NEWAGE INDUSTRIES KIEST VOOR COEVORDEN 'GEZOND' GEBAK BESTAAT! INVESTOR READINESS PROGRAMMA VOLLEDIG VERNIEUWD
COLUMN
Vaak zijn delen van Leeuwarden, Delfzijl en Emmen slecht in het nieuws vanwege armoede, niet fijn om te wonen en weinig ontwikkelkansen voor jongeren. Zonder de problematiek te bagatelliseren wil ik hier een ander geluid laten horen.
For sure
Leeuwarden is niet voor niks the Capital of Watertechnology. Wetsus heeft een toppositie in de wereld bereikt als het gaat om onderzoek in deze sector. In het WaterApplicatieCentrum (WAC) is het druk met startende bedrijfjes en bedrijven die flink groeien. De Water Alliance is een netwerk van honderden bedrijven in de watersector in heel Nederland. Ook buitenlandse bedrijven sluiten zich aan. Buitenlandse bedrijven die zich in de afgelopen periode met hulp van de NOM in de TopDutch regio vestigden zijn vooral bedrijven in de watertechnologie. Leeuwarden wordt dus steeds nadrukkelijker Capital of Watertechnology. Een ecosysteem van wereldklasse.
Emmen heeft zich natuurlijk van een mooie kant laten zien tijdens Koningsdag 2024. Eén van de thema’s die aan de orde kwamen was Plastic Positivity. In Emmen wordt hard gewerkt aan spectaculaire innovaties op het gebied van circulaire plastics. Alles is erop gericht om bestaand plastic langer te gebruiken, te hergebruiken of om plastic te maken uit natuurlijke materialen. Op de Greenwise campus zoeken bedrijven, kennisinstellingen, studenten, overheden en
inwoners samen naar de antwoorden op de vraagstukken rondom circulaire plastics. We zien bij de NOM dat het aantal investeringen in bedrijven rondom de Greenwise Campus en het chemiepark Emmen (onderdeel van Chemport Europe) toeneemt en ook de hoogte van de te investeren bedragen groeit.
In Delfzijl vond medio juni DelfSail plaats. Een prachtig evenement met tallships waar honderduizenden mensen op af kwamen. Veel bedrijven in de regio maakten van DelfSail gebruik om hun eigen activiteiten onder de aandacht te brengen. Zo ook familiebedrijf Wagenborg. Daar werd koningin Máxima uitgenodigd om een schip Alexia te dopen en het schip dat haar eigen naam draagt behouden vaart te wensen. En passant kreeg het publiek te horen hoe belangrijk de rol van Noord-Nederland is in ‘short sea shipping’. Hoe technologisch geavanceerd de sector hier is. Hoe hard er gewerkt wordt aan de energietransitie, ook bij toeleveranciers. Een geheel elektrisch aangedreven hijskraan bijvoorbeeld. Het zelfvertrouwen dat getoond werd aan een internationaal gezelschap was enorm. Het begrip For Sure werd veel gehoord en gezien. De omlijsting met de drones die de champagne vervoerden, de tientallen dansers, het vuurwerk, alles was van ongekend hoge kwaliteit.
Met deze ontwikkelingen kan het toch niet anders dan dat ze een bijdrage leveren aan betere ontwikkelkansen voor jongeren, fijner wonen en verbetering van de brede welvaart in Leeuwarden, Emmen en Delfzijl. For sure! boonstra@nom.nl @dinaboonstra www.linkedin.com/in/dinaboonstra
40 CIRCTEC BOUWT FLAGSHIP FABRIEK DE VIRTUELE SNIJZAAL VAN ENATOM
22 20 50 JAAR NOM BACK TO THE FUTURE
5 NewAge Industries kiest voor Coevorden
8 Tooling Holland gaat verder
10 Groeien begint hier: Bas Visser
12 NOM x Founded: doe mee aan het IRP
14 Flixit helpt franchisenemers
16 ‘Before the Oil’ by Roel Swierenga
17 Alexander Draaijer blogt
18 De drijfveren van Lex en Sascha
26 Gaat Aquacolor Sensors doorbreken?
28 Versterk je team via AIESEC
30 Tien jaar FOM en MKB Fonds Drenthe
33 Aangenaam: Amarenske Klatter
34 Wafilin, Masters in Membrains
38 Nieuwe post-master helpt bedrijven
39 Sluit je aan: TopDutch
42 Acceleratieprogramma’s voor de bouw
SPOTLICHT OP: TOPSPORT NOORD
36
1 3
Ondernemerschap: de lessen die je leert, helpen om te groeien (blz. 10 en 11)
2
Toegang tot financiering is cruciaal voor een toekomstbestendig mkb (blz. 17)
Versterk je team met een werkstudent uit het buitenland (blz. 28 en 29)
COLOFON
NOMMER is een magazine van N.V. NOM en speciaal bedoeld voor relaties en iedereen die geïnteresseerd is in de activiteiten van de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor het Noorden. NOMMER is open, toekomst- en resultaatgericht en beschrijft de economische ontwikkelingen, de ondernemingsgeest, en het leven en werken in Groningen, Friesland en Drenthe.
Verspreiding: gratis onder alle relaties van N.V. NOM.
Redactie: Communicatie N.V. NOM, Manisch Creatief.
Eindredactie: Annemarie Atema, atema@nom.nl.
Idee, art direction en realisatie: Manisch Creatief.
Tekstbijdragen: Annemarie Atema, Alexander Draaijer, Amber Boomsma, Dina Boonstra, Manisch Creatief, Maaike Banus, Folkert van der Glas, Amarenske Klatter, Tine van Knijff, Richard Kootstra, Pieter Mulderij, Stephanie de Noord, Hans Schrijer, Roel Swierenga, Jean-Paul Taffijn.
Fotografie: Hans van Dijk, Alfred Oosterman, Ronnie Zeemering, Ronald Zijlstra, stock NOM.
Drukwerk: Scholma Print & Media.
Oplage: papier 2.750, digitaal 915.
Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of geproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de N.V. NOM of andere auteursrechthebbenden. Alle gegevens zijn onder voorbehoud, en er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
NOMMER is een uitgave van N.V. NOM, Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. Paterswoldseweg 810, Groningen. Telefoon (050) 521 44 44, communicatie@nom.nl, www.nom.nl
Cover: De 'ondernemers van morgen' van dansschool SOUL Dance Company onder leiding van Kayleigh Smilda openden het Midzomerfestival ‘Back to the future' in het kader van NOM 50 jaar.
Fotografie: Ronnie Zeemering
De NOMMER is gedrukt op houtvrij offset, FSC Mix Credit gecertificeerd. De folie waarin de NOMMER bij verzending per post wordt aangeboden is bio based 12 mu folie. Deze folie is voor meer dan 80% gemaakt uit hernieuwbare grondstoffen zoals suikerriet en is minder milieubelastend, maar niet biologisch afbreekbaar.
Juli 2024
Feitelijkheden uit het verleden, geslaagde innovaties, toekomstscenario’s op basis van wetenschappelijk onderzoek én de eigen kijk van ondernemers: dat is de formule van
Bekijk’m hier.
Groeien begint hier.
NewAge Industries in Coevorden:
‘Over 100 jaar willen we hier nog zijn
Eind mei opende NewAge Industries officieel zijn eerste Europese productiefaciliteit in Coevorden. Het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) en de NOM hielpen het Amerikaanse bedrijf bij het kiezen van de locatie en de vestiging. ‘We hebben een risico genomen, maar dat hebben we gedaan omdat het gewoon goed voelde.’
NewAge Industries is van oorsprong een familiebedrijf, maar inmiddels volledig in handen van de werknemers. Het in Pennsylvania gebaseerde bedrijf produceert hoogwaardige slangen, fittingen en klemmen voor verschillende industrieën. ‘Simpel gezegd zijn we gespecialiseerd in oplossingen voor vloeistoftransport', zegt Director of Manufacturing Development Maurice LeCompte. ‘We bestaan inmiddels ongeveer 70 jaar en zijn al zo'n 25 jaar actief in Europa. Onze nieuwe faciliteit in Coevorden zal zich voornamelijk richten op de biomedische sector voor onze klanten in Europa en Azië.'
Vijf dagen, 25 locaties
De keuze voor Nederland kwam tijdens het hoogtepunt van de coronapandemie. ‘We hadden al een flink klantenbestand in Europa. Zo werken we bijvoorbeeld al samen met grote bedrijven als Merck’, aldus LeCompte. ‘Maar door alle lockdowns wereldwijd en alle logistieke problemen, werd het iedereen wel pijnlijk duidelijk dat er een grote behoefte was aan lokale productie en bevoorrading. Nederland was de meest voor de hand liggende keuze, vanwege de centrale ligging en omdat het een grote logistieke hub is voor de rest van de wereld.’
Samen met consultatiebureau Buck Consultants International werd er vooraf een lijst van mogelijke locaties door het hele land gemaakt. ‘Het waren vijf compleet volgeplande dagen met afspraken met verschillende economische ontwikkelingsmaatschappijen en 25 verschillende locatiebezichtigingen. Het voelde als een grote waas’, zegt LeCompte lachend. ‘Vanuit Schiphol zijn we direct naar onze eerste afspraak met Wubbo Everts en de NOM gereden en bekeken we een paar locaties in Noord-Nederland.’
Maar de locatie in Coevorden stond niet op de oorspronkelijke lijst. ‘Dat was eigenlijk een last minute suggestie van Wubbo’ aldus LeCompte. ‘We kwamen daar aan voor een bezichtiging en een gesprek met Jan Feijen, de eigenaar van het pand en een lokale ondernemer. Zowel Jan als onze eigen CEO Ken Baker zijn allebei ondernemers met een familiebedrijf. En ze zijn allebei ook nogal onconventionele individuen, dus er was gelijk een klik. Jan is daarnaast ook erg betrokken in de gemeenschap en dat voelde als een verademing, want dat zijn veel bedrijven niet. Dat is voor ons erg belangrijk, want wij willen hier ook onderdeel van de gemeenschap zijn.’
We zijn een zero-landfill bedrijf en we proberen al onze klanten op
één lijn te krijgen om hetzelfde te doen.
Maurice LeCompte
Director of Manufacturing Development NewAge Industries
LeCompte geeft daarnaast toe dat de lokale ontbijtkoek ook een rol speelde bij de beslissing. ‘Ze zijn zo lekker, ik eet nu iedere dag een plak!’
Elektriciteitsnet
‘Het was niet het mooiste gebouw, maar dat was ook geen voorwaarde’, grapt LeCompte. ‘Het voldeed verder aan al onze voorwaarden, op de stroom na. Want daar hebben we erg veel van nodig. Wubbo belde een dag nadat we terug in de VS waren dat de leverancier net een nieuw substation in de buurt had gebouwd. Als we daar gelijk op zouden springen, kon er een aansluiting geregeld worden. Maar er was wel eerst een aanbetaling nodig om de kabels te leggen.’
‘We hebben daarmee een risico genomen, maar dat hebben we gedaan omdat het gewoon goed voelde. We hadden nog geen deal met de eigenaar van het pand, maar we hadden er vertrouwen in dat we een deal konden maken. Het was een sprong in het diepe en het kwam uiteindelijk allemaal goed. En anders hadden we iemand anders vast heel blij gemaakt met een gratis aansluiting’, grapt LeCompte.
NewAge Industries past perfect omdat ze zeer gespecialiseerde producten en expertise naar de regio brengen.
Wubbo Everts, projectmanager Foreign Direct Investment NOM
Niets dan voordeel
En hoe verliep de verdere vestiging in Nederland? ‘Er waren wel erg veel hoepels waar we doorheen moesten springen’, zegt LeCompte. ‘In de VS kun je in principe in één dag een bedrijf oprichten. In Nederland kostte het ons vijf maanden. Het duurde bijna 18 maanden om een Nederlandse bankrekening te krijgen. We hebben veel hulp gekregen van de NFIA en de NOM en de samenwerking met Wubbo heeft ons vanaf de eerste dag niets dan voordeel opgeleverd. Ik zou elk Amerikaans bedrijf aanraden als eerste bij een organisatie als de NOM aan te kloppen, om ervoor te zorgen dat het hele proces zo soepel mogelijk verloopt.'
‘Nu ik het hele proces heb doorlopen, begrijp ik wel waarom het niet zo makkelijk is als in de VS', vervolgt LeCompte. ‘Ze willen er zeker van zijn dat je een legitiem bedrijf bent en niet een of andere lege vennootschap. Ik denk dat onze bedrijfsstructuur ook een beetje verwarrend was. Toen ze ons standaardvragen stelden zoals wie de eigenaar van het bedrijf is, moesten we uitleggen waarom er 300 eigenaren waren.’
30 miljonairs binnen het bedrijf
Sinds 2019 is NewAge Industries namelijk volledig eigendom van de eigen werknemers. ‘Onze CEO Ken Baker is een tweede generatie eigenaar en zijn erfgenamen waren niet geïnteresseerd in het overnemen van het bedrijf. Maar Ken wilde het bedrijf niet verkopen aan concurrenten of private investeerders, omdat dat meestal niet in het belang van de werknemers is', legt LeCompte uit. ‘Dus werd er in 2006 een Employee Stock Ownership Plan opgezet, naast andere voordelen en een pensioenregeling.'
Toen ik hier begon te werken, schepten we op dat het bedrijf al 30 miljonairs had', vervolgt LeCompte.' Deze mensen zijn geen leidinggevenden, maar mensen die al heel lang bij het bedrijf werken. Helaas zijn de wetten in Nederland anders, dus als we hier iets soortgelijks zouden doen, zouden onze nieuwe Nederlandse werknemers meer belasting moeten betalen. In plaats daarvan hebben we besloten om hun pensioenregelingen te verhogen, zodat ze ook profiteren van lang voor ons blijven werken.’
Op naar de volgende 100 jaar ‘We zijn er ook erg trots op dat we een van de weinige, zo niet de enige gecertificeerde B Corporation in onze branche zijn', vervolgt LeCompte. ‘Je moet een zeer streng proces doorlopen om aan te tonen dat je de gemeenschap en het milieu een dienst bewijst. We zijn een zerolandfill bedrijf en we proberen al onze klanten op één lijn te krijgen om hetzelfde te doen. Dus natuurlijk willen we dit hier in Coevorden ook doen en ervoor zorgen dat het silicium dat we gebruiken op dezelfde manier wordt hergebruikt.’
‘Op dit moment zijn we bezig om zo'n 60 tot 70 nieuwe medewerkers aan te nemen en de toekomst ziet er rooskleurig uit. We werken samen met onze bestaande klanten en nu we een lokale leveringsbron kunnen bieden, weet ik zeker dat meer bedrijven geïnteresseerd zullen zijn om met ons samen te werken. Op dit moment richten we ons op de biomedische industrie, maar we willen ons productassortiment hier in de toekomst uitbreiden. We hebben dit pand gekocht om toekomstige groei mogelijk te maken, dus daar werken we allemaal hard aan. We willen hier over 100 jaar nog zijn.’
Waarde, geen volume
Projectmanager Foreign Direct Investment Wubbo Everts was namens de NOM betrokken bij de begeleiding van NewAge Industries bij het opzetten van hun bedrijf in NoordNederland: 'Als onderdeel van onze nieuwe FDI-strategie zijn we op zoek naar bedrijven die echt waarde toevoegen aan het al bestaande ecosysteem. NewAge Industries past perfect omdat ze zeer gespecialiseerde producten en expertise naar de regio brengen. Ze zijn zowel sociaal als ecologisch verantwoord en bieden bijna 70 nieuwe banen met goede pensioenregelingen.’
Wubbo Everts | project manager Foreign Direct Investment, team Internationaliseren T +31 6 215 184 97 | E everts@nom.nl
Garantieregeling MKB Fonds Drenthe faciliteert ondernemers in groei
‘Drenthe biedt volop kansen aan ambitieuze ondernemers’, vertelt Emmy Saimi-Roozeboom, investment manager MKB Fonds Drenthe. ‘Ondernemers die hun nek durven uitsteken. In een af en toe onstuimige ontwikkeling van hun bedrijf lopen zij soms tegen de weerbarstige praktijk van financiën aan. Alles draait om geld, vertel een ondernemer wat! Maar hoe waarborg je continuïteit in die ontwikkeling van je bedrijf wanneer je innovatief bent en stappen wilt zetten? Daarin wijst het MKB Fonds Drenthe je graag de weg.’
‘Ik ben blij met ondernemers die inzien dat juist ook onze provincie volop kansen biedt en inspireert tot ondernemerschap. Wij bieden Drentse mkb-bedrijven, naast andere vormen van financiering, met onze garantieregeling de mogelijkheid om hun vleugels verder uit te slaan zonder beslag op hun werkkapitaal. Want zit je onderneming net in een lekkere flow, dan kan het gebeuren dat je balans explodeert omdat je bedrijf snel groeit. Er zit veel geld in voorraden en in de debiteurenportefeuille. Je hebt meer vakmensen (en dus ook meer machines) nodig.’
‘Heb je ambitieuze en veelbelovende plannen met jouw onderneming en is je werkkapitaal tijdelijk niet toereikend om die te verwezenlijken, dan gaan wij graag met jou om tafel. We doen onderzoek naar jouw onderneming, we praten met jou en je managementteam over de plannen én het doel. Zien we het zitten met elkaar en voelen we beiden aan dat we samen verder komen, dan kunnen we een overeenkomst sluiten.’
‘We willen Drentse ondernemers beter bekend maken met onze garantieregeling. Wanneer het vertrouwen er is in bedrijf, mensen en plannen, dan vragen we Liberty Mutual, de grootste garantieverzekeraar ter wereld, om een zogenaamde compliance-check te doen. Daarbij wordt jouw bedrijf gescreend op naleving van wet- en regelgeving en een aantal randvoorwaarden. Zit het allemaal goed, dan staat het MKB Fonds Drenthe borg voor betaling aan leveranciers of afnemers, mocht de onderneming financieel in problemen komen.’
Tooling Holland, warm pleitbezorger
Chris Bus, CEO van Tooling Holland, een toonaangevende gereedschapsmaker in Emmen, vertelt over zijn ervaring met de MKB-garantieregeling. ‘Wij zijn bouwer van hightech spuitgietmatrijzen voor pijpfittingen en kratten. Daarmee produceren onze afnemers (o.a. in India, Noord-Amerika, het Midden-Oosten en Europa) 24/7 enorme volumes onderdelen voor onder meer riolering- en regenwaterafvoeren. Ons
bestaansrecht danken wij aan onze innovaties en productie van hoogwaardige kwaliteit spuitgietmatrijzen. Daarom koopt een grote Indiase fitting producent bij ons en niet lokaal in India. De infrabouw in India maakt een gigantische groeispurt door, mede dankzij het stimuleringsbeleid van de Indiase regering. Om de groei van deze klant bij te blijven zijn onze ‘state-of-the-art’ matrijzen nodig. Die draaien dus continu door om de bouw en infrastructuur in dat enorme land te beleveren.’
‘Vier jaar geleden hadden we een grote hoeveelheid bankgaranties uitstaan via het traditionele bankencircuit. Dit legde een te groot beslag op onze werkkapitaalpositie. Dat moest anders. Vanwege onze positieve ervaringen met MKB Fonds Drenthe was ik nieuwsgierig naar de garantieregeling die zij bieden. Die is ideaal voor kapitaalintensieve mkb-bedrijven die hun liquiditeit op orde willen houden en een pijnlijke spagaat in hun werkkapitaalmanagement willen voorkomen. Als je meer orders krijgt en groeit, is het van levensbelang dat je verder kunt met alternatieve mogelijkheden. Na corona kwam de oorlog in Oekraïne en verviervoudigden onze energiekosten. Dat vang je niet even gemakkelijk op door de klant ervoor te laten betalen.’
Aanbetaling is commitment
‘De doorlooptijd van onze spuitgietmatrijzen, van order tot en met uitlevering, is gemiddeld 1 jaar. Het is gebruikelijk daar een substantiële aanbetaling voor te vragen. Dit wordt gezien als commitment en cofinanciering door de klant waarmee je in zee gaat. Wij gaan alvast voor hen aan het werk en daar willen we graag een deelbetaling voor, want wij gaan niet alles voorfinancieren. Via het reguliere bankencircuit gaat het zo: onze klant geeft akkoord op een aanbetaling van 100.000 euro. Die wil dan wel een bankgarantie hebben voor datzelfde bedrag. Dan hebben zij de zekerheid dat wanneer wij, om wat voor reden ook niet leveren, zij die 100.000 euro terugkrijgen. De bank blokkeert die ton dan op je krediet. Wanneer je krap gefinancierd bent schiet dat niet op.’
Garantiereling via MKB Fonds Drenthe ‘Waar de banken die er nog zijn minder interesse hebben in mkbbedrijven, stimuleert MKB Fonds Drenthe bedrijven in hun groei. Die banken hebben een gat laten vallen, waar het MKB Fonds Drenthe met overtuiging is ingesprongen. Er is absoluut markt voor hun garantieregeling, want er zijn veel bedrijven zoals wij, die af en toe extra financiële ruimte behoeven. MKB Fonds Drenthe staat tegen redelijke condities borg voor het afgesproken bedrag, waarvoor door
Emmy Saimi-Roozeboom is investment manager bij MKB Fonds Drenthe. Een uitdagend vakgebied waarin ze zich, met ruim 30 jaar bankervaring, als een vis in het water voelt. En dan ook nog eens in de gelukkigste provincie van Nederland (zoals recent onderzoek uitwijst). ‘Hier komt zij weg’, zoals we dat in Drenthe met trots zeggen. Ze groeide op in Hoogeveen en is daar ook blijven wonen, ondanks een carrière waarbij ‘logischerwijs’ de Randstad lonkt. Zo niet bij Emmy, die Drentse entrepreneurs met goed onderbouwde plannen graag faciliteert in een al dan niet complexe financieringsbehoefte.
Liberty Mutual een garantie is afgegeven. En dat alles zonder beslag op je werkkapitaal of krediet, waardoor je tijdelijk meer financiële armslag hebt. MKB Fonds Drenthe kent ons bedrijf van haver tot gort, zij weten wat er speelt, hoe onze bedrijfsvoering is et cetera. Op basis van die informatie hebben zij een garantie afgegeven. Dat bood zekerheid aan ons en aan onze klant.’
‘De garantieregeling is een fantastische back-up om groei te waarborgen. Die heb je juist nodig wanneer je met pieken en dalen te maken hebt in je bedrijfsvoering. MKB Fonds Drenthe beoordeelt of een bepaalde transactie met een leverancier verantwoord is of niet en of zij daarvoor ‘bokje gaat staan’. Zij geven dan een contragarantie aan Liberty Mutual. Mocht het fout gaan, dan contacteert de leverancier Liberty Mutual. Die maakt het bedrag over aan die partij en schakelt vervolgens met MKB Fonds Drenthe voor het garantiebedrag. Het MKB Fonds Drenthe klopt weer aan bij de klant om te praten over omzetting in een lening of een aandelenbelang.’
Financieringsplafond
‘Toen wij een grote deal konden sluiten met een Amerikaanse klant, zaten we aan ons financieringsplafond bij de bank. Die klant wilde een bankgarantie. Het MKB Fonds Drenthe bood ons een stuk vermogensversterking met haar garantieregeling, waardoor wij verder konden met onze orderportefeuille. Het is goed voor de stimulering van de bedrijvigheid in deze regio om hiervan gebruik te maken.’
Maak ook gebruik van de Garantieregeling MKB Fonds Drenthe
Emmy Saimi-Roozeboom: ‘Wees ambitieus als Drents ondernemer, heb lef, maak plannen. Daar horen vaak ook risico’s bij. Wij kunnen helpen om een financiering van jouw plannen rond te krijgen die de traditionele banken niet volledig willen of durven faciliteren. Wij kijken verder dan alleen naar de ratio’s. En dan gaat het vooral om vertrouwen. Net als ambitieuze ondernemers durven wij onze nek verder uit te steken en risico te nemen. Het is zo jammer als je kansrijk bent en vastloopt in die ontwikkeling vanwege de financiën.’
Groeien begint hier
BAS VISSER
Algemeen directeur Wireless Value
Wireless Value ontwikkelt en produceert in Emmen met een team van twaalf mensen draadloze meetsystemen voor o.a. de glastuinbouw en (top)sportvelden. Met een nieuw ontwikkelde weegschaal voor de teeltmethode Plant Empowerment wil de onderneming verder groeien op de internationale markt. www.wirelessvalue.nl
Door te groeien in ondernemerschap is Wireless
Value klaar om ook letterlijk grenzen te verleggen.
Bas Visser – die in 2019 samen met Feike Oenema het stokje van de oprichters overnam – vertelt over het doorgaande ontwikkelproces van hun bedrijf.
‘Onze groeipotentie
‘Wireless Value bestaat nu ruim twintig jaar en we zijn toe aan een nieuw hoofdstuk in ons verhaal’, zegt Bas, die in 2013 aanhaakte als sales- en marketingmanager. ‘Ons bedrijf is begonnen als voorloper in draadloze sensortechnologie in combinatie met een webportal. Al waren de oprichters achteraf misschien net te vroeg met hun producten. Na mijn komst nam de concurrentie verder toe, maar bleven klanten van nieuwe startups regelmatig zitten met systemen die niet duurzaam werden ondersteund. En wij lieten zelf ook kansen liggen doordat we te generalistisch bleven. Toen Feike en ik het bedrijf overnamen, was dat een natuurlijk punt om een andere koers te gaan varen.’
Wat betekent groei voor jou?
‘Ergens voor gaan, commitment tonen en afmaken waar je aan bent begonnen. Onderweg kom je altijd uitdagingen tegen. Zoals Acda en de Munnik zingen: het leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen maakt. Zo gaat het ook bij ondernemen. De lessen die je onderweg leert, helpen om te groeien en nieuwe stappen te zetten.’
‘In ons geval betekende groei na de overname van Wireless Value in 2019 eerst het verstevigen van de basis. Dat deden we via cultuurverandering en interne professionalisering. Medewerkers kregen meer verantwoordelijkheid en creatieve ruimte, maar dan wel met de markt als uitgangspunt. Door onze generalistische aanpak voldeden onze producten en diensten gemiddeld aan 80 procent van de klantbehoeften. De nieuwe uitdaging is om voor de volle 100 procent aan te sluiten door marktgerichte innovatie; dáár zit onze groeipotentie.’
zit in marktgerichte innovatie’
Hoe zijn jullie in zakelijk opzicht gegroeid?
‘Vooral door de business aan te scherpen. Focus bepalen en op basis daarvan keuzes maken. Dat blijft een taai proces als je overal kansen ziet, maar nee durven zeggen is belangrijk om op andere vlakken te kunnen groeien. Wij bedienen meerdere sectoren – van agri en industrie tot utiliteit, sport, gemeenten en laboratoria – en beseffen dat onze kracht en kansen vooral in de glastuinbouw liggen. Dan heb je dus ook mensen nodig die deze markt goed kennen. Die bleken lastig te vinden, maar we hebben na enkele missers geleerd om te wachten op de juiste persoon. Sinds we een accountmanager in huis hebben die de glastuinbouw als zijn broekzak kent, zijn er veel puzzelstukken op hun plek gevallen binnen onze productontwikkeling.’
Hoe ben je persoonlijk gegroeid?
‘Over de vraag of ik het bedrijf in 2019 wilde overnemen, hoefde ik geen seconde na te denken. Al wist ik ook meteen dat ik het samen met Feike wilde doen, als technische man. Mijn kracht ligt vooral in de saleskant: op pad gaan, lijntjes leggen en ons verhaal vertellen. We moesten beide in onze nieuwe rol als directeur groeien. Andere verantwoordelijkheden vragen om andere inzichten. Een cursus finance heeft ons daarbij geholpen en zeker ook het sparren met aandeelhouders als de NOM. Dat je als directeur soms harde beslissingen moet nemen over mensen of investeringen is ook een leerschool. Onderweg plannen moeten bijsturen kan stressvol en pijnlijk zijn, maar is ook nodig om te kunnen groeien. En dat kan mij nooit snel genoeg gaan, al leer ik steeds beter dat elk proces zijn eigen tijd vraagt.’
Heb je groeitips voor andere ondernemers?
‘Op basis van onze eigen lessen is dat vooral: zorg dat je focus helder is en richt daar je bedrijf op in. Maar zonder oogkleppen op, want je wilt ook kunnen inspelen op marktontwikkelingen als dat nodig is. Weten waar je nee tegen kunt zeggen, helpt om voluit ja te zeggen tegen je missie. Om dat helder te houden, is sparren met externen ook belangrijk. Waak voor isolatie, ga naar buiten toe. Dat helpt om in verbinding te blijven met de markt en je business aan te scherpen.’ ‘In zo’n ontwikkelfase zit ons bedrijf nu ook weer. Ter ondersteuning van de teeltmethode Plant Empowerment – waar Wireless Value ambassadeur voor is – hebben wij een weegschaal ontwikkeld die bijdraagt aan waterbesparing en sturing geeft aan een zo groot mogelijke oogst. Dit biedt vooral kansen voor teelt in landen met zoetwaterschaarste. Op een beurs was er al grote interesse en ik ben op handelsmissie geweest in de Golfstaten, waar de eerste lijntjes zijn gelegd. Nu de uitdaging hoe we dit gaan doen: werken met distributeurs, of servicepunten oprichten? Het is een nieuwe fase met serieuze groeikansen.’
10 weken op maat gemaakt programma, georganiseerd samen met Founded x
INVESTOR READINESS PROGRAMMA IS HELEMAAL VERNIEUWD!
‘Het investor readiness traject heeft ons echt heel erg geholpen. Je wordt tijdens het traject gedwongen om kritisch te kijken naar dingen die je het liefst voor je uitschuift. Dingen die nog ver weg lijken, of nog niet aan de orde zijn. Maar daarom is dit juist heel goed, omdat de beslissingen die je nu maakt, uiteindelijk de toekomst van je bedrijf bepalen’.
Eva van Leeuwen Co-Founder Young Heroes
Voor wie is het programma bedoeld?
• Startup founders die hun eerste financiering willen ophalen.
• Startups die in Groningen, Friesland of Drenthe ingeschreven en gevestigd zijn.
Deelnemers moeten een Minimum Viable Product (MVP) hebben en een door klanten gevalideerde probleemstelling hebben.
Interesse?
Houd de website in de gaten (scan de QR-code) voor de aanvangsdatum van de volgende editie. De 1e editie is op 30 mei van start gegaan.
Een bijdrage van €299 voor een programma dat €2500 waard is, is veel waar voor je geld
Wat het programma de deelnemers oplevert
• Inzicht in verschillende soorten investeringen en investeringsinstrumenten, zoals subsidies, leningen en durfkapitaal.
• Het begrijpen en kunnen toepassen van de verschillende termen en de dynamiek die bij het investeringsproces horen.
• Inzichten om een overtuigend pitchdeck te maken waarmee je investeerders kunt interesseren.
• Kennis van de belangrijkste juridische documenten zoals Term Sheets, Aandeelhoudersovereenkomsten, de Captable en Intellectueel Eigendom.
• De kans om relevante, regionale en internationale investeerders te ontmoeten.
Vragen? Neem contact op met Leonie Ebbes
+31 (0)6 557 100 20 ebbes@nom.nl
PROGRAM OUTLINE
Workshop 1: Funding Bootcamp
door Thomas Mensink (Golden Egg Check)
Wat moet je weten voordat je kapitaal aan gaat trekken?
• Ontdek verscheidene investeringsmogelijkheden en investeringsinstrumenten.
• Krijg inzicht in het proces van financieringsaanvragen, inclusief de terminologie en investeringsvaluaties.
• Leer best practices over onderhandelen, inclusief belangrijke do’s en don’ts.
• Ontdek fundraising- en exitstrategieën: bepaal de ideale investeerder.
• Definieer je langetermijndoelen.
Workshop 2: Finance & Metrics
Door Joyce Mackenzie Liu (Pegafund en angel investor) & Gilles Meijer (Golden Egg Check)
Hoe je investeerders overtuigt met je pitchdeck en de presentatie van financiën
• Hoe bepaal je de financieringsbehoefte.
• Wat zijn de gevolgen van een investering voor de captable (verwatering, zeggenschap).
• Hoe ga je om met financiële metrics en milestones.
• Het opstellen van financiële rapportage post deal.
Workshop 3: Juridisch
Door Sjoerd Mol (Partner Venture Capital en M&A Advocaat bij Benvalor)
Juridische documenten begrijpen
• Begrijp Term Sheets, Aandeelhoudersovereenkomsten en andere juridische documentaties.
• Leer strategieën om je technologie te beschermen en om te gaan met intellectueel eigendomszaken, waaronder interacties met universiteiten.
• Bereid je effectief voor op due diligenceprocessen.
Intake: Persoonlijk ontwikkelingsplan
Voordat je aan het programma begint, krijg je een intake om te bepalen of het programma goed bij je past. Daarna stellen we samen met jou een persoonlijk plan op om jouw doelen te behalen.
Workshop 4: Investment Game & Gastsprekers
door Niek Huizenga (G-Force Capital)
Lusanne Tehupuring (Enatom) en Meron Mekonnen (Lumo Labs)
• Neem samen met andere ondernemers deel aan een realistische investeringssimulatie.
• Twee gastsprekers, een oprichter en een investeerder, zullen hun persoonlijke ervaring met startup investeringen delen.
Persoonlijke coaching (door onze IRP-coördinator en experts)
Ons persoonlijke coachingsprogramma is op maat gemaakt, op basis van je persoonlijke ontwikkelingsplan. We kunnen je op verschillende gebieden ondersteunen. Bijvoorbeeld in het verfijnen van je bedrijfsmodel, het perfectioneren van je pitch of het onderhandelen over gunstige investeringsvoorwaarden. Mocht het nodig zijn, dan brengen we je ook in contact met de juiste experts. Het eindresultaat is een uitgebreid pitchdeck dat klaar is om aan investeerders gepresenteerd te worden.
Matchmaking event: investeerdersdiner
Aan het einde van het programma word je uitgenodigd voor het matchmaking event. Hier krijg je de kans om een selecte groep investeerders te ontmoeten.
Een financiering door meerdere partijen, de toetreding van Theo Hoeksema als nieuw directielid en de opening van een saleskantoor op de Amsterdamse Zuidas. Inderdaad, Flixit uit Zuidbroek is klaar om op te schalen.
‘Een dergelijk platform vinden lokale franchisenemers verder nergens.’
Ambitieus Flixit is vol op stoom
De intense weken zijn Felix van der Gun niet aan te zien. De oprichter en algemeen directeur van Flixit oogt fris en scherp. Onlangs verhuisde het bedrijf van Veendam naar Zuidbroek. Kort daarvoor had Flixit, een techbedrijf dat franchisenemers helpt met het opzetten en uitrollen van social media-campagnes, een investering opgehaald bij G-Force Capital, het Groninger Groeifonds en de NOM. De publiciteit die dat opleverde, zorgde meteen voor een toestroom van nieuwe klanten.
Vergeten groep
Over opdrachtgevers had Flixit sowieso niet te klagen. Honderden franchisenemers van landelijke ketens, waaronder grote namen als HEMA, PLUS, Jumbo en DA Drogisterij, maken al gebruik van het platform voor het creëren, distribueren en automatiseren van hun social media content. De behoefte is groot, zoveel is duidelijk. Waarom is dat?
‘Franchisenemers zijn lokale ondernemers die zich online ook als zodanig willen profileren’, vertelt Felix. ‘Vaak wordt ten onrechte gedacht dat alle social media, dus ook op lokaal niveau, vanuit het hoofdkantoor wordt geregeld. Het is vanuit marketingoogpunt een beetje een vergeten groep. Terwijl franchisenemers, zeker in dorpen en kleine kernen, lokaal betrokken zijn en dichtbij hun klanten staan. Dat willen ze ook laten zien. Het ontbreekt medewerkers doorgaans echter aan tijd en expertise om de social media goed te beheren. Daar spelen wij op in. Flixit legt de verbinding tussen de lokale franchisenemer en de online consument. Dat doen we door op de verschillende kanalen de lokale content van een winkel te verzorgen. Daarvoor hebben we software ontwikkeld, waarmee we voor winkels heel veel online processen automatiseren.’
Schaalbaar
Het zoveelste bedrijf dat iets op het vlak van social media doet?
Nou, niet bepaald. Flixit onderscheidt zich nadrukkelijk van andere partijen. Dat zag ook Theo Hoeksema, die onder andere Paylogic en Homerr oprichtte en verkocht, nadat Felix hem eind vorig jaar benaderde om als angel investor in het bedrijf te investeren. ‘Hoe meer ik me in het concept verdiepte, hoe enthousiaster ik werd’, glimlacht Theo. ‘Ik kwam erachter dat er nauwelijks concurrentie is. Het concept en de software zitten bovendien heel goed in elkaar. Zo krijgt elke franchisenemer binnen Flixit de beschikking over een eigen dashboard met relevante data. Wat is de beste tijd om te posten en wat werkt wel en wat niet? Daar wordt een algoritme op losgelaten, waarmee je bijvoorbeeld de planning voor de komende periode kunt maken. Nee, een dergelijk platform vinden lokale franchisenemers verder nergens. Het businessmodel is ook nog eens heel schaalbaar.’
Rijdende trein
Theo besloot in Flixit te investeren en aandeelhouder te worden. Maar daar bleef het niet bij: ook trad hij toe als fulltime commercieel directeur. ‘Als investeerder sta je vaak enigszins aan de zijlijn’, verduidelijkt hij. ‘Ik stond ervoor open om weer op de stoel van de ondernemer te zitten. In de loop der jaren heb ik aardig wat bedrijven opgericht, maar meestal vanaf een bierviltje. Dan ben je jaren bezig om te groeien. Ik zocht eigenlijk naar een rijdende trein. Naar een techbedrijf dat zichzelf had bewezen en een gezonde groeiambitie heeft. Flixit past daar perfect bij. Maar bovenal had ik direct een goede klik met Felix. Ik ben onder de indruk van zijn gedrevenheid en ondernemersvaardigheden. Niet voor niets heeft hij in korte tijd een succesvol bedrijf neergezet. Ik denk dat wij samen een goede combinatie zijn om Flixit verder te laten groeien.’
Brutaal mailtje
Flixit werd in 2020 door Felix opgericht. In de periode daarvoor had hij zich beziggehouden met het promoten van evenementen en festivals. Tot hij door steeds meer bedrijven werd benaderd, telkens met dezelfde vraag: Hoe jij de social media aanpakt voor evenementen, kun jij dat niet voor ons doen? ‘Dat heb ik gedaan’, vertelt hij. ‘Op een avond zat ik de social media van een paar franchisenemers te bekijken. Dat kan veel beter, zag ik. Vervolgens heb ik een brutaal mailtje gestuurd naar de voormalige HEMA-directeur Tjeerd Jegen. Totaal onverwacht werd ik uitgenodigd voor een gesprek en mocht ik met Flixit uiteindelijk zelfs pilots voor vestingen van HEMA gaan doen. Sindsdien is het bedrijf behoorlijk gaan groeien.’
Salespower
De vraag was op een gegeven moment zo groot, dat het bedrijf tegen de grenzen van de eigen groei aanliep. Om de vaart erin te houden was dus financiering nodig. Vandaar dat Felix contact zocht met Theo Hoeksema, NOM, G-Force Capital en het Groninger Groeifonds. Met, zoals gezegd, het gewenste resultaat. ‘Flixit lost voor franchisenemers duidelijk een probleem op’, stelt fondsmanager Niek Huizenga van G-Force Capital. ‘De doelgroep is ook nog eens heel groot. Nederland telt vele tienduizenden franchisenemers. Door de schaalbaarheid en de salespower moet Flixit in staat zijn een groot deel van de markt te pakken. De groeimogelijkheden zijn enorm, ook internationaal.’
Flixit legt de verbinding tussen de lokale franchisenemer en de online
consument. Dat doen we door op de verschillende kanalen de lokale content van een winkel te verzorgen.
Felix van der Gun, Flixit
Factor van belang
Voor het Groninger Groeifonds ligt de focus vooral op het versterken van de economie in het noordelijk deel van de provincie Groningen. En ja, dan is zo’n kansrijk bedrijf uit Zuidbroek wel heel interessant. ‘Lokale franchisenemers zijn in de buitengebieden een factor van belang’, benadrukt investment manager Gijs Vermeer. ‘Flixit zorgt ervoor dat ze ook online de interactie met hun klanten versterken. Het mooie van het platform is dat de ondernemer ook zelf aan de knoppen zit. Ze kunnen zelf berichten inplannen en naar eigen smaak aanpassen. Op een laagdrempelige manier, ook qua kosten.’
Minstens zo enthousiast is Boudewijn Hulst. De investment manager van de NOM roemt met name de doordachte aanpak van het bedrijf. ‘Felix en Theo hebben helder voor ogen waar ze met Flixit naartoe willen en welke stappen daarvoor nodig zijn. Over alles is nagedacht. Over de inzet van AI-toepassingen, bijvoorbeeld, en andere tools om het platform nog krachtiger en gebruiksvriendelijker te maken. Zo’n bedrijf willen we graag voor de regio behouden.’
Doorontwikkelen en optimaliseren
De financiering wordt deels gebruikt om op te schalen en dus nog meer opdrachtgevers aan te kunnen. Zo stijgt het aantal medewerkers de komende periode van vijf naar twintig. Ook opent Flixit een saleskantoor aan de Amsterdamse Zuidas. ‘In verschillende regio’s gaan we salesmensen aannemen die daar de markt goed kennen’, licht Felix toe. ‘Periodiek komen ze samen in Amsterdam om te sparren en de strategie aan te scherpen.’
Een ander deel van de investering wordt ingezet voor het doorontwikkelen en optimaliseren van de software, waaronder het slim integreren van AI. ‘Als we straks jaarlijks honderdduizenden posts gaan plaatsen, dan moet je dat wel kunnen managen’, zegt Felix. ‘Een technologie als AI kan ons en onze klanten daarbij op vele fronten helpen. En zo gaan we nog meer ontwikkelen om langzaamaan heel Nederland te veroveren en wellicht ooit zelfs stappen over de grens te zetten. Veel ketens in ons land zijn tenslotte ook internationaal actief.’
Roel Swierenga spreekt in Los Angeles, met de award in de hand, het Amerikaanse filmpubliek toe.
Best short documentary 2024
Scan of click de code om de film te bekijken
‘Yes, we did it!’
Dat was het eerste wat ik riep toen ik in de filmzaal zat in Los Angeles tijdens de awards uitreiking van het IndieX Film Festival - Annual Awards 2024. Onze documentaire ‘Before the Oil’, een korte film (12 minuten) over energietransitie en milieubewustzijn heeft de filmprijs gewonnen voor ‘Best Short Documentary 2024’ in Los Angeles, op steenworp afstand van Hollywood!
In samenwerking met fotograaf Martijn Heemstra uit Onderdendam, Odd Kvinen van Sirdal Husky Farm in Noorwegen en Hansa Green Tour uit Drachten heb ik in het voorjaar van 2023 deze film kunnen maken. Met Hansa Green Tour heb ik jarenlang evenementen en innovatiemissies rondom duurzaamheid en energietransitie georganiseerd naar Duitsland en de Scandinavische landen. Werkervaring en een netwerk waar ik in mijn dagelijkse rol als ecosysteemontwikkelaar Energie bij de NOM veel baat bij heb. In de voorbereiding op een innovatiemissie naar Noorwegen kwam ik in gesprek met Odd Kvinen en ontstond het idee voor het maken van deze film.
Toen we vorig jaar in april met skikleding aan in de sneeuw de opnamen hebben gemaakt kon ik niet vermoeden dat we bezig waren beelden te maken die ruim een jaar later tot dit filmsucces in Los Angeles zouden leiden. Daar was ik helemaal niet mee bezig. Ik wilde het verhaal van Odd Kvinen, van zijn leven met de huskyhonden in de bergen van Noorwegen, en zijn kijk op de energietransitie, mooi in beeld brengen. Toen de film klaar was heb ik de film ingestuurd naar een aantal filmfestivals wereldwijd om te kijken hoe daarop gereageerd zou worden, om ervaring op te doen. Al snel werd de film opgepakt en getoond op filmfestivals en won een aantal prijzen. Maar dat onze film uit meer dan 2.000 inzendingen verdeeld over meer dan 50 landen in Los Angeles zou winnen en ik daar met deze award in de hand een Amerikaans filmpubliek toe zou spreken … dat had ik toen met mijn skipak aan in de sneeuw in Noorwegen nooit durven dromen.
Roel Swierenga | ecosysteemontwikkelaar Energie T +31 6 254 330 18 | E swierenga@nom.nl
KENNIS
DELEN
Wil je meer informatie?
Of heb je nog vragen?
Bel of mail Alexander.
Noordelijke mkb-bedrijven moeten we koesteren, stelt investment analist Alexander Draaijer. Simpelweg omdat ze de regionale economie, de innovatiekracht en de leefbaarheid in Noord-Nederland aanzienlijk versterken. Maar welke financieringsmogelijkheden heeft de NOM gezonde en volwassen mkb-bedrijven eigenlijk te bieden? In dit blog geeft Alexander antwoord.
‘Toegang tot financiering is cruciaal voor een toekomstbestendig mkb’
Zijn jullie er ook voor het Noord-Nederlandse mkb? Ik was verbaasd toen een ondernemer mij dat onlangs vroeg. Natuurlijk is de NOM er voor het mkb. Toch begreep ik de vraag wel. Als we in de pers komen gaat het vaak over onze investeringen in startups en scale-ups. Dat kan inderdaad de indruk wekken dat we er vooral voor deze bedrijven zijn. Maar niets is minder waar.
De missie van de NOM zegt het al: we willen de economische structuur in Noord-Nederland duurzaam versterken. En ja, net als elders in het land vormt het mkb ook hier een vitaal onderdeel van de regionale economie. Want ga maar na: het mkb is verantwoordelijk voor het merendeel van de werkgelegenheid en het regionale verdienvermogen. Tegelijkertijd zijn de bedrijven doorgaans innovatief en flexibel, waardoor ze snel kunnen anticiperen op klantvragen en veranderingen in de markt. Bovendien zijn mkb-bedrijven veelal lokaal geworteld en dragen ze bij aan de veerkracht en de sociale cohesie in hun werkgebied.
Sterk veranderd financieringslandschap
Om te groeien, te vernieuwen of te vergroenen is het belangrijk dat een bedrijf tijdig passende financiering kan vinden. Maar eenvoudig is dat allerminst. Het landschap van financieringen en financieringsinstrumenten is in de loop der jaren sterk veranderd. In het verleden klopte een ondernemer voor een lening als vanzelfsprekend aan bij een bank. Sinds de kredietcrisis in 2008 gelden voor banken echter strenge regels om risico’s te beperken. Dus zijn ze terughoudender als het gaat om kredietverlening. Vooral voor kleinere mkb-bedrijven is het lastiger en duurder om een bancaire financiering te krijgen.
Digitale en duurzame transitie
Maar toch: toegang tot financiering is cruciaal voor een toekomstbestendig mkb. Zeker nu steeds vaker grote investeringen worden gevraagd in het kader van onder meer de digitale en duurzame transitie. We zien het als een taak van de NOM om hierop te acteren en, waar en wanneer mogelijk, bij te dragen aan een goed werkend financieringslandschap. Dat wil niet zeggen dat elk mkb-bedrijf met een financieringsvraag bij ons terecht kan. We investeren uitsluitend in volwassen bedrijven met een bewezen marktpositie en een solide toekomstperspectief. Ook moeten ze innovatief en/of onderscheidend zijn en aantoonbaar iets toevoegen aan een duurzamer, slimmer en gezonder Noord-Nederland.
Tal van mogelijkheden
De NOM heeft voor het volwassen mkb tal van financieringsmogelijkheden. In volgende blogs gaan we een aantal daarvan afzonderlijk toelichten, omlijst met een voorbeeld uit onze eigen praktijk. De focus ligt dan met name op bedrijven die ambitieuze groeiplannen hebben, een nieuwe fase ingaan of een nieuwe markt willen betreden. En daar dus een passende financiering voor zoeken. Met andere woorden: de NOM kan mkb-bedrijven in nagenoeg elke fase van hun ontwikkeling ondersteunen. Of het nu gaat om een startupfinanciering, de verkoop van het bedrijf, een management buy out/management buy in (MBO/MBI), een pre-exit, het uitvoeren van een buy & build strategie of om financiering voor het ontwikkelen van nieuwe product-markt combinaties.
Groeien en bloeien
Met onze financieringsmogelijkheden willen we mkb-ondernemers helpen hun plannen te verwezenlijken. Het is tenslotte ons doel om de regionale economie te versterken. En dus doen we er alles aan om gezonde en volwassen mkb-bedrijven voor de regio te behouden en ze ook vanuit Noord-Nederland te laten groeien en bloeien.
DRIJFVEREN
Drijfveren zijn de werkelijke motor achter groei en ontwikkeling. Daarom vertellen NoordNederlandse ondernemers in deze rubriek over hun bedrijf én beweegredenen.
Ziekenhuispatiënten
< Sascha Bouwknegt
Lex Moerke >
Mooi meubilair, sfeervolle kleuren en zelfs een stemmig muziekje. Het restaurant van Nij Smellinghe in Drachten lijkt in niets op een doorsnee ziekenhuis-eetruimte. Sterker nog: hier komen ook mensen van lunch en diner genieten die helemaal niet in het ziekenhuis hoeven te zijn. Dat is precies de sfeer die Lex Moerke nastreeft.
‘Wij maken lekker, verantwoord en gezond eten. Voor iedereen. De patiënten krijgen voor het grootste gedeelte à la carte te eten, medewerkers en bezoekers kunnen voor weinig geld een goede maaltijd krijgen. Voor ons is iedereen een gast’, zegt Moerke, die ruim acht jaar geleden door het ziekenhuis werd aangetrokken.
Dat hebben ze geweten. De boel is flink omgegooid. Moerke is een horecaman in hart en nieren. Hij runde vijftien jaar lang een bekroond hotel-restaurant in Makkum, zette restaurants van Herman den Blijker op en startte verschillende hotels van een befaamde keten op. In het ziekenhuis – waar hij inmiddels voor veel meer verantwoordelijk is –doet hij precies waar hij goed in is: gasten een zo fijn mogelijke tijd geven.
behandelen als restaurantgasten
‘Het is een hele omslag geweest, maar we hebben een duidelijke visie. Kijk, ik vind: voor een patiënt in het ziekenhuis moet eten krijgen het feestje van de dag zijn. En datzelfde geldt eigenlijk voor medewerkers. Daarom heb ik zo hard gestreden voor á la carte. Je kunt op de dag zelf beslissen wat je wil. In het najaar hebben we dat helemaal voor elkaar.’
Geen voedselbereiders, maar koks
In de keuken staan échte koks, die met zorg maaltijden bereiden, maar ook broodjes en snacks. Onderscheid tussen eten voor patiënten en voeding voor bezoekers en medewerkers is er hoegenaamd niet. ‘Dat wilde ik zo’, zegt Moerke. ‘Ik heb de afgelopen jaren voedselbereiders – die voor de keuken van toen trouwens prima werk deden –vervangen door koks. We hebben chefs en souschefs, zoals in een goed restaurant.’
De ingrediënten komen vooral van dichtbij, dat is een ander belangrijk onderdeel van de visie. En ook aan dat onderdeel moest Moerke zich initiatiefrijk tonen. Lokale leveranciers van vlees, vis, groente en fruit had hij nodig. ‘Wij serveren hier zo’n duizend maaltijden per dag. Dan moet dat eten er wel altijd zijn. Daarom heb ik vanaf dag één meegebouwd aan de coöperatie Boer & Chef. Inmiddels is het geen coöperatie meer, maar wel een bedrijf dat staat en ons belevert, maar ook horeca, ketens en cateraars in het Noorden.’
En zo lukt het in Nij Smellinghe om dagelijks vers eten en drinken aan te bieden. Voeding uit de streek, voeding met een verhaal, voeding van het seizoen. Zonder kunstmatige E-nummers, mét smaak. Moerke: ‘Voeding is nu integraal onderdeel van de strategie in het ziekenhuis. Patiënten worden er blij van, medewerkers ook. Heel belangrijk in deze tijd van krapte op de arbeidsmarkt.’
Ook essentieel: duurzaamheid. ‘In ziekenhuizen is het niet abnormaal dat vijftig procent van het bereide eten wordt weggegooid uiteindelijk. Dat percentage hebben wij drastisch naar beneden gebracht. Wat tóch overblijft, composteren we zelf en wordt weer op het terrein gebruikt. Afgezien daarvan besparen we immens veel plastic door te werken met zelf opscheppen van bijvoorbeeld yoghurt.’ Het leuke: door de minimalisering van verspilling blijkt al dit lekkere, verantwoorde eten en drinken niet duurder dan de productie uit de ouderwetse ziekenhuiskeuken.
No Guilty Pleasure
Lex Moerke is niet iemand van radicale ommezwaaien in de transitie naar gezonder leven. ‘Natuurlijk, wat wij bieden is gezond, omdat het uit de streek komt en weinig bewerkt is. We weten de herkomst en vertellen daar ook over. Maar ik vind dat je ook troostvoedsel moet hebben, zoals gebak. Als wij nu het saucijzenbroodje uit het schap halen, dan wordt dat niet leuk gevonden, of een kroket. Dan moet je dus de beste kroket aanbieden die je kunt vinden. Die hebben we gevonden in een fabriekje op Terschelling. De visleverancier neemt ze mee als hij toch die kant op moet.’
Dat gebak, dat is precies de afdeling van een andere vernieuwer van ziekenhuisvoedsel: Sascha Bouwknegt. Wie onlangs een bezoek aan het Martiniziekenhuis bracht, kan het gezien hebben, maar waarschijnlijk niet geproefd: heerlijke chocoladetaart, appelgebak, cheesecake en meer in de vitrine. Smaakt zo lekker als het eruitziet, maar is een stuk beter voor het lichaam. No Guilty Pleasure noemt ze deze lijn producten. En niet zonder reden. ‘Het grote verschil is dat in dit gebak twee derde minder calorieën zitten en een fractie van het aantal koolhydraten. Daartegenover staat dat het meer proteïnen bevat. Het is dus niet alleen minder slecht, maar ook beter voor je.’ Sascha Bouwknegt en Lex Moerke hebben overeenkomsten. Niet alleen studeerden ze samen aan de Hotelschool in Leeuwarden. Ze hebben ook eenzelfde soort overtuiging: voeding in ziekenhuizen moet beter, maar veranderingen moeten niet te radicaal zijn.
Tweaken
‘De smaak, de feel, de geur, het moet allemaal lijken op wat mensen gewend zijn’, zegt Sascha Bouwknegt – vooral bekend als founder van cateringbedrijf Smaak van het Noorden – daarover. ‘Dat is de manier om mensen te verleiden iets gezondere keuzes te maken. En ik vind dat dat in een ziekenhuis hoort.’
Dat vindt Vitam, dat de horeca in het Martiniziekenhuis uitbaat, ook. Dus gaf het bedrijf Sascha de ruimte. ‘Anderhalf jaar lang was het proberen, testen, heel veel weggooien en opnieuw proberen.’ Dat deed ze vooral bij bakkerij Fleddérus in Hooghalen, het adres waar ze ook in de leer ging als broodbakker. ‘De mensen daar zijn experts en hebben me enorm geholpen. Zoals met bedenken welke ingrediënten ik zou kunnen vervangen voor welke gezonde variant.’
Suiker eruit, zoetstof erin. Room eruit, Griekse yoghurt erin. Witte bloem eruit, speltmeel erin. Het zijn een paar van de belangrijke ingrepen waarmee Sascha knutselt aan het ideale gebak. ‘Ik ben continu aan het tweaken om het nog lekkerder te krijgen. Nee, ik ben niet snel tevreden. Soms is het een kwestie van helemaal opnieuw beginnen, omdat het toch niet lukt.’
Dat heeft resultaat. Honderden gebakjes vullen inmiddels monden van bezoekers in het Groningse ziekenhuis. De taartjes worden hoog gewaardeerd en inmiddels gemaakt bij een bakkerij in Putten, de (gevulde) koeken komen van een andere bakkerij. Sascha Bouwknegt: ‘Ik werk aan andere producten, aan saucijzenbroodjes bijvoorbeeld. En intussen kijk ik op welke plekken ik nog meer in een behoefte kan voorzien.’
Die plekken zijn er ongetwijfeld. Want wat Lex Moerke en Sascha Bouwknegt nog meer gemeen hebben, is dat hun werk de aandacht trekt. Vertegenwoordigers van ziekenhuizen in heel Nederland komen langs om te zien hoe ze dat in Drachten toch doen. Het gezonde aanbod in het Martiniziekenhuis leidt ongetwijfeld ook tot navolging. Misschien wel in Friesland, waar Moerke net een hap neemt van een stukje cheesecake van No Guilty Pleasure. ‘Dit is verdraaid lekker en zou zeker bij onze visie passen. Heb je een kaartje?’
‘We zijn klaar om commercieel gas te geven’
Circtec bouwt fabriek in Delfzijl
De voorbereiding was lang, gedegen en soms behoorlijk intensief. Maar afgelopen mei ging op industriegebied Oosterhorn-Zuid in Delfzijl dan eindelijk de eerste paal de grond in. Het was het startsein voor de bouw van een flagship fabriek van het Britse bandenrecyclebedrijf Circtec.
Nee, het is niet zomaar een fabriek die straks in het gebied van Chemport Europe in gebruik wordt genomen. Het wordt de grootste fabriek voor de chemische recycling van afgedankte autobanden in Europa. Via pyrolyse, extreem verhitten zonder zuurstof, zullen er jaarlijks zo’n 200.000 ton gebruikte banden in Delfzijl worden verwerkt. Ter illustratie: dat is ongeveer 5% van het totaal aan afvalbanden in de EU en ongeveer twee keer de hoeveelheid die in Nederland ontstaat.
In twee fasen worden in totaal 28 reactoren gebouwd. De eerste fase is naar verwachting in de zomer van 2025 gereed. Vrij snel daarna wordt in Delfzijl begonnen met de verdere uitbreiding van de fabriek.
Groene chemicaliën
‘We zien onszelf als een chemiebedrijf’, zegt Pieter ter Haar, directeur R&D van Circtec. ‘Met behulp van onze eigen pyrolysetechnologie worden
de autobanden omgezet in hernieuwbare brandstoffen en groene chemicaliën. Zo produceren we circulaire nafta, een petrochemische grondstof voor de productie van onder andere kunststoffen. Ook levert Circtec HUPA, een geraffineerde biobrandstof voor de scheepvaart ter vervanging van fossiele brandstof. Daarnaast gaan we in de fabriek de vulstof terugwinnen die de banden hun zwarte kleur en stevigheid geeft. Dat teruggewonnen carbon black wordt ingezet voor de productie van bijvoorbeeld nieuwe autobanden.’
Momenteel worden nog veel afgedankte autobanden verscheept naar Azië of Afrika of als brandstof gebruikt in onder meer de cementindustrie. Doodzonde, want het ogenschijnlijk nutteloze rubber leent zich dus uitstekend om te worden hergebruikt. ‘Nieuwe carbon black wordt gemaakt door het raffineren en verbranden van aardolie’, vertelt Pieter. ‘Een zeer energie-intensief en vervuilend proces. Door het niet te produceren, maar gewoon terug te winnen kun je een flinke milieuwinst realiseren. Hetzelfde geldt, uiteraard, voor onze biobrandstof om de scheepvaart te helpen verduurzamen. Sterker nog: wanneer de fabriek in Delfzijl volledig operationeel is, kunnen we 3 tot 5% van de CO2uitstoot van de gehele Nederlandse chemische industrie compenseren.’
Langlopende contracten
Circtec werd in 2009 opgericht door Allen Timpany en Robert Harper. Na het ontwikkelen en verfijnen van de technologie werd zo’n tien jaar geleden in Polen een demonstratiefabriek neergezet, een paar jaar later gevolgd door de acquisitie van een soortgelijke fabriek in Duitsland. ‘Onze vestiging in Polen is inmiddels net iets meer dan alleen een demonstratiefabriek. Op jaarbasis kunnen we er al bijna 20.000 autobanden verwerken. Met andere woorden: we zijn klaar om commercieel gas te geven. Vandaar dat we in Delfzijl gaan opschalen.’
De vraag naar de producten van Circtec is groot. Heel groot zelfs. Niet voor niks werden langlopende contracten gesloten met British Petroleum (BP) en Birla Carbon, één van ’s werelds grootste producenten van carbon black. BP tekende voor de afname van hernieuwbare brandstof voor schepen en circulaire nafta. Terwijl Birla Carbon met Circtec een afnameovereenkomst sloot voor de volledige output van de nieuwe fabriek in Delfzijl van teruggewonnen carbon black. ‘Voordat de fabriek daadwerkelijk draait zijn we de komende jaren eigenlijk al volledig uitverkocht’, stelt Pieter.
Flinke boost
De ontwikkelingen binnen Circtec bleven ook in financieringsland niet onopgemerkt. Zo besloten A.P. Møller Holding en NOVO Holdings, twee gerenommeerde Deense investeringsfondsen, 75 miljoen euro in de bouw van de nieuwe fabriek te investeren. Daarnaast verstrekte het ministerie van Economische Zaken en Klimaat Circtec, via RVO, een subsidie uit het DEI+ programma (Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie). Tegelijkertijd gaven ook de provincie Groningen, het Groninger Groeifonds en de NOM te kennen de komst van het Britse bedrijf naar Noord-Nederland graag te ondersteunen.
‘De activiteiten van Circtec sluiten naadloos aan op de duurzaamheidsambities van Chemport Europe’, vertelt investment manager Sytze Hellinga van de NOM. ‘De nieuwe fabriek gaat het ecosysteem rond chemie en groene grondstoffen zonder twijfel een flinke boost geven. Maar bovenal levert het bedrijf in de regio straks een belangrijke bijdrage aan het creëren van een toekomstbestendige en circulaire economie.’
Ook Emma Schakel, investment manager van het Groninger Groeifonds, is trots dat de nieuwe fabriek straks in de regio staat. Omdat het zorgt voor een forse verduurzaming van de chemie, maar ook omdat het substantiële werkgelegenheid oplevert. ‘Naar verwachting gaat het om 100 tot 150 arbeidsplaatsen’, benadrukt ze. ‘Voor een chemiebedrijf is dat een behoorlijk aantal. De impact voor de regio is dus in meerdere opzichten groot.’
Wanneer de fabriek in Delfzijl volledig operationeel is, kunnen we 3 tot 5% van de CO2-uitstoot van de gehele Nederlandse chemische industrie compenseren.’
Pieter ter Haar, directeur R&D van Circtec
Regionale samenwerking
Vanwaar eigenlijk de keuze voor Delfzijl? Wat gaf voor Circtec nu precies de doorslag? ‘We waren actief op zoek naar een locatie aan het water’, legt Pieter uit. ’Ook moest het op relatief korte afstand liggen van het havengebied van de steden Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen. Aan dit zogenoemde ARA-gebied zijn wij met onze business het meest gelieerd. Maar het was, op z’n zachtst gezegd, nogal lastig om daar een geschikte locatie te vinden. In Delfzijl was gewoonweg meer en betere ruimte voor de fabriek die wij voor ogen hadden. Bovendien waren we vanaf het allereerste moment onder de indruk van de bereidheid van Groningen Seaports, de provincie Groningen, het Groninger Groeifonds en de NOM om dit project tot een succes te maken. Ons project paste natuurlijk perfect binnen de ambitie van Groningen Seaports om het gebied te positioneren als circulaire hotspot van Europa.’
Toch was het, zoals gezegd, een langdurig en bij vlagen lastig proces. Grotendeels veroorzaakt door de stikstofcrisis en de complexiteit van het vergunningstraject. Want ja, nieuwe technologieën en nieuwe verwerkingsmethoden vragen op die terreinen tenslotte om meer tijd dan gemiddeld. Waar ook ter wereld. ‘Ook het verkrijgen van de benodigde elektriciteit en de proceswatervoorziening voor de fabriek bleken uitdagingen die we, mede dankzij de goede regionale samenwerking, gelukkig tijdig hebben kunnen regelen’, blikt Pieter terug.
Overname Granuband
Afgelopen juni kwam Circtec wederom met mooi nieuws. Het bedrijf meldde dat het Granuband had overgenomen, een toonaangevende speler op het gebied van het inzamelen en recyclen van afvalbanden in de Benelux. Granuband staat garant voor een stabiele aanvoer van banden naar de fabriek in Delfzijl. Wel blijft het Amsterdamse bedrijf zijn eigen rubberproducten maken. Pieter: ‘Door deze acquisitie kunnen we een groot deel van de afvalbanden op nationale schaal circulair verwerken. De recyclingkringloop wordt op die manier gesloten. Het is de eerste geïntegreerde circulariteitsketen voor chemische bandenrecycling in Europa en voor Circtec een belangrijke stap om op het continent een aanzienlijk marktaandeel te veroveren.’
Terugblik op een geslaagd festival
Het jaarlijkse NOM Midzomerfeest op maandag 24 juni, werd dit jaar omgedoopt tot festival. Want bij een 50-jarig jubileum sta je stil, door terug, maar vooral ook vooruit te kijken. Dat deden we met diverse workshops waarbij gesproken werd over de kansen voor de jaren die voor ons liggen. Want hoe we de toekomst willen vormgeven hangt af van de keuzes die we vandaag samen maken. Keuzes voor een duurzame toekomst; dat is de kracht van het Noorden.
Nog even inchecken ...
... naast kennismaken gaat het festival ook over kennis delen. Dat gebeurt in verschillende workshops ...
... het feest kan beginnen ...
... ondertussen arriveren de artiesten ... voor de
... na de opening heten Dina en Anne-Wil iedereen van harte welkom en lichten het programma toe ...
spectaculaire openingsact ...
... sneldichteres Dominique Engers vat alles nog ’ns op maat samen ... ... en dan ... is het zover, Partytime, let’s meet ... >
De grote oversteek ...
... naar een festival vol ontmoetingen in het heden ...
... maar ook met het verleden ...
en de toekomst ... ... en een heuse house band
... en natuurlijk de spreekwoordelijke hapjes en drankjes ... ... op naar de volgende vijftig!
Frank Akkerman
Het is Aquacolor Sensors niet komen aanwaaien. De weg van het bedrijf uit het Friese Oudehorne was er één met hobbels en omwegen. Maar nu lijkt ineens alles op z’n plek te vallen. ‘Eigenlijk komt alles wat we in de loop der jaren aan kennis, ervaring en sensors hebben opgebouwd samen in één product: de Aquacolor EcoSniffer’, zegt Mateo Mayer. ‘Eén standaard die zorgt dat je alles kunt inpluggen wat je nodig hebt om waterkwaliteit te meten.’ Daarover later meer. Eerst een korte schets van wat eraan voorafging.
Met pluimveehouder Frank Akkerman richtte Mateo, een scheikundig ingenieur en gepromoveerd polymeertechnoloog, in 2015 Aquacolor Sensors op. Het bedrijf ontwikkelt en produceert slimme sensors om de kwaliteit en veiligheid van (drink)water te meten en te bewaken. Continu en realtime, zonder dat je eerst een monster moet nemen. De sensors van Aquacolor Sensors houden de waterkwaliteit namelijk inline in de gaten.
Spectrofotometrische sensors
‘We ontwikkelen zogeheten spectrofotometrische sensors’, licht Mateo toe. ‘Dat zijn sensors waarmee je met behulp van licht de waterkwaliteit kunt meten. Kort door de bocht: je stuurt licht door de ene kant van een transparant buisje en aan de andere kant meet je de intensiteit van het licht. Als je dat voor verschillende golflengten van licht doet, kun je iets zeggen over de kwaliteit van oppervlaktewater, drinkwater en afvalwater.’
Aquacolor Sensors gooide succesvol het roer om
Voor Aquacolor Sensors lijkt de tijd rijp voor een definitieve doorbraak. Het bedrijf ontwikkelde een plug-and-play-oplossing die het eenvoudiger maakt om de kwaliteit van oppervlaktewater, drinkwater en afvalwater nauwkeurig te kunnen meten. Precies wat de markt nu nodig heeft.
Interesse uit de markt was er meteen en is er, zo’n negen jaar later, nog steeds. Uiteraard ingegeven door een groeiende aandacht voor de kwaliteit en veiligheid van (drink)water. Vooral microverontreinigingen, zoals medicijnresten, microplastics en gewasbeschermingsmiddelen, kunnen ongewenste effecten hebben op de volksgezondheid en het milieu.
Verschillende marktsegmenten
De afgelopen jaren ontwikkelde Aquacolor Sensors tal van producten die, onder uiteenlopende omstandigheden, in verschillende marktsegmenten werden ingezet. In de glastuinbouw, rioolwaterzuivering, viskwekerijen, zwembaden en in koeltorens van datacentra, bijvoorbeeld. Ook werden de sensors in 2016 gebruikt tijdens het EK Voetbal in Frankrijk om in en rondom de stadions een goede drinkwaterkwaliteit te waarborgen.
Mooie projecten met uitstekende resultaten en tevreden opdrachtgevers. Alleen: de sensors worden meestal slechts in één project gebruikt. En ja, dat maakt het lastig om een structurele omzet te realiseren. Een omzet met een herhaalfactor. ‘Bovendien worden bij elk afzonderlijk project heel specifieke eisen aan een sensor gesteld’, stelt Mateo. ‘Dat betekent dat je bij een volgende opdracht vaak weer van voren af aan moet beginnen. Simpelweg omdat de klant dan weer totaal andere eisen heeft. Dan moet je je afvragen of je dergelijke projecten nog wel wilt doen. Wij kwamen tot de conclusie dat we dat niet meer wilden.’
Portugees drinkwaterbedrijf
Het roer ging definitief om na een vraag vanuit Wetsus. Het kenniscentrum voor duurzame watertechnologie, waar Aquacolor Sensors regelmatig mee samenwerkt, nam deel aan een Europees project en liet weten dat een Portugees drinkwaterbedrijf op zoek was naar een spectrofotometrische sensor. Maar dan wel een product waarmee ook de standaardmetingen kunnen worden gedaan, zoals pH-waarde, geleidbaarheid, temperatuur, opgelost zuurstof en redox-potentiaal. Tegelijkertijd moest het mogelijk zijn om de ruwe data automatisch op te slaan. Of Aquacolor Sensors wellicht zo’n oplossing kon leveren.
Aquacolor Sensors kon op dat moment echter alleen een losse sensor bieden. Terwijl het Portugese drinkwaterbedrijf eigenlijk vroeg om een nagenoeg compleet meetsysteem waarin alles wat nodig is direct beschikbaar is. ‘Dat heeft ons aan het denken gezet’, blikt Mateo terug. ‘We realiseerden ons dat er veel meer potentiële opdrachtgevers moesten zijn met een soortgelijke wens. Partijen dus die niet van verschillende leveranciers verschillende sensors willen afnemen, maar eerder een totaaloplossing zoeken. Vanuit die gedachte is uiteindelijk de Aquacolor EcoSniffer ontstaan.’
Standaard computerbehuizing
De Aquacolor EcoSniffer kun je zien als een soort kast waarin zich meerdere sensors bevinden. De sensors kunnen met elkaar worden verbonden en worden vanaf één punt aangestuurd. Alle eerdergenoemde functionaliteiten voor het meten van waterkwaliteit zijn standaard op het apparaat aanwezig, evenals natuurlijk de lichtsensors van Aquacolor Sensors.
‘Alles wat we de afgelopen jaren aan software en elektronica hebben ontwikkeld, hebben we in een standaard computerbehuizing gestopt, verduidelijkt Mateo. ‘Letterlijk de behuizing die ook voor gaming computers wordt gebruikt. Het mooie is: je kunt de sensors met een USB-kabel in je computer inpluggen. Het apparaat heeft aan de achterkant namelijk verschillende USB-ingangen. Als een gewenste sensor is aangesloten leest de software alle data uit, om vervolgens de ruwe gegevens direct op te slaan. Daarna heeft de gebruiker alle vrijheid om met de data te doen wat hij of zij voor ogen heeft.’
Grotere toegevoegde waarde
De activiteiten van Aquacolor Sensors verschuiven dus van kleinere projecten naar voornamelijk grote projecten. Niet in de laatste plaats omdat het bedrijf op die manier voor opdrachtgevers van nog grotere toegevoegde waarde kan zijn.
‘Het is doorgaans niet genoeg om alleen maar een thermometer in het water te steken’, onderstreept Mateo. ‘Je moet opdrachtgevers ook kunnen helpen om de juiste keuzes te maken en na een meting kunnen uitleggen wat er eventueel aan de hand is. Daarin schuilt ook grotendeels onze kracht. Wij zijn in staat om nauwkeurig te beoordelen wat nodig is om een bepaalde waterkwaliteit zo optimaal mogelijk te meten. Daarnaast ontwikkelen we alle software en elektronica zelf. Dat betekent dat we met het oog op wensen van opdrachtgevers flexibel zijn en snel kunnen schakelen.’
Groeiende belangstelling
Inmiddels zijn al een aantal exemplaren van de Aquacolor EcoSniffer aan Wetsus en het Portugese drinkwaterbedrijf verkocht. Ook elders mag het nieuwe product zich verheugen op een groeiende belangstelling. Heel verrassend vindt Mateo dat niet, zegt hij. ‘In het verleden is waterkwaliteit vaak berekend met behulp van modellen. Tegenwoordig is er vooral behoefte aan harde metingen. Wat is de totale hoeveelheid stikstof en fosfor in het oppervlaktewater? En vooral: waar komt het nu precies vandaan? Door de veelheid aan meetmogelijkheden is de Aquacolor EcoSniffer in staat subtiele verschillen in waterkwaliteit op te merken.’
Europese markt
Mateo kijkt met een goed gevoel vooruit. Zo zijn er bij het genoemde Europese project diverse bedrijven betrokken. Grote kans, zegt hij, dat daar nog mooie samenwerkingen uit voort gaan komen. ‘Bovendien hebben we nog een aantal interessante projecten met Wetsus in de pipeline. We richten ons voornamelijk op de EU. Dat heeft alles te maken met de Kaderrichtlijn Water. Daarin zijn criteria gedefinieerd waar overheden aan moeten voldoen voor het realiseren van schoon en ecologisch gezond oppervlaktewater en grondwater. Die zijn voor de hele EU hetzelfde. Dus als je op het gebied van oppervlaktewater iets ontwikkelt dat heel waardevol is voor Nederland, dan heb je eigenlijk de hele Europese markt te pakken. In de basis zien we dat nu ook gebeuren met de Aquacolor EcoSniffer in het Europese project.’
Werkstudenten werven via AIESEC
‘Jong talent uit het buitenland staat te trappelen’
De wereldwijde non-for-profit studentenorganisatie AIESEC is ook actief in Noord-Nederland, vanuit haar vestiging in Groningen. Toch kennen nog relatief weinig bedrijven de mogelijkheid om hun team tijdelijk te versterken met een buitenlandse werkstudent. Daarom een nadere kennismaking met AIESEC, voor alle internationaal georiënteerde ondernemers.
In hartje Groningen zwaait Jet Hiltermann (24) de deur open van het pand waar een diversiteit aan studentenorganisaties is gehuisvest.
AIESEC houdt kantoor op de bovenste verdieping, waar een team van zeven jonge mensen fulltime aan de slag is, aangevuld met ruim twintig parttimers die wisselende diensten draaien. Iedereen werkt hier op vrijwillige basis, voor minimaal een jaar. Jet is bij de Noord-Nederlandse vestiging head of incoming global talent en vanuit die rol zet zij zich ook in om AIESEC bij zoveel mogelijk bedrijven te introduceren. ‘Onze naamsbekendheid in Groningen, Friesland en Drenthe kan beter’, vertelt ze. ‘Daar werken we hard aan, want in veel landen staat jong talent te trappelen om hier aan de slag te gaan.’
Gemiddeld reageren er vanuit de hele wereld vijftig tot tachtig gemotiveerde jonge mensen op vacatures voor een traineeship of werkstudentschap in Nederland. ‘En ja, de werkplekken in het Noorden zijn even populair als die in de Randstad’, zegt Jet. ‘Nederland is voor buitenlandse studenten een stipje op de kaart en tegelijk een populaire bestemming. Hoe dat komt? Ons land staat bekend om haar internationale
oriëntatie en openheid. Dat is een fijne omgeving om werkervaring op te doen. Omgekeerd is het voor Noord-Nederlandse ondernemers die graag over grenzen kijken interessant om een buitenlandse student deze kans te bieden. Het zijn goed opgeleide en gemotiveerde jonge mensen die naast kennis en skills ook een andere culturele kijk meebrengen.’
Persoonlijke drive
‘Bijzonder van AIESEC is dat werkprojecten los staan van studieprogramma’s’, vertelt Jet. ‘Onze werkstudenten doen dit vanuit een persoonlijke drive om zich te ontwikkelen, meestal direct na hun studie of als een tussenjaar. Hoe verschillend hun opleidingen ook zijn, allemaal hebben ze interesse in internationale vraagstukken. De uitdagingen waar we wereldwijd voor staan, kunnen we alleen in gezamenlijkheid oplossen. Werkervaring opdoen in het buitenland is een goed begin. Daarom is AIESEC ook ooit opgericht. Dat was in 1948, vlak na de Tweede Wereldoorlog, vanuit het besef dat landen elkaar nodig hebben én dat er waardengedreven leiders nodig zijn.
Over AIESEC
Naast het selecteren en begeleiden van werkstudenten die vanuit de hele wereld naar Noord-Nederland komen, werft AIESEC Groningen in de noordelijke regio ook studenten en afgestudeerden (onder de 30 jaar) voor vacatures of vrijwilligersprojecten in andere landen. De jonge mensen die zich een jaar lang als fulltime bestuurslid of parttime member aan AIESEC verbinden, werken eveneens binnen een internationale sfeer aan hun persoonlijke ontwikkeling en netwerk.
AIESEC wordt in Noord-Nederland ondersteund door een Lokale Adviesraad met acht regionale bestuursleden die zich vanuit o.a. onderwijsinstellingen, World Trade Center, overheid, diverse bedrijven en VNO-NCW bezighouden met internationalisering.
Lees meer op aiesec.nl of neem contact op met regiokantoor groningen@aiesec.nl.
Vanuit dat uitgangspunt dragen we met AIESEC bij aan uitwisseling van kennis en culturen.’
Met dit hogere doel als basis draait het in de praktijk vooral om het realiseren van goede matches tussen werkstudenten en bedrijven. ‘Voor ondernemers met internationale ambities kan het handig zijn om iemand in te schakelen die de taal spreekt en de cultuur kent van het land waar je zaken wilt doen. Dat helpt om daar de markt te leren kennen. Soms is marktonderzoek de concrete aanleiding om AIESEC in te schakelen, al zijn er ook veel vacatures op het vlak van ICT, business development, marketing en sales, engineering, finance en e-commerce. Bedrijven kunnen via een vragenlijst aangeven wat ze zoeken en wij delen de vacatures in ons wereldwijde AIESEC-netwerk, waar collega’s zich inzetten om jonge mensen te werven. Als alle aanmeldingen binnen zijn, doen wij een voorselectie en uiteindelijk maken ondernemers zelf de keuze met wie zij in zee gaan.’
Wisselwerking
‘Door de relatief lage kosten voor een AIESEC-traject zijn wij ook interessant voor startende en kleinere bedrijven’, benadrukt Jet. ‘Zeker in een groeifase zijn werkstudenten vaak een waardevolle ondersteuning. Vanuit AIESEC zorgen wij voor praktische begeleiding rondom visums, wonen, verzekeren en een kennismaking met de regio. Mocht de match onverhoopt niet goed uitpakken – dat is een vraag die veel ondernemers ons stellen – dan zoeken wij binnen ons netwerk een andere oplossing. Al blijkt dat zelden nodig. In Nederland leidt zelfs 51 procent van de AIESEC-trajecten tot een vaste baan, dus veel werkstudenten blijken een aanwinst voor de toekomst. En anders doen beide partijen hun voordeel met een jaar uitwisselingservaring. Want niet alleen de buitenlandse trainees leren hier veel, ook de Nederlandse collega’s steken iets op van de samenwerking.’
‘Werkstudent helpt bedrijf te internationaliseren’
Business coach Alex van Ginneken uit Groningen ontdekte AIESEC zes jaar geleden tijdens een zakelijk evenement. Sindsdien schakelt de ondernemer regelmatig werkstudenten in en tipt Alex ook de groeiende bedrijven waarin hij participeert. ‘Met een internationaal team kun je sneller opschalen of verkopen. Dat is een fundamenteel voordeel voor de toekomst.’
Internationaliseren begint volgens Alex intern. ‘Door het inschakelen van buitenlandse werkstudenten stimuleer je Nederlandstalige collega’s om Engels te spreken binnen het bedrijf. Dat is de basis om internationaal te werken. Een ander voordeel van AIESEC is dat je talentvolle en zeer gedreven jonge mensen binnenhaalt. Ze komen van goede universiteiten, tonen commitment – want ze zijn bereid om hier een jaar te komen – en willen zichzelf graag bewijzen. Die bereidheid om hard te werken is voor groeiende jonge bedrijven een groot pluspunt.’
Alex heeft vooral ervaring met software-ontwikkelaars en data-analisten. Hij tipt om techneuten eerst op afstand een opdracht te laten doen en die samen online te doorlopen.
‘Dan krijg je een goed beeld van iemands aanpak, kennisniveau en manier van communiceren. Met het grote aanbod via AIESEC is het ons altijd gelukt om goede kandidaten te vinden. Zo’n werkstudentschap duurt maximaal een jaar – tegen relatief lage kosten – en als het aan beide kanten goed bevalt, kan er een dienstverband uit voortvloeien. Een mooie manier om internationaal talent te werven.’
Tien jaar FOM en MKB Fonds Drenthe
‘We zijn
van grote waarde voor ondernemers en provincies’
De regionale fondsen FOM en MKB Fonds Drenthe werden opgericht in 2014. Ze bestaan nu tien jaar: welke ontwikkeling hebben de fondsen doorgemaakt en wat is hun toegevoegde waarde voor Friesland en Drenthe? De NOMMER sprak zowel met teamleider Rob Drees als met de vijf investment managers. Drees somt alvast op: ‘We zitten dicht op de ondernemers en het relevante netwerk, signalen uit de markt bereiken ons daardoor snel. We ondersteunen innovatie bij bedrijven, maar zijn zelf ook innovatief met onze producten. We kunnen bovendien snel schakelen.’
Rond 2012 twijfelden de noordelijke provincies of de NOM het mkb wel volledig kon bedienen: was het wellicht mogelijk een aanvulling te creëren? Drees legt uit: ‘De provincies waren toen nog voor een minimaal percentage van 0,01% aandeelhouder van de NOM. De agenda werd vooral bepaald door de grootste aandeelhouder: het ministerie van EZ.’ Overleg tussen de NOM en de provincies resulteerde in de oprichting van Doefonds Fryslân en MKB Fonds Drenthe in 2014, en Investeringsfonds Groningen in 2015. ‘De provincies zijn aandeelhouder van hun eigen fonds en NOM is beheerder. Het zijn alle drie zelfstandige fondsen’, benadrukt de teamleider. Over zijn eigen rol is hij bescheiden: ‘Ik ben slechts de stuurman van de regionale fondsen. Ik zorg dat er een duidelijk speelveld ligt voor de investment managers en dat alles aan de achterkant goed geregeld is, zodat zij met ondernemers aan de slag kunnen. De investment managers zijn degenen die het werk verzetten, lees maar eens hoe zij dat doen.’
Sybo Zijlstra
investment manager bij de FOM sinds 2017
‘De doelstelling van het Doefonds Fryslân was het financieren van innovaties in het Friese mkb. Eind 2017 besloot Provincie Fryslân dat we de doelgroep gingen verruimen naar het brede Friese mkb. De naam werd gewijzigd naar Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM) en er kwam meer budget. De laatste jaren is er opnieuw een verschuiving, maar dan vanuit de markt: praktisch alle financieringen hebben iets met circulariteit of duurzaamheid te maken. Hiervoor werken we soms ook samen met Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE), eveneens een fonds van Provincie Fryslân.
De provincie wil de brede welvaart in Friesland versterken met de Economische Samenwerkingsagenda Blue Delta. Deze bestaat uit zes speerpunten: AgroFood, Water Technology, High Tech Systems
& Materials, Circular Materials, Maritime Technology en Tourism & Hospitality. Wij richten onze portefeuille in volgens deze speerpunten en hebben de sectoren (behalve toerisme) binnen ons team verdeeld. Ik richt me op Water Technology, Klaas op AgroFood en Circular Materials en Reno neemt High Tech Systems & Materials en Maritime Technology op zich.
Natuurlijk zijn ook ondernemingen die niet binnen deze sectoren vallen, nog steeds van harte welkom. Ik verwacht dan ook dat we het voorlopig heel druk blijven houden. Onze portefeuille groeit door en ook beheertaken spelen een steeds grotere rol.
De FOM is een hele mooie aanvulling op het financieringslandschap in Friesland. Wij helpen bedrijven met een flitsende start of met vervolgstappen die ze anders niet voor elkaar zouden krijgen. We zitten niet op de stoel van de ondernemer, maar zijn ook niet alleen maar financier. We bieden ondersteuning via ons netwerk, onszelf en de NOM. Dat wij niet alleen een financiële doelstelling hebben, maar ook een maatschappelijke doelstelling, wordt door veel ondernemers gewaardeerd.’
‘Toen het Fonds startte in 2014, na de kredietcrisis, kon het mkb moeilijk aan financieringen komen. Wij voorzien mkb’ers die willen groeien en/of innoveren en die niet bij een bank terecht kunnen, van een financiering. Als wij ergens in investeren, moet dat van maatschappelijk belang zijn voor de provincie. De investering moet leiden tot een positieve bijdrage aan thema’s zoals leefbaarheid, gezondheid en duurzaamheid. We wonen hier in een prachtig gebied, maar dat gebied moet ook leefbaar blijven op de langere termijn. Daarvoor is onder andere werkgelegenheid nodig, voor alle vormen van opleidingen. Zodat je de keuze hebt om hier te blijven en niet automatisch naar het westen hoeft. Ook voor de toekomst van mijn kinderen vind ik het belangrijk dat het in Drenthe goed wonen, werken en leven blijft. Het fonds is de afgelopen tien jaar behoorlijk succesvol geweest. We hebben ongeveer 65 bedrijven gefinancierd, voor een totaalbedrag van ruim 18 miljoen euro. Daarbij hebben we bijna 600 arbeidsplaatsen gerealiseerd. We nemen ook andere partijen mee in financieringen, we werken bijvoorbeeld veel samen met banken. We maken gezamenlijk financieringen mogelijk die alleen niet mogelijk waren. We trekken
Emmy Saimi-Roozeboom
investment manager bij MKB Fonds Drenthe sinds 2017
dus ook ‘geld los uit de markt’, de afgelopen tien jaar was dat zo’n 40 miljoen euro.
Door meer producten te bieden hebben we de mogelijkheden voor financieringen verruimd. Het liefst zouden we daar nog meer aan willen toevoegen. Naast het bieden van financiële oplossingen hebben we echt een binding met de ondernemers. We komen regelmatig langs, we fungeren als adviseur en sparringpartner en we geven ondernemers toegang tot ons altijd groeiende netwerk. We hebben ontzettend leuke bedrijven in onze portefeuille, daar ben ik trots op. Daarnaast ben ik altijd op zoek naar bedrijven met goede ideeën en mooie ambities. Daar ga ik heel graag mee in gesprek.’
Klaas Kooistra
investment manager bij de FOM sinds 2022
‘Ik werk al zo’n tien jaar bij de NOM en heb ook ervaring in andere provincies. In Friesland is er een sterke collectieve wil om samen iets te bereiken. Er is een drang tot samenwerking die ervoor zorgt dat er minder hordes genomen hoeven te worden dan elders. Dat merk ik ook in de Kanselarij, waar we sinds januari zijn gevestigd. Het hele cluster van sectoren die Sybo noemde is hier vertegenwoordigd. Bovendien zitten we dicht op de studentenpopulatie. Dat vind ik ontzettend leuk: dit zijn de ondernemers van de toekomst.
We krijgen aan de lopende band leads, voor een groot deel uit ons eigen netwerk. Ik drink graag koffie met ondernemers. Ook al leiden ideeën niet direct tot concrete financieringsplannen, ik ga er met open vizier in en verwijs ook graag door naar andere partijen. Wie weet wat er later nog van komt. Bovendien deelt zo’n ondernemer zijn positieve ervaring met de FOM geheid met zijn eigen netwerk. De grootste verandering in de afgelopen jaren is het financieringslandschap. Tien jaar geleden had een ondernemer niet veel te kiezen. Nu is er veel meer kapitaal in de markt en zijn er veel meer partijen actief. Ondernemers die het goed aanpakken kunnen daardoor kiezen uit meerdere paarden om op te wedden. Je moet kunnen samenwerken met andere partijen, netwerken en kennisdelen.
Mijn wens voor de toekomst is dat we de ruimte krijgen om de enorme deal-flow en wil om samen te werken, vaker om kunnen zetten in succesvolle financieringen. Zo kunnen we met de FOM maatschappelijk van nog grotere waarde zijn voor Friesland.’
investment manager bij de FOM sinds 2023
‘Ik ben vorig jaar aangenomen omdat Sybo en Klaas het behoorlijk druk hadden. Het is sindsdien bepaald niet rustiger geworden! Dat we ons nu gaan focussen op de provinciale speerpunten, zorgt wel voor meer structuur.
Daarnaast hebben we de intentie om samen te gaan werken met belangrijke partners, zoals NHL Stenden en FB Oranjewoud. NHL Stenden heeft een Center for Entrepreneurship: hbo-studenten volgen een programma waarin ze werken aan hun ondernemerschapsambitie. Wij zijn in gesprek met de hogeschool om te onderzoeken hoe we samen startende ondernemers kunnen helpen begeleiden bij het opzetten en draaiende krijgen van hun onderneming. De FOM kan daarbij onder andere ondersteunen met startkapitaal. Provincie Fryslân, gemeente Leeuwarden, NHL Stenden en wij kunnen wellicht op deze manier
onze krachten bundelen, omdat we met dezelfde blik naar jong ondernemerschap kijken: we willen dat innovatie en kennis in de regio blijft en dat talentvolle studenten niet vertrekken. Als zij een potentieel succesvol plan hebben, helpen we ze graag verder.
Daarnaast kijken we met andere partijen zoals Oranjewoud Export Academy naar andere mogelijkheden om bij belangrijke ondernemingsvraagstukken te kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld het vinden van de juiste product-marktcombinatie en het zetten van de eerste internationale stappen.
Voor mij is een traject gelukt als een ondernemer ons niet meer nodig heeft. We slepen zo’n ondernemer door een moeilijke periode heen: een startfase, of bijvoorbeeld een fase waarin een product nog doorontwikkeld moet worden. Wij ondersteunen ondernemers echt: we hebben zelf relevante kennis van ondernemen, maar ook een breed netwerk dat we kunnen inzetten. Als uiteindelijk alles op z’n plek valt, is onze missie geslaagd.’
‘Ik kom uit Groningen en werk sinds 1 maart bij MKB Fonds Drenthe. Het spreekt me aan dat de mkb’ers hier in Drenthe gedreven ondernemers zijn: ze hebben passie en zijn intrinsiek gemotiveerd om een succes te maken van hun bedrijf. De noordelijke nuchterheid en bescheidenheid siert ondernemers, maar de fantastische dingen die ze doen mogen wel wat zichtbaarder zijn.
Ik denk dat we richting een toekomst bewegen waarin het belang van snel geld verdienen meer naar de achtergrond verdwijnt en iets goeds kunnen doen steeds belangrijker wordt. MKB Fonds Drenthe sluit daar naadloos op aan. Er moet natuurlijk een financieel rendabel plan liggen voordat wij gaan financieren, maar als we instappen helpen we een bedrijf én de provincie vooruit. We zijn er bovendien niet om de markt weg te halen bij de bank. Ik heb inmiddels al meermaals met ex-collega’s van de Rabobank om tafel gezeten. We zijn geen concurrenten, we kunnen elkaar juist aanvullen om financieringen compleet te maken.
Tim Vonk
investment manager bij MKB Fonds Drenthe sinds 2024
De markt ontwikkelt zich snel, evenals technologieën zoals AI. Het is belangrijk om daarvan op de hoogte te zijn. Stilstand is écht achteruitgang: je moet meegaan met de tijd door middel van innovatie. Ook hierin hoop ik binnen het MKB Fonds Drenthe mijn rol te pakken. Wij zijn namelijk niet alleen geldverstrekkers, we sparren ook met ondernemers en adviseren hen. Ik vind het fijn om ondernemers echt in de ogen te kijken. Zo bouw je een band met elkaar op en weet je wat je aan elkaar hebt. Uiteindelijk financier je toch de mensen achter de organisatie.’
Rob Drees
teamleider regionale fondsen
‘Ondernemers: investeer!’
Rob Drees is enthousiast over de gedrevenheid van ‘zijn’ investment managers. ‘Ik ben ontzettend blij met onze regionale fondsen: het zijn oprecht mooie organisaties die al tien jaar van grote toegevoegde waarde zijn voor het mkb. We zijn in staat om snel op een marktbehoefte in te
spelen: wie innovatie wil stimuleren, moet dat zelf ook in haar DNA hebben. Het (export-)garantieproduct dat we hebben ontwikkeld in samenwerking met Liberty Mutual is daar niet alleen een mooi voorbeeld van, het is ook lekker rebels.’ Drees wil het mkb ook een belangrijke boodschap meegeven: investeer! ‘Ondernemers moeten op korte termijn investeren in innovatie en digitalisering, anders missen ze de boot. En dat kan voor iedereen in de provincies heel schadelijk uitpakken.’ De teamleider benadrukt dat er de komende drie tot vijf jaar echt een slag gemaakt moet worden. De koplopers zullen deze slag winnen en een aantal bedrijven gaan het niet redden, als ze niet tijdig ingrijpen. Kom met investeringsplannen en klop aan bij onze investment managers. Zoals je kunt lezen is iedereen ontzettend gemotiveerd om te helpen.’
Aangenaam
Amarenske Klatter, communicatie adviseur
Chemport, laat zich kennen in 10 vragen
Wat is je meest opvallende karaktereigenschap?
Ik ben nieuwsgierig naar allerlei uiteenlopende onderwerpen – random deepdives naar trivia is een favoriete hobby.
Wat is je grootste tekortkoming?
Ik heb een scatterbrain: ik ben soms overal en nergens tegelijk mee bezig.
Wie is je favoriete schrijver?
Mijn all time favoriet is Louis Couperus. Mijn huidige favoriet is Kazuo Ishiguro.
Wat is geluk voor jou?
Om met Louis Couperus te spreken: ‘Het geluk is als een kapel. Dat moet je niet zoeken te grijpen, daar is het te broos en te etherisch toe, dan gaat het dood.’
Kortom: het is er, soms, soms vaak. En naast er blij om te zijn dát het er is, wil ik niet overanalyseren wát het dan is.
Met welke historische figuur identificeer je je graag?
Met Florence Foster Jenkins, hahaha (zoek maar op).
Wat doe je het liefst?
Spelen met mijn dochter, uitjes met mijn gezin, dansen met vriendinnen, koken, lezen, naar theater en (slechte) series kijken.
Wat was het mooiste moment in je leven?
Het eerste moment dat Rivka, mijn dochter, me recht in de ogen keek en ik een diepe herkenning voelde: oh, jíj bent het.
Wat ligt er op je nachtkastje?
Momenteel: Ik ben Pelgrim van Terry Hayes, mijn e-reader (waarin een romannetje openstaat), een glas water en mijn ringen.
Hou het simpel, maar leef met vlag en wimpel. 1 2 3 6 5 4 7 8 9 10
Wie zijn je helden? John K. Samson, Corry Tendeloo, mijn ouders �� 33
Wat is je levensmotto?
Het Business Innovation Program Food (BIPF)
hielp Wafilin om zich scherper te profileren op de internationale markt. De membraanfiltratiespecialist en Friese onderneming van het jaar lijkt daar aardig de vruchten van te plukken. Vooral in Groot-Brittannië zijn al mooie stappen gezet.
Jos van Dalfsen zit aan een ronde tafel in zijn aangename en comfortabele kantoor. De middag is net begonnen. Vanuit de aanpalende kantine klinkt het vrolijke geroezemoes van medewerkers die zijn aangeschoven voor de lunch. Er verschijnt een glimlach op het gezicht van de Business Development Director van Wafilin Systems.
‘Dit is één van de redenen waarom we vorig jaar maart onze kantoren op de WaterCampus hebben verruild voor een eigen pand’, zegt Jos. ‘We waren uit ons jasje gegroeid en wilden een werkplek creëren waar iedereen zich meteen thuis zou voelen. Een nieuw onderkomen dat bovendien alle ruimte en gelegenheid moest bieden om onze groeiambities te realiseren. Ik heb het idee dat we daar prima in zijn geslaagd.’
Wafilin weet wat
Grote stappen
Precies een jaar na de verhuizing was er weer een mijlpaal. Wafilin werd verkozen tot Friese onderneming van het jaar 2024. Een mooie waardering voor de grote stappen die de membraanfiltratiespecialist uit Leeuwarden de afgelopen jaren heeft gezet. In Nederland, maar ook daarbuiten.
Een membraanfiltratiespecialist dus. Of Masters in Membrains, zoals Wafilin zichzelf ook graag noemt. Wat wil dat nu eigenlijk zeggen?
‘Wij ontwikkelen, engineeren en leveren membraanfiltratiesystemen voor klanten in de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie’, legt Jos uit.
‘De systemen worden ingezet voor het hergebruiken van water, het besparen van energie en het verwaarden van reststromen. We helpen klanten, kortom, met innovatieve en circulaire oplossingen om duurzamer en efficiënter te kunnen produceren.’
DUCAM
De behoefte is groot en lijkt alleen maar toe te nemen. Mede ingegeven door de transitie van dierlijke- naar plantaardige eiwitten, de opkomst van de circulaire economie en de groeiende urgentie van
bedrijven in de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie om water en energie te besparen. De kennis, expertise en service van Wafilin is dan meer dan welkom, uiteraard.
Zo werd het bedrijf in 2014 door Royal AVEBE gevraagd om een filtratiemethode te ontwikkelen om de eiwitwinning zuiniger en goedkoper te maken. Want naast het verwerken van aardappelen tot zetmeel zet AVEBE al tijden stevig in op het winnen van eiwitten uit aardappelsap. Alleen: tot dan toe was dat een enorm energie- en waterintensief proces. Vier jaar later resulteerde de samenwerking in het membraanfiltratiesysteem DUCAM, wat staat voor Duurzaam Concentreren van Aardappelsap met Membranen. Het systeem zorgt niet alleen voor een waardevol restproduct, maar ook voor een substantiële reductie van water- en energieverbruik. Niet zomaar werd het DUCAM-project, een doorbraak in concentratieprocessen, in 2021 door het platform Watervisie uitgeroepen tot Water Innovator of the Year.
Vliegwiel
De succesvolle samenwerking met Royal AVEBE fungeerde als een soort vliegwiel voor de groei en bloei van Wafilin. ‘Het project heeft het bedrijf stevig op de kaart gezet’, stelt Jos. ‘Het zorgde er onder meer voor dat ook andere gerenommeerde partijen als Cosun, Royal A-ware en Friesland Campina ervoor kozen om met onze oplossingen hun productieprocessen te optimaliseren en te verduurzamen. En zo werd ons klantenportfolio steeds verder uitgebreid.’
Daar komt bij: circulariteit is wereldwijd allang geen buzzword meer, maar voor veel bedrijven een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering.
klanten willen
Sterker nog, het terugwinnen van water, energie en waardevolle grondstoffen uit reststromen is vaak cruciaal om de continuiteit van een onderneming te waarborgen. En ja, dan is het wel zo prettig om te weten welke filtratiestappen daarvoor nodig zijn, waar een installatie voor de gewenste toepassing aan moet voldoen en geïmplementeerd moet worden.
Internationaal profileren
Langzaam groeide bij Wafilin het besef dat er ook buiten Nederland kansen lagen. Maar internationaliseren gaat niet zomaar. Want hoe kom je over de grens in een bepaalde markt binnen? Wie zijn daar nu echt je potentiële klanten en wat is concreet de waarde die je levert? Dus: hoe kun je je internationaal optimaal profileren en wat is dan je boodschap? ‘We wilden ons daar zo goed mogelijk op voorbereiden’, zegt Jos. ‘Vandaar dat we in het najaar van 2022 besloten om deel te nemen aan het Business Innovation Program Food, kortweg BIPF.’
Het BIPF, een initiatief van de regionale ontwikkelingsmaatschappijen, helpt startups en bestaande mkb-bedrijven die willen bijdragen aan de voedseltransitie. Stap voor stap worden ze ondersteund om op het juiste moment en op de juiste manier aan de slag te gaan met hun visie,
Tijdens het BIPF hebben we geleerd dat je al in een heel vroeg stadium helder in beeld moet hebben wat een klant écht wil.
Jos van Dalfsen, Business Development Director Wafilin Systems
klant, product, impact, verdienmodel, het team en mogelijke samenwerkingen. Om uiteindelijk te komen tot een gezonde businesscase.
Take-away
Het programma werd ruim een jaar geleden door Wafilin afgerond. Wat heeft het BIPF het bedrijf tot dusver opgeleverd? ‘We hebben geleerd dat je al in een heel vroeg stadium helder in beeld moet hebben wat een klant écht wil’, antwoordt Jos direct. ‘Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Wij zijn een technisch georiënteerd bedrijf en dat vergroot de kans dat je te snel in een oplossing-modus gaat. Dus zonder dat je vooraf de klantvraag grondig hebt ontrafeld. Met welke vraagstukken houden ze zich bezig en waarom? Wat zijn de knelpunten en belemmeringen en hoe neem je die weg? We merkten dat veel andere deelnemers daar ook tegenaan liepen. Een andere take-away is dat we, na het binnenkrijgen van een aanvraag, nog gerichter moeten kijken of het project wel bij onze focus past. Wederom een inkoppertje wellicht. Maar in het verleden hebben we weleens iets te snel ja gezegd. Als we vinden dat we te weinig waarde kunnen toevoegen, blijven we daarvan weg. Anders verstoort het onze organisatie alleen maar.’
Groot-Brittannië
Inmiddels is er een doordacht plan voor internationalisering. In Duitsland heeft Wafilin al een aantal projecten gedaan en ook in Polen draait nu een installatie van het bedrijf. Het vizier is in eerste instantie echter met name gericht op Groot-Brittannië. Simpelweg omdat daar volgens marktonderzoek de grootste kansen liggen. Door de Brexit, maar vooral ook door de grootte van de markt en het type bedrijven in de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie.
‘Een groot deel van de bedrijven in de Britse zuivel- en voedingsmiddelenindustrie moet een extra tandje bijzetten om te verduurzamen’, verduidelijkt Jos. ‘In vergelijking met andere West-Europese landen lopen ze vaak net iets achter. Terwijl ook zij genoodzaakt zijn die transitie in te zetten. Wij zijn goed in het verduurzamen van bestaande fabrieken. In het integreren van membraanfiltratiesystemen in bestaande productieprocessen, om precies te zijn. De afgelopen periode hebben we op dat vlak mooie stappen gezet en zeker in Groot-Brittannië laten zien dat onze toepassingen van grote waarde zijn. Daarom gaan we onze activiteiten daar de komende jaren flink uitbreiden. Intussen kijken we vanzelfsprekend ook naar andere landen, met name in West-Europa.’
Bij Topsport NOORD noemen ze zichzelf
‘de vooruitgeschoven post van NOC*NSF in de regio’. Je zou denken: NOC, Olympisch, dat gaat vooral over de prestaties van TeamNL en de stapel gouden medailles in Parijs. Niet helemaal waar. Directeur Evert Jorritsma vertelt over die ándere belangrijke poot van zijn organisatie, die stiekem steeds belangrijker aan het worden is. Niet alleen voor de sporters en sportclubs zelf, in feite voor de hele samenleving: talentontwikkeling. Als het een voetballer was, zou je zeggen: volmaakt tweebenig, die Evert.
‘Als het aan ons ligt, maakt het voor een jong talent niet meer uit waar je wieg staat en hoeveel geld je ouders hebben. Het gaat om kansengelijkheid. De top bereiken mag nooit het alleenrecht voor een bevoorrechte elite worden. We moeten de voorwaarden scheppen, zodat elk jong talent in Friesland, Groningen en Drenthe zich op zijn of haar gemak kan ontplooien. In de eigen omgeving. Daar komt heel veel bij kijken; zoiets kan alleen bovenprovinciaal geregeld worden. Om de krachten op een slimme manier te bundelen. Net als bij de NOM eigenlijk. Om ons werk goed te doen, moeten we wel samenwerken in het Noorden. Samen met de gemeenten en drie noordelijke provincies. Verbindingen leggen. Anders blijft de aandacht voor talentontwikkeling te versnipperd en de focus te lokaal.’
Hoe dan? De infrastructuur
Topsport NOORD bouwt vooral aan de infrastructuur. Zodat die bereikbaar en betaalbaar is. Iets wat niet vanzelfsprekend is en ook onder financiële druk staat. De extra voorzieningen die nodig zijn voor talenten in de sport, op redelijke reisafstand van je woonplaats. Dat betekent: afspraken maken met plaatselijke onderwijs- en kennisinstellingen, zodat de talenten met een aangepast lesprogramma aan zowel een maatschappelijke als sportieve carrière kunnen werken. Een compleet Zorgcentrum met medische begeleiding, sportarts, fysio, diëtist, orthopedisch chirurg, voetspecialist, adviezen van het leefstijlcentrum, werken aan ‘prestatiegedrag’ (wat je vroeger mental coaching noemde) en blessurepreventie. Het betekent ook afspraken maken met belangrijke stakeholders op bovenlokaal en regionaal niveau. Iets wat Topsport NOORD samen met de provincies Groningen, Drenthe
Dichtbij huis je
en Fryslân en de gemeenten Emmen, Groningen, Heerenveen, Súdwest Fryslân en Smallingerland heeft gedaan. Deze afspraken zijn inmiddels bekend onder de naam Talenthub Noord.
Evert maakt graag de vergelijking met ProRail en NS: ‘Wij leggen de rails en de perrons en moeten ervoor zorgen dat het spoor overal even breed is. De sport dat is de NS. Zij bepalen wie in welke trein zit, waar de trein stopt en waar ze in- en uitstappen. Wij doen alles, behalve het spelletje zelf.’
Zo krijgen talenten een reële kans om te ontdekken hoe ver ze kunnen komen. Ga maar na: je moet als ouder in Emmen van een dochter die goed kan schaatsen toch wel bijna knettergek zijn om een paar keer per week in alle vroegte naar Thialf in Heerenveen te rijden? Om meteen een misverstand weg te nemen: Topsport NOORD heeft niet de ambitie om tien Thialfs te laten bouwen. Uiteindelijk gaan de aller-allerbeste zwemmers nog steeds naar Eindhoven, hardlopers naar Papendal, roeiers naar de Amsterdamse Bosbaan. Maar op het ‘tussenstation’ thuis heb je alvast alle mogelijkheden om de ontdekkingsreis goed te beginnen. Evert geeft als voorbeeld een Groningse student die uitzonderlijk hard kan roeien. ‘Vroeger zou je misschien zeggen: ga maar niet in Groningen studeren, je kunt het beste lekker dichtbij de Bosbaan in Amsterdam wonen, daar traint TeamNL. Nu kunnen we zeggen: alles wat je voorlopig nodig hebt om je te ontwikkelen, is in Groningen aanwezig. Krachttraining, sportarts, aan het einde van het Hoornsediep het nog veel langere Noord Willemskanaal.’ Bijkomend voordeel: kan zo’n student blijven, dan verliest de regio Noord niet onnodig sportief talent én hersens aan de Randstad. Dat gaat verder dan alleen sporten. Topsporters zijn duaal opgeleid (ze combineren werk en studie), ijverig en ambitieus. Die kwaliteiten stoppen niet ineens na hun sportcarrière; ze gaan hier in het Noorden hoe dan ook een aanwinst voor het werkgebied van de NOM betekenen.
Wat is de waarde van sport?
Loop je een dagje mee met Evert, dan valt het op: de woorden ‘gouden medaille’ vallen geen enkele keer. Terwijl hij toch geregeld inspirerende
talent ontdekken
lezingen geeft met niemand minder dan Ireen Wüst. Hij praat juist vol vuur over de sport, maar dan ook echt in de breedste zin. Ten eerste is er de groeiende kloof tussen topsport en breedtesport, die dreigt steeds dieper te worden. Oorzaak: beeldschermtijd. Jongeren bewegen minder. Ook daarom is talentontwikkeling steeds belangrijker. Evert: ’Het maakt dan eigenlijk niet uit of je een niet-Olympische sport doet, of voor mijn part uitblinkt op de piano of op het toneel.’
En dan is er nog de zakelijke kant, de economische waarde, waar de regio volop van meeprofiteert. Vraag je aan Evert of topsport een economische factor is, dan zegt hij alleen: ‘100%’. Gemeente Heerenveen liet eens onder haar vier (top)sportpartners, waaronder Topsport NOORD, becijferen wat topsport oplevert. Ze keken uitsluitend naar de harde cijfers (‘geen inschatting, maar met stempel van de accountant in het jaarverslag’), dus bijvoorbeeld de huur van accommodaties. Zo kwamen ze al op ruim 51 miljoen euro per jaar. Vermoedelijk in werkelijkheid veel en veel meer, want nog zonder de lastig meetbare resultaten voor de plaatselijke middenstand, de hotels en wie weet welke bedrijven allemaal nog meer direct of indirect.
Misschien nog wel indrukwekkender, ook weer duidelijk in de breedte: de onmiskenbare maatschappelijke waarde van sport en topsport. Jongeren kunnen zich op allerlei manieren optrekken aan geslaagde rolmodellen. Evert noemt inspiratiewaarde, identificatiewaarde (trots op een streekgenoot, het overnemen van de aanstekelijke winnaarsmentaliteit) en ten slotte ontplooiingswaarde. Resultaat: betere zelfredzaamheid, meer saamhorigheid, soms ook betere cognitieve vaardigheden; topsporters hebben vaak een hbo of wo leer- en denkvermogen. Het draagt allemaal bij aan een vitale samenleving, waar economische kansen liggen.
Sport als sociaal-cultureel bindmiddel
Nederland telt vijf TeamNL Centra (voorheen CTO). Topsport NOORD met de programma’s in Heerenveen is er daar één van. Daarnaast heeft Topsport NOORD 18 talentontwikkelingsprogramma’s. De overtuiging is: als de infrastructuur klopt en je werkt ook aan de leefbaarheid, dan voelen atleten zich hier thuis. Er geldt eigenlijk hetzelfde als voor de werkgevers in het Noorden: ook al maak je nog zo’n mooi product, als de afzetmarkt en goed personeel ontbreken, ben je nergens.
Bij innovatie zoekt Topsport Noord altijd de verbinding met de breedte. Goed voorbeeld: de drie Topsport Hubs in Heerenveen (Sportstad Heerenveen), Groningen (TsZC Omnium) en Emmen (Beweegcampus). Deze plekken fungeren als een soort openbare kliniek, voor alle inwoners beschikbaar. Met de disciplines die we allemaal wel eens nodig hebben, topsporter of niet. Wat meespeelt: traditionele ziekenhuizen ondervinden ook de uitdagingen van de snel veranderende markt en toenemende zorgkosten. Aan hen wordt ook gevraagd om steeds meer kwaliteit te leveren, zonder dat er onnodig met kosten en wachtlijsten wordt gewerkt. Topsporters hebben bij een pijntje baat bij uitsluitsel binnen 24 uur. Door gezamenlijk op te trekken kun je verbindingen leggen waarin we enerzijds door de te creëren massa de totale kosten efficiënter kunnen inzetten en anderzijds door kennis te delen vanuit de topsport ook aan de kwaliteit en innovatie kunnen werken. Bij Omnium maak je het complete rondje dat anders weken kan duren: consult, foto’s maken, naar de kniespecialist. Het mes snijdt aan twee kanten, want zonder de patiënten uit de breedte zou Omnium nooit een dure MRI-scan kunnen aanschaffen.
Ook de innovaties in de sport vinden soms prachtig hun weg de breedte in. In de aanloop naar de Olympische Spelen van het warme en vochtige Tokyo liet TeamNL/NOC*NSF met partners, hun medische staf en bewegingswetenschappers onder andere een klimaatkamer maken. En koelvesten om de lichaamstemperatuur omlaag te brengen. Het project ‘Thermo Tokyo’.
‘Toen de Spelen van 2020 vanwege corona ineens niet doorgingen, doneerden we de koelvesten aan ziekenhuizen, voor het razend drukke IC-personeel dat in zware omstandigheden vol moest zien te houden. Als verpleger op de IC moest je een zweterig beschermingspak aan; met onze koelvesten lukte het om dat de hele dag aan te houden. We boden bovendien onze sportpsycholoog aan om iets te vertellen over ‘presteren onder druk’. Mooi toch, als het zo werkt?’
Trainingen, workshops en masterclasses volgen op hoog niveau, en tegelijkertijd werken in een betaalde baan. De Rijksuniversiteit Groningen biedt het programma Engineering Doctorate, dat na de zomer van start gaat. Voor tech-bedrijven kan dat een uitkomst zijn, zeker nu de helft van de kosten dankzij subsidie gecompenseerd wordt.
Nieuwe post-master helpt bedrijven met technologische uitdagingen
Oprichter Anne de Vries
Bedrijven die willen groeien en innoveren, die hun technologie willen verbeteren, nieuwe processen willen implementeren, of producten op de markt willen brengen hebben een flinke uitdaging: hoe komen ze aan technologen die state-of-the-art kennis beschikken om die doelen tot een goed eind te brengen. De Rijksuniversiteit Groningen kan daarbij helpen. Zij kan wetenschappelijke kennis koppelen aan de innovatievragen van de bedrijven.
‘We merken binnen onze netwerken dat daar behoefte aan is’, zegt Jos Winkelman, de wetenschappelijke directeur van Sustainable Process Design, één van de twee Engineering Doctorate (EngD) programma’s. ‘Fundamenteel onderzoek is belangrijk, maar bedrijven hebben ook behoefte aan een directe, praktische vertaling daarvan.’
In dit geval draait de post-masteropleiding om de verduurzaming van de procesindustrie. Wie deelneemt, is na twee jaar een hoogopgeleide en gespecialiseerde procesingenieur die alle kennis in huis heeft om te helpen met de transitie naar een duurzame procestechnologie. Het andere EngD-programma gaat over Autonomous Systems. Hoogleraar Software Engineering en wetenschappelijk directeur Paris Avgeriou leidt die opleiding. ‘We hebben veel hightech groeiers in Noord-Nederland. Die hebben last van groeipijnen en grote behoefte aan technologische ontwikkeling, maar missen de ruimte voor genoeg R&D. Wat je dan nodig hebt, zijn hoogopgeleide engineers die innovaties in de praktijk kunnen brengen. Dat is waar de Engineering Doctorate om draait.’
In het najaar moeten de eerste tien projecten voor elk programma starten. Bijzonder is, dat bedrijven en de opleiding direct gekoppeld worden. De masterclasses (vakken van post-masterniveau gekoppeld aan laboratoriumwerk), workshops en trainingen worden deels afgesteld op de behoefte van het bedrijf. Sterker nog: een medewerker kan in zijn eigen werkomgeving aan zijn kennis werken en die direct toepassen tijdens de opleiding.
‘Dat is één mogelijkheid’, vertelt hoogleraar Bayu Jayawardhana, die ook wetenschappelijk directeur van het Engineering & Technology Institute Groningen is, en trekker van de twee EngD-programma’s. ‘Een andere mogelijkheid is dat de student bij ons in dienst komt, vergelijkbaar met een promotieplek.’
In beide gevallen is er flink wat subsidie beschikbaar voor ondernemingen die mensen naar voren schuiven voor het programma. Jayawardhana: ‘De kosten worden voor ongeveer de helft vergoed vanuit het Just Transition Fund. Dan gaat het over loonderving voor de tijd dat een medewerker die meedoet aan het studeren is, óf voor het in dienst nemen door de universiteit van zo’n student.’ Die korting geldt voor de komende twee jaar.
Avgeriou denkt dat het hard nodig is om dit soort specifieke kennis te delen, voor het tackelen van alle transities waarmee de maatschappij wordt geconfronteerd. ‘Afgezien daarvan helpt ons aanbod ook met het verzachten van een ander probleem: het tekort aan werknemers. Tech-bedrijven die zo’n Engineering Doctorate kunnen bieden, zijn meteen aantrekkelijker voor nieuw talent. Voor het behoud van goed personeel werkt dat hetzelfde. Bedrijven stellen hen ermee in staat verder te groeien in hun carrière.’
Aanmelden of meer weten?
In september gaat de eerste lichting van de EngD-studenten van start. Daar is nog wat ruimte, maar vol is vol. Bedrijven en ondernemers die meer willen weten over de opleidingen kunnen kijken op www.rug.nl/fse/education/engd-programmes of scannen (of clicken) de code.
Doe mee! Word TopDutch ambassadeur
Zet je organisatie op de kaart
Draag jij bij aan de transities? Zet je organisatie dan op de kaart!
De kaart biedt internationale bedrijven inzage en toegang tot de bestaande ecosystemen en transitiesectoren die onze regio zo uniek en krachtig maken.
TopDutch Toolkit: jouw weg naar succes
Ontdek alles wat je nodig hebt om het merk TopDutch te gebruiken als onderdeel van je communicatiestrategie.
Scan de code en download de Partners Toolkit.
Check!
Word ambassadeur door jezelf op de kaart te zetten.
Word ambassadeur en maak gebruik van de toolkit.
Word ambassadeur en vertel ons wat je mist in het ecosysteem.
Word ambassadeur en volg onze social media kanalen.
Laat van je horen. Help TopDutch jou te helpen
Om jouw missie te bereiken, heb je een ecosysteem nodig dat ambitieus is en wil samenwerken. Heb je een bepaalde technologie, expertise of een leverancier nodig in je waardeketen, laat het ons weten!
Deel jouw 'missing link' met ons. Scan de code.
Enatom wil impact maken met ‘virtuele snijzaal’
Enatom volgt de weg der geleidelijkheid.
Stap voor stap geeft de Groningse startup, een spin-out van het Universitair Medisch
Centrum Groningen (UMCG), invulling aan de missie om zeer gedetailleerde anatomische kennis wereldwijd toegankelijk te maken, plaats- en tijdonafhankelijk.’
‘Het gaat om medisch onderwijs en dan kun je je geen fouten of onzorgvuldigheden veroorloven’, stelt mede-oprichter Stefan Vogelzang. ‘Daarom hebben we samen met het UMCG jarenlang heel doordacht en nauwkeurig gewerkt aan het creëren van een ‘virtuele snijzaal’. Een intuïtieve webapplicatie, met high-end 3D visualisaties, waarmee we de kloof tussen theorie en praktijk in het anatomie-onderwijs helpen dichten.’
De oplossing van Enatom laat zich het best omschrijven als een 3D anatomie-atlas. Maar dan wel één die je altijd en overal, dus plaatsen tijdonafhankelijk, kunt raadplegen en de anatomische kennis tegelijkertijd kunt toetsen. Op de pc, tablet, telefoon of met een VR-bril.
Natuurlijk, medische studenten kunnen kennis over de menselijke anatomie vergaren uit boeken of video’s. Alleen: dat is enkel in 2D, terwijl die kennis in de praktijk in 3D moet worden toegepast. Bovendien is er in kennisinstellingen lang niet altijd genoeg gelegenheid voor goed anatomie-onderwijs en loopt het aantal contacturen met docenten ook nog eens terug. En ja, dan kun je op de snijzaal zomaar tegen allerlei barrières en problemen aanlopen.
Fotorealistisch
‘Door het gebruik van geavanceerde technologie hebben we fotorealistische 3D representaties van echte menselijke lichamen ontwikkeld’, verduidelijkt CEO en mede-oprichter Lusanne Tehupuring. ‘Dus geen computeranimaties, maar ingescande anatomische preparaten. Met andere woorden: het menselijk lichaam is tot in detail gedigitaliseerd. Medici in opleiding kunnen een preparaat vanuit verschillende invalshoeken bekijken en daarover leren. Stel dat je het hart wilt bestuderen. In onze oplossing ben je in een paar klikken waar je moet zijn. Je kunt overal op inzoomen. Heel intuïtief krijg je inzicht in de fijnste structuren van het hart en kun je eenvoudig weer switchen naar andere delen van het lichaam. Het detailniveau waarop alles in beeld wordt gebracht is ongekend. Je ziet nog veel meer dan in de praktijk.’
Verkennen
Hoewel Enatom officieel in september 2022 werd opgericht, voert de ontstaansgeschiedenis terug naar ruim acht jaar geleden. Stefan
In onze oplossing ben je in een paar klikken waar je moet zijn. Je kunt overal op inzoomen.
Lusanne Tehupuring, CEO en mede-oprichter Enatom
Vogelzang en Fabian Debats, eveneens mede-oprichter, timmerden met hun bedrijf VIEMR, één van de eerste Europese partijen met een volledige focus op Virtual Reality en Augmented Reality, destijds stevig aan de weg. Wereldwijd werd voor tal van gerenommeerde organisaties hoogwaardige 360 graden content gecreëerd. ‘We bleven groeien en groeien, maar het was allemaal projectmatig en enorm commercieel’, blikt Stefan terug. ‘Het vrat energie. Ondanks het succes gaf het ons toch te weinig voldoening. Vandaar dat we zijn gaan onderzoeken waar nu écht onze toegevoegde waarde zit. Dat bleek vooral de combinatie zorg en educatie te zijn.’
Stefan besloot een presentatie te geven bij het UMCG. Eén van de aanwezigen was Janniko Georgiadis, hoofd van de sectie Anatomie en Medische Fysiologie van het ziekenhuis. De anatoom, hersenwetenschapper en onderwijskundig onderzoeker was enthousiast en zag meteen kansen voor de inzet van de technologie in zijn vakgebied. Ik wil dit graag met jullie verder verkennen, vertelde hij. Is het mogelijk om het menselijk lichaam te digitaliseren? Dat moest zeker kunnen, wisten Stefan en Fabian. Zo werd de kiem gelegd voor wat later Enatom zou gaan heten. In de kern is Jannikos dus eigenlijk de geestelijk vader van de startup. Nog steeds is hij als adviseur en onderzoeker aan de startup verbonden.
Co-creatie
Wat volgde was een jarenlange periode van ontwikkelen, verfijnen en doorontwikkelen. In het najaar van 2022 resulteerden de inspanningen in de oprichting van Enatom. Simpelweg omdat niet alleen het product, maar ook de markt er klaar voor was. ‘Maar we doen het natuurlijk niet alleen’, onderstreept Lusanne. ‘Het is echt een co-creatie. Voor en door universiteiten en studenten. Zo werken we nauw samen met onder meer het UMCG en het Amsterdam UMC. We luisteren goed naar hun wensen en behoeften en proberen die te vertalen naar onze oplossing.’
Nee, eenvoudig is het allerminst. Er moet tenslotte nogal wat informatie in de webapplicatie worden gestopt. Hoe gaat dat nu concreet in zijn werk? Lusanne: ‘Samen met de ziekenhuizen selecteren we de gewenste content. Daarna worden de preparaten met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gescand. Een camera gaat dan continu langs het preparaat en maakt duizenden foto’s. Met behulp van zogeheten point-cloud technologie worden uit al die beelden 3D objectrepresentaties geëxtraheerd. Studenten van het UMCG en het Amsterdam UMC gaan die vervolgens minutieus digitaal ontleden. Dat is pure digitale ambacht: alles uitsnijden, inkleuren en alle lagen en onderdelen van een preparaat op de best mogelijk manier laten zien. Hoewel het complexe data betreft, zorgt het gebruik van pointclouds voor een naadloze streaming. Zelfs onder niet optimale wificondities zijn we in staat de content heel stabiel te streamen.’
Commerciële mindset
Lusanne werd zo’n twee jaar geleden, niet lang voor de oprichting, benaderd om als CEO Enatom te gaan leiden. ‘Ik wilde haar er heel graag bij hebben’, vertelt Stefan. ‘Bij Noordhoff Uitgevers en Founded in Groningen had Lusanne aangetoond over een sterke commerciële mindset te beschikken. Maar ook heeft ze affiniteit met onderwijs en is ze scherp op de inhoud. Dat heeft Enatom, zeker in deze fase, gewoon nodig. Je kunt ook te snel willen gaan en over jezelf struikelen. Maar als je het echt gedegen wilt aanpakken, kun je geen shortcuts nemen. Vanaf dag één moet je de juiste mensen aantrekken, de juiste bedrijfsvoering neerzetten en de juiste partnerships aangaan.’
Internationaal speelveld
De komst van Lusanne wierp direct zijn vruchten af. Want al snel na de start van Enatom werd, voor de verdere ontwikkeling en de validatie van de aanpak en technologie, een financiering verkregen van G-Force Capital en Triade Investment. Gevolgd door een innovatielening van de Rabobank. Afgelopen maart besloten ook LUMO Labs, UNETI Ventures en de NOM in de startup te investeren. Die laatste financiering is met name bedoeld om de ‘virtuele snijzaal’ door te ontwikkelen en te kunnen opschalen.
‘Het zijn investeerders die niet alleen in ons geloven, maar ook willen bijdragen aan het realiseren van onze missie’, weet Lusanne. ‘Naast het dichten van de kloof tussen theorie en praktijk kunnen we tevens helpen om onderwijsongelijkheid terug te dringen. Talent is wereldwijd overal aanwezig, maar de kansen en mogelijkheden zijn ongelijk verdeeld. In veel landen, met name onder de evenaar, ontbreekt het vaak aan middelen om de menselijke anatomie te bestuderen in een kostbare snijzaal. Onze oplossing kan, als aanvulling op traditionele leermethoden, dat probleem overal ter wereld ondervangen. Als je je begeeft op zo’n internationaal speelveld is het vinden van voldoende financiering uiteraard van groot belang, zeker bij zo’n intensieve technologie.’
Betere zorg
Inmiddels maken duizenden studenten en zorgprofessionals uit diverse Europese landen, waaronder Nederland, België, Duitsland en Oostenrijk al gebruik van Enatom. Het doel is om binnen vijf jaar ook elders in de wereld impact te kunnen maken. ‘Het ziet er tot dusver veelbelovend uit’, zegt Lusanne. ‘Er zijn contacten met steeds meer ziekenhuizen en universiteiten op andere continenten. We merken aan alles dat ze open staan voor een samenwerking en Enatom op termijn ook daar willen inzetten voor het trainen en opleiden van hun studenten en professionals. Dat is mooi, want door gelijke kansen te creëren in het medisch onderwijs wordt een grote stap gezet naar het leveren van betere zorg. En dat is exact wat ons drijft.’
Twee unieke Acceleratieprogramma's voor ondernemers in de bouw
In de dynamische wereld van de bouw- en infrasector draait alles om innovatie en duurzaamheid.
Voor ondernemers die hier actief zijn, is het vaak een uitdaging om hun baanbrekende ideeën effectief op de markt te brengen en te laten groeien. Twee unieke acceleratieprogramma's, speciaal ontworpen voor deze sector, bieden nu de perfecte springplank naar succes: het 'Get Ready to Market’ en het 'Get Ready to Scale' programma.
Ontdek de kracht van focus en marktvalidatie
Het Acceleratieprogramma Toekomstbestendig Bouwen is opgezet met één doel voor ogen: ondernemers helpen om hun innovatieve producten succesvol te lanceren en te laten groeien. Om dit zo effectief mogelijk te maken, worden er twee verschillende programma’s aangeboden die elk aansluiten bij de levensfase waarin de ondernemer
zich op dit moment bevindt. Hajo Reinders, een deelnemer van het programma, benadrukt het belang van focus: ‘We leerden dat het goed is om een stapje terug te doen om vooruit te komen.’ De aanpak van het programma is grondig en praktisch. Deelnemers starten met een bedrijfsscan, waarna een op maat gemaakt ontwikkelingsplan volgt. Gedurende zes intensieve groepssessies en regelmatige voortgangsgesprekken met experts, krijgen deelnemers van het 'Get Ready to Market' programma de tools en kennis aangereikt om hun producten te valideren en hun markt te veroveren. ‘Juist het bevragen van elkaar leverde heel veel op’, vertelt coach Gijs van de Molengraft. ‘De sfeer was open en dynamisch, en er ontstonden zinvolle kruisbestuivingen.’
Van innovatie naar opschaling
Voor startups en scale-ups die de volgende stap willen zetten, biedt het 'Get Ready to Scale' programma een gedegen traject naar groei. Dit zes maanden durende programma richt zich op bedrijven die klaar zijn om op te schalen en hun marktaandeel te vergroten. Alex Berhitu van de NOM, een van de initiatiefnemers, legt uit: ‘De ontwikkelingen op het gebied van biobased en circulair bouwen zijn essentieel gezien de enorme bouwopgave en schaarste aan bouwmaterialen. Dit programma helpt bedrijven om hun innovatieve producten op de markt te brengen en te laten groeien.’
Transformeer jouw innovatieve
ideeën in marktleidende
oplossingen
en bouw aan een groenere toekomst in de bouw- en infrasector. Alex Berhitu, NOM
In dit programma leren deelnemers hoe ze barrières kunnen overwinnen en groeimijlpalen kunnen bereiken. Van het optimaliseren van bedrijfsprocessen tot het uitbreiden van de productiecapaciteit en het betreden van nieuwe markten, de begeleiding is intensief en doelgericht. John Smits, een eerdere deelnemer, deelt zijn ervaring: ‘Het programma hielp me om op een andere manier naar mijn product en potentiële klanten te kijken. Ik leerde dat het draait om klantcommitment en strategische partnerschappen.’
Toewijding en inzet
Beide programma's vragen een grote mate van toewijding en inzet van de deelnemers. Ondernemers die deelnemen aan het 'Get Ready to Market' programma moeten gemiddeld 20 uur per week beschikbaar zijn gedurende tien weken. Voor het 'Get Ready to Scale' programma wordt een inzet van hetzelfde aantal uur per week verwacht gedurende zes maanden. De beloning voor deze inspanning is groot: waardevolle inzichten, strategische kennis en een versterkt netwerk binnen de sector.
ATB
Het Acceleratieprogramma Toekomstbestendig Bouwen biedt een waardevolle kans voor startups en scale-ups in de bouw- en infrasector om hun innovaties op te schalen en duurzame groei te realiseren. Door middel van intensieve begeleiding, netwerkuitbreiding en praktische workshops kunnen deelnemers hun ambities waarmaken en een impact maken in de industrie.
Afsluiting van de eerste editie
Tijdens de eerste editie van het programma 'Get Ready to Market' werden deelnemende startups uitgedaagd om kritisch naar hun marktpositie en groeistrategieën te kijken. ‘Het draaide allemaal om focus, focus, focus!’ vertelt een van de deelnemers. ‘De groepssessies, voortgangsgesprekken en expertmeetings boden concrete handvatten voor marktvalidatie en productontwikkeling.’ Tijdens de feestelijke afsluiting van het eerste programma in Almere, deelden de deelnemers hun laatste inzichten en maakten ze afspraken om samenwerkingen te onderzoeken en ervaringen te blijven delen. Een mooie afronding die de waarde van deze programma’s onderstreepte!
Meld je aan
Ben jij een ondernemer met een innovatief bouwproduct en wil je de markt effectief betreden of opschalen? Dan zijn deze programma's jouw kans om te excelleren. Scan of click de code voor meer informatie. Hier kun je je ook gelijk aanmelden voor een van de Acceleratieprogramma’s Toekomstbestendig Bouwen.
De eerste lichting, klaar om te gaan excelleren.