Doen 8

Page 1


UITGAVE - 08 - 2023

Voorwoord P 02

Van de redactie P 03

Alle stappen zijn even groot

04

Broertjes en zusjes dag P 08

Mancave Maaslaan P 12

Sil leert elke dag P 16

We denken niet in beperkingen

Daar kan je alleen maar van houden!

Fanatisme bij het DOS’46 G-team

P 22

P 26

P 30

Lila is de kleur van de kleinsten P 34

Vincent kocht een rolstoelbus P 38

Begeleiders leren de Halliwickmethode P 40

Blauwvingerdagen P 42

NUMMER 8

Na een periode van 15 jaar heeft Carlieke

Wieferink besloten de Stichting te verlaten. Ze heeft elders een nieuwe uitdaging gevonden. Carlieke begon ooit als stagiaire, werd begeleider en de laatste jaren heeft ze gewerkt als coördinator op de Niloka. Tevens was ze lid van het managementteam van de Stichting.

Carlieke was een fijne collega, een echt ‘mensen-mens’. Haar positieve instelling was aanstekelijk, evenals haar enthousiasme. Met Carlieke in het MT hebben we in gezamenlijkheid de Stichting een mooie groei laten doormaken, waarbij onze visie en missie nooit ter discussie stond. We zullen de sfeermaker, die Carlieke was, zeker missen.

Inmiddels is de coördinatorfunctie op de Niloka overgenomen door Aniek Fuselier. De plaats van Carlieke in het MT is ingenomen door orthopedagoog Lotte van Baal. Lotte is iemand die een goede ambassadeur is van onze visie en missie. Een genuanceerde collega die erg goed in staat is het grote geheel te zien. Het MT bestaat nu, buiten mijzelf, uit Sharon Dekker, coördinator van de Kameel en Lotte. Ik heb er het volste vertrouwen in dat we in deze samenstelling een uitgebalanceerd MT hebben, dat weet waarvoor we staan, de waarden kent en onze zo zorgvuldig opgebouwde en gekoesterde visie en missie kan voortzetten en wellicht nog kan verfijnen.

Het voltallige MT hoopt dat de decembermaand, net als voorgaande jaren, weer net zo sfeervol zal verlopen als anders. Elke locatie, woningen en dagcentra, zal weer zijn best doen om de feestdagen zo toepasselijk mogelijk te vieren. Onze kerstmarkt op de Niloka is inmiddels legendarisch en bekend in een hele wijde regio. Hou de datum in de gaten. Deze kerstmarkt staat dit jaar gepland op 14 december en is tussen 17:00 uur en 18:30 uur te bezoeken aan Bachlaan 14 te Zwolle (locatie de NiLoKa). Wellicht zien we elkaar daar. Maar mochten we elkaar missen, dan wensen we jullie allemaal een fantastisch en positief 2024 toe.

Met warme groeten, namens het MT, Joan Albrecht, directeur.

MAAIKE KOLK, BEWEGINGSAGOOG

Alle stappen zijngrooteven

Elke dinsdagmiddag heeft bewegingsagoog Maaike Kolk een klein groepje kinderen van de Kameel waarmee ze een combinatie van spel- en bewegingsvormen doet. Normaal gesproken zit er in bewegen al veel spel, maar bij dit groepje ligt er een duidelijk ontwikkeldoel onder. Maaike: ‘Bij dit groepje hanteer ik ook simpele spelregels.

Bijvoorbeeld, als je getikt wordt ben je af, een soort kat en muis spel. Of het lintje wat achter uit je broek hangt proberen af te pakken.

Naast het fijne bewegen leren kinderen, die dat aankunnen, langzaam, in kleine stappen, regeltjes toepassen. ‘Als je dit doet, is dát het resultaat’. Met spelregels creëer je een mate van diepgang. Je begint in feite met het toepassen van een strategie. En dat is best een grote stap. Voor de ontwikkeling van de kinderen is het belangrijk, want als je in het dagelijkse handelen regels en strategie kan toepassen vergroot dat je inzicht.’

Maaike werkt drie dagen per week als bewegingsagoog op de Kameel en de Niloka. De andere twee dagen van de werkweek is ze begeleider op Middengroep 4. Vanaf januari stopt ze op de groep. In haar werk ziet ze alle groepen, van jong tot ouder. Bij Maaike draait het om plezier in het bewegen in groepsverband. Maaike: ‘Onze fysiotherapeuten zien de kinderen individueel, zij behandelen. Ik ben met bewegingsactiviteiten bezig en werk in beweegthema’s. Gedurende een periode van drie weken wissel ik de thema’s af. Voorbeelden daarvan zijn balanceren, klimmen, gooien, mikken en vangen. De vaardigheden wisselen sterk per kind, maar het plezier staat voorop. En binnen dat plezier hanteer ik ontwikkeldoelen. Daarbij benadruk ik de progressie in plaats van wat niet kan. Ieder kind maakt stappen, de één groot, de ander klein. Maar ze zijn allemaal even veel waard.’

‘Ik werk graag met spelvormen. Op die manier vergroot je spelenderwijs de belevingswereld van de kinderen. In de Sinterklaastijd gaan we bijvoorbeeld pakjes in een schoorsteen doen. Of rondom Pasen doen we iets met eieren. Of we spelen dat we vlinders zijn die vrij door het lokaal vliegen. Dat prikkelt ook het voorstellingsvermogen van de kinderen. Als je dat kan combineren met gezond bewegen snijdt het mes aan twee kanten. Ik doe hard mijn best om zo creatief mogelijk met bewegen om te gaan. Daar geniet ik zelf ook van. En als ik zie dat kinderen er enthousiast van worden denk ik wel eens dat ik het leukste werk ter wereld heb.’

enBroertjes zusjes dag

Het is altijd gezellig op de Broertjes en Zusjes dag.

Allereerst is het leuk dat broertjes en zusjes zien waar hun broertje of zusje met een beperking overdag naar toe gaat en hoe het er daar uit ziet. Wat doen ze daar dan allemaal?

Het is ook goed dat ze zien welke kinderen nog meer naar de Kameel gaan. Ze zullen op school of bij vriendjes vragen krijgen over hun broer of zus. Door het zelf te zien en ervaren kunnen ze er over vertellen en op die manier verkeerde beelden corrigeren.

Het is fantastisch voor begeleiders om te zien hoe broertjes en zusjes zich over hun broertjes en zusjes ontfermen. Ze kennen ze natuurlijk door en door. En je ziet ook dat ze thuis regelmatig gevraagd worden om even met iets te helpen. Dat gaat vaak met veel vanzelfsprekendheid en toewijding.

In gezamenlijkheid wordt er gebakken, met scheerschuim gekliederd, op het springkussen geravot en een fotolijstje gepimpt waar later de mooi gemaakte foto van broertjes en zusjes met broertjes en zusjes precies in past. En wat hoort er aan het eind van een broertjes en zusjes dag?

Natuurlijk: chips en limonade!

MANCAVE MAASLAAN MANCAVE MAASLAAN

Mannen maken de dienst uit aan de Maaslaan 43 in Zwolle. Gersinjo, Sylvano, Gagik en Ivar zijn de heren die de hoekwoning bewonen. Ruud, Ruben, Petra en Manon zorgen er voor dat er begeleiding in de buurt is.

Als we binnen komen zitten de vrienden Sylvano en Gersinjo op de bank Youtube filmpjes te bekijken. We zien onder andere een live optreden van Sylvano met een beroemde zanger. Ivar en Gagik zijn dan nog onderweg vanuit Heino waar ze allebei werken in het Dorpshuus. Als ze eindelijk thuiskomen hebben ze een feestelijke doos met zelfgemaakte appelflappen bij zich voor bij het grote interview. Dan zijn we zover. Het vraaggesprek kan beginnen.

Gersinjo: ‘Dit huis is luxer dan alle andere huizen van de Stichting. Het heeft alles. Een nieuwe badkamer en een mooie keuken. Alle vier hebben we een grote kamer met onze eigen spullen. En in het weekend, als de anderen naar hun familie zijn, heb ik het hele huis voor mij alleen!! Wie kan dat zeggen?! Ivar heeft zijn kamer op de begane grond, grenzend aan de woonkamer. Het is zijn favoriete plek om tv te kijken en veel muziek te draaien.

Ivar: ‘Ik hou van vele soorten muziek. Muziek uit China, Amerika, Duitsland, Engeland…(in de opsomming komen minstens 30 landen over de hele wereld voorbij). Maar het meest hou ik van de muziek van Elvis.’

Met name begeleider Petra roept nog wel eens dat de muziek te hard staat en of het misschien wat zachter kan. Gagik doet meteen Petra precies na. Gagik komt uit Armenië. Hij spreekt bij zijn familie Armeens en aan de Maaslaan Nederlands. Meteen krijgen we een lesje in het Armeens. Goedemorgen in het Armeens is Բարի առավոտ en hallo is Բարեւ. Dat je het maar even weet. Gagik draait veel muziek van Charles Aznavour. De bekende Franse zanger komt, net

“Het voelt geweldig als duizenden mensen je toejuichen.”

als Gagik, uit Armenië. Sylvano vindt het leuk om klusjes te doen. Hij fietst zelfstandig naar de supermarkt en de bakker om boodschappen te halen. Hij betaalt dan met de pinpas van de Maaslaan. Laatst had hij per ongeluk de verkeerde pinpas meegenomen en belde via Face time met de Maaslaan wat hij moest doen. Ja, Sylvano kan je om een boodschap sturen. Zoals het een mancave betaamt gaat het al snel over voetbal. Elke donderdag spelen Gersinjo, Sylvano en Gagik zaalvoetbal bij WRZV de Boog. Gersinjo zat in het team dat penalty’s moest schieten bij de wedstrijd PEC Zwolle-Telstar. Het voelt geweldig als duizenden mensen je

toejuichen. Ivar voetbalt niet, maar heeft wel een sjaal van PEC Zwolle.

De reis naar Curaçao wordt ook nog even aangehaald. Dat is toch wel het grootste avontuur van de Maaslaan in de hele historie.

Een paar jaar geleden ging de Maaslaan met het vliegtuig naar Curaçao om de oma van Gersinjo te bezoeken. Zijn oma had hem nog nooit in levende lijve gezien.

Buiten dat bezoek hebben ze nog geweldige avonturen beleefd op het eiland. Gagik: ‘Het mooist vond ik dat ik met dolfijnen heb gezwommen.’

Gezelligheid troef aan de Maaslaan. De heren hebben veel lol met elkaar. Sylvano: ‘Laatst moesten we heel erg lachen. Begeleider Ruud stond in de voordeur. Er was een collega aan

de deur. Ruud deed heel overdreven Martien

Meiland na. Hij had niet door dat de buurvrouw naar hem stond te kijken. Ruud stond totaal voor gek. Wij zagen dat wel en moesten ontzettend lachen.’

Ivar: ‘We hebben ook veel lol aan tafel als we begeleiders van het werk nadoen. Met name Gagik en Gersinjo zijn daar goed in.’

Dan is het tijd voor de Maaslaan familie-foto. Het is al koud buiten, dus gaan de winterjassen aan. De gevel van de woning en de fiets van Ruud worden als decor gebruikt. Iedereen heeft zijn eigen opvatting van hoe er geposeerd moet worden. We weten nu in ieder geval dat er veel gein wordt gemaakt in de mancave van de Maaslaan. En zo hoort het ook bij een huis vol jonge gezonde mannen.’

Sil leert elke dag

Het blijft mooi om van Hattem naar Wapenveld te rijden. Eenmaal de Kanaaldijk over kom je door een betoverd landschap waarbij je geen idee hebt dat er ook nog een dorpje achter ligt.

Sil van der Kolk rijdt er elke dag langs met de bus van de Kameel. Terug naar huis na weer een intensieve dag in Zwolle. Sil is 6 jaar en zit

in groep Blauw.

Druk

Terwijl hij thuis lekker op de bank met een spelletje op zijn tablet bezig is, schuiven moeder Gerlinde, vader

Gerwin en broer Finn aan bij de eettafel om te vertellen over hun zoon en hun kleine broertje. Gerlinde werkt als assistent bedrijfsleider bij de Action in Nunspeet.

Gerwin rijdt op een vrachtwagen van de ROVA en Finn zit in groep vijf en wil later politie worden. Sil vindt het allemaal prima en trekt zijn eigen plan. Die zien we pas terug als we voor de foto naar buiten gaan. Gerlinde:

‘Toen Sil opgroeide hadden we al snel het gevoel dat hij anders was dan andere kinderen. Hij kwam veel jonger over dan kinderen die net zo oud waren als hij. Zijn gedrag was erg druk en weinig gericht. Als ouders maak je je toch snel zorgen en we zijn eerst naar Pento verwezen. Daar is Sil getest en is er een ontwikkelingsachterstand vastgesteld. Daarom kwam

Sil bij Trias Jeugdhulp terecht. Hoewel hij daar snel terecht kon hadden ze moeite zijn gedrag te hanteren. Hij draaide niet mee in de groep en liep steeds weg.

Toen dachten we: moet hij dan misschien toch naar de Kameel? We zijn toen eerst op gesprek gegaan.’

Handvatten

Gerwin: ‘Je wordt toch even onzeker. Moet Sil daar wel naar toe? Toch hebben we het gewoon geprobeerd. In het begin was het vrij moeizaam. Er was weinig grip op Sil te krijgen. Naast een plek op de Kameel hebben we contact gezocht met Karakter, kinder- en jeugdpsychiatrie. De uitkomst van hun testen was ADHD. In elk geval konden we daarmee zijn extreme drukte een plaats geven. Sil heeft medicatie gekregen om iets rustiger te zijn. Sindsdien gaat het een stuk beter met hem. Zijn spraak wordt beter en hij communiceert makkelijker. Dat de scherpe randjes van zijn drukte af zijn moet hemzelf ook rust geven. Het is ook fijn dat hij op de Kameel kan zwemmen en bezig mag in de gymzaal.

Daar kan hij veel energie in kwijt. Daardoor is hij thuis ook rustiger. Vanuit de Kameel kregen we ook ambulante hulp thuis. We hebben meer handvatten gekregen over hoe we Sil kunnen begeleiden en hebben veel hulp gehad met administratieve en bureaucratische zaken.’

“We waren de hele dag gefixeerd op Sil. Even alleen laten was niet mogelijk.”

Pittig

Gerlinde: ‘Thuis was het zwaar. Sil corrigeren was bijna niet mogelijk. We waren de hele dag gefixeerd op Sil. Even alleen laten was niet mogelijk. Sil trok alles van en uit de kasten. Dat zorgde voor onveilige situaties. We moesten ons er ook voortdurend van bewust zijn dat alle deuren op slot waren. Zo niet, dan was Sil vertrokken. Ik heb vaak een gevoel van wanhoop gehad. Wat moet je nou? Eventjes weggaan was niet meer mogelijk. We konden niet eventjes naar opa en oma. Het was pittig.

Na verloop van tijd was de accu leeg. Ik had even geen kracht meer over om op hetzelfde energieniveau door te gaan. We hebben als gezin veel strijd geleverd, maar door onze eigen inspanning, de instanties en de mensen om ons heen zien we het positieve toch steeds meer. Veel structuur doet Sil goed en van duidelijkheid wordt hij rustiger. De geleverde strijd, al was het met vallen en opstaan, was het tot dusver wel waard. We kunnen nu zelfs met het hele gezin een activiteit doen of samen op vakantie gaan.’

Glijbaan

Gerwin: ‘Wat betreft de toekomst leggen we er geen druk op. Het zou mooi zijn als hij op termijn naar de Twijn zou kunnen. We zien dat hij leerbaar is en merken ook dat hij elke dag bijleert. School zou dus een mooie volgende stap zijn, maar we gaan dat per jaar bekijken. Geen haast. We zijn zeer tevreden met de plek die Sil op de Kameel heeft en we zijn blij met de begeleiding van groep Blauw. In de periode dat Sil medicatie kreeg hebben we intensief contact onderhouden. Hoe reageert hij er op? Hanteren we de juiste hoeveelheid? We vonden het best een moeilijk stap om medicatie te gaan gebruiken, maar we zien dat hij er baat bij heeft en dat is het belangrijkst.’

Broer Finn wil ook nog even zijn bijdrage leveren omdat hem een leuke anekdote over zijn kleine broer te binnen schiet: ‘We waren met Sil in het Bosbad in Apeldoorn. Daar heb je twee glijbanen vlak naast elkaar. Een rustige veilige baan en een gevaarlijke steile. Sil wilde van de glijbaan, maar de rij voor de rustige was naar zijn mening te lang. Hij liep de rij voorbij en sprong zo op de steile. Dat ging met een enorme snelheid. Maar goed dat mama beneden stond om het op te vangen in het water. En in plaats van dat Sil geschrokken en onder de indruk was moest hij ontzettend lachen en riep “nog een keer!!”.

Ineke de Ruiter is de oma van Tess uit Middengroep 3. Ze bezocht de opa en oma dag op de Kameel in het voorjaar. Ineke heeft twee kleinkinderen. Tess van 13 en Annabel van 9. Ineke ziet geen onderscheid: ‘Tess is gewoon Tess. Tess is niet zielig omdat ze een beperking heeft.’

“We

denken niet in beperkingen”

Ineke: ‘Het stuit me tegen de borst als mensen Tess zielig vinden of als zielig benoemen. Tess is een gelukkig meisje. Ze heeft een beperking, maar dat is niet iets wat haar persoonlijke geluk in de weg lijkt te staan. Tess’ ouders, mijn dochter Karin en mijn schoonzoon Boudewijn, gaan er ook zo mee om. Ik heb daar wel bewondering voor. We denken niet in beperkingen. Natuurlijk zijn er veel zorgen en onzekerheden geweest, maar het leven verloopt onvoorspelbaar. Ik denk dat ik mijn kinderen daar in hun opvoeding op voorbereid heb en dat de manier waarop zij in het leven staan daar een gevolg van is. We zijn redelijk goed in staat om van het positieve uit te gaan.’

‘Natuurlijk was het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Helemaal in het begin, als baby, was er de onzekerheid over wat er aan de hand zou kunnen zijn met Tess. Wat heeft ze? Hoe zal ze zich ontwikkelen? Zal ze ooit gaan lopen en hoe ziet haar toekomst er uit? Tess was ons eerste kleinkind. We hadden al snel door dat er ‘iets’ was met haar. Ze spuugde veel en haar ontwikkeling bleef achter in vergelijking met andere baby’s. Bezoek en vragen aan artsen leverde niet veel meer op dan opmerkingen over een overbezorgde moeder en ‘het trekt wel bij’. Maar als moeder voel je wel dat er iets niet klopt. Dat was een moeilijke tijd voor Karin en Boudewijn en dat baarde mij als moeder wel zorgen. Karin heeft een jaar vrij genomen om voor Tess te zorgen en in die periode zijn er veel onderzoeken geweest en hebben ze veel moeten reizen. Het heeft eigenlijk geen antwoorden opgeleverd en daarom zijn ze daarmee gestopt. Het was een lastig moment, maar wel een moment van berusting. “Dit is dus wat het is en daar moeten we vanaf nu mee omgaan.” Ik heb daar wel bewondering voor. Tess draait gewoon mee in het gezin. Als we op wintersport gaan, gaat ze mee. Tess gaat op de slee mee de piste op.’ ‘Tess is altijd vrolijk en altijd blij. Het is een tevreden meisje dat het leuk vindt om dingen te

ondernemen. Ze geniet van haar omgeving en van de gezelligheid om haar heen en je kan haar overal mee naar toe nemen. Ze zal geen storende factor zijn. Je kan aan haar mimiek goed zien of ze het naar de zin heeft. We zijn er mee opgegroeid en hebben ons er volledig op in kunnen stellen. Mijn man is inmiddels overleden. Ook hij heeft altijd zijn best gedaan om Tess lief te hebben, wat eigenlijk voor hem helemaal geen opgave was. Ik vind het ook fijn om te zien dat Tess’ zusje Annabel zo met haar begaan is. Ik denk dat zij ook heeft meegekregen dat haar grote zus er gewoon bij hoort. Ze zal niet met haar gaan rennen of een spelletje doen, maar ze zal haar altijd accepteren.’

“Tess heeft
een beperking, maar dat is niet iets wat haar persoonlijke geluk in de weg lijkt te staan.”

‘Wat ik hoor van Karin is dat ze zeer tevreden zijn over de zorg op de Kameel. Dat geloof ik graag, alhoewel ik wel een beetje het gevoel heb dat ze minder fanatiek zijn dan in het begin met de ontwikkelingsdoelen van Tess. Ook de opa en oma dag heb ik als fijn ervaren.

Je hoort wel hoe het daar gaat, maar het is nog mooier om het te zien en te ervaren. We hebben een gedeelte van het dagprogramma meegemaakt. Ook dat was leuk, al miste ik wel een beetje de onderbouwing waaróm ze de dingen deden die ze doen. Zit er een plan achter? Het is mij niet helemaal duidelijk geworden.

Ik vind het ook leuk dat ze met Tess op kampweek gaan. Ik weet nog dat de eerste keer best lastig was voor Karin en Boudewijn. Je legt ineens de verantwoordelijkheid in iemand anders’ handen. Zo hebben ze zich ook altijd een beetje schuldig gevoeld, onterecht in mijn optiek, bij het laten logeren en vakanties. Soms gaan ze ook met Annabel op vakantie. Ik vind dat goed. Hoewel Annabel heel vanzelfsprekend met haar gehandicapte zus omgaat, is het ook belangrijk dat alle aandacht een keer voor haar is en dat ze activiteiten doen die je minder snel doet met Tess er bij.’

“Daar kan je alleen maar van houden!”

Als de taxibus om kwart over drie voor de oprit van de familie Veeger stopt, wordt daar een breed lachende Mik uitgereden. Mik heeft schik! Opa Piet is er om hem mee naar binnen te nemen. Vergezeld van de klanken van hoofd, schouders, knieën, teen komt Mik breed lachend en luidruchtig de kamer binnen. Lekker in zijn eigen omgeving, omringd door mensen die hem het meest vertrouwd en dierbaar zijn.

Voorgevoel

Aan de keukentafel van hun woning in de wijk Stadshagen vertellen Vanja en Paul Veeger het verhaal van hun gezin. Ze beginnen het verhaal wijzend op een grote foto midden in de kamer van een klein meisje. ‘Dat is Kim’, zegt Vanja, ‘ze was onze eerste, maar stierf aan een spierziekte toen ze zeven maanden was. Dat was een hele zware tijd. Kim zou nu 24 jaar zijn geworden. Het voelt alsof ze nog steeds een lid van het gezin is, ook al is ze er niet meer. Ongeveer anderhalf jaar daarna kwam zoon Bas. Het was spannend of Bas misschien ook een ziekte had, maar dat hadden we al tijdens de zwangerschap met een test kunnen uitsluiten. Toch blijf je een beetje onzeker, maar hij bleek meer dan gezond. Een blakende baby. Mik is onze jongste. Hij is nu 20 jaar. Al snel hadden we een bezorgd voorgevoel bij hem. Hij huilde veel, keek je niet aan en maakte bijzondere bewegingen. Hij ontwikkelde zich anders dan Kim en Bas. We hebben de huisarts om raad gevraagd die ons op zijn beurt doorstuurde naar de kinderarts. Hier kunnen we kort over zijn: er is niks uitgekomen tot ongeveer zijn tiende jaar. De ontwikkelingsachterstand was duidelijk en we wisten ook al snel dat Mik’s zicht beperkt was.’

Opa en oma

Paul: ‘De berusting en het accepteren van Mik’s beperking kwam snel. Al waren de eerste jaren best pittig. We waren erg aan het zoeken waar stress bij hem vandaan kwam. Dit om te proberen het uiteindelijk voor te zijn. Ook de nachten waren vaak onrustig. Met name de eerste jaren hebben ons veel energie gekost. Wij werkten allebei, Vanja als kinderverpleegkundige en ik als medisch acceptant voor levensverzekeringen, daarnaast werden we vaak gebeld door de kinderopvang van Mik dat het niet ging. Dat hij veel huilde en gestrest was. Wij konden dan niet zomaar het werk verlaten, maar gelukkig waren Vanja’s ouders, opa Piet en oma Reinie, altijd bereid om de honneurs waar te

nemen. Toen Mik tweeëneenhalf jaar was hebben we een gesprek gehad met toenmalig directeur Jans Meulenkamp van de Kameel. Dat leek ons de beste plek voor Mik. We troffen er fijne mensen, maar toch was het gevoel dubbel. Hoe gaat het daar? Zorgen ze wel goed voor hem? Mik is erg gevoelig voor vreemde omgevingen en vreemde mensen. Daar moet hij heel erg aan wennen. Daarom zijn we parttime op de Kameel begonnen. Inmiddels gaat Mik al meer dan 17 jaar naar de Stichting.

Tegenwoordig gaat hij naar Ouderegroep 1 van de Niloka. We noemen het nog steeds dat hij naar “school” gaat. Een prima plek voor hem met zeer ervaren en toegewijde begeleiders.’

Badminton

Vanja: ‘De aanwezigheid van Mik in ons gezin had ook veel invloed op ons sociale leven. Veel van onze vrienden en kennissen vonden het altijd wel spannend als Mik meekwam. Soms kwam je met hem op een verjaardag en dan raakte hij snel overstuur en konden we na een half uur weer naar huis. Toch zijn we consequent blijven sporten. We badmintonnen allebei en zijn dat blijven doen. Mik gaat dan gewoon mee naar de sporthal en iedereen kent hem daar inmiddels. Hij zit met zijn speeltje in de rolstoel of hij ligt een poosje op een meegebracht kleed.

De sporthal is een vertrouwde omgeving voor hem en hij houdt het daar gelukkig lang vol. Zoon

Bas ging dan vaak naar de ouders van Paul, of zij pasten bij ons thuis op. We spreken soms met Bas (22) over het hebben van een broer met een meervoudige beperking. Bas geeft eerlijk aan dat hij zich nooit tekortgedaan heeft gevoeld. We zijn daar ook altijd wel bewust mee om gegaan.

meer dan compleet. Mik is zo lief, daar kan je alleen maar van houden.’ Oma Reinie: ‘ Ik geniet er ook van als ik Piet met Mik om zie gaan. ’t Is geen opgave, het is mooi om het samen met iedereen te doen.’

Wonen?

“Mik geeft ons heel veel. Veel liefde.”

Bijvoorbeeld door met Bas op wintersport te gaan. Even alle aandacht voor hem.’

Compleet

Tijdens het gesprek aan de keukentafel houden opa Piet en oma Reinie zich met Mik bezig. Oma Reinie: ‘Mik geeft ons heel veel. Veel liefde. We zijn aardig voor hem, verwennen hem misschien wel een beetje, maar we krijgen het dubbel en dwars van hem terug. We doen veel voor het gezin, maar we doen het graag. In het begin hebben we ons ook zorgen gemaakt. Eerste met het overlijden van Kim en later met de zorgen rondom Mik. We worden veel betrokken, Vanja voelt zich wel eens bezwaard, maar we doen graag veel en we zijn er ook toe in staat.’

Opa Piet: ‘Mik haalt het beste in mij naar boven. Veel mensen zullen zeggen dat hij door zijn beperking niet compleet is, maar voor mij is hij

Mik logeert op de Kolderberg. Hij gaat daar op vrijdag naar toe en komt maandagmiddag weer thuis in Zwolle. Vanja: ‘Ik heb hem wel eens zelf gebracht, maar dat gaat niet goed. Ik vind het te moeilijk om hem daar zomaar achter te laten.’ Dat brengt ons op het onderwerp ‘’de toekomst’. Paul: ‘Tja, dat is best een onderwerp van gesprek, maar we zijn op dit moment nog niet toe aan permanent elders wonen voor Mik. Op de Kolderberg gaat het goed. Het is een mooie voorziening met een ruime tuin en gezellige beesten. Dat het goed gaat komt omdat daar veel met Mik wordt ondernomen. Wandelen, fietsen met de rolstoelfiets, er gebeurt lekker veel en daar vaart Mik wel bij. We hebben Mik laten logeren omdat het voor ons een ontlasting is. Mik wordt ouder, maar wij ook. Het wordt mentaal en fysiek een steeds grotere opgave. We kunnen nu zelf ook eens een weekendje weg en dat is heerlijk en, eerlijk gezegd, nodig. Toch eet en drinkt Mik erg slecht op de Kolderberg en dat baart ons veel zorgen. Dat staat ook enigszins de beslissing tot permanent wonen in de weg.’

Vanja: ‘Ach, gevoelsmatig is het gewoon nog een te grote stap. We hebben Mik wel op een wachtlijst gezet, maar weten ook dat dat misschien wel tien jaar kan duren. Die wetenschap geeft ons ruimte om naar het idee toe te groeien. Om er klaar voor te zijn om de hele zorg uit handen te geven. Het liefst laten we Mik ook wonen binnen de Stichting. Die samenwerking is nagenoeg altijd tot tevredenheid. Van ons én van Mik.’

Fanatisme bij het DOS’46 G-team

Elke maandag wordt er topsport bedreven in sporthal de Eendracht in Nijeveen. De G-Korfballers van DOS’46 zetten dan hun allerbeste beentje voor om net zo goed te worden als de dames die hen begeleiden.

Julian en Nadia van Kolderveen en Julius van logeren Kolderveen en Milan van de Kolderberg vertegenwoordigen de Stichting. Samen met nog acht andere mensen met een verstandelijke beperking vormen ze het bijzondere korfbalteam. Janco Schiphorst, begeleider in Kolderveen, is één van de initiatiefnemers.

Janco: ‘Ik ben al heel lang betrokken bij de club. DOS’46 speelt in de hoogste landelijke korfbalklasse en is meermaals Nederlands en zelfs Europees kampioen geweest. Wat er nog ontbrak was een G-team. Samen met meerdere dames van de seniorenteams trainen we de G-korfballers. Sinds een jaar zijn we actief. Plezier staat voorop, maar dat doet niets af aan het fanatisme. We leren ze schieten, gooien, vangen, verdedigen en natuurlijk samen spelen. Het is geweldig om te zien hoe veel plezier de G-korfballers hebben en de partijen die we tegen collega G-teams spelen worden meestal gewonnen.’

“Het is erg leuk om op deze groep te werken.

Groep Lila wordt bezocht door hele jonge kinderen. Het is heerlijk om ze op jonge leeftijd al stapjes te zien maken.” Aldus Lila begeleider Fieke.

Lila is de kleur van de kleinsten Lila is de kleur van de kleinsten

Haar collega Dorien vult aan: “Je bent de hele dag creatief aan het zoeken wat je kan doen om deze kinderen te boeien. Je staat met de allerjongsten aan de basis van alles. Dat is zó boeiend!”

Groep Lila is in februari van dit jaar begonnen. Kameel coördinator Sharon: ‘Er kwamen tot onze verrassing ineens veel aanmeldingen van 1-, 2- en 3-jarige kinderen. Dat zijn kinderen die nog weinig gericht zijn op het groepsgebeuren. Ze zijn nog weinig gewend aan het functioneren binnen een groep. Het is bijvoorbeeld nog erg lastig voor ze om aan tafel iets te doen. Stil blijven zitten en wachten is nog lastig. In een groep met kinderen waarbij daar wel aan gewerkt wordt kunnen ze, ongewild uiteraard, een storende factor zijn. Het zijn kinderen waarbij een andere benadering nodig is. Daarnaast is het niet altijd veilig om een kind van 1 tussen 6-, of 7-jarigen te plaatsen. Het schrikt ouders soms af dat er grotere kinderen in de groep zitten. Een aantal redenen om een groep te creëren voor de allerkleinsten. We hebben gezegd dat, vanwege de leeftijd, de groep per dagdeel niet groter mag zijn dan 5 kinderen. Deze kinderen hebben ruimte nodig. Het bijzondere is dat de aanmeldingen blijven komen, er is al sprake van een wachtlijst.’

Dorien: ‘Het contact met de kinderen is erg lijfelijk. Er is niet veel verbale communicatie.

De kinderen spelen allemaal op hun eigen individuele manier. Soms lukt het om een korte tijd aan tafel iets te doen, maar de kinderen zijn over het algemeen niet op elkaar gericht. We hebben wel een vast programma als basis

en het uitgangspunt is ook dat we dat hanteren, maar we zullen daarin flexibel moeten zijn. Soms is een kind moe en zul je een rustmoment moeten creëren.’ Fieke: ‘Alhoewel we wel groepsgerichte activiteiten doen, houden we wel rekening met het feit dat de kinderen dat lastig vinden. We doen dat toch, omdat het kind in een eventuele volgende groep dat wel meer zal moeten doen. In feite werken we aan een basis waardoor de kinderen, met kleine stapjes, toewerken naar een volgende fase. Vandaar ook dat het uitgangspunt is dat we ons programma zoveel mogelijk volhouden.’

Sharon: ‘Het contact met de ouders is vrij intensief. Het zijn ouders die nog erg zoekende zijn en veel vragen hebben. We zien en spreken ze regelmatig omdat kinderen meestal dagdelen komen en gehaald en gebracht worden door de ouders. Ze willen het liefst zo snel mogelijk beginnen met logopedie

en fysiotherapie en zijn vaak intensief op zoek, met behandelaren, naar een antwoord op de vele vragen die ze nog bezig houden.

Onze orthopedagoog Erica is regelmatig met de ouders in gesprek en besteedt daar veel aandacht aan. Erica kan ook testen, maar dat is op deze leeftijd nog vaak lastig. Dat vergt concentratie en het doen van opdrachtjes en onze kinderen zijn daar vaak nog niet aan toe. In plaats van testen hebben we het eerder over intensief observeren.’

Dorien: ‘Ouders vinden het fijn om te sparren. Er zijn zorgen over slecht eten of slecht slapen. “Wat kan ik doen?” We hebben niet altijd een pasklaar antwoord, maar gewoon je verhaal, je ongerustheid en zorgen kwijt kunnen is vaak al fijn.’ Fieke: ‘Bijna alle kinderen krijgen ook ambulante begeleiding thuis. Vaak zie je in de thuissituatie meer en kan je beter herleiden waar de vragen vandaan komen.

Het is ook prettig om ter plekke op de situatie in te kunnen springen. Op deze manier volgende we de kinderen en hun ouders intensief. Er valt nog zo vreselijk veel te ontdekken.’

Naast Fieke en Dorien werkt ook Marjon nog als begeleider op groep Lila.

Vincent Pordon woont in de woning van de Stichting aan de Landsheerlaan. Vincent is rolstoelgebruiker en er moest altijd een rolstoelauto komen om hem te vervoeren naar bijvoorbeeld zwemmen en paardrijden. Toen Vincent een nieuwe rolstoel kreeg bleek hij niet meer in de auto te passen. Als Vincent vervoerd moest worden moest er altijd een grote rolstoelbus komen. Dat was omslachtig en het beperkte de mogelijkheden om dingen te ondernemen.

VINCENT KOCHT EEN ROLSTOELBUS

VINCENT KOCHT EEN ROLSTOELBUS

Het zette John Pordon, de vader van Vincent aan het denken. Hij ging aan het rekenen en bekeek nog eens de spaarrekening van zijn zoon. John: ‘Vincent krijgt een Wajong en dat is eigenlijk geld van de gemeenschap. Het grootste belang van Vincent zelf is zijn mobiliteit. Het zou een nadeel zijn als hij door de beperking van de vervoersmogelijkheden minder vaak even weg zou kunnen om activiteiten te ondernemen. Dus waarom zou hij zijn eigen geld daar niet voor

gebruiken? Ik ben in gesprek gegaan met de begeleiders van de Landsheerlaan en zij zagen ook veel voordelen in een eigen bus waar de hele club van de woning in vervoerd kan worden. Ik heb de aankoop wel bij de rechtbank aan moeten vragen, want ik ben bewindvoerder van Vincent.’

John: ‘Ik ben toen gaan zoeken naar wat de beste optie zou zijn en kwam terecht bij een bedrijf in Nieuw Vennep. Samen met begeleider Marion hebben we een paar proefritten gemaakt en we

kwamen uit op een Ford Transit met airco, met vijf zitplaatsen en een rolstoelplek waar de rolstoel van Vincent prima in past.

Tegelijk hebben we een invalide-parkeerplek aan gevraagd en gekregen. De aankoop is een schot in de roos gebleken. Vincent kan nu makkelijk naar het paardrijden en zwemmen met de Ford. Maar de groep kan ook, als er bijvoorbeeld een verjaardag gevierd wordt, met zijn allen naar Mc Donalds. Of als het regenachtig weer is

naar IKEA. Ik kan natuurlijk niet oordelen over de bankrekening van andere bewoners, maar ik spreek voor mezelf als ik zeg dat ik het kan aanbevelen om een dergelijke aankoop te doen. Ik zie nu al dat het enorm veel oplevert en niet alleen voor Vincent. Het geeft mij veel voldoening om te zien dat de aanschaf van de Ford een groot verschil maakt. En Vincent heeft iets zeer nuttigs gedaan met zijn spaargeld. Voor zichzelf en zeker ook voor anderen.’

Leren zwemmen is leren omgaan met je evenwicht en ademhaling in het water. Voor veel kinderen is dit omgaan met de eigenschappen van water niet vanzelfsprekend. Bij de Halliwick methode leren kinderen spelenderwijs met allerlei evenwichtsproblemen in het water om te gaan, vooral door te proberen en te ervaren. De methode is vooral voor kinderen met een motorische achterstand of beperking.

Ook dit jaar stond het Ateljee weer met de prachtigste zelfgemaakt producten op de Blauwvingerdagen in de Zwolse binnenstad.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.