Jaargang 5 nr. 7, 2014
Het andere vakblad voor de boomkwekerij
C O N N EC T I N G GR E E N PR O F E S S I O N AL S
De eerste haas is binnen
Tolerante Tilia’s: ze bestaan! • Beukentopgalmug • Voorlopig nog meten met een meetlintje • Ook de aannemerij moet zijn verantwoording nemen • Vijfde generatie boomkweker • Kwekers goed kijken met welke retailer ze in zee gaan • LTO-voorzitter geeft functie op • Er voltrekt zich een ramp in Toronto • Duurzaam inkopen
Boomkwekerij
H. KNOL B.V. Jodendijk 51, 7211 EM Eefde NL. E-mail: b.knol@planet.nl
Hereweg 344a 9651 AT Meeden T: 06-21804886 F: 0598-35 2232 www.boomkwekerijboneschansker.nl
DEN MULDER Boomteelt 5971NL Grubbenvorst T: 077 3662289 F: 077 3662784 www.denmulderboomteelt.com
“Onze kwaliteit is onze toekomst”
Telefoon: +31-575-540279
Telefax: +31-575-540232 Internet: www.knolplant.nl
Vaste plantenkwekerij Eldertstraat 8 Zundert T: 076-5973026 F: 076-5972888 info@marijnissenvasteplanten.nl
leverancier van Buxusstek Sempervirens, Faulkner & Prunus Novita
www.wilbertstek.nl Smidstraat 1 - 6691 ES - Gendt Tel. 0481 - 425543 | Mob. 06 - 54255446 Fax 0481 - 422963 | info@wilbertstek.nl
Boomkwekerij Boomkwekerij
H. KNOL H. B.V. KNOL B.V. Gespecialiseerd in beworteld stek en plantgoed van Azalea japonica. Leucothoe in soorten, ook gepantenteerd Pieris japonica in soorten. Vaccineum vitis Idaea gepatenteerd.
Voor al uw gewortelde stekken Gommelsestraat 2 5074 NG Biezenmortel T: +31 (0)135113396 F: +31 (0)135114183 M: +31 (0)651222823 www.hecostekcultures.nl info@hecostekcultures.nl
Grotebaan 6, 5428 NH Venhorst M: 06-53141408 mbloemenvof@hetnet.nl
• 1.5 miljoen plantgoed/uitgangsmateriaal.
Geusert 13 6093 NR Heythuysen (NL) T. +31 (0)475 49 86 00 F. +31 (0)475 49 86 09 E. info@bergs.nl I. www.bergs.nl
onteigening bemiddeling bij aan- en verkoop schade-expertise aan gewassen Prijzenregister Boomkwekerij
Gespecialiseerd in stek, p9, verdelingen en spillen
VOOR ALLE SOORTEN VARENS!
www.vitroplus.nl Tel: 0111-468088
300 Ha met o.a. Coniferen, Buxus, Prunus, Taxus, Kerstbomen en Rhododendrons. Zowel volle grond als potgekweekt. Eperweg 52 8167 L J Oene T: +31(0)578-641422 F: +31(0)578-641404 info@debuurte.nl www.debuurte.nl
Vollegronds plantgoed en container, o.a. Prunus laur. cult., Taxus, coniferen, Buxus en div. Ilex var.
BTW nr. NL 8110 04 521 B Inschrijvingsnr. K.v.K. 08073225 Groene Woud 33B Maalbergenstraat 12 Postbank: 94 06 45 Handelsvoorwaarden HBN/ANTHOS ING Bank Deventer: EG kwaliteit 4731 GT Oudenbosch 4884 MT Wernhout rek.nr. 65 79 54 640 EG Plantenpaspoort, NL Swiftcode: ING BNL 2A Naktuinbouwkwaliteitscontrole Tel/Fax 0031(0)165310190 T: 076 5972920 800024 IBAN NL 36 INGB 0657 95 Naktuinbouwnummer 21852 www.vanaartboomkwekerijen.nl F: 076 597zijn 0720 Op al onze offertes en overeenkomsten zijn de HBN voor Nederland van toepassing. Deze voorwaarden gedeponeerd op 10 juni 1994 ter Griffie www.knolplant.nl Arrondissementsrechtbank te ’s Gravenhage onder nummer 95/1994. Voor het buitenland gelden de ANTHOS voorwaarden. Op verzoek worden deze toegez info@vanaartboomkwekerijen.nl M: 06 221 171 25 Betalingen binnen 45 dagen netto. info@knolplant.nl 361
Slikke rentmeesters
Hoornaar/Ellemeet T 0111 671735 www.vdslikke.nl
"Uw partner voor de beste start"
Handveredelingen van loofhout en coniferen
• 1.5 miljoen heesters en rozen als leverbaar product.
zwart
vander
Van Aart Boomkwekerijen
• 10 ha pot- en containerteelt, 6.5 ha recirculatie.
Engelandstraat 1b 6669 DX Dodewaard T: +31 (0)488 413 097 F: +31 (0)488 411 088 info@batouwe.com www.batouwe.com
Gespecialiseerd in spillen en lichte laanbomen voornamelijk eigen wortel Servennenstraat 5 5066 PS Moergestel T: 013-5131555 / 06-50874190 F: 013-5133819 www.jvanroesselboomkwekerij.nl info@jvanroesselboomkwekerij.nl
Gespecialiseerd in alle gangbare Rhododendrons, van 50 cm tot XL. Europaweg 269 7766 AJ Nieuw Schoonebeek T: 06-10393307 F: 0524-541239 info@kerperien.nl www.kerperien.nl
Gespecialiseerd in teelt van vaste planten in pot Antoniusstraat 32 6011 SE Ell (L) Telefoon: +31 (0)495 555000 Fax: +31 (0)495 555001 E-mail: info@linderskwekerijen.nl www.linderskwekerijen.nl
Zeer uitgebreid assortiment Koepelstraat 3 4884 MV Wernhout T: 076-5974349 M: 06-51519763 F: 076-5976152 domenweijgers@hetnet.nl
Heesters in volle grond
Ongeworteld stek EversGroen Gerrit Achterbergstraat 13 4043 GH Opheusden Tel/Fax: 0488-428095 Mob: 06-21886091 Prijslijst: www.eversgroen.nl
Biggelaarstraat 1 4881 JA Zundert T: 076-5975071 M: 06-51426755 F: 076-5976708 E: info@boomkwekerijkwillemsenbv.nl www.boomkwekerijwillemsenbv.nl
makes your world green Handelskwekerij G. Hoogenraad B.V. Rijksweg 30a 6744 WB Ederveen tel. 0318 571665 info@hoogenraadplant.nl www.hoogenraadplant.nl
Akkerstraat 2a 5084 HL Biest-Houtakker T: 0135054084 M: 0622777615 info@vromanskwekerijen.nl www.vromanskwekerijen.nl
Kwekerij 't Plantloon Groot assortiment coniferen, buxus , taxus en prunus lauro in soorten Plantloonseweg 3 5171 RD Kaatsheuvel T: 0416 339996 F: 0416-348516
28
John van Ruiten: ' Ook de aannemerij moet zijn verantwoording nemen'
Economisch gaat het gelukkig weer een slagje beter, maar in velerlei opzichten leven we natuurlijk in een tijd van afbraak. Veel aspecten van beheer en onderzoek die vroeger als vanzelf bij de overheid lagen, worden afgestoten en verdwijnen. Het is daarom mooi dat er nog instanties zijn die nieuwe zaken erbij pakken. Boom In Business praat met John van Ruiten, directeur van Naktuinbouw in Roelofarendsveen.
3
Colofon Boom in Business wordt 8 keer per jaar in een gemiddelde oplage van 3250 exemplaren verspreid onder boomkwekers en toeleveranciers.
32
Ik wil makkelijk ondernemen Het bedrijf van Henk en zijn broer Michael de Bie is misschien niet de oudste kwekerij van Zundert, maar wel de
Redactie & commercie NWST NeWSTories bv Postbus 569 Fransestraat 41 6500 AN Nijmegen 6524 HT Nijmegen T 024-3602454 F 024-3602464 Hoofdredacteur: Hein van Iersel (hein@nwst.nl) Vakredactie: Santi Raats (santi@nwst.nl) Vormgeving: Marie Cecile Oosterhout Advertenties: Peter Jansen (peter@nwst.nl) Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Abonnementen 68,- per jaar. De abonnementsperiode loopt tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. Voor opgave van een nieuw abonnement belt u met (024) 360 24 54. Op alle abonnementen zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze vindt u op www.boom-in-business.nl/abonnement ISSN: 2211-9884 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Boom in Business c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Boom in Business wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.
4
eerste kwekerij die officieel als kwekerij werd ingeschreven. De broers zijn ambitieus, maar willen wel op een makkelijke manier ondernemen en werken.
40
Peter Bontekoe: 'Met pijn in mijn hart neem ik afscheid als voorzitter'
en verder Actueel
Natuurlijk was hij nooit van plan
6 Nieuws
geweest er na vier jaar alweer mee te
20
De eerste haas is binnen
stoppen. Maar toen zijn bedrijf afge-
46
Kweker Eric van Kempen: ‘De afnemer
lopen zomer in zwaar weer kwam,
weet vaak niet wat het
moesten er domweg keuzes worden
certificaat inhoudt’
gemaakt. Als voorzitter boekte hij veel successen, maar ook waren er frustra-
Achtergrond
ties. ‘Sommige gewasbeschermings-
43
Er voltrekt zich een ramp in Toronto
middelen zijn in de voedingssector
37
Dan trekken we toch gewoon het stropje
toegestaan, dus ze zijn veilig. Waarom
nog wat strakker aan!
kunnen wij ze dan niet gebruiken?’ vraagt Peter Bontekoe zich af.
Column 50 Hoofdredactioneel
inhoud 14
Tolerante Tilia’s: ze bestaan!
In de enquêteresultaten van Luizen-editie van Bomenmonitor geeft een groot aantal boombeheerders aan dat zij weten welke lindesoorten tolerant zijn tegen bladluis. Zij planten deze dan ook aan vanuit die gedachte. Klopt het dat zij voldoende resistent zijn? Wandelende encyclopedie Cees van Casteren, productiemanager bij Van den Berk Boomkwekerijen, bekijkt wat beheerders aanplanten en geeft zijn mening hierover.
22
Nog veel vraagtekens rondom beukentopgalmug Al jarenlang zorgt de beukentopgalmug voor verrassingen bij beukenkwekers. Ook dit jaar dook deze plaag weer op, soms op een onverwachte plaats en soms op een onverwacht moment. In het kader van de problematiek met galmuggen loopt er sinds september 2013 een praktijknetwerk ‘Duurzame beheersing galmuggen’. Binnen dit praktijknetwerk is een aantal proeven uitgevoerd om meer te weten te komen over deze problematiek.
25
Voorlopig nog meten met een meetlintje In het najaar meet een kweker wat de omtrekken van zijn bomen zijn. Ondanks allerlei automatiseringsconcepten gebeurt dit nog altijd met een meetlintje. Het project met een nieuw meetapparaat, een soort mechanische versie van het traditionele meetlint, loopt nu sinds dit jaar. ‘Het bedrijf TreeHug BV is nog niet helemaal klaar met ontwikkelen, maar op korte termijn zal dit apparaatje met de naam Treehugger dan toch eindelijk op de markt komen,’ vertelt Ton Baltissen, senior projectmanager/Business development Wageningen UR/Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
5
Nieuws
Meer EPR in noorden van BOOMBAND/BINDBUIS Hakvoort Westzaan Telefoon 075-616 59 41 Email info@boomband.nl
www.boomband.nl
Laan- en vruchtbomen Langstraat 19 5863 BG Blitterswijck info@boomkwekerijendemaas.nl www.boomkwekerijendemaas.nl T: +31(0)478 531 545 F: +31(0)478 532 040
Nederland In het noorden van Nederland is het aantal eikenprocessierupsnesten het afgelopen seizoen verdrievoudigd. Op een aantal plaatsen in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland zijn zelfs vijfmaal zoveel rupsennesten als afgelopen seizoen aangetroffen. De rups, die gezondheidsklachten kan veroorzaken, heeft zich in het zuiden van Nederland veel minder opvallend verspreid. In het midden van het land is sprake van een verdubbeling. Alleen de provincie Noord-Holland boven Amsterdam lijkt nog plaagrupsvrij. Tot dit jaar kwamen eikenprocessierupsen vooral voor in lanen met eiken. In 2014 zijn de beesten echter ook aangetroffen in natuurgebieden met gemengd bos. Het Kenniscentrum Eikenprocessierups waarschuwt dat gemeenten niet moeten bezuinigen op de bestrijding van de plaagrups, want voor 2015 wordt een verdere toename voorzien. De rupsen laten brandharen los die voor veel jeuk, ademhalingsklachten en ontstoken ogen kunnen zorgen. Zowel mensen als dieren hebben er last van.
Geusert 13 6093 NR Heythuysen T +31 (0)475 49 86 00 F +31 (0)475 49 86 09 www.bergs.nl info@bergs.nl
p e ers r cu Div n pe lle nta
aa
“Onze kwaliteit is onze toekomst”
o.a.:
Taxus med. Hillii Prunus laur. Novita
Buxus micr. Faulkner Thuja occ. Smaragd Buxus micr. Herrenhausen Prunus Lusitanica Angustifolia Buxus Sempervirens Select Taxus med. Hicksii Buxus Sempervirens Thuja occ. Brabant Thuja occ. Danica
Smidstraat 1 | 6691 ES | Gendt, Nederland Tel. +31 481425543 | Mob. +31 654255446 info@wilbertstek.nl | www.wilbertstek.nl
6
Vergroening gewasbeschermingsmiddelen De komende jaren moet een overgang plaatsvinden naar een vergroening van gewasbeschermingsmiddelen. Daarbij is inzet op Europees niveau essentieel om een level playing field te behouden voor de Nederlandse boeren en tuinders. Dat schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer. Staatssecretaris Dijksma: ‘Samen met gelijkgezinde landen wil ik in Europees verband komen tot een actieprogramma om over te schakelen op een pakket van gewasbeschermingsmiddelen met minder risico's voor mens, dier en milieu. Het gebruik van bijvoorbeeld neonicotinoïden wil ik in Nederland en Europa terugdringen.’ De staatssecretaris schrijft haar brief aan de Kamer naar aanleiding van een Naturepublicatie deze zomer over hoge concentraties imidacloprid in het oppervlaktewater en de relatie met afname van vogelpopulaties. Dat onderzoek baart haar grote zorgen. Ze vindt dat, als er een causaal verband kan worden aangetoond met de veronderstelde negatieve gevolgen, dit gewasbeschermingsmiddel moet worden verboden. Op verzoek van de staatssecretaris heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) het Nature-artikel tegen het licht
gehouden. Ook is het artikel door de Europese voedselveiligheidsautoriteit, de EFSA, bekeken. Het Ctgb concludeert dat de publicatie wel een correlatie aantoont, maar geen causaal verband. Ook wijst het Ctgb erop dat het onderzoek betrekking heeft op gegevens van vóór 2010 en dat sindsdien de regelgeving meermaals is aangescherpt. De EFSA ziet ook geen aanleiding om nu met nieuwe maatregelen te komen. Op dit moment is er door het ontbreken van een aangetoond causaal verband geen wetenschappelijke basis en daarmee ook geen rechtsgrond om middelen op basis van imidacloprid te verbieden. Staatssecretaris Dijksma wil dat er snel meer duidelijkheid komt over de effectiviteit van de maatregelen die zijn genomen om normoverschrijdingen van imidacloprid in het oppervlaktewater terug te dringen. Ze zet daarom in op het versneld beschikbaar komen van meetgegevens. Op basis van nieuwe meetgegevens wil ze opnieuw bekijken of die niet alsnog aanleiding geven om in te grijpen, zowel op nationaal als op Europees niveau.
Telermaat neemt vestiging Twenthe Plant over Telermaat meldt dat het een vestiging op het terrein van Twenthe Plant gaat starten. Op deze locatie zat eerder een vestiging van Agrocultuur. Directeur Peter van Dingen heeft er zin in. ‘Voor ons is dit een kans om verder te groeien in dit deel van Nederland. Op de Cash & Carry van Twenthe Plant komen iedere dag kwekers om hun plantmateriaal af te leveren en hoveniers om materiaal op te halen. Dit is voor ons een uitgelezen kans.’ Van Dongen meldt verder nog dat de vestiging helemaal wordt opgefrist voordat deze definitief wordt geopend.
Essenprachtkever wellicht ook in de aanval op andere bomen Volgens een Amerikaanse onderzoeker zou de essenprachtkever ofwel de emerald ash borer zijn jachtterrein verlegd hebben naar andere bomen dan alleen de inheemse Amerikaanse essen. Professor Don Cipollini, een onderzoeker aan Wright State University zou daar bewijzen voor gevonden hebben. Behalve in essen zou het plaagdier zijn tanden ook zetten in een andere belangrijke Amerikaanse straatboom, namelijk Chionanthus virginicus ofwel sneeuwvlokkenboom. In Nederland is deze sneeuwvlokkenboom natuurlijk niet onbekend, maar veel minder toe-
gepast dan de es. De essenprachtkever zelf is niet zo schadelijk, maar wel de nakomelingen (larven) die op de bast van essen worden gelegd, de bast van soorten zoals bijvoorbeeld de zachte es (Fraxinus pennsylvanica). In Amerika zou dit sinds de introductie van het beest zo'n 30 miljoen keer gebeurd zijn. Volgens het artikel op Wikipedia zouden larven van de kever in het natuurlijke verspreidingsgebied ook andere plantensoorten eten, maar hierbuiten zou dit nog niet waargenomen zijn. De vondst van professor Cipollini is daar een breuk mee. In Amerika wordt de kever op verschillende manieren bestreden: onder andere door het injecteren van gewasbescherming in de boom, maar ook door de introductie van resistente soorten.
7
Nieuws
Samenwerking in
Eerste erken-
boomteeltonderwijs
de rijschool voor
is een must
T-rijbewijs
Vrijdag 31 oktober waren de boomteeltdocenten van bijna alle AOC’s te gast bij PPO Boomkwekerij in Randwijk om actuele ontwikkelingen in het onderwijs met elkaar te delen en na te denken over de toekomst van het boomteeltonderwijs. Door de toenemende specialisatie in de sector wordt maatwerk in onderwijs steeds belangrijker. Het aantal instromende leerlingen is beperkt en ze komen uit het hele land. Het is niet houdbaar dat elke school zelf een compleet lesprogramma op elk niveau kan blijven aanbieden. Marcel Creemers van Citaverde hield een pleidooi om meer samenwerking te zoeken tussen de scholen. Door leerlingen vakmodules, samengesteld in samenwerking met andere scholen, te laten volgen, blijft het niveau gewaarborgd, terwijl wel maatwerk mogelijk is. De scholen zullen dan nadrukkelijk de verplichte en vrijwillige vakmodules op elkaar moeten afstemmen. Door de modulaire opzet kunnen ook medewerkers van bedrijven instromen en een vakmodule als cursus volgen. Citaverde zal hierover met de LTO-vakgroep Bomen en Vaste planten een pilot uitwerken in overleg met enkele AOC’s in het zuiden van het land.
Het CBR heeft de hoofdvestiging van Abemec in Veghel goedgekeurd als locatie voor rijinstructie en examenafname. Het landbouwmechanisatiebedrijf is daarmee de eerste door het CBR erkende Praktijk Opleidings Locatie (POL) voor het T-rijbewijs. De praktijklessen zullen plaatsvinden in
8
een Fendt 513 Vario. Deze lestrekker is aangepast aan de eisen van het CBR en werd door hen in september als eerste trekker goedgekeurd om te gebruiken voor het T-rijbewijs. Met het geven van rijinstructie voor het T-rijbewijs wil Abemec bijdragen aan de verkeersveiligheid. Daarnaast wil het landbouwmechanisatiebedrijf haar (potentiële) klanten ontzorgen en de mogelijkheid bieden om dicht bij huis rijlessen te volgen en examen te doen. Er zijn plannen om in de toekomst meerdere Abemec-vestigingen aan te bieden als POL. De rijinstructie wordt in eerste instantie gegeven door CBR-erkende instructeurs. Zodra een opleiding beschikbaar is voor instructeurrijbewijsT, laat Abemec eigen werknemers opleiden. Door de opgedane ervaringen in het opleiden en instrueren van verschillende doelgroepen bij Abemec Academy, hebben de Abemecmedewerkers al een goede basis. Een POL moet voldoen aan een aantal criteria. Er moeten een groot buitenterrein voor de praktijklessen en een binnenruimte voor de theorie zijn. Daarnaast moeten in de directe omgeving van de locatie drie eenvoudig bereikbare en kwalitatief goede rijroutes zijn. Het hebben van een geschikt voertuig voor de instructie is ook een vereiste.
35 miljoen extra voor Participatiewet
Boot wint aanbesteding Uden Boot & Co Boomkwekerijen uit Boskoop heeft een aanbesteding gewonnen die was uitgeschreven door de gemeente Uden. De levering betreft bomen, heesters en overig plantmateriaal ten behoeve van projecten en onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte in de gemeente Uden. De gemeente Uden heeft zich in dit aanbestedingstraject laten adviseren en begeleiden door de hofschrijver van dit vakblad op gebied van sortiment: Jan P. Mauritz van Mauritz Adviseurs & Taxateurs BV.
Koppert bouwt internationaal R&Dcentrum In oktober ging Koppert Biological Systems van start met de bouw van een nieuw, internationaal R&D-centrum. Het gebouw komt naast het hoofdkantoor te staan. De nieuwbouw draagt ook bij aan de internationale samenwerking tussen de disciplines entomologie en microbiologie.
Met de bouw van het 3.600 m2 grote centrum zet Koppert een verdere stap in het centraliseren van de verschillende bedrijfsonderdelen. Zo biedt het nieuwe R&D-centrum ook onderdak aan het entomologisch laboratorium. Nu is dit nog elders aan de Veilingweg gevestigd, waar uitbreiding niet mogelijk is. In de nieuwbouw maakt een groot aantal moderne klimaatcellen het mogelijk om natuurlijke vijanden onder uiteenlopende klimatologische omstandigheden te onderzoeken. Het entomologisch laboratorium is dicht bij het laboratorium voor microbiologische producten gesitueerd. Dit leidt tot meer kennisuitwisseling tussen entomologie en microbiologie bij het ontwikkelen van geïntegreerde teeltsystemen. Koppert investeert veel geld in R&D; de onderzoeksafdelingen van het bedrijf hebben dan ook wereldwijd een sterke reputatie. Veel onderzoek resulteert uiteindelijk in oplossingen voor vraagstukken rond de gewasgezondheid en de gewasbescherming. Zo is dankzij de inspanningen van de onderneming in de Europese bedekte tuinbouw het gebruik van natuurlijke vijanden de norm geworden. Wereldmarktleider Koppert Biological Systems wil samen met telers en de natuur een bijdrage leveren aan de gezondheid van de aarde en de mens. ‘Partners with Nature’ luidt dan ook de nieuwe tagline. De onderneming beschikt over veel specialistische kennis en biedt een reeks producten die op een natuurlijke wijze de gezondheid, de weerbaarheid en de productiviteit van tal van gewassen versterken.
Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt 35 miljoen euro extra beschikbaar voor de invoering van de Participatiewet. Het geld is bedoeld voor de inrichting van de regionale Werkbedrijven, die een belangrijke rol krijgen bij de uitvoering van deze wet. In deze bedrijven werken de gemeenten in de arbeidsmarktregio’s samen met UWV, regionale werkgevers, vakbonden en onderwijsinstellingen. Ook de regelgeving voor de regionale Werkbedrijven is inmiddels bekendgemaakt. Voor elk van de 35 Werkbedrijven komt 1 miljoen euro beschikbaar. Klijnsma: ‘Het succes van de Participatiewet valt of staat met een goede samenwerking in de regio. Daarom wil ik in deze opstartfase extra ondersteuning bieden om dit mogelijk te maken.’ Doel van de Participatiewet is om meer mensen met een beperking aan de slag te krijgen op de arbeidsmarkt, bij voorkeur in reguliere banen. Momenteel worden overal in het land regionale Werkbedrijven ingericht, waar de bestaande regionale samenwerking verder gestalte moet krijgen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten had bij de staatssecretaris aangedrongen op extra financiële middelen voor de opstartfase. Klijnsma: ‘Het is belangrijk dat alle partijen in de regio tijdig aan de slag gaan om alle nieuwe instrumenten van de Participatiewet succesvol in te voeren.’ Met de Participatiewet en de andere te decentraliseren regelingen krijgen gemeenten de gelegenheid om mensen meer op maat en in samenhang met andere hulpvragen te begeleiden naar werk of andere vormen van maatschappelijke ondersteuning. Vanaf 2015 krijgen gemeenten één
9
Nieuws budget, waaruit ze alle ondersteunende voorzieningen kunnen bekostigen. Met ingang van volgend jaar valt iedereen die zich bij de gemeente meldt en kan werken, maar niet in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen, onder één regeling. Nu bestaan daarvoor nog drie regelingen: voor mensen met arbeidsvermogen de Wajong, de WWB (Wet werk en bijstand) en de Wsw (Wet sociale werkvoorziening).
Dijksma wil vijf miljoen investeren in groen onderwijs Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken is bereid om voor het jaar 2015 binnen de begroting van Economische Zaken een bedrag van 5 miljoen euro te herschikken. Dijksma komt daarmee gedeeltelijk tegemoet aan een nog in stemming te brengen motie om het budget voor de bekostiging van het groenonderwijs op de begroting voor 2015 van Economische Zaken met 10 miljoen euro te verhogen. Deze motie is ingediend door de Tweede Kamerleden Harbers en Koolmees. Dat blijkt uit een brief van Dijksma aan de Tweede Kamer, die zij 16 oktober jl. verstuurd heeft. Dijksma is bereid gehoor te geven aan de wens van de Kamer en voor het jaar 2015 binnen de begroting van Economische Zaken een bedrag van 5 miljoen euro te herschikken ten gunste van het begrotingsartikel 17: ‘Groen onderwijs van hoge kwaliteit’. In combinatie met de ingediende amendementen Harbers/ Koolmees geeft dit voldoende ruimte om de in de begroting aangekondigde versobering voor 2015 ongedaan te maken.
Quick Plug weer volledig in de lucht Quick Plug is producent van gestabiliseerde zaaien stekmedia voor de professionele tuinbouw. Afgelopen mei is het bedrijf volledig in de as gelegd. Het bedrijf bestaat in november tien jaar. Net op het moment dat Quick Plug haar nieuwe Phalaenopsis-plug uitgebreid getest had en deze plug in de markt zou gaan uitzetten, greep een uitslaande brand zo hard om zich heen dat het hele bedrijf op 4 mei 2014 volledig in de as werd gelegd. Mede dankzij grote inspanningen en daadkracht van de leveranciers en de bereidheid van het voltallige personeel, is het in een tijdbestek van elf weken gelukt om de fabriek weer up and running te krijgen. Half juli rolde de eerste pluggen van de band en na uitgebreid testen van de nieuwe meng- en productielijn startte de eerste producties een week later. Ondertussen wordt er weer wereldwijd geleverd vanuit het totaal nieuw opgebouwde bedrijf aan de Vlotlaan 145 in Monster.
Onderzoek financiering groen onderwijs De Tweede Kamer heeft op 30 oktober bij het vaststellen van de begroting van Economische Zaken ingestemd met de motie van Kamerleden
10
Veldhoven en Lodders om te onderzoeken hoe het groene onderwijs in de toekomst moet worden gefinancierd. De Tweede Kamer ziet dat de huidige situatie (waarbij het groene onderwijs op de begroting van Economische Zaken en de rest van het onderwijs op de OCW-begroting staat) voor- en nadelen oplevert. Maar de Kamer vindt dat nu niet duidelijk genoeg is hoe groen en overig onderwijs zich tot elkaar verhouden. Daarom is de regering gevraagd om vanuit de ministeries van EZ en OCW in kaart te brengen wat de voor- en nadelen zijn van de huidige situatie en te onderzoeken op welke manier het onderwijs in de toekomst het best in de begroting kan worden ondergebracht. De resultaten van het onderzoek zouden voor het zomerreces van 2015 aan de Kamer bekend moeten worden gemaakt.
Kubota verder met eigen vestiging De Mechan Groep meldt in een persbericht dat men in goed overleg afscheid neemt van de import van Kubota. De Vor zou dit merk al 35 jaar vertegenwoordigd hebben. Kubota gaat verder als een zelfstandig onderdeel van Kubota Europe met het hoofdkantoor in Parijs. De belangrijkste reden voor het afscheid van Kubota is het feit dat de Mechan Groep zich door de import van Agco steeds meer ontwikkelt als een concurrent van Kubota. De vestiging van de Mechan Groep in Achterveld is omgebouwd tot een Agco Experience Centre. Hier worden de vijf
belangrijkste Agco-merken tentoongesteld. De medewerkers van de Mechan Groep die exclusief voor Kubota werkten, gaan mee over naar de nieuw opgerichte Nederlandse Kubota-vestiging, die te vinden zal zijn aan de Dieselstraat 8-10 in Ede.
Intratuin geeft aan dat het sneller naar een nulsituatie voor het gebruik van deze middelen wil toegroeien, maar dat het afhankelijk is van kwekers.
De halsbandparkiet
Intratuin meldt
rukt op
afbouwen gewas-
De halsbandparkiet veroorzaakt sinds kort schade in de fruitteelt. Een onderzoek van CLM laat zien
bescherming Greenpeace presenteert het als een succes, maar Intratuin heeft aangekondigd dat het alle middelen die verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor bijensterfte uit de schappen gaat weren. Verder heeft Intratuin zichzelf de opdracht gegeven om binnen zes jaar alle middelen van de planten te halen die aan bijensterfte worden gerelateerd, waaronder de bekende neonicotinoïden. Sinds 2013 is er een meerderheid in de kamer op het verbod voor deze middelen. Staatssecretaris Sharon Dijksma van Landbouw (PvdA) wil dit echter niet omzetten in een regeling, omdat ze van mening is dat dit via Europa moet gebeuren. Ook met oog op de concurrentiepositie van Nederlandse kwekers. Intratuin is voorlopig de eerste van de grote ketens die ingaat op het onderzoek van Intratuin.
dat ook in andere sectoren de schade kan toenemen. De boomteelt en mogelijk zelfs de maïsteelt kunnen in de toekomst risico lopen op schade door halsbandparkieten. Op elf fruitteeltbedrijven, meest in Zuid-Holland, is schade vastgesteld die veroorzaakt is door de halsbandparkiet. Dit blijkt uit een onderzoek door CLM Onderzoek en Advies in opdracht van de NVWA. Ook in Noord-Holland, Utrecht en Gelderland zijn schadegevallen bekend. Fruitteeltgebieden in Zuid-Holland, Kromme Rijn en de westelijke Betuwe kunnen op termijn risico lopen op schade. Welke risico's levert de halsbandparkiet op voor de landbouw? De halsbandparkiet heeft een breed spectrum aan voedsel bestaand uit vruchten, zaden en knoppen. In Nederland worden boomknoppen gegeten, maar in de boomteelt is nog geen schade gemeld. In andere Europese landen waar de halsbandparkiet zich heeft gevestigd, is schade vastgesteld in allerlei soorten fruit (appel, peer, pruim), druiven en zacht fruit (frambozen). In Azië worden ook zaden van allerlei graansoorten gegeten, waaronder maïs en zonnebloem. Snijmaïs wordt in Nederland op grote schaal verbouwd maar het lijkt er op dat de halsbandparkiet deze voedselbron nog niet heeft ontdekt. De halsbandparkiet, die in Nederland is verwilderd sinds 1968, is een exoot uit Azië en Afrika. De soort komt vooral voor in steden en parklandschappen in de Randstad, maar breidt haar leefgebied uit naar het platteland.
Sales-professional voor groene uitgeverij Bedrijf NWST NeWSTories BV is een kleine uitgeverij in Nijmegen. Naast het uitgeven van aantal vaktijdschriften en websites voor groene professionals verzorgen en organiseren wij congressen en symposia.
Kernwoorden Resultaatgericht, humor, slim, nieuwsgierig, on the road
Functieomschrijving Wij zijn op zoek naar een accountmanager, die flexibel en met humor de belangen van onze klanten kan vertegenwoordigen. NWST werkt sinds kort met een nieuw commercieel model. Idee is dat we opschuiven naar de marketing communicatie stoel van onze klanten en hen via onze bladen, websites en andere activiteiten actief kunnen ondersteunen in hun doelstellingen. Jij gaat actief de boer op om dat model in de markt te zetten. We zoeken geen old school sales, maar een junior sales-professional, die snapt hoe moderne (online) communicatie werkt en partners in de markt, maar ook collega’s bij de hand neemt.
Meer informatie: NWST Connecting Green Professionals Postbus 569 6500 AN Nijmegen
Wie durft ons te helpen?
Hein van Iersel (hein@nwst.nl - 06 533 63 062) E info@nwst.nl M 024 360 2454 I www.nwst.nl
De groene standaard:
Klasmann GreenFibre Klasmann GreenFibre is een substraatgrondstof die wordt verkregen door het vervezelen van Naaldhoutchips. Tijdens het productieproces ontstaan door hoge druk temperaturen tot 125 °C, waardoor de Klasmann GreenFibre gehygiëniseerd en fysisch stabiel wordt. Klasmann GreenFibre wordt zonder verdere toevoegingen geproduceerd en is PEFC gecertificeerd.
zonder Klasmann GreenFibre Luchtcapaciteit (pF 1,0) 13 Vol. %
20 % Klasmann GreenFibre Luchtcapaciteit (pF 1,0) 22 Vol. %
35 % Klasmann GreenFibre Luchtcapaciteit (pF 1,0) 30 Vol. %
info.benelux@klasmann-deilmann.com www.klasmann-deilmann.nl
KD12.121_Anz_NL_190x135_RZ.indd 1
31.07.12 14:57
Nieuws Bijl Groentechniek met stobbenboor naar Rusland Bijl Groentechniek uit het Brabantse Galder heeft vorige week een contract getekend met een Russische dealer. De firma LLC 'Klass' uit Raduzhnyi Town, ongeveer 3000 kilometer achter Moskou, is leverancier van land- en bosbouwmachines en is gevestigd 5850 kilometer van Galder, waar Bijl Groentechniek gevestigd is. Er worden binnen een jaar dertig stuks R-Top machines geleverd naar Rusland. De eerste R-Top stobbenboren draaien al vanaf vorig jaar in Moskou en Sotsji. De veiligheid, eenvoud en de lage gebruikskosten waren de motivatie voor LLC 'Klass' om het dealerschap van R-Top aan te gaan.
Duurzaamheidscan Bloembollen en Bolbloemen Steeds vaker worden ondernemers in de bloembollensector geconfronteerd met vragen uit de omgeving over de mate van duurzaamheid van hun bedrijf. Het gaat met name om vragen over het effect van gewasbeschermingsmiddelen op de gezondheid van omwonenden en consumenten, de kwaliteit van het oppervlaktewater, duurzaam bodembeheer en de gevolgen voor organismen zoals bijen. Dit speelt nadrukkelijk ook in de Duin- en Bollenstreek waar sprake is van een sterke verwevenheid van bebouwing, natuur, recreatie en toerisme met de productie van bloembollen en bolbloemen. De omgeving en de (regionale) politiek wensen inzicht op bedrijfsniveau en vooral ook inzicht in de (mogelijke) verbeteringen in de loop van de tijd. Ook ondernemers zelf willen graag weten of zij op de goede weg zijn en hoe zij zich verhouden tot andere ondernemers. Duurzaamheid gaat dan voor de sector niet alleen over gewasbescherming, maar bijvoorbeeld ook over energie, mineralen en het benutten van reststromen. Een hanteerbare systematiek om bedrijven te scoren op het gebied van duurzaamheid is momenteel niet beschikbaar voor de ondernemers in de
bloembollensector. Daarom wordt er binnen Het IDC Bollen & Vaste planten een instrument ontwikkeld waarmee de mate van duurzaamheid van een bloembollenbedrijf (teelt en broei) inzichtelijk wordt gemaakt op basis van objectieve criteria. Dit instrument moet een aanvulling zijn op wettelijke eisen en op certificering. Met dit instrument moeten ondernemers zelf inzicht krijgen en zij moeten het instrument kunnen gebruiken in communicatie met de buitenwereld. Door resultaten van ondernemers met elkaar te vergelijken moet er natuurlijke druk ontstaan om te innoveren en te verbeteren. Het instrument draagt bij aan de concurrentiekracht van ondernemers in de Duin- en Bollenstreek. Het instrument wordt binnen het IDC ontwikkeld door KAVB en PPO in overleg met telers, overheden en maatschappelijke organisaties.
Erik Hogervorst nieuwe president CLIMMAR Erik Hogervorst is tijdens het Climmar-congres op 25 oktober jl. gekozen tot president van Climmar. Hogervorst neemt het voorzitterschap over van de Fransman Alain Dousset. Climmar is de Europese dealerorganisatie van bedrijven in de agrotechniek. Met de aanvaarding van het presidentschap van Climmar stopt Hogervorst als voorzitter van Fedecom. Hij heeft dan een periode van ruim 12 jaar bestuurlijke betrokkenheid achter de rug waarvan 3,5 jaar als voorzitter van het Com en ruim 1,5 jaar als voorzitter van de fusieorganisatie Fedecom, welke in juni 2013 is ontstaan uit het Com en de Federatie Agrotechniek.
13
Tolerante Tilia’s: ze bestaan! Er is behoorlijk wat discussie over welke linde druipvrij is, maar er zijn er voldoende onbetwist om rustig aan te planten In de enquêteresultaten van Luizen-editie van Bomenmonitor geeft een groot aantal boombeheerders aan dat zij weten welke lindesoorten tolerant zijn tegen bladluis. Zij planten deze dan ook aan vanuit die gedachte. Klopt het dat zij voldoende resistent zijn? Wandelende encyclopedie Cees van Casteren, productiemanager bij Van den Berk Boomkwekerijen, bekijkt wat beheerders aanplanten en geeft zijn mening hierover. Auteur: Santi Raats Foto’s: Van den Berk Boomkwekerijen Beheerders uit de enquête geven graag toe dat zij weten welke linde ze moeten aanplanten wanneer zij beheren met het oog op beperking van luizenoverlast. Zij noemen, in willekeurige volgorde, Tilia x europaea ‘Pallida’, Tilia tomentosa, Tilia cordata ‘Greenspire’, Tilia cordata ‘Böhlje’, Tilia x europaea ‘Euchlora’, Tilia platyphyllos, Tilia americana ‘Columnare’, Tilia americana ‘Nova’, Tilia henryana en Tilia mongolica. Sommigen melden dat ‘de meeste cordata-types’ resistent zijn, een ander geeft aan dat ‘de meeste americana-types’ weinig bladluis tonen. Niet tolerant Cees van Casteren, die onlangs maar liefst zijn veertigjarige jubileum vierde bij Van den Berk Boomkwekerijen, reageert Tilia platyphyllos en Tilia americana-types zijn helemaal niét tolerant! We hebben van deze soorten grote staan van 10 meter hoog met een diktemaat 70, 80, 90 centimeter, maar deze krijgen ook bladluis. En roetdauw, de schimmel die leeft op de uitwerpselen van de luizen. Hierdoor wordt het blad zwart. Tilia americana-selecties zitten pas echt onder de luizen. Ook durf ik te stellen dat de meeste Tilia cordata-types juist niét tolerant zijn. Wellicht baseren cordata-waarnemingen zich op
14
de uitzonderlijk goede weersomstandigheden van dit jaar waarin bladluis zich minder laat zien, maar bij schommelende weersomstandigheden zoals een zonnige dag, waarna een regenachtige dag en dan weer een zonnige dag, is er meer bladluis. Tolerantie moet je bekijken over een heel aantal jaren bekijken.’
Redelijk tolerant Tilia x europaea ‘Pallida’, in de top drie van de handel, is gelukkig redelijk zuiver. Hij heeft minder snel last van luis en als hij er eenmaal wel last van krijgt, bevat hij kleinere hoeveelheden luis dan minder tolerante lindes. Tilia x europaea ‘Euchlora’ neigt naar de tolerante hoek: ‘Euchlora’ is toleranter dan ‘Pallida’,
Na een lichte overpeinzing over de discrepantie tussen wat een beheerder in zijn hoofd heeft, en zijn eigen sortimentskennis: ‘Op de kwekerij werken we met een hoogwerker, waardoor we hoog in de bomen werken. Aan den lijve ondervinden wij dat deze bomen plakken. Bovendien zitten we met onze neus op de luis, dus we zién ze ook. Het is heel goed mogelijk dat beheerders onder hun lindes doorrijden, en daardoor niet hetzelfde waarnemen en daardoor denken dat deze lindes tolerant zijn. Ook kan een waarneming vertekenend zijn, zoals ik al eerder zei: als het goed weer is, is de luizendruk heel laag. Als slecht weer zich sterk afwisselt met goed weer, dan is de luizendruk groter. Wellicht neemt men in goede zomers onterecht aan dat bepaalde lindesoorten en selecties het goed doen omdat ze luistolerant zouden zijn.’ Tilia americana 'Nova'
Tilia mongolica ‘Buda’ Herkomst uit Hongarije. Naar schatting sinds een jaar of vijf op de markt is Tilia mongolica ‘Buda’. Deze is nog redelijk onbekend en dus onbemind, maar zijn eigenschappen zijn veelbelovend. Het is een nieuwe variëteit van mongolica, maar hij groeit sneller en heeft een groter, glanzender en sierlijker blad. Vormt een piramidale kroon met sierlijk afhangende bruinrode twijgen. Grofgetand, donkergroen blad. Uitermate geschikt als laan- en straatboom. Hij is nagenoeg luisvrij. Hij is als alternatief voor ‘Pallida’ ook heel erg geschikt als leilinde. 100 procent druipvrij, ofwel vrij van luis.
Tilia x flavescens ‘Glenleven’ Herkomst uit Canada, 1962. Kan een hoogte bereiken van 18 tot 25 meter en een breedte van circa 15 meter. Vormt een gelijkmatige ronde kroon met een kaarsrechte stam en opgaand groeiende takken. Rond tot hartvormig blad, glanzend donkergroen en 6 tot 10 centimeter lang en blijft tot laat in de zomer mooi groen en in de herfst lang aan de boom. De bloemen hangen in tuilen van 7 tot 10 centimeter in trossen van vijf tot tien bijeen en zijn geelachtig van kleur. Ze bloeien in juni/juli. De vruchten zijn rond en hebben een doorsnede van 0,6 centimeter, zijn grijsbruin en viltig behaard. Hij is toepasbaar in brede straten en lanen, want het wordt een grote boom. Hij kan in alle grondsoorten en heeft een goede wind- en vorstbestendigheid. Deze Canadese selectie uit T. x flavescens heeft in zijn jeugd een sterke groei, maar neemt later in groeikracht af. 'Glenleven' is een cultivar die pas vrij recent in Europa op de markt is gekomen en waar nog niet veel ervaring mee is opgedaan. Goed bestand tegen warmte van stedelijke omgeving. Tolerant tegen bladluis.
Tilia cordata 'Greenspire'
15
Tilia heterophyla ‘Prestige’ Oorspronkelijk uit de Verenigde Staten, anno 1976. Hij wordt 12 tot 15 meter hoog, zijn kroon is smal en eirond. Zijn blad is breed en eirond, glanzend en donkergroen. Het blad wordt 8 tot 13 centimeter groot. De bloemen hangen in tuilen van tien tot twintig bijeen en zijn roomkleurig. Hij is geschikt als laan- en straatboom, is toepasbaar in alle grondsoorten en heeft een goede windbestendigheid. Deze is te vergelijken met Tilia americana-soorten gezien zijn grote blad en flinke groei. Maar hij blijft op termijn smaller in de kroon; bij een lengte van 15 meter blijft de kroon zo’n 6 meter breed. Ook deze Tilia heterophyla ‘Prestige’ is, ondanks zijn introductie in 1976, nog redelijk nieuw en onbekend. Boomkwekerij Van den Berk begon twaalf jaar geleden met vijf stuks op de kwekerij. Rond 2008/2009 werd daar de stap gewaagd naar veredeling hiervan. Inmiddels worden er jaarlijks enkele tientallen van opgeplant. Tolerant tegen bladluis.
Tilia mandshurica Afkomstig uit Mantsjoerije. Grote boom, ronde kroon tot circa 20 meter. Het blad is zeer variabel: 6 tot 15 centimeter lengte, maar soms heeft hij bladeren tot 20 centimeter lengte. De bladeren zijn helder groen en aan de onderkant licht zilvergrijs behaard. Hij bloeit in juli, in tuilen van zeven tot tien stuks crèmebruin behaarde bloemen. Deze is te vergelijken met een zaailing van Tilia tomentosa, maar is groen van blad en groeit waaiervormig uit: zijn eenjarige scheuten zijn anderhalf tot twee meter lang en gaan hangen. Het is een ietwat onopvallende boom die ook te vergelijken is met de zilverlinde. Het is dan wel een Aziaat, maar hij is prima winterhard. Tolerant tegen bladluis.
Tilia cordata ‘Savaria’ Dit is een Hongaarse selectie van cordata, uit het jaar 2000. Hij bereikt een hoogte van 12 tot 20 meter. Zijn twijgen zijn groen, later rood-bruin. Het blad is 7 tot 12 centimeter. De bloemen hangen in tuilen van vijf tot negen bijeen en zijn geel tot roomkleurig. Hij bloeit in juni/juli. Hij kan prima toegepast worden als laan- en straatboom. Hij verdraagt alle grondsoorten en is ook droogte- en (zee)windbestendig. Niet gevoelig voor bladluis. De habitus-groei is hetzelfde als die van ‘Greenspire’, dus breed-piramidaal. Het verschil met ‘Greenspire’ is dat hij dikker en steviger blad heeft. Omdat dit blad harder en dikker is, is het minder mals en sappig om te eten voor de luis. Daarom is hij luistoleranter. Een ander voordeel van ‘Savaria’ ten opzichte van ‘Greenspire’ is dat hij beter verankert. ‘Greenspire’ wil nog wel eens schuinwaaien…
Tilia ‘Neglect’ Zijn herkomst ligt bij Boomkwekerij Van den Berk, anno 1990. Hij bereikt een hoogte van 25 tot 30 meter. Zijn kroon is eirond tot breed eirond. Het blad is 15 tot 22 centimeter lang, breed eirond met een hartvormige bladvoet en is donkergroen van kleur. Zijn bloemen zijn lichtgeel. Bloeit in juli. Niet gevoelig voor bladluis.
16
Vakkenis ontbreekt vaak bij gemeentes Boomadviseur Jan P. Mauritz: ‘In het stedelijke gebied zijn de standplaats boven en onder het maaiveld, de soort bodem, de pH, de voedingstoestand, het vochtleverend vermogen van de grond en noem zo maar op, van belang voor het voortbestaan voor een stadsboom. Dit zijn beduidend andere omstandigheden dan op de kwekerij, waar men als primair doel heeft om de boom zo snel mogelijk groot te krijgen. Beheerders moeten dus goed in de oren knopen dat zij, naast de hierboven beschreven informatie, de informatie van het stedelijk gebied goed in relatie brengen met de wensen en verlangens van de gewenste boomsoort. Als deze kenmerken niet te combineren zijn, moet je een andere boomkeuze maken die wel past. Voor het goed uitvoeren van dit proces heb je wel de nodige vakkennis nodig. Die ontbreekt nu vaak bij gemeenten.’ Dat ervaringen deels persoonlijk zijn, blijkt wanneer Mauritz verklaart andere ervaringen te hebben met de resistentie van Tilia tegen bladluis: ‘Ik vind de Tilia americanatypes wel behoorlijk resistent. Tilia x europaea ‘Euchlora’ is absoluut niet resistent: dit voorjaar zijn er in de gemeente Westland maar liefst 28 stuks omgezaagd omdat ze zoveel overlast van honingdauw gaven. Tilia mongolica ‘Buda’, Tilia heterophyla ‘Prestige’, Tilia mandshurica, Tilia cordata ‘Savaris’ en Tilia neclect zijn zeer beperkt tot niet in cultuur.’
Tilia henryana
stelt Van Casteren. ‘Het kan zijn dat ‘Euchlora’, of een andere redelijk tolerante soort, geplaagd wordt in bepaalde gemeenten, maar ik vraag me dan altijd sterk af in welke groeiomstandigheden zij staan. Wanneer een gezonde boom op een slechte standplaats staat, is hij altijd gevoelig voor ziekten en plagen.’ Tolerant, maar niet overal geschikt Tilia henryana en Tilia mongolica zijn volgens de ervaringsdeskundige absoluut zuiver. Maar hier blijkt maar weer ‘de juiste boom op de juiste plaats’, want deze twee makkers kun je onmogelijk overal gaan aanplanten. ‘Zowel Tilia henryana als Tilia mongolica kun je niet massaal in het openbaar groen aanplanten. Mongolica groeit bijna niet; elk jaar maar zo’n 30 centimeter. De blaadjes zijn 2 bij 2 centimeter. Het is eerder een parkboom, of leuk voor in een kleine tuin. Tilia henryana is te fijn, hij heeft een minder grote kroon en groeit ook weinig. Ze zijn duurder omdat ze op de kwekerij moeilijk te veredelen zijn en het lang duurt voordat ze zijn opgekweekt. Deze twee kun je dus onmogelijk als beplanting inzetten langs wegen en snelwegen, waar je als beheerder wilt dat de linde vlug de hoogte inschiet en volume krijgt. Neem in die gevallen gewoon een ‘Greenspire’ ‘Böhlje’, of ‘Pallida’. Luizenbestrijding is op veel plekken langs wegen namelijk geen issue. Maar ook staan deze grote prachtige jongens prima in openbare ruimtes in de stad, natuurlijk mits daar geen
Tilia europaea 'Pallida'
17
6262 LEG adv Henk 92x175_Opmaak 1 26-05-14 21:12 Pagina 1
Partner in
Sierteeltmanagement
Henk Berendsen, verkoper:
Maatwerk in de groene branche Managementbegeleiding en Resultaatgerichte communicatietrajecten
Kan uw bedrijfsrendement nog groeien? • Exploitatie- en liquiditeitsprognose afgestemd op variabele seizoenspatronen • Continue inzicht in uw toekomstige liquiditeitspositie
Nederlandse kwaliteit rechtstreeks uit Letland! Bel 088-0081800 en ik of één van mijn collega's komen graag langs om u alles te vertellen over onze potgronden en substraten.
• Maandelijkse bondige resultatenrapportage als sturingsmiddel voor uw bedrijfsvoering • Klankborden, sparren, brainstormen voor de ondernemer • Effectievere bedrijfsvoering en rendementsverbetering • Verantwoorde voorraadgroei, voorraadwaardering en voorraadfinanciering • Resultaatgerichte communicatieverbetertrajecten voor werkgever en werknemers • Maatwerk managementtrainingen • Werknemers-competentie-trainingen op de werkvloer
Post Sierteeltmanagement: Specialist in bedrijfsondersteuning in de groene branche. Voor meer informatie: Post Sierteeltmanagement • Keukelenberg 20 • 7421 EA Deventer T 0570-511480 • info@sierteeltmanagement.nl • www.sierteeltmanagement.nl
www.legro.nl
Lijst met niet resistente, redelijk resistente en resistente Tilia volgens Cees van Casteren, productiemanager Van den Berk Boomkwekerijen. Niet resistent Tilia cordata ‘Greenspire’ Tilia cordata ‘Böhlje’ Tilia platyphyllos Tilia americana-types Redelijk resistent Tilia x europaea (‘Pallida’) Tilia x europaea ‘Euchlora’ Tolerante Tilia: Tilia henryana Tilia mongolica Tilia tomentosa Tilia x flavescens ‘Glenleven’ Tilia mongolica ‘Buda’ Tilia heterophyla ‘Prestige’ Tilia mandshurica Tilia cordata ‘Savaria’ Tilia ‘Neglect’
auto’s onder staan.’ Van Casteren onderkent dat de beheerder niet alleen moet besluiten welke Tilia hij waar aanplant, maar ook een budgetafweging moet maken. ‘Dan neemt men soms bladluis op de koop toe…’ Van Casteren probeert via beheerders een denkomslag te bereiken, ook bij de politiek. ‘Tegenwoordig wordt er openbaar aanbesteed. De soorten staan vast en daar mag een prijs achter worden gezet. Zo werkt het systeem vandaag de dag eenmaal. Men koopt het plantmateriaal dat men kent. Een beheerder moet behoorlijk zijn nek uitsteken om materiaal uit te testen voor tolerantie; hij kan na een aantal jaren natuurlijk behoorlijk op zijn vingers getikt worden als er dan alsnog luis in zit of dat de boom bevroren is geraakt. Het is voor beheerders altijd de veiligste weg om ‘het oude lijstje’ aan te houden. Ik probeer de beheerder altijd op de kwekerij te krijgen. Hier kan ik hem of haar enthousiast maken voor soorten, selecties en uitleg verschaffen.’ Tolerant, maar goed toepasbaar Naast de onbetwist tolerante, maar moeilijk op grote schaal aan te planten henryana en mongolica, en naast Tilia tomentosa, is Van Casteren enthousiast over zes andere Tilia: Tilia flavescens ‘Glenleven’, Tilia mongolica ‘Buda’, Tilia heterophyla ‘Prestige’, Tilia mandshurica, Tilia cordata ‘Savaria’ en Tilia ‘Neglect’.
Tilia platyphyllos
Wat verder te doen? Beheerders kunnen in de strijd tegen bladluis volgens Van Casteren met name het beste aan hun linde goede groeiomstandigheden meegeven. ‘Als je de juiste Tilia op de juiste plek zet in een goede groeiplaats, in een luchtige bodem, niet te nat en met een goede zoninval en ervoor zorgt dat hij goed blijft groeien, dan maakt bladluis erg weinig kans. Wanneer vraag je om bladluis? Als je een Tilia in de schaduw zet, onder andere bomen of in een plantgat van anderhalve bij anderhalve meter, in het beton.’
Cees van Casteren
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4910
Tilia cordata 'Böhlje'
19
De eerste haas is binnen Jager Janus van Vliet uit Hazerswoude schiet woensdag 15 oktober jl., traditioneel op de eerste dag van het hazenjachtseizoen, al 50 jaar lang, zijn eerste haas voor in de eigen pan. Dit keer ging dat wat moeizamer dan andere jaren. Janus is herstellende van een rugblessure en moet zich tijdelijk verplaatsen met een rollator. Toch lukte het hem een haas te verschalken. Dit seizoen zijn er opmerkelijk veel hazen, dankzij het droge voorjaar en mooie zomer. Omdat hazen in de wintermaanden veel vraatschade veroorzaken bij boomkwekers rond Hazerswoude, moet Van Vliet dit najaar vaker achter de hazen aan.
20
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4979
21
Nog veel vraagtekens rondom beukentopgalmug Onderzoek binnen Praktijknetwerk “Duurzame beheersing galmuggen” Drie insectenkooien op een perceel waar de grond levert verrassende resultaten vol zit met beukentopgalmug-poppen. Al jarenlang zorgt de beukentopgalmug voor verrassingen bij beukenkwekers. Ook dit jaar dook deze plaag weer op, soms op een onverwachte plaats en soms op een onverwacht moment. In het kader van de problematiek met galmuggen loopt er sinds september 2013 een praktijknetwerk ‘Duurzame beheersing galmuggen’. Binnen dit praktijknetwerk is een aantal proeven uitgevoerd om meer te weten te komen over deze problematiek. Auteur: Jeroen Pertijs
Bij aanvang van dit praktijknetwerk (september 2013) is er bij verschillende beukenkwekers een inventarisatie gedaan van de omvang van het probleem. Er is bekeken hoeveel procent van de planten er is aangetast door de beukentopgalmug. Op een aantal percelen liep dit cijfer op tot zo’n 70%. Dit heeft een zeer nadelige invloed op de kwaliteit en heeft dus ook grote financiële gevolgen voor de kwekers. Voorkomen voorjaarschade Als vervolgstap is er met diverse partijen bekeken welke beheersingsmaatregelen mogelijk een oplossing kunnen bieden. Omdat uit onderzoek in het verleden is gebleken dat de muggen als pop in de grond overwinteren, was de insteek om te voorkomen dat deze generatie schade kon veroorzaken in het voorjaar.
22
In de frambozenteelt is ervaring opgedaan met het afdekken van de grond met een compostlaag ter voorkoming van de frambozenschorsgalmug. Deze plaag heeft een vergelijkbare levenscyclus als de beukentopgalmug, dus is ervoor gekozen om deze compostbehandeling mee te nemen in het onderzoek. Ook is het zo dat de overwinterende poppen op een diepte van slechts één tot twee cm zitten. Daaruit ontstond het idee om de poppen in hun ontwikkeling te verstoren door de grond te schoffelen. Dit is dan ook in de proef meegenomen. De proefopzet De proef is uitgevoerd op een perceel waar vorig jaar de laatste generatie muggen zeer actief was en waar men ervan uit kon gaan dat daar poppen in de grond zaten. Hier is in het voorjaar een proefopstelling gebouwd van drie kooien met
fijnmazig tripsgaas eroverheen gespannen. In één kooi werd de compostbehandeling ingezet, in de tweede kooi werd de grond geschoffeld en de derde kooi fungeerde als controle-object. Onder elke kooi stonden goed groeiende beuken en er werden ook veel vangplaten in de kooien gehangen om de muggen te kunnen waarnemen. Resultaten Tot ieders verbazing werd er tot eind juli geen aantasting waargenomen. Ook op de rest van het perceel werd tot die tijd geen enkele vorm van beukentopgalmug-aantasting waargenomen. Er werd dan ook besloten om de kooien op te ruimen, omdat ook de beuken die eronder stonden niet goed meer groeiden vanwege het klimaatverschil in de kooien.
Roofwantsen Afgelopen teeltseizoen viel op dat er vrij veel roofwantsen (Orius spp.) in het gewas aanwezig waren. Deze roofwantsen zijn de natuurlijke vijanden van beukentopgalmuglarven, maar ook van trips. Trips was dit seizoen ook een grote plaag voor de beukenteelt. Het kan zijn dat de natuurlijke populatie van de Orius roofwantsen minder verstoord is nu er geen gebruik is gemaakt van Admire ter bestrijding van beukenbladluis. Admire heeft namelijk een zeer toxisch effect op Orius. Dit geldt eveneens voor Calypso en Gazelle. Andere luizenmiddelen zoals Pirimor en Teppeki zijn een stuk milder voor de roofwantsen. Bij de aantasting op de proeflocatie werd bij vrijwel elke aangetaste top met larven een roofwants gevonden. Ook nadat de larven op de grond waren gevallen, werden er nog veel dode larven gevonden in de uitgedroogde toppen. Naar verwachting zijn deze larven gedood door de roofwantsen.
Ingedroogde beukentop met larve van beukentopgalmug.
Een kleine maand later ontdekte de eigenaar van het proefperceel een flinke aantasting van beukentopgalmug op datzelfde perceel. In ongeveer 80% van de beuken op dat perceel waren larven van de beukentopgalmug te vinden. Qua omvang was de aantasting ongeveer net zo groot als het jaar daarvoor. De verwachting is dan ook dat het de volgende generatie betrof en dat de overwinterende pop dus ongeveer 10 maanden lang in de grond overleeft. Om welke van de twee beukentopgalmuggen (Contarinia fagi RĂźbsaamen of Dasineura fagicola Barnes) het in deze aantasting gaat, is tot op heden nog niet vastgesteld.
Dit heeft een zeer nadelige invloed op de kwaliteit en heeft dus ook grote financiĂŤle gevolgen voor de kwekers Een aantal dagen na de ontdekking van de aantasting lieten de larven zich weer op de grond vallen. Vervolgens is er in de grond gezocht naar de larven door met een schop 2 cm van de grond af te schrapen. Hierbij werd een aantal clusters met larven gevonden.
Beukentopgalmug in clusters bij elkaar in de bodem; begin september 2014.
De verzamelde grond met beukentopgalmug-
23
Schadebeeld van de beukentopgalmug in Zundert; augustus 2014.
Tot ieders verbazing werd er tot eind juli geen aantasting waargenomen larven werd in een afgesloten emmer gestopt, waarbij de grondlaag zo veel mogelijk intact werd gelaten om de ontwikkeling van de beukentopgalmuggen niet verder te verstoren. Aan de binnenkant van het deksel werd een vangplaat bevestigd om de muggen te vangen zodra ze terug uit de grond gekropen kwamen. Zoals verwacht zijn er tot op heden nog geen muggen uit de grond gekomen. Dit betreft dus de overwinterende generatie. Interessant is nu om te achterhalen wanneer er wel muggen verschijnen. Gezien de theorie die over deze plaag
24
bekend is, moeten de muggen in het voorjaar (mei/juni) uit de grond komen. Afgaand op het aantastingsbeeld van het afgelopen groeiseizoen, kan het echter ook zijn dat deze generatie eind augustus pas weer uit de grond tevoorschijn komt. Mocht dit het geval zijn, dan zal de cyclus van ĂŠĂŠn generatie beukentopgalmuggen een jaar zijn. Om meer onderzoek te kunnen doen naar de bestrijdingsmogelijkheden van deze plaag, is het dus eerst van belang om de levenscyclus van de beukentopgalmug in beeld te krijgen. Dit is belangrijk om de juiste timing van de bestrijdingsmogelijkheden te bepalen. Nader onderzoek zal ook moeten aantonen welke maatregelen wel en welke niet effectief zijn.
Auteur Jeroen Pertijs is Teelttechnisch adviseur boomkwekerij bij Cultus Agro Advies
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4978
Voorlopig nog meten met een meetlintje Automatisering van de meting dikte laanbomen laat nog even op zich wachten In het najaar meet een kweker wat de omtrekken van zijn bomen zijn. Ondanks allerlei automatiseringsconcepten gebeurt dit nog altijd met een meetlintje. Het project met een nieuw meetapparaat, een soort mechanische versie van het traditionele meetlint, loopt nu sinds dit jaar. ‘Het bedrijf TreeHug BV is nog niet helemaal klaar met ontwikkelen, maar op korte termijn zal dit apparaatje met de naam Treehugger dan toch eindelijk op de markt komen,’ vertelt Ton Baltissen, senior projectmanager/Business development Wageningen UR/Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Auteur: Sylvia de Witt
Jaarlijks dienen laanbomenkwekers de omtrek van de op voorraad staande bomen te meten. Deze metingen worden uitgevoerd nadat de groei van de bomen gestopt is, maar voordat de verkoop begint. Het is vastgelegd hoe kwekers moeten meten: met een meetlint om de stam heen op één meter hoogte. Op basis hiervan wordt de boom in een bepaalde maatklasse ingedeeld. De huidige manier van meten is een tijdrovende klus en vereist de nodige expertise om dit voldoende nauwkeurig te doen. Daarom juichen kwekers automatisering hiervan al jarenlang toe. Hoe de boomdiktemeting het beste geautomatiseerd kan worden, is een lang traject geweest
met verschillende concepten, maar nog steeds wordt met het traditionele meetlint gemeten. Hoe komt dat? Zes verschillende meetinnovaties Even een stukje terug in de geschiedenis. In 2010 zijn zes verschillende meetinnovaties voorgehouden aan de kwekers. Dat was onder andere de Perimeter, een soort tang die met behulp van een roterend armpje een mechanische driehoeksmeting uitvoert en vervolgens de omtrek van de boom kan bepalen. Daarnaast was er de Epicom, een soort mechanische versie van de gebruikelijke centimeterband. Een ander concept werkte
met een vierpuntsmeting, waarbij het instrument in open stand tegen de stam wordt gezet. Na een druk op de knop zullen twee drukgevoelige armpjes zich om de stam en ertegenaan sluiten, waarna de meting is voltooid. Na een tweede druk op de knop zullen de armpjes weer openen. Ook is gekeken naar de ontwikkeling van een laserscanner, waarbij, als je de scanner tegen een boom houdt, een laserlijn op een 2D-vlak om de omtrek wordt geprojecteerd. ‘Deze laserscanner stond lange tijd met stip op nummer één,’ vertelt Ton Baltissen, projectmanager Wageningen UR/Praktijkonderzoek Plant
25
& Omgeving B.V. (PPO Boomkwekerij). ‘Maar we konden vanwege externe omstandigheden niet op dat spoor verdergaan. We hadden zelf toch wel wat bedenkingen of dat meten met laser wel zo handig was. Een laser is op zich heel nauwkeurig natuurlijk, maar dan is er sprake van vier lasers aan vier kanten. Dan moet je ook niet even met zo’n apparaatje tegen de boom aan stoten. Als zo’n laserstraal ietsje scheef gaat, dan meet je al mis. Daarbij heb je een accu nodig; je moet stroom meenemen. De vraag is of dat nu zo makkelijk te ontwikkelen was geweest.’ Verder is gekeken naar een digitale centimeterband en een meetbrug. Je drukt het instrument tegen de stam, waarna vrijwel direct de gemeten omtrek is af te lezen op een display. Deze meetgegevens zouden vervolgens draadloos naar een computer kunnen worden gestuurd.
‘De belangrijkste criteria waren snelheid en nauwkeurigheid’ Two-handed driepuntsmeter Baltissen: ‘Sommige innovaties bestonden nog slechts in conceptvorm, maar vanaf papier was het moeilijk kiezen. Daarop hebben we van een aantal concepten prototypes laten bouwen, waarmee we vervolgens in het veld zijn gaan meten. Kwekerijmedewerkers van Huverba en M. van den Oever hebben verschillende apparaten uitgeprobeerd in de praktijk. Uiteindelijk is gekozen voor de driepuntsmeter: de elektronische Perimeter. De belangrijkste criteria waren snelheid en nauwkeurigheid. We vroegen ons af of hij one- of two-handed moest zijn. We hebben daarop ook een two-handed versie ontwikkeld die je met twee handen kunt vasthouden. De kwekers kozen voor het two-handed apparaatje.’ Al gauw kwam de vraag wie de productie hiervan op zich zou willen nemen. Het duurde een tijdje voordat een aantal bedrijven bereid werd gevonden hier serieus naar te kijken. Want hoe verdien je die investering terug? De markt in Nederland is immers niet zo groot, of je moet gelijk op Europees niveau gaan denken. ‘Het product dat we hadden ontwikkeld was in vier talen beschreven. Maar dan is de volgende vraag: hoe groot is die markt dan in bijvoorbeeld Italië? In dat land is geen registratie van laanboomkwekers. Ze hebben daar andere registratieklassen; de bedrijven worden anders gegroe-
26
peerd. En hoeveel laanboomkwekers daartussen zitten die dan met dat apparaat zullen meten, is nog maar de vraag. We hadden er ook andere markten bij betrokken: Engeland, België, Frankrijk en Duitsland. Maar de student van de Han die zich bezig zou gaan houden met het in beeld brengen van dit alles, haakte op een gegeven moment weer af.’
‘Als zo’n laserstraal ietsje scheef gaat, dan meet je al mis’ Software is cruciaal Dit betekende weer oponthoud in het onderzoek naar apparaten voor digitale diktemetingen. Daarbij kwam er nog een probleem om de hoek kijken: de Perimeter is niet alleen maar een meetapparaat; heel cruciaal daarbij is juist ook de software. En hoe moet deze dan worden vormgegeven? Baltissen: ‘Stel dat je als je boomkweker een perceel moet meten met 12.000 bomen. Niet allemaal dezelfde, maar tachtig soorten. Het idee dat wij hadden uitgewerkt, is dat je de avond tevoren al een stuk voorwerk op de computer hebt gedaan, zodat de meter, als hij in het veld wordt ingezet, weet welke bomen er staan. Dan kom je bij boom 1 in rij 1 aan en dan geeft de meter aan: Acer platanoides en dan klik je gelijk de waarde erbij. Maar als je die avond naar huis gaat en je die 12.000 meetwaarden invoert,
Ton Baltissen
dan moeten die natuurlijk wel op de juiste plek in je computer vallen. Eén hokje verschuiven en je hebt 12.000 metingen fout. Dan heb je een probleem! Je koopt dus niet alleen het apparaat, maar een heel systeem, een meetsysteem waarbij de gegevens digitaal worden opgeslagen en kun-
Driepuntsmeter met elektronische Perimeter De Treehugger is dus het eerstvolgende geautomatiseerde meetapparaat dat straks echt op de markt komt. Daarna volgt wellicht de ontwikkeling van de elektronische driepuntsmeter (Perimeter) omdat sommige kwekers aangeven daar toch een voorkeur voor te hebben volgens Baltissen. Volgens TreeHug BV is de elektronische Perimeter vooral geschikt voor de dikkere bomen, terwijl de Treehugger juist bedoeld is voor de jongere bomen vanaf 6-8 cm t/m 20-25 cm. ‘Met de andere concepten wordt in ieder geval voorlopig niets gedaan,’ zegt Baltissen. ‘De markt is al klein voor één apparaat. Ideeën zijn er volop, maar hoe het ook zij: voorlopig worden alle diktemetingen van laanbomen dus nog handmatig verricht.’ Geduld is een schone zaak, zeggen ze. En dat geldt in dit geval ook voor boomkwekers.
nen worden overgenomen in het managementsysteem van de kweker.’
‘Eén hokje verschuiven en je hebt 12.000 metingen fout’ Ontwikkeling Treehugger Er werd gezocht naar bedrijven die dit concept op de markt zouden willen brengen en er bleek interesse te zijn. Daarop werd een verdeling van twee groepen bedrijven gemaakt: consortium 1 en consortium 2. De werkgroep Innovatie van het Laanboompact, een initiatief van de Boomkwekersvereniging Opheusden e.o., gemeente Neder-Betuwe, Provincie Gelderland, Rabobank West Betuwe en de Kamer van Koophandel Midden-Nederland, ging ermee aan de slag. Baltissen: ‘Na een vergelijking werd één groep eensgezind gekozen, maar daarmee werd toch de eindstreep niet gehaald. Uiteindelijk zijn deze bedrijven toch afgehaakt. Het kostte toch te veel tijd en geld om het te ontwikkelen. Het andere consortium wilde echter wél door.’ Deze groep, verenigd in TreeHug BV, ontwikkelt echter niet de elektronische driepuntsmeter, maar het concept met de Epicom, een omtrekmeter waarmee via twee bekken een meetdraad rondom de boom wordt aangebracht. Het instrument
meet vervolgens via een draadje de lengte die nodig is om de boom te omsluiten. Het apparaat wordt de Treehugger genoemd, want hij omhelst letterlijk de boom. Het project met het automatische meetsysteem en markeersysteem volgens het concept Epicom loopt nu sinds dit jaar. TreeHug is echter nog niet klaar met het ontwikkelen ervan; er moet nu toch iets komen op korte termijn, meent Baltissen. ‘TreeHug ontwikkelt naast het elektronische meetapparaat ook software voor op een digitaal kladblok: dat kan een tablet zijn of een pda waarin de metingen in het veld automatisch worden opgeslagen, al dan niet voorzien van opmerkingen over de opgemeten boom. Deze gegevens kunnen vervolgens op kantoor of direct vanuit het veld naar het kantoorsysteem worden overgezonden. De boomkweker kan zelf of met behulp van TreeHug regelen dat zijn eigen managementpakket hierop is voorbereid. De reden hiervoor is dat er verschillende managementpakketten op de markt zijn. Bovendien kan iedere kweker ook nog zijn eigen invulling aangeven. In 2015 kunnen de kwekers al wel met de prototypes aan het werk en testen met het invoeren van de meetgegevens in hun kantoorsysteem. Eigenlijk was het voor dit najaar al toegezegd, maar je kunt natuurlijk het jaar rond testen met meten en invoeren. Dan hoef je niet per se op het meetseizoen te wachten. De verwachting is dat de Treehugger voor het volgende meetseizoen beschikbaar komt.’ Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4983
27
Ook de aannemerij moet zijn verantwoording nemen Van Ruiten (Naktuinbouw) voorziet dat een aantal Q-organismen van de lijst gehaald kan worden Economisch gaat het gelukkig weer een slagje beter, maar in velerlei opzichten leven we natuurlijk in een tijd van afbraak. Veel aspecten van beheer en onderzoek die vroeger als vanzelf bij de overheid lagen, worden afgestoten en verdwijnen. Het is daarom mooi dat er nog instanties zijn die nieuwe zaken erbij pakken. Boom In Business praat met John van Ruiten, directeur van Naktuinbouw in Roelofarendsveen. Auteur: Hein van Iersel
28
Van Ruiten lijkt een beetje op de Rijdende Rechter. Beetje schoolmeesterig, inclusief het aura van integriteit en gedrevenheid. Dat zijn voor een club als Naktuinbouw natuurlijk uitgelezen eigenschappen. Want het belangrijkste dat deze organisatie feitelijk heeft te verkopen, is vertrouwen. Naktuinbouw is eind jaren dertig gestart (toen nog als NAKB) als een initiatief van ondernemers in de tuinbouw, die zochten naar een manier om producten als fruitbomen onafhankelijk op kwaliteit te laten keuren Met primair één belangrijk doel, namelijk de export te vergemakkelijken. Nog steeds is dit aspect, het faciliteren van de Nederlandse export, een belangrijke pijler onder Naktuinbouw. Later kwamen daar diverse overheidstaken bij, zoals de controle op Q-organismen, die door het ministerie werden uitbesteed aan de organisatie. Die tweeledigheid van controleren en ondersteunen is na meer dan 75 jaar nog steeds de basis van Naktuinbouw. Het bestuur wordt gevormd door vertegenwoordigers vanuit de sectororganisaties. Iedere sector levert twee bestuursleden, maar het bestuur wordt vervolgens wel voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter die benoemd is door de minister. Brussel Van Ruiten: ‘Onze wettelijke regels komen tegenwoordig allemaal uit Brussel. Naast het wettelijke pakket van zaken die wij voor de overheid uitvoeren, hebben wij ook het recht om een aantal meer commerciële activiteiten op te pakken. Dat wil zeggen, als deze natuurlijk niet conflicteren met de andere activiteiten en we de kosten daarvoor volledig doorberekenen aan de klanten. Het mag niet zo zijn dat wij bepaalde activiteiten subsidiëren door de kosten hiervoor kunstmatig laag te houden. Dit geldt onder andere voor het Elite en het Selectplant-certificeringprogramma, maar ook voor cursussen en onderzoeken naar kwekersrecht. We zijn geen commerciële organisatie, maar bieden tegen kostprijs een breed servicepakket aan waar bedrijven gebruik van kunnen maken. De verhouding tussen wettelijke en niet wettelijke activiteiten is ongeveer tweederde deel wettelijk en eenderde niet wettelijk. In het geheel van activiteiten van Naktuinbouw vormen de boomkwekerijgewassen overigens maar een bescheiden onderdeel. Ongeveer een kwart van de activiteiten van Naktuinbouw heeft betrekking op boomkwekerijgewassen.’
Uitbreiding Een van de activiteiten die Naktuinbouw er recent bij gepakt heeft, is extra werk en onderzoek op het gebied van naamgeving en sortiment van boomkwekerijgewassen. Marco Hoffman, die altijd bij PPO werkzaam was, werkt vanaf oktober in Roelofarendsveen als taxonoom/specialist rassenonderzoek siergewassen en fruit. Met Hoffman mee verhuist ook de Naamlijst van houtige gewassen. Van Ruiten hierover: ‘Wij merkten dat het werk rondom de Naamlijst van houtige gewassen bij PPO moeilijk blijvend te financieren zou zijn en hebben daarom onze verantwoordelijkheid genomen. Vooral omdat het werk aan correcte naamgeving en dus een goede lijst heel belangrijk is voor de handel in boomkwekerijproducten’
Alleen kwekers die de meerkosten voor het instellen en bewaken van bufferzones kunnen doorberekenen aan hun klanten, zijn bereid hiervoor te betalen Ik vraag aan Van Ruiten: ‘Is het niet ouderwets dat een Naamlijst nog steeds op nationaal niveau wordt samengesteld? Zou een Europese Naamlijst niet logischer zijn?’ Van Ruiten: ‘In zekere zin is dat al zo. De Naamlijst van houtige gewassen en zijn tegenhanger voor de vaste planten, de Naamlijst van vaste planten, worden allebei erkend als de officiële standaard door de ENA (European Nursery Association) en de ISU (Internationale Stauden Union) , maar je hebt zeker een punt. Wij vinden een verdere internationalisering en harmonisering van naamgebruik een belangrijk item en dat zullen we ook gaan steunen. Voor de Nederlandse boomkwekerij is het daarom belangrijk dat deze activiteiten worden veiliggesteld. Met het verhuizen van Hoffman van PPO naar Roelofarendsveen is dat het geval. Van de lijst Het verhuizen van de Naamlijst is overigens niet de enige verandering die Van Ruiten voorziet voor de toekomst. Ook op het gebied van ziektes zou het nodige kunnen veranderen. Van Ruiten voorziet bijvoorbeeld dat een aantal Q-organismen van de Europese lijst gehaald kan worden. Voorbeelden daarvan zouden
29
w
p e m nz d o k o raa .co kij or Be vo jes ele ot tu .r ac
w
w
Gewortelde stek van Hebe - Rosa - Vinca sier-, en bodembedekkende heesters Horsterdijk 116, 5973 PR Lottum, T 077 366 4080, F 077 366 4081, E info@rotjes.com
A1 Payrolling Ervaren Roemeense en Slowaakse uitzendkrachten voor de Land- en Tuinbouw via A1 verloning. In dienst in Roemenië en/of Slowakije en bij u aan het werk. U bespaart ten opzichte van een Nederlands uitzendbureau zo’n € 1,50 per uur. Dat is een besparing op jaarbasis met 5 uitzendkrachten van € 15.000.
Meer weten over A1 verloning? Bel of e-mail naar Ludmila.Sjoerdsma@lugera.com (0622323545) en meldt u aan voor een van onze gratis ontbijtseminars bij u in de buurt. Wilt u dat wij langskomen om u alles uit te leggen? Roderick.Veer@lugera.com (0651007749). Alle informatie kunt u makkelijk downloaden op www.lugera.nl.
Wij zijn Lugera – The People Republic Homeland of Talent
hebt en kun je dit in de toekomst voorkomen. Op die manier kun je de infectiedruk in het bedrijf naar beneden brengen. Dat is belangrijk, omdat het aantal gewasbeschermingsmiddelen om ziektes te bestrijden afneemt en in de toekomst alleen maar verder zal afnemen. Een slimme ondernemer kan dan met goede hygiĂŤnemaatregelen het verschil maken.
Op het moment dat een plant door een aannemer of gemeente ergens in de grond wordt gezet, is dat allemaal vergeten en is de informatie weg Kwaliteit plus Waar Van Ruiten zich op dit moment ook zorgen over maakt, is wat er met planten bestemd voor landschappelijke beplantingen gebeurt op het moment dat ze van de boomkwekerij naar de eindgebruikers gaan. In de hele keten van zaadproducent, opkweek en handel wordt alle aandacht gegeven aan traceerbaarheid, herkomst, kwaliteit en de juiste benaming. Op het moment dat een plant door een aannemer of gemeente ergens in de grond wordt gezet, is dat allemaal vergeten en is de informatie weg. Dat zou volgens Van Ruiten niet het geval moeten zijn. Ook de aannemerij zou volgens Van Ruiten zijn verantwoording moeten nemen en alleen gecertificeerd kwaliteitsplantsoen met juiste herkomstcertificaten moeten aanschaffen en planten. heksenbezemziekte in appel, het Sharka-virus in pruimen of Xantomonas in Prunus kunnen zijn. Deze ziektes zouden dan op termijn niet meer onder de Q-ziektes vallen en dan zal een andere keuringsbenadering in overleg met de sector ontwikkeld moeten worden, om deze ziektes te beheersen. Een andere mogelijke wijziging zou het instellen van nieuwe beschermde gebieden kunnen zijn om de infectiedruk van die ziektes omlaag te brengen. Nu bestaan de bufferzones alleen voor bacterievuur. Kwekers zouden kunnen vragen om dit ook voor andere ziektes in te voeren. Een probleem daarbij is altijd: wie zal dat betalen? Dat is ook nu al een terugkerend discussiepunt bij de bufferzones voor bacterievuur. Alleen kwekers
die de meerkosten voor het instellen en bewaken van bufferzones kunnen doorberekenen aan hun klanten, zijn bereid hiervoor te betalen. De grootste winst op plantengezondheidsgebied ziet Van Ruiten in dit verband overigens niet in extra maatregelen vanuit de overheid of zijn eigen organisatie, maar in meer bewustwording op het eigen bedrijf. Met goede preventie- en hygiĂŤnemaatregelen kan zo veel voorkomen worden. Zorg dat fust en machines goed worden gereinigd, houd je omgeving vrij van onkruiden en ziekten, instrueer loonploegen hoe zij om moeten gaan met hun apparatuur en meer van dat soort zaken. Zorg ook dat je weet waar je uitgangsmateriaal vandaan haalt, zeker als het uit het buitenland komt. Als er dan onverhoopt iets misgaat, weet je ook aan wie je dat te danken
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4980
31
'Ik wil makkelijk ondernemen' Vijfde generatie boomkweker noemt zichzelf de oudste boomkwekerij van Zundert Het bedrijf van Henk en zijn broer Michael de Bie is misschien niet de oudste kwekerij van Zundert, maar wel de eerste kwekerij die officieel als kwekerij werd ingeschreven. De broers zijn ambitieus, maar willen wel op een makkelijke manier ondernemen en werken. Auteur: Hein van Iersel Henk de Bie is een makkelijke prater en ziet er bourgondisch uit. Hij is iemand bij wie je al snel denkt: daar wil ik wel een pilsje mee drinken. Die mentaliteit vertaalt zich ook in zijn manier van ondernemen. De Bie is naar eigen zeggen niet bang om zijn handen uit de mouwen te steken, maar wil ook tijd overhouden om andere dingen te doen. Meewerken aan het corso bijvoorbeeld, of dat pilsje drinken. Om dat mogelijk te maken, heeft De Bie een aantal keuzes gemaakt die op het eerste gezicht misschien opmerkelijk zijn, maar waar wel een duidelijke visie achter zit. Zo neemt het bedrijf bijvoorbeeld uit principe geen buitenanders in dienst. Niet omdat hij iets tegen Polen, Roemen of Bulgaren heeft, maar omdat hij graag met mensen wil werken die langere tijd in dienst blijven. Henk de Bie: ‘De meeste mensen halen bij ons hun pensioen. Dat werkt veel makkelijker en relaxter dan met steeds nieuwe mensen, die maar voor een paar weken of maanden in dienst zijn. Daarnaast heb je het voordeel van de taal.’ Het aantal mensen dat de broers in dienst hebben, is overigens zeer beperkt. De Bie kiest ervoor om zo veel mogelijk uit te besteden
32
aan een vaste club loonwerkers en leveranciers. Veel van die werkzaamheden zou een kweker van vergelijkbare omvang wel door eigen personeel laten doen. Een voorbeeld daarvan is het steken van kluiten. Met 40 hectare kwekerij zou een eigen kluitensteker wel uit kunnen, maar het bedrijf kiest voor de flexibiliteit en snelheid van uitbesteden. De Bies redenering is die van een ondernemer die zijn zaakjes op orde wil hebben én houden en vooral niet achterop wil raken in zijn planning: ‘Uitbesteden is duurder, maar het geeft zo veel extra snelheid. Of wij nu vandaag één of 100 kluiten moeten maken, het maakt niet uit. Dat is andermans verantwoordelijkheid; het eigen personeel kan ongestoord met de eigen klussen bezig blijven.’ Zaken die De Bie uitbesteed heeft, zijn het maken van kluiten, het zetten van stokken, het transport van kluiten naar de loods en een groot deel van het voorjaarssnoeiwerk. Doordat De Bie vaak al heel veel jaren met deze loonwerkers werkt, weten deze precies waar ze moeten wezen om bijvoorbeeld een aantal bomen op te rooien.
Kleine series Als ik met De Bie later over de kwekerij loop, valt me op hoe groot zijn sortiment is. Een vergelijkbare kwekerij zal veel vaker voor grote series kiezen, om de verkoop te vergemakkelijken. Om te beginnen met de struiken: veertig procent van zijn omzet bestaat uit struiken in vaak kleine series van een paar honderd. De Bie heeft daarbij een voorkeur voor wat wij samen al gauw grappend ‘vergeten groentes’ noemen. De Bie noemt zichzelf liefhebber, maar daarop is de keuze voor dat grote sortiment niet gebaseerd. ‘Ik kweek ieder jaar een 1500 Viburnums in verschillende CV’s en raak die altijd makkelijk kwijt. Dat geldt ook voor soorten als Eleagnus commutata, Lycium barbarum, Aronia arbutifolia, Sorbus torminalis en Sorbus domestica. Al deze soorten zijn we vergeten’, volgens De Bie, ‘maar ze gaan in Zundert ieder jaar bijna moeiteloos de deur uit.’ Het is wat meer werk om zo veel variëteit aan te houden, maar door de jaren heen heeft de kweker een klantenkring opgebouwd die deze aantallen moeiteloos kan en wil afnemen.
Richard de Bie bv kweekt iedere jaar een groot sortiment struiken uit zomer- en winterstek.
Duurzaam Een andere passie van De Bie, naast sortiment, is duurzaamheid. Maar dan duurzaamheid met als doel het besparen van geld. Enkele jaren geleden heeft De Bie op zijn schuur genoeg zonnecollectoren gelegd om zijn complete jaarbehoefte te dekken, in totaal 58.000 kWh. Inmiddels is dat alweer meer geworden, want meteen daarna is hij op zoek gegaan naar manieren om het jaarlijkse energieverbruik naar beneden te brengen; iets wat hij inmiddels bijna als een sport beschouwt. Voor het geld hoeft hij dit overigens niet meer te doen. Als je een netto-leverancier aan het elektriciteitsnet wordt, krijg je een grijpstuiver betaald voor de te veel geproduceerde stroom. Voorbeelden van de sport die duurzaamheid heet, zijn ook de ledlampen in de loods. Van oudsher hingen er in de schuur grote gasontladingslampen en traditionele tl-bakken. Deze worden nu vervangen door led. Zo’n led-tlbak is duur: 32 euro, en de vervanger voor de gasontladingslamp nog veel duurder. Maar ze
zouden in drie jaar terugverdiend moeten zijn en leveren daarna direct bij aan de winst. Daarnaast heeft De Bie in alle ruimtes bewegingssensoren geplaatst. Ook op het gebied van milieu wil het bedrijf vooroplopen. Sinds kort zijn op het Milieukeurgecertificeerde bedrijf overal infiltratiesleuven aangelegd, hoewel dit niet verplicht is volgens de richtlijnen van Milieukeur. Met bestrijdingsmiddel vervuild water loopt uit de rijen niet direct in de sloot, maar wordt opgevangen in deze sleuven. Het middel kan dan door bodemactiviteit worden afgebroken. Volgens De Bie is dat een slimme en makkelijke manier om de vervuiling van oppervlaktewater verder te beperken. Op andere fronten is De Bie weer pragmatisch. Het waterschap adviseert al enige jaren bio-installaties die het spoelwater van de veldspuit kunnen verwerken. De Bie lost dat op zijn eigen manier op. Hij vangt dit met middelen vervuilde water op, laat het in een dichte punt lopen en rijdt het vervolgens over zijn land uit. Dat is ook toegestaan volgens
2014 had een zomer met fors veel schade door wind en regen, zoals hier deze Catalpa. Een bindbuisje te weinig en dit is het gevolg
33
Zomersnoei aan Magnolia loebneri 'Merrill’.
Soedangras.
de huidige regelgeving, en feitelijk laat je ook hier biologische activiteit het ‘vuile’ werk opknappen en zorg je dat het spoelwater niet naar het oppervlaktewater kan weglekken. Een andere maatregel die je als een milieumaatregel zou kunnen omschrijven, is compostering op het eigen bedrijf. Sinds enige jaren composteert de kweker al het groen- en snoeiafval en overcomplete bomen, compleet met bamboestokken, op het eigen bedrijf. Dit wordt iedere paar weken omgezet met een kraan en levert, gemengd met een paar vrachtwagens oude stalmest, perfecte compost op. Hoveniers die veel met De Bie werken, kunnen op die manier zelfs van hun groenafval afkomen. De Bie: ‘Het grote voordeel is dat wat eerst afval was, nu een waardevolle meststof is. Vroeger had ik altijd problemen om mijn Minas-administratie kloppend te maken. Dat is verleden tijd. Zoals ik al zei: meer dan een paar vrachtwagens stalmest heb ik niet nodig.’ De Bie waarschuwt echter wel. ‘Composteren op eigen bedrijf lijkt makkelijk, maar is ook niet zonder kosten. Je moet een kraan laten komen die de composthoop omzet en je hebt enige omvang nodig. Anders maak je heel veel kosten voor een paar kilo compost.’
Het begin van de composthoop van 2015.
34
In iedere rij in de kwekerij staat een dergelijke emmer, bedoeld om al het kleine vuil zoals etiketten, stukjes bindbuis etc. in te verzamelen.
Het is midden augustus als ik De Bie bezoek en nog steeds is er handel. Niet veel, maar het loopt door. Dat levert dit soort plaatjes op: niet arboproof, maar wel makkelijk.
Verwend De Bie heeft uitgesproken ideeën over milieu en duurzaamheid, maar dat is niet het enige onderwerp waarmee je hem op zijn praatstoel krijgt. De Bie: ‘Ik snap dat niet. Je gaat op bedrijfsbezoek bij een kweker en dan heeft die kweker eigenlijk niets te vertellen.’ Voor Henk de Bie gaat dat duidelijk niet op. Je geeft hem een kwartje en er komt voor heel veel euro’s uit, bijvoorbeeld over de omgang met klanten. Daarover concludeert hij heel eerlijk: ‘Wij doen er ook aan mee, maar in veel gevallen hebben wij onze klanten hopeloos verwend. As we eens wat vaker nee zouden zeggen, zouden we tien procent van ons personeel kunnen besparen, omdat we zaken efficiënter zouden kunnen regelen.’ Misschien wel het ergste zijn volgens de kweker nabestellingen van de vrachtwagenhandel: een vrachtauto die naar Duitsland of Engeland vertrekt en waar op het laatste moment nog een of twee partijtjes voor besteld worden. Omdat De Bie niet over een eigen kluitmachine beschikt, betekent dat in zijn geval dat het wel eens nodig is om met de hand een of twee kluiten te maken. In ieder geval betekent zo’n order dat al het personeel alles uit handen moet laten vallen om dat ene klusje te klaren. Volgens de kweker is dat hopeloos inefficiënt en beloon je daarmee ongewenst gedrag van je klanten. Overigens lijkt Henk de Bie niet de illusie te koesteren dat hij dit kan veranderen. De steeds kortere levertermijnen horen bij deze tijd en als kweker zul je moeten leren daarmee om te gaan. Verkoop Met een jaaromzet van ongeveer 3,5 miljoen is De Bie een middelgrote kweker. Opvallend is wel dat hij dat zonder een noemenswaardig commercieel apparaat doet. De Bie bezoekt met enige regelmaat zijn klanten en staat op GrootGroen, maar heeft nooit geïnvesteerd in een duur verkopersapparaat, zoals de grote laanboomkwekers. Ook dat past precies in zijn visie van makkelijk ondernemen. Als het zo uitkomt, levert hij aan gemeentes, maar hij zal daar nooit actief op acquireren, omdat hij natuurlijk ook voor een groot deel op de handel van diezelfde grotere laanboomkwekers drijft. Deze zullen waarschijnlijk minder betalen voor hetzelfde product, maar deze handel is vooral veel makkelijker. Meer dan thuis bij de fax wachten op een aanvraag hoeft De Bie niet te doen. Bij klanten en afnemers op bezoek gaan is ook om een andere reden belangrijk. Henk de Bie hecht er sterk aan om ieder jaar weer hetzelfde
35
In 1863 zaaiden de voorouders van Henk en Michael de Bie een perceeltje in met Pinus nigra. Voor die tijd iets bijzonders, want de vele bossen in Zundert, die vaak eigendom waren van Belgische adellijke families, werden na kap niet herplant, maar via natuurlijke inzaai opnieuw bebost. In 1865 werd het resultaat van de eerste zaaironde getoond aan een jagende Belgische baron. Dat was een goede zet, want de baron kocht meteen de hele voorraad en de voorouders van de broers hadden een derde beroep. Naast de boomkwekerij had de familie namelijk ook een winkeltje en een smederij. Tot de Eerste Wereldoorlog bleef Pinus de hoofdmoot en ook daarna werd er heel mondjesmaat uitgebreid met andere teelten. Pas in de jaren dertig werd heel voorzichtig gestart met laanboomteelt. Inmiddels hebben de broers – vier generaties later – ongeveer 35 tot 40 hectare boomkwekerij onder zich, waarvan 70 procent eigen grond en 30 procent pacht.
areaal op te kweken. Hij weet dat hij die planten of bomen altijd weer weg krijgt. Maar De Bie beseft ook dat hij bij tijd en wijle dingen moet wijzigen in zijn sortiment. Omdat er betere cultivars komen, bijvoorbeeld, of omdat bepaalde soorten simpelweg niet meer gevraagd worden. Een voorbeeld daarvan is Carpinus betulus ‘Frans Fontaine’. Volgens De Bie is dit het laatste jaar dat hij deze CV heeft opgeplant. Er zijn al jaren betere CV’s op de markt, zoals Lucas. Maar het duurt, zoals altijd, jaren voordat deze ook werkelijk op beplantingslijsten verschijnen. Specifiek over Carpinus betulus ‘Frans Fontaine’ heeft de kweker nog een roddel uit de oude doos. Deze meest aangepland haagbeuk had volgens hem eigenlijk Carpinus betulus ‘Jef de Bie’ moeten heten. Zijn vader heeft indertijd haagbeuken geleverd aan de gemeente Eindhoven, en daar is waarschijnlijk een sport van de Carpinus betulus ‘Fastigiata’ tussen beland die door Eindhoven Carpinus betulus ‘Frans Fontaine’ is gedoopt. Waarbij Frans Fontaine natuurlijk de voormalige boombeheerder van de gemeente Eindhoven was.
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4982 Verticilium in Acer.
Nadat rode diesel werd afgeschaft, heeft De Bie een gaaskooi gebouwd rondom zijn tank. Hij kent de verhalen dat vrachtwagens worden leeggetankt
36
Op het dak liggen sinds twee jaar 250 zonnecollectoren met een jaarproductie van 550 kWh.
Dan trekken we toch gewoon het stropje nog wat strakker aan! Kwekers dienen goed te kijken met welke retailers ze in zee willen gaan In de boomkwekerij wordt al jaren geklaagd over wurgcontracten. Vooral kwekers die voor retailers telen en grote aantallen van één soort op de markt brengen, staan vaak met de rug tegen de muur als de retailer nog dat ene extra procentje op de inkoop wil bezuinigen. Cor de Fijter, sectormanager Tuinbouw van Rabobank Nederland staat hier anders in. ‘Als kweker moet je ervoor zorgen dat je gelijkwaardig bent aan een retailer.’ Auteur: Sylvia de Witt
Hij noemt de boomkwekerij altijd de mooiste sector die er is en zo moet het ook blijven. Maar sectormanager Tuinbouw van Rabobank Nederland Cor de Fijter kijkt wel wat anders tegen deze zogeheten wurgcontracten aan dan ZLTO. ‘Want wat is nu strikt gezien een wurgcontract? Er is een contact en vervolgens ga je dit formaliseren in een contract. Kun je in een contact al betekenisvol zijn voor elkaar, in een contract worden deze afspraken en relaties duidelijk opgesteld. Bij een wurgcontract is er dus sprake van een ongelijkwaardige relatie. Dan heeft de een wat meer te eisen dan de ander. Zo’n contract moet je dus gewoon niet aangaan als teler.’ Afnemers stellen volgens ZLTO ook vaak onredelijk hoge eisen aan het product. Wat adviseert De Fijter hun? ‘Dan zeg ik tegen mijn ondernemers: “Ga terug naar de basis.” Dat wil zeggen: jij bent een kweker, jij bepaalt waar je krachten en je zwaktes liggen als ondernemer. Vervolgens kijk je naar de
kansen en bedreigingen voor je bedrijf, waarna je een keuze maakt voor een marktsegment, of dat nu een retailer is, de groothandel, tuincentra zijn of bouwmarkten. Na die keuze gemaakt te hebben, zorg je ervoor dat je daarvoor die bepaalde producten kunt kweken. Als je de kost niet alleen met je teelt en vakmanschap kunt verdienen, zoek er dan een mooi concept bij of zoek samenwerking met andere partners. Dit kunnen telers, tussenhandelaren of afnemers zijn.’ Kiezen voor het juiste marktsegment Maar als een kweker een grote partij aflevert aan een tuincentrum, dan kan die er anders uitzien dan het jaar daarvoor. Planten zijn immers geen uniforme producten, dus ze kunnen wel een paar centimeter kleiner zijn. Dan kan zo’n kweker een schadeclaim krijgen, stelt ZLTO. De Fijter: ‘Dat eindresultaat snap ik, maar ik wil even terug. Kijk, als je het woord “wurgcontract” definieert, dan wordt iemand gewurgd. Dat betekent het einde. Dan ben je gauw klaar met zo’n contract, want dat moet je dus nooit aangaan
als kweker. Eerst moet een kweker dus kiezen voor het juiste marktsegment. Bouwmarkten en tuincentra zijn aantrekkelijke, grote klanten. Dan gaat het erom of je als ondernemer deze klanten wil. Zo ja, dan moet je je erop richten met alle uitdagingen van dien, tot wurgen toe. Dan kun je altijd nog “ja” of “nee” zeggen. Als teler moet je ervoor zorgen dat je gelijkwaardig bent. Wat ga je elkaar brengen? De teler heeft vakmanschap, goede inzichten, maar om verder te komen moet hij waarde creëren. En wat is zijn waarde? Doet hij het samen, individueel of samen met de retailer? Dan ga je vervolgens denken in eindproducten of productlijnen. Dus: beste retailer, dit kan ik wel en dit kan ik niet. Vervolgens zet je dit op papier. Dan heb je een beetje ruimte.’ Daarvan blijf je scherp Maar achteraf komen retailers met claims volgens ZLTO. ‘Dan zijn zaken niet goed gedefinieerd. Bij retailers is over het algemeen een grote afzet mogelijk. Die kun je bewerkstelligen als je bedrijf daar
37
“nee” omdat de risico’s te groot zijn. Als je bij de voordeur al de beleving hebt dat je “wordt gewurgd”, dan moet je als teler deze relatie niet aangaan. Een teler moet risico’s aannemen, beperken of uitsluiten. Toch bepaalde risico’s nemen, is een keuze. Als hij vooraf weet dat die hem de kop kunnen kosten, moet hij iets anders (gaan) doen.’
‘Als je de kost niet alleen met je teelt en vakmanschap kunt verdienen, zoek dan een mooi concept of zoek samenwerking met andere partners’
Cor de Fijter
‘Eerst moet een kweker kiezen voor het passende marktsegment’ geschikt voor is, alleen of samen met meer telers, of met een handelaar ertussen.’ Maar wat als zo’n afnemer zonder opgaaf van redenen ineens switcht van kweker als deze wel al alle investeringen voor deze handelsrelatie heeft gedaan? ‘Meestal worden er jaarlijkse of meerjaarlijkse contracten gesloten. Zo’n contract wordt bijna altijd uitgediend. De planten zijn geleverd en
38
betaald. Om de aantal jaar wordt er dan wellicht misschien een keer gewisseld van leverancier. Dat is economie, daarvan blijf je scherp. Afnemers hebben deze vrijheid, maar telers ook en anders moeten ze deze vrijheid creëren. Dat vraagt erom juist te kiezen en er altijd voor te zorgen dat je kúnt kiezen. Maar tussentijds het schip verlaten komt bijna nooit voor. Je gaat een partnership aan met een afnemer.’ ZLTO wijst op risico’s die kleven aan contracten met grote afnemers. ‘Een teler moet altijd weten wat hij doet. Als een handelsrelatie niet gelijkwaardig is, of als je niet aan bepaalde verwachtingen kunt voldoen, dan maak je dat bespreekbaar of je zegt gewoon
Kwekers zijn betrouwbare partijen Maar vooral jonge kwekers overzien de consequenties van zo’n contract niet goed. En dan gaan ze een stuk financiering aan om toch aan die grote afnemers te kunnen leveren. ‘Dat kan, maar daarin kunnen wij ze helpen. We maken onze ondernemers wel attent op bepaalde risico’s. Wij houden iets tegen hem aan en hij zal de kleine lettertjes moeten nalezen, maar uiteindelijk maakt hij zelf de keuze. Een jonge ondernemer zit nog in de groeifase en wil graag ontwikkelen. Groei is goed, maar ook het rendement op zijn vermogen moet daarin meebewegen. Daarom moet hij ook duidelijk de risico’s kunnen beheersen. Hoe groter de partij, hoe groter het risico wat betreft de betaling of dat je afspraken niet na kunt komen. Daarom moet je een gelijkwaardig contract opstellen.’ Maar De Fijter heeft toch vast ook weleens klanten gehad die allerlei betalingsclaims kregen en daardoor niet meer aan hun betalingsverplichtingen konden voldoen? ‘Natuurlijk heb ik klanten gehad met discussies over contracten, maar daar kwamen we wel uit. Dat is gewoon een kwestie van geven en nemen en delen. Het is mij niet bekend dat er klanten echt aan onderdoor zijn gegaan. Dat wil niet zeggen dat dit niet gebeurd kan zijn, maar ik zie door mijn centrale functie ook niet alles. Mijn ervaring is dat kwekers betrouwbare partijen zijn. Zowel retailers als kwekers willen beiden een win-winsituatie. Planten zijn voor een bouwmarkt een stuk emotie om klanten te trekken. Ze zitten er echt niet op te wachten om negatieve dingen
te doen. En het kan natuurlijk ook een leertraject zijn; je kunt dingen samen ontwikkelen. Alleen de teler bepaalt altijd zijn eigen risico. Wil hij echter hogere risico’s nemen, dan moet daar ook een risicovergoeding tegenover staan. Of hij zegt gewoon “nee”.’
volgende maand bijvoorbeeld hortensia’s en zo een kalenderjaar vol. Dit is misschien een kansrijke te ontginnen markt.’
‘Bouwmarkten en tuincentra zijn grote, aantrekkelijke klanten’ Plantenabonnement Volgens ZLTO moeten kwekers al in een vroeg stadium kijken naar het contract en het plantenprotocol. Vaak wordt er net iets meer gevraagd en vervolgens toegezegd dan teelttechnisch mogelijk is. Maar als een plant dan maar een kleine afwijking heeft, wordt deze al afgekeurd. De Fijter: ‘Een teler moet per definitie een vakman zijn die weet wat er vaktechnisch met zijn planten mogelijk is. Dat moet hij fluitend kunnen zeggen. Mochten er planten met afwijkingen tussen zitten, dan moet hij er gewoon meer planten op zetten waar uiteindelijk het juiste aantal goede tussen zitten. Zo makkelijk is het. Daarnaast moet je goed communiceren met je afnemer. Wat kan ik wel, wat kan ik niet en wat durf ik wel en wat niet? Als er een contract wordt opgesteld, moet het goed doorgelezen worden. Je stapt niet ergens in zonder een contract te hebben gelezen.’ Maar volgens ZLTO worden er vaak ook contracten ondertekend die niet onder het Nederlands recht vallen. Dan hebben kwekers echt geen idee welke problemen ze zich op de hals kunnen halen als ze onder Frans of Duits recht leveren. ‘Dat weet ik, maar ook hier zeg ik weer: een teler moet gewoon goed weten wat hij doet; hij moet dit soort dingen goed laten uitzoeken. Dat is gewoon een onderdeel van je afweging als ondernemer; het hoort bij je takenpakket. Dat is ondernemerschap! Retailers zijn grote, aantrekkelijke klanten en in een contract staan heldere afspraken die je op gelijkwaardige basis moet maken. Kwekers zouden ook samen met kwekers, handel en retailers andere contractvormen kunnen introduceren, zoals bijvoorbeeld een plantenabonnement. Samen nieuwe markten ontwikkelen. Of markten verder uitdiepen. Dat consumenten in de winkel iedere maand of ieder kwartaal een nieuwe plant kunnen kopen en de oude plant inleveren. De ene maand rozen en de
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4984
Henk Raaijmakers, ZLTO: ‘Wurgcontracten geen probleem meer!’ Naar aanleiding van dit artikel reageerde Henk Raaijmakers, voorzitter vakgroep Bomen en vaste planten bij ZLTO, dat deze wurgcontracten van de baan zijn. De ZLTO heeft dit enige jaren geleden prominent op haar agenda gehad en op dit gebied een aantal stappen gemaakt. Volgens Raaijmakers was het bedrijf dat de ergste wurgcontracten had, een Duitse keten, maar is deze ketens inmiddels failliet. Ook heeft het onderwerp aandacht gehad van de Tweede Kamer, waarvoor Henk Raaijmakers input moest leveren. Als gevolg hiervan zijn in een breed verband wettelijke maatregelen genomen tegen wurgcontracten. Er is een soort convenant afgesproken waarbij op vrijwillige basis tussen een aantal agrarische sectoren en supermarkten afspraken zijn gemaakt. Vanuit ZLTO zijn er evenwichtigere handelsvoorwaarden gemaakt voor het zakendoen met grotere ketens. Deze handelsvoorwaarden en de communicatie hierover waren al genoeg om een commissie van de Tweede Kamer wakker te schudden evenals een eenzijdige prijsverlaging van twee procent. Daar kwam veel protest op en op basis daarvan zijn er in de Tweede Kamer maatregelen gekomen.
39
Peter Bontekoe: 'Met pijn in mijn hart neem ik afscheid als voorzictter' LTO-voorzitter geeft functie op om eigen bedrijf overeidn te houden Natuurlijk was hij nooit van plan geweest er na vier jaar alweer mee te stoppen. Maar toen zijn bedrijf afgelopen zomer in zwaar weer kwam, moesten er domweg keuzes worden gemaakt. Als voorzitter boekte hij veel successen, maar ook waren er frustraties. ‘Sommige gewasbeschermingsmiddelen zijn in de voedingssector toegestaan, dus ze zijn veilig. Waarom kunnen wij ze dan niet gebruiken?’ vraagt Peter Bontekoe zich af. Auteur: Sylvia de Witt
40
Hoewel 2013 door grote acties met grote retailers zijn beste jaar ooit was, was de afzet van zijn kwekerij dit jaar enorm moeilijk en daalde de omzet met vijftien procent. Bontekoe: ‘Dan moet er dus geschakeld worden. In Nederland hebben de tuincentra in twee jaar tijd dertig procent omzet verloren in tuinplanten. Ook in andere landen is dat zo. Dus de afzet staat onder druk, waardoor er veel te veel bomen op de markt komen, waardoor de prijzen naar beneden gaan. Er worden dus nog wel veel bomen verkocht, maar vaak onder de kostprijs. En banken zeggen tegen de kwekers met liquiditeitsproblemen: “Ga maar veilen.” Maar de veilprijzen zijn door de bank genomen ook matig tot slecht.’ Een investeerder is ingestapt om Salixkwekerij Bontekoe weer financieel gezond te krijgen, maar eiste wel dat Bontekoe dan weer fulltime de kar zou gaan trekken. ‘Onder het voorzitterschap hangen nog zoveel andere functies, waarvoor je op heel veel plekken moet zijn,’ vertelt Bontekoe. ‘Je staat op papier voor twee dagen op de loonlijst, maar in de praktijk ben je er de hele week mee bezig. Dit kost me dus echt veel te veel tijd. Echt, met pijn in mijn hart neem ik afscheid als voorzitter van de vakgroep, maar ik moest keuzes maken.’ Met minder leden is er ook minder ondersteuning Hoe kijkt hij terug op de afgelopen vier jaar? ‘Ik vind het geweldig dat we een goede plek hebben weten te verwerven in het LTO-huis, met goede contacten. Jammer is dat we steeds minder ondersteuning hebben van het professionele personeel van LTO en dat we nu minder leden hebben dan vier jaar geleden. Dan heb ik het ergens toch niet goed gedaan. Nu zitten we al dik onder de duizend leden; hoeveel er daarvoor precies waren, weet ik niet omdat er vier jaar geleden ook een overgang was van de Nederlandse bond van Boomkwekers naar het huis van LTO. Op dat moment zijn we een paar honderd leden kwijtgeraakt.’ Bontekoe belde die mensen met de vraag waarom ze geen lid meer wilden zijn. Negen van de tien keer bleken ze te stoppen met hun bedrijf, waren ze op een leeftijd gekomen waarop ze gingen afbouwen of waren er financiële problemen. Slechts een klein aandeel was niet tevreden over de LTO. En dan zit je in een negatieve spiraal: met minder leden is er ook minder ondersteuning en dan wordt het moeilijker om dingen voor elkaar te krijgen.
‘We hebben heel veel resultaten behaald, maar die zijn op de een of andere manier niet zichtbaar geweest voor de kwekers. Minder dan de helft van hen is nu nog lid en dan komt de fase: als je buurman geen lid is, waarom zou ik dan nog wel lid zijn? Niet-leden krijgen bijna net zoveel als leden. We willen een beleid inzetten waardoor niet-leden niet meer maximaal kunnen profiteren, want op deze manier is straks niemand meer lid van deze organisatie en is er geen andere organisatie meer die het kan overnemen. En dan houdt de boomkwekerij gewoon op in Nederland.’ Broeikaseffect oplossen Hij vindt het jammer dat Greenpeace, een organisatie waarmee hij heel graag zou samenwerken, begin dit jaar gewag deed van de zogenaamde verboden middelen op tuinplanten. ‘In de boomkwekerij worden juist weinig gewasbeschermingsmiddelen gebruikt en ik zou juist samen met Greenpeace willen zorgen voor een beter leefklimaat. Daarom moeten wij onze omgeving zo veel mogelijk vergroenen. Op tv zie je vaak reclames voor culturele uitjes als musea, musicals, opera en dergelijke. Deze worden gesubsidieerd door de overheid. Ik pleit voor gesubsidieerde reclames om met z’n allen weer meer groen te kopen. Ik zeg weleens tegen bestuurders dat wij het broeikaseffect kunnen oplossen. Dan kijken ze me met grote ogen aan, zo van: waar heeft die man het over? Dat komt misschien kort door de bocht over, maar het is wel waar. Wij kunnen dit broeikaseffect oplossen door bijvoorbeeld de hele Sahara met bomen te beplanten. Wetenschappelijk is aangetoond dat dit kan. Maar daar zijn we met z’n allen niet mee bezig. We slopen echter wél het Amazonegebied. Ik voel me soms net een roepende in de woestijn en ook als ik straks geen voorzitter meer ben, zal ik dit blijven roepen.’ Minder import uit China Niet iedereen is naar eigen zeggen altijd blij met hem, maar Bontekoe zoekt altijd graag de confrontatie, juist omdat hij ergens wil komen. Wel is hij ervan overtuigd hierdoor als voorzitter ook veel bewustzijn te hebben gekweekt over de richting die ze op moeten gaan. ‘Waar ik persoonlijk heel erg blij mee ben, is dat de grenzen met China twee jaar dichtgingen in verband met de import van Acer. Deze actie heb ik in mijn eentje gestart en uiteindelijk hebben natuurlijk wel veel mensen me hiermee geholpen, maar het was mijn initiatief. Je kunt dus veel bereiken als je op de juiste plaatsen en momen-
ten druk weet te zetten. Nu is het weer wat moeizamer in de Acer-wereld, maar er wordt heel weinig uit China geïmporteerd. Dat vind ik toch wel een heel groot succes.’ Een ander succes is dat boomkwekers in 2015 ook onder het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) gaan vallen. Dan wordt het Europese landbouwbeleid omgevormd, waar ook duurzaamheid en vergroening een belangrijke rol in spelen. Bontekoe: ‘In het verleden kregen vooral de voedselleveranciers inkomensondersteuning. Nu krijgen agrarische bedrijven in 2015 ook geld als ze gaan vergroenen. Daar ben ik uiteraard een groot voorstander van en ook valt de boomkwekerij dan onder het GLB.’
‘Ik pleit voor gesubsidieerde tv-reclames om met z’n allen weer meer groen te gaan kopen’ Gewasbeschermingsmiddelenbeleid grootste frustratie Al die jaren heeft Bontekoe zich voor veel zaken hardgemaakt, waarmee hij successen behaalde, maar zijn grootste frustratie is toch wel het gewasbeschermingsmiddelenbeleid van de Nederlandse overheid. ‘De boomkwekerij is een kleine sector; voor de farmaceutische industrie zijn wij niet of nauwelijks interessant. Onder druk van de markt en consumenten is de lat om toelating te krijgen voor een gewasbeschermingsmiddel veel hoger gelegd. De eisen zijn zo opgeschroefd dat het meest gevoelige beestje dat ergens op het oppervlaktewater leeft, wordt gebruikt als toetsingsinstrument. In de toekomst houden wij op deze manier dus geen middelen meer over, maar - ik chargeer misschien een beetje - ik ben ervan overtuigd dat het voor de kwekers uiteindelijk heel moeilijk wordt te blijven bestaan. Wij hebben gewoon middelen nodig om mooi en groen te kunnen kweken, net zoals mensen middelen van de farmaceutische industrie nodig hebben om ziektes of complicaties te voorkomen. Maar Sharon Dijksma heeft hier helemaal geen boodschap aan. Wij zouden als kleine sector juist steun moeten krijgen van alle politieke partijen, maar we worden steeds meer aan de kant geschoven, terwijl we de mooiste sector van Nederland vertegenwoordigen. Wij brengen
41
mensen veel blijdschap en een verbeterde leefomgeving.
‘We worden door de politiek steeds meer aan de kant geschoven, terwijl we de mooiste sector van Nederland vertegenwoordigen’ Juridisch afgedichte afspraak Het blijft vooralsnog een zware klus het tij te keren. Bontekoe heeft Sharon Dijksma persoonlijk verteld waar de bottleneck zit, maar ze heeft volgens hem zomaar even vijfhonderd wetenschappelijke onderzoeken aan de kant geschoven. ‘Ik vind het prima dat die middelen eruit moeten als er nog alternatieven zijn, maar als er nog
maar één middel overblijft dat je mag gebruiken, dan treedt er heel snel resistentie op. Het achterlijke van dit beleid - en dat neem ik de politiek heel erg kwalijk – is dat je gewoon zo weinig kunt afwisselen met gewasbeschermingsmiddelen, zodat er steeds intensiever gespoten moet worden. Dit beleid moet echt op de helling; dit gaat volkomen fout. Sommige middelen die wij prima zouden kunnen gebruiken, zijn in de voedingssector toegestaan, dus dat betekent dat ze veilig zijn. Maar wij mogen ze niet gebruiken, want de farmaceutische industrie kan of wil voor ons geen toelating aanvragen. Een zakelijke afweging, heel begrijpelijk, maar wij zouden daarom juist steun moeten krijgen vanuit andere hoeken. Ik zou graag een juridisch afgedichte afspraak willen hebben met de overheid dat wij de middelen die in de voedingsindustrie zijn toegestaan, op eigen verantwoording ook op onze gewassen mogen spuiten, zodat wij nooit een schadeclaim naar een producent kunnen sturen.
We hebben steeds meer eenzijdige middelen gekregen, bijvoorbeeld tegen een bepaald soort luis. De milieuschade is de afgelopen twaalf jaar met negentig procent gereduceerd; we hebben op dat gebied dus heel veel bereikt. Maar nu moeten we de komende jaren weer 75 procent minder middelen gaan gebruiken. Het houdt echter een keer op. Heel graag had ik deze kar willen blijven trekken, want dit is echt het aller moeilijkste dossier dat er is,’ aldus Bontekoe.
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4981
42
Er voltrekt zich een ramp in Toronto Alle 860.000 essen in Canadese stad bedreigd, groot deel al dood In Toronto zijn de gevolgen van de essenprachtkever niet te missen. In de stad in het Oosten van Canada zie ik straten met enkel dode laanbomen. 860.000 essen zijn binnen enkele jaren dood als er niets gebeurt. Voor veel bomen is het inmiddels te laat: er voltrekt zich een ramp door een kever die ook in Nederland kan opduiken. Auteur: Jaap Smit, teamleider en dendroloog bij Cobra boomadviseurs In het grote Canada kan vakantievieren in alle windstreken. Maar na de dramatische verhalen over de aantastingen door essenprachtkever in Toronto heb ik thuis een beetje gestuurd in de bestemming, die gelukkig verder ging dan Totonto alleen. Al tijdens de reis van Pearson international Airport naar het eerste hotel, zag ik dode essen. Lanen met Fraxinus die alleen vanuit de stamvoet flink waterloten ontwikkelden en verder kaal waren. Later, op 20 augustus, gingen mijn vrouw en twee dochters zwemmen en kon ik aan het einde van de middag echt op onderzoek uit. Helaas zonder zakmes en prikstok, zodat ik alleen met een twee dollarstuk hier en daar wat bast van aangetaste bomen kon weg peuteren. En met slecht licht. Van opkronen en begeleidingssnoei hebben ze in Toronto gek genoeg nog nooit gehoord. Tot mijn
verbazing levert dat bijna nooit echt problemen op. Het maakt het tijdens mijn rondwandeling echter wel een stuk makkelijker om alles eens goed te bekijken. Alle essen gaan dood! Vanuit ons hotel in Markham, een voorstad van Toronto, liep ik direct de aantasting in. Overal dode en halfdode essen. Het beeld werd nog verergerd door de ijsstorm die er in november 2013 heeft huisgehouden en waarvan de schade nog goed zichtbaar is. In Markham zijn alle essen die ik heb gezien door prachtkever, de emerald ash borer, aangetast. Zoals gezegd zijn de meeste bomen kaal, maar er zijn er ook die alleen kale kroondelen hebben. Andere kroondelen zijn dan half kaal en het beeld van een enkele gesteltak lijkt nog normaal. Niet alle essen lijken even vatbaar. Ik denk een verschil te zien tussen Fraxinus ameri-
cana selecties (met ruwe stammen) en Fraxinus pennsylvanica. De americana’s zijn zonder uitzonderling dood of bijna dood. De pennsylvanica’s volgen voor mijn gevoel binnen enkele maanden. Dus veel maakt het niet uit: dood gaan ze toch. Overigens is de aantasting echt in iedere es die ik in Markham heb gezien - van 5 cm tot 125 cm stamomtrek - aanwezig. Onze inlandse Fraxinus excelsior ben ik in Canada niet tegengekomen, maar op de website van de gemeente Toronto lees ik dat ook die soort gevoelig is. Slingerende boorgangen Omdat op veel plekken de bast van stam en gesteltakken los zat, waren de gangen van de larven van de essenprachtkever goed te zien. De larven vreten zich al slingerend een weg tussen bast en spinthout. Transport van water en voeding is dan al snel niet meer mogelijk, waardoor
43
stam en kroon afsterven. En dat gebeurt snel: soms binnen een jaar. Omdat de wortels blijven leven, ontstaat in veel gevallen een krans van waterloten boven de stamvoet. Daar waar dat niet gebeurt zijn de bomen al helemaal dood of is het waterlot met een bosmaaier verwijderd. De takken van de aangetaste bomen zijn verdroogd en lichter bruin dan van een levende es, maar verder lijken de bomen gewoon in rusttoestand. Duidelijke uitvlieggaten In de bast van de bomen zijn duidelijk de D-vormige uitvlieggaten te zien die mij altijd zijn voorgespiegeld. Het rechte deel van de D kan links, rechts, naar boven en onderen wijzen. Trek je de bast los, dan zijn de slingerende gangen goed zichtbaar. Ze zitten vol met boormeel. Op de gesteltakken van bomen die nog (deels) leven, zijn veel verzonken plekken te zien. Krab je daar de bast weg, dan blijkt ook daaronder een dronken larve te hebben gezeten. Blijkbaar droogt de bast door de interne vraatschade al uit. In de meeste verzonken plekken, was een uitvlieggat aanwezig.
44
Geen kever of larve gezien Op Twitter kreeg ik na mijn melding dat ik het onderzoek had gedaan, de vraag of ik mijn zakken goed had gecontroleerd. Wees gerust: ja, dat heb ik. Ik wil niet op mijn geweten hebben de importeur te zijn van dit beest. Bovendien heb ik geen enkele levende larve of kever gezien. Ook eitjes of jonge larven heb ik niet kunnen ontdekken. Maar pas op: hij komt toch wel. Net als in Canada met verpakkingshout vanuit China. In het thuisland tast het beest alleen verzwakte exemplaren van de daar inheemse Fraxinus-soorten aan.
boren ze zich in het hout om daar te overwinteren. In het voorjaar maken ze hun uitvlieggat. Waarschijnlijk heb ik geen larven gezien omdat ik alleen van dode bomen bast kon losmaken: daar is voor larven niks meer te halen.
De kevers zijn in mei en juni
Daarnaast is sprake van bestrijding van het beest met het systemische biologische bestrijdingsmiddel TreeAzin. De 5% oplossing van azadirachtin (van de neem-boom) moet met het EcoJectŽ systeem wordt ingebracht. Op de website lees ik dat Toronto er wel 13.000 bomen mee wil behandelen. Van de 860.000 essen die in de stad staan of stonden‌. In de VS is overigens onderzoek gaande naar sluipwespen die de larven parasiteren. Voor de 130.000.000 bomen die in Noord-Amerika inmiddels zijn aangetast (na de
actief en kunnen tot 10 km ver vliegen De kevers zijn in mei en juni actief en kunnen tot 10 km ver vliegen. De volwassen kevers leggen in die periode eitjes. Ik zou de larven in levende bomen gezien moeten kunnen hebben, want die ontwikkelen zich in een zomer. Na de zomer
Toch bestrijding? Ondanks het grote aantal dode bomen dat ik tegenkom, schijnt er door Toronto een actieve strijd tegen de essenprachtkever te zijn. Op de website staat dat prioriteit wordt gegeven aan het weghalen van aangetaste bomen. Ik heb het niet gezien‌
ontdekking rond 2000) is dat te laat. Als derde punt kiest de gemeente ervoor een herplant-programma te starten. Ditmaal met een breed sortiment inheemse en uitheemse soorten. Omdat ook de Aziatische boktor in de buurt huist (met een voorkeur voor esdoorn, maar ook andere boomsoorten), worden ook Gleditsia’s en Robinia’s, beide uit Noord-Amerika, genoemd als goede vervangers, maar ook Carya, Ostrya en Catalpa staan op de lijst van recommended trees. Bij een gerenoveerde weg kwam ik jonge aanplant van Aesculus glabra (ook bij ons het proberen waard!) en Gymnocladus tegen. Beide als laanbeplanting. Dat stemt hoopvol. Controle verpakkingshout blijft nodig Ook in Nederland raken we de essen op termijn grotendeels kwijt. De prachtkever en de essentaksterfte werken daarin goed samen. Dat doet pijn en zal veel geld gaan kosten, omdat in sommige gemeenten tot 30% van het bomenbestand uit Fraxinus bestaat. Tot de aantasting hier echt is, moet verpakkingshout flink verhit en gecontroleerd worden voordat het hier binnenkomt. Dat geldt voor Chinese import, maar ook voor hout uit de omgeving van Moskou, waar de essenprachtkever ook al aanwezig is. Poetin heeft er vast alle begrip voor... Ondertussen loopt het onderzoek naar bestrijding van de kever in de VS door. Behalve inventarisatie van de aantasting vind ik onderzoek naar bestrijdingmethoden hier niet nodig: dat gebeurt aan de overkant van de grote plas voldoende. Monitoren van de aantasting is hier zeker wel
nodig. De aantastingsbeelden die ik in Toronto heb gezien helpen daar alvast bij. Biodivers vervangen in Nederland De es is binnen en buiten de stedelijke omgeving een belangrijke en vaak prima boom. Toch zijn er voldoende vervangers voor deze boom. Rekening houdend met de actuele boomaantasting zijn de genoemde Aesculus glabra (!) en Gymnocladus dioica ook hier toepasbaar als laanboom. Maar er is veel meer beschikbaar en leverbaar bij boomkwekers. Wellicht (nog) niet op grote schaal, maar dat is niet erg. Sterker nog: het planten van lange lanen is niet meer aan te raden: afwisseling wordt de norm. Weet u wat de kwekers voor vervangers hebben staan? Nee? Ga dan mee op de kwekerijsafari die we bij Cobra regelmatig organiseren.
Jaap Smit is teamleider en dendroloog bij Cobra boomadviseurs bv. Cobra is sinds 2000 actief in het groene domein van de openbare ruimte. Voor vragen over boomonderzoek en gevarieerde boomsoortenkeuze kunt u contact opnemen met Jaap Smit. Hij is bereikbaar op nummer (06) 30394483, per mail: jaap.smit@cobraBoomadviseurs.nl en via @dendroloog
Bedrijf: Cobra Boomadviseurs BV Naam: Jaap smit Functie: Dendroloog Plaats: Pijnacker Omvang: 25 medewerkers
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4833
Geschreven onder verantwoordelijkheid van Jaap Smit.
45
Kweker Eric van Kempen: ‘De afnemer weet vaak niet wat het certificaat inhoudt’ De status quo van alle keurmerken In de boomkwekerijbranche geniet Milieukeur al jarenlang naamsbekendheid. Met dit keurmerk kunnen kwekers aantonen dat ze volgens bepaalde richtlijnen kweken. Dit is met name voor de afnemers belangrijk. Intussen verovert sinds april dit jaar ook Groenkeur de markt. Waarin verschillen de keurmerken en voor welk keurmerk kiezen boomkwekers en afnemers? Kortom: wat is de huidige stand van zaken? Auteur: Sylvia de Witt
Voor veel boomkwekers ligt de meerwaarde van een productcertificaat voor de hand. Als gevolg van de eisen van duurzaam inkopen die de overheid stelt, vragen Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen immers in circa zeventig procent van de aanbestedingstrajecten voor groenvoorzieningen naar duurzaam gekweekte producten. Toch zijn er boomkwekers die er anders tegenaan kijken, zoals Eric van Kempen van Boomkwekerij M.F. van Kempen & Zn BV. Hij kweekte vanaf 2008 onder Milieukeur. Nu, zes jaar later, is hij gestopt met Milieukeur en ook zal hij zich niet aansluiten bij Groenkeur. Als boomkweker heeft Van Kempen al heel wat keurmerken meegemaakt en stond daarbij ook altijd vooraan. Hij ziet heus wel de voordelen van een keurmerk, maar vindt dat het op bepaalde punten ook wordt misbruikt. Eigenlijk zou een
46
keurmerk er helemaal niet toe moeten doen voor een afnemer, is zijn mening. Van Kempen: ‘Nu is er weer een nieuw boomkwekerijkeurmerk op de wereld gezet: Groenkeur, een ketenkeurmerk waarbij de boomteler Groenkeur-gecertificeerd is, evenals de hovenier. De overheid wil maatschappelijk verantwoord geteelde producten. Dus als er in een keten gewerkt kan worden, is dat makkelijker. Maar zo’n keurmerk is er vooral voor de afnemer. Dat is verkeerd, want dan wordt er hoe dan ook gesjoemeld. Dan is het alleen maar belangrijk dat je het papiertje hebt en dat die afnemer weet dat je dat papiertje hebt. Hoe je aan dat papiertje komt, is een ander verhaal.’
Eigenlijk een commercieel certificaat Wat is een keurmerk nu eigenlijk? Als je je bomen gewoon op verantwoorde wijze produceert, dan voldoe je eigenlijk al aan een keurmerk, vindt Van Kempen. ‘Maar ze willen het zwart op wit hebben, controleerbaar. Het is in mijn ogen een stukje schijnzekerheid. Ik ben zelf gestopt met Milieukeur en ben daarnaast aan het bekijken of ik mijn bedrijf op een andere manier kan voortzetten. Maar dan sluit ik me niet meer aan bij een keurmerk, want het kost veel inspanning en de afnemer weet vaak toch niet wat het certificaat inhoudt. Milieukeur is een productcertificaat, maar het wordt door veel afnemers als bedrijfscertificaat gezien. Dit strookt niet met elkaar. Dus als jij als boomkweker of handelaar een certificaat hebt, mag jij leveren. Maar wát er dan geleverd wordt,
daar wordt meestal niet meer naar gekeken. Dus de meerwaarde die het productcertificaat zou moeten hebben, is dan gelijk tenietgedaan. Heel begrijpelijk dat je als kweker bij de afnemers vooraan wil staan, maar de meesten is het ook daarom te doen. Dus is het eigenlijk een commercieel certificaat, niets meer en niets minder. Op een verantwoorde manier kweken moet je voor jezelf willen doen, niet voor die afnemer.’
zamer telen ook betaald worden. Zo kunnen de kwekers het certificaat in stand houden. Als afnemers voor duurzaam geteelde producten met certificaat echter niet meer willen betalen, dan verwatert dit en gaan kwekers op een andere manier toch kosten besparen. Kwekers moeten de kosten van het keurmerk kunnen doorberekenen in de productprijs en afnemers moeten bereid zijn om deze te betalen.
Kosten keurmerk doorberekenen in productprijs Dat er meerdere keurmerken zijn, is ook verwarrend, vindt Van Kempen. ‘Eerst was er Qualitree, toen MPS Duurzaamheid, daarna Milieukeur en nu komt daar nog Groenkeur bij. Allemaal leuk en aardig, maar ons product blijft hetzelfde. Maar als de afnemer echter ook de waarde van het certificaat wil betalen, is het prima.’ Dan komt er wat hem betreft een marge op het product, zodat de extra kosten voor het duur-
‘Eigenlijk zou een keurmerk er helemaal niet toe moeten doen voor een afnemer’ ‘Zo niet, dan is het steeds minder interessant om de inzet te plegen om duurzaam en verantwoord te produceren,’ vertelt Van Kempen. ‘Zonder keurmerk kun je dan namelijk met minder kosten aan dezelfde afnemers leveren.’
Als alle kwekers een keurmerk krijgen, wordt in ieder geval duurzaam gekweekt. Maar dan kun je als kweker niet meer opvallen voor je afnemer en zal er waarschijnlijk weer een nieuw keurmerk worden ontwikkeld om commercieel weer op te vallen, denkt hij. ‘Ik beweer dus niet dat een keurmerk niet goed is, maar ik had liever gezien dat we met z’n allen op één keurmerk zouden inzetten en dat dan ook echt zien als branchegericht.’ Promotie Het jongste keurmerk in de boomkwekerijbranche is Groenkeur. Vijf bedrijven die nu het Groenkeur-productcertificaat Duurzame Boomkwekerijproducten hebben, zijn Flora Nova Handelskwekerij uit Ophemert, Darthuizer uit Leersum, Boot & Co Boomkwekerijen uit Boskoop, boomkwekerij De Spankert uit Boxtel en Lageschaar Vaste Planten uit Aalten. Zij leveren duurzaam gekweekte boomkwekerijproduc-
Ben van der Meijden
47
ook heel sterk in de ketengedachte actief. Dat zijn natuurlijk weer andere schema’s, die al door veel overheden worden gevraagd in aanbestedingen. Stel, een overheidsdienst heeft een bestek dat wordt aanbesteed. In dat bestek staat dat je alleen maar mag inschrijven als je Groenkeurgecertificeerd bent voor bijvoorbeeld groenvoorziening, boomverzorging of dak- en gevelgroen, etc. Vanuit de stichting zijn we met z’n allen actief in zo’n keten met onze aannemers. We promoten ons keurmerk ook heel actief bij gemeenten en andere overheden; die zitten vaak bij ons aan tafel. Wat is er gemakkelijker voor Groenkeur om dan te zeggen: “Jullie kunnen naast een Groenkeur-aannemer ook Groenkeurgecertificeerde bomen inkopen”?’
‘Het is jammer dat Milieukeur nu pas wakker is geschud en ook actiever aan het worden is’ ‘De bekendheid met Groenkeur bij zakelijke afnemers, overheden, verenigingen van eigenaren, etc., is ontzettend hoog. We groeien als stichting behoorlijk, met name in de zakelijke wereld omdat overheden, maar ook ministeries en Rijkswaterstaat, steeds vaker de eis stellen dat je Groenkeur-gecertificeerd moet zijn. Wij doen veel aan promotie, staan al jaren op beurzen en voor ons is het dan een koud kunstje om nu de kwekerijsector daarin mee te nemen.’
Matthijs Mesken
ten aan afnemers die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan, op nationale en internationale markten. Duurzame boomkwekerijproducten met een Groenkeur-certificaat voldoen aan de eisen uit het criteriadocument Duurzaam inkopen van groenvoorzieningen van de overheid. Volgens Groenkeur-directeur Matthijs Mesken zouden verschillende keurmerken mogelijk verwarrend kunnen werken, maar Groenkeur
48
is ingesprongen op een vraag vanuit de boomkwekerijsector zelf: of zij niet een keurmerk kon ontwikkelen om te voldoen aan de inkoopcriteria van de overheid. Mesken: ‘Wij hebben ons schema het afgelopen jaar ontwikkeld en ja, het lijkt wel enigszins op het Milieukeur-schema dat al wat langer bestaat in de boomkwekerijbranche. Daarnaast zijn we
Biodiversiteitsplan Milieukeur heeft wat dat betreft veel laten liggen? ‘Dat is hun keuze geweest, hoewel we het opvallend vinden dat zij nu wel wat actiever worden. Inmiddels zijn er vijf Groenkeur-gecertificeerde bedrijven en op korte termijn komen er nog eens drie bij. Aan het eind van dit jaar hopen we tien bedrijven te hebben.’ Er zijn wel wat verschillen in eisen. Bij Groenkeur moeten de bedrijven ook een biodiversiteitsplan hebben, dus moeten ze kunnen aangeven hoe ze met biodiversiteit binnen hun bedrijf omgaan. Dat zit niet in Milieukeur. In Milieukeur zit een bonus-malussysteem, dus als je een voor het milieu belastend middel gebruikt, moet je dat compenseren. Iedere kweker vult dit op eigen wijze in en daardoor kan dit voor een afnemer
ondoorzichtig zijn. ‘Dat vinden wij inderdaad veel te verwarrend,’ meent Mesken. ‘Wij zeggen gewoon: “Deze middelen mogen niet worden gebruikt.” Ook zijn er wat technische verschillen, maar daarvoor zou ik veel te veel in detail moeten treden. De belangrijkste verschillen zijn dus dat biodiversiteitsplan en het feit dat wij actief zijn in de hele afzetketen.’ De bedoeling is dat de aankopen van overheden massaal voldoen aan de eisen uit het criteriadocument Duurzaam inkopen van groenvoorzieningen van de overheid. Groenkeur is inmiddels flink in beeld. ‘Overheden vragen veel naar Groenkeur en wij verwachten dat de Groenkeur-duurzame bomen daarop gaan meeliften. De overheid heeft zichzelf opgelegd om duurzaam in te kopen, maar doet dat nog veel te weinig. Dat is natuurlijk ook een stukje frustratie van de boomkwekers, want ze kunnen wel van aannemers verlangen dat die Groenkeur-gecertificeerd leveren, maar dat moet dan natuurlijk ook voor bomen gelden die worden aangeplant.’ Groenkeur kijkt inmiddels ook verder dan Nederland, want de stichting Fair Trees Fair Plants heeft na het doen van een benchmark laten weten het Groenkeur-certificaat te accepteren. In dit schema zit een milieucomponent voor duurzaamheid en een sociale component op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Mesken: ‘Onze boomkwekers mogen, als ze het ook wat betreft dat sociale component goed doen, zich in het buitenland profileren met het label Fair Trees Fair Plants. Hierdoor wordt ons marktgebied voor de boomkwekerijsector ook een stuk groter. Dan is het ook interessanter voor bedrijven die eveneens produceren voor de consumentenmarkt. Zo’n zeventig procent gaat tenslotte naar het buitenland. Verder zijn we nog in gesprek met Tuinbranche Nederland. Wij denken hen ervan te kunnen overtuigen dat ons schema ook voor de consumentenmarkt alle waarborgen heeft om aan te tonen dat bepaalde gewasbeschermingsmiddelen niet gebruikt worden.’ Keurmerken uitwisselbaar Sinds 2005 kweekte boomkwekerij De Spankert uit Boxtel volgens de eisen van Stichting Milieukeur, maar nu is De Spankert overgestapt op Groenkeur. Deze boomkwekerij is namelijk ook aangesloten bij de Vereniging Duurzame Boomkwekers Nederland (DBN) en deze besloot tijdens de algemene ledenvergadering op 24 februari dit jaar over te stappen op Groenkeur. Milieukeur deed volgens DBN namelijk te weinig
aan promotie en deze vereniging had zelf ook te weinig budget en middelen voor promotie. ‘De afgelopen maanden heeft DBN gezocht naar een richting die continuïteit geeft voor de toekomst als het gaat om de invulling van duurzame boomkwekerij,’ vertelt mede-eigenaar Ben van der Meijden van De Spankert. ‘En Stichting Groenkeur doet al veel aan marketing en promotie voor de diverse aangesloten keurmerken in de groenketen. Het certificaatsysteem van Groenkeur is grotendeels gelijk aan dat van Milieukeur. Maar als Groenkeur een advertentie plaatst in een vakblad als Tuin en Landschap, kan er ook een advertentie voor de boomkwekerijproducten meelopen. Zij timmeren flink aan de weg. Het is jammer dat Milieukeur nu pas wakker is geschud en ook actiever aan het worden is.’ Volgens Van der Meijden zit er niet veel verschil in de productie-eisen; wat hem betreft zijn de keurmerken uitwisselbaar. ‘Een Milieukeur-gecertificeerd bedrijf kan Groenkeur-producten verhandelen en andersom ook. Ze zijn gelijkwaardig. Dat is voor producenten en afnemers wel belangrijk natuurlijk. De bomen zijn onder dezelfde eisen geproduceerd en kunnen als dusdanig ook verhandeld worden. Op zich is er voor ons dus niet veel veranderd, behalve dat we op ons briefpapier eerst “Milieukeur” hadden staan en nu “Groenkeur”.’ Van der Meijden heeft het idee dat er nog veel onbekendheid bestaat over duurzaam produceren, vooral aan de kant van de afnemers, en hoe hiermee om te gaan bij bijvoorbeeld het bestek maken. ‘Als een gemeente duurzame producten wil kopen, dan zal zij dat op een bepaalde manier in het bestek moeten schrijven. Want officieel mag een gemeente niet eisen dat de producten vallen onder een bepaald keurmerk zoals Milieukeur of Groenkeur. Maar hoe daarmee om te gaan, dat weten heel veel gemeenten en andere afnemers niet. De stichting Groenkeur is nu aan het bekijken hoe ze afnemers daarbij behulpzaam kan zijn.’ Groeiproces Eén van die afnemers is het Rijksvastgoedbedrijf, per 1 juli samengesteld uit de Rijksgebouwendienst, de Dienst Vastgoed Defensie en het Rijksvastgoed Ontwikkelingsbedrijf. Duurzaamheid is volgens vastgoedadviseur Roy Pillen, tevens betrokken bij het beheer en onderhoud van het groen bij
defensievastgoed, een steeds zwaarwegender criterium in het totaal aan afwegingen dat je moet maken als aanbestedende dienst. ‘Ik kan niet zeggen of er een voorkeur is voor een bepaald keurmerk, maar Groenkeur wordt in ieder geval bij ons in veel groenbestekken voorgeschreven. Een ander keurmerk voor groenaannemers heb ik nog niet voorbij zien komen.’ Vastgoed wordt bij Defensie breed gedefinieerd, want dat zijn zowel de gebouwen, als de terreinen en ook de infrastructuur als havens, buitenterreinen, vliegvelden. In totaal is dit zo’n 81.000 hectare aan grond. ‘Halverwege het vorige decennium is het duurzaam inkopen opgestart. We zien dat nu in steeds meer contracten nadrukkelijk terug. Dat is ook een groeiproces. Die oude contracten lopen af en die gaan we weer door prestatiecontracten met duurzaam inkopen vervangen. Het is dus niet zo dat we contracten openbreken en ineens de eis gaan stellen dat leveranciers Groenkeurgecertificeerd moeten zijn. We wachten eerst netjes een contractduur af. Maar in ieder geval zal in een nieuw contract alle aanplant Groenkeurgecertificeerd moeten zijn. Als er in een jaar geen nieuwe projecten zijn vanuit reguliere instandhouding, zijn dit landelijk op jaarbasis zo’n 400 à 500 nieuwe bomen.’
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4985
49
Hoe sterk is de keten?
Gevestigde merken hebben het moeilijk en worden in dit geval zelfs vervangen door ketens die zich alleen maar richten op goedkoop ‘Hoe sterk is de keten van de eenzame boomkweker?’ Dat zou je bijna gaan neuriën, in deze tijd dat het allemaal niet zo geweldig gaat in de boomkwekerij. Het is duidelijk dat ondernemers die de juiste keuze hebben gemaakt wat betreft afzet het nog wel aardig doen, maar als je wat meer in de oude modellen bent blijven hangen, heb je een serieus probleem. ‘Alles wordt anders’, om nog maar eens een platgetreden cliché uit de hoge hoed te halen. Maar het klopt natuurlijk wel. De crisis in de boomkwekerij is op dit moment een optelsom van bezuinigingen bij de overheid en
Als boomkwekers denken wij dat je alleen met kwaliteit een boterham kunt verdienen, maar op hetzelfde moment draaien de kassa’s van ketens als Action, Primark en Cranenbroek overuren matig draaiende tuincentra. Toevallig las ik dit weekend nog een artikel in de plaatselijke krant: een groot lokaal tuincentrum gaat de deuren sluiten en waarschijnlijk plaatsmaken voor een vestiging van Cranenbroek. Het lijkt behoorlijk symbolisch voor de toestand van de Nederlandse retailers. Gevestigde merken hebben het moeilijk en worden in dit geval zelfs vervangen door ketens die zich alleen maar richten op goedkoop. En de consument? Die vindt dit prachtig. Als boomkwekers denken wij dat je alleen met kwaliteit een boterham kunt verdienen, maar op hetzelfde moment draaien de kassa’s van ketens als Action, Primark en Cranenbroek overuren.
50
Ook de boomkwekerij gaat last krijgen van deze ontwikkelingen, of heeft daar zelfs al last van. Als traditionele afzetkanalen zoals tuincentra het moeilijk hebben, heeft dat ook zijn beslag op deze sector. De veranderingen zullen natuurlijk verder doorzetten. De markt staat niet stil. De grote Nederlandse tuincentra zullen best weer een keer de groei te pakken krijgen, maar ondanks dat zal er een verdere ontwikkeling naar online verkoop plaatsvinden. Als kweker ben je dan snel geneigd te zeggen: dat kan niet. Onze business is te complex en heeft te veel advies nodig en het transport is te lastig. Misschien is dat wel zo, maar hebben kledingfabrikanten en schoenenwinkels dat ook niet ooit gedacht? Als er straks iemand opstaat die in een online tuincentrum een interessant businessmodel ziet en die begint met echt grootschalige verkoop van planten en andere tuincentrumproducten via internet, dan zal dat de andere ontwikkelingen enorm versnellen. Er zijn al wat voorbeelden op internet, maar ik heb het idee dat dit allemaal nog behoorlijk beperkt is. Echt nieuw is een online tuincentrum overigens natuurlijk niet. Kent u de postorderbedrijven uit de jaren zeventig en tachtig nog? Ook voor internet geldt dat er eigenlijk niets nieuws onder de zon is. Hein van Iersel hein@nwst.nl Hoofdredacteur
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4989
Bas van Buuren B.V. Coldenhovelaan 10 2678 PS De Lier | NL
At the Foundation of Growth
T +31 (0) 174 53 54 55 F +31 (0) 174 53 54 50
Euroveen B.V. Californischeweg 10-B
Bij BVB Substrates zijn we er vast van overtuigd dat alleen een optimale basis garant staat voor een gezonde groei. Elke dag zorgen wij dan ook voor de productie en levering van die optimale basis: het substraat.
5971 NV Grubbenvorst | NL T +31 (0) 77 366 93 90 F +31 (0) 77 366 13 13
www.bvb-substrates.nl
Met onze kennis, ervaring en moderne productiefaciliteiten zijn wij een betrouwbare leverancier voor kwekers in binnen- en buitenland. Bent u benieuwd wat BVB Substrates voor u kan betekenen? Kom dan gerust eens langs of bel ons voor een vrijblijvend gesprek.
At the Foundation of Growth
Bundeling van
Kracht
AGRO ADVIES