Stad groen1 2014

Page 1

Jaargang 2 nr. 1, 2014

Vakblad over openbaar Groen en het vergroenen van de buitenruimte

Ik hou van mensen met een grote mond, maar ze moeten wel een groot hart hebben

Zero turn Gravely • Scoutingterrein Zeewolde • Mag het een onsje meer zijn? • Heijmans Sport & Groen wordt De Enk Groen en Golf • Groen is goed, maar kan bijna niet zonder cappuccino • In de nesten • De Ariens Pro als walk-behind onkruidmaaier • Estafette interview Rotterdam-Nijmegen • Integrale beplanting in Prins Bernhardbos • Energie planten


Productiviteit

Zuinig met brandstof

Innovatie

Lage onderhoudskosten

Het Smart Power™ systeem leest continue de maaiomstandigheden en past de maaisnelheid daar automatisch op aan, waarbij de rotatiesnelheid van de maaimessen constant blijft. Hierdoor wordt de productiviteit verhoogd en een perfect maaibeeld achter gelaten. De constante tractiehulp zorgt in zware omstandigheden op elk moment voor vierwielaandrijving waardoor de machine nooit vast komt te zitten.

De motor is geschikt voor het gebruik van B20 brandstof, voldoet aan de strengste milieu eisen en is zeer zuinig in het gebruik van brandstof waardoor de efficiency sterk wordt verhoogd. Als de motor 5 seconden onbelast draait (bijvoorbeeld voor een stoplicht), wordt automatisch het toerental teruggebracht naar een laag stationair toerental, wat nog weer eens een extra brandstofbesparing oplevert.

Continue vierwiel aangedreven, in twee richtingen. Het gepatenteerde parallelle hydraulische tractiesysteem zorgt ervoor dat er onder alle omstandigheden de benodigde tractie wordt verkregen. Daarmee wordt het maaien van hellingen en natte ondergronden kinderspel. De koelventilator is voorzien van een automatisch omkeermechanisme. Dit systeem blaast maaisel van het inlaatscherm en voorkomt daarmee oververhitting en onnodige kosten aan de motor.

Doordat de onderhoudspunten snel toegankelijk zijn zonder gereedschap, is routine onderhoud zeer eenvoudig uit te voeren. De combinatie van de nieuwe motor en veranderingen in het systeemontwerp zorgen er voor dat de Groundsmaster 4000-D snel en gemakkelijk te onderhouden is. De intervallen voor onderhoud zijn gereduceerd. Dit levert een tijdbesparing van 66% op en brengt een aanzienlijke kostenbesparing met zich mee.

www.jeanheybroek.com


Groundsmaster速 4000-D

www.toro.com www.stad-en-groen.nl

3



26

Jos Gadet: ‘Richt je niet te veel op de flauwekulverhalen van Alterra, dat met vaste normen van zoveel meter groen per inwoner komt’

De Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam heeft sinds 2004 drie keer een grootschalig onderzoek gedaan naar de waardering van groen en parken binnen de Amsterdamse stadsgrenzen. Wat blijkt: groen is goed, maar gebruik van dat groen is zeker geen automatisme.

www.stad-en-groen.nl

5


Colofon Stad + Groen is een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt in een gemiddelde oplage van 4400 exemplaren verspreid onder groenbeheerders, groene aannemers, landschapsarchitecten, adviseurs en toeleveranciers in de groene sector. Bij alles staat de praktisch ingestelde vakman centraal. Redactie & commercie NWST NeWSTories bv Fransestraat 41 Postbus 569 I www.nwst.nl 6500 AN Nijmegen M info@nwst.nl T 024-3602454 F 024-3602464 Hoofdredacteur: Hein van Iersel Bladmanager: Broer de Boer (broer@nwst.nl) Santi Raats (santi@nwst.nl) Advertenties: Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Peter Jansen (peter@nwst.nl) Vormgeving: Marie Cecile Oosterhout Abonnementen Controlled circulation: Dit betekent dat alle professionals in de groene sector recht hebben op een gratis abonnement. Niet werkzaam in de groene sector î Ľ91,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij NWST NeWSTories BV c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Dit vakblad wordt tevens elektronisch opgeslagen en geĂŤxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

6

www.stad-en-groen.nl

38

Energie planten Fotospread Medewerkers van sw-bedrijf Iederz planten op bedrijventerrein Roodehaan in Groningen een terrein van 15 hectare in met snelgroeiende wilgen. Het project is een samenwerking tussen de stad Groningen, die grond en de inzet van mensen inbrengt, en het bedrijf Krinkels en zusterbedrijf Quercus Boomverzorging, die kennis, voorbereiding en beheer inbrengen.

58

Heijmans Rosmalen verkoopt groen en golf via managementbuy-out

Actueel

Ambitie

8 Nieuws

en verder

Twee zittende managers hebben het

Ambitie

bedrijfsonderdeel groen & golf van

14

Heijmans in Rosmalen overgenomen. Dit zijn Gerard van der Werf en

Anja Kanters van gesjeesde atheneumstudent naar CEO van groenbedrijf in Nederlandse topdrie

Frans Reulink. Directeur Jos Opdam blijft werkzaam bij de sporttak van

Realisatie

Heijmans. Het nieuwe bedrijf gaat

46

verder onder de oude naam De Enk Groen & Golf.

Integrale beplanting in Prins Bernhardbos

Juridisch 24

Mag het een onsje meer zijn?

Fotospread 20

In de nesten

Techniek 60 De Ariens Pro als walk-behind onkruidmaaier

Columns 23 Chris Winters Boomplantdag 66 Hoofdredactioneel


inhoud 42

Komende periode moet Rotterdams areaal groen op daken verdubbelen Ambitie In de serie estafette-interviews dit keer Jan van der Meer, wethouder groen en duurzaamheid van de gemeente Nijmegen op bezoek bij Alexandra van Huffelen, die dezelfde functie bekleedt in Rotterdam. Wat blijkt: beide steden, maar ook de wethouders, hebben meer gemeen dan hun ligging aan de rivier en matige voetbalresultaten.

50

Nieuw landgoed bij Zeewolde biedt bos en water voor scouting Realisatie De circa 100.000 scouts in Nederland krijgen er een prachtige verblijfplaats bij: scoutinglandgoed Zeewolde. Initiatiefnemer is Scouting Nederland. Een kampeer- en activiteitenterrein om niet alleen veilig in de nabijheid van bos en water te spelen en avonturen te beleven, maar ook om iets te leren. Scouting is a way of life. Vrijwilligers passen de in hun scoutingtijd aangeleerde competenties toe in hun beroep en andersom blijven ze hun inbreng leveren bij scouting of andere vrijwilligersorganisaties.

34

Trillingsvrij op de zeroturn-maaier Techniek Het onderzoeksrapport over trillingen van zelfrijdende maaimachines leverde de redactie een telefoontje op. Het kwam van Peter Helthuis, leverancier van onder meer Ariens en Gravely machines. Naar zijn zeggen zou de Gravely Pro-Turn 400 de snelste en meest trillingsarme maaimachine zijn. Met deze machine zou de norm van maximaal drie keer per week vier uren maaien wat Helthuis betreft zonder gezondheidstechnische risico’s verruimd mogen worden.

www.stad-en-groen.nl

7


Nieuws

Park in Zaandam binnen vijf jaar alweer toe aan renovatie

Het Burgemeester In 't Veldpark is nog niet zo lang gelden voor ongeveer vijf miljoen euro gerenoveerd. Destijds werden kosten noch moeite gespaard om het park volledig door een landschapsarchitect te laten inrichten. Het moest een fantastisch verblijfspark worden. Nu, enkele jaren later, is het alweer aan een opknapbeurt toe. Dat is te lezen in een artikel op de website van Dichtbij Zaanstreek. Het onderhoudsniveau dat voor de instandhouding vereist is, wordt bij lange na niet gehaald, ondanks politieke toezeggingen. Het onderhoud dat wordt uitgevoerd, is zo rigoureus dat er meer schade ontstaat dan dat het goed doet. De diverse diensten die in het park werkzaamheden uitvoeren, maken gebruik van voertuigen waarop het park niet berekend is. Het gevolg daarvan is dat bloemperken door banden worden omgewoeld, voetpaden worden stuk gereden en grasplantsoenen veranderen in poelen. Klachten over de diensten vinden zowel bij de politiek als

bij ambtenaren geen gehoor. Het ziet er naar uit dat de diverse diensten hun werk in de toekomst zeker willen stellen en dat ze dus baat hebben bij dit asociale gedrag.

hout. Vergeleken met een conventionele installatie van dezelfde omvang bedraagt het CO2besparingspotentieel circa 48.000 ton per jaar.

Den Ouden en

Maaien en mulchen

Bruins & Kwast

van de vaste

leveren shreds aan

planten

GBE Op 17 januari jl. heeft Den Ouden samen met Bruins & Kwast een contract getekend waarin is vastgelegd dat zij de komende tien jaar gezamenlijk shreds gaan leveren aan Gocher Bioenergie GmbH (GBE). Het gaat in totaal om een leverantie van 50.000 ton per jaar. Den Ouden levert 20.000 ton per jaar aan GBE. Gocher Bioenergie GmbH is een met biomassa gevoede WKKinstallatie met een capaciteit van 7,6 megawatt elektrisch en 28 megawatt thermisch. De centrale voorziet 11.000 huishoudens van stroom en tegelijkertijd levert het bedrijf proceswarmte aan de producent van hoogwaardige aardappelproducten Engel. De inrichting is grotendeels CO2-neutraal, omdat hij wordt gevoed met

Het is weer tijd voor het kort maaien en mulchen van de vaste planten. Het maaien is een essentieel onderdeel van het Green to Colourconcept. Met een speciale mulchmachine worden de vaste planten extreem kort afgemaaid, waarbij het gemulchte materiaal achterblijft als voedingsstof. Green to Colour is een concept dat een kleurrijke uitstraling verzekert tegen extreem lage beheerkosten. Snelle dichtgroei van vaste planten zorgt voor aanzienlijk minder onkruidgroei dan bij een heesterbeplanting. Het concept is gericht op gemeenten en andere grootgroeneigenaren en -beheerders. Uitvoering vindt plaats door de openbaargroendienst van Griffioen Wassenaar. Ook worden veel projecten uitgevoerd door Green to Colourgecertificeerde groenbedrijven.

Maassluis maakt geld vrij voor aanleg begraafplaats en openbaar groen De gemeenteraad van Maassluis heeft op 21 januari 2014 krediet beschikbaar gesteld om opdracht te verstrekken voor het woonrijp maken van locatie De Dijk. Woonrijp maken houdt in de aanleg van een begraafplaats, wegen en openbaar groen tussen de kavels op het bedrijventerrein. Dura Vermeer Infra Zuidwest is inmiddels begonnen met de voorbereidingen van het werk. Op 17 maart 2014 wordt door de wethouders Keijzer en Eitjes de aftrap verricht voor het woonrijp maken van locatie De Dijk door middel van het planten van de eerste boom. Als de weersomstandigheden gunstig zijn en blijven, worden de werkzaamheden half mei 2014 afgerond. De begraafplaats wordt aangelegd volgens het zogeheten craquelĂŠ-ontwerp, waarvoor de gemeen-

8

www.stad-en-groen.nl


teraad in 2011 heeft gekozen. Daarnaast wordt er een meer natuurgerichte en natuurbeheerde invulling aan het gebied gegeven. Daarmee speelt het plan in op de huidige algemene trends in de ontwikkeling van nieuwe begraafplaatsen en de wensen van veel gebruikers. Bij het woonrijp maken van De Dijk hoort ook de aanleg van groene wiggen tussen de bedrijfskavels en worden veel bomen geplant. Verder worden de kruisingen aangelegd die voor de ontsluiting van het bedrijventerrein en de begraafplaats zorgen. Bij elkaar ontstaat een mooie parkachtige invulling aan de Waterweg. De begraafplaats zal als minder intensief en massaal worden ervaren, doordat een ruimtelijke opdeling in grafkamers is voorzien. De kosten die gemoeid zijn met het beheer van een meer natuurgerichte begraafplaats zullen naar verhouding lager liggen. Met het craquelĂŠmodel is een gefaseerde uitvoering logischer en beter mogelijk.Ook biedt het de beheerder uiteindelijk veel mogelijkheden voor een flexibele invulling van de begraafplaats.

Thermische onkruidbestrijding oplossing voor chemievrije toekomst Zoals iedereen in de markt ondertussen weet, gaat in november 2015 het verbod op chemische onkruidbestrijding in. Gemeenten en andere uitvoerende partijen bereiden zich hierop voor. Een aantal bekende aannemers bereidt zich voor op deze toekomst met 26 nieuwe, energiezuinige Wave machines voor thermische onkruidbestrijding met 100% water. Op dit moment wordt op ongeveer 50% van de openbare (half)verharding onkruid bestreden met chemische middelen. Nu het verbod op het gebruik van deze middelen binnen twee jaar ingaat, moeten opdrachtgevers en uitvoerende partijen inspelen op een chemievrije aanpak die zowel effectief als kostenefficiĂŤnt is. Met de reservering van 26 productieplaatsen voor nieuwe machines van de tweede generatie Sensor Series, zijn de betreffende aannemers die al werken met Wave klaar om deze uitdaging aan te gaan. De tweede generatie Sensor Series is 30% energiezuiniger en heeft 25% meer capaciteit dan haar voorgangers. Met deze extra machines wordt de capaciteit in de markt verdubbeld. In Denemarken geldt al zestien jaar een vrijwillige overeenkomst voor de totale uitfasering

van het gebruik van herbiciden. Een recent Deens langetermijnonderzoek* van de Universiteit van Kopenhagen toont aan dat bij regelmatige thermische behandeling minder behandelingen per jaar nodig zijn, doordat de aangroei van het gewas afneemt. Op de langere termijn is heetwater-onkruidbestrijding bovendien de meest effectieve methode.

Gezamenlijk zullen zij de komende jaren tien tot vijftien natuurbegraafplaatsen in Nederland inrichten. Natuurbegraven Nederland zorgt voor de exploitatie van de begraafplaats en de uitvoering van de uitvaart. Natuurmonumenten stelt natuurgebieden beschikbaar en onderhoudt en beschermt deze tot in de eeuwigheid. In 2015 zal de eerste natuurbegraafplaats op een natuurterrein geopend worden.

Yanmar tractoren stopt met Lozeman Lozeman Tuin- en Parkmachines meldt in een brief aan zijn relaties dat het bedrijf niet langer zal optreden als importeur van Yanmar tractoren. Gerben Lozeman hierover: 'Wij constateerden al geruime tijd dat het programma tractoren dat Yanmar heeft goedgekeurd voor de Europese markt relatief smal is. Wij importeren daarom al bijna veertig jaar Ferrari tractoren en sinds kort ook het Chinese merk Chery om het programma aan de onderkant aan te vullen. Dat hebben wij ook altijd duidelijk gemeld aan Yanmar en er waren hiertegen nooit bezwaren van hun kant. Nu heeft Yanmar besloten de import stop te zetten. Er is ons niet gemeld wie de import overneemt, maar ik schat in dat ze dit zelf gaan doen.' Lozeman is zeventien jaar actief geweest als Yanmar-importeur.

Drie hectare struiBegraven in natuurgebieden van Natuurmonumenten wordt mogelijk Vanaf volgend jaar kunnen mensen wanneer zij overlijden een laatste rustplek vinden in een natuurgebied. Natuurmonumenten en Natuurbegraven Nederland ondertekenen woensdag 12 maart een overeenkomst die begraafplaatsen in de natuur mogelijk maakt.

ken omgebouwd tot gras in Zwolle Om de kosten voor beheer en onderhoud van groen in de stad te verlagen, met zo min mogelijk kwaliteitsverlies, verandert de gemeente Zwolle in 2014 drie hectare struiken naar gras. Door middel van adoptie kunnen zowel bewoners als bedrijven delen van openbare groen op 150 plekken in de stad, naar eigen wens inrichten om zo de kwaliteit van eigen woon- of bedrijfsomgeving te verhogen.

www.stad-en-groen.nl

9


GR compactmaaiers 13,5/21 pk

Zoek en vind: Kubota Tuin en Park

dichterbij dan u denkt!

Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak Bomen maken onze stedelijke omgeving leefbaar. Een gezonde groene infrastructuur in de stad is daarom onmisbaar. GreenMax is gespecialiseerd in duurzame innovatieve producten voor de inrichting van de plantplaats

Gebr. De Vor Achterveld BV

boven en ondergronds, zodat groen en infrastructuur samengaan.

Hessenweg 164 • Postbus 2 • 3790 CA ACHTERVELD Tel. 0342 45 95 41 • info@devor.nl • www.devor.nl

GreenMax | Tel: 0031 413 29 44 47 | www.greenmax.eu

Alle bomen leiden naar

www.piusfloris.nl B O O M V E R Z O R G I N G


Nieuws len gaat dit geleidelijk en in goed overleg met de verenigingen maar in sommige gevallen is het noodzakelijk om juridische hulp in te schakelen. Zo blijkt uit de rechtspraktijk van Arag. Huurrechtspecialist Richard Oonk van Arag: ‘In het Noorden van het land zei een gemeente een jaar geleden alle huurovereenkomsten op van alle in deze regio gevestigde voetbalverenigingen. Daarna bood de gemeente de verenigingen een nieuw aangescherpt contract aan. In dit contract stonden veel clausules die nadelig waren voor de verenigingen. Gelukkig werd voorkomen dat de gemeente onredelijke huurverhogingen kon doorvoeren, en werden de opzeggingsmogelijkheden beperkt.’ ‘In de meeste gevallen voeren gemeenten veranderingen door in goed overleg met de verenigingen. Dit gebeurt helaas niet altijd. Op het moment dat een vereniging geheel onverwacht wordt geconfronteerd met eenzijdige wijzigingen van het huurcontract of extreme huurverhogingen, is het vaak goed om een juridisch expert te laten onderhandelen met de gemeente. Op die manier kan de pijn van de maatregelen in ieder geval verzacht worden,’aldus Richard.

Gemeente

Steeds meer

Veendam laat

verenigingen in

rotondes

problemen door

dopteren

beleid gemeenten

Burgemeester Sipke Swierstra verricht op vrijdag 7 maart 2014 de starthandeling voor de adoptie van rotondes in Veendam. Dat gebeurt bij de rotonde op de kruising van de Industrieweg en Dalweg 12 in Veendam. Groenvoorziening Geling Plants uit Veendam gaat in totaal twaalf rotondes adopteren.

Steeds meer verenigingen komen in de problemen door beleid van hun gemeenten. Juridische hulp kan een uitkomst zijn. Rechtsbijstandverzekeraar en juridisch dienstverlener Arag verwacht dat meer verenigingen in de problemen gaan komen door bezuinigingen bij gemeenten. Steeds vaker worden sportverenigingen geconfronteerd met forse huurverhogingen. Bijna de helft van de gemeenten wil in het kader van bezuinigingen de tarieven van de velden en accommodaties verhogen. In sommige geval-

Aannemersbedrijf Van Wijlen B.V. Heistraat 112a - 5161 GJ Sprang-Capelle - Telefoon (0416) 27 95 69 - Telefax (0416) 28 17 64 www.vanwijlen.eu - info@vanwijlen.eu

• Groenvoorziening

• Afvoer en recycling

• Grondwerk

• Aanleg en onderhoud sportvelden

• Wegenbouw

• Transport

• Riolering

• Landschapsonderhoud

Top 3 geschillen 1. Gemeente ontbindt huurcontract en biedt een nieuw huurcontract aan met ongunstige voorwaarden. 2. Gemeente baseert huurverhogingen in de huurovereenkomst op basis van een jaarlijks te nemen gemeentebesluit waardoor excessieve oncontroleerbare verhogingen mogelijk zijn. 3. Gemeente bezuinigt op onderhoud accommodatie. Voor meer informatie op naar www.arag.nl/huur.

GRONDIG

IN VELDEN EN WEGEN

www.stad-en-groen.nl

11


Renovatie Schiphol Plaza Uitgevoerd door Boko - Wieringen Prins Hoveniers

Life on Roofs

Life on Roofs Vegetatiedaken, parkdaken of dakpleinen. Benut het daklandschap en breng met ZinCo leven op het dak! De bewezen hoogwaardige systeemoplossingen van ZinCo bieden u de zekerheid die u als opdrachtgever, architect, dakdekker of daktuinhovenier vraagt.

Interactieve advertentie

Download de App

ZinCo Benelux b.v. - Postbus 9092, NL - 1006 AB Amsterdam - Tel. (020) 667 48 52 - Fax (020) 667 38 47 - daktuin@zinco.nl - www.zinco.nl


Nieuws

GAAF!! Opvallende Blikvangers in Groningen Bedrijvenparkvereniging VBGW Beheer heeft samen met de Gemeente Groningen de GreenMax XL Boombakken geplaatst. Inspiratie werd gehaald uit de GreenMax XL bakken die enkele jaren geleden in Capelle aan den IJssel zijn geplaatst.

Activeer de bodem en los problemen op Door de bodem te enten met schimmels en bacteriën wordt op een natuurlijke manier de bodemstructuur verbeterd. Ook breken bacteriën en schimmels gras- en wortelresten af waardoor vervetting en vervilting wordt tegengegaan. Ook in de bodem geldt: Hoe meer verschillende soorten bodemleven, hoe gezonder het bodemsysteem. Juist de combinatie van verschillende micro-organismen zoals bacteriën, gisten, schimmels en Mycorrhizae’s is onmisbaar in een

gezond bodemsysteem. Voor de afbraak van organische stof bijvoorbeeld werken schimmels, gisten en bacteriën met elkaar samen. Schimmels zetten de moeilijk afbreekbare stoffen zoals cellulose en lignine (houtstof) om in suikers die vervolgens weer door bacteriën en gisten worden afgebroken. De voedingsstoffen, zoals stikstof, fosfaat en kalium die daarbij vrijkomen worden doorgegeven aan de planten. In ruil daarvoor geven de planten tot wel 40% van de suikers die ze produceren aan de bacteriën en schimmels die op de wortels leven. Maar niet alleen voor de voeding zijn planten afhankelijk van een diversiteit aan micro-organismen. Dat geldt ook voor de weerbaarheid van planten tegen stress en allerlei ziekteverwekkers. Zo zorgen diverse schimmels en bacteriën er samen voor dat schadelijke en ziekteverwekkende bacteriën en schimmels (pathogenen) onderdrukt worden. Ook geven ze planten een sterker afweermechanisme tegen deze pathogenen door allerlei biochemische processen. Kortom, een diversiteit aan micro-organismen is essentieel voor een gezonde bodem en plant. Kijk voor meer informatie op www.ecostyle.nl.

Op meubelboulevard Hoendiep zijn aan de Steenhouwerskade 12 boombakken van 2 meter hoog en 2 meter breed geplaatst. De boombakken bestaan uit twee delen en zijn rondom de bestaande aanplanting neergezet. De bakken zijn vervolgens in de grond verankerd zodat ze stevig blijven staan.

www.stad-en-groen.nl

13


Ik hou van mensen met een grote mond, maar ze moeten wel een groot hart hebben Van gesjeesde atheneumstudent naar CEO van groenbedrijf in Nederlandse topdrie Donkergroen is op dit moment bijna het grootste Nederlandse groenbedrijf en daarnaast een partij met een duidelijke groeistrategie. Recent nog nam het bedrijf de bijna failliete collega Verwijmeren in Etten-Leur over. Als het aan de CEO van dit bedrijf, Anja Kanters, ligt, blijft het daar niet bij. ‘Over tien jaar hebben wij vaste voet aan de grond in Duitsland en België.’ Auteur: Hein van Iersel

14

www.stad-en-groen.nl


Achter de overname van Verwijmeren blijkt een uitgekiend plan te zitten. Donkergroen zit sinds 2004 met een eigen vestiging in Etten-Leur. De bedoeling was dat dit bedrijf door autonome groei een rendabele omvang zou bereiken. De crisis gooide echter roet in het eten; de groei bleef achter, en daarmee het rendement. In de combinatie met Verwijmeren is de situatie echter 180 graden gedraaid. Gezamenlijk hebben de bedrijven voldoende massa om rendabel te draaien en interessant te zijn voor opdrachtgevers. Daarnaast kan voor een groot deel van de medewerkers van Verwijmeren de baan behouden blijven. Donkergroen was overigens niet de enige die Verwijmeren wilde overnemen. Kanters vertelt ze hoe door snel contact op te nemen met de curator de overnamestrijd in haar voordeel heeft kunnen beslechten. Kanters: ‘Normaal heb ik weinig respect voor curatoren, want ze denken meestal vooral aan zichzelf, maar de curator van Verwijmeren was een positieve uitzondering. Doordat ik er snel bij was en met een goed voorstel kwam, was ik al zover dat er eigenlijk een point of no return bereikt was toen de tweede bieding kwam. Ik had al zo veel informatie over Verwijmeren in mogen zien, dat het bedrijf niet meer aan een ander te verkopen was.’ Groei Het voorbeeld van Verwijmeren geeft goed aan hoe Donkergroen wil groeien. Soms via eigen vestigingen die van de grond af aan worden opgebouwd, een andere keer door overnames van bestaande bedrijven. Groei is daarbij geen doel op zich. In de toekomst is er volgens Kanters vooral ruimte voor bedrijven die hun klanten een breed pakket diensten kunnen aanbieden en bij voorkeur landelijk werken. Donkergroen noemt dat zelf de integrale benadering. De aannemer fungeert niet puur uitvoerend, maar neemt zelf actief de regie en als dat zo uitkomt ook het ontwerp in handen. Dat zou onmogelijk zijn voor een klein gespecialiseerd groenbedrijf. Het is zelfs omgekeerd. Als groot landelijk bedrijf kom je, aldus Kanters, door het grote netwerk ook in aanmerking voor de gespecialiseerde klussen. Natuurlijk kan niet in iedere vestiging alle gespecialiseerde kennis aanwezig zijn over zaken als bijvoorbeeld binnenbeplanting. Daarom hebben de verschillende vestigingen hun eigen specialisme, bijvoorbeeld binnenbeplanting in Groningen en Tiel. Hoofdkantoor Sneek en regiokantoor Tiel hebben daarnaast ook een grote afdeling ontwerp.

www.stad-en-groen.nl

15


Het wilde noorden Anja Kanters was in 1976 nog maar amper 19 jaar oud, toen ze besloot dat het in haar ogen overvolle Breda niets voor haar was en haar toekomst in het noorden lag. Die overtuiging was zo sterk dat ze, ondanks goede cijfers, besloot haar laatste jaar atheneum niet af te maken. Al gauw kwam ze als manusje-van-alles bij Donker in Sneek terecht. Dat had weinig met groene vingers of interesse in het groen te maken. Hessel Donker, de toenmalige eigenaar, zocht een administratieve kracht en de jonge ambitieuze Kanters paste in het profiel. Kanters had aanvankelijk nog geen auto en reed daarom met een collega mee naar het werk. Keerzijde was wel dat ze om half

16

www.stad-en-groen.nl

zeven moest beginnen. Dat bleek een gouden greep. Kanters zette ’s ochtends koffie voor de mannen en vormde al snel de koppeling tussen ‘binnen’ en ‘buiten’. Kanters: ‘Directeur Hessel Donker was eigenlijk altijd onderweg en was ook meer koopman dan hovenier. Dus mijn rol als verbinding tussen kantoor en werkplaats was meer dan welkom.’ Kanters’ ambitie bleef niet onopgemerkt. Naast koffie zetten voor ‘de mannen’ schoof ze al snel ook aan bij het directieoverleg. Aanvankelijk gewoon omdat dat handig was, later omdat ze dan in één moeite door ook notulen kon maken. Vanaf 1984 kreeg Kanters van directeur Hessel Donker de voorzittershamer overhandigd. Drie

jaar later, in 1987, werd ze directeur van het bedrijf van Hessel Donker, toen nog Donker Cultuurtechniek.

‘Niemand is perfect, maar je kunt wel in een perfect team werken’ Het is bijzonder hoe Kanters die achtereenvolgende stappen memoreert. Zij is weinig bescheiden als het gaat om de prestaties van haar bedrijf en haar mensen, maar als je haar hoort vertellen hoe zij directeur is geworden, wordt dat bijna


gebracht als een toevalligheid. ‘Op een dag gaf Hessel Donker mij de voorzittershamer.’

Vrouw zijn: Kanters is

Brabantse meisje dat in zijn bedrijf terecht was gekomen. Het eind van de jaren tachtig was een moeilijke periode voor Donker. De economie was slecht en ook bij Donker liep het allemaal niet op rolletjes. Een bedrijvendokter werd daarom gevraagd het bedrijf door te lichten, en van de drie directeuren kreeg alleen Kanters het voordeel van de twijfel. Algemeen directeur Hessel Donker kreeg het advies zich om gezondheidsredenen terug te trekken. Het bedrijf was in de dertien jaar dat Kanters er werkte al fors gegroeid: van ongeveer vijftien mensen in 1977 naar zo’n veertig in 1989, toen Kanters het bedrijf gedeeltelijk overnam. Nog steeds zijn de erfgenamen en vrouw van Hessel Donker voor 49 procent eigenaar van het bedrijf, maar dat is wel een eigendom op afstand. Volgens Kanters hebben deze aandeelhouders in de praktijk weinig tot geen bemoeienis met het bedrijf. Kanters op haar beurt heeft zelf ook 49 procent van de aandelen. De resterende twee procent zit in een stichting waarover Kanters de zeggenschap heeft. Tenminste, voor zolang ze directeur is van Donkergroen.

vrouw in een omgeving die

‘Waar ik een stabiel team

bijna voor honderd procent

mensen heb, kunnen we geld

mannelijk is, en daarnaast

verdienen’

ook een vrouw die haar

Groei Vanaf het moment van overname raakte de groei in een stroomversnelling. In 1978 was al een eerste nevenvestiging geopend in Dronten, maar zeker in de jaren negentig en in het eerste decennium van deze eeuw werden in stevig tempo nieuwe vestigingen en steunpunten geopend. Meestal op eigen kracht, maar soms ook door overname van bestaande bedrijven of bijvoorbeeld door privatisering van de groendienst van Universiteit Wageningen. Kanters praat als een echt mensenmens over haar bedrijf en de mensen die er werken. Het gaat zelden of nooit over groen, weinig over klanten of projecten, maar steeds over haar medewerkers. ‘Mensen zijn wat mij boeit en bindt’ is haar motto. Een andere slogan die tijdens het interview steeds weer opduikt: ‘Niemand is perfect, maar je kunt wel in een perfect team werken.’ Die instelling blijkt typerend voor Kanters, net als het feit dat ze in pakkende tegelwijsheden kan praten. Iemand waarvan je je kunt voorstellen dat ze medewerkers inspireert en een Manager of the Year Award heeft gewon-

Genegenheid Anja Kanters praat nog steeds met genegenheid over haar voorganger: ‘Hessel Donker was een fijne man. Een beetje een dictator met een grote mond, maar dat laatste gelukkig in combinatie met een groot hart.’ Hessel Donker stierf al in 1990, heel kort dus nadat hij uit het bedrijf stapte. Maar ik kan het beeld dat Kanters van hem schetst levendig op mijn netvlies projecteren: een typisch aannemer, grote auto, grote sigaar, te veel recepties en partijtjes. Niet iemand die zich bedreigd gevoeld zal hebben door dat ambitieuze

vrouwelijkheid op een charmante manier gebruikt in haar presentatie. ‘Ik zie het in mijn werk eerder als een voordeel dat ik vrouw ben dan als een nadeel’

nen. Ze heeft duidelijk een charmante vrouwelijke touch, maar laat tussen de regels door ook merken dat ze beslissingen durft te nemen waarmee ze geen applaus van medewerkers zal oogsten. Een voorbeeld van dat laatste is de sanering die Donkergroen het afgelopen jaar heeft doorgevoerd. Alleen al op het hoofdkantoor werden twaalf mensen ontslagen. Kanters: ‘Ik scheid het persoonlijke van het zakelijke. Ik kan mensen persoonlijk waarderen en toch ontslaan als het moet.’ De manier waarop Kanters dat vertelt is duidelijk, recht door zee, maar zeker niet overdreven politiek correct. Ze houdt duidelijk niet van krokodillentranen als het over dit onderwerp gaat. ‘Uitgaand van de spelregels van het UWV, zijn er naast de afslanking ook mensen van wie ik afscheid neem die op de een of andere manier toch niet in de toekomst van het bedrijf passen.’ Volgens Kanters ontstaat er na zo’n noodzakelijke sanering bijna automatisch weer een nieuw elan. Er ontstaat weer ruimte in de organisatie en mensen kunnen weer bewegen. Medewerkers staan, aldus Kanters, meestal niet te juichen als ze afscheid moeten nemen van collega’s, maar als het eenmaal gebeurd is, stappen ze er ook weer snel overheen. ‘Mensen willen toch bij de winnaars horen.’ Kanters: ‘Het is wel belangrijk dat je mensen perspectief bied. Hoe slecht het ook gaat, als manager heb je de taak een uitweg te bieden.’ Intuïtie Ons gesprek komt op het onderwerp intuïtie versus zakelijke informatie. Je kunt merken dat Kanters hecht aan haar intuïtie bij het nemen van beslissingen. Ze lijkt geen ‘cijfer-manager’ pur sang. Dat zou ook conflicteren met haar visie dat mensen het belangrijkste kapitaal zijn. ‘Intuïtie is belangrijk, maar ernaar luisteren is verdomd moeilijk.’ De directeur zegt wel geleerd te hebben hoe belangrijk dat is. ‘Soms neem je een beslissing en komt na een tel al de twijfel. Je bent dan snel geneigd om maar door te gaan op de ingeslagen weg. Fout! Zeker omdat je dan meestal nog wel probleemloos kunt in grijpen.’ Wie denkt dat Kanters een manager is die op pantoffels door haar bedrijf sluipt op zoek naar inspiratie en intuïtie, zal bedrogen uitkomen. Kanters beschrijft zichzelf als soms drammerig en verwacht van medewerkers duidelijke cijfers over de voortgang van hun eigen werk. ‘Ik ga mensen niet op hun blauwe ogen geloven dat het volgende maand beter zal gaan.’ Dat gaat natuurlijk met name over de vestigingsleiders, die verantwoordelijk zijn voor de omzet van hun

www.stad-en-groen.nl

17


Van den Berk – voor bomen met een toekomst Van den Berk bomen geven vorm aan iedere groene wens, van marktplein tot officepark, van stadstuin tot slotlaan. Bomen van statuur die een ruimte direct tot leven laten komen. Kwaliteitsbomen die het benodigde groene tegenwicht bieden en een harmonisch beeld creëren. Bomen die uw project een sfeer meegeven waarbij iedereen zich thuis voelt….

Donderdonk 4

ı

5492 VJ Sint - Oedenrode

ı

Tel. 0413 - 480 480

ı

Fax 0413 - 480 490

ı

www.vdberk.nl


bedrijf. Daarbij ziet Kanters ook wel in dat er met de groei van haar bedrijf onvermijdelijk iets van een strakkere, soms ambtelijke cultuur ontstaat. Dit laatste vindt ze een beladen woord, maar ze begrijpt dat dit een onvermijdelijk gevolg is van een groot bedrijf. ‘Na de afslanking van het hoofdkantoor was het gewenst en noodzakelijk om weer met minder regels meer te bereiken, en dat voelt goed.’

‘Na een sanering ontstaat bijna automatisch een nieuw elan’ De kracht van het bedrijf ligt in de omvang en in de lokale aanwezigheid. Alleen zo is Donkergroen in staat om klanten op de juiste manier te bedienen. De onvermijdelijke keerzijde is dat er in een groot bedrijf meer controle nodig is. Kanters hecht eraan om te melden dat niet alleen controle van bovenaf en van de bedrijfsleider belangrijk is voor succes: ‘Iedere medewerker is op zijn eigen werkplek ondernemer en kan zijn eigen werk zo inrichten dat hij of zij succesvol is.’

Het succes van Donkergroen zit in de stabiliteit van de lokale teams. Kanters: ‘Waar ik een stabiel team mensen heb, kunnen we verdienen. Alleen maar presteren werkt niet. Je hebt prestatieplezier nodig.’ Tien jaar Ik vraag aan Kanters hoe ze denkt dat het bedrijf er over tien jaar uit zal zien. ‘Over tien jaar hebben wij vaste voet aan de grond in België en Duitsland en zal het aantal vestigingen gegroeid zijn. Maar ook de omvang per vestiging.’ Een voorbeeld daarvan ziet de directeur in Etten-Leur. Het bestaande eigen bedrijf was te klein om geld te verdienen en autonome groei is lastig op dit moment: ‘Door aan te sluiten bij een bestaand bedrijf kun je lokaal voldoende massa bereiken.’ Een deel van de groei is gebaseerd op een integrale aanpak. Kanters: ‘Wij willen graag verantwoordelijk gehouden worden en het liefst het hele project aanpakken, dus van ontwerp tot en met realisatie.’ De afspraak die ik met Kanters heb, vindt op haar verzoek plaats in het spiksplinternieuwe Antonius Ziekenhuis in Utrecht. Het is koud en guur winters weer, dus het plaatje buiten is niet echt aanlokkelijk, maar het ziekenhuis

is wel een bijzondere klus voor Donker. Alleen al vanwege de projectgrootte: meer dan 2 miljoen euro. Een goed voorbeeld van de integrale aanpak is het ziekenhuis niet. Het groene ontwerp is gemaakt door Van Hees Tuin- en landschapsarchitectuur. Wel zat ook de binnenbeplanting in de order. Over haar eigen rol is Kanters verassend nuchter: ‘Als ik niet meer goed functioneer, komt er wel iemand melden dat ik het veld moet ruimen.’ Met oog op haar eigen presteren en de toekomst van het bedrijf, is Kanters bezig met het samenstellen van een raad van advies. Een aantal ondernemers of ex-ondernemers die nog niet te lang uit het bedrijfsleven zijn vertrokken en die een goed klankbord kunnen zijn of bij langdurige ziekte kunnen inspringen, dat lijkt haar wel wat.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4461

www.stad-en-groen.nl

19


Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4454

20

www.stad-en-groen.nl


In de nesten Ooievaarsnestenbouwers Henk en Gerda van Zetten uit Wageningen zitten flink in de nesten. Ooievaarsnesten welteverstaan. Op dit moment is er veel vraag naar nesten. Bovendien zijn er steeds meer ooievaars in Nederland. Reden voor particulieren, gemeenten en natuurclubs om een ooievaarsnest te bouwen. Henk van Zetten is een van de weinige beroepsmatige nestenbouwers en maakt er zo'n 50 per jaar. Het is een volledige neventak van het agrarisch bedrijf van Van Zetten geworden. Zie ook: www.ooievaarsnesten.nl Foto en tekst: Gert Janssen

www.stad-en-groen.nl

21


Grafdelfmachines & Voertuigen Hansa machines onderscheiden zich op gebied van: - Kwaliteit - Stabiliteit - Betrouwbaarheid - Kracht - Compactheid - Wendbaarheid

hofstede - timmerman tuin- en parkmachines - staphorst Importeur: Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Flevoland

Weth. Krollstraat 6, 7951 TJ Staphorst Telefoon: 0522 - 468320

Internet: www.hofstedetimmerman.nl E-mail: jan@hofstedetimmerman.nl Telefax: 0522 - 461859

Importeur: Noord Holland, Zuid Holland, Zeeland en Utrecht (Brabant, Limburg)

Lagendijk 178, 2988 AD Ridderkerk Postbus 158, 2980 AD Ridderkerk Telefoon: 0180 - 421399

E-mail: info@gavdwaal.nl Internet: www.gavdwaal.nl Telefax: 0180 - 423453


Nationale Boomfeestdag

'De wethouder die zichzelf niet iets te belangrijk vond hield een te lange en ingewikkelde speech' Om kinderen de functie en de waarde van bomen te laten inzien, werden er vanaf april 1957 jaarlijks boomplantdagen georganiseerd. In 1980 nam de Stichting Nationale Boomfeestdag het stokje over van het Landelijke Comité Boomplantdag, sindsdien heet de boomplantdag: Nationale Boomfeestdag. Mijn eerste kennismaking met het fenomeen Boomfeestdag was in 1986, toen op de derde woensdag van april door een aantal kinderen wat bosplantsoen in een parkje geplant werd. Het was mooi weer; de wethouder die zichzelf net iets te belangrijk vond, hield een voor kinderen te lange en ingewikkelde speech. Omdat het zo lang duurde, begonnen de kinderen lekker te klieren. Zo was er een meisje dat kluitjes gooide, terwijl een jongetje deze als een volleerd slagman probeerde te raken met de achterkant van een panschop. Omdat je op je klompen kan aanvoelen dat dergelijke spelletjes slecht kunnen aflopen, heb ik de panschop van het jongetje afgepakt. Als blikken konden doden, had ik toen ter plekke een hartaanval gekregen. Toen na noeste arbeid van de kinderen het bosplantsoen guitig uit de grond stak, verklapte de wethouder dat er voor de kinderen in het schoolgebouw wat lekkers klaarlag. Daarna vertrok de menigte als een groep spreeuwen in de herfst. Mijn collega’s en ik hebben daarna nog gepoogd om wat struiken en boomvormers rechter te zetten, wortels dieper te trappen en de grond te egaliseren. Na deze interventie hebben we bij de school nog een kopje met iets dat leek op snert gegeten. Later is het bosje gekapt om er een kinderboerderij op te zetten. De Nationale Boomfeestdag werd tot een paar jaar terug op dezelfde datum gevierd als de dag waarop de veldloop voor ambtenaren werd georganiseerd. Jarenlang heb ik mijn keus laten vallen op de veldloop, dus had ik geen rol van betekenis voor de Boomfeestdag. Tot een aantal jaar geleden, toen de organisatie van de veldloop een andere datum verkoos. Vorig jaar heb ik samen met de burgemeester aan de boomplanters een presentatie mogen geven. Het thema van vorig jaar was ‘bomen maken gezond’. Met allerlei soorten fruit, aspirine, een kaneelstok

en de burgemeestersketting hebben de burgemeester en ik ons verhaal gehouden. Na deze Boomfeestdag heb ik mijn opvattingen over kinderen moeten bijstellen. Niks ettertjes, het waren lieverdjes van het zuiverste water. Keurig staken ze hun vingertjes omhoog om vragen te stellen of antwoorden te geven, niks ‘Theo’ of ‘Thijs’, maar ‘meester’. Als hoogtepunt liepen ze hand in hand in een keurige rij naar de locatie om feestelijk de bomen te planten. Opgetogen ouders en grootouders fotografeerden erop los. Om te bewijzen dat de kinderen geen robotjes waren, wist een jongetje toch nog een hap grond op de flap van een mijn schoenen te leggen, zodat ik de rest van dag ‘schuurvoetend ‘ door het leven moest. Leuk was het om te zien dat zowel jongens als meisjes met hun tong tussen de tanden het boomband vast timmerden aan de boompalen. Het was een geintje van mij om de kinderen pas na afloop te vertellen dat de spijker, als je de boompaal vasthoudt, tijdens het spijkeren makkelijker in de boompaal dringt. Anyway, na afloop hebben we in de school nog wat lekkers genuttigd en hebben de kinderen een groen rugzakje met inhoud van Chinese makelij gekregen. Ik denk dat de viering van de Nationale Boomfeestdag deze kinderen zeker enig inzicht zal verschaffen, weliswaar anders dan men in 1957 voorzag, maar dat geeft niet. Op 12 maart vieren wij in ons dorp de Nationale Boomfeestdag 2014. Wij zijn ons weer aan het voorbereiden. Ik heb er in ieder geval weer zin in om één dag van het jaar voor de klas te staan. Als u deze column in dit blad leest, is het alweer voorbij. Ik hoop dat u genoten heeft van een stralende dag… Chirs Winter Gemeente Castricum Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4464

www.stad-en-groen.nl

23


Mag het een onsje meer zijn? Hoe zit het nu eigenlijk met het in rekening brengen van meerwerk? Een meerwerkaanspraak wordt meestal toegewezen wanneer a): het meerwerk is uitgevoerd, en b): de opdrachtgever ook had begrepen dat dit extra geld ging kosten. Dat geldt ook bij onderhoud en aanleg van stedelijk groen. Uit jurisprudentie blijkt dat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden die koers niet (meer) vaart. We legden deze casus voor aan mr. Kitty Goudzwaard, juriste Groen, Natuur en Landschap. Auteur: Kitty Goudzwaard Tijdens de uitvoer van een werk op vaste aanneemsom komen vaak extra werkzaamheden voor. De opdrachtgever wil een wijziging van het materiaal of een aanpassing van het ontwerp. Meer-, maar ook minderwerk komt dus voor. In de meeste gevallen verrekenen de partijen deze kosten. Soms gaat het echter mis. Een voorbeeld daarvan is een bijzondere rechterlijke uitspraak van 24 september 2012 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:Nl:GHARL:2013:1780. In eerste aanleg krijgt de (onder)aannemer gelijk van de rechtbank. Het hof kijkt echter anders naar de zaak. Laat één punt duidelijk zijn: het gaat hierbij vooral om communicatie die misging. Meerwerk nodig? In deze zaak ging het om de uitleg van art. 7:755 van het Burgerlijk Wetboek, waarin staat dat een aannemer de opdrachtgever tijdig op de hoogte moet stellen als er een noodzaak is tot meerwerk. Art. 7:755 BW is van dwingend recht; dit betekent dat art.7:755 BW niet op grond van aanvullende voorwaarden buiten werking kan worden

24

www.stad-en-groen.nl

gesteld. Een automatisch recht op meerwerkkosten heeft een aannemer dus niet. Omdat de aannemer moet waarschuwen, krijgt de opdrachtgever de gelegenheid om zelf bepalen of hij het meerwerk acceptabel vindt. Wil de opdrachtgever echter zelf een wijziging van het oorspronkelijke bestek, dat kan hij vaak al op zijn vingers natellen dat sprake is van meerwerk. In dat geval kan hij ook de gevolgen daarvan begrijpen: meerkosten. Om die reden geldt – in beginsel – dat de waarschuwingsplicht voor de aannemer niet geldt, als de opdrachtgever deze noodzaak zelf al had kunnen begrijpen. Concrete kosten Bij die waarschuwingsplicht lijkt het hof nu toch een verduidelijking te geven. Had de opdrachtgever, ondanks zijn wens tot wijziging, dan wel de kans om een reëel zicht te krijgen op de concrete meerkosten? Dat is de kern van de uitspraak van het gerechtshof Arnhem. Het ging hier om een hoofdaannemer (B) die een onderaannemer (A) meerwerk opdraagt, zonder daarbij daadwerkelijk

overeenstemming over de meerkosten te hebben bereikt. A gaat ervan uit dat de hoofdaannemer als opdrachtgever over de extra kosten heeft kunnen nadenken en verwacht een meerwerkvergoeding. B wist volgens het hof echter niet hoeveel duurder de klus zou uitvallen. Nu de onderaannemer het meerwerk heeft uitgevoerd zonder dat sprake is van een prijsovereenstemming, dient hij zelf voor de kosten op te draaien. Het ging daarbij – zuur genoeg – om een overschrijding met 70% van de oorspronkelijke aanneemsom. Het feit dat B had ingestemd met het meerwerk, nam volgens het hof de waarschuwingsplicht voor A niet weg. De ratio van art. 7:755 BW is immers om de opdrachtgever te behoeden voor vermijdbare kostenoverschrijdingen en in gelegenheid te stellen daartegen maatregelen te nemen. Dit ondanks het feit dat A had aangegeven dat de gewijzigde uitvoering duurder was, doordat de uitvoering van putten van roestvrij staal duurder zou zijn dan van kunststof.


Praktisch: wat heeft de onderaannemer nu fout gedaan? A hield zich bezig met grond-, weg- en waterbouwkundige en cultuurtechnische werken. A stuurt een offerte voor de aanleg van kunststof putten. Het waterschap, als opdrachtgever aan B, gaat hiermee akkoord. Korte tijd later geeft het waterschap aan dat er wijzigingen moeten komen in de uitvoering. A geeft dan al aan dat de wijziging minimaal € 1000,- per put meer gaat kosten. A stuurt vervolgens een fax naar de hoofdaannemer met een verzoek tot opdrachtbevestiging, met dank voor de mondelinge opdracht, en geeft aan dat het totaalbedrag volgens specificatie en bestekomschrijving € 85.000,- is. ‘Eventueel vermeerderd met meerwerk naar rato.’ B ondertekent voor akkoord. De door het waterschap gewenste wijzigingen zijn hier echter nog niet in opgenomen. Partijen komen nogmaals bijeen en geven A opdracht de putten in roestvrij staal uit te voeren. B geeft na drie weken aan nog steeds te wachten op een opstelling van de meerkosten voor de overstortputten. Drie maanden later geeft A een opgave van het verrichte meerwerk. Vervolgens stuurt A de meerwerkfacturen, ter waarde van € 70.424,20 incl. btw. Het waterschap vraagt uiteindelijk CROW advies uit te brengen over het verschil in kosten. Deze komt tot de conclusie dat sommige meerwerkposten het gevolg zijn van de bestekwijziging en dat partijen over deze kosten overleg moeten hebben.

‘Het hof kijkt echter anders naar de zaak’ A vordert uiteindelijk in rechte ten aanzien van de gemaakte meerkosten als gevolg van de bestekswijziging en verdere kosten voor bestelde materialen. In eerste aanleg wijst de rechtbank de vordering tot betaling toe. Het hof stelt echter in het hoger beroep vast dat B inderdaad meerwerkopdrachten heeft verstrekt, onder andere voor de bouwvorm en uitvoering in roestvrij staal van de overstortputten. Het hof neemt ook aan dat B zich heeft gerealiseerd dat er sprake zou zijn van een prijsverhoging. B heeft echter nooit inzicht gekregen in de concreet te verwachten meerkosten. A heeft slechts aangegeven dat de putten in roestvrij staal duurder zouden zijn en heeft gewezen op een prijsverschil van minimaal € 1000,- per put. Bovendien is er slechts een schatting gegeven van een specifiek onderdeel van het meerwerk. Het hof wijst de vordering van

A van € 70.424,20 incl. btw af. Wel dient B vier later bestelde peilbuizen af te nemen en dus te betalen.

‘De vraag is nu of deze uitspraak navolging krijgt’ Gevolg uitspraak Tot nu toe was het gebruikelijk dat een aanspraak op meerwerk door de rechter werd toegewezen. Voorwaarden waren dan wel dat het meerwerk daadwerkelijk was uitgevoerd en dat de opdrachtgever had kunnen begrijpen dat er extra kosten zouden zijn. Mogelijk gaat er met deze uitspraak nu een andere wind waaien. De vraag is nu of deze uitspraak navolging krijgt. Misschien heeft bij deze uitspraak meegespeeld dat B meermaals heeft verzocht om inzicht te krijgen in de meerwerkkosten en A dit niet heeft verstrekt. Bovendien ging het om een overschrijding van 70%. Aan deze uitspraak zitten verder nog een paar haken en ogen. De vraag is dan ook of toekomstige rechtspraak hier nog een andere invulling aan geeft. Hoort de waarschuwingsplicht wel te gelden voor een onderaannemer? De parlementaire geschiedenis van de totstandkoming van art. 7:755 BW lijkt daar niet op te wijzen. Ook is niet duidelijk waarom een ander wetsartikel niet is toegepast, namelijk art. 7:752 BW. Dat artikel maakt het mogelijk dat er toch een redelijke prijs moet worden betaald indien er slechts een richtprijs of geen duidelijke prijs is vastgesteld. Voorkomen? In dit geval had A adequaat op de fax van 22 december moeten reageren door de opstelling van meerwerkkosten door te geven. In de praktijk worden in aannemingsovereenkomsten schema’s met betalingstermijnen overeengekomen. De aannemer verrekent bij iedere betalingstermijn het werk van de afgelopen periode, met daarin de overschrijding van posten. Een aannemer hoort bovendien correcte staten van meer- en minderwerk bij te houden, af te tekenen en te verrekenen. Maakt men afspraken over meer- en minderwerk, dan zijn dit in feite aparte overeenkomsten, die men duidelijk en schriftelijk moet vastleggen! Een verzoek van een opdrachtgever om duidelijk inzicht in meerwerkkosten op het bureau laten liggen, is wel het laatste wat een aannemer moet doen.

De auteur mr. A.V.K.(Kitty) Goudzwaard is werkzaam als boomjurist bij Cobra Groenjuristen. Cobra Groenjuristen is onderdeel van www.cobra-adviseurs.nl. Lezers kunnen vragen stellen over dit artikel via k.goudzwaard@cobragroenjuristen.nl

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4457

www.stad-en-groen.nl

25


Groen is goed, maar kan bijna niet zonder cappuccino Jos Gadet: ‘Richt je niet al te veel op de flauwekulverhalen van Alterra, dat met vaste normen van zoveel vierkante meter groen per inwoner komt’ De Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam heeft sinds 2004 drie keer een grootschalig onderzoek gedaan naar de waardering van groen en parken binnen de Amsterdamse stadsgrenzen. Wat blijkt: groen is goed, maar gebruik van dat groen is zeker geen automatisme. Auteur: Hein van Iersel

26

www.stad-en-groen.nl


Als ik via mail afspreek met Jos Gadet, hoofd planoloog van de gemeente Amsterdam, vraag ik hem om met een goede locatie voor ons interview te komen. Niet het hoofdkantoor van zijn dienst, maar een plek die de boodschap van de conclusies illustreert. Hij komt met Pacific Coast, een café op het oude terrein van de Westergasfabriek, gebouwd in de oude fabrieksgebouwen van dit bedrijf. Ik ben wat eerder dan Gadet en kan dus het café en de bezoekers ervan prima in ogenschouw nemen. Allemaal net wat hipper dan de bezoekers van mijn dorpscafé. Veel mensen met Apple laptops, mannen met trendy baarden en wilde tatoeages, maar ook vriendinnen die afspreken en zakenmensen in overleg.

'Richt je niet al te veel op de flauwekulverhalen van Alterra, dat met vaste normen van zoveel vierkante meter groen per inwoner komt' Als Gadet er even later bij komt, legt hij mij de opzet van de grote groenstudie uit. Heel kort samengevat komt het erop neer dat de parken binnen de ring enorm succesvol zijn gebleken in de afgelopen tien jaar, maar voor de parken buiten de ring geldt dat jammer genoeg niet. Het Bijlmerpark, waar de afgelopen tijd heel veel in is geïnvesteerd, laat zelfs een scherpe daling van het bezoek zien. Gadet concludeert droog: ‘Het geld dat hierin gestoken is, is feitelijk verdampt.’ Op mijn opmerking dat dit park dan toch veel mooier is geworden, wordt bevestigend geantwoord: ‘Wel mooier, maar niet veiliger.’ Een duivels dilemma, noemt Gadet het. Ook voor politici. Niemand wil dat er alleen geïnvesteerd wordt in de succesvolle parken. Ook parken en wijken buiten de ring verdienen aandacht. Een mogelijke oplossing ziet Gadet in een trend die in Amerika opgang doet: de grote succesvolle parken van New York worden bijna allemaal door privaat initiatief onderhouden. Dat zou in Amsterdam ook kunnen. Daarmee komt er geld vrij dat geïnvesteerd kan worden in minder succesvolle parken. Connected Voor Gadet zijn de conclusies uit het rapport inmiddels geen verassing meer. Hij legt uit: Amsterdam had in de jaren zestig ongeveer

www.stad-en-groen.nl

27


High Line New York.

900.000 inwoners; dat is scherp gedaald naar 600.000 en stijgt inmiddels weer met 1200 nieuwe inwoners per maand tot nu ruim 800.000 inwoners. Maar, en daar komt de crux: de nieuwe inwoner van Amsterdam is een heel andere dan die van de jaren zestig. Amsterdam is van een industriële economie in een diensteneconomie veranderd en de motor van die economie bestaat uit hoogopgeleide mensen, die vaak in creatieve beroepen werken. Wat blijkt nu: juist deze mensen willen zo dicht mogelijk bij het centrum van Amsterdam wonen en als ze dat kunnen betalen binnen de ring, het liefst in een omgeving waar veel verschillende soorten mensen wonen waartussen veel interactie is. Dat hebben deze mensen overigens beroepshalve ook vaak nodig. Veel zzp’ers in de ICT of de creatieve

28

www.stad-en-groen.nl

'Een park is geen groene oase, maar juist een integraal onderdeel van de stad' industrie die geen echt kantoor hebben, spreken zakelijk af in een café of, als dat zo uitkomt, in een park. Uit het onderzoek blijkt dat veel hoogopgeleide Amsterdammers en studenten een park als werkplek gebruiken. De digitale revolutie en het feit dat we overal en altijd aangesloten zijn op internet maken dat mogelijk. Jos Gadet: ‘Deze mensen willen wonen waar de voorzieningen het rijkst zijn. Groen en parken zijn daar belangrijke onderdelen van, maar zeker niet

de enige. Ook cultuur, musea en andere voorzieningen vormen belangrijke aspecten.’ Het rapport van Amsterdam constateert heel eenduidig: ‘Hogeropgeleide Amsterdammers zijn meer uithuizig, hebben meer sociale contacten, een gevarieerder activiteitenpatroon, zijn ook voor hun werk vaker onderweg en maken daarbij afspraken buiten de deur en zelfs in parken.’ Heroïnehoertjes Voor het gebruik van parken is deze constatering een belangrijk aspect. Terwijl veel parken buiten de ring alleen maar dalende bezoekerscijfers laten zien, is het bezoek aan het park waar ik heb afgesproken juist explosief gestegen. Veel parken buiten de ring zijn daardoor feitelijk niets meer dan hondenuitlaatplaatsen.


Jos Gadet

Gadet vertelt over de geschiedenis van het Westerpark. In 1996 werd het terrein van de Westergasfabriek bevolkt door heroïnehoertjes en was het gebied totaal verpauperd. Toen het gebied opnieuw ontwikkeld moest worden, was de eerste gedachte om alles te slopen en opnieuw te beginnen. Projectleider Evert Verhagen wist de politiek er gelukkig van te overtuigen dat het verstandig was om juiste oude gebouwen te laten staan en het nieuwe park daaromheen te ‘modelleren’. Dit was vanaf het eerste moment een succes. Veel van de oude fabrieksgebouwen van de oude Westergasfabriek bieden nu plaats aan horeca. En het terrein is een populaire plek om te flaneren, te spelen met je kinderen of een cappuccino te drinken. Gadet: ‘Als je nu vraagt aan mensen wat ze

in een park willen, is het juist horeca; maar die horeca kan natuurlijk alleen bestaan als er mensen zijn die iedere dag weer komen.’ Op dat gebied gaat het fout in de parken buiten de ring. De bevolking die daar woont, heeft niet het economisch kapitaal om de horeca gaande te houden. Verder zullen veel van deze mensen door hun opleiding en baan minder behoefte voelen om voor het werk af te spreken in cafés of parken. Vicieuze cirkel Het verhaal van parken in Amsterdam is eigenlijk een vicieuze cirkel. Hoe meer mensen in een park komen, hoe veiliger en gezelliger andere mensen dat park zullen vinden. Gadet is daarom een fervent tegenstander van het weren van fietsers

uit parken. Natuurlijk levert dat soms overlast op, maar de voordelen zijn zo veel groter dan de nadelen. Daarom is het idee van een park als rustige groene oase in een stad volgens Gadet ook grote onzin. In principe geldt: hoe drukker en hoe levendiger een park is, hoe meer mensen er zich thuis zullen voelen. Ontwerpers kunnen in dat proces een belangrijke rol spelen, als ze maar goed de verbinding kunnen maken tussen de stad en de omliggende wijken. Een park is geen groene oase, maar juist een integraal onderdeel van de stad. Wat geldt voor overlast door fietsers, geldt ook voor rommel en zwerfvuil. Amsterdammers zien dat vaak als een probleem, maar Gadet zou dit persoonlijk als een bewijs van het succes van de

www.stad-en-groen.nl

29



voelen en hoe enthousiaster het gebruik van het park zal zijn. Vijftien jaar geleden had ik het idee om een markt half te integreren in een park. Toen werd ik nog uitgelachen, maar inmiddels is het ons niet gauw te gek.’ Alterra Gadet: ‘Richt je niet al te veel op de flauwekulverhalen van Alterra, dat met vaste normen van zoveel vierkante meter groen per inwoner komt. Dat wil allemaal niet zo veel zeggen, als er daardoor parken of groen worden aangelegd die niet gebruikt worden. Het gaat niet om groen vanwege het groen, maar om groen vanwege de burger.’

Deze bank verlangde slechts één tegenprestatie voor het subsidieren van het Bryant Park in New York: hun adres moest voortaan zijn one Bryant Park.

‘Because we have parks’ Uit het Amsterdamse onderzoek blijkt verder dat, hoewel Amsterdam bij lange na niet voldoet aan de norm van 75 vierkante meter groen per inwoner, de gemiddelde Amsterdammer van mening is dat er genoeg groen is. Vervelend daarbij is dat een groot aantal wijken met heel veel groen aanmerkelijk minder populair is als vestigingsplaats dan de wijken binnen de ring, die juist relatief stenig zijn. Volgens de Amsterdamse planoloog mag je daaruit overigens niet concluderen dat groen onbelangrijk is. Hij geeft het voorbeeld van New York: ‘Toen oud-burgemeester Bloomberg gevraagd werd waarom zijn stad met Silicon Alley een succesvolle concurrent van Silicon Valley zou worden, was zijn antwoord: “Because we have parks”.’

parken willen aanhalen. In de nog veel drukkere parken in bijvoorbeeld New York is zwerfvuil overigens zelden een probleem. Dat heeft te maken met een verschil in cultuur, maar zeker ook met beheer. Gadet geeft aan dat het daarom belangrijk is de parken goed te onderhouden en schoon te houden. ‘Als je overlast door zwerfvuil hebt, moet je dat niet oplossen door mensen uit het park te weren. Nee: zorg dat je beheer en reiniging goed voor elkaar hebt.’ Niet kopiëren Wat kan ik nu leren van de conclusies van Amsterdam als ik groenbeheerder ben in Zwolle,

Zeddam of Zaandam? Gadet: ‘In al die steden en dorpen verandert de economie net zo goed als in Amsterdam en zie je een verschuiving van een industriële economie naar een diensteneconomie. Daar gelden dus dezelfde uitgangspunten. Probeer echter niet te kopiëren en kijk goed naar de ontwikkelingen in jouw dorp of stad. Belangrijke zaken zijn natuurlijk voldoende massa. Je kunt wel horeca willen in jouw park, maar horeca kan alleen bestaan als er voldoende bezoekers zijn. Probeer verder zo veel mogelijk voorzieningen te integreren in je parken: kinderdagverblijven, een bibliotheek. Hoe meer mensen er komen, des te veiliger mensen er zich zullen

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4459

www.stad-en-groen.nl

31


Sinds een half jaar heeft het bedrijf AH Vrij een compleet nieuwe locatie betrokken aan de Stoelmatter in Wateringen. Op 11 en 12 april 2014 aanstaande houdt het bedrijf op deze locatie een open dag. Hoe komt directeur Jan Vrij tot de keus om grootschalig te investeren, juist in een tijd dat het allemaal wat moeilijker lijkt te gaan? Auteur Hein van Iersel

Bij tegenwind moet je gas geven Jan Vrij: ‘Wij willen graag onafhankelijk blijven’ Dat ‘moeilijk gaan’ lijkt overigens op de nieuwe locatie in Wateringen wel mee te vallen. Ik ben op bezoek bij Jan Vrij op een vrijdagmiddag en het is spitsuur. Het veiligheidshesje dat ik verplicht moet dragen als ik met Jan Vrij een rondje maak over het ongeveer 3,5 hectare grote terrein, is geen overbodige luxe. Vrachtwagens rijden af en aan. Voornamelijk groenafval, maar ook vrachtwagens met grond en bomenzand. Iedereen wil voor het weekend nog gauw een paar vrachtjes afvoeren of ophalen. Jan Vrij: ‘Wij zaten al heel veel jaren aan ‘t Haantje in Rijswijk, en hadden daar ook nieuwbouw gepland, maar dat bleek lastig. Ook met het oog op overlast voor omwonenden. In 2012 – nota bene ons slechtste jaar ooit – hebben we daarom besloten te verhuizen. En toen deze locatie vrij kwam, was de keus snel gemaakt.

32

www.stad-en-groen.nl

Het terrein is weliswaar iets kleiner, maar beter ontsloten voor zwaar verkeer. Voorheen zat hier een puinrecycler, dus veel voorzieningen als een weegbrug, een garage met een zware bovenloopkraan en 18 meter hoge bedrijfshallen waren al aanwezig. Misschien wel het belangrijkste voordeel is dat we op een industrieterrein voor zware industrie zitten en er nooit overlast is voor buren.’ Jan Vrij lacht: ‘Onze buren maken net zo veel herrie als wij.’ Ik stel als interviewer nog een keer de vraag: ‘Allemaal waar, maar waarom juist nu uitbreiden? De conjunctuur is toch slecht.’ Jan Vrij antwoordt: ‘Alleen als het moeilijk gaat, kun je voorsprong opbouwen. Bovendien konden we de nieuwe locatie tegen een interessante prijs overnemen. Veel minder dan wat de bouwkosten ooit zijn geweest.’

Rick Vrij Aan de verhuizing ligt niet echt een vastomlijnde groeistrategie ten grondslag. Het was op de oude locatie al jaren de bedoeling om te investeren in nieuwbouw en daarmee in de optimalisatie van bedrijfsprocessen. Op de nieuwe locatie kan het bedrijf nu een inhaalslag maken. Ook al stonden op het nieuwe terrein al de nodige gebouwen, AH Vrij heeft er nog fors bij gebouwd, onder andere een tien meter hoge bedrijfshal, waarin alle materieel gestald wordt. Het kleine materieel zoals zaaibakken, grondschuiven en wiedeggen wordt in stellages opgeborgen. Een tweede materieelloods is een slagje lager, maar is weer bijzonder, omdat bovenop de hal 58 auto’s gestald kunnen worden. Jan Vrij hierover: ‘Je moest eens weten hoeveel aanrijschade dat scheelt.’ Al met al is misschien wel de belangrijkste reden


(Advertorial)

machines bij voorkeur zelf in huis hebt, niet in lease of huurkoop, maar gewoon gekocht.’ Het beste uit drie werelden In het logo van AH Vrij zit de kreet groen, grond en infra verwerkt. Maar jullie zijn toch voornamelijk een groenvoorziener met een recyclingpoot? Jan Vrij legt uit: ‘Wij zijn geen standaard groenvoorziener, maar evenmin een standaard recyclingbedrijf of composteerder. Wij zijn op ons best als al die zaken elkaar raken. In een standaard schoffelbestek zul je ons daarom ook niet snel tegenkomen. Dat ligt ons niet. Ik heb geen zin om me altijd te moeten onderscheiden op de prijs. Onze kracht is dat wij alles zelfstandig kunnen uitvoeren met eigen mensen en machines en dat wij alle vrijgekomen materialen kunnen afvoeren binnen de milieuregels.’

Spitsuur op het nieuwe AH Vrij terrein.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4428

Richard Vrij

dat AH Vrij zo grootschalig heeft geïnvesteerd in de nieuwe locatie, het feit dat zoon Rick vorig jaar tien procent van de aandelen heeft gekocht. Jan Vrij: ‘Ik ben nu vijftig jaar en ik had dit niet of anders gedaan als er op termijn geen opvolging zou zijn om het bedrijf door te zetten.’ Onafhankelijk De cultuur van zijn bedrijf laat zich in een paar

woorden samenvatten: eerlijk en onafhankelijk. Dat eerste kan misschien gezien worden als een open deur, maar het laatste aspect, onafhankelijkheid, is heden ten dagen op zijn minst opmerkelijk te noemen. Jan Vrij: ‘Ik bedoel daarmee dat ik niet graag afhankelijk wil zijn van onderaannemers of leveranciers. Op die manier ben je optimaal in staat om je klanten op het juiste moment te helpen. Het betekent onder andere dat je alle

AH Vrij houdt vrijdag 11 april van 13.00 uur tot 17.00 uur en zaterdag 12 april van 10.30 tot 17.00 uur open dag aan de Stoelmatter in Wateringen. Stoelmatter 41 Postbus 225 2290 AE Wateringen Tel.: 0174-712 555 Fax: 0174-712 575 www.ahvrij.nl

www.stad-en-groen.nl

33


Trillingsvrij op de zeroturn-maaier Of… blijven de machinisten doorbibberen? Het onderzoeksrapport over trillingen van zelfrijdende maaimachines leverde de redactie een telefoontje op. Het kwam van Peter Helthuis, leverancier van onder meer Ariens en Gravely machines. Naar zijn zeggen zou de Gravely Pro-Turn 400 de snelste en meest trillingsarme maaimachine zijn. Met deze machine zou de norm van maximaal drie keer per week vier uren maaien wat Helthuis betreft zonder gezondheidstechnische risico’s verruimd mogen worden. Auteur: Broer de Boer En omdat de enige machine van dit type ‘toevallig’ toch op het Europese vasteland stond en ook nog eens ‘toevallig’ bij Helthuis, nam de redactie gewapend met camera, pen en papier een kijkje bij dit Gravely-wonderkind, dat een zeroturnmaaier blijkt te zijn. Geen stuur dus, maar twee handels om razendsnel te kunnen manoeuvreren. Gravely en Ariens Onderweg naar de showroom in Heteren doet Helthuis beknopt verslag van zijn business. Het merk Gravely dateert uit 1916 en is eigendom van het Amerikaanse familiebedrijf Ariens. Maar

34

www.stad-en-groen.nl

ook Ariens is een oud en betrouwbaar merk, daterend uit 1933. Onlangs nam dit bedrijf nog een minitractorfabriek in Groot-Brittannië over. De geschatte omzet van het Amerikaanse familiebedrijf ligt in de buurt van een getal met acht cijfers. De Ariens-telgen die het bedrijf leiden, hebben Nederlandse voorvaderen. Ze hebben een hands-on-mentaliteit en daarbij geweldig goede aftersales, beter dan menige andere onderneming. De Gravely en Ariens machines moeten gewoon goed zijn.

Productrange Peter Helthuis gaat na enkele jaren zijn productrange fors uitbreiden. ‘De Gravely is echt bestemd voor het professionele werk. De Ariens betitel ik als semiprofessioneel voor tuin en park, maar is ook zeker geschikt voor kleine hoveniers. Met ingang van het nieuwe seizoen voeg ik overigens een betaalbare zeroturn-maaier voor consumenten toe aan de Ariens-lijn in mijn assortiment. Daarnaast ga ik het gapende gat tussen Ariens en de relatief dure professionele Gravely opvullen met een passende serie Gravely zeroturn-maaiers. Het gaat om degelijke professionele machines die


Trilingsdemping: motor in subframe, met rubberblokken aan hoofdframe.

Trilingsdemping: Opblaasbare stoel op rubberblokken.

bestemd zijn voor hoveniers. En last but not least is er een nieuwe Gravely aan de lijst toegevoegd.’ En dat is – juist, u raadt het al – die trillingsvrije machine waarover Peter Helthuis contact opnam: de Gravely Pro-Turn 400. Dieselversie Peter Helthuis haast zich te vertellen dat de zeroturn-maaier zoals die voor ons staat, nu nog de enige van dit type op het vasteland van Europa is: ‘Begin 2014 zal ook een dieselversie ontscheept worden in de Rotterdamse havens. Bij de benzineversie,voorzien van een luchtgekoelde

Trilingsdemping: Stalen voetplaats, staat niet in verbinding met hoofdframe.

Trilingsdemping, rubberen stootdoppen in bedieningshandels.

Kawasaki motor zal in Europa niet ingevoerd worden. Bij de dieselversie krijgt de radiator een plaatsje boven de motor. Dit voorkomt in tegenstelling tot een radiator die voor of achter de motor geplaatst is, een gezondheidsrisico. Dat levert voorkomt namelijk een ongewenste luchtstroom.’ Ik herinner me uit het onderzoeksrapport dat gezondheidsrisico’s worden veroorzaakt doordat verticale trillingen van de cabine / het frame worden overgedragen op de stoel, die hierdoor van voren naar achteren beweegt. De onderzoekers adviseren dit te verbeteren door de achterwielen dempend op te hangen, en/

of deze wielen van beter dempende banden te voorzien. Bij de achterwielen van de Pro-Turn 400 constateer ik echter geen bijzonder dempende ophanging; wel een degelijke veiligheidsbeugel, bevestigd aan het frame, die beveiliging biedt en voorkomt dat de machine doorrolt. Demping ‘Demping kun je ook op andere manieren opvangen’, is Helthuis’ reactie. Onder de geluiddempende motorkap ligt een 25 pk motor. Deze motor is middels trillingdempende rubberen blokken op een subframe gemonteerd, dat op

www.stad-en-groen.nl

35


zijn beurt weer met vier rubberen blokken aan het hoofdframe is bevestigd. Ook de aandrijving, direct verbonden met de motor, kan zijn trillingen zo niet doorgeven aan het hoofdframe en daarmee aan de berijder. Maar dat is nog niet alles wat trilling betreft. De berijder kan zijn voeten laten rusten op een stalen plaat die met rubberen blokken aan een subframe verbonden is, dat op zijn beurt weer met rubberen blokken aan het hoofdframe vastzit. Die plaat geeft overigens toegang tot de V-snaaraandrijving van de drie messen van het maaidek. En ten slotte bevat ook het kniegewricht van de kenmerkende bedieningshandels een rubberen stop, die wederom zorgt dat er zo weinig mogelijk trillingen aan de berijder worden doorgegeven. Maar daarmee zijn we er nog niet, want Peter Helthuis neemt plaats op de berijdersstoel en geeft een college over vering: ‘Luchtvering is veel beter dan mechanische vering. Het is een eenvoudig maar degelijk systeem. Deze stoel is namelijk opblaasbaar. Met een trekknop kun je de zitting meer of minder opblazen.’ Voor mijn gevoel beperk je daarmee ook de trillingen op je achterwerk, maar volgens Helthuis is dit vooral een remedie tegen stotende bewegingen als met de machine over oneffenheden wordt gereden. ‘Met een goede

Zwaar zwenkwiel en aan het maaidek een antiscalpeerwiel.

36

www.stad-en-groen.nl

zitting kun je veel trillingen voorkomen, en deze zitting kun je heel gemakkelijk aanpassen aan het gewicht van elke berijder.’ Het is echter winter en de situatie buiten leent zich helaas niet voor het zelf ervaren van die trillingloosheid. ‘Maar’, haast Helthuis zich te zeggen, ‘we willen dat komend voorjaar graag voor de lezers van Greenkeeper komen demonstreren.’

‘Luchtvering is veel beter dan mechanische vering. Het is een eenvoudig maar degelijk systeem' Geavanceerd maaidek Tijd om de machine verder te bekijken. Ogenschijnlijk is een maaidek met drie onafhankelijk via V-snaar aangedreven messen geen rocketscience. Voer zo’n maaidek een beetje degelijk uit met 5 mm gepoedercoat plaatstaal en een zwaar frame, versteviging van de montageplaatsen van de lagerpotten en lagers met een afdoende afsluiting zodat er geen vuil in de kogellagers kan komen, en je kan spreken van

een onderhoudsvrij maaidek. Gravely geeft nu een levenslange garantie op het maaidek. ‘Bij Gravely constateerden ze dat er via de vetnippels toch smerigheid bij de lagers kwam; dat is nu ook uitgesloten.’ De vormgeving van zo’n maaidek blijkt allesbepalend te zijn voor de luchtstromen die onder meer het maaisel lozen. En dat maakt het ontwerpen van een optimaal functionerend maaidek toch complexer dan het ogenschijnlijk lijkt. Helthuis: ‘Het is de kunst om met minder vermogen meer gras sneller te verwerken en verder weg te blazen.’ Zelfs het obligate rubber van de zijuitworp oogt zeer degelijk en kan bij confrontatie met stevige obstakels haast niet kapot. En uiteraard is er optioneel voor deze zijworpmaaiers een mulchkit voor het maaidek leverbaar. Aan de voorkant, de zijde van het ongemaaide gras, heeft het maaidek luchtkamers. Oppervlakkig bekeken is het doel van zo’n open sandwich-constructie extra stevigheid. Maar

In en uit werk zetten en diepte-instelling.


time weer goed voor de volgende werkgang. En afhankelijk van de lengte daarvan kan dat je tot 50 procent van de maaitijd schelen.’ Dat vlotte werken wordt mede bewerkstelligd doordat je er ook vrij snel mee kunt rijden, volgens Helthuis met maaisnelheden tot 20 km per uur. Maar of je ook dan nog trillingsvrij op de bok zit, moet de praktijk maar uitwijzen…!

Ondernemer Peter Helthuis

schijn bedriegt en Helthuis maakt dat duidelijk: ‘De verticale plaat aan de binnenkant van het maaidek is over de hele lengte namelijk een centimeter korter. Dankzij de aldus ontstane luchtkamer krijg je een zuigende werking. Die zorgt dat de grassprieten rechtop gaan staan. Doordat ze niet meer vlak worden gestreken, snijden de messen ze daarna direct af. Dit geeft een egaal maaibeeld. Maar ook ontbreken de typische sporen van een cirkelmaaier, waarbij het gras pas na een dag of wat weer rechtop gaat staan. Over de kwaliteit van het maaiwerk is door Gravely dus goed nagedacht.’

‘Het is de kunst om met minder vermogen meer gras sneller te verwerken en verder weg te blazen’ Wielen Deze zware maaier met een maaibreedte van 152 of 183 cm wordt aangedreven door twee hydrostatisch aangedreven wielen. Deze kunnen afhankelijk van elkaar bediend worden. Het afzonderlijke frame waarin het maaidek hangt, rust op twee met massief rubber uitgeruste zwenkwielen. Ze zijn – hoe kan het anders – goed en onderhoudsvrij gelagerd en volgen de beweging van de machine. Maar het maaidek heeft nog twee bijzondere kenmerken. Het zit met vier bevestigingspunten aan het frame vast, waardoor het

uitstekend valt af te stellen, zowel voor- als achterover als in de breedte. Alles is erop gericht om een mooie vlak gemaaide grasmat achter te laten met rechtopstaande grassprieten. Het scalperen van de graszode wordt voorkomen met kleine vrijlopende zogenoemde antiscalpeerwielen aan het dek. Mocht een zwenkwiel in een kuiltje terechtkomen, dan zorgt dit antiscalpeerwiel dat aan het dek bevestigd is te allen tijde dat de messen vrij van de bodem blijven. Wendbaarheid Peter Helthuis beaamt dat er in de VS veel meer zeroturn-maaiers lopen dan in ons kikkerlandje, en dat geldt zeker voor golfbanen. ‘Eigenlijk is dit soort maaier op golfbanen nog een onbekend fenomeen.’ Koopman als hij is, weet hij echter wel te benoemen dat er jaarlijks een groei van 25 procent in de markt zit, voornamelijk dus in tuin en park. Maar ja, 25 procent van weinig hoeft niet te betekenen dat er gigantisch veel zeroturn-maaiers verkocht worden in het professionele segment. Met de introductie van deze hele nieuwe productrange van Ariens en Gravely heeft deze ondernemer wel de ambitie daarin verandering te brengen. ‘Zo’n trillingsvrije Gravely bijvoorbeeld is zeer wendbaar. Naarmate je meer obstakels hebt in het te maaien terrein, wordt dit type maaimachines interessanter. En dat geldt ook als de banen die je moet maaien kort zijn en je veel draaiwerk hebt. Voor een pitch-en-puttbaan is zo’n maaier dus interessanter dan voor golfbanen, waar je lange banen aaneen kunt maaien. Met zo’n zeroturn-maaier sta je in no

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4455

www.stad-en-groen.nl

37


Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4465

38

www.stad-en-groen.nl


Energie planten Medewerkers van sw-bedrijf Iederz planten op bedrijventerrein Roodehaan in Groningen een terrein van 15 hectare in met snelgroeiende wilgen. Het project is een samenwerking tussen de stad Groningen, die grond en de inzet van mensen inbrengt, en het bedrijf Krinkels en zusterbedrijf Quercus Boomverzorging, die kennis, voorbereiding en beheer inbrengen. Volgens Rob Gulmans van Quercus moet de wilgenplantage op termijn zo’n dertien ton snippers (droge stof) per hectare per jaar gaan opbrengen. Daarmee levert het hele project voldoende energie voor het jaarlijkse gasverbruik van zo’n 300 huishoudens. In totaal worden, verdeeld over drie terreinen, 195.000 wilgen ingeplant. Gulmans hoopt dat dit project het eerste is van een lange reeks vergelijkbare projecten. Overal in Nederland liggen bedrijventerreinen die door de crisis niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgegeven en die voor deze aanpak in aanmerking komen.

www.stad-en-groen.nl

39


MOOOZ Indoor en Outdoor Green Wall Met de systemen van MOOOZ kan elk gebouw en iedere ruimte eenvoudig vergroend worden. De groenwanden en groendaken van MOOOZ zijn ontworpen volgens de Design for Disassembly methode, wat zorgt voor een zeer flexibel, modulair systeem dat volledig aan te passen is aan de eisen en wensen van de opdrachtgever. De kant en klare onderdelen van het systeem zijn zo gemaakt dat het installeren op locatie zeer weinig tijd in beslag neemt.

40

www.stad-en-groen.nl


(Advertorial)

De Design for Disassembly ontwerpmethode is nadrukkelijk gevolgd om een zeer flexibel systeem te realiseren waarbij individuele onderdelen eenvoudig kunnen worden vervangen. Op de lange termijn is dit kostenbesparend. Bovendien zorgt deze methode ervoor dat alle onderdelen te recyclen of the upcyclen zijn. Dit resulteert in een zeer duurzaam systeem. Bij de materiaalkeuze is er rekening gehouden met het milieu. De MOOOZ systemen zijn zo samengesteld dat geen van de gebruikte materialen zorgt voor een schadelijke uitstoot van vluchtige organische stoffen, iets wat vele plastics, verven en lijmen wel doen.

Mocht er een keer iets zijn met de plantenzak, dan is deze zo vervangen, zonder de rest van het systeem te be誰nvloeden. Het klittenband wordt op de plantenzakken genaaid en op de achterplaat wordt het klittenband bevestigd door middel van ultrasoon lassen. Dankzij deze techniek is het klittenband ook weer los te halen van de achterplaat om de verschillende componenten volledig te kunnen recyclen aan het eind van de technische levensduur.

De bioplastic achterplaat bestaat uit een volledig biologisch gebaseerde plaat van PLA (polylacticacid). Deze platen worden gemaakt uit suikerriet, versterkt met jute en zijn volledig te recyclen. De platen zijn waterbestendig en gaan zeer lang mee. De milieu-impact van deze platen is vele malen lager dan die van andere plaatmaterialen met vergelijkbare eigenschappen. Bovendien hebben deze platen geen schadelijke uitstoot van vluchtige organische stoffen.

Het compacte MOOOZ Indoor Green Wall systeem maakt gebruik van plantenzakken en is hierdoor slechts enkele centimeters diep waardoor het weinig ruimte inneemt. De achterplaat is gemaakt van bioplastic. Deze biedt stevigheid en dient als bevestigingsplaat voor de groenwanden. Het Indoor Green wall systeem is ook verkrijgbaar als losse module. Deze kan dienen als tijdelijke voorzetgevel/afscheidingswand. Voor iedere gevelbeplanting wordt er een beplantingsplan samengesteld naar wensen van de opdrachtgever. Deze kan bestaan uit luchtzuiverende beplanting, subtropische beplanting of kruiden en groentewanden.

Het MOOOZ Indoor Green Wall systeem beschikt over een watertank welke groot genoeg is om de planten enkele weken tot ruim een maand, afhankelijk van de begroeiing, van water te voorzien. Hierdoor kan het vullen van de watertank worden meegenomen met het algemene onderhoud. Het MOOOZ Indoor Green Wall systeem maakt gebruik van een eenvoudig irrigatiesysteem, bestaande uit een bilgepomp en een geautomatiseerde tijdschakelaar. De pomp is voorzien van een vlotter zodat de pomp zichzelf uitschakelt zodra het waterniveau te laat is. Dit irrigatiesysteem kost vele malen minder dan gebruikelijke irrigatiesystemen in groenwanden. Het systeem wordt zo geprogrammeerd dat de planten regelmatig bevloeid worden en dat de gebruiker hier geen omkijken naar heeft.

Voor de buitenzijde kan het MOOOZ Outdoor Green wall systeem worden toegepast. Dit systeem maakt eveneens gebruik van plantenzakken. Naast een selectie van vaste planten, behoort het vergroenen van een gevel met echt levend mos tot de mogelijkheden. Het MOOOZ Outdoor Green Wall systeem kan op de meest uiteenlopende ondergronden worden bevestigd. Dit systeem maakt eveneens gebruik van een irrigatiesysteem, dat bovendien voorzien is van vorstbeveiliging. Zodra de temperatuur richting het vriespunt gaat worden de leidingen leeggeblazen door middel van een compressor om de kwaliteit van het systeem te waarborgen.

De plantenzakken van de MOOOZ Green Wall systemen worden gemaakt van UV-bestendig polypropyleen fleecedoek. Dit materiaal houdt water vast en zorgt voor een gelijkmatige distributie naar de planten toe. De plantenzakken kunnen op elke maat gerealiseerd worden en worden vervolgens op de bioplastic achterplaat bevestigd. En wanneer flexibiliteit dermate belangrijk wordt bevonden, bestaat er de mogelijkheid om de plantenzakken door middel van klittenband op de achterwand te bevestigen.

Een uitgebreidere optie is een geavanceerd systeem welke de bevloeiing regelt aan de hand van vocht- en omgevingstemperatuursensoren. Dit systeem is aangesloten op een waterleiding zodat de watertank niet handmatig bijgevuld hoeft te worden. Een dergelijk systeem geeft bovendien een seintje zodra er een probleem optreedt en kan optioneel op afstand via internet volledig worden uitgelezen en gecontroleerd. Zo kunnen wij direct reageren en een constante kwaliteit garanderen.

Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat planten een positieve invloed hebben op de luchtkwaliteit en op het binnencomfort. De planten reduceren de CO2 concentratie, evenals de concentratie vluchtige organische stoffen en fijnstof. Daarbij is aangetoond dat natuurlijke elementen zoals planten bijdragen aan het verminderen van zowel psychologische als fysieke klachten. Planten in een werkruimte zorgen ervoor dat mensen meer energie hebben, minder lichamelijke klachten zoals hoofd- en keelpijn hebben en verder zich beter kunnen concentreren. De systemen van MOOOZ onderscheiden zich dankzij de hoge mate van flexibiliteit, de zeer slanke constructie en de mogelijkheid om individuele onderdelen te vervangen zonder de rest van het systeem te be誰nvloeden. Met de MOOOZ systemen kan zowel de binnen- als buitenkant van elk gebouw verfraaid worden zonder veel ruimte in te nemen en kan de luchtkwaliteit en het woon- en werkcomfort aanzienlijk worden verbeterd.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4467

www.stad-en-groen.nl

41


Komende periode moet Rotterdams areaal groen op daken verdubbelen Rotterdam en Nijmegen, meer gemeen dan ligging aan de rivier en matige voetbalresultaten In de serie estafette-interviews dit keer Jan van der Meer, wethouder groen en duurzaamheid van de gemeente Nijmegen op bezoek bij Alexandra van Huffelen, die dezelfde functie bekleedt in Rotterdam. Wat blijkt: beide steden, maar ook de wethouders, hebben meer gemeen dan hun ligging aan de rivier en matige voetbalresultaten. Auteur: Hein van Iersel Een afspraak maken met één wethouder is niet makkelijk, met twee bijkans onmogelijk. Tot op het laatste moment is er druk contact met de woordvoerders over de plaats en duur van de afspraak. Ook op de afgesproken dag is het nog kantje boord. Van der Meer heeft ’s avonds een pittige raadsvergadering over het lokale duurzaamheidsinitiatief ‘t Groene Hert waarop hij zich moet voorbereiden. Van Huffelen heeft diezelfde avond een uitnodiging voor een optreden bij BBC Newsnight. Het onderwerp is wateroverlast

42

www.stad-en-groen.nl

rondom London. Engeland heeft zich waarschijnlijk slechter voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering dan Nederland. Beide steden, Rotterdam en Nijmegen, hebben wat betreft het beperken van wateroverlast de nodige zaken ontwikkeld. Van Huffelen neemt ons onder andere mee naar het waterplein op het Benthemplein. Al het regenwater van de omliggende flats wordt niet afgevoerd naar het riool, maar kan tijdelijk op en onder het plein worden opgeslagen. Bij elkaar ongeveer 1,7 miljoen liter water. Als het

niet regent, is daar allemaal niets van te zien en kan het plein gewoon gebruikt worden om te spelen. Er zijn onder andere plekken ingericht om te basketballen en te skaten. Adaptatie Rotterdam heeft in 2013 een eigen klimaatstrategie gepresenteerd en wil de kennis die het daarmee opdoet ook actief naar buiten uitdragen en zelfs als exportproduct presenteren. Van Huffelen: ‘Bij alle nieuwe ontwikkelingen in


frustratie is dat, hoewel Nijmegen ook de nodige acties onderneemt om de stad klimaatadaptief te maken, het allemaal wat minder voor het voetlicht komt. Rotterdam claimt naast een positieve pr op dit gebied ook een direct economisch voordeel als gevolg van de klimaatstrategie. Op dit moment zouden al 3600 arbeidsplaatsen in de regio direct hieraan verbonden zijn. Kennisinstituten als de Hogeschool Rotterdam en de Erasmus Universiteit zijn water- en klimaatonderzoek gestart. Ze zien de stad steeds meer als studieobject en kunnen dit verzilveren door elders in de wereld projecten aan te nemen.

'Op dit moment zouden al 3600 arbeidsplaatsen in de regio direct verbonden zijn aan klimaatstrategie' Dakgroen Rotterdam is ook landelijk koploper als het gaat om groen op daken en gevels. Volgens Van Huffelen wordt dit vooral gedreven door de gemeentelijke subsidie hierop. Van Huffelen meldt dat alleen al in haar huidige periode als wethouder het areaal daktuin is gestegen van 40.000 naar 160.000 vierkante meter. En Van Huffelen durft de ambitie wel aan om in de komende vier jaar dit oppervlak nog eens een keer te verdubbelen. Ook dit moet dan bijdragen aan het langer vasthouden van water in de stad. Alexandra van Huffelen en Jan van der Meer

Rotterdam moeten we in ons achterhoofd houden: “Hoe houden we onze voeten droog?” Al vijf jaar lang zijn we aan het pionieren met innovatieve projecten.’ Het waterplein is maar een van de vele projecten die Rotterdam heeft uitgevoerd. In buitendijkse gebieden, zoals Heijplaat en Noord-Feijenoord, wordt gezocht naar slimme combinaties van het bouwen van dijken voor de ruimtelijke inrichting, drijvend bouwen, en het zo inrichten van de openbare ruimte dat in geval van wateroverlast de schade beperkt blijft door

evacuatieroutes en de waterbestendige inrichting van woningen. De aanpak van Rotterdam trekt internationaal de nodige aandacht, maar plaatst ook wethouder Van Huffelen zelf in het spotlight. De uitnodiging van BBC Newsnight is hiervan een voorbeeld. Ook staat Van Huffelen al verschillende jaren in de Duurzame 100, de lijst van de honderd meest invloedrijke Nederlanders op het gebied van duurzaamheid. Een positie waarover Van der Meer tussen de regels door meldt dat hij daar best een beetje jaloers op is. Zijn grote

Dakakker Een tweede onderwerp dat Van Huffelen ons wil laten zien, betreft stadslandbouw. Dit is een van de dingen waar wethouder Van der Meer met name in geïnteresseerd is. Het Rotterdamse paradepaardje op dit gebied is de Dakakker, een project dat zich met ongeveer 1000 vierkante meter de grootste dakmoestuin van Nederland noemt. De historie van de Dakakker is redelijk herkenbaar. De gemeente stond voor de keuze om een verouderde kantoorkolos, het Schieblock, tegen de grond te gooien en iets nieuws te bouwen of het gebouw aan te wijzen als een creatieve hotspot, waar jonge creatieve bedrijven tegen gunstige tarieven kantoorruimte kunnen huren. De keuze voor herbestemmen bleek de juiste en het kantoorgebouw was van meet af aan een zeer populaire plek voor startende en doorstartende bedrijven. Overigens heeft Rotterdam dat

www.stad-en-groen.nl

43


Vol hydraulisch aangedreven machine zowel hand als radiografisch bedienbaar. Grote variatie aan wielen met als special de originele BRIELMAIER aluminium noppenwals, verkrijgbaar in 3-4-5 rijen breed.

De hellingspecialist

Diverse aanbouwwerktuigen zoals: - Dubbele messenbalken 1.25 tot 6.00 m werkbreedte - Klepelmaaier 1.25 m en 1.60 m werkbreedte - Balenpers - Bandhooier 1.80 m werkbreedte - Cirkelmulcher 1.22 cm werkbreedte - Safety mulcher - Hill-Rake 2.00 cm en 2.40 cm werkbreedte

Lagendijk 178, 2988 AD Ridderkerk Postbus 158, 2980 AD Ridderkerk Telefoon: 0180 - 421399

E-mail: info@gavdwaal.nl Internet: www.gavdwaal.nl Telefax: 0180 - 423453

Bewonder onze compacte Trekkers! Wij bieden het breedste programma van compacte trekkers aan. Kies uit meer dan 25 modellen in de 26 t/m 100 pk reeks, die allemaal conform uw wensen zijn ontwikkeld. Uw locale John Deere dealer heeft de ervaring en kennis om u te helpen de juiste trekker te kiezen, om uw werk snel en efficiĂŤnt gedaan te krijgen. Ga nu naar uw dealer voor een scherpe aanbieding. NIEUW

1 trekker, heel veel mogelijkheden

Voor meer vermogen, ergonomie en comfort

JohnDeere.com


effectieve strategie en vaak veel directer en sneller dan een website of foldertje.

'Rotterdam heeft in 2013 een eigen klimaatstrategie gepresenteerd en wil de kennis die het daarmee opdoet ook actief naar buiten uitdragen' De Dakakker is weliswaar een van de paradepaardjes van Rotterdam op het gebied van stadslandbouw, maar ook hier gaan de Rotterdamse ambities verder. Van recente datum is de oprichting van de Food Council Rotterdam. Dit is een onafhankelijk adviesorgaan, bestaande uit verschillende partijen uit de voedselketen: van boer tot consument en de overheid. De Food Council Rotterdam adviseert het Rotterdamse college gevraagd en ongevraagd over voedselvraagstukken. Daarnaast heeft de Food Council Rotterdam zich ten doel gesteld om voedselinitiatieven voor Rotterdammers te stimuleren, een duurzame regionale voedseleconomie aan te jagen en nieuwe verdienmodellen voor voedselketens te bevorderen. Een eigen ontwikkelingsbudget heeft de Food Council niet. Het enige wat Rotterdam ervoor vrijmaakt is ambtelijke tijd.

niet alleen gedaan. Het Schieblock is eigendom van vastgoedbeheerder LSI. Wat Rotterdam gedaan heeft, is het proces faciliteren en zorgen dat de juiste vergunningen worden afgegeven. Food Council De Dakakker bovenop het Schieblock wordt bijgehouden en beheerd door het Rotterdam

Milieucentrum. Naast de productie van groente, die wordt verkocht aan een aantal plaatselijk restaurants, is een belangrijk doel ook voorlichting aan de Rotterdamse schooljeugd. Een andere activiteit van dit Milieucentrum is het opleiden van milieuvoorlichters, die Rotterdammers kunnen voorlichten op het gebied van bijvoorbeeld isolatie. Volgens Van Huffelen is dat een zeer

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4462

www.stad-en-groen.nl

45


Boompje groot, plantertje niet dood Integrale beplanting in Prins Bernhardbos Circa vijftien jaar geleden werd het Prins Bernhardbos bij Hoofddorp aangeplant. Een deel ervan is op de traditionele manier aangeplant, een ander deel volgens de zogenaamde integrale beplantingsmethode. Dat betekent dat er aanlegruimte is voor de toekomstige plantengroei. Met deze methode streeft men ernaar om niet te hoeven dunnen en snoeien. Frits Ruyten, landschapsarchitect en ontwikkelaar van de methode, vertelt over de verschillen die hij na ruim een decennium ziet. Auteur: Santi Raats

Ontwerp, aanleg en beplanting zijn vanaf de jaren 70 steeds verder uit elkaar gegroeid. Gemeentes werden steeds groter en er werden gespecialiseerde afdelingen opgericht voor beplantingsprocessen. Ook werden opdrachten vaker openbaar in de markt gezet, wat de samenwerking tussen partijen niet bevorderde. Als gevolg daarvan was het beplantingsproces niet langer integraal, maar opgesplitst. Ruyten heeft de naam ‘integrale beplantingsmethode’ bedacht omdat hij uitgaat van uitgebreide plantenkennis bij alle disciplines, in elk geval kennis van de groeicurven van plantmateriaal, en uit wil gaan van verbeterd overleg tussen deze afdelingen. Met andere woorden: hij wil het beplantingsproces weer integraal maken.

46

www.stad-en-groen.nl

Praktisch probleem In 1983 richtte landschapsarchitect Frits Ruyten zijn eigen bureau op en liep hij direct tegen een praktisch probleem aan: hij zag dat door gebrek aan kennis over de groeicurven van plantmateriaal de meeste struiken, planten en bomen te dicht op elkaar werd geplaatst. Noodgedwongen moest, naarmate het plantmateriaal groeide, daarna gedund worden om het beeld overeind te houden. Het resultaat was dat de bomen die daardoor in vrijstand kwamen te staan, nooit meer mooi in de breedte groeiden. Ze hadden te lang in concurrentiestand gestaan. Dunnen om plantmateriaal vrij te zetten, gebeurt nog alle dagen. Eigenlijk is dat zonde van de tijd, het geld en de middelen, zo redeneert Frits Ruyten. Meer dan twintig jaar na de oprichting van zijn

bureau promoveerde hij aan Wageningen UR op het onderwerp ‘De integrale beplantingsmethode, naar een dynamische benadering voor het ontwerpen van beplantingen: ruimte reserveren voor de dynamiek van de plant’. Hierbij wordt meestal uitgegaan van vrijstand en, ook indien dat niet zo is, de afwezigheid van snoei of dunning. Hierbij wilde Ruyten aantonen dat integrale aanplant minder beheerkosten betekent dan traditionele aanplant. De integrale beplantingsmethode kreeg later ook de naam ‘methode-Ruyten’ of ‘integrale methode’. Prins Bernhardbos Voor zijn proefschrift deed Ruyten een berekening betreffende aanleg en onderhoud van een jonge aanplant in het Polderpark te Almere, in


vergelijking met wat de kosten zouden zijn bij integraal beplant materiaal. Ook startte hij een inventarisatie van de totale aanleg- en onderhoudskosten van het dertig jaar geleden aangelegde Bakenhofpark in Arnhem en berekende hij de kosten die er zouden zijn bij de integrale methode.

De methode-Ruyten houdt rekening met de groei van de plant door er genoeg ruimte voor te reserveren, ook voor de onderbeplanting. Hierdoor zijn van elke plant of boom de kenmerken, zoals takstructuur, bloeiwijze of herfstkleur, goed zichtbaar.

Frits Ruyten

Als derde project werd in het voorjaar van 1999 het Prins Bernhardbos aangelegd in opdracht van de boomkwekerijsector, Plant Publicity Holland en de provincie Zuid-Holland. De boomkwekerijsector wilde aantonen dat met de aanplant van groter plantmateriaal direct een bruikbaar park zou ontstaan tegen minimale onderhoudskosten. Nabij Hoofddorp, op de oude kleibodem van het Haarlemmermeer, werd op een nog drassige grond het park aangelegd. In allerijl, omdat de nabij gesitueerde Floriade haar bezoekers op een mooie zichtas wilde kunnen trakteren. Er was overeengekomen dat Frits Ruyten er zijn onderzoek in de praktijk zou kunnen uitvoeren: de integrale beplantingsmethode werd toegepast, zij aan zij met de traditionele beplantingsmethode. Direct na de opening van het bos, die nagenoeg samenviel met de opening van de Floriade 2002, waar prins Bernhard een grote eik plantte, werd er omgevingspsychologisch onderzoek gedaan. Bezoekers vonden de vrije, in lagen aangebrachte en gevarieerde aanplant met doorkijkjes aan de ene kant van het bos een veiliger gevoel bieden dan de monotone rijen compacte bomenstaken aan de andere kant van het bos. Ook kregen de bezoekers, veelal mensen die hun hond uit-

lieten, de indruk van een ‘bosachtige structuur’ bij de integrale methode, terwijl de traditionele aanplant veel lager was en echt nog in de kinderschoenen stond. Traditionele aanplant Ruyten legt de oorsprong van de traditionele aanplantmethode uit: ‘Vroeger hadden we te maken met productiebossen. Het gekapte hout werd verkocht. Maar de productiebossen zijn grotendeels verleden tijd. Het is tijd voor omschakeling naar een nieuwe manier van aanplanten.’ Voor de perspectivische werking bij aanvang is voor bomen voornamelijk de kroonbreedte belangrijk en niet de stamomtrek. Van alle in Nederland geschikte bomen en planten kan Ruyten realistische groeicurven onder locale omstandigheden onderzoeken en verwerken in een groeisimulatie, ofwel een beplantingsfilm. Daarmee kunnen opdrachtgevers precies zien hoe plantmateriaal zich ontwikkelt in de loop van de tijd. Boompje groot, plantertje niet dood Zo’n twaalf jaar na aanplant bezoekt de redactie het Prins Bernhardbos met Ruyten. De planten en bomen hebben zich aan integrale en traditionele zijde ontwikkeld volgens de groeicurve. Zij laten een behoorlijke groei zien. ‘Alles is meters de lucht in geschoten en een stuk dichter naar elkaar toe gegroeid’, zegt Ruyten. Er is na tien jaar tijd wederom een omgevingspsychologisch onderzoek uitgevoerd naar de aanblik van het gegroeide bos. ‘Het bos is in zijn geheel veilig en

Traditionele aanplant in rijen in het Prins Bernhardbos

www.stad-en-groen.nl

47


aantrekkelijk gebleken. Het integraal aangeplante gedeelte wordt als aantrekkelijk ervaren door de aanblik van de struiken en bomen en hun bloeiwijzen, die goed naar voren komen doordat ze op ruime afstand van elkaar staan.’ Een wandelende bezoeker verklaart: ‘Het is prettig vertoeven in dit park. Ik zie duidelijk verschil tussen beide aanplantvormen. Ik vind de integrale aanplant mooier en waardeer de wandelruimte tussen de beplanting. Maar de dichte monotone traditionele beplanting geeft ook een leuke afwisseling met de gevarieerde vrijstaande aanplant.’ Kostenbesparing Ruyten heeft in zijn onderzoek aangetoond dat de integrale beplantingsmethode in eerste instantie duurder is door de aanschaf van vaak groter plantmateriaal, maar dat die kosten zich in de loop van de tijd snel terugverdienen door de besparing op beheerkosten. Het toenmalige

Instituut voor Mechanisatie, Arbeid en Gebouwen (Imag), een onderdeel van Wageningen Universiteit, heeft aanleg- en onderhoudshandelingen in tijd en geld uitgedrukt. Volgens dit instituut bedragen de aanlegkosten bij de integrale methode in het Prins Bernhardbos het dubbele in vergelijking met aanplant bij de traditionele methode, maar is de integrale methode nagenoeg onderhoudsvrij, zodat deze per saldo goedkoper is. ‘Dit valt te bereiken door goed groeionderzoek te doen naar plantmateriaal, zodat je weet hoeveel ruimte je ervoor moet reserveren om die boom of struik te laten staan. Dan hoef je geen kleine plantjes aan te poten en die dicht op elkaar te zetten, maar schaf je meteen groot plantmateriaal aan. Dit zorgt voor direct effect en voor minder onderhoud qua dunnen en snoeien. Vaak is dunnen ook geen garantie voor succes, omdat bijvoorbeeld wilgen, eiken en essen bovengronds even hard weer uit

kunnen lopen. En inzet van chemische middelen daartegen is natuurlijk verboden. Bovendien is het in de praktijk moeilijk om uit te maken welke soorten dunning nodig hebben en welke niet. Tot slot wordt niet alleen vaak gedund om ruimte voor de planten te creëren, maar ook om weer zonlicht op het maaiveld te laten vallen. Veel mensen vinden de kap van het zojuist tot wasdom gekomen groen die dan plaatsvindt, zonde. Het kost bestuurders veel moeite om aan burgers zulke beslissingen uit te leggen.’ Groot plantmateriaal De integrale methode levert volgens Ruyten een aanvangsbeeld op waarbij grote planten en struiken op grotere afstand van elkaar staan en kleine plantjes wat dichter bij elkaar. Er wordt vaker groot plantmateriaal ingezet om snel tot een beeld te komen, maar dat gebeurt niet standaard. ‘Wel of niet inzet van groot plant-

De integrale beplantingsmethode laat al het plantmateriaal van meet af aan goed tot zijn recht komen. Deze zichtas laat openheid, variatie en hoogteverschillen in plantmateriaal zien.

48

www.stad-en-groen.nl


Frits Ruyten merkt in de praktijk een probleem op: bomen die op de traditionele manier zijn geplant en na dunning in vrijstand komen te staan, groeiden nooit meer mooi in de breedte. Ze hebben te lang in concurrentiestand gestaan.

'De integrale methode levert volgens Ruyten een aanvangsbeeld op waarbij grote planten en struiken op grotere afstand van elkaar staan en kleine plantjes wat dichter bij elkaar' materiaal hangt af van de situatie’, verklaart hij. ‘Het kan zijn dat je er in een park meteen effect mee bereikt, of dat laanbomen in een grote maat een mooiere, evenwichtige kroon en takstructuur garanderen dan jongere bomen, die nog begeleidingssnoei nodig hebben op de nieuwe plantplaats. Maar in een natuurlijke omgeving kun je ook heel goed kleine planten inzetten om bijvoorbeeld een struweelvorm te creëren. Kleine bodembedekkers maken het geheel sluitend. Maar ook later levert de integrale methode een grotere creatieve waarde op dan de traditionele beplantingsmethode met zijn dichte aanplant met eenzijdig sortiment. Daarnaast biedt deze gevarieerde beplanting volgens de integrale beplantingsmethode een grotere biodiversiteit met de grootst mogelijke opvangcapaciteit voor fijnstof, stikstof of CO2 door de filterende werking en door de luchtturbulentie die de beplanting

teweegbrengt. Omdat alle planten hun volledige levenscyclus kunnen doormaken, is dit ook nog een duurzaam gebruik van het plantmateriaal.’ Toekomst Ruyten, trompettist in een symfonieorkest, legt zijn methode en filosofie graag uit door vergelijkingen te trekken met de samenstelling van muziek en symfonieën. De ruimte voor plantengroei vergelijkt hij met het bereik van een instrument en de plantensoort met de klankkleur van het soort instrument. Is hij een dromer? Hij vertelt dat Patrick Jansen van Probos zijn ideeën eerder te vooruitstrevend noemt, dat de bosbouw en groenwereld er wel oren naar hebben, maar er nog niet klaar voor zijn. Wel geeft de landschapsarchitect te kennen dat hij met zijn beplantingsmethode regelmatig op weerstand stuit in de groenwereld. ‘De groenwereld is traditioneel en zeer behoudend. Het is moeilijk om erdoorheen te breken, ook al zie je in één oogopslag dat een beplantingsfilm, die een heel bestek kan vervangen, veel gemak kan opleveren en dat de integrale methode kosten bespaart.’ De redactie ziet wel gebeuren dat zijn wijze manier van aanplanten Nederland zal veroveren, maar vraagt zich af of Ruyten dit zelf nog zal meemaken. Om de methode goed te laten werken, moeten gemeentes, bureaus en aannemers kennis delen en het proces integraal aanpakken. Maar ook verandert na de aanplant de rol van de boombeheerder en boomverzorger drastisch: dunnen zal onnodig worden, snoei vaak ook. ‘Op de kwekerij moet naar andere plantmaten toege-

werkt worden voor integrale beplanting; daar zijn extra mensen voor nodig tegen die tijd’, bedenkt Ruyten met een blik naar de toekomst. ‘Maar ook vanwege de omzetting van alle traditionele aanplant naar integrale aanplant is het werk voor boomverzorgers en hoveniers nog tientallen jaren verzekerd.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4463

www.stad-en-groen.nl

49


Nieuw landgoed bij Zeewolde biedt bos en water voor scouting Maatschappelijke participatie op en top

De circa 100.000 scouts in Nederland krijgen er een prachtige verblijfplaats bij: scoutinglandgoed Zeewolde. Initiatiefnemer is Scouting Nederland. Een kampeer- en activiteitenterrein om niet alleen veilig in de nabijheid van bos en water te spelen en avonturen te beleven, maar ook om iets te leren. Scouting is a way of life. Vrijwilligers passen de in hun scoutingtijd aangeleerde competenties toe in hun beroep en andersom blijven ze hun inbreng leveren bij scouting of andere vrijwilligersorganisaties. Auteur: Broer de Boer

Eind 2013, na een lange periode van voorbereiding, ging de gemeenteraad van Zeewolde akkoord met een nieuw bestemmingsplan. Hierdoor was Scouting Nederland in de gelegenheid een 40 hectare omvattend landgoed in het Horsterwold in gebruik te nemen. Dit scoutinglandgoed komt te liggen aan de oevers van het randmeer, het Nuldernauw. Deze plek met ruimte, bos en water biedt scouts uit binnen- en buitenland vanaf 2015 de gelegenheid om te kamperen en hun outdooractiviteiten te organiseren. Daarnaast zal Scouting Nederland het terrein

50

www.stad-en-groen.nl

ook gebruiken om trainingen aan de vele vrijwilligers in hun organisatie te geven. 100.000 scouts Nederlands grootste jeugd- en jongerenorganisatie telt meer dan 100.000 scouts. Circa 25.000 kaderleden, allen vrijwilligers, begeleiden deze meiden en jongens. In zo’n 85 procent van de Nederlandse gemeenten bevinden zich wel een of meerdere scoutinggroepen met clubhuis en terrein. Dat de organisatie met ongeveer 1.000 groepen iets betekent op het gebied van burger-

participatie is helder. Fedde Boersma, adjunctdirecteur van Scouting Nederland: ‘Vaak zie je dat scouts later ook zelf vrijwilliger worden. Als jeugdlid valt er veel te leren tijdens de “opkomsten”, maar ook als vrijwilliger kun je enorm veel leren door het omgaan met de scoutingjeugd. En heel vaak zie je dat scouts vanuit hun uiteindelijke beroep ook in andere vrijwilligersorganisaties hun steentje bijdragen aan de maatschappij.’ Vrijwillig karakter Bij het ontwerpen van en nadenken over de


gere op vrijwillige basis, waarbij natuur, techniek en water een belangrijke rol spelen. Het buiten zijn als plaats voor de activiteiten neemt daarbij een belangrijke plaats in.’ De inrichting van het terrein vindt dan ook plaats in harmonie met de natuur en het milieu. Uit de mond van Fedde Boersma klinkt het dan ook als een vanzelfsprekendheid dat de scouts en de vele vrijwilligers intensief bij dit grootse project worden betrokken: het omvormen van een populierenbos tot een meer open boslandschap met waterpartijen, dat meer variatie biedt voor verschillende planten en dieren: ‘We gaan een enorme uitdaging aan, omdat vergroting van de natuurwaarden op het terrein een doel is. Het terrein ligt in Natura 2000/EHS-gebied. Dat daar straks met name gedurende de zomer honderden scouts rondlopen, doet daar geen afbreuk aan’, volgens Boersma. ‘Sterker nog: scouts kunnen zelf meehelpen en met ideeën komen, zoals takkenhopen aanleggen waarin ringslangen zich thuis voelen. Natuureducatie of educatie in de natuur is juist belangrijk voor de jeugd die aan scoutingactiviteiten deelneemt. Voor SBB was het in aanraking brengen van scoutingkinderen en -jongeren met de natuur een belangrijke reden om medewerking te verlenen. En wees eens eerlijk: het is toch straks vet cool voor de jeugd als er ’s ochtends bij het wakker worden opeens reeën voor hun tent staan?’

inrichting van het nieuwe terrein kan de expertise van de actieve vrijwilligers dan ook niet gemist worden. Zo is het ontwerp van het terrein door scoutingvrijwilligers gemaakt. ‘Daarbij heeft de Dienst Landelijk Gebied ons geadviseerd over een natuurvriendelijke inrichting en kapt Staatsbosbeheer de bomen. Daarmee wordt er ruimte gemaakt voor de aanleg van nieuwe natuur in de vorm van gevarieerder bos en mooie waterpartijen. Maar het allerbelangrijkste zijn natuurlijk de scouts zelf die het terrein gaan inrichten, want het hoofddoel van Scouting is al ruim 100 jaar: ‘Het ontwikkelen van kind en jon-

Vrij toegankelijk Fedde Boersma heeft wel een misverstand uit de weg moeten ruimen bij de polderbevolking: ‘Het is geen terrein waar frequent 10.000 scouts bijeen gaan komen. Op basis van het bestemmingsplan is dat zelfs onmogelijk. Dit voorziet er bijvoorbeeld in dat dergelijke grote evenementen slechts eenmaal per jaar en gedurende maximaal 14 dagen mogelijk zijn. Wel kunnen we een paar keer per jaar kleinere evenementen organiseren en wordt het terrein permanent als groepskampeerterrein voor kinderen en jongeren gebruikt. We stellen ons maximaal transparant op: het bosterrein, waarin nu bijvoorbeeld paden voor mountainbikers en ruiters liggen, blijft dus vrij toegankelijk voor het publiek. Fietsers en ruiters blijven van harte welkom op ons landgoed; dat is zowel leuk voor scouts als voor bezoekers.’

Scoutinglandgoed Zeewolde in getallen Totaal oppervlak: 44 ha vast in gebruik, 17 ha extra beschikbaar voor de grote jaarlijkse evenementen Terreinen vast in gebruik: 44 ha Terreinen voor grotere activiteiten: 17 ha Oppervlak vijvers: ca. 4 ha Gebouwen: • magazijn voor kampeermateriaal (ca. 600 m2) • Verblijfsaccommodatie voor kampen en trainingen: 40-80 bedden • Beheergebouw voor beheer groepskampeerterrein met ruimte voor vrijwillige staf, sanitair voor kampeerders en uitleen van kampeermateriaal (hout en touw, stooktonnen, materiaal om vlotten te bouwen) • Flexibele (verwijderbare/opschaalbare) aanlegsteigers waterscouts Groepskampeerterrein met ruimte voor 500 kampeerders per nacht Evenementen: • max. 10 keer per jaar evenementen tot 1000 personen • max. 1 keer per jaar evenementen tot 10.000 personen (maximaal 14 dagen) belangrijke grote evenementen: • Nationale Jamboree en Nawaka (Nationaal Waterkamp), beide eens per 4 jaar • ‘Scout-In’ (evenement voor vrijwilligers), eens per 2 jaar • kleinere evenementen, zoals regiokampen en de landelijke scoutingwedstrijden

Voortgang Staatsbosbeheer is vóór de kerst 2013 al begonnen met het ruimen van ongeveer 20 hectare bos, met voornamelijk populieren. Deze klus moet in verband met de bepalingen in de

www.stad-en-groen.nl

51


Vier scouts, burgemeester Gerrit Jan Gorter van Zeewolde en voorzitter Boudewijn Revis van Scouting Nederland onthulden eind februari het bouwbord aan de rand van natuurgebied het Horsterwold bij Zeewolde. Deze onthulling vormt, in combinatie met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met Staatsbosbeheer, de officiële start van de aanleg van scoutinglandgoed Zeewolde.

Boswet en de Flora- en faunawet voor 15 maart aanstaande geklaard zijn. Een deel van de stobben zal gebruikt worden om wallen te maken. Het takhout gebruikt SBB als grondstof voor duurzame energie voor de biomassacentrale. Bij het graven van vijvers en greppels komt ook circa 70.000 kubieke meter grond vrij. Wat gaat Scouting Nederland daarmee doen? Fedde Boersma: ‘Die grond gebruiken we om het hele gebied circa 30 cm op te hogen, teneinde het probleem van een hoge grondwaterstand door kwelwater en het ontbreken van drainage op het scoutinglandgoed te tackelen. De waterpartijen worden speelse, aflopende waterpartijen, zodat in de kant nieuwe natuur kan ontstaan waarin dieren kunnen leven. Ook voor de kinderen is dit leuk om te spelen; we willen bijvoorbeeld eilandjes maken. Echt spannende natuur om in te spe-

52

www.stad-en-groen.nl

len, dus! Wat er overblijft, kunnen we gebruiken om reliëf aan te brengen, goed voor de natuur en leuk voor de beleving. De feestelijke opening staat gepland voor september 2015. Dan zijn niet alleen de permanente mogelijkheden om te kamperen gereed, maar kunnen we ook ons eerste grote scoutingevenement voor 5000 scouts houden.’ Fedde Boersma: ‘Naast kampeervelden komt op het terrein ook een beheergebouw met ruimte voor materiaalopslag, een verblijfsaccommodatie waarin de jongste kinderen kunnen overnachten en een permanente infrastructuur van paden en elektriciteit.’ En dat een groot scoutingevenement iets substantieels is, blijkt uit de organisatie van het grootste waterevenement van Europa: het Nawaka. Voor dit tiendaagse waterscoutingevenement in Roermond, deze zomer, hebben zich reeds een kleine 4.000

scouts opgegeven. De organisatie telt 900 vrijwillige medewerkers uit het hele land, die in verschillende teams dit evenement begeleiden. Steun politiek Momenteel heeft Scouting Nederland her en der in Nederland twaalf locaties waar groepen scouts hun avonturen kunnen beleven en zomer- en weekendkampen kunnen houden. Deze terreinen zullen overigens blijven bestaan. Over de reden van de stichting van het grote, landelijk bruikbare terrein in Zeewolde, vertelt Fedde Boersma het volgende: ‘Het wordt steeds lastiger om een geschikt terrein voor grote evenementen te vinden dat aan de randvoorwaarden van Scouting voldoet. Centraal in het land met bos, water en uitdagende natuur waarin activiteiten georganiseerd mogen worden. Daarnaast maakt het


Staatsbosbeheer nu een optimale locatie met bos aan het Randmeer hebben gevonden. Ik zou er iets van maken als: Voor alle soorten scouting: landscouts, waterscouts en luchtscouts kunnen straks op één locatie terecht.

'Momenteel heeft Scouting Nederland her en der in Nederland twaalf locaties waar groepen scouts hun avonturen kunnen beleven' We hebben nu een evenemententerrein in het bos met binnen- en buitendijks mogelijkheden voor scoutingkampen. ‘s Winters gaan we alleen gebruikmaken van de terreinen binnen de bedijking en worden zelfs de aanlegsteigers die de waterscouts gebruiken voor hun activiteiten verwijderd. Dit in verband met de rust voor de overwinterende watervogels. Met dit terrein kan Scouting Nederland de komende 30-50 jaar vooruit. Daarom denken we nu ook al aan duurzaamheidsinitiatieven en gaan we bij de inplant van

Bestaande situatie

Scoutinglandgoed Zeewolde

Scoutinglandgoed Zeewolde OVERZICHTSKAART

Scouting Nederland 13 februari 2014

Nieuwe situatie

ontbreken van een permanente infrastructuur het realiseren van tijdelijke voorzieningen ook in een vrijwilligersorganisatie extra duur. Bovendien wordt het steeds lastiger om alle benodigde vergunningen voor grote evenementen te krijgen bij lokale overheden.’ ‘Verschillende overheden en politici hebben zich sterk gemaakt voor een grote permanente locatie

voor Scouting zoals die in Zeewolde gaat verschijnen. Feitelijk dateert het plan dat we nu uitvoeren al van voor 1980. De afgelopen jaren is ons plan in sneller vaarwater terechtgekomen, dankzij de inzet van oud-Kamerlid Ger Koopmans en de toezegging van oud-minister Veerman van LNV om ons te helpen bij het vinden van een dergelijk terrein. We zijn heel blij dat we met hulp van de provincie Flevoland, de gemeente Zeewolde en

Fedde Boersma

www.stad-en-groen.nl

53


ng 1 Ja ar ga 20 13 nr. 1,

e nieuw d? ordt de kbla Wat w or dit va win vo uze en naam uw ke Londen k aa M p naar en.nl een tri d-en-gro sta www.

Am bi

rb tie , ve

ee ld in

al g, re

ch ni en te is at ie

en de op ek in

ba re

ru im

Het nieuwe vakblad voor de Openbare Groenvoorziening

te

ru bare to: , Nefy in de open im e h t n te saa Jo Ot glyfo race.’ od op ‘Verb lopen e g n e e g g no

imte

e emisch iet-Ch • m•N veren must ypericu t meer inno Ga H ennaar • g n oe teit e -en-groen. tse li a m a r la www.stad w o fp ct -k omst nl ekeen •A graa e se voor to e r n b e e e d p w ro sho •G van gratis abonnement nmo Work Boom rijding pten • Clea ndeel llen • idbest me olksaa ce Onkru ixels te eer moet v e modernis tiecon h garan tels, maar p ig e e d n sb n e ku tbo Gro w a dis u ta n o S e b e at • •G eden meer glyfosa gen het st od op cht te • Verb Aankla • n e word

Gemeentelijke groenbeheerders

1108 ex.

Bosbouw en recycling

58 ex.

Beleidsambtenaren

879 ex.

Landschaparchitecten Ontwerpers

370 ex.

Stad+Groen/Openbaar Groen wordt verspreid in een controlled circulation met een oplage van gemiddeld 4500 exemplaren.

Industrie en dealers tuin en park machines

797 ex.

Adviesbureaus

49 ex.

Groenaannemers (VHG)

732 ex.

Overig

507 ex.

Ook werkzaam in het groen? Meld je nu aan voor een gratis abonnement in 2014

www.stad-en-groen.nl


bomen rekening houden met zichtlijnen’, aldus Fedde Boersma.

‘Ook de scouts betrekken we nadrukkelijk bij dit geweldige project' Duurzaam En ideeën zijn er, evenals kennis bij vrijwilligers en ervaringen met initiatieven op het gebied van duurzaamheid. Trajecten om na te denken over water- en energiebesparing, de opwekking van duurzame energie en afvalscheiding zijn pas opgestart. Bij het scoutingkampeerterrein St. Walrick in de Overasseltse en Hatertse vennen nabij Nijmegen is veel ervaring opgedaan met duurzaamheidsconcepten. Daarover geeft de site van deze locatie meer informatie: www. stwalrick.nl. In het belichtingsplan van scoutinglandgoed Zeewolde wordt rekening gehouden met de aanwezigheid en verdere uitbreiding van de populatie vleermuizen. Fedde Boersma: ‘We hebben daarnaast met een aantal mensen ook een brainstormsessie gehouden, waar een honderdtal ideeën uitgekomen is. Zo kwam er ook een suggestie naar voren om fruitbomen op te nemen of een klein arboretum in te richten. De realisatie van het terrein heeft echter voorrang. Met die specifieke projecten zal het allemaal wel goedkomen: scouts zijn doeners; je moet ze niet betrekken bij ingewikkelde procedures!’

Chris Verstappen van Ibor Advies is als kernteamlid, vakman in het groen, fanatieke scout én vrijwilliger betrokken bij de aanleg van het Scoutinglandgoed in Zeewolde. Verstappen stond mede aan de basis van dit artikel. Verstappen: Ik heb veel geleerd bij Scouting en vind dat de jeugd van Nederland hier ook de kans voor moet krijgen.’ Verstappen is vooral betrokken bij de uitvoering en de begeleiding van de studenten die hun bijdrage leveren aan de ontwikkeling van dit landgoed.

Hogeschool Van Hall Larenstein onder begeleiding van een docent behoorlijk wat werk verzet voor de realisatie. De eerste resultaten daarvan zijn zichtbaar in de praktische aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling en aanleg van het terrein. Bij de inrichting krijgt Scouting Nederland hulp van verschillende andere opleidingsinstituten en vele vrijwilligers. Zo wordt er ook samengewerkt met het Opleidings- en trainingscentrum Genie van Defensie. Dat zijn bijdragen van onschatbare waarde!’ Het volledige plan van aanpak, inclusief natuurinrichting, kaarten en bomenplan zoals DLG dat schreef voor Scouting Nederland, vindt u op de site: www.scoutinglandgoed.nl.

Ondersteuning Het terrein moet in 2015 gereed zijn. Maar mogelijk kunnen er reeds eerder ‘proefkampen’ gehouden worden. Lars Vermeij, verantwoordelijk voor de communicatie: ‘Ook de scouts betrekken we nadrukkelijk bij dit geweldige project. Daarvoor gebruiken we onder andere social media. Maar we hebben ook een sessie georganiseerd met deskundigen uit diverse branches en vrijwilligers uit het land, die weten wat bij scouts leeft en die bij de lokale activiteiten betrokken zijn. Scouting Nederland krijgt tot dusverre geen overheidssubsidie. Voor plaatselijke scoutinggroepen kan dat overigens anders liggen. Onze organisatie hecht veel waarde aan de ontwikkeling van jongeren. Scouting biedt studenten van Hogeschool Van Hall Larenstein de kans zich in de praktijk te ontwikkelen. Naast DLG hebben studenten van

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4456

www.stad-en-groen.nl

55


Verhalen van schade aan bomen Schade heeft niet alleen gevolgen voor een boom. Het kost de beheerder ook geld, bijvoorbeeld voor extra onderzoek en onderhoud of voor de aanschaf van een nieuwe boom. Het verhalen van schadekosten geeft vaak veel rompslomp. Dit is een van de redenen dat schade aan bomen maar zelden wordt verhaald.

Waar wringt de schoen? Een kort inventarisatierondje maakt al snel duidelijk waar de schoen wringt: vooral in de eigen organisatie. De boombeheerder laat bij schade aan bomen een taxatierapport opstellen en zet dat door naar de juridische afdeling. Soms wordt het daar opgepakt, maar vaak ook niet. De investering voor het taxatierapport is dan al wel gedaan; weg geld. Of wanneer de juridische afdeling het wel goed oppakt, wordt het geld gestort in de pot ‘Algemene middelen’. Er is in dit geval weliswaar uitgekeerd, maar het geld is voor de boombeheerder onbereikbaar. Dat doe je als boombeheerder dus geen drie keer. Als we inzoomen op het juridische gedeelte lijkt het alsof de gemeentelijke jurist niet opgewassen is tegen het verweer van de wederpartij. Verzekeraars weten schijnbaar de juiste snaar te raken om de gemeentelijke jurist in het geval van bomen te laten wankelen. Ontkennen, uitstellen en frustreren is het beleid. Vooral het onder vuur nemen van de rekenmethode NVTB is een gelief-

56

www.stad-en-groen.nl

de sport. En als de bal dan een paar keer in het gezicht is gespeeld, wordt een boomschadedossier snel onder in de la gelegd om er vervolgens nooit meer naar te kijken. Wat als er wel wordt doorgepakt en de zaak voor de rechter dreigt te komen? Volgens geïnterviewden grijpt dan de politiek vaak in… Schade aan bomen binnen contracten is iets van andere ordegrootte. Schijnbaar wegen de belangen van de aannemer zwaarder dan die van bomen. Althans, dat lijkt vooral de politiek te vinden. Het mogelijk niet halen van de opleverdatum of de dreiging van mogelijke claims van de aannemer zijn redenen om het hoofd snel af te wenden. En is men wel bereid de schade te verrekenen met de eindafrekening? Dan blijken er soms zulke grote gaten in het bestek te zitten dat hierdoor alle sneeuw voor de zon verdwijnt. De boombeheerder blijft zitten met bomen die vaak levenslang extra zorg nodig hebben.

Schadeverhaal, kan het ook anders? Jazeker, gelukkig kan het ook anders en zijn er bureaus zoals Cobra die weten hoe je moet ontzorgen. Bureaus waar alle ingrediënten aanwezig zijn voor een goed schadeverhaal en er sprake is van een weldoordacht proces voor een goede claimafwikkeling. Bij Cobra hebben ze hiervoor Cobra’s boomschadetaxatieservice. Boomschadetaxatieservice De taxateurs van Cobra stellen niet alleen schaderapporten op, ze gaan veel verder. Cobra neemt desgewenst ook de hele claimafwikkeling uit handen. En om het een boombeheerder helemaal makkelijk te maken, kan Cobra de schade bijvoorbeeld ook in zijn geheel overnemen. De boombeheerder weet dan meteen waar hij aan toe is; geen rompslomp meer! De eerste stap is het melden van de schade via het schadeformulier of schademeldingen-app van Cobra. Een taxateur beoordeelt de boomtechnische schade en mogelijke waardevermindering


op basis van de aangeleverde foto’s. Als er een significante waardevermindering is en de schade lijkt juridisch goed verhaalbaar, wordt de schade ter plaatse opgenomen en stelt de taxateur een taxatierapport op. Met het taxatierapport kan de boombeheerder, samen met de juridische afdeling van de gemeente, de claimafwikkeling in gang zetten. Wanneer Cobra een schade geheel of gedeeltelijk overneemt, zijn verschillende constructies denkbaar. Naast het geheel overkopen van een schade kan er ook gedacht worden aan constructies als ‘no cure, no pay’ of ‘no cure, less pay’. Wat kost het? Het melden en laten beoordelen van de schade via de website van Cobra of de schademeldingen-app is kosteloos. Voor het taxeren van de schade en het opstellen van een taxatierapport worden vaste prijzen afgesproken. Net zoals voor het beoordelen van de juridische verhaalbaarheid en het versturen van de sommaties. Alleen voor de kosten van het gerechtelijke traject kan vooraf geen prijs bepaald worden. De tijdsinvestering is op voorhand namelijk moeilijk in te schatten. Neemt Cobra de schade in zijn totaliteit over? Dan is direct duidelijk wat het schadebedrag is dat wordt uitbetaald en zijn er geen extra kosten.

Joost Verhagen is directeur/eigenaar van de vijf Cobra-loten; Cobra boomadviseurs bv, Cobra planadviseurs bv, Cobra ecoadviseurs bv, Cobra geoadviseurs bv en Cobra groenjuristen. Cobra is sinds 2000 actief in het groene domein van de openbare ruimte. Joost, registertaxateur-VRT en lid van de NVTB, is een autoriteit op het gebied van schade aan bomen. Samen met boomjurist Kitty Goudzwaard en een team van veelzijdig specialisten staan zij garant voor een gedegen taxatie en vloeiende claimafwikkeling. Voor vragen over Cobra’s boomschadetaxatieservice kunt u contact opnemen met Joost Verhagen. Hij is bereikbaar op telefoonnummer 088 – 262 72 00 of per e-mail: Joost. Verhagen@Cobra-adviseurs.nl. Bedrijf: Cobra adviseurs Naam: Joost Verhagen Functie: Directeur Plaats: Wilbertoord, Cuijk, Meppel, Pijnakker Omvang: 25 medewerkers Thema: Cobra’s boomschadetaxatieservice

Dit artikel is geschreven onder de verantwoordelijkheid van Cobra Adviseurs. Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4469

www.stad-en-groen.nl

57


Heijmans Rosmalen verkoopt groen en golf via managementbuy-out Gerard van der Werf en Frans Reulink: ‘Wij zitten korter op de bal als directie’ Twee zittende managers hebben het bedrijfsonderdeel groen & golf van Heijmans in Rosmalen overgenomen. Dit zijn Gerard van der Werf en Frans Reulink. Directeur Jos Opdam blijft werkzaam bij de sporttak van Heijmans. Het nieuwe bedrijf gaat verder onder de oude naam De Enk Groen & Golf. Auteur Hein van Iersel Iets over jullie zelf? Op dit moment zijn wij beiden bedrijfsleider bij het onderdeel sport en groen van Heijmans Wegen. In het nieuwe bedrijf, dat door ons samen is opgericht, vormen wij met onze financiële man Stan Moerkes het directieteam. Moedige stap. Wie durft dat in deze tijd? Wij durven dat in deze tijd en niet zonder reden. De activiteiten die wij van Heijmans overnemen, zijn uitermate gezond. We hebben mooie referentiewerken gemaakt en mooie opdrachten in de orderportefeuille. De medewerkers die met

58

www.stad-en-groen.nl

ons overgaan naar het nieuwe bedrijf, werken met veel passie en zijn uiterst vakkundig. Samen met deze mensen willen wij dit voortzetten en nog vele mooie en aansprekende projecten maken en onderhouden. Deze meerwaarde wordt door klanten steeds meer gewaardeerd. Wij zijn overtuigd van een mooie en gezonde toekomst voor ons bedrijf. Hoe gaat het nieuwe bedrijf eruitzien en waar gaan jullie je vestigen? Ons bedrijf blijft zich, net als nu, focussen op aanleg en onderhoud van groenvoorzieningen,

daktuinen, terreininrichtingen en golfbanen. Met ingang van 1 april, als wij ons gevestigd hebben in Renkum, hebben wij ruim 100 vaste medewerkers in dienst. In het seizoen huren wij daarbij een flexibele schil in van 60 tot 70 seizoenmedewerkers. Met deze 170 medewerkers bouwen en onderhouden wij de projecten in de disciplines zoals eerder beschreven. De verhouding groen/ golf is 70/30. Als het gaat om onderhoud en beheer/aanleg, dan is de verhouding 60/40. Met name door dit hoge percentage (60%) groen-engolfonderhoudscontracten is er een stabiele basis voor ons bedrijf.


trend verstrekt doorgezet worden. Wij voeren niet alleen heel mooie projecten uit op Paleis Het Loo te Apeldoorn, bij Visio te Breda en in Park Berg en Bos te Apeldoorn, wij spannen ons ook in om, met opdrachtgevers en architecten, optimale aansluiting te vinden bij de gebruikers van het groen wat wij realiseren. Onze service en onze manier van ontzorgen van klanten staan hoog in het vaandel en dat gaan we verder uitbouwen. Bij ons krijgt de klant niet alleen een vakman, maar ook een ontzorger. We zijn een bedrijf dat ervoor zorgt dat problemen en hiaten niet eens bekend worden bij de klant. Op het gebied van innovatie zullen wij investeren in diensten en zaken die bijdragen aan duurzaamheid. Specifiek gaat het dan om minder milieubelastend werken, cradle-to-cradle en methoden om ons groen gezond te houden met een minimaal gebruik van milieubelastende stoffen.

Groen en golf is voor Heijmans dus geen corebusiness meer, maar waarom sport dan wel? Heijmans ziet sport als corebusiness, omdat dit belangrijke integrale raakvlakken heeft met de civiele wereld van Heijmans Wegen en Heijmans Utiliteitsbouw. Dan kun je denken aan asfalt, beton, verlichting, infrastructuur zoals kabels en leidingen, en niet te vergeten de bouw van clubhuisaccommodaties. Wat heeft deze buy-out te maken met de slechte resultaten van Heijmans Wegenbouw over 2013? Wat je hiermee wilt insinueren, weten wij niet en onze managementbuy-out heeft dan ook een heel andere oorsprong. Heijmans NV heeft de afgelopen jaren een strategische heroriëntatie doorgemaakt. Daar is uitgekomen dat Heijmans meer kennisgedreven wil zijn dan wij zijn. Wij hebben ook nog veel capaciteit in eigen huis. Dit is de reden voor de managementbuy-out.

'Heijmans heeft de afgelopen jaren een strategische heroriëntatie doorgemaakt. Daar is uitgekomen dat Heijmans meer kennisgedreven wil zijn dan wij zijn'

De organisatie blijft vertrouwd; de mensen die bij onze klanten komen, blijven de vertrouwde gezichten. Veranderingen zullen zich vooral afspelen rondom processen en procedures. Wat gaan jullie precies doen? Jullie zijn beroemd geworden met innovaties als beeldbestek voor golf en ‘Zorgeloos groen’. Wat komt daar nog meer bij? Voor zover we al niet beroemd waren om onze innovaties, zoals beeldbestek voor golfbaanonderhoud, ons Zorgeloos groen-concept en onze autonome maaimachines voor golf, zal deze

Het politiek correcte antwoord is natuurlijk dat jullie niets gaan veranderen. Zal best kloppen, maar iedereen weet dat de rendementen de afgelopen jaren schraal waren. De rendementen zijn niet groot in onze markten. Het is echter de kunst om wat je verdient met project A, niet weg te geven bij project B omdat je dat zo graag wilt hebben, om welke reden dan ook. Wij sturen op marge en niet op omzet. Dit hebben wij bij Heijmans uitermate goed in ons DNA meegekregen. Als je op die wijze naar de markt kijkt en selectief bent met de projecten waarvoor je gaat in de werkverwervingsfase, dan kun je ook een gezonde organisatie overeind houden. Wat de vraag insinueert, klopt dus niet en is voor ons niet van toepassing. En wij gaan natuurlijk wel dingen veranderen. Wij zitten korter op de bal als directie, waardoor het aantal controleprocedures verminderd kan worden en onze uitvoeringsorganisatie vaker in het veld te vinden zal zijn dan voorheen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4458

www.stad-en-groen.nl

59


Editie twee van Stad en Groen 2013 was amper uit, of Peter Helthuis hing bij de redactie aan de lijn. Hij meldde: ‘Ik las in dat artikel over chemievrij beheer van onkruid op bestrating dat een ambtenaar letterlijk zegt “dat daarvoor wel iets mechanisch ontwikkeld zal worden”. Nou, die techniek is er allang; kom maar eens bij mij kijken!’ En als het om een uitvoering gaat die qua prijs en functioneren vergeleken mag worden met een walk-behind maaier, slaan we als redactie zo’n uitnodiging niet af! Auteur: Broer de Boer

De Ariens Pro als walk-behind onkruidmaaier Ongewenst gras verdwijnt met weinig gas Grotere systemen voor mechanisch of thermisch verwijderen of doden van onkruid op bestrating hebben de overhand. Daarmee is het lastig manoeuvreren langs stoepranden, straatmeubilair en op vluchtheuvels. Ook daar zien we natuurlijk liever geen paardenbloemen, varkensgras en grassen. Voor zover die echt verdwijnen, want na branden of stomen blijven de restanten veelal zichtbaar. Omdat Helthuis Tuin- en Parkmachines claimt een goedwerkende en betaalbare oplossing voor dat probleem te hebben, bezocht de redactie de onderneming van Peter Helthuis op industrieterrein de Poort van Gelderland in Heteren. Peter Helthuis, importeur van onder meer Ariens en Gravely, blijkt zelf de geestelijke vader te zijn

60

www.stad-en-groen.nl

van de innovatie. Hij bouwde een rijdende bosmaaier van het merk Ariens, marktleider als het gaat om handzame sneeuwblazers, om tot een innovatieve onkruid-op-straat-verwijderaar. ‘De tool daarvoor, een staalborstel die eerder door een concullega was ontwikkeld, heb ik verbeterd. Die staalborstel veroorzaakte te veel storingen op de basismachine’, aldus Helthuis. ‘En omdat Ariens pretendeert synoniem te zijn met degelijkheid en kwaliteit in combinatie met een uitstekende aftersales-service, ben ik zelf aan de slag gegaan. Het resultaat is een aanpassing aan de Ariens basismachine en de ontwikkeling van een betere borstelkop. Zoiets ligt me wel, want ik ben letterlijk opgegroeid tussen de tuin- en parkmachines op het bedrijf dat ik van mijn vader overnam.’

Aanpassingen Om onkruid te verwijderen van de bestrating, ontwierp Peter Helthuis een soort maaikop. Deze tool heeft een snelwisselsysteem, waarmee men naar wens drie tot zes strengen staaldraad kan verbinden aan de maaikop. ‘Daarmee wordt het een borstelkop die altijd in balans is’, verduidelijkt Helthuis. ‘Ik zat echter met een groot probleem. Zowel de basismachine als de traditionele maaikop maakt 3600 toeren per minuut. In veel gevallen maakt zo’n traditionele onkruidborstel alleen aan de voorzijde contact met de bestrating. De borstel raakt dus maar een beperkt oppervlak en om de werking goed te houden is de druk hoog. Ik vond dat dit anders moest en wilde zowel het toerental als de druk van borstels zo laag mogelijk houden. Verder was mijn uitgangspunt dat de


'Ik ben letterlijk opgegroeid tussen de tuin- en parkmachines op het bedrijf dat ik van mijn vader overnam’ machine betaalbaar moet zijn voor een hovenier en zelfs voor particulieren. De bediening moets net zo gemakkelijk zijn als bij een walk-behind maaimachine. En capaciteitsverhoging met minimaal 50 procent vond ik ook een vereiste. Ik heb het toerental van de 190 cc Briggs and Stratton motor beperkt tot 2700. Bij dat toerental levert de motor zijn maximale koppel. Vervolgens heb ik via een reductiebak de staalborstel begrensd tot maximaal 1770 toeren per minuut. Dankzij verlaging van de druk op de bodem en reductie van het toerental is de standtijd van de borstels driemaal zo groot als aanvankelijk, en bovendien kost het nieuwe borsteltype nog maar 40 procent

van de prijs van traditionele borstels. Maar nog belangrijker is dat het onkruid tussen de voegen en langs trottoirbanden en muren gemakkelijk en goed verwijderd wordt. Deze machine is uiterst wendbaar en daardoor kun je het onkruid onder een bank of rondom een lantaarnpaal of ander straatmeubilair in de verharding ook heel gemakkelijk meenemen. Deze machine kun je met één hand in je broekzak bedienen.’ Borstelkop De borstelkop is zo dicht mogelijk op het lagerhuis van de Ariens basismachine gemonteerd. Peter Helthuis: ‘Dit vermindert de belasting van de lagers en reduceert de trillingen. Bijkomend voordeel is dat de as (voorheen ruim 7 cm, nu 8 mm!) niet krom slaat bij foutief gebruik. Het reduceren van trillingen is om twee redenen noodzakelijk. Vanuit de arbo moet je rekening houden met blootstelling aan trillingen; voor de man of vrouw die met de machine werkt, vormen trillingen een arbeidsrisico. Maar ook het risico

op haarscheuren is aanwezig bij de montage van een dergelijke zware, grote borstelkop. Het lagerhuis heb ik daarom voorzien van een antivibratiesysteem. Ook het feit dat de borstelhouder uit één deel bestaat, vermindert de kans op onbalans en dus op trillingen.’ Maar ook aan reeds uitgeleverde Ariens machines heeft Helthuis gedacht: ‘Die kunnen aangepast worden op het gebruik van deze onkruidborstel.’ Voor het overige is Helthuis vooral in Duitsland en Frankrijk bezig zijn innovatie in de markt te zetten. ‘Landen die wat betreft onkruid op bestrating en de verwijdering daarvan vergelijkbaar zijn met Nederland.’ Zijdelings stellen Peter Helthuis: ‘Ik heb tijdens het ontwikkelingstraject met vele borstelstrengen geëxperimenteerd, ook wat betreft de hoek waarmee de borstel de straat raakt. Zoals het nu werkt, functioneert hij precies als een maaimachine, waarbij het vuil niet te ver wordt weggeslingerd. Aan de voorkant borstelt de machine met een werk-

www.stad-en-groen.nl

61


Begraafplaats St. Laurentius, Zedelgem (B)

Wortelopdruk?

(Her)inrichtingsplannen voor begraafplaatsen, kerkhofjes en crematoria.

TFI4000 is uw partner om wortelopdruk tegen te gaan. We gebruiken de unieke TFI-techniek: met behulp van gerichte lage luchtdruk worden nieuwe wortelkanalen gecreĂŤerd en gevuld met organisch materiaal. Hierdoor gaan de bomen dieper wortelen. TFI is geschikt voor uiteenlopende toepassingen, zoals groeiplaatsvoorbereiding, groeiplaatsverbetering, plaagbestrijding, opheffen van bodemverdichting en compensatie van wortelschade. U leest er meer over op onze website: tfi4000.nl

Buro- en projectinformatie: www.adawille.nl ir. Ada Wille bnt

Geef bomen de ruimte

Dorpsstraat 37 Koudekerk a/d Rijn tel. 071-3419097/06-23379709 info@adawille.nl

Rijneveld 12 | 2771 XT Boskoop T (0172) 235 235 | F (0172) 235 245 | info@boot.nl | www.boot.nl

Compleet in functioneel groen

BC_advertentie_105x148_staand.indd 1

10-12-12 0


Standaard Onkruidborstel PRO Onkruidborstelkit Basismachine Ariens ST622 Ariens ST622 Maximale werkbreedte 230 mm 370 mm Borstel Komborstel, één geheel Zes strengen Brutoprijs Circa 45 euro Circa 18 euro/ 6 strengen Toerenreductiekit Optie Standaard Motortoerental Circa 3600 Circa 2.700 Borsteltoerental Circa 3600 Circa 1.800 Antivibratiekit Optie Standaard Bijzonderheden L + r zijdelings verstelbaar L + r zijdelings verstelbaar Tabel 1

‘Voor de mensen die ermee moeten werken, is het dragen van gehoorbescherming, ongeacht of dat inwendig of uitwendig is, geen pleziertje' breedte van 370 mm het losgemaakte onkruid naar rechts en aan de achterkant naar links. En ook aan een andere belangrijke eis is voldaan: het borstelkopmechanisme kan met heel weinig druk naar links, respectievelijk rechts verplaatst worden. Hierdoor steekt het borstelmechanisme een centimeter of vijf uit buiten de smalle en hoge loopwielen. Daardoor is het heel gemakkelijk om onkruid langs muren en trottoirbanden te verwijderen. Toegegeven, ook straatvuil zal hij meenemen, maar hij doet waar hij in eerste instantie voor bedoeld is: onkruid maaien op straat, dankzij een lage bodemdruk en laag toerental van het borstelmechanisme.’ Deze toerental-geknepen machine, die qua koppel toch werkt op de top van zijn kunnen, is zeer interessant om in te zetten in de gebouwde omgeving. Niet langer hoeft de aannemer of de hovenier rekening te houden met langslapers in de wijk. Zo’n lagere geluidsproductie is een leuke bijkomstigheid, maar bracht de ondernemer ook op nog een ander idee. Op de ochtend van het interview had de ondernemer een afspraak geregeld met het Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), volgens zijn zeggen een tevreden gebruiker van de borstelcombinatie. ‘Voor de mensen die ermee moeten werken, is het dragen van gehoorbescherming, ongeacht of dat inwendig of uitwendig is, geen pleziertje. Dus

wellicht kan ik deze machine zo stil krijgen en het aantal decibels zo laag, dat medewerkers geen gehoorbescherming meer hoeven dragen.’ De geluidstest werd op het NIOO gedaan. De onderzoekers stelden een geluidsniveau van dBa op m vast. Dit voldoet volgens belangrijke normen . Het NIOO-KNAW), gevestigd op een steenworp afstand van de Heterense onderneming, is een van de gebruikers van het eerste uur. ‘Wij reinigen vooral de voegen tussen de stalconplaten ermee. Onkruid zien we niet direct een probleem, maar wel als het wordt, krijg je gladde plekken en dat zorgt voor onveilige situaties. Dat zo’n machine geluidsarm is, is binnen ons instituut eigenlijk een voorwaarde. Dat kan ik illustreren met een voorbeeld. We hebben hier volières met parkieten. Als we de vloeren reinigen, levert dat geen onrust op en dat is al zo vanaf de eerste dag dat Peter Helthuis deze machine demonstreerde. Het merk Ariens dateert uit 1933 en is eigendom van het Amerikaanse familiebedrijf Ariens Company. De Ariens-telgen die het bedrijf nu leiden, hebben Nederlandse voorvaderen. Ze hebben een hands-on-mentaliteit en staan in de markt bekend om een goede aftersales, beter dan bij menige andere onderneming. Ariens nam het uit 1916 daterende oude en betrouwbare merk Gravely over. Recentelijk werd een minitractorenfabriek in het Verenigd Koninkrijk overgenomen. De geschatte omzet van de Ariens Company ligt in de buurt van een getal met acht cijfers.

Peter Helthuis

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4460

www.stad-en-groen.nl

63


Op 17 april organiseren de vakbladen Fieldmanager, en Greenkeeper voor de zevende achtereenvolgende keer de Demodag Sportvelden. Op de Demodag Sportvelden kunt u iedere denkbare machine en bewerking op het gebied van sportveldbeheer en onderhoud in actie zien. Van natuurgras tot kunstgras, van hockey tot voetbal en tennis, van maaien en borstelen tot maaifrezen en kunstgrasreiniging, op een praktische manier kunt u weer laten updaten over wat er komt kijken bij aanleg, onderhoud en renovatie van sportvelden in de breedste zin van het woord. We hebben weer een uitgebreid en gevarieerd programma met lezingen, discussies en machinedemonstraties.

Aanmelden via www.demodagsportvelden.nl

TOEGANG GRATIS

PROGRAMMA 12.30 uur

Ontvangst met koffie/ thee en aanmelden

12.30-13.00 uur

Lezingen (natuur)gras

12.30 uur

BSnC GreenDeal sportvelden, een praktische invulling door Bart van Kollenburg (Vos Capelle)

12.40 uur

Effectieve schimmel bestrijding door Michel Wimmers (Bayer)

12.50 uur

Robotmaaien als groenbemester, grasresultaten uit Nistelrode door Wethouder Rien Wijdeven ( gemeente Bernheze) en Ruud van Rooij (Vitaro)

13.00-14.30 uur

Demonstratieronde 1 met koffie/thee en NK belijnen

14.30-15.00 uur

Lezingen (kunst)gras

14.30 uur

Verleng de levensduur van uw kunstgrasveld door Arjan Knottnerus (FieldTurf Benelux)

14.40 uur

Een mogelijk nieuw alternatief voor kunstgras: BarGroW, een nieuw concept door Jochem Knol (Grontmij)

14.50 uur

De Schijndelse methode, de droom van Mansveld? Door Wim Bekkers Fieldmanager Gemeente Schijndel

15.00-16.30 uur

Demonstratieronde 2 met sponsorloterij en borrel

17 april 12.30 uur – 16.30 uur

www.demodagsportvelden.nl 64

www.stad-en-groen.nl

RKSV Schijndel Sportpark Zuideinderpark Rooiseheide 20 5481 SG Schijndel Tel: 073-5492027


(Advertorial)

Aluminium en groendaken: evenwicht tussen functionaliteit en duurzaamheid Wie denkt dat daktuinen alleen worden toegepast in stedelijke gebieden, waar door gebrek aan ruimte groenvoorzieningen op daken en dakterrassen worden aangebracht, vergist zich. Groendaken komen voor in allerlei situaties. De functie van het groen op hoogte wordt niet louter en alleen door het decoratieve aspect bepaald, integendeel. Groendaken hebben een beschermende en een zeer duurzame functie: op een natuurlijke manier zorgen ze ervoor dat warmte in de zomermaanden en koude in de wintermaanden geweerd worden. Een natuurlijk vorm van isolatie, die je steeds vaker ziet toegepast bij openbare gebouwen, zoals multifunctionele accommodaties en bedrijfsgebouwen, maar ook bij woningen. Het groendak wordt in Scandinavische landen van oudsher toegepast, maar ook in Nederland kennen we dit historische fenomeen in de vorm van de plaggenhutten van weleer. Onze voorouders hadden een vooruitziende blik, want het groendak is aan een revival bezig, maar dan wel in een modern jasje. Of liever: in een eigentijds kader. Muurafdeksystemen Het Helmondse bedrijf Roval Aluminium, marktleider in aluminium bouwproducten, heeft het belang van deze duurzame en natuurlijk isolatie al geruime tijd geleden onderkend. Vooral door

de architect oplossingen aan te bieden voor een optimale afwerking van dat dakgroen. Aluminium afwerking, want naast het esthetische karakter is voor diezelfde architect – en vaak ook voor de opdrachtgever – het duurzame karakter doorslaggevend. Dan gaat het met name om de muurafdeksystemen van Roval Aluminium, variërend van een uitgebreide standaardrange tot sluitend maatwerk. Niet alleen de onderhoudsarme kwaliteiten van aluminium bepalen de duurzaamheid, ook de techniek onder de muurafdekkappen, die in alle RAL-kleuren op smaak te brengen zijn. Roval Aluminium ontwikkelde in eigen huis een slim klangensysteem, waardoor de muurafdekkap schroefloos gemonteerd kan worden. Dit systeem bevordert niet alleen de montagesnelheid, maar zorgt er ook voor dat de muurafdekkap jarenlang glad en strak blijft en de volledige levensduur duurzaam. Als het groendak en daktuin toegankelijk moeten zijn, dan kunnen de muurafdekkappen worden voorzien van balusters van Roval

Aluminium. Ook hierin toont Roval Aluminium zijn innovatief vermogen. De balustersystemen kunnen namelijk blind worden bevestigd en dat is een kolfje naar de hand van de architect. Die houdt niet van naden en schroeven: afwerking moet je niet zien, die moet je beleven. En dat is precies waarom het zo goed matcht tussen de architect en Roval Aluminium: pure beleving. www.roval.eu

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4468

www.stad-en-groen.nl

65


Wie zeurt...

Wordt groen niet te veel gezien als het brood en spelen van de eenentwintigste eeuw?

Na een belachelijk warme winter genieten we nu van een belachelijk vroege lente. Een lente die het werkschema van veel groene beleidsambtenaren behoorlijk in de war zal gooien. Als het weer zo doorzet, waar vinden we dan de tijd om al dat groen nog in de grond te krijgen? En ook: houden we het in leven? Want na een periode waarin we bijna verdronken in onze achtertuintjes, is de grond inmiddels weer gortdroog.

Wie zeurt krijgt geen beurt, maar een boom voor zijn deur De afgelopen periode heeft dit vakblad zeker niet stilgezeten. Stad + Groen lijkt aan te slaan. Lezers vinden het verfrissend dat in één blad zowel techniek, architectuur, beheer als realisatie aan bod komt. Al deze stakeholders – wat een vreselijk woord eigenlijk – komen in Stad + Groen aan het woord en beseffen hopelijk nog beter dat ze niet op hun eigen eilandje wonen, maar samen verantwoordelijk zijn voor het groen in onze steden en dorpen. Een verfrissende douche van kritiek kreeg ik pas geleden van de laatste en waarschijnlijk belangrijkste stakeholder: de burger. Deze meneer – in zijn vrije tijd bomenridder – bladerde door ons blad en maakte de terechte opmerking: ‘Een hoop goed bedoelende professionals, maar waarom komt de burger niet aan het woord?’ Dat geeft weer voldoende denkstof. Natuurlijk is dat een terecht punt van kritiek op wat wij doen, maar moet onze complete sector zich dat verwijt niet aantrekken? We bedoelen het meestal zo goed, maar vragen ons te weinig af voor wie we het allemaal doen. Ik las over een park in Noord-Holland dat na vijf jaar weer compleet op de schop moet, en een woonwijk in Nijmegen die door een goedbedoelde ingreep met een geluidsscherm verandert in iets dat de burger ziet als een concentratiekampje. Moet ik nog even doorgaan? Jos

66

www.stad-en-groen.nl

Gadet vertelt in deze uitgave over een Amsterdams park waar miljoenen in gestoken worden, terwijl iedereen die erbij betrokken is op zijn klompen aanvoelt dat hier geld verspild gaat worden. Ogenschijnlijk hebben deze drie voorbeelden weinig met elkaar van doen. Of toch wel: wordt groen niet te veel gezien als het brood en spelen van de eenentwintigste eeuw? Wie zeurt krijgt geen beurt, maar een boom voor zijn deur. Eén ding vergeten we daarbij. Zijn we echt in gesprek met de burger, die het uiteindelijk allemaal moet betalen, of is dat rijtje bomen voor de wethouder een manier om met zijn snufferd in het lokale sufferdje te komen? Maar, zult u zeggen, we leven toch in een participatiemaatschappij? De burger praat toch mee? Ik ben daar nog niet zo van overtuigd. De goede wil is er wel, maar de cultuuromslag om de burger echt mee aan tafel te krijgen, is zeker nog geen gelopen race. Op het moment dat je de burger aan tafel uitnodigt, zul je ook moeten accepteren dat de burger het soms gewoon beter weet en slimmer is dan het hele beleidsapparaat bij elkaar. Met vriendelijke groet, Hein van Iersel (hoofdredacteur) hein@nwst.nl

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4466


Groene gevel systemen van Mobilane

LivePanel

Kenmerken van de Groene Gevel systemen WallPlanter - Bewezen gevelsysteem: al 7 jaar zonder inboet - Direct Groen - Weinig onderhoud LivePanel - Geschikt voor binnen- en buitenwanden - Optimale waterverdeling door speciaal substraat - Geïntegreerd irrigatie en drainage systeem - Geluid- en warmte-isolerende eigenschappen

WallPlanter

Meer informatie Broekweg 3, 3956 NE Leersum E: info@mobilane.nl • I: www.mobilane.nl T: 0343 - 42 08 65 • F: 0343 - 47 79 39


BRON: GREENTECHPOWER

Boomrooierij Weijtmans méér dan bomen rooien

Beide telescoopkranen aan het werk.

Diverse vrachtauto’s inzetbaar voor afvoer van hout.

Ook inzetbaar in stedelijk gebied.

Bomen rooien Bomen snoeien Stobben frezen / rooien Transport Hijswerk In- en verkoop van hout Advies In-/verkoop van houtsnippers Afvoeren van snoeihout en blad

Boomrooierij Weijtmans beschikt over goed opgeleide treeworkers zodat ieder karwei een honderd procent tevreden klant oplevert. Bovendien werken wij met uniek materieel en maken alleen gebruik van materialen en brandstoffen die aan de strengste milieu-eisen voldoen. Boomrooierij Weijtmans beschikt over 9 eigen

Onze opdrachtgevers zijn particulieren,

vrachtwagens en kan u daarom altijd direct

bedrijven, instellingen en de overheid.

helpen. Het merendeel bestaat uit Euro-V en EEV-voertuigen die aan de milieu-normen

Wij zijn tevens leerbedrijf en gecertificeerd

voldoen en prima in te zetten zijn in stedelijk

iepen verwijderaar. Erbo erkend, VCA**, NEN,

gebied. Twee Euro-VI auto’s zijn in bestelling.

ISO 9001 en Groenkeur gecertificeerd.

Uniek zijn onze telescoopkranen, waarmee we

Natuurlijk komen wij graag bij u langs om de

tot een hoogte van 32 meter takken vast kunnen

situatie en eventuele obstakels vakkundig te

pakken en afzagen, voor veilig en gecontroleerd

beoordelen.

rooien van bomen.

Al onze medewerkers beschikken over de nodige certificaten.

Kreitenmolenstraat 175

Tel. 013-51114 83

algemeen@weijtmans.nl

5071 BD Udenhout

Fax 013-511 43 73

www.boomrooierijweijtmans.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.