6 minute read
HRPBW: “Niemand wil zijn werknemers in gevaar brengen!”
Veiligheid en welzijn op het werk zijn een absolute prioriteit voor Nelectra en dat uit zich op meerdere vlakken! Zo ontwikkelden wij recent nog een aantal veiligheidsaffiches, kunnen leden bij ons terecht voor veiligheidsinstructiefiches en bieden wij hulp bij het maken van risicoanalyses. Daarnaast wordt ook het nodige adviserend werk verricht in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (HRPBW), waarin onze gedelegeerd bestuurder, Viviane Camphyn, namens Unizo zetelt. Maar wat doet die raad nu precies? En wat kunnen zij voor ons betekenen?
Viviane Camphyn nodigde Karel Van Damme (voormalig Adviseur-Generaal in de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg (FOD WASO) en nu voorzitter van de HRPBW) en Nadine Gilis (Adviseur-Generaal in de FOD WASO en secretaris van de HRPBW) uit in de Nelectra-kantoren te Vilvoorde en ging met hen rond de tafel zitten voor een gesprek over het belang van veiligheid, preventie en bescherming op het werk.
Het belang van een adviesorgaan
Het is eerst en vooral belangrijk om te weten waar de HRPBW nu eigenlijk voor staat. Nadine Gilis verwoordt het als volgt: “De HRPBW is een interprofessioneel adviesorgaan dat moet geraadpleegd worden wanneer een ontwerp van koninklijk of ministerieel besluit met betrekking tot welzijn op het werk opgesteld wordt. In dat orgaan zetelen werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers, aangevuld met deskundigen inzake welzijn op het werk van de FOD WASO. Ook vertegenwoordigers van organisaties die actief zijn in één of meerdere domeinen van het welzijn op het werk nemen deel aan de activiteiten van de HRPBW. Voor bepaalde specifieke problemen of doelgroepen, worden soms zelfs ad hoc werkgroepen opgericht, waarbij ook deskundigen kunnen uitgenodigd worden die beschikken over bijzondere kennis over dat specifieke probleem of die doelgroep. Op die manier wordt ervoor gezorgd dat er altijd voldoende expertise rond de tafel zit. Dat zorgt ervoor dat er telkens een breed overleg is waarbij alle essentiële zaken in overweging genomen worden tijdens het opmaken van een advies. Het uitgangspunt van dat verplicht advies (en bij uitbreiding van de regelgeving die daarop gebaseerd zal zijn) is altijd de bescherming van de werknemers.”
“Alle ontwerpen, voorstellen en vragen over welzijn op het werk moeten dus eerst naar de HRPBW die daar dan een officieel advies over formuleert,” vult Karel Van Damme aan. “Aan de hand van dat advies bekijkt de minister waar hij rekening mee moet houden en of hij het ontwerp nog moet aanpassen.” Het is daarbij uitermate belangrijk om een unaniem advies voor te kunnen leggen, benadrukken onze gesprekspartners. Want als werknemers en werkgevers het eens zijn, dan wordt het gewicht van het advies zeer groot.
Vragen van Nelectra
De ontwerpen, vragen en voorstellen komen niet alleen van de minister. Iedere betrokken partij kan een vraag of een voorstel formuleren en voorleggen aan de HRPBW.
“Dan heb ik al meteen een vraag,” pikt Viviane Camphyn daar onmiddellijk op in. “Wij hebben gezien dat de lijst ‘ongezond en gevaarlijk werk’ van de FOD WASO nodig geactualiseerd zou moeten worden. Kunnen we daarvoor bij de HRPBW terecht?”
En dat kan. De HRPBW kan immers op eigen initiatief een advies opgeven en doorgeven aan de minister. “Wij vinden alle input die rechtstreeks uit een sector komt, altijd uitermate interessant. Dit soort input is zeer waardevol,” is Karel Van Damme meteen enthousiast. En onze gedelegeerd bestuurder heeft nog een vraag: “In de Codex ‘Welzijn op het werk’ met betrekking tot brandpreventie op de arbeidsplaatsen vinden wij de risicoanalyse niets terug over elektrische voertuigen of laadsystemen en hun risico’s. Wij zetelen ook in de Hoge Raad voor beveiliging tegen Brand en Ontploffing, waar onze vertegenwoordiger Eric Claus hier regelmatig de nodige aandacht voor vraagt maar moet dit ook niet nader bekeken worden in de HRPBW?”
Nadine Gilis: “In de Codex ‘Welzijn op het werk’ wordt uiteraard wel aandacht besteed aan preventie en brand, maar misschien is er ondertussen één en ander gewijzigd en is het nuttig om na te kijken of de formulering hierin nog steeds up-to-date is en voldoende rekening houdt met de nieuwe wetenschappelijke inzichten en technieken. Het is best mogelijk dat de huidige formulering niet alles meer omvat.”
“We hebben inderdaad in de algemene prioriteitennota van de HRPBW genoteerd dat we rekening moeten houden met nieuwe technieken,” weet Karel Van Damme. “Die brengen immers nieuwe risico’s met zich mee. Sommige daarvan worden door andere reglementeringen van de Codex geregeld en ook hierover wordt ons advies gevraagd. Toch moet telkens bekeken worden of de huidige formuleringen volstaan om alles te vatten.”
Nadine Gilis: “Dat is bijvoorbeeld een relevante vraag die Nelectra zelf aan juristen van de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD WASO kan stellen. Dan krijgt u daarover een advies, waarin men vertelt waar u het antwoord in de Codex kan terugvinden. Mocht het zo zijn dat de huidige reglementering niet meer volstaat en dat er een aanvulling of aanpassing nodig is, dan zal de administratie een voorstel doen naar de minister om de Codex aan te passen. De minister zal in dat geval ook het advies van de HRPBW dienen in te winnen.”
“De perfecte manier om alles up-to-date te houden én om de betrokkenheid van de mensen op het terrein te vergroten,” besluit Karel Van Damme. “Er zit heel veel expertise in alle sectoren en het is een hele uitdaging om alles samen te krijgen.”
Mentaliteit
op het werk informeren van onze bedrijven zodat zij doordrongen zijn van het belang van preventie met betrekking tot veiligheid en welzijn. Hoe zouden jullie bedrijven ervan overtuigen om nog meer aandacht te besteden aan veilig werken en aan preventie hiervan?”
“Puur menselijk is het duidelijk: niemand wil zijn werknemers in gevaar brengen. De overgrote meerderheid van de werkgevers wil hun werknemers zeer actief beschermen tegen ongevallen of ziekte. Dat is ook hun verantwoordelijkheid. Maar tegelijkertijd beseffen wij dat ze daarbij alle hulp kunnen gebruiken. Soms moeten werkgevers en werknemers zelf nog overtuigd worden van het belang van preventieve maatregelen,” aldus Karel Van Damme.
De rol van het onderwijs
Nadine Gilis ziet daarin trouwen ook een grote rol weggelegd voor het onderwijs:
“Je kan niet vroeg genoeg beginnen met het creëren van het bewustzijn omtrent de noodzaak van preventie. Hoe vroeger dat begint, hoe beter dat is voor de mentaliteit later op het werk.”
“Ik ben oprecht blij dat u het belang van het onderwijs onderstreept, vooral nu er daar bespaard wordt op veiligheid,” kaart Viviane Camphyn een prangend probleem aan. “Jarenlang werden via ons paritair vormingsorgaan gratis VCA-examens voorzien, maar recent werd hiervoor door het kabinet onderwijs geen financiering meer voorzien. Ik vind het ontzettend jammer dat net daarop bespaard moet worden, want dit initiatief was voor alle partijen (werkgever, leerling/toekomstige werknemer en leerkracht) een positieve zaak.”
Samenwerken
“Dat klopt,” bevestigt Nadine Gilis. “Niet zelden moet een nonchalante mentaliteit doorbroken worden. De gewoontes in een bedrijf wegen soms ook door, maar daar kan de werkgever het verschil maken door het goede voorbeeld te geven en zelf manieren te zoeken om werknemers te stimuleren. Eventueel via incentives of beloningen.”
“En vooral ook via uitleg,” benadrukt Karel Van Damme. “We kunnen niet genoeg benadrukken dat communicatie cruciaal is. Beschermende kledij is bijvoorbeeld niet altijd comfortabel, maar wie doordrongen is van het belang ervan, zal die niet achterwege laten. Daarom hebben we bij de HRPBW veel aandacht voor de opleiding en de begeleiding van onze preventieadviseurs, want een goede preventieadviseur moet ook het communiceren onder de knie hebben.”
Tot slot pleit Viviane Camphyn voor een nog betere samenwerking over alle sectoren heen: “Iedereen ziet best in dat het maken van een risicoanalyse arbeidsongevallen kan vermijden. En deze samenwerking kan ook via de HRPBW worden bevorderd, want als we concrete resultaten willen boeken, mogen we niet allemaal op ons eigen eiland blijven zitten.” Karel Van Damme en Nadine Gilis bevestigen heb belang van samenwerking: “Met de HRPBW werken wij veel en intens samen met heel wat sectoren. Wij zijn geen theoretici en beschikken over een breed netwerk. Maar de expertise zit overal en er kruipt heel wat tijd in samenwerking, terwijl de tijdsdruk soms heel hoog is.”
Maar iedereen is het erover eens: samenwerking is beter voor alle partijen! En met dit goede voornemen voor 2023 sloten de gesprekspartners dit gesprek af.
Betrokkenheid is inderdaad uitermate belangrijk, bevestigt ook Viviane Camphyn: “Wij zetten heel hard in op het
Dit artikel is de samenvatting van een uitgebreid gesprek waarin ook andere onderwerpen aan bod kwamen. Zo werd er ook gepraat over de veiligheid van zelfstandige eenpersoonszaken en over de minder bonafide bedrijven. Ook de controles kwamen aan bod: is het de bedoeling om te coachen of om te bestraffen?
Wil u daar meer over weten? Dan vindt u het vervolg van dit gesprek op onze website.