturele hotspot, waarbij de ondergrondse ruimten in het Rensenpark een Centrum voor Beeldende Kunst gaan vormen.
Het bestaande gebouw, ooit het onderkomen van de aquaria van het Noorderdierenpark, wordt gestript. In de ruimten onder het maaiveld wordt de constructie gewijzigd. Bovengronds komt een waterpartij. Om ruimte te maken voor expositieruimtes wordt de basis van de ondergrondse ruimten er een van stalen kozijnen, glazen wanden en mooie zichtlijnen.
Bezoekers krijgen aan de hand van visualisaties een beeld van hoe het er straks uit zal zien.
HUUS VOOR SPORT & CULTUUR IN ZUIDWOLDE
Het Huus voor Sport & Cultuur in Zuidwolde biedt onderdak aan een breed scala van verenigingen en publieke voorzieningen. Het wordt een ontmoetingscentrum voor de inwoners van Zuidwolde en omstreken en staat straks zowel letterlijk als figuurlijk centraal in het dorp. Hesco Bouw laat tijdens de
open dag verschillende facetten van het ontwerp en de bouw zien.
APPARTEMENTEN THORBECKELAAN IN ASSEN
In Assen kun je een kijkje nemen bij de bouw van tachtig appartementen aan de Thorbeckelaan. De hoofd- en onderaannemers verzorgen een rondgang over het bouwterrein.
GRONINGEN
Wie weleens in Groningen moet zijn, kon er niet omheen de afgelopen tijd: er wordt langdurig en intensief gewerkt aan de ringweg rondom de stad. Op de Dag van de Bouw kun je een kijkje nemen op drie bouwplaatsen bij het grootste infraproject van Groningen.
Tussen de Hereweg en het Oude Winschoterdiep ligt de ringweg straks 8 meter onder de grond. Boven op het uit vier rijstroken bestaande wegdek komt een nieuw park, het Zuiderplantsoen. Zaterdag kun je 1,7 kilometer lopend afleggen over de verdiepte ringweg.
Het Julianaplein is de grootste en drukste kruising van Noord-Nederland. Hier komt het verkeer uit de richtingen Assen, Drachten, Hoogezand en de Groninger binnenstad samen. De verkeerslichten op dit plein zorgden in de spits voor files. Nu wordt het Julianaplein ongelijkvloers, zodat het verkeer vanuit elke richting kan doorrijden. Op het plein zijn twee grote torenkranen te zien.
Deze verplaatsen de wapening naar de tunnels. Om efficiënter te kunnen werken wordt de wapening niet altijd in de tunnel gevlochten, maar zijn de vlechters ook naast de tunnels aan het werk. Als je Groningen binnenkomt vanuit het westen op de A7 zie je het iconische gebouw van de Gasunie. De kruising hier, het Vrijheidsplein, wordt net als het Julianaplein ongelijkvloers. Elke verkeersstroom krijgt zijn eigen rijbaan waardoor het verkeer beter kan doorstromen en de veiligheid verbetert.
HOOFDSTATION GRONINGEN
De komende jaren wordt het Hoofdstation van Groningen toekomstbestendig gemaakt. Er komt een ondergrondse voetgangerspassage, een fietstunnel en een grote fietsenstalling. Het busstation verhuist naar de zuidzijde en er komt er een onderdoorgang voor bussen. De hal wordt weer de logische in- en uitgang van het monumentale stationsgebouw. Je kunt ter plaatse kijken hoever het proces nu is.
HERINRICHTING GROTE MARKT GRONINGEN
Midden in het stadscentrum komt een mix van zitplekken, speelplekken, een waterbassin en groen. Ook de ondergrondse infrastructuur wordt aangepakt. Op de Dag van de Bouw is er een rondleiding over de Grote Markt met de uitvoerder die over het project vertelt. Bekijk de archeologische vondsten of probeer op een elektrische minikraan een parcours af te leggen zonder de tennisballen te raken.
Sinds begin dit jaar maakt de Friese groothandel Regts deel uit van Isero, landelijke groothandel voor hang- en sluitwerk, gereedschap, ijzerwaren & bevestigingsmiddelen en werkkleding & PBM’s met 67 vestigingen. „Schroeven kopen kun je overal”, zeggen Jos Brink en Marco Bergsma. „Onze kracht ligt in logistieke dienstverlening voor de bouwprofessional en technische diensten.”
Samen met 110 Friese collega’s zijn ze het vertrouwde gezicht van de bijna honderd jaar oude Friese groothandel Regts. In de winkels, op de bus, aan de telefoon. „De stap van Regts naar Regts | Isero voelt goed. Er verandert veel, maar dat was in de geschiedenis van Regts ook zo. Regts en Isero zijn allebei in hun lange bestaan autonoom gegroeid en door overnames. Wat is ontstaan is een keten van gelijkgestemde familiebedrijven. Met het dna van praktisch en pragmatisch dienstverlenen. Het grote verschil op het eerste gezicht? Het blauw van Regts wordt zwart. En we heten Regts | Isero”, vertelt commercieel manager Jos Brink van Regts. „En een veel groter assortiment: van 20.000 naar 50.000 artikelen, waarvan 12.000 direct op de vestiging op voorraad. En van vier vestigingen in Joure, Sneek, Leeuwarden en Franeker naar 67 in het hele land. Dat is van groot belang, omdat ook steeds meer klanten groeien naar bedrijven die in meerdere regio’s of landelijk werken. Waar onze klanten ook aan het werk zijn, Regts | Isero is heel dichtbij. Ben je klant, dan kun je overal je in het land terecht”, vult Marco Bergsma aan, verantwoordelijk voor zowel de Friese vestigingen als het regionale Regts | Isero distributiecentrum in Joure.
Regts | Isero Noordoost. Jos Brink over de betekenis van die naam: „Isero zat niet boven Lelystad, maar nu wel en het betekent ook dat we uitbreiden naar een groter gebied. Vanuit Friesland zetten we de stap verder naar met name Groningen en Drenthe. Dat past bij de Iserogedachte van landelijke dekking en regionaal ondernemerschap. Ook voor ons is dat een prachtige uitdaging, want zo kunnen we
meerwaarde bieden aan bestaande en nieuwe klanten. Daarbij hoort ook dat we kritisch blijven tijdens de integratie van Regts en Isero. Veel gaat goed, maar soms ontstaan er fouten, bijvoorbeeld in de prijzen van artikelen. Onze oproep: mocht je dat een keer merken, zeg het ons dan. Dan lossen we het samen op!”
Slimme oplossingen voor de bouw Veel meer producten in veel meer vestigingen en een sterkere online propositie. Is dat de kracht van Regts | Isero? „Schroeven kun je overal kopen”, stelt Jos Brink. „Waar het in wezen om gaat, is of je de behoefte van je klant goed kent. Luister naar wat hij vraagt of nodig heeft. Kunnen we meehelpen het werk of het proces beter en efficiënter uit te voeren? Onze samenwerking met WoonFriesland is daar een goed voorbeeld van. Met hun wensen voor snellere klantbediening bij onderhoud en service, beter voorraadbeheer en verduurzaming zijn ze met ons in gesprek gegaan. Dat heeft er toe geleid dat wij het voorraadbeheer en de bevoorrading hebben overgenomen. Wat wanneer nodig is, weten we omdat wat een monteur gebruikt, door hem gescand wordt. Omdat we via satellieten kunnen zien waar de onderhoudsbussen zijn, kunnen we leveren op locatie. En we hebben de sleutels, dus kunnen we de spullen afleveren in de bus, ongeacht waar de monteur bezig is. Het scheelt WoonFriesland heel veel tijd, die ten goede komt aan de huurders en hun woning. En ze besparen enorm op kilometers en brandstof. Co-creatie: vanuit de behoefte van een specifieke klant, in goed overleg slimme oplossingen bedenken. Van groothandel zijn we logistiek dienstverlener voor de bouw geworden.”
„Met Isero kunnen we veel meer stappen zetten
naar gereedschapsbeheer, voorraadbeheer, mobiele busbevoorrading en de automatische koppeling tussen voorraadsystemen van de klant en onze Isero-webshop. Dat is een van de voordelen van schaalvergroting: beter kunnen inspelen op de wensen van klanten. Het is de concrete invulling van Isero doet meer en helpt meer. Of het nu om kleine, eenvoudige projecten gaat of om grote complexe.” In die rol van logistiek dienstverlener en kenniscentrum voor de bouw past de wens naar meedenken en meedoen met verduurzaming en circulariteit. „Kijk naar werkkleding en PBM’s, de persoonlijke beschermingsmiddelen. Dat gaat niet alleen over veiligheid op de bouw en bescherming van mensen. Er gaan enorme aantallen in om, maar waar blijven ze? Isero heeft de keuze gemaakt niet alleen producten te willen leveren, maar er ook verantwoordelijkheid voor te nemen. Daarom heeft iedere vestiging een inleverpunt, zodat kleding en PBM’s centraal veilig ontmanteld kunnen worden en geschikte materialen weer hergebruikt.”
De vestiging: van keuring en workshop tot coffee-to-go
„In het totaal van die logistieke dienstverlening blijven onze vestigingen een belangrijke rol spelen”, vertelt Marco Bergsma. „Toegankelijk, goed bereikbaar, overzichtelijk, direct kunnen vinden wat je nodig hebt. Weten dat je om advies kunt vragen. Daarom zijn die vertrouwde gezichten in de vestigingen ook zo belangrijk. Betrokken mensen met praktische en theoretische kennis, die gewend zijn mee te denken. Waar is een klant mee bezig, welke klus pakt hij morgen aan? Heeft hij aan alle materialen of machines gedacht? Als iemand een machine brengt voor onderhoud, kunnen onze mensen van de technische dienst zien waarom misschien een mankement optreedt. Heeft iemand de juiste machine voor de klussen die hij doet? Het keuren is trouwens een van de dingen die we sinds jaar en dag doen en blijven doen: NEN- keuringen voor alle merken machines, zowel in de vestiging als op locatie. Het maakt deel uit van onze kennis en kunde. Onze vestigingen zijn winkelvloer, servicepunt, werkplaats voor de Technische Dienst en locatie voor workshops voor je kennismaking met innovatieve producten. En het zijn plekken waar mensen graag komen. Omdat je elkaar kent en wat gunt en samen kunt lachen onder genot van een bakje koffie. En als je weg moet, een coffee-to-go voor in de bus. Verder nog iets nodig?”
www.isero.nl
Een keuken is het middelpunt van het huis, vindt Hans Veenstra. De keukentafel is waar het gezin samenkomt, met een stomende kop koffie in de handen en elke dag een ander verhaal. Juist daarom is het tekenend dat de keuken- en badkamerspeciaalzaak van Veenstra een echt familiebedrijf is. Diezelfde sfeer van een gezellige keuken, waar zowel pannen staan te pruttelen als waar huiswerk gemaakt wordt, vind je ook terug in het bedrijf. Wie binnenkomt neemt dan ook plaats aan - hoe kan het ook anders - een keukentafel. Mét een kop koffie, uiteraard.
op maat gemaakt zijn van duurzaam hout, wil de ander liever de nieuwste snufjes inbouwen. “En als je dan een plan hebt, dan ga je het verder inkleuren.”
Wie al zenuwachtig wordt van het idee dat ze het totaalplaatje zelf maar moeten inbeelden, kan weer rustig ademhalen: zodra het plan rond is, wordt er een 3D-presentatie gemaakt van de toekomstige keuken of badkamer. En ook eerder in het keuzeproces is visuele ondersteuning mogelijk. Zo wordt op het moment gewerkt aan een systeem waar je de stalen van de verschillende keukenbladen op ware grote kunt zien, op een scherm van zo’n 2 bij 1 meter. Dat doe je door de QR-code op de stalen te scannen.
Voor een bezoekje aan het bedrijf kan je dus wel wat tijd uittrekken. Dat is ook niet zo vreemd, gezien er al ruim 45 jaar constant aan de winkel wordt gesleuteld. Als het aan Veenstra ligt, zal dat nog een lange tijd zo doorgaan. De nieuwe generatie is zelfs al aan boord gekomen: de zoon van Erik Veenstra is recent in de montage begonnen. Het is en blijft ten slotte een familiebedrijf.
Samen met zijn broer Erik staat Hans aan het hoofd van KBC Scharnegoutum. Al meer dan 45 jaar drukt de zaak zijn stempel op het interieur van woningen in Zuidwest-Friesland. Als kleine mannetjes liepen de heren al rond in de winkel, die hun vader in 1976 heeft opgericht. De sfeer die hoort bij een familiebedrijf vindt Hans dan ook belangrijk. „We zitten met z’n allen te eten tussen de middag en op donderdagavond wordt er ook gekookt”, vertelt hij.
Kookdemonstraties
Niet alleen het personeel kan op een warme maaltijd rekenen. Ook bestaande klanten kunnen regelmatig het schort voorbinden en in de winkel aan de slag. Dat is handig, want een professional legt dan uit hoe je de apparatuur die je aangeschaft hebt het beste gebruikt. Maar zo’n kookdemonstratie is buiten leerzaam vooral ook gewoon heel leuk. „Vaak met een man of dertig, volle bak”, zegt Veenstra.
Dat er soms een beetje extra uitleg nodig is, is ook niet zo gek. Het bedrijf houdt de trends in de gaten en haalt graag nieuwigheden in huis. De wijnkoelkast kennen we inmiddels allemaal wel –“bijna de helft van de klanten wil tegenwoordig een ingebouwde wijnkoelkast”, weet Veenstra te vertellen – maar bijvoorbeeld een zonnedouche vergt wellicht wat meer toelichting. Gelukkig
wordt er ook ruim de tijd genomen om klanten door alle mogelijkheden heen te lopen.
Eucalyptusgroene kasten
Want aan keuze ontbreekt het niet in Scharnegoutum. „’Nee’ is hier eigenlijk niet te koop”, aldus Veenstra. Van trendy opties zoals eucalyptusgroene keukenkasten of gemarmerde keukenbladen tot de traditionele witte keuken met het zwarte blad, de showroom staat er vol mee. En als het er niet te vinden is, wordt het wel op maat gemaakt.
Achterin de zaak zit namelijk een grote werkplaats. Want naast de montage van de keuken, kan het bedrijf ook het totaalplaatje rondmaken. Van demontage tot afmontage. „Wij kunnen het allemaal organiseren. Daar zijn we wel bijzonder in. Wij kunnen de klant totaal ontzorgen.”
Legoblokjes
Maar een keuken ontwerpen, hoe doe je dat nou eigenlijk? Daar heeft Veenstra een goede tip voor. „Eigenlijk is het net lego, je pakt allemaal steentjes”, vertelt hij. “Je hebt de keukenmeubelen, de apparatuur, je werkblad en de montage. Je kunt zelf kiezen wat je daarin belangrijk vindt.” Want waar de een het ontzettend belangrijk vindt dat de keukenkastjes
www.kbc-scharnegoutum.nl
Lont bestaat in juli 100 jaar. In Sint Anne zijn ze met 100 mensen klaar voor de volgende eeuw. Rentmeesterschap betekent flexibiliteit, bewustzijn en samenwerken. Bewuste bouwers Jetze Lont en Gerard van der Duim over de betekenis van kleur en glans geven aan zuinigheid.
De Procesversneller om samen sneller woningen te realiseren. Een omgevingspsycholoog die Kluer laat bekennen. Een indrukwekkend cv van innovatieve aardappelschuren, monumentale restauraties, het Lont-huis, de nieuwbouw van Trebol in Harlingen, het Bonifatiusplan in Leeuwarden, de renovatie van de Hollanderwijk en nieuwbouw van De Treffe in Heerenveen. Honderd jaar Lont is nauwelijks samen te vatten. Wat opvalt is de breedte van de portefeuille van Lont. „Het past ons om te kijken wat de vraag is en we hebben altijd keuzes omdat ze voor ons goed voelden. Doen waar je zelf in gelooft, vol passie en vanuit vakmanschap. Lont staat al heel lang voor vakmanschap, ondernemerschap en innovatie. Onze keuzes worden niet altijd direct begrepen, maar kregen en krijgen veel navolging.”
Zegt eigenaar Jetze Lont, vierde generatie bouwer. Oerpake en weeskind Arjen Lont nam als leerling in 1923 een timmerbedrijfje met woning over op de Oudebildtdijk in Westhoek. Het bedrijf groeide en verhuisde naar Sint Jacobiparochie en 25 jaar geleden naar Sint Annaparochie. Net als Smeding Groente en Fruit, Meijer Metal en Faber Visuals is Lont geworteld in Het Bildt. Succesvolle bedrijven, belangrijke werkgevers en maatschappelijk van betekenis. Jetze Lont hoopt dat de waarde van Lont beloond wordt met het predicaat Hofleverancier. De aanvraag is gedaan, nu is het wachten. Hoe kijkt hij terug en vooruit?
„Mijn oudere broer Dirk zou eerst in het bedrijf komen, daarna ik, maar hij overleed al op 29jarige leeftijd aan kanker. Dat heeft diepe indruk op me gemaakt, de dienst hielden we hier in het bedrijf”, vertelt Jetze Lont, die vanaf 2002 in het bedrijf werkt. En net zoals iedere generatie voor hem keuzes maakte, deed Jetze Lont dat ook.
Pake Dirk bedacht een concept voor aardappelschuren, vader Arjen bedacht het Lonthuis en begon als bouwer ook met projectontwikkeling. Jetze Lont koos voor een platte organisatiestructuur, stuurt op samenwerking en partnerschap in de bouwketen en nam afscheid van de benaming Bouwbedrijf. „Vanuit rentmeesterschap denken we na over wie we zijn als bouwbedrijf en als bedrijf. Hoe we omgaan met medewerkers, ketenpartners en klanten tot en met onze eigen bedrijfsvoering en natuurlijk de manier waarop we bouwen, ontwikkelen en innoveren. Daarbij past dat we Lont heten, Lont Bouw bewust. Dat gaat over de wijze waarop je denkt, bouwt, met elkaar omgaat, verbindingen wilt aangaan.”
Niet bouwen voor de eenzaamheid
In 2018 kwam Gerard van der Duim bij Lont. Technisch bedrijfskundige van huis uit en gefascineerd door hoe je zaken kunt verbeteren als je beter kijkt en luistert. „We zijn het eerste bouwbedrijf dat een omgevingspsycholoog in huis heeft gehaald. Anders kijken naar wat een woning of gebouw eigenlijk betekent, voor hoe lang het staat. De fundamentele waarde leren zien van natuur en biodiversiteit voor ons, sociale wezens. Daarom hanteren we het uitgangspunt dat een thuis in een duurzame leefomgeving bijdraagt aan geluk en welzijn. Wij kijken hoe we mensen, natuur en stenen kunnen samenbrengen. Dat programma heet Kluer, blauwdruk voor een duurzame sociale omgeving. We hebben het al op
tal van plekken gerealiseerd. Het grootste plan tot nu toe is De Treffe in Heerenveen, waar we echt trots op zijn. Niet langer op verschillende plekken bouwen voor verschillende doelgroepen, maar juist de mix van sociale diversiteit aanbrengen. Niet bouwen voor eenzaamheid maar voor ontmoeting en geluk in een gezonde omgeving om er lang te kunnen leven.”
Gerard van der Duim: „Het gaat steeds vaker over de vraag wie je bent, hoe je met elkaar omgaat, wat ieder van ons kan bijdragen. Jongeren leren ons anders naar onze eigen wereld te kijken. Het is aan ons om te kijken hoe we het bedrijf haar werk kunnen laten doen. We hebben TROTS op de muur geschreven, omdat iedere letter van dat woord voor ieder van ons en het bedrijf inhoud heeft en betekenis geeft. Het zijn onze kernwaarden: Toegewijd, Resultaatgericht, Ondernemend, Toegankelijk en Sociaal. „Plezier hebben met elkaar in wat je doet en hoe je het doet, bouwen aan langdurige relaties”, zegt Jetze Lont. „En werken aan bewustwording, bij jezelf, bij elkaar, bij de partners waarmee je in de bouw samenwerkt”, voegt Gerard van der Duim toe.
Processen versnellen, meer realiseren Het ontwikkelingsconcept Kluer hebben Lont en Van der Duim verder inhoud gegeven door te sturen op het versnellen van bouwprocessen.
„Want we zijn gewoon een bouwbedrijf, dus bouwen doen we graag. Maar wel graag sneller en met meer maatwerk. Een van de grote problemen
van de woningmarkt zit in de duur van het proces. Het duurt nu zomaar zeven jaar voor je iets neerzet en als we niet oppassen wordt dat nog erger. De oorzaak ligt in de complexiteit van wetten, regels, eisen, normen, wensen en verwachting”, stelt Van der Duim. „Wij zijn ervan overtuigd dat de winst in ontwikkeltijd aan de voorkant zit. Luister beter naar elkaar, betrek voor wie je het maakt veel eerder, ga beter samenwerken. Het kan gewoon, dat hebben we al bewezen. In de woningbouw, maar ook in de agrarische bouw en in de industrie.”
Op 22 juni en op 1 juli wordt het eeuwfeest gevierd in de Leeuwarder Harmonie. Eerst met toegewijde klanten en dichter bij de datum van 100 jaar met eigen mensen en de familie. Het is tijd voor feest met een inhoudelijk programma. Lont is geen Lont als ze ons niet laat nadenken. Jetze Lont: „Ons thema voor dit jaar is zuinigheid. Door zuinig te zijn op onze mensen, onze spullen, onze toegewijde partners én op onze streek konden wij groeien, ontwikkelen en ondernemen. Die zuinigheid geven dit jaar extra glans. Een mooie missie om de volgende honderd jaar mee in te gaan.”
lont.nl
Ruim 33 jaar geleden openden de deuren van Sijperda Verhuur. Sindsdien weten zowel professionals zoals aannemers, schilders, stratenmakers en hoveniers alsook de particuliere klussers dit bedrijf te vinden. Sijperda verhuurt feitelijk alles wat je op een bouwplaats of in en om huis nodig kunt hebben. De missie van Sijperda is om geruisloos en snel te leveren.
Het juiste materieel
Het bedrijf heeft voor elke denkbare klus het juiste materieel in huis. Of het nu gaat om accommodaties, sanitair, stroomvoorzieningen, graafmachines, hoogwerkers, steigermateriaal, hef- of hijsmiddelen, verwarming, valbeveiliging of gereedschappen voor het bewerken van tuin, hout, metaal en beton.
Deskundige service
Naast de verhuur kun je ook een beroep doen op de specialismen van Sijperda. Dit betekent dat ze je zowel van materieel als services kunnen voorzien en van A tot Z met je meedenken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de berekening en constructie van steigers of bouwliften, het reinigen van toiletten of montage van klimaatinstallaties. En ook de complete inrichting van bouwplaatsen en evenementen behoort tot hun specialismen.
Duurzaam
Sijperda Verhuur volgt ontwikkelingen op de voet en springt in op nieuwe, innovatieve oplossingen. Daarbij is de focus de afgelopen jaren steeds meer op duurzaamheid komen te liggen. Bij de samenstelling van het assortiment houden ze bij Sijperda Verhuur rekening met energieverbruik, uitstoot, geluidsproductie, recyclebaarheid en veiligheid.
Een voorbeeld is de komst van de nieuwe 50kWh accupacks, waarmee ze een volgende stap maken in de verduurzaming van bouwplaatsen. Hiermee kunnen hun klanten flinke brandstofbesparing en CO�-reductie realiseren. Standalone is dit accupack de ideale oplossing voor locaties waar tijdelijk geen stroomvoorziening beschikbaar is. In combinatie met zonnepanelen of een aggregaat kan dit accupack ingezet worden als langdurige, zelfvoorzienende of hybride stroomvoorziening. Sijperda voorziet je graag van advies voor jouw specifieke situatie. En het bedrijf heeft nog veel meer oplossingen om emissieloos te werken.
Gemak
Met 12 vestigingen in de noordelijke helft van Nederland en een eigen expeditie zijn de lijnen
kort en kan Sijperda snel schakelen. Echt handig is dat je 24/7 online kunt reserveren via de webshop; op het moment dat het jou uitkomt.
I: www.sijperda.nl
E: info@sijperda.nl
T: 0900 -7474747
„Je woning moet je thuis zijn”, begint Rindert de Jong. „Daarom begint het ontwerp met een gesprek. Hoe wil je wonen? En op welke plek wil je dat realiseren? Als ik dat in kaart heb gebracht, begint mijn ontwerp te ontstaan.”
Inspiratie in samenwerking
„Als een klant mij vertelt, ‘we houden van de zon die door de ramen op ons gezicht valt’, dan is mijn vraag: in welke woonruimte gebeurt dat?
Het ene gezin ‘leeft’ in de keuken, het andere
gezin ploft op de bank in de woonkamer. Die wenscombinaties bepalen de positie van de verschillende ruimtes.”
„Dat is maar een voorbeeld, maar je begrijpt dat er veel, vaak nog onbewuste, wensen de revue passeren. Daarvoor is samenwerking nodig, kennisdeling en wederzijdse inspiratie. Het kan zijn dat ik dan het schijnbaar onmogelijke mogelijk moet maken; buiten de kaders kijken en verrassende wegen inslaan. Je kunt dat innovatief denken noemen. Voor mij is het de behoefte de woonwens van mijn klant te realiseren. Ik laat me mede inspireren door hen.”
„Het is dus een proces dat voor een groot gedeelte aan de ‘keukentafel’ afspeelt”
„Het is dus een proces dat voor een groot gedeelte aan de ‘keukentafel’ afspeelt”, geeft Rindert aan. „Vaak ook letterlijk, maar ik bedoel dat een dergelijke samenwerking alleen kan plaatsvinden in een voor de klant vertrouwde omgeving, vaak is dat bij hun thuis. Na het schetsen van de woning zetten we de tekening om in 3D. Hierdoor krijg je
een goed beeld van het ontwerp. In deze 3Danimatie kun je door het ontwerp “lopen”. Voor een augmented reality-ervaring moeten we wel naar de toekomstige woonplek toe.”
Ruimtes en kleuren
„Het bijzondere is”, zegt Rindert, „dat zo’n uniek ontworpen huis ongeveer hetzelfde kostenplaatje heeft als een huis uit een catalogus met aanpassingen.” Daar komt bij dat wie ons inschakelt ook de expertise van mijn vrouw in het project kan betrekken. Hesther de Jong is ontwerper en kleurvormgever. „Een mooi afgestemd kleurenplan en het samenspel van vorm en materiaal, maken de woonbeleving compleet. ”, zegt Hesther. „De keuze mogelijkheden zijn enorm en daarbij helpen wij onze klanten graag”
„Hesther werkt ook aan onze website die medio juni wordt gelanceerd”, vult Rindert aan. „We blijven vernieuwen.”
dejongarchitect.nl
„Eigenlijk zijn we een vreemde eend in de bijt”, zegt Albert Seldenrust, eigenaar van Mister Laminaat in Gorredijk. „We hanteren prijzen voor ons laminaat en parket die aan outlet doen denken, maar wij zijn meer dan dat. We hebben veel voorraad in eigen winkel maar tegelijkertijd leveren we de hoogst mogelijke kwaliteit en gaan we voor de laagste prijzen en volledig ontzorgen.”
Tien tot twintig jaar genieten Wil je investeren in eigen woongenot? Misschien heb je een nieuw huis gekocht. Misschien moet de vloerbedekking toch maar eens vervangen
worden. Dan is al gauw de vraag: ‘Hoe nu verder?’ „Daar komt veel achterweg”, zegt Albert. „Vragen over hoeveelheden, kwaliteit en bijpassende plinten. Vragen over bezorging, het leggen van de vloer en over prijsstelling. Voor een zolderkamertje waar je nauwelijks komt is dat misschien niet zo spannend, maar als je een woning met vloerverwarming wilt voorzien van een mooie vloer en daar zo’n tien tot twintig jaar van wilt genieten, dan moet je de juiste keuzes maken. Vochtigheidsgraad bepaalt mede je keuze. Wij kennen de eigenschappen van onze producten en kunnen de klant helpen een goede beslissing te maken. We hebben 350 soorten laminaat in ons assortiment en meer dan 175 soorten plinten van allerlei soorten en hoogtes. Zo’n variatie in plinten is vrij uniek. Een plint heeft, in mijn idee, niet alleen een functie, maar is ook een belangrijk detail voor de gewenste uitstraling. Met een groot assortiment kun je de puntjes beter op de i zetten. En, vooraf bekijken hoe het er in jouw woning uitziet kan ook met onze app.
Ontzorgen Dan zijn er ook nog praktische vragen. Ik heb het pas over een aantal weken nodig, kan het hier in
opslag? Hoe veel heb ik eigenlijk nodig, ik heb geen kar om het op te halen en kan het ook gelegd worden? „Elke vraag beantwoorden we met ja, natuurlijk. Ontzorgen is alles uit handen willen en kunnen nemen.”
„Ik zit al lang in dit vak en mijn focus is steeds meer komen te liggen op iemand helpen, goed luisteren en problemen oplossen. Daar word ik zelf het meest blij van. Met een dergelijke mindset en transparantie over de kosten, kom je er altijd uit met elkaar”, besluit Albert.
misterlaminaat.com
‘Met een groot assortiment kun je de puntjes beter op de i zetten’
Verduurzamen van bedrijfsmatig vastgoed is het dagelijks werk van Nico Boer en Bram Scheurwater van Flynth Bouw & Vastgoed. Hun advies: denk niet in kostprijs, maar leg de lat juist hoog. De komende jaren loont het om uw vastgoed te verduurzamen.
Flynth Accountants & Adviseurs is al bijna honderd jaar de vertrouwde businesspartner voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf. Met de overname van Accon avm een jaar geleden is Flynth verder gegroeid. DE adviseurs en accountants werken in het hele land, vanuit 62 vestigingen. Van oudsher is Flynth sterk vertegenwoordigd in de agrarische sector (met name melkvee, pluimvee en tuinbouw), de retail en in bouw en vastgoed. Die laatste sector werd in 2017 versterkt door de volledige overname van de experts in ruimtelijke ordening en bouwzaken van Rombou, het ‘ingenieursbureau van Flynth’. In 2021 nam Flynth ook Bosch en Van Rijn over, adviseurs in duurzame energie. In dat jaar zetten Flynth en Bosch en Van Rijn samen ook de Energieboer in de markt, dat zich richt op energieproductie voor agrarisch ondernemers. Met het binnenhalen van al die kennis rond ruimtelijke ordening, bouwen, groene energie en vergunningszaken heeft Flynth een forse stap gezet als expert in verduurzaming van vastgoed, zowel voor de agrarische sector als voor het midden- en klein bedrijf.
“Mijn vastgoed voldoet niet meer”
„In de ontwikkeling van de komende jaren staan een aantal thema’s centraal: het woningtekort, stikstof en Pfas, verduurzaming, de klimaat- en energietransitie en de stap naar een circulaire economie. Door tekorten aan personeel en kennis, onvoorspelbare ’stijgende’ prijzen, tekorten van bouwmaterialen en klimaat en stikstof beperkingen neemt voor veel ondernemers de druk op hun rendement verder toe. Het centrale woord van deze tijd is eigenlijk transitie: een term veelal aangevoeld wordt als ‘probleem’. Ons verhaal is dat in het geval van verduurzaming van vastgoed het totaal anders kan zijn. Met het juiste plan van aanpak wordt je als ondernemer juist beloond voor de keuzes die je nu kunt maken.”
Nico Boer en Bram Scheurwater vormen met een aantal collega’s vanuit Zwolle het landelijke adviesteam Bouw & Vastgoed. Sectorleider Nico Boer vanuit bedrijfskundig advies met de focus op ondernemers in de Bouw sector denk dan aan Aannemers, Installatiebedrijven en GWW en Bram Scheurwater als adviseur Vastgoedontwikkeling vanuit de technische hoek. Ze richten zich met name bij het verduurzamen van bedrijfsmatig vastgoed. Bram Scheurwater: „Ondernemers die naar ons komen hebben een vraag vanuit hun vastgoed, dat naar hun idee niet meer voldoet. Omdat het te klein of juist te groot is, te duur, niet energiezuinig, het kan van alles zijn. En of dat nu gaat om een akkerbouw of tuinbouwbedrijf, om franchisewinkel, supermarkt of productiebedrijf maakt niet uit. Hun vraag is voor ons het moment om vanuit diverse disciplines naar mogelijkheden te kijken. Niet direct met de oplossing aankomen, eerst goed luisteren.” Nico Boer: „Vastgoed gaat per definitie over de lange termijn en het maakt vaak deel uit van het pensioen van de ondernemer en bij veel van onze klanten betreft het ook vaak familiebedrijven. De afwegingen moeten altijd heel zorgvuldig zijn. Maar de mogelijkheden om vastgoed te verduurzamen zijn groot, juist nu.”
Koplopers worden beloond
„Wij geloven in het koppelen van technische plannen aan fiscaal en financieel advies, dan kun je voor elke klant enorme meerwaarde creëren.”, vult Bram Scheurwater aan. „Vaak zien we dat keuzes voor verandering, vernieuwing of aanpassing van vastgoed gemaakt worden vanuit kostprijs. Dat klinkt aannemelijk, want wat je kunt besparen, hoef je niet uit te geven. Wij zijn echter van mening dat als je werkelijk wilt verduurzamen, je het beste kunt kiezen voor de waarde op de lange termijn. Anders gezegd: leg de lat van verduurzaming van je vastgoed hoog, doe het beste dat je kunt doen in dat opzicht en je wordt er voor beloond. Met andere woorden: het lijkt of je duurder uit bent door verduurzaming, maar feitelijk krijg je geld terug en wordt je beloond omdat je graag voorop loopt.”
Dat heeft alles te maken, stellen ze, met de beschikbare subsidies voor verduurzaming vanuit het rijk, zoals bijvoorbeeld de MIA-regeling, de milieu-investeringsregeling. Bram Scheurwater: „Bij elkaar is er een bedrag van 250 miljoen euro beschikbaar aan diverse subsidies voor verduurzaming. Dat klinkt natuurlijk heel aantrekkelijk en is het ook, maar maatwerk is geboden. Wat is de behoefte van de ondernemer en zijn bedrijf, welke mogelijkheden zijn er technisch, fiscaal en financieel? Het gaat om de integrale afweging en die verschilt per bedrijf, per ondernemer. Hoe past dat voor jouw bedrijf, wat is je verdienmodel nu, hoe zit dat straks, wat betekent dat voor je vastgoed? Wat voor de een profijtelijk is, hoeft dat voor de ander niet te zijn.
Wat is voor een specifieke ondernemer de beste stap die hij of zij kan zetten? Het helpen bij en het vinden van die optimale balans is het leukste dat er is. Voor de ondernemer is het geweldig als hij financieel of fiscaal beloond wordt voor het maken van zijn duurzame keuzes. En voor het klimaat is het prachtig dat er meer vastgoed verduurzaamd wordt.”
Na 2030 neemt subsidie waarschijnlijk af Nico Boer: „Het verduurzamen van vastgoed is een kwestie van het vinden van synergievoordeel. Dat is de meerwaarde van ons kernteam Bouw & Vastgoed met al haar expertise. Naast ruimtelijke ordening en Vastgoed ontwikkeling, hebben we experts op fiscaal, accountancy, HR, juridisch, bedrijfskundig, subsidie en auditgebied: ons advies is dan ook integraal advies. De komende jaren loont het om dat gesprek over verduurzamen van vastgoed met ons aan te gaan. Want hoe meer de transitie op gang is geholpen door de overheid, hoe minder subsidie er beschikbaar zal zijn. Na 2030 ligt die stimulering waarschijnlijk voor een groot deel achter ons. Dus zeggen we, geef de ondernemer nu een verrekijker, zodat hij verder kan kijken om zijn keuzes te maken. Verduurzamen van bedrijfsmatig vastgoed begint met inzicht. En dat is waar we als Bouw & Vastgoedadviseurs van Flynth graag mee helpen.”
www.flynth.nl
Samen met Friese bouw- en infrabedrijven en ROC Firda zorgen voor voldoende vakmensen in de bouw en infra. Dat is kort samengevat het doel van Toekomstbouwers Friesland. Dankzij bundeling van krachten is veel meer mogelijk. „Meer samenwerken voor een geweldig mooie sector vol perspectief”, zegt directeur Criss Roemers.
Toekomstbouwers Friesland is het opleidingsbedrijf voor Friese bouw- en infrabedrijven. „Als je de opleider van de bouwsector bent en daadkracht wilt, moet je het niet te ingewikkeld maken. We hebben alle ervaring en krachten gebundeld in een opleidingsbedrijf, zodat we meer kunnen bereiken. En zodat we herkenbaarder zijn. Wat is er nodig om de Friese bouw en infra van voldoende vakbekwame mensen te voorzien, nu en in de toekomst? Dat is het uitgangspunt. Dat doen we samen met het Friese bedrijfsleven en met het onderwijs van ROC Firda, de nieuwe naam van ROC Friese Poort en Friesland College. We moeten de handen ineenslaan om mensen en de sector perspectief te geven met een loopbaan in de bouwsector”, zegt Criss Roemers.
„De Friese bouw en infrabedrijven vormen samen een geweldig mooie sector met een grote diversiteit aan werk. Dat moeten we beter zichtbaar maken, beter laten zien welke mogelijkheden er voor studenten zijn. We hebben het grote voordeel dat de sector maatschappelijk volop in de belangstelling staat, vanwege de grote bouwopgave. Zonder vakmanschap worden onze maatschappelijke opgaven niet gerealiseerd. Praktische beroepen waar zowel met hoofd als handen wordt gewerkt zijn onmisbaar, daar moeten we trots op zijn. Het is aan ons om te laten zien aan hoeveel mensen dat werk biedt en welke banen er zijn. Van timmerlieden en metselaars tot projectleiders en digitale specialisten in de bouw, de infra, de grond, weg en waterbouw. Toekomstbouwers Friesland bundelt bouwopleidingen op verschillende niveaus. Wij verzorgen voor studenten Beroepsbegeleidende Leerwegen (BBL) met aantrekkelijke leer-werkplekken en Beroeps Opleidende Leerwegen en voorzien in uitdagende stageplekken, juist die combinatie maakt ons uniek, we zijn in Friesland een stap verder dan elders.”
Student centraal: wat past het best bij jou!
Criss Roemers: „Ik hou ervan om mensen in hun kracht te zetten, om talent in mensen te ontdekken, om mensen en hun talenten te ontwikkelen. Wat past het beste bij jou, waar wordt jij gelukkig van? Wat is de trigger om je eigen talent te ontdekken. De bouw, om die hele brede sector even zo te benoemen, biedt heel veel mensen met allerlei talenten heel veel mogelijkheden. Hoeveel perspectief voor de komende decennia wil je hebben? Toch zie je dat de bouwopleidingen in het VMBO en MBO tot de kleinenere opleidingen behoren. Om ervoor te zorgen dat meer mensen de mogelijkheden van de ‘bouw’ leren kennen, zul je dus veel eerder jongeren moeten laten kennismaken met die wereld aan mogelijkheden. Neem jongeren en hun ouders mee in de beleving en de kansen, in de uitdagingen van de sector, in het perspectief dat het biedt. Wat kun jij met jouw competenties en talenten betekenen voor de bouw? Juist de diversiteit in de sector biedt kansen, zeker nu we zo in de belangstelling staan. Maar we moeten dat zelf beter leren vertellen en laten zien. Leerlingen en hun ouders beter voorlichten. Kijk naar wat er gebeurt met BouwBase: dankzij dat initiatief
hebben alleen al zo’n 2.500 leerlingen uit de groepen 7 en 8 en vmbo leerjaar 1 en 2 op echte bouwplaatsen kunnen kennismaken met de bouw. Dat laat ook zien dat het nut en de noodzaak om concreet samen te werken, door heel veel bedrijven wordt gevoeld. Zet de deuren open, vertel wat je doet, laat zien wat het werk inhoudt. Door open dagen te houden, gastlessen te geven, voorlichting te geven op de bouwplaats. En omdat we binnen deze nieuwe samenwerking het ROC aan boord hebben, zijn we veel beter in staat om de bouwpraktijk te vertalen naar het onderwijs. Die gedeelde verantwoordelijkheid betekent dat we de best passende leerweg aan de student kunnen bieden en we uitval tijdens de opleiding reduceren. Laten zien hoeveel prachtig werk de sector biedt. Heel veel werk en vakmanschap op allerlei niveaus waar je met een gerust hart trots op kunt zijn en waar je een geweldige loopbaan in kunt hebben.”
“Stuur ze gerust langs”
„Hoe blijf je als branche aantrekkelijk? Dat is wat we ons vaker mogen afvragen. Het is aan ons om de wereld om ons heen te laten zien wie we zijn, wat we doen en wat onze betekenis is. Dat geldt ons allemaal: kleine en grote bedrijven, het onderwijs, de opleidingen. Wat we doen met Toekomstbouwers Friesland gaat om het collectieve belang van de sector. Zorgen voor vakinhoudelijke kennis met vakdocenten, zorgen voor vaktechnische voortgang, zorgen voor voldoende instroom, voor zichtbaarheid en bereikbaarheid van de sector, zorgen voor
perspectief van mensen. Dat gaat ons in de bouw allemaal aan. Door beter en concreter samenwerken binnen één organisatie, kunnen we elkaar beter helpen.
Ken je jongeren in je buurt die misschien wel iets willen in de bouw? Zie je mensen met passie, met een paar goed handen, gewoon handige jongeren die wel wat willen, maar nog niet weten wat? Niet iedereen wordt gelukkig van een leven in de schoolbanken. Stuur ze gerust door zou ik zeggen, wij bieden ze graag de mogelijkheid te ontdekken wat ze wel leuk vinden en waar ze zich thuis voelen. En we kunnen een stap verder gaan: jongeren in dienst nemen om ze van hieruit te begeleiden. Leren in de praktijk werkt voor veel mensen heel goed, maar hoe werkt het voor jou? Kijken welke route naar werk, werkplezier en arbeidsrechtelijke zekerheid het beste bij iemand past. Toekomstbouwers Friesland heeft die mogelijkheden en ik hoop dat we daarmee ook kleinere bedrijven beter kunnen ondersteunen. We hebben elkaar nodig in de sector. Samen kunnen we veel meer dan ieder voor zich. Die gedachte en de samenwerking die daarvoor nodig is, maken we graag concreet.”
www.toekomstbouwersfriesland.nl
Criss RoemersDakdekkersbedrijf DNN Groep in Emmen pakt zaken vaak net even anders aan dan anderen en dat is onder meer terug te zien in de visie op duurzaamheid en circulariteit. „Voor ons is dat een doelstelling op zich en niet een middel om onderscheidend te zijn’’, zegt directeur Martijn Kerkdijk.
vaste medewerkers zijn loyaal aan het bedrijf en het bedrijf is tegelijkertijd zuinig op haar vakmensen. Daardoor is het verloop klein en slaagt DNN Groep er nog steeds in om jong talent aan zich te binden. „Dat doen we onder meer door te investeren in scholing en het werk uitdagend te houden. We houden van uitdagende klussen en onze medewerkers zijn dan ook creatieve vakmensen. Ze hebben de bouwkundige kennis om met opdrachtgevers mee te denken en dat houdt het werk interessant.’’
Meer groendaken
„Het gebruik van bitumen dat deels uit gerecycled materiaal bestaat is bij ons daarom geen optie, maar de standaard.’’ Kerkdijk doelt op de dakbedekkingsproductenserie Atelia van IKO, een partner waar DNN Groep al lang mee samenwerkt. IKO Atelia bestaat uit 20 procent gerecyclede grondstoffen, maar de producent verwacht dat dit over vijf jaar al 80 tot 100 procent kan zijn. Kerkdijk: „IKO is een fabrikant die, net als wij, voorop loopt in circulaire ontwikkelingen. In samenwerkingen zoeken we altijd naar echte partners, om gezamenlijk vooruitgang te kunnen boeken. We waren al met circulariteit bezig voordat het actueel was en dagen onze partners uit om met ons te blijven zoeken naar manieren om energiezuinig en duurzaam te bouwen. Om bij te dragen aan het versnellen van die ontwikkelingen wachten we niet af of een opdrachtgever vraagt naar circulair geproduceerde materialen, maar hebben we er onze standaard van gemaakt.’’
lange levensduur. Het mes snijdt aan twee kanten. Salesmanager Marcel Murris: „De producten van nu zijn de grondstoffen voor later en een dak dat tientallen jaren meegaat, draagt ook bij aan het verstandig omgaan met grondstoffen. Met name voor grote daken blijft bitumen het meest geschikte materiaal. Het kan weersinvloeden goed opvangen en gaat daardoor tientallen jaren mee. Het is een restproduct van aardolieverwerking en komt vaak uit landen als Venezuela, Saudi-Arabië en Rusland. Door de grondstoffen opnieuw te gebruiken, is transport uit verre landen niet meer nodig, waardoor dus ook de CO2-uitstoot verminderd wordt.’’ IKO maakt nieuwe bitumen van snij-afval dat medewerkers van DNN Groep na een klus meenemen naar Emmen. Ook isolatiemateriaal wordt gescheiden ingezameld en door de leverancier gebruikt voor de productie van nieuw isolatiemateriaal.
Die creativiteit wordt onder meer ingezet bij het verplaatsen van natuur naar platte daken, een ontwikkeling waar DNN Groep toekomst in ziet. Steeds vaker worden groendaken gerealiseerd en ook op dat gebied heeft de Emmense dakspecialist een innovatieve partner gevonden die complete tuinen op daken creëert. Er kunnen zelfs bomen, windmolens, boomhutten, moestuinen en vijvers aangelegd worden. Het groen haalt stikstof uit de lucht, zorgt voor verkoeling van stedelijke gebieden en draagt bij aan de opvang van hemelwater, dat vanwege klimaatverandering overvloediger zal gaan vallen, terwijl in andere periodes juist droogte voor problemen zorgt. DNN Groep adviseert opdrachtgevers over het aanleggen van groendaken, onder meer door de draagkracht van het gebouw te berekenen en wortelwerende dakbedekking toe te passen. Plantenwortels die door bitumen groeien, veroorzaken immers lekkage en het voorkomen daarvan heeft voor het dakdekkersbedrijf nog altijd de hoogste prioriteit.
Lange levensduur
Daarmee maakt DNN Groep het voor opdrachtgevers tevens mogelijk om te voldoen aan steeds strengere eisen ten aanzien van duurzaamheid en energiebesparing. Niet alleen door te kiezen voor innovatieve leveranciers die dezelfde visie hebben, maar ook door uitsluitend hoogwaardige materialen te gebruiken met een
Een andere belangrijke partner van DNN Groep is Wédéflex. Kerkdijk: „Door te kiezen voor de kwaliteit van deze leverancier, kunnen we een lange levensduur van daken garanderen. Onlangs liet Wédéflex ons weten dat hun oudste dak al 42 jaar meegaat. Het is gelegd door twee medewerkers van ons, die dus ook al ruim 45 jaar bij ons werken. Terwijl zij binnenkort met pensioen gaan, ligt het dak er nog en dat gaat met gemak nog eens 42 jaar mee als er een nieuwe laag bitumen op komt.’’ Het voorbeeld laat meteen zien dat duurzaamheid ook betrekking heeft op medewerkers van DNN Groep. De zestig
‘We dagen onze partners uit om te innoveren’
Altijd blijven meedenken met de klant staat bij de dienstverlening van Van Braak Accountants voorop. En dat gaat heel ver. Toch duurt een goed gesprek met één van de specialisten van Van Braak Accountants in de regel nooit meer dan één uur. „Een kwestie van de juiste vragen stellen”, zegt Hennie van Braak. „Ondernemers verdienen hun geld met hard werken, maar ze hebben vaak minder kennis van fiscale, juridische- en verzekeringsaangelegenheden. Daarvoor mag hij op zijn accountant rekenen.”
Neem nu de FOR, de Fiscale Oudedagsreserve. Inmiddels afgeschaft, maar veel ondernemers hebben de voordelen van deze fiscale regeling gemist, zo weet Van Braak. „En dat is zonde, het was een aantrekkelijke manier om geld te (be)sparen. Gelukkig zijn er nog wel andere mogelijkheden voor ondernemers om rendement te maken.”
Zonnepanelen
Bijvoorbeeld via zonnepanelen. Waar de particulier in het verleden nog BTW moest betalen, is dit inmiddels BTW-vrij. Dat geldt natuurlijk feitelijk ook voor ondernemers. Hoe aantrekkelijk de aanschaf van zonnepanelen ook lijkt, zeker nu de zon in ons land zo vaak schijnt, Van Braak geeft ondernemers wel een waarschuwing mee. „Wanneer je zonnepanelen laat leggen, denk er dan om vooraf de verzekeringsmaatschappij te informeren. In de meeste gevallen zal de premie brandverzekering sterk omhoog gaan. Het komt zelfs voor dat sommige gebouwen niet eens meer te verzekeren zijn.” Als voorbeeld noemt hij stallen. „Dat heeft vooral te maken met het feit dat er bij eventuele brand hele kleine deeltjes van de zonnepanelen in de omliggende weilanden kunnen komen, waardoor vee er niet meer kan grazen.”
Daarnaast is het van belang om bij de aanschaf van zonnepanelen na te denken of ze tot een gebouw gaan behoren of als aparte investering kunnen worden gezien. „Wanneer je zonnepanelen op je eigen pand legt, is dat een investering in het gebouw en zegt de wetgever dat je deze investering in 20 jaar mag afschrijven.
Zijn de zonnepanelen echter geen eigendom van de gebouweigenaar en huurt hij het dak via een aparte BV, die dan eigenaar is van de panelen, dan mag je de investering in een kortere periode, zeg 5 jaar, afschrijven.”
„Waar je op moet letten? Denk er bijvoorbeeld aan dat de facturen op de juiste naam staan, zeker als de rechtsvorm gewijzigd is. En pas het juiste BTW-percentage toe. Zorg er ook voor dat de verleggingsregeling goed wordt toegepast. Zo hoeft een onderaannemer die een factuur naar de aannemer stuurt, geen BTW in rekening te brengen. Hij verlegt de BTW naar de aannemer. Maak daarover vooraf duidelijke afspraken.”
Auto van de zaak
Bedrijfsopvolging
Een ander advies heeft Van Braak inzake de BOR, de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. „Als er een bedrijfsopvolger is, in de praktijk is dat vaak een kind, sluit dan op tijd een forse risicoverzekering af. Dat heeft de opvolger onder andere nodig wanneer er grote bankschulden ontstaan, veelal ten gevolge van investeringen. Wanneer je deze verzekering op relatief jonge leeftijd afsluit, weet je bijna zeker dat je hem krijgt. En neemt het kind het bedrijf vervolgens over, zorg er dan voor dat het testament en het levenstestament goed op orde is.”
Belastingaangiften
Goed op orde moeten ook de belastingaangiftes zijn, temeer omdat de Belastingdienst weer meer boekenonderzoeken doet dan voorheen, zo blijkt uit cijfers. In 2022 verhoogde de Belastingdienst van gecontroleerde bedrijven en personen het belastbare bedrag op de oorspronkelijke aanslagen namelijk met bijna 840 miljoen euro.
Ook voor mensen met een auto van de zaak heeft Van Braak nog een interessante tip. „Uiteraard krijg je bij een auto van de zaak, wanneer je meer dan 500 kilometer per jaar rijdt, met bijtelling te maken. Maar, als je straks bijvoorbeeld één maand op vakantie gaat en de auto staat niet ter beschikking, dan hoef je over die maand geen bijtelling te betalen.”
Kameel en zebra
Dat de regels voor BTW soms ingewikkeld in elkaar zitten, behoeft geen nader betoog. Dat blijkt bijvoorbeeld wanneer je als bedrijf eerst een kameel en later een zebra koopt. Voor het kameel betaal je het lage BTW-tarief, voor de zebra het hoge. „Het lage BTW-tarief geldt alleen voor landbouwhuisdieren en een kameel wordt gezien als een Egyptisch landbouwhuisdier”, zegt Van Braak glimlachend. “Dit geeft eens te meer aan dat het belangrijk is om vooraf goed uit te zoeken hoe het zit met de BTW, want wat dat betreft is er niets vanzelfsprekend.”
‘Wanneer je zonnepanelen laat leggen, denk er dan om vooraf de verzekeringsmaatschappij te informeren’
De ontwikkelingen binnen de kachelbranche staan centraal voor Thijs Jellema en Cor van Wieren van De Smidse in Sneek. Veiligheid en comfort gaan bij De Smidse hand in hand met innovaties voor rendement en efficiency. De eye- opener: de kachel kan helpen om van het gas af te gaan.
van de geproduceerde warmte word afgegeven aan het cv- systeem. Het is een kachel waarbij je niet alleen volop geniet van sfeer, maar de warmte omzet naar je hele huis. Om nog een stap verder te gaan: met het aansluiten van een buffervat is het ook mogelijk een zonneboiler op het systeem aan te sluiten.”
De houtkachel in beeld bij het vervangen van de cv- ketel
„De combinatie van een warmtepomp en een houtkachel biedt veel mogelijkheden voor het verwarmen van woningen die minder goed geïsoleerd zijn. Met een hoge temperatuur warmtepomp en de houtkachel samen kun je in veel situaties prima de hele woning verwarmen met de bestaande radiatoren. Een hybride oplossing, maar dan met een houtkachel in plaats van een gasketel. Wij leveren en installeren hoge temperatuur warmtepompen. Deze werken met een nieuw koudemiddel, namelijk propaangas.
Stel nu dat je niet net een nieuwbouwhuis hebt betrokken, maar met plezier in een huis woont dat twintig jaar of ouder is. Misschien redelijk geïsoleerd, maar niet luchtdicht. Je volgt met belangstelling de discussies over gasloos, over vloerverwarming en warmtepompen. Je voelt aan dat dat deels misschien niet helemaal ideaal is voor jouw situatie. Wat zijn de opties om je huis wel efficient en comfortabel te verwarmen zonder kostbare ingrepen?
Voldoen aan wat mag, verhoogt plezier en rendement
Bij De Smidse in Sneek hebben ze daar antwoorden op. Van huis uit zijn Cor van Wieren en Thijs Jellema echte kachelmannen. Ze houden van de warmte, de techniek en de mogelijkheden. Als vakmannen zijn ze geinteresseerd in innovatie en ontwikkeling. Of het nu de wet- en regelgeving is waar we aan moeten voldoen, de kennis van veilig en efficient hout stoken of de mogelijkheden van de kachel als vervanger van een cv. „Blijven genieten van kachels is voor ons per definitie voldoen aan alle eisen. Als bedrijf betekent dat uiteraard voldoen aan de regelgeving Ecodesign, de erkenning Duurzame Energie (DE) en installatie door gecertificeerde vakmensen. En naar kacheleigenaren zeggen we altijd: hou je aan de vier pijlers die je vindt op beterstoken.nl. Zo voldoe je aan waar je aan moet voldoen volgens alle regels en wetten wat betreft uitstoot sinds 2022. Samengevat: zorg voor een goed Ecodesign toestel, zorg voor een door de vakman correct aangesloten installatie, kies de juiste brandstof of dat nu het hout is of de pellets en hou je aan de regels voor goed stookgedrag.”
„Het verhoogt niet alleen je plezier: je stookt door die bewustwording veel zuiniger en effectiever. Om het met cijfers duidelijk te maken: als je zonder enige techniek buiten een vuurtje stookt, heb je een uitstoot van 900 milligram fijnstof per kubieke meter. Je Ecodesign kachel heeft een uitstoot van maximaal 40 milligram per kuub. En
nu al is aangekondigd dat dat in de nabije toekomst nog wat minder gaat worden, die ontwikkelingen gaan door. Behalve de wettelijke eisen aan uitstoot, is er sinds vorig jaar (en verplicht vanaf januari dit jaar) een eis gesteld aan het rendement: kachels moeten een rendement hebben van minimaal 75 procent. Dat betekent dat wij het altijd over kachels hebben die vanaf de ontwerpfase daarop ontworpen zijn. Het verbeteren van luchtkwaliteit is belangrijk en dat gaat hand in hand met rendement”, stellen Jellema en Van Wieren.
De houtkachel als vervanger van de cv- ketel „De efficiency van de kachel wordt steeds beter. Dat komt vooral door gebruikmaking van meer techniek en technologie in het apparaat. De kachel van nu stuurt op basis van meetwaarden van temperatuur en hoeveelheid zuurstof. Waar voorheen vaak meerdere schuiven in de kachel zaten om alles te regelen, is er nu nog maar een schuif voor zuurstoftoevoer en die werkt steeds vaker automatisch. De volgende stap is dat we nu kachels hebben die zelf al vragen om bijgevuld te worden met hout”, legt Cor van Wieren de technische ontwikkelingen uit. „Het effect van het verminderen van het menselijk ingrijpen in de kachel, is dat de efficiency verbetert, dat stoken veel gelijkmatiger gebeurt, het rendement enorm toeneemt en de uitstoot verder omlaag gaat.”
Met die technologische ontwikkeling op kachelgebied ontstaan nieuwe mogelijkheden.
Thijs Jellema: „Hier staat bijvoorbeeld een houtvergasser kachel die je ook kunt aansluiten op je cv- installatie. De kachel bestaat uit twee kamers. In de bovenste kamer ligt een voorraad hout en onderin deze kamer vindt de verbranding plaats. Hierbij ontstaat „houtgas” dat naar de andere kamer (onderste) wordt geleid. In de onderste kamer wordt dit gas verbrand onder toevoeging van extra zuurstof. Door dit principe van houtvergassing ontstaat een enorm hoog rendement van 93 procent. Het grootste gedeelte
Dit is beter voor het milieu (veel minder giftig) en je kunt er hogere temperaturen mee halen. Zet daar een houtkachel bij of koppel deze aan dit systeem, en je hebt een hele mooie oplossing. Die combinatie maakt het mogelijk om een goed rendement te halen wat betreft warmte en comfort in bestaande woningen, die te weinig hebben aan een lage temperatuur warmtepomp. Dit systeem gaat uit van een temperatuur van zo’n zestig tot zeventig graden”, zegt Thijs Jellema. „Zo zijn er dus diverse moderne, technologische gestuurde en fluisterstille oplossingen om de houtkachel in te zetten in energietransitie.”
De Smidse in Sneek is een state-of-art kachelzaak waar u terecht kunt voor deskundig advies, levering en veilige installatie van hout- en pelletkachels tot complete verwarmingssystemen inclusief een (hoge temperatuur) warmtepomp.
Zorgeloos blijven genieten van de behaaglijke warmte die de kachel nu eenmaal biedt. Omdat de vakman weet hoe het zit met de mogelijkheden en met de veiligheid, kwaliteit en het rendement. Thijs Jellema en Cor van Wieren: „Het moet kloppen.” www.desmidse.nl
Er is vanuit de overheid veel geld beschikbaar voor energiebesparing. De kunst is het geld bij ondernemer en consument te krijgen. Martijn van der Harst van Energie Inspectie ziet dat de markt kantelt. Van hulpvraag naar enthousiasme, van inzicht naar bewustwording, over de SVM- subsidie voor mkb- ondernemers, maatwerk in de winkelstraat en het belang van samenwerking.
„Er speelt veel”, stelt Martijn van der Harst, oprichter en algemeen directeur van Energie Inspectie in Leeuwarden. „De prijzen van energie zijn explosief gestegen door externe factoren zoals de oorlog in Oekraine. Het kabinet heeft heel veel maatregelen genomen die gericht zijn op besparing van energie om de uitstoot van CO2 terug te dringen. Veel gesprekken gaan over kostenbesparingen, wat begrijpelijk is en noodzakelijk gezien de inflatie en het effect voor ondernemers. Het kabinet dwingt met wetgeving ons allemaal tot het nemen van maatregelen. Aan de andere kant stelt ze ook heel veel subsidie beschikbaar om maatregelen mogelijk te maken. Heel breed, van advies tot isolerende maatregelen, van warmtepompen tot zonnepanelen en elektrificatie. Vanuit het Rijk, maar ook vanuit gemeenten en provincies. Weet alleen al dat de SVM- subsidie maar liefst tachtig procent vergoedt! Ik leg dat zo verder uit.”
De markt kantelt
„Wat wij dagelijks merken is dat veel mkbondernemers en winkeliers, net als veel consumenten, geen idee hebben wat ze moeten en wat ze kunnen met energiebesparing. Ze hebben het vaak simpelweg te druk met de dagelijkse bedrijfsvoering, de zorgen over personele bezetting. Meer onzekerheid, hogere kosten, inflatie. Het interessante is, dat de
overheid zich realiseert dat er van alles moet gebeuren, maar die zit in haar eigen dynamiek. Die winkelier en ondernemer zitten in hun eigen dynamische wereld, maar op een ander spoor. De kunst is dat we elkaar moeten bereiken om stappen te zetten. Ik realiseer me dat dat een spanningsveld kan zijn. De overheid weet dat ze het niet alleen kan en marktpartijen als Energie Inspectie nodig heeft om een kanteling tot stand te brengen. En daarbij moet ze zich altijd verantwoorden voor de publieke middelen. Samenwerking moet zorgvuldig en transparant. Dat is ook een kwestie van aan elkaar wennen. Maar ik merk dat de markt kantelt. Dat is een compliment aan iedereen: we veranderen ons gedrag, we leren met hulp van elkaar steeds beter te besparen.”
Even terug naar die SVM- subsidie (de Subsidieregeling Verduurzaming Mkb). Waarom is die zo interessant? Martijn van der Harst: „Die regeling voor ondernemers vergoedt tot tachtig procent. Het is opgedeeld in kleine maatregelen, waarvan een deel verplicht is, en in grote maatregelen. Bij dat eerste kun je denken aan tochtstrips en brievenbusborstels. Bij de grotere maatregelen gaat het over bijvoorbeeld isolatie en beglazing, maar ook warmtepompen en zonnepanelen. De subsidieregeling gaat over de mogelijkheden van het inhuren van advies over
welke maatregelen je kunt nemen en over de uitvoering daarvan. Energie Inspectie heeft voor het opstellen van dat advies haar eigen gekwalificeerde adviseurs die geregistreerd zijn bij DEB.nl, het platform van Rijksdienst van Ondernemend Nederland. Behalve het advies kunnen we de mkb- ondernemer ondersteunen bij de uitvoering van energiebesparende en verduurzamingsmaatregelen. De digitale aanvragen voor de subsidie bij de RVO doen we ook. Er ligt echt veel geld klaar, dus het is echt de moeite waard daar naar te kijken.”
Fijn dat iemand me helpt!
Is dat niet een van de problemen van nu: niet weten wat er allemaal verkrijgbaar is aan subsidies? „Ja, dat is ook voor veel ondernemers lastig, ze zijn zich er vaak niet van bewust. Dat is wat wij merken als we bij ze langs gaan en laten zien wat er kan. Dan horen we veel enthousiasme en zien we de bereidheid om aan de slag te gaan. We merken de opluchting van ‘oh fijn, er is iemand die me helpt door de bomen het bos te zien’. In de winkelstraten zien we dat ook, winkeliers zijn vaak zo druk dat ze niet doorhebben dat het geld via de energierekening de winkel uitvliegt. Daar valt bij sommigen niet tegenop te werken. Het is een bedrag dat afgeschreven wordt: maar wat betekent die factuur, wat staat er op, hoe komen die bedragen
zo hoog? Dat inzicht ontbreekt vaak, dus ook het inzicht hoe je in korte tijd dat heel sterk gestegen bedrag fors naar beneden kunt krijgen. Als we eenmaal dat gesprek hebben, ontstaat het enthousiasme over wat er kan, over de subsidies die er blijken te zijn en wat je zelf kunt doen. Energie Inspectie heeft voor ondernemers een app ontwikkeld, waarmee ze hun verbruik 24/7 kunnen monitoren. Vaak hoor ik eerst nog, maar de winkel is s ’nachts toch dicht? Dat is zo, maar weet je hoeveel energie en gas je in die uren verbruikt en is dat echt nodig? Met dat soort inzicht in je eigen situatie kun je mensen leren aan de knop te draaien.”
Kom je makkelijk in gesprek? „Dat is wel een dingetje inderdaad. Veel mensen, ook ondernemers, zijn wat huiverig. Misschien argwanend, het is verschillend. Ik durf wel te zeggen dat als je als ondernemer met een ondernemer aan tafel zit, je vaak makkelijker dat gesprek voert. Dan voel je dat het lastig is in deze tijd van gestegen inflatie om een hulpvraag te stellen. Terwijl het juist zo wezenlijk is om een stap vooruit te kunnen zetten naar energie en kosten besparen. Wij maken dat concreet voor ze. Misschien zijn ze naar mij wat eerder en makkelijker open dan tegen iemand van de gemeente. Dat is denk ik ook waar we elkaar juist moeten zien te vinden: samenwerken om energie te besparen, om CO2 naar beneden te krijgen, om een beter klimaat te bevorderen. Ieder heeft daarin zijn rol, zijn kennis en kunde. Laten we daar meer gebruik van maken. Ik zie bij veel overheden het besef om samen te werken en resultaat te boeken. Wat dat betreft is er veel veranderd in de afgelopen paar jaar.”
‘Dat is denk ik ook waar we elkaar juist moeten zien te vinden: samenwerken om energie te besparen, om CO2
Pilot Leeuwarder winkeliers
Jullie hebben de afgelopen tijd een pilot gedraaid in de Leeuwarder binnenstad. Wat hield dat in?
„De gemeente Leeuwarden heeft voor energiebesparing de komende twee jaar veel geld beschikbaar gesteld, zo’n 1,9 miljoen euro per jaar (uit het inflatiepakket, waaronder energiebesparing en verduurzaming voor ondernemers), voor allerlei maatregelen. Dat is natuurlijk heel positief. Een daarvan is winkeliers in de gelegenheid stellen ons in te huren voor advies en de eerste kleine maatregelen. Dat is in korte tijd een succes geworden en veel winkeliers in de binnenstad werden er echt blij van! Omdat de pilot positief is, schalen we de komende maanden op naar de dorpen in de gemeente. Nog voor de zomer gaan we de eerste 25 winkeliers in de Leeuwarder dorpen op dezelfde manier helpen. En daarna schalen we verder op. Ik vind dat de afdeling Economische Zaken van de gemeente Leeuwarden hier een compliment verdient. De wil is er in gemeente en bij de gemeenteraad om te helpen met het beschikbaar stellen van geld. Maar zij hebben de handschoen opgepakt om te zorgen dat het mogelijk wordt. Ze zijn zich anders gaan organiseren voor meer verbinding om meer mkb-
ondernemers bij te kunnen staan.”
Besef van samenwerking naar maatwerk Martijn van der Harst constateert dat er landelijk en provinciaal steeds meer belangstelling ontstaat voor samenwerking en maatwerk in aanpak. „Het is vaak nog zoeken naar de juiste aanpak. Niet zo gek, want er is in een paar jaar tijd veel gebeurd, er is een grote druk ontstaan om te veranderen. De wil en de noodzaak om klimaatmaatregelen te nemen is groter dan ooit. De kunst is te weten hoe je iets het beste kunt aanpakken. Geld is niet het probleem, er is op allerlei niveaus en via allerlei kanalen veel geld beschikbaar voor transitie. De financiële prikkels zijn er. In augustus start vanuit het Ministerie van Volkshuisvesting ook nog het Nationaal Isolatieprogramma, dus het aantal subsidies neemt alleen maar toe. De kunst is geld tijdig op de juiste plek te krijgen. Dat is waar we ons met Energie Inspectie op hebben toegelegd. Kennis van de materie, van beschikbare middelen, van het individueel per huishouden, per bedrijf of organisatie inzichtelijk maken van wat er speelt en hoe je kunt besparen. Daarover adviseren we; het is dan nog wel zaak dat het uitgevoerd wordt, vergis je daar niet in. Tussen advies en uitvoering kan zomaar een jaar zitten. Maar wat je het liefste wilt, los van leren besparen, is dat je mensen meeneemt in gedragsverandering. Komen tot het besef wat jezelf kunt doen, waarom je het zou doen. Een huishouden verschilt wat dat betreft echt niet veel van een winkel of ander bedrijf. We moeten die transitie omarmen en samenwerken om meer resultaat te bereiken in een transitie die veel meer is dan energie of kosten besparen. Het gaat ook om ons kostbare water, om biodiversiteit, om het geheel van ons milieu. Wat heeft waar invloed op, wat is echt effectief als je wilt besparen, hoe kan het beter en sneller, maar vooral ook geredeneerd
vanuit het is goed voor de lange termijn en niet alleen voor jouw verdienmodel op dit moment?”
Trainen naar bewustwording „Dat is waar we onze nieuwe energie-adviseurs en coaches intern op trainen in een vijfweeks programma. Die gaat niet alleen in op installatietechniek, op regelgeving, op communicatie en gesprekstechnieken, op het verzamelen, interpreteren en inzichtelijk maken van data, het inzicht krijgen in de eigen energierekening en welke maatregelen als zonnepanelen, isolatie of warmtepompen en subsidies beschikbaar zijn. Het is bewustwording en leren hoe jij daar vanuit je kennis aan kunt bijdragen. We hebben er een trainingsapp voor ontwikkeld die in logische stappen en per thema kennis verschaft. Ik vind het echt gaaf om te zien hoe je mensen daarin mee kunt nemen. Wat het met hen zelf doet, hoe je complexe materie toegankelijk maakt. Ik ben er trots op dat we al meer dan een half jaar een paar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk hebben als adviseur. Het is een stimulans voor anderen ook aan de slag te gaan. De komende maand leiden we weer nieuwe collega’s op, want de vraag is groot. Dat we dat mogelijk kunnen maken, zit in onze schaalgrootte en het gebruik van apps en andere technologie. Juist die aanpak maakt het mogelijk binnen korte tijd veel stappen te zetten met concreet maatwerk. Daarmee hebben we impact. Door samenwerking meer consumenten en meer ondernemers helpen stappen te zetten naar besparing en besef. Spreekt dat je aan, kom dan langs, want we kunnen gerust nieuwe collega’s gebruiken.”
www.energieinspectie.nl
naar beneden te krijgen, om een beter klimaat te bevorderen’
De door Intergas ontwikkelde hybride warmtepomp kwam eind vorig jaar op de markt en inmiddels heeft het bedrijf in Coevorden de productie flink opgeschaald. In mei van dit jaar werden er drieduizend exemplaren van de Xtend afgeleverd, voor dit jaar staat de totale productie gepland op 30.000 stuks.
Technisch directeur Peter Cool overtuigt ondertussen zoveel mogelijk mensen, waaronder meer beleidsmakers in Den Haag, van de kansen die de hybride warmtepomp biedt voor de energietransitie. ,,Het is onmogelijk om de acht miljoen huizen in Nederland volledig gasloos te maken, daarvoor zijn de kosten van all-electric warmtepompen en bijbehorende maatregelen te hoog. Voor een kleine groep huishoudens is dat een oplossing, maar als we willen versnellen, hebben we iets nodig dat in alle woningen het gasverbruik drastisch terugbrengt. Met een hybride warmtepomp kunnen we voor 80 procent van het gas af en voor de overige 20 procent zijn oplossingen die de komende jaren doorontwikkeld worden, zoals groen gas en de opslag van elektriciteit. Die 20 procent gasverbruik is vooral nodig voor het verwarmen van warm water en de koude winterse weken. De ontwikkelingen volgen elkaar nu snel op en ik heb er alle vertrouwen in dat we die laatste stap tegen die tijd ook kunnen zetten. Laten we nu vooral de eerste grote stap zetten in wat wij de Hybride Route noemen. Daarin blijven wij ook werken aan doorontwikkeling.’’
Onderzoek
Cool vertelt bevlogen en is duidelijk op een missie. Hij voerde namens de zes fabrikanten die zich verenigd hebben in stichting Smart Energy Foundation (SEF) al diverse gesprekken met medewerkers van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, dat de stichting vervolgens verzocht in kaart te brengen wat de impact van de hybride warmtepomp is.
,,Bij tweehonderd huizen hebben we hybride
warmtepompen geïnstalleerd en de resultaten gemeten. Dat deden we bij zoveel mogelijk verschillende woningen, van een oud en groot studentenhuis tot een verbouwde boerderij en van een twee onder een kap-woning tot een tussenwoning. Het gemiddelde bouwjaar was 1977 en het gemiddelde gasverbruik voor plaatsing van de hybride warmtepomp was 1838 kuub per jaar. Dat is iets hoger dan het landelijke gemiddelde, omdat er geen flats in het onderzoek zijn meegenomen.’’
Op een groot scherm laat Peter Cool de cijfers zien die hij ook in Den Haag heeft gepresenteerd. Het onderzoek heeft er zelfs voor gezorgd dat minister Hugo de Jonge eerder dit jaar op bezoek kwam bij Intergas, om de productie van de hybride warmtepomp met eigen ogen te kunnen zien en één van de deelnemende huizen te bezoeken. In november 2022 had De Jonge al de eerste deelcertificaten ‘Installeren en in bedrijf stellen van hybride warmtepompen’ uitgereikt aan de eerste van de duizenden monteurs die de komende jaren worden klaargestoomd om warmtepompen te installeren. Hij zei daar destijds over: ,,2026 is het moment waarop we bij vervanging van de cv-ketel op zijn minst gaan kiezen voor de hybride warmtepomp. Daar houden we aan vast. Dat geeft duidelijkheid aan de installatiebedrijven.’’
Terugverdientijd
De cijfers laten het onomstotelijk zien: gemiddeld hebben de deelnemende huizen een gasbesparing van 76 procent bereikt. ,,Maar je ziet ook meteen dat het in de ene woning meer oplevert dan in de andere en dat is ook interessante data’’, zegt Cool.
,,Vaak is nog winst te behalen in radiatoren, leidingwerk of thermostaat.’’ De tweehonderd deelnemende huizen werden voorafgaand aan het onderzoek niet bouwkundig aangepast en uiteraard werd de besparing op gasverbruik afgezet tegen het elektriciteitsverbruik na installatie van de hybride warmtepomp. Cool rekent voor dat de hybride warmtepomp zichzelf in vier jaar terugverdient. ,,Voor ongeveer 6500 euro kun je hem, in een recht toe recht aansituatie, laten installeren. Je krijgt er 2500 euro subsidie op, dus je betaalt zelf 4000 euro. De gemiddelde besparing op de energierekening is duizend euro per jaar, dus na vier jaar is de investering terugverdiend. En ondertussen zetten we met elkaar een flinke stap in de energietransitie.’’
De missie van Intergas en de andere bij SEF aangesloten installateurs is nu vooral het ontkrachten van misverstanden over de hybride warmtepomp. Peter Cool: ,,We hadden onlangs een open dag waarop we drieduizend bezoekers mochten ontvangen. Toen hoorden we vaak het misverstand dat de hybride warmtepomp geen oplossing is voor oude huizen of voor huizen met radiatoren. Ons onderzoek laat het tegendeel zien.’’ Dat heeft het ministerie, bezoekers van de open dag en een groeiende groep installateurs al overtuigd.
www.intergas-verwarming.nl
‘Onderzoek laat een gasbesparing van 76 procent zien’Peter Cool legt bevlogen uit hoe de hybride warmtepomp van Intergas werkt. De buitenunit van de hybride warmtepomp op de R&D-afdeling van Intergas.
Wij consumeren maar zestig procent van de geslachte dieren. En het overige dan? In Burgum kennen ze het antwoord. Sonac mag zich inmiddels een van de meest circulaire bedrijven van het noorden noemen. Vestigingsdirecteur Richard Dijkstra over een wereld zonder afval, duurzame producten en energie voor huishoudens.
Als zoon van een Friese melkveehouder liggen zijn roots boven Dokkum. Zijn werk bracht hem in de wereld van de mengvoeders en sinds anderhalf jaar is hij directeur van de Friese vestigingen van Sonac in Burgum, Harlingen en Sint Nicolaasga (De Jong Recycling). Het bijna 100 jaar oude Sonac Burgum maakt sinds 2014 deel uit van het Amerikaanse beursgenoteerde bedrijf Darling Ingredients. Het geldt wereldwijd als innovatief bedrijf dat gespecialiseerd is in het omzetten van dierlijke bijproducten en restproducten van voedingsmiddelen in waardevolle grondstoffen. Daarnaast is het een groeiende producent van hernieuwbare energie. Sonac Burgum is een van die toonaangevende bedrijven, dat zich met richt op circulariteit en hernieuwbare energie. Richard Dijkstra: „We maken al bijna 100 jaar deel uit van deze omgeving, een groot deel van onze mensen komt uit de buurt en veel van hen zijn al de tweede, derde of zelfs vierde generatie die hier werkt.”
Hij beseft dat in die lange geschiedenis de fabriek ook wel eens negatief in het nieuws kwam door geluid of geuroverlast. „Dat hoort bij onze historie van oorspronkelijk destructiebedrijf voor kadavers en dierlijke bijproducten. De laatste twintig jaar is hier veel verandert; zo komen er in Burgum al sinds 2001 geen kadavers meer door de poort en zijn we inmiddels een van de meest circulaire bedrijven van het noorden. Wij verwerken wat niet gegeten wordt: de veertig procent van het vee dat niet naar vleesproducten gaat. Al die dierlijke bijproducten uit de veehouderij en de vleesverwerkende industrie die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie, zetten wij via hoogwaardige verwerking om in nuttige producten zoals eiwitten, vetten en mineralen. Dat maakt ons tot grondstofproducent voor diervoeding (voeding voor huisdieren en veehouderij), van meststoffen en van grondstoffen ten behoeve van antistollingsmiddel voor de farmaceutische industrie. Onze producten vinden hun weg in Nederland, Europa en deels wereldwijd.”
Denken in oplossingen
Richard Dijkstra en zijn 130 collega’s in Burgum zijn dag in dag uit bezig met een volgende stap naar een afvalloze wereld, het creëren van waarde, tegengaan van verspilling en het inperken van mogelijke overlast. „We zijn ons zeer bewust van wat we doen en hoe we alles veilig en hygienisch kunnen verwerken. De bijdrage aan een circulaire wereld is voor ons daarom heel gewoon, want het is in de loop van de tijd ontstaan door wat we deden. We verwerken op het oog waardeloze dierlijke bijproducten en restafval tot hoogwaardige producten. De manier waarop we dat doen heeft, heel terecht, in de loop van de tijd gezorgd voor hele schone processen waar de wereld om ons heen nagenoeg niets van merkt. En het is voor ons gewoon om te denken in de waarde van bijproducten uit de veehouderij. Daarom denken we graag in oplossingen en waardecreatie. Wat kan er beter, wat kan er nog meer? Bedenk dat we alleen miljoenen liters water halen uit alle dierlijke reststromen: net als de mens bestaat een dier voor een groot deel uit water. Al dat water dat vrijkomt tijdens de verwerking, gaat naar onze eigen
waterzuiveringsinstallatie. En wat gezuiverd is, is schoon water dat we mogen lozen op het Prinses Margrietkanaal. Een volgende stap waar we nu mee bezig zijn, is te kijken of we samen met een collega bedrijf op het industrieterrein de aanwezige warmte uit dat water kunnen gebruiken in hun productieproces.”
Circulariteit prikkelt nieuwsgierigheid
„Naast wat we nu doen, willen we graag de volgende stap zetten in het omzetten van reststromen naar groene energie voor 12.000 huishoudens. Het gaat om reststromen die we nu nog afvoeren naar onze collega’s bedrijven om daar te verwerken en om voedselreststromen en over datum producten uit de vestiging in Sint Nyk. Via vergisting en opwaardering in de nieuwe groen gasinstallatie kan er groen gas worden geproduceerd voor circa 12.000 huishoudens in de omgeving. Dat plan ligt nu bij de provincie en gemeente en de eerste signalen zijn positief.
Naast het opwekken van groen gas en dus het verminderen van de lokale vraag naar aardgas, betekent het ook dat we veel minder transportkilometers maken. Als die installatie staat, hopen we op termijn ook nog de CO2 te kunnen afvangen. En die kan daarna dienen als technische toepassing of in de tuinbouw voor een optimale groei van planten. De 10.000 ton meststof die ook overblijft uit de gasinstallatie, kan weer dienen als biobrandstof. Samengevat: wij willen niet dat er hier iets verloren gaat. De voortdurende verduurzaming naar een wereld
zonder afval, optimaal hergebruik en circulariteit prikkelt onze nieuwsgierigheid.”
Innovatief in primaire processen Sonac, zegt Richard Dijkstra, is een sterk innovatief bedrijf dat meebeweegt met de tijd. „Daarin past dat we net als ons moederbedrijf Darling Ingredients continu kijken naar de concrete mogelijkheden van hernieuwbare energie. En daarbij hoort ook dat we weten dat in de loop der tijd meer plantaardige producten in de voedselketen hun intrede zullen doen. Voor ons verandert er uiteindelijk niet veel: we verwerken nu ook al plantaardige reststromen op onze locatie in Sint Nicolaasga tot nieuwe grondstoffen ten behoeve van hernieuwbare energie en we zullen verder groeien in hernieuwbare energie en hernieuwbare brandstoffen. We maken met Sonac als innovatief bedrijf deel uit van de primaire processen die horen bij de cultuur en de ontwikkeling van het sterk agrarisch bepaalde Friesland. Daar ben ik trots op. En dat betekent dat we hier als Sonac gewoon om de hoek ook blijvend een verscheidenheid aan prachtige banen bieden voor veel mensen. Mensen die iedere dag bezig zijn met het zo goed en efficient mogelijk verwaarden van dierlijke bijproducten en reststromen naar hoogwaardige producten en energie.”
www.sonac.biz
Friese woningen zijn nog steeds in trek. Goede tijden, ook voor Notariskantoor Ellemers in hartje Sneek. We ontmoeten er een enthousiast team en luisterend oor, voor persoonlijk of zakelijk juridisch advies. Hoe is de stand van zaken in notarisland? Notaris Femmy Smink belicht trends en cijfers.
In de Nederlandse cijfers over aantallen verkochte woningen en gepasseerde akten, zien we vooral dalende lijnen. Hoe zit dat? Femmy Smink: „De cijfers laten een algemeen landelijk beeld zien. Het woningaanbod blijft achter, rentes zijn gestegen, waardoor er minder huizen worden verkocht. En bij notarissen dus minder overdrachten en hypotheken passeren. Maar dat ligt in Friesland genuanceerder. Friese woningen zijn heel geliefd bij mensen uit Friesland, maar ook van daarbuiten. De trend uit coronatijd dat mensen ontdekten dat ze veel makkelijker op afstand van hun werk konden wonen, lijkt zich door te zetten. Zeker omdat wij in een prachtige, landelijke en voor het westen goed bereikbare omgeving wonen. Dat blijft aantrekkelijk en de verkopen in Friesland steken wat dat betreft, tot nu toe, gunstig af bij die van het westen van het land.”
Daadkracht en keuzes
„Daarnaast geldt voor ons de algehele trend van een stijging in het aantal testamenten en levenstestamenten. De familiepraktijk, zoals wij dat noemen, vertoont een stijgende lijn. Dat geldt ook voor onze scheepspraktijk, die in verhouding, mede door onze expertise, behoorlijk groot is.
Deze bestaat uit aan- en verkopen van binnenvaart- en zeeschepen en het teboekstellen van vaartuigen. De stijging op dat gebied is ook in coronatijd begonnen.” U maakt zich geen zorgen over de Friese woningmarkt? „Uiteraard heb ik zorgen over de ontwikkelingen op de woningmarkt in het algemeen. Ook hier stagneert de woningmarkt, er is meer vraag dan aanbod. Dat is zorgelijk voor iedereen. Dat heeft met veel meer zaken te maken dan alleen vraag en aanbod. De stikstof- en klimaatproblematiek, gestegen prijzen van bouwmaterialen, personele tekorten in de bouw, het heeft allemaal effect op de woningvoorraad. Maar wat er in de breedte speelt, is naar mijn idee veel zorgelijker. De vraag naar woonruimte neemt alleen maar toe en de politiek blijft achter met het nemen van accurate beslissingen. Het blijft bij het signaleren van het probleem, maar noodzakelijke oplossingen blijven achterwege. Stikstof of toeslagen, migratie of woningbouw, het lijkt alsof er wordt gedacht dat het probleem zich vanzelf oplost. Ik begrijp dat de problemen waar wij in Nederland tegenaan lopen groot zijn en passende oplossingen moeilijk zijn en politiek op weerstand kunnen stuiten. Maar met niets doen en lapmiddelen voor de korte termijn alleen, komen wij er niet. De politiek lijkt zich moeilijk te kunnen verplaatsen in wat er onder de mensen leeft en speelt, terwijl juist nu direct contact met mensen, oplossingsgerichtheid en daadkracht vereist zijn.”
„Ik hoor natuurlijk bij mij aan tafel heel veel van allerlei verschillende mensen met diverse achtergronden. Er zijn weinig mensen die zich op dit moment geen zorgen maken en blij zijn met wat er in het land gebeurt. Wat denk ik ook lastig is te begrijpen, is dat voor ieder willekeurig beroep allerlei diploma’s, kwaliteitseisen en regels verplicht zijn en een minister van de ene op de
andere dag van volksgezondheid wordt ingezet op volkshuisvesting, zonder ook maar enige kennis en ervaring op dit gebied. Dat gezegd hebbende: ik bekijk de dingen graag vanuit de positieve kant en ik denk graag mee in oplossingen, maar …….ik deel absoluut de bezorgdheid!”
Ik ben geen rechercheur
Femmy Smink zwijgt even en zegt: „Het mooie aan het notariaat is dat je zoveel mensen spreekt. Je staat midden in de maatschappij. Ze komen bij ons op kantoor niet alleen voor een handtekening of advies, maar ze kunnen zich uiten over wat hen persoonlijk bezighoudt. Daar krijg ik energie van. Oprecht…..ik heb een prachtig vak, een leuk kantoor met prettige collega’s, woon in een prachtige provincie, ik heb een leuk gezin…..er is ook nog heel veel om blij van te worden en van te genieten.”
Iets heel anders. U wordt als notaris steeds vaker ingezet als politieagent. U moet vanuit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) toezien op de geldstromen van uw cliënten, de herkomst van gelden verifiëren van uw cliënten, noem maar op. Hoe voelt u zich in deze rol? „Ik ben notaris en niet opgeleid tot financieel rechercheur. Die kennis hebben we van huis niet, de middelen niet en het vereist kwaliteiten, die wij ons in korte tijd hebben moeten aanleren. Dat is een cultuuromslag, het vraagt tijd om er bedreven in te worden. Het werkt dan ook niet direct, zoals dat door de politiek is bedacht en wordt verwacht. De politiek legt graag verantwoordelijkheden waar ze naar mijn idee feitelijk niet thuishoren. Los van het feit, dat ik vind dat je als notaris altijd gedegen je
huiswerk moet doen en je vanuit waarden, normen en gezond onderbuikgevoel moet blijven handelen en de regels van de wet moet volgen. Maar opsporing vind ik een taak van de overheid. Bovendien zie ik nadelige effecten in het verantwoorden van bijvoorbeeld verkoopopbrengsten. De WOZ-waarden zijn in het minst gunstige geval twee jaar geleden vastgesteld. Op dit moment lopen de verkoopprijzen terug en zie je steeds vaker, dat de WOZ-waarde aanzienlijk hoger ligt dan de verkoopprijs. Op ons rust dan weer de plicht te onderzoeken en goed te onderbouwen wat de oorzaak daarvan is en aan te tonen dat er niets mis is met een lagere verkoopwaarde. De invoering van de Wwft is op zichzelf goed geweest en heeft absoluut een functie, maar kost ook door de veranderende markt nog meer tijd.”
Luisteren en vragen stellen
„De vele mensen die bij ons komen, geven mijn vak betekenis. Het zijn de mensen, de persoonlijke gesprekken, die het voor mij leuk maken. Daar maak ik tijd voor. Wat ter tafel komt, blijft altijd binnen de vier muren van dit kantoor. Notaris zijn, betekent de taal van de mensen kunnen spreken. Het gaat om luisteren en vragen stellen in een steeds complexer wordende wereld. Met een knipoog naar de politiek …….dat zouden jullie ook moeten doen. Het leidt tot meer begrip, je komt tot oplossingen, die dichter bij de mensen liggen en dat leidt tot meer draagkracht voor de genomen beslissingen!” www.notarisellemers.nl
Het twee jaar geleden in Harlingen opgerichte Bynt heeft net voor 40 vakantiewoningen in Duitsland prefab houtskeletbouwelementen gemaakt en heeft de productie goed op gang. De duurzame insteek van het bedrijf zorgt er mede voor dat het klantenbestand groeit. „Jo moatte mei de tiid mei”, zegt Rintje Miedema, samen met Jelmer Bruinsma eigenaar en oprichter van Bynt.
Prefab houtskeletbouw past precies in de huidige energietransitie en ook in het kader van de stikstofproblematiek scoort het goede natuurvriendelijke cijfers. De bouwelementen zijn uitsluitend van duurzaam hout, dat op een duurzame manier wordt vervaardigd. Ook is het mogelijk projecten volledig duurzaam en circulair uit te voeren, met bijvoorbeeld houtwol en hennep als isolatiemateriaal.
Niet afhankelijk van het weer
Bynt levert alles op het gebied van houtskeletbouw, complete woningen, daken en uit- en aanbouwen. Omdat het de prefab elementen in de nieuw gebouwde fabriekshal maakt, zijn de bouwbedrijven waar het aan levert, minder afhankelijk van het weer en kunnen hun planning halen. Dankzij de automatisering en het gebruik van robots leveren ze bijvoorbeeld ook nog eens constant dezelfde kwaliteit.
Het bedrijf werkt met hout en met andere natuurlijke bouwmaterialen. Gezien de traditionele bouw met beton en steen in prijs stijgt is de keuze voor houtskeletbouw eerder gemaakt. „Dat spilet ús yn de kaart”, zegt Miedema.
Automatisering en robots
In de nagelnieuwe moderne hal in Harlingen van 11 meter hoog en zeventig meter lang wordt veel werk geautomatiseerd en door robots gedaan, maar werken toch ook twaalf mensen. Sinds enkele maanden in twee ploegendiensten. Er kunnen wel weer wat timmermannen in de werkplaats bij. Wat ze moeten kunnen?
„Technysch ynsjoch en gefoel foar hout hawwe”, zegt Miedema (43). Ook een extra technisch tekenaar is welkom bij het Harlinger bedrijf.
De naastgelegen autogarage aan de Industrieweg is onlangs aangekocht – dat bedrijf is verhuisd naar elders in Harlingen - om verdere uitbreiding te realiseren. Deze ruimte wordt vooral gebruikt voor opslag van materialen. Het terrein voor opslag van de elementen.
Miedema en Bruinsma zijn vier jaar geleden begonnen met hun plannen voor Bynt. Twee jaar later stond de nieuwe fabriekshal en werd het eerste werk uitgevoerd. Dat de fabriekshal elf meter hoog is, is overigens voor het werk niet echt noodzakelijk, maar vooral voor een prettige werkomgeving voor de medewerkers.
Fijn werkklimaat gerealiseerd
Wel geeft de hoogte de mogelijkheid een uitbreiding met een extra verdieping te realiseren. Het werkklimaat is er fijn, met veel daglicht en speciaal voor de akoestiek (geluidsdemping van de machines) zijn de wanden geperforeerd. Er zijn mechanische tilhulpen, overal is aan gedacht om het werk zo ergonomisch verantwoord mogelijk te maken voor de medewerkers. Dankzij de moderne machines is er in verhouding niet veel personeel nodig: handig in tijden van personeelskrapte op de arbeidsmarkt. Bovendien is de focus op duurzaamheid belangrijk. Op dit moment werkt het bedrijf bijvoorbeeld aan een speciale hoes die het verpakkingsmateriaal kan vervangen dat normaliter om de door Bynt gemaakte houtskeletbouwelementen wordt gespannen. Zo’n hoes kan dan simpel gezegd net als een statiegeldfles terug naar de eigenaar zodra het bouwelement op de betreffende bouwplaats is aanbeland.
Plastic afval verminderen
„Dat skeelt in hiel soad plastic ôffal”, weer Miedema. Op alle mogelijke manieren doen ze
hun best zo duurzaam mogelijk te ondernemen. Ervaring met het reilen en zeilen in de bouwwereld hebben beide mannen al tientallen jaren, Miedema begon ooit als timmerman en Jelmer Bruinsma groeide op in het door zijn vader opgerichte Bouwbedrijf Bruinsma in Harlingen. Beide mannen zijn daar ook directeur van: een bouwbedrijf met zo’n 65 medewerkers.
Met het oprichten van Bynt vullen ze een gat in de markt voor duurzame prefab houtskeletbouw.
„Wy binne ûndernimmers en seagen kânsen.” Dat die kansen er ook echt zijn, blijkt wel uit de goed gevulde orderportefeuille met met grote en kleine(re) opdrachten. Er is behoefte aan prefab omdat er onder goed geconditioneerde omstandigheden kant en klare bouwelementen gerealiseerd worden. Niet alleen kan daardoor de bouwtijd aanzienlijk worden verkort, ook wordt het aantal transportbewegingen van en naar de bouwplaats drastisch gereduceerd.
In Nederland is genoeg werk Bynt levert aan Nederlandse bouwbedrijven. Groeien naar het buitenland hoeft niet, er is in Nederland werk genoeg. Bij het Duitse project met de prefab houtskelet-elementen, leverde Bynt het aan een Nederlands bouwbedrijf die het ter plaatse heeft afgemonteerd. Harlingen ligt aan een snelweg, het transport is binnen Nederland prima te doen.
De toekomst ziet er goed uit. De overheid stuurt de maatschappij op vele fronten naar het beperken van fossiele brandstoffen. Goed geïsoleerde houtskeletwoningen leveren ook een bijdrage aan het beperken ervan. „Wy sjogge de takomst mei betrouwen temjitte”, zegt Miedema. www.byntwerkt.nl