Fieldmanager4 2014

Page 1

Jaargang 10 nr. 4, 2014

Vakblad voor Sportveldbeheer

Sportvelden ziektevrij maken op volle stoom

Clubvoorzitter Koob Benjamins • Van toppers naar topgras • Galabau Neurenberg • Biologische bestrijding • Veld reinigen op volle stoom • De spuit gaat eruit • Kees van Veen • WK hockey • Roterend veld • Clubs rooien eigen ies at v akker • Onderzoek naar garantieregeling • Geen garantie, o n maar spelgarantie • Led there be light • Social return in 14 0 2

D L E

SP

V T R





48

Kees van Veen: ‘Waarom zou een aantal sportactiviteiten niet uit het sociale zorgbudget kunnen komen?’

Sportbedrijf Sportspectrum in de gemeente Alphen aan den Rijn geeft momenteel het nieuwe gemeentebeleid gestalte. Nu de gemeente zorgtaken en budget vanuit de landelijke overheid toegeschoven krijgt, wil Alphen aan den Rijn ‘sport’ voor een deel in deze zorgportefeuille onderbrengen. Sport en bewegen brengen de zorgkosten immers naar beneden. Hiermee wil het de gevolgen van bezuinigen op sport minimaliseren.

www.fieldmanager.nl

5


Colofon Fieldmanager -een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt in een gemiddelde oplage van 1.900 exemplaren verspreid onder sportveldbeheerders in dienst van gemeentes, sportclubs en aannemers. Fieldmanager is het belangrijkste Nederlandse vakblad voor sportveldonderhoud waarbij de praktisch ingestelde vakman centraal staat.

22

‘Vriendendiensten en hart voor de club zijn pijlers waar de gemeente zich nooit op kan bogen’ Interview Per 1 juli heeft gemeente Hoogeveen het beheer en onderhoud van sportpark De Meulewieke overgedragen aan voetbalver-

Redactie & commercie NWST NeWSTories bv Fransestraat 41 I www.fieldmanager.nl M info@fieldmanager.nl

eniging Noordscheschut, de enige van de Postbus 569 6500 AN Nijmegen T 024-3602454 F 024-3602464

Hoofdredacteur: Hein van Iersel Bladmanager: Santi Raats (santi@nwst.nl) Broer de Boer (broer@nwst.nl) Advertenties: Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Peter Jansen (peter@nwst.nl) Vormgeving: Marie Cecile Oosterhout Abonnementen 69,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. ISSN: 2212-4314 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Fieldmanager c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Fieldmanager wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

6

www.fieldmanager.nl

sportclubs die vrijwillig met een plan over de brug kwam om te verzelfstandigen. Voorzitter Koob Benjamins: ‘Ik zag het al meteen in de cijfers: wat de gemeente vroeger deed, kunnen wij beter.’

52

Led there be light Sportveld Innovaties In 2011 organiseerde dit vakblad in samenwerking met Philips een expertpanel over de toepassing van ledverlichting in de sportbranche. Philips, toen én nu comfortabel marktleider op het gebied van sportveldverlichting, meldde bij die gelegenheid dat het

en verder Acueel 8 Nieuws 16 Van toppers naar topgras 30 Galabau Neurenberg 42 Onderzoek BSNC naar garantieregeling 44 Gemeente Den Haag en AH Vrij sluiten overeenkomst voor kunstgrasveld met twaalf jaar performance-garantie

bezig was met een ledoplossing voor sport en dat dit innovatie-varkentje op

Achtergrond

een haar na gewassen was.

18

Enkel nog chemie tussen gemeenten

40 56

en verenigingen Clubs rooien eigen akker Social return

Column 62 Hoofdredactioneel


inhoud 38

Nieuwe innovatie biedt meerdere ondergronden voor sport in één Sportveld Innovaties

Het eerste 3D veld in Nederland is een feit. Het werd onlangs onder grote belangstelling geopend door de Eindhovense burgemeester Rob van Gijzel. Staan we aan de vooravond van een nieuwe revolutie in sportvelden?

28

Veld reinigen op volle stoom Sportveld Innovaties De gemeente Westland heeft in samenwerking met adviseur Arno Westhoven van Cav Agrotheek besloten een veld te laten stomen om het te bevrijden van schadelijke aaltjes. Deze vorm van grond ontsmetten gebeurt al decennialang in de glastuinbouw. Heeft deze manier van ontsmetting toekomst voor de Nederlandse golfbanen en sportvelden?

36

WK Hockey-stadion stralend middelpunt na periode van stuivertje-wisselen Actueel Het WK Hockey, dat werd gehouden tussen 31 mei en 15 juni, is weer een voldongen feit. Het Kyocera-stadion, met plaats voor 15.000 toeschouwers, vormde de basis voor een sfeervol toernooi met allure, waarin beide Nederlandse teams de finale bereikten en het vrouwenteam de wereldbeker in de wacht sleepte. Coördinator WK Hockey Frank van der Peet kan tevreden zijn. over zich heen gelegd kreeg.

www.fieldmanager.nl

7


Nieuws VHG en Citaverde

Votex komt met zelf-

sluiten licentieover-

rijdende klepelmaaier

eenkomst bedrijfs-

voor tuin en park

opleidingen Citaverde Bedrijfsopleidingen in Roermond is vanaf nu officieel licentiehouder van de VHG Brancheopleiding. Rien van der Spek, voorzitter van branchevereniging VHG, en Marcel Creemers, directeur van CITAVERDE Bedrijfsopleidingen, tekenden daarover gezamenlijk een overeenkomst. De VHG Brancheopleiding is een vaktechnische deeltijdopleiding voor werkenden in de groene sector of mensen die in de toekomst in de sector willen gaan werken en niet beschikken over een vakdiploma. In drie jaar wordt de deelnemer in de avonduren opgeleid voor het hoveniersdiploma dat wordt uitgegeven en erkend door Branchevereniging VHG. De brancheopleiding is van belang voor het regionale groene bedrijfsleven, om daarmee nog beter in staat te zijn medewerkers te voorzien van de juiste kwalificaties. De focus op vaktechniek en de praktijk staat centraal in de opleiding. Directeur Marcel Creemers van Citaverde Bedrijfsopleidingen vindt een goede aansluiting en samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven een must voor goed vakmanschap. ‘Met het voeren van de VHG Brancheopleiding wordt het vakmanschap geborgd en verder uitgebouwd in Limburg.’

8

www.fieldmanager.nl

Met het terugschroeven van de kwaliteitseisen voor openbaar groen kan het interessant zijn om voor het maaien van bermen, openbaar groen en parken klepelmaaiers in te zetten. Het maaibeeld is beter, klepeldekken gaan beter met lang gras om en zijn minder gevoelig voor oneffenheden. Naast de voordelen zijn er natuurlijk ook nadelen. Een klepeldek heeft meer toeren en dus hydrauliek nodig. Het gewoon vervangen van de cirkeldekken voor klepelmaaiers is dus niet de oplossing. Dat merkte Ransomes, die in 2011 op de Demodagen kwam met een pilot van deze machine. Dit bleek geen succes. Votex-directeur Gerrit van Nieuwenhuizen meldde tijdens de onlangs gemaakte DPC-persreis dat deze fout niet opnieuw gemaakt is bij de zelfrijdende Votex klepelmaaier. Deze zelfrijder is from scratch ontwikkeld door de eigen R&D-afdeling van Votex. Volgens Van Nieuwenhuizen heeft het daarbij wel geholpen dat het bedrijf naast Votex machines ook John Deere machines bouwt en assembleert. Van Nieuwenhuizen: ‘De kunst van een goed klepeldek is de juiste balans tussen open en dicht. Bouw je een compleet dicht dek, dan is dit weliswaar heel veilig, maar het kost zeer veel vermogen. Maak je het dek volledig open, dan kost dit relatief weinig vermogen, maar is de omgeving niet veilig voor rondvliegende brokstukken.’ Op de DPC Polderdag zal Votex een driedelige

versie laten zien. De machine die tijdens de DPCpersreis werd getoond, was een aangepaste John Deere zelfrijder.

AH Vrij koopt intelligente Vicon strooier AH Vrij heeft een nieuwe Vicon strooier gekocht, die op het gebied van het instellen van het strooibeeld de laatste stand van de techniek in huis heeft. De Vicon RO-EDW weegstrooier is uitgerust met GEOspread. Dit biedt de mogelijkheid om op ieder veld de vereiste kunstmestdosering te strooien. Dus ook op velden met een onregelmatige vorm of met obstakels, zonder dat er sprake is van overlap of overgeslagen stukken op de kopakker. Het GEOspread-systeem kan wordt bediend met elke universele ISOBUS-terminal met sectiecontrole-functies. Omdat niet alle velden rechthoekig zijn, kan de optimale werkbreedte variëren. Het strooien van bijvoorbeeld een schuin of gebogen perceel leidt tot onder- of overdosering of strooien buiten de perceelgrenzen. De Vicon maakt een flexibele werkbreedte mogelijk en minimaliseert deze ongewenste overlap, bespaart zo uiteindelijk kunstmest en leidt tot een betere gewaskwaliteit. De Vicon strooier wordt geleverd door Voets Tractoren.


Het tijdperk van de autonome tractor is begonnen De Dutch Power Company (DPC), een holding waar onder andere Herder, Votex, Conver, Probotiq en Louis Nagel onder vallen, zal tijdens haar Polderdag op 26 juni een autonome tractor presenteren. De machine, die de naam Conver Greenbot meekrijgt, zou in staat moeten zijn om via teach&playback vooraf opgenomen taken uit te voeren, en dit volledig zelfstandig en zonder chauffeur. Het oranje prototype van deze autonome trekker is ontwikkeld in een samenwerkingsverband tussen de DPC-dochters Probotiq en Conver. Dit jaar wordt het prototype getest en de 0-serie komt naar verwachting vanaf voorjaar 2015 op de markt. De Greenbot wordt aangedreven door een sterke, nieuwe Perkins 110 pkmotor die sinds één jaar op de markt is. Verder heeft de autonome tractor vierwielaandrijving, een voor- en achterhefinrichting en een kruipgangoptie.

Behalve met de al genoemde teach&playbacktechnologie is de Greenbot ook voorzien van een ‘dynamische pad-planning’, waarmee routes volledig van tevoren berekend kunnen worden. Het prototype is een 1,30 meter breed model, dat onder meer geschikt is voor sportvelden en boomgaarden. Bij Conver was het model van

Verschoor Almkerk

Bodem alsBodem basis als basis EquipmentEquipment Groen en Recreatie Groen en Recreatie Biocentrum Altena Biocentrum Altena

BESTRIJDEN VAN ENGE

RLINGEN

is ijden van engerlingen Voor het effec tief bestr ie lat pu po , ort n vereiste. So verstand van zaken ee al. cia en zijn cru en tijdstip van bestrijd ier op r en tevens uw leveranc eu vis ad dé is Vos Capelle . ve gewasbescherming het gebied van effec tie IS VOOR UCTEN, ÓÓK DE KENN NIET ALLEEN DE PROD EN GRAS. N VAN BOMEN, PLANTE EEN GEZONDE GROEI

www.voscapelle.nl -Capelle 0416 - 311 326 Hoofdstraat 35 Sprang

Natuurlijk goed

1,50 meter ook al te zien, in aanbouw. Volgens DPC gaat de Greenbot rond de 125.000 euro kosten. Voordeel van de Greenbot is dat je zowel voor als achter deze autonome robot allerlei soorten werktuigen kunt hangen. Nagel en Conver worden dealer van de Greenbot.



Nieuws

Royal Reesink neemt O. de Leeuw Groentechniek over Royal Reesink versterkt dochteronderneming Stierman BV met overname O. de Leeuw Groentechniek BV Royal Reesink heeft met de aandeelhouder van O. de Leeuw Groentechniek BV, gevestigd in Hattem, een principeovereenstemming bereikt over overname van 100% van de aandelen. O. de Leeuw Groentechniek is een onderdeel van de eveneens reeds meer dan 200 jaar bestaande O. de Leeuw Groep. Het bedrijf importeert een compleet assortiment kwaliteitsmachines van topmerken voor bos, tuin en park voor professioneel en particulier gebruik, waaronder de merken Eliet, Etesia, Pellenc, Westermann, Solo en Alko. De onderneming behaalde over 2013 met negen medewerkers een omzet van bijna € 3,5 miljoen. Stierman BV is een kleinere organisatie binnen Royal Reesink die al vele jaren actief is in de markt voor bos, tuin en park, maar vooral met toebehoren en onderdelen. De geplande samenvoeging met O. de Leeuw Groentechniek versterkt beide organisaties substantieel. Onder de naam ‘Stierman De Leeuw’ zal via wederverkopers een compleet assortiment aan machines, toebehoren en onderdelen in de markt van bos, tuin en park worden gezet. Partijen streven ernaar de overname in het vierde kwartaal af te ronden. Stierman De Leeuw zal op de huidige locatie van Stierman BV worden gehuisvest.

Husqvarna komt met fleet services Iedereen weet dat het belangrijk is machines periodiek te onderhouden. Dat is beter voor de machines en bespaart uiteindelijk geld. Tractoren en zelfrijders zijn daarom voorzien van een urenteller. Op handgereedschappen als trimmers en kettingzagen ontbreekt dat; tenminste, op dit moment. Husqvarna komt met een sensor op de markt die bedoeld is voor professionele machines en via een online webapplicatie inzicht geeft in het gebruik van de machine. Het basisidee is, zoals altijd, simpel. Op de machine wordt een sensor gemonteerd. Deze sensor doet feitelijk niets meer dan het tellen en timen van het aantal vonken van de bougie, en weet op die manier of de machine werkt en op welk toerental. Deze gegevens worden eens per dag volautomatisch doorgestuurd naar het web via een basisstation dat in de loods staat opgesteld. Afhankelijk van de gekozen configuratie kan met de urenregistratie ook de identiteit van de gebruiker worden meegestuurd. Het is dan wel nodig dat de gebruikers worden voorzien van een gebruikerspas.

Dit is niet meer dan een soort creditcard voorzien van een RFID-chip, die de gebruiker bij zich moet dragen. Het fleet services-systeem is de afgelopen tijd uitvoerig getest bij een aantal Nederlandse hoveniers.

Nationale Gazondemodag zoomt in op bodem Op woensdag 24 september vindt in het Utrechtse Eemnes de landelijke praktijkdag voor gazonaanleg en -onderhoud plaats. Op deze breed gedragen manifestatie voor hoveniers en gemeentelijk groenbeheerders tonen bekende bedrijven uit de sector de laatste ontwikkelingen in gazongras, bemesting, gewasbescherming en tuin- en parktechniek. Speciale aandacht is er tijdens deze lustrumeditie voor de bodem, die aan de basis staat van een mooi en topfit gazon. Na vier succesvolle edities heeft de Nationale Gazondemodag als proef- en praktijkplatform voor de gazonsector zijn naam gevestigd. Het evenement trekt elk jaar honderden groenprofessionals, die hier de praktijk aan den lijve ondervinden en volop mogelijkheden hebben om hun ervaringen uit te wisselen. Er is van alles te zien, van live demonstraties van machines – die ook zelf uitgeprobeerd mogen worden – tot heuse voorbeeldgazons, die ter plekke aan een inspectie worden onderworpen. Bovenop het reguliere programma krijgt u dit keer extra bagage mee over de bodem. U wordt bijgepraat over bodemanalyse, bodemverbeteraars, bodemvochtgestuurd beregenen en bodembewerkingen. En aan de hand van een profielkuil wordt de conditie en de kwaliteit van de bodem visueel beoordeeld. De Nationale Gazon Demodag kent een doorlopend programma van 10.00 -17.00 uur en wordt gehouden op het terrein van Gramefo Graszoden in Eemnes (Utrecht). De toegang is gratis na voorinschrijving via deze website. De gezamenlijke organisatoren rekenen op een toeloop van honderden

Verschoor Almkerk

Bodem alsBodem basis als basis EquipmentEquipment Groen en Recreatie Groen en Recreatie Biocentrum Altena Biocentrum Altena

www.fieldmanager.nl

11


Nieuws hoveniers en groenvoorzieners. ‘Deze breed gedragen manifestatie heeft de groenprofessional veel te bieden in de zin van toegespitste vakkennis, de laatste actualiteiten en noviteiten en een platform voor het uitwisselen van ervaringen met vakgenoten’, zegt woordvoerder René de Munnik. De Nationale Gazon Demodag is een initiatief van graszaadbedrijf Advanta, meststoffenleverancier DCM, John Deere-dealer Kraakman Perfors en O. de Leeuw Groentechniek en wordt mede mogelijk gemaakt door Eliet, Vredo, Bras Fijnaart, RainTech en Altic.

Wave zet volgende stap in verduurzaming onkruidbeheer Heet water lijkt een van de meest geëigende middelen om onkruid te bestrijden op verharding. Nadeel van de methode is dat deze relatief veel energie kost. Door de inzet van zonneboilers probeert Wave Weed Control uit Eindhoven de hoeveelheid benodigde energie en daarmee de kosten te verlagen. Dit systeem wordt nu voor het eerst toegepast in Eindhoven in opdracht van het sw-bedrijf Ergon; het is ontwikkeld door Wave Weed Control in samenwerking met Rivusol uit Eindhoven. De zonnecollectoren hebben een totaal oppervlak van 40 vierkante meter. Ze zijn aangesloten op een gesloten buizenstelsel gevuld met water. Via een warmtewisselaar wordt de zonnewarmte overgedragen op water in het 5000 liter grote boilervat. Dankzij de opwarming tot circa 60 graden Celsius kan Wave een enorme besparing op het gebruik van fossiele brandstoffen realiseren. Commercieel directeur Hiddema spreekt over ongeveer 40 tot 60 procent; de CO2-uitstoot vermindert en de gebruiksprijs wordt lager. Volgens Hiddema zou

12

www.fieldmanager.nl

de benodigde investering in drie tot vier jaar zijn terug te verdienen. Het opgewarmde water uit de boiler wordt door een slang in enkele minuten overgepompt in een normale Wave High Series 75/30. Dit is een zelfrijdende machine, die warm water kan inslaan en reeds een aantal maanden op de markt is. Met de Wave High Series kunnen maximaal twee man met behulp van heetwaterschoffels de onkruidbestrijding op verhardingen uitvoeren.

Dick Nootenboom vertrekt bij Nootenboom Sport Het gaat niet goed in de bouw en dus ook niet met de grote bouwbedrijven. Soms betekent dat ontslagen en soms een strategische heroriëntatie.

Dat laatste is aan de hand met marktleider BAM, die haar gespecialiseerde groenbedrijven onder één paraplu wil samenbrengen. Concreet betekent dit dat Nootenboom Sport, BAM Milieu en Mostert De Winter onder één directie en op één locatie zullen worden samengevoegd. Directeur Dick Nootenboom van het sportbedrijf Nootenboom Sport heeft daaruit de conclusie getrokken dat hij zijn carrière elders wil voorzetten. Dick Nootenboom: ‘Ik kreeg de vraag om verder te gaan met het GWW-bedrijf Nootenboom Barendrecht. Ik wilde mijn 28 jaar ervaring in de sport echter niet achter me laten en ben daarom ingegaan op een uitnodiging van René Rosmolen van Infra Holland bv om partner te worden in dit bedrijf. Wij onderzoeken op dit moment of we een eigen sporttak kunnen opzetten.’

Import Yanmar naar Louis Nagel Geert Jaspers van Louis Nagel meldt dat zijn bedrijf met ingang van 1 juli de officiële import van de Yanmar compacttractoren over zal nemen. Jaspers: ‘Wij zijn in de hogere pk-klassen voldoende vertegenwoordigd met Landini en Cormick. Alleen in de compact-klasse hadden wij niets. De moeder van Landini en Cormick, Argo, verkoopt onder eigen label wel compact-tractoren, maar dat zijn eigenlijk Kioti tractoren. Omdat Kioti in Nederland bij Pols zit, konden wij deze niet in ons assortiment opnemen. Yanmar is wat dat betreft een goed alternatief. Het bedrijf heeft een goede reputatie, ook al is het marktaandeel in Nederland nooit erg hoog geweest.’ In eerste instantie zal Louis Nagel compacts van Yanmar tot 50 pk gaan verkopen. Jaspers hierover: ‘Yanmar heeft al aangeven dat ze ook gaan komen met tractoren met een traploze transmissie tot 60 en 70 pk. Ook die machines zijn welkom, zeker in combinatie met de mogelijkheden van Probotiq.’ Yanmar werd voorheen in Nederland verkocht door Lozeman. Gerben Lozeman van dit bedrijf meldde enige maanden geleden op deze site dat Yanmar het contract had opgezegd en dat het op zoek was naar een nieuwe importeur. Lozeman verwachtte bij die gelegenheid dat de eigen vestiging van Yanmar de import zou gaan verzorgen.


Langwerkende meststof

• Speciaal voor sportvelden, tees en fairways • Uniek en innovatief • NPK • Wateroplosbare calcium en magnesium • Mini-korrel

Everris Benelux T +31 (0)418 65 57 80 E info.benelux@everris.com

www.everris.nl


Aannemersbedrijf Van Wijlen B.V. Heistraat 112a - 5161 GJ Sprang-Capelle - Telefoon (0416) 27 95 69 - Telefax (0416) 28 17 64 www.vanwijlen.eu - info@vanwijlen.eu

• Groenvoorziening

• Afvoer en recycling

• Grondwerk

• Aanleg en onderhoud sportvelden

• Wegenbouw

• Transport

• Riolering

• Landschapsonderhoud

GRONDIG

IN VELDEN EN WEGEN

Als bedrijf is Kybys volop in groei en ontwikkeling. Momenteel is Kybys op zoek naar uitbreiding van haar team met een enthousiaste projectleider. Het zwaartepunt van de projecten ligt daarbij op buitensportaccommodaties. In de functie van projectleider is een sterk gevoel voor commercie en communicatie van groot belang. Als projectleider van Kybys ben je zowel procesmatig, inhoudelijk als commercieel gesprekspartner voor onze opdrachtgevers. Binnen afzienbare tijd ben je in staat om zelfstandig werk te genereren vanuit zorgvuldig opgebouwde relaties en nieuwe potentiële opdrachtgevers. Je houdt je dagelijks bezig met een breed scala aan werkzaamheden en begeleidt (sport-)projecten op het gebied van onder andere toekomstvisies, onderzoek en technische werkvoorbereiding. Daarbij schroom je niet om je ook in te zetten op projecten buiten dit werkveld. Je coacht, inspireert en weet hoe je mensen vertrouwen geeft. Je bent een teamspeler, kunt goed delegeren en richt je op kwaliteit, planning, budgetbeheer en communicatie. Je helpt en weet mensen in je omgeving te overtuigen. FUNCTIE EISTEN Je hebt: • HBO werk- en/of denkniveau; • Minimaal 3 jaar werkervaring bij een ingenieursbureau; • Relevante ervaring met civieltechnische, cultuurtechnische of aanverwante projecten; • Commerciële en technische competenties; • Affiniteit met en interesse in (buiten)sport zoals voetbal, hockey, tennis of atletiek; • Ervaring met projectmatig werken, plannen, organiseren, structureren en financieel beheren. Je hebt daarbij een streepje voor als je: • Kennis van en ervaring hebt met RAW-bestekken, UAV, UAV-GC, emvi en aanbestedingen; • Eerdere ervaringen hebt opgedaan met sportadvisering; • Kunt bogen op succesvolle ervaringen in een commerciële functie.

Je bent: • Altijd oprecht en open in je communicatie; • Commercieel sterk; • Enthousiast, scherp en doelgericht; je weet wat je wilt; • Ondernemend en inspirerend, je denkt in kansen en je trekt anderen mee in jouw enthousiasme; • Klantgericht, je wilt klanten optimaal bedienen en verrassen met slimme oplossingen; • Sterk in overtuigen, organiseren, coachen en financieel beheer. Wat wij bieden: • Een jonge en dynamische organisatie volop in groei en ontwikkeling; • Professionele begeleiding; • Ruimte voor ondernemerschap en nieuwe initiatieven; • Goede arbeidsvoorwaarden; • Hardwerkende en gezellige collega’s.

Reacties en/of sollicitaties graag richten aan: Rutger Schuijffel telefoon: +31 (411) 678 055 Naast Stedelijk gebied is KYBYS actief op het gebied van:e-mail: SPORTrutger.schuijffel@kybys.nl > NATUUR EN WATER > BEGRAAFPLAATSEN

> Vestiging Boxtel

> Vestiging Meppel

Bosscheweg 107-8- Postbus 371- 5280 AJ Boxtel

Gasgracht 3a- 7941 KG Meppel

telefoon: +31 (0)411 678 055

telefoon: +31 (0)522 247 477

e-mail: info@kybys.nl - www.kybys.nl

e-mail: info@kybys.nl - www.kybys.nl


Nieuws Hoogeveen inves-

teert in volkunststof atletiekbaan De gemeente Hoogeveen heeft voor sportpark Bentinckspark geïnvesteerd in een Beynon volkunststof atletiekbaan van Fieldturf. Beynon is voor de Nederlandse markt nog een relatief onbekend product, maar in Amerika is dat anders. Beynon leverde de toplaag waarop Tyson Gay in 2008 het wereldrecord op de 100 meter vestigde met 9,68 seconden. Daarnaast worden de Amerikaanse trials voorafgaand aan een Olympisch toernooi of wereldkampioenschappen op Beynon-tracks gehouden. In juli 2014 is het Track and Field Stadium in Eugene in de staat Oregon met een Beynon BSS 2000-toplaag gastheer van het jeugd-WK en de atletiekbaan is ook in de race voor het IAAF-wereldkampioenschap atletiek in 2016. In Hoogeveen wordt de constructie toegepast op het Bentinckspark. Projectleider Kees Boer hierover: ‘De meerwaarde van het Bentinckspark zit in de combinatie van onderwijs en sport, de kwaliteit van de sportvoorzieningen en het aantrekken van (sport) evenementen. De campus draagt bij aan diverse maatschappelijke doelen, zoals meer bewegen en talentontwikkeling.’ De gemeente Hoogeveen ging aanbesteden met de vraag of de markt binnen het budget een sandwich of volkunststof toplaag kon leveren. Gradus van Goor, uitvoerend projectleider van de gemeente Hoogeveen: ‘In overleg met Middelkoop Advies en Lomme Siebenga (adviseur van de Atletiekunie) hebben we ervoor gekozen de aanbesteding van de toplaag los te koppelen van de levering en installatie van de toplaag.’ Op deze manier wilde de gemeente de kwaliteit van beide specialistische

werkzaamheden (onderbouw/infra en toplaag) garanderen. Arcadis Realisatie bleek na de beoordeling van de inschrijvingen de meest economische aanbieder van de onderbouw en infra. Fieldturf Benelux bleek in staat beide toplaagopties tegen het scherpste tarief te kunnen realiseren binnen het beoogde budget. Arjan Knottnerus van Fieldturf Benelux: ‘Wij zijn erg tevreden met het binnenhalen van de opdracht om de toplaag te realiseren. Nog blijer zijn we met de timing: Fieldturf Benelux was in die week net in gesprek over samenwerking op het gebied van de aanleg van atletiekbanen met Beynon, een Noord-Amerikaans 100% zusterbedrijf binnen de Tarkettgroup.’ Ralph Jorissen, CEO van Fieldturf Emea: ‘Beynon is al decennialang marktleider wat betreft de aanleg van atletiekbanen in Noord-Amerika. Zij zoeken continu naar mogelijkheden om met hun kennis en ervaring uit te breiden.’

MVV Maastricht stapt ook over op kunstgras MVV uit Maastricht speelt volgend jaar in de Jupiler League nog op natuurgras. Over een jaar wordt er kunstgras aangelegd in De Geusselt om het stadion multifunctioneler te maken. Dat is te lezen op de website van Voetbal International. Komend seizoen spelen achttien Nederlandse profclubs op kunstgras. MVV Maastricht speelt komend seizoen nog op natuurgras, maar zal na dat seizoen ook overstappen op kunstgras. MVV is zelf verantwoordelijk voor de kosten.

Voetbalveld Amsterdam Arena krijgt ISO-certificaat De grasmat van de Amsterdam Arena is officieel ISO-gecertificeerd. Het gaat om de internationaal erkende ISO-norm 9001:2008. De Arena is het eerste stadion in de wereld dat het ISO-certificaat ontvangt voor het voetbalveld. Het veld van de Amsterdam Arena is een natuurgrasveld dat eens per jaar wordt vervangen. Om een constante kwaliteit van het veld te kunnen garanderen, geldt een strikt kwaliteitsbeleid. Kern van dit kwaliteitsbeleid is dat het stadion hoge eisen stelt aan het gehele proces: van de graszaden bij de graskweker, het kweken van de zoden, het snijden van de mat en het transport van de graszoden tot en met de ondergrond in het stadion en de beoordeling van de mat door deskundigen, voetballers en technische staf. De Arena krijgt het ISO-certificaat voor het kwaliteitsmanagement van het vervangen van de grasmat. Onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem is dat de Amsterdam Arena de kwaliteit van de grasmat voortdurend op geavanceerde wijze en met specialistisch apparatuur onderzoekt. Dat gebeurt door periodiek metingen uit te voeren op negentien vaste plaatsen op het veld. Het gaat om zaken als schokabsorptie, energierestitutie, bodemtemperatuur, vochtpercentage en verdichting van de toplaag. Ook worden bijvoorbeeld de graslengte, balrol en -stuit, stroefheid en beworteling gemeten. De uitkomsten hiervan worden vergeleken met de norm die de Arena zichzelf oplegt. Voor natuurgras bestaan op dit moment nog geen geobjectiveerde kwaliteitsnormen. Als er afwijkingen zijn ten opzichte van de Arenanorm, kunnen de fieldmanagers van het stadion gerichte verbeteracties ondernemen. Henk Markerink, CEO van de Amsterdam Arena, zegt: ‘Bij topvoetbal, de wedstrijden van Ajax en het Nederlands elftal, hoort een topgrasmat. We moeten daarbij steeds gaan voor de allerbeste kwaliteit.’ Markerink is er trots op dat de Arena als eerste en enige stadion in de wereld deze internationale kwaliteitsnorm krijgt. ‘De ISO-experts hebben geconcludeerd dat de Arena inderdaad zegt wat zij doet, doet wat zij zegt en dat we dit kunnen bewijzen. Die kennis willen we echter niet voor onszelf houden. We stellen onze inzichten graag beschikbaar aan andere stadions in Nederland en in de landen waar Amsterdam Arena reeds als adviseur actief is.’

www.fieldmanager.nl

15


Van toppers naar topgras Allereerste Iso-certificering voor voetbalveld Het fieldmanagementteam van de Amsterdam Arena komt regelmatig voor fikse uitdagingen te staan. Met de vaak overvolle programma’s door het lange speelseizoen, interlands en events werken de fieldmanagers geregeld dag én nacht door om het veld er weer top uit te laten zien.

Na het afgelopen speelseizoen werden er op het veld van de Amsterdam Arena platen gelegd voor het optreden van De Toppers. Op zondag 1 juni was de hele concertopbouw weer afgebroken en waren de platen verwijderd. De avond erop

16

www.fieldmanager.nl

freesde het grasteam de oude mat eruit en legde in een werkgang de nieuwe mat erin, want het oefenduel van het Nederlands elftal tegen Wales stond op het programma. Jan, Kees en Wim werkten de hele nacht door. ‘Dinsdag om negen

uur ’s ochtends lag de mat erin,’ aldus grasmeester Jan Jong. ‘We hoorden van anderen dat het haast niet te zien was dat de mat er net in lag. Het was dan ook een hele uitdaging om in zo’n korte tijd een dergelijke kwaliteitsprestatie te


Iso-certficering van de mat Dat de grasmat elk jaar wordt vervangen, is een bewust gevoerd kwaliteitsbeleid. Dit beleid is sinds kort onderstreept met Iso-certificering (9001:2008) van de grasmat. De Arena is het eerste stadion in de wereld dat het Iso-certificaat ontvangt voor het voetbalveld. Kern van dit kwaliteitsbeleid is dat het stadion hoge eisen stelt aan het gehele proces: van de graszaden bij de graskweker, het kweken van de zoden, het snijden van de mat en het transport van de graszoden tot en met de ondergrond in het stadion en de beoordeling van de mat door deskundigen, voetballers en technische staf. Kwaliteitsmeting gebeurt door periodiek metingen uit te voeren op negentien vaste plaatsen op het veld. Het gaat om zaken als schokabsorptie, energierestitutie, de bodemtemperatuur, vochtpercentage en de verdichting van de toplaag. Ook worden bijvoorbeeld de graslengte, balrol en –stuit, stroefheid en de beworteling gemeten. De uitkomsten hiervan worden vergeleken met de ‘norm’ zoals de Arena die zichzelf oplegt. Voor natuurgras bestaan op dit moment nog geen geobjectiveerde kwaliteitsnormen. Als er afwijkingen zijn ten opzichte van de Arena-norm kunnen de fieldmanagers van het stadion gerichte verbeteracties ondernemen.

Gosewin Bos @Gosewin Geweldig zo’n Iso-certificaat, maar dé goedkeuring geven volgens mij 22 andere mensen

leveren. De sportcommentator van de interland gaf op de televisie een uitgebreid compliment voor de fieldmanagement-inspanningen.’ Na de interland heeft de grasmat nog als ondergrond gediend voor een aantal commerciële weekend

events en zijn er wederom platen op gelegd om de concerten van One Direction en Sensation mogelijk te maken. De mat blijft wel liggen en vormt de basis voor het volgende speelseizoen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4668

www.fieldmanager.nl

17


De spuit gaat eruit Gemeente Haaren werkt samen met de clubs aan chemievrij veldonderhoud Verzelfstandiging én een schoner milieu zijn de toverwoorden in de gemeente Haaren. Aan sportveldbeheerder Ad van de Ven de taak om de sportverenigingen te begeleiden in het eigen veldonderhoud ‘groene stijl’. Auteur: Santi Raats

Ad van de Ven is er beretrots op: zijn wethouder Eric van den Dungen wil niet alleen zijn twaalf sportvelden chemievrij -met het oog op schoon oppervlaktewater- onderhouden, hij wil dit ook vooral samen met de verenigingen doen. Net zoals een aantal omringende gemeenten (waaronder Schijndel en Bladel), de provincie, de waterschappen, en ZLTO heeft Haaren zich gecommitteerd aan de doelstelling van het project Schoon Water. Het project geldt voor elf grondwaterbeschermingsgebieden in Brabant. De deelnemende partijen beheren groen en verharding nu op een duurzame manier. Zij willen met deze beheerstap ook vooruit lopen op het chemieverbod in openbare ruimten dat het kabinet met ingang van 2018 laat ingaan. Op 28 mei was Haaren gastheer van de bijeenkomst Schoon Water bij v.v. Helvoirt, waarbij andere gemeenten kennis kwamen uitwisselen over de verschillende onkruidbestrijdingstechnieken in de openbare ruimte. Van de Ven legde daar, samen met sportwethouder Eric van den Dungen, uit hoe Haaren naast onkruidbeheer op verharding nu ook vol inzet op duurzaam sportveldbeheer.

18

www.fieldmanager.nl

Wethouder geloof in eigen verantwoordelijkheid Kan de politiek de vermindering van milieubelasting – naast de verantwoordelijkheid voor het onderhoud- wel zomaar in de schoot van de clubs leggen? Wethouder Eric den Dungen vindt van wel, hij gelooft in de zelfredzaamheid van sportverenigingen. ‘Zij krijgen op deze manier de kans om onderhoud in eigen hand te hebben en zijn niet meer afhankelijk van de tijd en beschikbaarheid van de gemeente. De gemeente faciliteert en maakt goed onderhoud door de vrijwilligers mogelijk.’ Nieuwe taakverdeling Beide verschillende veranderingen hebben de velden geen windeieren gelegd: ze liggen er beter bij dan ooit tevoren. ‘Toen wij als gemeente het beheer uitvoerden kampten de velden met een slechte bedekkingsgraad, verdichting, hoge onkruiddruk, een slechte opname van meststoffen, overbelasting van de velden en er was een verschil in onderhoudsvisie tussen de gemeente en de clubs,’ aldus Van de Ven. ‘We hebben vervolgens een werkgroep opgericht met daarin zowel gemeentemensen als verenigingsmensen. We hebben in 2010 opnieuw de taken verdeeld

en in samenspraak met de clubs en aannemer nieuwe onderhoudsbestekken gemaakt. Zo zijn de clubs, op eigen aanvraag, zelfstandig geworden op het gebied van dagelijks onderhoud.’ Het beheer bracht Haaren onder in het onderhoudsbestek. Het groot onderhoud bleef bij de aannemer en het omliggend groen wordt onderhouden door de sociale werkvoorzieningschap. Daarnaast schakelde Haaren de bedrijven Van Iersel Compost en Soiltech in om met de veldspuit compostthee met micro-organismen en organische meststoffen aan de velden toe te dienen. Van de Ven legt over deze keuze uit: ‘Veel van onze velden waren heel arm aangelegd en hadden meer bodemleven nodig. We besparen nu op het beluchten, er is minder speelschade omdat de grasmat sterker geworteld is, de waterafvoer is verbeterd en we hoeven minder renovaties uit te voeren. Normaal gesproken renoveerden wij een veld eenmaal in de vijftien jaar. Elk jaar was er wel een veld aan de beurt. Maar door de betere toplagen hebben we de afgelopen vier jaar hebben we nog geen enkel veld in de reconstructie gehad.’


Machineaanschaf voor de clubs Vanaf 2010 maaien de clubs hun eigen velden. Zij hebben allemaal hun eigen Ferris-cirkelmaaier gekregen, met hefinrichting, zodat de vrijwilligers de maaier buiten het maaien als trekkend voertuig kunnen gebruiken. Ook hebben zij een weedeg en een sleep gekregen. De gemeente Haaren organiseert instructiemiddagen waarop leveranciers, instructeurs en adviseurs onderhoudsuitleg geven aan de vrijwilligers. Financieel worden de clubs niet rijk van het rooien van hun eigen akker. De drie sportparken in het beheer van de gemeente –een vierde park is in particulier beheer- krijgen jaarlijks een kleine vergoeding en betalen evenveel huur als voorheen. Onderhoud wanneer het uit komt Waarom zijn clubs dan toch akkoord gegaan met de nieuwe plannen? ‘Zij waren voorheen ontevreden over het onderhoud,’ zegt Van de Ven ‘Nu zij dit zelf doen, horen we geen klachten. Het resultaat is de vrucht van hun eigen werk. Zij herstellen op maandag zelf hun speelschade, maaien, verticuteren, weedeggen zelf en beregenen zelf sinds kort. Ze kunnen maaien wanneer de weersomstandigheden het beste zijn en op tijden die hun uitkomen, zoals snel nog even op vrijdagmiddag. Of vlak voor de wedstrijd. Die flexibiliteit had ons gemeenteteam natuurlijk niet. ‘Onderhoud op maat’ is vaak synoniem aan

‘onderhoud buiten reguliere werktijden’. Om zelfredzaamheid te faciliteren hebben we nieuwe machines en een ondergrondse beregeningsinstallatie aangeschaft. Minder discussies Omdat de verenigingen nu door zelfwerkzaamheid beseffen wat goed is voor de voetbalvelden, lassen zij eerder wedstrijden af. Voorheen was er soms discussie over afgelastingen van wedstrijden.’ De gemeente onderhoudt nauw contact met de verenigingen. ‘Ik heb wekelijks overleg met ze,’ aldus Van den Ven. ‘Periodiek maak ik met de contactpersoon van de club ’s avonds een ronde over de velden. Als het gaat over het groot onderhoud, dan loopt de aannemer ook mee.’ Schijndelse methode tegen onkruid Ook maait, beter gezegd verticuteert de gemeente de velden een aantal keren per jaar ultrakort. Daarvoor gebruiken zij de verticuteermachine Amazone 180 van de gemeente. ‘Dit is de Schijndelse methode: zo kort mogelijk maaien om onkruid tegen te gaan’, legt Van de Ven uit. Vrijwilligers hebben affiniteit met machines Een veelgehoord argument is dat onderhoudstaken zoals maaien beter niet bij vrijwilligers gelegd kan worden. Bij hen zou professionaliteit ontbreken, wat de kwaliteit van de velden niet

ten goede komt. Van de Ven is het hier niet mee eens. ‘Het maaien gaat goed hier. De vrijwilligers die op de maaier zitten, komen veelal uit de dorpen en hebben affiniteit met machinaal werk en onderhoud van sportvelden. De vutters vinden onderhoud ook een leuke bezigheid; er zijn soms meer vrijwilligers dan dat er werk is.’ Clubs helpen elkaar De clubs delen hun kennis. ‘Niet alle clubs wisten direct het afgesproken onderhoudsregime in praktijk te brengen. Andere clubs adviseerden hen. Ook helpen clubs elkaar met het repareren of afstellen van machines. Elke club heeft technische mensen in zijn gelederen, of mensen die verstand hebben van een gezonde bodem. Er is veel kennis binnen de clubs en het is aan ons om de juiste mensen in het proces te betrekken. Maar tijdens reguliere overleggen schuiven clubs hun beste mensen naar voren. Dat gaat vaak vanzelf.’ Burgerparticipatie wordt politiek alom uitgedragen. In Haaren is het de spil geworden waar het sportbeheer om draait. Van de Ven: ‘De burger moet aangeven wat hij nodig heeft in de dingen die hij moet doen. De gemeente faciliteert. Het argument ‘de gemeente staat te ver van ons vandaan’ en ‘ons lot interesseert ze niks’, geldt niet meer.’ Uitdaging voor de oude garde Volgens Van de Ven passen deze veranderingen in de huidige burgerparticipatiemaatschappij, ondanks de grote verandering voor zijn functie. Waar de sportveldbeheerder pur sang genoot van het beheer van de sportvelden, inclusief het machinepark, is hij nu regievoerder en faciliteert het onderhoud alleen nog maar. ‘Een algemenere afdeling zal voortaan beslissen over de machines. Ik doe de renovaties nog zelf, maar ik moet intern overleggen over wanneer ik de machines inzet bijvoorbeeld. Het nieuwe beleid is een hele uitdaging voor de ‘ouderwetse’ sportveldbeheerder.’

Wethouder Eric van den Dungen

Ad van de Ven

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4638

www.fieldmanager.nl

19


Engerlingen, pak ze nu aan!

Foto: Bart van Kollenburg

Hoe voorkom je schade aan je golfbaan of sportveld(en) als gevolg van engerlingen? Dat blijft voor veel greenkeepers en fieldmanagers een jaarlijks terugkerende vraag. Om schade te voorkomen of in ieder geval te beperken is kennis van zaken van belang! Schroom niet om je te laten helpen door een specialist!

Engerlingen zijn keverlarven. In sport- en recreatiegrassen zijn het vooral de larven van de meikever, junikever, julikever, rozenkever, Sallandkever en soms mestkever die voor schade aan de grasmat zorgen. De larve, die zich onder de grond bevind, vreet aan de graswortels. Hierdoor ontstaat directe groeischade maar neemt ook de opnamecapaciteit voor water en voeding sterk af. Het grootste probleem wordt echter veroorzaakt doordat vogels en sommige andere insecteneters zoals dassen actief op zoek gaan naar engerlingen en deze met grof geweld uit de bodem trekken. Deze laatste vorm van overlast treed doorgaans in de maanden augustus en september op. De engerlingen zijn dan voldoende groot zodat onder andere de vogels ze feilloos weten te vinden. Om nu tot een effectieve bestrijdingsstrategie te komen is het van belang dat bekend is van welke keversoort de engerling is. Niet alle middelen werken namelijk even goed tegen alle soorten engerlingen. Feromoonvallen zijn hierbij het aangewezen hulpmiddel. Gebruik hiervoor altijd de zogenaamde “cross-barrier” vallen. Deze

20

www.fieldmanager.nl

dienen tijdig, in ieder geval nog voor de vlucht, te worden opgehangen. In deze vallen worden de vliegende kevers gevangen waardoor je een goed beeld krijgt van de intensiteit van de plaag en de piek van de vlucht. Houdt zelf ook bij, bijvoorbeeld door waarnemingen van de maaiers op de locatie, waar vluchten worden waargenomen. De vlucht van de meikevers start eind april, begin juni. Meikevers vliegen hoofdzakelijk in de avond waarbij ze op licht afkomen. De rozenkever begint te vliegen vanaf half mei. Rozenkevers vliegen meestal tussen 10.00 uur en 14.00 uur. Juni- juli- en bladsprietkevers vliegen globaal vanaf medio juni. Het meest ideale bestrijdingsmoment is als de eieren zijn uitgekomen en de jonge larven aan het begin van hun ontwikkeling staan. Hoe ouder en groter de larve wordt, hoe lastiger de bestrijding wordt, of deze nu chemisch of biologisch wordt uitgevoerd… Er zit ook verschil in leeftijden van de verschillende engerlingen. Een meikever heeft een drie- tot vierjarige cyclus, de junikever een tweejarige en de rozenkever heeft een éénjarige cyclus. Uit waarnemingen op sportvelden en golfbanen

door het land door de adviseurs van Vos Capelle blijkt dat (afhankelijk van de soort en regio) vanaf begin juli het optimale tijdstip is om effectief engerlingen te bestrijden. De eieren van zowel mei- en rozenkever zijn inmiddels uitgekomen. Indien u wilt kiezen voor een biologische bestrijding met insectparasitaire aaltjes (Terranem van Koppert) is het zeker van belang de engerlingen te determineren. De periode van de vlucht geeft al een indicatie van de soort engerling waar u mee te maken hebt, maar u kunt zelf of met hulp van een specialist de engerling ook determineren. Met een loep is aan de achterzijde van de larve duidelijk te zien om welke engerling het gaat. Iedere soort heeft een typerende haarbezetting en anale opening. Daarnaast zijn er nog enkele handige weetjes (vuistregels): • Engerlingen in gras die groter zijn dan circa 30 mm zijn bijna altijd engerlingen van de meikever (of neushoornkever of vliegend hert, maar die komen erg weinig in gras voor); • Larven die kleiner zijn dan 20 mm en aanwezig zijn in de grasmat in de periode november tot april zijn doorgaans larven van de mestkever;


• Larven die kleiner zijn dan 20 mm en aanwezig zijn in de grasmat in de periode juni tot oktober, zijn meestal eerste- of tweede larvale stadia van de junikever, tweede- of derde stadia van de rozenkever of eerste stadia mei kever; • Enkel de engerlingen van de rozenkever en Sallandkever zullen zich indien ze op uw hand liggen gaan rechten en gaan ”kruipen”. Bovenstaande vuistregels zijn slechts ter indicatie. Indien gewenst kan een adviseur van Vos Capelle u met het determineren helpen. Vos Capelle heeft ook determinatietabellen beschikbaar. De werking van nematoden op meikeverlarven is minimaal te noemen (maximaal 10-15%). U heeft dan twee keuzes: u kunt kiezen voor bestrijding met Merit Turf van Bayer, mits de engerlingen geen tweede- of derdejaars larven zijn, óf u kunt de schade voor lief nemen. Het kan interessant zijn om op uw golfbaan of bij uw sportvelden wilde peen in te zaaien. Door inzaai van wilde peen wordt de natuurlijke vijand van de rozenkever, de rozenkeverdolkwesp aangetrokken. Deze parasiteert op de engerlingen van de rozenkever. Om tot een goede bestrijding te komen is het voor beide toepassingen (zowel chemisch als biologisch met nematoden) van belang enkele randvoorwaarden in acht te nemen. Bij bestrijding met nematoden is het belangrijk om aan de volgende voorwaarden te voldoen:

• Belucht de grasmat voor de toepassing door middel van vertidrainen of prikken. De avond voor de toepassing het grondoppervlak beregenen met 5-10 mm. De bodem moet op veldcapaciteit zijn; • Spuit een wetting agent (15 ltr TriCure AD per ha) de avond voor de toepassing; • Beregen 1 à 2 uur voor het toepassen de grasmat nogmaals met 5 mm water; • Toepassen van de aaltjes over vochtig grondoppervlak met gieter, rugspuit of motor- / veldspuit; • Verwijder alle zeefjes om verstopping te voorkomen. Spuitdop opening 0,8-1 mm (=8001000 micron). Druk maximaal 5 bar. Vermijd dat de aaltjes met direct zonlicht in aanraking komen. Meng voortdurend met minimale druk om bezinken van aaltjes te voorkomen; • Beregen de grasmat na toepassing met minimaal 5 mm om de aaltjes in de grond te spoelen; • Houd grond tot 2 weken na toepassing vochtig.

kunnen strooien (Vicon RO-EDW GPS) of elektrische schijvenstrooiers; • Voorkom verwaaien van product en strooi nooit op bloeiende (on)kruiden! • Beregen de grasmat na toepassing met minimaal 5-15 mm om het product vast te leggen in de toplaag en om verwaaiing te voorkomen. Engerlingen verkleuren na toepassing van wit-beige naar rood-bruin en het insect verslijmt waardoor het vaak moeilijk terug te vinden is. Vaak is al snel zichtbaar dat de engerling veel minder actief is. De eerste gedode engerlingen kunnen al na twee tot vier dagen worden waargenomen. Voor meer achtergrondinformatie over dit onderwerp, kijk op www.voscapelle.nl/engerlingen

Aandachtspunten voor toepassing van Merit Turf: • Belucht de grasmat voor de toepassing door middel van vertidrainen of prikken. De avond voor de toepassing het grondoppervlak beregenen met 5-10 mm. De bodem moet op veldcapaciteit zijn; • Spuit een wetting agent (15 ltr TriCure AD per ha) de avond voor de toepassing; • Strooien met een hiervoor geschikte granulaat strooier. Gebuik geen standaard kunstmest strooier! Earthway strooier op stand 9 en de Everris Accupro 2000 op stand G. Er zijn ook GPS strooiers die perfect kleine hoeveelheden

Voor meer vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met: Vos Capelle www.voscapelle.nl info@voscapelle.nl T: 0416-311326 Geschreven onder verantwoordelijkheid van Bart van Kollenburg @voscapelle Foto: Dirk de Jong

www.fieldmanager.nl

21


Clubvoorzitter Koob Benjamins: ‘Vriendendiensten en hart voor de club zijn pijlers waar de gemeente zich nooit op kan bogen’ Sportvereniging waant zich beter af zonder de gemeente Per 1 juli heeft gemeente Hoogeveen het beheer en onderhoud van sportpark De Meulewieke overgedragen aan voetbalvereniging Noordscheschut, de enige van de sportclubs die vrijwillig met een plan over de brug kwam om te verzelfstandigen. Voorzitter Koob Benjamins: ‘Ik zag het al meteen in de cijfers: wat de gemeente vroeger deed, kunnen wij beter.’ Auteur: Santi Raats In oktober 2012 stuurde gemeente Hoogeveen al bericht uit naar de verenigingen, dat zij van plan was om in 2015/2016 een kostendekking te bereiken bij buitensportaccommodaties, hetgeen een structurele besparing van 30 procent betekende. Dit zou inhouden dat de huren fors zouden stijgen, dus de het commissieteam van de voetbalverenigingen in Hoogeveen kwam hiertegen in het verweer. De gemeente daagde vervolgens de sportverenigingen uit: ‘prima, als

22

www.fieldmanager.nl

jullie hier tegen zijn, maar kom wel met een alternatief plan.’ Noordscheschut, de voetbalclub met drie natuurgrasvelden op zandgrond en een kunstgrasveld, reageerde als enige. Dan maar alleen ‘We hadden al met de andere clubs om tafel gezeten,’ vertelt voorzitter Benjamins. ‘Noordscheschut had hen al voorgelegd wat eigen onderhoud zou kosten. Dit was aanzienlijk

minder dan de gemeente altijd kwijt was geweest en zou de gemeentelijke bezuinigingsdoelstelling halen. Maar de anderen haakten af.’ De andere clubs bleken de vrijwilligers niet te hebben en ook er financieel ook een ander beheer op na te houden. Toen het vijf voor twaalf was, pakte Noordscheschut met het plan de handschoen op en stapte daarmee alleen naar de gemeente met de woorden: ‘Wij willen wél,’ aldus Benjamins.


op het gemeentehuis worden ook over sporttonderhoud uitgesmeerd. Daarop was de huur ook deels gebaseerd en ook de bezuinigingstaak. Deze overhead bedroeg maar liefst 50 tot 60 procent van de totale onderhoudskosten van 139 duizend per jaar voor ons kunstgrasveld en onze drie natuurgrasvelden. Natuurlijk zitten daarbij berekend ook alle afschrijvingen, onroerend goed belasting, water- en energiekosten, de inzet van personeel en cultuurtechnisch onderhoud. Maar zonder inzet van personeel bedroeg het onderhoud van de velden 23 duizend euro per jaar. Met personeelskosten en overheadkosten erbij, liepen de kosten rap op tot zo’n 80 duizend euro.’ De overeenkomst Nu ligt er een overeenkomst voor het groot en dagelijks onderhoud van alle natuurgras sportvelden en het onderhoud van de kantine en kleedkamers. Noordscheschut betaalt geen huur meer voor de velden. Wel betaalt zij de gemeente jaarlijks 1200 euro voor het groot onderhoud van de kunstgrasvelden dat de gemeente onderhoudt volgens de garantievoorwaarden van aanlegger Arcadis. De hele overeenkomst is voor onbepaalde tijd met een proefperiode van drie jaar. Na die tijd evalueert de gemeente de resultaten en overweegt of de overeenkomst ook toepasbaar is op de andere sportverenigingen. Noordscheschut krijgt een gemeentelijke onderhoudsbijdrage van 32 duizend euro per jaar. Daarnaast kreeg het een eenmalig bedrag voor achterstallig onderhoud van 110 duizend euro en een eenmalig bedrag voor uitbreiding van de kleedkamers van 75 duizend euro. Benjamins vermoedt dat de onderhoudsbijdrage kostendekkend is. ‘Ik heb op de websites van de aannemers in Nederland gezien dat het jaarlijks 8 tot 10 duizend euro kost om een natuurgrasveld te onderhouden.’

Besparen op overhead ‘Ik had in de cijfers die ik door de Wet Openbaarheid van Bestuur had opgevraagd en van de gemeente had gekregen al heel gauw gezien dat wij met eigen onderhoud een stuk goedkoper uit zouden zijn,’ vertelt de voorzitter. Hij kreeg weldra gelijk, want inmiddels onderhoudt Noordscheschut de velden en kleedkamers voor 35 procent minder. ‘De overhead aan ambtenarenkosten en alle andere zaken

Robotmaaien Noordscheschut is niet van plan om zich te fixeren op die kostprijzen. Sterker nog, het kijkt waar het voor nog minder kan laten onderhouden. Het hoofdveld en B-veld worden gemaaid door een grote Vitaro-robotmaaier. ‘De gemeente rekende altijd aan- en afvoer van afgemaaid materiaal. Omdat de robotmaaier telkens een paar millimeter afslaat, neemt de bodem dit op als voedingsstof en is er geen materiaal af te voeren. hierdoor is er minder bemesting nodig. Maar ook hoeft er minder vaak geverticuteerd te worden, omdat dat bodem niet verdicht raakt; de robotmaaier weegt

immers maar 70 kilo. Een robotmaaier is milieuvriendelijker, maar ook goedkoper in verbruik. Per jaar kost deze 400 euro aan stroom, waar een traditionele maaier veel diesel kost, niet in de laatste plaats omdat de gemeentemaaier alle velden binnen de gemeente moest afrijden.’ Goodwill van een club(bestuur) Het maaien van de speelvelden is het enige dat is weggezet. De rest doet Noordscheschut allemaal zelf. Na een voorbereidingstijd van een paar jaar, heeft de club onlangs binnen enkele dagen de nodige machines gekocht: een trekker, een John Deere Mulchmaaier, een kleine verticuteermachine, borstel, weedeg en sleep. ‘We hebben tien vrijwilligers die elke dag om negen uur op de club zijn, een kop koffie drinken en werk verrichten tot half twaalf,’ zegt Benjamins trots. ‘Velen hebben een agrarische achtergrond, dus iedereen weet wat ‘ie moet doen.’ Bemesten doet de club zelf, alhoewel dat volgens Benjamins maar beperkt nodig is. Beregenen doen ze al jaren zelf met de pompinstallatie en de sproeiers die ze met trekkers het veld oprijden. Het groot onderhoud is volgens Benjamins ook een koud kunstje: zijn familiebedrijf is leverancier van allerlei grind- en zandsoorten. ‘We kunnen daarnaast heel makkelijk het groot onderhoud inkopen. Een klant van ons doet dat tegen inkoopprijs.’ Als er geen klant is die het zand op de groot onderhoudsdatum kan uitrijden, dan is er altijd wel een ander bedrijfje in de buurt dat Benjamins uit de brand wil helpen. Fieldmanager gelooft hem onmiddellijk; Benjamins klinkt als een royale aannemer, die echter dondersgoed weet waar hij mee bezig is. De voordelen van zelfstandigheid houden hier niet op: de trekker en de maaier zijn gesponsord door de sponsorclub van Noordscheschut. De robotmaaier is voor een groot deel bijeen gebracht door de supportersvereniging. ‘We schrijven een beetje af op de maaiers, maar we hebben te maken met minimale investeringen in het machinepark,’ legt Benjamins voor. Vriendendiensten en hart voor de club, allemaal

www.fieldmanager.nl

23


RTV 900 diesel ruw terrein, 22 pk

en atie sportveldbo Aanleg en renov dem! e nd t bij de basis: een gezo Zoek en vind: Kubota Tuin en Park

dichterbij dan u denkt! Gebr. De Vor Achterveld BV Hessenweg 164 • Postbus 2 • 3790 CA ACHTERVELD Tel. 0342 45 95 41 • info@devor.nl • www.devor.nl

Een goed sportveld begin het ert en verzorgt alles voor Vos Capelle adviseert, lev lden. ve ort sp n va n en renovere aanleggen, onderhouden novatieRe en gnle er het VOSCA Aa ov e ati orm inf er me or Vo viseurs. contact op met onze ad plan, neem vrijblijvend

www.voscapelle.nl -Capelle 0416 - 311 326 Hoofdstraat 35 Sprang

Natuurlijk goed

Woensdag 10 en Donderdag 11 September 2014 - NSC Papendal, Arnhem


Geen sponsorgeld naar spelers, bijvoorbeeld, een beleid dat menige club in de omgeving van Noordscheschut wel hanteert en waar men veel geld aan kwijt is. ‘Spelers betalen zou niets uitrichten,’ aldus Benjamins. ‘We spelen allemaal een beetje op hetzelfde niveau alhoewel wij vorig seizoen gedegradeerd zijn. Maar sponsorinkomsten lopen in de hele voetbalwereld terug en daardoor lopen ledenaantallen ook terug. Je moet als club zuinig zijn met wat er binnenkomt.’ De club van Benjamins zet vol in op de toekomst en is bezig met een jeugdplan. ‘Er is een beter opleidingsniveau nodig van de F’jes tot het A-elftal. De trainers moeten zodanig trainen dat de sport aan bod komt, maar dat de kleintjes het ook leuk vinden om te komen en plezier beleven op de club.’ Geen bemoeizucht meer Een of twee maal per jaar laat het bestuur de velden bemonsteren, zodat men weet waar in het onderhoud en of groot onderhoud moet worden bijgestuurd. Vanuit de gemeente doet niemand meer een schouw, zoals voorheen het geval was. Wat overblijft, is een jaarlijkse evaluatie van het onderhoudsdraaiboek samen met de gemeente. Hiermee kan de gemeente inschatten hoe de verzelfstandiging verloopt. De club heeft een eigen consul in huis. In feite valt alle externe kwaliteitsen normencontrole daarmee weg. ‘De kwaliteit van de velden ligt niet meer bij de gemeente en die ligt ook niet bij de KNVB. De kwaliteit van de velden is onze eigen taak! Wij zijn er als enige bij gebaat dat de velden goed zijn. Ik ben er dus juist niet bang voor dat het onderhoud te wensen over zal laten.’

Gosewin Bos @Gosewin pijlers waar de gemeente zich nooit op zou kunnen bogen. Duurzame energie Nu er geen huur van 22 duizend euro per jaar niet meer hoeft te worden opgehoest, kan dit forse bedrag mooi de andere kant opgeschreven worden. Dit wordt volgens Benjamins gestoken in reserveringen voor de kleedkamers en natuurgrasvelden, maar ook voor de toekomstige investering in duurzame energie. ‘Gasverbruik is de grootste kostenpost, hebben we in kaart gebracht. We willen daarom zonneboilers aan-

schaffen voor onze warmwatervoorziening.’ Krijgt de club daarvoor nog een subsidie van de gemeente? Benjamins grinnikt. ‘Die heeft niets meer te geven, we hebben alles maximaal uitonderhandeld. Maar onze penningmeester is wegwijs in het landschap van subsidieaanvragen. Er zijn in Nederland behoorlijk wat subsidiepotjes oor allerlei pilotprojecten.’

Geen geld aan onzin Het klinkt alsof het bestuur van Noordscheschut opportunistisch, vakbekwaam en spaarzaam is.

Ondernemerschap én genoeg vrijwilligers: zeldzame combi en een uitdaging voor clubs om de toekomst door te komen

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4665

www.fieldmanager.nl

25


De juiste biologische bestrijding voor de juiste ondergrond Arnout Noteboom: ‘De ene biologische bestrijding is de andere niet: net als in de keuken bepaalt de combinatie van ingrediënten of het gerecht beter is dan dat van een andere kok’ Het middel is al ruim tien jaar bekend in Duitsland, maar op de Nederlandse markt had nog niemand er iets mee gedaan. Arnout Noteboom uit Ede besloot het op de Nederlandse markt te introduceren en richtte afgelopen april zijn bedrijf Bionyx op. ‘Chemievrij onderhoud zou op alle sportvelden in Nederland moeten worden ingevoerd. Liever gisteren dan morgen’, vertelt hij. Auteur: Sylvia de Witt Het gebruik van chemische middelen staat al jaren onder druk. Zo heeft staatssecretaris Mansveld, zoals we weten, per november 2015 een landelijk verbod op chemische middelen op verhardingen ingesteld. Het gebruik van nietchemische middelen wordt de nieuwe norm. Deze tijd vraagt dus om duurzame oplossingen en innovaties. Bedrijven zoals Bionyx, spelen daar perfect op in. Op maat samengesteld Bionyx - een samentrekking van het mineraal Onyx en de afkorting van biologisch - is een groothandel en importeur voor de Benelux van 100 procent biologische reinigingsmiddelen. Het bedrijf staat voor biologisch afbreekbare, natuurlijke producten gebaseerd op de werking van

26

www.fieldmanager.nl

enzymen, zonder chemische conserveringsmiddelen of bestanddelen. Voor sportvelden heeft Noteboom de Bionyx Kunstgrasreiniger op de markt gebracht. Dit is een sterk geconcentreerd 100 procent biologisch reinigingsmiddel, speciaal ontwikkeld op basis van geselecteerde enzymen. Dat is op zich niets revolutionairs. ‘Nee, dat klopt,’ zegt Noteboom. ‘Er zijn immers heel veel soorten enzymen. Maar net zoals een chefkok in de keuken een snufje van dit en een snufje van dat in het eten doet, bepaalt de combinatie uiteindelijk of zijn gerecht lekkerder is dan dat van de buurman. Dus de crux zit erin dat je een zekere verhouding van bepaalde enzymen bij elkaar

Arnout Noteboom


GREEN INNOVATION

2014 award

tenbesparend.’ Is deze kunstgrasreiniger, zoals veel biologische producten, ook duurder dan de gangbare? ‘Nee, juist niet,’ beweert Noteboom. ‘Dus dat is dubbel meegenomen.’ Noteboom dicht het reinigingsmiddel nog meer goede eigenschappen toe. Niet alleen algen, maar ook biofilm en vuilresten worden biologisch afgebroken, zodat het water weer zijn weg kan vinden. Noteboom: ‘Kunstgras voetbalvelden die last hebben van hydrofoob, wat wordt veroorzaakt door de gemalen autobanden, kunnen hiermee goed schoongemaakt worden. Hydrofobe stoffen zijn stoffen die waterafstotend zijn, of niet of zeer slecht met water te mengen zijn. Deze stoffen zorgen er samen met vuilresten voor dat de microgaatjes die het water moeten doorlaten, verstopt raken. Alle sportveldoppervlakken kunnen op deze manier verstopt raken. Door het sproeien kunnen er bij gravelbanen ijzer, mangaan, vuilresten, bacteriën en atmosferische vervuiling achterblijven op de toplaag, waardoor deze wordt afgesloten en algenvorming of mosaanslag ontstaat. De enzymen in de kunstgrasreiniger doen dan hun werk met als resultaat een schone toplaag. Ook de waterdoorlaatbaarheid zal weer optimaal zijn, waardoor de levensduur van de gravel wordt verlengd en er veel minder kans is op blessures.’

hebt om de juiste werking te verkrijgen op de juiste ondergrond. Voor een natuurstenen ondergrond heb je weer heel andere soorten enzymen nodig dan voor een kunstgrasveld of voor glas.’ Niet duurder dan chemie Bionyx Kunstgrasreiniger is toepasbaar op alle soorten kunstgrasvelden, zoals hockeyof voetbalvelden, tennis, atletiek-, korfbal-, of rugbyvelden. Noteboom: ‘Het middel is biologisch en afbreekbaar en absoluut veilig voor mens, dier en milieu. Je brengt het eenvoudig aan te brengen via de sproeiarm op een tractor, maar het kan ook met een doseerpomp via de sproei- en beregeningssystemen worden aangebracht. Je hoeft verder niets te doen, het product doet de rest. Dat is efficiënt en kos-

bedrijven zetten maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog op de agenda. Je ziet ook dat gemeenten en overheden hier steeds meer prioriteit aan gaan geven. Het kan mij niet snel genoeg gaan om dit maximaal onder de aandacht te brengen. Eigenlijk zouden alle sportvelden in Nederland op den duur chemievrij onderhouden moeten worden. Nu is het nog zo, dat 99,99 procent van de sportvelden met chemische middelen worden gereinigd. Gelukkig zijn er al veel instanties, (onderhoud) bedrijven en sportverenigingen geïnteresseerd. Momenteel vinden er dan ook volop gesprekken plaats om te kijken hoe we elkaar kunnen helpen. Ik geloof sterk in duurzaam samenwerken en dat ik een duiding kan geven in een duurzaamheidsbeleid, of dat nu voor een vereniging of voor een bedrijf is, dat maakt in principe niet uit’, aldus Noteboom.

Traditionele producten vernietigen al het leven ‘Deze kunstgrasreiniger voorkomt algengroei en mosgroei dusdanig goed dat niet alleen gladheid wordt voorkomen, maar ook vroegtijdige vervanging van delen van kunstgrasvelden en extra kosten door problemen achteraf met waterdoorlaatbaarheid zoals de inzet van een speciaal ontwikkelde vacuümzuiger die de algenresten en ander organisch vuil afvoert. Noteboom: ‘Algencellen hechten zich graag in het vochtige kunstgras, ze vermenigvuldigen zich razendsnel en veel hockey water-, en semiwatervelden kunnen binnen twee jaar na aanleg last krijgen van algen. Traditionele producten, waarvan de meeste op basis van chloorverbindingen, doden slechts de algen, waarbij ook nog eens alle biologische leven vernietigd wordt. De schoonmaakresten verdwijnen dan in de natuur met vaak nog actieve detergenten en niet-afbreekbaar (biologisch) afval. Met als gevolg dat alle flora en fauna afsterft.’ Duurzaam samenwerken ‘De tijd is nu echt rijp voor biologische reinigingsmiddelen’, vindt Noteboom. ‘Steeds meer

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4639

www.fieldmanager.nl

27


Sportvelden ziektevrij maken op volle stoom Grondstomen toepasbaar op sportvelden voor aaltjes-schimmel en onkruidbestrijding De gemeente Westland heeft in samenwerking met adviseur Arno Westhoven van Cav Agrotheek besloten een veld te laten stomen om het te bevrijden van schadelijke aaltjes. Deze vorm van grond ontsmetten gebeurt al decennialang in de glastuinbouw. Heeft deze manier van ontsmetting toekomst voor de Nederlandse golfbanen en sportvelden? Auteur: Santi Raats Grondstomen is een gangbaar woord in de chrysantenteelt, radijsteelt, lelieteelt, (gras)zaadteelt en alle andere teelten in de glastuinbouw. Voordat grond in de kas wordt ingezet voor een nieuwe groeicyclus, wordt het vaak eerst gesteriliseerd door middel van stoom. Grote zeilen worden over de grond heen gespannen en daaronder wordt stoom geblazen. De stoom kan mits de bodem een temperatuur bereikt boven de 70 Graden Celcius zo goed als alle nog levende grondresten zoals zaden, bacteriĂŤn, schimmels,aaltjes, onkruiden en oude bolresten opruimen.

28

www.fieldmanager.nl

Alternatieve aaltjesbestrijding De gemeente Westland heeft de primeur om een Wetra veld, op sportpark Suydervelt in Wateringen, te grondstomen. Het doel is om de schadelijke aaltjes kwijt te raken. De gemeente liet voorafgaand aan het stomen een bodemmonster van de toplaag onderzoeken op aaltjes door laboratorium HLB. ‘Het lab vond een groot aantal schadelijke aaltjes. Dit waren met name Globodera, Meloidogyne Naasi en Trichodoridae. Meloidogyne Naasi (graswortelknobbelaaltje) deze zijn zeer schadelijk voor grassen. Tevens werden er Cycten (eitjes) aangetroffen in schadelijke hoeveelheden.’ Evert Mandemaker van Gemeente Westland

heeft in samenspraak met ArnoWesthoven van CAV Agrotheek daarop besloten om de bodem de laten stomen. Dit om te kijken of stomen een goed alternatief is om vanuit een nulsituatie de plant zonder schade van aaltjes en andere parasieten goed te kunnen laten groeien voor nu en in de toekomst. Tevens wordt er extra aandacht besteed aan de bodemweerbaarheid. Na het stomen wordt door middel van onder andere wormencompost, gerijpte stalmest en zeoliet toe te voegen aan de bodem het biologische evenwicht zo snel mogelijk weer in balans te krijgen. Uitdaging In kassen gebeurt grondstomen onder gelijkmati-


SP

2014

Renovatie of geen renovatie De firma is drieënhalve dag bezig geweest om de toplaag van het veld te ontsmetten. In verband met hergebruik van het veld worden de toplaag en de zandfundering gescheiden ontgraven en in depot gezet. Het geheel wordt verplaatst naar een nieuwe bestemming en een kwartslag gedraaid. ‘Je kunt een veld dat niet verhuist, ook grondstomen,’ aldus Koolen. ‘Het beeldresultaat is dat oude grasresten en onkruiden na de stoombeurt zijn verdwenen en de toplaag weer schoon is. Als de grond na een paar dagen is afgekoeld, komt het biologische leven weer snel op gang. Na een korte toplaagbewerking kun je inzaaien. Op zojuist gestoomde grond, die nog vers en warm is, groeien gewassen beter. Maar dit geldt natuurlijk ook voor gras.’ Vier uur per honderd vierkante meter Koolen heeft onder een druk van 6 tot 7 bar gestoomd met een industriële stoomketel. De stoomtemperatuur bedroeg 150 tot 160 graden Celsius en werd vanuit de ketel via leidingen en snelkoppelingsbuizen naar het veld geleid. De stoom kwam daar terecht onder grote stukken folie, met een afmeting van 4 meter breed en 35 meter lang. ‘De hoofdleiding voor de stoomtoevoer hebben we aangelegd van goal tot goal. Op deze leiding zaten afsluiters met rubberen slangen die eindigden onder het stoomzeil. De stukken folie lagen aan de zijkant vast, omdat we daar zware kettingen op legden. De stoom kon door de afdekking niet weg, dus deze trok

ge omstandigheden: het is er windstil en de temperatuur is er regelbaar. Daardoor kan de folie die de grond overspant nooit wegwaaien en kunnen koude regenbuien het proces niet afkoelen. In de open lucht grondstomen vormt een uitdaging. Zuiderwijk & Koolen, een grondstoombedrijf uit De Lier, voerde de grondstoomwerkzaamheden op het sportveld uit. John Koolen: ‘De grond moet zo droog mogelijk zijn en het moet relatief windstil zijn. Anders kan het proces niet goed uitgevoerd worden,’ legt hij uit. ‘Dat is een verspilling van energie. Want er wordt maar liefst 20 duizend liter aan bio-olie gebruikt voor het stomen van 750 duizend vierkante meter.’

RTVELD innovaties

de grond in.’ Voorafgaand aan het stomen heeft Gemeente Westland de grond laten bewerken met een vertidrain, zodat de stoom ook via de gemaakte gaten de grond in kan. Het duurt ongeveer drie uur voordat de toplaag is verzadigd met stoom. ‘We hebben ongeveer vier uur gedaan over het ontsmetten van elke honderd vierkante meter sportveld,’ aldus Koolen. Biodiesel Normaal gesproken wordt er bij grondstomen in de glastuinbouw aardgas gebruikt, omdat dit bij de kassen aanwezig is. Bij sportvelden is dat niet het geval. ‘Vroeger zouden we rode gasolie hebben gebruikt, maar dit is sinds januari 2013 verboden. We hebben eigen biodiesel ontwikkeld. Dit is goedkoper, maar ook milieuvriendelijker.’ Nawoord Na het stomen is de grond in opdracht van de Gemeente Westland wederom door HLB onderzocht op aaltjes. Dit om te kunnen bepalen welke resultaten er zijn bereikt met het grondstomen. Het blijkt dat er een erg goed resultaat is bereikt, de grond is na het stomen geheel vrij van aaltjes.

Gosewin Bos @Gosewin Onder stoom wordt alles groeibaar, maar of de markt hiervoor gaat groeien..?? Of blijven de aaltjes groeien?

Arno Westhoven

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4663

www.fieldmanager.nl

29


Galabau Neurenberg (17-20 september 2014) heeft dit jaar meer dan 1200 standhouders en naar verwachting ruim boven de 60.000 bezoekers. Het gaat goed met Galabau Neurenberg. Deze grootste Europese beurs voor groen en openbaar groen verwacht dit jaar ruim boven de 1200 standhouders uit te komen en zal als gevolg daarvan een dertiende hal gaan innemen. Auteur: Hein van Iersel

Wir haben die zwölfhundert geknackt Galabau Neurenberg 17-20 september gaat voor meer dan 1200 standhouders en 60.000 bezoekers Eind juni werden twee redacteuren van dit vakblad uitgenodigd voor een persreis naar Neurenberg. Galabau had bij wijze van experiment al zijn standhouders uitgenodigd voor een speeddate-sessie met de Europese vakpers. Gelukkig waren niet alle 1200 standhouders aanwezig met een productspecialist, maar de vijftig bedrijven die er wel waren, gaven een snelle inkijk in het nieuws wat ze in september op de beurs laten zien. Veel van dit nieuws is natuurlijk helemaal niet zo nieuw. De tijd is voorbij dat bedrijven hun productinnovaties bewaarden voor de grote Europese beurzen. Bij Galabau zou dat ook lastig zijn. Deze beurs wordt iedere twee jaar gehouden, net als overigens de andere grote

30

www.fieldmanager.nl

groenbeurzen. Bedrijven passen ervoor om ieder jaar weer voor de enorme investering van een beursdeelname gesteld te worden. Galabau is natuurlijk primair een Duitse beurs, ook al probeert de organisatie manhaftig een Europees imago uit te stralen en legden de persvertegenwoordigers ons keer op keer uit hoeveel Europese delegaties er wel verwacht worden. In 2012 was slechts twintig procent van de bezoekers afkomstig uit het buitenland. Toch zijn er altijd behoorlijk wat Nederlandse bedrijven op de beurs aanwezig. Het aantal Nederlandse bezoekers valt eigenlijk ronduit tegen. In de top-10 van meest populaire landen komen Denemarken en Bulgarije bijvoorbeeld wel voor, maar Nederland

niet. De vakredacteuren spraken met vertegenwoordigers van ongeveer 35 bedrijven. De belangrijkste nieuwtjes staan hieronder opgesomd. Stihl Stihl had zoals gebruikelijk een groot aantal nieuwtjes, variërend van een doorslijper op accu’s tot speciale veiligheidskleding voor heggenknippers. Absoluut nieuw is de introductie van een doorslijper op accu’s, volgens de zegslieden van Stihl de eerste in zijn soort. Ook de nieuwe tophandle van Stihl die sinds dit voorjaar in Nederland op de markt is, zal in september als beursnieuws worden gepresenteerd.


Stihl TSA230 doorzager

Wave Weed Control bv Wave was als een van de weinige Nederlandse bedrijven met een eigen vertegenwoordiging aanwezig om te speeddaten met de Europese vakpers. Volgens Theo Höfgen, die Wave in Duitsland vertegenwoordigt, gaat het crescendo met Wave in Duitsland. In het eerste halfjaar zou het bedrijf al meer machines verkocht hebben dan in 2012 en 2013 samen. Theo Höfgen verwacht voor 2014 nog een aantal nieuwe machines om het portfolio nog verder uit te breiden. Uiteindelijk moet Wave het grootste portfolio onkruidmachines van heel Europa krijgen. De innovaties die mogelijk al op Galabau te zien zijn, zijn kleinere machines, zodat ook de kleinere hovenier met Wave aan de slag kan. Eliet Eliet is niet Nederlands, maar Belgisch, en de Duitse productspecialiste die uitleg gaf over de Eliet-innovaties sprak een charmant mengsel van

Stihl MSA160T accu-tophandle

Duits, Vlaams en Nederlands. De innovaties van Eliet betreffen onder andere een verdere uitbreiding van de productlijn snipperaars en een doorontwikkeling van zijn doorzaaimachine, of, zoals de Belgen zeggen, nazaaimachine. Voor deze doorzaaimachine, die in 2014 de innovatieprijs won op Agribex, is een speciale rol ingeruimd op de Gazondemodag die dit jaar met Advanta wordt georganiseerd. Greenmax Een ander Nederlands bedrijf op de Galabaupreview was Greenmax. Dit bedrijf toont onder andere het Luwa-systeem. Dat is een beluchtingssysteem voor bomen, dat ook gebruikt kan worden om te bewateren. Het is gebruikelijk om water in de beluchtingsslang te gieten, en op zich is daar weinig op tegen. Het effect is alleen zeer gering, omdat je het water daarmee onder de kluit brengt, waar de wortels van de boom niet bij kunnen. Het Luwa-system is daarom voorzien

Eliet Major 4S Versnipperaar

Eliet nazaaicombi

van een splitter. Greenmax toont ook het Airmaxbeluchtingssysteem, speciaal voor granulaat. Dit systeem is voorzien van flexibele stijgbuizen, zodat je de eindstukken altijd in de boomspiegel kunt laten uitkomen. Dit systeem is leverbaar als kant-en-klare set, maar ook in de vorm van losse onderdelen.

Wave Sensor 3

Wiedenmann Ook Wiedenmann is in Duitsland een veel grotere naam dan in Nederland. In Nederland kennen we Wiedenmann vooral als ‘dat andere merk

www.fieldmanager.nl

31


Wiedenmann met Vario-Schild

Wiedenmann Snow Master 3800

Verti-Drain’. Tijdens de speeddate kwam dat echter totaal niet tot uiting. De innovaties die getoond worden, betreffen eigenlijk voornamelijk nieuwe sneeuwschuiven. Zo toont Wiedenmann een schuif die naar behoefte breder of smaller gemaakt kan worden, van 1,48 meter tot 2,12 meter. De tweede sneeuwschuiver-innovatie is de Snowmaster 3950. Deze is voorzien van wegklapbare segmenten. Deze klappen weg als de schuif over oneffenheden in het wegvlak stuit en klappen daarna automatisch weer terug.

Pellenc Selion C20

Pellenc excelion 2000

32

www.fieldmanager.nl

Pellenc Pellenc komt op de beurs met de Excelion 2000. Voor Nederlandse klanten is dat waarschijnlijk

geen absolute nieuwigheid, omdat deze machine hier al eerder getoond is en ook leverbaar is. Verder is er een opvolger voor de Selion C20: de C21 HD. Dolmar Dolmar lijkt op dit moment zijn kaarten nog te verdelen over de verschillende energiebronnen. Accu als het kan, tweetakt als er power nodig is, maar op Galabau wordt ook een stevige versterking van het viertakt-gamma getoond. Tweetakt is de nieuwe PS-6100. Een motorzaag die krachtig genoeg zou zijn om grote bomen te rooien, maar ook licht genoeg om dezelfde boom daarna van zijn takken te ontdoen. Best of both worlds dus. Ook accutechnologie is belangrijk voor Dolmar, maar Dolmar blijft steken bij 36 V, waar de concurrenten vaak al tot 44 volt gaan. Wel biedt Dolmar slimme oplossingen met de comptabiliteit van accu’s. De twee accu’s van een 18 V Makita schroefmachine kunnen via een cassette een 36 V Dolmar heggenschaar of trimmer aandrijven.

Dolmar PS 6100


Agria Agria is een van de klassieke Duitse merken waar er in Nederland vele duizenden van rondrijden. Ook bij dit Duitse merk heeft de robotisering echter toegeslagen. Allereerst komt er een op afstand bestuurbare walk behind, de Agria 5900 Cyclone, die bijvoorbeeld uitgerust kan worden met een klepelbak. Deze machine kan gewoon worden bediend door een machinist die erachter loopt, maar desgewenst kan de machine ook op afstand worden bediend met een afstandsbediening, bijvoorbeeld op steile taluds. Een tweede Agria, de Agria 9600, gaat nog een stapje verder en is alleen op afstand te bedienen. Bijzonder aan de rupsmaaier is de hybride aandrijving. De maaier heeft een conventionele motor. Deze drijft geen hydromotoren aan, maar via een generator een aantal elektromotoren.

Toro 360 met 2,50 werkbreedte.

Toro Ook Toro zal op Galabau een aantal nieuwigheden laten zien die feitelijk niet meer helemaal nieuw zijn. Bijzonder is bijvoorbeeld de Toro Infinity Series, een sprinkler waaruit je het complete binnenwerk kunt verwijderen zonder dat je hoeft te graven. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn als de bliksem in het systeem is ingeslagen. Ook de uitbreiding van de Toro 360-lijn is voor Nederland niet helemaal nieuw.

Toro infinity

www.fieldmanager.nl

33


hovenier Markus Müller. Müller heeft een schroefloos systeem voor schuttingen ontwikkeld. Het systeem gaat uit van holle staanders waarin een profiel geschoven kan worden. Hierin zijn sparingen gemaakt voor planken. Volgens Markus Müller slaat het systeem al behoorlijk aan. Voordelen zijn: verminderde rot, omdat de planken niet geschroefd of gespijkerd worden, snelle verwijdering van de schutting als er in de tuin gewerkt moet worden, en het feit dat de planken in de winter in alle rust binnen geschilderd kunnen worden en daarna opnieuw gemonteerd.

Zinco Aquatech - Bloemenweide op een grasdak in Polen.

Zinco Zinco profileert zich al jaren met de slogan Life on roofs. Op Galabau zal de belangrijkste innovatie een dakopbouw zijn met de naam Aquatec. Met een bouwhoogte van 10 cm granulaat plus 5 cm leeflaag belooft deze de mogelijkheid van een vitaal grasdak. In Duitsland en Oostenrijk zouden hiermee al een aantal interessante plots gedraaid zijn. Ook nieuw is het gebruik van

bioplastics voor Zinco producten. Voorlopig zijn deze nog behoorlijk wat duurder dan componenten die met aardolie gemaakt zijn, maar ze zouden interessant kunnen zijn voor organisaties of opdrachtgevers die grote waarde hechten aan hun CO2-footprint.

Kärcher Kärcher is misschien niet een naam die je op een dergelijke groenbeurs verwacht tegen te komen. De kans bestaat echter dat je die visie snel zult moeten aanpassen. Kärcher heeft met de overname van het failliete Belos een complete lijn werktuigdragers in huis gehaald en werkt momenteel aan de uitbreiding en doorontwikkeling van deze machines. Nieuw is bijvoorbeeld de MIC 50, een werktuigdrager met een 50 pk Kubota, waaraan vijf verschillende werktuigen gekoppeld kunnen worden. Er zal ook een kant-en-klare veeg- en zuigwagen voor binnensteden te zien zijn. Deze machine blijft met volle lading onder de 3,5 ton.

Schraubfrei Een sympathieke vinding komt van de Duitse

Karcher werktuigdrager MIC 26

Mueller Schroefloze Schuttingen.

34

www.fieldmanager.nl

Karcher werktuigdrager


Kommtek RoboFlail one

Kommtek Kommtek is een voor de redactie van dit vakblad nieuwe naam, die een ogenschijnlijk interessante lijn taludmaaiers op de markt brengt. ‘Taludmaaier’ is misschien niet het goede woord; de RoboFlail is een van afstand bedienbare klepelmaaier, zoals er meer op de markt zijn en die gebruikt kan worden op taluds met een hel-

Kommtek RoboFlail Vario

linghoek van 55 graden. Een tweede Kommtek machine gaat een stap verder. Dit rupsvoertuig, dat luistert naar de naam RoboFlail Vario, is eigenlijk een op afstand bedienbare werktuigdrager, waaraan bijvoorbeeld ook een stobbenfrees gekoppeld kan worden. De machine heeft de beschikking over een 38 pk Yanmar diesel.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4686

Groundsmaster® 4000-D Hoge productiviteit Zuinig met brandstof Innovatief Lage onderhoudskosten

www.jeanheybroek.com

www.toro.com


Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4642

36

www.fieldmanager.nl


WK Hockey-stadion stralend middelpunt na periode van stuivertje-wisselen Het WK Hockey, dat werd gehouden tussen 31 mei en 15 juni, is weer een voldongen feit. Het Kyocera-stadion, met plaats voor 15.000 toeschouwers, vormde de basis voor een sfeervol toernooi met allure, waarin beide Nederlandse teams de finale bereikten en het vrouwenteam de wereldbeker in de wacht sleepte. Coördinator WK Hockey Frank van der Peet kan tevreden zijn. Hij had zich een slag in de rondte gewerkt om twee stadions inclusief hockeyvelden op tijd klaar te hebben; een hele prestatie, gezien het feit dat de ondergrond van het Ado Den Haag-stadion in korte tijd drie maal een nieuw ‘vloerkleed’ over zich heen gelegd kreeg. ‘Het evenement was meer dan 100 procent geslaagd’, reageert Frank van der Peet, die de weken erna nog volop zoet is met de afbouw en financiële afwikkelingen. ‘NOC*NSF vond het WK Hockey geweldig en zei dat “het enige wat erop aan te merken was, was dat er niets op aan te merken was”. Het publiek, de bond, het college en de burgemeester waren ook laaiend enthousiast. De laatste dagen vroeg de politiek telkens om extra kaartjes om de wedstrijden bij te wonen. Alles is zonder enige wanklank verlopen en ik ben trots.’ Vorig jaar werd het natuurgrasveld in het stadion tijdelijk verwijderd, omdat eronder een asfalt ondergrond met e-layer werd aangelegd als voorbereiding voor het WK Hockey. Het zou dan minder tijd kosten om de natuurgrasmat om te ruilen voor het kunstgras hockeyveld. Na het WK zou het Ado-veld kunstgras krijgen. De renovatietijd was namelijk minimaal aan het einde van het lange voetbalseizoen. Aangezien het veld na de aanleg van de gladde asfaltlaag problemen kreeg met de drainage, werd in oktober vorig jaar de oude natuurgrasmat verwijderd en prematuur vervangen door een kunstgras voetbalveld. In mei werd het voetbalveld in drie dagen tijd vervangen door een kunstgras hockeyveld. Daarnaast bouwde Heijmans Sport op het parkeerterrein naast het stadion een tijdelijk hockeystadion voor 5.000 toeschouwers. Het hockeyveld is inmiddels weer vervangen door een kunstgras voetbalveld. Foto: Valerie Kuypers

www.fieldmanager.nl

37


Nieuwe innovatie biedt meerdere ondergronden voor sport in één Zal roterend veld Nederland veroveren? Het eerste 3D veld in Nederland is een feit. Het werd onlangs onder grote belangstelling geopend door de Eindhovense burgemeester Rob van Gijzel. Staan we aan de vooravond van een nieuwe revolutie in sportvelden? Auteur: Guy Oldenkotte Het 3D veld dat onlangs werd geopend in Eindhoven is een innovatie van het bedrijf Cablean Technology uit Sliedrecht. Het veld bestaat uit panelen met drie zijdes die kunnen roteren, zodat het oppervlak geschikt is voor drie verschillende toepassingen. ‘De techniek wordt al veelvuldig toegepast op gevels en hekwerken, maar sportvelden hebben een aantal speciale uitdagingen. Zo moeten de panelen naadloos op elkaar aansluiten. We zijn lange tijd bezig geweest om de beste techniek te zoeken en die hebben we nu gevonden. Daarom kunnen we het idee nu ook gaan vermarkten als ondergrond en niet meer alleen als gevelbekleding’, zegt Peter van Dommele van Cablean Technology. Het veld dat op het Sportslab in Eindhoven werd geopend, is een laatste innovatie op schaal. ‘Na de zomer kunnen we een industrieel model aanbieden’, aldus Van Dommele. Het concept van Cablean Technology is in zijn bendering even vernuftig als eenvoudig. Een onzichtbaar, maar complex technisch systeem zorgt ervoor dat de panelen roteren om het gewenste oppervlak te bieden. De panelen sluiten naadloos op elkaar aan en voldoen aan de sterkte- en stijfheidseisen voor sportondergronden. De

38

www.fieldmanager.nl

ontwerpers hebben er ook voor gezorgd dat het veld niet zal doorbuigen of kromtrekken, dat de demping voldoet aan de sporttechnische eisen en dat er geen galm is. En, zo stellen zij, het veld is bovenal veilig om op te sporten. Voor elk wat wils? Voor liefhebbers van innovatie en nieuwigheden is het veld in Eindhoven er zeker een om de vingers bij af te likken. Maar heeft het idee ook toekomst? Van Dommele stelt dat het veld zo’n 1000 euro/m2 zal gaan kosten. Dat is een aanzienlijk bedrag. ‘Het idee is dat het veld 80% van de tijd gebruikt zal worden, terwijl het gedurende de resterende 20% van de tijd gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld het winnen van zonne-energie of het opvangen van water. Dat kan dan ten goede komen aan de sportvereniging of aan de omwonenden. Op deze manier zal de terugverdientijd worden teruggebracht tot slechts vijf jaar’, zo stelt hij gerust. ‘Het systeem is modulair en kan gekoppeld worden. Je kunt dus klein beginnen en zo langzaamaan uitbreiden.’ Dat klinkt aantrekkelijk. Maar of het daarmee zal doorbreken bij de Nederlandse sportaccommodaties? De enige twee sporten in

ons land die populair genoeg zijn en beschikken over voldoende financiële draagkracht om een aanschaf te financieren, zijn de voetbal- en hockeysport. Maar daar wringt gelijk de schoen. ‘Een kunstgras voetbalveld dat voldoet aan de Fifa 1-Star- of Fifa 2-Star-eisen moet ingestrooid zijn met granulaat’, stelt een woordvoerder van het Fifa Quality Turf-programma. Dat granulaat zal al bij de eerste kanteling van het veld uit het kunstgras verdwijnen. Hoewel leveranciers van sportvloeren ook kunstgras zonder granulaat kunnen leveren dat geschikt is voor voetbal, zijn deze velden in officiële competities niet toegestaan. ‘Er zijn ook geen plannen binnen de Fifa om daar op korte termijn verandering in te brengen’, voegt de woordvoerder toe. Toepassing voor competitief voetbal en, in zekere zin, ook rugby valt dus af, terwijl het ook maar de vraag is of er in Nederland nog voldoende nieuwe kunstgrasvoetbalvelden worden aangelegd om het concept vermarktbaar te houden. Kunstgras voor voetbal begint steeds meer een vervangingsmarkt te worden. Echt veel nieuwe velden zullen er niet meer bij komen, nu bijna elke vereniging over ten minste één kunstgrasvoetbalveld beschikt. Of het aan zal slaan bij de hockeyers, is eveneens


SP

2014

Peter van Dommele

onduidelijk. Aspirant-kopers van kunstgras voor hockey hebben nu al moeite een keuze te maken uit het ruime aanbod aan verschillende kunstgrasoplossingen. En hockeyverenigingen zullen een heel goede businesscase moeten hebben om voor deze oplossing te kiezen. Van Dommele erkent die uitdagingen. Hij richt zich daarom meer op de middelgrote en grotere trapveldjes. Die zijn, zo meent hij, meer geschikt voor dit product. ‘Wij vinden dat bewegen en sport samen horen te gaan en dat je sportvloeren 24 uur per dag, zeven dagen in de week moet kunnen gebruiken. Sport op school is belangrijk; wij kunnen dat combineren met het leveren van bijvoorbeeld gratis stroom. Zo maak je sport tot middelpunt van de duurzame samenleving. Dankzij het meervoudig gebruik kunnen we voor elk wat wils bieden.’ Opwekkende vooruitzichten Cablean Technology richt zich dus voorlopig op middelgrote en grotere trapveldjes. Daar zijn er echter in Nederland ook genoeg van. Maar die markt is tot op heden voornamelijk het domein van organisaties zoals de Johan Cruijff Foundation en de Richard Krajicek Foundation, die beide gratis of tegen een sterk gereduceerd tarief een trapveldje opknappen tot een volwaardige sportplaats. Toch ziet Van Dommele ze niet als concurrent. ‘Het gaat er niet om om iets anders te maken.’ Hij meent dat zijn nieuwe 3D veld wel degelijk toekomst heeft. De ambities van de Nederlandse overheid zouden hem daar wel eens bij kunnen helpen. Nederland wil dat in 2020 ten minste 20% van de energie die wordt gebruikt, afkomstig is uit duurzame bron-

nen. Zonne-energie is daarbij een van de opties. ‘In tegenstelling tot windenergie roept zonneenergie weinig weerstand op bij de bevolking’, zegt Mariken Stolk van Milieu Centraal, een voorlichtingsorganisatie over energie en milieu. ‘Windmolens worden toch als een vervuiling van de horizon ervaren, terwijl je zonnepanelen niet of nauwelijks ziet.’ Stolk meent dat de huidige generatie zonnepanelen kwalitatief zeer goed is. ‘Het rendement van deze panelen is erg hoog en een gemiddeld huishouden heeft aan 17 tot 18 panelen genoeg om energie op te wekken voor het eigen huishouden.’ De trapveldjes die Cablean Technology hoopt te realiseren, bieden echter ruimte om meer dan 18 zonnepanelen te plaatsen. Een veld zou daarom voldoende energie voor meerdere huishoudens tegelijkertijd kunnen opwekken. Stolk waarschuwt echter dat die keuze goed moet worden onderzocht. ‘Leveranciers van stroom nemen dat overschot van de aanbieder af, maar zij zijn daarbij niet verplicht om een minimale of maximale prijs te betalen. Op dit moment bieden ze zo weinig dat het eigenlijk niet loont.’ Toch is Stolk hoopvol dat dat op korte termijn gaat veranderen. ‘Er worden al verschillende experimenten gedaan waarbij omwonenden investeren in de panelen, of sportverenigingen of bedrijven constructies aangaan waarbij het overschot aan energie wel degelijk nuttig en betaalbaar kan worden gebruikt.’ Wateropslag Een andere optie die volgens Cablean Technology een toegevoegde waarde kan bieden, is de opslag van en eventueel het filteren van water onder het veld. In de vorige editie van Fieldmanager heeft u al kunnen lezen hoe een consortium van Nederlandse bedrijven verschillende technieken toepast om kunstgras trapveldjes in Zuid-Afrika eveneens te gebruiken om water te zuiveren. Maar aan het idee om iets dergelijks ook in Nederland te doen, zitten verschillende haken en ogen. ‘Het produceren en distribueren van drinkwater is exclusief voorbehouden aan de drinkwaterleidingsbedrijven in ons land’, stipt Rob Schotsman aan. Schotsman werkt voor ingenieursbureau Koninklijke HaskoningDHV en is tevens verbonden aan Aqua Nederland. Aqua Nederland is de koepelorganisatie voor bedrijven in de waterindustrie. Schotsman merkt op dat van een drinkwaterprobleem in Nederland eigenlijk ook helemaal geen sprake is. ‘Maar als het gaat om water voor industriële toepassingen, zou het eventueel een kleinschalige oplossing kunnen bieden, net als water dat gebruikt wordt voor

RTVELD innovaties

bijvoorbeeld irrigatie. Dan zou het eventueel een oplossing kunnen bieden voor kunstgras hockeyen voetbalvelden, omdat deze voor elke wedstrijd gesproeid moeten worden.’ Voor sporten geschikt Het is lastig te beoordelen of het nieuwe concept zal aanslaan en succesvol zal worden. Vast staat wel dat de ondergronden zeker geschikt zijn voor sporttoepassing. Cablean Technology werkt onder meer nauw samen met de TU Delft en Greenfields om de constructie stevig, betrouwbaar en sporttechnisch te maken. Volgens Van Dommele hoeft de methode voor onderhoud straks niet te worden aangepast. ‘Het systeem is sterk genoeg. Maar ik verwacht dat de noodzaak voor onderhoud verder zal afnemen en dat de levensduur van de ondergronden zal toenemen, omdat de velden alleen voor die toepassingen worden gebruikt waarvoor ze ontworpen zijn. Als je een andere sport wil spelen, draai je het veld letterlijk om.’ Mocht het idee u aanstaan, maar hebt u toch zo uw twijfels over de toepassing voor sport: Cablean Technology biedt de keuze uit ruim 20 verschillende toepassingen. Naast de toepassing voor sportvloeren, zonnepanelen en waterzuivering/-berging, kunnen de panelen onder meer ook bedekt worden met mossen voor een groenperk of met reclameboodschappen. Wanneer u uitgekeken bent op die toepassingen en mogelijkheden ziet voor toepassing voor sport, dan kunnen de panelen eenvoudig worden vervangen.

Gosewin Bos @Gosewin Roterend veld? Het draait me nu al voor de ogen: investering 20 x zoveel als regulier veld, wie gaat dit doen??

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4664

www.fieldmanager.nl

39


Clubs rooien eigen akker Sports as a service: gemeenten trekken zich terug uit beheer en onderhoud, soms tegen wil en dank van clubs Het thema van het Nationaal Sportvelden Congres in november in het Willem II-stadion is ‘Sports as a service’: onder invloed van de crisis vinden gemeenten het niet altijd meer nodig om zelf te investeren in sport. Zij zijn niet vanzelfsprekend meer de eigenaar van het complex en richten zich meer en meer op enthousiasmeren, stimuleren en voorwaarden scheppen. Zij stellen dat de clubs prima op eigen benen kunnen staan. Ziet u dit om u heen gebeuren en bent u het hiermee eens? We vroegen het aan vijf door de wol geverfde clubvoorzitters. Auteur: Santi Raats Voorzitter Johan Wagtmans van Rood-Wit in Sint-Willibrord: ‘Ik ben blij dat de gemeente de verantwoordelijkheid heeft gehouden voor de veldvervangingen iedere tien tot vijftien jaar. Want wij moeten verder al het regulier en groot onderhoud doen. De gemeentelijke vergoeding die we daarvoor ontvangen, is niet toereikend. Daarom zijn we bedreven geraakt in het organiseren van allerhande events om zodoende de touwtjes aan elkaar te knopen. We halen nu geld binnen met contributie, we zijn gezegend met goede sponsorinkomsten. We hebben een deal met voetbalclub Nac afgesloten. Zij komen elk jaar drie keer bij ons voetballen. Dat levert een financiële vergoeding van Nac op, entree-inkomsten van de 1500 toeschouwers en inkomsten van de verkoop van tafels en stoelen in de Vip-tent die we dan opzetten voor sponsors. Volgend jaar starten we met een internationaal jeugdtoernooi voor de E’tjes, we organiseren jaarlijks een ‘vrienden- en vriendinnendag’ waar we de nabijgelegen basisschool bij betrekken en hebben een competitie voor jeugdelftallen opgezet waaraan zestien omliggende clubs meedoen. De vier winnaars stromen door naar het internationale toernooi dat we daarop gaan houden met als deelnemers de jeugdelftallen van Ajax, Feyenoord, Club Brugge, Schalke ’04 en noem maar op. We hebben met aannemer Bras Fijnaart een rentmeesterschap voor vijf jaar afgesproken op basis van total cost of ownership, want we hebben voorafgaand aan de samenwerking een basisonderzoek uitgevoerd naar wat het onderhoud kost en hoe we structureel de kosten naar beneden kunnen brengen. Want onderhoud kost een hoop geld. Het totale onderhoud in eigen beheer kan, zonder inmenging van de gemeente, maar voorwaarde zijn een goed bestuur én vrijwilligers én financiële bijdragen van de gemeente. Anders kan een club niet zelfstandig bestaan.’

40

www.fieldmanager.nl


Voorzitter Anton Bakx van v.v. Hoeve: ‘De club is beter af zonder de gemeente. We vinden het erg belangrijk om baas in eigen winkel te zijn en te bepalen wanneer er wordt bemest, gemaaid en wat voor soort groot onderhoud plaatsvindt. Het toezicht en aantal schouwen dat de gemeente vroeger hield op de accommodatie was ontoereikend. Het beheer en onderhoud van de velden en de vernieuwing van de opstallen neemt de club voor eigen rekening. Hierbij is de positie van het bestuur als opdrachtgever behoorlijk anders dan die van een gemeentelijke opdrachtgever. We sturen als clubbestuur aan op samenwerking tussen de partijen en de vrijwilligers. We willen niet dat zij elkaar het vel over de oren trekken, maar dat de zij allemaal de club een warm hart toedragen en in harmonie aan het werk gaan. Ik maak me geen zorgen over de vrijwilligers. Die zijn er heus wel. Ik maak me eerder zorgen over de capaciteiten van de besturen om aan de vrijwilligers de aandacht te geven die op zijn plaats is. Je kunt een vrijwilligersteam niet bij elkaar houden met één vrijwilligersavond. Wat is wel belangrijk? Een schouderklopje, een worstenbroodje bij de koffie op maandagmorgen.’

Voorzitter Koob Benjamins van v.v. Noordscheschut: ‘Ik had in de cijfers die ik door de Wet Openbaarheid van Bestuur had opgevraagd en van de gemeente had gekregen al heel gauw gezien dat wij met eigen onderhoud een stuk goedkoper uit zouden zij. Inmiddels onderhoudt Noordscheschut de velden en kleedkamers voor 35 procent minder. Noordscheschut krijgt een dekkende onderhoudsvergoeding, maar wij zijn niet van plan om zich te fixeren op die kostprijzen. Sterker nog, we kijken waar we de velden voor nog minder kunnen laten onderhouden. De club wil besparen op maaikosten door het hoofdveld en B-veld te laten maaien door een grote Vitaro-robotmaaier. De rest van al het cultuurtechnisch onderhoud doet we als club zelf. Daarvoor hebben we een compleet machinepark ingericht. Het groot onderhoud is een koud kunstje: mijn familiebedrijf is leverancier van allerlei grind- en zandsoorten. We kunnen daarnaast heel makkelijk het groot onderhoud inkopen. Een klant van ons doet dat tegen inkoopprijs. Als er geen klant is die het zand op de groot onderhoudsdatum kan uitrijden, dan is er altijd wel een ander bedrijfje in de buurt dat ons uit de brand wil helpen. De voordelen van zelfstandigheid houden hier niet op: de trekker en de maaier zijn gesponsord door de sponsorclub van Noordscheschut. De robotmaaier is voor een groot deel bijeen gebracht door de supportersvereniging. We schrijven een beetje af op de maaiers, maar we hebben te maken met minimale investeringen in het machinepark. Vriendendiensten en hart voor de club, allemaal pijlers waar de gemeente zich nooit op zou kunnen bogen.’

Voorzitter Johan van der Geest van SDO Bussum: ‘Zelfstandig zijn kent voordelen, maar ik zie wel een groot opvolgingsprobleem voor de continuïteit van clubs die zelfstandig zijn. Als de gemeente de sportcomplexen beheert en onderhoudt, is er wel continuiteit. Clubs zijn afhankelijk van hun vrijwilligers. Als ik er morgen mee ophoud, heeft de club een ernstig probleem. Want ik regel een groep van zes of zeven werkloze arbeidskrachten bij het UWV en onderhoud met hen het hele sportpark. Hierdoor besparen wij in groot onderhoudskosten op onze natuur- en kunstgrasvelden. Dus bij ons is alles piekfijn geregeld en het hoofdveld is een biljartlaken, maar ik kom bij veel andere sportverenigingen over de vloer: zij zouden best dezelfde situatie willen als SDO Bussum, maar zij hebben de vrijwillige capaciteit niet.’ Het vinden en enthousiasmeren zou een bestuurlijke taak kunnen zijn, maar de realiteit is volgens Van der Geest een stuk weerbarstiger: ‘Zo lang er genoeg vrijwilligers zijn, maakt een bestuur zich niet druk om het management van de vrijwilligerspoule. De bestuursmentaliteit is veelal ad hoc. Dit zou beter kunnen, maar is niet onbegrijpelijk. Een bestuur heeft veel taken op zijn bordje. Het is gemakkelijker om te leven bij de dag.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4679

www.fieldmanager.nl

41


Onderzoek BSNC naar garantieregeling kunstgras toont niet optimistisch, maar bevestigt wel rol van goed onderhoud Waar is het ‘Handboek Soldaat’ voor kunstgrasonderhoud?

Dit voorjaar ging een werkgroep van de commissie kunstgras van de branchevereniging aan de slag. De belangrijkste vraag die deze commissie zichzelf stelde: wat is de kwaliteit van een aantal willekeurig gekozen velden uit 2008 en 2009?, maar vooral ook: hoe verhoudt de garantieregeling zich tot de kwaliteit van de velden? Vakblad Fieldmanager bespreekt het rapport met werkgroepvoorzitter Gosewin Bos. Auteur: Hein van Iersel

Gosewin Bos is het eens met mij als interviewer. Op het eerste gezicht lijken de resultaten van het onderzoek dat Kiwa Isa Sport deed naar vijftien velden uit de periode 2008/2009 niet al te florissant. Alle vijftien onderzochte velden zijn ‘normale’ velden. Dat wil zeggen: rubber-ingestrooide velden zonder shockpads en dergelijke. Onder de huidige normen zouden het allemaal Fifa-een- of twee-ster-velden zijn. Met de opmerking dat deze normen in die tijd nog niet bestonden en dat we toen nog werkten met de KNVB-basis- en KNVBplus-normen. Deze zijn overigens op bijna alle fronten vergelijkbaar met de Fifa-normen. Deze vijftien velden zijn dus nu allemaal een jaar of zes oud, maar geen van de velden voldoet nog aan de Fifa-normen. Zelfs aan de gebruiksnorm, een norm die indertijd is ingevoerd als een ‘norm van laatste hoop’, voldoen slechts zes van de vijftien velden.

42

www.fieldmanager.nl

Dat resultaat is uiteraard niet positief en bevestigt opnieuw wat iedereen eigenlijk al wist: dat garanties van vijf jaar of meer weliswaar niet onmogelijk zijn, maar zeker geen automatisme. Een van de aanbevelingen van de werkgroep is dan ook om de garantieregeling aan te scherpen. Gosewin Bos wil echter een ander aspect benadrukken, namelijk de rol van goed onderhoud. Bos: ‘We weten niet om welke velden het gaat en wie deze gebouwd hebben. Dat hebben we expres zo gedaan bij de opzet van de studie. Anders gaan kunstgrasfabrikanten elkaar onderling vergelijken en zich tegen elkaar afzetten. Wat we wel weten is dat de zes velden die nog aan de gebruiksnorm voldoen, bij gemeentes liggen waar goed onderhoud de norm is.’ Bos heeft zelfs wat gelegenheidsproza gecomponeerd om zijn punt te maken: ‘Een kunstgrasveld aanleggen is één, maar een kunstgrasveld goed houden is twee.’ En met ‘twee’ bedoelt Bos dan dat de aan-

nemer en beheerder een gedeelde verantwoordelijkheid hebben als het gaat om het beheer van het veld. Bos heeft zich als medewerker van de Antea Group misschien wel wat geërgerd aan de in zijn ogen eenzijdige stellingname van Frank van der Peet, die als hoofd buitensport van een van de G7-gemeentes in het nieuws kwam met de slogan: mag het een steekje minder zijn? Van der Peet stelt hier dat kunstgrasfabrikanten en -aannemers vaak veel minder leverden dan was afgesproken. Gosewin Bos hierover: ‘Van der Peet heeft natuurlijk een punt, maar dat laat onverlet dat gebruikers en aannemers een gedeelde verantwoordelijkheid hebben om hun veld zo goed mogelijk te onderhouden en zo lang mogelijk op een zo hoog mogelijk peil te houden. Onder een garantieregeling moeten twee handtekeningen staan: van de aannemer, maar ook van de opdrachtgever.’


Gosewin Bos: ‘Eén aspect zijn we natuurlijk nog vergeten. De BSNC heeft een aantal jaren geleden een garantieregeling voor kunstgras ontwikkeld. Doel van het onderzoek is ook het herijken van deze regeling en het doorontwikkelen tot een nieuwe regeling die aansluit bij de praktijk.’ Handboek Soldaat Mijn vraag is dan ook: ‘Weten wij inmiddels afdoende wat het onderhoud van een veld inhoudt?’ Volgens Bos is dat geen probleem: ‘Dagelijks onderhoud is inmiddels “Handboek Soldaat”. Het dagelijkse onderhoud houdt in dat een beheerder de infill goed los houdt en zo veegt dat het op zijn plek blijft.’ Dit brengt Bos op de tweede belangrijke conclusie van het rap-

port. Slechts zes van de vijftien velden voldoen weliswaar nog aan de KNVB-gebruiksnorm, maar dat zit hem vooral in de doelgebieden. Het structurele probleem daar is dat er niet afdoende wordt onderhouden en infill uit de doelgebieden naar de flanken van het veld wordt gespeeld. Volgens Bos leidt dit onherroepelijk tot extra schade aan het veld en zou het dagelijkse onderhoud er juist op gericht moeten zijn zo te borstelen dat deze infill op zijn plaats blijft. Gedeeltelijke renovatie Bos ziet daarom zeker iets in de oproep van concurrent Arjan Knottnerus van Fieldturf om velden gedeeltelijk te vervangen. ‘Als je concludeert dat het doelgebied in slechte conditie is en de

rest van je veld nog prima, vervang dan alleen dit doelgebied. Je kunt dan voor een fractie van de kosten de totale levensduur van het veld met twee of drie jaar verlengen. Die werkzaamheden behoren gewoon tot regulier onderhoud en zijn geen gebrek van een veld.’ Gosewin Bos: ‘Vergeet niet wat er gebeurt als er de hele dag op het doel wordt geschoten door een paar jongetjes. Dat gaat de hele dag door en altijd op hetzelfde doel, dicht bij het clubhuis en natuurlijk met vlakke zolen. Vind je het raar dat zo’n veld dan in de doelgebieden door de hoeven gaat?’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4674

Meten van infill diepte is van cruciaal belang voor behoud van een veld.

De volgende personen hebben deelgenomen aan de werkgroep Garantieregeling Kunstgras van de BSNC: Patrick Balemans (KNVB) Evert Mandemaker (Gemeente Westland) Ben aan de Stegge (Greenfields) Bart Bongers (Kybys) Henk Mink (Kiwa Isa Sport) Gosewin Bos (Antea Group, voorzitter Gosewin Bos

www.fieldmanager.nl

43


Geen garantie, maar spelgarantie Gemeente Den Haag en AH Vrij sluiten overeenkomst voor kunstgrasveld met twaalf jaar performance-garantie De gemeente Den Haag en AH Vrij hebben een overeenkomst gesloten voor de aanleg en het onderhoud van een kunstgrasveld bij voetbalvereniging TAC ’90. Het veld heeft een prestatiegarantie van twaalf jaar. Aannemer AH Vrij neemt daarmee alle verantwoordelijkheid uit handen van de gemeente en levert een kunstgrasmat die een besparing oplevert op de onderhoudskosten. Auteur: Hein van Iersel Soms lijkt het alsof fieldmanagers, ingenieursbureaus, fabrikanten en aannemers elkaar in een onzichtbare houdgreep houden. Iedereen wil graag meer kennis en inbreng uit de markt halen, maar als puntje bij paaltje komt, willen de gemeentelijke sportambtenaar en het ingenieursbureau toch de dikte, lengte en kleur van de kunstgrasvezel bepalen. Uiteindelijk gaat het daar natuurlijk niet om. Dikte en kleur van de kunstgrasvezel zijn belangrijk, maar het gaat om de burger, die lekker wil

44

www.fieldmanager.nl

voetballen en een gemeentelijke overheid die dat mogelijk moet maken. Houdgreep Lin Jhinkoe-Rai is als projectleider werkzaam bij de dienst OCW van de gemeente Den Haag en wil graag uit de bovenstaande houdgreep ontsnappen: ‘Ook wij willen graag meer verantwoordelijkheid bij de markt neerleggen en deze prikkelen om meer dan momenteel het geval is te innoveren. Voor voetbalvereniging TAC ‘90

resulteerde dat in een meervoudig onderhandse aanbesteding voor een kunstgrasveld. De aannemer moet een veld leveren dat de eerste zes jaar voldoet aan de Fifa One Star-kwaliteitsnormen en daarna aan de gebruiksnorm voor de laatste zes jaar.’ Extra aanvullende eisen heeft de gemeente voor deze tender niet gesteld. De enige eis was een verbod op SBR-rubber. Collega projectleider bij de dienst OCW Roy Roijakkers vult aan: ‘De aannemer was dus helemaal vrij in de manier waarop hij dit zou willen


SP

2014

bedrag van € 525.000. Voor dat bedrag moet de aannemer gedurende een periode van twaalf jaar het veld op niveau houden. Dus inclusief het onderhoud. Directeur Jan Vrij: ‘Wij hebben ingeschreven met een kunstgrasmat van Domo met een kurk-infill. Inmiddels hebben wij een aantal jaar ervaring met kurk en we hebben het idee dat dit beter presteert dan TPE. Leg een kurk buiten in de zon en er gebeurt niets. Een paar TPE-korrels worden na verloop van tijd toch hard.’ De infill van Domo heeft de naam Naturafill meegekregen. Naturafill zou een natuurproduct zijn, zonder chemische additieven. Ook de ontginning van kurk en de verwerking ervan gebeuren op een milieuvriendelijke manier. AH Vrij had al eerder ervaring opgedaan met kurk-infill, heel toevallig op het veldje van SV Wateringseveld dat op loopafstand van het nieuwe bedrijfsterrein van AH Vrij ligt. Dit veld, waar we later ook de foto’s maken, is overigens wel van een andere leverancier. Anders denken Jan Vrij: ‘Dit vereist een compleet nieuwe manier van denken. Eigenlijk geven we geen garantie op de mat, maar de garantie dat er gespeeld kan worden. We hadden bijvoorbeeld kunnen inschrijven met een supergoedkoop Chinees matje dat iedere vier jaar wordt vervangen. Die keuze was aan ons. Dat hebben we niet gedaan; we hebben ingeschreven met een kwaliteitsmat van Domo. Een mat waarvan wij verwachten dat

RTVELD innovaties

hij de volle twaalf jaar volmaakt.’ Jan Vrij haast zich erbij te zeggen: ‘Het gaat helemaal niet om garantie op het systeem, maar om spelgarantie. Wij hebben gemerkt dat de markt daar nog aan moet wennen. Je moet het probleem of de uitdaging op een andere manier insteken. Ook bij de kunstgrasfabrikanten bij wie wij navraag deden, liepen wij aanvankelijk tegen verbazing op. Niet iedere leverancier durfde met ons het experiment aan. Domo durfde dat wel.’ Roijakkers en Jhinkoe-Rai herkennen die huiver in de markt. De aannemers die aan de tender meededen, waren aanvankelijk ook verbaasd over de opzet van de gemeente. Twee aannemers gaven zelfs geen prijs af. Jhinkoe-Rai: ‘Opvallend was dat wij nog nooit zo veel oplettendheid bij de nota van inlichtingen zijn tegengekomen. Normaal zitten de aannemers erbij met een gezicht van “wij weten het wel”. Nu zat iedereen op het puntje van zijn stoel.’ Garantie Roijakkers en Jhinkoe-Rai leggen mij uit hoe zij als opdrachtgevers tegen het huidige garantiesysteem aankijken. Feitelijk is dat in hun ogen een systeem van gedwongen winkelnering, waar vooral de aannemer garen bij spint. Wanneer je als gemeente een beroep doet op de garantieregeling voor een veld dat tegen het eind van de garantieperiode loopt, krijg je misschien nog 10 procent uitgekeerd, maar je bent dan wel verplicht bij diezelfde leverancier te kopen. En dat tegen de prijzen die je toen betaald hebt,

invullen. Type veld, type infill: maakt allemaal niet uit. Het gaat alleen om het voldoen aan de gestelde speltechnische normen.’ Natuurproduct De Dienst OCW legde de uitvraag neer bij vijf verschillende aannemers, allemaal partijen die het vertrouwen van de dienst hadden gewonnen door eerdere opdrachten. Uiteindelijk ging de order op basis van de laagste prijs naar AH Vrij in Wateringen. Deze partij schreef in voor een

Jan Vrij

www.fieldmanager.nl

45


Silicia Nova is specialist op het gebied van reiniging en onderhoud van de kunstgras sportvelden. daarbij voeren wij de volgende wekrzaamheden uit: • Infillrenovatie d.m.v. silicair®-methode • Het verwijderen van alle infill uit elke kunstgrasmat • jaarlijks onderhoud d.m.v. borstel-zeef-zuig machine • Reparatie van tapijtbeschadigingen • Biologische onkruid, mos en alg bestrijding • Aanleggen van belijning in bestaande kunstgrasvelden ª Onderhoud/ reparatie van hekwerk en bestratingen Zwarteweg 62 8097 PX Oosterwolde T: 0525-621 223 F: 0525-655 720 I: www.kunstgrasonderhoud.nl www.silicanova.nl E: info@silicanova.nl www.kunstgrasonderhoud.nl

SV7 Maxima Méér speeluren, minder maaien + Hoogste score voor bespelingstolerantie + Hoogste score voor standvastigheid + Voor hoogwaardige sportvelden en stadions SV7 Maxima is de nummer 1 van Euro Grass met de beste rassen uit de Grasgids.

Park en Sport Cirkelmaaiers Met werkbreedtes van 1.4mtr tot 6.1mtr fo rm at ie , Vo or m ee r in eb si te be zo ek de w

w w w. z o n n a . n l www.dsv-zaden.nl

Tel: 0593 58 24 44


SP

2014

dus in een periode dat het prijsniveau veel hoger was. Gevolg daarvan kan zijn dat je inclusief de garantie meer betaalt voor een nieuw veld dan wanneer je de markt op gaat. Roy Roijakkers: ‘Als gemeente laat je dat wel uit je hoofd. Dat probeer je op een andere manier te regelen.’

'We hadden kunnen inschrijven met een supergoedkoop Chinees matje dat iedere vier jaar wordt vervangen' Clubtester Het bovenstaande is een van de redenen dat Den Haag op zoek is naar nieuwe manieren om aan te besteden. Lin Jhinkoe-Rai: ‘De belangrijkste reden is echter dat we van het gedoe met aannemers af willen. In de huidige constructie zijn we dat helemaal kwijt. De verantwoordelijkheid ligt bij de aannemer. Het enige wat wij doen is de velden testen met een clubtester. AH Vrij doet de rest.’ Wat gebeurt er als het veld van TAC ’90 onverhoopt toch beneden de norm presteert? Jhinkoe-Rai: ‘Dat is eenvoudig. Als we een conflict hebben over de test, laten we het veld testen door Kiwa Isa.’ Overigens maakt een periodieke evaluatie wel deel uit van de samenwerking. Lin Jhinkoe-Rai: ‘Het prikkelen van marktpartijen om meer te innoveren is een van de belangrijkste redenen om op zoek te gaan naar nieuwe manieren om aan te besteden. Bovendien willen we

Roy Roijakkers

meer naar een resultaatverplichting in plaats van een inspanningsverplichting. Hierdoor behoren tijdrovende discussies over het wel of niet voldoen aan een inspanning tot het verleden.’ Betaling Feitelijk is de constructie die Den Haag gekozen heeft een vorm van design, construct & maintain en zelfs nog een stukje finance. De totale aanneemsom van ruim vijf ton is verdeeld in twee gedeeltes. De eerste 75 procent wordt het eerste jaar betaald. Daarna wordt verdeeld over de volgende elf jaar de resterende 25 procent betaald. Dit laatste bedrag is voor ongeveer de helft een vergoeding voor het onderhoud van het veld. De andere helft betreft een uitgestelde betaling van de aanleg en dient botweg om de aannemer bij de les te houden. Een andere listigheid die in het bestek zit, is de mogelijkheid om een extra bonus te verdienen. De aannemer kan in jaar 13, 14 en 15 drie keer twintigduizend euro verdienen als het veld in die periode aan de gebruiksnorm voldoet. Verwachting Wat verwachten aannemer en gemeente nu van de gekozen innovatieve methode? Het blijft stil aan de kant van Jhinkoe-Rai en Roijakkers. ‘Dat weten we eigenlijk niet. Wat wij wilden, is de markt stimuleren om de kwaliteit op peil te houden’ Ook Jan Vrij is voorzichtig positief: ‘Ik ben wel blij dat we dit jaar niet acht van die velden doen. Als we dan over vijf jaar een probleem zouden hebben, komt dat meteen acht keer terug. Ook voor ons is dit wennen, maar ik verwacht wel dat dit

RTVELD innovaties

de toekomst wordt.’ Het behoud van kunstgras staat of valt natuurlijk met goed onderhoud. Jan Vrij legt uit hoe dat meestal gaat. ‘We plannen een jaarlijkse evaluatieronde, waarbij we bijvoorbeeld de dikte van de infill-laag meten. Vroeger was je bijna blij als er te weinig infill in het doelgebied zat, want daarmee vervielen bij wijze van spreken alle garanties. Nu is diezelfde constatering voor ons reden om meteen aan de slag te gaan. Extra slijtage in het doelgebied is ons probleem en niet dat van de gemeente.’ Jhinkoe-Rai luistert goedkeurend. ‘Dat is nu precies wat ik gehoopt had dat er zou gebeuren. De aannemer gaat zelf nadenken over oplossingen en kwaliteit.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4673

Lin Jhinkoe-Rai

www.fieldmanager.nl

47


Hoge productiviteit Bewezen techniek Innovatief Toegevoegde waarde

Groundsmaster速 360

www.jeanheybroek.com

www.toro.com


Directeur sportbedrijf Kees van Veen: ‘Waarom zou een aantal sportactiviteiten niet uit het sociale zorgbudget kunnen komen?’ Sportspectrum maakt gebruik van de gezamenlijke belangen van sociale zorg en sport Sportbedrijf Sportspectrum in de gemeente Alphen aan den Rijn geeft momenteel het nieuwe gemeentebeleid gestalte. Nu de gemeente zorgtaken en budget vanuit de landelijke overheid toegeschoven krijgt, wil Alphen aan den Rijn ‘sport’ voor een deel in deze zorgportefeuille onderbrengen. Sport en bewegen brengen de zorgkosten immers naar beneden. Hiermee wil het de gevolgen van bezuinigen op sport minimaliseren. Auteur: Santi Raats

www.fieldmanager.nl

49



Kees van Veen, directeur van de stichting Sportspectrum in Alphen aan den Rijn, heeft het druk: zijn opdracht vanuit de gemeente is niet alleen het gestalte geven aan een zojuist gesloten coalitieakkoord, maar ook het gesmeerd laten lopen van de fusie die Alphen sinds begin dit jaar is aangegaan met de dorpen Hazerswoude-Dorp, Hazerswoude-Rijndijk, Koudekerk en Benthuizen. Daarnaast moet hij rekening houden met de bijna gangbaar geworden gemeentelijke bezuinigingen. Maar als alles goed gaat, kan de ene verandering profiteren van de andere. Alphen aan den Rijn zal vanaf 1 januari 2015 geen specifiek sportbeleid meer hebben, maar onderdeel uitmaken van het sociaal domein. Het onderhoud van de velden en accommodaties komt nog steeds uit de sportbegroting, maar er zal flink bezuinigd worden op deze portefeuille. De bezuinigstaak van 1 miljoen op sport is geen absolute bezuiniging. Het is een bezuiniging met daarachter een schuine streep en de term ‘ombuiging’. Van Veen legt uit: ‘Dat betekent dat de kosten die we maken, bezuinigd worden in het ene potje, maar wel uit een ander potje gehaald kunnen worden.’ Dat ‘andere potje’ is het sociaal deelfonds, ontstaan vanuit de eigen middelen en uit de gedecentraliseerde taken met betrekking tot Jeugd, Werk en Inkomen en Zorg aan langdurig zieken en ouderen.’

‘We willen harde cijfers produceren voor het effect van sport op zorg’ Het idee vanuit het coalitieakkoord is dus om de sportactiviteiten onder te brengen in het algemeen sociaal beleid. ‘Dat betekent dat we “sport en bewegen” op die sociale agenda willen krijgen om de zorgkosten te bestrijden,’ legt Van Veen uit. ‘Het is al lang en wereldwijd bewezen dat bewegingsactiviteiten de zorgkosten naar beneden brengen. Dan kunnen de nodige sportactiviteiten als wederdienst toch uit het zorgbudget betaald worden?’ Van Veen denkt dan bijvoorbeeld aan zwemactiviteiten zoals babyzwemmen, zwangerschapszwemmen, leszwemmen of ouderenzwemmen. ‘We moeten laten zien dat mensen die motorische vaardig zijn vitaler oud worden en daardoor minder snel achter een rollator of in een

scootmobiel terecht komen. Daarvoor moeten we verdienmodellen maken, want deze bestaan nu nog niet.’ Het grote probleem waarmee gemeenten kampen, is dat zorgzaken zoals een rollator, behandeling door een fysiotherapeut of huishoudelijke hulp wettelijk zijn geregeld. De gemeente zal deze wet praktisch ten uitvoer gaan brengen. Maar sport is binnen de zorg niet wettelijk geregeld. ‘Wij moeten daartussen zien te komen met onze bewijzen’, stelt Van Veen vast. Hij lacht. ‘Ik voel me de laatste tijd meer dominee dan directeur van een sportbedrijf, met de taak om iedereen te overtuigen van de preventieve werking van sport en beweging met betrekking tot de gezondheidszorg.’ Van Veen is vastbesloten om te slagen. ‘In te veel gemeenten wordt geroepen dat sport belangrijk is voor de volksgezondheid, maar wordt er geen geld voor vrijgemaakt. Dat moet anders in Alphen aan den Rijn.’ Nu de gemeente voor 1 januari klaar moet zijn voor de zorgtakenoverheveling én de fusie met de omliggende dorpen praktisch vormgegeven moet hebben, is Van Veens plan om een sportproef voor te stellen. ‘In de komende collegeperiode willen we harde cijfers produceren over het drukken van zorgkosten met sport. De gemeente neemt een risico door sport deels onder te brengen in een andere portefeuille, dus de onderbouwing moet goed zijn.’ Hoe de gemeente casu quo Sportspectrum dit gaan aanpakken, zal Van Veen op een later tijdstip uit de doeken doen. Van Veen heeft zoals gezegd naast deze bewijslast ook te maken met de bezuinigingen én het doorvoeren van fusiebeleid. Dat is evenmin een sinecure. Er moet immers een harmonisatie tot stand gebracht worden. De sportvisies van Alphen aan den Rijn en die van de omliggende dorpen lagen nogal uiteen. ‘De sportverenigingen in de dorpen kenden al jarenlang een grote zelfredzaamheid door hun hoge aantal vrijwilligers. Maar voor de clubs in de stad Alphen aan den Rijn hanteerden wij altijd een fullservice-beleid: zij hoefden alleen hun kantine te beheren en kleinschalige schoonmaakwerkzaamheden uit te voeren; wij zorgden voor de rest. Nu het landelijk beleid rond de Participatiewet overgenomen wordt door gemeenten en wij met een bezuinigingstaak van 1 miljoen zitten, zien wij dit niet langer als haalbaar.’ Net zoals bij de aanpak van Sportbedrijf Capelle

aan den IJssel, waarover directrice Lian Witteveen op het Nationaal Sportvelden Congres vertelde, stelt Sportspectrum nu een menukaart samen: als verenigingen taken zelf willen uitvoeren, bijvoorbeeld maaien, kleedkamers onderhouden, speelschade herstellen en beluchten, kunnen zij huurverlaging ‘verdienen’. Te veel op onderhoud bezuinigen door het wegzetten van taken bij de clubs wordt door de politiek nog niet helemaal gezien als de oplossing. ‘De gemeente vraagt zich nog hardop af of we genoeg kwaliteitsniveau overhouden bij het zelfbeheer door clubs. Persoonlijk denk ik dat velden en accommodaties in een snellere vervangcyclus terecht zullen komen.’ De gemeente zoekt binnen het nieuwe beheerbeleid voor sportaccommodaties naar een compromis. ‘We handhaven de zelfredzaamheid in de dorpen en jagen de dorpen niet op kosten met onze inmenging. Daarnaast proberen we in Alphen aan den Rijn taken gedoseerd naar de clubs over te hevelen en daar goede afspraken over te maken. Belangrijk is dat we daarbij een goede kwaliteitsbewaker aanstellen en dat we een scherp kwaliteitssysteem opzetten.’

Gosewin Bos @Gosewin Sport = gezond(heid): wie vindt dat niet?

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4640

www.fieldmanager.nl

51


Led there be light Philips toont eerste project met led voor sportvelden in Goes In 2011 organiseerde dit vakblad in samenwerking met Philips een expertpanel over de toepassing van ledverlichting in de sportbranche. Philips, toen ĂŠn nu comfortabel marktleider op het gebied van sportveldverlichting, meldde bij die gelegenheid dat het bezig was met een ledoplossing voor sport en dat dit innovatie-varkentje op een haar na gewassen was. Het geplande halfjaar bleek iets te kort, maar inmiddels heeft Philips samen met dealer Oostendorp bv in Goes het eerste veld gerealiseerd. Auteur: Hein van Iersel

52

www.fieldmanager.nl


SP

2014

De stelling van Philips tijdens het genoemde forum was simpel en overzichtelijk. Led is de toekomst, maar de oplossingen die wij nu – anno 2011 dus – ontwikkeld hebben, zijn eenvoudig niet goed genoeg voor toepassing in de sport, met name bij voetbal en hockey. Met de officiële opening van de installatie op 22 mei 2014 door sportwethouder Jo-Annes de Bat van Goes is een einde aan deze situatie gekomen. In de openbare ruimte is de ontwikkeling veel sneller gegaan. Daar heeft led inmiddels al de lead. Vakblad

Cobouw kopte recent in een coverartikel dat op dit moment een ware revolutie plaatsvindt, waardoor in de loop van enkele jaren de traditionele verlichtingssystemen totaal zullen worden weggevaagd. Philips verwacht dat over vijf jaar alle reguliere lampen in de openbare ruimte zullen zijn vervangen. Philips als geheel mag matig presteren, in de ogen van aandeelhouders, maar voor led geldt dit allerminst. In 2013 steeg de omzet in led met maar liefst 37%.

RTVELD innovaties

Eredivisie van de lichtwereld Eigenlijk verklaart het succes van led in de openbare ruimte in zekere zin meteen de tragere ontwikkeling in de sportwereld. Philips-dealer Jan Willem de Boer van Oostendorp bv legt uit: ‘Licht voor sportvelden is feitelijk de eredivisie van de lichtwereld. In de openbare verlichting werk je vaak met systemen tussen de 40/50 en 300 Watt. Op een sportveld is dat een veelvoud daarvan. Met reguliere lampen zal dat ongeveer 2100 Watt zijn. Licht voor sport is daarmee technisch veel ingewikkelder. Daarnaast is de sportmarkt ook veel kleiner. Philips heeft zijn pijlen daarom in eerste instantie gericht op de openbare ruimte. Nu het succes in de openbare ruimte voor led compleet is, begint men met de sportmarkt.’

'Philips als geheel mag matig presteren. Voor led geldt dit allerminst. In 2013 steeg de omzet in led met maar liefst 37%'

Joost Schuijs

Jan Willem de Boer Oostendorp

Ik praat met Jan Willem de Boer en Joost Schuijs van aannemer Traas & Ovaa op het kunstgrasveld van voetbalvereniging Robur op sportpark Het Schenge. Dit veld heeft zojuist de Europese primeur achter de rug en is hiermee het eerste veld dat is voorzien van het nieuwe ledverlichtingssysteem Philips OptiVision LED. Volgens De Boer van Oostendorp heeft dit systeem onder andere als voordeel dat het met minder vermogen dan andere ledsystemen toch de juiste hoeveelheid licht op het veld kan krijgen. Als ik vraag dat te kwantificeren, reageert De Boer aanvankelijk voorzichtig, maar hij durft toch een antwoord te formuleren. ‘Het is lastig om systemen een op een met elkaar te vergelijken, omdat je altijd moet gaan rekenen met de specificaties van een systeem. Maar waar een traditioneel systeem voor voetbal globaal 2100 Watt nodig heeft per armatuur, zal Philips OptiVision LED met 1300 Watt toekunnen.’ Andere concurrerende ledsystemen zouden volgens De Boer al gauw 1800 Watt nodig hebben. Waarbij ze dan misschien met een armatuur minder toe zouden kunnen. Op het veld in Goes staan zes masten met ieder twee armaturen. Ik probeer me als interviewer van de domme te houden en meldt De Boer dat de voorgespiegelde energiewinst mij eigenlijk tegenvalt. Je hoort in

www.fieldmanager.nl

53


Krinkels is de partner voor uw sportaccommodatie, wij verzorgen voor u: - Onderzoek & conceptontwikkeling - Ontwerp & voorbereiding - Aanleg & renovaties - Onderhoud & beheer

Meer informatie? Ga naar onze website of scan de QR-code voor op je smartphone! www.krinkels.nl info@krinkels.nl


SP

2014

de markt vaak percentages die veel hoger zijn dan de ongeveer 30 procent waar De Boer van uitgaat. De Boer: ‘Ik snap wat je zegt, maar ben het daar niet mee eens. Je kunt concluderen dat er de laatste jaren heel veel fabels verteld zijn over led, vooral over de terugverdiencijfers. Natuurlijk is led goedkoper in gebruik, maar de terugverdiencijfers van twee of drie jaar waarmee geschermd wordt, zijn ronduit gelogen.’ Overigens zit de winst van led niet alleen in een lager energieverbruik. Led is daarnaast veel flexibeler. Je kunt led veel makkelijker dimmen, uiten aanzetten en er bepaalde gedeeltes van het veld al dan niet mee belichten dan met een regulier systeem. Als een club daar slim mee omgaat

– en er is slimme technologie om clubs daarbij te helpen – levert dat naast de 25 tot 30 procent energiebesparing misschien nog eens 25 procent extra flexibiliteitswinst op. Een voorbeeld van de slimme technologie waar De Boer op doelt, is een app die het bedrijf zelf heeft ontwikkeld en waarmee de complete aansturing van de belichting geregeld kan worden. De reden dat aannemer Joost Schuijs van Traas en Ovaa voor Philips heeft gekozen en niet naar een concurrerend systeem is uitgeweken, heeft vooral te maken met de betrouwbaarheid van de oplossing. Joost Schuijs: ‘We hebben weliswaar een behoorlijke tijd moeten wachten op

RTVELD innovaties

het systeem van Philips, maar de specificaties die Philips beloofde zijn zo veel beter dan die van de concurrenten dat dit het waard was. Overigens zijn die beloftes volledig waargemaakt. We hebben al deze zaken natuurlijk in overleg gedaan met de gemeente Goes.’ Energieneutraal Het is geen toeval dat Goes gekozen is als eerste locatie waar het nieuwe systeem wordt geïnstalleerd. Toen voetbalvereniging Robur in 2011 een nieuw Limonta type Geo-max kunstgrasveld kreeg, sprak de wethouder sport van de gemeente Goes, Jo-Annes de Bat, al de wens uit dat het veld energieneutraal gebouwd zou worden. Joost Schuijs: ‘Philips gaf aan na ongeveer een halfjaar met een oplossing voor led te zullen komen. We hebben toen het veld gebouwd, waarbij we rekening hebben gehouden met led en het vervolgens tijdelijk hebben voorzien van reguliere armaturen. Het belangrijkste verschil met traditioneel bouwen is dat we zwaardere masten hebben geplaatst.’ Jan Willem de Boer: ‘Ook hierover worden fabels verteld. Ik hoor wel eens zeggen dat de masten voor led hetzelfde kunnen zijn als die voor reguliere armaturen. Dat is niet per se zo. Het kan zelfs onverantwoordelijk zijn om deze masten te gebruiken. Het is belangrijk om vooraf te berekenen of een mast geschikt is voor ledarmaturen.’ Niels Waterschoot, marketingmanager outdoor van Philips Lighting, is het daarmee eens: ‘Er zijn voldoende masten die geschikt zijn voor led. Vooraf checken en een berekening uit laten voeren is het devies.’

Gosewin Bos @Gosewin Is led de Prius van de sportvelden (uiteindelijk verre van duurzaam)? Prima, maar vraagt nog om doorontwikkeling

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4672

www.fieldmanager.nl

55


Markt zit in zijn maag met uitvoering SROI Vriend en vijand zien de voordelen van social return, maar huidige praktijk lijkt op willekeur en heeft onbedoelde bijeffecten In steeds meer bestekken, ook in de sportsector, komen bepalingen te staan over social return. Door het ontbreken van duidelijke algemene richtlijnen kan de invulling ervan heel verschillend zijn. De markt pleit daarom in navolging van de bouwsector voor een algemene richtlijn, maar wie gaat die maken? Auteur: Hein van Iersel Social return betekent het verplicht inzetten van uitkeringsgerechtigden bij het aanbestede werk voor een deel van de aanneem- of loonsom. Sectoren die daar veel mee te maken hebben, zijn bijvoorbeeld de GWW-sector, maar ook de sportsector. Deze sectoren zijn ongeveer voor tachtig procent van hun opdrachten direct of indirect afhankelijk van overheden. Waarschijnlijk zal iedereen positief staan tegenover het idee van social return. Het is belangrijk dat mensen met

56

www.fieldmanager.nl

een afstand tot de arbeidsmarkt ook een kans krijgen. En er zit logica in het feit dat met name gemeenten, die de kosten voor de uitkeringen voor deze mensen moeten opbrengen, hen via aanbestedingen weer aan het werk proberen te krijgen. Pleun Lok, voorzitter van de BSNC, daarover: ‘Helemaal mee eens, en ik denk dat al onze leden het principe van social return van harte onderschrijven. Toch horen wij als brancheorganisatie de laatste tijd geluiden van onze leden dat

ze extreem veel moeite hebben met de invulling van social return. Er zijn al leden die bestekken teruggeven aan de opdrachtgever, omdat ze niet in staat zijn de social return-paragraaf op een integere manier in te vullen. Wij hebben daarom het initiatief genomen om hierover een discussie te starten.’ Een van de leden die dit gedaan heeft, is Gosewin Bos van de Antea Group. Hij heeft al diverse keren sportbestekken teruggege-


totale aanneemsom.’ In een TNO-rapport uit 2012 met de titel ‘Beter samenwerken rondom social return’ wordt ook Rotterdam aangehaald. Deze gemeente zou tot 50 procent van de loonsom gecompenseerd willen zien via social return. Willekeur Rutger Schuijffel van adviesbureau Kybys herkent dat diverse beeld van de manier waarop gemeentes met de problematiek omgaan. Schuijffel heeft een lange lijst met gemeentelijke opdrachtgevers in de hand en somt op hoe verschillend social return wordt ingevuld: ‘Vijf procent van de loonsom, zeven procent van de loonsom, vijf procent van de opdrachtgrootte.’ Het verschil in invulling gaat echter nog verder. Alco Hoogcarspel is werkzaam als HR-manager bij de Antea Group Realisatie: ‘Verschillende overheden hanteren andere definities van wat wel en niet onder het kopje social return mag vallen. Soms mogen stagiaires en BBL-leerlingen meegeteld worden, soms ook weer niet. Ook worden verschillende normbedragen gehanteerd voor leerlingen en werkzoekenden. Een leerling mag vaak voor bedragen in de buurt van de € 2500,- worden meegenomen, een werkzoekende voor een veel hoger bedrag: tot € 30.000. Voor ons als Antea Group is het vaak erg ondoorzichtig waar we ons aan moeten houden.’ Daarnaast is het volgens Hoogcarspel zo dat opdrachtge-

ven vanwege voorwaarden op het gebied van social return, onder andere aan de gemeente Rotterdam. Bos: ‘Het probleem in onze sector is dat het vaak om zeer kapitaalintensieve projecten gaat; vaak is minder dan tien procent arbeid. Bij een van de teruggegeven projecten was dat nog extremer. Het ging om kunstgrasvelden met bims in de ondergrond. De factor arbeid zou daardoor nog lager zijn, maar toch vroeg de gemeente om social return ter waarde van vijf procent van de

vers aannemers willen verplichten medewerkers uit hun eigen kaartenbak te gebruiken. Feitelijk zou een gemeente dat niet mogen, aldus Hoogcarspel, maar het wordt bij aanbestedingen wel als een dwingende eis voorgeschreven. Hoogcarspel hierover: ‘Ik vraag mij overigens af of gemeentes op dit moment in staat zijn om te controleren of een uitkeringsgerechtigde niet voor meerdere projecten wordt ingevoerd. Ik denk het eigenlijk niet.’ Leraren Hoogcarspel is redelijk kort door de bocht als hij zijn mening geeft over de huidige praktijk. ‘Deze is verzonnen en uitgewerkt door goedbedoelende leraren en andere mensen die geen enkele relatie met de werkvloer hebben en absoluut niet weten wat het effect is van hun beleid.’ Hoogcarspel ziet dit overigens niet alleen bij social return. Ook op het gebied van arbo zou regelgeving opgelegd worden die in de praktijk ridicuul uitwerkt: ‘Voor één opdrachtgever moeten onze mensen in een weiland een helm op hebben.’ Pleun Lok is het van harte eens met de kritiek uit de hoek van Antea. ‘Dit soort regelgeving is ontstaan in kantoren met de lamellen dicht.’ Kaartenbak De praktijk rondom de invulling van de paragraaf is de laatste jaren ook duidelijk strenger geworden. Gosewin Bos: ‘Als je een aantal jaren

Robert Smid

www.fieldmanager.nl

57


geleden duidelijk kon aangeven dat je je uiterste best gedaan had om social return in te vullen, ging de opdrachtgever daar doorgaans in mee. Wij hebben het bijvoorbeeld meegemaakt dat wij een aantal mensen hadden uitgenodigd uit de gemeentelijke kaartenbak, die dan vervolgens niet kwamen opdagen. In het al eerder genoemde TNO-rapport wordt ook over dit aspect geklaagd. Gemeentes zouden hun kaartenbak vaak onvoldoende op orde hebben en inschrijvende aannemers toch verplichten hier een keuze uit te maken.

'Deze regeling is verzonnen en uitgewerkt door goedbedoelende leraren en andere mensen die geen enkele relatie met de werkvloer hebben

Pleun Lok

en absoluut niet weten wat het effect is van hun beleid' Geïnterviewde aannemers melden in koor dat van enige coulance bij de uitvoering amper sprake is. De meest gehoorde mening is: ‘Gemeentes gooien hun probleem over de schutting en wij worden geacht dat op te lossen. Als de gemeentelijke kaartenbak niet op orde is of een ander probleem om de hoek komt kijken waar aannemers geen invloed op hebben, is de standaardreactie: “Dat is jullie probleem, los het maar op”.’ In het TNO-rapport uit 2012 wordt gesteld dat social return mogelijk zou kunnen leiden tot verdringing. De aannemers die wij ondervroegen, stellen dat hier eigenlijk geen twijfel over is. In de huidige zeer schrale markt, waar ondanks emviaanbestedingen de laagste prijs vaak nog steeds de norm is, kan het niet anders zijn dan dat social return tot verdringing van de eigen medewerkers leidt. En dan vooral van de mensen onder in de organisatie: de handjes dus. Feitelijk versnelt de eis van social return een andere maatschappelijke trend, namelijk dat bedrijven een flexibele schil rondom hun organisatie bouwen. Mensen die snel in dienst kunnen worden genomen, maar even snel weer op straat staan. Alco Hoogcarspel van Antea stelt het keihard. ‘Behalve dat de eisen van SROI excessief zijn, staan ze haaks op de afname van de werkgelegenheid in de branche. In de GWW-sector zien

58

www.fieldmanager.nl

Alco Hoogcarspel

we van 2008 t/m 2012 een reductie van de werkgelegenheid met 22%. En dan is er bij ons nog de emotie in verband met het feit dat we veel oudere medewerkers hebben, en we volgens de regels van het afspiegelingsprincipe bij krimp vooral in deze groep moeten ontslaan. Dan is social return nogal wrang.’

Specifiek De sport heeft naast de hierboven genoemde problemen met de invulling van social return ook nog een aantal specifieke uitdagingen. Veel sportprojecten zijn niet alleen zeer kapitaalintensief, maar de looptijd is vaak zeer kort, met name bij kunstgras. Als eenmaal de keuze voor de aannemer is gemaakt, moet het project binnen een


praktijk lijkt hier een nog een forse schep bovenop te doen. Terwijl, zo stelt bijvoorbeeld Rutger Schuijffel van Kybys, gemeentes zelf vaak veel slechter scoren dan de aannemers die ze inhuren. Schuijffel legt uit: ‘Mijn punt is dat er een wildgroei aan regelingen is ontstaan en gemeentes zelf niet weten welk systeem van toepassing zou kunnen zijn. Als er een uniform systeem wordt gehanteerd, zou dit alle partijen helpen. Daarnaast worden aannemers te veel en te snel “verplicht” om een flexibele schil aan (sw-)werknemers te organiseren. Dit is nogal een aanslag op de organisatie en vormt wellicht een risico voor de kwaliteit van het uiteindelijke werk buiten.’

Rutger Schuijffel

periode van een of twee maanden gerealiseerd zijn. Pleun Lok: ‘Je kunt concluderen dat het grootste probleem bestaat bij de realisatie van kunstgras. Zeer kapitaalintensief en kortlopend.’ Bij meer complexe projecten, waarbij naast de aanleg van een kunstgrasveld ook bestrating, een natuurgrasveld of langjarig onderhoud deel van de opdracht is, zal invulling van de social return-paragraaf doorgaans makkelijker zijn: het aandeel loonkosten is in de regel hoger, de looptijd is langer, maar het gaat hier ook om werk waarvoor makkelijker lager geschoolde, feitelijk meestal ongeschoolde en niet altijd honderd procent gemotiveerde medewerkers ingezet kunnen worden. Schutting Overigens is bij dit soort projecten de uitvoering van social return ook niet altijd vlekkeloos of eenvoudig. Robert Smid, directeur van het Helmondse groenbedrijf Du Pré Groenprojecten, is uitermate kritisch over de houding van de overheid en de instanties die betrokken zijn bij de doelgroep van social return. ‘Ze ervaren het vooral als een probleem en zien de werkgevers als degenen die dat probleem voor hen moeten oplossen. Van samenwerking kan dan geen sprake zijn.’ Smid is van mening dat juist groen- en sportbedrijven van oudsher al meer dan gemiddeld betrokken zijn bij het betrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of met een arbeidshandicap in het arbeidsproces. De huidige

De oplossing die Robert Smid van Du Pré Groenprojecten ziet, is dat aannemers beloond zouden moeten worden voor bewezen sociaal gedrag. Een instrument daarvoor zou de PSO-norm kunnen zijn. ‘Bedrijven die een PSOcertificaat hebben, moeten beloond worden met bepaalde voordelen die leiden tot een structurele verlaging van de bedrijfskosten, zoals hogere subsidies, gratis extra ondersteuning en een snellere doorlooptijd van vergunningsaanvragen. Zodra het onderdeel social return deel uitmaakt van de aanbesteding, gaan bedrijven het tactisch benaderen en wordt het een trucje. Zo kunnen bedrijven bewust het vaste werknemersbestand laag houden. Als je maar vijf mensen in dienst hebt en daarbij twee sw’ers aanneemt, heb je immers al snel een hoog social return-percentage. Uiteindelijk moet het in je bedrijfs-DNA zitten om te kijken hoe je ook mensen uit de doelgroep kunt inzetten. Het moet van binnenuit komen.’ Sommige gemeentes hebben inmiddels de PSOnorm omarmd, maar het merendeel kent geen waarde toe aan deelname aan de PSO-meetlat, bijvoorbeeld in de vorm van extra punten in een emvi-aanbesteding. Bouwend Nederland Ook in de bouw, met name in de GWW-sector, vormt social return een probleem. Bouwend Nederland is daarom in samenwerking met MKB Infra gekomen met een initiatief om een standaard bestektekst voor social return te ontwikkelen. Deze tekst is ontwikkeld door de Nijmeegse bouwrechtadvocaat Wim Heijltjes en gaat uit van het idee dat het weliswaar belangrijk is om mensen uit de gemeentelijke kaartenbakken te halen, maar nog belangrijker om ze eruit te houden. Dat zou gerealiseerd kunnen worden door heel nadrukkelijk het aspect opleiden bij het invullen

van social return te betrekken. Op die manier kun je mensen duurzaam uit de gemeentelijke kaartenbak houden. Overigens is het document dat Ger Peek, bestuurslid van MKB infra, en Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, hebben ondertekend, op dit moment niet meer dan een aanbeveling. Crow gaat zich ervoor inzetten dat de tekst gebruikt zal worden door opdrachtgevers, maar echte afspraken met organisaties die de opdrachtgevers vertegenwoordigen, zoals VNG, zijn nog niet gemaakt. Voor de sportsector is het de vraag hoe dit ingevuld kan worden. Is het verstandig om aan te haken bij het initiatief van MKB Infra en Bouwend Nederland omdat je hiermee snel grote stappen kunt maken, of ontwikkel je een eigen model? Nadeel van dat laatste is dat de sportsector relatief klein is en wellicht de power ontbeert om een eigen model te ontwikkelen. Ook al wordt deze sector geconfronteerd met een aantal specifieke problemen. Pleun Lok daarover: ‘Wij willen als BSNC de vakantieperiode gebruiken om daar een visie over te ontwikkelen. Een visie die we zeker ook zullen spiegelen met de VHG. Na de vakantie wil ik graag nog een keer praten met onze leden, met name ook met de leden uit de opdrachtgevershoek, om te peilen welke meningen er leven.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4675

www.fieldmanager.nl

59


Velden die verkleind moeten worden, een transitietermijn voor kunstgras, grasvelden moeten wel direct over, de accommodatiemanager wordt ontslagen… Korfbalclubs zitten met hun handen in het haar. Auteur: Joke Heikens

Verwarring bij korfbalclubs rondom afmetingen speelveld Het bestuur van het Koninklijke Nederlandse Korfbal Verbond (KNKV) bracht eind januari naar buiten dat de buitenvelden van zestig bij tachtig meter worden verkleind. De binnenvelden zijn twintig bij veertig meter; de KNKV wil dit formaat nu ook buiten zien. Alle velden moeten in 2026 in het kleine formaat zijn uitgevoerd. Veel korfbalclubs hebben hier vragen over, evenals over de transitietermijn tot 2026. Als klap op de vuurpijl is ook het contract van de accommodatiemanager van de KNKV, Jan-Tonny Visser, per einde van dit jaar opgezegd – juist de man die deze overgang in goede banen moet leiden. ‘Dat kwam voor mij ook als een onaangename verrassing’, vertelt hij. Opvallend Visser is expert op het gebied van accommodaties en velden en dat juist hij moet vertrekken, vindt hij zelf ook opvallend. ‘Bijzonder dat dit precies tegelijk komt; dat is mij ook opgevallen. Ik heb het juist nu heel erg druk. Ik moet de planningsnorm wijzigen, clubs hebben hulp nodig bij het aanvragen van geld en ruimte bij de gemeentes. Dat de velden kleiner worden, betekent dat er minder meters grond aangevraagd hoeven te worden bij de gemeente. We kunnen clubs ook adviseren over het gebruik van de ruimte die over is. Daar kun je bijvoorbeeld een veldje voor beach-korfbal neerleggen, of je zet er een speeltuintje neer, zodat kleine kinderen uit de buurt er wat aan hebben. Dat zijn dingen die wij clubs voorleggen in de digitale Handleiding Veranderingsproces, die de clubs nu allemaal wel binnen hebben. Hierin staan voorbeeldberekenin-

60

www.fieldmanager.nl

gen van de grond die nu nodig is met de kleinere velden. Je moet overal rekening mee houden, ook met de kleedkamers. Geen enkele club wil te weinig ruimte van de gemeente huren, maar ook niet te veel.’ ‘Geen gedupeerde clubs’ Voor korfbalverenigingen die net overgestapt zijn op kunstgras of die net nieuwe velden hebben gekregen, is het moment wel heel onhandig. Zij kunnen toch niet zomaar weer nieuwe velden laten aanleggen? Daar krijgen ze nooit de financiering voor van de gemeentes. ‘Daarom hebben we ook een transitieperiode van twaalf jaar ingeruimd. Zo krijgt iedere club voldoende tijd om over te stappen. Dat geldt overigens alleen voor kunstgras. Korfbalverenigingen die op natuurgras spelen, moeten komend seizoen al op kleinere velden spelen. Dat is gewoon een kwestie van het verleggen van de randen.’ Volgens de KNKV wordt geen enkele vereniging gedupeerd door dit besluit. Visser: ‘Velden gaan gemiddeld acht tot tien jaar mee, afhankelijk van het aantal uren dat een veld gebruikt wordt. Als er ook scholen op spelen, dan is een veld eerder versleten. Binnen de overgangstermijn zou iedere club toch het veld moeten renoveren; dat was de reden dat wij voor twaalf jaar hebben gekozen. De verenigingen die al kunstgras hebben, kunnen kiezen voor een insnijding van het veld of het neerleggen van een setje extra lijnen. Dan ben je voor een paar duizend euro al klaar. Onze ideeën daarover staan in de Handleiding Veranderingsproces. Daarin geven we ook tips

over het verplaatsen van de doelpalen; die moeten op de juiste plek in het kleinere veld komen. We krijgen niet alleen vragen van clubs binnen, maar ook van aannemers en bouwbedrijven die kunstgras aanleggen. De telefoon staat hier niet stil en mijn mailbox is nog nooit zo vol geweest!’ De KNKV denkt dat het veldkorfbal aantrekkelijker wordt door de velden te verkleinen. ‘Op het binnenveld gaat het spel veel sneller; dat maakt het veel aantrekkelijker. Wij willen dat er meer publiek op de wedstrijden afkomt. Korfbal heeft veel te bieden, zeker het veldkorfbal. Voor veel van onze leden is dit een tweede huiskamer. Dat willen we meer mensen bieden. En natuurlijk is het zo dat je niet het hele veld hoeft te gebruiken. Dat gebeurt niet bij alle clubs. Ik denk niet dat het verkleinen van het veld een erg grote impact op het spel heeft. En ja, de eerste jaren zullen de teams afwisselend op grotere en kleinere velden spelen. Dat is onvermijdelijk. Maar geen onoverkomelijk bezwaar, naar mijn idee.’ België ging voor Na wat gesteggel met de gemeente, onder meer over het geplande sportcomplex in Nieuwerkerk aan den IJssel, wat er uiteindelijk toch niet kwam, liet CKV Nieuwerkerk kunstgrasvelden aanleggen. Voorzitter Alfred Huijser: ‘We kwamen een strook van drie meter tekort voor de grote velden. In België, waar we net op trainingskamp waren, zijn ze al eerder begonnen met de overgang naar kleinere velden. Dit kwam ons goed uit, dus wij vroegen aan de KNKV of dit in Nederland ook doorgevoerd zou worden. Maar nee, daar was geen sprake van, mailden ze terug. We hebben


dat nog eens nagevraagd en ook om dispensatie gevraagd, want er is veel geld gemoeid met de aanleg van kunstgras, zeker als daar een extra veld bij moet. Maar ze zeiden weer dat dat absoluut niet zou gebeuren op korte termijn. Nog geen half jaar later komen ze dan toch met die mededeling. Nu moeten wij onze splinternieuwe velden wijzigen en de gemeente weigert om mee te betalen. Zij hebben de regels er ook op na gekeken en we mogen nog twaalf jaar op deze velden spelen, dus moeten we dat doen. We zijn dit seizoen nieuwkomers in de hoofdklasse; een lekkere binnenkomer is dit.’ ‘Geen problemen’ John van Gennip van J&E Sports legt veel kunstgras aan. Hij voorziet geen enkel probleem: ‘Veertig bij twintig is de standaard juniormaat. De meeste clubs hebben wel juniorvelden liggen of hebben die belijning al liggen in hun velden. Dan is het een kwestie van een andere belijning aanhouden. Wij merken wel dat clubs niet altijd op de hoogte zijn van de transitieperiode. Ze denken vaak dat het nu al moet, dat de velden voor het begin van het seizoen al verkleind moeten worden. Maar dat klopt niet, dat leggen we hen dan wel uit. Ik voorzie helemaal geen problemen.’ Vrijwilligers Henk Jan Bos, voorzitter van IJsselvogels in Moordrecht, is ook not amused. ‘Vorig jaar hebben wij onze velden vervangen. Met Nieuwerkerk zitten wij in dezelfde gemeente, de Zuidplas, dus dit werd een aanbesteding vanuit de gemeente. De bond hield vol dat er geen sprake was van wijzigingen in de grootte van het veld. Wij hebben een afspraak met de gemeente dat we vijftien jaar met deze velden moeten doen, maar nu is er opeens die verandering vanuit de bond. Ik denk dat daar clubs uit de hoofdklasse achter zitten. Zij hebben wat geklaagd bij de bond en hup, we zijn over. Hoeveel werk en hoeveel vrijwilligers

Alfred Huijser

erachter zitten, daar lijkt de bond niet bij stil te staan. Dat wij straks wellicht te weinig ruimte hebben om met alle clubs te kunnen trainen, daar lijkt de bond ook niet aan te denken. We moeten het wel met vrijwilligers doen! Als iedereen straks op dinsdag of donderdag moet trainen, dan wordt het spitsuur. Onze velden zijn op schuimbeton gemaakt, vanwege de verzakkende bodem hier. De potten met de korven zitten erin gegoten. Die potten moeten nu verzet worden. Dat gaat heel wat kosten, maar daar lijkt de bond niet aan te denken. Ik heb binnenkort een gesprek met de bond waarin ik ze dit duidelijk wil maken. Het is niet mijn bedoeling dat alles teruggedraaid wordt, maar de bond brengt wel clubs in problemen. Iedereen moet professionaliseren, maar dat gaat echt niet op deze manier.’ Erg zuur Regiomanager West bij Antea, Floor Groeneveldt, ziet wel problemen bij clubs: ‘CKV Nieuwerkerk heeft net kunstgras door ons laten leggen. Tot het laatste moment was er overleg met de KNKV over de vraag of de velden niet op korte termijn verkleind werden, maar ze zeiden dat dat zeker niet in de planning lag. Dan komt er nog geen half jaar later dit bericht… Het levert ons als aannemer misschien extra geld op, maar dat geld moet er maar net zijn. De bond komt met oplossingen die in de praktijk niet werken. Het veld moet verkleind worden, maar de afzettingen moeten blijven staan. Dat betekent dat het publiek veel verder weg zit. Dat is niet de bedoeling. Ook moeten de korven verplaatst worden. Bij sommige teams spelen de dames in een aparte selectie; zij spelen op een veld van 25 bij 50 meter. Die zullen ook wel over moeten. Het gaat er niet om of het goed is of niet, want het spel wordt er vast aantrekkelijker door,

Floor Groenenveldt

maar het is erg zuur voor bijvoorbeeld de club in Nieuwerkerk die net nieuw kunstgras heeft. De clubs wachten het nu nog even af. De bond stelt wel voor om nieuwe belijning te leggen, maar dan krijg je dus meerdere lijnen die door elkaar lopen. Dat maakt het spel niet beter. Ook zijn diverse clubs bang voor competitievervalsing en dat is niet eens zo vergezocht. Wij verwachten dat er meerdere clubs zullen volgen, als er eenmaal een club zijn veld verkleind heeft. Waarschijnlijk wordt het een run tijdens de winterstop, als de clubs indoor spelen.’ Visser verliest wel zijn baan aan het einde van dit jaar. ‘De KNKV is druk bezig een andere manier te zoeken om toch een beroep te kunnen doen op mijn kennis en expertise. Wellicht huren ze mij als extern adviseur in, dat is een mogelijkheid. Ik moet afwachten wat de toekomst brengt.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4667

Floor Groenenveldt

www.fieldmanager.nl

61


Klein bier

Zij zijn heel terecht bezig met het realiseren of het onderhouden van de beste sportvloer tegen de beste prijs De sportwereld is in beroering door het voornemen van de sportbonden om extra kosten voor het keuren van velden door te berekenen. Zo op het oog gaat het om klein bier, peanuts, wisselgeld, maar vertel dat niet aan de gemiddelde sportambtenaar of aannemer, want je krijgt een blik waar je kransslagader acuut van dichtslaat. Is er – gezien die emotionele reactie – wellicht iets anders aan de hand? Zou het niet zo zijn dat de sportpolder, waar overleg en samenwerken de boventoon voerden, nu ineens bruut verstoord wordt door eenzijdig ingrijpen van één partij? Idealiseer dat poldermodel overigens niet; vaak hield dat niet veel meer in dan veel praten en weinig doen. Maar dat is de essentie van polderen. Als je officiële uitlatingen van de belangenverenigingen over de heffing van de bonden leest, wordt de irritatie netjes verpakt in mooie volzinnen. Spreek je live met dezelfde mensen, sportambtenaren of aannemers, dan laat het taalgebruik weinig aan de verbeelding over: ‘arrogant’ en ‘autoritair’ zijn dan veelgebezigde termen. Klaarblijkelijk heeft de sector het idee dat men door powerplay van de hoge heren als kleine kinderen aan de kant wordt gezet. De strekking van het plan van de bonden is heel eenvoudig: ‘Je moet gewoon betalen’. Het grappige is dat, als je in die gesprekken doorvraagt, er misschien nog wel begrip is voor de stap van de bonden. Iedereen begrijpt dat het overeind houden van het Nederlandse systeem van keuringen geld kost en als de traditionele geldbronnen opdrogen, zal men op een andere manier aan geld moeten komen. Het eenzijdige karakter en het gevoel dat discussie pas mogelijk is nadat de regeling geëffectueerd is, zorgen voor de irritatie. Lekker makkelijk: eerst een regeling bij de sector door de strot duwen en daarna roepen dat je democratisch bent.

62

www.fieldmanager.nl

Hetzelfde lijkt overigens te gebeuren bij het verschijnsel social return on investment. Ook iets dat door hoge heren in nog hogere kantoren is verzonnen. De sector kan in deze uitgave van Fieldmanager lekker ongenuanceerd zijn mening hierover spuien. Een korte samenvatting in het formaat van een tweet: ‘In beginsel is social return een prima initiatief, maar niemand schijnt vooraf te hebben verzonnen wat nu echt het effect is. Minder kwaliteit, mensen die even snel weer worden ontslagen als ze worden aangenomen en in sommige gevallen zelfs verdringing van de eigen gespecialiseerde vakkrachten.’ Het is maar wat je sociaal noemt… Dit soort regelingen zullen best werkgelegenheid creëren in een tijd en een sector waar vet op de botten van de aannemer zit. Dat vet is inmiddels al ettelijke jaren verdwenen, en toch gooien overheden met het grootste gemak hun ellende over de schutting heen. Bijzonder is ook dat iedereen in dit traject zijn eigen wiel wil uitvinden. Als je zoiets invoert, zorg dan voor enige uniformiteit en afstemming, zodat de sector gelegenheid heeft om met oplossingen te komen. Ik denk overigens dat er geen sportambtenaar of ingenieursbureau is die enig heil verwacht van deze regeling. Zij zijn heel terecht bezig met het realiseren of het onderhouden van de beste sportvloer tegen de beste prijs. En zo hoort het, zelfs in 2014! Met vriendelijke groet, Hein van Iersel (hoofdredacteur) hein@nwst.nl Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4671



Graszaadmengsels voor professionals

Voor een snellere start, een dichtere zode en een langer speelseizoen V duu oor rza inko am pen

ProMaster SV 7 iSeed QuickMaster SV 100 iSeed

Postbus 1 • 4420 AA Kapelle • Tel. +31 (0)113 347 911 • Fax +31 (0)113 330 110 • www.innoseeds.nl • info@innoseeds.nl H. van Veldekesingel 150 - bus 30 • 3500 Hasselt • Tel. +32 (0)11/32.13.65 • Fax +32 (0)11/33.12.14 • www.innoseeds.be • info@innoseeds.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.