Jaargang 7 1 - 2019
Stad + Groen
HET VAKBLAD VOOR OPENBAAR GROEN EN HET VERGROENEN VAN DE BUITENRUIMTE
staat de nederlandse groenvoorziening aan de vooravond van een grote consolidatie? Op de fiets Dennis Gudden, Wageningen
Derde generatie Vos leidt familiebedrijf de moderne tijd binnen
CO N N E C T I N G G R E E N P R O F E S S I O N AL S
De Dommel Meer transparantie in waterschapsbestuur SCHAALVERGROTING
JUB HOLLAND
GREENTOCOLOUR hét openbaar groen vasteplanten concept
Z E L F S I N D E W I N T E R E E N P L A AT J E
A L L E E N G R E E N TOCO L O U R ® B I E DT : • 15 jaar en 2000+ projecten passie en ervaring • Eigen ontwerpers • Controle bodemvoorbereiding door eigen specialisten • 100% levering uit eigen duurzame kwekerij (MPS-GAP) • Alles met 1,4 liter potkluit, levering zonder pot Voorkom teleurstelling. Kies met GreentoColour® voor gegarandeerd resultaat. Geleverd door Griffoen Wassenaar BV en haar partners
GreentoColour ® is een geregistreerd handelsmerk voor het originele vasteplantenconcept dat uitsluitend door Griffioen Wassenaar BV en haar gecertificeerde partners (greentocolour.com/contact/partners) aangeboden mag worden.
028
‘Besturen ligt me meer dan politiek bedrijven’ ‘De droogte van afgelopen zomer komt ons eigenlijk wel goed uit. Zo halen we ook de krant een keer’, zegt Leonie Bruggink-van der Steen. En dat is hard nodig, vindt het bestuurslid van waterschap De Dommel in Noord-Brabant. ‘Het mag allemaal best wat transparanter.’
www.stad-en-groen.nl
5
INHOUDELIJK
stadgroen stadengroen
020 Amstelveense heemparken introduceren Amstelveense Heembollencollectie De Amstelveense heemparken zijn van een ongekende schoonheid en uniek in Nederland en daarbuiten. Van heinde en ver komen tuin- en landschapsarchitecten, beplantings deskundigen en groenbeheerders om zich te laten inspireren door de sprookjesachtige parken met hun slingerende paden, natuurlijk gesnoeide bomen en heesters, prachtige doorkijkjes, romantische waterpartijen en vooral de vele inheemse vaste planten, bloembollen en knollen.
036
111
096
Zap! En je onkruid is weg
Ronnie Vos: ‘We concurreren niet met bouwmarkten. We willen onze betrouwbare naam hooghouden’
Door middel van kleine ont hullingen op de socialmedia kanalen van Ramm werd de a fgelopen weken de nieuwsgierigheid van menigeen geprikkeld. Deze week werd de sluier helemaal opgelicht: de introductie van een nieuw Brits merk, Rootwave. Rootwave bestrijdt op innovatieve wijze onkruid door middel van stroom.
Vos Capelle, wie kent het bedrijf niet? Sinds acht jaar staan de drie kleinzoons van oprichter Johan Vos aan het roer. Co Vos, die als tweede generatie het bedrijf runde, is met pensioen.
014 061 Alle bomen van Nederland in kaart Cobra adviseurs heeft de BomenMonitor klaar! Maar wat is er in die BomenMonitor te zien? Is het weer een nieuw soort ‘landkaart’?
VERDER 008
Kort nieuws
013
De tragedie van de stint
018
Carnavalsmengsels
024
Combineer Water en groen
032
Rotterdam mobiliseert
043
De funfactor in je bedrijf
044
Coniferen,maar dan anders
052
Circulaire speelruimte
056
Open de stuw
066
Hoe Amsterdam hitte- en wateroverlast gaat bestrijden
6
1/2019
Met de luchtfiets naar de Randstad Begin 2018 kwam het naar buiten: de Bunnik Groep werd overgenomen door de Biggelaar Groep. Ceo Hans van den Biggelaar vertelt met zijn directeur Jelle van der Kleij over de overname van deze groenvoorziener uit Nieuwerbrug in Zuid-Holland, waarmee Van den Biggelaar bijna de helft groter werd.
Marc Bolier, Krinkels
‘Ik ben maar een eenvoudige hovenier’ Marc Colier, van Krinkels stelt dat het met consolidatie in de Nederlandse groenvoorzienersmarkt wel meevalt. Hij start het interview met een mengeling van bescheidenheid en zelfspot: ‘Ik ben maar een eenvoudige hovenier. Wij zitten Wij zitten in de groene sector met zijn allen –dat zijn ongeveer 11.000 bedrijven –op een gezamenlijke omzet van 2 tot 2,5 miljard euro. Dat geeft een gemiddelde omzet van ongeveer 250.000 per bedrijf per jaar. Het gros van de hoveniersbedrijven werkt dus met een of twee mensen. Hoe kun je dan spreken over consolidatie? Oké, een paar bedrijven, waaronder Krinkels, zijn groter, maar de sector als geheel is nog steeds erg versnipperd.’
Wageningen houdt groenbeheer dicht aan de borst De lankmoedigheid waarmee D66-wethouder Dennis Gudden in Wageningen burgerinitiatieven in groenbeheer tegemoet treedt, mag niet verward worden met achteloosheid. Gudden voert strakke regie over de ecologische structuur in de gemeente Wageningen. ‘We stimuleren burgers om mee te denken en mee te beheren, maar we houden wel steeds de hoofdlijnen in het oog.’ Ook werkt de gemeente maar heel beperkt met groenaannemers in het beheer en onderhoud. ‘Zelf doen wat we zelf kunnen doen’, is het devies.
VERDER 070
De Nederlandse groenvoorziening
081
De race naar de bodem
084
Wim Lassche: Bedrijfsschool Eijk Academy
088
Japanse duizendknoop? Naadloos afdekken en zand erover!
092
Komt het Aziatische duizendknoop protocol te laat?
095
Hoe duurzaam kan tropisch hardhout zijn?
103
Aquaco en Perrot Ede zetten volgende stap
104
Arnhems wijkinitiatief leidt tot BuurtGroenBedrijf
108
Groen, groener, groenst
114
Hoofdredactioneel
Lees verder op pagina 70
COLOFON Stad + Groen is een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt in een gemiddelde oplage van 4400 exemplaren verspreid onder groenbeheerders, groene aannemers, landschapsarchitecten, adviseurs en toeleveranciers in de groene sector. Bij alles staat de praktisch ingestelde vakman centraal. Redactie & commercie NWST NeWSTories bv, Fransestraat 41, 6524 HT Nijmegen, T 024-3602454, F 024-3602464, info@nwst.nl, www.stad-en-groen.nl Hoofdredacteur Hein van Iersel (hein@nwst.nl) Operationeelmanager Peter Jansen (peter@nwst.nl) Redacteurs Guus van Rijswijk (guus@nwst.nl) Linde Kruese (linde@nwst.nl) Willemijn van Iersel (willemijn@nwst.nl) Vormgeving StudioBont Nijmegen Advertenties Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Rik Groenewegen (rik@nwst.nl) Jeroen Koebrugge (jeroen@nwst.nl) Sales support Lieke van der Weijde (lieke@nwst.nl) Abonnementen Controlled circulation: Dit betekent dat alle professionals in de groene sector recht hebben op een gratis abonnement. Niet werkzaam in de groene sector €104,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnements-periode in ons bezit is. ISSN: 2352-4634 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Stad+Groen c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, foto-kopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Stad+Groen wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatieen/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.
www.stad-en-groen.nl
7
#trending
Meest gelezen op stad-en-groen.nl
Wat staat er nog meer op het menu van de buxusrups? Groentechniek Holland van 10 t/m 12 sept. Van dinsdag 10 tot en met donderdag 12 september vindt het tweejaarlijkse vak evenement Groentechniek Holland plaats. Deze vierde editie zal opnieuw plaatsvinden op het Walibi-evenemententerrein in Biddinghuizen. Tijdens Groentechniek Holland zal aandacht zijn voor aanleg en onderhoud van de groene openbare ruimte in Nederland. Tijdens het evenement staan expositie, kennisoverdracht, netwerken en demonstraties centraal. De exposanten zijn bedrijven die actief zijn op het gebied van aanleg en onderhoud van de openbare groene ruimte, de publieke stedelijke ruimte en sport-, golf- en recreatie terreinen. Bezoekers kunnen verschillende soorten maaiers, trekkers, machines en apparatuur bekijken, vergelijken en uitproberen. Exposanten kunnen op de buitenstands terecht met een tent vanaf 100 m2 en op het Groenplein met een stand vanaf 25 m2. Ook is het mogelijk om deel te nemen aan een congres, lezing, workshop of aan sponsering.
www.groentechniekholland.nl
Bijna iedere buxuseigenaar in Nederland heeft gedwongen kennisgemaakt met de hongerige buxusrups. Deze Aziatische exoot heeft vele buxuseigenaren opgezadeld met extra werk. Heeft rupsje-nooit-genoeg nog andere voorkeuren?
Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/28047/watstaat-er-nog-meer-op-het-menu-van-debuxusrups
NWST verwelkomt nieuwe accountmanager Jeroen Koebrugge NWST groeit! En om die groei ook in 2019 voort te zetten, mogen we een nieuwe accountmanager aan het team toevoegen: Jeroen Koebrugge.
Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/28211/ nwst-verwelkomt-nieuwe-accountmanagerjeroen-koebrugge
Ceciel van Iperen naar Alles over Groenbeheer
Tegel eruit, boete erin!
Ceciel van Iperen zal per 1 maart werkzaam zijn bij adviesbureau Alles over Groenbeheer. Daar zal zij zich gaan richten op verdere inhoudelijke verdieping in het groen- en boombeheer en het asset management. Op dit moment is Van Iperen nog projectmanager bij kennisplatform Crow. In de twaalfenhalf jaar dat Van Iperen bij Crow werkzaam is geweest, heeft ze naar eigen zeggen veel goede onderwerpen opgepakt en uitgewerkt, zoals het IMBOR, de Beheersystematiek Openbare Ruimte, Verharding en Groen, klimaatadaptatie, boomveiligheid en assetmanagement. Op LinkedIn bedankt Van Iperen iedereen met wie ze bij Crow heeft samengewerkt en zegt ze dat ze uitkijkt naar de samenwerking met Herman Wevers en andere collega’s bij Alles over Groenbeheer.
De gemeente Den Haag heeft de Haagse Lizzie van Dam een dwangsom van € 1.000 opgelegd omdat zij een halve stoeptegel heeft weggehaald voor haar appartementencomplex.
8
1/2019
Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/28334/ tegel-eruit-boete-erin
NIEUWS Ufkes Greentec verstevigt positie in Duitsland Ufkes Greentec uit Drachten heeft het Duitse bedrijf Sch端ltke overgenomen. Hiermee wil het bedrijf uit Drachten zijn positie op de Duitse markt verstevigen en de Duitse markt nog beter bedienen.
Gelderse scholen willen groen schoolplein Op 1 december kwam de provincie Gelderland met een subsidieregeling voor scholen die hun schoolplein willen vergroenen. Zo wil de provincie de scholen helpen om de grijze buitenruimte te transformeren tot groene speelplaats. De regeling slaat aan: al bijna 100 scholen hebben een aanvraag ingediend. Volgens de provincie heeft een groen schoolplein veel voordelen. Kinderen ontdekken de natuur, wat leidt tot creatiever, slimmer en actiever spel. Dit leidt tot een beter sociaal klimaat met minder pesten. Daarnaast is er op een groene speelplaats plaats voor insecten en vogels, wat de biodiversiteit versterkt, en het groen vermindert de hitte in de zomer en neemt regenwater op. Al bijna 100 scholen hebben subsidie aangevraagd bij de provincie voor het vergroenen van de buitenruimte. Hierbij is het van belang dat de scholen een schetsontwerp, een goede projectomschrijving en een uitgewerkte begroting met dekkingsplan aanleveren. Om scholen hierbij te helpen, zijn op de website Natuur en Landschap tips en tricks geplaatst.
Ufkes Greentec is een ontwikkelaar en producent van houtverwerkingsmachines zoals houtversnipperaars, stobbenfrezen en boom足 zagen. Zij zijn al geruime tijd actief op de Duitse markt. Sch端ltke is een familiebedrijf en markt足 leider op het gebied van Rayco-stobbenfrezen, die geleverd worden in heel Duitsland. Ufkes: 'Door het bundelen van onze krachten kunnen we de Duitse markt nog beter bedienen en optimale service verlenen. In NoordrijnWestfalen (Sundern) zitten we strategisch goed om onze klanten vlot te kunnen bedienen met verkoop, service en onderdelenvoorziening. Als verlengstuk van Ufkes Greentec zijn de medewerkers altijd als eerste op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en geschoold voor de beste klantondersteuning.' Het houtverwerkingsmachinebedrijf laat weten trots te zijn op de nieuwe stap. Die past volledig in de groeiambities van het Friese bedrijf. Nu ze Rayco-zelfrijdende stobbenfrezen in hun brede pakket hebben opgenomen, kunnen ze voor iedere klant de juiste machine leveren.
Olivier Copijn benoemd tot algemeen directeur Van der Tol Per 1 januari 2019 heeft Rob Franken zijn functie van algemeen directeur bij Van der Tol overgedragen aan Olivier Copijn. Medio vorig jaar is dit in goed overleg met de overige leden van het managementteam besloten. Volgend jaar bestaat Van der Tol 75 jaar. Olivier Copijn is na de oprichters Ben en Bas van der Tol, Wim van der Tol en Rob Franken de volgende algemeen directeur die het bedrijf gaat leiden. Olivier Copijn is al sinds 2002 werkzaam bij Van der Tol.
DAG in DAG uit ZORGEN WIJ VOOR EEN BETERE LEEFOMGEVING
DAGnl.nl 06 11 56 13 37 INFO@GRAS-ADVIES.NL DAGNL.NL CIVIELE TECHNIEK STEDENBOUW LANDMETEN ARCHEOLOGIE
OMGEVINGSMANAGEMENT DUURZAAMHEID
L E A D I N G WAT E R S O LU T I O N S
BODEMONDERZOEK SANERING ASBEST
FLORA EN FAUNA SPORT EN SPEL
www.smitsveldhoven.nl
www.stad-en-groen.nl
9
Alles over Groenbeheer ondersteunt beleidsmakers en groenbeheerders bij het bereiken van een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte tegen acceptabele beheerkosten Waarom kiest u voor Alles over Groenbeheer?
• • • •
Bestandsbeheer • RAW-bestekken • Groeiplaatsonderzoek Ontwerp- en inrichtingsadvies • Bomen Effect Analyses Planmatig Beheer • Directievoering en toezicht Inventarisaties • Bomenwacht
www.allesovergroenbeheer.nl Meerheide 110a 5521 DX EERSEL • Beilerstraat 24 9401 PL ASSEN info@allesovergroenbeheer.nl t. 0497-534044
KYBYS & Stedelijk gebied Duurzame inrichting van onze leefomgeving. Daar weten we bij KYBYS alles van. We maken cultuur- en civieltechnische plannen voor een aantrekkelijke buitenruimte, met oog voor kwaliteit, functie en beeld. In onze plannen houden we rekening met beheer, budget en wensen van de gebruikers.
KYBYS, ...voor ingenieu[r]s advies. Naast Stedelijk gebied is KYBYS actief op het gebied van: SPORT > NATUUR EN WATER > BEGRAAFPLAATSEN
> Vestiging Boxtel Bosscheweg 107-8 - Postbus 371 - 5280 AJ Boxtel telefoon: +31 (0)411 678 055 e-mail: info@kybys.nl - www.kybys.nl
NIEUWS Anja Kanters
ONKRUIDKOKEN
Heet water onkruid bestrijding sinds 1999 WW W. O N KRUI DK OK E N . N L
Goof Rijndorp benoemd tot 'Brabants beste werkgever' Op 16 januari verkoos de provincie Brabant 24 midden- en kleinbedrijven tot Brabants Besten. Ondernemers met deze titel zetten hun medewerkers op vernieuwende wijze in en laten daarmee hun talenten optimaal tot hun recht komen. Een jaar lang zijn ze ambassadeurs, die hun ervaringen delen met andere ondernemers. Een van de ambassadeurs die voor het eerst benoemd werd, is Goof Rijndorp van Bras Fijnaart Groen en Sport. Goof Rijndorp mocht de prijs namens het bedrijf in ontvangst nemen. Rijndorp is enorm trots op de benoeming. 'Vooral omdat we er met heel ons team hard aan werken om medewerkers op een vernieuwende wijze te verleiden om bij ons te komen werken. Ook vinden we het belangrijk om medewerkers vitaal te houden in hun functie. Daarmee vallen we blijkbaar op.' Bras Fijnaart gaat actief op zoek naar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. 'We benaderen ze via re-integratiebureaus, het Werkplein en banenmarkten. We kijken daar heel goed naar de kansen voor de potentiële medewerker binnen onze organisatie. Een mooi voorbeeld is Chris, een medewerker die bij een ongeval zijn been verloor. Hij is supergemotiveerd en maait nu drie dagen per week op een zero-turnmaaimachine die met joysticks bediend wordt.'
De oplossing tegen onkruid voor iedere groenprofessional WWW. ON KRU IDKOKEN . N L
Donkergroen zet volgende stap in participatie Anja Kanters, ceo en directeur-grootaandeelhouder van een van de vier grote groenbedrijven van Nederland, Donkergroen, maakte in 2018 bekend dat de eigen medewerkers mede-eigenaar van het bedrijf kunnen worden. Voor Kanters was deze stap een belangrijk middel om de continuïteit en zelfstandigheid van Donkergroen te bewaken. Het belangrijkste argument is erkenning voor bestaande medewerkers; hierdoor is Donkergroen beter in staat om goede mensen aan te trekken en deze voor langere tijd aan het bedrijf te binden. Dit houdt in dat alle medewerkers de mogelijkheid krijgen te participeren in Donkergroen. Algemeen directeur Anja Kanters: 'Wie vooruitkijkt, heeft de toekomst.' In een interview in Stad + Groen meldt Kanters verder: 'Ik geloof heilig in de ambitie en schaal van Donkergroen zoals het nu in de markt staat. Wij zijn groot genoeg om zelfstandig te blijven.' In eerste instantie ging het om een deel van de eigen aandelen van Kanters zelf en een deel van de aandelen van de erfgenamen van oprichter Hessel Donker.' Kanters meldt nu aan dit vakblad dat ze de familie Donker heeft uitgekocht. 'De familie stond wat anders in dit verhaal dan ikzelf; daarom heb ik hen uitgekocht.' Dit betekent dat in totaal 75 procent van de aandelen Donkergroen naar medewerkers kan gaan. 'Als ze dat tenminste willen', meldt directeur Kanters erbij. 'Daarbij geldt dat ik voorlopig de baas zal blijven. De prioriteitsaandelen blijven minimaal voor de komende vijf jaar bij mij.'
De ambassadeurs doen het hele jaar mee met een ambassadeursprogramma. Hierdoor worden de bedrijven een jaar lang gestimuleerd om hun ideeën en ervaringen met andere mkb'ers te delen. Rijndorp wil andere ondernemers vooral laten weten dat inclusief ondernemen loont. 'Het actief uitdragen van deze boodschap is ook een vereiste om ambassadeur te kunnen worden.'
Eenvoudig te onderhouden én te bedienen. WWW. ON KRU IDKOK EN.NL
www.stad-en-groen.nl
11
De stille alleskunner
primeur op De neDerlanDse markt en De allereerste in onze branche!
WeedControl Specialist in gifvrij onkruidbeheer
energieweg 9-11 | 5145 nw | waalwijk www.weeDcontrol.nl | +31 (0)416 540718
Boomwortelgeleiding Voorkom wortelopdruk
Hoek
¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡
Bewezen werking sinds 1976 Voorkomt verlies van stabiliteit van de boom De meest hoogwaardige panelen op de markt Wortelankers voorkomen opdrukken van panelen Panelen zijn in elke vorm te buigen (hoek) Hoogtes: 30, 45, 60, 90, 105 en 120 cm hoog
Nieuw!
Wortelankers Koppeling
GreenMax | Tel: 0031 413 29 44 47 | www.greenmax.eu
TRG 90, TRG 105 & TRG 120
COLUMN
‘De wereld stond op zijn kop; niets deugde er meer aan de stint en onder druk van de media werd er gezocht naar een zondebok’ Bakkeveen
Frisian Motors
De tragedie van de stint De gebeurtenissen rondom het noodlottige ongeluk met de stint, afgelopen september in Oss, vormen een drama voor alle betrokkenen; daar zal iedereen het over eens zijn. Dit vooropgesteld heeft het ongeval ook heel wat in beweging gebracht met de vraag of we er wat van kunnen leren.
tientjes per maand aan verzekering en laadstroom ben je helemaal klaar. Tot 20 september 2018, de dag van die vreselijke tragedie. De wereld stond op zijn kop; niets deugde er meer aan de stint en onder druk van de media werd er gezocht naar een zondebok. De echte oorzaak van het ongeluk zal naar alle waarschijnlijkheid nooit kunnen worden vastgesteld. Daarnaast kunnen de media blijkbaar niet begrijpen dat er ook gewoon sprake kan zijn van een foutmarge. Dat er iets niet goed kan gaan; noem het maar het lot.
Elektrisch rijden en werken: we moeten er blijkbaar nog aan wennen
Of het nu de techniek in de stint was, de straling van de spoorweg overgang dan wel een bestuurdersfout, het drama wordt er geen moment minder erg door. Wat kunnen we er dan van leren? Zwaardere eisen aan dit soort voertuigen? Rijbewijsplicht voor dit soort transportmiddelen? Alle elektrische vervoermiddelen in de ban? Ik vraag me af: als hetzelfde ongeluk zou zijn gebeurd in een traditioneel bestelbusje met alle inzittenden keurig in de gordel, hadden we dan op dezelfde manier tegen de fabrikant van het bestelbusje aangekeken? Elektrisch rijden en werken: we moeten er blijkbaar nog aan wennen.
Aanvankelijk kon het niet mooier: een specifiek vervoersprobleem dat werd opgelost met een mooie en puur Hollandse innovatie. De stint werd zeven jaar geleden met de nodige bravoure geïntroduceerd en gaandeweg nog een beetje doorontwikkeld. De afgelopen twee jaar beperkte het gebruik van het vervoermiddel zich niet eens meer tot het groepsvervoer. Ik zag de stint ook als intern transportmiddel op fabrieksterreinen of in de binnenstad voor de handige hovenier of groenvoorziener. Een mooie laadbak, waarmee je je gemakkelijk over de stoep kunt bewegen en waarvoor een parkeerkaartje niet nodig is. Voor een paar
Theo de Jong Frisian Motors
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28507/de-tragedie-van-de-stint
www.stad-en-groen.nl
13
INTERVIEW
7 min. leestijd
Wageningen houdt groenbeheer dicht aan de borst Wethouder Dennis Gudden staat voor ‘zelf doen’ en veel burgerinitiatief De lankmoedigheid waarmee D66-wethouder Dennis Gudden in Wageningen burgerinitiatieven in groenbeheer tegemoet treedt, mag niet verward worden met achteloosheid. Gudden voert strakke regie over de ecologische structuur in de gemeente Wageningen. ‘We stimuleren burgers om mee te denken en mee te beheren, maar we houden wel steeds de hoofdlijnen in het oog.’ Ook werkt de gemeente maar heel beperkt met groenaannemers in het beheer en onderhoud. ‘Zelf doen wat we zelf
De ecologische structuur waaraan Gudden refereert, staat op het punt om afgerond te worden. Wageningen heeft sinds drie jaar een groenbeleidsplan. Opmerkelijk is hoe de gemeente haar inwoners bij de ontwikkeling van dat plan heeft betrokken. Geen middel is onbeproefd gelaten: er zijn bijeenkomsten gehouden, meedenkateliers en klankbordgroepen georganiseerd en er is een website aan het onderwerp gewijd. Niet zonder resultaat. Maar liefst tweeduizend mensen hebben gereageerd en input geleverd. Blinde muur Drie jaar na dato stapt Stad+Groen met Gudden op de fiets om te zien hoe het groenbeleidsplan zijn beslag krijgt in de praktijk. De eerste stop is in de Beuningstraat in de binnenstad. Daar hebben buurtbewoners zelf het initiatief genomen om de straat aantrekkelijker aan te kleden. Een grote blinde muur was ze een doorn in het oog. Die is nu grotendeels begroeid met klimplanten en versierd met een muurschildering.
kunnen doen’, is het devies. Auteur: Paul van der Sneppen
Wageningen D66-wethouder
14
1/2019
Gudden legt uit dat de gemeente in dit project geen initiërende rol heeft gespeeld. ‘We hebben het initiatief van de bewoners vooral gefaciliteerd. We hebben ruimte gegeven aan ideeën en bij de uitvoering een rol gespeeld. Maar wat je in de Beuningstraat ziet, is écht het resultaat van een hyperlokaal burgerinitiatief.’ Communiceren De gemeente schudt die initiatieven los door heel actief te communiceren over de mogelijkheid om binnen het groenbeleid eigen plannen te ontwikkelen. Er is een website gewijd aan het onderwerp, maar er is ook een inloopcafé. Daar zit de wethouder wekelijks een uur aan de koffie met burgers, onder meer om ideeën tegen het licht te houden. ‘Mijn voorganger deed dat ook al. Ik zet die traditie graag voort. Ik wil benaderbaar zijn.’
Alle onderwerpen uit de portefeuille van de wethouder zijn tijdens het inloopcafé bespreekbaar. Maar het valt Gudden wel op dat het in Wageningen eigenlijk altijd over groen gaat. ‘Ik denk dat dat te maken heeft met de landbouwuniversiteit en het publiek dat die aantrekt. Wageningen is erg op natuur en groen georiënteerd.’ Parkeren Op weg naar de volgende locatie voert de tocht langs het Beuningplein. Het plein doet dienst als parkeerplaats. Geen overbodige luxe, zo lijkt het. De parkeerplaats staat behoorlijk vol. Toch wil de wethouder het plein graag een andere functie geven. ‘We zouden hier graag de parkeerplaatsen weghalen’, vertelt hij. Dat stuit op nogal wat weerstand van middenstanders, moet Gudden toegeven. De wethouder toont zich in die discussie echter geen groene zeloot. ‘Ik begrijp die bezwaren heel goed. Middenstanders willen de gang naar hun winkels graag laagdrempelig houden. Autoverkeer hoort daarbij.’ Economie Het helpt dat de wethouder ook economie in zijn portefeuille heeft. Met die twee petten op kan hij het zich simpelweg niet veroorloven om eendimensionaal naar de publieke ruimte te kijken. ‘We willen de binnenstad aantrekkelijker en levendig maken. Vergroening en het etaleren van de cultuurhistorische waarde spelen daarbij zeker een rol. Maar we hebben de middenstand daar ook bij nodig. Ik denk niet dat de verschillende belangen onverenigbaar zijn. Integendeel.’ Maar ondertussen staan de auto’s de ambities van het college wel in de weg. Wageningen is een vestingstad met een mooie, oude kern. Het karakteristieke van de vestingstad komt volgens Gudden nauwelijks tot uiting. ‘Hoeveel mensen kennen Wageningen als een leuke vestingstad,
Dennis Gudden in de Beuningstraat
‘Burgers kunnen zelf oplossingen bedenken. Wij geven ruimte aan ideeën en faciliteren’
www.stad-en-groen.nl
15
Dennis Gudden en Derk Hille Ris Lambers buigen zich over de
Begraafplaats Leeuwerenk (ontwerp: Leonard Springer, 1902),
duizendknoopproblematiek in Wageningen
eigentijds met oog voor de historische waarde
Een insectenhotel helpt de insectenstand op begraafplaats De Leeuwerenk in stand te houden
als een bezienswaardigheid? Ik denk dat we veel meer kunnen doen met de cultuurhistorische waarde die we hier hebben.’ Parkeergarage De oude bolwerken die Wageningen nog heeft, zijn voor een belangrijk deel ingericht als parkeerplaats. ‘Dat is zo gegroeid. Planologisch is dat zeker geen mooie oplossing. We zouden graag andere dingen doen met de bolwerken. Maar ik denk dat we dan wel een andere parkeeroplossing moeten verzinnen om de stad bereikbaar te houden. Er wordt wel gedacht aan een parkeergarage, ondergronds misschien.’
Bij de herinrichting van de historische begraafplaats De Leeuwerenk (ontwerp: Leonard Springer, 1902) is er alles aan gedaan om de oude eiken tot hun recht te laten komen.
‘Er zijn grenzen aan de groei. Niet iedereen die dat wil, kan in Wageningen wonen’
16
1/2019
De fietstocht voert de stad uit, richting camping De Wielerbaan. Het landschap is open; hier en daar wordt het zichtveld onderbroken door bosschages op de stuwwal. Wageningen kiest nadrukkelijk voor het behoud van deze omgeving. Dat is een behoorlijk ingrijpende keuze. ‘De gemeente wil dit landschap handhaven, een open gebied met zichtlijnen op de stad. We gaan niet verder uitbreiden. Dat betekent ook dat we niet altijd plaats kunnen bieden aan iedereen die in Wageningen wil wonen.’ Volkstuinen De keuze voor behoud van dit natuurrijke landschap betekent niet dat er nergens buiten de lijntjes gekleurd mag worden. Gudden wijst op percelen met volkstuintjes. ‘Er zijn mensen die vinden dat zoiets hier niet kan; het zou voor verrommeling zorgen. Ik zie wel wat ze bedoelen, maar heb daar geen moeite mee. Ik vind deze volkstuintjes waardevol. Ze brengen mensen in contact met de natuur en ze zorgen voor sociale cohesie.’ De tocht voert naar camping De Wielerbaan. Daar ontmoet Gudden Derk Hille Ris Lambers, een van de Wageningers die zich uit eigen beweging is gaan bemoeien met het groen-
beheer in de gemeente. Hille Ris Lambers heeft eigenhandig een vrijwilligersteam gemobiliseerd om duizendknoop te bestrijden, een soort duizendknoopbrigade. Niet onverdienstelijk. Wageningen mag zich, voor zover bekend bij Stad+Groen, de enige gemeente in Nederland noemen die duizendknoop significant heeft weten terug te dringen. Waren er in 2013 in Wageningen-Hoog nog zo’n vijftig locaties waar duizendknoop woekerde, in 2018 zijn dat er welgeteld nog maar zes. ‘Dat is allemaal het resultaat van noeste handenarbeid’, legt Gudden uit. ‘Hille Ris Lambers heeft een uitputtingsmethode ontwikkeld. Wij ondersteunen het vrijwilligersteam en volgen zijn voorbeeld. We zetten veel handjes aan het werk om de duizendknoop te beheersen en terug te dringen.’ Participatiewet Die handjes komen niet alleen van vrijwilligers. Wageningen heeft circa vijftig mensen in de groendienst aan het werk. Gudden wil zoveel mogelijk werk in eigen beheer doen. Opmerkelijk is ook het sociaal beleid dat achter die keuze schuilgaat. Ongeveer de helft van de mensen die in de groendienst werken, valt onder de Participatiewet. ‘Ooit werkten we daarbij op regionaal niveau samen met andere partijen. Dat doen we niet meer. We willen graag dat mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in hun eigen gemeente kunnen werken. Het zijn Wageningers. Ze horen bij ons en we hebben werk voor ze. We willen graag dat ze in hun werk de verbinding met hun woonplaats kunnen ervaren en niet verspreid over de regio worden ingezet.’ De volgende locatie die Gudden Stad+Groen wil laten zien, is begraafplaats De Leeuwerenk. Ook hier houdt de gemeente zelf de touwtjes stevig in handen. De begraafplaats is in eigendom van de gemeente Wageningen. Die probeert als beheerder zoveel mogelijk tegemoet
OP DE FIETS
te komen aan de verschillende belangen van verschillende gebruikers. Cultuurhistorie Enkele jaren terug is de begraafplaats flink op de schop genomen. Er waren onder meer afwateringsproblemen en door de jaren heen is ook veel van het stempel dat ontwerper Leonard Sprenger in 1902 achterliet verloren gegaan. ‘We hebben hier veel van de cultuurhistorische waarde van de begraafplaats in ere hersteld. Daarnaast hebben we de begraafplaats aangepast aan de wensen van begrafenisondernemers en bezoekers. Er is een nieuwe urnenwand gekomen, meer ruimte voor kindergraven en natuurgraven.’ In de wijk Tarthorst, een typische wijk zoals die in de jaren zeventig veel werden aangelegd, is Wageningen actief aan de slag gegaan met de uitvoering van het groenbeleid. De gemeente wil het groen in de wijk in lijn brengen met het groenbeleidsplan. In Tarthorst betekent dat onder meer dat overjarige beplanting moet wijken voor nieuw groen. In 2017 is begonnen met de omvorming van het groen. Maar dat valt nog niet mee, merkt Gudden. Vooral de emoties rond de kap van bomen staan de renovatie in de weg. ‘Er staan daar bomen die echt aan vervanging toe zijn. Maar dan blijkt het nog heel lastig om uit te leggen dat je enerzijds bomen in de wijk wilt hebben om hittestress tegen te gaan terwijl je anderzijds bomen gaat kappen.’ Daar is de gemeente duidelijk niet in geslaagd, zo blijkt. Het geschil over de bomen in kwestie ligt nu voor de rechter. Buurtgroen Meer medewerking krijgt de gemeente bij het in beheer geven van zogenaamd buurtgroen aan buurtbewoners. Bewoners verzorgen de inrichting en het beheer van openbaar gemeente plantsoen helemaal zelf. Wageningen telt momenteel al zestig van zulke buurtgroenlocaties.
Buurttuin De Hoef, buurtbewoners nemen bezit
Ecologisch bermbeheer in de
van openbaar groen
Kortenoordallee
Aangekomen bij Buurtgroen De Hoef vertelt Gudden hoe deze buurttuin in 2014 tot stand is gekomen. Aanvankelijk was het stuk snippergroen onaantrekkelijk, veel gras vooral. Dat is veranderd toen drie buurtbewoners de groenvoorziening onder hun vleugels hebben genomen. ‘We hebben dat als gemeente ondersteund met financiering uit het wijkbudget’, vertelt Gudden. Dat zelfbeheer wielen in beweging zet, blijkt onder meer uit het feit dat de bewoners zelf aanvullend budget hebben weten te vinden bij een particulier filantropisch fonds.
‘Snippergroen verkopen doen we niet meer’ Er is veel animo vanuit de buurt om zich voor de buurttuin in te zetten. ‘Er is wel wat verloop in de vrijwilligers, maar eigenlijk nooit gebrek aan mankracht.’ Buurtgroen De Hoef heeft inmiddels een eigen nieuwsbrief en de vrijwilligers komen ook bijeen voor sociale activiteiten. ‘Je ziet hier goed dat een buurttuin mensen verbindt.’ Kwaliteit De buurtgroeninitiatieven passen ook in de behoefte van de gemeente om de regie te houden, legt Gudden uit. ‘We hadden Buurtgroen De Hoef ook als snippergroen kunnen verkopen. Dan hadden we geen regie meer gehad. Nu draagt het bij aan de ecologische structuur in de gemeente. Het is er beter en mooier op geworden en we hebben als gemeente nog
steeds de mogelijkheid om regie te voeren, als dat nodig is. We kunnen op deze manier veel meer kwaliteit garanderen. Het actief verkopen van snippergroen past niet meer in ons groenbeleid. Daar zijn we twee jaar geleden helemaal mee gestopt.’ Op het laatste deel van de rondgang door Wageningen voert de fietstocht door de wijk Ooststeeg. Enorme platanen reiken hier naar de hemel. De bomen ogen mooi, maar ze zorgen hier ook voor veel overlast. Lichtconcurrentie is het grootste probleem. Veel bewoners ervaren hier overlast van schaduw. ‘Hier biedt het groenbeleidsplan goede aanknopingspunten voor interventie. We kunnen nu kijken of we, binnen onze ecologische structuur, ruimte hebben om hier bomen weg te halen. Het beleidsplan biedt ons goede argumenten voor de maatregelen die nodig zijn om knelpunten als dit op te lossen.’ Wat opvalt aan het groenbeleid van Wageningen, is dat groen in deze gemeente geen doel op zich is. De visie op het groenbeheer is nauw verknoopt met het sociaal en economisch beleid. Er spreekt visie en samenhang uit, maar het vergt ook strakke regie. Burgers krijgen veel vrijheid om mee te denken en mee te doen, maar van een terugtrekkende overheid is hier zeker geen sprake.
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28514/wageningen-houdt-groenbeheer-dicht-aan-de-borst
www.stad-en-groen.nl
17
Biodiversiteitpotentieel ‘De potentie die een plantensoort of combinatie van plantensoorten (= zaadmengsel) heeft om bij te dragen aan de biodiversiteit, uitgedrukt in aantal soorten dat een relatie heeft met deze plantensoort.’
Carnavalsmengsel
Carnavalsmengsels zijn geen feest voor biodiversiteit Inheemse plantensoorten zijn cruciaal voor toename biodiversiteit in bermen Voor het vergroten van biodiversiteit in bermen door de aanleg van bloemrijke bermen blijkt de keuze voor inheemse planten cruciaal. De herkomst van een plantensoort is van grote invloed op het aantal soorten dat hiervan gebruik kan maken. Inheemse plantensoorten leveren gemiddeld een grotere bijdrage aan de biodiversiteit dan exoten. Voor mijn afstudeeronderzoek aan de hogeschool Van Hall Larenstein heb ik in opdracht van Buro Bakker Adviesburo de potentiële bijdrage van diverse zaadmengsels aan de biodiversiteit onderzocht. De centrale vraag hierbij was of de herkomst van plantensoorten van invloed is op het biodiversiteitpotentieel van het zaadmengsel.
Er zijn veel verschillende zaadmengsels voor bloemrijke vegetaties op de markt. Bij het samenstellen van en de keuze voor een bepaald zaadmengsel spelen verschillende overwegingen een rol. Vaak wordt gekozen voor opvallende kleuren en snel zichtbaar bloeiresultaat. Ecologen noemen deze mengsels wel gekscherend ‘carnavalsmengsels’. In de praktijk bestaan deze veelal uit uitheemse soorten. Dezelfde ecologen betwijfelen dan ook of deze mengsels veel bijdragen aan de versterking van biodiversiteit. In het onderzoek is daarom het biodiversiteitspotentieel vergeleken van een aantal ‘wilde
18
1/2019
Auteur: Maarten Immerzeel
zaadmengsels’, bestaande uit vooral inheemse (wilde) planten, en een aantal ‘carnavalsmengsels’, waarbij vooral de esthetische waarde van het mengsel belangrijk is. In totaal zaten in deze mengsels 136 plantensoorten. Meer dan alleen bijen en dagvlinders Meestal ligt bij de aanleg van bloemrijke vegetaties de nadruk op het aantrekken van bijen en (dag)vlinders, of in elk geval bloembezoekende insecten. Hoewel deze zeker belangrijk zijn (ook vanwege het feit dat het voor het publiek aantrekkelijke en zichtbare soorten zijn), maken zij slechts een klein deel uit van de totale bio-
diversiteit die aan deze vegetaties verbonden is. Andere relaties tussen planten en andere organismen zijn veel talrijker. Vele soorten uit verschillende soortgroepen maken gebruik van verschillende planten en plantendelen. Naast voedsel bieden planten belangrijke functies als veiligheid en voortplantingsplekken. Larven van kevers, bladwespen en microvlinders leven in mijnen in de bladeren, stengels en wortels van planten. Rupsen van dag- en nachtvlinders gebruiken planten als voedsel. Mijten en muggenlarven leven in gallen op verschillende plantendelen. Al deze insectensoorten vormen een bron van voedsel voor insecteneters als
ACHTERGROND Plantparasieten zoals larven van de gewone kruisbloemgalmug (Dasineura sisymbrii) zorgen voor vergroeiingen van de bloemen van kruisbloemigen, zoals hier op moeraskers (Rorippa sylvestris).
Carnavalsmengsels bestaan vaak uit uitheemse soorten en worden gekozen vanuit esthetisch oogpunt kleine zoogdieren, vogels en amfibieĂŤn. Hoe meer soorten, des te completer en gezonder een ecosysteem. En een goed werkend ecosysteem kan weer helpen bij het voorkĂłmen van plagen. Vanwege de grote diversiteit aan soortgroepen en het grote aantal soorten zijn in dit onderzoek de onderzochte plantensoorten gekoppeld aan alle in Nederland voorkomende plantparasieten. Resultaten Gemiddeld blijken op inheemse plantensoorten drie keer zoveel soorten plantparasieten voor te komen als bij exoten. Bij archeofytische plantensoorten (soorten die voor 1500 zijn ingeburgerd) zijn dat nog altijd ruim twee keer zoveel soorten als bij exoten. Dit is ook zichtbaar bij de verschillende onderzochte zaadmengsels: het biodiversiteitspotentieel van mengsels met voornamelijk inheemse soorten is bijna twee keer zo hoog als dat van mengsels die vooral uit uitheemse soorten bestaan. Meer specialisten op inheemse plantensoorten Behalve dat op inheemse plantensoorten veel meer soorten plantparasieten voorkomen, is
Het totaal aantal plantparasieten per onderzochte plantensoort en zaadmengsel
ook het aantal specialisten op deze inheemse planten vele malen groter dan op niet-inheemse soorten. Op de onderzochte exoten komen gemiddeld slechts 0,2 specialistische (= monofage) soorten voor, terwijl dit op inheemse soorten ruim vijf zijn. Conclusie Het gebruik van inheemse plantensoorten levert niet alleen een veel grotere bijdrage aan het verhogen van de biodiversiteit, maar is ook van wezenlijk belang vanwege de specialistische en kritische plant-dierrelaties. Met andere woorden, juist de kritische en kwetsbare soorten zijn afhankelijk van de aanwezigheid van inheemse plantensoorten. Carnavalsmengsels zijn misschien mooi voor mensen, maar dragen nauwelijks bij aan versterking van biodiversiteit. De bachelorscriptie: Kruidenrijke zaadmengsels
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28528/carnavalsmengsels-zijn-geen-feest-voor-biodiversiteit
Gemiddeld aantal plantparasieten per plantensoort naar indigeniteit en fagiteit
Bij de keuze voor zaadmengsels moet niet alleen worden gekeken naar bijen en vlinders
www.stad-en-groen.nl
19
Walter Busse, voorman Heemgroen Gemeente Amstelveen, in het Thijssepark .
Amstelveense heemparken introduceren Amstelveense Heembollencollectie Gemeentelijke studiedagen Jub Holland in Amstelveens Jac. P. Thijssepark De Amstelveense heemparken zijn van een ongekende schoonheid en uniek in Nederland en daarbuiten. Van heinde en ver komen tuin- en landschapsarchitecten, beplantingsdeskundigen en groenbeheerders om zich te laten inspireren door de sprookjesachtige parken met hun slingerende paden, natuurlijk gesnoeide bomen en heesters, prachtige doorkijkjes, romantische waterpartijen en vooral de vele inheemse vaste planten, bloembollen en knollen. In de heemparken waan je je, midden in het stedelijk gebied en vlakbij Schiphol, in een verstilde en betoverende wereld. Auteur: Carien van Boxtel Fotografie: Carien van Boxtel
Het woord 'heem' staat voor inheems. Dat betekent dat de beplanting behoort tot de oorspronkelijke Nederlandse flora, de wilde planten van ons land. Destijds had dit een sterk educatief karakter: men wilde de stadse mens in aanraking laten komen met de ‘wilde’ natuur van de verschillende landschapstypen in Nederland. Amstelveen telt zes heemparken en tientallen stukken en stukjes heemgroen. Hoewel de heemparken, ieder met een eigen
20
1/2019
karakter, heel natuurlijk ogen, zijn ze dat geenszins. Ze werden vanaf de jaren 20 van de vorige eeuw op de tekentafel ontworpen om van Amstelveen een aantrekkelijke vestigingsplaats te maken voor (rijke) Amsterdammers. Het eerste Wandelpark, dat nu C.S. Broersepark heet, werd in 1926 ontworpen door tuinarchitect Dirk Tersteeg. De tuinbaas die hij aanstelde, Chris Broerse, trad in dienst van de gemeente en ontwierp vervolgens samen met Koos Landwehr
De Braak, het Jac. P. Thijssepark en het Koos Landwehrpark. Tot op de dag van vandaag verlenen de heemparken en het heemgroen Amstelveen haar unieke identiteit. De bijzondere parken maken momenteel een ware revival door vanwege de hernieuwde belangstelling voor naturalistische beplantingen. Gecontroleerd verwilderen De schitterende beplantingen lijken zich geheel spontaan te ontwikkelen. Ten dele is dat ook zo, hoewel alle soorten ooit door Broerse en zijn tuinbaas in het hele land in de wilde natuur werden verzameld en in de parken werden geïntroduceerd. De huidige plantenpopulaties stammen nog altijd af van die oorspronkelijke introducties en vermeerdering vindt uitsluitend plaats in de eigen kwekerij met eigen materiaal. Ook planten uit heel andere groeiplaatsomstandigheden dan die in het venige Amstelveen werden geïntroduceerd en voelen zich er inmiddels thuis. Dat is te danken aan het bijzondere team van toegewijde en zeer gespecialiseerde tuinlieden die, nog altijd in
4 min. leestijd
ACHTERGROND dienst van de gemeente Amstelveen, de parken onder hun hoede hebben. Zij wieden en dunnen, snoeien en harken, planten en verplanten. De slappe venige bodem wordt zeer regelmatig opgehoogd en dagelijks wordt gewerkt aan het nog verder verfijnen van de delicate schoonheid van de plantcombinaties in de parken. Zware machines zijn taboe om verdichting van de luchtige en humeuze bodem te voorkomen. Inheemse bol- en knolgewassen Binnen de beplantingen nemen de bol- en knolgewassen in het vroege voorjaar een heel bijzondere plaats in. Als vroege voorjaarsbloeiers maken ze gebruik van het beschikbare licht en toveren ze de bosbodem, struwelen, natuurlijke oevers en open landschapjes om in ware kleurrijke bloemtapijten. Het beheer is erop gericht om de bollen en knollen semi-spontaan te laten verwilderen. Door middel van wieden, dunnen, snoeien en bodemverbetering worden daarvoor de ideale omstandigheden gecreëerd. In de parken zijn prachtige combinaties van bollen met vaste planten en bijvoorbeeld mossen te bewonderen, die heel goed in andere situaties in de openbare of particuliere ruimte kunnen worden toegepast. Inheemse bollen zijn niet alleen heel mooi, maar leveren als drachtplant voor (wilde) bijen bovendien een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit! Inheemse bollen en knollen: bedreigd in de natuur, florerend in de heemparken Soorten die in de heemparken onder meer kunnen worden bewonderd, zijn het in februari en maart bloeiende lente- en zomerklokje (Leucojum vernum en Leucojum aestivum) en de inheemse narcis, Narcissus pseudonarcissus subs. pseudonarcissus. De enorme witte tot teer
Een typisch beeld uit het sprookjesachtige Thijssepark, romantisch slingerlaantje omzoomd met bosanemoon.
roze tapijten die de inheemse bosanemoon (Anemone nemorosa) met zijn ondergrondse kruipende wortelstokken door het park weeft, zijn adembenemend mooi. In haar kielzog is er ook de gele anemoon (Anemone ranunculoides). Heel bijzonder is ook de bostulp (Tulipa sylvestris): vrolijk geel op sierlijke, gebogen stengels en anders dan de naam doet vermoeden geen bosplant, maar een bolgewas voor een open plek. Als in april de langgerekte kaarsjes van de holwortel (Corydalis cava) bloeit in vele tinten lila en crème, houden bezoekers hun adem in: zo mooi en sierlijk is deze bijzondere en tere plant. De kievietsbloem (Fritillaria meleagris), in Nederland nog voorkomend in de beekdalen van de Hollandse IJssel, is ook aan-
Tulipa sylvestris (bostulp) en Anemone nemorosa (bosanemoon), een prachtige combinatie.
wezig. Ze staat graag op wat vochtige plekken in grasachtige vegetatie. Unieke samenwerking tussen Jub Holland en de Amstelveense heemparken Al enige jaren werken bloembollenkweker Jub Holland en de Amstelveense heemparken nauw samen. Een vast onderdeel van de inmid-
Het woord 'heem' staat voor inheems
Holwortel in het Thijssepark. www.stad-en-groen.nl
21
3-DELIGE KLEPELMAAIER Met meer dan 180 jaar ervaring in het ontwerpen, produceren en leveren van maaimachines bent u met Ransomes verzekerd van een superieure maaikwaliteit! • Maaibreedte tot 3,20 m • 65 pk • Maaihoogte 30 - 70 mm • Cabine met airco leverbaar • Müthing klepeldekken
Importeur voor Nederland:
Pols Groep
www.ransomesjacobsen.com
500V SERIES
+31 (0) 181 458845
AIR-COOLED FRONTMOUNT
™
maar een sensor
14.5
1 53
16.1 KPH
16.9 KPH
17.7 KPH
2 36
2 47
B&S Vanguard gasoline engine
1 77 HECTARES PER HOUR*
HECTARES PER HOUR*
HECTARES PER HOUR*
geplaatst...
Maaisnelheden tot 12,9 km/u en 1.53 hectares/u met een maaibreedte KPH van 132 cm*. 7 3* ga naar: Voor meer 1 informatie, HECTARES PER HOUR hectares grasshoppermower.com/
1 42 810cc, V-twin, OHV HECTARES PER HOUR*
af n a , v Al .885 € 8 l. BTidWek a exccl. ma
12.9 KPH
www.pols.nl
Hadden we nou
De Grasshopper 500V serie is de meest economische en compacte Grasshopper FrontMount™ maaier en biedt alle manoeuvreerbaarheid, kwaliteit en duurzaamheid die u van Grasshopper True ZeroTurn™ maaimachines gewend bent. Bereik plekken onder laaghangende bomen, struiken, bankjes en caravans. Doordat u de machine zeer fijn kan controleren, trimt u het gras al tijdens het maaien en bespaart u tijd! De Grasshopper 526V52 met 132cm. gelast maaidek en 26pk B&S Vanguard motor staat vanaf 2019 in de showroom van uw Grasshopper dealer. Kijk op www.grasshoppermaaiers.com/verkooppunten voor de dealer bij u in de buurt!
526V 12.952KPH
Zuidland
HECTARES PER HOUR*
in
13.7 KPH 1 63 HECTARES PER HOUR*
16.1 KPH 2 25 HECTARES PER HOUR*
CONNECTED
Neem voor meer informatie contact op met de Grasshopper Importeur voor Nederland tel. nr. 0481-371423 www.lozeman.nl
GREEN
Bespaar tot 50% op projectbezoeken, watergift en inboet
www.connectedgreen.nl
ACHTERGROND Daslook Allium ursinum Bosanemoon Anemone nemorosa Gele anemoon Anemone ranunculoides Italiaanse aronskelk Arum italicum Gevlekte aronskelk Arum maculatum Herfsttijloos Colchicum autumnale Lelietje-van-dalen, lelietje-der-dalen Convallaria majalis Holwortel Corydalis cava Vingerhelmbloem/vogeltje op de kruk Corydalis solida Winterakoniet Eranthis hyemalis Kievitsbloem Fritillaria meleagris Gewoon sneeuwklokje Galanthus nivalis Boshyacint, wilde hyacint, hazenklokje, bluebell Hyacinthoides non-scripta Zomerklokje Leucojum aestivum Lenteklokje Leucojum vernum Blauw druifje Muscari botryoides Wilde narcis Narcissus pseudonarcissus subs. pseudonarcissus Gewone vogelmelk  Ornithogalum umbellatum Knikkende vogelmelk Ornitogalum nutans Bostulp Tulipa sylvestris Carien van Boxtel
dels befaamde Jub Holland-studiedagen voor groenbeheerders en ontwerpers, die ieder jaar in april worden georganiseerd, vormt een uitgebreide rondleiding en inleidingen door de tuinlieden en tuin- en landschapsontwerper (en bollenspecialist) Carien van Boxtel en de bollenkwekers van Jub Holland in de heemparken. Tijdens deze excursies is er veel aandacht voor het kiezen, toepassen, combineren en beheren van inheemse bloembollen en knollen. Al observerend krijgen de deelnemers waardevolle, direct op hun eigen projecten toepasbare informatie van echte specialisten. De studiedagen worden afgesloten in de bloeiende bollenvelden en bij Jub Holland in Noordwijkerhout,
waar de deelnemers een exclusief kijkje krijgen in de keuken van een modern bloembollenbedrijf waar nog altijd veel inheemse bollen en knollen worden geteeld en verhandeld. Zo blijven deze soorten beschikbaar voor toepassing in nieuwe parken en tuinen; in het wild zijn deze soorten vaak schaars of zelfs ernstig bedreigd. Nieuw in 2019: de Amstelveense heembollencollectie van Jub Holland Samen met de Amstelveense heemparken introduceert Jub Holland dit najaar de unieke Amstelveense heembollencollectie:Â een sortiment bijzondere inheemse bollen en knollen
Foto: Rosanna Castrini
die in hedendaagse tuinen en parken kunnen worden toegepast. In april kunt u alvast tijdens de Jub Holland-studiedagen komen kijken hoe mooi uw project kan worden met dit bijzondere sortiment! Bent u professioneel ontwerper of beheerder van (openbaar) groen en wilt u deelnemen? Geef u snel op via info@Jub Holland.nl
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28552/amstelveense-heemparken-introduceren-amstelveense-heembollencollectie
Armeniacum botryoides, het bekende blauwe druifje. www.stad-en-groen.nl
23
Wethouder Sylvia Fleuren bij ’t Groeske
Water en groen in goede banen Berg en Dal combineert klimaatbestendig openbaar groen met watermanagement De gemeente Berg en Dal loopt vanwege de zeer sterke hoogteverschillen in de gemeente voorop op het gebied van watermanagement. Noodgedwongen weliswaar, door het toenemende aantal piekbuien en de verstening van de leefomgeving. Wethouder Sylvia Fleuren legt uit hoe Berg en Dal zich wapent tegen wateroverlast, en hoe tegelijkertijd het openbaar groen klimaatbestendig wordt gemaakt.
De gemeentenaam zegt het al: Berg en Dal. Deze gemeente – de kern Groesbeek in het bijzonder – staat niet alleen bekend als luchtlandingsplaats van de geallieerden tijdens de operatie Market Garden in de Tweede Wereldoorlog. Het is ook een zeer heuvelachtig gebied, populair onder wandelaars en fietsers. ‘Water komt in deze gemeente altijd de heuvels af gutsen’, illustreert wethouder Fleuren van onder meer openbare werken. ‘Het verzamelt zich dan op een beperkt oppervlak. We hebben de risicolocaties in beeld gebracht met rekenmodellen, die uitrekenen hoe water zich verspreidt. Een risico binnen de gemeente vormen de beekdalen Leigraaf en Groesbeek en de stuwwal in Beek. Vanaf die stuwwal lopen zeven beekdalen, die water afvoeren richting de kern. Het is voor onze gemeente een noodzaak om voor alle risicolocaties creatieve oplossingen te bedenken: door het water om te leiden of door ter plekke retentie toe te passen.’
Auteur: Santi Raats
Piekbuien en verstening Dat de gemeente Berg en Dal meer dan ooit met wateroverlast kampt, heeft verschillende oorzaken. Wouter van de Lest, groenbeheerder bij de gemeente, verklaart: ‘Ten eerste is er
24
1/2019
vaker sprake van piekbuien; het regent minder vaak, maar áls het regent, zijn het steeds vaker stortbuien, waar het riool niet op is berekend. Daarnaast raakt de leefruimte in zowel dorpen als stedelijk gebied steeds meer versteend. Hierdoor kan het water minder snel weg naar de ondergrond en belandt alles in het riool. Als het riool vol is, ontstaat er hinder en soms zelfs overlast op straat. Niet alleen de gemeente heeft de taak om een oplossing te bedenken voor wateroverlast. Ook burgers kunnen bijdragen, door ervoor te zorgen dat hun tuinen niet 100 procent versteend zijn.’ Fleuren beaamt de laatste opmerking, en pleit ervoor dat iedereen in de gemeente zijn of haar best doet om wateroverlast te beperken. Politiek punt De gemeente Berg en Dal heeft vanaf 2017 900 duizend euro extra gereserveerd om wateroverlast te bestrijden, bovenop de bestaande budgetten. Het feit dat de financiële meevaller in de begroting voor 2019 aanvankelijk ingezet zou worden voor lastenverlichting, maar nu toch naar watermanagement gaat, is tekenend voor de noodzaak. Twee kernen, Breedeweg en Beek, komen als eerste aan de beurt voor maat-
7 min. leestijd
ACTUEEL regelen. Ook in andere kernen zoals Ubbergen, Heilig Landstichting en Berg en Dal worden de hellingen onder de loep genomen. Samenwerking voor waterafvoer Fleuren: ‘Piekbuien komen nu vaker voor, maar twintig jaar geleden al is in Beek de waterafvoer expres bovengronds gebracht met goten en beekjes, om de waterdruk vanaf de stuwwal te verlagen. Deze goten en beekjes lopen naar de parkjes aan de provinciale weg N325, waar het water in de grond kan zakken en in sloten geloosd kan worden. Deze waterafvoerwegen zijn gerealiseerd op het niveau van gemeente, Staatsbosbeheer, waterschap en particuliere grondeigenaren zoals agrarische ondernemers. Aan hen wordt bijvoorbeeld gevraagd of een weiland een dag onder water mag staan na een hoosbui. Wij zien binnen deze samenwerking een heleboel saamhorigheid. Toch zijn nog niet alle problemen opgelost. In sommige straten in de gemeente staat men na een hoosbui tot aan de knieën in het water, garages lopen onder en er blijft een boel modder achter.’ Zowel college als ambtenaren gaan ter plekke kijken bij dergelijke extreme situaties. Zo was Fleuren in augustus in de Esdoornstraat in Beek, waar ditmaal de garages nagenoeg droog waren gebleven, maar modderstromen toch voor overlast zorgden. Retentiebekken in het centrum In de kern Groesbeek is de gemeente al meer dan tien jaar bezig met het creëren van oplossingen. Al sinds 2005 legt de gemeente zogeheten Permeobuizen, poreuze infiltratieleidingen in zandbedden op hooggelegen gebieden.
Via roosters in de straat wordt het regenwater opgevangen in deze buizen. De buizen geven het water af aan de bodem. Hierdoor stroomt minder regenwater de berg af naar het centrum. De wateroverlast is hier zo goed als verdwenen. Bovendien heeft men in het centrum van Groesbeek, recht achter het gemeentehuis, van de nood een deugd gemaakt toen in 2014 het riool vervangen moest worden: er is een park aangelegd dat bestaat uit twee retentiebekkens. Het park heet ‘t Groeske. Het retentiebekken is ongeveer 400 meter lang, 40 meter breed en 1 meter diep. Fleuren: ‘Het water van de openbare weg loopt niet meer het gemengde riool in, maar via een regenwaterriool naar park ’t Groeske. Daar wordt het water vastgehouden en gedoseerd afgevoerd door de beek de Groesbeek, die dwars door het park slingert. Water op straat is tijdens stortbuien niet te voorkomen, maar het water loopt niet de huizen binnen. Rond het retentiebekken is een pad aangelegd, waar mensen hun hond kunnen uitlaten. Tijdens de aanleg van het park bleek overlast van hondenpoep een van de grootste ergernissen; daarvoor moest een oplossing komen.’ Het park bevat ook tien eilandjes. Een aantal van deze eilandjes is ingericht en wordt beheerd door en voor bewoners. Fleuren: ‘Participatie en oplossen van waterproblematiek gaan dus prima samen. Wanneer de retentie vol staat met water, liggen de eilandjes allemaal boven het wateroppervlak. Ze zijn door bruggetjes met elkaar verbonden. Er is één
‘Dit is een lindedorp, maar lindes hebben het soms zwaar door de hitte’
eiland dat af en toe onder water loopt. Zo kan daar bijzondere vegetatie ontstaan.’ In de ‘bak’ staan vooral elzen en wilgen, omdat die vrij goed tegen natte voeten kunnen. Aan de rand, meer aan de bovenzijde, staan linden. Groesbeek is namelijk een echt lindedorp. Van de Lest: ‘Aan de zuidzijde van het retentiebekken staan boomsoorten die minder hoog zijn. We willen daar veel licht en weinig blad op het maaiveld hebben, om de kans op bijzondere kruiden te vergroten. Inmiddels groeien er bijzondere soorten zoals de klokjesgentiaan en blauwe knoop. Ook staat er een gevlekte Orchis. De rest van het retentiebekken is voornamelijk begroeid met veldrus, moerasrolklaver, grote ratelaar, margriet, wilde peen, kattenstaart en kamgras. Op een paar eilanden staan speeltoestellen, en in het midden van het bekken zijn platliggende boomstammen en andere elementen waar kinderen mee kunnen spelen in en rond het water.’ Van der Lest weet daarover meer te vertellen: ‘Eén speeltoestel moet de onderkant van een boomstam voorstellen. Hier staan wilgen dicht op elkaar. Deze moeten optisch samen een boom gaan vormen. In en onder deze “boom” kun je op meerdere manieren de grond in. Zo laten we kinderen op een leuke manier kennismaken met de natuur.’ Oplossingen op wijkniveau In 2019 wordt het riool in een probleemstraat in de kern Beek vervangen. De gemeente grijpt dit moment aan om de straat klimaatbestendig te maken. ‘We hebben hoge ambities voor deze straat: we willen de riolering vernieuwen, het waterprobleem oplossen, voldoende parkeerplekken realiseren, voldoende groen realiseren én de straat verkeersveilig maken’, somt Fleuren op. De desbetreffende straat in de kern Beek loopt omlaag. Het is de bedoeling dat de straat aan de hoge kant iets wordt verlaagd. Fleuren verklaart: ‘Wanneer de straat niet meer afloopt, kunnen we het regenwater vasthouden tussen de trottoirbanden. Het water loopt vervolgens naar een dieper gelegen grasveldje.’ Van de Lest: ‘Dit is overigens meer een waterbuffer dan een wadi. Een goed opgebouwde wadi heeft een speciale opbouw voor een filterende werking, met onder meer scherp zand of een grindkoffer, waardoor het vuil uit het
Wouter van der Lest www.stad-en-groen.nl
25
THE GAME CHANGER
NEW LT-F3000
FOR GROUNDS MAINTENANCE ONLY FROM TORO
Productiviteit en een mooi maaibeeld bij kort en lang gras Voor speelvelden, wegbermen, parken en ruige terreinen Ontworpen om gebieden te beheren met slechts 3 Ã 4* maaibeurten per jaar Productiviteit en veelzijdigheid, met lage onderhoudskosten
26
www.jeanheybroek.com
1/2019
www.toro.com/LT-F3000 *Dependent on environmental conditions and mowing speed
ACTUEEL water wordt gefilterd en het goed de bodem infiltreert. Een wadi wordt doorgaans ingezaaid met een grasmengsel dat niet te diep wortelt. Om de zoveel jaar wordt de bovenlaag van een wadi afgeschraapt, om de vervuiling die daarin is achtergebleven af te voeren. Het grasveldje ligt alleen maar wat dieper ingegraven. Hier kan water zich verzamelen en langzaam naar de bodem zakken.’ Fleuren gaat verder: ‘Dergelijke plannen vergen een goede communicatie met burgers, want hier is draagvlak voor nodig. Je moet als gemeente uitleggen dat er beplanting verdwijnt en dat er een kans bestaat op wat hondenpoep op het veldje, maar ook dat er verderop in de straat geen water meer zal staan. Deze straat vormt overigens een uitdaging, doordat bewoners problemen ervaren met water én met parkeren. We kunnen niet zomaar parkeervakken erbij maken en meer bestraten, want dan gaan alle infiltratiemogelijkheden verloren.’
De zestien esdoorns (Acer platanoides ‘Olmsted’) die in de straat stonden, worden een op een vervangen. Van de Lest: ‘In het conceptplan stonden de bomen in kleine boomspiegels. Nu komen ze in een doorlopende groenstrook te staan. Hierdoor is er meer ruimte voor de boom en minder kans op wortelopdruk. De heesters gaan eruit en wellicht komen daar rozenstruiken voor terug als onderbeplanting. Dat willen de bewoners graag, maar we moeten bekijken of dit verstandig is vanuit het oogpunt van eenvoudig beheer.’ Waterretentie of sturing ten koste van bomen en heesters Van de Lest gaat verder: ‘Het is een uitdaging om een goede oplossing te bedenken in de openbare ruimte. Want om water te kunnen sturen of vast te houden, moeten heesters verdwijnen en komt er veelal gras voor terug. Bij de aanleg van wadi’s, in elkaar overlopende retentiebekkens en lager gelegen grasveldjes hebben we bijvoorbeeld hakhoutbosjes en
Waterretentie ’t Groeske
‘We houden het regenwater vast tussen de trottoirbanden; daarna loopt het naar een dieper gelegen grasveldje'
fraaie plantsoenen moeten verwijderen, maar ook soorten die van belang zijn voor vogels en insecten, zoals krentenboompjes. We verdiepen ons al jarenlang in oplossingen, maar we leren nog elke dag bij.’ Klimaatbestendig groen Op watermanagementplekken kan groen verdwijnen, maar ook de soorten veranderen door de klimaatbestendige inrichting van de openbare ruimte. Van de Lest: ‘Wij zullen steeds meer soorten toepassen waarvan we zien dat ze goed tegen hitte en droogte kunnen. Dit zijn soorten uit het Zuid-Europese klimaat, zoals Liriodendron, Gleditsia, Platanus, Liquidambar, Ostrya en Pauwlonia. We gaan ook minder leunen op cultivars, omdat we de ervaring hebben dat de basissoorten het sterkste zijn. We zullen vaker de gewone Liriodendron tulipifera, Liquidambar styraciflua en Tilia x europaea toepassen.’ Van de Lest lacht: ‘Dat Acer platanoides ‘Olmsted’ in de Esdoornstraat in de kern Beek mag blijven, is een uitzondering.’ Soorten die het in de praktijk minder goed doen, zullen langzamerhand minder voorkomen in het straatbeeld. ‘Dat betreft bijvoorbeeld de beuk. We zien dat deze soort het steeds moeilijker heeft, zowel jonge als oude bomen. Dat is jammer, want het is een soort die hier thuishoort. Ook lindes hebben het soms zwaar door de hitte, zeker als ze wat minder vitaal zijn. We zien op diverse plekken behoorlijke zonnebrandschade op de stammen. Beuk lijkt door de veranderde klimatologische omstandigheden vaker brandschade op de stam te vertonen. Eiken kampen hier met eikenprocessierups en linden die minder gezond zijn kampen met bladluis en geven daardoor plakkerige overlast. Helemaal verdwijnen zullen de linden niet; ze horen vanouds in het straatbeeld in de dorpen, net zoals de elzen typerend zijn in de omliggende polder. Ook op dit gebied blijven we voortschrijdende inzichten opdoen. Zo hadden we Anna Paulowna-bomen aangeplant, maar deze sloegen niet goed aan op die plek. De bodem was te zanderig en schraal. Maar het is een feit dat het openbaar groen er anders uit gaat zien door de klimaatbestendige maatregelen die gemeenten gaan nemen.’
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/27996/water-engroen-in-goede-banen
www.stad-en-groen.nl
27
INTERVIEW
5 min. leestijd
‘Besturen ligt me meer dan politiek bedrijven’ Oudgediende waterschap De Dommel pleit voor meer transparantie in waterschapsbestuur ‘De droogte van afgelopen zomer komt ons eigenlijk wel goed uit. Zo halen we ook de krant een keer’, zegt Leonie Bruggink-van der Steen. En dat is hard nodig, vindt het bestuurslid van waterschap De Dommel in Noord-Brabant. ‘Het
‘Ik ga het de media niet aanwrijven dat ze ons niet weten te vinden. Als waterschap doen we te weinig om ons te profileren en dat geldt ook voor de waterschapspartijen en het algemeen bestuur. Dat laatste zou zichzelf ook wat vaker in de kijker mogen spelen en een eigen geluid laten horen. Maar ik kom er zelf ook nauwelijks aan toe om tijd te investeren in het aangaan en onderhouden van persrelaties. Ik geef het eerlijk toe.’
mag allemaal best wat transparanter.’ Auteur: Paul van der Sneppen
Ze is al bijna twintig jaar bestuurslid van waterschap De Dommel; sinds 2005 doet ze dat namens de Algemene Waterschapspartij (AWP). Bruggink heeft in die twee decennia de hele transitie meegemaakt waarbij het waterschapsbestuur werd omgevormd van een klassiek bestuursorgaan tot een politiek orgaan met gekozen vertegenwoordiging. ‘Dat is goed geweest voor de transparantie. De burger krijgt meer zicht op wat we doen en waarom. Maar we zijn er nog lang niet. Onze manier van besturen is wat mij betreft nog niet transparant genoeg.’
28
Noord-Brabant
Belangstelling Die transparantie moet op verschillende fronten bevochten worden. Eén van die fronten is de eeuwige strijd om de aandacht van de pers. Bruggink bedient zich van een mantra dat Stad en Blauw van meer waterschapsbestuurders kent: ‘We komen te weinig in de krant.’ Ze vindt de belangstelling van publiek en media teleurstellend. ‘Tijdens de commissie- en algemeenbestuursvergaderingen is de publieke tribune nagenoeg leeg. Dat zou ik echt anders willen zien.’
Waterschap De Dommel
Toch steekt ze ook de hand in eigen boezem.
1/2019
Milieudelicten Er is niettemin een tijd geweest waarin de lokale pers waterschap De Dommel wél wist te vinden, memoreert Bruggink. Kort nadat in 2015 het huidige dagelijks bestuur was samengesteld, raakte één van de leden in opspraak. Het DB-lid in kwestie kon geen verklaring omtrent gedrag (VOG) overleggen. Toen de pers er lucht van kreeg dat het DB-lid meerdere malen was beboet voor milieudelicten op diens bedrijf, haalde het waterschap plots wel de krant. Het bestuurslid kon aanblijven en functioneert volgens Bruggink goed in het dagelijks bestuur. Ze kijkt niettemin met gemengde gevoelens terug op het incident. ‘Enerzijds merk je op zo’n moment hoe belangrijk media-aandacht is voor de openheid van bestuur. Anderzijds is het natuurlijk jammer dat we alleen de krant halen als er heibel is. We hebben als waterschap echt wel een ander verhaal aan de wereld te vertellen. We dienen grote belangen en we doen dat ook nog eens hartstikke goed.’ Mandaat Het integriteitsincident legt volgens Bruggink ook de vinger op een dieperliggend probleem. Ze vindt dat het dagelijks bestuur van waterschap De Dommel een te groot mandaat heeft en dat het algemeen bestuur teveel volgt. ‘Bij sommige waterschappen vergadert het alge-
‘Wateroverlast en droogte hebben het waterschap op de kaart gezet’
www.stad-en-groen.nl
29
meen bestuur tien keer per jaar. Wij komen vier keer per jaar bijeen. Dat is te weinig. We geven daarmee een te groot mandaat aan het dagelijks bestuur en zijn te weinig kaderstellend bezig.’ Die bestuurlijke weeffout is op pijnlijke wijze tot uiting gekomen in het integriteitsincident. Bruggink vindt dat het algemeen bestuur zich in die kwestie opzij heeft laten zetten. ‘Toen de VOG van het kandidaat-lid maar op zich liet wachten, hebben we als algemeen bestuur onvoldoende alert opgetreden. Het zou allemaal wel goed komen met die VOG, werd ons voorgehouden. We zijn daarin meegegaan en hebben de aanstelling bekrachtigd. Dat was fout. Ik heb me daar achteraf vreselijk druk over gemaakt. Ik vind dat we als algemeen bestuur veel vaker op onze strepen moeten staan.’
‘Vier keer per jaar vergaderen is te weinig’
Ambtenaren Nu het gekrakeel rond het integriteitsincident is verstomd, blijft de publieke tribune bij de commissie- en algemeenbestuursvergaderingen weer leeg. ‘Wat ik jammer vind, is dat ook de ambtenaren van het waterschap die plaatsen niet bezetten. Ik denk namelijk dat die een bijdrage kunnen leveren aan de verkleining van de afstand tussen het bestuur en de organisatie. Ik denk dat zij ook beter zicht hebben op hoe besluiten precies tot stand komen. Omdat we maar vier keer per jaar vergaderen, vinden de
30
1/2019
belangrijke discussies veelal plaats in de organisatie zelf, bij het dagelijks bestuur en de ambtenaren. Dat is jammer. Voor de buitenwacht wekt dat de indruk van achterkamertjespolitiek. Dat moeten we niet willen. Dat past niet bij transparant en open bestuur.’ Het past Bruggink bovendien niet om aan de zijlijn te staan. Ze wil bij de zaken betrokken worden en pal staan voor de belangen van haar achterban. De gebrekkige transparantie binnen het waterschap staat dat nog wel eens in de
weg. ‘Ik zie bijvoorbeeld op de besluitenlijsten van het dagelijks bestuur dat er brieven van burgers zijn behandeld. Burgers kunnen die brieven niet op de site terugvinden. Dat moet anders. Het gaat immers om openbare stukken op de agenda van het algemeen bestuur. Door die brieven openbaar te maken, ontstaat er dialoog over. Dat is goed voor de transparantie en voor de besluitvorming. Zo krijgen we in het algemeen bestuur bovendien wat meer voeling met de burger. En dat is weer een mooie opmaat tot een situatie waarin burgers ons, de
INTERVIEW wieg van Waterlelie, een netwerk van vrouwelijke waterschapsbestuurders. Sinds die tijd is ze landelijk coördinator van het vrouwennetwerk. Waterlelie heeft vooral tot doel om materie- en ervaringsdeskundigheid te delen. De leden komen tweemaal jaarlijks bijeen en bezoeken dan één van de waterschappen. Bruggink vindt niet meteen woorden om uit te leggen hoe de vrouwelijke noot zich binnen de waterschappen laat gelden. Ze is er eigenlijk heel pragmatisch over. ‘We zijn geen feministische actiegroep. Er is best een lans te breken voor het idee om zo’n kennisnetwerk voor alle waterschapsbestuurders op te richten. Alle bestuurders hebben immers baat bij kennisdeling. Maar het is ook simpelweg praktischer om dat in een kleinere bezetting te doen en er was bij de oprichting veel animo voor een vrouwennetwerk.’ Materiedeskundigheid Dat laatste is mogelijk te verklaren uit het feit dat de afgelopen twee decennia door de democratisering van de waterschappen veel meer instroom is geweest van vrouwelijke bestuursleden. ‘Vroeger waren de waterschappen bij uitstek een mannenbolwerk. Waterschappen werden vooral bestierd door ingenieurs, door techneuten dus, met hun eigen taal en manier van werken. Er was bij de vrouwelijke nieuwkomers veel behoefte aan materiedeskundigheid. Daar voorziet Waterlelie in en dat heeft ook zijn vruchten afgeworpen, denk ik. Ik luister soms met ontzag naar Waterlelie-leden en sta er versteld van hoeveel deskundigheid er rondgaat in het netwerk.’
leden van het algemeen bestuur, makkelijker weten te vinden.’ Drijfveer In dat contact met de stakeholders schuilt duidelijk een persoonlijke drijfveer van de waterschapsbestuurder. ‘Ik ben dan ook blij dat we de fusies van waterschappen nu wel zo’n beetje achter ons hebben. Veel groter hoeven ze van mij niet te worden. Dan verlies je het contact met de burger.’ Bruggink is ook als gemeenteraadslid actief geweest in de gemeente
Cranendonck. ‘Ik hou van dat kleine, schaalbare van regionaal bestuur. Je leunt daarin zwaar op persoonlijke relaties met mensen. Je bent meer bezig met jezelf dienstbaar maken dan met politiek bedrijven. Ik ben dan ook veel meer een bestuurder dan een politica. Die rol past me beter.’ Vrouwelijk Bruggink vertolkt ook heel nadrukkelijk de vrouwelijke noot in het waterschapsbestuur. Ze stond vlak voor de millenniumwissel aan de
Vrouwen hoeven zich bij de waterschappen geen vreemde eend in de bijt meer te voelen, vindt Bruggink. ‘Vrouwen zijn goed vertegenwoordigd. Bij waterschap De Dommel doen we het zelfs heel goed. Daar zijn tien van de dertig bestuursleden vrouw, meer dan dertig procent dus.’
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/27605/besturenligt-me-meer-dan-politiek-bedrijven
www.stad-en-groen.nl
31
Japanse duizendknoop
Rotterdam mobiliseert stakeholders voor aanpak duizendknoop Woningcorporaties blijven nog aan de zijlijn ‘Hadden we geweten dat de belangstelling zo groot zou zijn, dan hadden we plaats geboden aan twee keer zoveel mensen’, zegt Aad van Leeuwen over de Expertmeeting Japanse duizendknoop, afgelopen december. De stakeholdersbijeenkomst moet de opmaat zijn naar een gezamenlijke aanpak van duizendknoop in de regio. Van Leeuwen, beheerder groene buitenruimte bij de gemeente Rotterdam, is voorzichtig hoopvol over die samenwerking. ‘De eerste stap is gezet.’
Auteur: Paul van der Sneppen
32
1/2019
Die eerste stap betreft de inventarisatie en de monitoring van het probleem. Bezoekers van de stakeholdersbijeenkomst hebben de intentie uitgesproken om data over duizendknoop centraal te gaan verzamelen bij het Rotterdamse Bureau Stadsnatuur. De gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam doen dat al. Navraag bij Bureau Stadsnatuur leert dat ook een andere grote terreinbeheerder uit de regio zich daar al heeft gemeld. De gemeente Schiedam wil laten onderzoeken hoe groot het probleem van duizendknoopwoeker binnen haar gemeentegrenzen is. Alle data uit die inventarisatie worden straks verzameld en beheerd door Bureau Stadsnatuur, zo is het plan. Inventarisatie In de regio Rotterdam lijkt daarmee, althans voorlopig, een oplossing gevonden voor een belangrijk vraagstuk bij de gecoördineerde aanpak van duizendknoop: de inventarisatie. De initiatiefnemers, de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam, lopen daarmee
vooruit op aanwijzingen die moeten komen van een landelijk duizendknoopprotocol. Dat protocol wordt, samen met enkele partners, ontwikkeld door kennis- en innovatiecentrum Stichting Probos in Wageningen. Het landelijke duizendknoopprotocol begint al aardig vorm te krijgen, laat Joyce Penninkhof van Probos weten. Eén van de vraagstukken waarmee de samenstellers echter nog worstelen, is de vraag door wie en waar de data over duizendknoop het beste kunnen worden beheerd. ‘Moet dat landelijk geregeld worden, of toch beter regionaal?’ vraagt Penninkhof zich hardop af. ‘En als je de database regionaal beheert, dan rijst weer de vraag hoe je zo’n regio moet afbakenen. Dat zijn vragen waar we nog niet uit zijn.’ Bewustzijn Een ander obstakel in de gecoördineerde aanpak van duizendknoop is het bewustzijn bij organisaties. Lang niet alle terreinbeheerders
3 min. leestijd
ACTUEEL Ze staan daarin zeker niet alleen, zo blijkt uit de enquête. Maar liefst 27 procent van de ondervraagde bezoekers van de stakeholdersmeeting geeft aan dat de organisaties die ze vertegenwoordigen duizendknoop nog niet echt als probleem ervaren.
‘De beste aanpak van duizendknoop verschilt per situatie’
Communicatie Ook Penninkhof herkent dat probleem. Het protocol waar Probos aan werkt, moet daarom ook praktische richtlijnen formuleren voor de communicatie over duizendknoop binnen organisaties. ‘We gaan niet alleen in op praktische vraagstukken rondom het beheersen en bestrijden van duizendknoop. Het protocol gaat ook over communicatie over en bewustwording van het probleem. Als mensen de plant niet herkennen, bijvoorbeeld, krijgt het probleem ook niet snel de urgentie die het verdient.’
Aad van Leeuwen gemeente Rotterdam
hebben de gevaren van duizendknoopwoeker goed op het netvlies. De gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam hebben, als organisatoren van de stakeholdersbijeenkomst, een enquête gehouden onder de bezoekers. Er is onder meer gevraagd naar de herkomst van de circa honderd gasten. Grote afwezige zijn de woningbouwcorporaties, zo lijkt het.
Nul procent, geeft de enquête-uitslag aan. Die uitslag is niet helemaal loepzuiver. Van Leeuwen heeft afgevaardigden van welgeteld één woningbouwvereniging gezien en gehoord tijdens de bijeenkomst. ‘Maar die geven aan dat ze inderdaad moeite hebben om het probleem binnen hun organisatie op de agenda te krijgen.’
‘Een landelijk protocol voor de aanpak van duizendknoop is in de maak’
‘In onze gemeente leeft die urgentie zeker wel’, zegt Van leeuwen. ‘Het college heeft de duizend- knoopproblematiek en de urgentie daarvan goed begrepen. De behoefte om stakeholders erbij te betrekken, komt uit die urgentie voort. We willen als gemeente insteken op een goed gecoördineerde aanpak. Vandaar een stakeholdersbijeenkomst als openingszet.’ Netwerken Over de vraag hoe de bijeenkomst moet leiden tot een brede aanpak van duizendknoop, tast ook Van Leeuwen nog in het duister. ‘We hebben geen draaiboek. Voorlopig is het vooral kennis delen en netwerken. Dat is al winst. Je moet elkaar zien te vinden om te kunnen
www.stad-en-groen.nl
33
ADVERTORIAL
In 2019 eindelijk eens milieuvriendelijk en efficiënt aan de slag met onkruid? Chemievrije onkruidbestrijding is standaard geworden in de gemeentelijke sector. Maar heeft niet elke gemeente ook het hogere doel om de uitstoot van roet en stikstofoxiden te minimaliseren? In de politiek en pers wordt er veel over gesproken en geschreven. Glyfosaat mag niet meer, vele andere middelen ook niet, en straks word je ook voor het gebruik van diesel bestraft. Hoe combineer je zoiets nu in een verstandig en efficiënt onkruidbeheersplan? Vooral met betrekking tot de huidige eis van gereduceerde uitstoot niveaus en wellicht ook toekomstige diesel rijverboden, is het in feite niet langer gerechtvaardigd om in stedelijk gebied onkruid te bestrijden met behulp van een diesel aangedreven brander
Het is bewezen (bron: studie Wageningen/ Gent/Kopenhagen) dat bestrijding met heet water effectiever is dan andere niet-chemische methoden, maar er zijn op veel gebieden nog
mogelijkheden voor optimalisatie. Wat te denken van bijvoorbeeld van het gebruik van LPG gas om water te verwarmen? De nieuwe BioMant-ONE/TWO van Mantis is naast diesel, ook met een gasbrander te verkrijgen, en dit alles heel stil aangedreven met accupakket. Daarmee is ook het stikstofoxide probleem voor een groot deel opgelost en behoort roetuitstoot en overmatig machine lawaai tot verleden tijd. Hiermee kan men dus echt milieubewust aan de slag! En niet alleen het milieu plukt hier de vruchten van maar ook voor werknemers, opdrachtgevers en bewoners in de buurt van te behandelen gebieden zijn de voordelen evident ten opzichte van conventionele, door diesel aangedreven machines:
• Tot 70% lagere uitstoot van stikstofoxide • Geen roetuitstoot • Bijna tot nul gereduceerd lawaai niveau • LPG is in gebruik veel goedkoper dan diesel Met de BioMant-ONE-LPG biedt Mantis dus een toekomstgerichte, milieuvriendelijke oplossing. Mantis biedt met de nieuwe 2019 modellen heel veel op- en aanbouw mogelijkheden op werktuigdragers, aanhangers en (pick-up) trucks. Voor kleinere objecten is het z.g. Compact model verder door-ontwikkeld en nu ook beschikbaar in vele op- en aanbouw varianten. Naast heet water, biedt Mantis ook nog andere oplossingen voor uw onkruidproblemen. Voor meer informatie:
www.mantis-ulv.com/nl/ onkruidbestrijding
34
1/2019
ACTUEEL
‘Ook de communicatie over duizendknoop verdient aandacht’ Joyce Penninkhof Probos samenwerken. Maar wat de beste aanpak is, is vaak ook afhankelijk van de situatie.’
Onverwacht veel belangstelling voor expertmeeting in Rotterdam
Hoezeer situaties en belangen kunnen leiden tot verschillen in aanpak, is binnen de Rotterdamse gemeentegrenzen al goed te zien. ‘Als gemeente zetten we vooral in op het beheersbaar houden van de plant. Het Havenbedrijf daarentegen gaat veel eerder over tot actief bestrijden en gebruikt daarbij ook meer rigoureuze maatregelen. Dat heeft onder meer te maken met economische belangen. Het Havenbedrijf geeft veel grond uit aan ondernemingen die daarop willen bouwen. Die wil je natuurlijk niet opzadelen met duizendknoop. Ook heeft het Havenbedrijf enorm veel ondergrondse infrastructuur te beschermen. Daarbij zijn de risico’s op economische schade, maar ook veiligheids risico’s, soms heel bepalend voor de aanpak.’ Het opstellen van één protocol voor een landelijke aanpak van duizendknoop is dus geen sinecure. Maar dat er veel behoefte is aan samenwerking en een meer gecoördineerde aanpak, blijkt uit de belangstelling voor de stakeholdersbijeenkomst in Rotterdam. Probos verwacht het protocol voor de aanpak van duizendknoop medio juli of in augustus te kunnen publiceren.
De gemeente Rotterdam probeert duizendknoop beheersbaar te houden
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28539/ rotterdam-mobiliseert-stakeholders-vooraanpak-duizendknoop
www.stad-en-groen.nl
35
Met de luchtfiets naar de Randstad Niet alleen andere groenvoorzieners nemen groenvoorzieners over. Consolidatie kan ook uit de grijze hoek komen Begin 2018 kwam het naar buiten: de Bunnik Groep werd overgenomen door de Biggelaar Groep. CEO Hans van den Biggelaar vertelt met zijn directeur Jelle van der Kleij over de overname van het bedrijf uit Alphen aan den Rijn in Zuid-Holland, waarmee het personeelsbestand van de Biggelaar Groep verdubbelde.
Auteur: Hein van Iersel
36
1/2019
1958 was een vruchtbaar jaar. De schrijver van dit stukje werd geboren, maar daarnaast begonnen drie broers Van den Biggelaar in Velddriel met hun bedrijf. Ze kochten een aantal tweedehandse GMC-vrachtwagens, die werden omgebouwd tot kieper en begonnen zich te verhuren voor het transport van zand en grond. Als je nu vanaf de A2 de afslag Kerkdriel, de provinciale weg, oprijdt richting Van den Biggelaar, heb je maar weinig fantasie nodig om te zien hoe het er 61 jaar geleden heeft uitgezien. Het gebied ademt nog steeds in alles zware machines. Dat begint al meteen met een peloton handelaren in bouwmaterieel, direct aan de afrit. De provinciale weg is verder vergeven van de autohandelaren. Dit is duidelijk een gebied waar men van aanpakken weet. Die voorliefde voor techniek en groot materieel komt ook meteen naar voren als je via de digitale snelweg het bedrijf bezoekt. Ook deze wordt gedomineerd door een overvloed aan grote machines: dumpers, baggermaterieel en ander groot formaat ijzer. Gelukkig is de ont-
vangst op het bijna bescheiden kantoor anders. Die is wel gewoon Brabants vertrouwd en warm. CEO Hans van den Biggelaar en Bunnik Groep-directeur Jelle van der Kleij zitten al klaar met koffie. Er is even wat paniek, omdat het juiste draadje voor het presentatiescherm – net als in ieder ander bedrijf – niet lijkt te passen, maar dan kunnen we beginnen. Met honderd miljoen omzet ben je groot. En in het groen zelfs heel groot. Toch opereert Van den Biggelaar als het om groen gaat vooral onder de radar. Dat heeft allereerst te maken met het feit dat er opvallend weinig te lezen is over het bedrijf. Natuurlijk zijn er de usual suspects in de vorm van stukjes in het lokale sufferdje, maar de landelijke bekendheid blijft ver achter bij de grootte van het bedrijf, en trouwens ook bij de impact van het bedrijf. Veel activiteiten van de groep zijn redelijk inwisselbaar, maar de groep herbergt ook een aantal zeer exclusieve producten onder het dak, zoals Trisoplast. Daarover weet Van den Biggelaar een smeuïg verhaal te vertellen. ‘Wij kochten in
5 min. leestijd
CEO
1 cm Trisoplast is beter waterdicht dan 1 m zand plus bentoniet de jaren 90 van een Hongaarse universiteit een procedé om riolen te renoveren. Dat leek veelbelovend, dus daar mocht een stevig bedrag voor betaald worden. Als extraatje kregen we van die universiteit iets anders mee. Wij wisten eigenlijk niet wat daarmee te doen en het werd netjes opgeborgen in een kast. Om een lang verhaal kort te maken: de rioolrenovatie bleek een flop van jewelste en is alweer jaren vergeten. Maar dat andere idee kreeg van ons de naam Trisoplast en werd verder doorontwikkeld. Hiermee realiseren wij nu projecten over de hele wereld. We zijn sinds kort zelfs in China bezig. Dat doen we overigens met een Chinese partner. Trisoplast is een mengsel van klei, zand en polymeren waarmee je theoretisch een water- en gasdichte laag van 1 cm dik kunt bouwen met een door certificaten gegarandeerde levensduur van honderd jaar. Natuurlijk lukt het in de praktijk bijna niet om 1 cm dik te werken. Daarom brengen wij een laag van gemiddeld 7 cm aan.’ Trisoplast wordt onder andere gebruikt voor het afdekken van vuilstorten, maar ook voor grote natuurlijke vijvers, bijvoorbeeld op golfbanen. Hans van den Biggelaar: ‘Trisoplast is vergelijkbaar met een
zand-bentonietmengsel, maar 1 cm Trisoplast is beter waterdicht dan 1 m zand plus bentoniet.’ Ook de Bunnik Groep heeft een aantal unieke competenties binnen het bedrijf. De huidige vestiging van de Bunnik Groep is in Alphen aan den Rijn. Dat is zo’n beetje het centrum van het oer-Hollandse veenweidegebied. Daar hoort automatisch bij dat het bedrijf als geen ander verstand heeft van werken op slappe grond. Van der Kleij: ‘Heel uniek: wij zijn nu bijvoorbeeld voor het buurtschap De Kanis in de gemeente Woerden de complete infrastructuur opnieuw aan het opbouwen en helemaal op betonnen palen aan het uitvoeren. Daar was –
maar dat geldt natuurlijk voor meer plaatsen in het westen van het land – een enorm probleem met het inklinken van de grond. Op sommige plaatsen zakte de grond meerdere centimeters per jaar. We ondervangen hiermee de zetting. Dat soort projecten doen we meer, meestal in het westen van het land. Maar sinds we onderdeel zijn van de Biggelaar Groep, weten ook andere opdrachtgevers en zusterbedrijven ons te vinden.’ Synergie De logische vraag is dan: in hoeverre is er synergie tussen de verschillende bedrijven? Natuurlijk is die synergie er en weten de verschillende bedrijfsonderdelen elkaar te vinden als het om bijzondere projecten gaat. Eerst en vooral geldt dat alle bedrijfsonderdelen zelfstandig opereren en de eigen broek moeten ophouden. Volledig zelfstandig zijn de bedrijven overigens niet. Hrm, ICT, KAM en communicatie zijn ondergebracht bij de holding. CEO Hans van den Biggelaar ziet daar zowel de voor- als de nadelen van in. Een voordeel van een centrale aanpak is dat er uniformiteit ontstaat en dat iedereen binnen de groep gelijk
We hadden nog geen eigen vestiging in de Randstad. Dat is toch waar de omzet zit
Jelle van der Kleij Bunnik Groep
www.stad-en-groen.nl
37
boomrooierij / houthandel
• • • • • • • •
Bomen / beplantingen rooien Bomen snoeien Verhuur verreiker met zaagkop Stobben frezen Klepelen takhout / begroeiing Transport groenafval en gras Groenrecycling In- en verkoop stamhout
Heideweg 3, 5472 LC Loosbroek Telefoon +31(0)413 - 22 41 00 • info@vanweertrondhout.nl www.vanweertrondhout.nl
CEO
Daarom kon het hele bedrijf wel weer een likje verf gebruiken wordt behandeld, maar de CEO vraagt zich tegelijk af of dit wel de meest efficiënte manier is om zaken te organiseren. Acquisitie De aanleiding voor het interview is natuurlijk de reden dat Van den Biggelaar de Bunnik Groep heeft overgenomen. Dat is altijd een combinatie van kansen en strategie. Over de strategie kan CEO Hans van den Biggelaar kort zijn. ‘We waren af en toe weleens aan het luchtfietsen over de Randstad. Daar hadden we nog geen eigen vestiging en dat is toch waar de
grote zit.’ Luchtfietsen is natuurlijk leuk, maar dan moet er nog wel een goede kans langskomen. Hans van den Biggelaar: ‘Een van onze directeuren sprak Gerrit van Doorn, de toenmalige directeur en eigenaar van de Bunnik Groep, en wist dat hij op zoek was naar een nieuw onderkomen voor zijn bedrijf. Hij had geen opvolgers en was op een leeftijd gekomen dat hij afscheid wilde nemen van het bedrijf. Wat volgde was een lang proces van ruiken en voelen aan elkaar. Dat heeft zeker een jaar geduurd. Natuurlijk gaat het dan om geld, maar voor Gerrit van Doorn was het ook belangrijk
De Bunnik Groep is gevestigd in Alphen aan den Rijn en heeft een jaaromzet van bijna 35 miljoen euro en 150 medewerkers. De disciplines waarin de Bunnik Groep werkt, zijn infra, milieu, bodemtechniek en gebiedsbeheer. Het bedrijf werd bijna 70 jaar geleden opgericht door Adriaan Bunnik. Dertig jaar geleden nam Gerrit van Doorn de Bunnik Groep over.
dat de Bunnik Groep onderdak zou vinden bij een ander familiebedrijf.’ Van den Biggelaar over de onderhandelingen: ‘Dat ging goed. Heel goed zelfs. Het is alleen een paar keer kritiek geworden toen de advocaten gingen meedoen. Gerrit van Doorn was dat duidelijk niet gewend. Ik eigenlijk ook niet. Maar ik ben tien jaar jonger en besef wat makkelijker dat het ook om de cijfers gaat en dat een goed boekenonderzoek hoort bij een overname van die omvang.’
www.stad-en-groen.nl
39
®
UW VERTROUWDE PARTNER IN ELK JAARGETIJDE
LIMPAr.NL Maak het uzelf gemakkelijk, Wiper zorgt voor uw gazon.
W I P E R M A A I R O B O T. N L H.O. Knopert v.o.f. Zompstraat 13 8102 HX Raalte
0572-353964 www.knopert.nl info@knopert.nl
CEO
Jelle van der Kleij kwam bij de Bunnik Groep Bij de Biggelaar Groep werken ruim 350 mensen. De totale jaaromzet bedraagt circa 100 milwerken in precies dezelfde periode. Over de joen euro. De groep bestaat uit de volgende bedrijven: overname weet hij te melden: ‘Dat was een • Van den Biggelaar Grond- en waterbouw: Grondverzet en waterbouw. Alles op het snijvlak goede stap. In afwachting van die overname van land en water was er een stop op veel investeringen. Daarom • Vevon: Tijdelijke en permanente verkeersmaatregelen kon het hele bedrijf wel weer een likje verf • Multriwell: Gasonttrekkingssysteem voor stortplaatsen gebruiken.’ Daarbij gold vooral dat het bedrijf in • Trisoplast: Milieubeschermende bodemafdichting bij stortplaatsen, tankopslagdepots, Nieuwerbrug al jaren uit zijn jasje was gegroeid industriële terreinen en infrastructuur en dat er een nieuwe vestiging gezocht moest • Asfaltbouw (deelneming): asfaltverwerking, bestrating, riolering en onderhoud worden. Dat is inmiddels gebeurd; de Bunnik • BLM Wegenbouw: Onder- en bovengrondse infrastructuur Groep is verhuisd naar Alphen aan den Rijn. • Rebase: Herstel en onderhoud van infrastructuur • Bunnik Groep: Infra, milieu, bodemtechniek en gebiedsbeheer 2019 • Ducot: Engineering en advies Wat zijn groeiambities voor de nabije toe• Stevacon: Beton- en industriebouw komst? En heeft de Biggelaar Groep alweer nieuwe overnamekandidaten op de korrel? Volgens de algemeen directeur is daar geen sprake van en zal 2019 in het teken staan van die andere manier van consolideren. Geen groei in omzet, maar alle groepsonderdelen beter deel laten uitmaken van de Biggelaar-cultuur en de totale organisatie strak zetten. Hans van den Biggelaar: ‘Ik vind het leuk om te ondernemen. Mij maakt het niet uit of het bedrijf nu 80, 100 of 150 miljoen euro omzet groot is.‘
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28539/ rotterdam-mobiliseert-stakeholders-vooraanpak-duizendknoop
www.stad-en-groen.nl
41
Niets werkt zo inspirerend als
puur groen!
EĂŠn met de natuur, in alles wat we doen. Genieten, ontspannen, lunchen of vergaderen in deze circulaire
Dus zonder afval en mĂŠt zoveel mogelijk hergebruik. Waar
bedrijfstuin kan het allemaal! Puur Groen in de bedrijfstuin,
geen hergebruik mogelijk is, passen we uiteraard duurzaam
op het dakterras of andere buitenruimte is een verademing
materiaal toe. Op deze manier dragen we ons steentje bij
voor de werkende mens. En een dagelijkse bron van inspiratie.
aan de Global Goals. Met deze ambitieuze werelddoelen
Pure winst is daarbij de bijdrage aan een beter milieu door
werken
circulaire
tuinaanleg,
wanneer
dat
maar
mogelijk
is.
snoekpuurgroen.nl
we
naar
een
betere
toekomst
voor
iedereen!
COLUMN
De funfactor in je bedrijf We beleven op dit moment een tijd waarin er werk in overvloed is. Maar daarnaast ook een chronisch tekort aan goed personeel. Je hoeft de vakbladen maar open te slaan of LinkedIn te raadplegen en de noodkreten over personeelstekort komen je tegemoet. Groen- en infrabedrijven zijn driftig op zoek naar nieuwe medewerkers, zowel voor buiten op de werkvloer als op de bedrijfsbureaus. Sommige bedrijven trekken van alles uit de kast om personeel aan te trekken. Beloftes die vijf jaar geleden nog voor onmogelijk werden gehouden, worden momenteel gedaan. Wat denkt u bijvoorbeeld van een bedrijf dat zijn medewerkers en partners jaarlijks een privé-stedentrip cadeau doet? Niet als bedrijfsuitje, maar gewoon als secundaire arbeidsvoorwaarde in het arbeidscontract. Of functies die voorheen absoluut niet in aanmerking kwamen voor een leaseauto (ja ja, een elektrische), maar waarbij dit nu wel wordt aangeboden. ‘Aan ervaren uitvoerders wordt een salaris geboden waarvoor ik vijf jaar geleden een bedrijfsleider had lopen’, vertelde een infraaannemer mij onlangs. Hardop vraag ik me wel af of al deze mooie beloftes het laatste zetje zijn voor een potentiële medewerker om voor uw bedrijf te kiezen. In de huidige digitale en snelle wereld zijn mensen, zeker de nieuwe generatie, namelijk niet alleen op zoek naar meer geld en goed. Good feeling, met een Engelse uitdrukking, is anno 2019 minstens zo belangrijk voor de medewerkers. In gesprekken die ik de afgelopen maanden heb gevoerd met mede-ondernemers, maar ook recentelijk met sollicitanten, heb ik hier eens speciaal op gelet. En ik kan u bevestigen dat het echt zo is. Denkt u in een sollicitatiegesprek weleens na wat ú voor die nieuwe medewerker kunt betekenen? En dan niet alleen simpelweg als werknemer, maar ook als ‘mede-mens’ met wie u mooie dingen kunt doen en maken voor uw én zijn klanten. Want úw klanten zijn ook de klanten van uw medewerkers. Draagt u bij aan het welzijn en welbevinden van uw personeel? Zodat ze ’s morgens graag vroeg uit bed gaan om voor het bedrijf aan de slag te gaan? Wat worden er op dit vlak ongelofelijk veel fouten door bedrijven gemaakt. Het is vaak all about the money en de medewerkers hebben het
nakijken. Wij zijn in onze branche te rationeel en zakelijk als het om menselijk contact gaat. Is dat ook niet de reden dat ik zo vaak gezucht en gesteun hoor als het gaat om de invulling van verplichtingen op het gebied van social return on investment? ‘Het is waardeloos, kost geld en de ambtenaren willen alleen vinkjes zetten.’ Klopt misschien. Maar heeft u weleens een oprechte poging gedaan om die situatie om te vormen en te proberen iemand een kans te geven in uw bedrijf, om good feeling bij een arbeidsgehandicapte of medewerker met een beperking te creëren? In het kader van good feeling binnen een bedrijf is er een hele lijst zaken op te noemen die het goed doen. Hoe staat het met uw betrokkenheid met uw medewerkers en die van uw medewerkers met u? Vorig jaar schreef collega Erik Punt van Eijkelboom in dit vakblad terecht en met trots over de betrokkenheid met elkaar en de klant bij zijn bedrijf. Een opvallend citaat van Erik: ‘Bij ons kent iedereen elkaar bij naam. Betrokkenheid zie je altijd terugkomen in de kwaliteit van een product of dienst.’ Het wordt in onze sector bijna bijzonder als we bij een bedrijf werken waar iedereen elkaar bij naam kent. Terwijl dit toch het minste is wat we voor elkaar kunnen doen: elkaars naam ont houden, aandacht geven aan elkaar, mensen niet om hun ‘personeelsnummer’ vragen. En dat geldt oók voor die uitzendkracht die van april tot oktober deel uitmaakt van uw team. Ter inspiratie krijgt u nog wat voorbeelden mee die ik het afgelopen jaar ben tegengekomen, zowel in als buiten onze sector. Toetst u zich eens aan deze aspecten. Een aantrekkelijk bedrijf met good feeling is een bedrijf: *w aar je spontaan gefeliciteerd wordt als je jarig bent, * dat waardering voor jou inzet uitspreekt, *d at jou (binnen- én buitenmedewerkers) beurzen en events laat bezoeken om je kennis te vergroten, *w aar je als buitendienstmedewerker mee mag
Stolwijk
directeur van www.vdbhwest.nl
beslissen over de keuze van het materieel waarmee je moet werken, * met een eigen bedrijfsschool, waar op vrijdagmiddag de eigenaar zelf de jongens en meisjes de fijne kneepjes van het vak leert, * waar de directeur aandacht heeft voor (en dus een praatje maakt met) uitzendkrachten, zzp’ers en SROI-medewerkers, * waar geen onderscheid is in collegialiteit tussen vaste medewerkers en inleenpersoneel, * waar je je brood thuis mag laten als je op kantoor zit omdat er een gevulde koelkast in de kantine staat, * waar collega’s aan je vragen wat je in het weekend hebt gedaan, * waar je ruimte en vrijheid krijgt om je te ontwikkelen, wie je ook bent. Snapt u een beetje waar ik op doel? Het zit vaak in de kleine dingen. De menselijke maat. Laten we in deze drukke tijden niet vergeten het ‘leuk’ te maken en houden met elkaar. Een ondernemer zei me laatst: ‘Wilco, zorg dat de funfactor in je bedrijf aanwezig is. Hard werken én aandacht voor elkaar en voor de klant gaan samen op. Dan komen de medewerkers vanzelf.’ Die mening deel ik van harte. En de medewerkers komen druppelsgewijs bij ons binnen. Op het moment zijn er op vrijdagmiddag meer mensen aanwezig bij de borrel dan ik medewerkers aan het werk heb. Dus wie weet … Wilco Boender, buitenruimte-innovator en directeur van www.vdbhwest.nl
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28550/ de-funfactor-in-je-bedrijf
www.stad-en-groen.nl
43
Coniferen, maar dan anders De laatste jaren zitten de teelt en verkoop van coniferen weer in de lift. Gelukkig; deze plantengroep is natuurlijk onmisbaar om evenwichtige tuinen aan te leggen en ook in de openbare ruimte kunnen sommige coniferen prima worden toegepast. Maar dan gaat het om de ‘gewone’ coniferen. Er is ook een groot aantal veel minder bekende soorten. En misschien zijn planten uit dit rariteiten kabinet ook weleens te gebruiken.
Auteur: Ronald Houtman
44
1/2019
8 min. leestijd
SORTIMENT Wat zijn coniferen? Voor velen blijft dit een lastige vraag. De meeste mensen vinden alleen planten met schubvormig loof coniferen, en dan denkt men meestal aan haagconiferen. Soorten met naalden, zoals Picea of Pinus, worden niet als coniferen gezien, laat staan dat men Metasequoia of Taxodium als conifeer zal herkennen. Het woord conifeer betekent: kegeldrager. Dit slaat natuurlijk op de bekende structuren waarin de zaden zitten. Bij sommige coniferen zijn dit geen kegels, maar vlezige structuren die de zaden geheel of gedeeltelijk omsluiten. Dit is onder andere het geval bij Juniperus en Taxus. Het wordt wellicht wat ingewikkeld, maar feitelijk zijn alleen de planten in de klasse Pinopsida (van het plantenrijk) dus coniferen. Iets breder getrokken zijn er dan de naaktzadigen. Buiten de coniferen horen hier ook onder andere Ginkgo en Ephedra bij. Bij de naaktzadigen zijn de zaadknoppen onbedekt, zodat de pollen gemakkelijker de zaadknop kunnen binnendringen. Bij de bedektzadigen zit er een vliesje om de zaadknoppen. Het feit dat de volgroeide zaden bedekt zijn (zoals onder andere bij Cephalotaxus, Ginkgo, Juniperus, Taxus en Torreya) heeft dus niets te maken met het al dan niet naaktzadig zijn. Ook hebben coniferen geen gewone bladeren, maar zijn deze gevormd tot naalden of schubben. Hierdoor zijn ze direct te onderscheiden van andere plantengroepen. Soms is het ver-
schil lastig, want sommige bloemplanten hebben ook schubben (Hebe) of naalden (Erica) in plaats van gewone bladeren. Om het overzichtelijk te houden, zal het hier alleen over de ‘echte’ coniferen gaan. En dan niet over de usual suspects, maar juist over de wat onbekendere. Bladeren Om maar meteen met een uitzondering te beginnen: er zijn coniferen waarvan het loof op gewone bladeren lijkt. Dit is het geval bij Phyllocladus. Het zijn struiken tot (kleine) bomen die er helemaal niet uitzien als coniferen. De naalden/schubben zijn vergroeid tot leerachtige, bladachtige twijgen, wat ook de betekenis van de geslachtsnaam is: phyllos = blad, clados = twijg. Van de vier soorten zijn er twee min of meer winterhard. P. aspleniifolius met donkergroen loof is alleen geschikt voor toepassing op de mildste plaatsen. P. trichomanoides var. alpinus heeft blauwgroen blad en is winterharder. Bladverliezend Het gros van de coniferen is wintergroen, maar een klein deel is bladverliezend. Heel bekend zijn natuurlijk Larix, Metasequoia en Taxodium. Veel minder bekend zijn Glyptostrobus en Pseudolarix. De loofstructuur van de bladverliezende coniferen is fijner dan bij de wintergroene. Glyptostrobus zijn zeer zeldzame kleine bomen met een slanke habitus, die het meeste lijken op Metasequoia, maar het geveerde loof
is langer en fijner. Iets bekender is Pseudolarix amabilis. Deze statige boom is nauw verwant aan de veel bekendere Larix, maar natuurlijk zijn er verschillen. Zo is een Larix gewoonlijk veel slanker en maken deze bomen een wat ielere indruk dan Pseudolarix. De kegels van Pseudolarix bestaan uit driehoekige, vlezige schubben en vallen bij rijpen uiteen. Bij Larix blijven de kegels gewoonlijk meerdere jaren aan de twijgen zitten. De vrij lange, zachte naalden zijn heldergroen van kleur. P. amabilis verdraagt geen kalkrijke grond, maar zal verder op vrijwel iedere doorlatende bodem groeien. De boom houdt van warmte, dus een plek in de volle zon of lichte schaduw is prima. Voor een goede groei is het wel belangrijk dat de bodem goed afwaterend is en de plant voldoende voeding heeft. Bij gebrek aan voedingsstoffen zullen de naalden snel geel kleuren. P. amabilis is prima winterhard en kan een schitterende solitairboom vormen. Een mooie toegevoegde waarde van blad verliezende coniferen is dat ze herfstkleuren geven. Met name Pseudolarix is wat dat betreft een topper. Rond eind oktober kleuren de naalden diep goudgeel tot licht bruinoranje. Lijkt op Taxus Taxus is zo veelzijdig en gemakkelijk, dat het vrijwel onmogelijk is om een vervanger hiervoor te vinden. En die zijn er ook niet echt in de wereld van de coniferen. Wel zijn er enkele
Phyllocladus aspleniifolius
www.stad-en-groen.nl
45
ÉÉN PARTIJ ÉÉN GEZICHT JvESCH was voorheen:
Van buiten dragen we weliswaar een nieuw jasje, van binnen voelen we ons sinds 1962 nauw verwant met duurzame buitenruimten. We werken integraal aan infra, groen, sport, sloop & sanering. De combinatie J. van Esch BV, Gebr. van Esch Wegenbouw BV en A. van Casteren Tilburg BV vormden al jaren ons familiebedrijf. Vanaf nu ook gewapend met één vertrouwde naam: JvESCH
WERKEN BIJ JvESCH? kijk nu op JvESCH.nl/vacatures
Calculator (m/v) Ben jij nauwkeurig, accuraat en praktisch ingesteld en wil jij je verder ontwikkelen bij een boomverzorgingsbedrijf in de top van de markt? Dan is deze functie iets voor jou. Wat houdt de functie in? Als calculator fungeer je als spin in het web en heb je dagelijks contact met klanten en leveranciers. Samen met ons team bedenk je oplossingen voor uitdagende en soms complexe projecten. Je vertaalt de oplossing in een offerte en calculeert deze. Meer weten? Stuur dan een e-mail met CV naar info@nationalebomenbank.nl t.a.v. Dirk Doornenbal. Wie zijn wij? Nationale Bomenbank is, al meer dan 45 jaar, een landelijk opererend bedrijf van boomspecialisten. Wij bieden een breed pakket van boomspecialistische diensten aan en werken vanuit onze vestigingen Bleskensgraaf, Epe, Mill of Amsterdam. Kijk voor een uitgebreide functie-omschrijving op: www.nationalebomenbank.nl
Boomspecialisten www.nationalebomenbank.nl
SORTIMENT
Pseudotaxus chienii
Podocarpus nivalis 'Trompenburg'
De meeste mensen vinden alleen planten met schubvormig loof coniferen, en dan denkt men meestal aan haagconiferen lookalikes: Pseudotaxus chienii en Saxegothaea conspicua. Beide zijn voldoende winterhard om in ons land te worden toegepast, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat met name Saxegothaea niet veel toevoegt naast Taxus. Opvallend is dat Saxegothaea geen familie is van Taxus, maar er toch op lijkt. De donker groene naalden glanzen en hebben een vrij scherpe top. Aan de onderzijde zijn twee grijze lenticelstrepen zichtbaar. Een groot verschil met Taxus is dat S. conspicua geen vlezige vruchten krijgt, maar ronde, groene kegeltjes die uit dikke schubben bestaan. S. conspicua is voldoende winterhard voor toepassing in ons klimaat, maar naast Taxus voegt de plant eigenlijk niets toe aan onze tuinen en parken. Het grote geslacht Podocarpus bestaat voor namelijk uit subtropische soorten, maar enkele kortnaaldige soorten komen voor in Tasmanië en Nieuw-Zeeland. Deze zijn prima winterhard en kunnen dan ook goed bij ons worden toe gepast. Het zijn geen moeilijke planten, die
soms opvallende loofkleuren hebben. P. nivalis is een klein struikje met korte, vrij brede en zachte naalden. Net als Taxus is P. nivalis tweehuizig; er zijn dus mannelijke en vrouwelijke planten. De iets minder winterharde P. totara heeft wat scherpere naalden en groeit uit tot een grote piramidale struik of kleine boom. Vanwege de winterhardheid is het een goede plant voor serres en binnentuinen. ‘Aureus’ is een geelnaaldige cultivar met sprankelende loofkleuren. Pseudotaxus chienii is het beste te beschouwen als een Taxus met witte vruchten. Op jonge leeftijd moet de plant wel enigszins worden beschermd, maar als hij ouder is, is de winterhardheid goed. Toch is dit geen plant voor grootschalige toepassing, al was het alleen al omdat het een zeldzame verschijning is. Deze struik is in Zuidoost-China, het natuurlijk verspreidingsgebied, zeer zeldzaam en wordt zelfs met uitsterven bedreigd.
Logischerwijs komt Taiwania van het gelijk namige eiland in de Chinese Zee. Het is een kleine tot middelgrote boom met een doorgaande harttak en sierlijk afhangende twijgen. De naaldvormige schubben lijken wel wat op die van de nauw verwante Cryptomeria, maar voelen scherp aan. Ze zijn donkergroen, soms wat blauwgrijs. De boom moet beschermd worden tegen strenge vorst en is dus alleen geschikt voor toepassing op milde, beschutte plaatsen. Iets minder zeldzaam zijn de soorten uit het geslacht Torreya. De bekendste soort is T. nucifera. Oppervlakkig gezien lijkt de plant op Taxus, maar de naalden staan steeds aan weerszijden van de twijgen (en niet rondom, zoals bij Taxus). Ook zijn de naalden veel stugger en scherp gepunt. De zaden zitten in een stevig vlezig omhulsel en niet in een kegel. De twee Noord-Amerikaanse soorten T. califonica en T. taxifolia zijn ook te herkennen door even een naald te kneuzen en hieraan te ruiken. Geurt de gekneusde naald naar citrusvruchten, dan is het Torreya. Ze vormen bomen die ook in ons klimaat meer dan 10 m hoog kunnen worden en kunnen dienen als alternatief voor boom vormige Abies of Picea. Van T. nucifera bestaat ook een cultivar met bont loof: ‘Variegata’. De naalden van deze plant zijn deels (crème) wit. De meningen zijn verdeeld over de vraag of dit mooi is, maar spectaculair is het zeker wel!
www.stad-en-groen.nl
47
Om bij de scherp gepunte naalden te blijven: de Chinese Cunninghamia is een waardige opponent van Torreya Langere naalden Om bij de scherp gepunte naalden te blijven: de Chinese Cunninghamia is een waardige opponent van Torreya. Qua naaldstructuur lijkt Cunninghamia wat op Araucaria araucana. De twee soorten, C. konishii en C. lanceolata, lijken sterk op elkaar. C. lanceolata wordt het meest gekweekt. Het is een kleine boom met een opvallend strakke piramidale groeiwijze. De twijgtoppen hangen steeds iets naar beneden, wat de boom een sierlijk karakter geeft. Helaas worden vooral de onderste takken regelmatig bruin. Dit kan een ontsierend beeld geven. Er is ook een cultivar met een iets blauwe glans op het loof: ‘Glauca’. Veel bekender is natuurlijk Cephalotaxus. Het vreemde van deze plant is dat de soort C. harringtonii nauwelijks wordt gekweekt. Het is vooral de zuilvormig groeiende cultivar ‘Fastigiata’ die bekend is. Typisch aan deze cultivar is dat de naalden variëren in lengte. Dit geeft de omhoog staande twijgen een apart uiterlijk. Een lage en breed groeiende cultivar is ‘Gimborn’s Pillow’. Deze blijft beduidend lager dan de soort en heeft een dichtere vertakking. Een derde cultivar die weleens wordt aan getroffen, is ‘Korean Gold’. Deze heeft gele tot groengele naalden. Er zijn nog minstens vijf andere cultivars, maar deze worden niet of nauwelijks gekweekt.
Torreya nucifera
De obscure Cathaya argyrophylla is een echte bijzonderheid. Prachtig voor de verzamelaar,
SORTIMENT
Microbiota decussata
maar niet van enige waarde als tuinplant. Jammer, want Cathaya is met zijn lange, zachte, iets gebogen heldergroene naalden echt wel een heel mooie plant, maar helaas in ons klimaat twijfelachtig winterhard. Ook stelt deze plant nogal wat eisen aan de standplaats. Deze moet beschut zijn en de bodem relatief zuur, maar wel doorlatend. Dinosaurusboom Deze populaire naam werd al snel gegeven aan de pas in 1994 ontdekte Wollemia nobilis. De parkwachter David Noble ontdekte de (toen nog onbekende) bomen in een afgelegen vallei in Zuidwest-Australië. Van deze boom, in het Engels Wollemi pine genaamd, zijn in het wild slechts een veertigtal volwassen exemplaren bekend en ongeveer 200 jonge boompjes. Aanvankelijk was het een zeldzaamheid in Europa en de eerste bomen werden angstvallig beschermd en bewaakt. Maar dankzij effectieve verspreiding, eerst naar botanische tuinen en daarna via kwekerijen, is deze soort nu algemeen in cultuur. De naam dinosaurusboom is verzonnen omdat de boom alleen bekend was van fossielen van nauw verwante soorten die zo’n 200 miljoen jaar geleden leefden, toen er dus nog dinosaurussen rondliepen. De Wollemi pine is een sterk groeiende boom met een opgaande groeiwijze. Natuurlijk zijn er nog geen oude exemplaren buiten Australië, maar de bomen in de natuur zijn zo’n 40 m hoog. De boom vormt een doorgaande harttak en vrijwel horizontaal afstaande zijtakken met lange, vrij
zachte naalden. Wollemia blijkt verassend winterhard te zijn en op verschillende plaatsen in ons land staan al vrij forse exemplaren. Toch zal de boom moeite hebben met matige vorst. Schubben Ten slotte aandacht voor de andere grote groep: de schubconiferen. Athrotaxis is een geslacht dat uit slechts twee soorten en een hybride bestaat die alle op Tasmanië voorkomen. Bij A. cupressoides, de meest winterharde soort, liggen de donkergroene schubben strak tegen de twijgen. A. selaginoides lijkt meer op Cryptomeria. De hybride A. laxifolia zit ertussenin. Het zijn slank opgaande bomen die in de natuur meer dan 15 m hoog kunnen worden. Bij ons zal A. cupressoides een klein boompje van maximaal een meter of vier worden. De bomen kunnen veel kleine, ronde kegeltjes produceren, wat enigszins ontsierend kan zijn. Athrotaxis is matig winterhard en vooral geschikt voor binnentuinen. Het geslacht Fitzroya bestaat uit slechts één soort, die van nature voorkomt in zuidelijk Zuid-Amerika. F. cupressoides is een langzaam groeiende boom, die in de natuur meer dan 50 m hoog kan worden. In ons klimaat blijft hij beduidend kleiner en is hij vaak struikachtig groeiend. Het schubvormige loof is donker grijsgroen. In de natuur is Fitzroya bedreigd en hij geniet in Chili en Argentinië een beschermde status.
Naast de soms iets mindere winterhardheid is er nog een reden waarom veel van de hier genoemde buitenbeentjes nauwelijks worden toegepast. Ze lijken te veel op bekende coniferen zoals Chamaecyparis of Thuja. Dat is ook het geval met Austrocedrus chilensis. Ondanks de naam lijkt deze grote struik tot kleine boom helemaal niet op Cedrus, maar eerder op Thuja. De loofstructuur is echter veel fijner, wat de plant sierlijker maakt. Het loof is donker geelgroen tot donker grijsgroen. Als plant groeit A. chilensis aanvankelijk smal piramidaal en wordt later iets breder. Daarbij is deze soort verassend winterhard, zeker als de plant eenmaal vaststaat. Siberië Als laatste wellicht de bekendste van de in dit artikel genoemde planten: Microbiota decussata. De geschiedenis van deze bodembedekkende conifeer is op zijn minst interessant. In 1923 werd M. decussata voor het eerst beschreven. De naam is afgeleid van Biota, de oude naam voor Thuja. Het duurde tot 1949 voordat de eerste planten in de botanische tuin van Tasjkent (Oezbekistan) te zien waren. Via een Tsjechische botanische tuin kwam de plant in 1965 in de botanische tuin van Hamburg terecht en van daaruit in 1967 in Trompenburg Tuinen en Arboretum in Rotterdam. Dankzij de goede contacten van de Rotterdamse tuin met de Nederlandse boomkwekerij werd de plant in 1972 in Nederland voor het eerst op kleine schaal gekweekt. Inmiddels is M. decussata een
www.stad-en-groen.nl
49
Wij maken het groen en de buitenruimte waardevol!
WERK MET EEN GLIMLACH?! Recreatiegrassen voor alle omstandigheden
Wij zorgen er voor, met…. leuke collega’s groeimogelijkheden voor iedereen uitdagend werk in groen en buitenruimte BBL-opleidingsplekken op alle niveaus
Als DSV zaden veredelen we al decennialang én met succes alle belangrijke grassoorten. Die jarenlange ervaring en kennis hebben we gebundeld in onze EUROGRASS mengsels. Voor de inzet van het juiste
Bel ons, mail ons, of kom gewoon even langs!
grasmengsel op de juiste plaats staan we graag met onze voeten in de aarde om in de praktijk mee te denken en te adviseren. Alles op alles voor dat sterke sportveld, die volle graszoden en dat prachtige, gezonde gazon!
WWW.LOOHORST.COM Buitenbrinkweg 51, 3853 LV Ermelo - 0341 49 47 60 - ermelo@loohorst.com Bruinehorst 36, 6744 PB Ederveen - 0318 57 55 77 - ede@loohorst.com
Processen en buitenruimte in kaart
k met onze de afspraa n ve lij jb ri v S en Maak nu e EUROGRAS ontdek hoe n e n e st li e a n il kun n grasspeci n het versch e d za V S D n mengsels va ! uw situatie r o maken vo
Neem een abonnement op:
werk
wijze r BUITENRUIMTE IN KAART
Geïnteresseerd? www.dsv-zaden.nl
het ideale online kaartplatform voor • coördinatie van werkzaamheden in de buitenruimte • optimalisatie van communicatie bij de uitvoering • informatie- en inzichtverstrekking aan de opdrachtgever. info@werkwijzer-kaart.nl 085-201 9075 www.werkwijzer-kaart.nl
Met trainingen voor aansturings- en buitenmedewerkers.
SORTIMENT behoorlijk ingeburgerd gewas. En dat pas na 45 jaar! Het is een lage, zeer breed uitgroeiende bodembedekker met dofgroen loof. ’s Winters kleurt het loof brons- tot purperbruin. Dit vindt niet iedereen mooi, maar het geeft de plant wel meer dynamiek, en combinaties met bollen, andere coniferen en winterbloeiende heesters liggen daarmee voor de hand. Er zijn enkele cultivars op de markt. De oudste is ‘Jacobsen’. Deze Deense cultivar groeit meer opgaand dan de soort. In Nederland ontstonden onlangs ‘Filip’s Pretty Pride’ en ‘Lucas’. Laatstgenoemde heeft een compacte, maar duidelijk meer opgaande habitus. Het loof heeft een fraaie fijne structuur en een mooie zachtgroene kleur. In vergelijking met de soort groeit Filip’s Pretty Pride’ compacter en hij heeft een mooie uniform ronde plantvorm. Aangezien M. decussata van origine uit Siberië komt, zit het met de winterhardheid wel goed. Toepassing Omdat het hier genoemde sortiment nogal uiteenloopt, is het moeilijk algemene aanwijzingen te geven voor de toepassing. De forsere planten, zoals Athrotaxis, Cathaya, Cunninghamia, Fitzroya, Phyllocladus, Pseudolarix, Taiwania, Torreya en Wollemia, zijn vooral geschikt om als solitair te worden toegepast. Planten als Cephalotaxus, Podocarpus, Pseudotaxus en Saxegothaea kunnen ook in (kleine) groepen worden toegepast. Microbiota, ten slotte, is een prima bodembedekker voor kleine tot middelgrote plantvakken. Bij het hier genoemde sortiment speelt de winterhardheid een belangrijke rol. De mindere winterharde soorten kunnen prima in binnentuinen worden geplant, maar hebben buiten toch wel een beschutte, milde plaats nodig. Zoals alle coniferen komen ook deze planten het best tot hun recht in gemengde beplantingen en heester- en vasteplantenborders.
Athrotaxis laxifolia
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28540/ coniferen-maar-dan-anders
www.stad-en-groen.nl
51
De toegevoegde waarde van circulaire speelruimte De visie van een speelruimtebioloog Soms neem je tijdens je studie ineens een andere afslag. Zo ook ik. Waar ik als studente toegepaste biologie aan de Aeres Hogeschool genoot van het vele buiten zijn, raakte ik midden in mijn afstudeerjaar gefascineerd door het aantal kinderen dat niet meer buiten speelde. Ik kon mij daar nauwelijks iets bij voorstellen. Zelf was ik immers niet alleen als kind, maar ook nu, werkend bij OBB speelruimte specialisten, nog altijd buiten.
52
1/2019
Hoe meer ik in gesprek raakte met kinderen, hoe duidelijker het werd dat zij eigenlijk wel buiten wilden spelen, maar dit om diverse redenen toch niet deden. Ik besloot hier een onderzoek naar te starten. Daaruit bleek dat de redenen om binnen te blijven vaak niet bij de kinderen zelf vandaan kwamen en dat vooral groen en circulair spelen voor kinderen veel voordelen hebben. Belang van (buiten) spelen Buiten spelen is niet alleen erg leuk, het is voor kinderen essentieel. Wanneer kinderen spelen, worden zij bijvoorbeeld creatiever: ze bedenken hun eigen spel, waarin vaak alles mogelijk is en ze zoeken oplossingen voor problemen die zich tijdens het spel voordoen. Daarnaast leren kinderen veel door gewoonweg te spelen. Ze scheppen zelf de voorwaarden waaronder
het spel plaats kan vinden en sturen die bij wanneer het spel buiten deze voorwaarden dreigt te komen. Tijdens het spelen ontwikkelen kinderen onder andere hun sociale vaardigheden door samen te spelen en oefenen ze met hun motorische ontwikkeling. Dit vergroot het zelfvertrouwen, waarbij ze hun eigen grenzen leren kennen en ontdekken wat ze allemaal kunnen. Verder geeft spelen kinderen de mogelijkheid om om te gaan met dagelijkse gebeurtenissen en helpt het ze bij het verwerken van moeilijke momenten, doordat zij die vaak in hun spel verwerken. Spelen in een groene en circulaire omgeving brengt nog meer voordelen met zich mee. Zo blijkt uit mijn onderzoek (maar ook uit onderzoek van onder andere Jolanda Maas en Wells en Evans) dat hoe meer groen ergens aanwezig
ACHTERGROND
Circulair spelen in Finland - Foto door Nukula Oy Finland.
Terwijl buiten spelen zo veel voordelen heeft, blijven kinderen dus toch vaak binnen
is, hoe minder gedragsstoornissen, angst en depressie daar voorkomen bij kinderen. De aanwezigheid van groen heeft ook effect op kinderen met ADHD, waarbij contact met de natuur bijdraagt aan een betere concentratie en een verbeterde cognitieve ontwikkeling. Verder zorgt een groene omgeving voor een afname van het aantal kinderen met overgewicht, helpt groen bij de vermindering van boosheid, angst en stress en bevordert het aangename gevoelens. Spelen in een groene omgeving kan zelfs pesten tegengaan en kinderen die vaker buiten spelen, hebben meer vriendjes, omdat ze onder andere gedeelde ervaringen opdoen in een omgeving die alle zintuigen stimuleert. Naast alle voordelen verandert ook het speelgedrag van kinderen aanzienlijk wanneer er groen aan een omgeving wordt toegevoegd:
kinderen spelen onder andere langer aan één stuk door, maken meer gebruik van de gehele omgeving en gaan veel meer verschillende soorten speelgedrag vertonen. Waar kinderen in een tegelrijke omgeving vooral voetballen, rennen of rondhangen, gaan kinderen in een groene omgeving veel meer fantasierijke spellen spelen en gaan ze veel meer op ontdekking. Terwijl buiten spelen zo veel voordelen heeft, blijven kinderen dus toch vaak binnen. Dit heeft vooral te maken met de omgeving die tegenwerkt. Voorbeelden hiervan zijn grootouders die niet willen dat hun kleinkind vies wordt, ouders die bang zijn dat er iets met het kind gebeurt, de nieuwe technologie, waaronder smartphones en tablets, speelplekken, bosjes en struinplekken die verdwijnen (en plaatsmaken voor huizen of parkeerplaatsen)
en kleine saaie traditionele speelplekjes die overblijven. Deze zijn gewoonweg niet interessant voor kinderen. Aan het ontstaan van spel is namelijk een aantal voorwaarden verbonden. De belangrijkste hiervan zijn de aanwezigheid van risico’s, plezier en (de inrichting van) de omgeving. De omgeving is daarbij ontzettend belangrijk, want wanneer je deze goed inricht, bevat hij automatisch plaatsen met meer risico en zorgt hij vanzelf voor plezier. Maar waardoor is de ene omgeving veel interessanter dan de andere? Waarom is het struikgewas met klimbomen leuker dan een betegeld pleintje met een wipkip? Dit komt vooral door de aanwezigheid van groen. Een groene speelomgeving biedt
www.stad-en-groen.nl
53
DE GEHEEL NIEUWE ARIENS MULCH ZITMAAIER
KRACHT EN COMFORT VOOR EEN BESCHEIDEN PRIJS De geheel nieuwe Ariens E36 Mulcher zitmaaier biedt u het beste uit 2 werelden - een perfect maaibeeld onder alle weersomstandigheden en een klassieke “allround� trekker voor eigenaren van paddocks, boomgaarden of ruwterrein. Voorzien van de beste componenten in zijn klasse zoals Kawasaki 2-cilinder motor, gegoten gietijzeren vooras, dubbelwandige motorkap, hoogwaardige poedercoating en unieke heavy-duty stalen maaidek.
Het Hoog Gras Mulchdek is ontworpen om hoge en dichte begroeiing te veranderen in een dunne laag mulch. De kettingen aan de voorkant van het maaidek voorkomen dat lang gras volledig tegen de grond wordt geduwd voordat het gemaaid wordt. De speciaal ontworpen kruismessen verkleinen het gewas in kleine snippers en voorkomen het vollopen van het maaidek. Doordat er gebruik gemaakt wordt van 3 lagerpotten (2 messen per as) is de kans op schade , bij het raken van een stronk of grote steen, aanzienlijk kleiner dan bij een maaidek met maar 1 lagerpot. Niet de goedkoopste oplossing maar wel de beste. Het maaidek lost aan de achterkant over nagenoeg de volle breedte.
3 min. leestijd
ACHTERGROND kinderen namelijk unieke mogelijkheden die zij nergens anders hebben. Zo hebben ze de ruimte en vrijheid om dingen uit te proberen, om rond te rennen en om te klimmen. De dynamische groene omgeving nodigt uit tot exploratie, nieuwsgierigheid en verwondering. Daarnaast is de groene speelruimte een plaats die veranderd en getransformeerd kan worden en daarmee uitnodigt tot spelen. Niets is mooier dan zelf je eigen hut te bouwen, in die ene hoge boom te klimmen of tussen de struiken op ontdekking te gaan. Hiermee ervaren kinderen een gevoel van trots en vrijheid.
bijzondere speelelementen. Kinderen kunnen dan weer vrij ontdekken en naar hartenlust spelen op een plaats die aansluit bij hun eigen speelbehoeften. Samen kunnen wij dit realiseren; zo krijgen kinderen weer de buitenruimte die ze verdienen.
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28546/de-toegevoegde-waarde-van-circulaire-speelruimte
Deze groene speelruimte is ook ideaal om circulair in te richten. Zo kan er bijvoorbeeld gewerkt worden met snoeiafval van boomstammen om op te klimmen en (bak)stenen om spannende kastelen van te bouwen waarin kinderen zich kunnen verstoppen. Niet alleen kun je door middel van circulariteit heel uitdagende en gevarieerde speelplekken ontwerpen, het is ook heel belangrijk voor een gezonde en duurzame leefomgeving. Materialen die anders weggegooid zouden worden, worden nu hergebruikt voor unieke speelruimten. Op die manier ontstaat er een uitdagend circulair en groen landschap met een afwisseling van natuur en gerecyclede en
Circulair spelen
Foto: Tamara Hoornweg
Natascha Dijkhuijsen Speelruimtebioloog OBB Speelruimtespecialisten
www.stad-en-groen.nl
55
Open de stuw De stuw bij Driel is half januari opengezet. Dat is volgens Rijkswaterstaat gebeurd om het regenwater uit Duitsland zo snel mogelijk naar zee te kunnen laten wegstromen. Oorzaak is de enorme regenval in Duitsland. De verwachting is dat het water nog blijft stijgen en dat delen van de uiterwaarden onder water lopen. Normaal gesproken houdt de stuw bij Driel water tegen, zodat er voldoende zoet water naar het IJsselmeer blijft gaan. Hoelang de stuw openblijft, hangt af van de vraag of -en hoe snel- het waterpeil weer zakt. Zodra het onder de 10 meter bij Lobith komt gaat de stuw weer dicht. Overigens wordt er komend voorjaar een flinke hogere waterstand verwacht als de enorme hoeveelheid sneeuw in de Alpen begint te smelten.
56
1/2019
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28527/open-de-stuw
www.stad-en-groen.nl
57
Vaarwel Japanse Duizendknoop reuzenberenklauw, heermoes, ridderzuring en alle andere onkruiden. Want vanaf nu zijn deze onkruiden met machines van Rootwave tot diep in de wortel te bestrijden. Elektrisch Rootwave stuurt een elektrische lading door de plant. De weerstand van de plant genereert warmte waardoor deze vanuit de wortel doodgekookt wordt. Invasieve exoten Rootwave is uitermate geschikt voor het bestrijden van invasieve exoten tot in de wortel. Zonder chemicaliĂŤn, zonder schade aan de omgeving. Vraag vandaag nog een vrijblijvende demonstratie aan.
Uw specialist voor betrouwbare techniek Merumerbroekweg 5, Herten +31 (0) 475 202 133 info@ramm.nl ramm.nl
Onkruidbestrijding zonder chemie WeedMaster productlijn van Waterkracht
Weed Under Con
trol
Eigen productontwikkeling | Familiebedrijf | Complete productlijn
www.waterkracht.nl
r o o v t i e t i s r e v i d o i B e t m i u r e de groen
gemeenten willen tot een duurzame invulling van de groene ruimte komen. Met het nieuwe StayGreenbiodiversiteitspakket zijn daar nu alle mogelijkheden voor! Met deze meerjarige inheemse gras-/kruidenvegetaties tovert u bermen en openbaar groen in een handomdraai om in ecologische groenstroken met een grote soortenrijkdom. Jaarrond blijven ze groen en aantrekkelijk voor het grote publiek. Naar keuze zijn ze inzetbaar voor verkeersgeleiding, biologische plaagbeheersing en/of het vergroten van de bijen- en vlinderstand.
@Advanta is a registered trademark of Advanta Netherlands Holdings BV
Mengsels voor bermen en openbaar groen naam
bodem
zaaitijd
zaaidichtheid
STAYGREEN 1
Alle gronden
J F M A M J J A S O N D
56 kg/ha
STAYGREEN 2
Alle gronden
J F M A M J J A S O N D
15 kg/ha
BERMEN
EIKENPROCESSIERUPS
STAYGREEN 3 BIJ / VLINDER
(meer)jarigheid
Alle gronden
J F M A M J J A S O N D
15 kg/ha
bijzonderheden / hoogte tot 30 cm; voor verkeersveilige en ecologische bermen en verbindingsstroken tot 60 cm; voor natuurlijke bestrijding van eikenprocessierupsen 60-80 cm; voor het stimuleren van populaties bestuivende insecten
pagina 41 41 41
Leverbaar in verpakkingen van 100, 500 en 1.000 gram, met uitzondering van STAYGREEN 1 (enkel leverbaar in 8 kg verpakking); STAYGREEN 2 en 3 zijn nog extra te verrijken met het apart verkrijgbare grassenmengsel STAYGREEN GRAS. Meng 2 à 3 kg/ha bij.
Groenblijvende vegetatie
Rijke bermen en groenstroken
Zoals de naam al aangeeft, gaat het hier om mengsels die jaarrond in een groenblijvende bodembedekking voorzien. Dus visueel behouden de groenobjecten in alle jaargetijden hun aangezicht. Ingezet als verkeersgroen waarborgen ze een blijvende verkeersveilige afbakening van wegen en paden. De variatie in kleur, vorm en structuur doorbreekt de monotonie en fleurt de omgeving op. In alle mengsels zijn kruiden en grassen verwerkt. De mengsels StayGreen 2 en 3 zijn desgewenst nog verder te verrijken met een speciaal grasmengsel dat apart leverbaar is (StayGreen Gras), Het bevat soorten als Gladde en Gestreepte witbol, Glanshaver, Pijpestrootje, Fijn schapengras en Kropaar. Meng 2 à 3 kg/ha bij.
StayGreen 1 is het aangewezen mengsel om bermen en groenstroken te verrijken. De begroeiïng van gras, bermkruiden en klavers blijft laag bij de grond, zonder overhangende planten of legering. Tegelijkertijd krijgt de soortenrijkdom een enorme impuls en dat schept mogelijkheden voor de ontwikkeling van ecologische verbindingsstroken voor plant en dier. Vanwege de N-leverende klavers is de vegetatie zelfvoorzienend in haar onderhoudsbemesting. StayGreen’s zeer extensieve beheer maakt het onderhoud van bermen en lastig bereikbare groenstroken stukken eenvoudiger en voordeliger.
STAYGREEN 1 BERM
Y A T S N
verkeersveilig vergroeningsmengsel
E E R G
voor ecologisch bermbeheer jaarrond groen en laagblijvend hoge soortenrijkdom minimaal onderhoud
12 soorten < 30 cm
88
STAYGREEN 2 EPR
mengsel voor eikenprocessierups-bestrijding groene, verantwoorde oplossing voor plaagbeheersing creëert biologisch evenwicht natuurlijke bestrijding van eikenprocessierupsen 19 soorten < 60 cm
4
STAYGREEN 3
BIJ/VLINDER
voedzaam bloemenmengsel voor bestuivers
kant-en-klare mengsels voor het verrijken van bermen en openbaar groen
trekt vlinders en bijen aan gespreide bloei met veel kleurvariatie creëert aaneengesloten vlinderen bijenlinten 28 soorten 60-80 cm
STAYGREEN
GRASS
verrijkingsmengsel met enkel grassen bij te mengen bij StayGreen 2 en 3 voor het verhogen van de grasdiversiteit 9 soorten
®
www.advantaseeds.nl
Nieuw De ORCA giekaanbouw met frame en pompunit
Het giekzwenkwerk heeft een afgedichte vertanding.
is binnen 10 minuten aan- of af te koppelen.
Automatisch rijden met een vooraf ingestelde rijafstand.
ORCA (OVER RIJD CHASSIS AANBOUW)
www.hemos.nl Info@hemos.nl 06 46602500
De groene werkpaarden de toekomst is elektrisch
RIMMERT FM-170: DE 100% ELEKTRISCHE ZEROTURN ZITMAAIER - Standaard maaitijd van 1 uur, uitbreidbaar tot 3 uur - 16 PK aan vergelijkbaar vermogen - Stil in gebruik - Zeer wendbaar - Subsidie mogelijkheden
www.frisianmotors.com
Bomenmonitor 3D Scanner in het bos
Alle bomen van Nederland in kaart met zelfs hun gemodelleerde wortelkluit! Cobra's Bomenmonitor Cobra adviseurs heeft de Bomenmonitor klaar! Maar wat is er in die Bomenmonitor te zien? Is het weer een nieuw soort ‘landkaart’? Ja, en wel met alle bomen van Nederland. En uiteindelijk ook met alle onderdelen van
geijkte werken met luchtfoto’s is dat die altijd een vertekend beeld geven. Dit is de zogenaamde ‘omvalling’; dat wil zeggen dat objecten met een bepaalde hoogte op de foto niet helemaal op de juiste plaats staan. Bovendien mist men met de foto gegevens over bijvoorbeeld de stampositie, en het is niet mogelijk om ermee te ‘rekenen’. De Bomenmonitor levert betrouwbare boomgegevens zonder omvalling en dus ook veel meer gegevens.
elke boom. Auteur: Dirk Voets
Dirk Voets, senior specialist remote sensing Uiteindelijk zal de Bomenmonitor de daadwerkelijke kroonprojectie bevatten, de hoogte en kroonvorm, stampositie, stamomvang en de grootte en ligging van de wortelkluit. Onze ambitie is om eind dit jaar ook (semi) automatisch de juiste soortnaam te kunnen bepalen. En we hebben het over alle bomen van Nederland! Niet alleen over de bomen in het beheergebied van de gemeenten, in de bebouwde kom of juist daarbuiten, maar ook de bomen in achtertuinen en in bossen. De vraag rijst of we op luchtfoto’s niet hetzelfde vinden. Dat is niet het geval. Het nadeel van het
Kan de Bomenmonitor taken rondom regelgeving vergemakkelijken? Ik leg deze vraag voor aan mijn collega, Cobra’s boomjurist. Kitty Goudzwaard, senior boomjurist Op zich ben ik natuurlijk geen technicus. Ik ben boomjurist en heb vooral te maken met het opstellen en handhaven van regelgeving tot boombehoud en privaatrechtelijke claims. Ik weet wel dat er een ongekende behoefte is aan data rond bomen. De Bomenmonitor geeft boominformatie in near realtime en juist dat zal steeds meer nodig zijn. Het combineren van dit soort boomgegevens met gemeentelijke komgrenzen of ‘aangewezen’ gebieden geeft inzicht in het hele bomenlandschap. Vooral de (gemodelleerde) stamomvang is van belang. Wij kunnen dan direct zien welke regels op de boom van toepassing zijn, of juist welke regels daarvoor gemaakt moeten worden.
Met de komst van de Omgevingswet zal het bovendien veel meer om functies van gebieden gaan dan nu. Daadwerkelijk inzicht in de groene gebieden met ‘groene parels’ is dan broodnodig. Voets Ja, dat maakt de Bomenmonitor vernieuwend en dat heeft hij voor op andere datasets. Het gaat vooral om de gegevens rond vorm en grootte van de boom, boven- en ondergronds. Denk ook hier eens aan: KLIC-gegevens kunnen bijvoorbeeld aan deze boomgegevens worden gekoppeld, want ook de kluitgrootte zal uiteindelijk in de Bomenmonitor via algoritmeberekening te zien zijn. Zo wordt direct duidelijk waar een kabeltracé ligt of moet komen te liggen ten opzichte van de boomkluit. Goudzwaard Tja, daarmee kunnen werkvoorschriften rond tracés veel gerichter aan de netwerkbeheerder worden opgelegd, of worden uitonderhandeld. Per boom staat de kluitgrootte op papier en is duidelijk waar de netwerkbeheerder kan graven of moet onderboren. Ik denk verder aan alle andere plichten en rechten rond bomen. Staan bomen te dicht op de erfgrens, is er aan gemeentebomen gesnoeid of of zijn ze door de burger zelfs geveld. Zijn er snoeiverplichtingen bij overhangende takken op grond van een
www.stad-en-groen.nl
61
MAKITA ACCU BEWEZEN TECHNIEK DE
Sinds 2006 zijn er in Nederland ruim 1 miljoen 18V LXT accuâ&#x20AC;&#x2122;s aangeschaft. De bouw vertrouwt op Makita accugereedschap vanwege de bewezen kwaliteit en uitwisselbaarheid van de accu. Inmiddels heeft Makita ook een krachtige lijn 2x18V accugereedschap voor de groensector ontwikkeld. Met precies dezelfde accu die op je boormachine of cirkelzaag past. Vertrouw ook in tuin en park op de voordelen van de Makita accu. Kijk op tuin.makita.nl en vraag een demonstratie aan of kom naar onze stand in hal 6, nummer 6.18.
De Makita accu. Daar krijg je energie van. Makita Nederland B.V., Park Forum 1101, 5657 HK Eindhoven, Tel. 040 - 206 40 40, info@makita.nl
Makita, wereldwijd leider in accugereedschap met 200 machines op de 18 V LXT accu
7 min. leestijd
ACHTERGROND Voets Het lijkt mij dat de Bomenmonitor een goed hulpmiddel zal zijn voor de toch al met werk overladen handhavers. Zij kunnen heel frequent op kaart zien waar gekapt is en of is voldaan aan herplantplichten. Zo kunnen overheden dus veel beter zien of er al dan niet aan de herplantplicht van een Bomenverordening of Wnb is voldaan en dan in actie komen. Illegale velling hebben we met de Bomenmonitor snel in beeld!
provinciale verordening? Waar staan de bomen bij ‘landjepik’ op snippergroen? Goudzwaard Ja, en ik noemde de provincie al. Als de gemeentelijke komgrens van art. 4.1 Wet natuurbescherming (Wnb) namelijk ook direct zichtbaar is op de Bomenmonitor, is dat helemaal top. Dan kan de provincie gelijk zien of bomen onder de meld- en herplantplichten (oude Boswet-plichten) van de Wnb vallen of juist niet, en bij kap indien nodig handhaving inzetten. Daarbij zal ook direct zichtbaar zijn of het hier gaat om ‘zelfstandige eenheden van meer dan 10 are of meer dan 20 bomen in een rij’.
Juist voor het in kaart hebben van deze ‘zelfstandige eenheden’ biedt de Bomenmonitor ongekende mogelijkheden, denk ik, want vooral buiten die eenheden geldt de meld- en herplantplicht van de Wnb. Vooral het uitblijven van gerichte herplant in het kader van de Wnb is een zorg. Ik denk trouwens bij die meld- en herplantplichten Wnb ook aan de zorgen rond monocultuur bij herplant van houtopstanden, want in beginsel kent paragraaf 4.1 Wnb inderdaad slechts een meld- en herplantplicht. Als een boseigenaar zich hieraan wil houden, hoeft hij alleen maar binnen drie jaar ‘bosbouwkundig’ te herplanten. Provinciale Staten mogen wel voorschrijven wat ‘bosbouwkundig herplanten’ inhoudt. In de praktijk is dat echter een summier wetsartikeltje.
Goudzwaard En dat kan broodnodig zijn! Gemeenten en provincie zijn enorm geholpen met een monitor die per kadastraal perceel bijhoudt of er bomen verdwijnen of niet, en of er daarna ook weer bomen bij komen. Dat zou enorm veel werk schelen, werk dat momenteel niet kan worden uitgevoerd. De kwaliteit van de overheid als handhaver neemt daarmee weer wat toe. Een andere toepassing: ‘pootrechten’, zoals die veel voorkomen in Brabant. Dit is het zakelijk recht op het planten van bomen in de gemeentelijke of provinciale berm. Die bomen zijn dan eigendom van de eigenaar van het aanliggende erf. Het is handig om te kunnen zien waar deze bomen het meeste voorkomen. En nog mooier: hoe staat het met het onderhoud van deze bomen? Want er is een andere partij dan de gemeente of provincie aansprakelijk wanneer deze bomen schade veroorzaken. Voets Kitty, je noemt net al bomen en de provinciale verordening. Maar ik denk ook aan de bomen in mijn eigen straat, het wegenonderhoud in
Het lijkt mij dat de Bomenmonitor een goed hulpmiddel zal zijn voor de toch al met werk overladen handhavers Dirk Voets is als specialist remote sensing actief bij Cobra adviseurs. In deze rol monitort hij alle bomen in Nederland en ondersteunt hij de collega’s van Cobra adviseurs bij hun werkprocessen. Cobra adviseurs adviseert over alle aspecten Dirk Voets
Senior specialist remote sensing
met betrekking tot stedelijke natuur.
www.stad-en-groen.nl
63
KIES EEN TRACTOR, EN PERSONALISEER De geselecteerde actiemodellen van onze nieuwe reeks machines onder de 130 pk zijn nu verkrijgbaar tegen een speciale prijs. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie of bezoek www.deere.nl.
3038E
4 0 49M
1026R
38 pk, 1.5 l motor, 3 cilinder, Open bestuurdersplatform, Hydrostaat, Gazon banden, mechanisch geveerde stoel
49 pk, 1.9 l motor, 4 cilinder, Open bestuurdersplatform, Hydrostaat, Gazon banden, Mechanisch geveerde stoel
25 pk, 1.1 l motor, 3 cilinder, Open bestuurdersplatform, Hydrostaat, Gazon banden, Mechanisch geveerde stoel
SPECIALE PRIJS
SPECIALE PRIJS
NU MET
€13.9 9 9
€19.9 9 9
(excl. BTW)
(excl. BTW)
* Getoonde afbeelding kan afwijken van de werkelijke uitvoering. Prijzen zijn exclusief BTW en klaarmaakkosten. Actie geldig tot 15 oktober 2019
64
1/2019
GR AT IS 12 0 R VO O R L A D E R
ACHTERGROND
Er zijn nog veel meer bruikbare toepassingen voor een dergelijke Bomenmonitor Mr. A.V.K. Goudzwaard is als boomjurist/juridisch adviseur groen, natuur en landschap werkzaam bij Cobra groenjuristen, onderdeel van Cobra adviseurs. Cobra adviseurs adviseert Kitty Goudzwaard
Senior boomjurist
steden en buitengebied, en dan vooral aan verhardingsopdruk door bomen. Je kunt met de Bomenmonitor namelijk modelleren hoe groot de wortelkluit onder de verharding is. Goudzwaard Daarmee zou gerichter onderhoud aan wegen kunnen worden uitgevoerd. Bomen kunnen civieltechnische schade aan woningen en fundering veroorzaken. Gemodelleerde grootte van boomkluiten lijkt mij goed bruikbaar in prognoses omtrent schade. Denk maar eens aan wortelkluiten en schade aan oude kademuren. Maar het is ook zeer bruikbaar bij het maken van plannen. Voets En dan is er ook nog iets met de Omgevingswet en de Bomenmonitor? Goudzwaard Daar zeg je wat. Zeker met de komst van de Omgevingswet zal het steeds belangrijker worden om te ‘weten wat je in huis hebt’. Er zal dan steeds meer kennis nodig zijn over het grondgebied van overheden. Gemeenten, provincies en waterschappen moeten dan namelijk een gerichte Omgevingsvisie maken en daarin al een visie geven op de vraag welke functies aan gebieden worden toebedeeld. Maar ook voor het opstellen van het gemeentelijke Omgevingsplan is heel veel info nodig, want welke regels wil een gemeente gaan maken? Welke gebieden moeten een bijzondere functie krijgen wat betreft de bomen? Kortom, waar staan onze groene parels, wat is hun staat et cetera? En dan zijn er nog de beleidsstukken waarin de hoeveelheden groen
over alle aspecten met betrekking tot stedelijke natuur.
voor de toekomst staan. Hoe bepaalt een overheid of daaraan voldaan is? Maar er zijn nog veel meer bruikbare toepassingen voor een dergelijke Bomenmonitor. Gemeenten worden steeds meer samengevoegd. Met de Omgevingswet is er behoefte aan snel toegankelijke data. Zo wil men met één druk op de knop weten of er een omgevingsvergunning voor velling nodig is. Waar staan bomen beschermd, bijvoorbeeld in bestemmingsplannen? Zo kennen wij ook de omgevingsvergunning voor aanleg. Dat kan het vellen van houtopstanden zijn, maar ook het planten van fruitbomen of het maken van een uitrit. In al die gevallen zijn directe data over boomomvang én wortelkluit belangrijk. Goudzwaard Ik zie trouwens ook toepassingen voor nietoverheden, bijvoorbeeld als het gaat om bomen langs spoorwegen. Een snelle analyse geeft aan dat er zo’n 500.000 bomen binnen 30 meter van het spoor staan. De vraag is: waar staan deze bomen en hoe groot zijn ze? En wat staat daarover in de wettelijke regeling? Denk ook aan bomen bij terreinen van Defensie, zoals bomen als vliegobstakels bij landingsbanen, of wortelkluiten bij leidingen van Defensie of de Gasunie.
in de praktijk kost het vaak hoofdbrekens om tot een passende Bomenverordening of Algemene plaatselijke verordening te komen, of in de toekomst: dit in te passen in het Omgevingsplan. Het loont dan de moeite om eerst eens goed in kaart te brengen waar bijvoorbeeld laanstructuren in het buitengebied staan. Bedenk namelijk dat een gemeente een ‘bebouwde kom Wet natuurbescherming’ kent. Binnen die komgrens is de gemeente vrij om regels voor bomen te maken. Daar buiten ligt dat anders. Bij inwerkingtreding van artikel 4.6 Wnb is er een regelverbod voor gemeenten. Buiten deze komgrens mogen dan, met enkele uitzonderingen, alleen bomen in erven en tuinen onder het gemeentelijk velverbod vallen. En natuurlijk mogen de houtopstanden in ‘zelfstandige eenheden’ van minder dan 10 are of in rijen van minder dan 20 bomen onder gemeenteregels vallen. Gemeenten en provincie verdelen als het ware de bewaking van het bomenbestand. Daarom is het belangrijk dat beide besturen weten wie wat doet. Met een monitor zouden bomen correct en op hun werkelijke standplaats te zien zijn. Overheden kunnen dan voortaan precies zien welke houtopstanden er aanwezig zijn en welke herplant moeten worden.
Voets Jij noemde net al het maken van regelgeving voor bomen. Hoe zie je onze Bomenmonitor daar precies in? Goudzwaard Juist bijzondere bomen wil een gemeente beschermd hebben. Dat lijkt eenvoudig, maar
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28549/cobrasBomenmonitor
www.stad-en-groen.nl
65
Dakpark Vivaldistraat – Amsterdam. Bron: MetroPolder company
Hoe Amsterdam hitte- en wateroverlast gaat bestrijden Project Resilio levert 1 hectare aan slimme blauwgroene daken op Vier Amsterdamse wijken (Bellamybuurt, Geuzenveld, Oosterpark en Kattenburg) met sociale huurwoningen krijgen vanaf 2019 slimme blauwgroene polderdaken. Dit zijn daken die het regenwater kunnen opvangen en vasthouden en het in tijden van droogte gebruiken voor het onderhoud van de begroeiing en ter verkoeling van de wijk. Dit netwerk
Wat is een polderdak? Een polderdak is een dak dat slim met regenwater omgaat. Alle neerslag die valt op het polderdak wordt tijdelijk vastgehouden en beschikbaar gemaakt voor hergebruik of naar het watersysteem afgevoerd. Onder elke vierkante meter dak worden tientallen liters water in een krattenstelsel opgevangen (zie tekening). Het primaire doel is wateroverlast voorkomen, het secundaire doel is het opgespaarde regenwater gebruiken, bijvoorbeeld om het gebouw en de omgeving op een natuurlijke manier te koelen. Sensoren op het dak meten de temperatuur en het waterpeil. Polderdak is een concept van het bedrijf MetroPolder company.
van polderdaken is voorzien van sturingstechniek en sensoren en kan anticiperen op weersvoorspellingen. Met het project Resilio onderscheidt Amsterdam zich met deze innovatieve daktechniek, die voor het eerst op grotere schaal in een smart grid toegepast wordt. Auteur: Jeroen Poldermans Polderdak, doorsnede. Bron: MetroPolder company
66
1/2019
Rol van weersvoorspellingen ‘We kunnen de data afkomstig van sensoren op een dak online benaderen en het water op het dak via ons dashboard managen. Het unieke en tegelijkertijd ingewikkelde aspect van Resilio is dat weersvoorspellingen worden gekoppeld aan het gedrag van de slimme daken’, aldus Friso Klapwijk, directeur van MetroPolder company. ‘Tegenwoordig is het in het voorjaar steeds vaker langdurig droog. Eigenlijk wil je dus aan het einde van de winter al water gaan opsparen, maar wanneer kies je voor opsparen en wanneer voor lozen? Hiervoor heb je weersvoorspellingen voor de korte en de lange termijn nodig die in de praktijk nooit honderd procent betrouwbaar zijn. Een besturingssysteem
8 min. leestijd
ACTUEEL Resilio is een initiatief van de gemeente Amsterdam, Waternet en MetroPolder company. Met dit project reageerde de gemeente Amsterdam op de call die door de Urban Innovative Action (UIA) is opengesteld. De UIA is een initiatief van de Europese Unie. In de derde call heeft Resilio een toezegging van 4,8 miljoen euro aan subsidie gekregen. De partners in dit project zijn: • Gemeente Amsterdam • Waternet • Metropolder company • Rooftop Revolution • Hogeschool van Amsterdam
• VU • Stadgenoot (woningcorporatie) • De Key (woningcorporatie) • Consolidated (dakspecialisten)
Resilio staat voor ‘Resilience nEtwork of Smart Innovative cLImate-adapative rOoftops’ dat alle data van alle daken samenbrengt en daar op basis van weersvoorspellingen een beslisboom aan koppelt, ontbreekt tot nu toe, maar daar wordt aan gewerkt’, legt Klapwijk uit. Meer over het iteratieve besturingssysteem leest u verderop in dit artikel. Resilio is actief in de private ruimte, dus is heldere communicatie en participatie van bewoners en vastgoedeigenaren van groot belang. Voor dit onderdeel van het project is de hulp ingeschakeld van Rooftop Revolution. Actieve rol bewoners en vastgoedeigenaren Rooftop Revolution (een missiegedreven onafhankelijke stichting voor klimaatadaptatie en het leefbaar houden van de stad) verzorgt de communicatie met betrokken partijen, zowel binnen als buiten het project. Stad + Blauw sprak met Jan Henk Tigelaar, directeur van Rooftop Revolution. ‘Wij willen weten wat er leeft bij de bewoners. Willen ze dit überhaupt wel? Het unieke van Resilio is dat we meerdere daken via een netwerk verbinden en laten samenwerken op het gebied van de waterhuishouding. Dit betekent dat er dus ook meer belanghebbenden in het
spel zijn en de rol van goede communicatie steeds belangrijker wordt. We gaan conferenties en bijeenkomsten organiseren rondom het project, waarin de voortgang en bevindingen worden besproken. We zorgen dat er een begrijpelijk verhaal komt waarin bewoners, vastgoedeigenaren en andere betrokkenen een actieve rol krijgen. Betrokkenheid bijvoorbeeld als het gaat om ontwerpkeuze. We willen ze ook informeren over het gebruikmaken van het opgeslagen regenwater en onder welke voorwaarden dit zal kunnen.' Dissemination activity 'Gedurende het gehele project blijft Rooftop Revolution actief als aanspreekpunt voor de bewoners. Er zal ook een afsluitend evenement georganiseerd worden door de gemeente Amsterdam in samenwerking met alle partners, waarin verslag wordt gedaan van de bevindingen aan een aantal doelgroepen. Dat zijn natuurlijk de bewoners, maar ook beleidsmakers van andere Europese steden met vergelijkbare ambities. Het is een innovatieproject met als opdracht de geleerde lessen en de bevindingen te delen. Het verspreiden van de opgedane
kennis, oftewel dissemination activity, is een belangrijke vereiste voor de toekenning van de Europese subsidie. Techniek is één ding, governance is iets anders. Een andere partner in het project is de Hogeschool van Amsterdam. Samen met hen gaan we onderzoeken hoe je bewoners erbij kunt betrekken en hoeveel verantwoordelijkheid ze kunnen en mogen krijgen’, besluit Jan Henk Tigelaar. Onderzoeksrol HvA Resilio is opgedeeld in meerdere werkpakketten; de Hogeschool van Amsterdam (HvA) is verantwoordelijk voor het pakket Governance framework and impact assessment, kortom, de softe kant van het project. De HvA gaat onder andere onderzoeken hoe groot de impact van blauwgroene daken is op het stadsklimaat. Het is lastig om precies vast te stellen of een klein temperatuurverschil te herleiden is naar de blauwgroene daken. Het interessante van het project Resilio is het opschalen van de polderdaken, zodat de impact daarvan op het stadsklimaat beter merkbaar zal zijn. Het onderzoek wordt een interessante casus voor de studenten van de HvA. Tevens gaat de HvA in samenwerking met de VU onderzoeken wat het project oplevert in economisch, maatschappelijk en klimaatneutraal opzicht. Governance Het vastleggen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden is het domein van de governance. Hoe organiseer je een eindproduct dat alle betrokkenen bij het project tevreden stemt? Dat doet de HvA bijvoorbeeld door te kijken hoe dat op andere plaatsen al is gedaan. Er zijn in Rotterdam en op de Zuidas van Amsterdam al slimme blauwgroene daken aangelegd. Hoe is dat gemanaged en welke lessen zijn daaruit te leren? Op de polderdaken worden naar verwachting tuinen en verblijfsomgevingen gerealiseerd, waar mensen gebruik van willen maken. De HvA gaat sessies houden met alle stakeholders om tot goede afspraken te komen over de verantwoordelijkheden. Belangrijk is dat de betrokkenen elkaars taal spreken, want er zitten bijvoorbeeld technici en beleidsbepalers tussen, maar ook burgers die geen idee hebben waar het over gaat. In die sessies zal naar voren komen wat de verwachtingen zijn van de blauwgroene daken. De kans is groot dat verschillende stakeholders daar verschillende ideeën over hebben die ze normaal gesproken
Friso Klapwijk
directeur MetroPolder company
Jan Henk Tigelaar
directeur Rooftop Revolution www.stad-en-groen.nl
67
Dakpark Vivaldistraat 3 – Amsterdam. Bron: MetroPolder company
Kasper Spaan
adviseur Waternet (klimaatadaptatie en ruimtelijke ontwikkeling)
Onder elke vierkante meter dak worden tientallen liters water in een krattenstelsel opgevangen nooit expliciet naar elkaar uitspreken, maar die dankzij die sessies in kaart worden gebracht. Knelpunten bij extreme regenval Waarom is er specifiek gekozen voor de wijken Bellamybuurt, Geuzenveld, Oosterpark en Kattenburg? Deze vraag legde Stad + Blauw neer bij Kasper Spaan, adviseur bij watercyclusorganisatie Waternet op het gebied van klimaatadaptatie en ruimtelijke ontwikkeling. ‘We hebben een uitgebreid stressbeeld van Amsterdam ontwikkeld waarin aangegeven staat waar bij extreme regenval knelpunten ontstaan. Dat hebben we gecombineerd met een database van dakinformatie, aangeleverd door Consolidated. Zij hebben als dakspecialisten informatie over bouwjaar, staat van onderhoud, constructie en andere relevante gegevens. Gezamenlijk hebben we een selectie uitgevoerd waarin het draagvermogen van de daken, de vervangingsopgave van de dakbedekking, de betrokken woningbouwcorporaties en de regenwaterknelpunten de invoerparameters waren. Op basis daarvan ontstond de keuze voor deze wijken.’
68
1/2019
Smartroof 2.0 Kasper Spaan legt uit dat Resilio een voortzetting is van de slimme blauwgroene dakontwikkelingen die begonnen in Amsterdam met het eerste polderdak op de Zuidas, en daarna verdergingen met het project Smartroof 2.0 op het Marineterrein. Naast de gekwantificeerde waterberging is daar het koelvermogen van blauwgroene daken wetenschappelijk onderzocht en de toegevoegde waarde aangetoond voor het gebouw en de stedelijke omgeving. Smartroof 2.0 heeft laten zien dat het blauwgroene dak zowel bij extreme neerslag als bij extreme droogte en hitte een oplossing kan bieden. Waterberging kwantificeren ‘We zijn nu ruim vijf jaar betrokken bij de ontwikkeling van slimme microwaterbergingen. In die tijd hebben we de waterberging op blauwgroene daken scherper kunnen kwantificeren. Anders gezegd: we hebben de stap van groene naar blauwgroene daken gezet. Met het polderdak laten we zien dat je heel precies afspraken kunt maken over de hoeveelheid water die je op een dak bergt, waardoor een blauwgroen dak
Alex Pixley
beleidsmedewerker afd. Ruimte en Duurzaamheid, gem. Amsterdam
ook een economische waarde krijgt. Hierdoor wordt het voor ons als waterbeheerder relevant om na te denken over de vraag hoe je die waarde voor zowel het private als het publieke domein optimaliseert’, betoogt Spaan. Slimme aansturing van blauwe daken ‘Met de mogelijkheid van realtime sturing kan een beslissingsondersteunend systeem een belangrijke meerwaarde leveren om wateroverlast te voorkomen’, vervolgt Spaan. ‘Het systeem
ACTUEEL Dakpark B. Bylon by night – Amsterdam. Bron: MetroPolder company
zal ook met de onzekerheden in weersvoorspellingen moeten kunnen omgaan. Hoe we dat gaan doen, is een van de onderzoeksvragen die voor ons liggen. De bestaande polderdaken in Amsterdam worden nu enkelvoudig aangestuurd. Met Resilio bouwen we verder aan een netwerk van slimme blauwgroene daken. Waternet neemt als publieke partij de verantwoordelijkheid om een slimme aansturing te ontwikkelen om het watermanagement te faciliteren. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat als het lang droog blijft, het systeem regelt dat er lang water wordt vastgehouden voor maximale koeling en groen onderhoud. En als er extreme neerslag aankomt, wordt er berging gecreëerd door water trapsgewijs te lozen in het riool.’ Maatwerk microwatermanagement ‘Je kunt vanuit de publieke rol een optimale aansturing ontwikkelen met de wensen van de eigenaar als kader. De controle op het water ligt te allen tijde bij de private partij als eigenaar van het dak en systeem. Dit vraagt om maatwerk en locatiespecifieke sturingsprotocollen. Als bewoners een grote berging hebben die zij willen gebruiken voor bevloeiing, dan kan dat geprogrammeerd worden. Op die manier krijgt ieder blauwgroen dak een eigen locatiespecifieke invulling. Dat is het microwatermanagement dat maatwerk voor iedere omgeving kan bieden. Met het beslissingsondersteunende systeem dat we ontwikkelen in het Resilio-
project kun je echt spreken van connected smart and dynamic micro water management.’ ‘Ik denk dat deze opschaling ons ook nog veel kan leren over mogelijke incentives om klimaatadaptieve maatregelen een verdere boost te geven. Denk aan differentiatie van belastingen, rioleringsheffingen en de relatie met de WOZ-waarde, maar ook bijvoorbeeld via verzekeringspremies en duurzame hypotheken’, zo besluit Kasper Spaan. Lead partner De gemeente Amsterdam is de lead partner voor het project Resilio. De gemeente is de aanvrager van de subsidie en als zodanig verantwoordelijk voor het project. De toegekende Europese subsidie bedraagt tachtig procent van de projectkosten. De overige kosten worden verdeeld over de tien partners in het project. Het geld zal besteed worden aan het realiseren van de daken en de techniek, het doorontwikkelen van een beslissingsondersteunend systeem, prestatie-onderzoek (wat levert het op?), governance-modellen, participatie, communicatie en projectmanagement. Kennisdeling op lokaal, nationaal, academisch en Europees niveau Namens de gemeente Amsterdam heeft Alex Pixley (beleidsmedewerker bij de afdeling Ruimte en Duurzaamheid) in Brussel de eerste training gevolgd van de UIA (Urban Innovative Actions). De thema's waren: eisen en afspraken
betreffende monitoring en control, communicatie en procesverloop. ‘Voor de EU is overdraagbaarheid van kennis en geleerde lessen aan andere Europese steden een belangrijke pijler. Kennisdeling zal zowel op lokaal niveau plaatsvinden (tussen Amsterdamse partners en partijen) als nationaal (tussen Nederlandse steden), academisch en op Europees niveau. Zo kunnen andere steden gebruikmaken van de kennisontwikkeling rondom de techniek, het proces en de implementatie in het kader van Resilio’, legt Alex Pixley uit. Amsterdamse ambities komen samen Een van de redenen waarom Amsterdam blij is met deze subsidietoekenning, is omdat verschillende ambities in dit project samenkomen. De grote opgave van klimaatadaptatie en het voorkomen van wateroverlast vallen in het project samen met de sociale agenda van het huidige stadsbestuur. Sociale woningbouwcorporaties worden koplopers met een innovatieve klimaatadaptatiemaatregel en sociale huurders profiteren van de mooie voordelen van de blauwgroene daken. Voordelen zijn: een groene leefomgeving, verbeterde isolatie, meer biodiversiteit en betere voorbereiding op extreme regen, hitte en droogte. Deze behoren stuk voor stuk tot de duurzaamheids- en vergroeningsambities van Amsterdam. Kick-off Donderdag 15 november 2018 was de kickoff van het project. In de daaropvolgende zes maanden moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over het partnership, de invulling van het project en de rapportage aan de EU. Dat neemt niet weg dat komend voorjaar al wordt begonnen met de realisatie van de eerste blauwgroene polderdaken. Stad + Blauw zal dit interessante project blijven volgen en de lezer tussentijds op de hoogte houden. Wordt vervolgd.
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28544/hoe-amsterdam-hitte--en-wateroverlast-gaat-bestrijden
www.stad-en-groen.nl
69
Staat de Nederlandse groenvoorziening aan de vooravond van een grote consolidatie? Het leek ondenkbaar: een grote Nederlandse groenvoorziener die wordt overgenomen door Frans private equity-kapitaal. Maar soms gebeurt het ondenkbare gewoon. Ook in Nederland worden druk collega-bedrijven overgenomen. Worden de grote partijen alleen maar groter en treden nieuwe partijen van buiten de sector toe tot de markt? Wat zegt dit over de Nederlandse groenvoorzieningsmarkt en is dit mogelijk slechts een voorproefje van wat ons nog te wachten staat? Zijn de rendementen in de sector wellicht nog zo laag dat bedrijven makkelijk kunnen worden overgenomen, of komt die overnametrend voort uit een vraag bij de opdrachtgevers, die steeds grotere aanbestedingen op de markt zetten?
70
1/2019
Auteur: Hein van Iersel
8 min. leestijd
FORUM Vakblad Stad + Groen interviewt een aantal betrokkenen en noteert hun visie op deze ontwikkelingen.
'Een tweedeling tussen groot en klein is aanstaande'
Peter van Kemenade
IBN Facilitair en Ploegmakers
Peter van Kemenade, IBN Facilitair en Ploegmakers Volgens Peter van Kemenade, manager bij zowel Ploegmakers uit Veghel als -het voormalige SW-bedrijf IBN Facilitair uit Uden, is er wel degelijk sprake van een consolidatie. Dat blijkt niet alleen uit de overname van BTL door een Frans private equity bedrijf, maar is al veel langer aan de hand. Wel wordt er nu anders geconsolideerd dan een aantal jaren geleden toen schoonmaakbedrijf ISS Facility Services zijn intrede deed op de Nederlandse markt voor groenvoorzieners. ISS deed het dit vooral door het kopen van werk. Van Kemenade merkt daarover droog ironisch op: ‘Dat viel niet altijd mee.’ Het resultaat was een complete mislukking en de voormalige ISS-bedrijven zijn allemaal weer ergens anders onder dak gebracht. Van Kemenade denkt dat de huidige top vijf of zes van de Nederlandse groenvoorzieners inmiddels veel slimmer is geworden. Zij kijken veel meer naar rendement op langere termijn en –dat is volgens Van Kemenade essentieel–naar een breed portfolio van activiteiten. Volgens Van Kemenade kun je alleen maar groeien door nieuwe activiteiten aan jouw activiteiten toe te voegen. Groeien betekent niet meer van hetzelfde, maar vooral een bredere scope. Expertise in bomen is een goed voorbeeld. Bijna alle grote groenvoorzieners
hebben inmiddels wel een bomenbedrijf. Van Kemenade vervolgt: ‘Wij denken alleen maar aan gemeentes, maar de groene markt is veel groter. Denk ook eens aan de grote bedrijven die een landelijke dienstverlener nodig hebben. Dat is een sterk groeiende markt, omdat deze bedrijven steeds meer focussen op hun corebusiness.’ Het verschil met tien jaar geleden is dat de grote aanbieders van nu veel beter in de markt staan. Zowel Dolmans, Krinkels als BTL hebben sterk aan hun imago gewerkt en staan professioneler in de markt. Zijn ‘eigen ’Vebego legt de focus voornamelijk op de sociale missie van het bedrijf en de maatschappelijke impact van het werk. Van Kemenade ziet dus wel degelijk een opgaande consolidatie, maar nuanceert dat ook weer: ‘De big five zullen nooit tachtig procent van de markt krijgen, maar wel veel meer dan de twee procent marktaandeel die deze bedrijven in 2013 volgens een branche vergelijkend onderzoek zouden hebben gehad.’ Afhankelijk van de aard en de grootte van de opdracht kiezen opdrachtgevers ook wel voor bedrijven die middelgroot zijn en het voordeel hebben van een sterke lokale betrokkenheid.
Van Kemenade denkt dat de huidige top vijf of zes van de Nederlandse groenvoorzieners inmiddels veel slimmer is geworden
www.stad-en-groen.nl
71
..
Tielbürger Sales Office France-Benelux D.B. van der Horst B.V.
Tielburger Veegmachines Onkruidborstelmachines Versnipperaars Verticuteermachines Motormaaiers Aanbouwwerktuigen voor - zitmaaiers - quads & atv’s - tweewielige trekkers
Alle producten van Tielbürger voldoen aan de CE-normen
WWW.DONATVANDERHORST.NL T. +31 (0) 316 26 16 73
72
1/2019
info@donatvanderhorst.nl
MADE IN GERMANY Levering uitsluitend door geselecteerde en geschoolde vak handelaren.
FORUM
'De groten worden groter, de kleintjes lastig verkoopbaar' Anja Kanters
Donkergroen
Anja Kanters, Donkergroen Ook Anja Kanters, ceo én dga van Donkergroen, is van mening dat er zich al langer een consolidatie ontwikkelt. Het MKB zit in een periode van bedrijfsoverdracht. Donkergroen heeft de ambitie om door te groeien, zowel in omzet als in aantal vestigingen. Aan de andere kant wil het zich nadrukkelijk profileren als een bedrijf dat wil groeien door klein te blijven. Kanters noemt dit ‘Landelijk aanwezig, lokaal bezig.’ Donkergroen wil dit doen door een groot netwerk van relatief kleine bedrijven uit te bouwen. Een lokale vestiging van bijvoorbeeld tien miljoen of meer zou je kunnen opsplitsen in twee vestigingen en die allebei verder laten groeien door de inzet van lokaal ondernemerschap. Het belangrijkste instrument daarbij is werknemersparticipatie en het stimuleren van ondernemerskwaliteiten bij medewerkers. Alle medewerkers kunnen op een laagdrempelige manier een deel van de aandelen van
het bedrijf verkrijgen. Kanters gelooft er heilig in dat je daarmee mensen beloont voor hun inzet, maar ook voor langere tijd bindt aan het bedrijf. Doordat ceo Kanters recent de familie Donker heeft uitgekocht, is in totaal 75 procent
Donkergroen wil zich nadrukkelijk profileren als een bedrijf dat wil groeien door klein te blijven
van de aandelen van Donkergroen daarvoor beschikbaar. De resterende 25 procent én de zeggenschap blijven bij Kanters. ‘Wij willen groeien, maar niet als doel op zich.’ Minder optimistisch is Kanters over het prijsniveau in de sector. Er is inmiddels wel weer voldoende werk op de markt, maar dat wil niet zeggen dat de prijs alweer op een gezond niveau ligt. Kanters: ‘In de bouw zie je hetzelfde. In een ambachtelijke sector is volumeherstel klaarblijkelijk makkelijker dan prijsherstel.’
www.stad-en-groen.nl
73
Voor overzicht en inzicht in uw projecten en planning rond Beheer Openbare Ruimte.
BOR-Vision is de complete geĂŻntegreerde automatiseringsoplossing voor uw projecten in het BOR-domein voor de aanleg en het onderhoud van groen en grijs. BOR-Vision omvat modules voor uw totale werkproces: van calculatie en offertes tot en met planning, nacalculatie, facturatie en rapportages. BOR-Vision helpt u om in de dynamiek van alledag overzicht te houden
BOR-Vision geĂŻntegreerd uw ICT-landschap activiteiten in in het BOR-domein. op uw lopende projecten en planning en
inzicht te krijgen in de performance van uw
Centraal financieel / HRM
BOR-Vision
Afval inzameling
Beheersoftware
Grafisch taakgestuurd werken
Digitale kaart / GIS
Meer informatie: T +31 (0)172 23 54 44 74
1/2019
www.bor-vision.nl info@infogroen.com
FORUM
'Kleinere bedrijven blijven altijd in het voordeel op de regionale markt'
Ard Esselink Hoveniersbedrijf Harry Esselink in De Heurne
Ard Esselink, hoveniersbedrijf Harry Esselink in De Heurne Ard Esselink is tweedegeneratie-directeur van een middelgroot hoveniersbedrijf in De Heurne. Ook hij ziet een toenemende schaalvergroting. De stap van een Franse private equity-partij kan dat soort zaken versnellen. ‘Groenbedrijven leveren geen superrendementen op, maar zijn wel een veilige en constant renderende investering.’ Vanuit die gedachte snapt hij de stap van ID Verde wel. Aan de andere kant is hij zelf niet al te bang voor de toenemende macht van de big five. ‘Ik heb het afgelopen jaar twee keer een project overgenomen van een groot landelijk werkend bedrijf, één project omdat het bedrijf in kwestie vijf maanden op rij vergeten was een bepaald werk uit te voeren. Dat zal je als lokaal hoveniersbedrijf niet gebeuren. Verder geldt: als lokaal ondernemer heb je altijd een voor-
sprong ten opzichte van een vestigingsleider van een landelijke groenvoorziener.’ Rabo Toch ziet Esselink ook wel dat bepaald werk voor hem niet meer haalbaar is. Zo heeft hij bijvoorbeeld lange tijd de lokale Rabobank gedaan, maar door de snel wisselende directeu-
Ik krijg als middelgroot hoveniersbedrijf een grote onkruid-stomer niet terugverdiend
ren kan hij daarmee geen relatie meer opbouwen. Dat werk verdwijnt dus naar een landelijk speler. Een tweede bedreiging is de grote investeringsportemonnee van de landelijke spelers. Onkruid op verharding is zo’n thema. ‘Ik krijg als middelgroot hoveniersbedrijf een grote zelfrijdende onkruidstomer niet terug verdiend. Een landelijke partij lukt dat wel. Dat betekent dat zo’n partij veel scherper kan schrijven dan ik.’ Maar, constateert Esselink vervolgens: ‘De hagen moeten dan ook netjes geknipt worden.’ Daarmee bedoelt hij te zeggen: het gaat niet alleen om prijs, ook om kwaliteit. Esselink gelooft het meest in meer en betere samenwerking van lokale hoveniers. ‘Bijvoorbeeld door gezamenlijk te investeren in zo’n onkruidmachine. Op die manier kun je de grote bedrijven de baas blijven.
www.stad-en-groen.nl
75
www.de-groenmakers.nl
De van
kunst
gras onderhoud VRAAG ONZE VELDEXPERT
SPO RT EN GRO EN
SchELL impORTEuR
G.a. van der waal Onze techniek wint terrein
Hofstede - timmerman Ervaar zelf de kracht Weth.Krollstraat 6, Staphorst T: 0522-468320, E: info@hofstedetimmerman.nl
Lagendijk 178, Ridderkerk T: 0180 - 421399, E: info@gavanderwaal.nl
FORUM
'Niet iedereen past in de familie' Bas Wijbenga
Vebego
Bas Wijbenga, Vebego De overname van BTL door ID Verde is een teken aan de wand dat grote bedrijven klaarblijkelijk brood zien in de Nederlandse groene sector. De groei van de groene activiteiten vanVebego is een tweede signaal. Vebego dochter Hago is landelijk de grootste facilitaire dienstverlener van Nederland, en Vebego is, hoewel nog redelijk onbekend, inmiddels al goed voor een slordige 60 miljoen aan ‘groene’ omzet. Daarmee is het bedrijf zeker nog geen landelijke speler, maar het staat wel met gemak in de top 5. Vebego is ooit bijna toevallig in de groensector terechtgekomen door een partici-
patie in voormalig sw-bedrijf IBN. Dat sociale aspect vindt Bas Wijbenga nog steeds uitermate belangrijk, maar de bedoeling is duidelijk om de groei van het bedrij f aan te jagen door swachtige bedrijven te koppelen aan traditionele groenbedrijven. ‘Op die manier kun je –aldus Wijbenga- bredere en meer complexe klussen aanbieden. De groeistrategie zal de komende jaren niet essentieel veranderen: enerzijds gaat men op zoek naar de witte vlekken op de Nederlandse kaart, anderzijds naar verbreding van de kennisgebieden. Het belangrijkste is volgens Wijbenga dat de bedrijven in kwestie in de Vebego-familie moeten passen. Daarnaast
geldt ook dat er naar bedrijven gezocht worden die gezond zijn. Wijbenga: ‘Er staat heel veel te koop, maar wij zijn kritisch. Het moet passen, het moet gezond zijn en een zekere schaalgrootte hebben. Onder de acht miljoen omzet of 50 tot 100 medewerkers is al bijna niet meer interessant. De ondernemer moeten natuurlijk ook geloven in de filosofie van onze groenfamilie.
www.stad-en-groen.nl
77
Marc Bolier, Krinkels bv Bijna alle geïnterviewde ceo’s van groenbedrijven zijn het erover eens dat er schaalvergroting gaande is, hoe bescheiden ook. Maar Marc Bolier, nu twee en een half jaar ceo van veruit de grootste groenvoorziener van Nederland, Krinkels, wil het verhaal nuanceren. Dat is nogal een stellingname voor de topman van een bedrijf dat naast ID Verde waarschijnlijk de tweede groenvoorziener van heel Europa is. Naast een aantal Nederlandse bedrijven heeft de holding achter Krinkels Nederland ook bedrijven in
De sector is te versnipperd om te spreken van een grote consolidatie
België, Frankrijk, Duitsland en Engeland op het gebied van groen en infra. Toch begint Bolier het interview met een mengeling van bescheidenheid en zelfspot: ‘Ik ben maar een eenvoudige hovenier. Wij zitten in de groene sector met zijn allen –dat zijn ongeveer 11.000 bedrijven –op een gezamenlijke omzet van 2 tot 2,5 miljard euro. Dat geeft een gemiddelde omzet van ongeveer 250.000 per bedrijf per jaar. Het gros van de hoveniersbedrijven werkt dus met een of twee mensen. Hoe kun je dan spreken over consolidatie? Oké, een paar bedrijven, waaronder Krinkels, zijn groter, maar de sector als geheel is nog steeds erg versnipperd. In Nederland hebben wij op dit moment een totale omzet van 130 miljoen. 73 Miljoen is van Krinkels en de rest van bedrijven als Sight, Flora Nova, Mostert de Winter, Quercus en Van Ooijen Gouda.’
groep aan willen sluiten.’ Bolier ziet nog een andere reden waarom het wel mee zal vallen met een sterke groei van de grote bedrijven: ‘Het is voor de kleinere bedrijven misschien lastig om sterk te groeien, maar dat geldt ook voor de grote bedrijven. Projecten worden steeds complexer. Dat biedt kansen, maar dat houdt ook risico’s in.’ Bolier noemt als voorbeeld de aanleg van de N23 Westfrisiaweg. Volgens hem is dit het afgelopen jaar meer voorgekomen. ‘De sleutel tot succes is het vinden, en opleiden van goed personeel. Dit geldt overigens niet alleen voor de groensector hoor! Jonge mensen hechten denk ik minder waarde aan een dikke leasebak, maar vinden een goede balans tussen werk en privé belangrijk. Binden en boeien. Als je dat op orde hebt, komt de groei vanzelf’, aldus Bolier.
Hoewel Bolier het woord consolidatie overdreven vindt, is hij wel van mening dat het goed gaat in de sector: ‘Wij zitten op het onontdekte goud. Er gebeurt zoveel in de sector op het gebied van verduurzaming, circulariteit en de groene stad. Het is aantrekkelijk om daar deel van uit te maken. Daarnaast gaat het goed met de bouw en dan gaat het per definitie ook goed met ons. Daardoor is organische groei weer reëel naast het feit dat wij altijd openstaan voor uitbreiding middels bedrijven die zich bij de
'Als je de juiste mensen kunt boeien en binden, komt de groei vanzelf'
Marc Bolier
78
1/2019
Krinkels bv
FORUM Erwin Janssen, Dolmans Landscaping Erwin Janssen van Dolmans Landscaping Group vindt het eerst en vooral een goed teken dat een bedrijf als BTL is overgenomen door Frans private equity. Dat betekent dat de Nederlandse markt voldoende interessant is voor dit soort partijen. BTL is overigens niet de eerste kandidaat die door private equity is overgenomen. Dat gold eerder ook voor Zuurmond. Tegelijk denkt Janssen dat het allemaal wel meevalt. De big five zullen verder groeien, maar er blijven voldoende kansen voor de kleinere bedrijven. Die zullen het overigens geconfronteerd worden met een steeds complexere markt. Zeker als zij zich op de overheidsmarkt richten. Projecten worden door de groeiende waslijst van papieren, certificaten en keurmerken steeds ingewikkelder. Vroeger kon je als middelgrote partij je bedrijf runnen met vakmanschap. Dat is allang niet meer voldoende. Janssen sluit verder niet uit dat er vandaag of
Vroeger kon je als middelgrote partij je bedrijf runnen met vakmanschap. Dat is niet meer voldoende morgen nog een tweede internationale partij op de markt verschijnt: ‘Dat moeten we zeker niet uitsluiten.’
Janssen valt dat schaalvoordeel wel mee. Daar is de winst niet te halen. De echte winst zit er in hoe en hoe slim jij je werk doet’ .’
Janssen wil zelf met zijn bedrijf ook stevig doorgroeien en is daarvoor bezig op de markt van overnames. ‘Wij zijn wel kritisch. We willen goedlopende bedrijven overnemen, geen brekebeentjes. Anders groei ik liever autonoom.’ Schaalvergroting is natuurlijk interessant. Als je veertig maaiers in één keer kunt kopen, krijg je extra korting. Dat is mooi, maar volgens
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28509/staat-denederlandse-groenvoorziening-aan-de-vooravond-van-een-grote-consolidatie
'Goed teken dat een grote groenvoorziener wordt overgenomen'
Erwin Janssen
Dolmans Landscaping
www.stad-en-groen.nl
79
Naamloos-2 1
02-11-17 09:54
56V
C A R BON - F I BE R F R A ME ME T MA S S I E F S TA LE N A A N D R IJFA S
1568Wh
GE
4000-6000/min
a dB 81 L p A s2 G: m / RIN 1,9 CE U: IFI EA SS NIV CLA GS DS LIN LU I T R I L
ONBELASTE SNELHEID
38 C M . M A A IBR E E DT E
M IDDE L PU N T
C IR C U L A IR E BE W E G IN G
CARBON-FIBER FRAME. MINIMALE TRILLINGEN. PERFECTE BALANS. HET KIEZEN VAN HET JUISTE GEREEDSCHAP IS NOG NOOIT ZO GEMAKKELIJK GEWEEST! De tijden zijn veranderd, zo ook het hedendaagse gereedschap. Ons nieuwe aanbod voor de professionele markt is al het bewijs dat u nodig hebt. Neem de EGO Power+ grastrimmer. Uitgerust met de meest technologisch geavanceerde lithium-ion-accu die er bestaat en met evenveel vermogen als een brandstof aangedreven machine. Hij is steviger, heeft een carbon-fibre aandrijfas, die zowel sterk als licht is en is ontworpen voor de zwaarste, alledaagse taken. Blijf niet bij het bekende. Stap over op de kracht van EGO.
HET PROFESSIONELE ASSORTIMENT VAN EGO. OVERTREFT ALLES! #powerreimagined
Ga naar egopowerplus.nl of bel met 0575 59 9999 voor meer informatie.
De race naar de bodem Aannemers halen hun neus op voor broddelwerk van aanbesteders Het is inmiddels schering en inslag, aanbestedingen die mislukken. Onlangs nog in mijn eigen woonplaats, Gemeente Druten. De aanbesteding op de herconstructie van een belangrijke hoofdweg is daar gestruikeld. â&#x20AC;&#x2DC;Stijgende bouwkostenâ&#x20AC;&#x2122;, geeft de gemeente aan als reden voor het falen van de aanbesteding. Maar er is meer aan de hand. Aanbestedingen bevinden zich al jaren in een race naar de bodem. Maar de bodem is bereikt. Groen- en bouwbedrijven leggen hun hals niet meer in de strop. Auteur: Hein van Iersel
Er is een bedenkelijke ontwikkeling gaande in de groensector. De afgelopen 15 jaar zijn de beheerkosten per vierkante meter groen met maar liefst 30 procent gedaald, zo kunnen we lezen in de Benchmark Gemeentelijk Groen van 2017. Dat zou goed nieuws zijn, ware het niet dat de groenbedrijven in dezelfde periode alle zeilen hebben moeten bijzetten om te overleven. We weten ook een fors aantal bedrijven het einde van de crisis niet hebben gehaald. Zonder kleerscheuren heeft niemand deze eindstreep gehaald. Tegendraads De 30 procent kostenreductie per vierkante meter is bovendien des te opmerkelijker als het wordt afgezet tegen het inflatiecijfer van 20 procent over dezelfde periode. Het roept de vraag op hoe deze tegendraadse ontwikkeling te verklaren is, zeker als we bedenken dat die plaatsvindt tegen een achtergrond van wegkwij-
www.stad-en-groen.nl
81
De nieuwste en meest revolutionaire manier van vegen! Verkleint grof afval, bespaart 100.000 liter water, is innovatief en rendabel!
CS140 T +31 (0)345 585050 www.wimvanbreda.nl
HP6000
mechanisatie in weg-, berm- en slootonderhoud
Oudenhof 14 4191NW Geldermalsen
4 min. leestijd
ACTUEEL nende groenbedrijven. De rekenmeesters achter de benchmark proberen naarstig verklaringen te vinden voor de kostenreducties per vierkante meter. Maar ze komen er niet helemaal uit. Verschillende trends worden tegen elkaar afgezet. Sluitende verklaringen levert dat niet op. Er is gekeken naar wijzigingen in verschillende beheercategorieën. Duurder plantgoed versus goedkoper gras en gazon bijvoorbeeld. Er worden trends aangetipt, maar een sluitende verklaring wordt niet gegeven. Ook de trend om meer en meer te werken met beeldbestekken in de plaats van frequentiebestekken lijkt niet te verklaren hoe de kosten per vierkante meter zo drastisch hebben kunnen dalen. De onderzoekers van Wageningen zijn het hier mee: ‘Uit de cijfers van de benchmark blijkt niet dat werken met beeldbestekken tot lagere kosten leidt’, schrijven ze. Doorgeslagen De dalende kostentrend in de groenbranche die in de benchmark wordt geduid, reikt veel verder. De hele bouw- en infrasector is verwikkeld in een race naar de bodem. Er is in de periode 2004-2017 sprake geweest van een te ver doorgeslagen marktwerking in aanbestedingsland. Tijdens de crisisjaren hebben ondernemers veel werk aangenomen waar ze verlies op draaiden. Niet zwarte cijfers schrijven, maar de winter doorkomen was de primaire drijfveer. Veel goed geleide bedrijven zijn de afgelopen 15 jaar door hun opdrachtgevers uitgebeend en langzaam doodgehongerd. Wie de schuld liever op de kredietcrisis afschuift moet ik meteen tegenspreken. Jarenlang zijn op grote schaal projecten aanbesteed met een veel te laag plafond. Ook in de jaren voor de bouwcrisis hoorde ik klachten uit de markt. Er zou structureel véél te laag worden ingeschreven op aanbestedingen. Sommige aanbiedingen zaten 30 tot 40 procent onder de becijferde kostenprijs. Uitbesteed Eén van de oorzaken van die race naar de bodem vinden we overigens wél terug in de Benchmark Gemeentelijk Groen. Daarin wordt namelijk geconstateerd dat sinds 2004 het aandeel werk dat wordt uitbesteed, is gegroeid. Het zijn echter niet de reguliere groenaannemers, die daar de vruchten van plukken. Het zijn vooral de voormalige SW-bedrijven die het werk overnemen. Sterker nog. Het aandeel van de reguliere aannemers is in dezelfde periode licht afgenomen, zo ontdekten de onderzoekers.
De onverantwoorde kostendalingen in het beheer van openbaar groen zijn daarom naar mijn stellige overtuiging niet toe te schrijven aan efficiency-slagen of herinrichting van het openbaar groen. Zelfs de mondiale kredietcrisis kunnen we niet de schuld geven. De onverantwoorde kostendalingen zijn het gevolg van de verschuiving van onderhoudstaken naar de markt en de SW-bedrijven. Vooral die laatste categorie groenbedrijven hebben onverantwoord laag ingeschreven op aanbestedingen en de aanbestedende overheden hebben daar schaamteloos misbruik van gemaakt. We hebben allemaal onze mond vol van duurzaamheid, maar vergeten dat duurzaamheid ook uit de P van Profit bestaat. Geef jouw contractpartner het uitzicht op een redelijk rendement zodat deze zijn maatschappelijke taken kan vervullen. Daar hoort wat mij betreft bij dat je bodembedragen hanteert voor aanbestedingen. Marktwerking Daarmee is al vóór de kredietcrisis van 2008 de toon gezet voor de race naar de bodem. Het moest allemaal goedkoper en marktwerking was het antwoord op alles, de nieuwe afgod. Niet alleen het groenbeheer werd uitbesteed. Ook werden op grote schaal externe kostenexperts en inkoopbureaus ingeschakeld. Die hebben natuurlijk om het hardst geroepen dat ze het nóg goedkoper konden krijgen. Het gevolg is dat, tegen beter weten in, veel te lage prijsplafonds worden gehanteerd voor tenders. Nu de economie aantrekt, plukken de aanbestedende overheden de zure vruchten van hun jarenlange Scrooge-beleid. Steeds vaker zie je aanbesteding mislukken. Waar aannemers voorheen onredelijke EMVI-eisen voor lief namen, halen steeds meer ondernemers nu hun neus op voor dergelijke tenders. Bodem Gaat het ze zo goed dan? Ik denk dat dat slechts een klein deel van de werkelijkheid is. Ik vrees ook dat de bodem gewoon bereikt is. De ondernemers hebben enerzijds te maken met sterk toegenomen kosten. In de race naar de bodem hebben veel ondernemers personeel weggesaneerd en werk uitbesteed aan ZZP-ers. Die hebben jarenlang tegen hongerloon het werk uitgevoerd dat ze eerder in loondienst deden. Die éénpitters kunnen in de huidige economische conjunctuur inderdaad een veel hoger uurloon vragen. Hen gaat het nu even voor de wind. Veel groen- en bouwbedrijven daarentegen zitten vast tussen de wal en het schip. Hoge
kosten enerzijds en lage opbrengsten anderzijds. Voor de bouwers zijn daar ook nog eens veel hogere materiaalkosten bijgekomen. De rek is er aan alle kanten uit. Broddelwerk Probleem is nu dat de aanbestedende partijen inmiddels niet meer de expertise in huis hebben om te zien waar de schoen wringt. Veel kostenexperts zijn immers uit hun organisaties weggevloeid. Het mislukken van tenders is simpelweg het gevolg van broddelwerk van de aanbestedende partijen. Ze hebben geen zicht meer op de reële kosten van hun projecten. De prijsplafonds zijn te laag. Steeds vaker worden aanbestedingen teruggetrokken worden door gebrek aan belangstelling om vervolgens met een verhoogd plafond opnieuw aangeboden te worden. Ik ben geen tegenstander van marktwerking, maar hier heeft marktwerking zich toch van zijn slechtste kant laten zien. Wat we zien, is dat deze onverkwikkelijke prijzenoorlog ervoor heeft gezorgd dat zowel bij de aanbesteders als bij de uitvoerders veel kennis en ervaring is weggelekt. De aanbesteders krijgen geen behoorlijke tenders meer uit de pen. De uitvoerders hebben niet meer de juiste mensen in huis om het werk uit te voeren omdat zzp-ers te duur zijn geworden. Er lijkt een impasse te zijn ontstaan en er blijft werk liggen. Het grootste probleem is dat aanbesteders niet op de vingers worden getikt wanneer ze onredelijke EMVI-eisen stellen. De aanbestedingspraktijk is zo ziek geworden dat er dringend een dokter aan te pas moet komen om de sappen weer aan het vloeien te krijgen. Die dokter moet er gauw komen en wel in de vorm van een aanbestedingsautoriteit die adviseert en aanbestedingen kan terugtrekken. Alleen zo kan de impasse doorbroken worden. Wethouder Gerwil van Gelder zit opgescheept met een gat in de binnenstad van Leeuwarden. De bouw van het nieuwe Pathé Theater aan het Harmonieplein is gestaakt vanwege te hoog oplopende bouwkosten.
www.stad-en-groen.nl
83
Bedrijfsscholen worden populair. Bedrijven zien goede scholing van personeel als marketingtool én als oplossing voor het almaar groeiende tekort aan vakmensen
Wim Lassche: ‘Geen mensen vasthouden door klein te houden’ Bedrijfsschool Eijk Academy kweekt ambassadeurs Bedrijfsscholen zijn hot. Hoewel slechts één bedrijf uit de markt er vrijuit over wil praten, zijn er dit jaar meerdere bedrijfsschoolinitiatieven in de groenbranche van de grond gekomen. Doelstelling: goede scholing van personeel als marketingtool én als oplossing voor het almaar groeiende tekort aan vakmensen. Vakblad Stad en Groen spreekt met Eijkelboom bv, die onlangs Eijk Academy is gestart. Auteur: Santi Raats
84
1/2019
Particuliere initiatieven op het gebied van onderwijs zijn niets nieuws. Het bekendste initiatief in de groenbranche is waarschijnlijk dat van de Nederlandsche Heidemaatschappij, de middelbare bosbouw- en cultuurtechniekopleidingen in Arnhem. De hogere bosbouwopleidingen groeiden uit tot de huidige Universiteit van Wageningen. Uit de middelbare opleidingen van de Nederlandsche Heidemaatschappij ontstonden de huidige middelbare en hogere beroepsopleidingen. Ook speelde de Nederlandsche Heidemaatschappij een rol bij de oprichting van lagere opleidingen en kortere praktische cursussen, zoals de
4 min. leestijd
ACTUEEL
‘Eijkelboom is banger voor mensen die zich niét willen doorontwikkelen’ vast contract. De Luij: ‘Hiermee willen we waardering uitspreken voor onze vakmensen, maar ook het probleem van het tekort aan technische vakmensen tackelen.’ Eijk Academy Eijkelboom bv begon Eijk Academy met een investering van 25 duizend euro, niet volledig privaat, maar voor de helft met een Europese opstartsubsidie. Wim Lassche, hoofd P&O bij Eijkelboom bv: ‘Eijkelboom bv is de bedrijfsschool gestart vanuit de filosofie dat elke medewerker een leven lang leert, vanaf binnenkomst tot aan het pensioen of een andere vorm van uitstroom.’
Bosbouwtechnische School en een leerlingstelsel. De ‘Heidemij’ groeide later uit tot het bedrijf Arcadis. Tackelen van personeelstekort Een ander mooie voorbeeld van een particulier opleidingsinitiatief, naast grote namen zoals Schoevers en Nyenrode, is de Modderkolk Bedrijfsschool, die technisch talent klaarstoomt voor de praktijk. Installatiebedrijf Modderkolk Projects & Maintenance bv was ‘best managed company’ in 2017 en 2018 en ‘beste praktijkopleider van Gelderland’ in 2017. Directeur Simon de Luij was ‘persoonlijkheid van het jaar 2017’ vanwege zijn visie en innovatiekracht. In de Modderkolk Bedrijfsschool halen studenten in twee jaar een mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4 door een combinatie van doordeweekse privélessen van het Koning Willem I College en werken in de praktijk. De studenten krijgen vanaf de start van hun opleiding een voltijds
Eijkelboom bv geeft aan de Eijk Academy eenmaal per jaar, in februari, een week lang verplichte cursussen op het gebied van groenonderwijs aan alle medewerkers, zo’n 100 fte. Onderwerpen zoals RAW-beeldbestekken, pensioenen, plantenkennis en kruidenbeheer komen daarin aan de orde, maar ook de reguliere BHV- en VCA-bijscholing. Bij de spuitlicentiecursus mogen ook mensen van buitenaf aanschuiven bij het lesprogramma. Elke functie en elk niveau wordt aan een cursus gekoppeld; voorlieden en chauffeurs volgen dus niet per se dezelfde cursussen. Daarnaast heeft Eijk Academy budget voor losse workshops aan de high potentials onder de medewerkers. ‘Als medewerkers zich verder willen verdiepen in bijvoorbeeld RAW-systematiek of in ethiek en waarden, kunnen zij zich voor zo’n losse workshop opgeven’, zegt Lassche. Zowel de verplichte cursussen als de losse workshops worden gegeven in de eigen bedrijfsruimten en in afgehuurde ruimten op een AOC in de buurt. Volgens Lassche is accreditatie van de Eijk Academy-workshops een doel. ‘Nu bieden we de cursussen en workshops uit onszelf aan, maar het is zeker onze bedoeling dat er certificaten behaald kunnen worden. Daarvoor zoeken wij verdere verbintenis met scholen om ons heen.’ Terug naar de basis: techniek De installatiebranche kampt met een tekort aan technisch talent en dat geldt ook voor de
groenbranche. Lassche: ‘Wij hebben een grote behoefte aan machinisten. Nu kwamen we er na de samenvoeging van Boogaart Almere bv en Eijkelboom bv achter dat we binnen de eigen gelederen veel “vergeten potentieel” hebben, mensen die we prima kunnen bijscholen. Dit zijn bijvoorbeeld jongens die van oorsprong machinist waren of op de maaier zaten, maar door bezuinigingen in overheidsland de laatste jaren veel aan het schoffelen waren. Ook hebben we behoefte aan treeworkers. Voorheen gingen we naar scholen om te vragen of zij ons technische mensen konden leveren. Nu willen we mensen intern tot treeworker opleiden.’ Een van de dingen die Eijk Academy nieuw leven wil inblazen, is de sfeer van de praktijk. ‘Jarenlang was het hip om zo theoretisch mogelijk geschoold te zijn. Het praktijkonderwijs was in de ban gedaan, met als resultaat dat veel sectoren van de economie nu schreeuwen om vakmensen. We willen het groenvak realistisch afschilderen en promoten. Een groenmedewerker zoals een machinist is ook vaak monteur en kan de basismachines in de groenvoorziening onderhouden en repareren. Wie dat leuk vindt, niet bang is om vies te worden én van groen houdt, is geschikt voor het vak. Dat geldt ook voor treeworkers: wie vindt motorzaagonderhoud en kettingvijlen leuk, naast zijn of haar liefde voor groen? De eerste stap die we intern maken, is onze voorlieden zodanig scholen dat zij hun mensen kunnen interesseren voor techniek en daarmee hun motivatie kunnen optimaliseren.’ Bedrijfsfilosofie doorgeven via onderwijs Ook wil Eijkelboom bv de voorlieden scholen op het gebied van ethiek en waarden en leiderschap, omgang en communicatie. Lassche: ‘Met vaardigheden op deze gebieden kunnen zij het Eijkelboom-DNA: bevlogenheid, betrokkenheid en behulpzaamheid, goed overbrengen naar lagere niveaus. Daarnaast vertroetelen we onze voorlieden. Daarmee bedoel ik, dat we ze op elke mogelijke manier willen faciliteren, zodat zij hun eigen mensen met dezelfde verzorgende instelling leiden. Medewerkerstevredenheid leidt tot solidariteit. Een voorbeeld: als een medewerker om 16.00 uur al klaar is met zijn
www.stad-en-groen.nl
85
po
rt
Reinigingstechniek · Stadsreiniging
Na
ig
g
t te r e i n
en
st
Ve
in g
s
en
Tr a n
de
rhou d
W in t e r di
G ro e no n
One forAll
Één stad – alles onder controle
Go Multifunctional
Citymaster en Multicar Zo uitdagend als het leven in de stad, zijn ook de uitdagingen voor de gemeentelijke reinigingsdienst. Hako helpt u om deze taken met gemak te volbrengen. Vegen, groenonderhoud of winterdienst. Met totaaloplossingen bieden wij u voor elke taak de juiste oplossing; van flexibel inzetbare en uiterst wendbare veegmachines, tot compacte multifunctionele werktuigdragers met een breed assortiment aan werktuigen en accessoires. Multifunctionaliteit zonder compromis.
Citymaster 600 2-borstelsysteem
Citymaster 1600 2-borstelsysteem
Citymaster 1600 3-borstelsysteem
Citymaster 2200 3-borstelsysteem EURO VI
Multicar M27compact
Multicar M29 EURO VI
Hako B.V. · Industrieweg 7 · 6673 DE ANDELST · Tel. 0488-473333 · info@hako.nl · www.hako.nl
Multicar M31 EURO VI
ACTUEEL
‘Geen diploma’s, maar wel super-gemotiveerd? Dan is de keuze snel gemaakt’ werk en er komt om 16.30 uur nog iemand binnen, zet degene die op het punt stond naar huis te gaan toch nog even zijn tas neer en helpt zijn collega met opruimen of met het schoonmaken van de spullen.’ Deze kernwaarden van saamhorigheid zijn volgens Erik Punt, directeur van Eijkelboom bv, uit nood geboren. ‘We hebben in de crisis in de overlevingsstand gestaan, ook al vielen er nagenoeg geen ontslagen. Door die overlevingsstand moesten we helemaal terug naar onze kern. Alle overgebleven medewerkers waren er voor elkaar. Deze mentaliteit hebben
de medewerkers nog steeds, hoewel we inmiddels uit 100 fte’s hebben. We selecteren nieuwe medewerkers op deze mentaliteit en promoten ons DNA ook via ons interne onderwijssysteem.’ Ambassadeurs Volgens Lassche staat het leren an sich bovenaan de prioriteitenlijst, ook al is dit niet altijd een meerwaarde voor de functie van de medewerker. ‘Soms wil een medewerker doorleren voor een functie die wij niet beschikbaar hebben, zoals op het vlak van civiel en voorbereiding of grootschalig ontwerp. Maar door medewerkers de kans te geven om te blijven door-
leren, kweken wij ambassadeurs. Eijkelboom bv is banger voor mensen die zich niét willen blijven doorontwikkelen. Het bedrijf wil geen mensen vasthouden door hen klein te houden. Om een voorbeeld te geven: als wij moeten kiezen tussen iemand die geen diploma’s op zak heeft, maar wel gemotiveerd is en iemand die wel diploma’s heeft, maar weinig positiviteit uitstraalt, is de keuze snel gemaakt.’ Zo heeft Eijkelboom bv een dove jongen zonder groenopleiding in het hoveniersteam opgenomen. ‘De wilskracht straalde van hem af. Mensen die willen, willen wij verder helpen’, verklaart Lassche.
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28170/we-willengeen-mensen-vasthouden-door-hen-klein-tehouden
Managementteam Eijkelboom bv: Links bovenaan algemeen directeur Erik Punt, rechts naast hem hoofd P&O Wim Lassche
www.stad-en-groen.nl
87
INTERVIEW
7 min. leestijd
Japanse duizendknoop? Naadloos afdekken en zand erover! Nieuwe kans voor openbaar groen met Platinium-afdekdoek tegen Japanse duizendknoop Rootbarrier, leverancier van afdekdoeken voor onkruid, zet vol in op de beheersing van de invasieve exoot Japanse duizendknoop. ‘Het is vijf voor twaalf’, aldus oprichter Bart van der Hart. ‘De groei tegenhouden is een noodzaak. Het Platinium-doek dekt geheel af. Bovendien
plaag aan het worden. Op veel plekken in Duitsland liggen overwoekerde stukken grond. In Engeland is er zelfs een wet die zegt dat je grond pas mag verkopen als deze vrij is van Japanse duizendknoop. Inmiddels hebben ook alle Nederlandse gemeenten, Staatsbosbeheer, waterschappen, groenvoorzieners en hoveniers te maken met Japanse duizendknoop. King Holding zet meer mensen en middelen in op dit product. De markt groeit letterlijk en figuurlijk in Europa. Daarom hebben we zowel de binnen- als de buitendienst laten groeien.’
zetten we in op het volledig terugwinnen van schone grond.’ Auteur: Santi Raats
King Holding, het moederbedrijf van Rootbarrier, heeft zijn strategie ingezet op de bestrijding van Japanse duizendknoop met een van de producten van zijn dochteronderneming: het onkruidwereld doek Platinium. De activiteiten van Rootbarrier vinden voor 50 procent plaats in Duitsland, voor 20 procent in Nederland en de rest is export naar verschillende landen, waaronder Japan. Pascalle Lahay, sinds mei 2018 directeur van King Holding en Rootbarrier, verwacht dat er een groeimarkt ontstaat voor het Platiniumafdekdoek voor Japanse duizendknoop: ‘Begin negentiende eeuw werden de Aziatische duizendknopen, waaronder de Japanse duizendknoop, vanuit Zuidoost- Azië in Europa geïntroduceerd als sierplant. Sinds 1950 is hij verwilderd. Intussen is deze exoot een ware
88
1/2019
Collectief probleem Rootbarrier neemt sinds een paar jaar een voorlichtingsrol op zich. Bart van der Hart, de oprichter van het bedrijf: ‘De besmettingsgraad is hoog, dus voorlichting moet eenduidig zijn en bij iedereen aankomen. Zo hebben we bijvoorbeeld contact met de Nederlandse Spoorwegen en de Deutsche Bundesbahn. Sporen lopen door gemeenten heen; als de ene partij de Japanse duizendknoop succesvol beheerst, maar zijn buurman doet dat niet, is dat dweilen met de kraan open. Japanse duizendknoop is een probleem van ons allemaal.’ Van der Hart werkt er hard aan om zoveel mogelijk belanghebbenden de plant te leren herkennen. ‘Beheersing en bestrijding beginnen met herkenning’, zo stelt hij. Probleem: bestrijding/beheersing behoorlijk intensief Het is een hele klus om de exoot te beheersen, laat staan te bestrijden. Hij woekert en moet zo’n beetje als chemisch afval verwijderd worden om het risico op verspreiding tegen te gaan. Gereedschap moet gereinigd worden na
verwijdering en het afval moet naar een speciaal afvalverwerkingsbedrijf worden gebracht. De beheersing, bijvoorbeeld door afknippen of met heet water, moet met grote regelmaat plaatsvinden, anders blijft de exoot teruggroeien. Dat is werk waar grondeigenaren niet altijd tijd voor of zin in hebben. Van der Hart: ‘Met name in de zomer moeten grondeigenaren flink aan de bak om Japanse duizendknoop te bestrijden. Staatsbosbeheer geeft aan er veel tijd aan kwijt te zijn. Toch blijft Japanse duizendknoop oprukken. We horen ook uit andere hoeken uit de markt dat de huidige beheersmethoden intensief zijn. Handmatig uittrekken kost veel manuren. Maaien is een kwestie van een lange adem hebben. Begrazing leidt niet direct tot vermindering van de plaagdruk. Chemische bestrijding is maatschappelijk niet meer gewenst. Afgraven is tijdrovend en kostentechnisch onvoordelig vanwege het transport naar speciale verwerkingsinrichtingen. Bovendien is het kapitaalvernietiging, omdat daarmee veel goede grond verdwijnt. Sommige grondeigenaren geven daarom de voorkeur aan afdekken. Dat is een initiële investering, maar daarna hoef je er niet meer naar om te kijken. De grond kan opnieuw gebruikt worden. Na een aantal jaren wordt het terugverdienmoment bereikt, in tegenstelling tot andere bestrijdingsmethoden. Het doek en de lijm zijn niet schadelijk voor het milieu; dat is getest door het keuringsinstituut Kiwa. Het polypropyleendoek kan worden hergebruikt.’ Het doek Het Platinium-afdekdoek camoufleert de Japanse duizendknoop. Omdat het doek waterdoorlatend is, wordt de ondergrond niet zom-
Voorwaarde is dat het afdekmateriaal zonder gaten en naden wordt aangebracht
pig en moerasachtig en kan de grond opnieuw gebruikt worden. Op het doek komt een laag goede teelaarde van 20-25 cm. Hierop kan een grasveld worden ingezaaid, of een border worden aangelegd met kleine planten of bloemen. Bomen kunnen er niet staan. ‘Als mensen er meer in willen zetten, zoals planten die wat dieper wortelen, kunnen ze meer verse teelaarde aanbrengen’, zegt Van der Hart. ‘De hoogte van die laag is niet beperkt. In de Duitse stad Freiburg is over een oppervlakte van 10 duizend vierkante meter Japanse duizendknoop afgedekt, omdat daar parkeerplaatsen komen. Om dat civieltechnisch mogelijk te maken, is er een meter grond op het Platinium-doek aangebracht.’ Bestrijding onmogelijk, hoogstens beheersing Eind 2017 publiceerde Stichting Probos een rapport over een vierjarige praktijkproef naar de bestrijding van Japanse duizendknoop, die was uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, de provincies Gelderland en Limburg en twee waterschappen. Op 120 locaties werden de meest voorkomende bestrijdingsmethoden uitgezet: afdekken, klepelen, chemisch bestrijden met glyfosaat, handmatig uittrekken, afgraven en begrazing. De conclusie was dat alle methoden, op begrazing na, direct effect hadden op de groei, in meer of mindere mate afhankelijk van de beheersingsintensiteit. Ook werd in het rapport een combinatie van methoden in het beheersingsbeleid aangeraden.
‘We gaan zo snel mogelijk het doek lichten, om te zien of de exoot na vier jaar afdekking dood is’ Bart van der Hart Rootbarrier
Chris van Dijk, onderzoeker aan Wageningen Universiteit, houdt zich sinds een jaar of vier bezig met onderzoek naar Japanse duizendknoop. Hij legt echter de nadruk op preventie, het voorkomen van verdere verspreiding en, afhankelijk van de locatie, het beheersen of bestrijden van het probleem. ‘Dit onderzoek bevestigde wat we min of meer al wisten: het is moeilijk om Japanse duizendknoop binnen de perken te houden. Je kunt het hoogstens beheersen en niet te hoog laten worden. Het is moeilijk om het weg te krijgen, vooral met maaien of begrazen.’ Net als de praktijkonderzoekers uit het Probosonderzoek concludeert Van Dijk: ‘Ik zie afdekken als een goed gereedschap in een kist met meerdere stukken gereedschap. Voorwaarde is dat het afdekmateriaal goed wordt aangebracht. Het moet met een ruime overlap
www.stad-en-groen.nl
89
‘Voor afdekking rond bomen zoeken we samenwerking met bedrijven die grond kunnen wegzuigen’ worden gelegd en er mag niets door het doek heen komen. Gaten en vouwen moeten voorkomen worden. Maar dat is de expertise van Rootbarrier. Daarna moet het doek een aantal jaren blijven liggen. Hoeveel jaren dat is, weten we nog niet exact, maar minimaal een jaar of vier, zoals is gebleken uit het Probosonderzoek.’ Expertise in aanleg van onkruidwerend doek sinds 2015 Rootbarrier startte al in maart 2015 met een pilot in Muldestausee (Duitsland) voor de aanleg van het onkruidwerende doek. Daarnaast vond op 22 mei jongstleden de meest recente pilot plaats in Zeewolde. Het pilot-aspect zat met name in het aanbrengen van het doek en het volledig afsluiten van de naden, om te voorkomen dat Japanse duizendknoop ertussendoor kon kruipen.
Het afdekken van Japanse duizendknoop in Zeewolde
Rootbarrier werd in 2000 opgericht. In 1994 ontwikkelde Bart van der Hart het wortelscherm Rootbarrier 325; in 2000 ging hij daar zelfstandig mee door. Hij nam producten van DuPont uit Luxemburg in zijn sortiment op, waaronder de horizontaal te plaatsen Plantex-producten, zoals Platinium en Rootprotector. Sinds 2016 verkoopt Rootbarrier verticaal aan te brengen wortelgeleidingssystemen. De laatste ontwikkeling is de Rollrib, een wortelgeleidingsdoeksysteem van maximaal 75 meter lengte en 118 cm hoogte. Dit is makkelijk uit te rollen. Andere systemen in de markt hebben een lengte van 60 cm.
90
1/2019
Van der Hart: ‘De grond met Japanse duizendknoop moet gemarkeerd worden met paaltjes, zodat je later nog kunt zien waar de grond is afgedekt. Daarna moet de grond goed worden doorgeklepeld op 10 tot 15 cm diepte. Dit is nodig omdat de stengels niet mogen uitsteken. Deze gaan drogen en zouden in het slechtste geval gaten kunnen prikken door het doek. Twee meter rond het af te dekken gebied moet een greppel van een meter diep worden gegraven, waar het doek verticaal in de grond wordt aangebracht.’ Van der Hart vangt hier en daar weleens wat op over andere, niet doordachte methoden:
INTERVIEW ‘Japanse duizendknoop wordt weleens onprofessioneel afgedekt, bijvoorbeeld met rubberplaten. Dat houdt de fotosynthese tegen, maar die platen kun je natuurlijk onmogelijk in de natuur neerleggen.’ Rootbarrier gaat de handleiding op zijn website uitbreiden met instructiefilms, zodat uitvoerende partijen zoals bouwpartijen en groenvoorzieners goed onderlegd zijn voor de aanleg van het onkruidwerende doek. Van der Hart: ‘Bomen kunnen obstakels vormen bij het afdekken. We zoeken naar samenwerking met bedrijven die grond kunnen wegzuigen. Rond bomen moet namelijk alle aarde tijdelijk weggehaald worden en de Japanse duizendknoop verwijderd worden. Omdat dit precisiewerk is en alle wortelstokken van de exoot verwijderd worden, kun je de aarde daarna weer terugleggen rond de boom. Daarna moet het gebied rond de boom strak worden afgedekt met een opstaand kraagje rond de stam.’
Chris van Dijk
Expert invasieve exoten aan Wageningen Universiteit
Pascalle Lahay
Directeur van King Holding
Het eindresultaat. Goed zichtbaar is de grens tussen het afgedekte stuk grond met Japanse duizendknoop en waar
Tipje van de sluier Dit voorjaar wordt bij een van de projecten in de buurt van Berlijn het doek geopend. Daar is vier jaar geleden 500 vierkante meter grond met Japanse duizendknoop afgedekt. Maar voor de bouw van een brug moet alles worden verwijderd. Rootbarrier wil Van Dijk uitnodigen om daarbij aanwezig te zijn namens Wageningen Universiteit. Van Dijk: ‘Het is zeer interessant om te zien wat daaruit komt. De vraag of de plant na vier jaar dood is of dat hij heeft overleefd, wordt beantwoord. In het eerste geval is afdekking een bestrijdingsmethode, in het tweede geval is het een beheersingsmethode waarbij je de plant inpakt, maar laat zitten. Mogelijk kan Japanse duizendknoop overleven doordat de ondergrondse wortelstokken in een rusttoestand raken, maar weer tot leven komen zodra die licht zien. Het is niet bekend hoelang de plant dat volhoudt. We zullen het zien wanneer het doek wordt gelicht.’ Van der Hart: ‘We hebben een maand of acht voordat de bouwwerkzaamheden beginnen. We gaan het doek zo snel mogelijk lichten, hopelijk in april of mei.’ Op kleine schaal heeft Rootbarrier al tussentijdse resultaten kunnen bekijken. ‘We hebben gezien dat Japanse duizendknoop er een jaar na afdekking nog taugé-achtig uitziet. Na twee
dat ophoudt. Buiten de afgedekte grond komt in rap temp weer Japanse duizendknoop op, bij het afgedekte stuk grond niet.
jaar wordt de plant bruiner. We verwachten dat hij na meerdere jaren van afdekking sterft door de afwezigheid van fotosynthese. Maar dit moet de toekomst uitwijzen, want zoals Chris van Dijk zegt, we weten niet hoe de plant uit zijn winterslaap komt.’ Verwachtingsmanagement Vanuit verschillende onderzoekshoeken worden de verwachtingen rond de bestrijding van duizendknoop getemperd. Van der Hart is ook realistisch: ‘Ons doek is een directe manier om Japanse duizendknoop te camoufleren en de bovengrond opnieuw te gebruiken. Het is een extensieve beheersmethode voor grondeigenaren. Onze hoop is dat na de lichting van het Platinium-doek bij Berlijn blijkt dat de exoot na vier jaar afgestorven is. Dan levert afdekken schone grond op en is de bestrijding een feit.’ Vraag in Duitsland en Nederland In de tussentijd is er volgens Van der Hart nu zo veel vraag naar afdekken, dat Rootbarrier door Stichting Probos is gevraagd om op 9 mei een demo te geven voor een vijftigtal cursisten, waaronder waterschappen, provincies, Staatsbosbeheer en hoveniers. ‘We gaan het Platinium-doek op een helling aanleggen, met een speciaal voor hellingen ontwikkeld anti-
erosiedoek, waardoor de vers aangebrachte grond niet wegglijdt’, verklaart Van der Hart. Naast de pilot in Zeewolde voert Rootbarrier met het onkruidwerende doek in Nederland projecten uit in Zuid-Holland (Kijkduin), in Apeldoorn en op een locatie in de buurt van Arnhem en Wageningen. Daarnaast heeft Rootbarrier in Muldestausee bij Leipzig een proeflocatie van 500 vierkante meter, die behandeld wordt als klein vuilnisbeltje. Het bedrijf heeft daar een doek genaamd Rootprotector op de bodem van een metersdiepe kuil gelegd, dat nog beter beschermt tegen onkruid en wortels, maar niet uv-bestendig is, vandaar dat het geschikt is voor diep in de grond. In die kuil wordt al het afgefreesde afval van Japanse duizendknoop uit de wijk gelegd, inclusief vervuilde grond. De kuil wordt afgedekt met het Platinium-doek. Het Platinium-doek en Rootprotector-doek worden aan elkaar vast gelijmd.
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28543/japanse-duizendknoop-naadloos-afdekken-en-zand-erover
www.stad-en-groen.nl
91
Bestrijding door Weed Free Service op een talud van Rijkswaterstaat
Komt de lancering van het landelijke Aziatische duizendknoop protocol te laat? Is het nog mogelijk om deze Aziatische woekerexoot een halt toe te roepen? Probos lanceerde deze maand het nieuws dat ze werkt aan een landelijk protocol voor de bestrijding van Aziatische duizendknopen. Wij op de redactie doken de praktijk in. Is er behoefte aan zo’n protocol? Denken we dat door de lancering van het protocol Aziatische duizendknopen het tij kan worden gekeerd? En is het niet een beetje laat voor dit protocol? Auteur: Willemijn van Iersel
92
1/2019
Injectiespuiten Bart van Kollenburg van Vos Capelle laat ons weten dat hij een landelijk protocol zeker wenselijk acht. ‘Wij leveren injectiespuiten om Roundup Evolution direct in de stengel te injecteren; de toepasbaarheid hiervan is afgelopen voorjaar verruimd. Met het oog op bestrijdingstechnieken en wetgeving is een landelijke aanpak met bestrijdingstechnieken een must. Door een effectieve dosering wordt een optimaal resultaat verkregen; een protocol kan hierbij helpen.’ Bundeling innovatiekracht Harry Kloosterman van Weed Free Service Nederland is ook een groot voorstander van een landelijk protocol. Kloosterman: ‘Hiermee wordt het voor terreineigenaren en overheden snel duidelijk wat de beste methode is voor de bestrijding van de familie van de Aziatische duizendknopen, waaronder ook de
Japanse duizendknoop, in hun eigen specifieke situatie; maatwerk dus.’ Kloosterman heeft nog wel een aanvullende opmerking: ‘Het zou wellicht een goede toevoeging zijn om een certificering toe te kennen aan instanties en bedrijven die bewezen hebben het protocol rondom de bestrijding van Aziatische duizendknopen te kunnen hanteren.’ Kloosterman pleit hiervoor omdat de kwaliteit van de beheersing en bestrijding zo gewaarborgd kan worden en verspreidingsrisico’s worden beperkt. Afsluitend beweert Kloosterman dat een landelijk protocol kan helpen om de innovatiekracht te bundelen, om zo sneller meer effectieve bestrijdingsmethodes te ontwikkelen. Grond saneren Jan Busser, directeur van Jansen Recycling, laat ons weten dat hij heeft geprobeerd contact te zoeken met de initiatiefnemers van het protocol. Busser: ‘Wij vinden het zeker een goed
3 min. leestijd
ACHTERGROND
‘Het is nooit te laat om Aziatische duizendknoop te stoppen’ initiatief en wilden eraan meewerken. In het voorjaar van 2018 zijn wij namelijk gestart met proeven in verband met het saneren van grond die besmet is met wortelresten en kiemen van Aziatische duizendknoop; dat noemen we het hygiëniseren van grond. Inmiddels hebben wij zo’n 5000 ton grond behandeld. Het resultaat van onze proeven is onderzocht door een bureau in Wageningen. Hieruit blijkt dat de grond volledig duizendknoopvrij is. We hebben wel het idee dat de bewustwording omtrent de verspreiding van Aziatische duizendknoop toeneemt. Opdrachtgevers en overheden raken steeds beter bekend met de verwoestende eigenschappen van deze exoot en nemen geen risico’s meer.’ Hygiëne Het wordt bijna saai, maar ook Erik Punt, directeur van Eijkelboom, is blij dat er eindelijk een landelijk protocol komt. Hij wil niet spreken van mosterd na de maaltijd. ‘Het is nooit te laat; we moeten ergens beginnen.’ Punt vindt dat er genoeg initiatieven zijn rondom de bestrijding van Aziatische duizendknopen, maar denkt dat het probleem zit in de zorgvuldigheid van werken. Punt: ‘Er wordt nu vooral gekeken naar initiatieven en innovaties voor het uitputten van duizendknopen op bestaande locaties, maar ik denk dat dit breder moet worden bekeken. Kijk eens naar je manier van werken, je hygiëne. Een Aziatische duizendknoop is ontzettend “besmettelijk”. Er is grote zorgvuldigheid nodig bij het werken en bij het reinigen van het materiaal.’ Punt noemt als voorbeeld dat vroeger machines moesten worden ontsmet na het werken met suikerbiet en aardappelen om geen aaltjes te verspreiden. Punt denkt dat hygiëne een onderbelicht thema is bij de bestrijding van Aziatische duizendknopen. ‘De bestrijding van
deze exoten moet breed worden bekeken, het hele proces van verwijderen, vernietigen, afvoeren en continu de hygiëne in de gaten te houden. Dat is positief aan de komst van een landelijk protocol: dat iedereen met dezelfde zorgvuldigheid te werk gaat.’ Hoge risico’s Punt wist ons zelfs te vertellen dat er al een gemeente aansprakelijk is gesteld door huiseigenaren die Japanse duizendknoop aantroffen in hun tuin. Punt: ‘Hieruit blijkt dat er grote risico’s kleven aan “besmette” grond. Geen gezondheidsrisico’s, zoals bij chemisch vervuilde grond, maar financiële risico’s. In Engeland, bijvoorbeeld, kun je geen hypotheek meer krijgen als er Japanse duizendknoop is aangetroffen in de fundering. Dit zijn misschien extreme voorbeelden, maar ze schetsten wel de problematiek en de grote (financiële en juridische) belangen die kunnen spelen.’
Bart van Kollenburg
Vos Capelle
Erik Punt
Eijkelboom
‘Grote financiële én juridische belangen spelen mee bij de bestrijding’ Punt peinst verder: ‘Als je deze denkwijze doortrekt, zul je in de toekomst misschien moeten komen met een grondverklaring. Zo ontstaat er een garantiesysteem. Er worden vaker verklaringen afgegeven voor grond; waarom dan geen garantie van Aziatischeduizendknoopvrije grond?’ Nederland wordt nooit meer schoon Alle professionals die wij spreken, zijn het erover eens: de komst van het protocol is positief; klagen dat het te laat zou zijn is zinloos. Hoewel Nederland nooit meer vrij van Aziatische duizendknoop wordt, kunnen we nog genoeg tools inzetten om het probleem beheersbaar te maken en in te perken. Bewustwording en betere hygiëne – juist daaraan kan een protocol veel bijdragen.
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/27676/komt-delancering-van-het-aziatische-duizendknoopprotocol-te-laat
www.stad-en-groen.nl
93
onkruid 1-2-3 weg!
HETE LUCHT INFRAROOD STOOM veilig systeem
De WeedSteam is de snelle en efficiënte oplossing voor effectief
milieuvriendelijk
en duurzaam onkruidbeheer. De 1-2-3 combinatie van zeer hete
duurzaam resultaat lage exploitatiekosten
lucht, infrarode straling en stoom pakt ongewenste vegetatie grondig aan. Na enkele dagen is het behandelde onkruid
minimaal onderhoud
verdord! Bel nu Jean Heybroek en overtuig u van de
maximale prestaties
unieke kwaliteiten van de WeedSteam!
onkruid duurzaam en 3x efficiënter bestrijden met de WeedSteam®
www.jeanheybroek.com
kijk op voor een overzicht van ons leveringsprogramma Jean Heybroek BV, tel. 030 - 639 46 11
94
1/2019
COLUMN
'Hout kan als materiaal oneindig worden geoogst door de selectieve kapmethode en slaat CO2 op tijdens de groei' Megchelen
NL Greenlabel
Hoe duurzaam kan tropisch hardhout zijn? Toen Nico Wissing en ik NL Greenlabel opzetten om de groensector te veranderen door duurzaamheid meetbaar te maken, snapte menig persoon niet wat we voor ogen hadden. Nu is dat gelukkig anders en telt de beweging 200 partners, waaronder producenten, leveranciers, professionals en wetenschappers van toonaangevende universiteiten.
score. Hout kan als materiaal oneindig worden geoogst door de selectieve kapmethode en slaat CO2 op tijdens de groei. Het beschermen van oerwoud zorgt bovendien voor een hoge score op biodiversiteit. Vandaar dat dit specifieke hout zo hoog scoort, ondanks de impact van het transport, wat we ook meewegen.
In 2012 zijn we begonnen met het opschrijven van onze Green Principles over houding en gedrag. Zo vinden wij dat je respectvol met elkaar en de planeet dient om te gaan, willen we niets te maken hebben met kunstgras en chemische bestrijdingsmiddelen en is tropisch hardhout uit den boze. Deze principes hanteren wij vandaag de dag nog steeds en we vragen onze partners hier ook zoveel mogelijk naar te handelen. Nog steeds vinden we dat we als mens niets te zoeken hebben in oerwouden, maar na jaren van gesprekken met FSC Nederland, het WNF en het ministerie herzien we ons standpunt ten opzichte van tropisch hardhout. Dan gaat het met name om hardhout met een FSC-keurmerk.
We hebben met Van den Berg en FSC Nederland afgesproken om een seminar te organiseren waar we de traditionele houtsector wakker zullen schudden. Ons doel is een betere positionering van duurzaam hardhout en het voorkomen van de toepassing van niet-duurzaam hout. Ook willen we een pleidooi houden onder onze partners, waaronder veel groen professionals, om duurzaam hout in te kopen. Verder mogen we onze kennis en expertise toepassen om met FSC te bedenken hoe het nog beter kan.
Nico en ik hebben vorig jaar in Zuid-Amerika met eigen ogen kunnen zien hoe het FSC-keurmerk in tropisch oerwoud te werk gaat en de gehele keten in beschouwing neemt. Is het perfect? Nee, dat niet. Valt er een hoop over te zeggen? Zeker wel. Maar alles valt en staat naar mijn idee met de vraag of je oerbossen kan beschermen door er volgens de FSC-methode te oogsten. Mede op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn we van dit laatste overtuigd geraakt en we hebben besloten FSC als enig type hardhout te omarmen. Dan gaat het specifiek om het hout uit de bossen die we zelf hebben bezocht. We zijn vervolgens niet alleen een samenwerking aangegaan met FSC, maar ook met Van den Berg Hardhout en hebben hun hout langs onze eigen meetlat gelegd. Het resultaat: een A-label, de hoogst mogelijke
Door hardnekkig vast te houden aan eigen standpunten verzwak je elkaars boodschap. We zien dit in de groensector vaak genoeg gebeuren, terwijl we juist van de eilandjes af moeten stappen om samen de sector te versterken en de buitenruimte te vergroenen. Dan moet je zelf wel het goede voorbeeld geven. Zo willen we als NL Greenlabel laten zien dat het mogelijk is om met andere partijen samen te werken en te komen tot synergie. De uitdagingen die we hebben op deze wereld, vragen om integrale oplossingen die we alleen samen kunnen realiseren. Lodewijk Hoekstra Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28508/ hoe-duurzaam-kan-tropisch-hardhout-zijn
www.stad-en-groen.nl
95
INTERVIEW
5 min. leestijd
Ronnie Vos: ‘We concurreren niet met bouwmarkten. We willen onze betrouwbare naam hooghouden’ Derde generatie Vos leidt familiebedrijf de moderne tijd binnen Vos Capelle, wie kent het bedrijf niet? Sinds acht jaar staan de drie kleinzoons van oprichter Johan Vos aan het roer. Co Vos, die als tweede generatie het bedrijf runde, is met pensioen. Hoe is het bedrijf ooit begonnen? En wat zijn de marktbenadering, werkwijze en ambitie van de familie? Een van de kleinzoons, directielid Kees jr.: ‘De tijd van olie en benzine in een maaier gooien en aan de klant meegeven is echt voorbij.’ Auteur: Santi Raats
Co Vos, bij iedereen in de branche wel bekend, zit naast zijn broers Joop en Kees sr. Als oude directieleden doen zij hun verhaal over de geschiedenis van Vos Capelle. Aan de andere kant van de tafel zitten Jeroen (45) en Ronnie (43), zoons van Co, en Kees jr. (32), zoon van Kees sr. Zij vormen de nieuwe directie. Algemeen directeur Ronnie en directeur interne organisatie Jeroen namen het stokje in 2010 over. Hun neef Kees, technisch directeur, kwam erbij in 2016. Sprang-Capelle Vos Capelle
96
1/2019
Hoe alles begon Johan Vos, de vader van Co, Joop en Kees, runde een boerderij met koeien aan de Winterdijk in
Sprang Capelle en maaide in de jaren veertig gras bij boeren in de regio. Al snel begon hij ook te handelen in landbouwzaden, granen, pootaardappelen, stro, pulp en veevoer. Met de fiets of met paard en wagen ging hij op pad. Zijn handel groeide snel. Hij kocht een vrachtwagen en nam een paar mensen aan. Eén van deze mensen was als docent werkzaam geweest aan de tuinbouwschool. Omdat deze man alle tuinders in spe kende, groeide in enkele jaren tijd de klantenkring op het gebied van tuinbouw enorm. Binnen tien jaar was Johan Vos bekend onder tuinders in heel Oost- en Midden-Brabant. Twee van zijn vijf zoons, Co en Wim, kwamen in 1963 in het bedrijf. Co vertelt over deze predigitale periode: ‘Ik moest bloemisten bezoeken. Ik scheurde de adressen van alle bloemisten uit het telefoonboek en ging ze af.’ Winkel en werkplaats voor land- en tuinbouwmachines Co en Wim breidden vooral het assortiment op het gebied van sierteelt, boomkwekerij en openbaar groen uit en namen medewerkers aan. Co specialiseerde zich in meststoffen en openbaar groen en Wim in kassenbouw en -inrichting. Wim zette de afdeling tuinbouwtechniek op. In 1971 kwam broer Joop de winkel runnen en broer Kees, de technicus van de familie, de reparatiewerkplaats bestieren. Beiden waren verkooptalenten. Omdat Joop, net als zijn vader, van vissen hield, zette hij een professionele hengelsportafdeling op. Het bedrijf groeide als kool dankzij de economische voorspoed in de jaren
â&#x20AC;&#x2DC;Vroeger werkten onze vaders op basis van gunnen en de marges op producten waren een stuk hogerâ&#x20AC;&#x2122; Helemaal vooraan Kees jr. (links), Ronnie (rechts). In het midden v.l.n.r.: Co, Joop, Jeroen. Bovenaan: Kees sr.
www.stad-en-groen.nl
97
‘We zijn wel erg hard gegroeid de laatste jaren. Het valt soms niet mee om het hoofd koel te houden’ Johan Vos met zijn vrouw. Helemaal links Co Vos, helemaal rechts, achter zijn opa, Ronnie Vos.
Ronnie Vos zeventig en er werden steeds meer mensen aangenomen. Co Vos: ‘Vanaf 1974 werden we actief in het openbaar groen met slow release fertilizers. Vooral op de magere zandgronden hier bleken deze ideaal. In 1975 bezocht ik een Scotts-fabriek in de VS. De verkoop van deze meststoffen, waaronder ook een meststof met onkruidverdelger, verliep voorspoedig.’
Met de fiets of met paard en wagen ging Johan Vos op pad.
In 1987 brandde de boerderij af. De helft van het bedrijf ging ter ziele.
Tweede generatie In 1981 trad vader Johan terug. Zijn vier zoons vormden al gauw daarna de nieuwe directie van een bv, met oudste zoon Co als algemeen directeur. De buitendienst groeide halverwege de jaren tachtig van twee naar vier adviseurs en het bedrijf werd ook actief in biologische bestrijding. Koppert werd partner in 1981. Opvallend was vooral de bedrijfsgroei op het gebied van tuinbouw. Co: ‘Er waren ontwikkelingen gaande, zoals de toepassing van steenwol, de bouw van grotere kassen en geautomatiseerde beluchtingssystemen. Wij gingen het klimaatsysteem en de heteluchtkanonnen van Priva verkopen.’ Ook bezocht Co regelmatig de proefvelden op Papendal, om iets te leren over de verschillen
Co Vos aan het werk
Op de beurs
98
1/2019
tussen meststoffen en graszaden voor gebruik op sportvelden en golfbanen. Het bedrijf kende in 1987 een forse tegenslag: het afbranden van de boerderij. Co: ‘De helft van het bedrijf ging ter ziele. Financieel wist de familie het hoofd boven water te houden. Er werd een nieuw kantoor met magazijn gebouwd en er werden nieuwe voorraden aangelegd.’ In de jaren 90 bleef Vos Capelle groeien en zich specialiseren. Co nam vertegenwoordigers met specifieke kennis aan of leidde deze zelf op.
Co Vos: ‘Elke tijd kent zijn eigen uitdagingen, maar het gaat erom dat je in control bent’
INTERVIEW
De omzet van Vos Capelle is tussen 2010 en 2018 bijna verdubbeld leiding zijn de winkel en werkplaats verder geprofessionaliseerd en uitgebreid.
Jeroen Vos
Naast de tuinbouw, op dat moment de grootste omzetmaker, kwam er ook steeds meer groei in andere segmenten, zoals boomkwekerij, openbaar groen, sierteelt en arbo, waarvoor Vos Capelle een safety-afdeling heeft en het label Vos Safety voert. Sinds 1994 werken kleinzoons Jeroen en Ronnie in het familiebedrijf, sinds 2005 ook kleinzoon Kees jr. In de tussentijd was Co Vos bij iedereen in de markt graag gezien. Hij was bestuurlijk actief bij Agrodis (vereniging voor distribiteurs van gewasbeschermingsmiddelen) en bij de VTTB (Vereniging voor Tuinbouwtoeleveringsbedrijven) en ondersteunde de BSNC als specialist gewasbescherming. Een van zijn wapenfeiten was dat hij als BSNCcommissielid met Ben Moonen naar het ministerie ging voor het bespreken van de Green Deal. Na een professioneel begeleid overnametraject droeg Co in 2010 het stokje over. Derde generatie Vos Capelle Sinds 2011 vormen de kleinzoons Jeroen en Ronnie de derde generatie-directie. In 2011 ervaart het bedrijf een tweede forse tegenslag: directielid techniek en broer van Co en Kees sr., Wim Vos, overlijdt dat jaar op 2 augustus. Kees jr. voegt zich in 2016 bij de directie. Co adviseert soms nog op de achtergrond en Kees sr. werkt nog mee in de werkplaats. Sinds de derde generatie aan het roer staat, zijn er veranderprocessen doorgevoerd. Zo is het bedrijf onderverdeeld in zes verschillende afdelingen, die geleid worden door een managementteam. Kees jr. is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de winkel en werkplaats. Onder zijn
De expansie was vooral nodig voor tuin- en parkmachines en robotmaaiers. Kees jr.: ‘ We leveren totaalpakketten; we installeren en onderhouden complete systemen voor beregening en klimaatbeheersing. We installeren en onderhouden ook robotmaaiers. Daarvan hebben we er maar liefst duizend in het land rondrijden, die elk jaar een onderhoudsbeurt nodig hebben. Al onze winkelmedewerkers zijn ook adviseur. Ze komen uit de hovenierswereld en hebben zelf met de machines en gereedschappen gewerkt.’ Kees lacht: ‘De tijd van olie en benzine in een maaier gooien en aan de klant meegeven is echt voorbij.’ De directie neemt alleen beslissingen waar het familiebedrijf helemaal achter staat. Het bedrijf is zuinig op zijn medewerkers. Ronnie: ‘We gaan vol mee met de moderne tijd. Zo hebben onze adviseurs een tablet om op locatie direct over alle informatie te kunnen beschikken.’ Door de invoering van een CRM/ERP-systeem en een nieuw kassasysteem kan het aantal verkochte producten per vierkante meter en dus de omloopsnelheid worden berekend. Ronnie: ‘Joop stond tien uur per dag, zes dagen in de week in de winkel en had alle verkochte artikelen in zijn hoofd. Wij staan als directieleden meer op afstand. We hebben dus bepaalde stuurelementen nodig.’ Ondanks het meegaan met de moderne tijd is de betrouwbare, degelijke naam van het familiebedrijf een stabiele factor. Jeroen, die strategisch
onderlegd is en op de achtergrond de structuur, planning en organisatie in goede banen leidt: ‘We zijn behoudende ondernemers en gaan geen onaanvaardbare risico’s aan. We hebben een heel breed klantenpakket, zodat we altijd wat te doen hebben. We willen onze naam als betrouwbare partner hooghouden.’ Hoog segment Ronnie, de ondernemende geest, gaat daarin mee: ‘We gaan voor kwaliteit. We doen markt onderzoek, zijn innovatief en ontwikkelen samen met fabrikanten gericht producten onder eigen label. We willen niet concurreren met bouwmarkten. Wij zijn onderscheidend op kwaliteit, ook met onze eigen labels. We luisteren heel nauwgezet naar de markt en passen de producten daaraan aan. Zo hebben we voor het openbaar groen onze eigen Vosca-meststoffen en voor hoveniers en tuincentra hebben we de Vosca-potgrondlijn. De Vosca-meststoffen zijn ook in emmers van 5 en 10 kilo verkrijgbaar voor de particuliere markt.’ Targets De drie kleinzonen geven gezamenlijk aan dat hun hoofddoel is om in 2043 het honderdjarig jubileum te vieren. De doelen die zij zich vijf jaar geleden hebben gesteld, zijn inmiddels behaald: marktleider in de openbare groenmarkt worden, een belangrijke speler worden in de zachtfruitmarkt en meer export. Ronnie leidt de export. Er is met name groei in Duitsland. Ronnie: ‘In Duitsland doet men graag zaken met betrouwbare partners. Wij hebben voor Duitsers een betrouwbaar imago omdat we
‘Tien jaar geleden hadden we nul robotmaaiers, nu hebben we er duizend!’ Kees Vos Jr.
www.stad-en-groen.nl
99
RootBarrier® RollRib® • Verkrijgbaar op rol met een lengte van 21 en 75 meter • Flexibele toepassing: lineair, rondom en vierkant • Eenvoudig aan elkaar te verbinden met behulp van schroeven • Snel en eenvoudig te plaatsen • Eenvoudig te snijden • Voor nieuwe beplanting en bestaande bomen • Te gebruiken op korte afstand van de boom • International Registration No. DM/099 740
WORTELGELEIDING DuPont™ Plantex® Platinium • De beste manier om invasieve neofyten en agressief onkruid te bestrijden, zoals de Japanse duizendknoop • Bewezen effectiviteit • Snelle en eenvoudige installatie • Een milieuvriendelijke oplossing, omdat het materiaal water- en luchtdoorlatend is • Levensduur van ten minste 35 jaar, volgens de productgarantievoorwaarden • Niet-chemische toepassing
ONKRUIDWERING KING RootBarrier
•
T +31 (0) 320 215 805
•
sales@rootbarrier.nl
•
www.rootbarrier.nl
Kwaliteit ontstaat zelden door toeval
www.smitsrinsma.nl
De ingenieurs van de buitenruimte
INTERVIEW Vos Capelle is bij iedereen in de branche bekend. Voormalig directeur-eigenaar Co Vos, die ook actief was bij branche- en ondernemersverenigingen, is dermate geliefd in de markt dat er nog altijd wordt gezegd: ‘Even snel wat kopen bij Co Vos’. Het bedrijf is toeleverancier voor onder andere de tuinbouw en het openbaar groen. In de tuinbouw bedient Vos Capelle zachtfruittelers, glas- en vollegrondsgroentetelers, boom kwekers en siergewaskwekers. Openbaargroenklanten zijn groenaannemers, (gemeentelijke) sportbedrijven, golfbanen, betaaldvoetbalorganisaties, hoveniers, sw-bedrijven en tuincentra. Vos Capelle levert potgrond, organische substraten, graszaden, biologische gewasbescherming, meststoffen en plantversterkers, tuingereedschappen en -machines, vijvermaterialen, bedrijfskleding, schoenen en persoonlijke beschermingsmiddelen, maar ook teeltsystemen, klimaatbeheersing en tuinberegening. Het bedrijf heeft aanleg, service en onderhoud in eigen beheer en bovendien is het BRL-, Iso- en CDG-gecertificeerd. Enkele eigen vindingen zijn de VOSLI-regengietwagen, waarmee op de boomkwekerij potten en planten per rij tot 24 meter beregend kunnen worden, de eigen ontwikkeling van potgrond met slow release fertilizer, samen met Bas van Buuren, en de zelf ontwikkelde Vosca-meststoffen voor het openbaar groen.
‘Misschien zijn we hier over vijftien jaar wel uitgegroeid’ een familiebedrijf zijn, waarbij de directeur zelf nog aan tafel aanschuift. Mede omdat we samen met andere bedrijven een project voor Bayer hebben uitgevoerd, is het vertrouwen in Vos Capelle groot.’ Samenwerking Vooral in de aardbeien is Vos Capelle marktleider geworden door de samenwerking met handelsonderneming Klep in Etten-Leur. Dit gebeurt in het GO-verband (‘Groei en Oogst'). Ook zoekt het bedrijf voortdurend nieuwe partners. ‘Partners moeten wel hetzelfde DNA als wij hebben’, zegt Ronnie. ‘Dat betekent dat ze inzetten op kwaliteit en exclusiviteit. We snappen dat de fabrikant massa nodig heeft en dat er volume gedraaid moet worden, maar wij zijn een familiebedrijf dat handelt met het oog op de lange termijn; wij verkopen op basis van klantbehoefte en kijken daarbij wat het gewas nodig heeft. We willen een klant niet iets opdringen wat hij feitelijk niet nodig heeft.’ Uitdagingen Niet alles wat de kleinzoons aanpakken, wordt een succes, glimlacht Ronnie. ‘We hebben ook enkele jaren ingezet op de Portugese markt. Maar daar komen moeilijker deals tot stand. Beslissingen worden nogal eens uitgesteld of herzien.’
Een andere uitdaging voor de directie is het varen van een eigen koers en het zich losmaken van hun vaders. Jeroen: ‘Onder de vorige directie was besloten om de opslag voor meststoffen uit te breiden. Ronnie, Kees en ik zagen dat onze logistieke kosten de komende jaren zouden stijgen. We waren veel tijd kwijt aan orderpicking, want vrachtwagens konden niet efficiënt laden en lossen. We hebben studenten laten onderzoeken hoe wij onze logistiek het beste konden innoveren. Op basis van deze onderzoeken hebben we besloten onze logistiek en opslag verder uit te breiden. We hebben in plaats van een halfopen overkapping gekozen voor nieuwbouw van een logistiek centrum. Dit omvat 1700 vierkante meter aan opslagruimte. Er zijn 1550 palletplaatsen met een hoogtecapaciteit van 10 meter.’ Ronnie: ‘De voordelen van een grotere voorraad zit voornamelijk in de logistiek. We kunnen nu ook groter inkopen en daarmee inkoopvoordeel behalen. Eerst kochten we vier pallets in, nu kunnen we een volle vrachtwagen bestellen. Ook kunnen we nu het aantal backorders terugdringen. Bovendien is de kwaliteit van de producten beter, want nu staat alles binnen.’ Controle houden Ronnie merkt op dat hij vaker zijn vader om raad
zou willen vragen, maar dat hij er vaak geen tijd voor heeft. ‘Het is ook lastig om uit te leggen hoe alles vandaag de dag werkt. Vroeger werkten onze vaders op basis van gunnen. Maar de wereld verandert zo snel. De marges op producten waren vroeger een stuk hoger. Nu bepaalt internet hoe wij met onze prijzen moeten omgaan.’ Zijn vader Co merkt wijselijk op: ‘Klopt, elke tijd kent zijn eigen uitdagingen. Maar het gaat erom, dat je in control bent. Dat je erbovenop zit.’ Activiteit en omzet De bedrijfsactiviteiten van Vos Capelle bestaan nu voor 50 procent uit tuinbouw en zacht fruit, voor 30 procent uit openbaar groen, inclusief hoveniers, sportvelden en golfbanen, voor 15 procent uit techniek en voor 5 procent uit de winkel. De omzet van Vos Capelle is van 14 miljoen euro in 2010 bijna verdubbeld naar 26,5 miljoen euro in 2018. Ronnie merkt dan ook terecht op dat het soms lastig kan zijn om het hoofd koel te houden: ‘We zijn wel erg hard gegroeid de laatste jaren. Lange tijd hadden we een paar monteurs; nu hebben we er zeven voor de mechanisatiewerkplaats en zes voor de tuinbouwtechniek. In totaal hebben we over de zeventig medewerkers. Tien jaar geleden hadden we nul robotmaaiers; nu hebben we er duizend!’ Jeroen vult aan: ‘Een neef van ons, Rudy van Burik, is onze financieel manager. Hij remt ons weleens af en raadt dan bijvoorbeeld aan om niet té hard te groeien qua personeel in verhouding tot de omzet en marges. We krijgen maandelijks rapportages over de kosten. Hierdoor kunnen we op tijd bijsturen.’ Toekomst De nieuwe directie heeft een strategisch plan en stelt voor de individuele afdelingen jaarplannen op. ‘Als er weer een economische recessie komt, zal de groei stagneren’, zegt Jeroen. ‘Maar als dat niet gebeurt, kan het zijn dat we hier over vijftien jaar niet meer zitten, omdat we dan uit dit pand gegroeid zijn. De toekomst zal het uitwijzen.’
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28530/we-concurreren-niet-met-bouwmarkten.-we-willen-onzebetrouwbare-naam-hooghouden
www.stad-en-groen.nl
101
DE REGELS HERSCHREVEN. OPNIEUW.
ONTWORPEN VOOR RUW TERREIN EN EXTREME HELLINGEN In 1995 introduceerden wij de eerste robotmaaier ter wereld, waarmee het gangbare denken over maaien significant werd veranderd. En nu herschrijven we de regels opnieuw. Met de Automower® 535 AWD, de eerste vierwielaangedreven robotmaaier. Een extra solide robotmaaier die zelfs op stevige oneffenheden en hellingen tot 70% een prachtig maairesultaat bereikt. Kijk op WWW.HUSQVARNA.COM/NL/PRODUCTEN/ROBOTMAAIERS/
AUTOMOWER® 535 AWD (leverbaar medio 2019)
ACTUEEL Na lang latten rijst op een gegeven moment vaak de vraag: zullen we gaan samenwonen? Zo ook bij Aquaco en zusterbedrijf Perrot Ede. Ze zeiden ja en besloten een compleet nieuw
Aquaco en Perrot Ede zetten volgende stap Van latten via samenwonen naar samengaan Aquaco was gevestigd in Elst en Perrot Ede in – de naam zegt het al – Ede. Bij de keus voor hun gezamenlijke bedrijfspand waren beide het er al gauw over eens dat hun toekomst in Ede ligt. Ede werd gekozen vanwege de centralere ligging ten opzichte van beide klantenbestanden. Wij spraken Denise Peters, marketingmanager bij Aquaco, over de verhuizing. Peters laat weten dat de stap om samen verder te gaan in één bedrijfspand in eerste instantie is gezet zodat beide bedrijven gemakkelijker bedrijfsgroei kunnen realiseren. Peters: ‘Aquaco gaat de aankomende jaren een mooie groei doormaken. Een gloednieuw bedrijfspand is
hiervoor onontbeerlijk.’ Ze vervolgt: ‘Het oude pand van Perrot in Ede was wat aan de krappe kant geworden en ons oude pand in Elst was wel wat verouderd.’ Groei en efficiëntie Groei als motivatie voor het samengaan van de twee bedrijven – wellicht niet de meest romantische reden om te gaan samenwonen, maar het werpt nu al zijn vruchten af. Peters: ‘Met de groei van het bedrijf gaat het voorspoedig; we zijn sinds kort ook actief op de Duitse markt onder de naam Aquaco GmbH. Nu nog met onze Nederlandse monteurs, maar wellicht dat we in de toekomst ook Duitse monteurs gaan aantrekken.’ De site van Aquaco leert ons dat het bedrijf sowieso nog een aantal vacatures heeft in de categorie engineers en monteurs. Peters bevestigt de zoektocht: ‘We kunnen nog goede monteurs gebruiken!’ De tweede belangrijke reden voor het samensmelten van de bedrijven is efficiënter werken. Peters: ‘Nu onze kantoren en onze magazijnen samen zijn gegaan, maken we een efficiëntieslag. We hoeven niet meer continu de afstand tussen Ede en Elst te overbruggen, spullen die we uit elkaars magazijn nodig hebben heen en weer te rijden. Het ligt nu allemaal op één plaats.’ Van twee naar één Dit alles doet de vraag rijzen: gaat het nog wel om twee bedrijven? Of zijn Aquaco en Perrot in wezen één geworden? Peters kan me hierover duidelijkheid verschaffen: ‘Perrot Ede gaat binnenkort administratief over in Aquaco. Hierbij blijft Perrot Ede wel zijn eigen handelsnaam voeren. We hebben hiervoor gekozen omdat
energieneutraalpand te gaan betrekken. Op 7 januari 2019 was het zover; de sleutel ging in het gloednieuwe slot te Ede. Auteur: Willemijn van Iersel
Perrot ook zijn eigen trouwe klantenbestand heeft. Maar inderdaad, administratief gezien gaan we verder als één bedrijf.’ Peters voegt daaraan toe dat het wel een grote stap voor beide partijen was. ‘Twee aparte bedrijven met elk hun eigen bedrijfscultuur ineens in één pand samenvoegen is wel een grote stap. Iedereen kent elkaar natuurlijk al, maar nog niet op dagelijkse basis. Daarbij bestaat het Perrotteam uit negen medewerkers en het Aquacoteam uit 36, dus kan me voorstellen dat het voor Perrot wel even wennen is.’ En, zo vervolgt ze lachend: ‘Wij moesten weer wennen aan de nieuwe standplaats Ede; het is nu een stukje drukker op de weg door ons.’ Nieuw pand Peters benadrukt dat het nieuwe pand goed bevalt. ‘Het is licht, groot, ruim en gloednieuw.’ Daarbij moet ze wel schoorvoetend toegeven: ‘Het is nog niet helemaal spic en span, er staan her en der nog wat doosjes die we moeten uitpakken, maar verder is het echt een fijn pand. Het hele dak ligt vol met zonnepanelen, we hebben een warmtepomp en het hele pand is energieneutraal.’ Kortom, je moet er even wat verder voor rijden, maar dan heb je ook wat? Peters lacht: ‘Uuh, ja zoiets.’ De felicitatiekaartjes voor deze volgende stap kunnen geadresseerd worden aan Jennerstraat 11, 6718 XS Ede.
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28526/aquaco-enperrot-ede-zetten-volgende-stap
www.stad-en-groen.nl
103
Van links naar rechts: Arjan van de Water (Sight Landscaping) met buurtbewoner Arjan Laning, Bart Zoutenbier en Patrick Hoogenbosch (Buurtgroenbedrijf)
Patrick Hoogenbosch (Buurtgroenbedrijf):
‘Onderhoud van groen houdt niet op bij het tuinhekje’ Succesvol Arnhems wijkinitiatief leidt tot oprichting Buurtgroenbedrijf In Arnhem hebben buurtbewoners de stichting Buurtgroenbedrijf opgericht. Gezamenlijk wordt het groenonderhoud uitgevoerd in het Spijkerkwartier, de voormalig rosse buurt die het afgelopen decennium tot hippe buurt is omgetoverd. Het doel is om het Spijkerkwartier verder te vergroenen en klimaatbestendig te maken. Sight Landscaping, de gemeente Arnhem en verschillende kennisinstellingen participeren in dit project. Auteur: Santi Raats
104
1/2019
Onder de naam DeBlauweWijkEconomie nemen actieve bewoners van het Spijkerkwartier allerlei initiatieven die de wijk versterken. Hiervoor ontvingen zij een startsubsidie van de gemeente Arnhem en de provincie Gelderland. De ambitie is een compleet zelfvoorzienende buurt met oplossingen voor maatschappelijke thema’s zoals welzijn, energietransitie en klimaatverandering. Een van die initiatieven is de oprichting van de sociale onderneming het Buurtgroenbedrijf, vanwaaruit allerlei groene onderhouds- en aanlegwerkzaamheden in de buurt worden uitgevoerd. Patrick Hoogenbosch, buurtbewoner en medeinitiatiefnemer van het Buurtgroenbedrijf en meerdere initiatieven in de wijk, is al meer dan vijf jaar actief om de buurt te verduurzamen: ‘Ik ben in gesprek gegaan met buurtbewoners. Zij bleken interesse te hebben om collectief zonnepanelen in te kopen. Na de aanleg van de zonnepanelen kwam de vraag: wat kunnen we meer doen? In 2015 hielden buurtinitiatief DeBlauweWijkEconomie, de afdeling Werk en inkomen van de gemeente Arnhem en het UWV samen ideeënsessies voor buurtbewoners.
Hierin werd aan deelnemers gevraagd wat ze zouden kunnen en willen als ze zouden gaan werken vanuit hun passie en talent.’ Oud-hovenier inspiratiebron voor Buurtgroenbedrijf Onder de circa dertig deelnemers stond een oud-hovenier op, een conciërge op een basisschool, die op woensdagmiddag wel met kinderen de wijk wilde onderhouden op groengebied. Hoogenbosch: ‘Dat was een goed idee. De vraag die we daarop stelden was: hoe we kunnen blijven doen wat we leuk vinden? Met andere woorden, wat is het verdienmodel? Want we willen niet afhankelijk zijn van subsidie, maar op eigen benen staan. Na vele gesprekken met de gemeente, kennisinstellingen en Sight Landscaping is een groepje betrokken buurtbewoners het Buurtgroenbedrijf opgestart.’ Groenaannemer werkt samen met burgers Sight Landscaping, het bedrijf dat in Arnhem Centrum, het Spijkerkwartier en de wijk Het Broek het integrale onderhoud uitvoert, geeft Buurtgroenbedrijf alle ruimte binnen het con-
6 min. leestijd
ACHTERGROND
Groenaannemer en burgerinitiatief sturen samen groenonderhoud in centrumwijk aan tract om zich te ontwikkelen. Medewerkers van het Buurtgroenbedrijf werken in de openbare ruimte samen met Sight Landscaping en voeren werkzaamheden uit die de leefbaarheid en de klimaatadaptatie van de wijk ondersteunen. Dagelijks groenonderhoud en losse projecten Buurtbewoners kunnen zich bij het Buurtgroenbedrijf opgeven voor het groenonderhoud. Zij werken onder begeleiding van het ondernemersteam van het Buurtgroenbedrijf. Bij werkzaamheden die contractueel bij Sight Landscaping horen, trekken ze samen op. Het Buurtgroenbedrijf organiseert zelf ook verschillende werkzaamheden die verdergaan dan alleen het openbaar groen. Zo nemen zij de aanleg en het onderhoud van particuliere tuinen in de wijk mee en worden losse projecten zoals het onderhoud van fietsennietjes in opdracht van de gemeente uitgevoerd. Als sociaal bedrijf wordt er veel ruimte geboden om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te laten re-integreren. Eigen initiatieven Daarnaast wordt bewoners gevraagd zelf ideeën te opperen voor werkzaamheden in de buurt. ‘We nodigen buurtbewoners uit om zelf actief te worden en het eigenaarschap van de openbare ruimte op zich te nemen. Het onderhoud van je tuin houdt niet op bij je tuinhekje.’ Een leuk voorbeeld van plannen door input van bewoners: het Buurtgroenbedrijf wil een eigen boomkwekerij beginnen door bomen voor de wijk te kweken bij buurtbewoners. Hoogenbosch: ‘Een klein boompje wordt geadopteerd door een buurtbewoner, die het laat opgroeien in zijn tuin. Wanneer de boom te groot wordt voor de tuin en groot genoeg is voor op straat, kunnen we hem verplanten naar de openbare ruimte. Zo’n 1000 euro per stuk wordt met deze werkwijze bespaard en er wordt een bewoner actief betrokken bij het vergroenen van zijn buurt.’
Het Buurtgroenbedrijf realiseert ook meer verticaal groen als maatregel tegen hittestress in de stad, bijvoorbeeld hedera of andere klimmers tegen wanden. Hoogenbosch: ‘Ook hier kan meervoudige waarde gecreëerd worden. In plaats van snoeiafval naar de stort te brengen, kunnen we bijvoorbeeld hederatakjes leveren aan bloemisten in de wijk. Ook voor de afzet van andere producten werken we met ondernemers in de wijk samen.’ Door de samenwerking met de andere initiatieven van DeBlauweWijkEconomie ontstaan ook kansen. Zo zijn de zakken uitgewerkt substraat van SpijkerZwam, waar oesterzwammen op koffiedrab gekweekt worden, een prima bodembedekker en na verwerking in het lokale wormenhotel een rijke compost. Synergie Wonen in een prettige leefomgeving, dat wil toch iedereen? Maar het begrip ‘prettig’ wordt door iedereen verschillend ingevuld. Voor de een zijn dat de sociale contacten, voor de ander is het een klimaatadaptieve wijk of simpelweg een mooi plantvak voor de deur. Kees Torn Broers van Sight Landscaping is onder de indruk van de proactiviteit in het Spijkerkwartier: ‘De samenwerking met het Buurtgroenbedrijf verloopt naar wens. De betrokkenheid van de wijkbewoners is groot.’ Sight Landscaping heeft onder meer vervoer beschikbaar gesteld en gereedschap en materieel zoals prikkers en vuilniszakken. Verder stelt Sight Landscaping een fulltime medewerker ter beschikking aan het Buurtgroenbedrijf. Torn Broers: ‘Het mooie aan onze samenwerking is dat wij elkaar niet zien als concurrenten en elkaar goed aanvullen. Het Buurtgroenbedrijf is sterk in het verbinden
Kees Torn Broers
Sight Landscaping
en het erbij betrekken van de wijk. Wij kunnen bijdragen vanuit ons vakgebied en het Buurtgroenbedrijf ondersteunen om te groeien. Uiteindelijk komt dit ten goede aan de wijk en dat is ons doel. Ook versterken we elkaar door kennisuitwisseling. Zowel Sight Landscaping als het Buurtgroenbedrijf werkt samen met verschillende universiteiten en opleidingsinstituten. Vanuit verschillende invalshoeken vinden er onderzoeken plaats in de wijk die meer inzicht geven in maatschappelijke thema’s die ons werkgebied raken.’ Succes Martijn Stappers, wijkmanager van de gemeente Arnhem: ‘De rol van de gemeente is zeer gering en was dat ook in de opzetfase. De drijvende kracht van de wijkbewoners zit hem niet in het budget, maar in de passie en gedrevenheid van bewoners en initiatiefnemers.’ De aanjaagsubsidies die het Buurtgroenbedrijf kreeg van de gemeente en de provincie zijn inmiddels op. Hoogenbosch: ‘Hiervan konden vele activiteiten door het Buurtgroenbedrijf in de wijk georganiseerd worden. Ook kon een beperkt deel van de uren van het ondernemersteam worden vergoed. Verder is materiaal aangeschaft, zijn stichtingskosten betaald, folders en reclamemateriaal gedrukt en hesjes met eigen logo gekocht. Gelukkig voelen
Het Buurtgroenbedrijf wil bomen voor de wijk kweken bij buurtbewoners in de tuin www.stad-en-groen.nl
105
106
1/2019
ACHTERGROND
Het Buurtgroenbedrijf is zo succesvol dat de gemeente het buurtinitiatief als partner wil steeds meer buurtbewoners en ook studenten zich geroepen om mee te doen. Ook vinden mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een zinvolle werkplek bij ons.’ Hierdoor valt het Buurtgroenbedrijf op bij de gemeente. De uitdaging is nu het vervolmaken van een verdienmodel dat financieel break-even draait en volop sociale en ecologische waarde creëert. Volwaardig partner Volgens Stappers zien steeds meer partijen, waaronder de gemeente, het Buurtgroenbedrijf als volwaardig partner. De gemeente ziet kansen om verschillende beleidsdoelstellingen van de gemeente te behalen, zoals vergroening van de stad en mensen aan het werk krijgen. ‘We mogen hier dan ook voor betalen, net als andere partijen. Dit is een ontwikkeling waar we nu midden in staan. Daarvoor moet een structuur en organisatievorm worden gemaakt met goede afspraken.’ Ook voor marktpartijen is het Buurtgroenbedrijf interessant, want bijdragen aan participatie en invulling geven aan social return on investment zijn belangrijke gunningscriteria die de
gemeente Arnhem hanteert bij aanbestedingen. Volgens Stappers bestaat de mogelijkheid dat de gemeente het Buurtgroenbedrijf inzet bij projecten die ze in de planning heeft staan. ‘We zien buurtinitiatieven zoals het Buurtgroenbedrijf als voorwaardige partners, net zoals andere partners in Arnhem. Deze partners kunnen meedenken en een bijdrage leveren aan projecten. Voorbeelden van projecten zijn de ontwikkeling en vergroening van de Muijlwijkstraat in samenhang met de Spoorhoek. Werkzaamheden die door de partners moeten worden ingevuld, zijn bijvoorbeeld het maken van verticale wanden, inzaaien van gazons en beplanten van boomspiegels.’ Showcase Stappers: ‘De rol van de gemeente en mijn opdracht is om wijkinitiatieven te faciliteren. Om mijn werk optimaal te kunnen doen, moet er onder andere bij de gemeente nog veel veranderen. Dat kost tijd en energie, maar de eerste stappen zijn gezet. We noemen het Buurtgroenbedrijf vaak als voorbeeld voor Arnhem. Veranderen kost tijd, maar er is beweging.’
Waarde toevoegen aan corebusiness van de opdrachtgever De samenwerking staat nog in de kinderschoenen en is feitelijk een living lab. Torn Broers verwacht dat dit participatiemodel andere wijken in Arnhem zal inspireren. Met het project Van Wijken Weten zet de gemeente Arnhem al jarenlang in op een sterke buurt betrokkenheid op het gebied van verschillende maatschappelijke thema’s, maar ook als het gaat om de buitenruimte. Sight Landscaping investeert veel tijd en energie in het partnerschap met de gemeente en het Buurtgroenbedrijf. ‘Je kunt deze ontwikkeling niet meer los zien van ons technische vakgebied’, verklaart Torn Broers. ‘Met dit soort initiatieven willen we graag waarde toevoegen aan de corebusiness van de opdrachtgever.’ Stappers concludeert: ‘Als wijkmanager zie ik dit als een positieve uitwerking, want het mes snijdt aan twee kanten.’
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28515/onderhoudvan-groen-houdt-niet-op-bij-het-tuinhekje
Betrokkenheid van scholen Studenten van Wageningen Universiteit voeren sinds december 2017 onder leiding van onderzoeker Jan Hassink twee afzonderlijke onderzoeken uit naar de impact van het initiatief Buurtgroenbedrijf op de sociale, ecologische en economische waarden in de wijk. Hassink: ‘We willen antwoorden vinden op de vragen wat het rendement is van dit maatschappelijke bedrijf en wat de precieze effecten zijn op bewoners en op de wijk. Het Buurtgroenbedrijf verwacht dat, doordat buurtbewoners via hun eigen organisatie zelf verantwoordelijk nemen voor het groenbeheer, er minder rotzooi op straat wordt gegooid en er meer naar elkaar wordt omgekeken. Daarnaast is er samen met de gemeente Arnhem een vierjarig onderzoek gestart naar de impact van het Buurtgroenbedrijf en vijf andere buurtinitiatieven op de gezondheid van wijk bewoners. Door de samenwerking met de andere buurtinitiatieven in Arnhem is het mogelijk om met elkaar te leren.’ Van Hall Larenstein en Hogeschool Arnhem Nijmegen sloten zich als stakeholder aan bij buurtinitiatief DeBlauweWijkEconomie. De scholen kunnen daarmee in de wijk rekenen op stageplekken voor studierichtingen als management van de leefomgeving en sociale studies. Jan Hassink
Wageningen Universiteit
www.stad-en-groen.nl
107
Groen, groener, groenst De oogst aan innoverende groenprojecten Drijvende fontein in Apeldoorn De parkvijverfontein in het bijzonder stadspark Berg en Bos was aan vervanging toe, de gemeente Apeldoorn had de vraag bij Bos Watertechniek in Twello neergelegd, met de voorwaarde dat het energieverbruik drastisch omlaag moest, maar wel met behoud van een mooi en volumineus fonteinbeeld. Auga mocht de vraag invullen en heeft voor dit project een drijvende fontein gebouwd met efficiënte pompen en fonteinkoppentechniek. De drie pompen met een totaalvermogen van slechts 10,2 kW zorgen voor een prachtig fonteinbeeld met 37 stralen, met een fonteinhoogte tot twaalf meter. De pompen kunnen geschakeld worden, zodat steeds wisselde beelden te zien zijn. De pompen samen verpompen per uur circa 120 m3. Opdrachtgever Gemeente Apeldoorn Aannemer Bos Watertechniek Twello Contactpersoon aannemer Dhr. Bos Leverancier Auga Hengelo Gld. Contactpersoon leverancier T. Fontijn
108
1/2019
De afmeting van de installatie bedraagt 4 x 4 meter, één meter waterdiepte is al voldoende voor goede werking.
PROJECTEN Insectenhotel Het gaat al lange tijd niet goed met de bijen, kevers, vlinders, vliegen en andere insecten. Beestjes die zo belangrijk zijn voor de natuur. En die steeds meer verdwijnen. Om de afname van de insectenpopulatie tegen te gaan, is het belangrijk om insecten ruimte te geven. Grijsen is één van de grootste spelers op de markt van straatmeubilair. Al bijna 30 jaar willen wij de openbare ruimte mooier maken met onze producten. Dezelfde plek waar insecten de kans moeten krijgen om te kunnen voortbestaan. Met de gedachte van de circulaire economie, waarbij wij steeds op zoek zijn naar restwaarde van onze producten en een nuttige toepassing van ons afval, zijn wij tot het idee gekomen van een insectenhotel. Ons afvalhout krijgt in het insectenhotel een nuttige toepassing als nest- en rustkamers. En hiermee maken we zowel voor mens als insect de openbare ruimte zo aangenaam mogelijk. Bij de ontwikkeling van ons insectenhotel kijken wij niet alleen naar een duurzame invulling van ons afvalhout, maar ook naar verantwoorde arbeid. Zo heeft Grijsen een samenwerking met de lokale, sociale werkplaatsvoorziening. Op deze manier werken wij samen met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Architect
Ons afvalhout krijgt in het insectenhotel een nuttige toepassing als nest- en rust kamers
Grijsen park & straatdesign
Uitbreiding wandelgebied bij de Keersop Op initiatief van de Heemkundekring Bergeijk en de gemeente Bergeijk is in 2013 een wandelpad aangelegd op een cultuurhistorisch terrein van ca. 5,5 ha tussen het riviertje de Keersop en de kern Bergeijk. In 2017 is het wandelgebied aan de zuidkant van de Keersop uitgebreid met ca. 24,4 ha van Staatsbosbeheer. Het landschap in de Kempen is de vorige eeuw sterk veranderd. In dit gebied bij Bergeijk wordt dat oorspronkelijke streekeigen landschap weer zoveel mogelijk zichtbaar gemaakt.
Aanneemsom €75.000,Opdrachtgever Gemeente Bergeijk Contactpersoon opdrachtgever H. Verdonk, h.verdonk@bergeijk.nl Architect Eigen beheer Aannemer Loonbedrijf Fiers Contactpersoon aannemer B. Fiers
Er is in totaal bijna 4300 meter aan houtsingels aangelegd, waarvan 1760 meter elzensingel. In het gebied ligt een helofytenfilter. Bij hevige regen kan het rioolsysteem van Bergeijk overtollig water lozen in het filterbassin. Het water wordt weer gezuiverd door het riet en de biezen die daar groeien. Bij het helofytenfilter staat een uitkijktoren die een wijds uitzicht geeft over het beekdal, het helofytenfilter en het kasteelterrein. In het gebied liggen enkele half-verharde paden die het hele jaar door gemakkelijk begaanbaar zijn (ca. 1,4 km). De overige paden zijn laarzenpaden die in natte periodes wat moeilijker begaanbaar kunnen zijn (ca. 2,3 km). Om het gebied goed te kunnen ontsluiten zijn twee voetbrugjes aan gelegd en zijn routepaaltjes, klaphekjes en diverse informatieborden geplaatst.
www.stad-en-groen.nl
109
Van Dyck Marcel Belgium NV | Provinciebaan 71 | BE-2235 Houtvenne T +32 16 69 91 56 | F +32 16 69 62 53 | info@vandyck.be | www.vandyck.be
Dampend onkruid na het uitdelen van een stroomstoot
ACTUEEL Door middel van kleine onthullingen op de socialmediakanalen van Ramm werd de afgelopen weken de nieuwsgierigheid van menigeen geprikkeld. Deze week werd de sluier helemaal opgelicht: de introductie van een nieuw Brits merk, Rootwave. Rootwave bestrijdt op innovatieve wijze onkruid door middel van stroom. Het is een techniek die Ramm vanuit Engeland naar Nederland haalt en die al verschillende internationale prijzen heeft gewonnen. Auteur: Willemijn van Iersel
Zap! En je onkruid is weg De enige niet-chemische methode die doordringt tot in de wortel Schrikdraad pakken Na de onthulling hang ik algauw aan de lijn bij Jeroen van de Ven, mede-eigenaar van Ramm. Of hij me wat meer kan vertellen over hun nieuwe merk. Van de Ven vraagt mij direct of ik weleens met mijn vingers aan een schrikdraad heb gezeten. Die vraag kan ik bevestigend beantwoorden; als klein meisje opgegroeid op een boerderij wil je gegarandeerd ooit je nieuwsgierigheid bevredigen en grijp je het schrikdraad. Volgens Van de Ven is dit hetzelfde
principe dat gebruikt wordt bij Rootwave: elektriciteit die binnen een gesloten circuit door de ongewenste plant wordt gepulseerd. Van de Ven vervolgt: ‘Er wordt daarbij gebruikgemaakt van 5000 volt. De ene kant van de machine bestaat uit een lans (‘Weet je wel, zo’n lans uit Star Wars’) en de andere kant uit een aardpen van zo’n 20 centimeter, die vlak bij de ongewenste plant in de grond wordt geplaatst. Vervolgens klik je de schakelaar om, waardoor de plant als het ware wordt geëlektrocuteerd.’
‘De plant wordt als het ware geëlektrocuteerd’
Naast heetwaterbestrijding Van de Ven vertelt dat hij bij de introductie van Rootwave voor het eerst echt stroom zag. ‘Je ziet echt een vonk van het plantje af springen, waarna het licht gaat stomen. Je kookt de plant eigenlijk droog van binnenuit.’ Belangrijk is dat je alleen die plant aanpakt waar je de lans
tegenaan houdt. Stroom neemt de weg van de minste weerstand en die weg loopt dwars door de plant tot in de wortels, waarna hij door de aardpen weer veilig terugkeert. Volgens Van de Ven is er geen risico op nevenschade. Alle energie blijft heel selectief bij de plant. ‘Hierdoor ga je in wezen heel selectief te werk; dat is een groot voordeel.’ Van de Ven geeft toe dat dit voordeel ook direct als het grootste nadeel kan worden gezien, want productie draaien met de Rootwave is lastig. ‘Dat is dan ook de reden waarom wij hem bewust inzetten naast de heetwatermethode met de Oeliatec.’ Veilig Ik vraag hoe het zit met de veiligheid van de machine. Van de Ven: ‘De machine is volledig CE-gecertificeerd. Het is wel zo dat alleen mensen die een veiligheidscertificaat hebben
www.stad-en-groen.nl
111
112
1/2019
ACTUEEL
De machine is volledig CE-gecertificeerd
Het stroomaggregaat kun je op verschillende voertuigen kwijt.
gehaald mogen werken met de machine. Je kunt het vergelijken met een kettingzaag: het is veilig als je weet wat je doet, maar gevaarlijk als je niet weet hoe ermee om te gaan.’ Volgens Van de Ven is de machine compleet veilig bevonden voor de omgeving. ‘Soms zie je na het gebruik regenwormen naar boven komen. Die zullen dus iets hebben gevoeld, maar ze blijven leven. Overige vegetatie ondervindt geen last. De enige erkende nevenschade is wanneer je de machine gebruikt op een plant die deels in het water staat. De vissen die in de buurt zwemmen, komen dan bovendrijven. Ik zie het dan ook echt als een methode voor vaklui.’ Arbeidsintensief en selectief De selectiviteit van de Rootwave maakt hem perfect geschikt voor de bestrijding van hardnekkige wortelonkruiden, zeker als deze onkruiden zich in een kwetsbare omgeving bevinden. Volgens Van de Ven moeten we hierbij denken aan dijken, (sport)velden, natuurgebieden en golfbanen. ‘Je pakt specifiek die onkruidplant aan, met wortel en al, zonder de omgeving te belasten.’ Als het gaat om hardnekkige wortelonkruiden denk je al gauw aan invasieve exoten, zoals (Japanse) duizendknoop of reuzeberenklauw. Zeker duizendknoop bezorgt de waterschappen kopzorgen wanneer deze opduikt in dijken. Van de Ven: ‘Probos meldt dat de beste methode hiervoor afdekken is.’ Maar, zo merkt hij terecht op: ‘Dat is niet erg mooi, een heel stuk natuur afgedekt met zwart zeil. Zo verstik je niet alleen de duizendknoop; alles sterft onder het doek. In wezen is het een behoorlijk agressieve methode.’ Prijswinnend In Engeland wordt deze methode nu twee jaar gebruikt, volgens Van de Ven met goede resultaten. De Rootwave-toepassing heeft al diverse prijzen gewonnen, zoals de Lamma Innovation Award in 2017, de IET Innovation Award in 2017 en de juryprijs tijdens de Rabobank FoodBytes!, eind 2018 te Londen.
De enige niet-chemische behandeling die doordringt In de ene hand de lans en in de andere de aardpin, waardoor de stroom in een gesloten circuit blijft en er geen schade aan de omgeving ontstaat.
Van de Ven: ‘Deze innovatieve techniek moest naar Nederland worden gehaald. Wij gaan in Nederland de exclusieve distributie verzorgen. We verwachten veel van het product, zeker als we kijken naar de markt. De onkruidsector specialiseert zich en daar is dit een mooi voorbeeld van. Het is een toepassing waar behoefte aan is. Daarbij willen we kokend water zeker niet afvallen, maar er zijn situaties waarin andere methodes beter werken, zoals stroom bij invasieve exoten of andere hardnekkige wortelonkruiden
tot in de wortel
in een kwetsbare omgeving. We hebben dan ook zin in de komende tijd; we gaan gas geven.’ Waarop ik hem corrigeer: geen gas, maar stroom. Van de Ven lacht: ‘Juist, stroom erop!’
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28521/zap-en-jeonkruid-is-weg
www.stad-en-groen.nl
113
HOOFDREDACTIONEEL
Vroeger werd een werk gemaakt door de vakman bij de aannemer, die werd gecoacht of in de gaten gehouden door een vergelijkbare vakman bij de groendienst van een gemeente
Einde aan vakmanschap Heeft u een middelgroot groenvoorzieningsbedrijf en begint u vol goede moed aan dit stukje tekst in deze uitgave van Stad + Groen? Misschien is het zaak dat u niet verder leest. In deze uitgave staat een aantal meningen die u misschien niet prettig in de oren klinken. Om maar meteen met de zwaarste te beginnen: kleine groenbedrijven zullen het steeds lastiger krijgen en zullen in de toekomst onverkoopbaar worden. Dat heeft met een groot aantal zaken te maken. Opdrachtgevers, zowel aan kant van de overheid als in de particuliere sector, worden steeds groter en zullen steeds grotere werken op de markt brengen. Dat is één kant van de medaille. Het grote verschil is dat die opdrachtgevers ook nog eens heel anders in de wedstrijd zullen staan. Vraag een gemiddelde groene aannemer wat zijn doelstelling of missie is, en hij zal braaf antwoorden dat zijn bedrijf graag werk van hoge kwaliteit wil afleveren. Helaas, daarmee gaat u het in de toekomst niet redden. U moet nog steeds uw graskantjes scherp afsteken en uw hagen mooi scheren, maar de dynamiek daaromheen is aan het veranderen.
Door de switch van vakgericht beheer naar assetmanagement wordt het voor de kleinere aannemers steeds lastiger om hun deel van de taart te verzamelen Vroeger werd een werk gemaakt door de vakman bij de aannemer, die werd gecoacht of in de gaten gehouden door een vergelijkbare vakman
114
1/2019
bij de groendienst van een gemeente. Soms waren die twee vakmensen twee handen op één buik; soms vervloekten ze elkaar hardgrondig. Maar de discussie ging altijd over het groene vak. Die samenwerking zal steeds vaker verdwijnen. Ik hoorde eergisteren van een aannemer nog deze voorspelling: ‘In de toekomst worden wij als aannemers gecontroleerd via de smartphone van onze opdrachtgevers. Het gaat daarbij steeds vaker om totale ontzorging, waarbij de opdrachtgever totaal geen kennis van het vak nodig heeft. Daarmee omgaan vereist heel andere competenties dan die van de ouderwetse aannemer, die vaak eerst en vooral een gepassioneerd vakman was.’ Natuurlijk is dit vloeken in de groene kerk. Maar het ergste komt nog. Door de switch van vakgericht beheer naar assetmanagement – want daar praten we feitelijk over – wordt het voor de kleinere aannemers steeds lastiger om hun deel van de taart te verzamelen. Niet dat zij het werk in de toekomst niet zouden kunnen uitvoeren; verre van dat. Maar de kleinere aannemers zullen steeds meer moeite krijgen om de hele bureaucratische rompslomp rondom het eigenlijke werk te organiseren. Met vriendelijk groet, Hein van Iersel (hein@nwst.nl) Hoofdredacteur
Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/28541/einde-aan-vakmanschap
De partners van
Stad + Groen
connecting green and infrastructure
AHA de Man uw golfbaan op zijn best
TRIPLE A LIGHTING
olivia.eggen
OLIVIA EGGEN, boomzorg professional, Zweden
“SNELLER EN KRACHTIGER” #husqvarna550xpmarkII
ZAAGCAPACITEIT DIE HET VERSCHIL MAAKT Met de kracht en snelheid van de Nieuwe Generatie Husqvarna kettingzagen komt je klus sneller voor elkaar dan ooit. Want in vergelijking met de naaste concurrent, biedt de 550 XP® Mark II meer* zaagcapaciteit. Zodat je meer gedaan krijgt, in minder tijd. Volg het hele verhaal op Instagram #newchainsawgeneration *Tests uitgevoerd door Husqvarna in 2018, in een gecontroleerde omgeving, met een out-of-box Husqvarna 550 XP® Mark II, in vergelijking met een out-of-box Stihl MS 261 C-M. Voor meer informatie: kijk op husqvarna.com/NL
HUSQVARNA 550 XP® Mark II