Boomzorg2 2014

Page 1

Jaargang 6 nr. 2, 2014

Vakblad voor boomverzorging en boombeheer in de openbare ruimte

Slimme app bewaakt het proces van selecteren en transporteren van bomen

Van gadget naar fundament • Geïntegreerd ziekten en plagen beheren • Bestrijdingsmethoden eikenprocessierups • Beleid, bestek, bestrijding • Ralf en Harrie Vaessen • Mag het een eikje minder zijn? • Wijziging Boswet en opheffing Bosschap • Iepenmarkt blijft in ontwikkeling • Bloeiende exoten • Mammoetklus voor een mammoetboom


Bijzondere vorm van ‘groenprotectie’ in Den Bosch ‘Boombescherming niet moeilijker maken dan het is’ Voor gemeente ’s-Hertogenbosch was het de eerste keer, voor aannemer Heijmans ook. Datzelfde gold voor de boomtechneuten van Cobra en voor IBN, de sociale werkvoorziening voor Noordoost-Brabant. Vier partijen die de handen ineen slaan in een bijzondere samenwerking, waarmee de gemeente ’s-Hertogenbosch landelijk voorop loopt. Op een unieke manier worden monumentale bomen beschermd in het megaproject parkeergarage Vonk & Vlam. Daarbij wordt hoog ingezet op social return en genieten alle betrokken partijen ervan ‘een slag te kunnen maken’. In Vonk & Vlam In opdracht van de gemeente ’s-Hertogenbosch realiseert Heijmans een nieuwe ondergrondse parkeergarage op het Vonk & Vlamterrein aan de rand van het centrum van de Brabantse hoofdstad. Het project maakt deel uit van de ontwikkeling van de Zuiderpark-Stadswalzone. De bouw van de parkeergarage wordt gecombineerd met de restauratie van de vestingwerken en de herinrichting van de openbare ruimte, zoals de Casinotuin. Bovenop de parkeergarage komt de stadsgracht van vroeger terug. En wat hebben bomen hiermee te maken? Alles! Lommerrijke bomen, de groene parels, zijn kenmerkend voor dit project. Sommige staan er intussen honderdvijftig jaar, zoals de majestueuze rode beuk in de Casinotuin of de enorme plataan aan de Pettelaarseweg.

Nieuw met oud Zodra de (graaf)machines op de bouwplaats verschijnen, begint het pas echt. Schade aan bomen moet voorkomen worden. Bij veel projecten gaat het vaak om ‘nieuwe dingen maken’ waarbij we het oude willen beschermen. Vooral het beschermen is in dit project relevant, in het bijzonder de monumentale bomen die een onmiskenbaar onderdeel van de locatie vormen. In het voortraject, waarin de bouwtechnische plannen vorm krijgen, is daar uitgebreid rekening mee gehouden. Met de uitvoering wordt tijdens de toolboxmeetings aan alle betrokkenen het bewustzijn van de waarde van de bomen meegegeven. Noch complex, noch kostenverhogend Boombescherming moet niet moeilijker gemaakt worden dan het is. In dit project is het bomenbeleidsplan van de gemeente heel concreet en leidend. De gemeente zit op de regisseursstoel.

Daarom heeft Heijmans de veelzijdig specialisten van Cobra in de arm genomen. Beide partijen hadden hiervoor toch wel enige huiver. Al snel bleek echter de inzet van Cobra voor Heijmans van grote waarde. Praktische adviezen, proactieve houding en de wil tot samenwerking maakten dat processen moeiteloos verliepen. Cobra was aan de andere kant aangenaam verrast over de slagkracht en oplossingsgerichtheid van Heijmans. Samen nemen ze de verantwoordelijkheid op om de bomen gedurende het werk te beschermen. Social return; 1e lijns bomenwacht Een baanbrekend aspect binnen de samenwerking is de bijzondere manier waarop het fenomeen ‘social return’ is ingevuld. Met dergelijke afspraken wil de overheid een bijdrage leveren aan het vergroten van de arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. En zo ook de gemeente ’s-Hertogenbosch. Cobra


Het nieuwe realiseren en het oude behouden.

Joost Verhagen is directeur/eigenaar van de vijf Cobra-loten; Cobra boomadviseurs bv, Cobra planadviseurs bv, Cobra ecoadviseurs bv, Cobra geoadviseurs bv en Cobra groenjuristen. Cobra is sinds 2000 actief in het groene domein van de openbare ruimte. Joost, registertaxateur-VRT en lid van de NVTB, is een autoriteit op het gebied van schade aan bomen. Samen met boomjurist Kitty Goudzwaard en een team van veelzijdig specialisten staan zij garant voor een gedegen taxatie en vloeiende claimafwikkeling.

Stambescherming, bouwhekken, bodemvochtmonitoring, watergeefsystemen het ontbreekt de bomen aan niks.

nam die verplichting serieus en heeft medewerkers van IBN opgeleid tot 1e lijns bomenwacht. De vraag die voor dit concept centraal stond was niet welke opleiding iemand zou moeten hebben, maar juist welke kwaliteiten hij of zij moest bezitten. Om dit werk te doen moet je hart hebben voor groen en ook de regels kunnen interpreteren en ze uit kunnen leggen aan werknemers op het project. De regels zijn simpel en duidelijk. Bij ‘twistpunten’ worden de specialisten van Cobra ingeschakeld. Inmiddels zijn de medewerkers van IBN de ogen en oren in het veld. Los van het maatschappelijk gewin heeft deze situatie ook andere voordelen. In de praktijk betekent het dat er in principe voor hetzelfde geld méér ‘ogen’ ingezet kunnen worden op het project. En dat is ten gunste van de bomen!

Trots De bijzondere samenwerking en het feit dat alle partijen complementair zijn aan elkaar binnen zo’n uniek project maakt alle partijen meer dan trots. De gemeente is ontzorgd en toch betrokken. Heijmans realiseert een prachtige ondergrondse parkeergarage, door de inzet van Cobra mét duurzaam behoud van de bomen. IBN levert als 1e lijns bomenwacht, door hun continue aanwezigheid, een waardevolle bijdrage aan een gedegen boombescherming. Kortom, een gouden team en klaar voor het volgende project.

Voor vragen over Cobra’s boomschadetaxatieservice kunt u contact opnemen met Joost Verhagen. Hij is bereikbaar op telefoonnummer 088 – 262 72 00 of per e-mail: Joost.Verhagen@Cobra-adviseurs.nl. Bedrijf: Cobra adviseurs Naam: Joost Verhagen Functie: Directeur Plaats: Wilbertoord, Cuijk, Meppel, Pijnakker Omvang: 25 medewerkers Thema: Cobra’s boomschadetaxatieservice Geschreven onder verantwoordelijkheid van Joost Verhagen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4550

www.boomzorg.nl

3


TREE INDUSTRY PERSONALITY

Voor al uw rooi- en snoeiwerkzaamheden Markelo: 0547-750 900 Dedemsvaart: 0523-611 176 info@boomspecialist.nl www.boomspecialist.nl

Kortenhoef Tel: 06-21225226 www.robvandenhoek.nl

VERTROUWD MET BOMEN! Broeksteeg 2 6732 GS Harskamp T 0318 - 654855 F 0318 - 479844 info@flierboomverzorging.nl www.flierboomverzorging.nl

Snoeien, rooien, verplanten VTA controle, advies Treeworker, Tree Technician Bomen & beplanting T: 0172-631 720 info@cyber-adviseurs.nl www.cyber-adviseurs.nl

Boomverzorging en Groenvoorziening

Adviseurs voor: Bomen, Grootgroen, Flora&Fauna

Treviso 13 2921 BJ Krimpen aan den IJssel T: 0180-515844 info@kdbgroen.nl www.kdbgroen.nl

Van Pallandtlaan 10 6998 AW Laag-Keppel T: 0314-642 221 info@foreestgroenconsult.nl www.foreestgroenconsult.nl

VTA-rapportages FFW-checks Meentweg 18 9756 AN Glimmen T: (+31) (0)50 402 85 06 F: (+31) (0)50 402 85 07 mail@stedelijkgroen.com www.stedelijkgroen.com

Waaldijk 24 6677 MB Slijk-Ewijk 0481-482 556 0653-847 171 bosland@planet.nl

T: 0525-653695 M: 06-51061686 info@boomentuintechniek.nl www.boomentuintechniek.nl

Ingenieurs - en adviesbureau Betrokken, flexibel, doelgericht en betrouwbaar T: 06-50523935 info@groenadviesamsterdam.nl www.groenadviesamsterdam.nl

T: 030-656 3016 M: 06-54942530 info@vanaschgroenvoorziening.nl www.vanaschgroenvoorziening.nl

Boomadviesdiensten Heusden Boomtechnisch onderzoek, VTA, Boomeffectanalyse, (Picus-) geluidstomografie T: 06-12330613 info@boomkarwei.nl

Boom- en landschapsverzorging VCA gecertificeerd Stationsweg Oost 196 3931 EX Woudenberg T: 033-286 5068 info@gkboomverzorging.nl www.gkboomverzorging.nl

Expert advies voor bomen in de stad

Onderzoek, advies, snoei ETW, ETT

25 jaar ervaring T: 020-411 87 53 couenberg@natura-ingenium.nl www.natura-ingenium.nl

Laan van Mertersem 15 Breda, 076-520 3909 info@B-vier.nl www.b-vier.nl

Windhoek 5 7345 EH Wenum Wiesel T: 055-3121041 F: 055-3120728 bouwmeester@treeworker.nl www.treeworker.nl

Beilen - Terhorst 5 Diever - Kastanjelaan 10 Groningen - Lavendelweg 27 0593 - 52 70 32

Tarzan Boomspecialisten

Snoei & Kap - onderzoek, inventarisatie, aanplant, detachering

T: 0297-582994 f@tarzan.eu www.tarzan.eu

4

www.boomzorg.nl

Bloemendaalseweg 68a 2804 AB Gouda T: 06-22420943 info@hovenier-boomverzorging.nl www.hovenier-boomverzorging. nl

Boomverzorging Dwazziewegen 17 9301 ZR Roden T: 050-501 53 46 M: 06-53240346 vosgroenverzorging@planet.nl www.vosroden.nl

Inventarisatie | onderzoek advies | snoeien | Vellen info@boomontzorging.com www.boomontzorging.com • Robert van Stuyvenberg 06-15699852 • Aernout Theunissen 06-23290014

Wencopperweg 64 3771 PP Barneveld T: 06-21582757 F: 0342-427039 www.wencopkwekerijen.nl kwekerij@wencop.nl


32

Gerard Braakhekke: ‘We raken nooit meer van eikenprocessierups af, dus maak beleid en zorg voor diversiteit!’

Gemeente Heerlen heeft al vanaf de begin jaren tweeduizend te maken gehad met de aanwezigheid van eikenprocessierups. Door ervaring werd de afdeling beheer wijzer. Specialist beheer Gerard Braakhekke legt uit hoe de aanpak van Heerlen is aangescherpt door de jaren heen.

www.boomzorg.nl

5


16

Colofon Boomzorg wordt 8 keer per jaar in een g ­ emiddelde oplage van 2.250 exemplaren verspreid onder boomverzorgers en boombeheerders in dienst van gespecialiseerde bedrijven en gemeentes.

Van gadget naar fundament Achtergrond Beheersystemen krijgen een steeds bredere rol: het aansluiten op de basisregistraties is niet meer vrijblijvend, maar steeds meer wenselijk

Redactie & commercie NWST NeWSTories bv Fransestraat 41 6524 HT Nijmegen

en voor diverse onderdelen zelfs

Postbus 569 6500 AN Nijmegen T 024-3602454 F 024-3602464

Hoofdredacteur: H ein van Iersel (hein@nwst.nl) Vakredacteur: Santi Raats (santi@nwst.nl) Broer de Boer (broer@nwst.nl) Vormgeving: Marie Cecile Oosterhout Advertenties: Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Peter Jansen (peter@nwst.nl) Abonnementen 69,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. Op alle abonnementen zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze vindt u op www.boomzorg.nl/abonnement

verplicht.

48 Sortiment

Wat is er mooier dan het nuttige te verenigen met het aangename? Nu het voorjaar is aangebroken, komt alles wat mooi is, weer naar buiten. Zo genieten we dan ook van prachtig bloeiende laanen straatbomen. In het bijzonder van opvallende exoten. Allochtone prachtbloeiers zijn niet alleen goed voor het oog, maar ook voor de broodnodige diversiteit.

ISSN: 2211-9892 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Boomzorg c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/ of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Boomzorg wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

Voorjaar: laat alles wat mooi is, maar weer naar buiten komen!

en verder Actueel 8 Nieuws 40

Twee kwekers vechten om een been,

de gemeente loopt ermee heen

Achtergrond 20

Geïntegreerd ziekten en plagen beheren

in bomen is een must

36

Nederland gelooft weer in de iep

44

De iepenmarkt blijft in ontwikkeling

62

Johannesburg: ’s werelds grootste,

door mensen geschapen bos

Ziekten & plagen 22

Chemie voor eikenprocessierups nog

toegestaan, maar volledig achterhaald

26

Beleid, bestek, bestrijding

58

Krijgt de iep er een vijand bij?

Juridisch 42

Decentrale overheden aan handen en

voeten gebonden door wijziging Boswet en

opheffing Bosschap

Column 66 Hoofdredactioneel

6

www.boomzorg.nl


inhoud 30

‘Gemeentes in het zuiden, weet wat er gebeurt als je aandacht voor eikenprocessierups terugschroeft’ Interview Anders dan wat veel mensen denken, is de eikenprocessierups een vlinder die van oorsprong in Nederland voorkwam, maar die ergens in de negentiende eeuw is verdwenen of in ieder geval grotendeel uitgestorven. Vanaf 1990 is de soort weer in opmars in Nederland. Eerst in Limburg en Brabant en sinds 2013 in het hele land. Logisch dus dat in Limburg en Brabant de meeste kennis zit op het gebied van beheer. Boomzorg praat met Harrie en Ralf Vaessen, die onder andere het concept Eikenprocessierupstotaalzorg hebben ontwikkeld.

55

Mammoetklus voor een mammoetboom Achtergrond Het is nog wat heiig als ik op 13 maart in Driebergen aankom. Boomspecialist Copijn heeft de complete Nederlandse pers opgetrommeld met de belofte van een unieke klus. Op het terrein van de toekomstige woonwijk ‘De Lange Dreef’ zullen twee bomen worden verplant op een manier die nog nooit zou zijn toegepast in Nederland. Dat wil zeggen: niet voor bomen. De vijzelmethode waarover het gaat, is wel bekend van het verplaatsen van bruggen, viaducten en andere grote objecten, maar niet eerder gebruikt voor bomen.

14

Slimme app bewaakt het proces van selecteren en transporteren van bomen Actueel Cobra heeft een slimme app ontwikkeld die het complete proces van selecteren, transporteren en definitief uitplanten van bomen bewaakt en vastlegt. Het verhangen van labels is daarmee voorgoed uit de wereld.

www.boomzorg.nl

7


Nieuws

20 juni 2014: eerste

Ulrich benoemd tot

Groene Woud

lector aan Has

houtmarkt Op 20 juni zal de eerste Groene Woud houtmarkt worden georganiseerd in Schijndel. Idee achter deze markt is dat de toekomst van de populier in sterke mate afhangt van de afzetmogelijkheden van deze boom en dat kan alleen als beheerders meer grip hebben op de hele keten. Van het opkweken, aanplanten, beheren, oogsten, verkopen, verwerken tot en met het uiteindelijke gebruik.

Groningen velt kastanjes De gemeente Groningen moet opnieuw twintig kastanjebomen kappen, knotten of grondig snoeien als gevolg van de kastanjebloedziekte. De twintig kastanjebomen leveren een risico op voor de omgeving omdat de stam of takken spontaan kunnen breken. Dat is gebleken bij de eerste inspectieronde van de kastanjes in maart. Het gaat om kastanjes in het oostelijk deel van de stad. In het westelijk deel gaat de gemeente Groningen acht kastanjes kappen, knotten of snoeien. In het zuiden moeten twee kastanjes in het Ina Boudierplantsoen geveld worden. Dit keer hoeven geen bomen aan de singels te verdwijnen. De volgende inspectie vindt plaats in juni. bron: gemeente Groningen

Op 13 mei wordt Evert-Jan Ulrich geïnaugureerd als lector aan de Has Hogeschool in Den Bosch. De bijeenkomst staat in het teken van innovatie en creativiteit in een veranderende wereld. ‘We leven in een snel veranderende en steeds complexer wordende wereld’, stelt lector EvertJan Ulrich. ‘Dit vraagt om nieuwe vaardigheden en organisatievormen. Zelfkennis, samenwerken en het delen van kennis worden belangrijker. Ook zijn er fundamentele wijzigingen nodig om te komen tot een duurzame samenleving. Volgens Oxford University zullen veel beroepen gaan verdwijnen en er zullen er nieuwe beroepen en banen voor in de plaats komen. Technologische innovaties zoals robots, nanotechnologie, 3D-printers en sensoren spelen hierbij een belangrijke rol.’

Interactieve monumentale kaarten De website maps.Amsterdam.nl is door de gemeente Amsterdam ontwikkeld en bevat een groot aantal interactieve kaarten en open geodata van verschillende diensten, zoals bijvoorbeeld monumentale bomen. De gemeente Amsterdam plant al vele jaren bomen. Sommige zijn ondertussen monumentaal. Met de kaart Monumentale bomen en ander waardevol groen is het mogelijk om een wandeling te maken langs deze monumentale bomen. Het groen is in kaart gebracht om waardevolle bomen en zogenaamde houtopstanden beter te beschermen en beheren. Hierbij gaat het niet alleen om oude bomen, maar ook om bijvoorbeeld zeldzame bomen of herdenkingsbomen. Op deze kaart staat aangegeven waar de bomen en houtopstanden staan en of het om oud, jong of monumentaal groen gaat. bron: Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid

Anne Frank-boom in Washington Minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken was op 30 april aanwezig op Capitol Hill in Washington bij de inwijdingsceremonie van een loot van de Anne Frank boom. De plechtig-

8

www.boomzorg.nl

heid werd georganiseerd door John Boehner, voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. De jonge boom komt voort uit de paardenkastanje die in Amsterdam voor het raam van Anne Frank stond. ‘Deze boom houdt de nalatenschap van Anne Frank levend’, aldus Timmermans. In totaal krijgen elf loten van de paardenkastanje een plek in de VS. Er staan onder meer al bomen in New York, Indiana en Michigan. bron: Rijksoverheid

Anne Frank boom in Washington (Rijksoverheid.nl).

Verhuist Grontmij? Ingenieursbureau Grontmij overweegt volgens een bericht op Cobouw het vertrek van haar hoofdkantoor Houdringe in De Bilt. Sinds de jaren vijftig is de landhuis het landelijke hoofdkantoor van Grontmij. Grontmij zou op zoek zijn naar een nieuwe uitvalsbasis in de regio Utrecht. In de nieuwe uitvalsbasis zouden ook medewerkers van da kantoren in e Houten, Amersfoort en De Bilt een plek moeten krijgen. Op de foto het hoofdgebouw van Houdringe tijdens een forum van Fieldmanager in 2006.

Mechanisme voor afweerversterking ontdekt Wetenschappers van de Universiteit Utrecht en de Britse University of Sheffield hebben een nieuw mechanisme ontdekt dat planten in een verhoogde staat van paraatheid brengt. Hierdoor kunnen planten zich beter verdedigen tegen ziekteverwekkende bacteriën en schimmels. De onderzoeksresultaten verschenen deze week in Nature Chemical Biology. De onderzoekers ontdekten bij de zandraket de receptor voor de plantenversterker BABA. Deze stof zorgt ervoor dat de immuunreactie van de plant sneller op gang komt, wanneer een plant wordt aangevallen door een ziekteverwekkende bacterie of


schimmel. Ook ontdekten ze hoe de negatieve bijwerking van BABA, namelijk remming van groei en ontwikkeling, kan worden losgekoppeld van het positieve effect op het immuunsysteem. bron: Universiteit Utrecht

Koningslinde blijkt es te zijn In 2013 werd in Berghem in de gemeente Oss geen Koningslinde gepland, maar een es. Dat is te lezen op de website van het Brabants Dagblad. In april 2013 werd in elke Nederlandse gemeente een Koningslinde geplant ter ere van de troonswisseling op 30 april 2013. Zo ook in Berghem in de gemeenste Oss. Tenminste, dat was de bedoeling. Heemkundevereniging Berchs-Heem van Berghem ontdekte dat de geplante Koningslinde aan de Wilhelminasingel in Berghem geen lindeboom is, maar een es.

Natuur is maand vroeger Uit waarnemingen van De Natuurkalender blijkt dat de ontwikkeling van planten nog steeds bijna een maand vroeger is dan normaal. Ook met vorig jaar is het verschil een maand. De Groenindex, die met satellieten wordt bepaald, bevestigt dit beeld. De loofbossen en natuurlijke graslanden zijn momenteel bijna 30 procent groener dan precies een jaar geleden. De zeer vroege start is goed zichtbaar vanuit de ruimte. De satellieten van de Disaster Monitoring Constellation (DMC) hebben op 20 april van vrijwel heel Nederland gedetailleerde foto’s met een resolutie van 25 bij 25 meter gemaakt. Via de website Groenmonitor.nl wordt van elke blokje van 25 bij 25 meter de groenheid bepaald. Wanneer dit vergeleken wordt met de Groenindex van 18 april vorig jaar, wordt zichtbaar dat loofbomen dit jaar een 30 procent hogere groenindex hebben dan vorig jaar.

Stammenmuur in Appeltern De vereniging van ecologisch werkende groen bedrijven, De Wilde Weelde, bouwt in verband met succes van hun winnende tuin op de Floriade een tuin op De Tuinen Van Appeltern. Onderdeel van de tuin is een 80 meter lange wand die de gehele boom symboliseert. Begonnen is met de wortel wand, hiertoe zijn er tientallen wortelkluiten in elkaar gestapeld tot zij een 1.5 meter hoge wand vormde. De tweede fase waarin er een wand is gebouwd van grote boomstammen die in de lengte op elkaar gestapeld zijn en met een motorkettingzaag recht zijn gezaagd. Voor dit werk werd gebruik gemaakt van een Stihl 088 met een 120 cm. blad. De stammen werden met draadeind aan elkaar gezet waarvoor een motor boormachine en 1 meter lange boren werden gebruikt. In de gaten zijn twee meter lange draadeinden geslagen. De wand kunt u tot en met 30 november bekijken op De Tuinen Van Appeltern. Komende winter zullen Tarzan Boomspecialisten en Tom van Duuren verder gaan met het bouwen de andere drie wanden bestaande uit dikke takken, dunne twijgen en bladeren.

Vierdaagse krijgt eigen bos De Nijmeegse Vierdaagse krijgt een eigen bos aan de rand van het parcours van de eerste wandeldag, tussen Nijmegen en Arnhem. Daar worden in april de eerste bomen geplant. Dat

meldt De Gelderlander op haar website. Het Vierdaagsebos groeit aan de rand van Park Lingezegen, het gebied dat een groene buffer tussen Nijmeegse en Arnhemse bebouwing moet gaan vormen. In 2016 bestaat de Vierdaagse honderd jaar. De organisatie is al een paar jaar bezig om die jubileumeditie voor te bereiden. Vorig jaar is in Groesbeek, het grootste wijndorp van Nederland, een eigen wijngaard aangeplant. Het is de bedoeling dat deze gaard in 2016 de eerste flessen witte wijn oplevert.

Verlenging spuitlicentie Op 7 juni 2014 vindt bij groenvoorziener Henssen in Schinnen een bijeenkomst verlenging spuitlicentie plaats. Op 7 juni aanstaande organiseert DLV Plant een praktische spuitlicentie bijeenkomst over duurzaam onkruidbeheer. Deze bijeenkomst is geschikt voor grootgroenvoorzieners, hoveniers en gemeentelijke groenbeheerders. Basis voor deze bijeenkomst is de DOB-methode (Duurzaam onkruidbeheer). In de bijeenkomst krijgt u praktische informatie over onkruidbestrijding met minder middelen. De tendens is dat het aantal herbiciden sterk wordt gereduceerd. In de bijeenkomst laten we door theorie en demonstraties zien welke alternatieven er zijn als het gaat om onkruidbestrijding. Alternatieven in de vorm van andere herbiciden, in de toepassing van bijvoorbeeld toeslagmiddelen als ook andere technieken. Denk daarbij aan onkruidbestrijding met stoom, met schuim.

bron: Natuurbericht

www.boomzorg.nl

9


XEN-ADV-130212

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

Voor een effectieve bestrijding van de eikenprocessierups

www.bayercropscience.nl

Bron foto‘s: Henry Kuppen


Nieuws Ook komt de aanplant van openbaar groen met nieuwe beplantingsconcepten aan bod die de onkruidgroei beperken. De bijeenkomst start om 9.00 uur en duurt tot 13.30 uur en kost € 70,per deelnemer.

spoten met water. In bomen die in groepjes staan of bij een enkele boom worden lieveheersbeestjes geplaatst. De lieveheersbeestjes, natuurlijke vijanden, eten de bladluizen op. bron: gemeente Wijchen

Tweede oplapbeurt probleemeiken Catharinaplein De eiken op het Catharinaplein in Eindhoven zijn voor de tweede keer weer opgelapt. Dat meldt het college van B&W van Eindhoven. Vorig jaar in mei werd besloten om 21 nieuwe bomen op het plein te planten omdat de oude bomen niet groeiden en uiteindelijk het loodje legden. De gemeente Eindhoven trok toen 130.000 euro uit om de grond te kunnen draineren en losser te maken. De nieuwe tijdelijke bomen werden in een ademende kuip gezet, maar de actie kon niet voorkomen dat twee bomen opnieuw dood gingen als gevolg van de eikenspintkever en een te vochtige grond. Nu de andere bomen ook niet uitliepen, keek de gemeente naar een andere oplossing gekeken. De aannemer heeft het bomenzand vervangen door boomgranulaat. Ook zijn er beluchtingsbuizen aangelegd. bron: Studio 040

Start bladluisbestrijding in gemeente Wijchen Vanaf april 2014 heeft de gemeente Wijchen de bladluizen bestreden op plaatsen met veel overlast. Net zoals vorig jaar past de gemeente Wijchen wederom twee bestrijdingsmethoden toe. Bomenrijen langs de wegen worden bespoten met Eco-insect. Dit is een natuurvriendelijk middel dat ervoor zorgt dat de bomen en planten een andere smaak krijgen. Deze bestrijdingsvorm kan enige overlast veroorzaken omdat het middel zorgt voor een vettige substantie op trottoirs en straten. Dit wordt na bestrijding meteen wegge-

Van Esch cultuur- en civieltechniek is volop in ontwikkeling. Door uitbreiding van onze ordeportefeuille zijn we opzoek naar een European Treeworker om ons team te komen versterken. Als European treeworker ben je in staat om zelfstandig alsmede in teamverband hoogwaardig boomwerk uit te voeren. Tevens ben je bereid andere groenvoorzieningswerkzaamheden uit te voeren. Je beschikt minimaal over: Niveau: MBO-groen Profiel:

Meerdere jaren werk- en klimervaring en gedegen kennis m.b.t. boomverzorging en bedienen van materieel voor het uitvoeren van deze werkzaamheden. Goede communicatieve vaardigheden. Afgeronde opleiding ETW (European Treeworker). In bezit van een vrachtwagen rijbewijs (met code 95). VCA-certificaat en het certificaat Veilig werken langs de weg. Enthousiasme voor het groene vak.

Wij bieden:

Beloning volgens CAO. Goede secundaire arbeidsvoorwaarden Prettige werksfeer binnen een persoonlijk en professioneel bedrijf. Eenthousiaste werkomgeving met ruimte voor eigen inbreng. .

© 2014 - Van Esch cultuur- en civieltechniek Heikantsebaan 16 5056 PL Berkel-Enschot Kantoor 013-5112004 Jeroen van Esch (directie) 06-43364780 Sisco van Rijn (directie) 06-43364781 info@vaneschcultuurencivieltechniek.nl

KvK-nummer: 18087705 | Algemene voorwaarden: CONSUMENTEN | B2B


Alle bomen leiden naar

www.piusfloris.nl B O O M V E R Z O R G I N G


Nieuws

Overlast platanen

Stammenmuur in Appeltern

De gemeente West Maas en Waal gaat een aantal platanen snoeien in Beneden-Leeuwen, die overlast veroorzaken. Dat meldt De Gelderlander. De bomen, die door de gemeente beschermd worden, zorgen voor overlast bij bewoners en worden daarom gesnoeid. Daarnaast krijgen de platanen wortelwerend folie. Er is voor deze oplossing gekozen, omdat er risico is op schade van afbrekende taken en de wortels zouden ondergronds schade kunnen aanrichten aan de bebouwing in de omgeving. De gemeente West Maas en Waal beschermt de platen omdat ze van mening is dat de betreffende platanen waardevol zijn. Uit onderzoek blijkt verder dat de betreffende platen gezond zijn.

De vereniging van ecologisch werkende groenbedrijven, De Wilde Weelde, bouwt in verband met succes van hun winnende tuin op de Floriade een tuin op De Tuinen Van Appeltern. Onderdeel van de tuin is een 80 meter lange wand die de gehele boom symboliseert. Begonnen is met de wortel wand, hiertoe zijn er tientallen wortelkluiten in elkaar gestapeld tot zij een 1.5 meter hoge wand vormde. De tweede fase waarin er een wand is gebouwd van grote boomstammen die in de lengte op elkaar gestapeld zijn en met een motorkettingzaag recht zijn gezaagd. Voor dit werk werd gebruik gemaakt van een Stihl 088 met een 120 cm. blad. De stammen werden met draadeind aan elkaar gezet waarvoor een motor boormachine en 1 meter lange boren werden gebruikt. In de gaten zijn twee meter lange draadeinden geslagen. De wand kunt u tot en met 30 november bekijken op De Tuinen Van Appeltern. Komende winter zullen Tarzan Boomspecialisten en Tom van Duuren verder gaan met het bouwen de andere drie wanden bestaande uit dikke takken, dunne twijgen en bladeren.

Symbiose tussen natuur & techniek

Nieuwe gietranden Rootbarrier uit Lelystad heeft een nieuwe gietrand ontwikkeld. De gietranden zijn stevig en makkelijk in het gebruik. De eerste gietranden zijn geplaatst in de gemeente Dongeradeel. De gemeente Dongeradeel heeft de gietranden voor het eerst in een project toegepast, waarbij de eis is gesteld dat de gietranden stevig moeten zijn. Ricky Urff van de gemeentewerken heeft voor deze gietrand gekozen vanwege de snelle plaatsing en de stevigheid van de gietrand. De meeste gietranden blijken na verloop van tijd veel te slap te zijn en beschadigen bij het maaien en watergeven te makkelijk. De gietranden van Rootbarrier zijn voorzien van een connector, grondanker en een afdekkapje. Dit maakt de gehele constructie zeer solide. Het materiaal HDPE is tien jaar lang UV bestendig en daarmee gaan deze gietranden meerdere cycli mee. Na twee jaar worden de gietranden bij deze bomen verwijderd en kunnen opnieuw gebruikt worden. Op de gemeentewerf werden de gietranden alvast aan één zijde in elkaar gezet, zodat ze op locatie alleen nog maar geschroefd moeten worden. De 85 gietranden zijn uiteindelijk snel geplaatst en netjes afgewerkt. Het project is naar volle tevredenheid afgerond.

Boomverzorging

Onderzoek en Advies

Producten voor groeiplaatsen

BSI Bomenservice verlegt al meer dan 20 jaar de boomgrens. Door de symbiose tussen natuur en techniek, laten wij bomen groeien ook op plaatsen waar die van nature niet voorkomen. De boomgrens wordt door ons letterlijk verlegd. Het groen kan hierdoor terugkeren in de stedelijke gebieden, waar dit in het verleden verdreven is. Met deze focus hebben wij een voortrekkersrol binnen groenminnend Nederland bereikt. Onze missie: BSI verlegt de boomgrens. Dat doen we samen met onze opdrachtgevers. Als kennisbedrijf vinden we het belangrijk om nieuwe ideeën te delen met onze klanten, want alleen met gedeelde kennis kom je tot werkbare, vernieuwende oplossingen, die leiden tot een langer boomleven tegen minder kosten. We laten het echter niet alleen bij kennis. Met een professionele afdeling Uitvoering brengen we onze kennis dagelijks in praktijk. BSI Bomenservice bezit het enthousiasme van een jonge onderneming en het vakmanschap, de kennis en ervaring van heuse ‘nestors’ in het vak. Een bedrijf met maar één specialiteit: bomen. Wij werken op het raakvlak van natuur en cultuur. In onze steeds meer verstedelijkte leefruimte vormen bomen ‘bakens’ van de natuur. Ze zijn onmisbaar. BSI Bomenservice zorgt voor de symbiose tussen stedelijke ruimte en bomen. BSI Bomenservice heeft de volgende specialismen: Boomverzorging Onderzoek en Advies - Snoeien - Taxatie en waardebepaling - Planten - Inspectie en inventarisatie - Verplanten - Bomen Effect Analyses (BEA) - Nazorg - Wortelonderzoek - Groeiplaatsverbetering - Groeiplaatsonderzoek - Bomen in bakken - Biologische bestrijding

Producten voor groeiplaatsen - BSI Bomengranulaat - BSI Bomenzand 500® - Treecycle® Bomenzand+ - Airo-Tec® Beluchtingssystemen - Airo-Tec® Cleaner - AquaTec® Waterbuffers - AquaTec® Gietranden

BSI Bomenservice, Wildenburglaan 4, 3744 MK Baarn, Telefoon 035-548 58 88, Fax 035-548 58 77 E-mail algemeen@bsi-bomenservice.nl, Internet www.bsi-bomenservice.nl BSI adv algemeen Boomzorg.indd 1

05-08-2013 14:20:31


Slimme app bewaakt het proces van selecteren en transporteren van bomen Boomlabels-app lijkt goed instrument voor selectie- en track & trace-proces Cobra heeft een slimme app ontwikkeld die het complete proces van selecteren, transporteren en definitief uitplanten van bomen bewaakt en vastlegt. Het verhangen van labels is daarmee voorgoed uit de wereld. Auteur: Hein van Iersel In principe is de app in mijn ogen zo simpel als een plus een twee is. Nadat je een boom op de kwekerij hebt uitgeselecteerd, hang je een label in de boom dat uniek is en niet te verwijderen zonder te beschadigen. Je scant de QR-code op het label en werkt een vragenlijstje in de app af, waarin je de naam en verdere kenmerken van de boom vastlegt. Eventueel maak je nog een paar foto’s van de boom in kwestie en klaar is Kees. Het systeem legt volautomatisch de gps-coördinaten van de boom vast. Het belangrijkste is natuurlijk dat de boom een volstrekt unieke code heeft en dat de kweker nooit meer – per ongeluk of expres – twee bomen door elkaar kan halen. Als volstrekt digibeet kan ik het niet zien, maar volgens directeur Joost Verhagen is de techniek achter de boomlabels state of the art. Verhagen: ‘Andere partijen die vaak al tien, twintig jaar op de markt zijn, bouwen hun systemen natuurlijk steeds verder uit, met als gevolg dat in de basis van het systeem soms nog verouderde techniek zit. Wij hebben daar geen last van. Wij zijn from

14

www.boomzorg.nl

scratch gestart en daardoor helemaal up-to-date en intuïtief in het gebruik.’ Volgens collega Jaap Smit van Cobra is het systeem naast een selectietool ook heel goed bruikbaar voor track & trace-doeleinden. In de loods van de kweker kan de boom nogmaals gescand en desgewenst gefotografeerd worden, om zo de hele logistiek vast te leggen. Een andere belangrijke toepassing is dat ook de plantlocatie in de app kan worden vastgelegd. De chauffeur van de kweker, die de boom doorgaans naar de eindlocatie zal brengen, scant de QR-code en weet tot op de centimeter precies waar hij de boom in het gat moet hijsen. De nieuwe app van Cobra staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een groter Cobrasysteem met de naam Cobra 360+ Kaartviewer. Kaartviewer is een systeem dat Cobra met partner Geonation in eigen huis heeft ontwikkeld en waarmee je gegevens in kaarten en kaartlagen kunt vastleggen, kunt publiceren op andere

websites en combiberen met andere webservices. Het systeem is zo opgezet dat het optimaal werkt voor mobiele telefoons en tablets, maar het is ook mogelijk om de gegevens te integreren in andere websites. Kosten Het systeem is nog nagelneu. Het beste bewijs daarvoor is wel het proefje dat ik met Verhagen en Smit uitvoer. Het label dat wij aan een Koelreuteria paniculata hangen, heeft nummer 00000120. Verhagen weet zelfs nog niet exact wat de kosten voor het nieuwe systeem zijn. Per label zullen de kosten ongeveer € 2,50 bedragen. Daarnaast zijn er nog abonnementskosten voor het online platform. De kosten hiervan zijn sterk afhankelijk van de gewenste inrichting en aantallen en loopt uiteen van € 15,- tot € 120,per maand.


GREEN INNOVATION

2014 award

Scannen van label en invoeren gegevens.

Scannen van label en opzoeken op een kaart.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4549

www.boomzorg.nl

15


Van gadget naar fundament Beheersystemen leveren en gebruiken steeds meer basisinformatie Beheersystemen krijgen een steeds bredere rol: het aansluiten op de basisregistraties is niet meer vrijblijvend, maar steeds meer wenselijk en voor diverse onderdelen zelfs verplicht. Auteur: Alfons Schuurmans Beheersystemen worden steeds belangrijker bij het gebruiken en leveren van basisinformatie. Het gaat niet alleen meer over inventarisatie-, beheerof inspectiegegevens, maar beheersystemen gebruiken ook steeds meer rechtstreeks gegevens uit de basisregistraties. Ook leveren de beheersystemen steeds meer informatie aan die basisregistraties. Omdat de rol van beheersystemen fundamenteel belangrijker wordt, is het van belang dat overheden zich daarin onderlegd weten. Wat is een beheersysteem Een beheersysteem is een computertoepassing om als hulpmiddel inventarisatie-, beheer- en inspectiegegevens over het gemeentelijk areaal in vast te leggen. Door de informatie digitaal vast te leggen kun je er eenvoudig bij en kan de informatie op verschillende manieren getoond worden. Het is belangrijk dat deze goed aansluiten op de standaarden. Toepassingsgebied Er zijn veel verschillende beheersystemen. Een belangrijk punt waarop ze kunnen verschillen is het toepassingsgebied (vakdiscipline). Er zijn beheersystemen voor bomen, voor groenbeheer,

16

www.boomzorg.nl

voor civiele kunstwerken, voor riolering en noem maar op. Sommige systemen zijn te gebruiken voor meer algemene toepassingen, andere zijn meer specifiek gericht op één vakdiscipline. Vaak wordt gewerkt met modules en/of apps. Je kunt dan specifieke systemen van eenzelfde leverancier, maar ook steeds vaker van verschillende leveranciers, aan elkaar koppelen. Viewers en Gis De gegevens uit een beheersysteem kun je benaderen m.b.v. het beheersysteem zelf. De database kan echter ook benaderd worden met andere software. Voor het bekijken van de data kunnen viewers worden gebruikt. Viewers zijn ook handig omdat je met één viewer de informatie van verschillende systemen (naast het beheersysteem ook een ander beheersysteem en o.a. ander kaartmateriaal) in één systeem eenvoudig kunt raadplegen. Met Gis kunnen de data ook worden benaderd en bewerkt en gecombineerd met andere data, zodat het maken van uitgebreide analyses mogelijk is. Wat zijn de gevolgen voor de organisatie Schaf je als beheerorganisatie een systeem aan,

dan dien je er rekening mee te houden, dat je de in het systeem opgenomen gegevens actueel houdt. Om dit te bewerkstelligen is het aan te bevelen om procedures en vervaardigde producten vast te leggen in een digitaal ‘handboek beheersystemen’. Leg daarin niet alleen afspraken vast over de wijze van inwinning van gegevens, maar ook over bijvoorbeeld het organisatie breed beschikbaar stellen van gegevens via een viewer. Daarnaast vermeld je van de verschillende onderdelen de betrokken personen, hun taken en verantwoordelijkheden en de periode waarin dit onderdeel uitgevoerd wordt. Ook is een korte training of workshop noodzakelijk voor de uiteindelijke gebruikers van het systeem. Ontwikkel daarnaast een begrijpelijke mutatiemethodiek om het systeem zuiver en up-to-date te houden. Ingevoerde gegevens zijn nou eenmaal onderhevig aan veranderingen. Zorg er ook voor dat er onderlinge afstemming plaatsvindt met andere vakdisciplines binnen de beheerorganisatie en de geo-standaarden. Gebaseerd op internationale standaarden Een systeem maakt gebruik van kaartmateriaal. In de nabije toekomst gaan de systemen de attribu-


Twee voorbeelden van de gratis app met betrekking tot bomen. Bron: Digitaal objectenhandboek BGT-IMGeo.

ten en het kaartmateriaal leveren en/of gebruiken van de landelijke Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) als vervanger van de GBKN. Het is van belang om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de aanwezige standaarden. Voor IMBGT is dit een wettelijke verplichting, voor Informatiemodel Geografie (IMGeo) daarentegen is dit nog geheel vrijwillig. IMGeo bevat nog te weinig details voor het beheer van de openbare ruimte. In onderstaande figuur wordt weergegeven dat de informatiemodellen van de sectorstandaarden, zoals IMGeo, gebaseerd zijn op de nationale standaard

NEN 3610. Deze Nen-norm is weer gebaseerd zijn op de Europese standaarden (INSPIRE. Die zijn vervolgens weer afgestemd op de Isostandaarden. Digitale objectenhandboek BGT en IMGeo Op 30 januari 2014 is tijdens het BGT-congres het digitale objectenhandboek BGT | IMGeo om de volgende vraag te beantwoorden geïntroduceerd: ‘Wat zit er in de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)? Wat is verplicht en wat mag er nog meer?’

Kenmerkend voor het handboek zijn de talloze foto’s waarop voorbeelden staan van objecten en hun begrenzing. Het digitale handboek is zo ontwikkeld dat het zowel op een desktop als op een mobiel apparaat goed werkt. Dat is handig voor gebruik ‘in het veld’ door de landmeter, maar ook voor een app ontwikkelaar die wel eens wil weten wat hij straks uit de BGT kan halen. Het Objectenhandboek BGT-IMGeo bevat de informatiekundige beschrijvingen van objecttypen, attributen en domeinwaarden van de BGT en het Informatiemodel Geografie (IMGeo). Met

www.boomzorg.nl

17


Inkoper gezocht Wat doe jij met je know-how to grow? Ben jij een goede onderhandelaar en wil je bij één van de grootste boomkwekerijen van Europa aan de slag? Boomkwekerij Ebben in Cuijk is op zoek naar een inkoper bomen en heesters. Beschik jij over goede sortimentskennis en over brede kennis van de groene markt in de ruimste zin? Ben je communicatief sterk en beheers je het Engels, Duits en eventueel Frans? Ben je daarnaast vlot in de omgang met relaties, strategisch en oplossingsgericht en vind je het leuk om te werken in teamverband? Heb je bovendien géén negen-tot-vijf mentaliteit en kun je goed omgaan met de pieken van het seizoen? Dan bieden we jou een uitdagende baan met doorgroeimogelijkheden en alle ruimte om jezelf te ontwikkelen in een prettig team én een inspirerende werkomgeving. De verloning is in overleg volgens ervaring.

DE FUNCTIE • Je bent medeverantwoordelijk voor het inkoopbeleid van onze bomen en heesters. • Je onderhandelt met onze bestaande en nieuwe leveranciers. • Je geeft gevraagd en ongevraagd feedback aan de verkoopafdeling. • Je bent medeverantwoordelijk voor het beheer van ISO- en Milieukeur-registratie. Kom ons team versterken! Stuur je sollicitatie met C.V. naar p.vankessel@ebben.nl.

Ebben is sinds 1862 actief als producent van milieuvriendelijke en duurzaam geteelde beplanting voor de realisatie van alle denkbare groenprojecten. Op onze 450 hectare grote kwekerijen, gelegen in het mooie Land van Cuijk, kweken we een breed en bijzonder sortiment voor de nationale- en internationale markt.

Boomkwekerij Ebben B.V. | Beerseweg 45 | 5431 LB Cuijk NL T +31 (0)485 31 20 21 | www.ebben.nl

EBBEN Boomzorg 28apr2014.indd 1

28-04-14 11:48:55


dit online Objectenhandboek BGT-IMGeo heeft u toegang tot de actuele definitieve inhoud. De BGT is een wettelijk verplichte registratie binnen het stelsel van basisregistraties. Het IMGeo is een uitbreiding op de wettelijk verplichte registratie die uitwisseling van gegevens in specifieke sectoren ondersteunt. De formele beschrijving van BGT-IMGeo staat in de gegevenscatalogi. Het objectenhandboek biedt ondersteuning voor de wijze waarop topografische objecten zijn gemodelleerd in de BGT en het IMGeo. Dit gebeurt aan de hand van fotovoorbeelden waarop de begrenzing van objecten en zoveel mogelijk de objecten zelf zijn weergegeven. IMBOR geeft meer uniformiteit CROW is gestart met de ontwikkeling van een Informatiemodel Beheer Openbare Ruimte (IMBOR). Het IMBOR is een afsprakenstelsel voor het vakgebied ‘Beheer Openbare Ruimte’, dat gaat dienen als schakel tussen de BGT-IMGeo en de producten die de beheerder gebruikt voor het beheer van de openbare ruimte (onder meer beheersoftware, digitale gegevensbestanden, beleids- en beheerplannen en bestekken). Het is van belang om zo veel mogelijk aan te sluiten op de aanwezige standaarden. Ingenieursbureau Alfons Schuurmans en Digitree hebben ter voorbereiding op de consultatie in nauwe samenwerking met de CROW een basis voor IMBOR uitgewerkt. IMBOR is een verdere doorontwikkeling van IMGeo, waarbij de informatie van de beheerder centraal hebben gestaan. De vraag was telkens: Wat is er voor beleid, beheer, uitvoering en inspectie aan inventarisatiegegevens noodzakelijk? De aanwezige publicaties en nationale standaarden zijn daarbij als basis genomen. De gegevens voor IMBOR zullen als attribuut worden opgeslagen. Beschikbare informatie gebruiken Door de doorontwikkeling van de informatiemodellen komt steeds meer informatie beschikbaar. Denk aan o.a. de grenzen van lands-, provincieen gemeentegrens, maar ook aan het actuele hoogtebestand Nederland (AHN). Dit is nog maar een kleine opsomming van de informatie die gratis beschikbaar is via de website van Publieke Dienstverlening op de Kaart. Daarnaast zijn er ook andere bronnen waar beheerders gebruik van kunnen maken. Denk dan niet alleen aan luchtfoto’s of 360 graden

foto’s, maar ook aan de informatie van bijvoorbeeld de boomhoogte via o.a. www.boomregister.nl. Beheerwijzer.nl Omdat er veel verschillende leveranciers zijn en nog veel meer verschillende soorten beheersystemen, is het kiezen van het meest geschikte systeem niet altijd eenvoudig. Ingenieursbureau Alfons Schuurmans heeft onder meer daarom Beheerwijzer.nl ontwikkeld. Beheerwijzer.nl is het eerste interactieve platform voor beheersystemen van de openbare ruimte. Het platform is een hulpmiddel waar zowel gebruikers als leveranciers van beheersystemen waar zij hun kennis en ervaring kunnen delen. Gebruikers van beheersystemen, beheerders en leveranciers leveren via het platform informatie aan met betrekking tot beheersystemen. Hierdoor ontstaat er een uitgebreid netwerk van onder andere gebruikers en leveranciers. Op die manier zal een ieder die specifieke informatie wil verzamelen of inwinnen over bepaalde beheersystemen of op zoek is naar een beheersysteem vele voordelen hebben. Beheerwijzer.nl is gebruiksvriendelijk en voor iedereen gratis en eenvoudig toegankelijk.

Bas van der Velden Inzicht in een boombestand geeft uitzicht op een beter beheer. Koppel het aan sociale en meetbaar monetaire meerwaarde en uw beheersysteem vormt een schatkist.

Jules Sondeijker Vroeger wist de beheerder waar welke boom stond. Nu weet hij in welke systeemmap de boom staat met welk nummer. Ga naar buiten en ruik, voel en kijk!

Advies Het aanschaffen en installeren van een beheersysteem is niet iets wat je als beheerorganisatie vaak doet. Er zijn veel aanbieders van systemen op de markt met elk hun eigen specialiteiten, maar ook met hun eigen tekortkomingen. Oriënteer je derhalve goed. Let daarbij niet alleen op het systeem zelf. Zorg voor een goede aansluiting op de BGT en voor de toekomst dus ook alvast op IMGeo en de in ontwikkeling zijnde IMBOR. De implementatie van een beheersysteem vergt een gedegen voorbereiding om de te verrichten investering optimaal te laten renderen.

Ing. Alfons Schuurmans is eigenaar van ingenieursbureau Alfons Schuurmans en initiatiefnemer van Beheerwijzer.nl.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4546

www.boomzorg.nl

19


Geïntegreerd ziekten en plagen beheren in bomen is een must Terra Nostra-kennisatelier voor boom en bodem Ziekten en plagen steken steeds meer de kop op. Ging het vroeger maar om een beperkt aantal ziekten, tegenwoordig wordt de moderne beheerder overstelpt met een diversiteit aan ziekten en plagen gerelateerd aan verschillende boomsoorten. Hierdoor wordt steeds meer gevraagd van de kennis en vaardigheden van de manager en beheerder van bomen. Auteur: Henry Kuppen Nederland heeft een traditie in ziekten en plagen Op het gebied van ziekten is Nederland in het buitenland onder boombeheerders bekend geworden vanwege de Dutch Elm Disease. Nederlandse onderzoeksters hebben de ziekte begin 1900 voor het eerst beschreven waarna de agressieve vorm van de ziekte zich in de jaren 70 in een razend tempo over het land verspreide. Tot in de jaren 90 werd door de landelijke overheid een stringent sanitair beheer uitgevoerd waarbij op landelijke schaal bomen verplicht werden geruimd. Ondanks dat erg veel iepen zijn verdwenen heeft de landelijke overheid dit beleid los gelaten en was men niet meer verplicht tot ruimen. Het gevolg is dat op veel plekken de iep is verdwenen (90% van populatie, Bron WUR) en veelal is vervangen door de es. Gelukkig bevind zich in Amsterdam nog een gezonde populatie iepen. Dit is te danken aan een zorgvuldige monitoring en accuraat beheer van de ziekte. Ook de recente resultaten van de Iepenwacht Friesland en Iepenwacht Groningen laten zien dat deze aanpak succesvol is. Door dit succes en door de introductie van nieuwe resistente soorten, lijkt de herintroductie van de iep los te komen. In de jaren 70 heeft in het agrarische gebied

20

www.boomzorg.nl

onder andere in Noord Brabant een grote ruilverkaveling plaats gevonden. Hierdoor zijn op veel plaatsen vanwege een teruglopende klompentraditie populieren verdwenen en is men overgegaan tot het planten van meer duurzame soorten. Op de zandgronden is op veel plaatsen voor de eik gekozen en op de zwaardere gronden es. Sinds 1991 wordt de eikenprocessierups in Nederland bestreden vanwege de alom bekende gevolgen voor de volksgezondheid. Sinds drie jaar is heel Nederland gekoloniseerd door de eikenprocessierups. 2006 kwam ons de twijfelachtige eer toe dat we de eikenprocessierups naar Londen hebben geïmporteerd middels aangetaste kwekerijbomen. In 2010 is de essentaksterfte voor het eerst vastgesteld in het noorden van Nederland. Inmiddels heeft de ziekte heeft zich in een razend tempo over Nederland verspreid en zijn de eerste lanen al gekapt. Horendol De moderne beheerder kan niet meer om ziekten en plagen heen. Of het nu gaat om massaria, essentaksterfte, eikenprocessierups, kastanjebloedingsziekte of de onlangs vastgestelde roetschorsziekte er lijkt geen gebied of geen boom te zijn waar geen enkele ziekte of aantasting op

voorkomt. Ziekten en plagen zijn echter nuttig en horen bij het gehele ecosysteem waarvan de boom een onderdeeltje vormt. Het aantal van juist één soort of zelfs cultivar maakt vaak dat ziekten en plagen een probleem worden. De natuur is feilloos in staat om ziekten en plagen op die locaties te laten ontwikkelen waar de kans op succes het grootst is. Daar hebben we rekening te houden met natuurwetten. De duurzame en lange termijn oplossing ligt in mijn visie in het ontwikkelen van soortendiversiteit in de meest ruime zin. Geïntegreerd beheer Zolang soortendiversiteit nog geen feit is zullen we moeten handelen met de ziekten en plagen die binnen ons beheergebied voor een verdergaande verantwoordelijkheid zorgen. Een aantal ziektes worden behandeld met een nul tolerantie, uitroeien. We kennen in de openbare ruimte veel beperkingen voor het toepassen van chemische middelen (zie juridisch kader). In relatie tot ziekten en plagen worden deze helaas toch nog hier en daar gebruikt, resistentie is een kenmerkend fenomeen wat optreed bij chemische middelen. Karakteristieken voor de traditionele beheermethoden zijn routinemaatregelen,


breedwerkende middelen inzetten en weinig kennis van het aantastingsniveau. Er vind een verschuiving plaats van fauna en flora waarbij regelmatig steeds moeilijker te bestrijden soorten zijn te melden. Geïntegreerd beheer helpt om met een minimale milieu belasting zorgvuldig te beheren. Wat is nu eigenlijk geïntegreerd beheer? Bij geïntegreerd beheer wordt ingegrepen op schadelijke organismen om deze onder de risicodrempel te houden. Dit beheersysteem houdt rekening met ecologische, economische en toxicologische eisen, gebaseerd op kennis van aantastingniveau en rekening houdend met de ecologie van de boom. (Vrij vertaalde definitie van I.O.B.C. International Organisation for Biological Control). Uit de definitie blijkt dat ingegrepen wordt op schadelijke organismen en dat er dus een aantastingsniveau moet zijn om in te grijpen. Hier knelt de schoen al omdat vaak niet bekend is wat het effect is van de ziekte of aantasting en wat de omvang van de betreffende ziekte is. De eerste stap die dan ook gezet moet worden is onderscheiden van de ziekte waarbij het risico van de ziekte wordt bepaald. Dat risico kan liggen in het voortbestaan van de boom, volksgezondheid of in de veiligheid voor de omgeving. Om vervolgens te kunnen bepalen of er ingegrepen moet worden zal geïnventariseerd moeten worden in welke mate de ziekte of aantasting aanwezig is. Door te werken met vooraf gedefinieerde riscioprofielen kunnen aan de hand van de inventarisatie die gebieden geanalyseerd worden waar op het risico ingegrepen dient te worden of juist niet. Aan de hand van deze criteria kan een behandeling worden uitgezet waarbij vol-

gens protocollen is vastgelegd wat de kaders en randvoorwaarden zijn van een eventuele behandeling. Bij een behandeling kunnen meerdere methoden worden toegepast waarbij de inzet van biologische middelen, natuurlijke vijanden altijd prevaleert boven chemische middelen. Nadat de behandeling heeft plaatsgevonden dient een eventuele nadere inspectie plaats te vinden met in elk geval een evaluatie van de resultaten en progressie van de ziekte. Juridisch kader Ziekten en plagen die in een verhoogd risicospectrum vallen danken dit onder andere aan de juridische noodzaak van de bestrijding hiervan. Maar ook bij de bestrijding zelf dient de groenbeheerder rekening te houden met wetgeving. De groenbeheerder heeft in dit kader te maken met: • Zorgplicht in het kader van de volksgezondheid; • Zorgplicht in het kader van de veiligheid; • Europese wetgeving aangaande het terugdringen van pesticiden; • Zorgplicht in het kader van de Flora- en faunawet. Een voorbeeld van volksgezondheid bedreigende aantastingen zijn naast de eikenprocessierups, bastaardsatijnrups en roetschorsziekte. Deze dwingen de beheerder in feite juridisch tot het nemen van maatregelen. Een voorbeeld van een ziekte of aantasting die de veiligheid in het geding brengt is een plataan met massaria in het centrum van de stad nabij een terras. Logischerwijs heeft een boom die midden in een extensief gemaaid grasveld staat een veel lager risico. Door alle risico’s en andere factoren die van invloed zijn in beeld te brengen kan geïntegreerd worden beheerd. Vanaf 1 januari 2013 verlangt Europa dat alle lidstaten er zorg

voor dragen dat het gebruik van pesticiden in openbare ruimten wordt geminimaliseerd of zelfs verboden. Tot op heden is het gebruik van biologische middelen op plaaginsecten nog toegestaan maar zal de chemische toepassing kritisch worden gevolgd. Het is van belang te kunnen onderscheiden waar de noodzaak ligt om maatregelen te nemen of juist achterwege te laten. In het onderscheiden van fytosanitaire maatregelen, juridische noodzaak en acceptatie ligt het spanningsveld voor de beheerder. IPM-T Ziekten en plagen ontwikkelen zich vaak cyclisch wat maakt dat deze jaarlijks in meer of mindere mate terug komen. Aan de hand van geïntegreerd ziekten en plagen management, inmiddels door Terra Nostra op de markt gebracht als Integrated Pest Management Trees is aan het juridisch kader te voldoen die de wet aan de beheerder oplegt. Door een stappenplan te volgen komt men tot een managementstructuur voor het effectief en efficiënt beheren van ziekten en plagen binnen een organisatie. Dit geld zowel voor ziekten en plagen van insecten als micro-organismen en micro-biologie.

Bas van der Velden Geïntegreerd beheer is een must, regio overstijgend beheer is daarbij een voorwaarde.

Jules Sondeijker Ziekte en plagenmanagement lost alle problemen op! Of moeten we gewoon om beheren met dom boerenverstand? Bevorder in elk geval de leefomgeving van de natuurlijke vijand.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4539

www.boomzorg.nl

21


Chemie voor eikenprocessierups nog toegestaan, maar volledig achterhaald Scala aan bestrijdingsmethoden om uit te kiezen Chemie is nog toegestaan in de strijd tegen eikenprocessierups, als een van de uitzonderingen in het voorlopige ‘convenant’ Green Deal die staatssecretaris Mansveld begin dit jaar naar buiten bracht. Dimilin, met de werkzame stof diflubenzuron, is een voorbeeld. Maar chemische middelen zijn doorgaans totaal niet selectief en doden veel insectensoorten in en rond de eik. Gelukkig zijn er tegenwoordig alternatieven te over om uit te kiezen. Auteur: Santi Raats Fotografie: Henry Kuppen

22

www.boomzorg.nl


Nematoden Sinds 2010 is bestrijding van eikenprocessierups met nematoden middels een nevelspuit in zwang geraakt. De rupsen hebben dan nog geen brandharen. Omdat er sprake is van een directe werking vanaf het moment van contact tussen aaltje en rups, kunnen de rupsen al bestreden worden vanaf het moment dat zij uit het ei komen, zonder dat er perse blad aan de boom hoeft te zijn. Bij biologische bestrijding, waarbij het middel op het blad wordt bespoten en waarna de rups sterft omdat hij van het blad eet, is men wel afhankelijk van de aanwezigheid van blad aan de boom. Doorgaans kan men een paar weken na de bestrijdingsaanvang met nematoden ook beginnen met biologische bestrijding. De Europese aaltjes, Steinernema spp geheten, zijn inheems en komen van nature in de bodem voor. Het zijn parasieten die de rupsen binnendringen via mond of anus wanneer ze erop zitten. Ook kunnen ze naar de rupsen toe kruipen. Eenmaal binnen in de rups veroorzaken zij met een vrijgelaten bacteriën een darminfectie waardoor de rups stopt met eten en sterft. Dit duurt vijf tot tien dagen, maar als er meerdere nematodeneen rups binnen dringen, kan Nematodenspuit hij ook binnen een paar uur dood zijn. Het aaltje voedt zich met de bacteriën en de dode rups. Hierdoor krijgt het aaltje genoeg energie om te groeien en zich voort te planten. Door de voortplanting verlaten, binnen een paar dagen, jonge aaltjes de dode rups op zoek naar nieuwe rupsen om zich in te nestelen. Voorafgaand aan bestrijding met nematoden worden de eipakketten in de gaten gehouden om precies te weten wanneer de larf uitkomt, zodat zo snel mogelijk met de bestrijding kan worden begonnen. In Dieverburg worden elk jaar eipakketjes uit het hele land bij elkaar gebracht. Dit EPR-station, als ook het station in Mill bij Henry Kuppen, brengen nieuws naar buiten wanneer de eerste rupsen uit het ei komen. Nematoden kunnen niet tegen UV-licht, dus het beste kunnen zij ’s nachts bespoten worden. Voor hun overleven is vochtigheid ook een voorwaarde, belangrijk is dat de formulering goed vloeibaar is. Door motregen en een hoge luchtvochtigheidsgraad blijven de aaltjes langer leven, maar teveel vocht is daarentegen contraproductief: dan kunnen de aaltjes afspoelen. De juiste snelheid moet worden aangehouden. Bij te hoge rijsnelheid is de bestrijdingsnevel niet effectief. Normaal gesproken worden nematoden pas actief bij een temperatuur van 9 graden Celsius, maar een speciaal ingezette nematodensoort wordt al actief bij 4 graden Celsius. Het spuitmechanisme voor de bestrijding met nematoden is op verschillende punten aangepast en wijkt af van de gewone spuittechniek. Biologische bestrijding In april tot en met eind mei, zodra er blad aan de boom verschijnt, kun je eikenprocessierups bestrijden met het spuiten van preparaten op basis van de bacterie Bacillus thuringiensis. Deze bacterie parasiteert op verschillende rupsen en is verkrijgbaar in poeder of korrels, te vermengen met water. De bomen worden bespoten vanaf 50 procent bladontplooiing tot 70 procent bladontplooiing. Het middel wordt met een lage druk nevelspuit uitgevoerd met elektrostaat in gelijkmatige druppeltjes op het blad van de boom gespoten. De rupsen eten het blad en gaan dood omdat de bacterie gif produceert dat voor spierverlamming zorgt waardoor hij niet meer eet en binnen enkele dagen sterft. Het middel is selectief, maar doodt alle rupsen van de orde Lepidoptera die het middel binnen krijgen tijdens vraat van bespoten blad. Daarom moet men er rekening mee houden dat men deze methode niet kan toepassen in gebieden met beschermde vlindersoorten, de zogeheten rode lijstsoorten. De bladbespuiting is met name zinvol wanneer de Bomennevelspuit rupsen in het tweede tot en met het derde larvale stadium zijn, want dan zijn de rupsen het gevoeligst voor het middel en de rupsen hebben dan ook nog geen brandharen. In principe kunnen rupsen van het vierde tot zesde stadium ook nog wel gedood worden met Bacillus thuringiensis, maar dan zijn ze er een stuk minder gevoelig voor. Daarnaast worden de brandharen, die de rupsen dan inmiddels hebben, verspreid door de lucht tijdens bespuiting. Dit levert risico op voor de omgeving. Er kan gespoten worden zodra er wat, maar niet tevéél blad aan de boom zit. Bij een te dik bladerdek kan het middel het bladoppervlak niet goed bedekken. De juiste rijsnelheid moet worden aangehouden, bij te snel rijden wordt het blad niet goed bedekt. Een preparaat met Bacillus thuringiensis kan afspoelen door regen, afgebroken worden door UV-licht en kan ook afwaaien.

www.boomzorg.nl

23


Mechanische bestrijding De eikenprocessierupsen kunnen van mei tot en met augustus worden opgezogen op drie manieren: de Parasite Hit bestaat al sinds 2007 en is een zuigmachine gekoppeld aan een infrarood oven die de rupsen na opzuiging direct op 600 graden Celsius tot as verbrandt. Daarnaast worden industriële zuigers ingezet vanaf een hoogwerker of vanaf een onderstel. Voor deze zuigtechniek geldt de eis van een filterpakket met maaswijdte van 100 μm (micron), omdat anders de haartjes tijdens het filteren worden gescheiden van de rups en in de atmosfeer terecht komen. De opslag na het opzuigen met een industriële zuiger gebeurt allereerst in grote zakken. Deze big bags worden afgesloten met een deksel. Later worden de zakken in pvc-tonnen gedaan met een speciaal afvalstroomnummer, en met springringen gesloten voordat zij naar een verbrandingsoven worden gebracht. Het is hierbij van groot belang dat de zakken hermetisch afgesloten zijn en onder geen enkel beding doorlatend. Na de opzuiging in deze Parasite Hit. zakken zijn de rupsen namelijk niet dood. Een derde opzuigmanier is de giertank, ook wel vacuümtank genoemd. De rupsen worden door de vacuümpomp opgezogen en komen in een giertank terecht die voor een kwart water bevat. De rupsen worden door de vacuümpomp door het water heen getrokken en verdrinken. Nadeel van deze methode is dat er relatief heel veel water besmet raakt, zo’n 2000 liter op een paar kilo rupsen. Dit afval moet eigenlijk afgevoerd worden naar een inrichting volgens de wet milieubeheer. Zo’n inrichting kent strikte voorwaarden. Voornaamste beperking is het feit dat de bodem waar de inrichting is aangelegd minimaal acht jaar lang niet geroerd mag worden. In de praktijk wordt dit besmette water helaas vaak als normaal afval geloosd op plekken die niet speciaal daarvoor zijn aangewezen, zoals in sloten of op het land. Dit levert de nodige risico’s op. Branden Zodra de rupsen zich op de stam van de boom verzamelen tussen mei en eind juli, kan de rupsen en nesten wegbranden met propaanbranders. Deze bestrijdingsmethode houdt echter de nodige risico’s in en moet vooral door hooggekwalificeerd personeel en met juiste brandwerende kleding worden uitgevoerd. De vlam mag tijdens het branden nooit loodrecht op de stam gericht zijn, want dan kan de bast verbranden, maar moet gelijkmatig verdeeld worden evenwijdig aan de stam. De gevallen rupsen moeten worden nagebrand. Er kunnen bermbranden ontstaan bij het nabranden van de gevallen rupsen. Groot nadeel van deze methode is dat de brandharen door de wervelende warme lucht de atmosfeer inwaaien en tot op 100 meter afstand worden verspreid.

Slechte voorbeelden door branden.

24

www.boomzorg.nl


Afvoer In alle gevallen van bestrijding geldt dat rupsrestanten, geplukt of opgezogen, als afval moeten worden verbrand of gestort op een daarvoor aangewezen plek zoals de afvalverbranding. Geplukte en opgezogen rupsrestanten moeten onder de Euralcode 200201 als ‘irriterend afval’ worden afgevoerd en de verbrande rupsresten van de Parasite Hit moeten worden gestort onder ‘bedrijfsafval’, Euralcode 200203.

Storten in water opgezogen materiaal.

Bas van der Velden Biologische bestrijding, daar kan je alleen maar voor zijn. Maar hoe selectief is het?

Jules Sondeijker Gelukkig hebben we nog wat te kiezen. Inzet chemische middelen is een tekort aan vakkennis.

Plukmethode met lijmspray.

Handmatig verwijderen van nesten Op individuele locaties kan men nesten ‘plukken’. Deze worden eerst gefixeerd met een lijmspray. Vervolgens wordt een zak over de nesten getrokken en van de boom geplukt. Bestrijders ervaren met deze methode veel minder overlast en alles wordt afgevoerd met een minimale emissie.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4547

www.boomzorg.nl

25


Beleid, bestek, bestrijding Gemeenten in hun verschillende strijd tegen de eikenprocessierups Foto: Henry Kuppen

Het is weer zover, alhoewel dit jaar wat vroeger dan voorgaande jaren: de eikenprocessierups is uit het ei gekomen. Ook is het op het oog zo onschuldige diertje inmiddels door heel Nederland verspreid. De wijze waarop iedere gemeente eikenprocessierupsbestrijding aanpakt, verschilt. Boomzorg maakt een rondgang langs de deskundigen van een aantal gemeenten die de bestrijding op eigen wijze oppakken. We laten hen aan het woord over beleid, bestek en bestrijding van dit op het oog zo onschuldige dier. Auteur: Martijn Siemes bespuiten de bomen met het bestrijdingsmiddel Xentari. Het moment waarop het spuiten begint is heel erg belangrijk. Dit is doorgaans tussen de tien en twaalf dagen nadat de rups uit het ei is gekomen. De periode om het spuiten te regelen is dus relatief kort. En dan spelen de weersomstandigheden ook nog een grote rol. Bij kou of regen bijvoorbeeld is bespuiten niet efficiënt en zal het spuiten vervroegd of uitgesteld moeten worden. Wij delen de informatie over het uitkomen van de eieren met de rest van Nederland en gemeenten in België en Duitsland.’

Jules Sondeijker, directievoerder Cluster Ruimtelijke Projecten en Beheer gemeente Sittard-Geleen ‘Net als iedere gemeente in Limburg heeft ook Sittard-Geleen sinds 2005 last van de eikenprocessierups. Omdat het probleem ieder jaar

26

www.boomzorg.nl

terugkeert, is een beleid voor de bestrijding niet noodzakelijk. De bestrijding echter wel!’ ‘We kunnen niet voorkomen dat de rups komt; wat wij wel willen voorkomen is dat de rups brandharen krijgt. Dat gebeurt in de zomer wanneer de rups in zijn vierde stadium is. Wij

Bestek of geen bestek? ‘Ik ben er stellig van overtuigd dat een bestek voor dit soort werkzaamheden niet werkt. Dan zou het accent misschien meer komen te liggen op het bespuiten van zo veel mogelijk bomen, terwijl een aannemer nauwgezet de procedures voor de bestrijding moet volgen. Dat is veel efficiënter. Ik heb veel bestekken van andere gemeenten gezien waarin de werkzaamheden wel op die manier zijn beschreven, met de intentie dat eenieder de werkzaamheden zou kunnen


uitvoeren. Dat is natuurlijk niet zo. Een aannemer moet bijvoorbeeld goed rekening houden met wind en regen. Als je het blad niet voor 100% kunt bespuiten, dan kun je beter wachten. Wij laten de werkzaamheden uitvoeren op basis van nacalculatie in uren en de hoeveelheden bestrijdingsmiddel. Via het gps-systeem van de aannemer weten we precies waar en hoeveel er gespoten is. We kunnen dan zien waar het efficiënt genoeg is geweest. Indien nodig spuit de aannemer dan op bepaalde plekken nog een keer. Bij het monitoren wordt gekeken naar de rups; aan de manier waarop hij zich beweegt kun je aflezen of hij reageert op het bestrijdingsmiddel.’ Selectie aannemer ‘De gemeente Sittard-Geleen heeft de bestrijding uitbesteed aan een aannemer. Dit gebeurt in nauwe samenwerking en afstemming met mij. Rond 1 april komen de eieren uit en de inzet van bestrijdingsmiddelen volgt dan na tien à twaalf dagen. Een belangrijk onderdeel van de bestrijding is het onderzoeken en monitoren van de ontwikkeling van de eikenprocessierups. Als gemeente besteden wij de meeste tijd en het meeste geld aan monitoring. Een goede monitoring vergroot de efficiency en bespaart kosten. Monitoren doen wij het hele jaar door, met uitzondering van november en december. Bij de selectie van een aannemer zijn de mate van ervaring met dit soort werkzaamheden en de wijze van bestrijding die de aannemer zelf aandraagt, essentieel. Daaruit kun je aflezen of hij weet waar hij het over heeft. In deze branche schort het vaak aan ervaring en kennis. Sommige aannemers weten niet waar ze mee bezig zijn; ze stellen een onderaannemer aan en voeren vervolgens geen controles uit. Onderaannemers zijn dan ook volstrekt niet wenselijk.

Bert Prummel, gemeente Deventer ‘De eikenprocessierups komt sinds 2006 voor in Deventer. Het begon met drie nestjes, nu komen er jaren voor dat we honderden bomen met nesten moeten behandelen. Er kunnen honderden rupsen in een nest zitten en die kunnen elk weer vele duizenden brandharen hebben.’ ‘Er is beleid gemaakt op de bestrijding van de eikenprocessierups. Het budget is € 75000. Vorig jaar hebben we daarvan slechts de helft gebruikt; het jaar daarvoor is het budget volledig besteed. Tot drie jaar geleden gebruikten we alleen mechanische bestrijding als het probleem zich voordeed. Tegenwoordig vindt er ook preventieve bestrijding plaats, voornamelijk in de bewoonde gebieden of delen van de gemeente waar veel mensen komen, zoals fietsroutes, rond scholen en winkelcentra. Wij hebben alle inlandse eiken in kaart gebracht. Een deel daarvan wordt preventief behandeld; in het buitengebied bestrijden we doorgaans niet. Soms mag je om ecologische redenen ook niet preventief bestrijden, want Xentari is dan wel een ‘biologisch’ bestrijdingsmiddel, het middel vernietigt ook andere vlindersoorten. Mechanische bestrijding is natuurlijk wel vele malen duurder dan preventie.’

Bij een kinderspeelplaats worden rupsen in een kortere periode bestreden dan in een laantje op het industrieterrein 48 pagina’s bestek ‘Al het onderhoudswerk voor openbaar groen wordt uitgevoerd door ons uitvoeringsbedrijf, Het Groenbedrijf. Zij besteden het bestrijden en beheersen weer uit aan een gespecialiseerde aannemer. De gemeente heeft een EPR-bestek opgesteld van 48 pagina’s, inclusief een kaart/shape van de preventief te behandelen bomen. Als de nesten tot ontwikkeling zijn gekomen, kunnen bewoners nesten en processierupsen melden bij het meldpunt van de gemeente. Deze meldingen worden doorgezet naar Het Groenbedrijf; zij controleren dan of het echt om de eikenprocessierups gaat en zetten indien nodig de opdracht door naar de aannemer. Die moet binnen een bepaald aantal dagen gaan bestrijden. We hanteren een prioritering: bij een kinderspeelplaats worden rupsen in een kortere periode bestreden dan in een laantje op het industrieterrein. Assistentwijkbeheerders controleren steekproefsgewijs of de meldingen zijn opgelost. Geconstateerde nesten van EPR worden op melding bestreden door hetzelfde bedrijf dat de nesten opzuigt. De rupsen worden dan meteen verbrand, zodat het gevaar van de brandharen verdwijnt. De rups komt dan toch sporadisch terug omdat er niet-zichtbare nesten of kolonies zijn achtergebleven. In dat geval herhalen we de mechanische bestrijding.’

Er is een gespecialiseerd bedrijf nodig dat de werkzaamheden zelf uitvoert en controleert. Ik heb veel contact met andere gemeenten en ik zie het toch nog heel vaak misgaan. Dan hebben ze een eenjarig contract met een bedrijf en dat gaat verkeerd. Soms zie je dat er al gespoten wordt terwijl de bomen nog niet voldoende in blad staan. Het moment is dus heel belangrijk. Als je goed weet wanneer je kunt spuiten en wanneer je even moet stoppen, dan is je efficiëntie 100%. Nu zijn we bezig met proeven om te kijken naar de inzet van natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups.’

www.boomzorg.nl

27


Poel Apeldoorn 0577-456561

|

Poel Amsterdam 0294-291090

|

@mail: verkoop@poelbosbouw.nl


vat meer hebt op de overlast kan dat een optie zijn, maar tot nu toe hebben wij nooit hoeven spuiten. Onze aanpak lijkt succes te hebben en tevens behouden wij onze ecologische variatie. We schakelen een gespecialiseerd bedrijf in op basis van een offerte. Het inventariseren doen wij zelf. Wij controleren in het voorjaar de plaaggebieden van voorgaande jaren en onderzoeken zo veel mogelijk eiken.’ Natuurlijke vijanden ‘35 jaar geleden hadden wij last van de rupsen van de bastaardsatijnvlinder. Deze hebben ook brandharen. De overlast was destijds groter dan nu met de eikenprocessierups. Na een jaar of vijf hield die overlast vrij abrupt op. Zo zou dat met de eikenprocessierups ook kunnen gaan. De natuur beweegt in golven. Op een gegeven moment is het aantal rupsen aantrekkelijk voor de ontwikkeling van schimmels, parasieten en andere natuurlijke vijanden en lost het probleem zich op die manier op.’

Bas van der Velden

Jan Kleerebezem, projectopzichter Groen gemeente Lelystad ‘Wij hebben nu ongeveer zes jaar te maken met de eikenprocessierups. In het begin leek het uit de hand te gaan lopen, maar ondertussen hebben wij het redelijk onder controle weten te houden. Het voordeel van Lelystad is dat wij op dit moment nog weinig grote eiken hebben en dat er bij ons ook nog geen grote nesten aangetroffen zijn. Het is hier nog te overzien.’ ‘Er is tot nu toe voor gekozen om het niet op te nemen in vastgesteld beleid; we hebben op dit moment niet veel overlast. We zijn destijds begonnen met het monitoren en in kaart brengen van alle locaties en de hoeveelheid nesten en rupsen. Er zijn afspraken gemaakt binnen de afdeling over hoe wij hiermee omgaan. Medewerkers inventariseren de eiken in het voorjaar en aan de hand van deze inventarisatie wor-

den de rupsen bestreden. Gezien de mate van overlast, die zeer beperkt bleef, en met een goed beeld van waar de plaag zich bevond, is besloten om niet verder te gaan met het monitoren, maar alle middelen in te zetten op het bestrijden van de plaag. Deze werkzaamheden vallen bij ons onder het budget van de ongediertebestrijding. In totaal is dat 20.000 euro. Een aantal jaar geleden liepen de kosten van de rupsenbestrijding op tot zo’n 12.000 euro; tegenwoordig besteden we ongeveer de helft. Afgelopen jaar hebben we minder geld uitgegeven; voor dit jaar (2014) is het afwachten.’ Mechanische bestrijding ‘Wij hebben gekozen voor mechanische bestrijding in het voorjaar. Dit heeft als voordeel dat je bestrijdt vóór de ontwikkeling van de vervelende brandharen. Preventief spuiten wordt hier vooralsnog gezien als een te grof middel, waarmee je ook veel andere rupsen schaadt. Pas als je geen

Een openbare aanbesteding is niet altijd het antwoord. Een keuze voor een aannemer gebaseerd op kwaliteit van het werk en vertrouwen in het bedrijf mag ook!

Jules Sondeijker Samen sterk! Elkaar als beheerders van de OR opzoeken en kennis over dragen bepaalt succes. Natuurlijke vijand moet terug rondom de eiken.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4548

www.boomzorg.nl

29


Ralf en Harrie Vaessen: ‘Gemeentes in het zuiden, weet wat er gebeurt als je aandacht voor eikenprocessierups terugschroeft’ Anders dan wat veel mensen denken, is de eikenprocessierups een vlinder die van oorsprong in Nederland voorkwam, maar die ergens in de negentiende eeuw is verdwenen of in ieder geval grotendeel uitgestorven. Vanaf 1990 is de soort weer in opmars in Nederland. Eerst in Limburg en Brabant en sinds 2013 in het hele land. Logisch dus dat in Limburg en Brabant de meeste kennis zit op het gebied van beheer. Boomzorg praat met Harrie en Ralf Vaessen, die onder andere het concept Eikenprocessierupstotaalzorg hebben ontwikkeld. Auteur: Hein van Iersel Beheer en bestrijding van de rups zijn de afgelopen vijfentwintig jaar uitgegroeid tot een echte industrie. Dat heeft alles te maken met de enorme overlast, met name in de beginjaren. De rups ontwikkelde zich aanvankelijk erg snel en gemeentes en aannemers hadden geen ervaring met een deugdelijke bestrijding. Het gevolg liet zich raden: veel klachten van burgers. Inmiddels hebben de meeste gemeentes in het zuiden van het land hun zaakjes goed op orde en heeft de markt zich zodanig ontwikkeld dat het probleem tot een acceptabel niveau kan worden teruggebracht. Volgens Ralf en Harrie Vaessen is dat het gevolg van een aantal ontwikkelingen. Allereerst zijn er technieken ontwikkeld om overlast te bestrijden, zowel curatief als preventief.

30

www.boomzorg.nl

Daarnaast hebben de opdrachtgevers hun beheer goed geregeld. Op de vraag van de interviewer of het allemaal wat minder en dus goedkoper kan nu we het probleem van de rups onder de knie hebben, antwoordt Ralf Vaessen: ‘Ik denk het niet. Klanten herinneren zich nog precies de enorme overlast van de beginjaren. En ze weten wat er nodig is om dit onder controle te houden.’ Incentive Het totaalzorgconcept dat Vaessen met een viertal andere aannemers op de markt zet, gaat uit van één prijs voor de totale bestrijding. Ralf Vaessen: ‘Puur financieel is curatief bestrijden voor ons het meest interessant. Dat kost enorm veel manuren, omdat je pas in actie komt als er

een klacht is. Preventief bestrijden werkt veel sneller, is daarmee goedkoper en levert voor de burger slechts een fractie van de overlast op.’ Ralf Vaessen: ‘Ook al halen wij wellicht meer omzet met curatief bestrijden, ik zou daar niet meer naar terug willen. Het is ook voor onze mensen onaantrekkelijk werk, dat niet zonder risico’s is. Ook al hebben wij natuurlijk alle certificaten en apparatuur om zo veilig mogelijk te werken.’ Het aspect waar Vaessen eigenlijk op doelt, is dat er voor aannemers in deze sector geen belang of incentive is om preventief te werken. De constructie die is gekozen door de vier bedrijven in de Eikenprocessierupstotaalzorg – Herman Vaessen bv voor het zuiden, J. de Ridder bv in


natuurlijk voorkomende bacterie Bacillus thuringiensis. Deze bacterie wordt op het blad van de eik gespoten en wordt via vraat opgenomen door de rups. Toepassing van Xentari is daarom pas mogelijk nadat het blad voor minimaal 50% is ontloken. Een ander middel dat gebruikt wordt is bestrijding met nematoden. Ook dit is een biologisch werkend middel. Hierbij worden zeer specifieke nematoden of aaltjes gebruikt die dodelijk zijn voor de rups. Dit middel kan al gebruikt worden in de periode dat de rups uit zijn cocon is gekomen en er nog geen of nauwelijks blad aan de bomen zit, maar de temperatuur wel al hoog genoeg is. Harrie Vaessen gelooft niet zo in deze aanpak. In zijn visie is deze methode duurder en minder effectief. En ook bij de veronderstelde selectiviteit zet hij vraagtekens. Harrie Vaessen: ‘Bij de introductie van de bestrijding met nematoden werd gezegd dat er met dit middel minder andere vlindersoorten worden getroffen, omdat je vroeger in het seizoen bestrijdt. Ik heb het idee dat het tegenovergestelde het geval is; dat nematoden alle insecten aanpakken en Xentari alleen rupsen van de Lepidoptera-familie. Op het moment van behandelen treft dit hooguit een klein aantal rupsen, terwijl nematoden alle weeken zachthuidigen treffen die op dat moment in de boom zitten.’ Dat Vaessen niet echt overtuigd is van het nut van de bestrijding met nematoden, wil overigens niet zeggen dat deze aanpak niet kan worden toegepast. Harrie Vaessen: ‘Als een klant dat wil, doen we dat gewoon. We hebben er de machines en kennis voor in huis.’

het midden van het land, A.J. van der Werf bv in het noorden en Berkelgroen bv in het oosten – werkt precies andersom. Je koopt als opdrachtgever één totaalpakket van monitoring, preventief bestrijden en curatief bijsturen, waarbij het risico voor een niet deugdelijke preventieve bestrijding volledig bij de aannemer ligt. Hoe beter de aannemer het preventieve traject onder de knie heeft, hoe minder frequent hij ingeschakeld zal worden voor het wegzuigen en opruimen van nesten die overlast veroorzaken. Xentari De groep bedrijven gebruikt daarbij eigenlijk voornamelijk Xentari. Dit is een biologisch middel dat bestaat uit een bepaalde stam van de

Ralf Vaessen geeft nog een laatste argument waarom Xentari beter zou werken dan nematoden: ‘Stel je voor dat we alleen met nematoden gaan werken. Dat zou beteken dat we in een veel kortere periode al die honderden kilometers weg moeten behandelen. Alleen dat al zal praktisch niet lukken. We kunnen daar niet de machines en mensen voor vrijmaken. Daarnaast kan het ook nog eens alleen ’s nachts gebeuren, omdat de aaltjes erg gevoelig zijn voor uv-licht. Ook dat maakt de behandeling duurder. Xentari kun je over een veel langere periode succesvol inzetten, om precies te zijn tussen de eerste en de derde vervelling, zolang er maar voldoende bladbezetting aan de boom zit.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4545

Herman Vaessen bv is een groenverzorgingsbedrijf in het Limburgse Maasbree, dat dit jaar vijftig jaar bestaat en is opgericht door de vader van Ralf en Harrie Vaessen: Herman Vaessen. Het bedrijf werkt, met uitzondering van de eikenprocessierupsbestrijding, strikt regionaal in een cirkel van vijftig kilometer rondom Maasbree, en heeft voor een groenvoorziener een ongekend breed scala van activiteiten. Naast de gebruikelijke zaken heeft het een tuincentrum onder de naam Groenrijk Maasbree. Ralf Vaessen: ‘Vijf jaar geleden werd gezegd dat breed opererende bedrijven als het onze doorgaans niet de sterke bedrijven zijn. Ik heb het idee dat mensen daar onder invloed van de crisis op terugkomen. Wij zijn in ieder geval heel gelukkig met deze combinatie van activiteiten. Het tuincentrum – dat strikt onafhankelijk van het aannemersbedrijf wordt gerund – zorgt bijvoorbeeld voor aanwas van werk voor particulieren. Buiten het tuincentrum bestaat ongeveer dertig procent van het werk uit boomverzorging, veertig procent betreft aanleg en de resterende dertig procent is onderhoud. Vijfentwintig procent van het werk is voor particulieren, de rest voor overheden, instellingen en bedrijven. Boomverzorging is belangrijk voor Vaessen. Ralf Vaessen bestrijdt daarom ook de stelling dat gespecialiseerde boomverzorgers een beter product zouden kunnen leveren. Als voorbeeld laat hij mij zijn snoeitrein zien. Deze bestaat bij de meeste boomverzorgers uit minimaal vier voertuigen, maar Vaessen heeft ze gecombineerd in een hoogwerker, gevolgd door een voertuig waarin zowel een snipperaar, een hoogkipper, opslag voor snippers van 115 kuub en alle voorzieningen om het verkeer te reguleren verzameld zijn. Vaessen heeft deze combinatie samen met machinefabriek Veenhuis ontwikkeld en heeft inmiddels twee combinaties in bedrijf. Vaessen: ‘Dit werkt gewoon veel sneller, kan met minder mensen en is vooral ook veiliger. De invoer van snipperhout is niet aan de achterkant, maar aan de zijkant. Onze mensen staan dus in de berm en veel veiliger voor achteropkomend verkeer dat de waarschuwingen misschien niet goed gezien heeft.’ Ralf Vaessen geeft het voorbeeld van deze zelf ontwikkelde snippertruck, om aan te geven dat dit soort innovaties nooit van een kleiner boomverzorgingsbedrijf zal komen. Vaessen: ‘Een ander voorbeeld is de inzet van hoogwerkers. Wij hebben daar zelf in geïnvesteerd; als wij voor een uur een hoogwerker nodig hebben, factureren wij zelf ook een uur. Een boomverzorger die een hoogwerker moet inhuren, berekent doorgaans minimaal een halve of hele dag.’

www.boomzorg.nl

31


Gemeente Heerlen heeft al vanaf de begin jaren tweeduizend te maken gehad met de aanwezigheid van eikenprocessierups. Door ervaring werd de afdeling beheer wijzer. Specialist beheer Gerard Braakhekke legt uit hoe de aanpak van Heerlen is aangescherpt door de jaren heen. Auteur: Santi Raats

Mag het een eikje minder zijn? Ervaringsdeskundige boombeheerder Gerard Braakhekke: ‘We raken nooit meer van eikenprocessierups af, dus maak beleid en zorg voor diversiteit!’ ‘Vroeger belden we pas een aannemer wanneer we eikenprocessierups spotten in april’, schetst Braakhekke. ‘Op dat moment moesten we in allerijl een contract afsluiten. Dat doet de prijs niet goed en bovendien konden we dan niet altijd inschatten of we met cowboys te maken hadden of met degelijke EPR-bestrijders. Inmiddels hebben we het beheer rond eikenpro-

32

www.boomzorg.nl

cessierups goed op poten. Dat scheelt geld en een hoop zorgen.’ Plaagdruk door de jaren heen Tien jaar geleden stond de eikenprocessierups, aan komen vliegen vanuit Brabant, aan de poort in Noord-Heerlen. Elk jaar maakten de vlinders vol gebruik van hun vliegcapaciteit van zo’n vijf

kilometer, waardoor sinds vijf jaar heel Heerlen met eikenprocessierups kampt. ‘De plaagdruk verschilt per jaar en staat los van de aanwezigheid van de rupsen,’ legt Braakhekke uit. ‘Het ene jaar is het weer goed, dan is de plaagdruk hoog. Wanneer er nachtvorst of regen volgt vlak nadat de rupsen uit hun ei zijn, dan is de plaagdruk laag. Want daar kunnen de rupsen


niet tegen. Waar ze echter wel tegen kunnen, is tegen nachtvorst wanneer zij nog in hun ei zitten. Mijn collega van gemeente Sittard-Geleen heeft wel eens eipakketten in de vriezer gelegd en ontdekt dat de rupsen een temperatuur van min twintig graden Celsius gewoon overleven mits zij vervolgens onder een warme voorjaarstemperatuur uit het ei komen.’ Last: vooral de kosten Braakhekke geeft aan dat eikenprocessierups de gemoederen van de gemeente het meest bezighoudt van alle boomziekten en –plagen. Toch valt de mate van overlast mee. Dit is grotendeels te danken aan het feit dat Heerlen nooit kosten of moeite heeft gespaard om de eikenprocessierups te bestrijden op risicovolle plekken. ‘Waar wij het meeste jeuk van hebben?’, grapt Braakhekke. ‘Niet van klachten, want die zijn we nauwelijks binnengekomen in al die jaren. We hebben het meeste last gehad van de hoge kosten die we aan de eikenprocessierups hebben gehad. In de jaren tweeduizend was elk jaar 20 tot 30 duizend euro nodig voor preventieve bestrijding. We hadden toen nog geen beleid of bestek voor de bestrijding. Dus elk jaar bekeken we waar we de rupsen zagen en dan schakelden we een aannemer in. Ad hoc bestrijding is erg duur. Eén jaar hebben we alleen curatief bestreden, maar dat bleek niet werkzaam: een kind was met een rups het klaslokaal ingelopen.’

'Met het boombeheersysteem van Grontmij wil Heerlen de plaagdruk preciezer bij gaan houden op de kaart' Preventieve bestrijding Vanaf het begin af aan heeft Heerlen de eikenprocessierups met Bacillus Thuringiensis bestreden. En bestrijding, zowel preventief als curatief, gebeurt altijd door een aannemer. Braakhekke: ‘Het is kostbaar om je eigen medewerkers te trainen voor EPR-bestrijding en hen volgens de Arbowet te laten werken. Ook lopen zij risico om allergie op te bouwen. Heerlen geeft er dus de voorkeur aan om dit werk bij een specialist uit te zetten.’ Vanaf het moment dat de rupsen een paar dagen uit het ei zijn, en ze in fase 2 tot 3 zijn, en er voldoende bladbezetting is, rijdt de aannemer uit

om het biologische middel op de zojuist verschenen bladeren van de eik te spuiten. De rupsen eten van de bladeren met het bestrijdingsmiddel en sterven. Braakhekke: ‘Willy Duijsens (voormalig medewerker van de Plantenziektekundige Dienst, red.) houdt in opdracht van van Sittard-Geleen en een aantal andere opdrachtgevers elk jaar op een aantal vaste ijkpunten de eipaketten in de gaten. Ook houdt hij afgeknipte takken met een eipakketen in de gaten. Zodra de eerste rups ui het ei komt waarschuwt hij ons en geeft hij een bestrijdingsadvies. Maar de aannemer heeft ook een relatieve keuze over het moment van bestrijding, want als het startmoment niet goed is ingeschat moet hij noodgedwongen meer nabehandelen. Nabehandelen zit inbegrepen in de prijs en is dus zijn risico.’ Bestek Vanuit het verleden bespoot Heerlen vijf- tot zevenhonderd eiken (uit een totaal van 7,5 duizend eiken) in risicovolle gebieden. Deze gebieden beslaan speeltuinen, fietspaden, schoolpleinen, pleinen en wegen en straten waar veel mensen komen. Sinds 2011 bestaat er een bestek, meervoudig onderhands met open posten, voor de preventieve bestrijding van 750 eiken in gebieden waar geen beschermde vlindersoorten voorkomen. Om deze gebieden te bepalen heeft Heerlen kaarten van de Vlinderstichting gedownload en informatie over de flora en faunawet. ‘Ik zag een paar jaar geleden een bestek voor EPR-bestrijding op de aanbestedingskalender en zag daar iets in voor Heerlen. Dit bestek was opgesteld door Herman Wevers van Alles over Groenbeheer. Voor ons heeft hij ook een bestek opgesteld, bestaand uit twee sporen; preventieve en curatieve bestrijding. Omdat we nu een vast bestek hebben voor een werk dat elk jaar terugkomt, besparen we. EPR-bestrijding kost nu nog gemiddeld 10 tot 15 duizend euro per jaar. Het varieert enorm: in 2012 circa 30 duizend euro, in 2013 slechts vijfduizend. Het voordeel van een bestek met open posten is dat we aantallen en posten opvoeren aan de hand van wat zich buiten afspeelt. Daarom hebben we vorig jaar overgehouden, want we hoefden door de lage plaagdruk weinig curatief te bestrijden. We zijn ook beter bezig omdat we meer ervaring hebben met en kijk hebben op de mate van expertise onder aannemers. Op dit moment staat eikenprocessierupsbestrijding voor een paar jaar uitgezet bij de Algemene Bomendienst Limburg. Zij weten wat ze doen.’

Geen monitoring Omdat in Heerlen het gevaar zo overzichtelijk is onderverdeeld in een groep risicovolle eiken en minder gevaarlijke gebieden, monitoort de gemeente niet zelf. ‘Voor monitoring is vaak een hoogwerker nodig, dat is te kostbaar. We hebben een historie en weten waar de eipakketten altijd zitten. We weten ook dat ze op andere plekken minder of helemaal niet voorkomen,’ zegt Braakhekke. Toch weet hij niet helemaal zeker of het wel nodig is om elk jaar opnieuw die 750 als risicovol bestempelde eiken te bespuiten. ‘We spuiten sowieso, ook al is er dat jaar geen nest in een bespoten eik. We willen veiligheid voor alles, ook al houdt dat in dat we wellicht voor de kat z’n viool bestrijden.’ Om noodzaak en tijdstip van preventieve bestrijding beter te controleren is Heerlen in de toekomst wel van plan om te laten monitoren. Er is op dit vlak een lichte besparing op handen. Met het boombeheersysteem van Grontmij wil Heerlen de plaagdruk preciezer bij gaan houden op de kaart. Hiermee kan het een bestek gerichter vormgeven. Maar Heerlen houdt wel vast aan zijn insteek dat er beter teveel dan te weinig gespoten kan worden. ‘Interessanter is de vraag uit welk potje bestrijding nu eigenlijk betaald moet worden,’ vindt de specialist beheer. ‘Ik denk niet uit ‘boomonderhoud’. Want de boom zelf heeft geen last van de eikenprocessierups. Nu ontstaat de ongewenste situatie dat er minder budget is om onze 40 duizend laan- en straatbomen te snoeien. Het is eerder een volksgezondheidsprobleem.’ Curatief Naast het vaststaand aantal risicovolle eiken bestrijdt de aannemer voor Heerlen curatief met een zuiginstallatie in de maand mei – als de rupsen naar fase 4 gaan, ze brandharen hebben en ze naar beneden komen uit de boom - in geval van meldingen en overlast. Meldingen komen binnen via servicetelefoon en via de eigen buitendienst bij de afdeling beheer. Voorheen werkte beheer met het meldingensysteem Digitree, sinds 2013 werkt de afdeling met een eigen, en waarschijnlijk ook goedkoper, softwaresysteem. ‘Dat werkt voor ons beter. Op ongeveer 80 meldingen of waarnemingen van rupsen krijgen we gelukkig per jaar maar twee of drie meldingen van overlast of jeuk binnen,’ aldus Braakhekke. ‘Dat lage aantal meldingen komt door een lage plaagdruk buiten onze risicovolle eiken.’ Braakhekke zweert bij de bestrijdingsmethode van wegzuigen. ‘Als je de rupsen terplekke ver-

www.boomzorg.nl

33


uw partner in bodemverbetering

Op goede gronden een gezonde groei

Specialist in:

✓ ✓ ✓ ✓

RAG-gecertificeerd

Boomgranulaat Bomenzand Bomengrond

• Gegarandeerd vrij van ziekten • Gegarandeerd vrij van onkruidzaden • Fysische en chemische analyse bij levering • Stabiliteit zuurstofverbruik gegarandeerd • Kwaliteitscontrole op productielocatie

Bomenvoedingsgronden

Deze producten zijn ook leverbaar met een lage pH

! NieuCOw M HEI

BELUCHTINGSYSTEEM

Broekeroordsweg 3b | 8095 RM ‘t Loo - Oldebroek | Telefoon 0525 - 63 08 89 | Fax 0525 - 63 34 89 | info@heicom.nl | www.heicom.nl Heicom-adv Boomzorg 148x210-0312.indd 1

12-07-12 11:29


brandt, kun je niet voor honderd procent voorkomen dat de brandharen zich verplaatsen. We vinden de risico’s bij het werken met water in giertanks ook nog te groot. Wegzuigen, opslaan in speciale PE-vaten en dan afvoeren naar een erkende verwerker is beter.’ Diversiteit ‘Eikenprocessierups kunnen we niet uitroeien, enkel beheersen,’ concludeert Braakhekke. ‘Er is informatie bekend over periodes in de middeleeuwen dat de eikenprocessierups eerder ook al voorkwam, en een tijd later weer een stuk minder. De aanwezigheid ervan is een gegeven, daar moeten we nu mee leren leven.’ Volgens de specialist beheer is er wel een aantal zaken waar beheerders rekening mee kunnen houden om de overlast binnen de perken te houden. ‘Belangrijk is het om zoveel mogelijk te communiceren met buurtgemeenten en instanties om de bestrijding zo dekkend mogelijk te krijgen. Ons gebied grenst aan dat van Natuurmonumenten, Zij voeren geen actief eikenprocessierups beheer. Als afstemming

daarop plaatsen wij waarschuwingsbordjes aan de rand van ons grensgebied. Maar ook moeten we af zien te komen van de cultuur waarin onze eiken allemaal netjes op een stokje staan, zonder enige onderbeplanting die als habitat dient voor natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups en waar ook vogels graag vertoeven. We hebben in 2006-2007 ons bomenbeleid aangepast. Onze ontwerpers willen natuurlijk nog steeds uniformiteit. Maar nu wisselen zij meer af in cultuurvariëteiten, klonen en leeftijden. Twee esdoornvariëteiten worden bijvoorbeeld afgewisseld met twee eikenvariëteiten in een laan.’ Volgens Braakhekke mag het hier en daar wel een eikje minder zijn. ‘De overvloed aan eiken op sommige plaatsen creëren een snelweg voor de eikenprocessierups. In een regio zoals de Achterhoek bestaat 70 procent van het bomenbestand uit eik. Veel eiken staan daar in bossen, waar weinig mensen komen. Maar toch kun je je afvragen of we met onze voorliefde voor het aanplanten van eiken niet vragen om problemen.’

Bas van der Velden De lange termijn oplossing ligt dus in het vandaag aanplanten van diversiteit. Is een plaagvrije toekomst ook maakbaar?

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4541

Gemeente Heerlen bestrijdt sinds jaar en dag met Xentari.

www.boomzorg.nl

35


Nederland gelooft weer in de iep Resistente soorten en strak saneringsbeleid houden de iepenpopulatie op peil

Foto: Ronnie Nijboer

De zoektocht naar en het vinden van resistente iepensoorten is een van de succesvolste operaties geweest in de geschiedenis van de staden laanboom. Iepen worden weer volop aangeplant door de Iepenwachten Friesland en Groningen. Maar is in heel Nederland de angst voor iepenziekte geweken? Boomzorg hield een enquĂŞte over het beheer van iepenziekte. Auteur: Santi Raats

36

www.boomzorg.nl


Ruim een derde van de respondenten komt uit Zuid-Holland en bijna allen zijn ze ofwel boombeheerder in gemeentelijke dienst (67 procent) ofwel adviseur (8 procent). In veruit de meeste gevallen beslaat de iep tot 20 procent van de beheerruimte en in een kwart van de gemeenten, met name in Noord-Holland en Friesland, 20 tot 40 procent. De iep over tien jaar Respondenten houden deze percentages aan, wanneer zij antwoord geven op de vraag ‘Wat zal het percentage iep over circa tien jaar zijn?’ Niemand gelooft dat de iep ooit ten onder zal gaan. Beheermethoden 32 procent beheert de iepenziekte door geïnfecteerde iep te kappen en te verbranden en daarnaast – even vaak – gevarieerd (en resistent) aan te planten. Een percentage van 24 injecteert iepen ook nog met een (biologisch) bestrijdingsmiddel als toegevoegde methode.

Geïnfecteerd hout verwerken Een geïnfecteerde iep ontsnapt bij niemand aan het oog en visuele inspectie is dan ook een prima methode om op iepenziekte te monitoren. Alle respondenten monitoren op deze manier. Circa de helft van hen verwerkt het hout door het ter plekke te versnipperen en door de stobbe compleet te frezen. De andere helft voert het hout ongeschild en bedekt af, waarna de stobbe compleet gefreesd wordt. Een klein percentage, slechts 4 procent, schilt het hout ter plekke en voert het daarna vrij af.

Effect van aanpak en visie op de toekomst Opvallend is dat het actieve beheer van iepenziekte zijn vruchten afwerpt in Nederland. Maar liefst 68 procent geeft aan dat de probleemdruk verminderd is sinds de aanpak. 18 procent zegt dat de aanpak een redelijk positief effect heeft op de ziektedruk. Slechts enkele respondenten denken dat de toekomst spannend is, omdat redelijk resistente soorten ook aan iepenziekte zouden kunnen bezwijken. Maar 97 procent van de ondervraagden gaat de toekomst onbezorgd tegemoet en heeft het volste vertrouwen in de beschikbare resistente soorten.

Mate van beheer 29 procent van de respondenten in Nederland heeft niet extreem veel last van iepenziekte. Zij kunnen het beheer af door alleen op te treden bij incidenten, of zij beheren helemaal niet omdat de iepenziekte überhaupt geen rol speelt binnen hun gemeente. 71 procent beheert hoofdzakelijk doorgaande wegen en openbare verblijfsruimten.

www.boomzorg.nl

37



Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4551

www.boomzorg.nl

39


Het is wat ongebruikelijk, maar de gemeente Veldhoven trok recent een aanbesteding voor het leveren van heesters en plantgoed in, nadat Rechtbank OostBrabant de gemeente had veroordeeld in een kort geding. Wat ging hieraan vooraf? Auteur: Hein van Iersel

Twee kwekers vechten om een been, de gemeente loopt ermee heen Gemeente Veldhoven trekt aanbesteding in na juridische verwikkelingen Rechtbank Oost-Brabant deed recent uitspraak in een conflict tussen de kwekerijen Boot, Darthuizer en de gemeente Veldhoven. Een aanbesteding voor het leveren van heesters en plantgoed ten behoeve van inboet werd in oktober 2013 gewonnen door boomkwekerij Boot. Darthuizer, de kwekerij die naast Boot de enige andere inschrijver was in deze aanbesteding van ongeveer 30.000 euro per jaar over een periode van drie jaar, ging daarop in bezwaar en spande

40

www.boomzorg.nl

een kort geding aan. Een in diezelfde periode uitgeschreven aanbesteding van bomen werd ook aan Boot gegund en werd niet bestreden. De bezwaren van Darthuizer, die uitgebreid zijn na te lezen in het vonnis van de rechtbank van 5 maart 2014, betreffen voornamelijk de manier waarop de gemeente Veldhoven en het inkoopkantoor van de gemeentes, Bizob, dat de gemeente heeft geadviseerd, de inschrijvingen van Boot & Co en Darthuizer op het gebied van

duurzaamheid hebben beoordeeld. De manier waarop Veldhoven de aanbesteding in de markt heeft gezet, was via een emvi-bestek, waarbij de prijs voor zestig procent meetelde en duurzaamheid bij respectievelijk kweken en afleveren ieder voor twintig procent meetelden in de prijs. Darthuizer was het niet eens met de manier waarop de gemeente beide aanbiedingen met elkaar had vergeleken. Naar de mening van Darthuizer zouden Veldhoven en bureau Bizob


bij de beoordeling van de inschrijvingen het gelijkheids- en transparantiebeginsel niet op de juiste manier hebben gehanteerd en daarmee Boot hebben bevoordeeld, en dan vooral waar de gemeente meer punten geeft aan de aanbieding van Boot dan aan die van Darthuizer. Boot en de gemeente worden in het vonnis van 5 maart dan ook veroordeeld tot, of, preciezer gezegd, hen wordt opgedragen, de heroverweging van de betreffende beoordeling. Voor de rechter hield de uitspraak overigens niet in dat de order aan Darthuizer gegund moest worden. Wel zou de totale gunning heroverwogen moeten worden. Andere aspecten van de vordering van Darthuizer werden afgewezen. Zo eiste Darthuizer bijvoorbeeld dat de gemeente moest onderzoeken of Boot over voldoende biopotten zou beschikken. De rechter oordeelde daarover dat zoiets alleen mogelijk is op het moment van uitlevering. Alleen dan kan hiervan een goede inschatting gemaakt worden. Winnen/verliezen? Inge de Vos van Bureau Bizop bestrijdt dat de gemeente het geschil verloren zou hebben. De Vos: ‘Voor wat betreft de duurzaamheid bij leveren vindt de rechter dat de gemeente correct heeft gehandeld bij de beoordeling van de inschrijvingen. Voor wat betreft de duurzaamheid bij kweken is de rechter voorlopig van mening dat de motivering onvoldoende is. De gemeente moet op dit onderdeel de offerte van Boot opnieuw beoordelen en motiveren.’ Hoewel Darthuizer het kort geding feitelijk gewonnen heeft, ging het bedrijf tegen de uitspraak in hoger beroep. Wellicht speelt hierin mee dat de kweker inzag dat, zelfs wanneer de kweker op de gewonnen argumenten even veel punten zou scoren als concurrent Boot, de gunning toch opnieuw naar Boot zou gaan. Pyrrusoverwinning Het is overigens maar de vraag of de juridische overwinning van Darthuizer eerder een pyrrusoverwinning dan een echte overwinning zal blijken. De gemeente wordt door de rechtbank weliswaar veroordeeld tot het opnieuw beoordelen van de totale duurzaamheidsaspecten, maar heeft ervoor gekozen om de aanbesteding in te trekken – en wellicht op termijn een nieuwe aanbesteding uit te schrijven. In de tussentijd koopt de gemeente plantgoed in op de vrije markt. Een woordvoerder van de gemeente meldt daarbij dat er voorlopig in ieder geval geen gebruik

wordt gemaakt van Darthuizer; dit terwijl er tussen Darthuizer en Veldhoven, maar ook tussen Boot en Veldhoven een jarenlange goede relatie bestond. Dezelfde werknemer van de gemeente Veldhoven meldt dat men redelijk gefrustreerd is door hele gang van zaken. In de visie van de gemeente zou dit ‘nergens over gaan’, en de gemeente zou niet het risico willen lopen om in het vervolg van de procedure opnieuw op de vingers getikt te worden. Juridisch is zich terugtrekken uit een lopende aanbesteding geen enkel probleem. De gemeente heeft daartoe het recht. Inge de Vos van Bureau Bizob: ‘De gemeente heeft de aanbesteding niet ingetrokken omdat ze bang is om in hoger beroep te verliezen. Het gaat hier om een opdracht van ca. € 30.000 per jaar. De juridische kosten naar aanleiding van deze aanbesteding moeten ook uit dit budget betaald worden. Door een hoger beroep lopen de kosten voor juridische bijstand dermate hoog op, dat dit niet meer verantwoord wordt geacht. Om deze reden heeft de gemeente besloten de aanbesteding in te trekken.’ Ongelijk Woordvoerder Gerald Danen van Darthuizer betreurt het dat de gemeente de overweging met betrekking tot de kosten pas maakt op het moment dat zij van de rechter voor een deel ongelijk heeft gekregen en de zaak ook nog in hoger beroep speelt. Voordat Darthuizer naar de rechter is gestapt, heeft men – om een gang naar de rechter te voorkomen – gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de gemeente. In die gesprekken is het Bureau Bizob – aldus Danen – door Darthuizer gewezen op onjuistheden in de boordeling. De gemeente heeft de bezwaren van Darthuizer toen naast zich neergelegd, nu ongelijk gekregen en vervolgens trekt zij de hele procedure in. Daarmee zijn alle partijen, inclusief de gemeente, opgezadeld met onnodige kosten. De gemeente heeft in deze aanbesteding een gang naar de rechter voorgeschreven, indien een partij het niet eens is met de voorgeschreven beslissing. Darthuizer vindt het onbegrijpelijk dat die gang blijkbaar tot frustratie leidt op het moment dat een partij voor een deel in het gelijk wordt gesteld. Volgens Danen gaat het voor Darthuizer niet alleen om een opdracht van € 30.000,00 per jaar. De beslissing van Darthuizer om te procederen is ook genomen omdat zijn concurrent een inschrijving heeft gedaan die hij onmogelijk kan nakomen. Als de gemeente dat in stand laat, wordt er met onjuiste middelen geconcurreerd en zou een aanbesteder niet de

prestatie krijgen waarop hij heeft geselecteerd en welke hij als beste waar voor zijn geld heeft beoordeeld. Compensatie? Deze uitspraak is inderdaad een pyrrusoverwinning voor Darthuizer, zeker nu de gemeente de aanbestedingsprocedure heeft ingetrokken. Het intrekken van de aanbestedingsprocedure en het vervolgens één-opéén verstrekken van de opdracht zoals hier is gebeurd, zou overigens niet toegestaan zijn in het geval van een Europees aanbestedingsplichtige opdracht (opdrachtwaarde > € 207.000). Een aanbestedende dienst heeft weliswaar altijd het recht om een Europese aanbestedingsprocedure in te trekken. Wanneer zij echter de opdracht alsnog wil verstrekken zal de opdracht – om ‘leuren’ te voorkomen in wezenlijk gewijzigde vorm – opnieuw Europees aanbesteed moeten worden. Wat dat betreft had de gemeente nog ‘geluk’ dat het in dit geval een onderhandse procedure betrof. Ik snap de overweging van de gemeente om de aanbestedingsprocedure in dit geval in te trekken wel, maar of deze handelswijze ten opzichte van Boot zo netjes is valt te bezien. De opdracht was immers aan Boot gegund en een herbeoordeling zou deze uitkomst waarschijnlijk niet wijzigen. Nu heeft de gemeente, enkel vanwege een proceslustige verliezer, de aanbestedingsprocedure ingetrokken. Een vergoeding van de gemeente voor op zijn minst de inschrijvingskosten van Boot zou hier mijns inziens wel op zijn plaats zijn.

Adrienne Geelhoed (A.Geelhoed@straatmankoster.nl is advocaat bij Straatman Koster Advocaten in Rotterdam.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4553

www.boomzorg.nl

41


Decentrale overheden aan handen en voeten gebonden door wijziging Boswet en opheffing Bosschap Gemeenten en provincies kunnen door wetswijziging minder goed houtopstanden beschermen Op dit moment bereidt het Ministerie van Economische Zaken de Wet opheffing bedrijfslichamen voor. Als dit wetsvoorstel wordt aanvaard, zal het Bosschap worden opgeheven, met grote gevolgen voor gemeenten en provincies. Auteur: mr. Kitty Goudzwaard

Wat is er nu precies aan de hand? De huidige Boswet verwijst in artikel 15 lid 3 naar het registreren van bosbouwondernemingen door het Bosschap. Het wetsvoorstel ‘Wet opheffing bedrijfslichamen’ heft het Bosschap op. Onder ondernemers is namelijk in het algemeen geen draagvlak meer voor productschappen. Het wetsvoorstel beoogt hiermee de lasten voor burgers en bedrijven te beperken. Het gevolg is dat ook de registratieverplichting uit artikel 15 lid 3 Boswet verwijderd moet worden. En laat dit artikel nu ook juist een verbod bevatten voor gemeenten en provincies om kapverboden te maken. Onderstaand een uitleg van de gevolgen. ‘Bebouwde kom Boswet’ In artikel 1 lid 5 van de huidige Boswet staat dat de gemeenteraad bevoegd is om een zogeheten ‘bebouwde kom Boswet’ vast te stellen. Deze

42

www.boomzorg.nl

bebouwde kom Boswet is normstellend voor de werking van de Boswet. Kap van houtopstanden die staan buiten deze bebouwde kom Boswet vallen in bepaalde gevallen onder de meld- en herplantplicht van de Boswet. Binnen deze bebouwde kom is de meld- en herplantplicht van de Boswet niet van toepassing. Bovendien geeft deze kom de grens aan waar het regelverbod van artikel 15 lid 3 Boswet van toepassing is. Huidig Artikel 15 lid 3 Boswet: 3. Voorts zijn de in het vorige lid bedoelde colleges niet bevoegd regelen te stellen ter bewaring van bossen en andere houtopstanden, welke deel uitmaken van bosbouwondernemingen, die als zodanig bij het Bosschap geregistreerd staan, en niet gelegen zijn binnen een bebouwde kom als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, behoudens ter bewaring van houtopstanden als bedoeld in arti-

kel 5, tweede lid. Voorstel aanpassing Boswet In het voorstel van de Wet opheffing bedrijfslichamen wordt gesteld dat in artikel 15 lid 3 Boswet de registratievoorwaarde komt te vervallen. Gemeenten en provincies mogen dan – voor zover houtopstanden ‘buiten de bebouwde kom Boswet’ staan – alleen nog maar regels maken voor houtopstanden die staan in erven en tuinen en/of voor houtopstanden die staan in zelfstandige eenheden van minder dan 10 are of die staan in rijen van niet meer dan 20 bomen. Boswet nu Grondeigenaren met meer dan in totaal 5 hectare bosgrond zijn op grond van de huidige registratieverordening Bosschap in samenhang met de huidige Boswet verplicht zich te registeren.


???????

Kleinere bosgrondeigenaren zijn uitgezonderd van het regelverbod van art. 15 lid 3 Boswet. Voor bosgronden van deze eigenaren kunnen decentrale overheden op dit moment nog kapverboden maken. Het betreffen dan juist vaak kleinere percelen - echter groter dan 10 are of meer dan 20 bomen - die bijzonder waardevol zijn omdat het hoekstenen van een landschap betreffen. Daarbij komt nog eens dat in gemeenten die zelf minder dan 5 hectare bosgrond in eigendom hebben, gemeenteraden volop kapverboden maken voor de eigen gemeentelijke houtopstanden die gelegen zijn buiten de bebouwde kom Boswet. De gemeenteraad kan onder de huidige Boswet voor deze niet-geregistreerde bosgronden (binnen en buiten de bebouwde kom Boswet) namelijk kapverboden maken in de Algemene Plaatselijke Verordening of Bomenverordening. Gemeentelijke houtopstanden die hierdoor omgevingsvergunningplichtig worden, zijn dan bijvoorbeeld grote boomstructuren die een beeldbepalend karakter hebben. Door middel van de registratieverplichting wordt als het ware de groene kwaliteit van gemeenten en provincie gewaarborgd. Gemeenteraden konden er tot nu toe op vertrouwen dat bosgronden van grotere en semiprofessionele eigenaren op bosbouwkundig juiste wijze worden geëxploiteerd. Is dat vertrouwen onvoldoende of het belang van het landschap te groot, dan kan momenteel door de gemeenteraad nog gekozen worden voor een aanlegvergunningstelsel voor dergelijke bosgronden. Wet Natuurbescherming In de toekomst wordt de Boswet opgenomen in de Wet Natuurbescherming (WN). Ook in de WN verandert echter iets essentieels: er ligt een voorstel om het maken van kapverboden buiten – de bebouwde kom WN ( nu de ‘bebouwde kom Boswet), met als grondslag andere wettelijke bevoegdheden-te verbieden. Een belangrijke bevoegdheid van gemeenten om nu voor die bosgronden of de middelgrote houtopstanden een aanlegvergunningstelsel in te stellen, zou hierdoor vervallen. Dit heeft tot gevolg dat op dergelijke houtopstanden slechts de lichtere toekomstige WN van toepassing is. Gemeenten en provincies hebben hierdoor geen enkel echt wapen in handen om zoals nu, de middelgrote of grote houtopstanden buiten de bebouwde kom WN te beschermen.

Neveneffect wijziging Gemeenteraden zullen na wijziging van de artikel 15 lid 3 Boswet op zoek gaan naar mogelijkheden om deze gedeelten van het bomenbestand toch onder kapverboden te brengen. Een keuze kan zijn dat gemeenteraden de bebouwde kom Boswet oprekken, om zodoende het regelverbod van artikel 15 lid 3 Boswet te omzeilen. Mogelijk reageert de wetgever hierop door de bebouwde kom Boswet of in de toekomst de ‘bebouwde kom WN’ gelijk te stellen met de bebouwde kom Wegenwet of gelijk te stellen aan de afbakening van het stedelijk gebied. Hierdoor zal echter de autonome regelgevende bevoegdheid van gemeenteraden ernstig worden beperkt. Vooral gemeenten met een beperkt stedelijk gebied zullen, van een dergelijke wijziging van de betekenis van de bebouwde kom Boswet of WN, de gevolgen ondervinden. Zij kunnen dan in een zeer groot en vaak groen buitengebied, geen enkel kapverbod meer maken voor houtopstanden gelegen buiten erven en tuinen en buiten de percelen tot 10 are of 20 bomen. Vooral gemeenten met een groot buitengebied met bijzondere boomstructuren of landschapselementen die staan op iets grotere percelen, worden hiervan de dupe. Dit zou bovendien in strijd zijn met de mogelijkheid die decentrale regelgevers in de WN krijgen, om juist binnen de bebouwde kom WN regels te maken voor houtopstanden zoals populieren en wilgen langs wegen en landbouwgronden et cetera. Dit betreffen houtopstanden die nu nogtegen de wens van gemeenten- onder het regelverbod van artikel 15 lid 2 Boswet vallen. Door de bebouwde kom WN gelijk te trekken met de grens van het stedelijk gebied wordt de inhoud van artikel 4.6 WN echter tot een symbolische. Gevolgen Mochten gemeenteraden wel vrij blijven in hun keuze van de bebouwde komgrens Boswet/WN en verdwijnt de registratieverplichting uit de Boswet en dus uit de toekomstige WN, dan is de kans groot dat die gemeenten hun bebouwde komgrens Boswet/WN zo ver mogelijk richting de buitengrens van hun grondgebied verschuiven. Binnen de bebouwde komgrens Boswet/WN kunnen zij dan echter niet meer rekenen op regulering door middel van de meld- en herplantplicht van de Boswet of WN. Daar zullen zij zelf moeten zorgen voor een gedegen regelgeving met een gemeentelijk kapverbod. Wat in strijd is met de algehele wens tot deregulering. En voor een gemeente weer een extra belasting is.

Toekomst Na wijziging van de Boswet en na opname van de Boswet in de WN krijgen alle bosgrondeigenaren en gemeenten als boomeigenaar (behalve voor de zeer kleine percelen, erven en tuinen), buiten de bebouwde kom Boswet respectievelijk WN, nog slechts te maken met de verplichtingen (meld- en herplantplicht) uit de WN. Het is nu maar de vraag of er niet een lacune in bescherming van houtopstanden ontstaat. Deels omdat decentrale overheden in de toekomstige WN geen, op grond van andere wettelijke bevoegdheden, aanlegverboden mogen maken, deels omdat de regelgevende bevoegdheid voor het opstellen van regels buiten de bebouwde kom Boswet gelegen houtopstanden na aanpassing van de Boswet nog maar beperkt mogelijk is. Hopelijk vindt de wetgever een betere oplossing.

Jules Sondeijker Beschermen van bos en nieuwe aanplant gaat verloren. En wie houdt dit tegen, want wie is hiermee geholpen?

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4540

De auteur mr. A.V.K.(Kitty) Goudzwaard is werkzaam als boomjurist bij Cobra Groenjuristen. Cobra Groenjuristen is onderdeel van www.cobra-adviseurs.nl. Lezers kunnen vragen stellen over dit artikel via k.goudzwaard@cobragroenjuristen.nl

www.boomzorg.nl

43


Lodewijk Zwierstra, Durk Durksz en Willem Hoornstra planten iepen aan in iepenarboretum van Skarsterlan (foto Jacco Wisman).

De iepenmarkt blijft in ontwikkeling Bomenmonitor iepenziekte: kwekers aan het woord De iepenziekte heeft geleid tot minder iepenaanplant, maar anderzijds ook tot het zoeken naar resistente soorten. Voor deze Bomenmonitor over iepen(ziekte) vroegen wij een aantal boomkwekers die iepen in het sortiment hebben naar hun bevindingen. Auteur: Ruud Jacobs

44

www.boomzorg.nl


Hoe hebben jullie gereageerd op de iepenziekte?

Harm Horlings M. van den Oever Boomkwekerijen ‘In eerste instantie hebben wij uiteraard terughoudend gereageerd. Vaak is het gevolg van een grootschalige uitbraak of publicatie over een ziekte dat van de betreffende soort(en) minder bomen en/of planten gevraagd en gebruikt worden. Uiteindelijk hebben we vast kunnen stellen dat de iep een moeilijk vervangbare boom is en vooral in onze kuststreken veel gebruikt wordt. Omdat de oorzaak veelal in de onderstam gezocht moest worden, zijn wij overgestapt op iepen die veredeld zijn op de onderstam ‘Belgica’ of op iepen die op ‘eigen wortel’ gekweekt zijn. Wij zijn de laatste jaren weer meer iepen gaan kweken, o.a. de selectie ‘Columella’, die vorig jaar als meest resistente iep uit onderzoek naar voren is gekomen.

Ronnie Nijboer Noordplant Kwekerijen

‘Wij hebben met een positieve benadering op de iepenziekte gereageerd. Met de introductie van hoog-resistente klonen gekweekt op eigen wortel ('New Horizon' en later 'Rebona') zagen we toch een goede toekomst voor de iep. Dankzij goede voorlichting en doorzettingsvermogen wisten we steeds meer boombeheerders van de kracht van de iep te overtuigen. Inmiddels wordt de iep weer omarmd als een bruikbare boom. Of we minder iepen zijn gaan kweken? Nee, juist meer. Het iepenproject in Groningen/ Friesland roomt op dit moment de markt af, met het gevaar dat er over enkele jaren weer veel te veel iepen op de kwekerijen staan.’

Martien Mantje Boomkwekerij Ebben

‘Nee, wij zijn niet minder iepen gaan telen, maar zijn ons juist gaan richten op het sortiment dat resistentie vertoont. Daarnaast zijn we gaan zoeken naar verbeterde vermeerderingsmethoden en uitgangsmateriaal voor onderstammen. De iep is zeker nog niet vergeten en maakt een retour, met name in de kuststreken. Recente iepensoorten zijn Ulmus 'Frontier', Ulmus 'Triumph', Ulmus holl. 'Pioneer', maar ook nog de soorten uit de jaren 60 Ulmus 'Columella', Ulmus 'Dodoens', Ulmus 'Lobel' en Ulmus 'Plantijn'. Verder zijn gewild voor de export Ulmus Glabra 'Pendula' en Ulmus 'Camperdownii'. Ulmus laevis is populair in natuurprojecten en heeft zijn veldresistentie te danken aan het gebrek aan aantrekkingskracht op de iepenspintkever.’

Henk den Mulder Den Mulder Boomteelt

Brienen Brienissen Brienissen Bomen

‘De grote iepenziektegolf was in de jaren 70 van de vorige eeuw, waarbij zo goed als alle veldiepen en Hollandse iepen sneuvelden. Met name voor de kustgebieden was het desastreus. In die tijd waren er kwekerijen met meer dan 50% iep. Maar ook toen waren er al redelijk veldresistente rassen verkrijgbaar, o.a. 'Commlin', 'Vegeta', 'Groeneveld', later gevolg door o.a. 'Lobel', 'Dodoens' en 'Clusius' met een hoge veldresistentie. Met name 'Lobel' en 'Dodoens' zijn de laatste 30 jaar nog redelijk aangeplant en dus ook door ons nog op redelijk grote schaal gekweekt. Sinds 15-20 jaar is ‘Columella’ beschikbaar; deze is 100% resistent en sinds enkele jaren ook bij boombeheerders bekend. We merken dat de vraag iets toeneemt, maar ook dat de productie hier vol op reageert.’

‘In ons gamma heeft de iep nooit de boventoon gevoerd. De laatste jaren hebben we niet meer, eerder minder gekweekt.’

www.boomzorg.nl

45


Hoe is jullie assortiment qua iepenaantallen nu ingericht?

‘Wij hebben momenteel 14 verschillende iepensoorten in de kwekerij staan.’

‘Van belang vinden we een ruim sortiment van klonen met verschillende bloedlijnen, om risico’s te spreiden.’

‘Wij hebben voldoende aantallen beschikbaar in een breed sortiment en in maatvoeringen van 16-18 tot 70-80.’

De iep bestreek lange tijd zo’n 1% van onze kwekerij. De laatste tien jaar is dat gegroeid naar 3%. Het sortiment bestaat uit: 'Columnella', 'Lobel', 'Dodoens', 'Sapporo Gold', 'Camperdownii', 'Wredei', 'Exoniensis' en 'Minor'.’

‘Het assortiment varieert van 'Dodoens', 'Clusius', 'Lobel', 'Plantijn' en 'Columella' tot de nieuwe variëteiten, zoals 'New Horizon' en 'Rebona'. Deze laatste twee soorten worden onder licentie gekweekt bij Noordplant en mogen niet gekweekt worden bij andere kwekers.’

Is er op de markt anno 2014 weer meer vraag naar iepen? Zo ja, naar welke soorten vooral? ‘Naast het iepenproject in Groningen, waarvoor wij ook leverancier zijn, is de vraag naar iepen de laatste tijd weer behoorlijk toegenomen. Dat geldt in feite voor bijna alle soorten, maar de 'Columella' springt er wel uit, waarschijnlijk mede als gevolg van het iepenonderzoek.’

‘De vraag naar iepen is momenteel uitstekend. U. 'New Horizon', 'Rebona' en 'Dodoens' zijn bij ons de toppers. Als slanke boom ook 'Columella' en uiteraard 'Lobel'.’

‘De vraag spitst zich toe op de resistente soorten onder de recente soorten en de jaren 60-soorten, en op laevis vanwege zijn natuurlijke oorsprong in ons land.’

‘We merken dat de vraag iets toeneemt, maar ook dat de productie hier vol op reageert. 'Lobel', 'Dodoens' en 'Columnella' zijn de hoofdsoorten.’

‘Er is de laatste jaren veel vraag naar iepen. En vanuit Amerika wordt er ook geïmporteerd, o.a. 'Princeton' en 'New Horizon', hoewel de laatste illegaal is. Hierdoor ontstaat ook gelijk het gevaar dat we moeten oppassen geen monocultuur toe te passen, maar vooral te kiezen uit meerdere variëteiten bij aanplant.’

Hoe lossen jullie onverenigbaarheid in onderstammen Glabra en ‘Belgica’ op: toeleggen op het kweken van iepen op eigen wortel of op stekken en afleggen? ‘Onze voorkeur gaat uit naar iepen op eigen wortel, maar indien niet beschikbaar planten wij ook iepen op die op ‘Belgica’ veredeld zijn.’

46

www.boomzorg.nl

‘Als het kan laten we de iepen stekken. Maar niet iedere kloon is even goed stekbaar. In dat geval gebruiken we gestekte ‘Belgica’ als onderstam en bovendien experimenteren we met de nieuwe onderstam Stavast.’

‘De onverenigbaarheid komt vooral voor in Glabra en Montana. Wij produceren tegenwoordig voornamelijk op eigen wortel, op Hollandica Belgica voor het buitengebied aan de kust (betere windvastheid) en in de nabije toekomst zal de laatste soort plaats gaan maken voor de resistente onderstam Stavast. De vermeerdering van de iepen op eigen wortel gaat inderdaad voornamelijk door afleggen en stekken.’

‘Alles is een probleem en onverenigbaarheid is geen groot probleem. Wij proberen het te ondervangen door ‘diep’ te enten, opdat de ent uiteindelijk op eigen wortel kan gaan staan. Maar ook hebben wij het vermoeden dat veredelen onder de wortelhals minder onverenigbaarheid geeft.’

‘Er wordt nog te veel gerommeld met Glabra als onderstam, met alle gevolgen van dien. Hollandica Belgica is een goede onderstam, alleen is deze bijna niet meer verkrijgbaar. Ulmus laevis zie je ook steeds meer verschijnen en is op eigen wortel; de trend is het liefst uitgangsmateriaal op eigen wortel. Er wordt ook geëxperimenteerd met ‘Stavast’ als onderstam, maar daar weet ik te weinig van.’


Hoe kijken jullie aan tegen de massale herplant van iepen in het Waddengebied? Vrezen jullie de gevolgen van monocultuur en ‘stuivertje wisselen’: iep terugplanten op plekken waar essentaksterfte of iepenziekte toegeslagen heeft, met als risico dat iepenziekte in nieuwe vorm opnieuw de hele monocultuur kan decimeren?

‘In Friesland en Groningen worden momenteel weer veel iepen geplant, maar ook in veel soorten en vooral goede soorten. Het gevaar van ziektes blijft in deze tijd altijd op de loer liggen en dat geldt niet alleen voor iepen. De iep heeft nu eenmaal bijzondere eigenschappen waardoor hij voor aanplant in onze kustprovincies bijzonder geschikt is.’

‘Nee hoor, het herplantproject van het Waddenfonds voorziet in het planten van een mix van iepen. Allemaal klonen met minimaal een behoorlijk resistentie-niveau tegen de iepenziekte. En zolang de gezamenlijke iepenziektebestrijding door de Iepenwachten Friesland en Groningen gehandhaafd blijft, is de kans op een hernieuwde iepenziektegolf uitgesloten. De kosten van de gezamenlijke bestrijding zullen behoorlijk afnemen. Dat is goed nieuws voor de bestuurders. Door het planten van wel tien verschillende klonen met meerdere genetische achtergronden is er helemaal geen sprake van een monocultuur! De situatie is totaal niet vergelijkbaar met begin vorige eeuw, toen er voor meer dan 90% 'Belgica' stond.’

‘Uit de praktijk blijkt dat het niet verstandig is om een monocultuur te creëren op welk vlak dan ook, en zijn wij er groot voorstander van om te mengen in beplantingen met verschillende genetische herkomsten. Daarbij komt dat het beperken van de druk van iepenziekte in zijn algemeenheid veel met beheer van de opstanden en inperking van de infectiehaarden samenvalt. De druk nabij een natuurgebied waar niet wordt ingegrepen, zal hoger zijn dan in een gecontroleerde omgeving als de stad Amsterdam waar het beleid perfect wordt uitgevoerd. De keuze in het sortiment draagt uiteraard sterk bij aan het succes van de aanplant, maar het beheer en de manier van aanplanten zullen zeker invloed hebben op de kwaliteit van het bestand op de lange termijn.’

‘Aan de kust is nu eenmaal een smal sortiment bomen geschikt, met als gevolg de problemen van een monocultuur. Juist het terugplanten van de iep in het Waddengebied zorgt voor meer biodiversiteit. Een nieuwe fysio van de iepenziekte behoort altijd tot de mogelijkheden, maar als je daarom niet aanplant, kun je net zo goed alles in beton gieten. Dan hoef je enkel te vrezen voor betonrot.’

‘Massale aanplant, zoals in sommige gebieden, van welke soort dan ook, is sowieso niet aan te raden. Dit kan tot gevolg hebben dat zo’n gebied ernstig wordt aangetast als er een epidemie uitbreekt zoals essentaksterfte, kastanjemineer of bloedingsziekte in welke vorm dan ook. Zeker met de wetenschap dat er in de achterliggende decennia telkens nieuwe ziektes op de loer lagen, o.a. massaria bij Platanus, mineer en bloedingsziekte bij 'Aesculus', essentaksterfte bij 'Fraxinus' et cetera.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4521

www.boomzorg.nl

47


Wat is er mooier dan het nuttige te verenigen met het aangename? Nu het voorjaar is aangebroken, komt alles wat mooi is, weer naar buiten. Zo genieten we dan ook van prachtig bloeiende laan- en straatbomen. In het bijzonder van opvallende exoten. Allochtone prachtbloeiers zijn niet alleen goed voor het oog, maar ook voor de broodnodige diversiteit. Auteur: Jan P. Mauritz, VRT

Voorjaar: laat alles wat mooi is, maar weer naar buiten komen! Bloeiende exoten: een feest voor het oog en goed voor de diversiteit Appje van de beauty van de NWST-redactie: ‘Hoi Jan, ik zit te denken: wat vind jij de mooist bloeiende exotische boomsoort in de lente? Om diversiteit verder aan te zwengelen? En kun je die beschrijven voor het volgende deel van het feuilleton? Dat zou mooi zijn.’ Appje terug: ‘Goed voorstel, meisje, het wordt weer eens tijd om de lezers een paar schitterende exoten voor te stellen. In het kader van biodiversiteit is het ook heel verantwoord om weer eens een paar bijzondere allochtonen op het podium te zetten tegenover al die autochtone bende als populieren, wilgen en essen.’ Het worden in dit deel dan wel weer een paar bijzondere species uit de zogenaamde ‘buitencategorie’, waarvan het geslacht Tetradium, de bijenboom, in december 2009 de spits afbeet. In alfabetische volgorde stel ik voor: Davidia, Emmenopterys, Firmiana, Sassefras en… Ik zie wel. Bijzondere makkers; ze bloeien fabelachtig mooi. De eerste drie zijn Chinezen en de laatste is een Amerikaan.

48

www.boomzorg.nl

Kenmerken Ik begin met het voorstellen zoals u dat van mij gewend bent: systematisch. En in dit geval ook met de boom die het bekendste is van de vier, de Davidia. Niet dat alle boombeheerders of boomkwekers nou direct roepen: die ken ik, die heb ik aangeplant of die heb ik op de kwekerij in de teelt. Nee, helaas niet! Davidia involucrata De officiële Nederlandse naam voor deze species is vaantjesboom, maar de boom is bekender onder de naam zakdoekjesboom, dankzij de bijzondere bloeiwijze, waarover later meer. De boom werd in 1869 in de provincie WestSichuan in China ontdekt door een bekende Franse missionaris, pater Jean-Pierre Armand David. Deze geestelijke en botanicus heeft heel veel ontdekkingen gedaan in het gebied waar hij werkzaam was. Viburnum davidii, Rhododendron davidii en Cleamtis armandii zijn daar enkele voorbeelden van. Vervolgens stuurde hij gedroog-

de plantendelen (herbariummateriaal) van de onbekende boom naar Frankrijk, waar de boom beschreven en benaamd werd. De boom is fysiek in Europa geïntroduceerd door Ernest Henry Wilson, een plantenjager in dienst van de Engelse boomkwekerij J.H. Veitch & Sons. Hij stuurde in 1903 ruim 13.000 zaden van de boom naar zijn werkgever. Deze werden allemaal opgepot en verder gekweekt. Deze boomkwekerij heeft een grote bijdrage geleverd aan de verspreiding van bomen vanuit de hele wereld in Europa. Zo is er ook een aantal plantennamen waarin de naam van deze grote botanicus en boomkweker J.H. Veitch en zijn zonen terugkomt, zoals Ampelopsis tricuspidata ’Veitchii’, Abies veitchii en vele anderen. De var. vilmoriniana was eerder in Europa dan de soort. De toentertijd zeer bekende en belangrijke Franse boomkwekerij De Vilmorin nabij Parijs had in 1897 een partij zaden ontvangen van een andere pater, Paul Guillaume Farges, waarvan er maar één ontkiemde. Deze species bezat beharing op de bladeren en jonge twijgen, vandaar


Twee van de vier bovengenoemde geslachten zijn monotypisch; dat wil zeggen dat het geslacht uit maar één soort bestaat. De geslachten Firmiana en Sassefras omvatten meerdere soorten, respectievelijk zestien en vier. Binnen de systematische indeling van het Regnum vegetabile – het Plantenrijk – behoort het geslacht Davidia tot de orde van de Cornalis en daarbinnen tot de familie van de Nyssaceae, en de onderfamilie/sectie van de Davidiaceae. Het geslacht Emmenopterys behoort tot de orde van de Gentianales, en daarbinnen tot de familie van de Rubiaceae, vervolgens tot de onderfamilie Ixoroideae, de stam of tribe Condamineeae. Het geslacht Firmiana behoort in de bovengenoemde, systematische indeling tot de orde van de Malvales en de familie van de Sterculiaceae, een gigafamilie met meer dan 70 soorten en meer dan 1500 species. De bekendste makkers in deze familie zijn Theobroma cacao, de leverancier van chocolade en cacao en Cola acuminata, de leverancier van colanoten, de basis voor dat heerlijke frisdrankje. Ten slotte behoort Sassefras tot de orde van de Laurales en de familie van de Lauraceae. Ik hoop dat u door al die namen van orden, families, geslachten en verdere onderverdelingen de weg nog niet helemaal kwijt bent, geachte lezers van dit feuilleton. Maar het hoort er bij zo, al ben ik het met u eens dat het mogelijk wat veel is, zo in één keer. ‘Mogelijk wat veel?’ hoor ik een aantal onder u vervaarlijk grommen. ‘Je bent totaal doorgeslagen vriend, je bent stapel... !' (Censura Heinsii)

en een eivormige tot ronde kroon. In cultuur is hij vaak meerstammig vertakt op geringe hoogte. Er is ook vrij simpel een hoogstamboom van te kweken. De zware takken zijn bezet met stevige en vrij dikke twijgen, met heel veel kortloten die ook de bloemen dragen. De schors van de boom is lichtbruin tot grijsbruin, afschilferend in dunne onregelmatige plaatjes, à la Platanus. De twijgen zijn donkergrijs tot grijzig bruin van kleur, met wit rond merg en bezet met ronde lenticellen. De winterknoppen zijn glanzend bruinrood, spits-eivormig en 10-12 mm lang met duidelijke knopschubben. Het blad is groot, breed eivormig tot haast rondachtig, 7-14 cm lang en 6-12 cm breed met een hartvormige bladvoet en een scherpe, spits uitlopende bladtop. De bladkleur is glanzend groen en kaal met aanvankelijk spaarzame zijdeachtige beharing, voornamelijk op de nerven en middenrib. De onderzijde is grijsgroen en dicht viltig behaard. Het blad bezit 8 tot 10 paar nerven en de bladrand is vrij grof en scherp gezaagd/ getand. De bloeiwijze vertoont haar schoonheid in mei na de bladontluiking, is eindstandig op de kortloten en bestaat uit aan lange stelen hangende ronde bloemhoofdjes met een diameter van ca. 2 cm; zeg maar een bolletje aan een lange steel. Dit bloemhoofdje is tweeslachtig en bestaat uit eenslachtige mannelijke bloempjes met talrijke lange meeldraden. De paarsrode helmknoppen op de meeldraden kleuren het bolletje diep rood; prachtig mooi!

Het bloemhoofdje bevat slechts één vrouwelijke bloem met een eivormig vruchtbeginsel, met een korte, dikke groene stijl en 6 tot 7 stempellobben. Deze vrouwelijke bloem wordt omgeven door abortieve meeldraden aan de top (dus zonder helmhokjes). Dit bloemhoofdje wordt omgeven door een, twee of drie hartvormige, grote witte schutbladeren met een lang toegespitste top en onregelmatig gezaagde bladranden, de ‘zakdoekjes’. Deze schutbladeren zijn helder wit, soms wat groenig doorlopen, 10-16 cm lang en 4-7 cm breed. Werkelijk schitterend, als de boom volhangt met deze grote witte ‘bloemen’ die fladderen in de wind. De vruchten zijn ovale tot eironde steenvruchten, ca. 3,5 cm lang en 3 cm breed, groen van kleur met overlangs smalle streepjes. De steenachtige harde pit in deze vrucht heeft diepe groeven met 3 tot 5 zaden erin. Aan de onderzijde, aan het einde van de bladsteel, zit een scharlakenrode dikke ring, gevormd door littekens van de afgevallen mannelijke bloempjes. Prachtig mooi, deze vrucht. Davidia involucrata var. vilmoriniana Deze species is als aparte soort beschreven in verband met de aanwezigheid van viltachtige beharing aan de onderzijde van de bladeren. Er is veelvuldig door grote dendrologen naar gekeken en eindeloos over gesproken. Vanaf de introductie, begin 1900, is deze discussie al gaande, dus wordt het een keer tijd voor een salomonsoor-

de var.-naam vilmoriniana. Deze boom bloeide in 1906 in het arboretum Les Barres in Nogent sur Vernisson, als eerste boom buiten de Chinese landsgrenzen. Davidia is in zijn natuurlijke verspreidingsgebied een grote, hoge boom, tot ca. 20 meter hoog. De boom neemt daardoor een dominante plaats in binnen de gemengde bossen van de Chinese provincies Sichuan en Hubei. In cultuur blijft de boom aanmerkelijk kleiner van postuur; ook hier geldt mijn 30% minder weer, dus 13-14 meter maximaal. De boom vormt doorgaans een mooie, doorgaande central leader met zware zijtakken

Davidia involucrata bloeiwijze.

www.boomzorg.nl

49


deel. De conclusies zijn onder andere dat de viltachtige beharing zeer variabel is, van kaal als een biljartbal tot behaard als een… (Censura Heinsii), zowel in het natuurlijke verspreidingsgebied als op verschillende locaties in cultuur. Zelfs exemplaren vanaf één moederboom vertonen grote onderlinge verschillen, dus geen consistente, morfologische kenmerken die zo maatgevend zijn bij de determinatie van verschillende species. Conclusie: geen bestaansrecht voor de species Davidia involucrata var. vilmoriniana als eigenstandig genus! Emmenopterys henryi Mijn stellige overtuiging is dat deze makker voor vrijwel 99,9 % van de lezers van dit feuilleton een volslagen onbekende is. Het is een zeer zeldzame boom in cultuur, en dan vrijwel uitsluitend te bewonderen in botanische tuinen. Zelfs in het natuurlijke verspreidingsgebied in China komt de boom nog zelden voor. Waarom dan zo’n zeldzame boom aan ons voorstellen? Nou, vrienden, omdat het een heel bijzondere en goed toepasbare boom is hier in Nederland, en in het kader van biodiversiteit is hij mooi voor de afwisseling tussen al die eiken, populieren en essen! Het geslacht Emmenopterys behoort zoals gezegd tot de orde van de Gentianales, en daarbinnen tot de familie van de Rubiaceae, vervolgens tot de onderfamilie Ixoroideae, en daaronder weer tot de stam of tribe Condamineeae. Alleen al om de plek in de systematische indeling van deze species is het een zeer interessante boom, vindt u niet? De familie Rubiaceae draagt de Nederlandse naam sterbladigenfamilie en kent ook hier een aantal zeer bekende species, zoals lievevrouwebedstro (Galium odoratum) en kleefkruid (Galium aparine). Andere bekende makkers zijn Chinona officinalis, die kinine levert tegen koorts en malaria, en de meest bekende en economisch gigantisch belangrijkste species, de koffieplant: Coffea species. De verschillende soorten zoals Coffea arabica, Coffea canephora en Coffea liberica zijn de leveranciers van het ‘zwarte goud’ dat overal ter wereld gedronken wordt en dat bijna iedereen dagelijks in meer of mindere mate tot zich neemt. Heerlijk! Het geslacht Emmenopterys is een monotypisch geslacht, wat wil zeggen dat het uit één soort bestaat. De boom is bij toeval ontdekt door bovengenoemde plantenjager Ernest Henry Wilson, die op

50

www.boomzorg.nl

Emmenopterys henryi

zoek was naar Davidia (zie boven) en de soortnaam zijn tweede doopnaam heeft gegeven. Hij vond de boom in het district Ichang in CentraalChina, op ca. 1600 m hoogte en beschreef de boom bij de introductie in Europa als ‘one of the most strikingly beautiful trees of Chinese forests’. De euforie bij botanici over deze prachtige boom verflauwde sterk toen bleek dat de boom slechts op oudere leeftijd gaat bloeien. Bij de bomen uit de eerste generatie zaden duurde dat meer dan 30 jaar. Godzijdank bloeiden de bomen uit de zaden die verzameld waren in 1996 tijdens de Quarryhill's expeditie naar Oost-Sechuan al na zes jaar. Deze bomen toonden een enorme groeikracht en gezondheid, vrijwel gelijk aan die in het natuurlijke verspreidingsgebied. Uitsluitend van deze bomen zijn de nakomelingen verspreid over Europa. Emmenopterys is een bladverliezende grote boom tot ca. 20 meter hoogte, op sommige plekken boven 30 meter, met een ronde kroon. De boom maakt in zijn verspreidingsgebied deel uit van de uitgestrekte gemengde loofhoutbossen aldaar. De boom vormt een sterke doorgaande stam met grijsbruine schors die gegroefd is. De bladeren zijn tegenoverstaand en veelal aan het eind van de twijgen bijeenstaand in toeven, zoals bij Rhododendron. Het blad is vrij dik en leerachtig, bruinig lichtgroen van kleur, variabel in grootte tot 20-25 cm lang en 10-12 cm breed, maar vaak ook veel kleiner en ovaal van vorm aan een roodachtige

korte bladsteel. Het blad is licht gevouwen met een gave en golvende bladrand. De bloemen staan in eindstandige ronde of kegelvormige trossen en zijn brede trechtervormige kelken, crèmewit van kleur, sterk geurend en 2-3 cm groot. Een van de kelkbladen is verder uitgegroeid, waardoor het meer op een schutblad lijkt. De boom is redelijk tot goed winterhard, vooral als deze in onze klimaat is opgekweekt, maar wel wat gevoelig voor late nachtvorsten, omdat het blad begin april al uitloopt à la Cercidiphyllum. Bij schade herstelt de boom zich wel heel snel, zodat er geen blijvende schade ontstaat. Firmiana simplex Het geslacht Firmiana behoort in genoemde systematische indeling van het Regnum vegetabile tot de orde van de Malvales en de familie van de Sterculiaceae, een gigafamilie met meer dan 70 soorten en meer dan 1500 species. De bekendste makkers in deze familie zijn weliswaar niet de bomen zelf, maar de producten ervan, te weten Theobroma cacao, de leverancier van chocolade en cacao en Cola acuminata, de leverancier van colanoten, de basis voor dat heerlijke bruinzwarte frisdrankje. Het geslacht Firmiana draagt de Nederlandse naam Chinese parasolboom en dat geldt voor een aantal soorten die parasolachtige kronen vormen. Er zijn 16 soorten binnen het geslacht, met grote onderlinge verschillen en grootten. Er zijn


Firmiana bloeiende boom.

Firmiana simplex stamschors jonge boom.

ook tig varianten in bladvorm, kleur en bloemgrootte. Van de 16 verschillende soorten komen er 15 van nature voor in het Verre Oosten en één soort komt van nature voor in Noord-Amerika. Firmiana simplex is een van de boomvormers binnen het geslacht, is afkomstig uit China en in Japan in 1757 in cultuur gebracht. De soortnaam ‘simplex’ betekent ‘enkelvoudig’

en verwijst naar het weliswaar handvormige, maar enkelvoudige blad van deze species. De boom groeit uit tot een grote boom, 16-17 meter hoog, in cultuur tot ca. 12 meter, met een rechte en doorgaande stam. Het bijzondere aan de stam is dat de bast heel glad is en lichtgroen van kleur, met geelgroene verticale bastscheuren. Deze gladde en zeer opvallende stam vormt pas op latere leeftijd (50-60 jaar) lichtgroenbruine schors. De boom draagt enorm grote, verspreid staande bladeren, handvormig gelobd met drie tot vijf lobben tot wel 35 cm breed en 40 cm in lengte. Deze bladeren geven de boom een tropische uitstraling. De bladkleur is fris middengroen, met lichtere handvormige nerven aan een lange steel die aan de bladvoet rode tinten vertoont. De herfstkleur is prachtig lichtgeel. Het gedroogde blad werd met name door de indianen ook gebruikt als pijptabak en tot sigaren gerold. En dan de bloeiwijze, de grootste op het noordelijk halfrond. De bloeiwijze is eindstandig aan de takken en bestaat uit heel grote bloemtuilen met honderden bloempjes, lichtgeelwit van kleur. De bloemtuilen kunnen wel 35-50 cm lang en 25-35 cm breed worden, en de bloeiwijze verschijnt in juli-augustus; schitterend mooi! Als u in deze bloeiperiode in Parijs bent, moet u echt naar het Parc d’Auteuil om daar een enorm grote makker te zien bloeien, geplant in 1805 en met een stamomtrek van ruim 5 meter. Het Parc d’Auteuil is in 1761 gesticht als een botanische tuin en nu onderdeel van de Jardin Botanique de la Ville de

Paris. Een fantastisch park, met heel grote serres met meer dan 100.000 verschillende planten en buiten een gigacollectie van de meest bijzondere bomen en struiken. Wilt u niet zo ver weg, bekijk dan de exemplaren in Hilversum; daar staan er drie aangeplant op de Jan van der Heijdenstraat in het middenplantsoen; schitterende bomen. De vrucht is een zogenaamde folliculus, een kegelachtige balg of kokervrucht, 4-6 cm groot, en bestaat uit een leerachtig omhulsel dat meerdere zaden bevat. De zaden zijn pindavormig, in aanvang groen en later bruinzwart met een bladachtige vruchtvleugel voor de verspreiding. Firmiana is een boom uit klimaatzone 8; in een van de vorige delen met mediterrane bomen heb ik dat fenomeen al eens aan u uitgelegd. De boom is in zijn jeugdfase hier in Nederland wat vorstgevoelig, maar niet zodanig dat de gehele boom bevriest en al helemaal niet als deze species van jongs af aan hier opgekweekt is. De boom is ook prima toepasbaar als straat- en laanboom in de bredere profielen en op brede middenstroken bij gescheiden rijbanen. Dus, dames en heren boomkwekers, opplanten deze schitterende boom, die weinig eisen stelt aan de bodem en eigenlijk overal goed en krachtig groeit en bloeit. Sassefras albidum Binnen de systematische indeling van het Regnum vegetabile behoort het geslacht Sassefras tot de orde van de Laurales en de familie van de Lauraceae. De geslachtsnaam Sassefras betekent ‘steenbreker’, het Latijnse saxum betekent ‘steen’ of ‘rots’ en fragere is ‘breken’. Deze naam heeft niets te maken met de steenbreekfamilie, de Saxifraceae, maar met het feit dat een aftreksel van de bast en het blad van deze boom onder andere blaasen nierstenen zou vergruizen. Ook kan het worden gebruikt tegen reumatiek, huidaandoeningen en darmstoornissen, vandaar de synoniemnaam Sassefras officinale. Sassefras is een klein geslacht met maar vier soorten: één soort in China, één soort op Taiwan, één soort in Patagonië – de punt van Zuid-Amerika – en één is de Noord-Amerikaanse hoofdpersoon, Sassefras albidum. Er bestaat ook nog een var. van deze makker: de var. molle, wat ‘zacht’ betekent in verband met de beharing op de jonge twijgen en knoppen. Deze makker komt van nature voor in de Atlantische staten van Noord-Amerika en in Midden-Amerika, van Ontario (Canada) tot Florida en in Kansas en Oklahoma.

www.boomzorg.nl

51


Sassefras albidum

Het is een grote, bladverliezende opgaande boom tot ca. 20 meter hoog met een ronde open kroon met afstaande hoofdtakken en wat afhangende zijtakken en twijgen. In verwilderde status en als pioniersvegetatie is de boom vaak meerstammig en struikachtig. Vaak staan de bomen in grote groepen van eigen wortelopslag. De stamschors is in de jeugdfase glad en bruingrijs van kleur. Bij oudere bomen wordt de schors prachtig mooi diep netvormig gegroefd en donkergrijs. Deze schitterende schors kruipt ook over de zware gesteltakken: een beauty. De jonge twijgen zijn aanvankelijk behaard, later kaal en glanzend groen van kleur. De oudere twijgen worden roodbruin met ronde, sterk opliggende lenticellen. Bij het breken van de tak en het kneuzen van het blad komt een sterk aromatische geur vrij die lijkt op citroen. De knoppen zijn groen met een bruin randje langs de knopschubben, die behaard zijn. De knoppen zijn eivormig toegespitst en de eindknop is veel groter dan de zijknoppen. De bladeren staan verspreid en zijn zeer variabel van vorm, meestal eivormig tot ovaal langwerpig en ongelobd, of met één, twee of drie grote gaafrandige lobben, 8-15 cm lang en 5-11 cm breed met een wigvormige bladvoet met een rood aangelopen bladsteel van 3-5 cm. Het bladoppervlak is glanzend diepgroen en kaal en de onderzijde is blauwig groen, zacht donzig en

52

www.boomzorg.nl

Sassefras variabel blad in herfstkleuren.

blijvend behaard. De boom bezit een schitterend mooie oranje tot scharlakenrode herfstkleur en maakt daarom ook deel uit van de beroemde ‘Indian Summer’. het herfstspektakel van de gemengde loofhoutbossen in dat deel van de wereld. De bloeiwijze is vóór de bladontluiking in april/ mei. De boom is meestal tweehuizig, dus met eenslachtige bloemen (weet u het nog?), maar er zijn ook eenhuizige bomen. De bloeiwijze bestaat uit bloempjes aan zijstandige trosjes van ca. 5 cm aan de voet van de jonge scheuten uit bladloze okselknoppen. De bloemkroon ontbreekt, het is een vijfdelig groengeel bloemblaadje met bloemkelkjes van 1 cm lang en breed met zes langwerpige lobben. De mannelijke bloemen bezitten tien meeldraden in kransen van drie, en de vrouwelijke bloemen hebben een eivormig vruchtbeginsel met een lange dunne stamperstijl en zes verschrompelde en niet-functionerende meeldraden. De vruchten staan op rode vruchtstelen. Het zijn steenvruchten van 10 tot 15 mm groot, ovaal tot eivormig en donkerblauw van kleur. Het vruchtvlees is inwendig rood met een harde steenkern van 8-10 mm. Sassefras albidum var. molle Een natuurlijke variëteit uit het meer noordelijk gelegen deel van het verspreidingsgebied, maar

komt eigenlijk in het gehele verspreidingsgebied voor. De boom is slechts beperkt afwijkend van de soort door een wat zwaardere beharing op de jonge twijgen, de knoppen en de bladeren. De bladonderzijde is meer blauw dan de soort, wat door de beharing wordt veroorzaakt. Het is de vraag of deze scheiding in species wel terecht is. Uw schrijver vindt van niet, vergelijkbaar met hetzelfde gedoe zoals beschreven bij Davidia. Sassefras is een heel moeilijk te kweken boom en daarom zéér beperkt in cultuur in Europa. De boom is helaas vaak alleen te bewonderen in botanische tuinen en bij echte ‘boomgekken’, die deze boom dan toch willen bezitten. Ondergetekende is er daar een van. Ik heb de boom in de tuin en geniet er elk seizoen van. Nu de bloemetjes, prachtig fragiel, mooi en bijzonder. Mijn exemplaar heb ik jaren geleden gekregen van mijn goede vriend en groot dendroloog professor Mart van den Oever, die er zowaar drie of vier georganiseerd had. Een ervan staat naast de entree van het kantoor van zijn eigen boomkwekerij en de andere exemplaren heeft hij aan een paar vakidioten geschonken. Mijn ‘beumpke’ is inmiddels ruim vijf meter hoog, met zes kransvormige etages met grote internodiën, waardoor het eenvoudig is om de boom aan te binden.


Stewarti blad in de herfst.

Het grootste exemplaar in Nederland staat in het Cantonspark in Baarn. De boom heeft een stamomtrek van ruim twee meter en is ongeveer 20 meter hoog. Hij is bij de aanleg van het park in 1905 aangeplant. Een bekende groep makkers staat langs het Twentekaal in Overijssel, bij het plaatsje Almen. Bij de verbreding van dat kanaal kwam de bomengroep Sassefras in gevaar. Een groep botanici en dendrologen heeft voor elkaar gekregen dat ter plaatse het kanaal smaller aangelegd is. Hulde voor deze strijders! What the hell, ik doe er nog één ter afsluiting, met de complimenten van opperhoofd Hein, de hoofdredacteur van dit blad. Een species die bekender is (hoop ik) onder vakgenoten en die op verschillende boomkwekerijen in Nederland en Europa redelijk goed te vinden is:

Stewarti pseudocamellia stamschors.

Stewartia pseudocamillia Binnen de systematische indeling van het Regnum vegetabile behoort het geslacht Stewartia tot de orde van de Ericales en daarbinnen tot de familie van de Theaceae. Het bekendste geslacht binnen de familie, en dus een neefje van Stewartia, is het geslacht Camellia, bij ons bekend als schitterend rood, roze of wit bloeiende, wintergroene sierheester, maar over de hele wereld bekendstaand als leve-

rancier van de blaadjes van de Camellia sinensis en andere soorten van dit grote geslacht, waar thee van gemaakt wordt. Wees eens eerlijk: wie van u, geachte lezers, wist dat? Stewartia is een geslacht met zo’n 28 soorten, wiens natuurlijke verspreidingsgebied zich grotendeels (meer dan 20 soorten) in Azië bevindt; slechts twee soorten komen van nature in NoordAmerika voor. De meeste makkers zijn bladverliezend, maar ook zijn er wintergroene exemplaren te bewonderen binnen het geslacht. De Aziaten zijn struiken, meerstammigen en ook hoge bomen tot wel 20 meter hoog in hun eigen gebied; de Amerikanen zijn grote struiken tot kleine boompjes, tot een meter of 6 hoog. Het geslacht heeft zijn naam gekregen van de Grote Meester himself. Linnaeus eerde hiermee in 1753 John Stuart, de graaf van Brute, voor zijn verdiensten voor de botanie. Hij schreef onder andere Botanical Tables Containing the Families of British Plants in 1785, en hij was de eerste Schotse minister-president van Groot-Brittannië (1762-1763). Ironisch genoeg schreef de Meester de naam van de goede man verkeerd: ‘Stewart’ in plaats van ‘Stuart’, en bleef dit consequent doen in zijn andere geschriften. En ja, de eerste naamregistratie geldt, ook als er een schrijffout in zit. Stewartia pseudocamellia komt van oorsprong uit Japan en Korea en wordt een grote boom tot ca. 18 meter hoog, met uitzonderingen tot 21 meter. In cultuur hier is hij iets kleiner, tot ca. 15 meter. Er zijn twee verschillende variëteiten van de boom die onderling minimaal verschillen, de var. japonica en de var. koreana, naar het land van herkomst. De boom is in 1874 geïntroduceerd in Europa en is volstrekt winterhard. Jonge bomen hebben een piramidale kroonvorm met opgaande takken, later meer afgerond tot een ovale kroonvorm. Het zijn beide fantastisch mooie bomen met een doorgaande stam, gesteltakken en overige zigzag groeiende takken in de kroon. De stam en dikke takken zijn bezet met een prachtige gladde, zilvergrijze stamschors met een fraaie textuur, die, naarmate de boom ouder wordt, meer en meer schitterende patronen vormt van onregelmatig gevormde en dunne schorsplaten die ook nog eens fraai afbladderen, waardoor de bruine, roodbruin met grijze, beige, oker en oranje gevlekte stam ontstaat. Prachtig mooi en alleen al daarom het aanplanten meer dan waard. Deze stamschors lijkt ook wat op die van Lagestroemia; ook zo’n geweldig mooie boom.

www.boomzorg.nl

53


ik krijg toch al geweldig gedonder met opperhoofd Hein over dit deel van het feuilleton. Maar het is beter achteraf om vergeving te vragen dan vooraf om toestemming, toch?’ Geniet van de zomer en doe goede dingen op het gebied van sortiment. U blij, de omgeving blij, de burger blij, de klant blij, ik blij. Wat kan een mens botanisch gezien nog meer wensen? Groet van

Stewartia pseudocamellia blad en bloemknoppen.

wasachtig aanvoelen. De boom bloeit overdadig en het is dus lang genieten van deze prachtige sierboom. De vruchten van deze beauty zijn houtige doosvruchten van ongeveer 2 cm groot. Bij rijping springt de vrucht aan de bovenzijde open en zijn vijf segmenten zichtbaar met elk een zwart zaadje. Vermeerdering gaat bij deze species opmerkelijk eenvoudig, door zaad, maar ook zeker door stekken om eenvormige bomen te verkrijgen. Het is echt een geweldige boom die werkelijk elk seizoen zijn charmes kent: een prachtige schors in de winter, een schitterende herfstkleur, een prachtig bladerdek in de zomer en een ontzettend mooie en lange bloeiperiode van overweldigend mooie bloemen. Stewartia bloem.

De twijgen van Stewartia zijn kaal en donkerder gekleurd dan de takken. De schitterende bladeren staan verspreid aan de boom, zijn ovaal tot omgekeerd eirond van vorm, tot 12 cm lang, 2-5 cm breed en schitterend donkergroen van kleur. Bij uitlopen is het blad behaard en de bladrand is zeer fijn gezaagd. Naast al die fraaie uiterlijke kenmerken bezit de boom een fantastische herfstverkleuring van geeloranje via rood en paars naar diep scharlakenrood. Een adembenemende verkleuring. In de bladoksels verschijnen in junijuli, afhankelijk van de weersomstandigheden, de alleenstaande, grote witte bloemen (tot 5-6 cm doorsnede) met grote bundels gele meeldraden. De bloem heeft vijf kroonbladeren, die dik en wat

54

www.boomzorg.nl

Er is een aantal CV’s van deze schitterende boom, maar deze zijn helemaal niet of nauwelijks in cultuur. Deze bomen staan in arboreta en privécollecties van liefhebbers en zijn helaas nog niet in de handel. Meer vraag geeft een groter aanbod, ook van CV’s… Gebruiken, die boom! In de openbare ruimte, in de tuin, op een dak, overal zal deze boom zijn schoonheid tonen. En kwekers, neem deze boom in het sortiment op, maak de wereld bekend dat je deze beauty kan leveren! ‘Zo, vrienden, nu snel naar de kant roeien, want

DGA Mauritz adviseurs & Taxateurs BV

Bas van der Velden Bedankt voor de wereldreis in 7 pagina’s.

Jules Sondeijker Exoten of neofyt: ik krijg het warm na het lezen van de geweldige stukjes van J.P. Exotisch of erotisch, hier is sprake van erotisch kapitaal.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4542


Mammoetklus voor een mammoetboom Met vijzelmethode is verplaatsen van Sequoiadendron fluitje van een cent Het is nog wat heiig als ik op 13 maart in Driebergen aankom. Boomspecialist Copijn heeft de complete Nederlandse pers opgetrommeld met de belofte van een unieke klus. Op het terrein van de toekomstige woonwijk ‘De Lange Dreef’ zullen twee bomen worden verplant op een manier die nog nooit zou zijn toegepast in Nederland. Dat wil zeggen: niet voor bomen. De vijzelmethode waarover het gaat, is wel bekend van het verplaatsen van bruggen, viaducten en andere grote objecten, maar niet eerder gebruikt voor bomen. Auteur: Hein van Iersel De vijzelmethode is in zoverre anders dan de veel vaker gebruikte versleeptechniek, dat de pallet die om de boom is gemaakt, niet gesleept wordt – met alle mogelijke gevolgen van dien voor de stabiliteit van de kluit en dus hergroei van de boom – maar opgevijzeld wordt en vervolgens over twee grote rails naar de eindlocatie wordt geduwd. Ook hier wordt gebruikgemaakt van zware vijzels. De methode is door de toegepaste techniek duurder, maar heeft dus ook duidelijk voordelen. Wel blijft de beperking dat je bomen hiermee alleen over korte rechte afstanden kunt verplaatsen. De technische partners in deze klus zijn naast Copijn allereerst het bedrijf De Boer-Spanlift. Dit bedrijf heeft veel ervaring in het verplaatsen van grote objecten met deze vijzelmethode. Het grote voordeel van de gekozen aanpak is dat de bomen, en dan vooral de kluit, niet gedurende een lange periode voorbereid hoeven te worden. Het formaat van de pallet zou ervoor moeten zorgen dat de boom gewoon door blijft groeien.

De eerste boom die aan de beurt is, is een mammoetboom, Sequoiadendron giganteum, die volgens projectleider Willem Koot inclusief pallet toch gauw zo’n 150 ton zou wegen. Voor de mammoetboom gaat het dan om een kluit met een formaat van acht bij acht meter. Voorbereidingen Dat wil niet zeggen dat er helemaal niets gedaan is aan voorbereiding. Beide bomen, de mammoetboom en de watercipres Metasequoia glyptostroboides, zijn april vorig jaar gesnoeid met het oog op een goede kroonstructuur. Verder is er veel tijd en vooral ook inventiviteit gestoken in de vloer van de pallet onder de boom. De meest gebruikte methode is om met ribben versterkte stalen platen onder de boom door te persen. Volgens projectleider Willem Koot lukte dat in dit geval niet, omdat de zanderige grond eenvoudig te hard en te ondoordringbaar was. Daarom is ervoor gekozen om per boom 24 stalen buizen onder de kluit van de boom te boren en te persen. De techniek hiervoor is ‘geleend’ van Strukton. Dit gaat als volgt. Een holle stalen

buis wordt onder de kluit geperst. Tegelijk zorgt, binnen in de buis, een boor met ongeveer de diameter van de buis dat het overtollige zand wordt afgevoerd. Zo wordt er plaats gemaakt voor de buis onder de kluit. Als alle buizen onder de kluit zijn geperst, worden deze verbonden met de rest van de pallet, zodat de kluit helemaal gefixeerd is. De uiteindelijke klus is volgens Willem Koot niet veel moeilijker dan een walk in the park. Koot trekt tevreden aan zijn shaggie als hij aangeeft dat de uiteindelijke klus door een goede voorbereiding een fluitje van een cent is.

www.boomzorg.nl

55


Boomsoort Mammoetboom Watercipres Sequoiadendron giganteum Metasequoia glyptostroboides Stamdiameter 138 cm 103 cm Kroondiameter 13 meter 10 meter Boomhoogte 16 meter 14 meter Leeftijd boom Ca. 70 jaar Ca. 70 jaar Soort Conifeer Conifeer Gewicht kluit 100 ton 100 ton Totaal gewicht 150 ton 150 ton (boom + kluit + frame)

Er is goed te zien hoe de buizen onder de kluit geperst zijn en de complete kluit als het ware onder de bok hangt.

Een inwendige boor in de buispalen voert overtollig zand af en zorgt dat de buizen onder de kluit gedrukt kunnen worden.

56

www.boomzorg.nl

Twee van deze vijzels met een uitslag van 1,50 meter drukken de boom naar zijn uiteindelijke locatie.

Projectleider Willem Koot drukt een handje mee.


Het stellen van de rails waarover de boom verplaatst wordt.

Rail wordt met siliconenvet ingesmeerd, zodat het object beter schuift.

Het stellen van de rails waarover de boom verplaatst wordt.

Jules Sondeijker Dit zouden we vaker moeten doen. Ondanks de bezuinigingen toch gaan verplanten! Goed projectmanagement is hier van belang.

Hijsmeester van De Boer.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4543

www.boomzorg.nl

57


Krijgt de iep er een vijand bij? Iepenzigzagbladwesp: een nieuwe exoot in Nederland In 2003 werd de iepenzigzagbladwesp, die oorspronkelijk uit Japan komt, voor het eerst aangetroffen in Polen en Hongarije. Zijn verspreidingsareaal in Centraal-Europa is sindsdien sterk uitgebreid. De larven van dit insect leven van de bladeren van iepen, waarop ze zich zo massaal kunnen ontwikkelen dat ze een bedreiging vormen voor de iep. In augustus 2013 ontdekte bioloog Dik Vonk deze soort voor het eerst ook in ons land. Deze vondst werd pas recent herkend en door EIS-Nederland openbaar gemaakt. Auteurs: Ad Mol en Dik Vonk

58

www.boomzorg.nl


De iepenzigzagbladwesp (Aproceros leucopoda) heeft alle kenmerken van een invasieve nieuwkomer. De soort plant zich snel voort, kan onbedoeld door de mens over grote afstanden worden verplaatst en heeft nog vrijwel geen natuurlijke vijanden in Europa. Belangrijk is dat alle individuen vrouwtjes zijn die zich ongeslachtelijk voortplanten. Elk uitgekomen vrouwtje kan meteen levensvatbare eieren leggen en na verplaatsing kan elk vrouwtje een nieuwe populatie vormen. Bovendien duurt de voortplantingscyclus van ei tot volwassen vrouwtje in de zomer slechts één maand. Daardoor zijn vier of meer opeenvolgende generaties per jaar mogelijk. De European and Mediterranean Plant Protection Organisation (EPPO) heeft de zigzagbladwesp in 2011 op de zogenaamde alert-lijst geplaatst en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft deze soort in 2012 als mogelijk risico voor ons land benoemd. Medewerkers van het Senckenberg Deutsches Entomologisches Institut (SDEI), die de verspreiding in Duitsland op de voet volgen, hebben berekend dat de natuurlijke migratiesnelheid van deze bladwesp enkele tientallen kilometers per jaar kan bedragen. Migratie kan echter worden versneld door bewust of onbewust transport van iepen of zelfs van losse takken of bladeren van deze bomen. Dat is onder andere mogelijk doordat de larven zich in een stevige cocon verpoppen aan de onderzijde van iepenbladeren. Vermoedelijk is de soort op deze wijze vanuit zijn natuurlijke verspreidingsgebied in Japan ook in Europa terecht gekomen.

Jonge larven van de iepenzigzagbladwesp veroorzaken dit kenmerkende vraatpatroon uitsluitend op iep (foto: Dik Vonk)

Herkenning De aanwezigheid van de iepenzigzagbladwesp is het best te herkennen aan het kenmerkende vraatpatroon aan iepenbladeren dat veroorzaakt wordt door jonge, tot circa een halve centimeter grote larven. Vrouwtjes leggen hun eieren op de rand van de bladeren, waarna de uitgekomen larven zich zigzaggend een weg vreten in de richting van de hoofdnerf. Er zijn in Europa geen andere insecten bekend die een dergelijk vraatpatroon op iep veroorzaken. Voor zover bekend maakt de bladwesp geen onderscheid in soorten iep; zowel inlandse soorten, hybriden, cultuurvariëteiten als aangeplante exoten worden aangetast. Oudere larven, die maximaal zo’n tien millimeter lang worden, stappen echter af van het zigzagpatroon en eten grotere stukken blad, tot bij massaal optreden alleen de hoofdnerven van de bladeren overblijven. Volwassen zigzagbladwes-

www.boomzorg.nl

59


60

www.boomzorg.nl


pen zijn zes millimeter lange zwarte insecten met witte pootjes, die zich onopvallend gedragen en relatief weinig worden waargenomen. Nederland Op 29 augustus afgelopen jaar vond Dik Vonk iepenbladeren met het kenmerkende vraatpatroon in Noordwest-Overijssel. Medewerkers van het SDEI hebben bevestigd dat het inderdaad gaat om de iepenzigzagbladwesp. Omdat de vondst pas in januari 2014 werd herkend aan de hand van de gemaakte foto’s, zijn er dus nog geen volwassen wespen in Nederland waargenomen. Een vervolgonderzoek hiernaar zal in 2014 worden ingesteld. Het is onbekend hoe de dieren in Noordwest-Overijssel terecht zijn gekomen. Volgens medewerkers van het SDEI is de meest nabije waarneming van de bladwesp in Duitsland gedaan in 2013 in de deelstaat Sachsen-Anhalt op zo’n 450 kilometer van de Nederlandse vind‘EIS Kenniscentrum Insecten’ zet zich in voor een toename van de kennis over insecten en andere ongewervelden. Een belangrijk middel hierbij is het beschikbaar maken van kennis over de verspreiding van, de ecologie van en beheer voor ongewervelden. Naast een bureau dat veel projectwerk uitvoert, is EIS een platform voor bijna zestig werkgroepen, elk gericht op een specifieke diergroep. De verspreidingsgegevens en kennis over ecologie worden vaak ingezet ten behoeve van andere organisaties. Er worden opdrachten uitgevoerd voor natuurbeschermingsorganisaties, de landelijke overheid, semioverheid, provincies, gemeenten en adviesbureaus. EIS geeft twee tijdschriften (Nederlandse Faunistische Mededelingen, Entomologische Tabellen) en een boekenserie uit (Natuur van Nederland [voorheen Nederlandse Fauna]). Samen met Naturalis wordt het Soortenregister (www. nederlandsesoorten.nl) beheerd, de burgerlijke stand van de Nederlandse biodiversiteit. EIS verzamelt, beheert en analyseert de landelijke verspreidingsgegevens van insecten en andere ongewervelden in unieke datasets. De auteurs Ad Mol en Dik Vonk willen graag de ontwikkelingen van de iepenzigzagbladwesp in Nederland volgen en roepen iedereen op om gegevens over de iepenzigbladwesp te melden op Waarneming.nl, Telmee.nl of bij EIS-Nederland. Het gaat niet alleen om nieuwe vondsten, maar ook eerdere waarnemingen, liefst met foto, zijn van harte welkom.

plaats. Deze afstand is te groot om in korte tijd via natuurlijke migratie te worden overbrugd, maar onopzettelijk transport is uiteraard mogelijk. Overigens is de vindplaats in Overijssel niet de enige vondst in West-Europa. Zeer recent werd bekend dat de iepenzigzagbladwesp in 2013 ook in België is gevonden, op twee plaatsen in de omgeving van Brussel. Een van beide vindplaatsen betrof het spoorwegemplacement in Ukkel, hetgeen de hypothese van verplaatsing door menselijk transport ondersteunt.

'Het is nog onbekend hoe wijdverspreid de iepenzigzagbladwesp in ons land is en of het zal komen tot alarmerende aantastingen van onze iepen' Tot slot Het is nog onbekend hoe wijdverspreid de iepenzigzagbladwesp in ons land is en of het zal komen tot alarmerende aantastingen van onze iepen. Stadsecoloog Dik Vonk wijst op de schadelijke gevolgen van kaalvraat waardoor iepen gevoeliger voor de iepziekte kunnen worden. ‘Sommigen benadrukken het ontbreken van specifieke parasieten van de bladwesp. Zelf leg ik er de nadruk op dat waarschijnlijk in een groene omgeving insectenetende vogels en roofinsecten, zoals wantsen, zullen voorkomen dat de iepenzigzagbladwesp een grote plaag wordt. Ofwel, soortenrijke beplantingen met een kruidlaag en veel soorten insecten hebben een natuurlijke weerstand tegen plagen. Alleen in stenige situaties in steden zou kaalvraat kunnen gebeuren.’ Wel lijkt inmiddels duidelijk dat in de oudste en zwaarst getroffen gebieden in Centraal-Europa de dichtheid geleidelijk weer iets afneemt. Het lijkt niet waarschijnlijk dat de soort nog uit Europa zal verdwijnen, maar mogelijk zullen de populaties zich op termijn op een minder schadelijk niveau stabiliseren. Zover is het in Nederland echter nog niet.

Dik Vonk

Auteurs: Ad Mol is coördinator EIS-werkgroep bladwespen en Dik Vonk is stadsecoloog Haarlem. Dit artikel is ook gepubliceerd op www.natuurbericht.nl.

Jules Sondeijker In de bomenwereld moet je minimaal één ziekte hebben, dan wordt je weer serieus genomen… Natuurlijke diversiteit geeft natuurlijke weerstand.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boom-in-business.nl/artikel.asp?id=23-4517

www.boomzorg.nl

61


Johannesburg: ’s werelds grootste, door mensen geschapen bos Uitzonderlijk veel stadsbomen op een plek waar bomen oorspronkelijk niet voorkwamen Sommige mensen beweren dat Johannesburg in Zuid-Afrika de meest ‘groene’ stad ter wereld is. Anderen trekken deze stelling in twijfel. Vast staat in ieder geval dat de stad sinds zijn oprichting eind negentiende eeuw zeer veel bomen heeft geplant, terwijl de plek qua inheemse vegetatie van oorsprong geen boombeplanting kent. Hoe zijn deze stadsbomen er gekomen en hoe gaat de stad nu met deze bomen om? Auteur: Guy Oldenkotte Met zo’n 10 miljoen inwoners en een omvang van bijna 1700 vierkante kilometers, behoort Johannesburg tot een van de grootste steden op het Afrikaanse continent. De stad is de economische hoofdstad van Zuid-Afrika en is een smeltkroes van culturen en nationaliteiten. Qua stedenbouwkundig patroon valt Johannesburg te vergelijken met de meeste westerse steden; een centrum met veel hoogbouw en omgeven door ringwegen die leiden naar de meeste buitenwijken en voorsteden. Het punt waarop Johannesburg echter afwijkt van westerse steden, is de aanwezigheid van krottenwijken en voormalige townships, hoewel het gemeentebestuur hard werkt om ook die te vervangen door sociale woningbouw. Savanne Dankzij een wet die bebouwing van heuveltoppen verbiedt, is Johannesburg vanuit de lucht gezien bijzonder groen. Maar ook in de vele tuinen, parken en langs wegen staan tegenwoordig bijzonder veel bomen. De Parken en Plantsoenendienst van de gemeente Johannesburg schat dat zo’n anderhalf miljoen bomen zijn geplant langs de wegen, terwijl bijna

62

www.boomzorg.nl

vijf miljoen bomen bij particulieren in de tuin staan. Die begroeiing is echter niet op natuurlijke wijze tot stand gekomen. Voordat de vondst van goud aan het einde van de 19e eeuw leidde tot de stichting van Johannesburg, was gras het enige dat echt wilde groeien in het gebied. ‘Johannesburg is gesitueerd in het ‘bush-veld’ gebied; een savanneachtige omgeving waar gras domineerde,’ zegt Walter Barker van de Boom Society van Zuidelijk Afrika. ‘Bomen kwamen hier voorheen nauwelijks voor, omdat de jaarlijkse veldvuren als gevolg van blikseminslag voorkwamen dat bomen echt konden groeien.’ Aanplant-rush De vondst van goud bracht hier echter verandering in. ‘De mijnindustrie die daarmee op gang kwam, had grote behoefte aan bomen voor onder meer houtlevering voor het stutten van de mijnschachten en het stoken van de vuren voor de machines, verwarmingen en keukens,’ vevrolgt Barker. ‘De wijk die tegenwoordig Saxonworld heet, was destijds een plantage voor bomen en heette oorspronkelijk Sachsenwald, vernoemd naar de bosrijke omgeving in Duitsland. Na de Eerste Wereldoorlog werd die

naam veranderd naar Saxonworld.’ Behalve de industrie deed ook de welvaart van de stad de vraag naar bomen toenemen. ‘Mensen woonden in huizen met tuinen die aanzienlijk groter waren dan in Europa destijds. Veel tuinen werden verfraaid met bomen, maar er werden ook veel fruitbomen geplant om zo in de eigen behoeften te kunnen voorzien. Bomen boden natuurlijk ook de ultieme beschutting en verkoeling tegen de priemende zon en de hoge zomertemperaturen waartegen de eerste Europeanen die naar ZuidAfrika kwamen niet echt bestand waren.’ Vandaag de dag telt de stad meer dan 11 miljoen bomen met een ruime variatie aan soorten. ‘In Johannesburg vind je meer verschillende boomsoorten dan in heel Europa tezamen,’ stelt Barker. ‘De stad mag zich dan ook met recht het grootste door mensen geschapen bos noemen.’ Beplanting met nut De beplanting verraadt nog veel van de historie en groei van de stad. ‘Joubert Park ligt direct naast het oudste en belangrijkste station van Johannesburg. Hier kwamen vroeger veel mensen met paard en wagen om mensen of goederen op te halen of weg te brengen. Er waren daarom


veel paardenstallen in de directe omgeving en om de vliegen weg te houden plantte men destijds de zogenaamde peperbomen, die je vandaag de dag nog kunt zien in Joubert Park,’ zegt Alan Buff van de Plantsoenendienst van Johannesburg. ‘Toen de stad eenmaal begon te groeien en er wegen en lanen werden aangelegd, verkoos

men exoten boven lokale bomen, omdat veel lokale boomsoorten doorns en stekels hebben die de banden van auto’s konden beschadigen of voetgangers konden verwonden,’ aldus Buff. ‘Daarnaast boden bomen een uitstekende oplossing tegen het stof waarover met name de rijken klaagden die in Doornfontein woonden. Door

Zeker in de binnenstad spelen parken een belangrijke rol in de ontspanning.

Vanuit de lucht is goed te zien hoe groen Johannesburg is.

het lagergelegen Hillbrow-dal te beplanten, werd verstuiving tegengegaan, waardoor zij optimaal konden genieten van het prachtige uitzicht dat zij hadden.’ Groen als scheiding tussen ‘arm’ en ‘rijk’ Ironisch genoeg zijn het juist de bomen die, bijna twintig jaar na de afschaffing van Apartheid, nog altijd bijdragen aan de tastbare scheiding tussen ‘zwart’ en ‘blank’ ofwel ‘arm’ en ‘rijk’. Waar de beter gestelden tegenwoordig leven in een weelde van groen in een van de vele buitenwijken, zijn het met name de voormalige townships en krottenwijken waar bomen pas onlangs hun intrede hebben gedaan. ‘Het was aanvankelijk niet de bedoeling dat mensen lang in de township zouden blijven wonen, omdat ze geacht werden terug te keren naar hun dorpen zodra hun contract beëindigd was,’ zegt Buff. ‘Aanleg van parken en het verbeteren van de leefomgeving werd daarom tijdens de Apartheid niet overwogen.’ Sinds 2006 probeert de gemeente hier verandering in te brengen. In de aanloop naar het WK-voetbal in 2010 werden ruim 200.000 bomen geplant in deze wijken. ‘Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Trottoirs zijn niet of nauwelijks aanwezig in de voormalige townships en zijn vaak niet breed genoeg voor het planten van bomen. Bovendien liggen veel voorzieningen, zoals riolen en de waterleiding, vlak onder het maaiveld, waardoor de wortels van de bomen voor problemen zorgen.’ Veel van de nieuwe bomen werden daarom geplant in diverse parken die verspreid over Soweto werden aangelegd. Problemen Veel van de bomen die aanvankelijk werden geplant, werden geïmporteerd vanuit Europa en Zuid-Amerika. Begin vorige eeuw voorzag mijnhandelaar Lionel Phillips de problemen die dit uiteindelijk met zich zou meebrengen. ‘Vanwege het klimaat leven bomen hier korter dan in Europa,’ legt Walter Barker uit. ‘In de afgelopen paar jaar zijn er al verschillende eiken omgevallen die nog geen honderd jaar oud waren. Dat is een zorgelijke ontwikkeling.’ Ook zijn bomen tegenwoordig steeds vaker een belemmering bij de groei van de stad. Nu wegen verbreed moeten worden om ruimte te bieden aan het groeiend aantal voertuigen en kleine parken worden opgedoekt ten behoeve van woningbouw, komt de bevolking steeds vaker in opstand tegen het kappen van bomen. ‘De oude tuinen van weleer komen steeds meer in de verdrukking. De huidige

www.boomzorg.nl

63


BOOMONDERZOEK

HAMER / PRIKSTOKKEN

Boomonderzoek

RESI PD

PENETROGRAAF

VTA

ZUURSTOFMETER TELEDYNE

Bodemonderzoek

Zuurstofmeter

Hamer

Geluidshamer

Grondsondeerpen

Bodemlucht onderzoek

Prikstok

Boorweerstandsmeter

Penetrometer

Pakket levering

Software

Houtsterktemeter

Penetrograaf

Zelfaanzuigend

Hoogtemeter

Aanwasboor

Bodemguts

Externe O2 cel

Pi-band

Vaktechnische boeken

Zandlineaal

Bezoek ook onze website: www.poelbosbouw.nl/its ITS - International Tree Service bv

GSM:

06-53491303

3888 NM Nieuw Milligen (Apeldoorn)

E-mail:

its@poelbosbouw.nl

1396 JD Baambrugge (Amsterdam)

WWW:

www.poelbosbouw.nl/its


vele andere steden, veel infrastructurele projecten in gang gezet. En dan wil het wel eens botsen met de bomen.’ Veranderende perceptie Die strijd heeft echter ook bijgedragen in de erkenning van het nut en de waarde van bomen. Volgens Comrie was er in het verleden weinig erkenning voor bomen, maar komt daar tegenwoordig steeds meer verbetering in. ‘Men begint de historische waarde steeds meer te erkennen. In het verleden werden bomen die in de weg stonden, simpelweg gekapt in plaats van ze te verplaatsen of tijdelijk op te slaan. Dat was de meest simpele oplossing. Tegenwoordig gaat men daar gelukkig wat anders mee om.’ En terwijl de stad steeds verder groeit en Plantsoenendienst nog altijd de ambitie heeft om meer bomen binnen de bestaande gemeente grenzen te planten, zal Johannesburg voorlopig nog fier aan top staan op de lijst van ‘groene’ wereldsteden. Een boom zoals de Jacaranda mag tegenwoordig niet meer geplant worden.

generatie van landschapsarchitecten probeert nog te vaak om grote bomen op kleine stukjes grond in stand te houden, maar uiteindelijk zal een aanzienlijk aantal geveld moeten worden om schade aan woningen en voorzieningen te voorkomen.’ Toch denkt landschapsarchitect Anton Comrie van Greeninc niet dat de aanblik van Johannesburg drastisch zal veranderen in de komende jaren. ‘Als je kijkt naar de wijken in het noorden, waar er een grote variatie is aan bomen, dan verwacht ik niet dat dit verandert. Misschien zal het zuiden van de stad (daar waar Soweto ligt) qua aanblik wel veranderen nu men er de laatste jaren bijzonder veel bomen heeft geplant, maar voor de rest valt het mee.’ Verbod op exoten Comrie wordt echter voor lastige situaties geplaatst bij vervanging van bomen, sinds het ministerie een wet heeft afgekondigd die het gebruik en de kweek van exoten verbiedt. Een populaire boom als de Jacaranda is een exoot en mag men tegenwoordig niet meer planten. In Johannesburg is dat niet zo’n probleem. Pretoria daarentegen, heeft het verzoek ingediend bij het ministerie om vrijstelling te krijgen van deze wet. Jacarandas vind je daar overal in de stad en Pretoria wordt niet voor niets ‘stad van de Jacarandas’ genoemd. Het zou voor Pretoria daarom dodelijk zijn als ze daar niet langer Jacarandas mogen planten. Comrie: ‘We onder-

vinden wel steeds vaker problemen in bomenlanen waar we een boom moeten vervangen, maar waarvoor we niet langer de originele soort mogen gebruiken, maar juist gebruik moeten maken van lokale varianten. Dat oogt raar. Maar misschien moeten we ook wel accepteren dat we daarmee over 20 á 25 jaar een nieuwe bomenlaan daar hebben met alleen maar lokale bomen.’ Bomen beginnen te botsen met de ondergrond Comrie voorziet dat de discussie nog wel een aantal jaren voortduurt. ‘Sinds de meeste mijnen in Johannesburg zijn gesloten, wordt er niet langer water weggepompt, waardoor het grondwater aan het stijgen is. Dat levert voor een aantal soorten bomen problemen op. Daarnaast is een uitgebreid bladerendak lastig voor het onderhouden van voorzieningen, zoals stroom- en telefoonvoorzieningen, waarvan veel kabels nog bovengronds lopen. Mensen verwachten echter dat hun service onveranderd blijft, terwijl er niets mag worden gedaan om dat te handhaven door middel van het kappen of flink inkorten van bomen. Dat wil nog wel eens discussie opleveren.’ Die discussie lijkt tegenwoordig zelfs steeds feller te worden, heeft Comrie het idee. ‘In wijken met historische bomenlanen zie je de bewoners steeds feller in opstand komen wanneer men bomen wil kappen. Dat is begrijpelijk. Maar Johannesburg heeft de afgelopen jaren, net als

Bas van der Velden Hemelsbreed 9.000 kilometer weg, de problemen zijn net zo divers van aard als bij ons. Mooi om te lezen dat de bevolking ook daar steeds meer waarde hecht aan groen.

Jules Sondeijker Na de aanplant-rush volgt meestal de bezuinigingsronde. Is dat voor Johannesburg de volgende fase?

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4401

www.boomzorg.nl

65


Vlucht naar voren

Als vakblad willen we proberen dit soort innovaties te onderstrepen en in zekere zin zelfs te belonen door deze te voorzien van het predicaat Green Innovation Award 2014 De tering naar de nering zetten. Dat is waarschijnlijk het devies waar de groene sector en de bomenwereld zich de komende jaren aan zal moeten houden. Er is minder geld en dat resulteert ook in een verschraling van de markt. Aanbestedingen worden scherper ingestoken, de kwaliteit staat her en der onder druk en we maken ons niet zo druk over zaken die er wat minder toe lijken te doen. Duurzaamheid is dan een makkelijke prooi. Iedereen predikt het evangelie van duurzaamheid, maar dat wil niet zeggen dat dit geloof op alle momenten in de praktijk gebracht wordt. Op momenten dat marktpartijen simpelweg moeten kiezen tussen overleven en Bijbels gedrag, is de keuze makkelijk gemaakt. Misschien is dat niet goed te praten, maar het is wel de realiteit.

Door de belabberde conjunctuur dreigt er onherroepelijk een scheiding van de schapen en de bokken. En innoverende marktpartijen proberen door slimme innovaties hun marktaandeel van de komende periode vast te zetten Gelukkig is er ook een keerzijde. Onder het motto never waste a good crisis zijn er ook marktpartijen die misschien wel dankzij de magere marktomstandigheden de vlucht naar voren maken. Een goed voorbeeld daarvan is de boomlabels-app die in deze uitgave van Boomzorg beschreven staat. Het lijkt wel alsof er juist nu extra veel innovaties op de markt komen

66

www.boomzorg.nl

waarmee marktpartijen zichzelf willen onderscheiden. In marketingtermen zal zoiets waarschijnlijk worden omschreven als een vlucht naar voren. Door de belabberde conjunctuur dreigt er onherroepelijk een scheiding van de schapen en de bokken. En innoverende marktpartijen proberen door slimme innovaties hun marktaandeel van de komende periode vast te zetten. Als vakblad willen we proberen dit soort innovaties te onderstrepen en in zekere zin zelfs te belonen door deze te voorzien van het predicaat Green Innovation Award 2014. Op onze jaarlijkse Demodag Bomen, die, als het aan mij ligt, de ondertitel ‘Boominnovatiedag’ krijgt, zal dit resultaten in de verkiezing van de meest bijzondere innovatie. De jury van deze award bent u overigens zelf. Iedereen mag via de social media-tamtam zijn eigen favoriet op het schild hijsen. Als uitgever heb ik overigens te maken met dezelfde markt. Ook voor ons is de spoeling dun en wij zullen met slimme innovaties onze broek op moeten houden. Een van de dingen die we daarvoor ontwikkeld hebben, is het Green Industry Profile. Een nieuwe service op onze websites, waarmee klanten en adverteerders in één overzicht kunnen zien wat over een bepaald onderwerp is gepubliceerd. Voor ons is dat de oplossing van een oude frustratie. In de meer dan twintig jaar dat wij actief zijn als uitgever, publiceerden wij jaarlijks rond de 3000 pagina’s artikelen, maar nadat zo’n artikel eenmaal gepubliceerd is in een onze vakbladen, verdwijnt het ook weer van het venster. Met de nieuwe service proberen we dat zo goed mogelijk tegen te gaan. Met vriendelijke groet, Hein van Iersel (hein@nwst.nl) Hoofdredacteur

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-4552



Boomrooierij Weijtmans méér dan bomen rooien

Ons materieel is overal inzetbaar

Diverse vrachtauto’s inzetbaar voor afvoer van hout

Telescoopkranen kandelaberen 238 populieren

Bomen rooien Bomen snoeien Stobben frezen / rooien Transport Hijswerk In- en verkoop van hout Advies In-/verkoop van houtsnippers Afvoeren van snoeihout en blad

Boomrooierij Weijtmans beschikt over goed opgeleide treeworkers zodat ieder karwei een honderd procent tevreden klant oplevert. Bovendien werken wij met uniek materieel en maken alleen gebruik van materialen en brandstoffen die aan de strengste milieu-eisen voldoen. Boomrooierij Weijtmans beschikt over 10 eigen

Onze opdrachtgevers zijn particulieren,

vrachtwagens en kan u daarom altijd direct

bedrijven, instellingen en de overheid.

helpen. Het merendeel bestaat uit Euro-V

Wij zijn tevens leerbedrijf en gecertificeerd

en EEV-voertuigen die aan de milieu-normen

iepen verwijderaar. Erbo erkend, VCA**, NEN,

voldoen en prima in te zetten zijn in stedelijk

ISO 9001 en Groenkeur gecertificeerd.

gebied. Twee Euro-VI auto’s zijn in bestelling. Natuurlijk komen wij graag bij u langs om de Uniek zijn onze telescoopkranen, waarmee we

situatie en eventuele obstakels vakkundig te

tot een hoogte van 32 meter takken vast kunnen

beoordelen.

pakken en afzagen, voor veilig en gecontroleerd rooien van bomen. Onze derde telescoopkraan is in bestelling.

scan de code in met uw smartphone voor indrukwekkende fimpjes

Kreitenmolenstraat 175

Tel. 013-51114 83

algemeen@weijtmans.nl

5071 BD Udenhout

Fax 013-511 43 73

www.boomrooierijweijtmans.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.