
7 minute read
Technische info
Elektrische leidingen: de Belgische aanduidingen versus de Europese
In het kader van de CPR-regelgeving moet duidelijk aangegeven worden met welke type elektrische leidingen gewerkt wordt. Tot voor kort werden daarbij de Belgische aanduidingen gebruikt, maar steeds meer vindt ook de Europese terminologie ingang bij ons. Opdat u beide aanduidingen goed zou kennen, zetten we ze in dit artikel netjes naast elkaar.
Elektrische leidingen vervullen een primaire rol als transportmiddel van elektrische energie. Ze verbinden de voedingsbronnen, via de beveiligingen en de bedieningstoestellen, met de verschillende aangesloten gebruikers. Er zijn twee grote groepen voor wat betreft het gebruik van elektrische leidingen: - deze die zorgen voor het transport van de elektrische energie; - deze die zorgen voor het overbrengen van informatie; signalisatie en datakabel. Afhankelijk waar en onder welke omstandigheden kabels en leidingen geplaatst en/of gebruikt worden, moeten ze voldoen aan een aantal bijzondere voorwaarden.
Elektrische geleider: een blank of geïsoleerd lichaam bestemd om een elektrische stroom te voeren. Elektrische leiding: samenstel van één of meerdere elektrische geïsoleerde geleiders, kabels, draden of rails-tellen en de elementen die zijn bestemd voor de bevestiging ervan en, zo nodig, hun mechanische bescherming.
Onder elektrische leiding met een veiligheid gelijk aan deze van de klasse II wordt verstaan: - hetzij een elektrische kabel van de klasse II die geen enkele geleidende bekleding omvat, ongeacht het gaat om een mantel, een bepantsering of elke andere bekleding, of deze bekleding uitwendig is of zelf vervat is in een isolerende mantel; - hetzij een elektrische leiding die niet beantwoordt aan de maatstaven van de klasse II, maar een voldoende veiligheid biedt wegens het bijzonder gebruik ervan.
Kabel: samenstel van een of meer geïsoleerde geleiders, hun eventuele individuele mantel, de bescherming van de samenstelling en de beschermende laag of lagen. Additionele ongeïsoleerde geleiders kunnen in de kabel zijn omvat. Eenaderige kabel: kabel met één enkele geïsoleerde geleider. Mantel (van een kabel): doorlopende en eenvormige externe bekleding uit metalen of niet-metalen materiaal, meestal geëxtrudeerd. Pantsering van een kabel: een gedeelte van de bekleding, bestaande uit metalen banden of draden, bedoeld om de kabel te beschermen tegen uitwendige mechanische inwerking. Scherm: geleidende mantel die een of meer geïsoleerde geleiders omhult. Deze geleidende mantel moet een lineair geleidingsvermogen hebben dat bepaald wordt door de desbetreffende door de Koning bekrachtigde of door het NBN geregistreerde norm.
Belgische type aanduiding elektrische leidingen
EU-type aanduiding voor elektrische leidingen

1. Aanduiding in verband met de geharmoniseerde norm:
• H - kabel gemaakt volgens de geharmoniseerde norm • A - niet-geharmoniseerde kabel (nationaal type)
2. Nominale spanning:
• 01 - spanning 100/100 V • 03 - spanning 300/300 V • 05 - spanning 300/500 V • 07 - spanning 450/750 V • 09 - spanning 600/1000V
3. Isolatiemateriaal:
• B - ethyleen-propyleenrubber • G - ethyleen/vinylacetaatcopolymeer • J - glasvezelvlecht • N - vlamvertragend neopreen • N2 - speciaal polychloropreenmengsel voor coatings van laskabels • N4 - gechloorsulfoneerd polyethyleen of gechloreerd polyethyleen • R - gewoon ethyleen-propyleenrubber • S - siliconenrubber • T - textielvlecht
• V - polyvinylchloride (pvc) • V2 - hittebestendig polyvinylchloride (pvc) • V3 - polyvinylchloride voor kabels gelegd bij lage temperaturen • V4 - gecrosslinkte polyvinylchloride (pvc) • V5 - speciaal oliebestendig polyvinylchloride • Z - gecrosslinkt polyolefinemengsel met lage gasemissie • Z1 - thermoplastisch polyolefinemengsel met lage gasemissie
4. Metaalcoating:
• C - coaxiale koperader • C4 - koperen afscherming in het midden
5. Niet-metalen coating:
• B - ethyleen-propyleenrubber • G - ethyleen/vinylacetaatcopolymeer • J - glasvezelvlecht • N - vlamvertragend neopreen • N2 - speciaal polychloropreenmengsel voor coatings van laskabels • N4 - gechloorsulfoneerd polyethyleen of gechloreerd polyethyleen • Q - polyurethaan • Q4 - polyamide • R - gewoon ethyleen-propyleenrubber • S - siliconenrubber • T - textielvlecht • V - polyvinylchloride (pvc) • V2 - hittebestendig polyvinylchloride (pvc) • V3 - polyvinylchloride voor kabels gelegd bij lage temperaturen • V4 - gecrosslinkte polyvinylchloride (pvc) • V5 - speciaal oliebestendig polyvinylchloride
• Z - gecrosslinkt polyolefinemengsel met lage gasemissie • Z1 - thermoplastisch polyolefinemengsel met lage gasemissie
6. Bouw van de kabel:
• Geen markering gebruikt voor ronde kabels • H - platte, deelbare kabel • H2 - platte, ondeelbare kabel • H6 - platte kabel met 3 of meer aders
7. Materiaal van de aders:
• A - Aluminium • Het streepje “-” zonder extra belettering geeft aan dat de ader is gemaakt van koper. Tegelijkertijd moet worden opgemerkt dat het streepje zelf ook een overgangselement is tussen de beschrijving van de isolatie en constructie van de kabel en de interne beschrijving van de ader.
8. Structuur van de ader:
• D - flexibel gebruikt in laskabels • E - bijzonder flexibel gebruikt in laskabels • F - flexibel voor kabels (klasse 5) • H - bijzonder flexibel voor kabels (klasse 6) • K - flexibel voor permanent aangelegde kabels (klasse 5) • R - stijf gedraaid met meerdere draden • U - rond met enkele draad
9. Numerieke aanduiding van het aantal aders in de kabel
10. Beschermende ader -G - geelgroene beschermende ader • X - geelgroene beschermende ader ontbreekt • U - rond met enkele draad
11. Numerieke aanduiding van de aderdiameter in de kabel
Rudy Van den Bergh
Innovation & Training manager Electro-Test

Laadpalen, deel 3 Een publiek laadpunt: wat en hoe ?
Bedrijven investeren vandaag in laadpunten zowel voor hun medewerkers als voor bezoekers. Een laadstation op een publiek toegankelijke parking kan men echter bezwaarlijk ‘gratis’ blijven aanbieden. Dat verwacht men ook helemaal niet: wie met een benzinewagen langskomt kan ook niet gratis tanken. Op sommige locaties kan het dan ook lucratief zijn om een ‘publiek’ laadpunt te installeren.
Elke dag worden bijkomende laadstations geplaatst al dan niet op afgesloten parkings bij bedrijven. Deze stations hebben vooral tot doel de eRijder goed te ontvangen. Hospitality ten top! Deze extra service hoeft echter niet gratis aangeboden te worden. De bestuurder van een elektrisch voertuig is immers reeds lang overtuigd van het adagium “laden waar men stopt” in plaats van “stoppen om te laden”. De bedrijfsleider van zijn kant wil tegelijk vermijden dat de gehele buurt te pas en te onpas zijn/haar elektrisch voertuig komt laden. Maar hij kan er ook voor kiezen om - ’s avonds of in het weekend- zijn investering ter beschikking stellen van de omwonenden. Al was het maar om de productie van zonne-energie gedeeltelijk te kunnen ‘verkopen’ en een deel van de kosten terug te winnen.
Welke installatie voorzien?
Het is daarom van belang het laadstation te koppelen aan een Back Office Systeem (BOS), zodat monitoring, beheer en verrekening van laadbeurten mogelijk wordt. De allereerste vereiste hiervoor is natuurlijk dat we handelen met een ‘intelligent’ laadstation dat in staat is via OCPP (Open Charge Point Protocol) te communiceren met dit BOS. Om deze koppeling te realiseren is een stabiele internetverbinding noodzakelijk ofwel via 4 G ofwel via LAN. Het is daarom aan te raden standaard bij de installatie van voedingskabels een UTP cat 6 mee te voorzien. Deze laatste wordt, ook met het oog op loadbalancing, best stervormig aangelegd, en niet van station tot station.
Welke functies zijn nuttig?
Het is vanzelfsprekend ook belangrijk welk BOS gekozen wordt, zowel qua prijs als qua functionaliteiten (het is mijn ervaring dat het niveau van het eerste meestal recht evenredig is met het tweede). Belangrijke aspecten bij deze keuze zijn o.a. de gedetailleerdheid van de gemonitorde data: wie, wat, wanneer, van hoe laat tot hoe laat, met welke laadsnelheid... Ook de mogelijkheid tot prijsdifferentiatie en whitlists kan handig zijn om bijvoorbeeld de directiepasjes gratis toegang te verlenen of om de pasjes van medewerkers van een voordeelprijs te laten genieten. Verder kan ook interoperabiliteit, waardoor pasjes van verschillende aanbieders bruikbaar worden, heel handig zijn. Als investeerder krijgt men een inlogcode om zelf onder meer prijzen in te stellen en een overzicht te krijgen van alle transacties. Daarnaast is de mogelijkheid om remote en direct in te grijpen door de BOS-beheerder een cruciaal criterium, net zozeer als de 24/24 bereikbaarheid van de hulplijn (de tussenkomst van een algemeen callcenter biedt immers niet meteen soelaas als er echte technische problemen opduiken... meestal beperkt men zich daar tot ‘eerstelijnszorg’.)

En de kostprijs?
Een Back Office Systeem ontwikkelen, up-to-date houden en het beheer onder controle houden, kost handenvol geld. Een M2M 4G-connectie is niet gratis en daarom is er een maandelijkse kost verbonden aan de BOS-connectie. Met deze permanente kost dient dus ook rekening gehouden te worden bij het opstellen van een businessmodel. Een publiek laadstation plaatsen, vergt dus meer dan wat hardware.... meer zelfs, het lukt niet zonder adequate software.
Alex De Swaef
Alex De Swaef is zaakvoerder van EV-Point, stichtend lid van OpenChargePoint.be, zaakvoerder van Group Solar en is ook lesgever bij Syntra.