DOEN is een uitgave van Stichting voorzieningen voor verstandelijk en meervoudig gehandicapten Zwolle e.o
DOEN UITGAVE -01 - 2020
Inhoudsopgave Voorwoord
P 02
Van de redactie
P 04
Lastige ouders
P 06
Het is de Normaalste zaak
P 08
BiM methode
P 14
Sprakeloos 1
P 18
Amer 45
P 20
Buiten het werk
P 26
Paardrijden
P 28
Stijn Hollink
P 32
Cyclisch werken
P 36
Kapsalon Kameel
P 38
Sprakeloos 2
P 40
Massage Sylvia
P 42
Kerstmarkt
P 44
Stagiaires
P 46
1
DOEN, ONS NIEUWE MAGAZINE! Toen we enige tijd geleden met elkaar om tafel zaten werd het idee geopperd om een nieuw nieuwsorgaan te lanceren van de Stichting Voorzieningen voor Verstandelijk en Meervoudig Gehandicapten Zwolle e.o. En dat willen we eigenlijk om twee redenen. Ten eerste vinden we dat we nog elk jaar groeien in professionaliteit. Dat vinden we niet alleen zelf, maar we krijgen dat ook terug van ouders, verwijzers en instanties als het zorgkantoor. En bij een professionele organisatie hoort een professioneel nieuwsorgaan. Ook in gedrukte vorm willen we laten zien dat we ons serieus inzetten om elke dag goede zorg en begeleiding te leveren. Maar nog belangrijker dan een professionele uitstraling vinden we de betrokkenheid van ouders en verwanten. Een grotere gezamenlijke betrokkenheid betekent een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid. Maar om betrokken te zijn en te blijven moet je weten wat er speelt en moet je breed op de hoogte zijn van hoe we die dagelijkse professionele zorg vormgeven. Met deze uitgave willen we de figuurlijke deur nog verder open zetten en u meenemen in wel en wee en lief en leed. We hopen dat u de verhalen met warme interesse leest. We hebben het magazine DOEN gedoopt. Het woord geeft dynamiek aan en beweging, maar ook wilskracht en besluitvaardigheid, allemaal typeringen die zeker slaan op onze Stichting. Niet voor niets hanteren we de slogan We DOEN het gewoon. Deze eerste uitgave van het nieuwe magazine komt uit in een bizarre tijd. Het coronavirus beheerst voor een zeer groot deel ons leven. Iedereen doet zijn of haar uiterste best om zo goed en gezond mogelijk door deze periode heen te komen. Misschien is het uitkomen van de DOEN voor u als lezer een aangename afleiding. Wij hopen dat u met heel veel interesse deze DOEN zult lezen. Voel u volledig vrij te reageren op dit nieuwe blad. Veel reacties is een teken van grote betrokkenheid en het kan ons alleen maar helpen een nog beter en mooier informatiemagazine voor u te maken. Veel leesplezier! Joan Albrecht, directeur
2
VAN DE REDACTIE
We zijn er zeer trots op dat u aan het lezen bent in het allereerste exemplaar van de DOEN. ‘We’, dat is de redactie van dit magazine. De redactie bestaat uit een groep medewerkers van de Stichting Voorzieningen, aangevuld met tekstschrijver Bert Middelbos en fotograaf Raymond van Olphen. Alle redactieleden waren vrij om onderwerpen aan te dragen van dát stukje van de organisatie dat ze vertegenwoordigen. Het criterium was dat je trots moest zijn op het onderwerp en dat de verzameling een brede inkijk zou moeten geven op het veelzijdige en brede werk van de Stichting. En er bleek zo ontzettend veel om trots op te zijn dat we zelfs een schifting hebben moeten maken. Dat is niet erg, want we gaan er van uit dat we nog veel DOEN’s in de toekomst gaan maken. We hebben er voor gezorgd dat er veel beeldmateriaal in dit magazine te zien is. Soms vertellen beelden een mooier en zelfs completer verhaal dan woorden. Het criterium voor de selectie van de foto’s is dat ze allemaal voor een glimlach op de redactie gezichten moesten zorgen. We hopen dat dat bij u geldt voor het gehele magazine. Neem rustig de tijd om het in zijn geheel door te nemen en laat ons alstublieft weten hoe u de DOEN heeft ervaren. Ook staan we open voor suggesties voor een volgende aflevering. Het is in elk geval zeker dat we die met evenveel plezier gaan maken als deze eerste editie. Reacties kunt u mailen naar redactie@de-kameel.nl . Of bel 038-4537809. www.de-kameel.nl Met een hartelijke groet van de redactie van de DOEN, Carlieke Wieferink, Lotte van Baal, Sabrina Visser, Nienke Harmsen, Femke Postma, Marjon Burgmeijer, Raymond van Olphen, Bert Middelbos en Lisa Nijenkamp.
3
Lastige ouders? Voor de jaarlijkse ouderavond van de Stichting, georganiseerd door de cliĂŤntenraad, waren ouders, medewerkers en verdere naastbetrokkenen uitgenodigd om in theater Odeon in Zwolle het theaterstuk Lastige Ouders te bekijken. Er werd nog lang over na gesproken.
4
René Scholte is voorzitter van de cliëntenraad.
Als moeder van een verstandelijk gehandicapt kind is actrice Marike van Weelden ervaringsdeskundige. Samen met theatermaker Pieter Tiddens heeft zij haar dagboeken bewerkt tot de voorstelling Lastige Ouders. Om een representatief en breed beeld te schetsen, spraken Marike en Pieter in de voorbereiding met diverse ouders en hulpverleners over hun ervaringen met gehandicapte kinderen. Deze ervaringen zijn verwerkt in het verhaal van de voorstelling.
René: ‘De cliëntenraad heeft tijdens de jaarlijkse ouderavond maar één doel. Ouders, hulpverleners en geïnteresseerden met elkaar in contact brengen om zo in gesprek te komen en ervaringen uit te wisselen. Het toneelstuk Lastige Ouders was hier een hele mooie aanleiding voor. Uit reacties achteraf van ouders blijkt dat het naadloos aansluit bij het acceptatieproces dat de meesten zullen herkennen. De stiltes die tijdens het toneelstuk plaatsvonden waren erg indrukwekkend, er werd nagedacht over hetgeen ze zojuist gezien hadden. De cliëntenraad was erg blij met de enorme opkomst en de inhoud van de avond. We hebben het doel hiermee zeker bereikt.
Als het indrukwekkende en vaak zeer ontroerende toneelstuk is afgelopen volgt een warm applaus en neemt de zaal afscheid van het duo Marike en Pieter. Na afloop komen de gasten de foyer in om een drankje te drinken met elkaar. De redactie van DOEN vroeg aan een paar aanwezigen hun reactie.
In Lastige Ouders nemen Marike van Weelden en Pieter Tiddens je mee in hoe het is om met een kind te leven dat voortdurende zorg nodig heeft. Een persoonlijk verhaal over hoe groot liefde en geluk kunnen zijn. Het is het verhaal van een moeder en een vader. Ouders van de liefste jongen ter wereld. Hij kan vreselijk goed zwemmen en kijkt recht in je ziel. Veertien jaar is hij. Maar zijn hoofd zit zo vol herrie dat hij misschien wel altijd twee zal blijven.
5
Sjoukje (moeder van een cliënt van de Stichting):
‘’Het greep mij soms wel aan, wat er in de voorstelling naar voren kwam.’’ Maaike is blij dat zij en haar man veel van de behandelde problemen in de voorstelling niet hebben hoeven meemaken. Het lange wachten is wel herkenbaar. Zo heeft ze bijvoorbeeld heel lang moeten wachten op goedkeuring van de gemeente voor een tandemfiets voor haar zoon. ‘’Dat is wel frustrerend. Maar zo leuk dat we nu samen kunnen fietsen!’’
“Mooi, maar niet per sé herkenbaar”. Voor Sjoukje was het stuk over het lopen op het tandvlees bij vermoeidheid erg herkenbaar. Nadat de diagnose van hun zoon bekend werd kwam er rust. Sjoukje en haar man hebben een goede plek gevonden waar hun zoon zich prettig voelt en hierdoor kwam de rust in het gezin weer terug. In de voorstelling werd er ingezoomd op falende specialisten en artsen in het ziekenhuis. Sjoukje; “Wij hebben de ziekenhuisbezoeken niet op die manier ervaren met onze zoon. Ik herken de onmacht, nog niet weten wat ons te wachten staat met de diagnose en met onze zoon. Maar uitgaand van het allerergste is alles een cadeautje! Hij kan zoveel, dat hadden we nooit verwacht”.
Maaike, (moeder van een cliënt van de Stichting.)
6
Hennie, (begeleider Niloka):
“Ik had het zusje in dit verhaal kunnen zijn”. Een emotioneel verhaal, met een vleugje humor. Een voorstelling die mij geraakt heeft. In het verhaal vertelde het zusje Janneke dat zij ook wilde dat zij gehandicapt was. Femke herkende dit; “Alle aandacht ging naar mijn gehandicapte zus. De dilemma’s waar ouders met een gehandicapt kind tegenaan lopen, herkende ik. Zo ging het bij ons thuis ook”.
‘‘Pak dat kind toch eens aan!’’, is wat Hennie als begeleider van jongeren van de Niloka ook wel te horen krijgt. De voorstelling laat zien dat dit niet altijd zo simpel is. Mensen die zelf niet direct met iemand met een beperking te maken hebben zijn vaak onwetend. Het ‘gehannes’ wanneer je als ouder met je kind bij een arts komt. Hoe artsen vervolgens met ouders omgaan, zijn verhalen die Hennie wel vaker heeft gehoord wanneer zij hier met hen over praat. Ze vond het een mooie herkenbare voorstelling.
Femke (zus van een cliënt van de Stichting):
7
8
Het is de Normaalste Zaak in Hattem In het centrum van Hattem, midden in de Kerkstraat, vind je de Normaalste Zaak. Een normale zaak met toch wel een bijzondere uitstraling. Het betreft een lunchroom en koffiehuis, gerund door mensen met een verstandelijke beperking en hun begeleiders. De Normaalste Zaak gaat voor een vanzelfsprekende ontmoeting tussen bezoekers en de speciale doelgroep die er werkt. Naast het serveren van koffie en thee hanteert de Normaalste Zaak een eenvoudige lunchkaart waarbij de nadruk ligt op vers en gezond. Bij de Normaalste Zaak kan je ook terecht voor het bestellen van heerlijke taarten.
9
10
De cliĂŤnten die er werken hebben allemaal een belangrijke taak die aansluit bij hun eigen mogelijkheden. Voor de een is dat de bestelling opnemen en uitserveren en een ander helpt in de keuken met het bereiden van de gerechten. Iedereen heeft een onmisbare rol in het functioneren van de Normaalste Zaak en dat geeft voor de doelgroep een groot gevoel van eigenwaarde en een volwaardig deel uitmaken van de maatschappij.
11
De Normaalste Zaak is geopend van dinsdag tot en met zaterdag van tien uur tot half vijf en is gevestigd aan de Kerkstraat nummer 39. De ontmoeting is minstens even belangrijk als het kopen van een consumptie, dus even op adem komen met je eigen meegebrachte lunch is daar de normaalste zaak. Inmiddels heeft de Normaalste Zaak een uitbreide klantenkring. En wie kan het koffiehuis nou beter beoordelen dan de klanten zelf. Daarom vroegen we een paar regelmatige bezoekers om hun mening. En dat leverde de volgende hartverwarmende quotes op.
“Niet alleen ik, maar ook mijn hond geniet van de bezoekjes aan de Normaalste Zaak. Ik met een kop koffie en mijn hond met alle aandacht en knuffels van de medewerkers”. “Wat een heerlijk gebak! Ik heb al meerdere keren een taart besteld, maar ik kom ook graag voor een kopje koffie in de zaak”. “In de Normaalste Zaak is altijd ruimte voor een praatje. Ik geniet van het gezelschap”. “De Service is elke keer top!” “Sinds het bestaan van de Normaalste Zaak is dit de plek waar ik wekelijks op bezoek ga voor een kopje thee. Een mooie tussenstop voor mijn uitstapje naar de supermarkt”.
“Ik kom elke week voor een gebakje, het is een feestje om hier te zijn”. “Je voelt je bij binnenkomst direct welkom”. “Hier wordt gewerkt met fantastische mensen”.
Het is aan u als lezer om zelf eens te ervaren of de gevraagde klanten gelijk hebben.
“Mooie zaak waar gewoon en bijzonder elkaar kunnen ontmoeten”. “De afwisseling in cadeautjes maar ook gebak brengt iedere keer iets nieuws”.
12
13
DE BIM METHODE Muziek is echt overal goed voor !
14
BiM staat voor Beleven in Muziek. Het is een lichaamsgerichte methode met instrumentale muziek. De methode wordt ingezet voor contact maken, communiceren, alert maken en houden, ontspanning en bewustwording van het lichaam.
15
16
Muziek, het is echt overal goed voor. Het kan ontroeren en perfect aansluiten bij een gevoel dat je hebt. Het kan blijdschap brengen, enthousiast maken en aanzetten tot bewegen. We kunnen ons erop uitleven, erop dansen, loeihard meezingen, … muziek kan ons een gevoel van ‘bevrijding’ brengen. Wat is een feestje zonder muziek? Wat is een eenzame autorit zonder muziek? Wat is überhaupt een dag zonder muziek? Zijn er eigenlijk wel rechtstreekse negatieve aspecten verbonden aan het medium muziek? Voor kinderen met een beperking is dit gevoel wat betreft muziek niet anders, integendeel. Het is fantastisch om met hen op een laagdrempelige manier aan de slag te gaan met muziek of gewoon ‘plezier te maken’. Voor volwassenen en kinderen met een verstandelijke beperking is de wereld soms moeilijk te begrijpen door de vele prikkels die er op hen af komt. Het gevoel van veiligheid en vertrouwen kan hierdoor verstoord zijn. Door de fysieke beleving van de muziek tijdens de BiM-activiteit ervaart de cliënt zijn of haar eigen lichaam, waardoor de ontwikkeling van lichaamsbewustwording wordt gestimuleerd. Dit draagt bij aan een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Daarmee levert BiM een positieve bijdrage aan het lichamelijke,
emotionele en sociale welzijn. De BiM methode is ontwikkeld door Patrick Meuldijk, vakleraar muziek in het speciaal onderwijs. Hij ontdekte dat muziekbeleving intenser wordt als deze tegelijkertijd wordt gecombineerd met een prikkel die tastbaar is. In november 2019 en januari 2020 hebben een tweetal groepen begeleiders en vakgerichten van de Kameel en de Niloka de BiM cursus gevolgd. Door zelf de methode te ervaren en met de uitvoering te oefenen werd dit hen eigen gemaakt om het vervolgens in de praktijk op de eigen groep te kunnen inzetten. Tijdens de BiM activiteit laat de begeleider de cliënt de muziek ervaren door de elementen in de muziek te 'vertalen'. Door middel van ritme, tempowisselingen, variatie in hard, zacht, snel en langzaam ervaart de cliënt de klankeigenschappen van de muziek op het lichaam. Hierbij kan de begeleider gebruik maken van materialen en geuren, passend bij de sfeer van de muziek of het thema. Alle zintuigen worden aangesproken; ruiken, voelen, horen, zien. De BiM activiteit kan zowel individueel als in groepsverband gedaan worden. Want, hoe je het ook beoefent of ondergaat, muziek is echt overal goed voor!
17
SPRAKELOOS
18
19
20
Amer 45, een gewoon huis in een gewone buurt Als ik op een heldere zaterdagmorgen de auto parkeer voor Amer 45 in Zwolle is er nog niets opvallends te bekennen. Een doodnormaal rijtjeshuis in een doodnormale nieuwbouwwijk. Als ik richting de voordeur loop wordt deze ineens open gezwaaid en staan er twee precies dezelfde jongens me op te wachten.
21
Het zijn de tweelingbroers Janoah en Milas. Luidruchtig word ik binnengehaald en bestookt met vragen. Wie ik ben, wat ik doe, waarom ik doe en hoezo? Iets bescheidener, maar met een grote glimlach wordt mij een ‘bakkie’ aangeboden door Roy, de oudste bewoner. Op mijn vraag of dit alle bewoners zijn van Amer 45 rent de tweeling de trap op om Laura op te halen. Tezamen met begeleidster Noëlle, die deze zaterdag dienst heeft, besluit de groep eerst op de fotograaf te wachten alvorens aan het, oh zo spannende, vraaggesprek te beginnen.
Als Raymond, de fotograaf, arriveert gaat het discussiëren gewoon door. Besloten wordt om aan de straatkant op en om het tuinbankje de foto te maken. Dat lukt fantastisch. Daarna gaan we naar binnen en begint Roy met het zetten van meerdere ‘bakkies’. De prepubers Laura, Milas en Janoah vragen of ik als journalist wel eens beroemde mensen heb geïnterviewd. Dat heb ik zeker, maar mijn lijstje maakt geen enkele indruk. Ik krijg namen naar mijn hoofd geslingerd die ECHT beroemd zijn. Het schijnt te gaan over Youtube vloggers, Chiel de Winter (??!!), veel interessanter dan
22
Ilse de Lange, Douwe Bob en zeker Boudewijn de Groot. Na een verbale chaos van ongeveer twintig minuten kan het interview echt beginnen.
Janoah vindt het lekker om op zaterdag een beetje te chillen. Op de bank, Youtube filmpjes kijken. En ook voor Milas is dat het favoriete tijdverdrijf, met Netflix op de iPad. Laura bevestigt dat ook en weer komt Chiel de Winter voorbij. Roy gaat voor de collectieve gezelligheid. Hij noemt het gezellig met elkaar een ‘bakkie’ doen. Of het borreluurtje aan het eind van de zaterdagmiddag, met lekkere hapjes. En de rest beaamt dat dat inderdaad wel gezellig is. Of met z’n allen ganzenborden of 31-en.
Op mijn vraag wat er zo leuk is aan Amer 45 krijg ik, zoals het de echte pubers betaamt, eerst uitgebreid te horen wat er NIET leuk is. Goed beschouwd lijkt het één groot drama om in Amer 45 te wonen. Om maar niet te spreken van al die vreselijke begeleiders. De een nog erger dan de ander. Oké, een collectief gesprek is dus lastig en men probeert elkaar te overtroeven in het mopperen. Dan maar even individueel gepolst.
Laura, Janoah en Milas gaan overdag naar school. Roy werkt op de Niloka,
23
het dorpshuis in Heino en in de Normaalste Zaak. Als ze ’s middags thuiskomen wordt er eerst even wat gekletst en gedronken en verdwijnt iedereen naar zijn of haar kamer om even wat voor zichzelf te doen. Maar dan is het ‘handen uit de mouwen’. Boodschappen doen, helpen met koken, tafel dekken, daarna afruimen, de vaatwasser vol zetten en de vuilnis wegbrengen. Allemaal volgens een corveerooster. Volgens begeleidster Noëlle gaat dat allemaal prima: ‘We proberen hier zoveel mogelijk een gewoon gezin in een gewoon huis te zijn. Het begeleidingsteam bestaat uit 6 personen. We draaien diensten van ’s middags drie tot de volgende morgen negen uur. In principe gaat iedereen dan naar school of naar het werk. Mocht er iemand ziek achterblijven dan komt er inval. Er wordt hier langzaam gewerkt aan de zelfstandigheid van de jongeren. Wat je zelf kan moet je zelf doen. Met Laura zijn we bijvoorbeeld aan het oefenen dat ze zelfstandig op de fiets naar haar ouders kan. Verder stimuleren we ook dat er buiten contact gezocht wordt met kinderen uit de eigen buurt. We vinden het belangrijk dat onze bewoners zoveel mogelijk mee kunnen doen aan de maatschappij. Ook met de activiteiten die we samen ondernemen denken we aan wat de jeugd van dezelfde leeftijd normaal
24
gesproken doet. Zo gewoon mogelijk, allemaal. Hoe meer aansluiting, hoe groter de wereld.’ De jongelingen worden langzaam onrustig van het lange stilzitten aan de grote eettafel. ‘Nou, laat dan maar eens even jullie eigen kamers zien.’ Bij Laura zijn de muren bedekt met Chiel de Winter en staat er, omringd door vele hartjes, dat ze verkering heeft met Willem. Chiel lijkt daar geen problemen mee te hebben. Milas heeft zijn kamer ingericht als kantoor. Computerschermen en telefoons en allerlei andere kantoorartikelen die noodzakelijk zijn om een goedlopend bedrijf te runnen, staan keurig opgesteld op het bureau. Ook Janoah heeft een voorkeur voor een dergelijke inrichting. Hij heeft zelfs wel 6 computers en laptops. Roy heeft de netste kamer. Deze is bijna volledig ingericht in het teken van de BMW. En zelfs in zijn kledingkast zijn veel BMW merken op de truien en jassen te vinden. Ik word even later door de voltallige club uitgezwaaid. Even luidruchtig als bij binnenkomst. Dynamiek te over aan de Amer 45. Als bij een gewoon huis, met gewone jongeren, in een gewone buurt. Bert Middelbos
Moeder Joke over loslaten Joke van Mierlo is de moeder van Roy Sollie. Roy woont op Amer 45 sinds 2008. Hoe is het voor een moeder om haar zoon los te laten na 16 jaar intensieve verzorging? Joke: ‘Als klein kind heeft Roy veel tijd doorgebracht in het ziekenhuis. De prognoses waren erg slecht. Roy zou gekluisterd blijven aan een rolstoel. Dat was wel even iets om te verwerken. Maar mijn man en ik hebben meteen gezegd dat we positief zouden blijven en ons niet zouden focussen op de beperkingen, maar om wat Roy allemaal nog wel zou kunnen. En dat bleek best heel veel te zijn. We zijn hard aan het werk gegaan met leren lopen, met zindelijkheid, eigenlijk alles wat je een kind probeert bij te brengen, maar dan in een veel lager tempo.’ Toen werd Roy’s vader ziek en overleed in 2006. Roy was toen 14 jaar. Joke stond er alleen voor en heeft haar zoon twee jaar lang alleen verzorgd. Roy ging als wel sinds 1995, vanaf zijn derde jaar naar de dagbesteding op de Kameel. Joke: ‘Als je er alleen voor staat ben je wel kwetsbaar met zijn beiden. Je gaat je afvragen wat er gebeurt als ik plotseling weg zou vallen. Wie zorgt er dan voor Roy? Ik ben toen samen met mijn zus rond gaan kijken naar instellingen waar Roy zou kunnen wonen. Als je gaat zoeken dan kijk naar een plek waarvan jij denkt dat Roy zich daar thuis zou voelen. Hij is
iemand van de warmte van een gezin met veel gezelligheid. Toen we bij Amer 45 gingen kijken voelde dat meteen goed. Het was huiselijk en dat het een gewoon huis was met buren sprak me ook erg aan.’ Ja, en dan moet je loslaten. En dat is moeilijk, zeker om dat je zo lang zo
intensief met elkaar hebt opgetrokken. Mijn hart zei dat ik voor hem zou willen blijven zorgen, maar mijn verstand zei dat ik hem moest loslaten. En het is natuurlijk niet zo dat ik hem nooit meer zou zien. We hebben het langzaam opgebouwd. Ook voor Roy was het een enorme stap. Hij had tot dat moment zelfs nog nooit ergens gelogeerd. Maar ik ben blij dat we hebben doorgezet. Ik werk nu 24 uur in de week en woon samen met een nieuwe partner. Ik heb ook een nieuw leven kunnen inrichten, net als Roy. Ik ben zeker niet zielig. Ik vind mezelf vrolijk, sterk, positief en nuchter en eigenlijk geldt datzelfde voor Roy. Als ik er niet meer zou zijn weet ik zeker dat er een goede plek is voor Roy waar hij gelukkig is. En dan ben je het als moeder ook. Al moet ik wel verklappen dat ik tot voor kort altijd zelf de was voor Roy deed om nog een klein afhankelijk lijntje te houden (knipoog).’
25
Buiten het werk VAN BEGELEIDSTER NAAR DOLFIJNENVOERDER EN WEER TERUG… Pauline Nijboer werkt als begeleider op de Oudere groep 3 van de Niloka. Hoewel ze het werk geweldig vindt, is ze zich er van bewust dat werken niet het enige belangrijke in het leven is. Zo zat ze hierover ruim een jaar geleden met haar vriend Douwe over te mijmeren. En
26
al snel kwam er een suggestie bovendrijven. ‘Zullen we, nu de omstandigheden het nog toelaten, eens naar de andere kant van de wereld reizen?’ Schoonmaak Dat idee werd al snel omarmd. Beiden namen een periode onbetaald verlof, hun huurhuis werd opgezegd en de reis naar Australië werd aangevangen. Pauline: ‘We hebben eerst een auto gehuurd en zijn de toerist uit gaan hangen. Sydney bekeken en snorkelen bij The Great Barrier Reef. Maar met het oog op de toekomst konden we niet alleen maar heel veel geld opmaken, dus gingen we op zoek naar werk tijdens de reis. Zo hadden we vanuit Nederland al een baan geregeld op een vakantieresort waar we in de housekeeping hebben gewerkt. Appartementen en hotelkamers schoonmaken van toeristen. En hoewel dat niet het meest inspirerende werk is,
was ons doel wel om zoveel mogelijk aan te pakken. Dus reden Douwe en ik met onze schoonmaakkarretjes van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat flink wat uren te draaien. Toch heeft dat niet helemaal gewerkt want we ontmoetten natuurlijk veel verschillende toeristen die ons nogal eens uitnodigden om een feestje te bouwen. Achteraf moeten we eigenlijk wel eerlijk constateren dat we meer gefeest hebben dan dat ons ultieme doel, geld verdienen, ons toeliet.’
Huwelijksaanzoek Op een avond waren we klaar bij de dolfijnen en ging ik terug naar het huisje waar we als personeel zolang in konden wonen. Douwe had met meer dan honderd waxinelichtjes het onderkomen uiterst romantisch versierd. Ik had eerst geen idee wat de bedoeling was. Ik kwam net terug
Dolfijnen ‘Op een bepaald moment was er een vacature in het resort van dolfijnenvoerder. Dat leek me fantastisch. Het hield in dat je vanaf het strand samen met een paar toeristen richting de daar aanwezige dolfijnen liep om ze vis te voeren. De dolfijnen zijn wild, maar ze hebben geleerd dat ze tegen de avond richting het strand kunnen zwemmen om vis te krijgen. De dosering is dusdanig dat de dolfijnen zelf overdag gewoon op jacht moeten om genoeg te eten. Ik kreeg de functie en de daarbij horende opleiding tot dolfijnenvoerder. Vervolgens kreeg ik een specifieke dolfijn toegewezen. Dolfijn Silhouette werd mijn maatje en we bouwden al snel een goede band op. Dolfijnen zijn erg slimme dieren en weten al snel bij wie ze moeten zijn om hun vis van te krijgen. We liepen, als de dolfijnen gelijnd waren langs de kustlijn, met de toeristen het water in, vertelden ze van alles over de dieren en gingen ze voeren. Soms kwamen de dolfijnen niet en dat kwam dan vaak omdat er een haai in de buurt was, het zijn immers wilde dieren. Silhouette en ik hadden een bijzondere band en het was dan ook meer dan bijzonder toen ze op een gegeven moment met een baby aan kwam zwemmen. Ze was moeder geworden. Als je dat mag meemaken voel je je wel bevoorrecht.’
van de dolfijnen, zag er niet uit en stonk vreselijk naar vis, maar dat weerhield Douwe er niet van om op de knieën te gaan en mij ten huwelijk te vragen. Met een flinke brok in mijn keel heb ik ja gezegd. We zijn daarna naar de bar gegaan en hebben weer gezondigd ten aanzien van ons budgetdoel door met een flink stel vrienden champagne te gaan drinken. Maar het was het waard. Inmiddels zijn we al een tijdje terug in Nederland en werk ik weer op de groep, maar we zijn dolblij dat we het besluit hebben genomen om er een tijdje tussen uit te gaan. Het maakt je leven zoveel rijker en je pompt veel nieuwe energie om de volgende stappen te maken.’
27
Paardrijden bij ’t Hoefijzer 28
29
Op maandag, dinsdag en donderdag gaan veel kinderen en jongeren van de Stichting paardrijden bij manege ’t Hoefijzer in Zwolle-zuid. Voor kinderen met een beperking is het fijn om paard te rijden. Je hebt opeens vier gezonde benen onder je staan. Je bent de baas en het enige wat je moet doen is lief zijn voor het paard, dan krijg je liefde en warmte terug.
30
Waarom paardrijden? Het is ontspannend. Er wordt niet gecorrigeerd, je volgt het paard, je geeft je over aan het gevoel en de beweging van het paard. En de buitenlucht doet iedereen goed. Veiligheid staat voorop. Bij de lessen waar de cliënten van onze Stichting deelnemen lopen wekelijks veel vrijwilligers mee, soms wel twee vrijwilligers per ruiter. Instructrice Yvanka: “Ik vind het een voorrecht om op dinsdag en donderdag bij de lessen van de Stichting te zijn. Onderweg wordt er veel gelachen, de woordjes ‘poep’ en ‘plas’ mogen hardop gezegd worden, alleen dat is toch al geweldig!”.
31
STIJN, GISELIJN EN RALPH HOLLINK
‘We hebben de dapperste en liefste jongen ter wereld gekregen!’ 32
Aan de rand van het rustige Dalfsen woont het gezin Hollink. Vader Ralph, moeder Giselijn en zoon Stijn. Aan de grote eettafel zit Stijn, in juli wordt hij 6 jaar, te spelen en zichtbaar te genieten op zijn iPad. Ondertussen houdt hij alles scherp in de gaten en als hij denkt dat de aandacht even zijn kant op moet volgt er een luidruchtige actie. Stijn heeft het syndroom van Down en bezoekt sinds februari 2019 de Kameel. ‘En daar had hij het sinds dag 1 enorm naar zijn zin’, zegt Giselijn.
werd zwanger op mijn 35e en wist daardoor dat de kans van het krijgen van een kind met een beperking iets groter zou zijn.’ Ralph: ‘De arts bood ons de mogelijkheid om te gaan testen tijdens de zwangerschap, maar dat hebben we niet gedaan, want samen waren we het er over eens dat ieder kind gewoon van harte welkom zou zijn.’ Ralph is in het dagelijks leven business controller bij een grote importeur van tuinmeubelen. Giselijn en Ralph zijn bijna dertien jaar getrouwd.
Kwetsbaar jaar Giselijn: ‘Vreemd genoeg heb ik tijdens de hele zwangerschap het gevoel gehad dat we een kind met het Downsyndroom zouden krijgen. Toen de bevestiging tijdens het bekijken van de echo’s kwam voelde dat voor ons als nieuws waar we al van op de hoogte waren. Wat wel te zien was op de echo’s was een hartafwijking en dat was wel erg spannend. We hoopten uiteraard dat het mee zou vallen.’ Ralph: ‘ Stijn werd 6 weken te vroeg geboren. En de hartafwijking viel niet mee. Mede door een verkeerde inschatting na een hartoperatie bleef Stijn erg kwetsbaar en heeft zo zijn
Welkom Giselijn is beleidsmedewerker in het Isala ziekenhuis in Zwolle. Daarvoor was ze anesthesieverpleegkundige, maar door fysieke omstandigheden lukte het eigenlijk niet meer om het vaak stressvolle werk te doen. Een voordeel van het switchen naar een minder fysieke baan had wel tot gevolg dat de artsen haar groen licht gaven voor wat betreft het zwanger worden. Giselijn: ‘Dat was een grote wens, maar Ralph en ik hadden ons al enigszins verzoend met omstandigheden die het krijgen van een kind moeilijk zouden maken. Ik
33
eerste levensjaar bijna geheel in het ziekenhuis doorgebracht. We hebben vaak spannende momenten meegemaakt. Soms was het zelfs de vraag of onze zoon het zou halen. Ons hele leven stond op zijn kop. Giselijn heeft een half jaar in het Ronald Mc Donald huis gewoond en ik ging na het werk vaak meteen weer naar het ziekenhuis. Los van de zorgen om ons kind voelde het als een soort ultieme relatietest.’
hebben gekregen.’ Ralph: ‘Heel langzaam begon Stijn zich ook te ontwikkelen. Het is duidelijk een vechtersbaas. Zo niet dan was hij er niet meer geweest, maar dat zie je ook terug in zijn ontwikkeling. Zijn wilskracht en nieuwsgierigheid laat hem leren. We volgen hem in kleine stapjes en stimuleren hem daarin.’ Ondertussen volbrengt Stijn met een hoog tempo feilloos de opdrachten op de iPad.
Vechtersbaas Giselijn: ‘Het ziekenhuis was mijn beperkte wereld. Een wereld waarin het allemaal draaide om verdriet en zorgen om kinderen, waarvan ik inderdaad in die periode een paar heb zien overlijden. Als je dan uiteindelijk toch naar huis mag moet je compleet acclimatiseren. En je moet vertrouwen op gaan bouwen omdat je niet meer 24 uur in een omgeving bent waar meteen deskundigheid aanwezig is. Heel langzaam konden we gaan leren genieten van ons gezin van drie in ons eigen huis. En dat met een baby van een jaar oud en tien kilo in gewicht. Maar we hebben vaak tegen elkaar gezegd dat we de liefde van ons leven
Loslaten Giselijn: ‘Dan komt er een tijd dat je als leeuwin je welpje moet loslaten. Eerst een avondje naar opa en oma omdat we na die lange tijd van zorgen ook wel eens weer lekker samen uit eten wilden. Dat was wel even moeilijk. Toen naar het Medisch Kinderdagverblijf in Zwolle. Ook wennen. Maar Stijn deed het prima.’ Ralph: ‘Begin 2019 zijn we met Stijn naar de Kameel gegaan. Weer spannend. Stijn kwam in groep Groen. En we hebben ons verbaasd wat hij allemaal aankon. Wij waren heel voorzichtig, maar op de Kameel “dóen ze gewoon”. Dat blijkt een zeer terecht motto van de stichting. Het was voor ons een enorme eyeopener en zeer leerzaam om te zien wat hij
34
allemaal aan kon. Wij waren thuis veel voorzichtiger. En toen kwam de mededeling dat groep Groen in april met Stijn een week op kamp wilde. Alweer spannend, maar de begeleiders stuurden elke dag een filmpje en wij wisten niet wat we zagen. En naast allerlei nieuwe uitdagingen leert Stijn enorm van zijn omgeving. Hij heeft nog altijd sondevoeding omdat hij het als baby verleerd is te eten en te slikken, maar hij ziet andere kinderen een lepel naar de mond brengen en gaat dat ook doen. Heel langzaam zijn we bezig om hem het eten aan te leren.’
Het heden vraagt aandacht genoeg. Er zijn nog zoveel stappen te zetten. Als schoolplaatsing aan de orde komt is dat prima en als dat niet zo is, is het ook prima. Het belangrijkste is dat Stijn gelukkig is. En dat is hij zeker. Hij heeft zijn plekje wel gevonden. Vier dagen in de week gaat hij naar Zwolle en op donderdag krijgt hij privé begeleiding thuis. In een één op één situatie is een begeleider met Stijn aan het werk.’ ‘Met Stijn in ons midden is het bovenal genieten. De aanloop was zwaar, zeker het eerste jaar. Door dit verhaal moet niet de indruk gewekt worden dat het leven van ons drieën om die ziekenhuis periode draait. Nee, de trots overheerst. We verwachten een dynamische tijd omdat we zien dat Stijn vooruit wil in zijn ontwikkeling. Echt, we hebben de dapperste en liefste jongen ter wereld gekregen.’
Trots ‘ We merken nu dat hij aan woordjes toe is. We zien dat Stijn veel begrijpt, maar hij kan het ons nog niet allemaal duidelijk maken. Dat zorgt aan de ene kant voor frustratie bij hem, maar met zijn wilskracht zoekt hij zelf manieren om steeds beter zijn wil duidelijk te maken. Hij bedenkt zijn eigen gebaren en hij lijkt zelf ook stappen in zijn ontwikkeling te ervaren. Het maakt hem sterker. Wij zijn er alert op en blijven hem stimuleren.’ ‘We zitten momenteel in een soort stormachtig periode van elkaar ontdekken. Daarom zijn we helemaal niet bewust met de toekomst bezig.
35
CYCLISCH WERKEN, WE DOEN HET GEWOON
Als je, op welke manier dan ook, betrokken bent bij de Stichting Voorzieningen dan kom je wellicht op verschillende momenten de term ‘cyclisch werken’ tegen. Als je dat concreet vertaalt kom je uit op een bepaalde manier van verslaglegging. Maar als je het in een groter geheel ziet is cyclisch werken het vangnet voor de totale visie. Een waarborg voor de manier van zorg bieden.
handelingsplan. Dat begint al als je bij ons nieuw binnenkomt. Gedurende de eerste drie maanden wordt er veel informatie verzameld en gerapporteerd. Daarvan wordt een verslag gemaakt en dat wordt in een team geëvalueerd. Dat leidt dan weer tot een handelingsplan waarin doelen worden omschreven waarmee elke dag wordt gewerkt. Ouders worden ook bij het proces betrokken. Dagelijks krijgen ze een terugkoppeling van hoe het gaat en ook hun meningen en bevindingen worden meegenomen. Ook de andere disciplines bij de Stichting dragen hun professionele steentje bij en zo ontstaat een zo compleet mogelijk beeld waarop leer- en ontwikkelingsdoelen worden gebaseerd. Zo leggen we dat allemaal vast en is het een goede manier om alle betrokkenen scherp en betrokken te houden rondom de zorg voor de cliënt.’
Proces
‘Dat klinkt misschien wat hoogdravend, maar we staan er met hart en ziel achter en we lichten het graag nader toe.’ Het zijn de woorden van Mirthe Diender en Lotte van Baal, beiden orthopedagoog bij de Stichting. Mirthe: ‘Cyclisch werken heeft inderdaad te maken met een wijze van volgen van een cliënt en de verslaglegging daarvan. Ieder kind of jong volwassene heeft een
36
Appeltaart
Lotte: ‘In de verslaglegging gaan we uit van het positieve. Wat kan het kind? Hoe moeten we er samen voor zorgen dat het gelukkig en op haar gemak is? Maar met name: wat zijn de mogelijkheden? We zijn heel beschrijvend, we kijken naar de beleving van de cliënt omdat we dat de belangrijkste graadmeter vinden. Als je met elkaar in staat bent om dat goed te omschrijven zie je de logica in de voortgang van de ontwikkeling en probeer je stap voor stap daar vorm aan te geven. Begeleiding wordt op deze manier alert op de mogelijkheden en straalt dat ook uit. Door het cyclisch werken hebben we heel helder per cliënt alles in beeld. Gedurende het hele proces van het volgen van de cliënt komen hulpvragen in beeld. Daar willen we een antwoord op geven, maar als de vraag verandert moeten we ook snel kunnen schakelen. Het cyclisch proces is daar een goede voorwaarde voor.’ Mirthe: ‘Wij passen ons aan aan de vraag. De cliënt hoeft zich niet aan te passen aan wat we bieden. Iedereen doet mee en heeft een volwaardige rol in het geheel. Dat is soms best even zoeken omdat niveaus verschillen. Dat kan bijvoorbeeld voor de één inhouden dat ze de appels voor de appeltaart kan schillen en dat de ander meer beleeft aan de geur, maar beiden hebben ze een even grote rol in het bakken van een appeltaart.’
Mogelijkheden
Lotte: ‘Onze slogan is We doen het gewoon. We zeggen in principe op voorhand nergens nee tegen. Dat
37
kunnen we omdat we er met zijn allen achter staan dat we zorg op maat leveren. Dat is in de ‘zorg’ misschien een populistische term, maar voor ons is het het enige uitgangspunt. We geven de cliënt de volledige ruimte om ons duidelijk te maken waar de behoefte ligt. Dan filteren de mogelijkheden zich er vanzelf wel uit. Natuurlijk hebben we te maken met beperkingen van cliënten, maar het is maar net hoe je daar mee omgaat. Als er een vraag ligt gaan we zoeken op welke manier het toch kan. Begeleiding let op de communicatie van de cliënt. Welke signalen zendt het uit? Hoe rapporteer ik dat en hoe houd ik daar rekening mee in het dagelijkse aanbod? Dat vraagt een hoge mate van flexibiliteit, maar door het cyclisch werken ben je snel in staat deze rol op te pakken. In het cyclische proces komt alles samen en vormt het de belangrijke basis voor een zo effectief mogelijke zorg. Alles sluit op elkaar aan en zo maken we de cirkel steeds weer rond. Cyclisch werken is daarom de basis om de visie uit te kunnen dragen.’
Kapsalon de Kameel Er vallen veel bijzondere dingen op als je de Kameel binnen komt, maar de laatste maanden is er wel iets heel bijzonders op te merken. Er is geen dagcentrum in Nederland waar de kinderen zo goed geknipt en gecoiffeerd rondlopen als in Zwolle. Knipcursus Het is het werk van begeleiders Kim, Jakolien, Mijke en Chantal. Zij volgden een cursus bij de moeder van coördinator Sharon die een kapperszaak heeft. Kim: ‘Bij ons in de groep is een jongen waarvan op een gegeven moment het haar wel erg lang werd. Toen ik de moeder er naar vroeg zei ze dat ze er erg tegen op zag om met hem naar de kapper te gaan. Dat gaf zoveel weerstand en lawaai dat een beetje beheerst knippen niet lukte. Toen dacht ik, ‘wat zou het fijn zijn als ik dat zou kunnen doen’. Toen ik het idee deelde met collega’s bleek dat er in meer groepen kinderen waren waarmee het lastig was om naar de kapper te gaan. En er waren ook ouders bij waarvoor de kosten van een regelmatig bezoek aan de kapper een probleem opleverde. Met ons vieren zijn we op knipcursus
gegaan. We hebben acht lessen gevolgd en hadden het idee dat we het toen wel redelijk in de vingers hadden.’ Vertrouwd Jakolien: ‘We hebben geoefend op onze eigen kinderen of op kinderen van collega’s. En inmiddels zijn we redelijk bedreven in het knippen van lang haar, het punten bijknippen en Kim werkt graag met de tondeuse. We hebben een hoek in de snoezelkamer ingericht als kapsalon en hebben kappersspullen aangeschaft. We zijn bij ouders gaan inventariseren of er meer kinderen waren voor wie een bezoek aan de kapper een probleem was. Dat bleek er best een aantal te zijn. De kapsalon wordt per week twee á drie keer gebruikt. We gaan er van uit dat ouders waarbij kappersbezoek geen probleem oplevert gewoon naar de kapper blijven gaan. Wij zijn er voor de kinderen voor wie dat niet vanzelfsprekend is.’ Kim: ‘Het grote voordeel is dat we de kinderen goed kennen. We zijn in staat om ze in een vertrouwde omgeving met vertrouwde mensen om zich heen op hun gemak te stellen. Ouders zijn erg positief en wij vinden het superleuk om te doen. We krijgen allemaal een voldaan gevoel van een knap geknipt koppie.’
38
39
SPRAKELOOS
40
41
Sylvia geeft een dag per week massage
‘AANRAKEN IS BALSEM VOOR DE ZIEL’
‘De kinderen en jongeren van de Kameel en de Niloka zijn voor mij de meest pure mensen die er zijn. Ze leven in het hier en nu en zijn eerlijk in hun emoties. Ik heb wel eens gedacht dat deze mensen de maatstaf van normaal zijn. Het ontroert me.’ Het is een uitspraak van Sylvia Geraerds Thesingh. Ze is massagetherapeut, heeft een praktijk in Giethoorn en is elke donderdag te vinden op de Niloka of de Kameel om aan het werk te gaan met de kinderen of de jongeren. Sylvia: ‘De opleiding die ik heb gedaan heeft de traditionele Chinese geneeskunde als basis. Als ik masseer ben ik herstelbevorderend bezig. Ik ben geen dokter, zoals een van de kinderen mij steevast noemt, maar massage kan zeer zeker bijdragen aan een herstel.’
42
Contact ‘ Ik kwam via een collega bij de Kameel terecht. Veel ervaring had ik nog niet met kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Maar vanaf het begin heeft de doelgroep me enorm aangesproken. Ik vond het niet lastig om contact te maken en van de aanwezige begeleiding kreeg ik goede achtergrondinformatie over het kind. Samen met het kind probeer je te ontdekken wat de meest aangename manier is in het fysieke contact. In de dagelijkse praktijk worden kinderen veelal functioneel aangeraakt. Optillen, ondersteunen en verzorging. Mijn aanraken heeft een extra doel, en dat kan heel divers zijn. Bij sommige kinderen is het de vraag om door massage de doorbloeding te stimuleren. Vooral rolstoelkinderen zitten een groot gedeelte van de dag, of hebben een ledemaat in een koker. Vaak zie je na een massage dat de kleur van een voet of een hand verandert omdat de doorstroming weer goed gaat. Of we doen iets aan de spierstijfheid.’ Balsem ‘Bij een ander kind kan het doel zijn om middels massage de drukte wat te reguleren. Het is dan zaak om punten te zoeken op het lijf waarmee je de rust herstelt. En voor andere kinderen is het doel van de massage puur ontspanning. Wellness, zeg maar. Bij ieder kind heb je een ander doel en gebruik je andere manieren om het doel te bereiken. Ik werk ook wel met
muziek of geuren op de achtergrond. Maar dat is niet standaard, want niet iedereen reageert daar even goed op. Eigenlijk probeer je een omgeving waar de ervaring positief is. Geuren en klanken kunnen daar aan bijdragen. Na een paar maanden heb ik wel een onzekere periode gehad. Veel kinderen geven niet aan met woorden of ze wel of niet willen dat je ze aanraakt. Ik zou het zelf ook niet fijn vinden als iemand me aanraakt terwijl ik dat eigenlijk niet wil. Hoe kom ik daar dan achter? Ik heb er met mijn docent over gesproken en hij haalde mijn onzekerheid weg door te zeggen dat ik moest vertrouwen op mijn gevoel. “Je werkt met een zuivere intentie”, zei hij, “daar kan je alleen maar goed mee doen”. Het heeft me wel geholpen. Of je nou aan een klacht werkt of alleen masseert voor ontspanning, aanraken is balsem voor de ziel. Dat gaat verder dan verbale capaciteit.’ Voldoening ‘Met de stichting hebben we afgesproken dat ook alle medewerkers zich door mij mogen laten masseren. Eenmalig op kosten van de stichting, vervolgbehandelingen zijn voor eigen rekening. De meesten komen terug, dus het wordt gewaardeerd. Ik doe het werk in Zwolle met veel plezier en liefde. Ik vind het de grootste voldoening als ik merk dat iemand zich prettig gaat voelen tijdens de massage of dat je ziet dat ongemak wordt weggenomen. Het is een feest om daaraan te kunnen bijdragen.’
43
44
De beroemde kerstmarkt op de Niloka is een altijd drukbezochte, zeer sfeervolle traditie in december. Daar kijkt iedereen naar uit.
45
46
Fleur, Flox, Lieke en Ellen, nee, dat is niet de samenstelling van de nieuwste hippe meidengroep. Het zijn vier stagiaires binnen de stichting. Ze doen uiteenlopende opleidingen en werken op verschillende groepen op verschillende manieren, maar gezamenlijk zijn ze wel gevallen voor de doelgroep.
Vier stagiaires over hun stage
‘Ik geniet
Waarom de Kameel of de Niloka? Ellen zit in het tweede jaar van de opleiding Social Work: ‘Ik heb bewust voor deze doelgroep gekozen al was het op voorhand niet zo dat ik per se met kinderen wilde werken. Nu vind ik het geweldig. Ik geniet er van om ’s ochtends bij binnenkomst een knuffel te krijgen. En ik vind het ook fijn om kinderen te triggeren om meer te doen dan ze al kunnen. Ik vind het fijn om een bijdrage te mogen leveren aan hun ontwikkeling.’
er van om voor iemand belangrijk
Fleur studeert logopedie: ‘Ik vind het werken met kinderen met een beperking erg interessant. Je maakt samen kleine stapjes, maar die zie ik dan weer als kleine overwinningen. Ik vind het erg leuk om zorg op maat te leveren. Daar vraagt deze doelgroep ook om. Niks protocollen en formats, gewoon kijken waar het kind het meeste baat bij heeft en dat leveren’.
te zijn’
Flox doet de opleiding Persoonlijk Begeleider Speciale Doelgroepen: ‘Ik
47
Fleur: ‘In het begin had ik wel veel indrukken te verwerken. Ik kwam in alle groepen, dus de diversiteit was groot. Erg leuk vond ik tijdens een behandelmoment dat ik het met het kind over bootjes had en dat ze daarop spontaan Berend Botje begon te zingen in een volledige originele eigen taal. Erg grappig.’
heb heel bewust gezocht naar een stageplek met kinderen. Het leuke aan de kinderen vind ik dat je even je best moet doen om ze te leren kennen en te zien wat de mogelijkheden zijn. Ieder kind is uniek, maar deze kinderen toch net iets specialer. Ik vind het fijn om een aandeel te hebben in hun ontwikkeling. Lieke doet de Maatschappelijke Zorgopleiding. ‘Ik loop stage in een groep met jongeren en jong volwassenen tussen de 16 en 27 jaar. Ik heb daar heel bewust voor gekozen. De gehandicaptenzorg heeft me altijd al het meest getrokken. Ik vind het leuk om een band op te bouwen en naarmate je de cliënten beter leert kennen ook beter de voortgang leert zien.’
Flox: ‘Mijn eerste dag op stage was een beetje de kat uit de boom kijken. Er was een invalkracht op de groep waardoor het wel eens even improviseren was. Wat tijdens mijn stage tot dusver het leukst was, was dat ik bij het buitenspelen een van de kinderen hielp bij het lopen over een boomstam. Aan het eind van de stam draaide hij de rollen om en zou mij wel even begeleiden op deze zelfde gevaarlijke missie.’
De mooiste herinnering De stage van Fleur, Flox, Lieke en Ellen zit er nog niet op, maar allemaal kunnen ze al wel aangeven wat hun het meest zal bijblijven als het daadwerkelijk zo is.
Lieke: ‘De eerste dag dat ik binnenkwam kreeg ik meteen te maken met agressie. Dat was geen erg prettige manier van binnenkomen, maar dat bleek later gelukkig niet bepaald de hoofdmoot te zijn van het dagelijks werken op de groep. Ik vind het het leukst als een cliënt specifiek mijn aandacht vraagt. Ik geniet er van om voor iemand bijzonder te zijn.’
Ellen: ‘Toen ik binnenkwam zat ik al wel snel in het ritme. Ik voelde me erg welkom, maar moest wel de hele dag alles vragen. Dat vond ik minder fijn. Het liefst ben ik zo snel mogelijk zelfstandig en onafhankelijk. Het mooist vind ik de afwisseling in het werk. Iedereen vraagt om een andere benadering, daar leer ik heel veel van. Ik geniet het meest als ik toe mag kijken hoe de kinderen in de groep erg lief op elkaar reageren.’
48
Stichting Voorzieningen voor Verstandelijk en Meervoudig Gehandicapten Zwolle e.o
Botlek 54 | 8032 CG Zwolle | Telefoon: 038 453 7809 | www.de-kameel.nl