Boomzorg8 2014

Page 1

Jaargang 6 nr. 8, 2014

Vakblad voor boomverzorging en boombeheer in de openbare ruimte

C O N N EC T I N G GR E E N PR O F E S S I O N AL S

Uniformiteit is de gangbare norm, maar diversiteit is de ambitie!

Composteerbaar gronddoek • Capelle kiest bij ophoging voor behoud van bomen • Ome Piet • Uniformiteit is de gangbare norm, maar diversiteit is de ambitie! • EPR aanbesteding • ‘Chimaeren’ en kruisingen under the Christmas tree! • Aesculus indica is dé vervanger voor onze paardenkastanje Bestekservice


In de boombak gevuld met Vulcatec granulaat zijn de verankeringskorven zichtbaar. deze zijn gemaakt van gegalvaniseerd bouwstaal en verankerd aan de brug. De blauwe spanbanden liggen klaar om de bomen direct na aanplant aan de ankers vast te zetten.

Bijzonder groenproject in ‘s-Hertogenbosch Stadspark op een spoorviaduct Het wordt een bijzondere landmark in ’s-Hertogenbosch: de Paleisbrug, die de onderwijsboulevard en de oude binnenstad verbindt. Toegankelijk voor voetgangers en rustig fietsverkeer met een verblijfsfunctie om van de omgeving en van de brug zelf te genieten. Want wat de brug bijzonder maakt is het groen. Maar een stadspark met bomen op een brug, kan dat eigenlijk wel? We spraken met de ‘groendeskundigen’ die bij dit project betrokken zijn. Auteur: Harriëtte van der Maat, Cobra adviseurs In 2010 werd Joost Verhagen, directeur van Cobra adviseurs, al eens gepolst over wat er bij zo’n project komt kijken. “De bomen moeten natuurlijk windvast in bakken komen. Maar als ze daarin flink geworteld zijn, kunnen ze bij een stevige wind met de bak omkiepen. Spanbanden helpen dan niet. We zijn uitgekomen op verankeringskorven, gemaakt van verzinkt staal en vastgeboord in de brug. Wortels groeien door de korven en het geheel komt muurvast op de brug te staan.” Boomsoortenkeuze Piet Oudolf, tuinarchitect, bekend van de Highline in New York, maakte het beplantingsplan. Dendroloog Jaap Smit keek mee naar de plantencombinaties en de leverbaarheid van het plantmateriaal. “Het was een fantastische lijst met opvallende en bijzondere heesters en bomen. We hebben kritisch gekeken naar de plantcombinaties. Droogteminnende planten als Vitex canabifolia zijn gescheiden van moerasplanten als Magnolia virginiana. Dat kon, want ze staan in verschillende bakken. Verder hebben

we, vanwege de wind, grootbladige planten als Magnolia hypoleuca vervangen door andere soorten. In 2012 hebben we samen met de gemeente ‘s-Hertogenbosch vier kwekerijen bezocht om te weten of alles ook wel leverbaar was. De leverbare maat van de ene plant is wel wat groter dan de andere, maar dankzij het uitgekiende beplantingsplan van Piet Oudolf ontstaat straks een harmonieus geheel. Resultaat: een waar arboretum op de brug!’’ Niet te veel, niet te weinig Wind, zon en regen hebben vrij spel op de brug. De drainage vormt daarom ook een apart, niet onbelangrijk hoofdstuk. Mastop Totaaltechniek, als onderaannemer van hoofdaannemer Mobilis, heeft hiervoor gezorgd. In de boombakken is een ingenieus netwerk aangebracht van drainageen bodemvochtmeetapparatuur. Een teveel aan water wordt weggepompt, een tekort wordt aangevuld. “Eigenlijk heeft de beplanting het op de brug beter dan gewoon in de stadse natuur”, vertelt Günther Rutten, die toezicht houdt en het bestek voor dit werk heeft verzorgd, “De

vochthuishouding wordt zo uitstekend bewaakt.” Maar naast vocht moet de basis van waaruit het groen gevoed wordt optimaal zijn. Günther: “Er is uiteindelijk gekozen voor lavasubstraat. Het is licht van gewicht en het vochtgehalte is goed te sturen. Daarnaast is het eenvoudig aan te brengen, omdat het via slangen de brug opgeblazen kan worden”. Digitale hulp Een doordacht tuinontwerp op papier en een check door een dendroloog zijn nog geen garantie voor een geslaagd eindresultaat. Want komt het papieren ontwerp wel overeen met de werkelijkheid? Koen Verhoeven, specialist GEO-IT, zette de tekening van Oudolf minutieus om naar een digitale omgeving in Cobra360+ KaartViewer. Betrokkenen bij het werk hebben via een telefoon, tablet of pc toegang tot de kaart. Werken met papieren overzichten is verleden tijd. De KaartViewer biedt de mogelijkheid om meldingen door te geven op de kaart. De toezichthouder ziet bijvoorbeeld een fout in de aanleg van de drainage, maakt ter plaatse een foto en stelt


Opbouw boombak. Onderin een drainlaag van 10 cm grind met daarin een drainslang. Aan beginpunt een put om drainage door te spuiten. Aan eindpunt een put om de verbinding door het brugdek naar de andere boombak door te spuiten. De draadeinden voor de verankeringskorven steken omhoog. De groene kabel is voor de vochtsensor. De zwarte tyleenslang voor de druppelslang. In de kabelgoten zijn de leidingen voor de vloerwarming zichtbaar.

Twijfels bij de aannemer of de gekozen boom qua kluit wel zal passen, kunnen meteen weggenomen worden. En dat scheelt tijd! Daarnaast is het voor de planters eenvoudig om de bomen op de juiste plek te zetten.

Boomlabel 183 Prunus serrula op zijn plantplaats op de Paleisbrug.

via een automatische mail de betreffende aannemer meteen op de hoogte. De aannemer kan de melding en foto direct bekijken binnen de KaartViewer. Kwaliteit plantmateriaal vooraf gecontroleerd Het hele groenwerk is door Günther Rutten vervat in een bestek, zoals het aanbrengen van substraat, het leveren en aanbrengen van de beplanting en vijf jaar onderhoud. Voor de beplanting gelden aanvullende kwaliteitseisen. Piet Oudolf heeft een specifiek beeld voor ogen voor iedere boom of struik. Bij kwekerij Ebben, die als hoofdaannemer het groenwerk mag uitvoeren, fotografeerde en nummerde Jaap Smit alle bomen en hing er Cobra’s Boomlabels aan. De nummers corresponderen met de nummers op de digitale kaart. Door een klik op het boomnummer ziet iedere betrokkene om welke boom het gaat.

Technisch milieubewust hoogstandje De Paleisbrug wordt een toeristische trekpleister, een voorbeeld van technisch milieuvriendelijk vernuft; de vloerverwarming, verkregen door aardwarmte, voorkomt dat de brug in de winter spiegelglad wordt en de vochthuishouding wordt digitaal in de gaten gehouden. De bijzondere schuine liften zorgen ervoor dat iedereen gebruik kan maken van de brug. Nieuwsgierig geworden? Wilt u zelf eens zien hoe de paleisbrug wordt ingericht? Kijk dan op cobra-adviseurs.nl/ cobra360/cobra-360-projecten/ den-bosch-paleisbrug.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-5005

Dit artikel is geschreven onder verantwoordelijkheid van Joost Verhagen, directeur. Jaap Smit is dendroloog, Günther Rutten is medewerker beheer en bestekken, Koen Verhoeven is medewerker GEO-IT. Allen zijn in dienst bij Cobra adviseurs. Meer informatie 088 - 262 72 00. Bedrijf: Cobra boomadviseurs bv Naam: Joost Verhagen Functie: Directeur Plaats: Wilbertoord Omvang: 25 medewerkers


TREE INDUSTRY PERSONALITY

Voor al uw rooi- en snoeiwerkzaamheden Kortenhoef Tel: 06-21225226 www.robvandenhoek.nl

“Onze kwaliteit is onze toekomst” leverancier van Buxusstek Sempervirens, Faulkner & Prunus Novita

www.wilbertstek.nl Smidstraat 1 - 6691 ES - Gendt Tel. 0481 - 425543 | Mob. 06 - 54255446 Fax 0481 - 422963 | info@wilbertstek.nl

VERTROUWD MET BOMEN! Broeksteeg 2 6732 GS Harskamp T 0318 - 654855 F 0318 - 479844 info@flierboomverzorging.nl www.flierboomverzorging.nl

Markelo: 0547-750 900 Dedemsvaart: 0523-611 176 info@boomspecialist.nl www.boomspecialist.nl

Snoeien, rooien, verplanten VTA controle, advies Treeworker, Tree Technician Bomen & beplanting T: 0172-631 720 info@cyber-adviseurs.nl www.cyber-adviseurs.nl

T: 0525-653695 M: 06-51061686 info@boomentuintechniek.nl www.boomentuintechniek.nl

T: 030-656 3016 M: 06-54942530 info@vanaschgroenvoorziening.nl www.vanaschgroenvoorziening.nl

Boomadviesdiensten Heusden Boomtechnisch onderzoek, VTA, Boomeffectanalyse, (Picus-) geluidstomografie T: 06-12330613 info@boomkarwei.nl

Boomverzorging en Groenvoorziening

Adviseurs voor: Bomen, Grootgroen, Flora&Fauna

Boom- en landschapsverzorging VCA gecertificeerd

Treviso 13 2921 BJ Krimpen aan den IJssel T: 0180-515844 info@kdbgroen.nl www.kdbgroen.nl

Van Pallandtlaan 10 6998 AW Laag-Keppel T: 0314-642 221 info@foreestgroenconsult.nl www.foreestgroenconsult.nl

Stationsweg Oost 196 3931 EX Woudenberg T: 033-286 5068 info@gkboomverzorging.nl www.gkboomverzorging.nl

VTA-rapportages FFW-checks Meentweg 18 9756 AN Glimmen T: (+31) (0)50 402 85 06 F: (+31) (0)50 402 85 07 mail@stedelijkgroen.com www.stedelijkgroen.com

Waaldijk 24 6677 MB Slijk-Ewijk 0481-482 556 0653-847 171 bosland@planet.nl

Expert advies voor bomen in de stad

Onderzoek, advies, snoei ETW, ETT

25 jaar ervaring T: 020-411 87 53 couenberg@natura-ingenium.nl www.natura-ingenium.nl

Laan van Mertersem 15 Breda, 076-520 3909 info@B-vier.nl www.b-vier.nl

Windhoek 5 7345 EH Wenum Wiesel T: 055-3121041 F: 055-3120728 bouwmeester@treeworker.nl www.treeworker.nl

Beilen - Terhorst 5 Diever - Kastanjelaan 10 Groningen - Lavendelweg 27 0593 - 52 70 32

Tarzan Boomspecialisten

Snoei & Kap - onderzoek, inventarisatie, aanplant, detachering

T: 0297-582994 f@tarzan.eu www.tarzan.eu

Bloemendaalseweg 68a 2804 AB Gouda T: 06-22420943 info@hovenier-boomverzorging.nl www.hovenier-boomverzorging. nl

Boomverzorging Dwazziewegen 17 9301 ZR Roden T: 050-501 53 46 M: 06-53240346 vosgroenverzorging@planet.nl www.vosroden.nl

Inventarisatie | onderzoek advies | snoeien | Vellen info@boomontzorging.com www.boomontzorging.com • Robert van Stuyvenberg 06-15699852 • Aernout Theunissen 06-23290014

Wencopperweg 64 3771 PP Barneveld T: 06-21582757 F: 0342-427039 www.wencopkwekerijen.nl kwekerij@wencop.nl


38

Jaap Smit: ‘Geen mineermot betekent minder bloedingsziekte, dus experimenteer met mineermotvrije kastanjes’

Zowel witte kastanjes als roodbloeiende familieleden onder Aesculus zijn extreem gevoelig voor kastanjebloedingsziekte, helaas. Wellicht biedt de veel onbekendere Indische kastanje soelaas? Dendroloog Jaap Smit, werkzaam bij Cobra Boomadviseurs, denkt van wel.

www.boomzorg.nl

5


Colofon

14

Boomzorg wordt 8 keer per jaar in een g ­ emiddelde oplage van 2.250 exemplaren verspreid onder boomverzorgers en boombeheerders in dienst van gespecialiseerde bedrijven en gemeentes.

Composteerbaar gronddoek beschermt wortels en voorkomt onkruid Het wieden van onkruid is een onaangenaam en tijdrovend karwei. Beaulieu Technical Textiles denkt daar verandering in te kunnen brengen met zijn

Redactie & commercie NWST NeWSTories bv Fransestraat 41 6524 HT Nijmegen T 024-3602454 F 024-3602464 I www.boomzorg.nl Hoofdredacteur: H ein van Iersel (hein@nwst.nl) Vakredacteur: Santi Raats (santi@nwst.nl) Vormgeving: Marie Cecile Oosterhout Advertenties: Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Peter Jansen (peter@nwst.nl) Abonnementen 69,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. Op alle abonnementen zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze vindt u op www.boomzorg.nl/abonnement

Ökolys gronddoek, een gronddoek gemaakt van biodegradabele en composteerbare componenten.

28

Rupsje-nooit-genoeg of…

Een gemeente in Nederland hield een aanbesteding voor de preventieve en curatieve bestrijding van eikenprocessierups. Bij het inschrijvingsbiljet moest een inschrijvingsstaat worden ingediend die werd gebaseerd op fictieve hoeveelheden. Bij de meeste posten van die inschrijfstaat ging het om een geoffreerde prijs per stuk. Dat was alleen anders bij de bestekpost ‘Verkeersmaatregelen’. Bij die post werd gerekend met een eenheid ‘per keer’. Die twee woordjes zouden de kern worden van het geschil tussen aannemer X en de gemeente.

ISSN: 2211-9892 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Boomzorg c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/ of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Boomzorg wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

6

www.boomzorg.nl

en verder Actueel 8 Nieuws 17

Tuindefensie met prikkelhaag

Column 46 Ome Piet 50 Hoofdredactioneel


inhoud 43

Capelle kiest bij ophoging voor behoud van bomen

In Capelle aan den IJssel liggen van oorsprong moerassige veengebieden waar later woonwijken zijn gebouwd. Om woningbouw mogelijk te maken, verlaagde men de (grond)waterspiegel. Dit heeft echter één belangrijk nadeel: er komt meer zuurstof in de bodem, waardoor organische bestanddelen gaan verteren. Het gevolg is inklinking en zakking van de bodem. De huizen zijn gebouwd op palen, maar de omliggende buitenruimte is niet gefundeerd, waardoor deze met het veen mee zakt. Vanwege de ongelijke zakking moeten om de 10 à 20 jaar de rioolaansluitingen worden vervangen en moet het maaiveld worden opgehoogd.

30

‘Chimaeren’ en kruisingen aunder the Christmas tree! Kruisingen vinden al plaats sinds jaar en dag. Niet in de laatste plaats tussen mensen zoals Jozef en Maria, waardoor elk jaar kindje Jezus weer in de kribbe ligt onder onze kerstboom, maar ook tussen planten. Plantenkuisingen zijn ingedeeld in twee groepen: intergenerische hybride (geslachtshybride) en intragenerische hybride (soorthybride). Uw hofschrijver hoopt u weer een aardig leesmoment te schenken onder de kerstboom dit jaar met dit onderwerp, te meer omdat ik ervan overtuigd ben dat door de stapeling of mix van genetische eigenschappen een forse bijdrage geleverd wordt aan biodiversiteit en duurzaamheid, en in deze bijzondere species niet of nauwelijks ziekten voorkomen!

18

Uniformiteit is de gangbare norm, maar diversiteit is de ambitie! In dit Boomzorg-nummer is het thema van de Bomenmonitor ‘diversiteit’. Boomzorg was benieuwd hoe u als beheerders hier vandaag de dag mee bezig bent. Welke eventuele problemen of weerstanden voorziet u bij meer divers aanplanten?

www.boomzorg.nl

7


Nieuws

Wubbo Ockels-

boom in Amsterdam Op het Haarlemmerplein in Amsterdam is afgelopen zaterdag, 8 november, een speciale boom onthuld: de Wubbo Ockels-boom. Het is een kruising van twee Aziatische iepen, die zal opvallen tussen de 75.000 Iepen in Amsterdam. Wubbo Ockels was ook een opvallend mens. Hij maakte als eerste Nederlander een vlucht door de ruimte. Hij was zich zeer bewust van de kwetsbaarheid van de wereld en heeft zich sterk gemaakt voor vele duurzame innovaties. Hij was oprichter van ‘De Groene Grachten’. ‘Wij zijn allemaal astronauten van het ruimteschip Aarde’ en ‘Ons doel is om de mensheid te ondersteunen en daarmee de aarde en de natuur’, schreef hij in zijn laatste brief, vlak voor zijn dood. Met deze gedenkboom willen de gemeente Amsterdam en De Groene Grachten de aandacht vestigen op de duurzame ideeën van de in Almelo geboren en op 68-jarige leeftijd in Amsterdam overleden wetenschapper. Daarom is het voor Tree Ground Solutions een voorrecht om een duurzame groeiplaats te mogen leveren voor deze boom: een Treebox HP van 6 x 6 meter. De boom heeft 32 m³ groeiruimte gekregen. De iep staat met de wortels als in een bosrijke omgeving midden in de stad. Het systeem zorgt dat alle verkeersdruk wordt opgevangen, waardoor de boomwortels vrij kunnen groeien en opdruk van

de bestrating niet meer voorkomt. 'Onder de bomen van het plein, daar kan een mens gelukkig zijn', werd ooit gezongen. Zo ook op dit mooie plein, met rondom de boom een prachtige duurzame bank waarop enkele uitspraken van Wubbo zijn vastgelegd. Deze Treebox HP is een van de vijf die op het Haarlemmerplein zijn aangelegd.

Björn Kuipers plant boom in prominentenbos Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal biedt de Oldenzaalse scheidsrechter Björn Kuipers een Hongaarse eik aan in het Oldenzaalse prominentenbos vanwege zijn verdiensten als scheidsrechter tijdens het WK in Brazilië. De boom is op donderdag 20 november geplant in het bos aan de Griekenlandlaan. In het bijzijn van zijn naaste familie, het voltallige college en enkele raadsleden plantte Björn Kuipers de boom. Er is gekozen voor een Hongaarse eik, omdat deze boom kracht uitstraalt; een omschrijving die ook van toepassing is op de internationale arbiter. Het college van burgemeester en wethouders heeft hem op 8 juli tijdens een feestelijke ontvangst in het stadhuis de zilveren erepenning van de gemeente Oldenzaal uitgereikt. De boom in het prominentenbos werd hem toen ook aangeboden. Björn Kuipers heeft door zijn optreden tijdens het WK in Brazilië zowel Nederland als Oldenzaal positief in beeld gebracht.

Erwin Ros nieuwe voorzitter Fedecom De ledenraad van Fedecom heeft Erwin Ros benoemd tot voorzitter van branchevereniging Fedecom. Erwin Ros (48) heeft ruime ervaring in de mechanisatiebranche, zowel in de fabricage, de import als in de distributie. Daarnaast was hij bestuurlijk actief in de verschillende geledingen van Fedecom en diens voorganger, Federatie Agrotechniek sectie Trekkers en Werktuigen. Vanaf de start van Fedecom is hij ledenraadslid. Erwin Ros volgt hiermee Erik Hogervorst op, die president wordt van de Europese koepelorganisatie voor dealers, CLIMMAR. Het bestuur van Fedecom heeft Erwin Ros voorgedragen vanwege zijn degelijke kennis van en inzichten in de mechanisatiebranche en zijn omvangrijke bestuurlijke ervaring. Hiernaast heeft hij ervaring met alle drie geledingen die in Fedecom verenigd zijn: fabrikanten, importeurs en dealers. Erwin Ros is in het dagelijkse leven managing director van Kamps de Wild Holding, een dochteronderneming van Royal Reesink NV. De afgelopen jaren heeft hij in diverse marketing-, sales- en managementfuncties bij Kamps de Wild geopereerd.

Pest Information Wiki De website Pest Information Wiki geeft een wereldwijd overzicht van alle ziektes en plagen. Op de website is een overzicht te vinden van alle ziektes, onkruiden en plaagdieren. De site zou nu inmiddels twee jaar online zijn en meer dan 130.000 publicaties bevatten. Van alle publicaties is op de site een samenvatting te vinden. Verder zijn er foto’s van de ziektes en plagen te vinden. De website is te vinden via www.wiki.pestinfo.org.

8

www.boomzorg.nl

Prijs groenste dorp impuls voor Beesel Het dagelijks bestuur van Entente Florale Nederland bezocht op 2 december jl. de gemeente Beesel, waar het een overleg had met het college van B en W. Naast de winnaarscheque ter waarde van 5.000 euro, die werd overhandigd


aan wethouder Jan Smolenaars en burgemeester Petra Dassen-Housen, werd er een boom en een vasteplantenperk aangeboden. Beesel won dit jaar de titel ‘groenste dorp van Nederland’ in de jaarlijkse Entente Floralecompetitie. Tijdens deze bijeenkomst vertelde wethouder Smolenaars dat deze titel de gemeente nu al veel heeft opgeleverd. ‘De prijs is een flinke impuls voor het dorp. We merken dat de inwoners trots en enthousiast zijn. Mooi om te zien is dat een van de grotere ondernemers, recreatiepark De Lommerbergen, de titel op de juiste wijze vermarkt. Verder zijn we wandel- en fietsroutes aan het ontwikkelen in het kader van “het groenste dorp”, om daarmee toeristen uit eigen land, maar zeker ook uit Duitsland te “verleiden” om de gemeente Beesel te bezoeken.’ Ook gaf de wethouder aan dat de gemeente een nieuw logo heeft ontwikkeld met de tekst ‘welkom in het groenste dorp van Nederland’ erin verwerkt. Tot slot liet Smolenaars weten vrijwel alle juryaanbevelingen die vermeld stonden in het uitgebreide rapport te gaan overnemen. Na het gesprek plantte het dagelijks bestuur van Entente Florale Nederland samen met een afvaardiging van het college van B en W een Liquidambar styraciflua (amberboom) in de kern van Beesel. Deze boom werd geschonken door Van den Berk Boomkwekerijen uit SintOedenrode. Bij de boom werden vaste planten gepoot, die werden aangeboden door Lageschaar Vaste Planten uit Aalten. De gemeente Beesel organiseert in samenwerking met Entente Florale Nederland op 21 januari de startbijeenkomst

van de groencompetitie 2015, waar de nieuwe deelnemende gemeenten volledig geïnformeerd zullen worden over de competitie. De winnaarscheque werd door Entente Florale-voorzitter Jaap Spros aangeboden namens het ministerie van Economische Zaken en Entente Florale Nederland.

Emvi-criteria voor boombestekken VHG Vakgroep Boomspecialisten heeft in samenwerking met CROW, ondernemers, aanbestedende diensten en adviesbureaus een leidraad ontwikkeld voor boombestekken met suggesties voor Emvi-criteria. Olivier Copijn, de nieuwe voorzitter van VHG Vakgroep Boomspecialisten, reikte op 20 november tijdens de Boominfodag het eerste exemplaar uit aan Maarten Loeffen, directeur van Stadswerk. Met de leidraad willen de boomspecialisten de opdrachtgevers van boomspecialistische werkzaamheden inspireren en ondersteunen bij het kiezen en uitwerken van Emvi-aspecten. De leidraad is een belangrijke aanzet voor het professionaliseren van de aanbesteding van boomgerelateerde werken. Veel bestekken bevatten standaard Emvi-criteria, die volgens de boomspecialisten niet goed aansluiten bij de opdracht. 'Goede criteria dagen de inschrijver uit tot innovatie en procesoptimalisatie', aldus Remco Valk van de vakgroep. 'Ze geven de boomspecialisten de mogelijkheid zich te onderscheiden van de concurrentie die weinig

innoveert en vooral inschrijft op bulkwerk tegen lage prijzen.' Het document bevat een groot aantal suggesties voor relevante Emvi-criteria voor de thema's duurzaamheid, communicatie en kwaliteitsborging. Daarnaast zijn aanbevelingen voor de aanbesteding en beoordeling en gunning opgenomen. De leidraad biedt geen pasklare omschrijvingen, maar is vooral bedoeld als handreiking om de aanbesteder te laten nadenken. 'Een Emvi-aanbesteding is maatwerk', zo vinden de ontwikkelaars. Een van de aanbevelingen in de leidraad betreft de handhaving na gunning. De opdrachtgever moet de opdrachtnemer houden aan de kwaliteit die is aangeboden. Waar nodig, moet hij sanctioneren door het opleggen van boetes, gerelateerd aan de hoogte van het behaalde gunningvoordeel. 'Als aannemer heb je recht op goed toezicht', meent Valk. 'In de praktijk ontbreekt dat veelal, mede doordat de kennis bij opdrachtgevers afneemt. Maar die kunnen zij inhuren; er zijn goede ETT'ers beschikbaar bij adviesbureaus. Zo wordt voorkomen dat inschrijvers op papier mooie beloften doen en daar ook punten voor krijgen, terwijl daar in de uitvoering weinig van te zien is. Het plan van aanpak moet een nadrukkelijk onderdeel zijn van het contract. En dus ook worden getoetst.' De leidraad boombestekken is ontwikkeld door VHG Vakgroep Boomspecialisten, in samenwerking met CROW en een werkgroep waarin ondernemers, vertegenwoordigers van aanbestedende diensten en adviesbureaus deelnamen. Het document is te downloaden via de website van de Branchevereniging VHG.

Miljard bomen erbij langs de Zijderoute Overheden, internationale organisaties, bedrijven en inheemse gemeenschappen gaan gezamenlijk 1,3 miljard bomen langs de historische Zijderoute planten. Dat is een van de beloften die zij hebben gedaan tijdens het IUCN World Parks Congres. Dit tienjaarlijkse congres over beschermde gebieden eindigde op 18 november. Betere bescherming van de natuur draagt bij aan het stoppen van biodiversiteitsverlies, het tegengaan van klimaatverandering, het verkleinen van risico’s op natuurrampen en een betere voedsel- en waterzekerheid en volksgezondheid. 'Beschermde gebieden zijn veruit de beste investering die we als wereldgemeenschap kunnen doen om dit soort mondiale uitdagingen het hoofd te bieden',

www.boomzorg.nl

9


Terra Nostra. Kennisatelier voor boom en bodem

Advies • • • • • • • •

Boombeleid Boombeheer Onderzoek & Advies Boomveiligheidscontrole Begeleiding Groen-projecten Bomen Effect Analyse Directievoering/ toezicht houden Taxatie

Uitvoering • • • •

Snoeien Planten Verplanten Groeiplaatsverbetering • Vellen • Rooien

ideale Al ruim 25 javearrzde ng van gi or or partner vo openbare ruimte! bomen in de

www.boomtotaalzorg.nl 030 – 601 18 80

info@boomtotaalzorg.nl

Wij kunnen u van dienst zijn met: Bomen Effect Analyse (BEA), Boomveiligheidscontrole (VTA), Ziekten en plagen in bomen (IPM-T), Groeiplaatsonderzoek, Bodemanalyses, Inrichten van groeiplaatsen, Verplantbaarheidsonderzoek, Waardevolle en monumentale bomen, Nader technisch onderzoek, Trekproef, Visies op boomstructuren, Planvorming en boombeleid, Taxatie van bomen (NVTB), Toezicht houden bij bomen. Tel. (0184) 69 89 93

www.terranostra.nu

Terra Nostra

kennisatelier voor boom en bodem


Nieuws zegt Julia Marton-Lefèvre, directeur-generaal van IUCN. 'Dankzij het congres liggen er nu stevige toezeggingen om deze investeringen ook werkelijk te doen.' Het congres benadrukte de noodzaak tot beter beheer van beschermde gebieden. Voorbeelden van goed beheerde gebieden worden vanaf nu opgenomen in de IUCN Groene Lijst van beschermde gebieden. Innovatieve technologie kan ook helpen bij goed beheer. Zo maken steeds meer parkwachters bij het surveilleren gebruik van drones (onbemande vliegtuigjes).

Nieuwe inrichtingselementen in Amstelveen Voor het stadsplein van Amstelveen is een aantal groene banken, hug a tubs met hoog bamboe en royale Beethovenbanken aangelegd, in combinatie met Cor-Ten boomroosters. Deze nieuwe elementen van Streetlife zijn fraai afgestemd op de hoogwaardige architectuur rondom het plein. De opstelling van de hug a tubs is eenvoudig te wijzigen; handig voor dit druk bezochte marktplein. Aan de rand van het stadsplein in Amstelveen zijn Beethovenbanken geplaatst. De Beethovenbanken hebben een robuuste uitstraling en zijn tegelijkertijd elegant. De rugleuning heeft een sierlijke vorm, die zowel kinderen als volwassenen een prettige ondersteuning biedt. In het verlengde van de gekoppelde bankopstel-

lingen zijn Cor-Ten boomroosters toegepast. Deze bieden bescherming aan de groeiplaats van de bomen en accentueren de randen van het plein. Veel mensen ervaren het als prettig om te vertoeven bij groene plekken. De beplanting biedt vaak schaduw of geeft een beschut gevoel in de rug. De hug a tubs zijn speels geplaatst op het marktplein. Door de mobiele oplossing is het mogelijk de opstelling steeds weer aan te passen en hiermee in te spelen op activiteiten op het plein. De grote boombakken zijn voorzien van robuuste hangende banken, die qua vormgeving afgestemd zijn op de Beethovenstijl. Hierdoor zijn de hug a tubs en de Beethovenbanken goed te combineren. Om deze samenhang te benadrukken, is er in Amstelveen voor gekozen om beide elementen te poedercoaten in een antracietgrijze kleur.

Homerusboom geplant in Almere Op maandag 1 december jl. is op het Homerusplein in Almere Poort een speciale Homerusboom geplant. Het gaat om een volwassen plataan van 90 jaar oud, ruim 15 meter hoog, met een stamomtrek van bijna 3,5 meter en een gewicht van 25 ton. De boom is na het planten van verre te zien als een statig symbool in het nog deels onbebouwde Homeruskwartier. Maar voordat de boom zich kon nestelen op zijn nieuwe stek, is hij met een speciaal trans-

port vanuit het zuiden van het land vervoerd naar Almere Poort. Na aankomst werd de boom met behulp van een metershoge hijskraan op het Homerusplein geplant. Van den Berk Boomkwekerijen heeft de boom geleverd en Pius Floris Veenendaal heeft hem geplant.

Overtreding Flora- en faunawet Een aannemer rijdt met zijn klepelbak over het talud van een watergang. Daarbij sneuvelen onbedoeld en zonder dat hij het merkt twee eenden. 'Kan gebeuren', zou je denken, maar de wetgever denkt daar toch anders over. De directie van de betreffende aannemer wordt ‘s ochtends vroeg thuis opgehaald door de politie in verband met het bovenstaande en de aannemer krijgt een boete van 150.000 euro. Dit voorbeeld staat volgens Ronald Buiting van Buiting Advies niet op zich. Buiting: 'De boetes voor dergelijke overtredingen moeten niet worden onderschat. Dat dit niet veel vaker gebeurt, komt niet zozeer doordat zaken door de vingers worden gezien of doordat er weinig overtredingen worden begaan, maar vooral doordat deze amper aan het licht komen. Omwonenden en belangenorganisaties worden echter steeds alerter en proactiever.' Volgens Buiting wordt de kans dat dergelijke zaken boven komen drijven daarom steeds groter. 'Ik wist niet dat dit niet mocht' zal doorgaans niet als een ontvankelijk argument worden geaccepteerd. Een tweede voorbeeld dat Buiting aanhaalt, is een boete die uitgedeeld werd omdat op de voormalige steenfabriek Rustenhoven in Wirdum twee muren werden gesloopt die vleermuizen zouden herbergen. Het verweer van de eigenaar dat dit per ongeluk zou zijn gebeurd, wordt niet geaccepteerd en het ministerie van EZ deelt een boete uit van maar liefst twee ton. De boete is mede zo hoog omdat beide overtre-

www.boomzorg.nl

11


Alle bomen leiden naar

Wij zijn er voor u! Met een praktische objectieve instelling, gespecialiseerd in ziekten- en plagenmanagement, boomtechnisch advies en de uitvoering van uitdagende projecten van kleinschalige aanplant tot het planmatig onderhouden van grote boombestanden.

www.piusfloris.nl B O O M V E R Z O R G I N G

Treeworkers en Tree Technicians met ambitie! Beerseweg 50 • 5451 NR Mill | telefoon 0485 455 557 e-mail info@kuppen-bomen.nl | www.kuppen-bomen.nl

KUPPEN BOOMVERZORGING

Professionele boomverzorging, nu met een startknop. Husqvarna T536Li XP ® en 536Li XP ®

zijn hoog presterende accu-aangedreven kettingzagen gebouwd voor professioneel gebruik. De stille, onderhoudsvrije motor start en stopt eenvoudig met een druk op de knop. Klaar met het trekken aan het startkoord, het stationaire geluid en de uitlaatgassen, probeer onze Accu range bij uw dichtstbijzijnde Husqvarna dealer, vandaag nog!

husqvarna.com/nl Copyright © 2014 Husqvarna AB (publ.) All rights reserved. Husqvarna is a registered trademark of Husqvarna AB (publ.)

AD1468_H_Battery_536LiXP_T536LiXP_210x148.indd 1

HUSQVARNA T536Li XP® / 536Li XP ® Kettingsnelheid 20 m/s. Krachtige borstelloze motor. Gewicht 2,4 kg (excl. zaagblad, ketting en accu).

2014-03-31 09:46


Nieuws dingen als een economisch delict worden gezien. Doordat de bewuste aannemer de slootkanten heeft gemaaid zonder de juiste voorzorgsmaatregelen te treffen, kan hij sneller werken en dus concurrentievoordeel halen. Ook voor het slopen van de muren zou dat gelden.

Bollentelers op weg naar emissievrije productie Tweede Kamerleden Lutz Jacobi (PvdA) en Gerard Schouw (D66) planten samen met Kees Stoop van de KAVB duizend bijvriendelijke bloembollen in de bijentuin van de Tweede Kamer. Dat gebeurt kort nadat de politici het actieplan van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) voor een duurzame bloembollensector in ontvangst hebben genomen. De KAVB wil nog duurzamer gaan telen door te investeren in bodemgezondheid, het toepassen van de modernste technieken en een nog verdere beperking van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Sinds 1995 heeft de sector de effectieve milieubelasting reeds met 80% teruggebracht. Voor de periode tot 2023 streven de bollentelers naar een kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater van 98%, terwijl de overheidsnorm is vastgesteld op 90%. De bollensector heeft daarmee een hoger ambitieniveau dan de overheid en loopt voorop in agrarisch Nederland. Het actieplan ‘Gezonde bollen, bloeiende sector’ is als eerste overhandigd aan Lutz Jacobi en Gerard Schouw. Jacobi is voor haar partij woordvoerder voor waterkwaliteit; Schouw heeft landbouw in zijn portefeuille. De bloembollensector vertegenwoordigt een jaarlijkse waarde van ruim één miljard euro in de Nederlandse economie.

Bioshell als opvolger

Vierde editie van

van Watershell

Expo TCO in juni

In navolging op de productietesten van het Watershell-systeem is nu ook de Watershellcassette met biopolymeren/zetmeel als grondstof geproduceerd. Deze test verliep uitermate voorspoedig, en na enige afstelling van de spuitgietmachine leverde dit cassettes op van het type Watershell 8 en 16a. Met deze laatste proefproductie is het gehele Watershell-systeem uitvoerbaar in biologisch afbreekbaar polymeer, wat vooral toepassing zal vinden in boomgroeiplaatsen, wortelbruggen en lichtgewicht ophogingen. Naast het gebruik van gerecycled polypropyleen voor cassettes zet Waterblock hiermee een stap verder met betrekking tot het cradle-to-cradle-principe en het verlagen van de CO2-footprint. Naast de toepassingen van het Watershellsysteem voor waterberging en groeiplaatsconstructies, wordt het systeem in een speciale uitvoering tevens gebruikt om groendaken aan te leggen. Zowel extensieve als intensieve groendaken zijn te realiseren met Watershell Greenroof, een systeem waarmee groendaken zijn aan te leggen in onze steeds dichter bebouwde steden. Groene daken vertragen de afvoer van hemelwater en daarmee de afvoer op de stedelijke rioolstelsels. Een groendak in de stad zorgt voor een verbetering van de luchtkwaliteit, verkoelende werking, levensduurverlenging van de dakbedekking, verhoging van de beeldkwaliteit en van de recreatieve belevingswaarde in de stedelijke omgeving. De uitdaging bij groendaken bestaat uit het reguleren van de hoeveelheid water. Met Watershell Greenroof wordt water deels vastgehouden en overvloedig water afgevoerd. De welvingen van de elementen worden opgevuld en houden water vast. Te veel water wordt via de perforaties aan de bovenzijde afgevoerd.

2015 De vierde editie van Expo TCO, de laanbomenvakbeurs in de regio Opheusden, vindt plaats in juni 2015. Op dat tijdstip zijn de kwekerijen op zijn mooist en veel klanten zijn in deze periode toch al in het gebied om kennis te nemen van de groei van de laanbomen en om zich te oriënteren op het aanbod. Na een interne evaluatie en gesprekken met diverse standhouders en andere betrokkenen heeft de Vereniging Boom- en Plantenbeurs Opheusden en Omgeving de werkgroep Expo TCO opdracht gegeven een vervolg te geven aan de beurs. Promotie van de regio Opheusden als het laanboomcentrum van Europa en bevordering van samenwerking blijven de uitgangspunten. De werkgroep heeft een unieke en aantrekkelijke beurs voor ogen, zoals de laatste editie heeft laten zien. Een georganiseerd aanbod maakt het bezoek van klanten in juni nog aantrekkelijker en is voor anderen wellicht een stimulans om de beurs te bezoeken en/of deel te nemen. De focus blijft gericht op laanbomen en aanverwante producten, met een bredere openstelling voor groene standhouders van buiten de regio. Thema’s als innovatie en beleving van groen spraken de bezoekers bij de vorige edities aan en krijgen zeker een vervolg. De komende twee maanden wordt het format verder vormgegeven, waarbij het commitment van standhouders leidend is. De samenwerking met andere boomkwekerijvakbeurzen op het gebied van publiciteit en uitwisseling van nieuwigheden, zoals afgelopen jaar met GrootGroenPlus, blijft na overleg zoals het was. Met de vakbeurs Expo TCO wil de Vereniging Boom- en Plantenbeurs Opheusden en Omgeving de laanboomregio nationaal en internationaal op de kaart zetten. Expo TCO is voor de hele keten interessant, van kwekers, handelaren, groenvoorzieners en architecten tot vertegenwoordigers van overheden.

www.boomzorg.nl

13


Composteerbaar gronddoek beschermt wortels en voorkomt onkruid Ecologische oplossing moet noodzaak van wieden van onkruid reduceren Het wieden van onkruid is een onaangenaam en tijdrovend karwei. Beaulieu Technical Textiles denkt daar verandering in te kunnen brengen met zijn Ökolys gronddoek, een gronddoek gemaakt van biodegradabele en composteerbare componenten. Auteur: Guy Oldenkotte

Het gezegde luidt: ‘onkruid vergaat niet’. Dus kan men hoog of laag springen, het wieden van onkruid blijft bittere noodzaak. Niet alleen onttrekt onkruid voedingsstoffen aan de bodem, het is bovendien een trekpleister voor ongewenst bezoek van plaagdieren. De onderzoekers van Beaulieu Technical Textiles denken daar met hun Ökolys gronddoek wat op bedacht te hebben. ‘Het Ökolys gronddoek is de (eco)logische onkruidbestrijding bij uitstek’, claimt Ronald Zweers van Rootbarrier, de agent in Nederland. ‘Het is het eerste van bandjesgaren geweven composteerbare agrotextiel op basis van biopolymeren. Voor de productie van het doek zijn twee biopolymeren gebruikt. Het ene is biologisch afbreekbaar, het andere is composteerbaar.’ De weefstructuur draagt ertoe bij dat vocht en lucht eenvoudig bij de wortels komen. Volgens Zweers wordt het doek vooral ingezet voor openbare en private groene ruimtes en landschappen. Tuinaannemers geven duidelijk de voorkeur aan dit lichtgewicht doek boven het gebruik van herbicides. ‘Het is een populaire oplossing, omdat het een efficiënte, duurzame

14

www.boomzorg.nl

en ecologisch verantwoorde manier van onkruidwering is.’ Het gronddoek zorgt voor een optimale onkruidwering voor jonge planten, wat cruciaal is in de eerste drie levensjaren. Na deze functionele levensduur van drie jaar zal Ökolys op natuurlijke wijze verouderen en zal het doek geleidelijk aan zijn producteigenschappen verliezen, zo claimt Zweers. De temperatuur, vochtigheid en samenstelling van de bodem bepalen daarbij de snelheid van de afbraak. ‘Ökolys zal eerst fragmenteren en daarna op natuurlijke wijze afbreken, om uiteindelijk in ons ecosysteem op te gaan.’ Dat proces zou uiteindelijk drie tot vijf jaar kunnen duren. Vraag vanuit de markt Ökolys is het resultaat van nadrukkelijke vraag vanuit de markt. ‘De vraag kwam om onkruid bij nieuwe aanplanting op een ecologische manier tegen te gaan. Er werd hierbij gezocht naar een milieuvriendelijk alternatief voor herbicides en onkruidverdelgers’, vervolgt Zweers. ‘De belangrijkste doelstelling van het geweven gronddoek Ökolys is om de jonge planten in de eerste cruci-

ale levensjaren te beschermen tegen onkruid. Om de overlevingskansen en de groei van de planten te bevorderen, creëert dit innovatieve agrotextiel een optimaal microklimaat aan de voet van de plant. Ökolys biedt bescherming tegen erosie, houdt vocht vast in de aarde en is water- en

Ronald Zweers


GREEN INNOVATION

2014 award

luchtdoorlatend.’ Volgens Zweers heeft de ervaring aangetoond dat nieuwe planten de eerste jaren 50% sneller groeien. De claim dat het doek uiteindelijk op natuurlijke wijze afbreekt en in ons ecosysteem opgaat, wordt erkend met het ‘OK Compost’-certificaat. Dit certificaat garandeert de herwinbaarheid van het materiaal en wordt afgegeven door de onafhankelijke organisatie Vincotte. Voorwaarde is wel dat het moet worden gecomposteerd volgens de Europese norm voor biodegradabele en composteerbare componenten (EN 13432). Ökolys is het eerste agrotextiel ter wereld dat dit predicaat heeft gekregen. Eenvoudig in gebruik Het gronddoek is licht van gewicht en kan bijna

overal worden ingezet. ‘Belangrijk is dat voor de installatie de ondergrond vrij wordt gemaakt van puin, scherpe stenen en onkruid’, legt Zweers uit. ‘Wanneer de ondergrond vlak is gemaakt, kan de rol Ökolys Bio worteldoek horizontaal worden uitgerold. De randen dienen vervolgens te worden ingegraven. Daar waar nodig kan met een schaar of mes een opening voor de beplanting worden gemaakt.’ De innovativiteit van het doek is inmiddels erkend door verschillende organisaties. Vorig jaar won Ökolys de Techtextil Innovation Award in de categorie ‘New Applications’. De award is een innovatieprijs van Techtextil voor opmerkelijke ontwikkelingen in het segment nieuw technisch textiel. Ondanks die erkenning merkt Zweers dat de Nederlandse markt nog wat argwanend

tegenover het doek staat. ‘De Nederlandse markt is conservatief en prijsbewust. Het kost dus meer tijd dan bijvoorbeeld in Frankrijk en Duitsland om de markt te overtuigen van de (kosten)voordelen van Ökolys op de lange termijn. Maar aangezien duurzaamheid steeds belangrijker wordt, zien wij de toekomst van Ökolys in Nederland met vertrouwen tegemoet.’ Die geruststelling voelt aan als een warme deken.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-5007

Het worteldoek kan overal worden gebruikt.

Het concept Een van bandjesgaren geweven composteerbaar agrotextiel op basis van biopolymeren. Het gronddoek is ontwikkeld als een geweven doek op basis van een unieke samenstelling van biodegradabele en composteerbare polymeren. De weefstructuur draagt ertoe bij dat vocht en lucht eenvoudig bij de wortels van jonge plantjes komen, terwijl onkruid geen kans krijgt om te groeien. Na drie tot vijf jaar, afhankelijk van de temperatuur, vochtigheid en samenstelling van de bodem, zal het doek uiteindelijk oplossen en verteren. Het worteldoek voorkomt dat onkruid invloed heeft op jonge aanplant.

www.boomzorg.nl

15


connecting green and infrastructure

Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak

GreenMax | Tel: 0031 413 29 44 47 | www.greenmax.eu

Bomen maken onze stedelijke omgeving leefbaar. Een gezonde groene infrastructuur in de stad is daarom onmisbaar. GreenMax is gespecialiseerd in duurzame innovatieve producten voor de inrichting van de plantplaats boven en ondergronds, zodat groen en infrastructuur samengaan.


Tuindefensie met prikkelhaag Hovenier Casper Hubers van Lems Tuinen uit Werkendam laadt de nieuwe Pyracantha Kant & Klaar Hagen van Mobilane in zijn pick-up voor een klus in een particuliere tuin. Sinds dit najaar heeft Mobilane haar assortiment Kant & Klaar Hagen uitgebreid met de Pyracantha ‘Dart’s Red’ (vuurdoorn) van 155 centimeter hoog en 120 lang. Hubers: ‘Deze kant en klare hagen zorgen dat een tuin direct een volwassen uitstraling heeft en bieden extra sierwaarde. Ze zitten in het najaar vol oranje besjes en in het voorjaar verschijnen witte bloemetjes. Bovendien weren ze honden, katten en ongewenst bezoek uit de tuin.’

www.boomzorg.nl

17


Uniformiteit is de gangbare norm, maar diversiteit is de ambitie! Ondanks de nog korte trend van divers toepassen in laanbeplanting, overwegend positief effect ziekte- en plaagdruk waarneembaar

In dit Boomzorg-nummer is het thema van de Bomenmonitor ‘diversiteit’. Boomzorg was benieuwd hoe u als beheerders hier vandaag de dag mee bezig bent. Welke eventuele problemen of weerstanden voorziet u bij meer divers aanplanten? Auteur: Santi Raats

18

www.boomzorg.nl


Er wordt de laatste jaren weldegelijk steeds meer groenvariatie aangeplant in de openbare ruimte en in laanbeplanting. Soms slechts hier en daar, maar soms ook al op veel plaatsen. Volgens de respondenten die meededen aan de enquête zijn er nog meerdere hobbels op de weg naar het diversiteitdoel te bespeuren, zoals de landschapsontwerper en het groenonderwijs. De helft van de ondervraagden kan nog niet zeggen of diversiteit een verlagend effect heeft op de ziekte- en plaagdruk in het groen, wat voor de meesten wel het hoofdmotief is om te diversifiëren. Mogelijk komt dit doordat de periode dat men extra divers aanplant nog te kort is. Uit de overige reacties blijkt echter al wel een overwegend positief resultaat op ziekte- en plaagdruk. Respondenten In de korte tijd dat de enquête online staat, heeft Boomzorg-redactie heel veel reacties ontvangen. Kennelijk is diversiteit in de openbare ruimte en in straat- en laanbeplanting een onderwerp dat behoorlijk leeft, in elk geval onder beheerders (65 procent) en adviseurs (35 procent). Al veel extra diversiteit Niet alleen is het onderwerp actueel, ook zijn beheerders al behoorlijk afwisselend aan het aanplanten: 42 procent vertelt dat zij hier en daar al extra diversiteit toepassen en maar liefst 36 procent beweert al op veel plaatsen aan het diversifiëren te zijn. Diversiteit om ziekte en plagen te beheersen Respondenten kunnen meerdere motieven hebben om extra divers aan te planten. In bijna de helft van de gevallen zijn de twee meest genoemde redenen het gevaar voor overlast door ziekten en plagen en esthetische overwegingen (28 procent). Klaarblijkelijk is de smaak bij gemeenten aan het veranderen van strakke, monotone lanen naar lanen met meer afwisseling. 17 procent van de ondervraagden houdt rekening met een veranderend klimaat en wil om die reden ook andere, nieuwe soorten en cultivars uitproberen. Invloed landschapsarchitect op diversiteit De stelling ‘De landschapsontwerper vindt diversiteit niks en kiest voor strak en uniform’ kan rekenen op ongeveer gelijk verdeelde reacties, variërend van ‘helemaal mee eens’ tot ‘niet echt mee eens’. Het valt op dat weinigen, slechts 5 procent, volmondig zeggen: ‘Daar ben ik het helemaal niet mee eens, want de landschapsontwerper houdt wél van diversiteit’.

‘De landschapsontwerper heeft niet genoeg sortimentskennis voor diversiteit.’ 66 procent van de ondervraagden vindt dat deze stelling hout snijdt, een kwart is neutraal en 1 op de 10 is het er ‘niet echt mee eens’. Beheerkennis en gemeentetijdgeest als invloed op diversiteit Grappig is dat het grootste deel van de respondenten, bestaande uit beheerders, zich duidelijk capabel genoeg acht om diversiteit te kunnen managen als het gaat om aanplant en snoei-/ onderhoud van een divers bomen- of groenbestand: bijna de helft van de ondervraagden zegt direct op de stelling ‘Diversiteit zorgt voor problemen met beheer: uniform beheer is simpeler’ dat hij of zij het er absoluut niet mee eens is. Daar bovenop is 34 procent het er ‘niet echt mee eens’. 21 procent heeft wel het idee dat er door meer diversiteit beheerproblemen zouden ontstaan bij gemeenten. Technische (snoei)kennis bij boombeheerders en boomverzorgers is niet goed genoeg voor diversiteit’. 56 procent, ofwel meer dan de helft, is het hier niet of niet helemaal mee eens. 14 procent spreekt zich niet uit over deze stelling en bijna een derde vindt dat in deze uitspraak wel enige waarheid, of hele waarheid, zit. ‘Een stelling die op verdeelde steun kan rekenen onder alle antwoordopties, is ‘De tijdgeest van modernisme en grootschaligheid domineert nog binnen de gemeente.’ 8 procent is het hier helemaal mee eens, 40 procent een beetje mee eens, dus opgeteld bijna de helft, maar even zo goed is 24 procent is het er niet echt mee eens en 8 procent helemaal niet. 17 procent heeft hierover geen mening. De mening van de burger over diversiteit ‘Diversiteit zorgt voor weerstand bij de burger, deze vindt het niks’ wordt gek genoeg door bijna de helft van de ondervraagden (46 procent) onderschreven maar door 39 procent afgewezen. 1 op de 10 ondervraagden is neutraal. Een duidelijk algemeen beeld voor Nederland over de voorkeur van burgers komt uit deze reacties dus niet naar voren. Diversiteits- en sortimentskennis groenonderwijs Waar wél een veelzeggende reactie uit naar voren komt, is de stelling ‘Het groenonderwijs besteedt niet genoeg aandacht aan diversiteit’. Ondanks het feit dat 38 procent geen uitspraak doet over

deze stelling, vindt opgeteld 47 procent dat de stelling klopt. 15 procent vindt dat de stelling niet echt klopt. Martin Tijdgat, boom- en groenbeheerder van de gemeente Wijdemeren, zegt daarover: ‘Er is vrijwel geen enkel contact tussen het (hogere) groene onderwijs en boomkwekerijen. Ontwerpers, werkvoorbereiders en groenbeheerders in opleiding hebben geen idee wat er op een boomkwekerij gebeurt en wat voor nieuw en beter sortiment daar nu aanwezig is, nog afgezien van het fenomeen dat de ondergrondse eisen voor ‘de juiste boom op de juiste plaats’ bij de meeste ontwerpers, werkvoorbereiders en (groen)beheerders niet goed bekend zijn. Ik heb daar wel over gesproken met docenten van de opleidingen van Wageningen, Velp en Den Bosch. Die nemen hun studenten niet mee de kwekerijen op, terwijl ik weet dat goede boomkwekers daar wel voor in zijn.’

Beheerders achten zich capabel genoeg om extra diversiteit te managen De rol van de kweker Je zou kunnen zeggen dat de mate van diversiteit volgens de meeste respondenten niet afhangt van de kwaliteit en hoeveelheid voorlichting op de kwekerij of aan het gebrek aan aanbod bij de kweker. Met de stelling ‘De voorlichting van de kweker over diversiteit is niet goed genoeg is opgeteld 45 procent het in elk geval niet echt eens en een kwart is neutraal. 29 procent is het ermee eens of helemaal eens. Ton van Oostwaard, groenbeheerder bij de gemeente Amstelveen, heeft sortiment en monumentale bomen als hobby. ‘Extreem veel of weinig sortimentskennis bij de respondent beïnvloedt mogelijk de reactie op de stelling: als een respondent veel sortimentskennis heeft, communiceert deze wellicht makkelijker en vaker met de kweker en kan hij of zij tevreden zijn over de kwekersvoorlichting. Als een respondent weinig kennis heeft van sortiment loopt de communicatie met de kweker mogelijk minder vlot.’ 83 procent is het niet echt of helemaal niet eens met de stelling ‘Het aanbod bij de kweker is niet afwisselend genoeg’. 4 procent geeft aan het aanbod bij de kweker wél te monotoon vinden. Toepassing Op de vraag ‘Hoe varieert u in een laan?’ waren meerdere antwoorden mogelijk. Door 41 procent

www.boomzorg.nl

19


Martin Tijdgat, gemeente Wijdemeren.

Fons van Kuik, PPO.

wordt gevarieerd met meerdere geslachten, door 40 procent met meerdere soorten en cultivars en door 19 procent met ‘steeds één geslacht, één soort’. Op de vraag ‘Waar maakt u gebruik van in de keuze van nieuwe geslachten en soorten’ waren meerdere antwoorden mogelijk. Die werden alle ongeveer gelijk verdeeld gekozen: 21 procent kiest uit catalogussen van leveranciers, 19 procent gaat naar de kwekerij, 18 procent bezoekt websites zoals straatbomen.nl, 17 procent laat

20

www.boomzorg.nl

zich adviseren en 25 procent zegt dat zijn of haar eigen sortimentskennis groot genoeg is. De respondenten vinkten allemaal minstens twee antwoorden aan, maar de meesten drie of vier. Hieruit blijkt dat de respondenten van mening zijn dat er meerdere wegen naar Rome leiden als men zich oriënteert op nieuwe geslachten en soorten.

Effect Maar liefst 41 procent kan zich geen mening vormen over de vraag of de probleemdruk van ziekten en plagen minder wordt sinds de respondent zelf meer diversiteit toepast. Wellicht is dit omdat diversiteit nog niet lang genoeg op grotere schaal wordt toegepast om er al echte uitspraken over te kunnen doen. Een kwart van de ondervraagden ziet enige verbetering in de situatie wat betreft ziekten en plagen, en 15 procent zegt dat de ziekte- en plaagdruk absoluut minder wordt in zijn of haar gemeente. 13 procent is het niet echt met de stelling eens en 6 procent ziet nog helemaal geen effect op de plaag- en ziektedruk nadat er extra diversiteit is toegepast. Het kamp ‘wel effect’ is dus wat groter dan het kamp ‘geen effect’. Fons van Kuik van PPO, Wageningen Universiteit, concludeert over de 41 procent die zich nog geen mening kan vormen: ‘Diversiteit is natuurlijk een lastig begrip in de praktijk. Het is een modewoord, iedereen gebruikt het te pas en te oppas. Het lijkt wel het toverwoord om alle problemen van ziekten en plagen te voorkomen. De werkelijkheid is weerbarstiger. Iedereen heeft een ander begrip van diversiteit. Voor de een is een laan met eenzelfde soort bomen met andere begroeiing in de nabijheid een voorbeeld van diversiteit (dit geldt bv voor een akkerbouwer die gewend is aan een hectare van hetzelfde gewas), voor de ander is een laan met dezelfde boomsoort/ cultivar een monocultuur, dit hoor je veel bij boomverzorgers. Het gebrek aan een goede definitie of begripsbepaling van wat diversiteit precies inhoudt in de bomenwereld is denk ik debet aan het hoge percentage 'geen idee'. Kortom, het zou interessant zijn om dit eens verder te verkennen. Wat wordt bedoeld met diversiteit in de praktijk, wat zijn richtlijnen? En ik denk dat er met het aanplanten van diversiteit nog bijna geen ervaring is. Het zal nog knap lastig worden om de vermindering van plaag- en ziektedruk onder praktijkomstandigheden te gaan aantonen. Een mooi onderwerp om dit in een Landelijk Kennis Netwerk Bomen op te pakken: samenwerking, afstemming en analyse van alle data.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-5003


Metasequoia glyptostroboides in Boskoop. Ook in de winter kan diversiteit een verrassend beeld opleveren.

www.boomzorg.nl

21


22

www.boomzorg.nl


www.boomzorg.nl

23


NATIONALE BOMENBANK Boomverplanting

Ve r z o r g i n g

Onderzoek

De landelijke Roadshow komt weer naar u toe!

januari - februari - maart - april 2015

Het verplanten van bomen levert kostenbesparing én een bijdrage aan het duurzaamheidsbeleid op. www.nationalebomenbank.nl - Tel. 0184 - 69 89 89

Symbiose tussen natuur & techniek

Meer info op de website van Pius Floris.

Ochtendprogramma Hardenberg 09.30

Deuren open en ontvangst met koffie en thee

10.00

Inleiding en welkom.

10.10

Lezing: Monitoringswerk (bomenwacht) bij bouwprojecten in combinatie met Quickscan Kabels en Leidingen door Mark Rotteveel, Pius Floris Boomverzorging.

10.55

Lezing: Bezuinigen door te investeren! Uitkomsten onderzoeksresultaten groeiplaatsverbetering door Gert Veldhuizen, TFI 4000

11.40

Koffie en thee en broodje.

12.30

Lezing: De laatste ontwikkelingen rond stabiliteitsmetingen bij bomen! door Jorn Beerendonk, Pius Floris Boomverzorging.

13.15

Tipje van de sluier opgelicht Wateroplossingen bij bomen samen met WARECO. door Bert van Polen, Pius Floris Boomverzorging.

13.30

Afsluiting en ruimte om na te praten.

www.piusfloris.nl

Boomverzorging - Onderzoek en Advies - Producten voor groeiplaatsen

www.bsi-bomenservice.nl

B O O M V E R Z O R G I N G


www.boomzorg.nl

25


Groot...

Herrenpfad 14 · 41334 Nettetal-Kaldenkirchen · Telefoon: +49-2157-818-0 · Fax: +49-2157-818-180 Duitsland · e-mail: info@lappen.de · Uw contactpersoon: Teije de Haan · mobiel: +31-646 080 692

  •   •    •   •   •   

GROOT IN BOMEN

...in gevarieerde voorraad. We hebben naast hoogstammen, meerstammen en betakte bomen ook klassieke snoeivormen, zoals bijvoorbeeld deze kegels van taxus baccata van 350 cm hoog.


www.boomzorg.nl

27


Rupsje-nooit-genoeg of… Uitleg van de begrippen ‘per keer’ en ‘locatie’ veroorzaakt een serieus conflict in aanbesteding eikenprocessierups Een gemeente in Nederland hield een aanbesteding voor de preventieve en curatieve bestrijding van eikenprocessierups. Bij het inschrijvingsbiljet moest een inschrijvingsstaat worden ingediend die werd gebaseerd op fictieve hoeveelheden. Bij de meeste posten van die inschrijfstaat ging het om een geoffreerde prijs per stuk. Dat was alleen anders bij de bestekpost ‘Verkeersmaatregelen’. Bij die post werd gerekend met een eenheid ‘per keer’. Die twee woordjes zouden de kern worden van het geschil tussen aannemer X en de gemeente. Auteur: Jilles van Zinderen (Manz Legal)

Aannemer X schreef in op de aanbesteding en stelde in dat kader nog een vraag: ‘Wat moet worden verstaan onder “keer” (zoals omschreven bij de verkeersmaatregelen)?’ Het antwoord luidde: ‘Prijs geldt voor elke keer dat een afzetting moet worden toegepast.’ Je zou denken dat het daarmee voor beide partijen voldoende duidelijk was. De opdracht werd aan aannemer X gegund en op 2 mei 2011 werd de overeenkomst gesloten. Als eenheidsprijs per keer dat een verkeersmaatregel moest worden toegepast, was een bedrag van € 25,- overeengekomen. Op grond van het bestek waren de Standaard RAW Bepalingen ‘Standaard 2005’ op de overeenkomst van toepassing. We zijn nog geen jaar verder als op 6 februari 2012 de gemeente de overeenkomst opzegt.

28

www.boomzorg.nl

Tussen partijen was een onoverkomelijk verschil van inzicht ontstaan over de uitleg van het begrip ‘per keer’. Als gevolg van dit verschil in uitleg was er ook discussie ontstaan over het begrip ‘locatie’. Aannemer X interpreteerde het begrip ‘per keer’ als een vergoeding per boom, wanneer bij die boom verkeersmaatregelen noodzakelijk waren. Hij was dus van oordeel dat iedere boom een andere locatie was. De gemeente bestreed niet dat het soms nodig kon zijn om verkeersmaatregelen te nemen voor de behandeling van één boom, met name in het kader van een afgesproken 24-uursbehandeling. De vergoeding van € 25,- was dan terecht. Maar in de meeste gevallen was slechts één verkeersmaatregel nodig voor de behandeling van meerdere bomen op één locatie. De gemeente

meende dat in die gevallen ook maar één keer een vergoeding van € 25,- verschuldigd was. Het verschil van inzicht tussen de contractspartijen over de uitleg van de overeenkomst en dan met name met betrekking tot de begrippen ‘per keer’ en ‘locatie’, leidde ertoe dat de gemeente een nota van aannemer X onbetaald liet en de overeenkomst beëindigde. Aannemer X startte een procedure bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw (RvA) waarin hij betaling van de nota vorderde. De advocaten van partijen dienden vijf processtukken en extra bewijsstukken in. Ook vond een mondelinge behandeling plaats. Op 25 februari 2014, meer dan twee jaar na de opzegging, deed de RvA uitspraak. Het draaide in de uitspraak van de RvA natuurlijk met name op de begrippen ‘per keer’ en ‘locatie’. Aannemer X verwees voor zijn uitleg van die begrippen naar CROW-publicatie 96a


en b waarin volgens zijn wordt bepaald dat een afzetting voor maximaal 10 meter mag worden ingezet. Dat zou blijken uit de figuren 32c en 34c. Nu de bomen tenminste 10 meter van elkaar zijn verwijderd, vroeg elke boom om een verkeersmaatregel, aldus de aannemer. Daarnaast verwees aannemer X naar zijn vraag in de aanbestedingsprocedure en het antwoord daarop van de gemeente.

gebracht waren door zijn interpretatie hoger geworden dan de kosten voor de bestrijding van de eikenprocessierups! En de kosten voor de verkeersmaatregelen waren feitelijk gering omdat het om een simpel opklapbord op een rijdende of stilstaande wagen ging. De wanverhouding tussen de kosten voor de eigenlijke bestrijding en die voor de ondersteunende taak beoordeelde de arbiter als onredelijk.

Tussen partijen was een

Aannemer X had wel recht op een vergoeding, maar per locatie en niet per boom. Omdat aannemer X in de arbitrageprocedure niet inzichtelijk had gemaakt hoe vaak hij de kosten voor verkeersmaatregelen wel in rekening had kunnen brengen, zijn die kosten ingeschat door de arbiter. Die kwam op een veel lager bedrag uit dan wat aannemer X oorspronkelijk in rekening had gebracht. De vordering van de aannemer werd daarom afgewezen. Sterker nog, de gemeente had een tegenvordering ingediend omdat zij meende dat ze al te veel had betaald. Ook wat dat betreft kreeg de gemeente gelijk waardoor aannemer X uiteindelijk zelfs een bedrag moest terugbetalen.

onoverkomelijk verschil van inzicht ontstaan over de uitleg van het begrip ‘per keer’ De gemeente gebruikte artikel 62.07.01 van de RAW (Meet- en verrekenmethode) om haar uitleg hard te maken. Daarin staat: ‘De bij toepassen… gebruikte hoeveelheid “keer” betreft het aantal keren dat de maatregel op dezelfde locatie is toegepast, met dien verstande dat per etmaal het toepassen van die maatregel slechts eenmaal wordt betaald dan wel verrekend.’ De RvA is van oordeel dat de gemeente hier gelijk heeft. Het begrip ‘keer’ gaat dus om de toepassing van verkeersmaatregelen binnen een bepaalde locatie en niet per boom. De arbiter vindt ook dat het antwoord van de gemeente op de vraag van aannemer X tijdens de aanbestedingsprocedure past binnen deze uitleg. De figuren 32c en 34c regelen uitsluitend de afstand tussen de uit te voeren werkzaamheden en de te treffen verkeersmaatregel, welke afstand niet meer dan 10 meter mag zijn, aldus de RvA. Nu het begrip ‘keer’ is uitgelegd, moet nog geoordeeld worden over het begrip ‘locatie’. Daartoe verwijst de arbiter naar het bestek. In het bestek is onder artikel 01.02.01.02.04 een kopje ‘Verrekening op basis van staffel’ te vinden en alleen daaronder wordt het begrip ‘locatie’ uitgelegd; iedere locatie is een vak van 250 bij 250 meter. Weliswaar was de uitleg lastig te vinden, maar de arbiter oordeelde dat als er bij de aannemer onduidelijkheid bestond over dat begrip, aannemer X tijdens de aanbesteding maar een vraag hierover had moeten stellen. Arbiter De arbiter benadrukt dat hij van oordeel is dat ook de aannemer had kunnen weten dat zijn uitleg niet juist was. De kosten die aannemer X voor de verkeersmaatregelen in rekening had

Aannemer X kreeg het lid behoorlijk op de neus. Er kan natuurlijk altijd verschil van inzicht bestaan over de uitleg van termen of andere onderdelen van een overeenkomst. Stel daarover zo veel mogelijk vragen tijdens een aanbesteding. En als er dan achteraf discussie ontstaat, speelt de redelijkheid ook nog een keer een rol.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-5008

De auteur, Jilles van Zinderen (jilles.vanzinderen@manzlegal.nl), is advocaat bij het kantoor Manz Legal in Utrecht. Hij houdt zich voornamelijk bezig met procesrecht, incasso’s en hij is specialist op het gebied van bomen. Denk hierbij aan burengeschillen, aansprakelijkheid voor schade door of aan de boom en kapvergunningkwesties.

www.boomzorg.nl

29


‘Chimaeren’ en kruisingen under the Christmas tree! Het verschil uitgelegd tussen geslachtsen soorthybriden Kruisingen vinden al plaats sinds jaar en dag. Niet in de laatste plaats tussen mensen zoals Jozef en Maria, waardoor elk jaar kindje Jezus weer in de kribbe ligt onder onze kerstboom, maar ook tussen planten. Plantenkuisingen zijn ingedeeld in twee groepen: intergenerische hybride (geslachtshybride) en intragenerische hybride (soorthybride). Uw hofschrijver hoopt u weer een aardig leesmoment te schenken onder de kerstboom dit jaar met dit onderwerp, te meer omdat ik ervan overtuigd ben dat door de stapeling of mix van genetische eigenschappen een forse bijdrage geleverd wordt aan biodiversiteit en duurzaamheid, en in deze bijzondere species niet of nauwelijks ziekten voorkomen! Auteur: Jan P. Mauritz, VRT Dit laatste deel van het feuilleton van 2014 is uitermate geschikt om u weer eens te prikkelen met een bijzonderheid in de dendrologie, namelijk het bijzondere fenomeen geslachtshybriden. Ik waarschuw wel al vast aan het begin van dit deel van het feuilleton; ‘Het begin is geen makkie, geen gesneden koek voor een aantal van u, waarde lezers, maar wel een uitdaging, want het is de moeite van ‘t lezen wel waard. Dus ga eerst even naar het toilet, schenk een glaasje limonade in en ga er goed voor zitten!’. Geslachtshybriden of intergenerische bastaards komen vrijwel altijd bij toeval tot leven of door hele specifieke wensen en verlangens van plantenveredelaars om geslachten te kruisen voor een toegevoegde waarde zoals fruitzetting of voedingswaarde of voor schoonheid. Er zijn gezien het enorme aantal boomsoorten, coniferen of heesterachtigen op aarde, weinig species van deze bijzondere hybridisering. Bij de naamgeving van deze makkers is de ontstaanswijze van belang of er een + voor de

30

www.boomzorg.nl

geslachtsnaam staat een + of een x. Een + staat voor een chimaera en een x staat voor een kruising door …. en vervolgens de geslachtsnaam volgens de Botanische nomenclatuur; de formele naamgeving van planten. Deze naamgeving wordt geregeld door de International Code of Nomenclature for algae, fungi, and plants (ICN), een 'wetboek' dat de wetenschappelijke namen van planten, schimmels en algen regelt. Met 'planten, schimmels en algen' worden bedoeld alle organismen, onder andere vaatplanten (landplanten met vaten zoals bomen, coniferen, heesters, en noem maar op) en mossen, maar ook allerlei schimmels, korstmossen en algen. Voorheen (voor 2012) heette de Code de International Code of Botanical Nomenclature (ICBN). Tot de naamswijziging werd besloten op het International Botanical Congress in Melbourne in 2011. De nieuwe regels, waaronder de regel dat bij een nieuwe naam niet langer een beschrijving in het Latijn hoeft te worden gegeven maar dat die nu ook in het Engels mag en dat nieuwe namen ook in bepaalde elektroni-

sche publicaties geldig kunnen worden gepubliceerd, zijn ingegaan op 1 januari 2012. ‘U kent uw schrijver inmiddels een beetje, neem ik aan en dan zal het u niet verbazen, bij het lezen van het bovenstaande, dat deze vriendelijke, aimabele en vredelievende species het onvoorstelbaar vindt en er Mordicus op tegen is. Deze blunderachtige wijziging is een aanfluiting van de hoogste orde en uw schrijver zal zich er absoluut niet aan houden en dan druk ik mij G….., gloeiende ….. zeer vriendelijk uit, Gloeiende, gloeiende, ……,(sencura Heinsii). Meisje waar is mijn geweer, Ja die dubbelloops… Ja, zeker met die hagelpatronen! ’ In 1905 had het Internationaal Botanisch Congres van Wenen besloten om de publicatie van de eerste druk van Species Plantarum van 1 mei 1753 te kiezen als het beginpunt van de moderne nomenclatuur voor planten. Daarmee zijn alle namen van vóór dit werk van Linnaeus ongeldig, ook de namen die al wel voldeden aan de door Linnaeus vastgestelde binominale naamgeving, een tweeledige naam voor elk wezen bestaande


Een geslachtshybride is een kruising tussen twee soorten van twee verschillende geslachten. We noemen het ontstane ‘product’ een intergenerische hybride. Deze bijzondere kruising kan op een aantal wijzen ontstaan. Daarover straks meer. De tegenhanger, het fenomeen soorthybriden is al veelvuldig in verschillende delen van dit feuilleton aan de orde gekomen, een kruising tussen twee soorten binnen één geslacht. Dit wordt een intragenerische hybride genoemd, zoals Platanus x hispanica, Quercus x moeschiaca, zoals feitelijk ook het kindje waar ‘de beauty’ van de NWST-redactie in blijde verwachting van is: Oost-Indisch bloed met Achterhoeks bloed! ‘Ja zeker vrienden, de mens is ook een soort hybride en sterker nog, een soorthybride!’ uit een geslachtsnaam en een soortnaam. Sinds de indeling van Linnaeus in zijn bovengenoemd boekwerk ‘Dank, dank dank, dank aan deze Grootmeester!!!!!, is er een stringente scheiding tussen Nomenclatuur (naamgeving) en Taxonomie (de indeling in groepen). Taxonomie is een empirische wetenschap die planten uiteindelijk indeelt in taxonomische groepen (‘taxa’, het enkelvoud is ‘taxon’) ‘U weet wel, de wetenschap die door mijn ‘vrienden’ wordt beoefend!!’ Daarentegen wordt Nomenclatuur geregeld door een wetboek, een Code (normatief). Een naam hoeft dan ook geen beschrijvende waarde te hebben maar is uitsluitend een uniek label, dat middels een type, (= datgene wat de naamgeving verankert), met een taxon verbonden is. Gelukkig is het vaak wel zo dat bepaalde morfologische kenmerken in de soortnaam of de CV-naam of zelfs in beide worden benoemd. Degenen onder u die de klassieke talen Grieks en Latijn in het voortgezet onderwijs hebben genoten, hebben een enorme voorsprong bij de nomenclatuur. De reden is meer dan duidelijk, denk ik zo! Als in het geval van een geslachtshybride de 'ouders' tot twee verschillende genera behoren, wordt een deel van de naam van het ene genus samengevoegd met de gehele naam van het andere genus. Nothogeneriek noemen we dat. Deze naam mag niet gelijk zijn aan een naam die onder de ICBN gepubliceerd is. Zo is bijvoorbeeld + Crataegomespilus de naam voor de entchimaera (of enthybride) die ook aangeduid kan en mag worden met de ontstaansformule; Crataegus + Mespilus. Een stapeling van ken-

merken en eigenschappen van beide ouders, in tegenstelling tot een vermenging van kenmerken en eigenschappen van ouders, die voorkomt bij kruisingen! Deze verschilt in naam ook duidelijk van × Crataemespilus, de naam onder de ICBN voor de kruising tussen Crataegus × Mespilus, die een mix is van kenmerken en eigenschappen van beide ouders. De volgorde van de naamssamenstelling is het alphabet. Als de 'ouders' tot hetzelfde genus behoren, dan kan de bastaard een geslachtsnaam en een soortnaam en een CV-naam krijgen. ‘U bent er nog?’ Een Chimaera is een fabelwezen uit de Griekse mythologie. Het is een monster samengesteld uit delen van meerdere dieren en verwant met andere monsters uit de Griekse mythen en sagen zoals de Cerberus en de Hydra (‘Zoek die twee fijne ‘huisdieren’ maar eens op!’). De Chimaera wordt afgebeeld met twee koppen; één van een leeuw en één van een bok, verder het lichaam van een geit en de staart is een slang. Ook kon de Chimaera vuur spuwen uit alledrie zijn koppen. Het door een mens zien van de Chimaera was een voorteken van onheil, onweer, schipbreuk en allerlei andere natuurrampen zoals vulkaanuitbarstingen en aardbevingen. In de Botanie is een chimaera een species, een mens-dier-plant met gestapelde eigenschappen van de ouders. ‘Uw schrijver beperkt zich tot het plantgedoe, als u het niet erg vindt, er zijn ook menselijke chi…… doe ik het toch, k.. !’. Er zijn verschillende ontstaanssituaties van chimaeren, generatief en vegetatief. Het gaat denk ik iets te ver om de verschillende mogelijkheden met u te delen zonder de kans te lopen voor volstrekt doorgeslagen idioot of bizarre gevaarlijke neuroot uitgemaakt te gaan worden. Ik beperk mij, ‘uit pure zelfbescherming dus’, tot enkele variaties in de beschrijving van de makkers in het onderstaande sortiment. De chromosomen in deze plant zijn niet met elkaar vermengd tot een uniek wezen, maar gestapeld, waardoor alle eigenschappen van beide ouders voorkomen in het individu. Het + teken voor de naamgeving duidt op deze stapeling. Het is een heel zeldzaam, maar niet uniek verschijnsel. Chimaeren zijn vaak instabiel, minder vruchtbaar of zelfs meestal steriel en bij verschillende kruisingen komen naast de unieke verschijning van de ontstane species ook bepaalde kenmerken van één of zelfs van beide ouders voor aan dezelfde boom. Het is echter niet, zoals bij instabiele soor-

ten (zoals Acer platanoides ‘Drummondii’), dat de gehele, bontbladige boom terugslaat naar de moeder die groen is. Onderstaand laat ik u kennis maken met een aantal van deze zeer bijzondere species. Een aantal, omdat uw schrijver absoluut weet dat hij hierover niet compleet kan zijn, omdat ik ze domweg niet allemaal ken, en er van veel van deze bijzondere makkers erg weinig beschreven staat. Het sortiment Na ruim 1300 woorden is het dan eindelijk zover, het aan u voor te stellen sortiment van deze bijzondere makkers. En dat dan weer in de systematische wijze, volgens alfabet, zoals u dat van mij gewend bent. ‘Ik hoop niet dat u inmiddels al horendol afgehaakt bent, want nu komt het er op aan!’ x Amelasorbus Deze geslachtshybriden, er zijn er drie van, is in den beginne in de natuur ontstaan uit een Amelanchier species x een Sorbus species. Deze oervorm is in Amerika ontstaan, in de staten Idaho en Oregon, waar beide ouders ook volop aanwezig zijn. Het blad is deels samengesteld: geveerd van de moeder lijsterbes, met een topblad van de vader. Het is een grote struik, meerstammig of kleine boom met een vrij uitstaande takstand en een ruwronde kroonvorm. De bloeiwijze zijn witte bloeiende trosjes van witte bloemen van mama Sorbus, gevolgd door donkerrode bessen met een blauwe gloed erover heen tot zwart aan toe, van papa Amelanchier. De onderstaande twee hybriden zijn beide ontstaan uit verschillende kruisouders. De derde is niet in cultuur en dus minder interssant om aan u voor te stellen. x Amelasorbus hoseri Vermoedelijk ontstaan uit een kruising tussen x Sorbopyrus auricularis x Amelanchier canadensis. Zoals u ongetwijfeld al gezien heeft, is de moeder of vader zelf ook een geslachtshybride tussen Sorbus en Pyrus, die ik u verder zal besparen. De boom is in 1936 gemaakt door een onbekende die werkzaam was in het arboretum Kornik in Polen. ‘Wat een fantastische bomentuin is dat daar zo tussen Poznan en Kalisz en wat staan daar gigabomen in een gigantisch bomenreservaat van meer dan 40 ha groot met maar liefst meer dan 3300 verschillende species! Al met al de moeite meer dan waard om daar eens een dag of wat rond te wandelen.’ Morfologisch gezien is deze makker een grote

www.boomzorg.nl

31


meerstammige struik of kleine boom tot ca. 6-7 meter hoog met een grauwgrijze stam en ovaal tot obovaat blad, onvolledig geveerd met meestal 2 tot 3 bladjukken en een groot topblad. De bladrand is gaafrandig en met een spitse top aan de deelblaadjes. De bladkleur is middengroen en matglazend. Aan de onderzijde lichter en met een gele tot oranjegele herfstkleur. De vruchten zijn rode tot donkerrode besvruchten met een blauwe tot zwarte glans. x Amelasorbus jackii Een kruising tussen Amelanchier florida x Sorbus scopulina en gevonden tussen beide ouders in, in de bergen van Idaho in 1925. Een krachtig groeiende opgaande boom tot ca. 8 meter, in het natuurlijk verspreidingsgebied vanzelfsprekend meerstammig. De kroonvorm is eivormig tot ovaal met sterke takken omhoog gaand. De bladeren zijn elliptisch tot eirond en wisselend met onvolledig geveerde bladeren en 4 tot 10 cm lang, afhankelijk van de bladsamenstelling. De bladrand is vaak gezaagd en de onderzijde van de bladeren is licht behaard. De bloemen hangen in trossen van 5-6 cm met prachtige witte bloemen en de vruchten zijn kogelrond en blauw berijpt, zo groot als een erwt.

x Chitalpa tashkentensis Deze bijzondere species behoort tot de grote familie van de Bignoniaceae of te wel de trompetboomachtige, waarvan de meeste leden in de (sub) tropen groeien. De x Chitalpa is een intergenerische hybride ontstaan uit Chilopsis linearis x Catalpa bignonioides. De Catalpa draagt de Nederlandse naam zuidelijke trompetboom en de Chilopsis heet dan Woestijnwilg, een letterlijke vertaling van Dessert Willow. De soortnaam linearis betekent lijnvormig en slaat op de smalle bladeren. Dit is een vrij onbekende boom in onze

x Chitalpa tashkentensis 'Pink Dawn'

x Amelosorbus jackii

32

www.boomzorg.nl

x Chitalpa tashkentensis 'White Cloud'

streken omdat hij niet geheel winterhard is en als wintergroene boom wordt dat wat lastig. Op een beschutte plek zonder noordoostenwind gaat het prima en als orangerieplant is het een beauty. Meestal struikvormig, maar ook als kleinere boom in cultuur. x Chitalpa is in 1964 in in ‘elkaar gesleuteld’ door professor Andrei M. Russanov van de Botanische Tuin in Tashkent in de Russische republiek Oezbekistan. De boom is in 1977 geschonken aan Robert Hebb van de Botanische Tuin van New York die voor verdere verspreiding van deze


bijzondere boom zorg gedragen heeft. Dat noemen we ‘in cultuur’ brengen, wat u al meerdere malen in de verschillende delen van het feuilleton hebt kunnen lezen. De bastaard x Chitalpa is wel redelijk winterhard, tot ca. – 18 graden C in de gematigde streken, dus niet te hoog richting de noordpool aanplanten! Deze grappemaker is ook niet wintergroen. De boom wordt, afhankelijk van de enthoogte tot 8 meter hoog met een ronde kroon, eerst wat eivormig, maar later volledig rond. Als je de boom überhaupt vindt op een kwekerij is het vrijwel altijd een grote, meerstammige struik. Als hoogstam wordt de boom altijd boven veredeld op een onderstam van Catalpa bignonioides. Deze herkenbare stam met een volstrekt andere bladerkroon brengt menig liefhebber of bomenkenner vaak in grote verwarring. Bijzonder zijn de smalle en lange elliptische bladeren van 15 tot 20 cm lengte, die lichtgroen zijn van kleur. De bloeiwijze is iets kleiner dan van Catalpa en groter dan die van mama Chilopsis. Hij heeft, net zoals alle leden van de familie van de Bignoniaceae, grote trompetvormige klokken met 5 kelkbladeren, waarvan de onderste groter is dan de rest. De bloemen staan in bloemtuilen en zijn alternerend of verspreid staand langs de centrale bloemsteel. Een bijzonder fraaie boom die veel zon nodig heeft om te bloeien en in geen enkele collectie zou mogen ontbreken. Een bijzonder mooie boom heb ik in mijn Bomenallee op de Floriade 2012 in Venlo geplant, er staat er één op de Nieuwe Ooster in Amsterdam en er staan ook

x Chitalpa tashkentensis stamschors.

drie fraaie makkers in Hilversum. Er bestaan er twee CV’s van deze hybride, te weten ‘Morning cloud’ en ‘Pink Dawn’, vanwege de bloemkleur…; die u zelf mag raden! x Citrofortunella hybriden Er zijn 7 verschillende x Citrofortunella-bastaards, allemaal kruisingen tussen citroenen, mandarijen, kumquats, en noem maar op. Ze behoren allemaal tot de familie van de Rutaceae, de ruitachtigen. Ook maken ze deel uit van de Citrusclan, die bekend staan als citroen, sinaasappel, grapefruit, en andere smakelijke vruchten uit de subtropen en tropen. Het geslacht Citrus is een van de moeilijkste geslachten om uit elkaar te houden. Er zijn zoveel soorten, soort- en geslachtshybriden, CV’s en andere mengvormen. ‘Je wordt er stapelgek van!!’ en dat allemaal omdat de vruchten al eeuwenlang door de mens genuttigd worden als vruchtvlees of als sap. De verschillende soorten komen vrijwel over de hele wereld in een brede schil van Mediterrane gewassen van nature voor, hun verspreidingsgebied loopt vaak allemaal nog ook eens door elkaar of overlappen elkaar. ‘Ja, echt een taxonomisch feestje die Citrus-clan!’ Wel allemaal subtropische en tropische makkers, maar ook wel redelijk tot behoorlijk winterhard. Goed kijken en lezen voor je wat koopt! Een van de vele bovengenoemde kruisingen zijn de geslachtshybriden van x Citrofortunella en daar stel ik er twee van aan u voor, beide met verschillende soorten van kruisouders.

x Citrofortunella floridana; een mix van Citrus aurantiifolia x Fortunella japonica. Een wintergroene kleine boom die sinds 1923 in cultuur is. Hij is tot ongeveer 5 meter hoog, met een ovaalronde kroon en leerachtige enkelvoudige bladeren zoals alle makkers binnen de clan. De bloeiwijze is wit met een rode gloed hij heeft eivormige gele vruchten met felgeel vruchtvlees die fris zurig van smaak zijn. Er zijn 3 CV’s van deze makker, ‘Eustis’, ‘Lakeland’ en ‘Tavares’, alle drie weer iets anders en alle drie vernoemd naar steden in de staat Florida. x Citrofortunella mitis, een bastaard van Citrus reticulata x Fortunella speciosa. Ook een wintergroene makker, kleiner dan de vorige, met een dichte en gesloten kroon. De bloeiwijze is ook wit en de vruchten zijn klein, plat, kegelvormig en oranje van kleur. Het vruchtvlees is echt afgrijselijk zuur, en ‘die smaak blijft dagen in je b.. hangen wat je ook doet, drinkt , eet. Niks helpt je om je compleet scheef getrokken gezicht weer enigszins in de oude stand terug te krijgen, niks een dag of wat lijden en dan ….Pfff ’ x Citroncirus webberi Dit is een kruising tussen de geslachten Citrus sinensis en Poncirus trifoliata. Deze kleine boom of brede struik grote krachtig uit tot ca. 5 meter hoogte met een bossige ronde kroon met lange buigzame twijgen met enorme groene doorns erop tot wel 5 cm lengte. Deze mooie en zeer ‘kindvriendelijke’ eigenschap heeft de species van moeder Poncirus, die bekend (????) staat om die

x Citrofortunella floridana.

www.boomzorg.nl

33


grote doorns waar echt niets en niemand ongeschonden door heen loopt. ‘Prima toepasbaar als hufterbestendige beplanting in het Openbaar Groen’. De blaadjes zijn of enkelvoudig zoals papa of 3-tallig zoals mama. De boom is wintergroen, met leerachtig blad met een gave bladrand en middelgroen van kleur, met heerlijk ruikende grote witte bloemen en kogelachtige vruchten van 5-6 cm dik, en zuur en bitter, ’je wilt het niet weten!’ Toch worden deze zure krengen gebruikt om dranken en voedsel een frisse taste of bite mee te geven en dan is het wel smakelijk, zegt men maar zo rauw …?? De kruising is gemaakt door P.B. Webb (17931854) een Engelse botanicus. De boom is pas in 1897, 43 jaar na zijn dood in Engeland in cultuur gebracht en is redelijk tot goed winterhard, vooral dankzij de genetische inbreng van mama. + Citrus aurantium ‘Bizzarria’ Deze makker is ontstaan uit een kruising van Citrus aurantium, de citroen en de zure sinasappel Citrus medica. De soortnaam aurantium betekent glanzend goudgeel en de CV naam spreekt toch voor zich! Deze in 1640 in de villatuin van de welgestelde bankiersfamilie Panciatichi ontstane gestapelde kruising van een citroenent, veredeld op een onderstam van een zure sinaasappel, leek eerst niet aan te slaan, maar later produceerde de plant een scheut precies op de plek van vereniging van de twee species. Voor zover bekend is dit de alleroudste beschreven chimaera ooit. Het is een kleine boom tot ca 5-6 meter hoog met een onregelmatig ronde kroon. De jonge twijgen zijn lang en buigzaam met deels stompe en buigzame doornen en deels scherpe, harde doorns, van beide ouders wat. Het blad is ook vaak een middeling tussen pa en ma met 2 of 3 verschijningsvormen aan 1 boom. Ellipsvormige bladeren, 7-12 cm, 12 -15 cm tot wel 18 cm lang en deels gezaagde en deels ongezaagde bladranden aan de licht gevouwen leerachtige bladeren. De bloemen van het individu zijn wit met een rode zweem voor uitlopen met 5 grote petalen en een bos witte meeldraden met gele helmknoppen. De vruchten zijn heel bijzonder, onregelmatige ronde vruchten als een flinke sinaasappel met een kleurenscala van egaal groengeel tot donkeroranje. Ook komen er veel gestreepte varianten voor gele banden op groene vruchten of gele strepen op oranje makkertjes. Heel vaak zit er een vreemd soort navel aan de vrucht. Het vruchtvlees onder de groene delen

34

www.boomzorg.nl

x Citrofortunella mitis bloem en blad.

+ Citrus aurantium 'Bizzaria' vrucht.


van de vrucht zijn vreselijk zuur en onder de gele en oranje delen zoet, naast elkaar in een vrucht. De makker doet zijn CV-naam ‘bizzar’ recht aan. Voor toepassing in onze streken is deze species prima toepasbaar als orangerieplant of op een zeer beschutte plek tegen een zuidmuur, uit de wind en uit de kou en ‘je hebt een grote bijzonderheid in je bezit’. ‘Nog allemaal aan boord vrienden…?’ + Crataegomespilus dardarii Deze chimaera is ontstaan aan een oude boom, precies op de veredelingsplek van een Crataegus monogyna-onderstam en de geënte Mespilus germanica. De entbastaard werd in 1894 ontdekt in de tuin van de familie Mons Dardar te Bronvaux, bij Metz in Frankrijk. Hier was een mispel geënt op een meidoorn zoals dat nog altijd heel veel gebeurt. Op die entplaats ontsproot zomaar een wat behaarde en doornige twijg met gaafrandiger blad dat aanzienlijk kleiner was dan dat van de meidoorn. Die tak kreeg grote witte bloemen, alleenstaand of met 2 of 4 bijeen. De twijg groeide door tot een flinke tak en door zogenaamde ‘ogen’ (‘hoef ik toch niet uit te leggen, hé??’) van deze tak te occuleren op Crataegus monogyna ontstond er een kleine, bossig groeiende boom die meer op een mispel lijkt, maar toch ook weer niet. Het wordt uiteindelijk een grote struik of kleine boom tot 6-7 meter hoog met een vrij ronde bossige kroon. De smalle bladeren zijn 6-15 cm, lang elliptisch met spitse top en met meestal een

+ Ctataegomespilus dardaii 'Jules d'Asniere'.

gave of soms zwak gekartelde bladrand, donkergroen en aan de onderzijde lichter blijvend zacht behaard. De herfstkleur is prachtig donkergeel met rode accenten, schitterend. Deze makker bloeit eind mei met bloeiende behaarde tuilen, prachtig witte bloemen tot 4 cm in diameter en langer gesteeld dan die van Mespilus met 15-20 meeldraden en lange behaarde kelkbladen. Ook de vruchten zijn verschillend van vorm, maar meestal lijken ze op die appelachtige mispel, maar ook wel op de bessen van meidoorn met vele tussenliggende vormen en ook verschillende vormen aan één boom. Er zijn 2 CV’s van deze bastaard die beiden gewonnen zijn van de moederboom. Zo zie je wat voor verschillen aan een individu kunnen ontstaan als de genetische eigenschappen gestapeld zijn. Elke tak kan anders zijn qua blad, qua bloemgrootte en qua vrucht. Heeeel bijzondere chimaeren! + Crataegomespilus dardarii ‘Asnieresii’ De CV-naam dankt de boom aan Jules d’Asnières, de oppertuinman van de familie. Deze CV lijkt veel meer op de Crataegus-vader qua kroonvorm en uiterlijke kenmerken. De bladeren aan bladstelen van 1.5-4 cm lang, zijn breed eivormig en meestal boven het midden zwak gelobd, de 3-5 lobben en de punt stomppuntig toelopend of kort afgerond. De rand is vrijwel gaaf of onduidelijk gekarteld. Het blad is bij uitlopen eerst aan beide kanten zacht behaard en later alleen aan de onderkant blijvend behaard. De jonge twijgen zijn zacht behaard en later kaal, roodbruin.

De boom bloeit zeer rijk met eerst wit en later wat roze kleurende bloemen in 5 tot 14 bloemige, zacht behaarde en wat overhangende tuilen. De bloemen zijn 2 tot 3 cm in doorsnede en schotelvormig, de sepalen (kelkbladen) zijn korter dan de petalen (??? u mag het zeggen) en de geslachtsdelen bestaan uit 15-20 meeldraden en 2-3 stijlen. De vrucht is een besvrucht van ca. 1cm in diameter, glanzend bruin en lijkt op die van de papa meidoorn. De andere CV van dezelfde moederboom, maar vanuit een andere tak doorgeteeld, is + Crataegomespilus dardarii ‘Jouinii’. Deze species is vrijwel gelijk aan de vorige, met als verschillen dat deze species veel vroeger – zo’n 10 tot 14 dagen - bloeit en geheel steriel is. In één Engels botanische boekwerk in mijn bibliotheek is er ook nog sprake van + Crataegomespilus batesonii. Deze bastaard zou weer het midden houden tussen de bovenstaande hybriden maar zou dan toch weer zo verschillend zijn dat een aparte soortnaam op zijn plaats is. Uw schrijver kan dat niet bevestigen of ontkennen, omdat ik ook van het bestaan en dus ook van zijn verschijningsvorm niet af wist en de beschrijving in genoemd boekwerk zich ook beperkt tot bovenstaande. ‘Oh ja, bijna vergeten, maar de bovenstaande species behoren tot mijn meest ‘favoriete’ familie van de Rosaceae. Een aantal species bezorgen uw schrijver aan het eind van het jaar hele fijne feestdagen door prachtig licht en heerlijke warmte van het geweldige vlammenspectakel in mijn open haard!’ x Crataemespilus Deze hybride is rond 1890 in Frankrijk ontstaan door een normale bevruchting tussen wederom een Crataegus monogyna en een Mespilus germanica. Dezelfde kruisouders als de bovenstaande, maar met nogal wat verschillende morfologische kenmerken en de ontstane species zit qua verschijningsvorm tussen beide ouders in en de boom is ook homogeen in deze opbouw. Lijkt in bloeiwijze en bladvorm het meest op de mispel, maar de bloemen hebben geen lange kelkslippen en doornige takken. De vruchten lijken meer op die van Crataegus. De kruising is in de natuur ontstaan gemaakt en door ene meneer Gillot, waar verder geen enkele informatie over te vinden is, gevonden en onder

www.boomzorg.nl

35


zijn eigen naam in cultuur gebracht. Een tot 6 m hoog wordende struik of kleine boom met sterk afstaande en iets overhangende twijgen. x Crataemespilus gillotii Het is een grote struik of kleine meerstammige boom of als hoogstam opgekweekt. Tot ca. 5-6 meter hoog, met afstand iets hangende takken. De stamschors is van vader Crataegus, dus lichtbruin en op latere leeftijd in banen afschilverend. De kroon is warrig rond met heel veel twijgen. De bladeren zijn heel verschillend: met aan de jonge twijgen elliptisch en 2-6 cm lang met vage lobben aan de top en onregelmatig fijn gezaagde bladrand. De bloemen zijn groot en wit en hangen in trossen van 5 tot 9, soms 11 bloemen of meer in een tros. De vruchten lijken op de besvruchten van papa en zijn roodbruin van kleur. x Crataegomespilus grandiflora De soortnaam grandiflora vertaald naar het Nederland is ‘met grote bloemen’. Dit is ook een ‘normale’ kruising en deze keer tussen Crataegus laevigata x Mespilus germanica. De boom is rond 1800 in de vrije natuur gevonden. De verschijningsvorm is heel anders dan zijn broertje, zusje of zeg maar zijn ‘eustje’. Een opgaande kroonvorm en ook als hoogstam tot 8-9 meter hoog. Ook hier zijn de bladeren zeer verschillend, aan vruchttwijgen 3-7 cm lang en meestal elliptisch tot ovaal en regelmatig. Het bovenste derde deel van het blad is zwak gelobd, onregelmatig fijn gezaagd of getand. Het blad aan de twijgen is meestal zwak gelobd, matglanzend donkergroen en van onder helder groen en blijvend behaard. De twijgen zijn eerst zacht behaard en later kaal, glanzend rood/bruin met zeer kleine lenticellen. De bloemen zijn groot, tot wel 3.5 cm in diameter en sneeuwwit met behaarde steel en kelk, kelkslippen zijn half zo lang als de kroonbladen en zeer fijn gezaagd of soms gaaf, de bloem heeft 2-3 stijlen en een hele tros meeldraden De appelachtige vrucht is tot 1.5 cm in diameter en sterk lijkend op misspels en bruin tot roodbruin van kleur. Zo, dat waren een aantal species uit de Rutaceaeën en Rosaceaeën! Bij lange niet complete, want met name de geslachten uit de Rozenfamilie, die kunnen er wat van, dat kruist van nature zo snel, het lijken wel konijnen! Zo zijn er kruisingen met de namen Crataegosorbus, Sorbomespilus, Sorbaronia, Pyrosorbus, Sorbopyrus, Malupyrus en zo kan

36

www.boomzorg.nl

x Crataegomespilus grandiflora.

ik even doorgaan met die konijnen, deels in de vrije natuur ontstaan en deels door menselijke bemoeienis, maar ze zijn er. + Laburnocytisus adamii De + Laburnocytisus adamii is ontstaan in 1825 in Frankrijk op de kwekerij van Jean Louis Adam in Vitry een plaatsje onder Parijs, door op een onderstam van Laburnum anagryoides een ent te zetten van Cytisus purpureus. Precies op de entplaats is een knop geactiveerd tot twijg met de bijzondere eigenschappen, de opeenstapeling van chromosomen van beide ouders. In dit geval ook de uiterlijke kenmerken van beide ouders qua blad en bloeikleur door de gestapelde kenmerken naast de kenmerken van het nieuw ontstane individu. + Laburnocytisus behoort tot de enorm uitgebreide familie van de Papillionaceae, de vlinderbloemigen met een honderden geslachten en duizenden soorten, vars, en CV’s. De boom wordt als hoostam vaak veredeld, zowel hoog als laag

en dan vrijwel altijd op Laburnum anagryoides, dus mooi donkergroen met lenticellen op de stam. De bloemkleur van Adams regen is vleeskleurig. Deze kleur ontstaat doordat de bloemen van de Laburnum-ouder geel en de bloemen van de Cytisus-ouder purperrood zijn. Door een gele epidermis (opperhuid) en een purperrode corium (lederhuid) wordt de kleur vleeskleurig of rose-achtig zoals ongeveer de huidkleur van het blanke ras. De bladeren van het nieuwe individu zijn weliswaar drietallig, maar kleiner dan van de Laburnum en met langere stelen. De blaadjes van de Cytisus (de brem) zijn, zoals jullie wel weten, veel kleiner en scherper. Op het voormalig Floriade 2012-terrein in Venlo staat nog altijd in mijn Bomenallee, een exemplaar met alle drie de bladvormen en alle drie de bloemkleuren en dat is echt heel bijzonder. De laatste in dit deel van het feuilleton voor ik weer gigantisch op mijn kl…. krijg van opperhoofd Hein dat het verhaal weer te lang is, maar deze laatste wil ik u absoluut niet onthouden.


x Sycoparrotia sem. 'Prins Claus'.

x Sycoparrotia semidecidua Deze wintergroene en winterharde bastaard komt van oorsprong uit Zwitserland waar een natuurlijke kruising ontstond tussen een Parrotia persica x Sycopsis sinensis. Het was 1950 op de boomkwekerij van P. Schönholzer in Basel dat dit ritueel plaatsvond en in 1951 werden de zaden opgepot en kwam de verrassing boven drijven. Het geslacht behoort tot de familie van de Hamamelidaceae, de toverhazelaars. Het is van oorsprong een struikachtig wezen tot ca. 4 meter hoog en er zijn 2 CV’s van. x Sycoparrotia semidecidua ‘Purple Haze’ Een selectie uit de soort, dus een struik maar met donkerrood tot purperachtig gekleurd leerachtig blad. Lang en omgekeerd eivormig blad, 10-12 cm lang en 4-5 cm breed. De grootste breedte net boven het midden van het blad en vanaf daar ook 5 kleine tanden aan beide bladranden, bijzonder en mooi. De bloeiwijze is tussen beide ouders in, kleine donkerbruine tot bruinrode bloemblaadjes met een gele topje als een roosje. Prachtige combinatie van blad en bloeiwijze, een sierraad voor de plek waar hij de mens kan verblijden met zijn aanwezigheid. De aller-, allerlaatste van 2014 en hoe toepasselijk: x Sycoparrotia semidecidua ‘Prins Claus’ Een ‘botanisch kind’ van de Grootmeester uit Oudenbosch, Ome Piet van der Bom van de Koninklijke …. die ons helaas op 22 november j.l. ontvallen is, in de gezegende leeftijd van 88 jaar. Een groot verlies voor de familie en vrienden en voor de dendrologie in Nederland. We mochten

x Sycoparrotia semidecidua blad met gloed.

zeer waardig afscheid nemen van deze aimabele mens en groot dendroloog in de door hem zo geliefde basiliek in Oudenbosch. Zijn kruisings- en selectiewerk leverde een boom op, een hoogstam die een opgaande, ovaalvormige kroon maakt tot 8-9 meter hoog. De stam vertoont sterke gelijkenis met die van moeder Parrotia met afschilverende plaatjes waardoor de geelgroene stamvlekken ontstaan en de boom heeft een goede takzetting op de central leader. Deze bijzondere Sycoparrotia heeft glanzend groene leerachtige bladeren met een opvallend gezond uiterlijk. Het jonge blad verschijnt half april met een rode blos, blijft tot februari-maart van het volgend jaar groen aan de boom. De kleine tot ca. 1 cm in diameter grote, gele bloemetjes verschijnen in maart, juist als de boom zijn bladeren gaat wisselen. Ze lijken op de bloem van Hamamelis en vormen een prachtige verschijning op het naakte hout. Zodra de bloei op zijn einde loopt, zo'n 2 weken later, staat de boom al weer in blad. De boom verdraagt heel goed een standplaats in verharding en is daarom uitstekend geschikt voor smallere lanen en straten als er sprake is van een goed vochthoudende bodem, want dat heeft een wintergroene boom altijd nodig om ook in de winter zijn vochttoestand op peil te houden. Deze echt schitterende boom verdraagt snoei erg goed en is dus ook bruikbaar als haag op stam, zodat een perfecte wintergroene afscheiding gemaakt kan worden. De boom kent geen plagen of ziektes, en is, in tegenstelling tot veel andere wintergroene bomen, zeer winterhard. Een topper van een boom die u als boombeheerder snel moet toevoegen aan uw bomenbestand!

Afsluitend Zo, dat was het, waarde lezers van dit feuilleton, de laatste van 2014 en niet de meest eenvoudige, maar wel af en toe noodzakelijk om u bij de les te houden en vooral om een bijdrage te leveren aan uw vakkennis en u trachten over te halen om bepaalde species aan te planten in stad of dorp of in het sortiment van uw boomkwekerij op te nemen. ‘Ik wens u hele fijne feestdagen en een geweldige jaarwisseling toe, met veel genoegen, en wees voorzichtig met de vuurpijlen!!’ Groet

DGA Mauritz Adviseurs & Taxateurs BV

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-5009

www.boomzorg.nl

37


Jaap Smit: ‘Geen mineermot betekent minder bloedingsziekte, dus experimenteer met mineermotvrije kastanjes’ Aesculus indica is dé vervanger voor onze paardenkastanje Zowel witte kastanjes als roodbloeiende familieleden onder Aesculus zijn extreem gevoelig voor kastanjebloedingsziekte, helaas. Wellicht biedt de veel onbekendere Indische kastanje soelaas? Dendroloog Jaap Smit, werkzaam bij Cobra Boomadviseurs, denkt van wel. Auteur: Santi Raats Foto’s: Jaap Smit In 2010 voerde de universiteit Wageningen een praktijkonderzoek uit naar de tolerantie tegen kastanjebloedingsziekte van zowel carnea, hippocastanum als indica. De resultaten toonden aan dat indica nog 2,6 procent aantasting liet zien. Sommige sortimentskenners zijn echter van mening dat indica zich wél goed resistent toont tegen kastanjebloedingsziekte. Dendroloog en boomadviseur Jaap Smit, net terug van een studiereis in Engeland, heeft vers geschoten foto’s van indica die nog volop in blad stonden, onaangetast. Zijn stelling luidde bij terugkomst: ‘geen mineermot, minder vatbaar voor bloedingsziekte’. ‘Geen mineermot, minder kans op KBZ’ Smit baseert zijn aannames deels op publicaties, deels op wat hij met eigen ogen in de praktijk heeft waargenomen. ‘Opvallend is dat A. hippocastanum en A. turbinata (Japanse kastanje), beide uit de sectie Aesculus, allebei door de mineermot en door de kastanjebloedingsziekte

38

www.boomzorg.nl

Jaap Smit


worden aangetast. Daartegenover staat dat er nooit serieuze aantastingen van mineermot zijn gezien in soorten uit de secties Calothyrsus, Macrothyrsus en Pavia, van het geslacht Aesculus. Aantasting door de kastanjebloedingsziekte kwam in de sectie Pavia wel voor, maar minder frequent dan in de sectie Aesculus. Het zou te maken kunnen hebben met de inhoudsstoffen van de soorten in de verschillende secties. Ik ben geen wetenschapper, maar zie op internet diepgravende publicaties waarin verschillen van stoffen tussen de verschillende secties duidelijk naar voren komen. Dat sterkt mijn idee dat we voorlopig verder kunnen gaan met soorten die nu vrij lijken van mineermot. Of de bacterie ook een voorliefde heeft voor bepaalde soorten en andere liever links laat liggen, moet nog blijken.’ Indica Smit gaat verder: ‘In de sectie Pavia zijn verschillende soorten die op beperkte schaal ook in Nederland zijn aangeplant. Deze soorten zijn hier prima winterhard en worden groter dan we denken: Aesculus flava kan de twintig meter zeker wel halen. Helaas bloeien de soorten uit de sectie Pavia geel, roze of rood. Uit de sectie Calothyrsus is waarschijnlijk alleen Aesculus indica een boom voor de toekomst. Zelf heb ik tweemaal Aesculus chinensis wilsonii geprobeerd, en tweemaal vroor de boom bovengronds af. Van Aesculus indica zijn nauwelijks grote bomen te zien. Wel staan er sinds 1994 28

Henry Kuppen

Aesculus indica, blad.

bomen langs de vijver in Arboretum Oudenbosch. Verder wordt er door enkele vooroplopende gemeenten (zoals Leidschendam-Voorburg) wat geëxperimenteerd met deze boomsoort als vervanger voor de gewone paardenkastanje. Helemaal ziektevrij zijn de indica’s niet. Met name bladvlekkenziekte wil aan het einde van de zomer nog wel eens wat ontsieren. Die aantasting is minder ernstig dan die van de mineermot en

staat een goede bloei niet in de weg.’ Toch viel de gezondheid van Aesculus indica in Engeland Smit positief op. Tijdens een studiereis, half oktober, zag hij in Westonbirt, het nationale arboretum van Engeland, zeer gezonde exemplaren, op dat moment nog volop gezond in blad en met een beginnende gele herfstkleur. Anderhalf jaar eerder zag hij elders in hetzelfde park bloeiende exemplaren, eveneens zeer gezond. ‘De bomen die ik in Westonbirt zag, droegen helaas – of misschien gelukkig – maar weinig kastanjes. Slechts ongeveer twintig stuks ontkiemden nu in Nederland. Overigens heeft het zaaien van deze soort mijn voorkeur: weg van de monocultuur, genetische variatie moet! Ik heb ook geen idee wat de onderstam van geënte exemplaren – meestal veredeld op Aesculus hippocastanum – doet. Leeft Pseudomonas ook onder de grond, op wortels van Aesculus hippocastanum? Kortom: plant eens wat Aesculus indica op eigen wortel. Zijn die niet verkrijgbaar, neem dan geënte exemplaren van de cultivar ‘Sydney Pearce’. De Indiase kastanje is het planten waard. Dat is een boodschap aan de boombeheerders, maar zeker ook aan boomkwekers. Ga ze kweken! Experimenteren moet!’ Controle op soortechtheid Smit wil nog even waarschuwen: ‘Let wel op soortechte levering. Want het gebeurt dat Aesculus hippocastanum wordt geleverd in plaats

www.boomzorg.nl

39


Fons van Kuik

van A. indica. Ook hier is toezicht op levering dus meer dan noodzaak.’ Mineermoteffect op KBZ: praktijkwaarnemingen versus wetenschap Henry Kuppen is het eens met de stelling van Jaap Smit: ‘geen mineermot, minder KBZ’. ‘In Den Haag staan op plein 1814 tachtig tot negentig jaar oude Baumanii, die amper lijken te zijn aangetast. De reden dat roodbloeiende kastanjes aanvankelijk niet gevoelig leken, zou inderdaad iets te maken kunnen hebben met de kastanjemineermot. Dit motje is in staat om bij een boom al vroeg in het seizoen bladval te veroorzaken, maar blijft ver van roodbloeiende kastanjes vandaan. Waarschijnlijk komt dat door het 'rode' bloed dat via Aesculus pavia in deze kastanjes is gekweekt. Aesculus x carnea en A. flava worden, ook als ze tussen de witte Europese kastanjes staan, nauwelijks aangetast. De wetenschappers onder ons zijn het hier overigens niet mee eens en stellen dat hiervoor geen bewijs is, maar het lijkt me volstrekt logisch dat een zware aantasting door de mineermot zorgt voor daling van vitaliteit en dus voor een hogere gevoeligheid.’ Wetenschapper Van Kuik van PPO reageert inderdaad op zijn minst sceptisch op de stelling: ‘De stelling klopt niet. Neem Aesculus x carnea: géén mineermot, wél kastanjebloedingsziekte!’ Met de vuistregel ‘meer weerstand, minder ziekte’ is Van Kuik het allicht eens, maar hij is wel van mening dat we specifieke zaken zoals boomziekten – of

40

www.boomzorg.nl

mensenziekten – moeten nuanceren. ‘Neem bijvoorbeeld ebola. Hoef je je daarover geen zorgen te maken als je helemaal gezond bent? Het gaat ook om infectiedruk; als die maar hoog genoeg is, dan bezwijkt zelfs een organisme met een hoge weerstand.’

Aesculus indica, De Segrez, 2013.

Aesculus indica als oplossing? Kuppen sluit zich direct aan bij Jaap Smit in de discussie rond Aesculus indica. ‘Ja, indica kan een oplossing zijn; experimenteren dus! Het begint natuurlijk bij de kwekers, die deze boom nauwelijks hebben staan. Kew Gardens in Londen heeft prachtige volwassen exemplaren staan en hierop komt de paardenkastanjebloedingsziekte, Pseudomonas syringae pv aesculi, nog steeds niet voor. De soort lijkt ook niet gevoelig voor de paardenkastanjemineermot, Cameraria ohridella.’ Van Kuik geeft tegengas wat betreft de vermeende hoge tolerantie van Aesculus indica tegen kastanjebloedingsziekte: ‘De bacterie Pseudomonas syringae pv aesculi, die kastanjebloedingsziekte veroorzaakt in paardenkastanje, is exact dezelfde als de bacterie die in 1969 werd geïsoleerd uit bladvlekken in Aesculus indica uit Himachal Pradesh in Noord-India. Indica is dus niet resistent, maar het lijkt of die bacterie geen kastanjebloedingsziekte in deze soort veroorzaakt. Dat is wel degelijk een onderzoek waard, want we moeten hierover niet te snel conclusies willen trekken.’ Aesculus indica, Westonbirt, 2014.


Jaap Smit: ‘De Aesculus indica is de Indiase paardenkastanje. De boom heeft twee grote voordelen. De bladeren van de boom worden tot nu toe niet aangetast door de kastanjemineermot. Verder lijkt de bacterie die de kastanjebloedingsziekte veroorzaakt (Pseudomonas syringae pv aesculi) geen vat op deze soort te krijgen. Lang geleden is de bacterie die de gewone en rode paardenkastanje massaal omlegt, al aangetroffen op zijn Indiase soort, maar een bloedingszieke boom van A. indica is nog niet aangetroffen. Aesculus indica komt van nature voor in het noorden van India, in Pakistan en het noordoosten van Afghanistan. Hoewel je dat van India niet zou zeggen, kan het in die regio flink koud zijn. De Himalaya is dan ook dichtbij. Aesculus indica kan bij ons dan ook probleemloos buiten overleven. Alleen als kleine boom is de soort nog wat vorstgevoelig. En een enkele keer kan een late nachtvorst hier nog een tikje uitdelen. In zijn herkomstgebied wordt A. indica 30 meter hoog. Hij groeit daar in bosachtige, voedselrijke gebieden. In Nederland zal de boom zo hoog niet worden. In de Londense Kew Gardens benaderen bomen van deze soort die geplant zijn in 1935 die hoogte echter wel. Van een van de bomen daar is de selectie Sydney Pearce genomen. Deze kloon is genoemd naar de assistent-curator van de Kuppen realiseert zich terdege dat uit de literatuur is gebleken dat op de Indische paardenkastanje al de aanwezigheid van paardenkastanjebloedingsziekte is vastgesteld. Hij wil echter wijzen op een voordeel dat hem opviel: ‘In India is Pseudomonas syringae inderdaad al in de jaren

Aesculus indica, stam.

botanische tuin in Kew. Deze prima boom heeft dichtere bloeiwijzen dan de soort. Ook in Nederland wordt deze selectie aangeboden. Opvallend is de bloei, die vier tot zes weken later ligt dan bij de paardenkastanjes die we kennen. Dat is een kwestie van wennen. Voor bijen is het echter interessant: tijdens de bloei van Aesculus hippocastanum zijn er volop drachtplanten die bloeien. Als A. indica bloeit, is de dracht voor bijen al een stuk kleiner. Deze boomsoort is dus een welkome aanvulling op de maaltijden van bijen en andere nectarverzamelaars. Met grote witte kaarsen met bloemen is de boom tijdens de bloei de opvallende verschijning die we willen. De Indiase paardenkastanje heeft ook theoretisch goede papieren om ons het beeld van statige paardenkastanjes een beetje terug te geven. We duiken daarvoor even de indeling van het geslacht in. Aesculus wordt namelijk onderverdeeld in vijf secties met daarin nauw aan elkaar verwante soorten. Dat zijn de secties Parryanae (met Mexicaanse kastanjes), Aesculus (met A. hippocastanum en A. turbinata), de sectie Calothyrsus met onder meer de verwante soorten A. chinensis met ondersoort A.c.wilsonii, A. assamica en A. indica, de sectie Macrothyrsus met de bekende herfstkastanje A. parviflora, en de laatste sectie – Pavia - met de Amerikaanse soorten Aesculus flava, A. glabra en bijvoorbeeld A. pavia.’ 60 op het blad van Aesculus indica aangetroffen, maar het lijkt zich hierop veel minder agressief te ontwikkelen. Er zijn in Nederland tot op heden geen gevallen bekend dat de paardenkastanjebloedingsziekte heeft geleid tot afsterving van de Indische paardenkastanje.’ Kuppen wijst, net als

Smit, op soortechtheid: ‘Interessante bijkomstigheid is natuurlijk wel de vraag of de boomsoort in het veld ook herkend en juist benoemd wordt! Maar indica blijft de moeite waard om eens goed over na te denken.’ De toekomst Oplossingen voor een toekomstbestendig bomenbestand, dat niet steeds maar weer wordt opgerold door de volgende ziekte, zitten hem volgens Kuppen in diversiteit: ‘We moeten niet op één soort focussen, maar veel meer variëteit binnen het geslacht aanbrengen. Met een grotere variatie aan boomsoorten en cultivars is de impact van een ziekte op het bomenbestand als geheel veel minder ingrijpend. Kwekers zijn aan zet om die minder gevoelige soorten te kweken. Voor kwekers kan het nu al interessant zijn om die prachtige volwassen Aesculus hippocastanumzaailingen te vermeerderen die nog steeds niet zijn aangetast. Aan de inrichters van de buitenruimte is het om paardenkastanjes te blijven toepassen. Voor hen zou het goed zijn als ze in mogelijkheden blijven denken en niet alleen redeneren vanuit eventuele moeilijkheden. Vanwege vermeende beperkte gevoeligheid voor ziektes is er nu bijvoorbeeld een overwaardering van Tilia tomentosa en Gleditsia triacanthos. Er is nog steeds een toekomst voor de paardenkastanje, maar daarvoor zijn onderzoekers, kwekers en ontwerpers met creatief lef aan zet.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-5002

Aesculus indica, Sydney Pearce, bloem en knop.

www.boomzorg.nl

41


Ome Piet

Jaren geleden, pas van de middelbare tuinbouwschool, kwam ik ome Piet van der Bom tegen. Pas geplante platanen lieten hun blad vallen. ‘Oh, ik zie het al’, zei een kordaat mannetje met rode wangetjes op zijn Brabants. De man met stropdas en regenjas wendde zijn blik tot mij en zei op een vaderlijke manier: ‘U moet die bomen niet zo diep planten, daar houden ze niet van.’ Ik viel hierdoor een beetje stil, maar uit de gemoedelijke toon kon ik opmaken dat de opmerking goed bedoeld was. Voortaan lette ik bij het planten op dat de boom niet te diep werd geplant. Jaren later vroeg mijn van oorsprong Brabantse teamleider of ik mee wilde naar de familie Van der Bom. ‘Natuurlijk’, zei ik, en wij togen de dag daarop met een groene bus naar het Brabantse land. Toen we de koepel van de basiliek zagen, wisten we dat we goed zaten; tomtoms bestonden immers nog niet. Op een gegeven moment zagen we het bordje van de Royal Nurseries voor ons. Grandioos werden wij onthaald. Ik voelde mij de koning van Lombardije. We kregen koffie met cake. Bij het vierde plakje cake moest ik mij verontschuldigen; ik kreeg de cake niet meer weg. Op een gegeven moment stapte ome Piet op uit de voorkamer en loodste ons langs de kamer naar een soort serre met laarzen die Napoleon nog gedragen kon hebben. De laarzen waren altijd te groot, maar dat deerde niet. Via de serre liepen we door de tuin naar de garages. Daarna stapten we in een prachtige blauwe auto van Scandinavische makelij van een type uit mijn prille jeugd. Ook stond er in de tuin nog een auto die de Amerikanen na de Tweede Wereldoorlog hadden achtergelaten. Met gierende banden reden we naar de verschillende tuinen. Prachtige bomen stonden daar. Vaak iets te oud, omdat ome Piet maar moeilijk afscheid van zijn precious kon nemen, althans zo leek het. Als een ware leraar plantkunde ratelde hij als een mitrailleur de Latijnse namen op. Als een veldmaarschalk liep hij over de kwekerij. Als je iets te lang bleef stilstaan, bijvoorbeeld omdat er een mooie vrucht was te bewonderen, was ome Piet al verder. Hij had dan niet in de gaten dat je zijn snelle tempo niet

42

www.boomzorg.nl

kon volgen. De soppende, te ruime laarzen, die we hadden gekregen om te dragen, droegen daar natuurlijk ook niet aan bij. Ik herinner me ook nog het diner met ome Piet zijn vrouw Joske. We werden dan Bijbels verwend. Na het eten steevast koffie uit een glazen koffiepot op een spiritusbrander. Als het brandertje werd gedoofd, liep het water volgens natuurkundige wetten langs de koffie en nam het prettige aroma in zich op. Naast de koffie kregen we een lekker Mexicaans koffielikeurtje. Tijdens het eten sprak ome Piet over het koningshuis en de paus. Foto’s in de hal getuigden van zijn rijke ervaringen. ’s Middags gingen we vaak langs het St. Annaklooster, het Zouavenmonument en natuurlijk de basiliek, waar je de invloed van ome Piet als een warme deken om je heen voelde. Ome Piet z’n religieuze schilderkunst maakte veel indruk. Dan nog even langs het huis voor een frisje, om daarna als een vorst uitgezwaaid te worden, op weg naar het noorden. Met een in een zalig gebaar gevouwen handen liet ome Piet zijn warme vriendschap blijken. Ik heb mij nooit zo gastvrij onthaald gevoeld. De godsvruchtige, gastvrije plantkundige Piet van der Bom is niet meer. De herinneringen aan deze bijzondere man zijn er nog wel. Eigenlijk moeten we als monument in iedere gemeente een Tilia tomentosa ‘Brabant’, een van ome Piets plantaardige nazaten, planten. Alleluja Ome Piet! Groet, Chris Winter Chris Winter is werkzaam als groenbeheerder bij de gemeente Castricum.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-5006


Foto: Dirk Doornenbal Nationale Bomenbank.

Capelle kiest bij ophoging voor behoud van bomen

Ophogen van de bodem is in het westen van Nederland een bedreigende activiteit voor bomen In Capelle aan den IJssel liggen van oorsprong moerassige veengebieden waar later woonwijken zijn gebouwd. Om woningbouw mogelijk te maken, verlaagde men de (grond)waterspiegel. Dit heeft echter één belangrijk nadeel: er komt meer zuurstof in de bodem, waardoor organische bestanddelen gaan verteren. Het gevolg is inklinking en zakking van de bodem. De huizen zijn gebouwd op palen, maar de omliggende buitenruimte is niet gefundeerd, waardoor deze met het veen mee zakt. Vanwege de ongelijke zakking moeten om de 10 à 20 jaar de rioolaansluitingen worden vervangen en moet het maaiveld worden opgehoogd. Een dergelijke ophoging kan echter desastreus zijn voor de aanwezige bomen in de wijk. Auteurs: Paul Geluk (gemeente Capelle aan den IJssel), Erik Koppelaar (Bomenwacht Nederland) en Dirk Doornenbal (Nationale Bomenbank)

Het ophogen van de bodem is in het westen van het land een van de meest bedreigende activiteiten voor bomen. Het opbrengen van een pakket grond leidt namelijk tot minder toetreding van zuurstof in de bodem. Hierdoor krijgen de boomwortels te maken met een (tijdelijk) tekort aan zuurstof. Soorten als populier, wilg en els hebben het vermogen tijdelijke zuurstoftekorten te overleven en eventueel nieuwe wortels aan te maken in de ophoging. Echter, soorten die van nature meer op hogere gronden voorkomen hebben hier grote moeite mee. Daarnaast kan een ophoging ook leiden tot een veranderende waterhuishouding in de bodem. Ook hier geldt weer dat de ene soort hier beter mee omgaat dan de andere. Al met al kan een bodemophoging een verminderde conditie, een vermindering

van de levensduur en zelfs het volledig afsterven van de bomen tot gevolg hebben. Waardevolle bomen behouden Het lijkt in dit soort situaties dan ook onvermijdelijk dat er bomen gerooid worden en vervangen door nieuwe aanplant. Daarmee verdwijnen echter belangrijke volwassen bomen die de wijk structuur en aanzien geven. Daarom kiest de gemeente Capelle aan den IJssel ervoor niet zomaar bomen te rooien, maar in de voorbereidingsfase onderzoek te doen naar de mogelijkheden om waardevolle bomen te behouden voor de wijk. Een voorbeeld hiervan is de wijk ’s-Gravenland. Ook hier was het tijd voor bodemophoging en

Daarmee verdwijnen echter belangrijke volwassen bomen die de wijk structuur en aanzien geven rioolvervanging. Na afronding van deze werkzaamheden heeft nagenoeg de gehele wijk een nieuw rioolstelsel en ligt de bestrating weer op het oorspronkelijke aanlegniveau. Ook het groen is daarin aangepakt, maar niet alles is zomaar gerooid. Twintig grote platanen langs de wijkontsluitingsweg, de Sibeliusweg, zijn verplant c.q. gelicht om zo het karakteristieke beeld te behouden.

www.boomzorg.nl

43


Foto: Paul Geluk Gemeente Capelle aan de IJssel.

In de voorbereiding op het totale project van de Puccinibuurt-Noord, de laatste fase van de wijk ’s-Gravenland, heeft de gemeente opdracht gegeven aan Bomenwacht Nederland om de kwaliteit van de twintig platanen aan de Sibeliusweg te onderzoeken en daarbij ook te kijken naar de verplantbaarheid. Bij de voorbereiding van projecten wordt binnen de gemeente Capelle aan den IJssel altijd vooraf zorgvuldig gekeken naar de vitaliteit van de bomen. Ook de locatie en de aard van de werkzaamheden spelen een rol in de afweging of bomen behouden kunnen worden of niet. In het

44

www.boomzorg.nl

Foto: Erik Koppelaar Bomenwacht.

geval van de Sibeliusweg betreft het 20 platanen met een stamdiameter van 40 à 50 centimeter. Deze bomen hebben een beeldbepalend karakter voor de weg, maar ook als entree van de wijk. Des te meer reden om te onderzoeken of de bomen behouden konden blijven, ondanks de geplande ophoging van zo’n 50 centimeter. Inspanningen verrichten Na bestudering van het boomtechnisch onderzoek van Bomenwacht Nederland heeft de gemeente Capelle aan den IJssel ervoor geko-

Ook de locatie en de aard van de werkzaamheden spelen een rol in de afweging of bomen behouden kunnen worden of niet


klaarbare keuze. Sinds kort werkt de gemeente Capelle aan den IJssel met het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen. Dit handboek is als richtlijn gebruikt bij het borgen van de kwaliteit in het bestek. Na het aanbestedingstraject is de opdracht voor de verplanting verleend aan de Nationale Bomenbank. Bepaald was dat het werk moest worden uitgevoerd in één werkweek, alleen ’s avonds en ’s nachts, vanaf 19.00 uur tot 6.00 uur. Een hele uitdaging, zelfs voor een bedrijf met de nodige ervaring. Het betreft hier namelijk een hoofdroute voor het openbaar vervoer.

De bomen zijn eerder al eens

lijk hergebruikt. Alleen het zwaar doorwortelde bomenzand is afgevoerd. Rond de kluiten is vervolgens nieuwe bomengrond verwerkt onder RAG-keur. Het resterende bomenzand is hergebruikt in het midden van de plantstrook. De komende jaren krijgt het de tijd om uit te rijpen en opnieuw nuttig te zijn voor de bomen. Met het lichten van de twintig platanen zijn deze belangrijke bomen behouden voor de wijk. De gemeente Capelle aan den IJssel kiest er daarmee voor bewust met haar waardevolle bomen om te gaan. Dat kan alleen door in de voorbereiding van projecten bomen mee te nemen in een integrale aanpak en mogelijkheden voor behoud te onderzoeken. En al kost behoud de nodige inspanning, het is absoluut de moeite waard.

verplant en hebben zich daarna goed ontwikkeld in het aangebrachte bomenzand De Nationale Bomenbank heeft bij het lichten van de bomen gebruik gemaakt van de traditionele verplantmethode. Dit betekent het gecontroleerd hijsen van de bomen aan de stam door middel van speciale hijsbanden. De bomen hebben namelijk een stamdiameter van 40 à 50 cm, wat inhoudt dat de verplantingskluit een doorsnede heeft van 3 à 3,5 meter. Het voordeel van traditioneel verplanten is dat er vierkante kluiten gemaakt kunnen worden. Hierdoor blijft er zo veel mogelijk wortelvolume gespaard en kan een dergelijke grote boom veel stabieler verankerd worden dan met een ronde kluit.

zen de bomen te gaan verplanten c.q. lichten. Omdat de bomen niet allemaal op gelijke afstand stonden, is er een tekening gemaakt met de toekomstige locaties, zodat er na het lichten van de bomen een gelijkmatig beeld ontstaat. Bomenwacht Nederland heeft vervolgens de opdracht gekregen het bestek te schrijven en toezicht te houden op de uitvoering ervan. Dit was niet gebruikelijk voor de gemeente Capelle aan den IJssel, die haar bestekken doorgaans zelf schrijft. Echter, gezien het specialistische karakter van de beoogde verplanting was het wel een ver-

De bomen zijn gelicht, vooruitlopend op de daadwerkelijke bodemophoging. Daarbij zijn de bomen tijdelijk op een soort terpen gezet. Om uitspoeling van grond en verdroging van de kluiten en het wortelgestel te voorkomen, is een bijzondere voorziening getroffen in de vorm van houten bekistingen om de kluiten. Na de ophoging zullen deze worden verwijderd. Toekomstkansen creëren Een belangrijk aspect bij het aanslaan en doorgroeien van de verplante bomen is de groeiplaatsinrichting. De bomen zijn eerder al eens verplant en hebben zich daarna goed ontwikkeld in het aangebrachte bomenzand. De Nationale Bomenbank heeft dit bomenzand zo veel moge-

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-5010

www.boomzorg.nl

45


Divers als het kan, uniform als het moet

Maak diversiteit voortaan tot de heersende norm Dit thema van Boomzorg is gefocust op diversiteit. We laten met opzet ‘bio’ – als in biodiversiteit – weg, omdat we het thema graag zo breed mogelijk in willen vliegen. Als redactie hebben we ons erover verbaasd dat dit thema zo veel enthousiasme bij de geïnterviewden losmaakte. Iedereen voelt op zijn klompen aan dat het alleen maar winst oplevert. Een mooiere openbare ruimte, meer resistentie tegen ziektes, en – waarom zouden we onszelf niet belangrijk vinden? – meer plezier voor de beheerders en ontwerpers van de openbare ruimte. Dan vergeet ik overigens nog een hele riedel voordelen als biodiversiteit, een gevarieerdere flora en fauna. Maar dat hoef ik u niet uit te leggen; ik had al gezegd dat u dit op uw klompen aanvoelt. Als redactie hadden wij daarom de discussie: waarom doen we dit dan nog zo weinig? Onze conclusie is een heel simpele. Het is net als met bloemen meebrengen voor je vrouw op vrijdag: je vergeet het makkelijk en misschien wel steeds makkelijker, maar als je het doet, levert het alleen maar voordelen op. Mijn idee zou dan ook zijn: maak diversiteit voortaan tot de heersende norm, en alleen als het niet anders kan, ga dan eenvormig planten. Is

Boompje pech, ontwerpertje reeds weg

Kortom, de ouderwetse vakman moet weer afgestoft worden meeste kwekers staan. Dat onderwerp moet je dus als ambitieus beheerder terugclaimen. Jij kent het sortiment en weet hoe dit toepasbaar is in straat of park. Zoek daarin verbindingen met de ontwerper. Andere voorbeelden in deze uitgave van Boomzorg laten zien dat dit gewoon kan. Misschien hoeft u niet zo ver te gaan als de gemeente Wijdemeren, die met deze variëteit een arboretum 2.0 maakt waarbij bewoners met de smartphone in de hand op zoek kunnen gaan naar die fantastische veelvuldigheid van ons vakgebied. Maar waarom eigenlijk ook niet? De techniek is beschikbaar en zoiets integreren is voor een beetje whizzkid een fluitje van een cent. Met vriendelijke groet, Hein van Iersel hein@nwst.nl Hoofdredacteur

diversiteit daarmee een makkelijk kunstje? Nee, want voor diversiteit zijn substantieel meer kennis en vaardigheden nodig van alle betrokkenen. Je snoeiregime wordt anders en complexer, je hebt meer kennis nodig van sortiment en habitus. Kortom, de ouderwetse vakman of -vrouw moet weer afgestoft worden. Een van de beheerders die wij interviewen in deze uitgave, roept: ‘Boompje pech, ontwerpertje reeds weg.’ Natuurlijk heeft hij daarin gelijk. Dat onderwerp moeten ambitieuze beheerders dus claimen. Iedereen weet dat er zo veel Acers geplant worden omdat deze vooraan in de catalogi van de

46

www.boomzorg.nl

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.boomzorg.nl/artikel.asp?id=19-5013



Boomrooierij Weijtmans

Wij danken u voor het vertrouwen wat wij dit jaar hebben mogen ontvangen en wensen u prettige feestdagen toe.

Kreitenmolenstraat 175

Tel. 013 - 511 14 83

algemeen@weijtmans.nl

5071 BD Udenhout

Fax 013 - 511 43 73

www.boomrooierijweijtmans.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.