
7 minute read
Nelectra in gesprek met COGEN Vlaanderen
from ElektroVisie 2020 nr 3 - NL
by NELECTRA
COGEN Vlaanderen: WKK speelt essentiële rol in Europese langetermijnstrategie
COGEN Vlaanderen is bijna 20 jaar actief als sectororganisatie voor warmtekrachtkoppeling (WKK) en is ondertussen het centrale aanspreekpunt geworden voor alle informatie over WKK en gerelateerde onderwerpen. Wij voerden een -digitaalgesprek met Jean Pierre Boydens (afgevaardigd bestuurder) en Hans Vandersyppe (directeur) rond de recentste projecten van deze -voor onze sectorbelangrijke organisatie.
Als expertisecentrum is COGEN Vlaanderen permanent aan de slag om warmtekrachtkoppeling te promoten en te ondersteunen. Zo organiseerde COGEN in december vorig jaar een studiedag rond het thema ‘Vlaamse industrie en de energietransitie’. Wat was de bedoeling?
Jean Pierre Boydens (JPB): Deze studiedag kaderde in het Europese energiebeleid richting 2050 en het was de bedoeling om aan te tonen welke rol WKK kan spelen bij de transitie naar een duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem in de Vlaamse industrie.
En kan WKK daar een belangrijke rol spelen?
Hans Vandersyppe (HV): Zeker! Het grote voordeel van WKK is dat de in de brandstof aanwezige energie efficiënter wordt benut bij de gezamenlijke opwekking van warmte en elektriciteit. Hierdoor is minder brandstof (primaire energie) nodig dan bij de klassieke gescheiden productie van eenzelfde hoe veelheid warmte en elektriciteit. Dankzij deze primaire energiebesparing zorgt WKK er dus voor dat de CO2-uitstoot gereduceerd wordt. En laat nu net CO²- emissiereductie één van de kerndoelstel lingen zijn van Europa voor een duurzaam energiebeleid.
JPB: In het hele energiedebat lag tot voor de kort de nadruk vooral op groene elek triciteit en dat terwijl warmte goed is voor 50% van het primaire energieverbruik, dubbel zoveel als elektriciteit. Zolang men warmte dus niet verduurzaamt is het onmogelijk om de duurzaamheidsdoel stellingen te halen.
HV: Europa wil tegen 2050 CO²-neutraal zijn en dus worden warmtenetten echt onontbeerlijk in een klimaatneutraal landschap. COGEN ziet hier dus inderdaad een belangrijke rol weggelegd voor WKK, want WKK kan fungeren als bron voor een warmtenet, maar ook als facilitator voor de uitbreiding ervan. Door bijvoorbeeld
gebruik te maken van meerdere WKKeenheden is een geleidelijke opbouw van een warmtenet mogelijk. Daarnaast kunnen ze faciliterend werken bij de uit koppeling van restwarmte uit de industrie. Een WKK kan, tijdens de opbouw van een warmtenet, fungeren als een betrouwbare warmtebron op middellange termijn. Deze zekerheid biedt restwarmte uit de industrie, die meestal geen garanties kan bieden voor levering van warmte op langere termijn, wel de mogelijkheid om op een warmtenet aan te sluiten. Deze troeven maken van WKK een essentieel onderdeel van het energiesysteem. Praktijkvoorbeelden in binnen- en buiten land bewijzen deze duurzame complementariteit tussen warmtenetten en WKK.
Wordt WKK al vaak toegepast?
JPB: In bepaalde sectoren, zoals de glastuinbouw, de industrie en de zorgsector, kent WKK reeds decennialang toepas singen. Aangespoord door de Europese doelstellingen vindt het principe van warmtekrachtkoppeling de laatste jaren ook steeds meer ingang bij kmo’s en op het residentiële niveau.
HV: Met de introductie van concepten als energiedelen en lokale energiegemeen schappen zal WKK ook steeds vaker zijn intrede vinden in appartementsgebouwen en andere vormen van collectieve huis vesting. Bovendien worden WKK’s vaak opgenomen in zogenaamde energiepres tatiecontracten (EPC’s) waarbij het beheer en onderhoud van een gebouw wordt uitbesteed aan een derde partij, vaak een Energy Service Company (ESCO). De investeringen die de ESCO doet om het energieverbruik te reduceren, worden met het uitgespaarde energiebudget terugbe taald op een termijn van 10 à 15 jaar. Deze groeiende interesse en de ruimere geografische spreiding dragen bij tot een geheel van vele kleinere, decentrale pro ductie-eenheden. Dat is een voordeel voor de bevoorradingszekerheid en beperkt de verliezen in het elektriciteitsnet.
En hoe ver staan we in ons land al met WKK?
HV: In België was het opgestelde elektrische WKK-vermogen in 2018 goed voor bijna 3.000 MW. Dit vertegenwoordigt 20% van de elektriciteitsproductie op de

Hans Vandersyppe
Belgische markt. Dat is ongeveer even hoog als dat van de vier kernreactoren van Doel. Bovendien is er een potentieel van nog eens 1.000 MW dat kan worden ontplooid tegen 2030, zeker indien ingezet wordt op een energie-efficiënte modernisering van verwarmingssystemen. Bovendien zal de elektrificatie van de energiesystemen de vraag naar opgesteld elektrisch vermogen verhogen. Voor COGEN moet er dus rekening worden gehouden met WKK als het gaat over de bevoorradingszekerheid. Wanneer de kerncentrales zullen sluiten, bieden niet enkel klassieke gascentrales, maar ook meer efficiënte WKK-installaties een alternatief.
Wat zijn de troeven van WKK?
JPB: Wij stellen vast dat WKK’s steeds flexibeler uitgebaat worden. Een WKKinstallatie hoeft dus niet meer continu te draaien. Onder andere in de tuinbouw sector worden WKK’s vaak opgesteld in combinatie met thermische buffers. Zo kunnen bedrijven inspelen op de noden van het moment in het elektriciteitsnet en vormen de WKK’s een interessante aanvul ling op de intermitterende hernieuwbare energiebronnen.
HV: Naast flexibiliteit is ook synchroniciteit een belangrijke troef van WKK: de vraag naar warmte en de vraag naar elektriciteit vallen vaak samen. Een WKK draait dus doorgaans op het moment dat er ook een belangrijke elektriciteitsvraag is. In
COGEN in het kort
COGEN werd opgericht in 2001. Als ledenorganisatie verenigt ze ruim 150 diverse actoren uit de energiesector: energieleveranciers, WKK-gebruikers en -leveranciers, studiebureaus, onderwijs- en onderzoeksinstel lingen, netbeheerders en andere sectororganisaties. Ook Nelectra is lid van COGEN. Voor ons zetelt onze technisch adviseur Freddy Steenackers in de werkgroep. Bedrijven, overheden en organisaties kunnen op COGEN rekenen voor een objectief advies, het organiseert tal van evenementen en opleidingen, schrijft studies rond actuele thema’s en realiseert op regelmatige basis relevante publicaties. COGEN wordt op verschil lende niveaus beschouwd als centrale vertegenwoordiger van de Vlaamse WKK-sector. Vanuit deze positie verdedigt zij de belangen van alle stakehol ders. Dit gebeurt op regionaal vlak aan de hand van contacten met het Vlaams Energieagentschap (VEA), de VREG en het kabinet van de bevoegde minister. Op federaal vlak wordt in samenwerking met zusterorganisaties overleg gepleegd met de federale beslissingsorganen (o.a. CREG). Het overlegt met de belangrijkste actoren op niveau van de regio’s en op Europees niveau kan het dankzij haar lidmaatschap van COGEN Europe en haar actieve deelname aan verschillen de Europese werkgroepen, het Europees beleid van nabij opvolgen.
de industrie is dit samenvallen van de warmte- en de elektriciteitsvraag niet ver wonderlijk. Bij gebouwenverwarming is er echter ook een duidelijke synchroniciteit tussen de verhoogde vraag naar warmte en een grotere vraag naar elektriciteit in de winter. Bij een verdere elektrificatie van onze warmteproductie door warmtepom pen stijgt dus de vraag naar elektriciteit bijkomend op de momenten dat er een warmtevraag is en WKK’s zijn dan volop aan het draaien. Bij een evenwichtige spreiding van warmtepompen en WKK’s op wijkniveau kunnen de WKK-installaties tijdens zo’n periode lokaal en energie-ef ficiënt elektriciteit opwekken voor de warmtepompen.
Jullie stellen ook dat WKK steeds groener wordt?
HV: Er is inderdaad een evolutie naar vergroening van WKK’s. Doorgaans draait een WKK op aardgas en dus op een fossiele brandstof. De huidige technolo gieën kunnen echter ook perfect werken met groene brandstoffen, zowel de gasvormige als de vloeibare (biomethanol, bioethanol, bieodiesel). Op korte termijn kan biogas een zeer interessant alternatief bieden. Met de opening van de eerste GFT-vergistingsinstallatie die biomethaan – groen gas – in het aardgasnetwerk injecteert, realiseerde IOK in Beerse in dat opzicht een belangrijk pioniersproject voor België. Het zorgt er namelijk voor dat het biogas niet enkel lokaal in een WKK kan worden gebruikt, maar door opwaar dering naar biomethaan via het gasnet als duurzame brandstof kan dienen in WKK’s overal in België.
JPB: Naast biomethaan uit reststromen organisch afval is er nog een andere vorm van groen gas waarvan het belang sterk zal toenemen: het zogenaamde synthetisch gas. Dit gas wordt duurzaam geproduceerd uit overschotten hernieuw bare elektriciteit. Die overschotten zullen toenemen naarmate het aandeel her nieuwbare elektriciteitsproductie stijgt. Via elektrolyse kunnen deze overschotten dan worden omgezet naar groene waterstof, die op zijn beurt kan ingezet worden om

te verwarmen en/of elektriciteit op te wekken (WKK). Waterstof kan nog verder worden opgewaardeerd tot synthetisch methaan, dat ook in het gasnetwerk kan worden geïnjecteerd. Op die manier vormt de gasinfrastructuur een grote buffer voor lange termijnopslag van over schotten groene elektriciteit. Groen gas zal verhandeld kunnen worden op basis van een systeem vergelijkbaar met dat voor groene elektriciteit. Op die manier zullen WKK’s die op de aardgasnetten zijn aangesloten dus ook op groen gas kunnen draaien en zo op een energie-ef ficiënte manier groene stroom en groene warmte opwekken.
JPB : In ieder geval zal het volume aan groene brandstoffen beperkt zijn en dus niet goedkoop. De WKK-technologieën laten toe om met een minimum aan brandstoffen, een maximum aan nuttige energie op te wekken. Ze zijn dus zeker van een toekomst in de energietransitie.
Linda Claeys
