Verlichting De gemeente Den Haag, de Universiteit van Tilburg, Rabobank Westland en het Kennemer Gasthuis. Ze nemen allemaal deel aan het pilotproject ‘facilitair managers en verlichting’, van Agent-
Deelnemers delen kennis over overstap naar energiezui
Fm’ers steken licht
schap NL. Doel van dat project is om inzicht te krijgen in wat er bij de overstap naar energiezuinige verlichting allemaal komt kijken. De deelnemers leren veel van elkaar en brengen dat geleerde op eigen wijze in de praktijk. ‘Energie verbruiken is niet erg, maar doe dat dan wél op een verantwoorde manier.’
Wat zijn de succes- en faalfactoren tijdens het vervangingsproces bij de overstap naar energiezuinige verlichting? Die vraag staat centraal in het pilotproject ‘facilitair managers en verlichting’. Agentschap NL heeft acht organisaties van zeer divers pluimage bijeen weten te brengen. Die komen in de periode van september 2010 tot en met april 2011 vier keer bij elkaar, onder begeleiding van een adviesbureau. In die bijeenkomsten wisselen ze ervaringen uit en delen ze kennis. Voor alle deelnemers geldt dat ze actief aan de slag zijn – of gaan – met de vervanging van hun verlichting. De diverse uitkomsten worden gedeeld, zodat andere facilitair managers er óók wat van op kunnen steken. Eric Thomassen is hoofd onderhoud en beheer én energiecoördinator aan de Universiteit van Tilburg. ‘Wij nemen deel aan de meerjarenafspraak, hebben ook een energie-efficiëncyplan geschreven’, vertelt Thomassen. ‘Het streven is om twee procent per jaar aan energie te besparen. Eén van de kansen om dat te doen is voor ons verlichting. Wij zijn vooral in het pilotproject gestapt om te kijken wat er allemaal mogelijk is en wat we van anderen kunnen leren.’ Daarbij laat de onderwijsinstelling zich bij voorkeur leiden door bewezen technologie. ‘Zo zijn we nog heel erg afwachtend voor led-lampen op kantoren. Je kunt wel zeggen dat een kleinere lamp dertig
26
NR 251 - 2011
Rabobank hoopt een energiebesparing van 10 procent te realiseren.
procent minder energie verbruikt, maar als dat betekent dat je óók dertig procent minder licht hebt, dan doe ik wel gewoon twee lampen uit’, klinkt het nuchter.
Loont het? Thomassen beseft dat er qua energiebesparing nog heel wat te winnen valt. ‘Wij hebben gebouwen van veertig jaar oud, renoveren veel. Daarbij wegen we wél steeds af of het loont. Er wordt hier aardig wat budget voor vrijgemaakt. Ons college heeft duurzaamheid duidelijk op de agenda staan. Daardoor kunnen we het goede voorbeeld geven. ‘Understanding society’ is niet voor niets ons credo.’ Verlichting speelt op de universiteit een basale rol. ‘Mensen moeten voldoende licht hebben’, stelt de energiecoördinator. ‘We proberen waar mogelijk daglicht toe te passen en werken ook met aanwezigheidsdetectie. We vragen ons af of we niet te véél licht hebben, of we
WEEKBLAD FACILITAIR
de energie niet verspillen.’ De universiteit stelt zich voor wat betreft energiebesparing daadkrachtig op. Thomassen: ‘We hebben onze verlichting goed in kaart gebracht, weten waar onze besparingskansen liggen. En dan is het een kwestie van gewoon doén. Zo hadden we hier een gebouw met 300 versleten pl-armaturen. Daarover hebben we uitgebreid contact gehad met Philips. We moesten zowel de lampen als de armaturen vervangen. De oplossing hebben we uiteindelijk gevonden in led-spots. We hebben eerst een aantal maanden een proefopstelling gehad en de vervanging daarna helemaal doorgevoerd. Daarbij konden we van 300 lampen terug naar 200. Zo bespaarden we energie, ging het verlichtingsniveau omhoog, zag het er esthetisch allemaal prima uit én hebben we bijna geen onderhoud meer.’ Waar de Nederlandse universiteiten onderling al veel overleggen, kijkt die van Tilburg