NRC De Week

Page 1

De dubbele Beatrix

nrc de w

eek

tijdelijk c

adeau

doen? ●

Zie pagin a 32

Pagina 15,16 en 17

Internationale editie NRC Handelsblad Maandag 22 april 2013 Week 16/17 nrc.nl/deweek sinds 1846

De Youtube-jihad

Zo’n honderd mannen uit Nederland zijn naar Syrië vertrokken om aan de kant van de opstandelingen tegen president Assad te vechten. Waarom zetten ze die stap? En wie haalde hen over? Door B R I A N VA N D E R B O L , S H E I L A K A M E R M A N en A N D R E A S KO U W E N H OV E N

A

bdelkarim Honing pakt een blaadje en schetst een wereldkaart. Met dunne lijnen accentueert hij de landen die de islam kan terugveroveren. Spanje is een mooi begin, zegt hij. „Spanje is eigenlijk van ons. De katholieken hebben het veroverd. Dat land zou teruggepakt moeten worden.” Hij wijst aan wat volgens hem eigenlijk ‘islamitisch grondgebied’ is. Dat is een flink deel. Abdelkarim Honing heette vroeger Dennis Honing. Hij bekeerde zich tot de islam toen hij 17 was. Nu is hij 22. Hij heeft een rossige baard, draagt een zwarte jas tot op zijn knieën, een zwarte trainingsbroek en versleten sneakers. Je zou hem een beroepsmoslim kunnen noemen. Zijn hele leven staat in het teken van de islam. Hij is getrouwd met een Nederlands-Somalische vrouw en heeft drie jonge kinderen. Met z’n vijven wonen ze bij zijn vader in huis. Het gezin leeft van de studiefinanciering van zijn vrouw. Hij brengt zijn dagen door met Koranstudie. En met gelijkgezinden. Abdelkarim Honing is niet alleen. In Nederland bestaat een netwerk van salafistische (ultra-orthodoxe) moslimjongeren met dezelfde extreme denkbeelden. Een vaste kern van een man of tien, en 150 tot 200 mensen eromheen. Die zijn niet allemaal zo welbespraakt als Honing. Wel verwerpen ze de democratie, allemaal streven ze naar een islamitische staat en allemaal steunen ze de ‘heilige oorlog’ in Syrië. In naam van de islam. Diepgelovig zijn en dat met elkaar delen is één ding. Als Nederlandse twintiger je tas pakken, de huisdeur achter je dichttrekken en in het buitenland gaan vechten in naam van de islam, is iets anders. En dat is precies wat de afgelopen weken gebeurde. Volgens de inlichtingendienst AIVD zijn er zo’n honderd mannen uit Nederland naar Syrië vertrokken om te vechten aan de kant van de opstandelingen tegen president Bashar al-Assad. Een aantal maakte deel uit van het salafistische netwerk. Abdelkarim Honing kent er zo’n twintig persoonlijk. Foto Reuters

Vervolg op pagina 4-5


2 Weekoverzicht

nrc de week › Maandag 22 april 2013

DE WEEK IN BEELD YO U P

Amateurtoneel

En Max is het gezeur over haar vader meer dan beu

oe hou je het vol”, vroeg ik vrijdag aan Alexander. Hij belde me om te vragen wat ik van het grote interview vond. Hij moest even stoom afblazen en dan ben ik zijn baken in de nacht. Traditie. Begonnen in zijn studententijd. Telkens als er iets bijzonders in zijn leven gebeurt, pakt hij zijn mobiel en belt hij mij. Ik hoef niet te adviseren. Luisteren is mijn taak. Nu had hij ruzie met Max, die liep te janken en te krijsen door het huis. Ik kon haar goed horen. Volgens Alex is dat haar Argentijnse temperament. „Dat bloed kookt wat sneller”, fluisterde Alex, „maar als ik dat tegen haar zeg, wordt ze ziedend en maakt ze mij uit voor tweedehands Duitser. Wat ik natuurlijk ook ben. Ze is boos omdat ze geen trek meer heeft in de huichelarij. Ze bedoelt dat ridicule interview met die debiele voorgekookte vragen en die uit ons hoofd geleerde antwoorden. Dat noemt ze ronduit gelul! Weet je hoe lang we geoefend hebben met die gladde mediatrainers? En weet je wat er in geknipt is? Ze zeggen dat ik voortaan louter lintjes mag knippen, maar dit kunnen mama en ik ook heel goed. „En Max is het gezeur over haar vader meer dan beu. Volgens haar wordt ze koningin van een natie waar in de oorlog procentueel gezien de meeste Joden zijn afgevoerd en dat land loopt nu te zeiken over mijn vader die iets wist van de strapatsen van zijn toenmalige baas Videla. Volgens haar moeten we gewoon onze bek houden. Toen ze net zag dat het in het parlement meer over Teeven dan over die arme Dolmatov ging, begon ze nog harder te schelden. Ze dreigde een waxinelichthouder naar de televisie te gooien. De koffers zijn inmiddels gepakt. Ze wil met de kinderen

‘H

naar haar ouders afreizen. Mysterieus verdwijnen. Het landje in oranje ontreddering achterlatend. Ze is furieus over die Dolmatov. Hoe hij hier mishandeld is. Tot suïcide gedwongen. „Volgens Max zijn we gewoon een fout land. Rita Verdonk heeft de trend gezet en die Teeven zet het onmenselijke beleid met trots voort. Er waait een enge, rechtse, gure wind rond de asielzoekerscentra. Het grote interview van afgelopen woensdag was amateurtoneel, maar het Dolmatov-debat was volgens haar nog tien keer erger. Iedereen die er aan meedeed wist van tevoren hoe het af zou lopen. De verantwoordelijke lafbek Teeven moest even bungelen, maar ze zouden hem niet laten vallen. Dat wist iedereen. Van Rutte tot Samsom tot Asscher. De familie Dolmatov kreeg excuses. Daar heb je veel aan als je zoon en broertje dood is. De oprechte excuses van die bolle Fred! Nee, dan kan je verder met je leven. „Het ergste vond Max de felicitaties die Teeven aan het einde kreeg omdat hij het gered had. Dat rijtje Kamerleden dat na afloop het natte handje van Fred mocht schudden. Hij kreeg nog een kus van iets blonds! Dat beeld heeft moeder Dolmatov ook gezien. Naar dat land was haar zoon gevlucht. De bananenrepubliek waar onlangs nog de loper werd uitgelegd voor Poetin en mijn moeder een vorkje moest prikken met die homohater.” Ondertussen hoorde ik Max krijsen over Alex’ tantes die stuk voor stuk op vuige wijze de fiscus naaien. Met stichtingen en postbusholdings waar de gemiddelde beroepscrimineel zich niet voor zou schamen. Dat belastingontwijking in de koninklijke oogjes legaal is. Het is iets anders dan ontduiken! Aan haar Argentijnse hoela. Dat vertelt tante Irene maar aan de bomen en dolfijnen. Ze heeft zich vast laten adviseren door Bernhard jr., de Amsterdamse vastgoedprins. Max was goed op stoom! En dan nog dat kitscherige Koningslied. Aan de tekst kon zij wel zien dat ze in die platenstudio’s doorlopend spuiten en snuiven. Wat een gebrabbel op fröbelniveau. „Of ik ga nu weg of ik ontregel samen met die psychotische Japanse kroonprinses op 30 april de hele ceremonie! Dit kutland zal weten dat ik bijna hun koningin was”, hoorde ik haar hysterisch lachen. „Ik ga een Dolmatovje doen Youpie”, stamelde Alex, „ik ga ophangen. Ik vrees dat ik even moet ingrijpen. Ze is nu naar het schuurtje en daar mag ze echt niet komen!” „Want?”, vroeg ik voorzichtig. „Daar ligt de hele voorraad kunstmest...” YO U P VA N ' T H E K

De krantenkiosken van Parijs bestaan 150 jaar. Ze lijden onder regeldruk en internetnieuws. Gelukkig mogen ze sinds kort ansichtkaarten, zakdoekjes en condooms gaan verkopen. Parijse krantenkiosk in 1900 en nu (rechts). Kiosken zijn volgens de gemeente Parijs „bakens van sociale cohesie”.


Weekoverzicht 3

nrc de week › Maandag 22 april 2013

DE WEEK IN HET KORT Maandag 15 april

. Vogels en zoogdieren brengen jaarlijks voor 96 miljoen euro schade toe aan de landbouw. Dat blijkt uit een studie van onderzoeksbureau CLM voor het Faunafonds. De geschatte schade is 1,5 tot 2 procent van de productieopbrengst van 5 à 6 miljard euro. De beschermde gans veroorzaakt driekwart van de schade, gevolgd door allerlei zangvogels; vooral mezen en kraaien in de fruitteelt. Vrijgestelde soorten – die bestreden mogen worden als ze schade veroorzaken – richten voor circa 35 miljoen euro schade aan. Dit zijn dieren als de zwarte kraai, kauw, houtduif en konijn. Boeren lijden niet alleen schade: lichte begrazing van graanvelden door ganzen en verhuur van jachtterreinen leveren ongeveer 1,6 miljoen euro op. NRC

. De Kamer moet gaan praten over het te hoge salaris van koning Willem-Alexander. Dat vindt het Nieuw Republikeins Genootschap dat daartoe een burgerinitiatief start. Als meer dan veertigduizend mensen de petitie tekenen, moet de Kamer het onderwerp bespreken. Koning Willem-Alexander gaat straks net als zijn moeder 825.000 euro netto per jaar verdienen. Met dat salaris verdient koning Willem-Alexander meer dan Barack Obama en de koning van Spanje, die bovendien wel belasting betalen. De republikeinen vinden 150.000 euro voldoende. Novum Dinsdag 16 april

. De gemeente Utrecht sluit 24 van de 144 ramen van boten op het Zandpad, de rosse buurt in de stad. Gemeente en politie hebben „signalen van mensenhandel” opgevangen. Van twee exploitanten is de vergunning ingetrokken. Er wordt zo slecht toezicht gehouden op de werksituatie van de prostituees, dat een „gevaar voor de openbare orde” is ontstaan. Volgens de gemeente zijn de maatregelen genomen ter bescherming van de prostituees. De vrijgekomen ramen in Utrecht zijn beschikbaar voor andere exploitanten. NRC

. Drie verdachten van bezit van en handel in het zenuwgas in sarin zijn gisteren vrijgelaten. De raadkamer van de rechtbank in Maastricht zag onvoldoende reden hen langer vast te houden. Justitie blijft de twee mannen (21 en 33 jaar) en een vrouw (52) als verdachten zien, evenals een 33jarige vrouw die vorige week al vrijkwam. De autoriteiten zochten in het Paasweekeinde naar sarin bij Maastricht. Het is nooit gevonden. NRC Woensdag 17 april

. Na jaren van politieke discussie heeft de Tweede Kamer gisteren ingestemd met het schrappen van het verbod op godslastering. Behalve de christelijke partijen CDA, ChristenUnie en SGP stemden alle partijen voor de wetswijziging, voorgesteld door SP en D66. De Eerste Kamer moet zich nog uitspreken over het schrappen van het verbod. Tijdens de vorige kabinetsperiode trok de VVD nog haar steun voor afschaffing in, om toenmalig gedoogpartner SGP niet voor het hoofd te stoten. De discussie over het verbod, dat stamt uit de jaren dertig, laaide op nadat toenmalig minister Donner (Justitie, CDA) in 2004 meldde dat hij een uitbreiding van het verbod wilde onderzoeken. Vervolgens stelde D66 voor het verbod, ooit ingevoerd door de grootvader van Donner, juist te schrappen. Novum

. Formeel heeft Nederland nog

Langs de oever van de Waal bij Nijmegen ligt De Oversteek klaar. De brug werd zaterdag op zijn pijlers gezet. Rijkswaterstaat heeft tien uur lang geen scheepvaart doorgelaten. Het brugdeel, zestig meter hoog en driehonderd meter lang, is opgebouwd op twee grote pontons, waarvoor insteekhavens zijn uitgegraven. De Oversteek is straks de derde brug die Nijmegen met het noorden verbindt. Naast de

spoorbrug is er de oude, zwaar belaste Waalbrug uit 1936. De nieuwe stadsbrug komt te liggen op de plaats waar in 1944 Amerikaanse militairen met bootjes de rivier overstaken om de Waalbrug in handen te krijgen. De brug is ontworpen door de Belgische architecten Laurent Ney en Chris Poulissen. Foto Flip Franssen

steeds niet voor de Amerikaanse Joint Strike Fighter (JSF) gekozen. Daarom doen concurrenten er alles aan om hun straaljager onder de aandacht te brengen. Vandaag en morgen hebben individuele Tweede Kamerleden hen uitgenodigd één voor één langs te komen. Er mag geen voorkeur in gezien worden, maar de verdeling valt toch op. De PVV zit de sessie met het Zweedse Saab voor, de SP die met het Franse Rafale, Boeing komt op uitnodiging van de PvdA.

En, hoe toevallig, FSF-bouwer Lockheed Martin verschijnt op verzoek van de VVD. Donderdag 18 april

.

De overheid verzamelt in toenemende mate persoonsgegevens en koppelt ze aan elkaar. Hierdoor neemt het gevaar van een onzorgvuldige omgang met persoonsgegevens toe. Dat meldt het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) vandaag in zijn jaarverslag over 2012. Het CBP constateert in zijn terugblik op 2012 dat de overheid – aangemoedigd door de technologische ontwikkelingen in combinatie met de wens om efficiënt en klantvriendelijk te zijn – steeds meer persoonsgegevens uit de verschillende databases voor geheel andere doeleinden gebruikt dan waarvoor zij oorspronkelijk verzameld werden. NRC

.

De rechtbank Overijssel verwacht in november te kunnen beginnen met de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de ex-neuroloog Ernst Jansen Steur. Dat blijkt uit de uitspraak die de rechtbank gistermiddag heeft gedaan over de onderzoekswensen van de verdediging. Jansens advocaat mag nog een aantal ex-patiënten als getuigen laten horen. Jansen staat terecht voor schade door verkeerde diagnoses. N RC Vrijdag 19 april

.

De fraters van Utrecht gaan 15 slachtoffers van kindermisbruik uit jongensinternaat Leo Stichting in Borculo en vier slachtoffers van scholen in Utrecht en Hilversum erkennen en smartegeld betalen. Dat is de congregatie overeengekomen met de lotgenotengroep. Eerder al kregen 17 slachtoffers uit instellingen van de fraters erkenning. De congregatie geeft in een persverklaring toe de afgelopen jaren „vaak een defensieve houding” te hebben aangenomen. Bij klachten is „niet voldoende openheid” betracht „in het verstrekken van de voor de slachtoffers relevante informatie”. De congregatie gaat nu „haar uiterste best doen om in de bestaande archieven te zoeken naar informatie.” N RC

.

De rechtbank Limburg gaat experimenteren met videorechtspraak in kantonzaken. Aangezien de kantongerechten in Sittard, Venlo en Heerlen dichtgaan, moeten inwoners van die steden naar Maastricht of Roermond om hun rechtszaak bij te wonen. De rechtbank wil Limburgers die reis besparen door ze via een videoverbinding in contact te brengen met de rechter. Over een paar maanden wordt een eerste proefzitting gehouden, waarschijnlijk in Sittard. Novum Zaterdag 20 en zondag 21 april

.

De laatste lichting militairen van de politietrainingsmissie in Kunduz is sinds vanochtend op weg naar de Afghaanse provincie. Iets voor het middaguur vertrokken ongeveer 110 marechaussees en militairen van het korps mariniers vanaf de vliegbasis Eindhoven. Ze blijven zes maanden weg. De club die vandaag vertrok, betrof de eerste groep van de zogeheten laatste rotatie. Binnenkort vertrekken nog twee groepen. In totaal telt de laatste lichting zo'n driehonderd mensen. De politietrainingsmissie loopt in juli af, waarna een begin wordt gemaakt met het terugtrekken van de Nederlandse troepen en het materieel uit Kunduz. )

.

Oost-Europese bendes plegen op grote schaal fraude met onterecht aangevraagde toeslagen en uitkeringen in Nederland. Dat doen ze door landgenoten naar Nederland te sturen die zich als 'spookburger' inschrijven bij gemeentes, meldt RTL Nieuws onder meer op basis van een intern rapport van de Rotterdamse recherche uit 2012. Het zou om bendes gaan die eerder aan mensenhandel deden, maar zich nu hebben toegelegd op toeslagenfraude. Daar verdienen ze meer aan.


4 Nederland

nrc de week › Maandag 22 april 2013

heeft contact met

Vorstelijk hoofdrolspelers Willem-Alexander domineerde afgelopen woensdag het televisie-interview, Máxima had nadrukkelijk een dienende rol. Beiden benadrukten: we zijn maar mensen. Een beoordelingen door een toneelrecensent.

Interview Willem-Alexander en Máxima. Regie: Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). Gezien: 14/4 Ned 1 en RTL 4.

Door K E S T E R F R E R I K S

D

e aankomende koning van ons land Willem-Alexander moest het zonder vorstelijke zetel stellen in de met goud doorschoten salon van Paleis Noordeinde waar het Interview Willem-Alexander en Máxima plaatsvond afgelopen woensdag. Ontspannen, zelfverzekerd en met gevoel voor humor, soms met licht geëmotioneerde stem, getuigde hij van grote betrokkenheid bij zijn nieuwe rol. Willem-Alexander leunde achterover in de eenvoudige beige stoel. Soms gebarend met zijn handen, maar zeer sober gehouden. Hij concentreerde zich op zijn woordkeuze, argumentatie en zinsbouw. En daarin is hij meer dan geslaagd. Het Interview met Willem-Alexander en Máxima heeft iets van een theatervoorstelling over een koningspaar dat zich voorbereidt op het koningschap. Sommige teksten zijn ingestudeerd, andere ontstaan ter plekke en verlenen aan het gesprek spontaniteit. Prinses Máxima, de aanstaande koningin, vervult een heel andere rol dan we van haar gewend zijn. Straalde ze vroeger zozeer dat ze degenen om haar heen in de schaduw plaatste, nu lijkt het of ze zichzelf meer op de achtergrond van de toneelscène manoeuvreert. Ze is een luisterend oor naast de aanstaande koning, kijkt hem regelmatig en vol vertrouwen met open ogen aan. Ze beklemtoont dat zij en haar man drie dochters hebben, een familie vormen. Tegenspelers zijn de presentatoren Mariëlle Tweebeeke en Rick Nieman die beschaafd en zonder bloedvergieten het koningspaar verregaande uitspraken en diepe geheimen proberen te ontfutselen. Dat lukt slechts ten dele. Dit is dan ook geen Shakespeareaans drama van verbeten koningsvetes en Paleis Noordeinde is niet het duistere slot van koning Macbeth in Schotland. In het toneelbeeld overheersen goud en blauw. Willem-Alexander draagt een donkerblauw kostuum met lichtblauwe stropdas. Máxima varieert hierop met kobaltblauw; haar blonde haar is klassiek gekapt, precies als Evita Peron, de aanbeden Argentijnse presidentsvrouw over wie een rockopera werd gemaakt.

Al gebaart de komende koning weinig met zijn handen, toch valt opeens op dat zijn rechterpink omwikkeld is met een pleister. Regelmatig benadrukt de koninklijke hoofdrolspeler dat hij het koningschap met gepaste eenvoud en weinig protocollaire entourage zal uitvoeren. Deze pleister heeft de regisseur niet weggepoetst en dat siert het personage. De interviewers hebben de lastige taak te moeten laveren tussen gepaste bescheidenheid en nieuwsgierige brutaliteit. Zij zijn de gasten in het koningshuis, de indringers die als ze willen een drama kunnen ontketenen. Maar dat gebeurt niet. Mooi is het moment dat Willem-Alexander even lijkt te ‘breken’ als hij praat over de afwezigheid van zijn broer prins Friso tijdens de aanstaande kroningsplechtigheid. Alexander zei dat zo’n tragedie zich in „elke familie kan voltrekken”. Hiermee geeft hij prachtig aan hoe dicht hij bij de mensen wil blijven als hij binnenkort het koningschap uitoefent. De dramaturgie is voorbeeldig gedaan. Hoewel het begin volkomen plompverloren is en er nauwelijks sprake is van een openingsscène, krijgt het gesprek langzaam een fraai ritme. Aanvankelijk passeren vooral onderwerpen rondom het koningschap de revue, maar geleidelijk neemt het Interview steeds persoonlijker wendingen. Dat is ook goed te zien aan de beeldtaal. Steeds vaker buigt Willem-Alexander zich naar voren, opeens drinkt hij uit een glas water dat kennelijk ergens verdekt staat opgesteld. Zodra het te persoonlijk dreigt te worden verschuilt hij zich, met enige koppigheid, achter het masker van staatsrechterlijke afspraken en overeenkomsten. Hiermee weet hij listig al te persoonlijke vragen en dus antwoorden te ontwijken, in de stijl van Beatrix. Ook prinses Máxima werd uitgedaagd iets van emoties te tonen, maar zij bezit op zulke momenten net iets geslotener gelaatstrekken en koeler dictie. Het kwam ter sprake dat haar vader niet tijdens de kroning aanwezig zal zijn. Ze vond dat „evident” en het was al lang geleden zo besloten. Maar ze voegde er aan toe: „Hij blijft wel mijn vader.” Dat is een dramatische zinswending. Hierin schuilt een kleine, persoonlijke tragedie die zich moeilijk in woorden laat vangen. Daarom kijk je als toeschouwer naar haar ogen: groot met iets van droefheid erin. Ontroerend is de scène waarin prinses Amalia aan de orde komt. Zij zal ooit haar vader opvolgen. Nu wordt ze nog in de beschutting gehouden. Toch is de negenjarige belangstellend naar de dag waarop zij koningin zal worden. Het leek of Willem-Alexander zich nu al verheugde in zoveel koninklijke gretigheid van zijn dochter. En tot slot: Koninginnedag verdwijnt, het wordt Koningsdag. Hierin was WillemAlexander ongenaakbaar en stellig. Kritiek op het Koningslied: pagina 7

Abu Moussa Woordvoerder Behind Bars. Heeft een aangifte tegen zich lopen wegens ronselen van jongeren voor de strijd in Syrië.

Abdullah West Lid van Straat Dawah. Heeft veel contacten met Engelse gelijkgestemden.

Mourad Massali Omgekomen Syriëstrijder. Prominent figuur uit Delftse vriendengroep met veel radicale moslimjongeren.

Abu Sa’ied Voorzitter Behind Bars. bekeerling die lid is van zowel Behind Bars als Straat Dawah.

Abu Yazeed Ultraorthodoxe internetprediker. Lid van Straat Dawah.

Abdelkarim Honing Komt bij alle organisaties over de vloer. Houdt preken op zijn eigen Youtubekanaal.

Abu Imran (zijn echte naam is Fouad Belkacem) Leider Sharia4Belgium. Zit met vijf andere leden vast op verdenking van ronselpraktijken.

Zakariya Al-Hollandi Bekeerling en Syriëstrijder.

Anjem Choudary Britse leider van Islam4UK en zijdelings verbonden aan Sharia4Belgium. Kwam meerdere malen in opspraak wegens het verheerlijken van terreuracties.

Abu Qasim Leider Sharia4Holland. Veroordeeld voor bedreigen van Geert Wilders.

Maiwand Al-Afghani Man achter SalafiMediaNL. Post op internetfora teksten van islamgeleerden waarin de jihad wordt aanbevolen.

Omar Bakri Muhammad (Syriër) Militante moslimleider, hij inspireerde Anjem Choudary. De twee werkten ook samen.

NRC 200413

› W

Vervolg pagina 1

aarom mengen ongetrainde jongens zich in die gewapende strijd? Waarom nemen ze het risico te sterven? En vooral: wie haalde hen over om die stap te nemen? Deze krant sprak vele mensen binnen het netwerk. En mensen net erbuiten, die het netwerk goed kennen. De jihad ligt gevoelig. Lang niet iedereen wil, zoals Honing, met naam in de krant. Afgelopen dinsdag werden bij een grote actie in België zes leden van de fundamentalistische moslimorganisatie Shariah4Belgium gearresteerd. Zij zouden jongeren rekruteren voor de jihad in Syrië. Naar aanleiding van de Belgische arrestaties meldde de AIVD dat er in Nederland geen organisaties zijn die jongeren ronselen voor de strijd tegen Assad. Dat is de vraag. Het hangt er vanaf wat je onder ronselen verstaat. In België preekten aanhangers van Sharia4Belgium op straat, zogenoemde straatdawa’s, en deelden flyers uit. Zo openlijk gaan geestverwanten in Nederland niet te werk. Maar ook in Nederland stimuleren mannen de salafistische jongeren naar Syrië te vertrekken. Daarnaast zijn er charismatische figuren binnen de groep die invloed hebben op de rest. In moskeeën in Delft en Zoetermeer kwamen vriendengroepen bij elkaar om te praten, te bidden en zich door elkaar te laten inspireren. Ook uit deze groepen zijn mensen naar Syrië vertrokken. Honing: „Natuurlijk zeggen we tegen elkaar: ‘Allah is groot’. Natuurlijk bevestigen we elkaar in het geloof. Als we bij elkaar komen, bespreken we met elkaar: ‘Kijk, dat stuk in de Koran sluit naadloos aan op de situatie in Syrië’.” Honing wil overigens zelf niet naar Syrië. Hij geeft toe dat hij daar te bang voor is. Afgelopen week werd bekend dat ouders van naar Syrië vertrokken jongens aangifte hebben gedaan bij de politie in Den Haag. Het gaat om twee ronselaars. De eerste is Murat Ö., in de de Haagse Schilderswijk bekend als Ibrahim de Turk. De man zou al

sinds 2001 als ronselaar in het vizier zijn van de inlichtingendiensten. De tweede man die van ronselen wordt beschuldigd is Azzedine C., alias Abu Moussa. Charismatische personen hebben invloed op anderen, zegt een woordvoerder van de AIVD. „Wij zien ook dat mensen elkaar ontmoeten en dat er sprake is van groepsdruk. Maar wij zien niet dat er personen langdurig en stelselmatig onder druk worden gezet of met geld worden overgehaald om te vertrekken.” Terrorismeonderzoeker Edwin Bakker van de Universiteit Leiden vindt de uitspraken van de AIVD onverstandig. Volgens hem zijn er sterke aanwijzingen dat in Nederland wel degelijk ronselaars actief zijn. Dat gebeurt volgens hem niet alleen via radicale organisaties, maar ook via internet en op straat. Bakker: „Je hebt overal losse scenes, met name in de Haagse regio. De jongens lopen op straat, hangen wat rond en tonen elkaar filmpjes van de strijd in Syrië. Ze vallen vaak op wat betreft uiterlijk en kleding en weten dat er naar hen wordt gekeken. Ze spreken mensen aan over het geloof en over politiek.” Internet is een krachtig rekruteringsmiddel. De internetpropaganda

is intens en overweldigend. Honderden sites staan vol met filmpjes van de verschrikkelijke dingen die moslims worden aangedaan. Huilende en gewonde kinderen in kapotgeschoten dorpen. Maar ook predikers die de kijker recht in de ogen kijken en toespreken. Dwepend, dwingend en emotioneel.

V

ia Youtube-kanaal Islam4NL wordt al sinds februari 2012 opgeroepen deel te nemen aan de jihad. „Kom hier naartoe, o broeders”, zegt zelfmoordterrorist Abu Dujana Al Khorasani op zo’n filmpje, in het Nederlands ondertiteld. „Breek de grenzen af en steek de grenslinies over en trotseer alle veiligheidsdiensten, en kom vanuit elke uithoek naar een paradijs zo wijd als de hemelen en de aarde, welke Allah voor zijn dienaren die als martelaren zijn gestorven heeft klaargemaakt.” Internet is een belangrijker ontmoetingsplek voor de jihadisten dan moskeeën, de straat of huiskamers. Dat is de grote verandering vergeleken met de tijd van de Hofstadgroep van Mohammed B., die in 2004 de moord pleegde op cineast Theo van Gogh. Jongeren hoeven hun slaapkamer niet uit om met alle charismati-


Nederland 5

nrc de week › Maandag 22 april 2013

sche personen in de salafistische scene van dit moment kennis te maken. Via Youtube en Facebook is elke prediker binnen handbereik. Abu Yazeed bijvoorbeeld houdt online videopreken. Op Marokko.nl haalt hij geleerden aan die oproepen tot een jihad. Zelf doet hij dat ook. Hij noemt het „de plicht van iedere Moslim om Jihad te doen”. Ook de website van Stichting al-Mahabba doet mee aan de Youtube-jihad. Die plaatst video’s van Syriëstrijders die aanslagen plegen. In een ervan zegt een Syrische rebellenleider: „Wij zullen hun hoofden afhakken met deze zwaarden. Wij zullen ervoor zorgen dat de aarde op hun lijken spuugt.”

M

aiwand Al-Afghani (21) heeft een eigen bekeringssite opgezet: Salafi Media. AlAfghani vindt de strijd in Syrië volkomen gerechtvaardigd, maar roept anderen niet op tot de gewapende strijd, zegt hij. Wel zet hij filmpjes op zijn site van geleerden die dat wel doen. Zelf gaat hij niet, hij denkt dat hij van groter nut is in Nederland. „Ik nodig anderen uit tot de islam. Dat is ook een vorm van jihad. Uiteindelijk willen we de islam over de hele wereld, dat is ons doel.” Zakariya Al Hollandi vertrok wel. Niet stilletjes. Zijn hele vertrekproces staat op internet, tot het uitzwaaien aan toe. Al Hollandi is een vriend van Honing en net als hij een bekeerling. Geboren in een Twents dorp. Voor vertrek werd hij onherkenbaar gefilmd in het televisieprogramma De Vijfde dag. Later werd hij herkenbaar gefilmd tijdens een uitgebreid interview met zijn vriend Albdelkarim Honing. Als voorbeeld voor hen die

De internetpropaganda is intens en overweldigend.

willen volgen. Jihadist word je niet van de ene op de andere dag. Daar gaat een proces van radicalisering aan vooraf. De omslag gaat geleidelijk: de mannen laten baarden groeien, dragen djellaba’s en broeken met korte pijpen. De vrouwen stappen over naar zwaardere sluiers. Ze verwerpen de islam van liberale moslims, zelfs die van hun ouders. En ze krijgen naast het geloof sterke interesse in de politiek. Ondanks de voortekenen zijn die ouders verbijsterd als ze een telefoontje vanaf de Turkse grens ontvangen. „Mam, treur niet. Als ik sneuvel, kom ik als martelaar in het paradijs.” Zoals de huilende moeder die op televisie de lege kamer van haar zoon Soufian laat zien. Diverse groepen spelen een rol bij de radicalisering. Zoals Straat Dawah, een club jongeren die Nederlandse steden afreist om mensen op straat te bekeren tot de islam. Een van de leden, Abou Moussa, is ook woordvoerder van Behind Bars, een groep die demonstreert voor opgepakte moslimextremisten. Dan is er Salafi Media van de Afghaanse Maiwand Al-Afghani (21). Verschillende jongens onderhouden contacten met de mensen van Sharia4Holland van Foto ANP

onder anderen Abdelkarim Honing en Abu Sa’ied, eveneens een bekeerling.

D

e Nederlandse jihadisten hebben banden met gelijkgestemden in het buitenland, vooral in Engeland. „We zien hen als voorbeeld, omdat ze professioneler en beter georganiseerd zijn”, zegt Honing. Vanuit Engeland worden zelfs acties in overzeese buurlanden aangestuurd. Vorig jaar ontstonden onlusten in het Belgische Molenbeek, toen een moslima door de politie gedwongen was haar niqab af te doen voor een identiteitscontrole. Die onlusten waren aangespoord vanuit Londen door Anjem Choudary, de Britse voorman van Islam4UK. Hij had een sms-bericht gestuurd naar aanhangers van zusterorganisatie Sharia4Belgium. Choudary heeft veel sympathisanten in de Nederlandse groep, zegt een bron rondom Sharia4Holland. Vorig jaar hield Choudary een conferentie in het huis van de zegsman van Sharia4Holland in Woerden. Vervolgens ging de groep met Choudary naar Amsterdam om te demonstreren. Daarbij uitte de woordvoerder van Sharia4Holland een bedreiging aan hety adres van Geert Wilders, waarvoor hij werd veroordeeld. Ook is er een link met Frankrijk. Mohamed Merah uit Toulouse, die vorig jaar zeven mensen vermoordde als vergelding voor de aanwezigheid van Franse militairen in Afghanistan, was lid van Forsane Alizza. Deze extremistische moslimorganisatie heeft samen met Sharia4Belgium demonstraties georganiseerd. Sharia4Belgium is net als Sharia4Holland opgericht door de vorige week gearresteerde Belg Fouad Belkacem. Het zwaartepunt van het Nederlandse netwerk ligt in de regio Den Haag. Vriendengroepen kwamen bijeen in de Turkse Sultan Ahmet-moskee in Delft en in de Marokkaanse Al Qibla-moskee in Zoetermeer. De gematigde Turkse moskee in Delft was goed gekozen, vertellen ingewijden, omdat de meeste Turken geen Arabisch spreken en de oudere Turken vaak geen goed Nederlands. De jongens konden hun gang gaan zonder dat iemand zich druk maakte over wát ze daar nu eigenlijk bespraken.

D

e Zoetermeerse moskee wist van de groep salafistische jongeren. Ze praten er niet graag over. Sinds de Hofstadgroep ligt radicalisering extreem gevoelig. Voor ze het weten hebben ze het stigma ‘radicale’ moskee. En kom daar dan nog maar eens vanaf. De jongeren ontmoeten elkaar bij demonstraties, waarvan er vorig jaar tientallen zijn georganiseerd. Verder treffen ze elkaar op ‘huiskamerbijeenkomsten’, waar leden van de groep lezingen houden. Uit gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat Syriëstrijder Jordi de Jong uit Schipluiden penningmeester van de organisatie was. Een ander bestuurslid is de 30-jarige Azzedine C., nu beschuldigd van ronselen. C. is enkele jaren geleden geweerd uit de salafistische As-Soennah-moskee in Den Haag, bevestigt moskeebestuurder Abdelhamid Taheri. C. maakte deel uit van een groep extremistische jongeren die „met hun extreme opvattingen niet meer te handhaven was”, zegt Taheri. In hoeverre zijn jongeren zoals Abdelkarim Honing bereid geweld te gebruiken? Honing keurt de moordaanslag van Mohammed B. op Theo van Gogh in elk geval niet af. „Mohammed B. heeft naar eer en geweten gehandeld”, vindt Honing. „Wat hij heeft gedaan, valt binnen de theologie. De gezaghebbende imam Ibn Taymmiyah doodde ooit iemand omdat hij de profeet beschimpte. Als ik dan aan Hans Teeuwen denk, met zijn liedje over de geslachtsdelen van Allah, dan denk ik: nou, dat komt in de buurt.” Het rechtvaardigt nog niet direct een aanslag, constateert Honing, want de imam doodde een lasteraar in een islamitische staat, en niet in Nederland. „Mohammed B. is in ieder geval geen gek”, zegt hij. „Ik vind hem een vrome, oprechte man die staat voor zijn zaak. Ik vind dat hij een standbeeld verdient naast Jan Pieterszoon Coen in Hoorn. Coen doodde meer mensen.”

Staatssecretaris Teeven kreeg steun van tweederde van de Kamer. Dat vond hij genoeg om door te gaan. Maar Teeven is wel extra kwetsbaar. Door A N N E M A R I E K A S e n T H IJ S N IE MA N T SVE R D R IE T

D

e oppositie dacht echt even dat staatssecretaris Teeven van Justitie zou aftreden na de vele fouten in de zaak-Dolmatov. Maar de PvdA-fractie schaarde zich achter hem. Aan het einde van de middag op vrijdag 12 april bellen een paar Tweede Kamerleden van de oppositie met de griffie. Ze willen – los van elkaar – een debat aanvragen naar aanleiding van de persconferentie van staatssecretaris Teeven. Teeven (Justitie, VVD) heeft dan net een zeer kritisch rapport gepresenteerd over de dood van de Russische asielzoeker Aleksandr Dolmatov. Die pleegde op 17 januari zelfmoord in zijn cel, terwijl hij niet eens in detentie had mogen zitten. Ook rechtsbijstand en medische zorg schoten tekort. De overheid heeft fouten gemaakt. Reden genoeg voor een snel debat met de staatssecretaris. Maar coalitiepartijen VVD en PvdA zijn hun voor geweest. Een paar minuten na het begin van de persconferentie is hún aanvraag als eerste bij de griffie binnen. De gecoördineerde actie roept lichte ergernis op bij D66, SP en ChristenUnie. Wisten VVD en PvdA eerder dan zij van de persconferentie? De irritatie groeit als op zondagmiddag een mailtje van VVD’er Ard van der Steur binnenkomt. Hij en PvdA’er Jeroen Recourt willen het debat zo snel mogelijk houden. Op dinsdag. „Ik ga ervan uit dat jullie dat ondersteunen. Fijne zondag verder!” Dus niet, denken de anderen. Zij willen meer tijd om voor te bereiden. De staatssecretaris heeft het hele weekend zitten studeren. Teeven gaat er dan nog vanuit dat hij op dinsdagmiddag in de Kamer moet zijn. Vol energie bereidt hij zich voor. Zijn afweging is dan al gemaakt. Teeven realiseert zich dat het debat pittig wordt, en dat de oppositie om zijn aftreden zal vragen. Maar nadat op het departement is gekeken naar de mogelijke maatregelen tegen de problemen, weet hij: ik wil blijven. Alleen is het onhandig dat vooraf hardop te zeggen. Op maandag stapt hij even voor de camera van de NOS. Na tien keer vragen en nog eens wat aandringen loopt hij in een bijzin nét iets vooruit op het parlementaire proces. Teeven zegt dat hij inderdaad denkt dat híj de persoon is om de problemen in de vreemdelingenbewaring aan te pakken. Alleen, zegt hij erbij, dat is aan de Kamer. Kan gebeuren, denken ze op het departement. Maar D66 maakt er een relletje van. Búítengewoon onverstandig van de staatssecretaris om op de zaken vooruit te lopen, reageert Kamerlid Gerard Schouw in de studio van Nieuwsuur. Intussen lopen andere partijen ook op de zaken vooruit. Sharon Gesthuizen van de SP heeft dan al gezegd dat Teeven wat haar betreft sterk moet overwegen de eer aan zichzelf te houden. Dinsdagochtend om tien uur spreken de woordvoerders met elkaar af dat het debat op donderdag zal

Sommige PvdA’ers wilden ’m kwijt plaatsvinden. Van der Steur van de VVD is akkoord: als het maar niet later wordt dan deze week. Voor de zekerheid heeft de VVD naar dat kleine overlegje wel een handvol fractiegenoten meegenomen. Bij stemmingen in zulke procedurevergaderingen tellen de koppen, dus als het moet, is de VVD met meer mensen dan de rest. Opnieuw ergernis bij de oppositie. In de wekelijkse fractievergadering bereidt coalitiepartij PvdA zich die dinsdagochtend alvast voor. De fractie neemt zich voor de discussie donderdag in elk geval on topic te houden. Onderwerp van gesprek is dus níét het asielbeleid, dat sommige PvdA’ers graag milder zouden zien,

al snel grijpen partijen de gelegenheid om toezeggingen binnen te slepen. Het onafhankelijke en ‘ketenbrede’ onderzoek dat de ChristenUnie wil, waarbij D66 en PvdA zich aansluiten, komt niet als verrassing voor de staatssecretaris. Zijn departement heeft al decennia ervaring met dit soort crises, en had allang bedacht dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid er wel eens aan te pas zou kunnen komen. Een uurtje na het verzoek daartoe komt dus al de toezegging dat de Onderzoeksraad de vreemdelingendetentie wil onderzoeken. Weer een schorsing. Hoop bij de mensen van het ministerie: dat het

Staatssecretaris Teeven aan de telefoon. Foto David van Dam

maar de zaak-Dolmatov en wat daarin misging. Ook andere gevoelige onderwerpen zullen donderdag buiten de discussie blijven, spreken de PvdA’ers af. Zoals: waarom zij een staatssecretaris zouden laten aanblijven die verantwoordelijk is voor de strafbaarstelling van illegaliteit, waar veel PvdA’ers tegen zijn. En waarom zou Teeven kunnen blijven, terwijl de PvdA met Co Verdaas vorig jaar wel een staatssecretaris heeft laten gaan?

V

oor de camera’s houden PvdAleider Samsom en VVD-fractievoorzitter Zijlstra die middag bij het wekelijkse vragenuurtje hetzelfde verhaal. Op Teevens positie lopen we niet vooruit. Het debat wordt zwaar, maar ze ‘staan er open in’. Achter de camera’s verschillende de verhalen over afspraken over Teevens positie. Natuurlijk zijn die er, zeggen sommigen: Teeven blijft en het regeerakkoord moet bij het debat intact blijven. Het debat ligt werkelijk open, zeggen anderen. Van opzetjes geen sprake. Donderdag is D-day. Pas tegen zevenen ’s avonds loopt de spanning op. Teeven is dan toe aan wat hij zijn „politieke conclusies” noemt. Zoals toegezegd, heeft de staatssecretaris zich eerst keurig verantwoord. In de bankjes van de oppositie is de verwachting dat hij nu bekendmaakt dat hij opstapt. Maar dat doet hij niet. Er heerst even verwarring – maar

aantal partijen meevalt dat de motie van wantrouwen van de SP steunt. Teeven heeft naar hun idee veel toegezegd: D66 en de ChristenUnie hebben hun onafhankelijke onderzoek binnen. En het CDA is toch principieel vóór een strikt asielbeleid. Afwachten. Ondertussen roept Kamervoorzitter Van Miltenburg om dat de PvdA een kwartiertje langer nodig heeft. Een flinke minderheid – ongeveer een kwart van de PvdA’ers, zeggen betrokkenen – neemt in de fractie een principiële houding aan: Teeven moet opstappen. Ze vinden dat ze niet genoeg ruimte krijgen voor hun eigen afweging, dat het coalitiebelang blijkbaar moet prevaleren. Twintig minuten later spreekt PvdA’er Recourt in de plenaire zaal zijn vertrouwen in Teeven uit. Tegen GroenLinkser Linda Voortman zegt hij dat het spijkers op laag water zoeken is om te suggereren dat niet de hele PvdA-fractie Teeven zou steunen. „In mijn fractie hebben we gedebatteerd. Dit is de uitkomst.” De staatssecretaris overleeft de motie van wantrouwen. 96 tegen, 48 voor. Zes partijen steunen de motie: SP, D66, CDA, GroenLinks, ChristenUnie en Partij voor de Dieren. Nadat Teeven de pers te woord heeft gestaan – „ik heb een krasje, nou ja, een flinke kras opgelopen” – kijkt hij na uren weer op zijn telefoon. Bijna tweehonderd felicitatiesms’jes. Teeven blijft.

Advertentie

Referenties en informatie via mondial-movers.nl

ALLE VERHUIZINGEN NAAR/VAN NEDERLAND

In 2011 en 2012 gekozen tot Beste MKB-bedrijf van Nederland.


6 Nederland

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Welke zal het worden? Noord-Holland, Utrecht en Flevoland moeten één superprovincie worden Maar waar komt dan het provinciehuis? Net nu zijn de huizen voor miljoenen verbouwd zodat ze ‘klaar zijn voor de toekomst’. Door I N G M A R V R I E S E M A

S

tel: Plasterks wens wordt werkelijkheid. Noord-Holland, Utrecht en Flevoland worden één grote provincie. Waar komt dan eigenlijk de hoofdstad te liggen? Wordt het Haarlem, Utrecht of Lelystad? Of ergens anders? Niemand die het weet. Ook minister Plasterk zelf niet. „De Provinciale Staten van de nieuwe fusieprovincie zullen hierover beslissen”, zei hij onlangs tijdens een openbare bijeenkomst over de fusie. Toekomstmuziek dus. Maar als regeren vooruitzien is, dan is die muziek relevant. Want de drie provincies hebben de afgelopen jaren in totaal ruim 200 miljoen euro geïnvesteerd in de eigen huisvesting. Blijven die nieuwe, of nieuw verbouwde provinciehuizen alle in gebruik? Waarschijnlijk niet, de minister beoogt met de fusie juist een afname van ‘bestuurlijke drukte’. De fusie moet bovendien geld opleveren: ‘structureel’ 75 miljoen euro, en als het even kan meer. Drie provinciehuizen aanhouden is duur: alleen al het onderhoud zou jaarlijks tonnen kosten, zo niet miljoenen. Maar welke hoofdstad, met welk provinciehuis, is dan eigenlijk de beste keuze? Of anders geformuleerd: bij welke twee provinciehuizen doet afscheid nemen het minst pijn? Moeilijke vraag. Aan het Houtplein in Haarlem staat een gloednieuw provinciekantoor dat afgelopen februari tot stand kwam na een verbouwing van dik twee jaar. Het pand is ‘duurzaam gerenoveerd’, zo vermeldt een factsheet van Noord-Holland. Driedubbel glas, automatische zonwering, alles voor een zo laag mogelijk energieverbruik. De bureaubladen zijn van ‘rubber wood’, afkomstig van Indonesische rubberbomen, ‘hout dat anders zou zijn verbrand’. De vloerbedekking is ‘volledig recyclebaar’.

Kosten van de verbouwing: 45 miljoen euro. Die verbouwing is klaar, maar Noord-Holland verbouwt op dit moment ook een ander provinciekantoor. Ook met driedubbel glas, en met „hoogwaardige isolatie in de gevels”, aldus de aannemer. Onder het pand komt een parkeergarage van twee lagen, voor 240 auto’s. Begindatum verbouwing: 2012. Verwachte oplevering: 2014. Kosten: 23,5 miljoen euro. Van 2005 tot 2009 verbouwde Noord-Holland bovendien het monumentale deel van zijn provinciehuis: Paviljoen Welgelegen, heropend door de koningin. Kosten: 18,5 miljoen euro. Zoals commissaris van de koningin Johan Remkes afgelopen februari zei: ‘Noord-Holland is klaar voor de toekomst.’ Zorgen over de Fortistoren Ook Utrecht zal niet graag afzien van zijn provinciehuis. Utrecht is pas een jaar gehuisvest in de nieuw aangekochte Fortistoren, achttien verdiepingen hoog, in Rijnsweerd. Die aankoop was omstreden want duur. 83 miljoen euro. Plus verbouwingskosten à 35 miljoen euro. Provinciale oppositiepartijen waren tegen de aankoop. De Utrechtse SP maakte zich zorgen over de toekomst van het pand, omdat ook vorige kabinetten zinspeelden op een samenvoeging van Randstadprovincies. Toenmalig SP-Statenlid Pieter Wout de Duquesnoy in 2010 op de partijwebsite: ‘Ik voorspel dat tegen de tijd dat de Fortistoren klaar is voor de verhuizing, we net te horen krijgen dat het nieuwe randstedelijke provinciehuis

Utrecht zit sinds kort in de Fortistoren (links). Het provinciehuis van Noord-Holland (onder) is net verbouwd, evenals dat in Lelystad (boven) Foto’s ANP en Foto Dijkstra

ergens in Amsterdam op de Zuidas komt te staan, en of we ons alvast willen voorbereiden zodat de verhuizing voorspoedig kan verlopen. En daar staan we dan, met een lege toren die we in veertig jaar hadden willen afschrijven á 8,3 miljoen per jaar.’ Dit scenario – hoewel toekomstmuziek – is onder minister Plasterk ineens waarschijnlijker geworden. Geen punt, zegt een woordvoerder van Binnenlandse Zaken. „Als je van drie locaties naar één gaat, is dat op lange termijn kostenbesparend. Frictiekosten zijn er altijd.” En ook Gedeputeerde Staten van Utrecht maken zich geen zorgen. Een woordvoerder: „Je kunt als superprovincie nog altijd in verschillende panden werken. En in deze Fortistoren kun je verdiepingen gaan verhuren.” „In verschillende panden werken?” zegt SP’er De Duquesnoy. „Ik zie dat niet voor me. Nu bezet Utrecht acht verdiepingen van de toren. Hoeveel worden dat er straks dan? Drie? Daarvoor heb je toch niet zo’n pand van achttien verdiepingen aangekocht?” Verhuur van verdiepingen is volgens De Duquesnoy geen oplossing. „Welke huurders hoopt de provincie aan te trekken? De kantoormarkt is een ramp. Bovendien: we zijn geen vastgoedbedrijf.” Blijft over Lelystad. Ook daar is het provinciehuis verbouwd, van 2005 tot 2007. Kosten: 21, 5 miljoen euro. Een ‘ware metamorfose’, zo kondigde Flevoland al in 2005 aan. ‘De provincie beschikt over een gebouw dat van binnen en buiten volledig is gemoderniseerd.’ Zo heeft het pand ‘uniek ontwikkelde keramische geveltegels’. De ‘energieprestatie’ is hoog, door een nieuwe ‘installatietechniek’ van ‘warmte- en koudeopslag’. ‘Het provinciehuis voldoet’ – kortom – ‘aan de eisen van de moderne tijd’. De vraag is of het provinciehuis straks ook voldoet aan de eisen van de gefuseerde Provinciale Staten. Áls die fusie er komt – uiteraard.


Nederland 7

nrc de week › Maandag 22 april 2013

DE WEEK KORT H E R D E R . Herder Chris Grinwis van

schaapskudde Het Soerel krijgt voor de rest van het jaar een andere opdracht. Zo kan zijn kudde van vierhonderd schapen blijven rondtrekken. Vorige week ontstond commotie toen bekend werd dat Grinwis overwoog te stoppen. Een graasopdracht van Natuurmonumenten waarop hij had ingetekend ging naar een goedkopere schaapsherder. Voor Grinwis dreigde een bankroet. De herder krijgt nu tot het einde van het jaar een andere graasopdracht op de Veluwe. Verder gaat Natuurmonumenten kijken hoe rondtrekkende schaapskuddes kunnen worden behouden. Volgens hen is de problematiek rond de trekkende schaapsherders al jaren bekend. Novum C I TO . Van de leerlingen die vorig

B N’ers tijdens de opnamen van het Koningslied, met op de voorgrond componist John Ewbank. Foto ANP

jaar deelnamen aan de Citotoets heeft 24 procent advies voor een hoger schooltype gekregen dan op basis van het toetsresultaat te verwachten was. Dat blijkt uit een analyse van de Inspectie van het Onderwijs van de gegevens van 150.000 leerlingen die vorig jaar in groep 8 zaten. Het onderzoek is pikant omdat staatssecretaris Dekker (Onderwijs, VVD) vorige maand met de Tweede Kamer overeenkwam dat het schooladvies van de leraar bindend wordt bij het kiezen van de vervolgopleiding van een leerling. Scholen in het voortgezet onderwijs mogen vanaf 2014 niet langer selecteren met behulp van de Citoscore. Tussen de verschillende regio’s zijn de verschillen groot. In de vier grote steden krijgen leerlingen maar zelden een lager advies dan de toetsuitslag. In Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland zijn de adviezen vaak hoger dan de toetsuitslag, terwijl in Friesland juist relatief lager wordt geadviseerd. NRC P R I N S E S M A R G R I E T. Prinses

In 1817 was er ook al gedoe John Ewbank trekt zijn Koningslied in, als reden noemt hij vernietigende tweets. De kritiek op Ewbanks lied is typisch Nederlands zegt historicus Louis Grijp. Toen Willem I koning werd, sloeg het aan hem opgedragen lied ook niet aan. Door R O L I N D E H O O R N TJ E

W

aren het de taalfouten? Was het de melodie? Of waren het zinnen als ‘De W van Willem. Drie vingers in de lucht. De W van wakker, stamppot eten’ die het Koningslied deden mislukken? Nee, het was de T van Twitter, zegt John Ewbank. „Je moet mild worden gestenigd en je verdient de brandstapel voor het schrijven van het slechtste nummer ooit.” Vernietigende reacties als deze brachten de componist ertoe het Koningslied afgelopen zaterdag ‘in te trekken’, schrijft hij op zijn Facebook-pagina. Maar, ook zonder sociale media kan een koningslied mislukken, leert de geschiedenis. Een nationale hymne ligt nou eenmaal gevoelig. Ook bij koning Willem I was er gedoe over een volkslied, zegt professor Louis Grijp, liedhistoricus en onderzoeker aan het Meertens Instituut in Amsterdam. „Zelfgeschreven liederen worden al aan de toekomstige vorst opgedragen sinds de aankomst van koning Willem I op het strand van Scheveningen in 1813, na jaren ballingschap in Engeland. In hofkringen vond men toen toch wel dat het tijd was geworden voor een echt volkslied, een nationale hymne.” Er was al wel een volkslied, het Wilhelmus, maar dat vond men – toen al – afgesleten. De mensen kenden de woorden niet, zongen rare dingen mee. Nederland moest aan een nieuw lied, vond een deel van de hofhouding. En daar ging het mis. Admiraal van Kinsbergen, een ho-

veling die populair was bij Willem I, schreef een wedstrijd uit. Wiens Neêrlandsch bloed door d’adren vloeit kwam als winnaar uit de bus. Grijp: „Voor vorst en vaderland, daar gaat het over, en dat is natuurlijk helemaal goed, voor de hogere klassen. Maar die gezwollen taal, dat was voor Jan Modaal natuurlijk apekool. Dat lied sloeg dus niet aan, mensen vonden het te deftig.” Het was teveel opgelegd, teveel van bovenaf, zegt Grijp. „Van Kinsberg leerde mensen het lied te zingen in het theater, voor aanvang van de voorstelling. Hij had ook nog bedacht om liederenblaadjes op de markt te brengen, om het lied te verspreiden onder het gewone volk. Maar dat werkte niet echt, het bleef te deftig.” Dus bleef het Wilhelmus bestaan, naast het nieuwe lied. „Die melodie was ook heel strijdlustig en opgewekt. Op trompetten gespeeld. Wil-

lem van Oranje was natuurlijk een figuur waar de hoop van een hele natie op was gericht. En daar is volgens Grijp wel „een paralelletje te trekken” met nu. „Ook de inhuldiging van Willem-Alexander leeft enorm. Er zijn enorm veel YouTube-filmpjes met alternatieve koningsliederen. Joop van den Ende heeft als lid van het Nationaal Comité Inhuldiging goed aangevoeld dat er een lied moest komen, maar het is misschien verkeerd aangepakt. Net als in 1817 is er gekozen voor een vorm die niet aansluit bij de wensen van de mensen. Het is kennelijk toch teveel opgelegd.” Maar is Ewbanks creatie – een coproductie met volkszangers Guus Meeuwis en Marco Borsato en inbreng van de bevolking bovendien – nou zoveel slechter dan De Toppers of stadionhouse, die nu vaak de Nederlandse hitlijsten domineert?

Rob de Nijs vond de tekst ‘erbarmelijk’. Exit De Nijs Zanger Rob de Nijs, aanvankelijk betrokken bij het Koningslied, blijkt zich in de loop van het project te hebben teruggetrokken. „Onmiddellijk nadat hij de tekst had gelezen”, nam hij contact op met de publieke omroep. Hij wilde niet langer aan het project deelnemen „vanwege de erbarmelijk slechte tekst”, zo schrijft De Nijs’ manager in een email aan nrc.next. „Met pijn in het hart dat wel, want hij had het nieuwe koningspaar graag toegezongen.

Wel wilde hij trouw blijven aan zichzelf en geen lied zingen waar hij zich niet senang bij zou voelen.” Ook Thomas Acda en Paul de Munnik wilden niet meewerken aan het Koningslied. Volgens de site van RTL omdat zij dachten „niets meer aan het lied toe te kunnen voegen”. Volgens het management van Acda en De Munnik zou RTL te vroeg naar buiten hebben gebracht dat het duo überhaupt meewerkte.

Grijp: „Het wordt geweldig professioneel aangepakt, met een gelikt filmpje en al die zangers. Maar het is misschien toch het gevoel dat het niet echt uit de mensen zelf voortkomt.” Een jubellied namens het hele volk is misschien überhaupt te hoog gegrepen, denkt Grijp. „Dat een lied nationaal gedragen wordt is heel zeldzaam. Misschien is het beter om iets vanzelf te laten ontstaan. Wat ook nog zou kunnen is dat een van de alternatieve liedjes nu spontaan doorbreekt tot Koningslied.” Sowieso blijft een hymne een lastige kwestie, denkt Gijp, vooral hier in Nederland. „Misschien is het ook dat Nederlanders wars zijn van alles wat naar nationalisme neigt. Er is altijd een dubbele verhouding tussen de Nederlander en zijn volkslied. Over het Wilhelmus was ook altijd gedonder. Er is kennelijk wel behoefte aan, maar als er dan eentje is, zijn we niet tevreden.” Maandag overlegt het Nationaal Comité Inhuldiging over het Koningslied. Het was bij het ter perse gaan van deze krant nog niet duidelijk of het lied nog wordt gebruikt op 30 april. Joop van den Ende zegt op de site van De Telegraaf dat hij het „jammer vindt dat het lied niet in goede aarde is gevallen bij het publiek. Als je zoveel hits hebt gemaakt en bijna de best verkopende componist van het land bent, begrijp ik de teleurstelling. Veel mensen hebben hier hard aan gewerkt, maar uiteindelijk is het de beslissing van de componist wat er met een nummer gebeurt.”

Margriet en haar man Pieter van Vollenhoven hebben de afgelopen zeven jaar een fiscale constructie gebruikt om de erfbelasting voor hun kinderen en kleinkinderen te minimaliseren. Dat blijkt uit documenten die in bezit zijn van De Telegraaf. Op advies van ABN Amro stopte het paar een deel van hun vermogen in een stichting, met trustmaatschappij TMF als uitvoerend bestuurder. ABN Amro bood de constructie aan gefortuneerde families aan, tot enkele jaren geleden. Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst gaat het om „een fiscaal transparante en door de fiscus geaccepteerde stichting, die tot doel heeft het ongedeeld in stand houden van familievermogen”. De dienst onderstreept dat het paar de volle schenkbelasting heeft betaald. NRC Z I E K E N H U I Z E N . Personeel van de

93 Nederlandse ziekenhuizen krijgt ongeveer 4.500 keer per jaar te maken met geweld, waarvan 1.200 keer met fysiek geweld zoals schoppen en slaan. Dat blijkt uit onderzoek van het Algemeen Dagblad, dat van eenderde van de ziekenhuizen inzage kreeg in de geweldsregistratie. Omgerekend krijgen ziekenhuizen gemiddeld 12 keer per jaar te maken met fysiek geweld en ruim 35 keer met verbaal geweld, inclusief doodsbedreigingen. Zo’n 200 keer per jaar krijgt een patiënt wegens geweldpleging een toegangsverbod opgelegd. Daders zijn vooral drank- en drugsgebruikers en mensen met psychische problemen. NRC B R U I N V I S S E N . Voor de Neder-

landse kust is in maart een recordaantal bruinvissen geteld. Bij Den Helder werden op één dag 126 bruinvissen gezien. Het vorige record, 79 dieren, dateert uit 2006. Dat heeft natuurcentrum Ecomare bekendgemaakt. Er zijn ook meer dode bruinvissen aangetroffen op de stranden. Vorige maand waren het er 101, bijna twee keer zoveel als gemiddeld. Novum W O L F. Net over de grens bij Emmen,

in het Duitse Meppen, is vorige week op een militair oefenterrein een wolf gefotografeerd. In Duitsland leven zo’n honderd wolven. Niet eerder is het dier zo dicht bij de Nederlandse grens gesignaleerd. NRC


8 Internationaal

nrc de week › Maandag 22 april 2013

9.000 politieagenten en één slimme buurman Door G U U S VA L K

D

e pas uitgekomen bloembollen zijn vertrapt, het speelgoedkasteel is omgegooid. Lauren Kelleher heeft „een hele legermacht” in haar achtertuin gehad, zegt ze terwijl ze de schade opneemt. Terwijl ze haar drie kinderen voor het raam probeerde weg te houden, doorzochten zwaarbewapende arrestatieteams afgelopen vrijdag tot drie keer toe haar terrein. Ze kreeg sms’jes van buren: we zien je huis op tv! Kelleher: „Ik vond het net een slechte film. Die gespannen gezichten van de agenten, de geweren. Het was volkomen surreëel.” Dzokhar Tsarnaev, de toen nog voortvluchtige verdachte van de bomaanslagen op de marathon van Boston, bevond zich vrijdag urenlang in een boot, twee huizen verderop. Vanaf de tuin van Kelleher is de doorzeefde Slipaway II te zien. De agenten dachten alleen dat Dzokhar in een ander huis zat, vertelt Kelleher. Ze wijst naar de achteringang van het huis dat de boot van haar tuin scheidt. „De buurvrouw hiernaast is wat excentriek. Ze laat altijd de achterdeur wijd openstaan. De politie heeft uren het verkeerde huis onder schot gehouden.” Het rustige stadje Watertown, een voorstad van Boston met circa 30.000 inwoners, was het onverwachte mid-

delpunt van een 24 uur durend circus. De bewoners van de multiculturele wijk merkten tot hun stomme verbazing dat de klopjacht op de nog levende verdachte van de aanslagen van maandag in hun wijkje de climax beleefde. Dzokhar Tsarnaev had na een vuurgevecht met de politie zijn auto praktisch voor de voordeur van de familie Kelleher geparkeerd. Zijn broer was al om het leven gekomen, hijzelf was gewond. Negenduizend agenten, opsporingseenheden, pantserwagens en helikopters kamden vrijdag het gebied uit. Boston en omgeving gingen volledig op slot, een stap die nooit eerder is gezet bij een zoektocht van de politie.

W

at al die negenduizend agenten niet wisten, was dat Dzokhar niet ver meer kon komen. Hij kon nog maar enkele tientallen meters verder strompelen, tot aan de boot van de achterburen van Lauren Kelleher. Daar wist één 19-jarige jongen zich te verschuilen voor een enorme politiemacht. Hij werd pas ontdekt toen David Henneberry, de eigenaar van de boot, in de tuin een sigaretje ging roken. Hij zag dat het zeil niet goed lag. Toen hij het optilde, zag hij Dzokhar liggen, en belde hij de politie. Tijdens een kort vuurgevecht vlogen de kogels alle kanten op. Meteen daarna werd Dzokhar uit de boot getrokken. „Ik

De verdachten van de bomaanslagen bij de marathon van Boston zijn gepakt. De ene is dood, de ander zwaargewond. De inwoners van een voorstad zaten opeens in een ‘slechte film’. heb in Irak gevochten. Het was hier even Bagdad”, zegt Derek Mayerhofer, een buurtbewoner. „Ik dacht: wow, wat een machtsvertoon. Is die jongen echt zo gevaarlijk?” De nuchterheid waarmee bewoners van Watertown de dag navertellen, lijkt in niets op de nationale hysterie die de VS 24 uur lang in de greep hield. Nationaal was het een sensatie, lokaal heerst vooral milde verbazing. Buurtbewoners vertellen elkaar op straat hoe ze zich schuilhielden, wat er in hun tuin gebeurde. Er wordt veel gelachen. Tijdens een spontane herdenkingsplechtigheid, ’s avonds op een sportveld, is de sfeer eensgezind en ontspannen. Mayerhofer, ook aanwezig: „Het is bijna een feestje. We zijn in Boston niet zo snel van slag. We zijn een nuchter volk, daar staan we om bekend.” Landelijk was de nuchterheid ver te zoeken. De klopjacht op de broers kreeg het karakter van een Perfect

Storm. Alle elementen versterkten elkaar: de enorme politiemacht in Watertown rechtvaardigde een overstelpende media-aandacht. Die leidde weer tot voortdurende bemoeienis (en spin) van het Witte Huis. Dat leidde tot een nóg grotere politiemacht, enzovoort. Er ontstond een sfeer waarin niemand kon achterblijven. Alle nieuwszenders berichtten alleen nog maar rechtstreeks vanuit Watertown, hoewel ze op afstand werden gehouden. De kijkcijfers waren vrijdag ongekend hoog, en lieten zich alleen vergelijken met het proces tegen O.J. Simpson, de aanslagen van 11 september 2001 en het begin van de Irak-oorlog. CNN, dat worstelt met slechte kijkcijfers en interne onrust, had deze week 194 procent meer kijkers dan normaal. Fox News steeg 48 procent. Probleem was alleen dat op de hoogtijdag, vrijdag, vrijwel geen nieuws te melden viel. De politie hield cameraploegen uit het gebied. Vele honderden journalisten moesten „een verhaal vertellen dat er niet was”, zoals de Columbia Journalism Review het omschreef.

P

resident Barack Obama liet zich voortdurend op de hoogte houden van de gebeurtenissen, en liet foto’s verspreiden van zijn gesprekken met veiligheidsadviseurs.

Mogelijk nog meer aanslagen in de planning Volgens politiechef Ed Davis beschikten de twee Tsjetsjenen over zoveel zelfgemaakte explosieven dat ze wellicht nog meer plannen hadden voor aanslagen, zei hij zondag. De Amerikaanse autoriteiten hebben besloten de jongste broer, die zwaargewond in het ziekenhuis ligt, te ondervragen zonder hem zijn zogenoemde ‘Miranda-rechten’ voor te lezen. Daarin staat dat de arrestant het recht heeft te zwijgen. Die rechten hoeven niet te worden voorgelezen als er nog direct gevaar is voor het publiek, bijvoorbeeld als er nog bommen zijn verstopt die niet zijn afgegaan. Burgemeester Tom Menino zei afgelopen zondag dat hij misschien nooit kan worden verhoord. Hij heeft schotwonden en veel bloed verloren. Het is nog onduidelijk wat de aanklacht tegen Tsjarnajev zal zijn. De zwaarste aanklacht zou het inzetten van een massavernietigingswapen kunnen zijn.

Bewoners van Watertown filmen de politieteams, FBI en scherpschutters die de buurt uitkammen. Foto Reuters

De klopjacht kreeg zelfs geopolitieke betekenis, toen Obama belde met de Russische president Vladimir Poetin. De president bedankte zijn Russische collega voor inlichtingen die hadden geholpen bij de opsporing van de broers van Tsjetsjeense afkomst. Ze spraken af in de toekomst nauwer samen te werken bij de strijd tegen terreur – een opsteker voor Poetin, die in het verleden juist veel Amerikaanse kritiek kreeg over zijn harde lijn in Tsjetsjenië. Poetin had er daarom ook alle belang bij de Amerikanen ter wille te zijn in hun onderzoek naar het verleden van de van oorsprong Tsjetsjeense broers, die in Kirgizië waren opgegroeid. Zo werd de jacht op een vuurwapengevaarlijke jongen een zaak van internationaal belang. Onduidelijk is nog of de aanslagen waarvan Dzokhar en Tamerlan Tsarnaev worden verdacht, gelden als terrorisme. Misschien wordt Dzokhar, die zwaargewond in het ziekenhuis van Boston ligt, alleen als crimineel vervolgd. Dat hangt onder meer af van de vraag of aangetoond kan worden dat de broers een politiek motief hadden. Als ze inderdaad terroristische motieven hadden, stelt één buurtbewoner op straat vast, dan hebben ze precies gekregen wat ze wilden. „Een terrorist wil alleen maar aandacht voor zijn zaak. Die hebben ze gekregen.”


Internationaal 9

nrc de week › Maandag 22 april 2013

De nieuwe president van Venezuela wil het beleid van voorganger Hugo Chávez voortzetten. Hij won met nipte meerderheid. De oppositie en de VS willen nu een hertelling van de stemmen.

DE WEEK KORT R O M E . Paus Franciscus heeft giste-

ren, een maand na zijn aantreden, negen kardinalen benoemd tot adviseurs. De groep moet hem gaan helpen bij één van zijn belangrijkste opdrachten: hervorming van het bestuursapparaat van het Vaticaan, de curie. De kardinalen komen onder meer uit Europa, Afrika, Zuid-Amerika en Azië. De adviseurs zullen in oktober voor het eerst samenkomen. De curie wordt verantwoordelijk gehouden voor een aantal pijnlijke situaties, zoals de trage reactie van de Kerk op het misbruikschandaal. AP

Door Y K J E V R I E S I N G A

T

sjilp, tsjilp, tsjilp. Nicolás Maduro, de nieuwe president van Venezuela, kan verbluffend goed fluiten. Zo goed zelfs dat hij een conversatie hield met een vogeltje. Dat gebeurde toen hij ging bidden en dacht aan Hugo Chávez, zijn pas overleden politieke leermeester. Een vogeltje vloog om zijn hoofd en floot, Maduro floot terug en toen voelde hij het: dit was de geest van Chávez, die hem zegende en vertelde dat hij de verkiezingen zou winnen. En zo geschiedde – zij het met een veel kleinere marge dan vooraf was voorspeld. Maduro kreeg vorige week 50,7 procent van de stemmen in verkiezingen voor de opvolger van president Chávez. Hij gaat door met diens ‘socialistische revolutie’ – en daarmee, volgens de oppositie, met het ontwrichten van de economie door ongebreidelde overheidsuitgaven, betaald uit de onderaardse oliemeren van Venezuela. De oppositie onder leiding van de centrum-linkse Henrique Capriles heeft de uitslag niet erkend en eist een hertelling van alle stemmen. Ook een woordvoerder van het Witte huis heeft gisteren laten weten dat een controle van de stemmen „een belangrijke, gepaste en noodzakelijke stap is om te garanderen dat alle Venezolanen vertrouwen hebben in de uitslag”. Maduro heeft ingestemd met een hertelling en zegt dat hij zijn overwinning eerlijk heeft behaald. Aanvankelijk leek Maduro, ooit buschauffeur en vakbondsman, een grijze muis. Maar sinds de dood van Chávez heeft hij zich ontpopt tot een politieke entertainer die mogelijk net zoveel spektakel, hilariteit én haat gaat veroorzaken als zijn voorganger. Neem het vogeltje. De leider van de oppositie, Henrique Capriles, zei dat de bovennatuurlijke ervaring bewees dat Maduro koekoek was geworden. Maar Maduro gebruikte de ophef in zijn voordeel. Hij floot bij campagnetoespraken en droeg een strooien hoed met een kanariepietje. De menigte vond het geweldig. Zo heeft de oppositie ongewild meegeholpen om Maduro (50) te bevrijden uit de schaduw van Chávez

B U S O N G E L U K . Bij een ongeluk in

België met een Poolse bus zijn afgelopen weekend vijf mensen omgekomen. De bus, die met Russische schoolkinderen op weg was naar Parijs, raakte in de buurt van Antwerpen van de snelweg af en viel van een viaduct. De twee Poolse chauffeurs, twee Russische begeleiders en een scholier kwamen om, er vielen drie zwaargewonden. Het is nog onduidelijk wat de oorzaak was van het ongeluk. NRC P I A N I S T. De befaamde Turkse pia-

nist Fazil Say is door een rechtbank in Istanbul veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van tien maanden voor het beledigen van de islam. Say had in april vorig jaar een tweet verstuurd op basis van een oud gedicht, om zo de spot te drijven met „de heilige waarden van religie” in de Turkse republiek. De 43-jarige Say staat bekend om zijn kritiek op de conservatieve regering van premier Erdogan, die sinds 2002 aan de macht is. Say beweert dat hij het slachtoffer is geworden van een politiek spel. Tegenstanders van Erdogan stellen dat de vrijheid van meningsuiting in het land onder druk staat. N RC F R A N S K A B I N E T. Het Franse ka-

binet, met 37 ministers, telt acht miljonairs, zo blijkt uit de publicatie van bezittingen van bewindspersonen. De bekendmaking van de persoonlijke vermogens was een van de vele maatregelen die president Hollande onlangs aankondigde om de affaire rond zijn gevallen minister Jérôme Cahuzac te keren. De bewindsman die verantwoordelijk was voor het bestrijden van belastingontduiking bleek zelf geld uit het zicht van de belastingdienst op buitenlandse rekeningen te hebben weggezet. Minister van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius is met ongeveer 6 miljoen euro de meest vermogende minister in het Franse kabinet. Hij heeft een appartement van 2,7 miljoen euro in Parijs en huizen in Normandië en de Ariège. NRC A A R D B E V I N G . Een zware aardbe-

Sinds de dood van Chávez ontpopt Maduro zich tot net zo’n politieke entertainer

Nicolás Maduro draagt voor de grap een vogelhoed, omdat hij volgens de oppositie ‘koekoek’ was geworden. Foto Reuters

ving in het grensgebied van Iran en Pakistan heeft in Pakistan zeker 34 mensen het leven gekost. In Iran zou één dode zijn gevallen. De beving had een kracht van 7,8 op de Schaal van Richter en was daarmee in Iran de zwaarste in vijftig jaar. Gebouwen bewogen tot in de Arabische Golfstaten. AFP J E M E N . Bij aanvallen met Ameri-

en hem de ruimte gegeven zijn eigen identiteit neer te zetten. Maduro maakte zijn eenvoudige achtergrond als buschauffeur een punt van trots, nadat zijn rivalen hem ridiculiseerden als een dommige man zonder opleiding. Hij kroop achter het stuur van zijn campagnebus en noemde zich ‘de bestuurder van Venezuela’. Een slim idee in een land met een grote arme klasse. De belangrijkste troef was echter de overleden president. Chávez wilde hem als opvolger, zo herinnerde Maduro de kiezers telkens weer. Hij noemde Chávez meer dan 7.300 keer in de periode van diens sterfdag, 5 maart, tot de verkiezingen, zo turfde een Venezolaanse website. Maduro sloot zich twintig jaar geleden aan bij het politieke project van oud-militair Chávez, die beroemd was geworden met een mislukte coup. Toen die in 1998 president werd, volgde Maduro in zijn opmars. Eerst als vicevoorzitter van het parlement, daarna als voorzitter.

Van chauffeur tot president De afgelopen jaren was Maduro minister van Buitenlandse Zaken. Samen met Chávez versterkte hij de banden met andere linkse landen in Latijns-Amerika, zoals Cuba, Bolivia en Ecuador. Die lijn zal hij voortzetten, tot opluchting van de gebroeders Castro in Havana, wier communistische eiland overleeft op goedkope Venezolaanse olie. Ook binnenlands wil Maduro weinig veranderen, ondanks sterke

signalen dat het oliesocialisme afstevent op een economische crisis. Door de miljardenuitgaven aan gratis scholen, zorg en woningen is de inflatie torenhoog. Maduro heeft daar een even onverstandige als populaire oplossing voor: hij heeft tijdens zijn campagne beloofd dat hij de salarissen met 40 procent gaat verhogen. Oppositieleider Capriles riep al voor de verkiezingen dat Maduro het niet lang gaat volhouden als presi-

dent. De problemen, waaronder het ijzingwekkende moordcijfer en corruptie binnen de overheid, zullen hem inhalen. De nipte overwinning geeft Maduro weinig overwicht. Bovendien is er kans op een leiderschapsstrijd binnen de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela. Nu moet blijken of Maduro niet alleen de ideeën van Chávez heeft geërfd, maar ook diens politieke overlevingskracht.

kaanse onbemande vliegtuigjes zijn in de Jemenitische provincie Dhamar een plaatselijke Al-Qaedaleider en vier aanhangers gedood. Dat hebben plaatselijke tribale bronnen meegedeeld. De Amerikaanse autoriteiten proberen met toenemend gebruik van dergelijke drones het gevaar van de regionale Al-Qaeda-organisatie in te dammen. Het aantal drone-aanvallen in Jemen is tussen 2011 en 2012 bijna verdrievoudigd, van 18 naar 53. Onder de lokale bevolking is er onvrede over de aanvallen omdat die soms ook burgers treffen. AFP C U B A . Leden van de Cubaanse dis-

sidentengroep ‘Dames in het Wit’ mogen dinsdag eindelijk in Brussel de mensenrechtenonderscheiding ophalen die ze acht jaar geleden kregen van de Europese Unie. In januari vervielen de restricties waarmee het Cubaanse regime hen tot nu toe verbood te reizen. De EU maakte bekend dat de dissidenten alsnog komen voor de Sacharov-prijs. AP


10 Economie

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Overzicht van de 5 grootste beursfondsen van Nederland en hun topmannen

BEDRIJF Shell Unilever Heineken ING ASML

BEURSWAARDE ¤ 157 mld ¤ 95 mld ¤ 32 mld ¤ 22 mld ¤ 21,6 mld

* in zijn huidige positie als financieel bestuurder

TOPMAN P. Voser P. Polman J-F. van Boxmeer J. Hommen P. Wennink*

BELONING 2012 ¤ 8.580.000 ¤ 6.030.000 ¤ 4.145.500 ¤ 1.353.000 ¤ 2.227.680

NRC 180413 / MJ / Bron: Jaarverslagen, Bloomberg

Een nieuwkomer in de topvijf van Nederlandse bestuurders: Peter Wennink. Hij is de nieuwe topman van het meest gevolgde techbedrijf van het land, ASML. Door M A R C H I J I N K

A

ls je een willekeurige voorbijganger in Veldhoven zou vragen wie de baas is in die hoge toren van ASML, dan is de kans groot dat hij nu al financieel directeur Peter Wennink aanwijst. En niet Eric Meurice, de daadwerkelijke topman van het hightechbedrijf. Meurice stopt in juli en draagt dan het stokje over aan Wennink. Hoe dat komt? De ASML-top heeft een atypische rolverdeling. Normaal gesproken is de CEO, de chief executive officer, degene die het meest naar buiten treedt. Bij ASML is het net andersom: financieel directeur Peter Wennink is al jarenlang het gezicht van de chipmachinefabrikant. Blijkbaar is het een goede combinatie: Eric Meurice houdt er juist niet van om in de belangstelling te staan. Althans, zo doet hij het voorkomen. Dat is bij de boomlange Wennink – katholiek, wijnliefhebber, getrouwd, twee kinderen – wel anders. Hij vindt het geen probleem om elk kwartaal voor de camera te kruipen en de cijfers van ASML toe te lichten. Vanuit zijn kantoor met uitzicht over Eindhoven en een foto van

HongKong op de achtergrond, geeft Wennink zijn commentaar voor investeerders. Hij brengt het elke keer als het weerbericht van de chipindustrie: hier en daar een bui, maar uiteindelijk koopt toch iedereen een nieuwe smartphone en een tablet pc. En dankzij de aanhoudende schaalverkleining die ASML’s lithografiemachines bewerkstelligen, kunnen chipfabrikanten de komende jaren nog efficiënter werken. Zo blijft de conjunctuur in stand, zo blijft ASML relevant. En zo kan de regio Eindhoven verder bouwen aan een hightechcentrum dat kan concurreren op wereldschaal. Wennink is van oorsprong accountant, die in 1999 bij ASML begon. Wie zo lang in aanraking is met techneuten raakt zelf ook besmet met lithografie, de uitdagingen op de vierkante nanometer en de ins en outs van de chipindustrie. Bovendien voelt Wennink zich goed thuis in het Brabantse bedrijfsleven: hij zorgt ervoor dat lokale toeleveranciers meedelen in het risico én het rendement van de peperdure lithografiemachines. Een man die de leveranciers bij hun voornaam kent en de juiste toon weet te vinden. Zakelijk, maar niet onpersoonlijk.

Samen met Meurice maakte Peter Wennink ook de heftigste tijd mee: in 2009 werd ASML getroffen door een driedubbele dip. De reguliere conjunctuurgolf werd versterkt door de financiële crisis, leveranciers kregen geen krediet meer om lithografiemachines te kopen. ASML overleefde door harder te snijden dan ooit en dankzij de deeltijd-WW. Tegelijkertijd hield het bedrijf de investeringen in onderzoek overeind. Die houding werd vorig jaar beloond toen ASML het monsterpact sloot met de drie belangrijkste klanten: Intel, Samsung en TSMC. De grootste chipmakers ter wereld investeren miljarden in de Nederlandse technologie en garanderen de afzet voor de volgende generatie lithografiemachines. Wennink zette dit plan samen op met Meurice en pendelde zelf heen en weer tussen Azië, Silicon Valley en Veldhoven om de contracten te tekenen. Voor Eric Meurice, wiens vijfjarig contract afloopt, lijkt ASML door die megadeal geen grote uitdaging meer. Maar Peter Wennink krijgt voor het pact met de chipmakers nu eindelijk zijn beloning: het topmanschap dat hij zo graag wilde.

Uitkeringsorgaan UWV: duizenden banen weg Uitkeringsinstantie UWV gaat komende jaren zo’n 2.000 van de 16.600 banen schrappen. Dat het bedrijf zou gaan reorganiseren, was al langer bekend. Concrete cijfers werden bekend na publicatie van het jaarverslag. Het UWV, dat uitkeringen verstrekt en werkzoekenden aan werk helpt, moet fors bezuinigen. Die bezuinigingen zijn een gevolg van het regeerakkoord van 2010. Komende vijf jaar moet de overheidsorganisatie 489 miljoen euro bezuinigen. Vorig jaar is het UWV in het kader van deze bezuinigingsoperatie al uit 30 van de 68 vestigingen vertrokken. De organisatie wil terug naar een totaal van dertig vestigingen. Verder moeten klanten van het UWV in de toekomst meer zelf online regelen. De persoonlijke dienstverlening die overblijft wordt gericht op „de meeste kwetsbare groepen”, zo laat de organisatie weten. Vanwege de toegenomen werkloosheid heeft het UWV vorig jaar ruim een half miljoen nieuwe WWuitkeringen toegekend.

LUX

Is voor Shell werken gevaarlijker, of niet?

Hij doet nu mee met de grote jongens P E T E R W E N N I N K , D E N I E U W E A S M L- T O P M A N

Bij Shell geldt kennelijk niet: wie betaalt, bepaalt

V

Peter Wennink, de nieuwe topman van ASML, maakte in 2009 als financieel directeur een driedubbele dip mee, maar het techbedrijf uit Veldhoven overleefde. Foto Wim Daneels

Dat is een toename van 21 procent. Eind vorig jaar kregen 340.000 mensen een werkloosheidsuitkering. Het aantal mensen met een WW-uitkering dat via het UWV juist werk vónd, lag vorig jaar op 218.000. In totaal hielp het UWV vorig jaar 238.000 mensen aan een baan. In die groep zitten ook mensen met een bijstandsuitkering en arbeidsongeschikten. Vorig jaar gaf het UWV in totaal 21,1 miljard euro uit aan uitkeringen, een half miljard meer dan in 2011. De grootste som geld gaat naar WAO-gerechtigden. Zij ontvingen vorig jaar in totaal 6,5 miljard euro. In 2011 was dat nog 7,3 miljard euro. Het UWV is vorig jaar begonnen WW-gerechtigden strenger te controleren. Wie onvoldoende zijn best doet om weer aan het werk te komen riskeert een boete. Werklozen moeten na een half jaar werk onder hun niveau accepteren. Ook kan het UWV de uitkering verlagen of stopzetten. Dat gebeurde vorig jaar 18.000 keer. N RC

orig jaar was het gevaarlijker om voor Shell te werken. Vijf medewerkers van onderaannemers van Shell en drie Shellpersoneelsleden kwamen tijdens hun werk om het leven. Twee van de acht doden vielen tijdens gewapende overvallen in Nigeria. Het aantal van acht is twee meer dan 2011. Dat is het slechte nieuws. Het ‘goede’ nieuws is dat het aantal fatale slachtoffers tussen 2003 en 2011 wél scherp is gedaald: van 45 naar 6. De trend en de terugval staan in het zogeheten Sustainability Report 2012 van Shell. Dit rapport doet verslag van talloze, soms spannende, soms scepsis wekkende aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Meer slecht nieuws. Ook bij ongevallen op de werkplek is de gestaag dalende trend vorig jaar omgeslagen. Hoe kan dat? In het verslag verzekert Shell dat de inzet groot is om een verantwoordelijke veiligheidscultuur te smeden – zo spenderen ze er al 1 miljard dollar aan. Toch biedt Shell geen duidelijke verklaring voor de stijging van het aantal ongelukken. Positief nieuws laat zich gemakkelijker uitleggen, zoals de stijging van het aantal vrouwen in kaderfuncties naar 18 procent, een ruime verdub-

beling in tien jaar. Dat is beleid. De kracht van het rapport zijn de cijfers, de ruime toelichting en het feit dat Shell zeven buitenstaanders het rapport laat beoordelen. Het zwakke is de sfeer: als we het maar lang genoeg uitleggen, gelooft u wel dat we in ieders belang werken. En in dat van de mensheid. Het politiek meest controversiële en financieel fascinerende aspect van de verslaggeving staat gek genoeg niet in de tekst, maar in een bijlage op internet. Wat betaalt Shell aan de overheden in landen waar het concern werkt? De druk op Shell en andere olie-, gas- en mijnbouwbedrijven om hierover feiten te geven is in 2010 in de VS opgevoerd. Europa volgt. Het Nederlandse kabinet leek eind vorig jaar gevoelig voor de Shelllobby tegen een Europese richtlijn, maar ging onlangs overstag. In de internetbijlage vermeldt Shell de betalingen aan buitenlandse overheden in de vorm van winstbelasting, royalties en omzetbelasting. Samen bijna 110 miljard dollar; omgerekend naar de gemiddelde koers zo’n 86 miljard euro. Het meeste draagt Shell níét af in de VS, Engeland, Australië, Canada of Nigeria, maar in Duitsland. Via de omzetbelasting stroomt bijna 18 miljard euro van de Shellpompen naar de Duitse schatkist. Nederland, de fiscale thuishaven van Shell, krijgt alleen een voetnoot in het overzicht. Zonder details. Shell betaalt hier aan winstbelasting, royalties en afgedragen omzetbelasting 7,5 miljard euro. Hoeveel is dat? In zijn eentje is Shell zelf en via afdrachten goed voor zeker 12 procent van de relevante staatsinkomsten, zoals omzet- en winstbelasting. Het zou me niks verbazen als geen enkele andere multinational zo veel afdraagt en betaalt. Mede daarom luisteren politici naar Shell, maar geldt kennelijk niet: wie betaalt,bepaalt. Andere multinationals mogen aan de openheid van Shell een voorbeeld nemen. Niet omdat het moet, maar omdat het goed doet. M E N N O TA M M I N G A


Economie 11

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Marks & Sparks probeert ’t weer Het Britse warenhuis Marks & Spencer is terug. Het probeert zijn degelijke imago af te schudden. „We zijn helemaal on trend.” Door T E R I VA N D E R H E I J D E N en A N N E M A R I E S T E R K

H

et Britse warenhuis Marks & Spencer is weer terug in Nederland. Bestuursvoorzitter Marc Bolland – een Nederlander – flaneert door de vandaag geopende winkel van Marks & Spencer in de Amsterdamse Kalverstraat en houdt dan halt bij een bruinwitte handtas. Het bedrijf is na twaalf jaar terug in Nederland. „Kwaliteit”, zegt hij terwijl hij de tas pakt, „is wat M&S onderscheidt”. Bolland aait over de stof. „Echt leer.” Dat lijkt optimistisch voor een handtas van 44 euro. De informatie op het prijskaartje toont iets anders: 100 procent polyuretane. Synthetisch materiaal. Het kan Bolland, gehuld in donker pak uit eigen winkel, niet deren. „Nog steeds is het kwaliteit”, zegt hij. Het warenhuis, in de Britse volksmond bekend als Marks & Sparks, wil het na jaren van afwezigheid weer in Nederland proberen. De laatste ‘heimweewinkels’, winkels voor expats, van de keten werd in 2001 gesloten. Het bedrijf wilde zich meer richten op de ‘kern’ en Nederland hoorde daar niet bij. Nu zet het weer in op heel Europa. Behalve de winkel in de Kalverstraat komen er nog twee grote vestigingen. Eerst een in het centrum van Den Haag, één op het Amsterdamse

Rokin. In het pand ernaast zal het chique Britse warenhuis Harvey Nichols zich naar verluidt vestigen. In het Verenigd Koninkrijk vecht Marks & Spencer tegen een, vooral op kledinggebied, degelijk imago. Het bedrijf doet er alles aan om dat beeld in Nederland geen kans te geven. Tijdens de perspresentatie serveren mooie mensen kleurige cocktails. Paspoppen tonen de nieuwste kleding: veel panterprint, glitter en ‘monochrome’, legt Bolland uit. Zwart-witprint. „We zijn helemaal on trend.” Marks & Spencer is niet alleen voor huisvrouwen, is het signaal. Ook hippe vogels kunnen er hun kleding kopen. Andere high street-kledingwinkels als Zara en H&M zijn volgens Bolland geen concurrentie – vanwege die kwaliteit dus. Warenhuis de Bijenkorf ook niet, zegt hij, dat is „net een prijsklasse hoger”. Marks & Spencer is niet blind voor de verschuiving naar online winkelen. Er wordt groot ingezet op een Nederlandse webshop. Waarom dan toch die fysieke winkels op dure locaties? Klanten kopen misschien steeds meer online, ze willen ook kunnen „zien en voelen”, zegt Bolland. En anders zijn er altijd nog de typisch Britse producten die de Nederlander de winkel in kunnen trekken. Voor de sticky toffee pudding bijvoorbeeld – ook al een favoriet van Bolland.

Vanaf woensdag terug in Nederland, met een accent op online winkelen. En, zo is de wens, iets minder saai. Foto Olivier Middendorp

Nederlandse winkel past in noodzakelijke buitenlandse groei Marks & Spencer is wereldwijd aan het uitbreiden. Dat is noodzakelijk, want de thuismarkt is verzadigd. Door T I T I A K E T E L A A R

V

an ‘tradioneel Brits warenhuis’ naar ‘internationale detailhandelaar via multikanalen’. Dat was de belofte die de topman van Marks & Spencer, de Nederlander Marc Bolland, in 2010 bij zijn aantreden deed aan investeerders. En Nederlandse vestiging van Marks & Spencer past bij die behoefte tot internationale uitbreiding. Net als de Parijse winkel, die twee jaar geleden werd geopend, de Duitse, Spaanse en Belgische websites die vorig jaar werden gelanceerd, en de uitbreiding in India. Daar heeft de warenhuisketen dertig winkels; in 2015 moeten het er tachtig zijn. Verdere uitbreiding staat gepland in China, Rusland en het Midden-Oosten. De niet-Britse winkels – 400 in 44 landen, een groei van 104 sinds Bollands aantreden - droegen vorig jaar 1,1 miljard pond (1,3 miljard euro) bij aan de inkomsten. Internationalisering is noodzakelijk. Marks & Spencer (11,5 miljard euro omzet, 81.000 werknemers) worstelt in het Verenigd Koninkrijk. Het 129 jaar oude bedrijf verliest al decennia marktaandeel op de verkoop van kleding. Vorige week kwam de warenhuisketen daardoor opnieuw met tegenvallende kwartaalcijfers. Vooral dankzij de verkoop van

eten, inmiddels goed voor de helft van de omzet, wist het bedrijf lichte groei van 0,6 procent te boeken. Niet alleen om die tegenvallende cijfers te compenseren, is internationalisering gewenst. In het Verenigd Koninkrijk zelf is nauwelijks ruimte voor uitbreiding: Marks & Spencer zit met 731 winkels al in bijna iedere stad, en trekt wekelijks al 21 miljoen klanten. Nieuwe afnemers zijn dus vooral online en overzees te vinden. Maar ook daar moet Marks & Spencer oppassen voor de tweedeling tussen eten en kleding. Op het eerste gebied biedt het Britse bedrijf iets nieuws: naar de kant-en-klaarmaaltijden, koekjes en jams schijnt in Parijs grote vraag te zijn. Zo zeer dat The Daily Telegraph twee maanden geleden meldde dat er gekeken wordt naar de lancering van Simply Foodwinkels in Frankrijk, de Marks & Spencer-supermarkten. De kleding is echter te weinig onderscheidend om de concurrentie met ketens als Zara te winnen om de jongere klant. Analisten waarschuwen dat het warenhuis zijn collectie bovendien zal moeten aanpassen aan de verschillende markten wil het een echte internationale speler worden. En gezien de problemen die Marks & Spencer al op de Britse kledingmarkt heeft, wordt dat een opgave.

DE WEEK KORT I N G . ING wil een kwart van de aan-

delen in zijn Amerikaanse tak ING U.S. naar de beurs brengen voor een prijs van 21 tot 24 dollar per aandeel (16 tot 18 euro). In totaal moet de beursgang 1,5 miljard dollar opleveren (1,1 miljard euro). ING wil 800 miljoen tot 900 miljoen dollar van de opbrengsten gebruiken om de schuldenlast van het concern te verminderen. Als veel investeerders zich bij ING melden voor grote pakketten aandelen, wil ING meer aandelen aanbieden, waardoor het eigen belang kan dalen tot 71 procent. Dat ING zijn Amerikaanse investeringsen verzekeringsactiviteiten wilde afstoten door een beursgang was al bekend. ING moet zijn verzekeringsactiviteiten van de Europese Commissie verkopen omdat de bank tijdens de kredietcrisis staatssteun kreeg. Om die reden verkocht ING in 2011 ook al de Amerikaanse internetspaarbank ING Direct voor 9 miljard dollar aan de Amerikaanse bank Capital One. NRC S C H A L I E G A S . Ook de bierbrou-

wers Heineken, Grolsch en Bavaria keren zich tegen plannen om schaliegas uit de Nederlandse bodem te winnen. Ook frisdrankfabrikanten als Coca Cola en Pepsico zijn sceptisch. Waterleidingbedrijf Vitens waarschuwde vorige week al dat de Nederlandse drinkwatervoorraden onherstelbaar beschadigd kunnen raken door boringen naar schaliegas. Zelfs de levering van drinkwater kan in gevaar komen. Bij de winning van schaliegas, uit het gesteente schalie, worden op grote diepte en onder hoge druk grote hoeveelheden water, zand en chemicaliën in steenlagen gespoten. Zo ontstaan scheurtjes waaruit het gas vrijkomt. De belangrijkste gasvoorraden overlappen de grondwatervoorraden van Vitens. Volgens het bedrijf is het dan een „onomkeerbaar proces” als er iets verkeerd gaat. Grondwater is het belangrijkste ingrediënt voor bier en frisdrank. NRC H O O G S PA N N I N G . Vanaf 2017

worden de bewoners van circa 400 woningen onder hoogspanningslijnen uitgekocht. Daarnaast wordt binnen vijftien jaar zo’n 135 kilometer aan lijnen onder de grond gebracht. Dat heeft minister Henk Kamp (Economische Zaken, VVD) aan de Tweede Kamer laten weten. De uitkoop kost de staat zo’n 140 miljoen euro. Omdat Kamp daarvoor nu geen ruimte op de begroting kan vinden, worden de maatregelen pas vanaf 2017 uitgevoerd. NRC N U T R E C O . Diervoederproducent

Nutreco rekent voor het eerste halfjaar van dit jaar op een krimp van het bedrijfsresultaat met 13 procent tot 90 miljoen euro. Dat maakte het beursgenoteerde bedrijf bekend bij de presentatie van de kwartaalcijfers. De omzet kwam in het eerste kwartaal uit op 1,1 miljard euro; 1,3 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Nutreco meldt in Spanje kosten te gaan besparen. Door de economische crisis in het land zijn boeren minder varkens gaan houden, waardoor de vraag naar diervoeder afneemt. Novum A B P. Pensioenfonds ABP heeft in

het eerste kwartaal de dekkingsgraad zien stijgen van 96 procent naar 101 procent. Dat komt onder meer doordat de rente steeg en de pensioenen daalden, zo maakte het fonds voor ambtenaren en onderwijspersoneel vanochtend bekend. Als ABP voor het einde van het jaar geen dekkingsgraad van 104,2 procent heeft, moet het volgend jaar opnieuw de pensioenen verlagen. De dekkingsgraad schommelde vorig jaar nog tussen de 90 en 96 procent. Novum H Y P OT H E E K . Banken maken

sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 meer winst op hypotheken. Huiseigenaren betalen 40 tot 123 euro bruto per maand meer. Dat stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op basis van eigen onderzoek. Banken bieden steeds minder hypotheken aan maar vragen op nieuwe en lopende hypotheken wel een hogere rente. Novum


12 Wetenschap

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Toppers omarmen het toeval Heeft de topwetenschapper bepaalde kenmerken? Om daarachter te komen werd een groep veel publicerende toppers in de biomedische wetenschappen uitgebreid geïnterviewd door zes wetenschappers. Er kwamen een paar patronen uit naar voren. Topwetenschappers ontwikkelen al vroeg een eigen manier van werken die hun ligt, en waarmee ze boven de rest uitspringen – de een voert eindeloos veel experimenten uit en pikt de goede eruit, de andere werkt zeer nauwgezet en bereidt alles tot in de kleinste details voor. Die manier van werken wordt verder aangescherpt door mentoren en peers. Topwetenschappers besteden veel aandacht en tijd aan een duidelijke presentatie van de resultaten aan peers. Hun ideeën verspreiden daardoor makkelijk. Verder zijn ze grenzeloos nieuwsgierig, lezen ze veel, zijn ze volhardend, creatief, optimistisch, tonen ze durf, kunnen ze tegen afwijzingen, mislukkingen en onzekerheid. En hun doorbraken schrijven ze meestal toe aan geluk of serendipiditeit (Plos One, 7 mei 2010).

Hoe krijgt dat selecte groepje vooraanstaande wetenschappers het toch telkens weer voor elkaar te publiceren in toptijdschriften? In zes stappen naar de top. Marcel aan de Brugh en Sander Voormolen

E

en plek veroveren in het Britse Nature en het Amerikaanse Science, dat is vaak de kers op de taart in de carrière van een onderzoeker. Maar er zijn ook onderzoekers die erin slagen keer op keer te publiceren in deze toonaangevende multidisciplinaire wetenschapsbladen. Wat is het geheim van deze seriële topauteurs?

1

‘Achteraf leest een artikel als lopend verhaal. Maar het is geconstrueerd’ Kankeronderzoeker Hans Clevers

Doe origineel onderzoek

Paleobioloog Henk Brinkhuis, die gisteren weer een publicatie had in Science: “Om in een toptijdschrift te komen moet het onderzoek vernieuwend zijn. Liefst uitgevoerd op plaatsen waar zelden mensen komen. Voor ons zijn dat de Noord- en Zuidpool. En het onderzoek moet een breed publiek aanspreken – ook de beter uitgeruste kiosk verkoopt deze blaadjes. “Acht jaar geleden hebben we tijdens een expeditie naar de Noordpool vastgesteld dat het daar 50 miljoen jaar geleden subtropisch was onder invloed van wereldwijde superhoge CO2-concentraties. We vonden fossiele sporen van palmbomen. Een tropische fruittuin. Die expeditie leverde ons in 2006 een batterij aan publicaties op in Nature. Klimaatopwarming staat erg in de belangstelling. Het artikel van gisteren in Science komt voort uit onze expeditie naar de Zuidpool.” Kankeronderzoeker Hans Clevers: “Je moet je als wetenschapper op terra incognita begeven. Een veld kiezen waarin nog veel te ontdekken valt. Wij werkten een tijd lang aan witte bloedcellen, een erg vol veld. Gaandeweg stuitten we echter op de darm, waar geen mens aan werkte. Het bleek ideaal voor onderzoek aan stamcellen en kanker. “Overigens laten redacteuren van de tijdschriften zich een beetje sturen door hypes. Het gaat bij hen altijd om het halen van een hoge impactfactor. Het echte out-of-the-boxonderzoek komt niet in Nature of Science. Dat wordt langdurig afgewezen. ” Chemicus Ben Feringa: “Soms ben je inderdaad te vroeg met een vinding. Dan durven de redacteuren het niet aan. Toch willen ze alleen originele ideeën, unieke experimenten, of

Gaan voor inzichten die elders nog niet zijn gepubliceerd. Een paar jaar geleden vroegen we ons af: kun je een molecuul autonoom en gecontroleerd over een oppervlak laten bewegen nadat je er energie in hebt gestopt? Dat was nog niemand gelukt, omdat de beweging al gauw ongecontroleerd is. We hadden eerder al een moleculaire motor gemaakt, dat was niet meer vernieuwend. Toen kwam het idee op van een nano-auto. Een soort 4-wheel-drive. We dachten, als vier motortjes samenwerken kunnen we het geheel wellicht laten bewegen. We hebben er vervolgens tweeënhalf jaar aan gewerkt met meerdere mensen, om de 4-wheel-drive te maken, om de onderdelen te testen. Het waren allemaal goed geplande proeven. Al met al hebben we meer dan duizend metingen verricht om onomstotelijk aan te tonen dat het autootje zich kon bewegen over een oppervlak.” Hans Clevers: “Wij werken juist heel weinig met uitgewerkte hypothesen. We beginnen een onderzoek met diffuse vragen.” Henk Brinkhuis. “Bij ons liggen alle onderzoeksactiviteiten voor op het boorschip van tevoren eigenlijk al vast. Daar richten we de expeditie op in. Op basis daarvan haal je sommige apparatuur wel aan boord, en andere niet.”

2

Onderhoud goede contacten met de bladen

Hans Clevers: “Ik review vrij veel voor Nature, ik ben er dus zowel referent als auteur. Ook ben ik redactielid van een aantal tijdschriften. Maar dat maakt niet dat ik een streepje voor heb bij de redactie van Nature. Onze papers worden net zo hard afgewezen. Maar als je artikelen in het verleden stand hebben gehouden in het reviewproces, ga je natuurlijk wel makkelijker in discussie over een afwijzing.” Geoloog Jan Smit: “Bij mijn laatste Science-artikel van februari dit jaar, sta ik als co-auteur vermeld omdat ik het veldonderzoek grotendeels heb uitgevoerd. Dat Science het oppikte heeft mij verbaasd, maar dat is puur te danken aan de ingangen die de Amerikaanse onderzoekers kenden. Ik heb de hele correspondentie kun-

nen volgen en zij hebben direct onderhandeld met de redacteuren van Science. Daar kom je als Nederlandse Piet Snot niet tussen.” Henk Brinkhuis: “Wij hadden vanaf de Zuidpool, anderhalf jaar geleden, al contact met mensen van Nature. We leggen bevindingen voor en vragen of ze er in geïnteresseerd zijn. Dat is overigens een garantie tot aan het tuinhek. Nature heeft het artikel uiteindelijk niet genomen. Vervolgens zijn we naar Science gegaan.” Ecoloog Marten Scheffer: “Je hoort wel eens dat wetenschappers en tijdschriftredacteuren elkaar opzoeken tijdens congressen en zo. Ik doe dat niet. Ik vind het onbehoorlijk om te gaan duwen. De wetenschap moet voor zich spreken.” Ben Feringa: “De redacteuren zijn de lastigste barrière, maar eerst contact met ze opnemen doe ik niet.”

3

Formuleer je manuscript krachtig en helder

Hans Clevers: “Het goed opschrijven van een Nature-artikel is een kunst op zich. Het meeste werk gaat zitten in de titel. Dat is een soort Haiku, met een verplichte maximale lengte van 102 leestekens. De titel moet alle keywords bevatten en moet ook in mensen hun hoofd blijven hangen. Daarnaast moet de samenvatting heel goed zijn; in 150 woorden moet je haast ritueel opnoemen wat je hebt gevonden. Elk woord moet raak zijn.” Henk Brinkhuis: “We hadden voor de Science-publicatie van gisteren als titel bedacht: Dawn of modern Antarctic ecosystems. Te prozaïsch, vond de redacteur.” Nu heet het Reorganization of Southern Ocean Plankton Ecosystem at the Onset of Antarctic Glaciation. Jan Smit: “Het is belangrijk een niet al te voorzichtige toon te hanteren. Met je manuscript moet je eerst de redacteuren van het tijdschrift weten te overtuigen en die zijn niet altijd even kundig. Als je het aantrekkelijk maakt, met niet te veel vaktaal, vergroot je je kansen. Daarbij mag je wel een beetje speculeren, maar het moet natuurlijk wel redelijk blijven. Het is een subtiele balans.” Marten Scheffer: “Bij het manuscript dien je een begeleidende brief


Wetenschap 13

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Vijf seriële topauteurs

.BriHet klimaatonderzoek van Henk nkhuis (Universiteit Utrecht) sluit aan bij het debat over het broeikaseffect. Stamcellen spelen een cruciale rol bij het ontstaan van kanker, ontdekte Hans Clevers (Hubrecht Instituut, Utrecht). Met een nanowagentje wist Ben Feringa (Rijksuniversiteit Groningen) zijn onderzoek aan moleculaire motoren aantrekkelijk te verbeelden. Per toeval stuitte Jan Smit (Vrije Universiteit, Amsterdam) op aanwijzingen dat een meteorietinslag het einde van het dinosaurustijdperk inluidde. Het stabiele evenwicht van ecosystemen kan ineens omklappen, ontdekte Marten Scheffer (Wageningen UR).

. . . .

Een greep uit ‘Hollands glorie’ op de covers van Nature en Science. Met de klok mee: moleculair wagentje van de Rijksuniversiteit Groningen; onderzoek naar botvorming aan de TU Eindhoven; onderzoek van Wageningen UR naar ‘helicopterende’ esdoornzaden; onderzoek naar de ‘onzichtbaarheidsmantel’ van de TU Twente; de ontdekking van het Majorana-deeltje van de TU Delft; nieuw coronavirus in kaart gebracht door Utrechters en Rotterdammers. Foto's Nature, Science

het allerhoogste in. Die moet superhelder zijn, maar niet overdreven. Je moet de redacteuren serieus nemen. De titel van het artikel is ontzettend belangrijk. Je moet het scherp, en voor een breed publiek, neerzetten. Beknopt ook, alle franje eraf halen. Maar het moet ook weer niet te simpel, anders vallen de referenten erover. Het is een sport. Alle grote papers hebben één ding gemeen: je snapt het meteen.”

4

Sta open voor onverwachte resultaten

Hans Clevers: “In het Hubrecht Instituut is het afbreukrisico van onderzoeken groot: driekwart van de projecten moet worden gestopt omdat er niets uitkomt. Achteraf leest een artikel als een logisch verhaal: we gaan een stamcel daar ontdekken en we hebben hem inderdaad gevonden. Maar het is geconstrueerd, in werkelijkheid verliep de volgorde van experimenten heel anders, maar als je dat letterlijk opschrijft vinden editors het te verwarrend. En ze willen al helemaal niet lezen over proeven die niet lukken. “Soms jagen we een buitengewoon geloofwaardige hypothese na, die uiteindelijk niet blijkt te kloppen. Dan denk je: dit had toch moeten werken? Dan is het veel makkelijker om er nog een proef tegenaan te gooien, dan om te besluiten om te stoppen, zeker als je er al driekwart jaar aan gewerkt hebt. Maar als je toponderzoek wilt blijven doen is tijdig stoppen een heel belangrijk besluit. “Voor promovendi of postdocs kan dat wel eens moeilijk zijn, als blijkt dat ze ergens twee jaar aan gewerkt hebben en het levert niets op. Daarom zorgen we ook altijd voor zogeheten brood- en boterprojecten, waardoor ze niet met lege handen achterblijven.” Henk Brinkhuis: “De meeste van onze hypotheses gaan uit van de verwachte geologie van een gebied, maar die verwachting blijkt vaak onjuist. Je leert scherp te zijn voor onverwachte resultaten. Verder moet je je niet te snel uit het veld laten slaan door tegenslagen. De expeditie naar de Noordpool was technisch gezien een puinhoop. De Britten hadden eigen materiaal meegenomen, alle-

maal net gemaakt en niet getest. Boorkoppen en buizen braken af, het was een ramp. De pijpen die je de grond in stak om bodemmonsters te nemen, kwamen leeg naar boven. Er zat niks in, alleen wat gruis. Maar net bij de bodemlaag waarin wij geïnteresseerd waren, ging het goed. Die technische mislukkingen laat je weg in je uiteindelijke artikelen. Deze expeditie geldt nu als de meest succesvolle missie van het Integrated Ocean Drilling Program ooit.” Jan Smit: “Mijn publicatie in 1980 in Nature was mijn coming-out paper. Ik was nog aan het promoveren, groen als gras.” Op aandringen van anderen stuurde hij zijn onderzoek naar Nature. Bij Science lag toen al een stuk van Walter Alvarez over de scherpe grens tussen Krijt en Tertiair. “Kennelijk hadden ze daar bij Nature lucht van gekregen, want mijn inzending werd vervroegd in het blad gezet. Het manuscript dat ik in februari had ingezonden stond twee maanden later al in Nature. Alvarez kwam tien dagen later in Science.”

5

Speel handig in op de referenten

Hans Clevers: “Het peer review proces is een strategisch spel. Wij vragen ons af: zetten we alles wat we hebben gevonden al meteen in het manuscript? Hier speelt ervaring een rol. Soms kunnen we al raden waarover vragen zullen komen, en dan doen we alvast een extra experiment terwijl het artikel bij de referenten ligt. Zo kunnen we in de overdrive reageren op het commentaar van de referenten, want zodra zij het onder ogen hebben gehad, ligt de kennis op straat. “Soms lijkt het erop dat een referent erop uit is zoveel mogelijk werk te creëren voor zijn concurrent. Het veroorzaakt vertraging, waardoor het risico toeneemt dat je gescoopt wordt. Hoewel een paper soms heel veel verbetert door extra werk, zie ik dit ook vaak als een verspilling van geld en tijd. In de wetenschap kun je altijd een vervolgvraag stellen.” Ben Feringa: “Met de referenten kom ik er meestal wel uit. Ik heb slechts één keer meegemaakt dat het artikel in die fase nog struikelde, terwijl de redactie het al had goedge-

keurd. Ik denk dat ik te veel in het vaarwater van een van de referenten heb gezeten. En als eentje het niet ziet zitten, kan het afketsen.” Hans Clevers: “Vaak zie je dat mensen boos worden als hun stuk door ijskoude kritiek wordt afgewezen; ze hebben immers hun hele ziel en zaligheid erin gelegd. Ik vind dat zelf ook nog altijd moeilijk. Ik kijk daarom nooit meteen naar de commentaren als ze binnenkomen. Psychologisch is dat geen moment dat simpel is. Je legt immers je hoofd op het hakblok en de anonieme referent mag toeslaan.”

6

Zorg dat je erbij komt

Hans Clevers: “Als je door pech of gewoon uit onwetendheid als beginnend onderzoeker gaat werken bij een lab dat nog nooit dit soort papers geschreven heeft, dan verminderen je kansen op deze diamantjes op je cv. En dat is niet onbelangrijk: voor mensen die vroeg in hun carrière in een toptijdschrift staan werkt het als een multiplicator: ze krijgen eerder subsidies en hebben meer kans bij sollicitaties.” Marten Scheffer: “Met mijn eerste publicatie in Nature had ik veel geluk. Ik had voor Trends in Ecology & Evolution een overzichtsartikel geschreven over tipping points, plotselinge omslagen in koraalriffen, bossen, meren. Ik vroeg een paar mensen het na te lezen. Eentje raadde me aan het aan Nature aan te bieden. Die hebben het met wat kleine aanpassingen genomen. Het is een veel geciteerd artikel geworden. Vervolgens merk je dat het makkelijker wordt om in andere bladen te publiceren.” Jan Smit: “Bij toptijdschriften als Nature en Science speelt het ‘high visibility’-gedoe een grote rol. Dat was zeker niet mijn doel. Het was ook niet de stijl waarin we destijds in Nederland aan de universiteiten werkten, ik was gewoon lekker onderzoek aan het doen en helemaal niet bezig met de publiciteit te zoeken. Dat is tegenwoordig wel anders, het is haast noodzaak geworden te scoren. Ik vind het geen goede ontwikkeling. De kwaliteit staat niet voorop bij deze toptijdschriften, het is vooral gericht op de nieuwswaarde.”

‘Technische mislukkingen laat je uiteindelijk weg in je artikelen’ Paleobioloog Henk Brinkhuis


14 Opinie

nrc de week › Maandag 22 april 2013

C O M M E N TA A R

Onvergeeflijk e zelfdoding van Aleksander Dolmatov in detentie had voorkomen kunnen worden. Net als zijn opsluiting, die onrechtmatig was. Het inspectieonderzoek naar zijn overlijden dat onlangs werd gepubliceerd, brengt zoveel fouten aan het licht dat het de vraag is of er nog van gewone nalatigheid kan worden gesproken. Er werden niet alleen ernstige fouten in zijn individuele geval gemaakt, het systeem dat hem opsloot was onveilig. En dat was ruimschoots bekend bij de verantwoordelijken, die daar te weinig aan deden. Zo werd de kans geaccepteerd dat er ernstige ongelukken kunnen gebeuren – de mogelijke gevolgen werden op de koop toegenomen. In het strafrecht heet dat voorwaardelijk opzet. Het is moeilijk in te zien hoe staatssecretaris Teeven (Justitie, VVD) in deze chaos zijn politieke geloofwaardigheid nog kan behouden. Het inspectierapport bevat flagrante voorbeelden van ‘systeemomissies’, van het ‘weglekken’ van essentiële informatie, van wrakke registratiesystemen, falende ambtelijke samen-

D

werking en gebrekkige discipline. „Nergens is er een compleet beeld” van een opgesloten individu „wat zorgvuldig handelen ernstig bemoeilijkt”. Dat kostte dus een leven. De kwestie-Dolmatov wijst op bestuurlijk en ambtelijk falen, onder kennelijk afwezige politieke leiding.

Dolmatov-zaak laat structureel falen van de overheid zien

De Nationale Ombudsman leverde op Twitter scherp commentaar met een simpel vraagteken achter ‘Ministerie van Veiligheid en Justitie?’ Dolmatov wás niet veilig en kreeg geen gerechtigheid. De medische zorgverleners handelden onprofessioneel of wachtten af. Bij het verlenen van rechtshulp werd de wet geschonden. Pijnlijk is

de constatering dat het vreemdelingensysteem draait op procedures en formulieren die te summiere, onduidelijke, niet actuele of onjuiste informatie bevatten. En dat dit al jaren bekend is. De Nationale Ombudsman stelde vorig jaar vreemdelingenbewaring aan de kaak als niet-humaan en fundamenteel onjuist. Half februari zei Brenninkmeijer Justitie de ‘lastigste samenwerkingspartner’ te vinden. Teeven reageert laat of niet, wuift kritiek weg en is ongevoelig voor kritiek op detentieomstandigheden, aldus de NO. Teeven schreef dat hij ‘staat voor’ het betrokken, professioneel en verantwoord bejegenen van vreemdelingen. „Mensen die aan de zorg van de overheid zijn toevertrouwd, moeten in goede handen zijn.” Die maatstaf wordt terecht aangehaald. Tegelijk is die norm onder Teeven dus op grove wijze geschonden. Dat is schadelijk voor de rechtsstaat, voor het aanzien van Nederland in Rusland en in de wereld. Terwijl het voorkomen had kunnen worden. Dat maakt het onvergeeflijk.

HOFLAND

De NAVO en de crisis taat de NAVO weer op een keerpunt van haar geschiedenis, misschien aan de vooravond van haar ondergang? Een alarmerend artikel op de voorpagina van de International Herald Tribune (12 april) meldt dat wat eens het machtigste bondgenootschap ter wereld werd genoemd, op een keerpunt staat. De effecten van de crisis en de bezuinigingen worden merkbaar. Europa loopt volgens vooraanstaande autoriteiten in Washington het gevaar in militair opzicht irrelevant te worden. Een Franse defensiedeskundige, Camille Grand, zegt dat we een situatie tegemoet gaan waarin Europa de machteloze en willoze partner is. In principe is het oud nieuws. Van de oprichting af, in 1949, hebben de Amerikanen geklaagd over de Europese prestaties als het op het sharing the burden aankwam; het zo eerlijk mogelijk delen van de kosten. Maar die ongelijke verdeling van de lasten had voor Washington ook haar voordelen. In feite hebben de Amerikanen in veertig jaar Koude Oorlog de dienst uitgemaakt. Dat de Europeanen geen reden hadden om zich daarover te beklagen is een andere zaak. Zal de NAVO het gevaar van de ondergang opnieuw kunnen bedwingen? Op zichzelf kun je je niet beter wensen dan een situatie waarin twee nauw verwante culturen van dit formaat in een militair bondgenootschap verenigd zijn. Maar dat is alleen mogelijk als ze de definitie van een gemeenschappelijke vijand delen en het eens zijn over de manier waarop die vijand moet worden bestreden. Zo is het in de Tweede Wereldoorlog geweest en in grote trekken heeft deze toestand zich herhaald toen in 1949 de Koude Oorlog begon. Zonder dat we het toen duidelijk beseften is aan deze eendracht met de ondergang van de Sovjet-Unie een eind gekomen. De New York Times ontdekte het vredesdividend. De onmetelijke sommen die tot dan toe aan de bewapening waren uitgegeven zouden voortaan moeten dienen tot opbouw van de wereld. Van dat dividend hebben we niets meer gehoord. In 1990 veroverde het Irak van Saddam Hoessein Koeweit. Onder leiding van de toenmalige Amerikaanse

S

We hebben een nieuwe Von Clausewitz nodig

president George Bush sr. werd die verovering ongedaan gemaakt. Op 12 september 1990, voor onder zijn leiding de strijd was begonnen, had hij in een rede voor het Congres de Nieuwe Wereldorde uitgeroepen. Dit initiatief heeft toen internationaal een smalend onthaal gekregen. Wereldwanorde zul je bedoelen. Deze strijd tegen Irak is een succes geworden, ook al omdat Bush en zijn generaals zich niet hebben laten verleiden naar Bagdad op te rukken. Toen braken de Joegoslavische burgeroorlogen uit. Die hebben 200.000 mensen het leven gekost zonder dat de Europese leden van de NAVO er iets substantieels aan hebben gedaan. Pas door de Amerikaanse luchtbombardementen is er een eind aan gemaakt. Dit alles wijst erop dat na het einde van de Koude Oorlog de NAVO al in staat van ontbinding was. Op 11 september 2001 is feitelijk het tijdvak van de nieuwe oorlog aangebroken. De Amerikanen hadden toen niets over bondgenootschappelijke solidariteit te klagen. Nous sommes tous des Américains, schreef Le Monde twee dagen later. Voorzover ik weet zijn de bondgenoten daarna

niet geraadpleegd. Wie niet voor ons is, is tegen ons, zei president Bush jr. In antwoord op de verwoesting van de Twin Towers begon de Amerikaanse luchtmacht met de bombardementen op het Afghaanse Tora Bora gebergte waar Osama bin Laden en zijn terroristen zich zouden schuilhouden. Nog geen jaar later werd op grondslag van leugens en vergissingen met de voorbereidingen tot de oorlog tegen Irak begonnen. Deze fase is het volgende hoofdstuk in de afbraak van de NAVO. Duitsland en Frankrijk wilden deze oorlog niet. Feitelijk werden ze door Washington als laffe naties, zelfs verraders beschouwd. Tien jaar later staan we nog steeds niet aan het einde van die twee grote, kostbare en nog niet gewonnen oorlogen terwijl er een paar fronten bij zijn gekomen waar ons machtigste bondgenootschap geen soldaat naartoe zal sturen. De oorzaak van deze afzijdigheid is dat de oorlog van karakter is veranderd. Op de godsdienstig geïnspireerde guerrilla zoals die in Afghanistan en Irak tot ontwikkeling is gekomen, heeft het Westen, uitgerust met de modernste wapens, en ondanks alle experimenten en tactiek en strategie, geen doeltreffend antwoord. Het bewijs daarvoor is dat we in deze tien jaar er niet in zijn geslaagd, daar georganiseerde democratische staten te stichten. Bijna een kwart eeuw na de grote overwinning heeft de NAVO dringend behoefte aan het volgende succes. Wel hebben de oorlogen zonder de gewenste zegepraal sindsdien honderdduizenden het leven gekost en zijn er astronomische bedragen uitgegeven. De collectieve defensie blijft geld verslinden maar de resultaten blijven uit. Denk in Nederland aan de JSF. De NAVO vertoont de sporen ven zware slijtage, er is behoefte aan een volgende Carl von Clausewitz die het militaire apparaat en de oorlog een nieuwe definitie geeft. En nu gaan alle lidstaten gebukt onder de economische crisis. De publieke opinie heeft genoeg van de NAVO. Maar opheffen? Dat gebeurt niet. De NAVO hoort tot de instituten die zichzelf overleven. H.J.A. Hofland is journalist en columnist.

De tijd dat het logisch was je geld te verdienen met geld is voorbij. We gaan weer terug naar het máken, laat het sociaal akkoord zien. Door M E N N O TA M M I N G A

n de necrologieën van Margaret Thatcher kwam dat ene beeld steeds terug: hossende en bezwete jonge mannen en vrouwen. Ze vieren hun nieuwe geld. In galajurk en smokinghemd. Ze vieren hun nieuwe werk. Iets maken en daar geld mee verdienen, of het nu machines zijn, schepen of auto’s, raakte in de jaren tachtig van de vorige eeuw uit de mode. Productie werd te duur en leverde te weinig op. Nee, waarom nog zelf zweten? Geld met geld verdienen, financiële handel, in de City werken, Europa’s financiële centrum, dat was het helemaal. Thatcher en haar minister van Financiën Nigel Lawson legden met hun privatisering en beursintroducties van staatsbedrijven halverwege de jaren tachtig de basis voor het ‘volkskapitalisme’. Elke Engelsman een belegger. Elke Engelsman een huizenbezitter. Haar ambitie: meer huiseigenaren dan vakbondsleden. Kijk naar Nederland nu en je ziet hoe overrompelend de financieelmaatschappelijke revolutie van de afgelopen dertig jaar is geweest. Hier bezit inmiddels 59 procent van de huishoudens een eigen woning, terwijl nog maar 20 procent van de beroepsbevolking lid is van een vakbond.

I

Illustratie Ruben L. Oppenheimer

machinemaker ASML) en naar Eindhoven (de hightech campus). Nederland beseft nu dat die Duitsers met hun maakindustrie, met hun industriële familiebedrijven en met hun kwaliteitsauto’s (Audi, Mercedes) ook ons voorbeeld zijn. Wij doen wel ons best, met onze hoofdkantoren aan de Zuidas, maar de Duitsers máken het, tot in China toe. Juist de Duitse autofabrikant BMW en Wim van der Leegte, de grootste Nederlandse industriële familieondernemer, van VDL, hebben het werk van 1.500 mensen bij Nedcar in Born gered. eld met werk verdienen is nu ook: met de opbrengst geen huis kopen, maar huren. Een huis is geen zeker bezit. Misschien is het zelfs wel zonde van je geld als de prijzen verder dalen. Onlangs klonk een opmerkelijke waarschuwing. Het ontbreken van een middensegment op de markt voor huurwoningen „maakt dat veel huishoudens zich te vroeg en te diep in hypotheekschulden steken”, schreef een commissie van de SER vorige maand in een economische verkenning. En wie is de SER? Dat zijn de mensen die het sociaal akkoord maakten, werkgevers en vakbonden, maar dan aangevuld met economische experts. Kortom: lieden om rekening mee te houden. Het credo in het sociaal akkoord,

G

We gaan weer geld verdienen met wérken En nu is het voorbij. Niet omdat Thatcher is overleden. Haar liberale erfenis van losse en kortstondige financiële contacten is met de kredietcrisis en de bankenreddingen in diskrediet gebracht. De jaren tachtig en de excessen daarvan staan nu in de beklaagdenbank. En de samenleving draait langzaam weg van de geldwereld naar de nieuwe werkwereld. Geld met geld verdienen is verdacht, zie het steeds weer oplaaiende antibonusoproer, om te beginnen tegen de financiële wereld. Zie de politieke pressie tegen de fiscale trukendozen van brievenbusmaatschappijen aan de Zuidas. Zie de dreiging van staatssecretaris Weekers (Financiën, VVD) om via de rechter een lijst met namen van klanten van twee belastingparadijzen van dagblad Trouw op te vragen. Zie de gründliche manier waarop Europese regeringsleiders het (Russische) belastingparadijs Cyprus hebben aangepakt. Zie de angst in de Luxemburgse ogen dat hun bankgeheim de volgende is. Geld met werk verdienen is de nieuwe politiek-economische realiteit. Het sociaal akkoord dat het VVD-PvdA-kabinet, de werkgevers (VNO-NCW) en de vakbeweging (FNV en CNV) onlangs sloten, is de bezegeling van die ommekeer. Meer werk, meer zekerheid, zette iemand boven het persbericht van minister Lodewijk Asscher (Sociale zaken, PvdA) over de resultaten van het sociaal overleg. Geld met werk verdienen móét. In het sociaal akkoord zoals het kabinet dat heeft getekend, wordt het begrip passende arbeid voor werklozen zo omschreven: vanaf 2016 geldt dat na zes (nu nog twaalf) maanden alle arbeid als passend wordt aangemerkt. Geld met werk verdienen is nu ook weer: geld verdienen door iets te máken. Wie het als afgestudeerde wil maken, trekt naar Veldhoven (chip-

‘Iedereen aan de slag’, is natuurlijk al langer de ambitie. Ook van eerdere kabinetten. Maar nu staan er handtekeningen onder een akkoord vol nieuwe, gedetailleerde plannen. De ogenschijnlijk uitgerangeerde vakbeweging wil zichzelf onder leiding van voorzitter Ton Heerts terugvechten naar een nieuwe rol als vanzelfsprekende partner. Niet alleen van werkgevers en politici in een sociaal akkoord, maar ook van individuele werknemers. Hoe dat afloopt, is volstrekt onduidelijk, net als 31 jaar geleden het Akkoord van Wassenaar. Dat waren andere tijden, met een werkloosheid die anderhalf maal zo hoog was als nu (en verder opliep) maar ook met een uitgewoond bedrijfsleven (nu is de winstgevendheid meer dan adequaat). De inzet toen: winstherstel voor bedrijven en arbeidsduurverkorting, zodat er meer werk kwam. Maar voordat het goed ging, ging het eerst slechter. Het Akkoord van Wassenaar werd een jaar later gevolgd door de langdurigste staking in de publieke sector van na de Tweede Wereldoorlog. Kijk naar foto’s en beelden van toen en je ziet wat er ook hier veranderd is. De publieke sector van toen is niet meer de publieke sector van nu. Telefoon? Geprivatiseerd en aan de beurs genoteerd. Postbezorgers? Geprivatiseerd. Energiebedrijven? Verzelfstandigd en deels verkocht aan buitenlandse eigenaren. Vuilnisdiensten? Uitbesteed aan private partijen. Openbaar vervoer? Grotendeels in handen van buitenlandse staatsbedrijven. Het Akkoord van Wassenaar is jaren na dato tot bijna mythische proporties opgeblazen, Maar toen, in 1982, was het ook maar: iets nieuws proberen. Aanmodderen. Teleurstellingen overwinnen. Oplossingen zoeken voor problemen waar niemand ervaring mee had. Voor een crisis zijn nu eenmaal geen draaiboeken.


Opinie 15

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Illustraties van derdejaars studenten van de Academie Minerva Groningen, afdeling vormgeving en communicatie

Beatrix kan gemakkelijker dan Willem-Alexander schakelen tussen privéleven en haar rol van neutrale monarch, schrijft Daniela Hooghiemstra.

D

De dubbele Beatrix

e bedoeling was om koningin Beatrix en prins Willem-Alexander ontspannen te laten keuvelen over de betekenis van het koningschap. Maar de registratie die de NOS in 1988 maakte van hun gezamenlijke boswandeling, toonde vooral de frictie die het onderwerp tussen moeder en zoon teweeg bracht. Beatrix had als studente in Leiden geprobeerd zich te concentreren op wat dáár gebeurde, vertelde ze al kuierend aan haar zoon. Ze had zich het hoofd niet al te zeer gebroken over wat haar later te wachten stond, Daardoor, zei ze, had ze „in zekere zin een gespleten bestaan” geleid. Dat is grappig, reageerde Willem-Alexander, bij hem was het precies zo. Hij leidde als student ook „twee levens”. Als je die door elkaar zou laten lopen’, vond hij, „zou geen van beide goed werken”. Maar hij was blij dat hij in de vrije jaren tachtig leefde, voegde hij eraan toe, want vroeger was het toch wel „heel anders”. „De eisen zijn er nu ook”, interrumpeerde zijn moeder hem daarop streng. „Alleen zijn ze misschien niet zo zichtbaar. Je merkt het pas als het misgaat.” Die waarschuwing – Let op! De troon is er áltijd – typeert Beatrix. En de reactie daarop van Willem-Alexander: „Het maakt ze in Leiden helemaal niet uit wat ik ben”, typeert hem. Bij Beatrix was de roeping er al vroeg. Het „ontbreken van een conflict tussen plicht en aanleg”, noemde de voormalige koningin Julia-

na die eigenschap van haar dochter in een toespraak op haar achttiende verjaardag. Het schijnbaar ontbreken van dit conflict viel bij haar als kind al op. De Werkplaats in Bilthoven, waar Beatrix haar lagereschooltijd doorbracht, wilde kinderen van formele plichten bevrijden. Juliana leek dat een opluchting. Maar Beatrix scheen de formele kant van haar bestaan niet als een nadeel te zien. Integendeel, bij haar leek sprake van een zekere hunkering ernaar. Zo jong als ze was, merkte Betty Boeke, de vrouw van Werkplaats-oprichter Kees, hierover op, was Beatrix „zich van haar functie bewust”. De ‘last’ maakte haar niet ingetogen. Integendeel. Beatrix was een gepassioneerd en spontaan kind, dat zei wat haar voor de mond kwam. Op foto’s uit haar lagere schooltijd is te zien hoe ze zonder schroom bij een leerkracht op de rug, of achterop bij de bakker op de brommer sprong. ‘Trix’ was altijd in voor ‘gekke dingen’, en kreeg daar op De Werkplaats alle ruimte voor. Maar ze voelde ook dat ze anders was dan de anderen en eiste daar begrip voor. Dat was er op De Werkplaats niet altijd. „Eerzuchtig” en „koppig” werd ze ook wel genoemd. De onderdompeling in de egalitaire ‘kindergemeenschap’ in Bilthoven had voor- en nadelen. Voordeel was de vrijheid, nadeel was dat de door Beatrix zo sterk gevoelde opdracht op de achtergrond raakte. Rond haar twaalfde concludeerde Beatrix

dat De Werkplaats voor Beatrix geen geschikte school was. Beatrix, vond Beatrix, had ‘discipline’ nodig. En die ontbrak op De Werkplaats. Als te veel aan haar zelf werd overgelaten, vond ze, deed ze niet wat ze moest doen. Het ‘gespleten bestaan’ begon al vroeg. „Ze heeft op een ogenblik ingezien”, schreef Hella Haasse hierover in het portret dat ze in 1956 van haar maakte, „dat zij zichzelf dwingen moest”. Met de „snelle wisseling in stemming”, die Haasse bij Beatrix was opgevallen, was strenge regie misschien noodzakelijk. Ze was volgens haar een „dol brutaal schoolkind”, „ongerept en speels”, maar kon tevens een „hooghartige keiharde kwelgeest” zijn. Ze kon met „genegenheid” over haar jongere zusjes spreken, maar ook „scherp en streng” hun slechte eigenschappen analyseren. De ‘spontane’ Beatrix leek al van jongs af aan in gezelschap te zijn van een strenge opzichter. Bij officiële gebeurtenissen, zo verklaarde Beatrix zelf tegen Haasse, nam die tweede persoon de regie over. Dan voelde zij zich „heel duidelijk een ander”. Toen haar moeder zich vanaf 1951 omringde met Greet Hofmans en dier getrouwen, ontvluchtte Beatrix regelmatig het paleis. Tussen haar en haar moeder was sprake van een „wederzijds gevoel van niet te begrijpen en niet begrepen te worden”, zoals Haasse het formuleerde. Met Bernhard daarentegen, bestond een „hechte karakterverwantschap”. Hij was haar

„maatstaf” en haar „voorbeeld”. Alleen liet dat voorbeeld zich op Soestdijk zelden zien. Kort nadat Beatrix van school wisselde, in 1952, werd Bernhards eerste buitenechtelijke dochter geboren. Beatrix leed onder de paleisoorlog van haar ouders, maar ook de troon, haar roeping, kwam erdoor in gevaar. Zo konden in haar twee eigenschappen tot wasdom komen die haar volgens kenners typeren: persoonlijke onzekerheid en de – daarmee soms strijdige – stellige overtuiging persoonlijk een vacuüm te moeten vullen. Dit was het fundament, maar nog niet het recept voor haar koningschap. Dat liet zich vanaf de jaren zestig niet gemakkelijk meer schrijven. Wie een erfelijke titel had, kon dat maar beter voor zich houden. De naoorlogse generatie wilde afrekenen met ouders die zich door hiërarchie hadden laten knevelen. Maar Beatrix nam het idee van haar vader dat een koninklijke positie gekoesterd moest worden, graag over. Toen ‘burger’ Pieter van Vollenhoven in 1965 door Juliana met open armen werd ontvangen als schoonzoon, verzette zij zich dan ook hevig. Na een boottocht met leden van Europese vorstenhuizen liet ze zich ontvallen dat het fijn geweest was om „onder elkaar” te zijn, een ‘slip of the tongue’ die haar op forse kritiek kwam te staan.

Vervolg op pagina 16


16 Reportage

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Willem-Alexander wil zich niet z › E

Vervolg van pagina 15

rfelijke bijzonderheid strookte niet meer met de tijdgeest. Beatrix realiseerde zich dat wel. Maar waarop kon zij haar ‘opdracht’ dan baseren? Een ‘eenvoudige’ koningin zoals haar moeder wilde ze niet worden. De nonchalante levenswandel van haar vader strekte ook niet tot voorbeeld. Emotioneel bleef ze weliswaar aan hem verknocht, noteerde Haasse, verstandelijk nam ze „een zekere afstand” van hem. Haar ene zuster, Margriet, liet een ‘burger’ binnen in de familie, haar andere zuster, Irene, gaf haar plaats in de troonopvolging op door te trouwen met een katholieke Spanjaard. Beatrix stond begin jaren zestig met haar ‘opdracht’ alleen. Tot ze zich in 1965 met Claus Von Amsberg verloofde. Hij hielp haar om haar gedachten over modern koningschap vorm te geven. Hij was beschouwender dan zij, meer een commentator dan een uitvoerder, maar wel iemand die over het wezen van macht diep had nagedacht. Belast met diepe schaamte over de nazidictatuur in zijn geboorteland, Duitsland, voelde hij een sterke drang zich als democraat te bewijzen. Het ‘republikeinse koningschap’ in Nederland bood een kans te laten zien dat er ook ‘goede Duitsers’ bestonden. Claus wilde Beatrix bij de vormgeving van haar opdracht graag adviseren. Het koningschap moest op een moderne, democratische leest geschoeid worden. Het

moest in de eerste plaats dienend zijn. De rol van Beatrix moest geen privilege, maar een offer zijn. Zichzelf wegcijferen ten behoeve van iets groters: het algemeen belang, de constitutie, de vrijheid en de democratie. Het ouderwetse woord monarchie moest vermeden worden. Gekroonde republiek was een betere omschrijving. De taak van Beatrix zou zijn om de hoogste plek leeg te houden, opdat daar geen dictator van vlees en bloed zou kunnen plaatsnemen. Zij moest het vacuüm vullen. Beatrix popelde om het mede door Claus be-

Ze bleek meer mens dan het constitutionele alter ego kon velen

dachte concept tot uitvoering te brengen. Na de ‘aanvaarding’ van haar opdracht maakte ze van zichzelf een kunstwerk. Met een eigen, altijd herkenbare haardracht en kledingsstijl. Kleurrijk, opvallend en perfect. Een sterk symbool in plaats van een kwetsbaar mens. De verwachtingen waren hoog gespannen. Als „een atleet die na een grondige voorbereiding tot in alle vezels gespannen aan de startlijn staat”, trad ze volgens de toenmalige premier Van Agt in 1980 aan. Het persoonlijke offer was enorm. Slechts

een „halve middag per week’ bleef voortaan over voor haar kinderen, zo verklaarde ze in een televisie-interview. Het ‘geheim van Soestdijk’ zou ook gelden voor haar man. De tegenprestatie in het ‘contract’ tussen hoogheid en democratie, instituut en mens, dat door Beatrix en Claus zo zorgvuldig was uitgedacht, was dat hun privéruimte gerespecteerd werd. Het volk moest niet achter de coulissen willen kijken. Voor die claim had Claus een moderne ‘regel’ bedacht: de koningin en haar familie zouden zich er op hun beurt van vergewissen dat alles wat zij deden, in het geval dát het uitkwam, de toets der kritiek kon doorstaan. Met losse schwung gaf premier Lubbers Beatrix in de loop van de jaren tachtig de ruimte om haar ‘gebouw’ neer te zetten. Een ruimte waar haar alter ego tot volle wasdom kon komen, met het ‘algemeen belang’ kon vergroeien. In die nieuwe hoedanigheid speurde Beatrix „als een buizerd” vanuit de hoogte naar alle ongerechtigheden op de grond, zoals Van Agt het verwoordde. De ‘tweede persoon’ in haar, die altijd al vanuit de hoogte had toegekeken, had zijn vaste plaats gevonden. Als Beatrix ministers het hemd van het lijf vroeg, was dat niet uit persoonlijke zucht naar macht, maar uit dienstbaarheid aan een hoger doel. De bemoeienis van haar ‘tweede persoon’ was geen bedreiging van, maar juist een diepe knieval voor de democratie. Niet emotie en willekeur, maar rationaliteit en verantwoordelijkheid waren haar leidraad. Het constitutionele

alter ego van Beatrix, haar ‘offer’ aan het land, kwam tot volle bloei. Haar persoonlijke identificatie met de allerhoogste waarden ging het verst in haar jaarlijkse kersttoespraak. Dan wees ze hoofdschuddend op alle menselijke ondeugden die de wereld plaagden, alsof zij zelf van het mensenras geen deel meer uitmaakte. Tijdens een voordracht in Leiden in 2005 wees ze op de „eigen verantwoordelijkheid” die zij staatsrechtelijk als onschendbare koningin meende te hebben. Ze had de eed op de Grondwet afgelegd en dus ook de persoonlijke plicht om die te waarborgen. Tegelijkertijd stelde die plicht aan haar de hoge eis om ‘waardig’ en ‘zorgvuldig’ te leven. Die opdracht nam ze ernstig.

D

e meeste politici prezen Beatrix om haar toewijding. Door haar consciëntieuze identificatie met de publieke zaak ging ze haar staatsrechtelijke boekje niet of zelden te buiten. Maar in de loop van de jaren negentig ontstond zowel binnen als buiten het paleis toch verwarring over haar identiteit. Claus had zijn ambitie om in Nederland als hoeder van vrijheid en rechtvaardigheid omarmd te worden, al snel moeten temperen. De ‘bipolaire’ vorm die hij met Beatrix voor het koningschap bedacht had – de hoogste status gekoppeld aan de diepste buiging – huisde ook in hem persoonlijk. Al snel na zijn huwelijk kreeg hij te kampen met depressies die het werken moeilijk maakten.

Illustraties van Ellen Pater, Sannet Bodewes, Vivian van den Bosch, Loes van de Schoot, Olympia Floothuis, Sanne Cazemier, Maaike Vergouwen, Nynke va


Reportage 17

nrc de week › Maandag 22 april 2013

zo sterk opofferen voor de troon erwijl Beatrix groeide in haar rol als koningin, werd Claus op zichzelf terug geworpen. En begon hij kritischer aan te kijken tegen de creatie die hij zelf had helpen neerzetten. Kon het veeleisende, strenge alter ego van zijn vrouw niet een toontje lager zingen? Kon de koningin niet iets meer ruimte geven aan die andere, spontane, speelse, „naar warmte hunkerende flapuit”, zoals Hella Haasse (een deel van) Beatrix ooit karakteriseerde? Kon het kunstwerk toch niet wat menselijker worden? En moest Willem-Alexander wel zo streng aangesproken worden op het feit dat ‘opdracht’ en persoon bij hem wat minder hecht met elkaar vervlochten waren? Was het niet juist een zegen dat hij meer uit één stuk leek te bestaan? De ‘tweede persoon’ die Beatrix al zo jong als deel van zichzelf omarmd had, leek hij vooral als een kwelgeest te beschouwen die van buiten op hem werd afgestuurd. Claus gunde zijn zoon die vrijheid meer dan Beatrix, zelfs al hoorde het risico dat hij dan misschien wel nooit koning werd daarbij. Om zijn pleidooi voor ‘ontspanning’ ten paleize aan de wereld te tonen, gooide Claus in 1998 in een dramatisch gebaar zijn stropdas af. Kon het ook niet zo? Buiten het paleis kwam het ‘offer’ van Beatrix ook onder vuur te liggen. Was de ruimte die door haar geclaimd werd niet te groot geworden? Waarom gedroeg zij zich zo afstandelijk? En hoe neutraal was zij nu werkelijk? Steeds meer gewend aan haar onschendbare

T

positie en erop vertrouwend dat anderen die overeind hielden, werd ze zelf ook minder voorzichtig. Dat Beatrix de pers betichtte van leugenachtigheid, dat zij voor de vroegere premier Balkenende weinig respect had, dat ze bezorgd was over de opkomst van ‘populistische’ politici als Pim Fortuyn en Geert Wilders, en dat ze weigerde naar de begrafenis van de paus te gaan, stelde haar strikte neutraliteit – toch het fundament van haar kunstwerk – ter discussie. Een onfeilbaar familieleven bleek intussen

Beatrix, vond Beatrix, had ‘discipline’ nodig en die ontbrak daar ook niet vol te houden. Buitenechtelijke kinderen, familieruzies, fiscale sluiproutes, vroegere criminele contacten en familiebanden met verkeerde regimes van schoondochters, tastten vanaf de eeuwwisseling het ideaalbeeld aan. De ‘regel’ van Claus dat alles wat in de familie gebeurde, in principe het publieke oog moest kunnen velen, was naïef gebleken. Beatrix en haar familie bleken meer ‘mens’ dan haar onkreukbare constitutionele alter ego kon velen. De pretentie van dit ego riep de ontmaskering ervan zelfs over zich af. Tot afschuw van Beatrix

werden de zwakke kanten van haar en haar familieleden overal belicht en beschreven. Zelfs gerenommeerde wetenschappers schetsten schokkende portretten van haar vader en haar moeder, respectievelijk belust op geld en status en in de ban van spirituele machten. n het perfecte tableau dat door Beatrix met zoveel toewijding was neergezet, verschenen steeds meer krasjes. Door diverse affaires – die overigens vaker familieleden betroffen dan haarzelf – werd het magistrale alter ego op de knieën gedwongen. De schoonvader van Willem-Alexander moest geweerd worden bij diens huwelijk, het kabinet van de koningin werd na de Margarita-affaire onder ministeriële verantwoordelijkheid geplaatst, prins Friso werd na ‘Mabel-gate’ uit het Koninklijk Huis gezet, Willem-Alexander moest zijn vakantiehuis op Mozambique verkopen en de media dwongen openheid af over de (hoge) onkosten van het Koninklijk Huis. Nadat Beatrix in 2010 volgens sommigen een poging deed de vorming van het gedoogkabinet met Wilders tegen te houden, koos de Kamer in 2012 zelf een (in)formateur. Terwijl Beatrix struikelde over haar identiteiten, hielp niemand haar overeind. De ‘res publica’ die zij zo stevig omarmd had, manoeuvreerde zich voorzichtig los uit haar greep. Als koningin die haar man verloor en een zoon zag verongelukken, krijgt Beatrix tegenwoordig veel steun en waardering. Maar die kwetsbare rol is nooit wat zij

I

ambieerde. Ze was graag bereid om haar ‘menselijke kant’ weg te cijferen ten behoeve van de publieke zaak. Niet om haar privéleven te offeren aan het publiek. Populariteit (zoals ook Máxima die tegenwoordig geniet) heeft zij altijd gewantrouwd, volksgunst is immers maar ‘tijdelijk’. Tegen Beatrix’ wil is het koningschap de laatste jaren persoonlijker en kwetsbaarder geworden. De scepsis over haar ‘neutraliteit’ is toegenomen en haar staatsrechtelijke ruimte kleiner. De ‘res publica’ lijkt zichzelf inmiddels volwassen genoeg te voelen om de eigen boontjes te doppen. Voor Willem-Alexander blijft een geoliede pr-machine over, die op onberispelijke wijze ceremoniële taken kan uitvoeren. Vergaande identificatie van zijn persoon met de constitutie, zoals Beatrix zich die getroost heeft, zal van hem niet gevraagd worden. Tot het wegcijferen van zijn eigen persoonlijkheid ten behoeve van iets anders, ‘groters’, lijkt hij ook minder bereid en in staat dan zij. Met een zeer aanwezige echtgenote die intens van de spotlights geniet, zal zijn koningschap vooral de vorm aannemen van groots en meeslepend staatstheater. Aan de politiek de taak om te midden daarvan het hoofd koel te houden. Daniela Hooghiemstra is historicus en journalist. Zij schreef met Dorine Hermans over het hofleven en dit jaar verscheen haar biografie van de pacifistische onderwijshervormer Kees Boeke.

an der Bij, Ellen de Haan, Marloes Klok, Anoek Houben (3e jaars studenten van de academie Minerva Groningen, afdeling vormgeving en communicatie)


18 Reportage Op middelbare school Gomarus in Gorinchem staat de Bijbel centraal. De identiteit van de 1.700 leerlingen wordt bewaakt, gekoesterd en verstevigd. „Een leven zonder God is in principe een heel zwart gat.”

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Hier kun je nog echt je christelijke zelf zijn

Door M O N I Q U E D E K N E G T

Twee werelden n het fietsenhok verruilen meisjes in een handomdraai de broek voor een decente rok. Nog even een laatste blik op de smartphone en ze kunnen met een gerust hart het schoolgebouw betreden. De telefoon komt pas weer tevoorschijn na schooltijd. Gebruiken ze ’m eerder, dan wordt hij ingenomen. De eerste keer een dag, de tweede keer een week en daarna de rest van het schooljaar. Een groepje meisjes haast zich naar de toiletten. In razend tempo worden broeken opgeborgen, haren geborsteld en deo’s uitgewisseld. Niemand die een diep uitgesneden truitje draagt. Dat is om aandacht vragen, vinden de meiden. Onderweg naar de Gomarus zijn ze soms al twee christelijke scholen voorbij gefietst. Geen optie. „Hier ben je geen buitenbeentje. Iedereen respecteert je. Op een andere middelbare school zou ik vanwege mijn rok eerder worden uitgescholden voor refo. En als vriendinnen uitgaan, moet ik zeggen dat ik niet mag. Hier voel ik me thuis”, zegt Nelleke (15). Weinig meisjes verlangen naar een broek. „Een rok hoort. Dan kan de buitenwereld ook zien dat je christen bent.” Ze hebben alleen moeite met de voorgeschreven lengte: op de knie. Bij tijd en wijlen wordt dat gecontroleerd. „Dan staan er overal docenten en trekken wij snel de rok een stuk naar beneden. Soms is dat niet genoeg en moet je een schoolrok aan. Dat is écht erg.” De laatste rokcontrole is een half jaar geleden, het textiel is zoetjesaan weer opgetrokken tot halverwege het bovenbeen. Onverwacht lesuitval. Twee leerlingen rennen de garderobe uit naar buiten. Op weg naar de moskee, pal naast de school. Hier kunnen ze stiekem een sigaretje roken en YouTube-filmpjes bekijken. Terwijl de leerlingen zich buiten school laven aan de grenzeloze taal van internet, lakt de leescommissie binnen bastaardvloeken zoals ‘jeetje’ weg uit de vaderlandse literatuur. Richtlijn zijn de tien geboden. Boeken met veel seks, vloeken, moord en doodslag komen de mediatheek niet in. Wolkers is ‘porno’, De ontdekking van de hemel van Mulisch ‘puur godslasterlijk’. Als een gebod wordt overtreden, maar de thematiek van een roman is sterk en het taalgebruik rijk, dan wordt het boek soms toch behandeld. „Soms zijn vloeken functioneel”, vertelt docente Nederlands J. Kreijkes. „Maar dan lakken we ze wel weg. Ik vind dat zelf ook prettig. Dan word je ertegen beschermd.” In een zeldzaam geval knipt de leescommissie een hele pagina uit een boek. De censuur is geen dode letter. De vloeken worden oprecht ervaren „als een belediging van God, die zo goed voor ons is”, zegt algemeen directeur C. Flikweert. Hoe dichter bij het heden, hoe meer godslastering en buitensporige en buitenechtelijke seksualiteit, is de ervaring van docente Nederlands J. de Wildt. De periode na 1945 komt alleen in de examenklas aan de orde. „Zo hebben we Knielen op een bed violen besproken toen het in de mode was. De moderne literatuur omvat maar een kleine periode. Zo vernieuwend is die niet in thematiek. Het is meer van hetzelfde.” Tonio van A.F. Th. van der Heijden heeft ze na honderd pagina’s dichtgeslagen: „Zo leeg.” Haar collega C. de Leeuw vindt het daarentegen zo’n meesterwerk qua compositie en stijl dat ze het 6 vwo niet wil onthouden. In razend tempo leest ze de leerlingen de hoofdstukken voor die ze voor hen heeft gekopieerd. „Het boek staat stampvol vloeken. Bijna alle geboden worden gebroken. God bestaat niet of alleen in een vloek. De schrijver zoekt naar een verklaring voor de dood van zijn zoon, maar vindt als ongelovige geen troost bij God. Als je wilt voelen wat niet-christenen voelen, dan moet je dit boek lezen. Een leven zonder God is in principe een heel zwart gat.”

I

Meer dan de helft van de reformatorische jongeren in Nederland leeft in twee werelden. Zij schakelen moeiteloos van kerkgang naar popmuziek of soapserie. Dat blijkt uit recent onderzoek van W. Fieret, lector aan het Hoornbeeckcollege in Amersfoort. Fieret sprak met 130 reformatorische jongeren en ontdekte drie verschillende groepen: verbinders, schakelaars en ontkoppelaars. Bijna één op de drie jongeren probeert elke dag een verbinding te leggen tussen het dagelijks leven en bijbelse waarden en normen. Voor de ontkoppelaars (minder dan 10 procent) heeft de Bijbel bijna geen betekenis meer. Veruit de grootste groep reformatorische jongeren leeft in twee werelden. Het schakelen gaat ze moeiteloos af. Volgens Fieret heeft een deel van de ouders geen weet van het tweede leven van hun kinderen.

Sommige scholieren moeten meer dan 20 kilometer fietsen naar school. Rechtsboven: Leerlingen roken na school, net buiten het hek. Op het schoolplein is roken verboden. Rechtsonder: Leerlingen van de scholengemeenschap Gomarus, na de pauze op weg naar de klas. Foto’s Ilvy Njiokiktjien

en lesdag begint met gebed, een bijbeltekst en het zingen van een psalmvers. Alle leerlingen van de eerste klas vmbo-basis vouwen de handen en bidden met gesloten ogen. Iedereen zingt mee. De oude bijbelteksten blijven levend doordat docenten ze vertalen naar het leven van alledag. Docent J. Benschop vertelt over Abraham die meerdere vrouwen had. „Maar mensen maken fouten. Ze zijn zondig.” Hij benadrukt dat een huwelijk is bedoeld voor één vrouw en één man. Als door een wesp gestoken steekt Bert zijn hand op. „En hoe zit het dan met homo’s en lesbi’s?” Benschop: „Het praktiseren van homoseksualiteit wijzen wij op grond van de Bijbel af, maar de persóón niet.” Bert: „Maar die gevoelens heeft de Heere ze toch gegeven?” Benschop: „Gevoelens van homofilie kunnen aanleg zijn, maar kunnen ook ontstaan door ontwikkeling. Bijvoorbeeld als je opgroeit in een eenoudergezin.” Directeur Flikweert zegt „dat het hebben van homoseksuele gevoelens een gegeven is en dat het ontstaan ervan niet relevant is. Het gaat erom dat homoseksuele leerlingen zich veilig weten binnen de school.” Wiskunde is wiskunde en Duits gewoon Duits. Maar in vakken zoals Nederlands, godsdienst en maatschappijleer wordt de identiteit bewaakt, gekoesterd en verstevigd. En dat is nodig, weet docent godsdienst J. Grandia. „Ik heb het gevoel dat er steeds minder begrip is voor het christendom en religie in het algemeen. Kijk naar de koopzondagen, de discussies over ritueel slachten. Ook op microniveau zie ik minder begrip. Meisjes die worden nageroepen omdat ze een rok dragen.”

E

Grandia heeft de taak leerlingen van de brugklas tot 6 vwo „meer apologetisch toe te rusten”. „Je hebt een boodschap als christen en je ervaart een kloof met de wereld. Als christen heb je de neiging om in je schulp te kruipen. Ik wil leerlingen kennis en vaardigheden geven om zich te verweren.” Leonard (17, 5 havo) voelt zich gesterkt door de lessen. „Hier ben ik nog onder gelijkgezinden, maar ik wil bij de politie. Dan moet ik goed kunnen uitleggen waar ik voor sta, en waarom. Ik wil ook andere visies kunnen bestrijden. Zo weet ik dat de islam een christelijke

De laatste rokcontrole is alweer een half jaar geleden dwaling is. Op YouTube bekijk ik nu een serie Amerikaanse filmpjes waarin wordt uitgelegd wat er niet klopt aan de evolutietheorie.” De theorie is uitgebreid aan de orde geweest bij biologie. Onder leiding van Grandia bereiden leerlingen van 5 havo zich nu voor op een ontmoeting met de ‘ongelovige thomassen’ van het plaatselijk gymnasium verderop in de stad. Met de begrippen atheïsten en agnosten kunnen de leerlingen goed uit de voeten. De eerste groep is kortzichtig, de mens is te beperkt om zeker te kunnen weten dat God niet bestaat. Agnosten nemen vooral een risico. „Stel dat christenen gelijk hebben, dan kun je

niet tegen God op zijn troon zeggen: sorry, ik heb me vergist. Kan ik nog terug om toch te geloven? Je bent dan voor eeuwig verloren. Geloven is logischer en veiliger.” Tot zover voelen de leerlingen zich zeker. Het wordt stil als ze in het kort moeten uitleggen dat er een God is. Grandia biedt de helpende hand: „God is onveranderlijk in tijd, altijd aanwezig, eeuwig en overal. God is onbeperkt, overstijgt mensen. God weet ook alles.” De klas zucht. „Dat geloven ze nooit.” Kees wordt een beetje zenuwachtig voor de ontmoeting met de gymnasiasten. „Het is moeilijk uitleggen als je het zelf nog niet zo begrijpt dat hij overal is. Meneer, wanneer legt u uit waar God was in Auschwitz?” n de ‘Nacht van de Geschiedenis’ heeft de school onlangs een hele avond stilgestaan bij de Holocaust. Volgende week krijgt de klas van Kees les over de verschrikkingen in de Tweede Wereldoorlog, die niet gezien worden als straf van God, maar als ‘het werk van de duisternis’. Een leven zonder God is voor veel leerlingen onvoorstelbaar. Als ze twijfelen, dan is het niet aan het bestaan van God, maar of ze wel of niet bekeerd zijn. Hebben zij hun zonden daadwerkelijk de rug toegekeerd en staat hun leven nu in het teken van Hem? Dan kan de relatie met God, die sinds de zondeval van Adam en Eva is verbroken, weer worden hersteld en wacht een eeuwig leven. „Ik denk niet dat ik al bekeerd ben”, zegt een 15-jarige leerlinge zorg en welzijn. Ze begaat nog wel zonden, zegt ze. „Vloeken en roddelen.”

I


Reportage 19

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Twee tienen De Gomarusscholengemeenschap is één van de zeven reformatorische scholen in het voortgezet onderwijs. De Bijbel staat er centraal. De school telt 1.700 leerlingen en gooit hoge ogen op de scholenlijst die onderwijssocioloog Jaap Dronkers jaarlijks in de Volkskrant publiceert. Zowel het vwo als de afdeling vmbo-basis is beoordeeld met een 10. De directie ziet hierin Gods hand. Zij hoopt niet dat de goede beoordeling leerlingen en docenten van andere gezindten zal aantrekken. Algemeen directeur C. Flikweert: „Deze school heeft geen missionair karakter, maar een gesloten toelatingsbeleid.” Ouders en docenten moeten de Drie Formulieren van Enigheid (de Nederlandse geloofsbelijdenis, de Heidelbergse catechismus en de Dordtse Leerregels) ondersteunen. Hier weten zij zich veilig, onder elkaar. De jongens en gerokte meisjes reizen dagelijks van heinde en verre naar de reformatorische scholengemeenschap in Gorinchem. Bevlogen docenten, computerfilters, censuur en regels houden moderniteiten zo veel mogelijk buiten de deur. Na half vier schakelen veel jongeren moeiteloos over naar de wereld van popmuziek, televisie en film.

Op zondagen gaat ze zoals bijna alle leerlingen twee keer naar de kerk en elke avond vraagt ze in gebed om vergeving. Je begaat altijd wel zonden, zegt ze. „Ook zonder dat je het weet.” Haar vriendinnen knikken. Ze ervaren het geloof niet als zwaar. „Als wij het moeilijk hebben, is er altijd iemand met wie we kunnen praten. En als wij naar de Bijbel leven, gaan we naar de hemel in plaats van naar de hel.” Over tien jaar zijn ze getrouwd, verwachten ze, hebben ze hun eerste kind, wonen ze in de plaats waar ze vandaan komen en hebben ze werk in de zorg of detailhandel. Veel leerlingen zijn vanochtend om 6.00 uur opgestaan om op tijd te zijn voor de eerste les om 08.10 uur. Twintig kilometer fietsen naar school is niets bijzonders op de Gomarus. Tijdens de open avond voor nieuwe leerlingen is de reisafstand onderwerp van gesprek, maar weinig mensen doen er moeilijk over. Uit de Tieler- en Bommelerwaard vertrekken dagelijks drie bussen, maar de meeste leerlingen fietsen. Ouders hebben vroeger zelf ook door weer en wind getrapt. Het belangrijkste is dat ze onder gelijkgezinden zijn. „Hier tref je je achterban met dezelfde leefregels. De zondagsrust wordt op dezelfde manier ingevuld”, zegt de moeder van Lianne de Heus, die als derde uit het gezin de afstand Vianen-Gorinchem (24 kilometer) gaat overbruggen. Zo’n duizend mensen bezoeken de voorlichtingsavond. Ongeveer 80 procent van de aanwezigen zal daadwerkelijk kiezen voor deze school. Mevrouw Schouten is van huis uit niet reformatorisch, maar denkt dat een behoudende school goed is voor haar dochter. Zes broers

en zussen gingen het meisje voor. „De beschermde sfeer is belangrijk. Zeker als ze jong zijn.” Niet dat het een garantie is dat alles van een leien dakje gaat. Eén van haar kinderen is „gecrasht”. Nadat ze twee keer is blijven zitten in 4 havo moest ze van school af. „Toen heeft ze een uitstapje gemaakt. Nu is ze weer thuis, mét kind en zonder relatie. Ik ben blij dat ze weer terug is.” Bij de aanmelding zegt 85 procent van de ouders geen televisie in huis te hebben. Leerlingen doen hier schamper over. „Veel meer mensen hebben een televisie. Alleen vullen ze bij de

Soms zijn vloeken functioneel, maar dan lakken we ze wel weg aanmelding wat anders in. Iedereen wil het een beetje mooier voorstellen. Anders krijg je gezeur. Gesprekken en zo”, zegt de 14-jarige Hanneke (vmbo-t). Televisie is van oudsher taboe. Voor je het weet, zie je dingen die je geweten bevuilen, zoals GTST of Spuiten & Slikken. In de praktijk kan iedereen de programma’s ontvangen. Is het niet op televisie dan wel op de computer of smartphone. „De volgende dag kijk ik gewoon bij Uitzending Gemist wat er op televisie is geweest”, zegt de kapster in spe na het slotgebed bij maatschappijleer. Haar buurvrouw knikt. „Wie is de Mol, The Voice, GTST of een film.”

Op school zijn de computers voorzien van een zwaar filter. Facebook, spelletjes, YouTube en porno zijn onbereikbaar. Sites met vloeken of seksueel getinte woorden eveneens. „Ieder ongewenst woord krijgt een aantal punten. Boven een aantal punten wordt een site geblokkeerd”, legt een ICT-medewerker uit. Hij schat dat ongeveer de helft van de ouders de computer thuis heeft beveiligd. „Wij ook”, zegt een leerlinge uit 3 vmbo, „maar mijn broer heeft alles gehackt. Nu kunnen we alles zien.” Een tafel verderop kijkt een meisje op. Zij kijkt nooit televisie en is nog nooit in een bioscoop geweest. Ze zou er wel een keer een kijkje willen nemen. „Gewoon één keertje, zodat ik weet wat het is, en dan nooit meer.” De verschillen in ervaringen tussen de leerlingen zijn enorm en geven docente P. de Lange veel aanknopingspunten voor gesprekken. Ze is geschrokken van het aantal leerlingen dat laatst de hand opstak als antwoord op de vraag wie er wel eens dronken is geweest. Verslaving is nu een gespreksonderwerp geworden op school. Dat zou het thuis ook moeten zijn, vindt De Lange. „De ouders laten het vaak afweten als het gaat om verslaving of seksualiteit. Ouders vinden het lastig om met hun kinderen in gesprek te gaan. Ze hebben vaak minder tijd. Je ziet steeds meer echtscheidingen in onze gezindte.” Ouders steken hun kop in het zand, vinden veel docenten. Ze lezen in het Reformatorisch Dagblad over de gevaren van internet en ze horen het van de predikant op de kansel, maar toch laten ze hun kind met een laptop op de slaapkamer. Of ze stemmen toe in bezoek aan de plaatselijke zuipkeet. Zolang zoonlief ’s zon-

dags maar twee keer naar de kerk gaat. In de lerarenkamer staat een orgel en tikt een slingerklok. Op tafel rust de Statenbijbel, de computers staan op zwart. Het personeel is met gemiddeld 36 jaar tamelijk jong, maar niettemin opgegroeid in een omgeving waarin televisie taboe was. Wie het duivelse kastje niet in huis nam, hoefde minder verleidingen te weerstaan. Nu heeft zo’n beetje iedereen een computer en is het de bedoeling dat je er naar eer en geweten mee omgaat. Dat valt niet mee, beseffen de medewerkers. Een secretaresse heeft bijna haar huwelijk verloren aan haar Hyves-verslaving. Ze zat dagelijks uren achter de computer. „Ik had achthonderd vrienden en dertigduizend bezoekers per jaar.” Nu onderhoudt ze alleen nog contact met familieleden op Facebook. Het turen naar schermen wordt algemeen ervaren als ‘leeg’. Luisteren naar popmuziek ook. Als de teksten niet godslasterlijk zijn, dan toch nietszeggend. Er zullen best onschuldige liedjes zijn, meent een medewerkster, maar het is een grijs gebied. Voor je het weet, val je van het een in het ander. Hoe moet je straks verantwoorden dat je naar popmuziek geluisterd hebt? De secretaresse zit nog altijd in haar maag met de liedjes van Dennie Christian die ze vroeger beluisterde. „Ik kan ze niet meer uit m’n hoofd krijgen. Kon ik dat maar.” Als afsluiting van de schooldag vouwen de scholieren de handen. De docente Nederlands vraagt de Heere of hij de leerlingen wil behoeden opdat ze veilig thuiskomen. „Niet omdat ze dat verdiend hebben, maar uit genade.”


20 Reportage

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Alles wordt luxe, in tijden van crisis. Staatsbosbeheer, dat zwaar moet bezuinigen, verkoopt stukjes natuur aan wie er maar voor wil betalen. Angst voor herrie en familie Flodder in het bos. Door A R J E N S C H R E U D E R

K

ikkers plonzen in een poel. Reeën rusten tussen de bomen. We staan in een bos even buiten het dorp Daarle in Overijssel. Een enigszins onbeduidend natuurgebiedje misschien, niet behorend tot de ecologische eredivisie van Nederland. Districtshoofd Hans van de Beek van Staatsbosbeheer: „Het is wat flora en fauna betreft iets minder interessant dan andere gebieden. Maar toch is ook deze natuur voor mens en dier van groot belang.” Het bos staat te koop. Vanaf half mei kan er online worden geboden op het 4,5 hectare grote terrein. De beginprijs ligt op 75 cent per vierkante meter. „Het object bestaat uit bos met eik en is gedeeltelijk open met gras en twee poelen”, meldt een brochure. Vorige week was er een kijkdag. „De opkomst is prima”, zegt directeur vastgoed Jaap Bekker van veilinghuis Troostwijk, dat de verkoop samen met een rentmeesterskantoor uitvoert. Decennialang heeft de overheid eindeloos veel gronden aangekocht om er natuur van te maken. Nu doet Staatsbosbeheer in opdracht van de overheid het omgekeerde. De organisatie moet fors bezuinigen en kreeg van het kabinet bovendien de opdracht om de komende vier jaar 100 miljoen euro over te maken naar de staatskas. „Dat kan alleen door grond te verkopen”, zegt een woordvoerder. Zeventienduizend hectare komt in aanmerking. Het zijn gebieden die buiten de Ecologische Hoofdstructuur vallen, het netwerk van de meest waardevolle natuur in Nederland. Voor deze gebieden krijgt de eigenaar geen beheerssubsidie meer.

Dan verkoop je toch gewoon je bos

D

e veiling ligt „politiek gevoelig”, signaleerde staatssecretaris Dijksma (Natuur, PvdA) onlangs in de Tweede Kamer. Veel partijen hebben er moeite mee. PvdA-Kamerlid Jacobi noemde de verkoop tijdens een debat „heel vervelend” en eist dat de natuur ook onder een nieuwe eigenaar beschermd blijft en „toegankelijk” voor het publiek. SP’er Van Gerven repte van „verspilling” en „kapitaalvernietiging”. De grond levert volgens hem veel minder op dan deze waard is door alle inspanningen om er natuur van te maken. „Het heeft ons 10 euro per vierkante meter gekost en we denken er 1 euro per vierkante meter voor te krijgen.” Volgens Kamerlid Ouwehand (Partij voor de Dieren) kan Nederland zich geen enkel verlies van natuur veroorloven. „Het verlies aan biodiversiteit is nog steeds niet tot staan gebracht.” Op de kijkdag laten enkele tientallen belangstellenden zich informeren. Henk van de Koppel (71) woont in Zwolle en groeide op in Daarle. „In de gebieden die nu te koop staan, heb ik als kind veel gestruind”, zegt hij. Dat de overheid natuur verkoopt om geld binnen te halen, begrijpt hij niet. „Het is toch armoe!” roept hij uit, zijn handen heffend. Maar als deze natuur wordt verpatst, wil hij het wel kopen. „Ik ben geen speculant. Ik wil er geen bungalows op bouwen. Ik wil het gewoon hebben. Om er overheen te lopen. Om te genieten.” Een stel uit Noord-Holland is gekomen om te onderzoeken of ze hun droom kunnen verwezenlijken: een stuk bos kopen om er een park van te maken en bezoekers rond te leiden. „Maar we mogen niks veranderen”, zeg gen ze teleurgesteld. De meeste omwonenden zijn ongerust dat kopers de natuur zullen veranderen. Bomen kappen. Er boerenland van maken. Er villa’s op zetten. Die vrees is ongegrond, denkt wethouder Ria Broeze van Wierden, de gemeente waarin na de zomer wellicht ook natuur wordt geveild. „Ik zeg tegen de mensen: als je ongerust bent, moet je het zelf kopen. Dan kun je met ons een contract tekenen waarin je tegen een vergoeding twintig jaar onderhoud pleegt. En wij veranderen het bestemmingsplan niet, hoor. Alles blijft zoals het nu is.” De meeste interesse wordt verwacht van boeren die naast de gebieden wonen. „Buurmans grond is maar één keer te koop”, zeggen ze. Rentmeester Jurjen Nannega: „Het gaat om

Bos bij Haarle dat binnenkort wordt geveild. Foto’s Walter Herfst

stukjes natuur die eind jaren tachtig bij de ruilverkaveling aan Staatsbosbeheer zijn aangeboden. Die boeren willen zeggenschap over hun grond. Zij willen geen last krijgen met een nieuwe eigenaar. Stel je voor dat die straks elk weekeinde met de motorzaag herrie staat te maken? Of die gaat klagen over hun bedrijf? Dan kopen ze het liever zelf.” En boeren hebben nog een reden: het Europese landbouwbeleid verplicht hen binnenkort een gedeelte van hun bedrijf als natuur in te richten, bijvoorbeeld houtwallen of kruidige akkerranden. Met deze koop voldoe je in één klap aan die verplichting. Nannega: „Waarom zou je die stukken natuur niet als vergroening meetellen? In landen als Finland doen ze dat straks toch ook? Waarom zou Nederland in Europa weer het braafste jongetje van de klas moeten zijn?” Veel omwonenden zijn bang dat het straks met hun rust is gedaan. „Er kan van alles mee gebeuren”, zegt een man wiens weilanden grenzen aan een stukje natuur dat wordt geveild. „Nu is het bos een rustplek in het landschap. Jagers onderhouden het. Straks kopen tien Amsterdammers het en is het elk weekeinde feest. Of er zit een familie Flodder die rot-

zooi niet opruimt. Mensen die hier een caravan wegzetten. Of een diep gat graven en en een wietkelder kweken.” Zo wordt hij eigenlijk gedwongen zelf ook mee te bieden. „Uit preventie.” Ronduit opgewonden over de verkoop zijn de jagers en vrijwillige natuurbeschermers. Johannes Weijers: „Ik jaag hier al 43 jaar en er zit nog steeds wild. Ik doe het dus goed. Als een nieuwe eigenaar geen jacht wil, ben ik mijn jachtterrein kwijt.” En dat terwijl hij al jaren de natuur trouw heeft onderhouden. „In ruil voor hout en wild hebben wij de gebieden onderhouden. Ik heb vorig jaar 186 uur arbeid verricht. Weet u wat we daarvoor terug kregen? Een helm en een zaagbroek.” En het is nog erger: sinds vorig jaar moeten de jagers zelfs 12,50 euro per hectare betalen om te mogen jagen. Jager Jan Kamphuis: „Staatsbosbeheer zegt dat het moet bezuinigen. Nou, elders gooien ze het geld over de balk. Ze zetten korhoenders uit op de Sallandse Heuvelrug. Ze bouwen grote bezoekerscentra. En nu moeten ze grond verkopen? Grond waarvoor ze jarenlang subsidie hebben gekregen en waarvan wij nooit geld hebben gezien? Het is ongelofelijk.”

Helemaal zeker is de verkoop nog niet. De eerste zestien kavels worden bij opbod en afslag geveild. Of er daarna meer gronden worden verkocht, hangt af van een evaluatie. Kabinet of Tweede Kamer kunnen besluiten om van verdere verkoop af te zien. De actiegroep Das&Boom kondigt alvast gerechtelijke actie aan. Voorzitter Jaap Dirkmaat: „Grondeigenaren hebben ooit bij de ruilverkaveling moeten inleveren om dit schaamgroen mogelijk te maken. Dat deze natuur nu óók nog wordt verkocht, is onbeschoft en laakbaar. Wij hebben uitgerekend dat de opbouw van de staatsschuld met 34 uur wordt vertraagd door deze verkoop. Is dat voldoende dwingende reden om de laatste stukjes natuur waar nog zonnedauw en kartelblad, uilen en vleermuizen zitten, te verkopen? Laat men dat voor een rechter maar eens uitleggen.” Staatsbosbeheer zou het op zich prettig vinden als de veiling geen vervolg krijgt. Je bent immers geen boswachter geworden om natuur te verkopen. „Maar”, zegt directeur Chris Kalden van Staatsbosbeheer: „Dan zou die opdracht om honderd miljoen over te maken wel moeten vervallen.”


Interview 21

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Wim Pijbes is bijna vijf jaar directeur van het Rijksmuseum, maar hij woont nog altijd in Rotterdam. Een gesprek over onafhankelijkheid, de mannelijke blik van Rembrandt en de échte elite van Nederland. ‘Ik ga totaal onverwachte dingen doen. Wacht maar.’

Door JA N N E TJ E KO E L E W I J N

er angstaanjagend uit.”

U kwam op uw twaalfde voor het eerst in het Rijksmuseum. „Met meester Kranenborg. Die had een bus gehuurd en daar gingen we – een dagje naar Amsterdam.”

Was het ook uw eerste keer in Amsterdam? „Misschien... was ik al eens in Artis geweest. Ik herinner me de enorme dinosaurussen bij de ingang, die later helemaal niet zo groot bleken te zijn. Ik ging wel met mijn moeder naar de stad, maar dat was dan Groningen. V&D, de roltrappen – sensationeel. Het was magic. In Amsterdam was alles nog groter. Het Rijksmuseum – zo groot. Het grootste gebouw dat ik tot dan toe kende was de kerk van Veendam.”

Was het uw eerste keer in een museum? „Goeie vraag... Misschien was ik wel eens in een kasteel aan de Loire geweest. Of in het Veenkoloniaal Museum... Was ik daar toen al geweest? Geen idee.” Wat voor jongen was u op uw twaalfde? „Een beetje bedeesd, nog.” Nog? „Zei ik ‘nog’?” Lacht. „Goed dan. Ik was Gronings, afwachtend, de kat uit de boom kijkend – al die clichés.” Zat u voor- of achterin de bus? „Achterin.” Lacht weer. „Dat dan ook wel weer. De populairste plek. We reden over de Veluwe en daar was net een bosbrand geweest. Het zag

Ging u naar de kerk? „Met Kerst en met Pasen. En ik ging naar zondagsschool. Dat hoorde bij de opvoeding.” Wat nog meer? „Tja.”

Foto Erwin Olaf

‘Ik ben van iedereen’ morgen. Ik was gek op Deep Purple. Toevallig heb ik het weer op mijn iPhone – heel erg goed. Mijn ouders hadden een winkel, comestibles en delicatessen, en verderop zat een bruingoedwinkel waar ze platen verkochten. Daar haalde ik elke week de Top 40.” Hoe was het in het Rijksmuseum? „We renden door de gangen. Ik herinner me een eindeloze reeks van zalen. Dat zullen de noordelijke kabinetten zijn geweest. Een suppoost hield ons staande en zei: kijk nou eens even, dat portret van die man daar, hij ziet je. Dat was wel een kwartjesmoment.” U werd gevoelig voor kunst? „Pas echt toen ik in de tweede van de havo zat.”

Voetbal? „Nee, nee.”

Waarom zat u op de havo? „Omdat ik niet goed genoeg voor het atheneum was natuurlijk. Ik ben heel lang een soort zesje geweest.”

Muziek? „Blokfluit. Ik zat op blokfluitles, heel Hollands. Daarna werd het elektrisch orgel, goede-

Hoe lang? „Zolang als ik cijfers kreeg. Dus zo’n beetje tot en met het eind van mijn studie. Ik was niet een

heel briljante student, want ik had het veel te druk met andere dingen. Cabaret. Werken.” Hadden uw ouders gestudeerd? „Mijn vader zat op de hbs – niet afgemaakt. Hij was de zoon van een dierenarts. Mijn moeder heeft de mulo gedaan. Zij was een boerendochter. Ruilverkaveling, landbouwsubsidies, quota, de melkplas, de boterberg – daar hadden we thuis wel een mening over. Wat er laatst in het nieuws was, dat boeren kartelafspraken gemaakt zouden hebben om de prijs van uien kunstmatig hoog te houden...” Verontwaardigd. „... dan zeg ik ’s avonds wel tegen mijn vrouw: de boeren krijgen helemaal níets voor hun uien.” Ze hebben gelijk? „Natuurlijk.” Wat gebeurde er toen u in de tweede van de havo zat? „We hadden een heel actieve toneelgroep op

Vervolg op pagina 22


22 Interview

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Wim Pijbes

‘In deze baan heb je snel iemand op de teentjes getrapt’

Geboren in Veendam, 1961 Studie kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens zijn studie werkte hij als lichtontwerper en theatertechnicus. Na zijn doctoraalexamen, in 1987, werkte hij in Theater Lantaren/Venster in Rotterdam. Vanaf 1992 organiseerde hij verschillende tentoonstellingen van beeldende kunst, onder andere in Japan en Milaan. Van 1996 tot 2008 werkte hij bij de Kunsthal Rotterdam, vanaf 2000 als directeur. Sinds 1 juli 2008 is hij hoofddirecteur van het Rijksmuseum. Hij volgde Ronald de Leeuw op. Wim Pijbes is mede-initiatiefnemer van de Club van Honderd Individuen, de Pietje Belllezing, de Nederlandse Week van de Smaak en KunsthalKOOKT, Festival van de Echte Smaak.

Vervolg van pagina 21

school en daar sloot ik me bij aan. Bert Visscher [de cabaretier] en Nanne Tepper [de schrijver] – daar werd ik vrienden mee. Nanne leeft niet meer. Ik heb zijn debuut gelezen, over onze middelbare school. Ik herkende alles. Verder was ik geabonneerd op de serie Wereldgeschiedenis en die las ik. Griekse mythologie, de Unie van Utrecht, Alexander de Grote – alles stond erin.” Had u niet liever gymnasium gedaan? „Ik had graag Latijn geleerd. Ja, Latijn was handig geweest. Grieks niet zo.” En voor uw status? Lacht. „Nee.” Daar bent u niet gevoelig voor? „Nee.” Denkt na. „Ik werkte vroeger mee in de winkel van mijn ouders en daar leerde ik dat je je nooit te veel op dit of op dat moet laten voorstaan, want dat kan je klanten kosten. Ik denk dat ik daardoor als jongetje niet te veel wilde opvallen. Niet de slimste van de klas willen zijn – dat was veiliger.” U verkeert nu in kringen waarin gymnasium er wel bijhoort. „Dat zal best, maar ik ben nu de hoofddirecteur van het Rijksmuseum.” Lacht. „Ik kan andere dingen heel goed.” Zoals? „Dingen organiseren. Dingen laten gebeuren.”

D

e telefoon gaat, hij neemt op en na het gesprek doet hij, midden in de kamer, een toneelstukje. Deftige damesstem: meneer Pijbes, woont u al in Amsterdam? Zijn eigen stem: nee, ik woon in Rotterdam. Deftige damestem: oh, oh, hoe doet u dat dan? Zijn eigen stem: er zijn heel goede treinverbindingen.” Wat is de subtekst? „Ben je al een van ons? Nee, ik ben niet een van ons. En dat word ik ook niet. Ik ben van iedereen.” Wie zijn ‘ons’? „Nee, nee.” Lacht. „Ik ga over niemand iets lelijks zeggen.” Er zijn mensen om u weggegaan bij het Rijksmuseum. „Ja, toen Pietje Bell aantrad, zijn er mensen weggegaan. Ik kreeg er andere mensen voor terug. Niets nieuws. We hebben het over de emancipatie van de lower middle class. Ik ben naar upper middle class gegaan en er waren mensen die er erg aan moesten wennen dat voor deze baan niet vanzelfsprekend iemand uit de eigen gelederen was voorgesorteerd. Aan de andere kant, toen ik net benoemd was, heb ik meer dan duizend felicitaties gekregen. Er was thuis geen bloemenvaas meer leeg. We hebben bij de buren nog meer vazen moeten lenen. Van Henk van Os, mijn oude professor in Groningen en mijn voorganger hier, kreeg ik een bos bloemen die zo groot was dat die nauwelijks door de voordeur kon. En ik heb geen kleine voordeur. Ik woon in Rotterdam in een groot huis. Ik belde hem op en ik zei: Henk, hartstikke bedankt, maar wil je dat nooit meer doen? Je reuzeboeket staat nu in een wastobbe.” U heeft eerst Nederlands gestudeerd, daarna pas kunstgeschiedenis. „Omdat ik niet wist wat ik wilde. Daarom ben ik na de havo naar het atheneum gegaan. Ik hield van boeken en van lezen, dus ik dacht dat het wel wat voor mij zou zijn.” Foto Louis Blom. Rechterpagina: Foto Erwin Olaf

Wat las u graag?


Interview 23

nrc de week › Maandag 22 april 2013

„Vooral non-fictie. Napoleon, de Tachtigjarige Oorlog. Nog steeds trouwens. Mijn vrouw zegt wel eens: lees nou eens een roman! Op school was het Elsschot en Vestdijk en Multatuli.” U zegt het alsof het voor u verplichte nummers waren. „Dat was ook zo. Er zijn maar weinig romans die me echt zijn bijgebleven, maar dat komt vooral doordat ik een slecht geheugen heb. Ik leef erg in het nu. Ik delete veel, wat best vervelend is voor een museumdirecteur. Maar nu we het erover hebben: Max Havelaar vond ik een mooi boek. En Kort Amerikaans. Heel erotisch natuurlijk, en dan op die leeftijd... Op het moment zit ik in de rare fase dat ik vooral teksten voor op zaal zit te corrigeren. Ik heb net wel met veel plezier A History of the World in 100 Objects gelezen, van mijn collega Neil MacGregor van het British Museum. Ik ken Neil goed, dat is het leuke van mijn baan. Je verkeert op een level playing field met heel leuke en interessante mensen.”

zen, half in het Nederlands, half in het Engels. „Mensen meevoeren... give them information... delight... En dan: cláw them. Grijp ze bij de lurven zodat ze geschokt zijn... Lift them to paradise.” Het is een citaat van Roy Strong, vroeger de directeur van de National Portrait Gallery en het Victoria and Albert Museum. „Zo kan ik de ene na de andere blockbuster uit de mouw schudden. Cats and dogs by the Impressionists. Van Monet tot Picasso en weer terug.” Dus wat zullen we te zien krijgen? „Ik ga totaal onverwachte dingen doen. Wacht maar.” Een tentoonstelling over de Hollandse huisvrouw? „Fantastisch idee.” Uw eigen idee. U heeft het wel eens gezegd. „Toen ik het boek van Els Kloek had gelezen.” [Hij doelt op Vrouw des huizes. Een cultuurgeschiedenis van de Hollandse huisvrouw.]

eigen stem: „Jazeker.” En dan? „Dan niets. Het Stedelijk Museum ging open, lange rijen voor de ingang, en Frits Abrahams schreef dat hij een mevrouw hoorde zeggen: schande, ik moet in dezelfde rij als de toeristen.” Verontwaardigd. „Nou ja, zeg. In de Kunsthal hadden we een keer een tentoonstelling gemaakt met het Boijmans Van Beuningen en ik wilde aardig zijn, dus er was een speciale middag georganiseerd voor de Vrienden, en dan hebben we het dus over Kralingen en omstreken. Dat doe ik graag, daar niet van, maar dan komt er iemand naar me toe...” Deftige stem. „Meneer Pijbes, waar kunnen we de catalogus bekomen? Nou, in de winkel, net als iedereen.” Geen privileges voor de happy few. „Nee. Het Rijksmuseum is van iedereen. Geen prerogatief voor de elite.”

Dat meent u niet. „Nee. Maar vrouwen gaan vaker naar het museum en vrouwen bepalen wat er in het weekend gebeurt. Boswandeling, film of naar het museum. Dus is het belangrijk om te weten wat vrouwen willen. De Kunsthal, toen ik daar vertrok was er een bestuur van drie mannen en drie vrouwen. Ik las net in de Financial Times – of was het in de Herald? – een verhaal over de Theater Club: die is helemaal overgenomen door vrouwen. De leiding, de regisseurs, de script writers – allemaal vrouwen. De Theater Club is de Toneelgroep Amsterdam van New York, hè.” Gaat u zich met uw tentoonstellingen meer, of misschien wel vooral, op vrouwen richten? „Ook op toeristen en op kinderen. We krijgen hier Jan en alleman over de vloer en die moeten het in dit huis allemaal naar hun zin hebben. Maar als ik hier zou programmeren als in de Kunsthal en ik zou echt alleen op het publiek moeten spelen...” Denkt na. „Ik vind Rembrandt een mannelijke kunstenaar. Rembrandt is niet vrouwelijk.”

Geen klanten wegjagen. „In deze baan moet je behoedzaam formuleren. Wat voor de goede orde iets anders is dan dat ik niet kan zeggen wat ik wil. Maar je hebt snel iemand op de teentjes getrapt.” Hij spreekt zichzelf toe. „Wim, pas op, wie denk je wel dat je bent? Je mag best wat over Rembrandt zeggen, maar om nu te gaan zitten toeteren over mannen en vrouwen...” Te persoonlijk? „Ik word hier geïnterviewd als de hoofddirecteur van het Rijksmuseum.” En dat is iemand anders dan Wim Pijbes? Lacht. „Nee.” Denk even na, trekt de revers van zijn jasje recht, en zegt dan plechtig: „Ja, kijk eens, een tentoonstelling over Rembrandt is natuurlijk wel heel eh...” Deftig? „In elk geval heel erg Amsterdam-Zuid, zoals het hoort. De wereld zoals beschreven door Robert Vuijsje in Alleen maar nette mensen. En wat moet een museum doen?” Hij springt op, pakt een plastic mapje, haalt er een krantenknipsel uit en begint voor te le-

Die kennen de subtiele sociale verschillen in Nederland niet. „Dat is waar.” Wie is de echte elite in Nederland? „Vind je het erg dat ik daar geen antwoord op geef?” Waarom willen mensen dat u een van hen wordt? „Om hun bevoorrechte positie niet kwijt te raken. Ze zijn bang dat het Rijksmuseum en het Concertgebouw hun ook nog worden afgenomen en er is hun sinds Fortuyn al zoveel afgenomen. Gelukkig voor hen zie ik er niet anti-establishment uit. Daar ben ik ook niet van. Ik kan me conformeren. Ik weet me te kleden en te gedragen. Ik zeg keurig ‘the queen’ als ik een high tea met queen Elizabeth heb.” Wie hebben er dan last van u? „Laat ik dit zeggen: geen conservatiever volk dan progressieve Nederlanders. Voor hen is Amsterdam...” Hij doet zijn handen omhoog. „... onaantastbaar. Maar waar is het op gebaseerd? De grachtengordel was in de Gouden Eeuw een uitbreidingswijk voor de nieuwe rijken. Het establishment van toen, dat was de adel. Die had daar grote moeite mee. Kooplieden die op valkenjacht gingen – het moest niet gekker worden. De emancipatie van de selfmade man – Amerika is er groot mee geworden. Waarmee ik wil zeggen dat het van alle tijden is. Gelukkig ben ik wel een kunsthistoricus, heel geruststellend. Sandberg, jónkheer Sandberg [voorheen directeur van het Stedelijk Museum] kreeg een sollicitant bij zich en die zei: ik ben kunsthistoricus. Weet je wat Sandberg toen zei? Dat hoeft geen bezwaar te zijn. Sandberg gooide de deur open. Henk van Os gooide de deur open. Ik gooi de deur open.”

Schrijvers en schilders zijn vaak mannen, lezers en kijkers zijn... „... vrouwen.” Vilein: „Misschien hebben ze meer tijd?”

Waarom zegt u dat? „Het is puur op gevoel... We kennen Rembrandts verhaal, zijn geschiedenis, zijn leven... Zijn schilderijen – dat is de mannelijke blik. Zoals Hendrickje in het water staat, in het Louvre...” Hij springt van zijn stoel en doet het voor: wijdbeens, iets voorovergebogen. Hij trekt een denkbeeldige onderrok op waardoor denkbeeldige vrouwenbenen ontbloot worden. „Rembrandt ziet alles. Hij is geen dromer. Hij is... Nu weet ik het... Rembrandt kijkt als een jager. Hij heeft een haviksoog. Hij jáágt op wat hij ziet. Hèbben!” Hij gaat weer zitten en leunt ontspannen naar achteren. „Vermeer is poëtischer. Die legt ook wel vast wat hij ziet, maar er is meer omheen. Het meisje bij het raam... Dat is toch een andere blik. Frans Hals vind ik ook een vrouwelijke schilder. Minder hard. Niet dat ik Rembrandt een harde schilder vind.... Titus, in het Boijmans – dat is het ontroerendste schilderij dat ik ken. Daar zie je de vertedering van een vader voor zijn zoon en daarmee voor zichzelf. Het is een verpakt zelfportret. Rembrandt is egoïstischer – dat is wat ik bedoel. Dat is waarom mannen vaker kunstenaar zijn dan vrouwen. Ze zijn egoïstischer. Een echte kunstenaar is egoïstisch.” Hij is even stil. „Nou, nou, nou, wat zeg ik allemaal. Gaat dit nog ergens over? Ja, het gaat over belangrijke dingen... Maar ik moet misschien wat behoedzamer zijn.”

intellectuele elite bijvoorbeeld uit collega-directeuren van het Louvre en het British Museum.”

Wat doen uw zoons? „De oudste heeft een gap year. Hij is 21 en hij studeerde molecular science technology. Nu werkt hij in de horeca.” Heeft hij op het gymnasium gezeten? „Daar is hij begonnen.” Lacht. „Toen is hij naar de havo gegaan en daarna naar het atheneum. De jongste zit nu op het atheneum. Hij is 13 en heel goed in iets waar ik niet goed in ben.” Hij pakt zijn telefoon en laat een filmpje zien van zijn zoon op een podium met een elektrische gitaar. „Hij speelt in een hardrockband. Dat meisje naast hem...” Ze is heel jong en hoogblond. „... zingt touch me, touch my body... Ik weet niet of mijn zoon daar al aan toe is. Ik vond op die leeftijd Kort Amerikaans al zo spannend.” Half serieus: „Wat moet dat worden?” U studeerde af op een scriptie over theaterarchitectuur in de wederopbouwjaren. „Ja, ik hou erg van de podiumkunsten en in het optimisme van vlak na de oorlog werden door het kabinet-Schermerhorn allerlei plannen gemaakt voor nieuwe culturele centra. Kunst moest voor heel het volk zijn, want kunst was goed voor het volk. De Meervaart in Amsterdam-West. De Oosterpoort in Groningen. De Muzeval in Emmen.” Waarom zou kunst goed voor het volk zijn? Hij is even stil. „Ik herinner me een discussie met Auke van der Woud toen ik eerstejaars was.” [Auke van der Woud was hoogleraar architectuur- en stedenbouwgeschiedenis in Groningen.] „Hij zei: Kunst moet helemaal niet voor iedereen zijn. Dat hele maakbaarheidsidee – hou toch op.”

Zo komt u op nieuwe ideeën? „Ook ja. Ook. Ik weet niet of je het merkt, maar in de tijd dat we nu zitten te praten, zit ik ook steeds naar buiten te kijken...” Het raam van zijn werkkamer geeft aan één kant uitzicht op het Rijksmuseum en aan de andere kant op het Museumplein. En wat ziet u dan? „Een autootje van een schoonmaakbedrijf. Een man in een gewatteerde enkellange jas... Kijk, daar loopt hij.” Het is een zwerver. „Ik denk: wat zou hij denken? Wat ik bedoel: ik sta open voor alles om me heen. Ik kan helemaal hyper zijn van de invloeden... Kijk, wij zijn hier het ministerie van Goede Smaak, maar we zijn er dus wel voor iedereen en wat ik wil, is hoge kwaliteit met een lage drempel. De hoge kwaliteit hebben we al, easy piecy. Hoge kwaliteit met een hoge drempel – easy piecy. Maar hoge kwaliteit met een lage drempel – daar moet je wat op verzinnen en daar ben ik voor aangenomen. Dat is wat ik ga doen. Al zijn er mensen die daar erg aan moeten wennen. Maar ik ben een Groninger. Hoe meer tegenwind, hoe harder ik ga trappen.” Hij zet weer een deftige stem op. „Meneer Pijbes, ik heb nog geen uitnodiging gekregen voor de opening, zijn ze al verstuurd?” Met zijn

U hoort er nu wel bij. „Nee, ik hoor er niet bij en ik wil er niet bijhoren.”

Dus? „Het is een dilemma. Is kunst goed voor het volk? Móét kunst dan ook? Nee, dat werkt niet. Maar dat je mensen in de gelegenheid stelt om er kennis van te nemen – ja.”

D

Wat is daar zo erg aan? „Als je ergens bijhoort, word je geclaimd. Je moet je aanpassen. Anderen bepalen wat je moet vinden en denken. Het maakt de wereld klein. Als je jezelf tot norm verheft, ben je veel te snel tevreden. Daarom ga ik niet in Amsterdam wonen. Ik kan ook wel elke donderdagavond in wat wel de huiskamer van Amsterdam-Zuid wordt genoemd gaan zitten, precies zoals het hoort...” Hij wijst naar het Concertgebouw. „Maar ik doe het niet. Ik heb er veel vrienden en ook veel sponsors, maar ze mogen mij niet claimen en ze mogen het Rijksmuseum ook niet claimen. Het Rijksmuseum is ook van de mensen in Stadskanaal. Ik heb trouwens gemerkt dat de echte elite, de echte top, helemaal geen moeite met mij heeft. Die heeft niet de behoefte om me te eh...”

e secretaresse komt zeggen dat de tijd voorbij is, maar Wim Pijbes praat nog even door. „De echte top, dan heb ik het over mensen als Jeroen van der Veer van Shell of Herman Wijffels. Wijffels is een boerenzoon, dus het heeft niets met afkomst te maken.”

Domesticeren? „Ja, dat is het, domesticeren, zodat je onschadelijk wordt.”

Maakt u weer plaats... „... voor de volgende generatie.”

Wie is de echte elite? Denkt even na. „Voor mij persoonlijk bestaat de

Het zijn mensen met een groot en gerespecteerd instituut achter zich. „Dat is zo.” Dat heeft u nu ook. „Ja.” Is het dan niet zo dat je daarmee in Nederland vanzelf tot de elite gaat behoren? „Misschien. Maar tijdelijk. Ik doe dit tijdelijk. Hierna...”

Na lezing van het interview mailt hij: ‘Het interview met Wim Pijbes is buiten de verantwoordelijkheid van de Hoofddirecteur van het Rijksmuseum.’


24 Kunst

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Twee jaar geleden begon Google met het digitaliseren van kunst Nu telt Google Art 40.000 werken. Door DA A N VA N L E N T

V

incent van Gogh is verreweg de populairste schilder op Google Art. In de toptien van kunstwerken die bezoekers van de website opzoeken, staan er vier van de Nederlandse schilder. Sterrennacht (1889, te zien in het MoMa in New York) is het populairste schilderij. Twee jaar geleden begon Google in samenwerking met slechts enkele musea collecties op internet te zetten. Inmiddels hebben meer dan 200 musea uit veertig landen samen ruim 40.000 kunstvoorwerpen in Google Art geplaatst. Uit Nederland doen onder meer het Rijksmuseum, het Van Goghmuseum in Amsterdam, het Centraal Museum in Utrecht, het Gemeentemuseum in Den Haag en Boijmans Van Beuningen in Rotterdam mee. Vorige week maakte Google Art cijfers van het project bekend. 360.000 van de ongeveer 17 miljoen bezoekers hebben hun eigen virtuele galerie gecreëerd op Google Art, waarvan er 17.000 voor iedereen zichtbaar zijn. Per kunstwerk, waarop je kunt inzoomen om details te bestuderen, kijken gebruikers gemiddeld één minuut. In een museum is dat veel minder: gemiddeld negen seconden per bezoeker. „Toen wij begonnen, waren directies van musea huiverig, bang dat het bezoekers zou kosten”, zegt Amit Sood, één van de initiatiefnemers van Google Art en nu directeur van het Google Cultural Institute in Londen, dat musea en andere culturele instel-

komen steeds meer musea in moderne en hedendaagse kunst bij.” Worden musea innovatiever? „Ik vind het fantastisch wat sommige musea nu doen. Amerikaanse musea zijn flink bezig, bijvoorbeeld het Getty. Ook de Rijksstudio van het Rijksmuseum heeft fantastische mogelijkheden. Dat zijn musea die we niet veel hoeven te vertellen. Andere musea helpen we met het plaatsen van hun collectie. Maar we hebben niet genoeg mensen om alle musea te assisteren.” Komen er nog nieuwe mogelijkheden voor bezoekers bij? „We hebben er net een aantal toegevoegd. Tours van conservatoren bijvoorbeeld. Ook de functie Compare is nieuw. Daarmee kun je twee schilderijen met elkaar vergelijken. Je kunt bij twee Van Goghs bijvoorbeeld kijken hoe de verfstreken verschillen, maar je kunt ook een Caravaggio naast een Munch zetten. Het populairst blijft het maken van een eigen galerie, terwijl dat best complex is om te doen. Daar zie je interessante dingen gebeuren. Eén gebruiker heeft allemaal kunstwerken met slangen verzameld. Waarom weet ik niet, maar het is wel fascinerend. Een tiener heeft What’s in a teenage mind samengesteld, omdat het hem of haarzelf bezighoudt. Voor curatoren is het interessant om te bekijken wat bezoekers doen. Daar kunnen ze ideeën voor tentoonstellingen uit halen.”

Zonde heet de eerste cd met zelfgeschreven popsongs van cabaretier Freek de Jonge, vol folkpop en ontroerende teksten. Hij treedt ook op. Met band. ‘En één nummer speel ik gitaar.’

Zoom in op de O penseelstreken van Van Gogh

Door A M A N DA K U Y P E R

lingen ondersteunt met het digitaliseren van collecties. „Van die angst is niets meer te merken. Ze zien dat we een aanvulling zijn.” Bezoekers kwamen eerst vooral uit Noord-Amerika en Europa, maar Google Art is nu ook op andere continenten in opkomst. „Zo stijgt het aantal bezoekers uit China en Brazilië”, legt Sood uit. „Dat zijn mensen uit de middenklasse die hun bezoek aan musea in Amerika of Europa voorbereiden.” In de toptien staan oude en negentiende-eeuwse meesters, maar geen modern werk. Hoe komt dat? Amit Sood: „We begonnen met 95 procent klassieke kunst. Nu hebben we 20 procent modern en het neemt toe. We zien bijvoorbeeld veel zoekopdrachten naar Gustav Klimt en Salvador Dalí. Zij staan op de rand van de toptien.” Zijn musea van moderne kunst huiveriger om mee te doen? Ik mis Tate Modern in Londen, Centre Pompidou in Parijs en het Amsterdamse Stedelijk Museum. „Ze waren in eerste instantie juist het meest enthousiast. Maar ze schrokken ervoor terug uit angst dat ze nog rechten moesten betalen aan kunstenaars. Dat probleem lijkt opgelost. Er

‘Sterrennacht’ van Vincent van Gogh Foto AP

De toptien van Google Art De meest bekeken kunstwerken bij Google Art: 1. Vincent van GoghSterrennacht (1889, Museum of Modern Art, New York) 2. Sandro Botticelli De geboorte van Venus (rond 1483, Uffizi Florence) 3. Rembrandt van Rijn Zelfportret, tekenend aan het raam (1648, Chicago Art Institute) 4. Vincent van GoghDe Slaapkamer (1888, Van Goghmuseum) 5. Édouard ManetIn de serre (1878, Alte Nationalgalerie Berlijn) 6. Pieter Breughel de OudeDe oogsters (1565, Metropolitan Museum) 7. Vincent van Gogh Zonnebloemen (1889, Van Goghmuseum) 8. Hans Holbein de Jonge De ambassadeurs (1533, National Gallery Londen) 9. Vincent van Gogh Bloemenveld bij Arles (1888, Van Goghmuseum) 10. Arnold Böcklin Het dodeneiland (1883, Nationalgalerie Berlijn)

ntelbaar veel sporen heeft Freek de Jonge al achtergelaten: van cd’s en boeken met liedteksten tot romans en dvd’s met zijn conferences. Nimmer maakte de cabaretier echter een cd waarvoor hij zijn ‘voorraadje’ liedteksten ook zelf van muziek voorzag. Freek de Jonge is popmuzikant. Méér dan ooit. En daar is De Jonge (68) eigenlijk „behoorlijk fier op”. Een ‘oudemannendroom’, een cd-opname, is gerealiseerd thuis in de huiskamer. Al begrijpt hij er „met terugwerkende kracht” niets van hoe hij zelf zoveel nummers heeft weten te componeren. Maar, zegt hij, wanneer je eraan werkt en er helemaal in zit, is het allemaal eigenlijk niet zo geheimzinnig. Er staat een tekst en hij slaat er een akkoord bij aan. In zijn geval op een gitaar met een open stemming, waardoor akkoorden elkaar met één vingerverplaatsing opvolgen. „Handig kunstje voor iemand die geen techniek heeft.” En zo, ontdekte hij onlangs, deed zijn Neerlands Hoopkompaan Bram Vermeulen het ook al in 1972. „Hij heeft mij dat geheim alleen nooit verklapt. Hadden we samen met gitaar op toneel kunnen staan in 1973! Nu leerde ik dit pas op mijn 65ste. Ach, ook niet echt erg.” In de eetkamer van het monumentale hotel in zijn woonplaats Muiderberg ligt De Jonges cd Zonde als pronkstuk op tafel. Het is de luxeeditie, met harde cover en tekeningen van Jeroen Henneman. Het gezicht van Freek de Jonge is bedrieglijk eenvoudig gevat in een paar lijnen. Henneman maakte ook potloodtekeningen bij elk van de dertien liedjes. Freek de Jonge heeft al een paar optredens gedaan met zijn nieuwe repertoire. De zalen, constateert hij droogjes, gaan er „wel plat voor”. De nieuwe liedjes ontroeren het publiek en langzaam overwint hij de schroom om op te treden met zijn band. Ja, ook de zingende conferencier staat op een zeker moment met een Rickenbacker-gitaar om zijn nek. Eén nummer – „je moet je beperking kennen” – maar wat vindt hij dat ultiem.

Keuzes De rode draad in dit gesprek, enkele dagen voor zijn cd uitkomt en de start van een korte tournee: keuzes. Voor deze cd heeft Freek de Jonge de zaken bewust anders willen aanpakken. Jaren was hij op pad met de driemansband Ocobar, nu koos hij voor een ‘zelfscheppend’ geluid. Hij vroeg

‘Ik hoef niet meer per se lollig te zijn’ zijn muzikanten – een indrukwekkende lijst smaakmakers uit de pop en jazz zoals popmuzikanten Van Dyke Parks, Tim Knol, Bertolf en Anne Soldaat, „niet te refereren” aan licks en citaten uit ons muzikale geheugen. „Al ontkom je in de praktijk niet aan opgepoetste clichés in drieof vierakkoordenmuziek.” Zijn band leverde een stevige, veelal folkpop-omlijsting met koortjes waarover De Jonge met zijn rasperige stem tegen de melodieën kan aanschurken. Tja, de stem van Freek. Een groot zanger zal hij nooit worden, het praatzingen soms opvoerend naar de top. In De dood of de gladiolen haalt hij hoog uit, met veel volume. „Ik voel me heel erg op mijn gemak in mijn eigen toonsoorten.” Keuze; het zit ook al in de titel van zijn cd, de dubbelzinnigheid van het woord ‘zonde’. Het dilemma van de mens: de keuze tussen stout (als de zonde wordt begaan) of jammer (dat we het niet deden). De levensparadox wordt er al aan het begin van de schepping ingelegd, zegt De Jonge. „De mens wordt voorgehouden dat je kunt leven als een dier in harmonie met je omgeving. Of je kiest voor een vrije wil en begaat de zonde, etend van de boom des levens. Er is nu meer keuzemogelijkheid dan ooit, denk ik. Mijn jonge kleinkinderen mogen steeds keuzes maken. Wil je dit of dat? Beperking zou juist goed zijn. Soms is het eenvoudig. Zo las ik De ge-

Ouder worden geeft rust: ik voel nu echt mijn stem le vogels van Kevin Powers, over soldaten in Irak. Hun keuze is klaarhelder: hij of ik.” En dan is er het onderscheid tussen een kleinkunsttekst of een poptekst. Een eenduidige tekst? Niets voor De Jonge. „Zelfs in de poprefreinen met herhaling wil ik nog een kleine draai maken.” Het nummer Leven na de dood was in 1997 dan ook zijn enige hit ooit, grijnst hij. En ja, die boodschap kwam behoorlijk wat keren terug. Over dat nummer krijgt hij overigens nog altijd post. Wat de akkoordenschema’s zijn. Maar vooral of Freek het komt zingen op een begrafenis. Nou, nee, schudt hij het hoofd. Ook niet als de vraag komt van de ernstig zieke zelf die zijn uitvaart aan het plannen is, want ‘het moet een feestje worden’. „Er is geen begrafenis zonder verdriet! En het is misplaatst om

daar zo’n lied te staan zingen.” Tekstueel, meent De Jonge, hangt hij tussen de Franse chanson, de cri de coeur en de protestsong in. Zomaar wat zingen zonder betekenis? Liever niet. Hij bezingt de liefde. Natuurlijk. Maar op Zonde verwerkt De Jonge ook persoonlijk verdriet. Zo is Zeg nooit het is van mij een lied geworden „om te bezweren”. Op de ijle trompetklanken van Eric Vloeimans en de piano van Martin Fondse zingt De Jonge: „Laat los als je een kind krijgt/ Laat het in godsnaam vrij/ Zeg nooit of te nimmer nooit/ Zeg nooit het is van mij.” De Jonge en zijn vrouw Hella verloren ooit hun derde kind toen het pas drie maanden oud was. Een dergelijk verlies dreigt opnieuw, in naaste omgeving. In Zeg nooit het is van mij beschrijft hij hoe hij buiten loopt, vlakbij zijn huis in de polder aan het IJsselmeer. As I went out one morning, zong Bob Dylan, groot voorbeeld van De Jonge. Langs dat water liep hij ontelbare keren. Dat het windstil is, en het water zo vlak, dat je het gevoel hebt dat je erop zou kunnen lopen. De zeilboot die niet wegkomt, het is windstil. Een man op zoek naar woorden bij de begrafenis van een kind. Zijn teksten zitten soms heel vol, herpakt hij zich. Slikkend: „Ik was nooit zo’n fan van close reading.” De boodschap van onze eigen tragedie, zegt hij, is dat bezit, het hechten, een volkomen logische stap is, maar dat onthechten er steeds ingewikkelder door wordt. Het lied kwam er tot zijn verbazing „achter elkaar uit”. Zoiets werkt uit op een zaal, voelt hij. Na afloop denk je: pfff. Zeker omdat hij de trompetsolo zelf invult op de mondharmonica. Dat maakt het nog intenser. Ook dichtbij, het lied Niemand Niets Nergens, over zijn moeder. Tweeënhalf jaar was hij, op tien kilometer van zijn huis, aanwezig bij het proces naar haar einde. Met verbazing keek hij naar de intensieve bejaardenzorg. „Meisjes die met een bewonderenswaardig naïef optimisme aan de slag gaan en binnen een paar jaar uitgewoond zijn. Dat houdt niemand vol.” Zelf liep hij binnen en liet het probleem toe, om het bij vertrek los te laten. „Haar zien wegzakken. Je raakt verstrikt in jezelf, niet meer in staat te communiceren.” Stellig: „Ik ga duidelijke maatregelen treffen zodat ik niet in een dergelijke positie kom. Niemand tot last, zing ik. Je bent de maatschappij tot last, je hebt genoeg genomen en gekregen. Je kunt eindes blijven uitstellen, maar ik denk dat als iemand aangeeft dat hij dat niet wil, je hem daartoe in staat moet stellen.”


nrc de week › Maandag 22 april 2013

Kunst 25

Bob Dylan Maar naast dit soort zware onderwerpen ademt Zonde ook vreugde en geestkracht. Zoals Ga zitten mijn vrienden, waarvan hij ook een beginzin van Bob Dylan leende. Veel herinnert hem aan zijn tijd met het revolutionaire duo Neerlands Hoop, met één been in het cabaret en het andere in de rock. De Jonge staat „nog altijd midden in die wereld”. „Ja dit zijn de grote thema’s. Dertig jaar geleden kon ik dat nog niet. Van ouder worden krijg je rust: ik voel nu echt mijn stem en hoef niet meer geforceerd te doen. En niet per se lollig te zijn. Of ernstig. Tussen dit album en mijn laatste Kerstshow Circus Kribbe zit mijn reikwijdte.” Natuurlijk, De Jonge heeft zich altijd fel en tierend uitgesproken. Een ongeleid projectiel. Vaak zonder ‘het’ te weten, zegt hij nu. Gewoon maar een positie innemend. Branie en bravoure. In een duo overstemt de een de ander. „De eerste shows in mijn eentje waren puur zelfonderzoek.” Maar soms, zegt de 68-jarige, wordt hij weer uitgedaagd en ontspringt ineens weer de veiligheidspin. Zoals de keer dat hij botste met Peter R. De Vries in televisieprogramma Pauw & Witteman, dan is hij ongezouten. „Je zou iets relativerender kunnen zijn. Het gebeurt echter in twee, drie minuten. In mijn programma’s ben ik meer in balans.” Zijn oratie over het einde van de media op het Grote Interviewgala, gepubliceerd in de Volkskrant, noemt hij ‘puur provoceren’. „Kom maar op”, zegt hij uitdagend, „zeg mij maar dat het niet zo is.” Zijn zelfvertrouwen wordt vaak gezien als arrogantie. „Ik ben in die zin een grote fan van mezelf omdat het voor mij ook steeds een verrassing is waar ik mee kom. Deze zelfgecomponeerde plaat had ik nooit durven dromen, toen ik als elfjarige thuiskwam van mijn tweede orgelles en riep: dat doe ik niet meer.” Met zijn nieuwe muziek komt Freek de Jonge niet op de poppodia, weet hij. „Dat jonge publiek ziet mij niet meer zitten en het oude publiek gaat niet naar een poppodium.” Wel zal De Jonge in de zomer te zien zijn op diverse (theater)festivals. „Alleen Lowlands vond mij niet hip genoeg. Zelfs niet met Tim Knol erbij.”

Freek de Jonge: „Dat ik zoveel nummers heb kunnen componeren, begrijp ik met terugwerkende kracht zelf nog niet.” Foto Merlijn Doomernik

Freek de Jonge: ‘Zonde’ (V2). 26 april Theater a/h Spui, Den Haag. 28 april Theater Lantaren/Venster Rotterdam. Verder: www.freekdejonge.nl


26 Boeken

nrc de week › Maandag 22 april 2013

IEDEREEN LEEST

Le Carré op zijn best

Een broze waarheid John le Carré Vert. Rob van Moppes. LuitinghSijthoff, 336 blz. € 19,95

E

en week eerder dan de Engelse editie verschijnt de Nederlandse vertaling van John le Carrés nieuwe roman, A Delicate Truth. Een broze waarheid is een uitstekende politieke thriller en tegelijkertijd een wraakfantasie van de schrijver. Le Carré rekent af met de ‘onwettige’ oorlog in Irak en met het – in de ogen van de schrijver – cynische monster Tony Blair. Carré vertelt een verhaal over wat je als politicus kunt doen wanneer je commerciële militaire dienstverleners en concepten als ‘extraordinary rendition’ en ‘enhanced interrogation’ in je arsenaal hebt. Dan zet je bijvoorbeeld een clandestiene militaire operatie in Gibraltar op. Een groepje Britse militairen, vergezeld door een nerveuze, oudere di-

plomaat, voert bij de kust van de Rots de nachtelijke militaire operatie Wildlife uit. Doelwit is een terrorist die, zo blijkt uit inlichtingen die zijn gekocht, op het punt staat wapens te kopen tijdens een rendez-vous met een beruchte wapenhandelaar. Met behulp van Wildlife moet deze transactie worden verhinderd. De operatie is militair overzichtelijk, maar juridisch niet: de Britse militairen die de terrorist moeten vangen, zijn tijdelijk uit dienst getreden, zodat de verantwoordelijkheid bij hen persoonlijk ligt in plaats van bij de Britse regering. De extraordinary rendition, ofwel het afvoeren van een terrorist over zee naar een Amerikaanse basis, wordt gedaan door de Amerikaanse paramilitaire firma, die niet kan worden uitgeleverd aan diverse internationale strafhoven omdat de VS die niet erkennen. Le Carré maakt zich merkbaar en welbespraakt kwaad om dit soort praktijken. Wildlife is afkomstig uit de koker van de zojuist aangestelde onderminister van Buitenlandse Zaken, Fergus Quinn – hij staat model voor de Britse Labourpremier Tony Blair. Daarnaast maken we kennis met de jonge diplomaat Toby Bell. Hij is de privésecretaris van Quinn, ruikt onraad en overweegt stappen te nemen. Illegale stappen. Van Wildlife weet hij niets, maar van Quinns geheimzinnige gedrag des te meer. Tijdens zijn spannende, jarenlange en prettig onvoorspelbare queeste probeert Toby recht en ethiek te laten zegevieren, voorzover dat mogelijk is. En dat levert een spannende thriller op, waarin Le Carré op zijn best is.

Illustratie Aislin

Zo slecht gaat het niet met het papieren boek

ROBERT GOOIJER

Boeken top-5 van de week Wat zijn volgens The Guardian op dit moment de vijf bestsellers in Engeland? 1. Julian Barnes: Levels of Life. Jonathan Cape, 118 blz. € 14,95 In korte tijd stierf Pat Kavanagh aan een hersentumor. Haar man, schrijver Julian Barnes, schreef drie essays, in een beheerste toon, twee over ballonvaart en het laatste over rouw, verbeten rouw. 2. John le Carré: Delicate Truth. Viking, € 21,99 Het nieuwe boek van spionageschrijver Le Carré is nog niet verschenen, maar er zijn al dusdanig veel voorbestellingen dat het boek nu al op nummer twee van de Britse bestsellerlijst staat. 3. Simon Rogers: Facts are Sacred. Faber & Faber, € 19,99 Net verschenen boek van The Guardian-journalist over de vraag hoe feiten onze wereld kunnen veranderen (bijvoorbeeld: hoeveel mensenlevens kost de oorlog in Afghanistan nu precies? Waarom verspreidden de rellen in Londen zich indertijd zo snel?) en wat je daaraan hebt. 4. Roger Taylor: God Bless the NHS. Faber & Faber, € 15,99 Oud-journalist van The Financial Times Roger Taylor onderzoekt waarom de populaire National Health Service in Engeland hervormd moet worden. 5. Phoebe Smith: Extreme Sleeps. Adventures of a Wild Camper. Summersdale Publishers, € 12,99 Globetrotter Phoebe Smith gaat kamperen op plekken in Engeland, die volgens haar makkelijk kunnen concurreren met avontuurlijker plekken in de wereld. En o ja, er komt, zoals het hoort, natuurlijk zelfinzicht om de hoek kijken.

R

ondom de afgelopen Boekenweek besteedden media ruim aandacht aan de terugloop van de verkoop van het papieren boek. De opinies van boekenvakkers waren soms doortrokken van een bijna wellustig cultuurpessimisme. Hoogste tijd voor een meer feitelijke benadering. De verkoop van algemene boeken is gestegen van 26 miljoen exemplaren in 1989 naar 51 miljoen in topjaar 2008. Vanaf 2010 duikt de verkoop naar beneden. Dat resulteert in 43,5 miljoen verkochte papieren boeken en 1,2 miljoen e-boeken in 2012. Een omzetverlies in drie jaar tijd van 85 miljoen euro. Als redenen voor de terugval lezen we – afgezien van de recessie – zeven visies, waarop wel wat af te dingen valt.

1

Mensen houden niet meer van lezen. Het kan, maar er is geen recent leesonderzoek van het SCP. En hoe die plotselinge gedragsverandering in 2010 te verklaren?

2

Mensen besteden hun tijd liever aan digitaal vermaak, vooral jongeren. Waar is het onderzoek dat tijdbestedingen naadloos aan elkaar koppelt? Misschien gaat die extra tijd voor digitaal wel ten koste van het cafébezoek dat in volume ook aan het dalen is. Bovendien: Nederland heeft tussen 2000 en 2010 massaal de emailinboxen vol laten stromen en Hyves en Facebook omarmt. Ondanks die groei steeg de verkoop van papieren boeken van 32 naar 49 miljoen!

3

Het boekenvak loopt achter met digitaliseren. Neelie Kroes stelde dit onlangs weer. Er zijn weinig uitgeverijen van algemene boeken die staan te trappelen. Ze zijn niet aan de beurs genoteerd omdat het onmogelijk is de winst op te pompen. Bestsellers zijn onvoorspelbaar, terwijl de gemiddelde verkochte oplage van an-

Het papieren boek is niet dood, stelt Henk Kraima. Hij onderscheidt feit en fictie rondom het vermeende verval. dere titels in elk taalgebied 1.500 à 2.000 exemplaren is. Hoe te concurreren met de rijk gevulde kas van Apple en Amazon?En waar is het downloadverbod voor sites die beschermde teksten illegaal distribueren?

4

De boekhandel is ten dode opgeschreven. Het meest opvallend is de ontmanteling van het megalomane imperium van de holding van de Selexyz-winkels. De Koninklijke Boekverkopersbond telt al jaren ruim 1.100 leden en kent amper verval in aantal verkooppunten. Winkels moderniseren hun dienstverlening. Een lezer kan er digitaal een boek bestellen en binnen 24 uur laten bezorgen. De klant kan nu kiezen aan wie hij zijn bestedingen ten goede laat komen: aan de instandhouding van zijn boekwinkel of aan anonieme aandeelhouders van een internetwinkel.

5

De boekhandel koopt alleen nog maar bestsellers in. Zou het? De assortimentsboekwinkel weet dat hij een breed aanbod moet laten zien. Een klant die twee keer per maand binnenloopt, verwacht naast de tafel met bestsellers een eldorado aan ideeën. Daarom ververst de boekverkoper de tafels continu . Is een titel na ruwweg twee maanden nog niet opgepakt, dan gaat ze de kast in, tussen die andere vijf- à tienduizend titels.

6

Uitgevers spelen op veilig en durven niets meer. Laten we even kijken wat er zo al verschijnt. Voor De Biografieprijs 2011/2012: 99 inzendingen. Elke week verschijnt dus een beschreven leven, een boek waaraan jaren van documenteren voorafging. De Academica Debuutprijs 2013: 104 inzendingen, ofwel elke week twee nieuwe Nederlandse schrijvers. De VSB Poëzieprijs 2013? 75, elke maand zes bundels. De M.J.Brusseprijs 2013, de prijs voor het beste journalistieke boek? 129 titels. De Gouden Boekenuil 2013? 380 romans, meer dan één per dag.

7

Alleen met porno, voetballers en kookboeken valt nog te scoren. De waan van de dag verheven tot een diepgaande analyse van het boekenvak. In de top-10 van de Boekenweek 2013, een van de drukste perioden in het vak, staat geen enkele titel uit een van die drie categorieën! Wel zien we Stoner, De vergelding, Dit zijn de namen, Bonita Avenue en De lessen van mevrouw Lohmark. Al deze nuanceringen veranderen niets aan het feit dat het boekenklimaat minder uitbundig is dan vijf jaar geleden. Waar bijna 100 miljoen euro minder binnenkomt, valt minder uit te geven. De structuur van het boekenvak is echter nog stevig intact en er zijn nog steeds honderden assortimentsboekwinkels om de miljoenen zoekende lezers te wijzen op een bijzondere uitgave van een uitgever die gelooft in zijn auteur. Deze rijkdom verdient het niet om ter discussie gesteld te worden met een visie waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen feit en fictie. Dit is een ingekorte versie van een lezing die Henk Kraima hield voor auteurs van uitgeverij Atlas Contact. Kraima is oud-directeur van de Stichting CPNB en nu werkzaam als strategisch adviseur.


Boeken 27

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Anton Heyboer in al zijn grilligheid

Gediagnosticeerd als een krankzinnige met een Christus-complex maakte Anton Heyboer niettemin wereldwijd furore als een groot etser. In een nieuwe biografie komt de ‘outcast’, etser en schilder Anton Heyboer naderbij. Geestig, slim, charmant, maar ook agressief en machtsbelust. Door M A R I A N N E V E R M E I J D E N

ommige interviews zijn onuitwisbaar. Het gesprek had plaats in een loods, tussen talloze zoutkristallen lampjes en een roedel Duitse herders. De kunstenaar praatte zeven uur lang tegen twee journalisten van deze krant die tussentijds in zijn beenpezen moesten knijpen om vast te stellen dat hij fysiek nog jaren mee kon. Af en toe plaste hun gesprekspartner vrolijk in de spoelbak van de keuken, drie meter verderop. Om daarna weer uit te halen naar de gevestigde kunstwereld, de ‘kunstpenoze’. Vier jaar later was etser en schilder Anton Heyboer dood, 81 jaar oud. De ontdekking van zo’n tweeduizend etsen werd de inzet van een juridisch steekspel, een affaire die nu nog onder de rechter is. Gaat het hier om vervalsingen? In ‘een biografische speurtocht’ probeert historicus en journalist Bert Nijmeijer dat laatste te achterhalen. Maar hij wil vooral verifiëren of Heyboer in 1924 op Java was geboren, als tiener emotioneel werd verwaarloosd op Curaçao, als gevangene vier oorlogsjaren doorbracht in een Duits kamp, als ‘krankzinnige met een Christus-complex’ werd gediagnosticeerd in het psychiatrische ziekenhuis Santpoort, als kunstenaar-zwerver vier huwelijken sloot en twee kinderen kreeg en als onthechte zonderling zijn laatste veertig jaar sleet in een gigantische bouwval – waaronder die schuur met zoutkristallen lampjes. Daar, in het Noord-Hollandse dorp Den Ilp, brak hij de persoonlijkheden van zijn laatste echtgenote Maria en drie nieuw verworven vrouwen af om ze weer op te bouwen, want ‘niets zijn is de hoogste vorm van zijn’. De grote etser, die in de jaren vijftig en zestig wereldwijd – van New York tot Jeruzalem – furore had gemaakt, afficheerde zich vanuit dat dorp als een mafkees met een harem bij voorkeur in de roddelrubriek van De Telegraaf. Hij schilderde er dagelijks zijn vijftig kippen of bootjes, inclusief reusachtige signatuur, waarvoor je in een naburig winkeltje, gerund door zijn vijfde vrouw, een fractie betaalde van de prijs die een ‘oude’ Heyboer opbracht. ‘De hardwerkende arbeider kon nu ook beleggen’, aldus de kunstenaar. Nijmeijer schreef aan de hand van tientallen interviews en gedegen onderzoek een waardig en sfeervol boek over een krankjorum kunstenaarsleven. Dat begon, inderdaad, op een vulkanisch eiland bij Sumatra als kind van een onderwijzeres en een ingenieur. En, inderdaad, in de oorlog, 19 jaar oud, werd Heyboer te werk gesteld in een Berlijnse fabriek

S

Anton Heyboer (1924- 2005) aan het werk in zijn atelier in Den IIp. Foto Vincent Mentzel

– geen kamp dus, en geen vier jaar, maar zeven maanden. Al fantaseerde en mythologiseerde de kunstenaar er graag op los, de rest van zijn levensloop – van psychiatrische inrichting tot vaderschap – klopt. a thuiskomst uit Berlijn begon in Haarlem het dolen en dollen. Hij scharrelde naar spullen en eten op vuilnisbelten en trok van het ene tochtige onderkomen naar het volgende lekkende dak. Zijn bouwvallen vulden zich met omgekeerde boomstronken en grote stenen. Kunstenaars dienden ‘elementair, of essentieel’, te leven, vond hij. Steeds weer liep Heyboer in Haarlem mensen tegen het lijf die zich om hem bekommerden en die hem leerden schilderen en etsen. Een veilige pleisterplaats werd kunstenaarssociëteit Teisterbant, waar de literaire beau monde toefde. Voorzitter Godfried Bomans stopte hem geld toe, zorgde voor een baantje en het volgende onderdak. Ook het grote pand van mysticusschilder Henri F. Boot, met landlopers, ratten en ‘spinnewebben als scheepszeilen’, werd een toevluchtsoord. Harry Mulisch bezocht Heyboer daar af en toe: daar bevond men zich ‘op wegen naar het onbekende, met een ontwikkeling van de persoonlijkheid naar gebieden waar men niet meer te volgen was.’[...] Men ‘hoorde erbij wanneer men ner-

N

gens meer bij hoorde’. Eenmaal min of meer gesettled in een ménage à trois liep het mis: een psychose. In een zelfverkozen isoleercel in Santpoort leerde Heyboer ‘het gevoel kennen in zijn naakte vorm’ [...] ‘alsof mijn ziel door alle in de oorlog en daarna opgelopen onzin heen drong’. Hij ‘leed als Jezus en moest vooral meisjes redden’. ‘Zielepijnen’ maakten hem voortaan onge-

Hij ‘leed als Jezus en moest vooral meisjes redden’ schikt voor de buitenwereld. Hij ontwikkelde zijn eigen evangelie: een systeem van kruisen, lijnen, mummieachtige mannen en vrouwen, onschuld en lijden, en de cijfers één tot negen. Heyboer: ‘Ik had in mijn niets-kunnen, in mijn krankzinnigheid, een existentie gevonden.’ Veel rauwe etsen rolden van de etspers: ‘hij kraste zo diep als hij kracht had’. Het moment van creëren was een flits van de eeuwigheid, daarna was een afdruk oninteressant. Gelukkig brachten ze wel steeds meer geld op. Hans Locher, toen directeur van het Gemeentemuseum Den Haag, verdiepte zich grondig in het werk van deze ‘authentiek krankzinnige’. In 1958 kocht museumconservator

Hans Koetsier een hele tentoonstelling in het prentenkabinet van het Stedelijk Museum aan. Plastisch chirurg J.H. Piers kreeg later het exclusieve recht op Heyboers werk, op voorwaarde dat hij ‘voor Anton zou zorgen’. Het is in Nijmeijers boek – alleen geïllustreerd met kiekjes en niet met Heyboers kunst – daarna een komen en gaan van vrouwen, vrienden en kennissen, met herinneringen aan een geestige, intelligente, zorgzame, charmante man die plotsklaps een gewelddadige en machtsbeluste kant kon laten zien. Zoals hij zijn huwelijkspartners en kinderen in de steek liet, zo kon hij vrienden en weldoeners abrupt ontvrienden, ook Bomans, Locher en Piers. Sfeervol zijn vooral de beschrijvingen en anekdotes uit de tijd van Teisterbant, uit zijn wilde tijd in Amsterdam waar hij – op weg met een boot naar Frankrijk – gestrand was, en de eerste jaren in Den Ilp. n het thrillerachtige laatste deel van het boek lezen we dat een half jaar vóór Heyboers dood ene professor Bijvoet aanbelt bij de Amsterdamse galerie van Couzijn Simon en Georges Knubben, die sinds 1968 werk van Heyboer verhandelen. Bijvoet, die zich uitgeeft voor een familielid van Heyboers oude vriend Josef Santen, had etsen en schilderijen uit de ‘Haarlemse periode’, 1953-1960 in

I

de aanbieding, ontdekt in het Groningse Muntendam, waar Santen had geleefd. In een reeks van jaren leverde de professor in de avonduren zo’n 2.000 onbekende etsen en schilderijen tegen contante betaling bij de galerie af. ‘Authentiek’ zeiden een ex-echtgenote, Heyboers dochter en de galeriehouders. ‘Vals’, riepen de weduwen in Den Ilp. Kenner Hans Locher sprak zich niet uit. De Amsterdamse kunsthandelaar Rob Bruil, die zelf een aantal van de Bijvoet-etsen had gekocht en verkocht, voelde zich ten opzichte van zijn clientèle verplicht de zaak uit te zoeken. Hij kwam Bijvoet op het spoor, achtervolgde hem, maar haakte af toen diens nachtelijk bezoek aan een prostituee op de Wallen wel erg lang duurde. Dezelfde Bruil zou inmiddels Bijvoet hebben ontmaskerd als de nog altijd spoorloze vervalser Robbert de Graaf. Op de collectie van de galeriehouders Simon en Knubben is beslag gelegd. De onthechte Heyboer, die je na lezing van dit boek in al zijn grilligheid beter hebt leren kennen, zou zich in Den Ilp hebben verkneukeld over deze affaire. De ‘kunstpenoze’ had zichzelf toch maar mooi een loer gedraaid. Bert Nijmeijer: Heyboer. Een biografische speurtocht. Nijgh & Van Ditmar, 282 blz. € 29,95


28 Sport

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Edith Bosch wilde al langer stoppen met judo, maar stelde het besluit steeds uit. Topsport was voor haar een veilige haven waarin ze niet hoefde na te denken.

Door T H I J S Z O N N E V E L D

D

De 17-jarige Noël van Klaveren debuteerde bij de EK, en won meteen zilver op sprong. En dat schept verwachtingen. Volgens haar trainer is ze goed bestand tegen die druk van haar nieuwe status.

at ze gaat janken staat eigenlijk al vast. Is ook niet erg, vindt Edith Bosch. Janken hoort bij afscheid nemen. Want als ze volgende week van de mat stapt, dan is het de laatste keer. Ze heeft de beslissing om te stoppen met judo een tijd lang voor zich uitgeschoven. Stiekem hoopte ze dat de knoop vóór haar zou worden doorgehakt. „Diep van binnen wilde ik dat ik het op een gegeven moment niet meer leuk zou vinden, dat ik op trainingen uit mijn pak geklopt zou worden, dat ik er op een gegeven moment helemaal klaar mee was. Ik zocht naar een uitweg, maar ik durfde zelf de beslissing niet te nemen. Dat deed ik vroeger met relaties ook. Ging ik het de ander zo zuur maken, dat hij het zou uitmaken omdat ik het zelf niet kon.”

Foto Reuters

Edith is klaar met sjorren en rossen

WILFRIED

Hefkussens

D

e lange winter had een vernietigende werking gehad op het Waalse wegdek. De wielrenners moesten tijdens de klassieker Luik-Bastenaken-Luik de hele dag om de scheuren en gaten heen sturen. Bij iedere beklimming stonden er borden langs de kant waarop te lezen was hoe ver het nog was naar de top. Boven de borden hing de naam van een sponsor: Boels. Ik kende Boels. Daar had ik ooit een enorme schuurmachine gehuurd. Het apparaat was mij de baas wat me drie millimeter van mijn houten vloer kostte. Het verhuurbedrijf is gespecialiseerd in zware apparaten. Het had goed werk kunnen verrichten op het parcours. Asfalt zagen, opvullen en aanstampen. Boels. Een compacte sponsornaam voor een wielerploeg. Het team van Blanco Pro Cycling zoekt nog een geldschieter. De voormalige Raboploeg rijdt in een sober shirt. Wit, zwart, blauw zijn de kleuren. Na een uitstekende start in het vroege voorjaar is de ploeg van Blanco de afgelopen maanden vleugellam geraakt. Afgelopen week werd gewed op Bauke Mollema. „Een dark horse”, noemde de NOS hem vooraf. Mollema ging er zelf in geloven. Hij zei dat hij best eens kon winnen in Luik: „Waarom niet?” Na een lange, saaie aanloop zou de klassieker zich afgelopen zondag gaan ontvouwen op de steile klim La Redoute, 40 kilometer voor de finish. De renners reden de brug bij Remouchamps over en doken een smal straatje in. Het grauwe asfalt ging over in het grijs van de stoep en de sombere muren. Ieder jaar weer zocht de cameraman op de motor het verkeersbordje La Redoute, daarna volgde het helikoptershot en werd je meegezogen in het gevecht op die extreem steile helling. Mollema had zijn dag niet. „Ik had niet de benen”, zou hij achteraf verklaren. Mollema werd 77ste. Hij had geen idee waar het aan lag. Weer geen Nederlandse winnaar in een voorjaarsklassieker. Zo kon het niet langer met Mollema. Onze Bauke moest een krachtmens worden. Net als Cancellara, Gilbert en Hesjedal. Zijn dromerige imago van de magere jongen die in Groningen van jongs af aan met zijn kop te-

Komende winter traint Bauke Mollema zijn beenspieren met behulp van portaalkranen, hydraulische cilinders en hefkussens gen de wind in fietste? Nee, dat was me allemaal te romantisch. Volgend jaar gaan Mollema en zijn Blanco-vrienden rijden voor het team Boels. Vanwege zijn passend klinkende achternaam wordt Vacansoleilrenner Wout Poels ook benaderd. De jongens moeten er gaan uitzien als betrouwbare, solide machines. Ik ben alvast maar even zo vrij geweest om de catalogus van Boels door te nemen. Fascinerende apparaten. Allemaal te huur. Waarom kopen in crisistijd? De trainers moeten niet langer kijken naar alternatieve voeding, het trappen van wattages en wielen met keramische lagers. Ik geloof in apparaten die je sterker maken. Komende winter traint Mollema zijn beenspieren met behulp van portaalkranen, hydraulische cilinders, hefkussens en elektrische lieren. Mollema kan alles zelf instellen met de afstandsbediening van een hypermodern robotic station. Na zo’n zware training wordt zijn hart verbonden aan een zware riooldompelpomp, aangedreven door een compressor (tot 12,5 per kubieke meter). Het rondtollende bloed zal via een verdeelkast (tot 630 ampère) en een condensatiedroger (750 liter) weer in Baukes aderen worden gepompt. Volgend jaar wint Mollema in een nieuw shirt en in een nieuw lichaam de klassieker in Luik. WILFRIED DE JONG

En dus ging ze na de Spelen van Londen nog maar eens op trainingskamp in Parijs, en daarna vertrok ze naar een trainingskamp in Brazilië. Daar, in een hotel in een buurt waar niets, maar dan ook he-le-maal niets te beleven was, drong het besef tot haar door: ze wilde niet meer twee keer per dag trainen, ze wilde niet meer verplichte middagdutjes doen, ze wilde niet meer afvallen om in de onderste grens van haar gewichtscategorie te blijven, ze wilde niet meer concurreren met een nieuwe generatie. Het was genoeg, na vijfentwintig jaar judo. En dan te bedenken dat ze eigenlijk helemaal geen judoka wilde worden, maar balletdanseres. „Daar droomde ik van toen ik klein was. Ik heb vierenhalve maand op de wachtlijst gestaan, maar binnen acht weken was ik klaar. Het was niks voor mij. Ik was veel te wild. Als er toen allerlei namen en etiketten voor drukke kinderen waren geweest, dan had ik ze allemaal gekregen.” Toen ze een keer met haar zus mee ging naar judo, vond ze iets waar ze haar ei wel in kwijt kon. Op de tatami kon ze rossen, sjorren, vechten. En vooral: met judo kon ze zich bewijzen. „Ik ben de jongste van drie zussen. Ik voelde altijd hun concurrentie, vond dat ik me steeds moest bewijzen. Als iemand tegen me zei dat ik iets niet kon, dan moest ik het per se doen om te bewijzen dat ik het wel kon. Judo was de manier om me te bewijzen tegen de rest van de wereld.” Ze werd beter, en beter, en nog beter. Ze won veel en vaak, ze werd Europees en wereldkampioen, ze won olympische medailles – maar het was nooit genoeg. „Hoe vaak ik ook won: er was altijd wel iets anders om te bewijzen. Ik was nooit tevreden; er was altijd onrust.” Het stormde in haar hoofd, vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week. Het stormde ook óp haar hoofd. Edith wisselde bijna net zo vaak van kapsel als van onderbroek. De ene keer was het paprikarood, de andere keer mintgroen. Soms had ze twee staartjes in, maar ze kon ook zomaar op de mat verschijnen met korte stekeltjes. „Ik deed om de paar maanden iets anders. Mijn ex-vriend Peter wist nooit wat hij aan zou treffen als ik

naar de kapper was geweest. Soms deed hij de deur open en zei hij: ‘What the fuck is dit nou weer?’ Had ik een tondeuse door mijn haar laten trekken, of er een schreeuwerig kleurtje in gegooid.” Die keer met die peroxidespoeling en een boblijn was de ergste, vindt ze zelf. „Daar schaam ik me nog steeds voor.” Foto’s uit die tijd ziet ze liever niet terug. Want ijdel is ze. Altijd geweest ook. Ze haat haar Rambo-spierballen: het gevolg van dag in dag uit trekken aan halters in het krachthonk. „Ik heb de armen van een vent. Als ik uitga bedek ik ze altijd: ik wil niet dat kerels in mijn spierballen knijpen en ‘Zohee! Dat is toch niet normaal meer!’ roepen. Ik ben op en top vrouw, ik wil geen Spierbal Billy zijn, of een jongetje met tieten.” Maar minder krachttraining doen was uiteraard geen optie: judo ging voor alles. En voor iedereen. „Judo was misschien wel een vlucht voor mezelf. Het was een veili-

ge haven, een plek waar ik niet na hoefde te denken. Topsport is altijd duidelijk: je wilt winnen en alles moet daarvoor wijken. Als er iemand in de weg staat, dan loop je ’m overhoop. Maar in het gewone leven kan dat niet.” Bosch was een vechtmachine. Maar wat ze niet wist was dat ze ook tegen

‘Eigenlijk vond ik mijn hele leven niks’ zichzelf vocht. Bijna drie jaar geleden, op haar dertigste verjaardag, barstte de bom. „Mijn vrienden hadden een feest georganiseerd: er waren cadeaus, drank, muziek, er was een limousine. Maar ik vond het niks. Eigenlijk vond ik mijn hele leven niks. Ik had alles – een prachtige carrière, een lieve vriend, een mooi huis –


Sport 29

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Kim Polling is favoriet op de EK judoka in de klasse onder 70 kg. Met haar ADHD legt de opvolgster van Edith Bosch veel agressie op de mat.

Als Polling wint is het op ippon

Edith Bosch wisselde de afgelopen jaren voortdurend van kapsel en haarkleur: in 2004 (links boven), in 2008 (rechts boven), in 2010 (links onder) en in 2012 (rechts onder). Foto’s Robert Vos, Soenar Chamid, Sander Chamid en ANP

maar ik was niet gelukkig. Ik begon me af te vragen wie ik was zonder judo. Nou, dat antwoord was heel simpel: niemand.” H et roer ging om. „Ik heb een drastische keuze gemaakt en alle schepen achter me verbrand. Ik heb mijn relatie verbroken, ben verhuisd, en heb daarna voor het eerst in mijn leven echt in de spiegel gekeken. Ik wilde mezelf leren kennen. Ik kwam erachter dat ik helemaal niet zo leuk was, dat ik lelijk deed tegen andere mensen, dat ik een egoïstische bitch was. Man, dat was moeilijk. Ik ben door een dal gegaan. Er waren dagen dat ik huilend op de bank zat, waarin ik echt niet meer wist wie ik was en waar ik naartoe wilde.” Uiteindelijk won Bosch het gevecht met zichzelf. Ze is nu, zoals ze dat zelf zegt ‘op weg naar geluk’. Daarom kon ze op de Spelen van Londen ook oprecht tevreden zijn met haar bronzen medaille. En ze jankte van blijdschap toen haar zus na afloop tegen haar zei dat ze ‘een leuk

mens’ geworden was. „Ik heb mezelf de afgelopen jaren leren kennen. Ik heb ontdekt dat ik meer ben dan Edith de Judoka. Daarom kan ik nu ook stoppen met judo. Ik ga alles missen: de trainingen, het angstzweet in mijn neus voor een wedstrijd, het rollebollen met weet-ikhoeveel verschillende mannen, maar ik weet nu dat ik ook in andere dingen ontzettend goed kan worden.” Wát ze gaat doen weet ze niet precies. Wijn drinken en kaasplankjes eten, dat sowieso. En een webshop beginnen. Ze denkt eraan om een screentest te doen bij Studio Sport. En misschien dat ze sporters gaat begeleiden die in hetzelfde labyrint ronddolen als waar ze zelf ooit in verdwaalde. Maar eigenlijk ligt alles open. Ze moet niks meer; ze mag. O ja. Haar kapsel. Dat is nu zwart, en lang. Al een tijdje, en ze gaat het niet meer veranderen ook. Edith Bosch heeft gekozen. Het stormt niet langer in haar hoofd.

Quelle catastrophe! De Franse commentator kon het twee maanden geleden niet geloven: de regerend olympisch kampioene in de klasse tot zeventig kilogram, de 31-jarige Française Lucie Décosse, was zojuist op haar rug gegooid. In Parijs. Lucie Décosse wórdt niet op haar rug gegooid, en al helemaal niet in haar thuisland. Maar het gebeurde. Verantwoordelijk voor de ura-nage – een techniek waarbij een judoka een worp van de tegenstander ‘overneemt’ – was Kim Polling, een 22-jarige vrouw uit Zevenhuizen, een Gronings dorp op de rand van Drenthe en Friesland. Het Frans judomagazine L’esprit du Judo was zo onder de indruk van haar worp dat het maar liefst vier pagina’s besteedde aan de uitvoering ervan. Komende week is Polling – die de opleiding volgt tot onderwijzer en voor haar stage Nederlands geeft op een middelbare school – de grote favoriete voor goud op de Europese kampioenschappen in Boedapest. Ze wordt beschouwd als de opvolgster van Edith Bosch (32), winnares van olympisch zilver en brons, die in Boedapest voor het laatst zal verschijnen op de tatami. „Ik wist dat ik van Décosse kon winnen”, zegt Polling in Nieuwegein, waar het EK-team voor Boedapest werd gepresenteerd. Begrijp haar niet verkeerd – dat is geen arrogantie. „Décosse ligt me gewoon wel. Daarom was ik niet zo verbaasd dat het lukte. Ik heb bijvoorbeeld veel meer moeite met Chinese judoka’s, die zijn statisch en krachtig. Maar het was natuurlijk wel leuk.” De klasse onder de zeventig kilogram is goed bezet in Nederland. Aanvankelijk leek het erop dat Linda Bolder (24) de macht zou grijpen. Polling was vorig jaar uit de running met een bijna volledig doorgescheurde binnenband in haar linkerknie. Maar met haar overwinning op Décosse en even later de toernooiwinst op dat grandslamtoernooi in Parijs liet Polling zien wat ze in huis heeft. Twee weken later, op het grand-prixtoernooi in Düsseldorf, won ze al haar partijen op ippon. Weer goud. Vanwege haar prestaties is Polling de meest benaderde judoka in Nieuwegein. Opgewekt staat ze iedereen te woord, of ze loopt even mee naar buiten om een foto te maken. „Ik

vind het alleen maar leuk”, zegt ze over al die belangstelling. Ze praat met haar handen. In tien minuten slaat ze twintig keer haar benen over elkaar. Judo was voor Polling een manier om haar ADHD te beteugelen. Als kind was ze druk, héél druk. Het was zaak om al die energie op een positieve manier in te zetten. Haar eerste judoles – bij Chi-Do in Roden, vlak over de grens met Drenthe – noemt ze „de beste beslissing die mijn ouders konden nemen”. Als talent ging ze naar Haarlem, naar het gerenommeerde judocentrum Kenamju. Onlangs stapte ze over naar Budokan in Rotterdam. Beide verenigingen zijn een Judo Topsport Steunpunt van de judobond. Polling woont in een rijtjeshuis in de Rotterdamse deelgemeente Hoogvliet, met drie andere judoka’s als buren. Daar aardt de Groningse prima, zegt ze. „Het is daar hartstikke rustig. De training is twee minuten fietsen. En ik heb een hond. Die laat ik lekker uit langs de Oude Maas.” In Hoogvliet traint ze onder Marjolein van Unen, die ook de bondscoach is van de dames en die haar begeleidt op internationale toernooien. Van Unen schetst Polling, die groep vier van de basisschool heeft overgeslagen, als een „aanvallende judoka, met lef”. Ze is onberekenbaar, links én rechts. „En grillig. Maar niet lastig te coachen. Tactisch is het nog weleens lastig, omdat ze niet te veel opdrachten in haar hoofd moet hebben als ze de mat op stapt. Als coach moet je haar vrijlaten. Tactiek moet ze ook leren, maar niet te veel. Dat zou ten koste gaan van haar onberekenbaarheid.” Onlangs zijn er in het judo nieuwe regels ingevoerd, die aanvallend judoën belonen. Zo krijgen judoka’s sneller een straf voor passiviteit. De nieuwe regels passen perfect bij Pollings judostijl. De meeste partijen die ze wint, beslist ze met een vol punt. Het is geweldig, zegt Van Unen, dat haar pupil Décosse versloeg. „Maar ze moet met twee voeten op de grond blijven. Daar ben ik overigens niet zo bang voor. Mentaal is Kim niet zo ingewikkeld. Er zit een goede kop op.” D E R K W A LT E R S

SPEELRONDE 31 Ajax Fischer

1

1

sc Heerenveen

26’

53’ Finnbogason Scheidsrechter: Serdar Gözübüyük Van Rhijn 68’ 71’ Van Anholt Schöne 86’ 87’ El Ghanassy FC Groningen Zeefuik Texeira

2

1

ADO Den Haag

38’ 42’

Jansen 75’ Scheidsrechter: Tom van Sichem Omeruo Lindgren 57’ 5’ Van Dijk 64’ 45’+2’ Jansen 54’ Koppers 77’ Vicento 86’ Jansen Heracles Quansah Vejinovic Everton Everton

4

0

RKC

42’ P 65’ 71’ 85’

Scheidsrechter: Reinold Wiedemeijer 42’ Ramos Willem II 2 Haastrup 50’ Joachim 60’ P

1

Roda JC

88’

Malki

Scheidsrechter: Jan Wegereef Peters

90’

31’ 34’ 77’ 79’

Tamata Biemans Wielaert Hupperts

VVV-Venlo Röseler Nwofor

2

2

FC Twente

18’ 23’ 58’ 59’

Bengtsson Castaignos

Scheidsrechter: Pieter Vink Linssen

25’

33’

Janssen

FC Utrecht 3 0 NAC Breda Van der Hoorn 14’ Toornstra 18’ Duplan 74’ Scheidsrechter: Björn Kuipers

NEC

George

1

21’ 86’

Buijs Seuntjens

3 18’ 23’

PEC Zwolle Mokhtar Benson

85’

Klich

49’

Scheidsrechter: Danny Makkelie 82’ Mokhtar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

Ajax PSV Feyenoord Vitesse FC Twente FC Utrecht sc Heerenveen NEC ADO Den Haag FC Groningen Heracles NAC RKC AZ PEC Zwolle Roda JC VVV-Venlo Willem II

31 31 31 31 31 31 31 31 31 31 31 31 31 31 31 31 31 31

19 20 19 18 15 16 11 12 9 10 9 8 9 8 7 5 5 4

10 3 6 7 10 6 9 6 10 7 9 12 8 9 10 12 8 8

TOPSCORERS Bony Vitesse Finnbogason sc Heerenveen Pellè Feyenoord

2 8 6 6 6 9 11 13 12 14 13 11 14 14 14 14 18 19

67 63 63 61 55 54 42 42 37 37 36 36 35 33 31 27 23 20

74 - 31 93 - 36 57 - 36 63 - 37 51 - 29 46 - 38 48 - 54 34 - 46 57 - 61 39 - 55 37 - 47 44 - 58 35 - 50 48 - 52 33 - 42 44 - 63 31 - 61 30 - 68 30 24 24

F O R M U L E 1. Sebastian Vettel heeft

Kim Polling in de klasse onder zeventig kilogram.

zondag de Grand Prix van Bahrein gewonnen. De Duitser van Red Bull finishte ruim voor nummer twee Kimi Räikkönen (Lotus). Romain Grosjean, ook van Lotus, werd derde. Vettel blijft eerste in het klassement. Giedo van der Garde (Caterham) werd 21ste en laatste. Het was voor de Nederlander wel de vierde opeenvolgende race die hij uitreed. Zijn teamgenoot Charles Pic deed het met plek zeventien veel beter dan Van der Garde. Novum


30 LevenKinderpagina

nrc de week › Maandag 22 april 2013

Brabantse jongeren staan in de finale van een grote robotwedstrijd.

Naar Amerika met een robot

n Amerika is komende week een heel grote robotwedstrijd voor jongeren. Aan de voorrondes deden meer dan 2.500 teams mee, bijna allemaal Amerikanen. Ze probeerden om een robot te bouwen die kan rijden, klimmen en frisbees gooien. Nu zijn er nog maar 400 teams over. En wie staan er deze week in de finale van die grote wedstrijd? 25 scholieren en studenten uit NoordBrabant. Ze zijn de enige finalisten uit Europa. Inmiddels zijn ze vertrokken

naar St. Louis, in de Verenigde Staten. Caya de Leeuw van Weenen is net 16 geworden en ze heeft er zin in. Ze zit in de vierde, op het Gymnasium Bernrode in Heeswijk Dinther. En nu mag ze voor de tweede keer in twee maanden naar Amerika. Er gaan ook leerlingen mee van het Varendock in Asten, en 16 studenten van Fontys (hbo) en Summa (mbo). Met z’n allen hebben ze begin dit jaar een robot gebouwd, in zes weken. De robot weegt meer dan 50 ki-

I

EIGEN NIEUWS Wil jij Razende Reporter worden van NRC de Week? Dat kan!

lo, hij is bijna zo groot als een wasmachine. En hij kan heel goed tegenstanders het veld uit duwen, zegt Caya. „Onze robot heeft voor elk wiel een aparte aandrijving. Daardoor is ie heel sterk. En met de shooter schieten we de frisbees zo, hoppa, in de goal.” Het spel dat de robots spelen lijkt op basketbal, maar dan met frisbees, vier doelen en twee klimrekken in het veld. Als je robot in een klimrek klimt en er een frisbee op gooit, krijg je extra punten. Gekke toevoegingen aan

de robots mogen. „We hebben nu een net gemaakt om frisbees uit de lucht te vangen”, zegt Caya. „Ik was altijd wel benieuwd naar techniek”, zegt ze. „Bij de eerste keer bouwen snapte ik er nog niks van. Maar de studenten hebben ons alles geleerd.” Nu vindt ze hun robot écht goed. „Sommige teams hebben robots die uit elkaar vallen. Die helpen wij.”

Stuur je verhaal, het liefst met tekening of foto, naar: Kinderpagina NRC de Week Rokin 65, Postbus 20673, 1001 NR Amsterdam of mail naar: redactie.deweek@nrc.nl

H E S T E R VA N S A N T E N

e Amsterdamse burgemeester Van der Laan heeft besloten dat er geen 150.000 ballonnen worden opgelaten na de Koningsvaart op 30 april. De laatste weken was er groeiend protest tegen het voornemen, omdat de ballonresten in het milieu voor overlast kunnen zorgen voor dieren. Hoewel er volgens de gemeente „nadrukkelijk” voor biologisch afbreekbare ballonnen was gekozen, vond de burgemeester toch dat er tegemoet moest worden gekomen aan de zorgen van burgers. Het stadhuis ontving de afgelopen weken tientallen mails en telefoontjes over de kwestie. N RC

D

Heb jij dat ook?

Max van de Voort en Jasper Hikspoors van het Varendonck College in Asten besturen hun robot Fo t o Re ga r K n a p e n

Elke mier zijn eigen baantje K ijk het eens krioelen in het mierennest. Kriskras lopen alle mieren door elkaar. Toch loopt alles op rolletjes. Er is genoeg te eten voor iedereen. De mierenjonkies worden verzorgd. Zelfs de gangen zijn keurig schoon! Dat komt doordat elke mier in het nest precies weet wat hij moet doen. Maar hoe dan? Biologen uit Zwitserland hebben daarover iets bijzonders ontdekt. Hun onderzoek begon met gepriegel. De biologen beplakten de ruggen van honderden mieren met een piepkleine sticker. Met daarop een streepjescode. Daarna maakten ze elke seconde een foto van het hele nest. Aan de streepjescodes konden ze zien waar elke mier uithing. En met welke mieren ze samen waren. De biologen ontdekten zo dat er drie groepen mieren bestaan. En elke groep heeft zijn eigen taak. De mieren uit de eerste groep wriemelen door de kraamkamers van het nest. Daar verzorgen ze de jonge mierenlarven. De tweede groep is op de afvalhoop te vinden. Zij halen etensresten en andere troep op en gooien het daar weg. En de derde groep verkent de wereld buiten het nest. Zij zoeken naar voedsel. De biologen noemden de mieren-

groepen daarom de verzorgers, de schoonmakers en de verzamelaars. Het gekke was dat alle mieren in een werkgroep even oud zijn. De verzorgers zijn het jongst. Daarna komen de schoonmakers. En de verzamelaars zijn het oudst. Als een mier ouder wordt, krijgt hij dus een ander beroep. Elke mier knapt verschillende klusjes op in zijn mierenleven. Dat is wel zo eerlijk. Het is niet zo dat de mieren vriendjes maken met andere mieren uit hun groep. De verzorgers en verzamelaars zijn het meest samen en de schoonmakers zijn het vaakst alleen. Zij dwalen door alle gangen van het nest. Op zoek naar kliekjes. LUCAS BROUWERS

Bron: Science, 19 april

Er is iets raars met pittenzakken. Dat zijn kussens vol met kersenpitten. Als je ze opwarmt in de magnetron, heb je een soort kruik. Dat voelt fijn. Maar niet voor Wietske Overdijkink (11 jaar) uit Baambrugge. „Als ik in een pittenzak knijp, krijg ik kippenvel”, schrijft ze. En dan voelt ze ‘een soort van afkeer’. Dat veel mensen de rillingen krijgen van nagels over een schoolbord, dat weten we wel. Maar vraag maar eens rond: mensen krijgen van van alles de kriebels. Van droge klei aan je handen. Van het gekraak van frietbakjes. Van het gevoel van een appel eten. Van veters vastmaken. En zelfs van ‘het geluid van schuivende plantenpotten over de tegels, als er zand onder zit’. Van welk geluid of gevoel krijg jij de rillingen? Ook gewoon mailen naar redactie.deweek@nrc.nl


Leven 31

nrc de week › Maandag 22 april 2013

S UDOKU SudokuNRC0389

S C RY P TO

5 1 4 7

6 5 SudokuNRC0389

2 5 1 4

8 9

7

9

6 5

3 7 4

7

2

8 9

9

3 7

24 1

8 7

8

2 1

389

389

Oplossing nr. 388

Oplossing nr. 388

9 8 3 2 7 1 5 6 4

1 7 6 5 4 9 8 3 2

5 2 4 3 8 6 7 1 9

6 9 8 1 3 4 2 5 7

3 5 7 6 2 8 9 4 1

4 1 2 7 9 5 6 8 3

2 3 5 4 6 7 1 9 8

7 6 9 8 1 3 4 2 5

8 4 1 9 5 2 3 7 6

9 1 5 6 3 4 2 7 8 Plaats de cijfers 1 t/m 9 zo in het dia8 dat7elk cijfer 2 precies 9 één5keer 1 3 6 4 gram voorkomt in elke rij, kolom, de negen vetomrande 3 6 3×34vakken,8én de7vier 2 5 9 1 grijze 3×3 vakken. Rechts: de oplossing van vorige week. 2 5 3 1 6 7 4 8 9 © PZZL.com/Peter Ritmeester 7 4 8 3 2 9 6 1 5 B1 URG K E S8TA 5 ND 7 3 2 9E R6L I J 4 Geboren de Muinck Keizer-Fliehe 5 Leonard 8 Barend, 7 zoon 2 van9Eveline6 Menzo 1 en4Emilie 3 David Boeschoten, Amsterdam; Orla de Graaf en Jean Luc Luijs, broertje van Josephine Hermione, dochter van Benjamin, Den Haag; Isabel Anne, 6 3 1 5 4 8 Suzanne 9 Roberts 2 7en Wichert Hoekert, dochter van Pieter en Willemijn zusje van Emlyn, Amsterdam; Pleun Sallaerts-Sneep, Zürich (Zwitserland); Eleonore Carien en Lisa Elisabeth Hidde Bart, zoon van Bart7 en Imke Charlotte, 4 2 9 1 3 8 5dochters6van Floris en Elianne Kruijssen-van den Heuvel, broertje van van der Lande-Moolenburgh, zusjes van 388

388

Tjitske en Pieter, Amsterdam; Lily Rose Wijnanda en Charlotte Bob Jacoba, dochters van Peter Bob en Nanne Deelen-Frenkel, zusjes van Lex; Kees Johannes, zoon van Hein en Sophie Stallmann-Westerlaken, broertje van Julia; Victoria Marlien Rolanda (Kiki), dochter van Jan en Leonoor Vriesendorp-Voskamp, Johannesburg (Zuid-Afrika); James Frederik Edmond (Freddie-James), zoon van Wouter en Frederike Loeff-Blickman, broertje van Jack, Nyon (Zwitserland); Julia Louise Maria, dochter van Anjuli Stellwag en Rolf van den Engel, zusje van Daan, Utrecht; Loutje, dochter van Peer en Ina van der Zwaal-ten Brink, zusje van Bruun, Pomme en Tijner, Den Haag; Sophia Christiane Wilhelmina Maria, dochter van Juliane en Dirk-Jan Duynstee-Alff, zusje van Charlotte en Thomas, Amsterdam; Olle Willem Louis, zoon van Jochgem van Opstal en Anne Carien Bolhuis, Den Haag; Julius Pieter Anthony, zoon van Marc en Quirine Winthagen-Royaards, broertje van Aimée, Amsterdam; Friso Johannes, zoon van Aukje Berden en Folkert Praamstra, Rotterdam; Vera Francine, dochter van Karel en Marlot van Nielen-Faber, zusje van Lisa en Hugo, Den Haag; Jonas Willem, zoon van Harald Heemstra en Marjolein Willemen, broertje van Feline, Utrecht; Lise Sophie, dochter van Marjolein Hemelt en Irik van der Geld, zusje van Veerle, Amsterdam; Otteline Ima Marguérite, dochter van NRC De Week is een onderdeel van NRC Media BV Postbus 20554, 1001 NN Amsterdam Uitgever: Arjen Bolt

Redactie Rokin 65, Postbus 20673, 1001 NR Amsterdam redactie.deweek@nrc.nl Redactie en vormgeving Doutsen Ebbendorf en Anne-Marije Vendeville m.m.v. Daphne van Velzen Klantenservice Vragen over uw abonnement kunt u richten aan: NRC De Week, afdeling Klantenservice, Postbus 20642, 1001 NP Amsterdam Telefoon +31-88-5720572 optie 6 Openingstijden 08.00-17.00 hrs GMT+1 E-mail: service@nrc.nl

Thijn, Den Bosch; Roderick Evert Jan Hendrik, zoon van Wouter Burgerhart en Ingeborg van Schuppen, broertje van Fréderique en Rogier, Utrecht.

Getrouwd Karin Molhoek en Michel Portasse, Den Haag; Annelot Westenburg en Hugo Hobbel, Groningen; Jantine van Galen en Christiaan Franken, Amsterdam; Pleun Wijffels en Harm ter Haar Romeny, Bloemendaal; Katrijn Knaapen en Boudewijn Meurs, Vught; Carlijn Strengers en Marcus Stoffer, Bergen; Ilse Wilczek en Onno van Klinken, Beetsterzwaag; Annemarie Naujoks en Gilles Ebeling Koning, Hilversum.

Overleden Hendrik Jan Batelaan, 78 jr., Smilde; Jonkheer L. den Beer Poortugael (Louis), 73 jr., Kapellen (België); Jan Beijk, 80 jr.; Dr. Ir. H.P. Benschop, 73 jr., Delft; Annette Bieringa-Gonda, 68 jr., Apeldoorn; Hendrik Pieter de Boer, 80 jr., Schagen; Wilhelmina Hermana Josephina Maria de Boer-Laumans (Wil), 73 jr., Lisse; Willem Bosman, 69 jr., Den Haag; Mr. Henriëtte Gerardina van BreevoortUurbanus (Jet), 81 jr., Naarden; Jolien Lisette Broers, 33 jr.; Roy W.J. Buys; Louis Henri Frédéric Chaillet, 89 jr., Rosmalen; Annie Hermina Christina Coebergh, 95 jr., Breda; Albert Cronheim, 89 jr., Den Haag; Christine

Horizontaal: 5. Beroerd uitziende cabaretier in Utrecht (9) 6. Doen we met de aarde en kliekjes (8) 8. Of de duvel ermee speelt is dit het moment van bevallen (11+2) 10. Band met een dienster (6+8) 12. Zo is een weefsel met bot (6) 13. Ode aan de krant die je altijd leest (8) 14. Daar bereiden daklozen hun maaltijd (4+6) 16. Die delen van het gebouw zijn slecht (4) 17. Tuinachtig (8) 18. Recht uit de natuur is niet fijn (3) 19. Straatsteen (3) 20. Een punt maken op de dansvloer (6) Verticaal: 1. Televisiekijkers op 30 april (13) 2. Iets dat helpt (10+8) 3. Genadeloos inpraten op een backpacker (2+7+9) 4. Slaapdrank (11+6) 7. Met argumenten een kelder aanleggen (11) 9. Familie van moppentrommel en denktank (9) 11. Onverzettelijke borrel (5) 15. Lichaamsdeel dat stijf kan worden (3) 18. Overspel in de auto (5) Oplossing vorige week: engel; 20. geen dank. Horizontaal: 2. hecht; 5. verkouden; 8. snip; 9. echt te gek; 13. bereik; 14. dijk; 15. gemaal; 16. geef even een gil; 18. rijtijdenbesluit; 19. reddende

Diepenhorst-Sikkel, 95 jr., Zeist; Sophia Maria Renate van Dongen-van der Werf, 75 jr., Vierhouten; Johannes Marius Fluit (Joop), 84 jr., Nieuwegein; Brant M. van der Groot, 80 jr., Harderwijk; Marga Amalia ten Haaf-Wetzlar, 90 jr., Groenekan; Rutger van Haaren, 56 jr., Breda; Wilhelmina Hardeman-van der Hout (Mies), 95 jr., Den Haag; Prof. Ir. Esso Johannes de Jong, 88 jr., Heemstede; Ir. Egbert Koop Venema (Bert), 66 jr., Oegstgeest; Marc Korsten, 53 jr., Nijmegen; Hendrik Johannes van Laer (Hans), 80 jr., Amstelveen; Louise Lems-Visman (Loekie), 93 jr., Laren; Carolien van Leusden; Riny Levenbach-Goudsmit, 82 jr., Laren; Hendrik Eltjo Willem Mulder (Henk). 85 jr., ’s-Hertogenbosch; Mgr. Dr. Martinus Petrus Maria Muskens, 77 jr., Teteringen; Johannes Fredrikus Nijboer (Hans), 61 jr., Leiden; B.F.A. Opdam (Ben), 85 jr., Alkmaar; Henk Peeters, 87 jr., Hall; Nellie Ponsioen-Kuipers, 69 jr., Gouda; Harro Posthumus, 67 jr.; Alexander Charles Redelé, 74 jr., Wassenaar; Louis Jan Reinier Roosmale Nepveu (Jack), 84 jr., Marbella (Spanje); Robbert Hans Sedee (Rob), 84 jr.; Fineke Sevenster, 87 jr., Enschede; Anna Jenny Spijk-Kramer, 78 jr., Groningen; Louis Stotijn, Willem Teerlink, 75 jr.; Max Robert Dietrich Tetzner, 78 jr., Den Haag; Drs. Leo Litta Tholen, 84 jr., Huizen; Dr. C.A.F. Tuijnman (Kees), 84 jr., Sittard; Dr. Arnold Uleyn, 86 jr., Mook; Miek van der Veen, 88 jr., Zwolle; Willem Benjamin Henri Venlet, 77 jr., Bentveld; Thomas Oene Vreugdenhil (Tom), 79 jr.; Arda Weersma van der Veer, 88 jr., Den Haag; Helena Bernardina Hendrika Elisabeth Wansink-Burgers (Leny), 80 jr., Dieren; Henk Wiemer, 91 jr.; Willemijn van Wijngaarden (Mijntje), 44 jr.; Louise Willink, 98 jr.

Berichtenservice Vragen over uw inloggegevens voor de nieuwsbrief kunt u richten aan: service@nrc.nl Abonnementsprijzen De abonnementsprijs bedraagt per kwartaal € 76,00, per half jaar € 151,00 en per jaar € 292,0 0 (inclusief verzendkosten en eventuele BTW).

Advertenties Voor meer informatie: Telefoon +31-20-7553049 E-mail: sales@nrc.nl of kijk op nrcmedia.nl

Nieuw abonnement nrcdeweek.nl/abonnement

Auteursrechten voorbehouden, © 2013 NRC Handelsblad BV, onderdeel van NRC Media BV. NRC Media BV legt van abonnees gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst. Ook kan NRC Media BV deze gegevens gebruiken om u te informeren over voor u relevante diensten en producten van de titels en werkmaatschappijen van NRC Media BV. Als u geen prijs stelt op deze informatie kunt u dit schriftelijk melden bij Klantenservice : Postbus 20642, 1001 NP Amsterdam.

Betaalwijze Het abonnementsgeld kan rechtstreeks of via een relatie in Nederland worden overgemaakt op rekeningnummer 126593 t.n.v. NRC Handelsblad Weekeditie.

J. J. Steenhuis

RECEPT

Bij betaling uit het buitenland nadrukkelijk vermelden, respectievelijk: Zonder kosten voor begunstigde Charges for my account Frais à ma charge Spesen zu meinen Lasten Betaling per cheque brengt hogere kosten met zich mee.

C O LO F O N

Verticaal:1. verkeerd verbonden; 3. houthakkershemd; 4. een pakje per dag; 6. ertegen kunnen; 7. andere

zijde; 10. gym; 11. krak; 12. mergpijp; 17. in trek.

Voor 20 cakelolly’s:

.. 11cake (450 gr) citroen .. 1 eetlepel roomkaas naturel gr (melk)chocola . 300 lollystokjes (verkrijgbaar bij lokker) . Bzilveren balletjes, mini-hartjes, smarties e.d. om te versieren

Trakteren 2013

V

roeger staken we een blok kaas, een koude miniknakworst en een zilverui op een satéstok, prikten die in iets zwaars (een meloen? Een halve pompoen?) en klaar was Kees. Maar daar komen we anno 2013 niet meer mee weg. Aan de hedendaagse schooltraktatie worden hogere eisen gesteld. Want hoezeer leerlingen ook op het hart wordt gedrukt niet op zoetigheid te trakteren, wie daadwerkelijk met een plak worst of een doosje rozijnen aan komt zetten, wordt - zo verzekert dochter (9) me - met de nek aangekeken. Dit jaar heeft ze haar zinnen gezet op zogenaamde ‘cakepops’. De cupcake-gekte van de afgelopen jaren heeft recentelijk plaatsgemaakt voor dit vreemde modeverschijnsel: hysterisch opgedirkte ‘ohzo-schattige’ cake-lolly’s. Iets in mij verzet zich tegen dit tijdrovende meisjesgefröbel, maar, toegegeven, toen we de lolly’s vorige week met wat opgetrommelde buurmeisjes en vriendjes zaten te maken, kreeg ik er toch wel lol in. En het testpanel was zeer te spreken over zowel uiterlijk als smaak van deze cakelolly’s met een dikke laag chocola. Eindoordeel: ‘een prima traktatie’. Dus excuses aan de stoere types. Die moeten maar even een worst gaan vullen of een fikkie gaan stoken. Of even een stuk piepschuim gaan zoeken, want dat hebben we zo nodig. En de rest: han-

den wassen en schort om. Men neme een cake. Die kun je natuurlijk zelf bakken, maar daar begin ik in dit geval niet aan. Ik kocht gewoon iets van redelijke kwaliteit in de supermarkt. Maal ’m tot fijne kruimels in de keukenmachine, voeg wat citroensap en de roomkaas toe en vorm van dit mengsel mooie compacte balletjes, iets kleiner dan een pingpongbal. Zet ze een kwartiertje in de vriezer om op te stijven. Hak de chocola in stukken - mijn ervaring is dat iedereen onder de 15 melkchocola prefereert - en smelt deze au bain marie. Zorg dat het bakje met chocoladesnippers de bodem van de pan met water niet raakt en zet het vuur niet te hoog, want als de chocolade te heet wordt, wordt ’ie te dik. Steek een lollystokje in de chocola en daarna mooi in het midden van het balletje. Haal dan het hele cakeballetje voorzichtig door de chocola, gebruik eventueel een lepeltje om de chocola erover te gieten. Hou hem op z’n kop en rol het stokje heen en weer om de overtollige choco eraf te laten druipen. Prik de lolly in een stuk piepschuim om te laten drogen en decoreer hem met zilveren balletjes, smarties of andere schattige versiersels. ROOS OUWEHAND


Mis g e e n m om e n t va n de k ron ing !

S I T A R G

*

Ne d e r l a n d s e t e l e v is ie in h e e l Eu r o p a Be s t e l va nda a g nog e e n gra t is * HD St a rt e rs s e t e n kijk live na a r de kroning! Er is a l e e n a bon n e m e n t va n a f € 16,9 5 p .m . 95

€ 29,

Ga n a a r w w w .c a n a ld ig it a a l.n l/ e u ro p a

GOLF

SELEC T

* I.c.m . e e n 2- ja rig En t e rt a in m e n t HD a bon n e m e n t

Je z ie t m e e r in HD |

En t e rt a in m e n t HD

duck

P.M .

CanalDigitaal™is een merk van M7 Group S.A. | Rue Albert Borschette 2, L-1246 Luxembourg | R.C.S. Luxembourg : B 148.073 | Vestigingsvergunning n° 00143760/1

e rs e t t r a t S HD € 29 9,nu


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.