Jaargang 2 nr. 3, 2014
Vakblad over openbaar Groen en het vergroenen van de buitenruimte
Er zit goud in onkruid
Onduidelijkheid over laagrisicomiddelen • BTW en openbaar groen: Is dit altijd een kostenpost? • Barend van Doorn • Overzicht onkruidmachines • Van kale grafakker tot bloeiend monument • Overlast in de openbare ruimte • Openbare ruimte moet ouderen verbinden met omgeving • Inspirerende groenprojecten • Onkruidbestrijding
t s o C l Tota of p i h s r e Own
+31 (0)318-469 799 | info@waveonkruidbestrijding.nl www.waveonkruidbestrijding.nl
WAVE onkruidbestrijding met 100% heet water
• Beste prijs-kwaliteit verhouding
• Geschikt voor alle verhardingen
• Milieuvriendelijk en duurzaam
• Werkt veilig en schadevrij
Van den Berk – voor bomen met een toekomst Van den Berk bomen geven vorm aan iedere groene wens, van officepark tot marktplein, van stadstuin tot slotlaan. Bomen met karakter die een ruimte direct tot leven laten komen. Kwaliteitsbomen die het benodigde groene tegenwicht bieden en een harmonisch beeld creëren. Bomen die uw project een sfeer meegeven waarbij iedereen zich thuis voelt….
Donderdonk 4 ı 5492 VJ Sint - Oedenrode ı
Tel. 0413 - 480 480
ı
Fax 0413 - 480 490
ı
www.vdberk.nl
24
Barend van Doorn: ‘Wie zit er nu te wachten op hoge administratieve lasten, en soms juridische gevolgen op de koop toe?’
In dit ‘interview met een ceo’ dit keer feitelijk geen echte ceo. Barend van Doorn is een van de zes directeuren van de Leeuwenstein Groep, waaronder groenvoorziener Signa Terra, maar ook een aantal meer op infra gerichte bedrijven vallen. Alle directieleden hebben hun eigen divisie of afdeling onder zich, maar in de raad van bestuur van de holding van de Leeuwenstein Groep beslissen ze gezamenlijk.
www.stad-en-groen.nl
5
Colofon Stad + Groen is een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt in een gemiddelde oplage van 4400 exemplaren verspreid onder groenbeheerders, groene aannemers, landschapsarchitecten, adviseurs en toeleveranciers in de groene sector. Bij alles staat de praktisch ingestelde vakman centraal.
18
Als het echter over de inrichting van openbare ruimte gaat, kun je aan dat laatste soms iets doen. Wat betreft de btw kan een beroep gedaan worden op het Btw-compensatiefonds
Redactie & commercie NWST NeWSTories bv Fransestraat 41 Postbus 569 I www.nwst.nl 6500 AN Nijmegen M info@nwst.nl T 024-3602454 F 024-3602464 Hoofdredacteur: Hein van Iersel Bladmanager: Broer de Boer (broer@nwst.nl) Santi Raats (santi@nwst.nl) Advertenties: Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Peter Jansen (peter@nwst.nl) Vormgeving: Marie Cecile Oosterhout Reinier Hijmans Abonnementen Controlled circulation: Dit betekent dat alle professionals in de groene sector recht hebben op een gratis abonnement. Niet werkzaam in de groene sector î Ľ91,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. ISSN: 2352-4634 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij NWST NeWSTories BV c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Dit vakblad wordt tevens elektronisch opgeslagen en geĂŤxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.
6
www.stad-en-groen.nl
BTW en openbaar groen: Is dit altijd een kostenpost?
(BCF). Maar is dat altijd zo?
52
Openbare ruimte moet ouderen verbinden met hun omgeving De babyboomer wordt grijs. Maar wat betekent een vergrijzende bevolking voor de wijze waarop we de openbare ruimte inrichten? Het is goed om daarbij meer rekening te houden met ouderen. Maar accepteer ook dat de ruimte niet altijd zo wordt gebruikt als
en verder Actueel 8
Nieuws
Realisatie 29 Non chemie methoden onkruidbestrijding 38 Overzicht onkruidmachines 46 Van kale grafakker tot bloeiend monument
de makers het bedoeld hebben. Het wordt tijd dat we de omgeving ook
Achtergrond
zichzelf laten ontwikkelen.
50
Bestrijding luizen in openbare ruimte
Column 23 66
Mijn schutting en de wsw Hoofdredactioneel
inhoud 16
Onduidelijkheid over laagrisicomiddelen
Toen staatssecretaris Mansveld in februari van dit jaar haar plannen voor het gebruik van chemie buiten de landbouw, met name op verhardingen, via een brief nader toelichtte, werd in het verbod op chemie een expliciete uitzondering gemaakt voor de zogenaamde laagrisicomiddelen. Uiterlijk in de zomer van 2014 zou Mansveld dit nader uitleggen en duidelijkheid verschaffen over de vraag om welke middelen het zou gaan.
42
Er zit goud in onkruid Enige tijd geleden werd heetwaterpionier Wave overgenomen door PackInvest. Tijd dus voor een interview met de gaande en komende man: Peter van de Haar, ceo van de Van de Haar Groep, en Erik Bretveld, de nieuwe ceo van Wave. Is er zo veel geld te verdienen in onkruidbeheer dat investeerders zelfs uit Duitsland overkomen?
56
De oogst aan inspirerende projecten Buitenplaats Overweer Breukelen Uitbreiding begraafplaats De Goorn Duurzaam educatief parkje Bijlaardhof te Rockanje Leuvensebeek te Ermelo Realisatie Moooz Moss Roof sanitairgebouw Hoge Veluwe Thales High Tech Systems Park Speelpolders
www.stad-en-groen.nl
7
Nieuws
Kees Weijtmans: ‘Nederland wordt bedreigd door een stuwmeer van kaprijpe populieren’
Bredere toelating Dutch Trig in gang gezet Op verzoek van BTL Bomendienst heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) de toelating van Dutch Trig recentelijk ingetrokken. Het middel wordt door BTL Bomendienst toegepast ter preventie van iepenziekte. De intrekking is een onderdeel binnen de ‘zonale toelating’ van Dutch Trig, waar BTL Bomendienst momenteel mee bezig is. De ‘opgebruiktermijn’ is tot en met 1 november 2015 van kracht. Dutch Trig is een beproefd biologisch injectiemiddel voor Amerikaanse en Europese iepen in de strijd tegen iepenziekte. Naast de toepassing in Nederland (sinds 1992) wordt Dutch Trig ook in het buitenland ingezet. Hiervoor zijn de afgelopen jaren diverse toelatingsprocessen doorlopen. David van Uden geeft aan: ‘Om het middel eenvoudiger te kunnen toepassen in nieuwe landen, is BTL Bomendienst in overleg met het Ctgb bezig met de voorbereiding van een nieuwe, bredere toelating, een zogenaamde zonale aanvraag.’ De huidige toelating van het middel is op 30 april 2014 afgelopen. Er is echter een aflevertermijn tot 1 november 2014 en een opgebruiktermijn tot 1 november 2015 vastgesteld. Hierdoor kan Dutch Trig in 2014 en 2015 gewoon toegepast worden. Vanaf 2016 is Dutch Trig toegelaten volgens de zonale toelating. ‘De huidige intrekking is slechts
8
www.stad-en-groen.nl
een administratieve handeling in bovengenoemde procedure’ aldus Van Uden. ‘De werking en kwaliteit van het middel staan hierbij niet ter discussie. Dutch Trig kan dus op dit moment en ook de komende jaren worden ingezet tegen iepenziekte.’
Handtekeningen buitengewoon hoogleraar Turfgrass Ecology geplaatst Op 1 juni jl. ondertekenden Marieke van Rhijn, vicevoorzitter van de DTRF en bestuurslid van de NGF, en Pieter Aalders, voorzitter van de DTRF, de overeenkomst betreffende de buitengewoon hoogleraar Turfgrass Ecology met de Wageningen Universiteit. De overeenkomst was daarvoor al namens de WUR ondertekend door dr. ir. J.E. van den Ende. Naar verwachting zal de buitengewoon hoogleraar in het najaar worden aangesteld. De NGF, NVG, BSNC en de NGA hebben het afgelopen jaar als founding partner meegewerkt aan de ontwikkeling van dit initiatief. De branchevereniging trok zich per 1 mei jl. terug uit dit project. Het streven is om de hoogleraar in september 2014 te benoemen voor deze op het vasteland van Europa unieke leerstoel.
Kees Weijtmans van boomrooierij Weijtmans uit het Brabantse Udenhout ziet het op veel plaatsen: Nederland wordt bedreigd door een stuwmeer van kaprijpe populieren, die enorm veel onderhoudskosten hebben en in de toekomst nog veel meer aan onderhoud gaan kosten. Volgens Weijtmans gaat het om honderdduizenden bomen. Veel van die bomen zijn geplant net na de oorlog, toen er door de Hongerwinter een ware kaalslag had plaatsgevonden. Maar ook de watersnood van 1953 is volgens Weijtmans een belangrijke oorzaak. Tot diep in Brabant zijn toen bomen doodgegaan door zout kwelwater en vervangen door snelgroeiende populieren. Al die populieren zijn inmiddels zestig, zeventig jaar oud, voor populieren dus stokoud. Weijtmans: ‘Een populier kan gemakkelijk veel ouder worden, maar niet in de openbare ruimte. Op een vrijstaande plek, waar geen publiek komt, kun je er best voor kiezen om die bomen door te laten groeien.’ Weijtmans begrijpt overigens heel goed dat het lastig kan zijn om bomen te kappen die er ogenschijnlijk nog gezond uitzien, maar waarschuwt tegelijkertijd. ‘Het probleem wordt steeds erger. De populieren worden ouder en hebben dus in toenemende mate zorg nodig.’ Weijtmans zou de politiek daarom willen adviseren om naar het eerlijke verhaal te luisteren. ‘Realiseer je dat een populier geen boom voor de eeuwigheid is en dat deze op leeftijd heel veel aandacht nodig heeft. Het is dan beter te kappen en nieuwe populieren te planten. Daar zijn deze immers
voor bedoeld.’ Echt commercieel is de oproep van Weijtmans overigens niet. Het snoeien of kandelaberen van bomen is veel intensiever, tijdrovender en dus financieel interessanter dan gewoon kappen. Weijtmans gaat zelfs nog een stap verder: ‘Zou het niet handiger zijn om wat minder bomen te planten in onze dorpen en steden? Niemand ziet of er 100 of 130 bomen in een straat staan. Minder bomen betekent dat je misschien wat kunt bezuinigen op je onderhoud. Als je dat vervolgens maar wel investeert in extra zorg voor de overblijvende bomen. Wat heb je aan te dicht op elkaar geplante bomen die alleen maar dood hout staan te kweken en bergen onderhoud kosten?’
Krinkels test olivijn in wegbermen van Rijkswaterstaat Olivijn is het meest voorkomende mineraal in de aardmantel. In vulkanische gebieden komt het vaak aan het aardoppervlak voor. Bij verwering worden olivijn, CO2 en water omgezet in kiezelzuur, bicarbonaat en magnesium. Hierbij haalt het olivijn 1,25 maal zijn eigen gewicht aan CO2 uit de lucht. De snelheid van de verwering, en dus het vastleggen van CO2, is vooral afhankelijk van de korrelgrootte. Hoe fijner het olivijn, des te sneller de verwering. De toepassing van olivijn is in principe gelijk aan die van gewoon zand, grind of stenen. Op dit moment test Krinkels olivijn in de wegbermen van Rijkswaterstaat. Deze
nieuwe methode van het verzanden van bermen levert versteviging van de berm en CO2-reductie op. Onderzoeksbureau Deltares heeft voor de gemeente Rotterdam zes concrete toepassingen van olivijn beoordeeld, namelijk als bomenzand, dresszand, daksubstraat, brekerzand, halfverharding en strooizout. Hierbij is gekeken naar de praktische toepasbaarheid. Ook is het milieurendement vastgelegd, uitgedrukt in euro's per ton CO2. In het rekenmodel is bij het bepalen van de verweringssnelheid onder meer rekening gehouden met de korrelgrootte en de omgevingscondities. De kosten per ton CO2-vastgelegd zijn het hoogst voor brekerzand en halfverharding. Dit komt doordat het olivijn bij deze toepassingen een relatief grote korrel heeft, waardoor het langzaam verweert. De kosten voor olivijn als toevoeging aan strooizout zijn negatief, omdat olivijn goedkoper is dan zout.
VHG pleit voor voortzetting lage btw op hoveniersdiensten Branchevereniging VHG heeft in een brief aan Eric Wiebes, staatssecretaris van Financiën, namens de ondernemers in de groene branche gepleit voor voortzetting van het lage btw-tarief op hoveniersdiensten na 31 december 2014. Ook wordt de staatssecretaris gevraagd de branche
te steunen bij haar inspanningen op Europees niveau om de huidige btw-richtlijn aan te passen, zodat een permanente lage btw op hoveniersdiensten mogelijk wordt. Voor de hoveniersbranche is de tijdelijke lage btw van 6 procent voor het eerst ingesteld in 2013. Vervolgens werd de regeling verlengd tot en met 31 december 2014. De effecten van de maatregel zijn positief, zo blijkt uit recent onderzoek. 78 procent van de hoveniers die aan het onderzoek deelnamen, heeft meer offertevragen ontvangen, 84 procent heeft meer opdrachten gekregen en 82 procent van de deelnemende hoveniers heeft meer omzet behaald. In totaal 61 procent van de aan het onderzoek deelnemende hoveniers zegt dankzij de tijdelijk lage btw geen of minder mensen te hebben hoeven ontslaan. VHG-directeur Egbert Roozen schrijft aan de staatssecretaris: ‘Behalve bedrijfseconomische ondersteuning en het behoud van werkgelegenheid stimuleert het kabinet met de maatregel ook de innovatiekracht binnen onze branche. Particuliere opdrachtgevers zijn door de lage btw eerder bereid om te investeren in een levende en duurzame buitenruimte en dit werk professioneel te laten uitvoeren.’ (Bron: VHG)
Gezamenlijke waterschappen: meer doen met minder geld De gezamenlijke waterschappen hebben hun visie naar buiten gebracht op de vraag hoe zij de komende jaren hun rol als publiek opdrachtgever willen invullen. De ambitie is daarbij: meer doen met minder geld. Er staan belangrijke opgaven op het gebied van waterbeheer op de agenda: maatregelen tegen overstromingen, investeringen in de waterkwaliteit en uitgaven voor vervanging en verbetering van de bestaande waterinfrastructuur. Vanaf nu treden de waterschappen daarbij eenduidig op als publieke opdrachtgever. De waterschappen hebben daartoe een gezamenlijke visie opgesteld. Hiermee maken zij duidelijk hoe ze hun professionele opdrachtgeverschap waar willen maken. In de visie staan duidelijke afspraken over de aanpak van plannen en projecten, maar ook over houding en gedrag. Het idee is dat bedrijven beter werk kunnen leveren wanneer waterschappen duidelijker zijn over wat ze van aannemers en andere opdrachtnemers
www.stad-en-groen.nl
9
Cito Global herbicide natuurlijk tegen onkruid!
Voor op verhardingen en permanent onbeteeld terrein. Meer informatie:
Beatrixhaven 25 / 4251 NK Werkendam W: www.innogreen.nl / E: info@innogreen.nl T: 0183-509796 / F: 0183-509795
BESTIJDING BIOLOGISCH BLADLUIS alia bipunctata, oftewel t de Ad Bladluis bestrijding meis een milieuvriendelijke e, stj ee het lieveheersb dluis bestrijden. manier om effec tief bla atzuchtige larven n gegarandeerd verse, vra • Wij levererel producent in biologische van ’s we ds grootste elen. gewasbeschermingsmidd u met gewone strijdt op plaatsen waart bij kunt. • De Adalia be nie of ijk eil bestrijdingsmiddelen mo ngetast, het inheemse aa on jft bli m ee yst os ec t He • hier van nature voor. lieveheersbeestje komt
Hoofdstraat 35, Sprang-Capelle 0416 - 311 326 www.voscapelle.nl
Nieuws verwachten. Dat zou moeten bijdragen tot de doelstelling: meer doen met minder geld. Huub Hieltjes, lid van het dagelijks bestuur van de Unie van Waterschappen: ‘Door als waterschap vanaf het begin heldere keuzes te maken bij de aanleg en realisatie van infrastructurele projecten, worden bedrijven uitgedaagd om met innovatieve en duurzame oplossingen te komen. Dat moet leiden tot een betere prijs-kwaliteitverhouding.’ De visie van de gezamenlijk waterschapen wordt vastgelegd in de Gedragscode publiek opdrachtgeverschap. Hieltjes: ‘Als waterschappen leggen we nu vast wat onze manieren zijn, wat opdrachtnemers minstens van ons mogen verwachten en wat wij van de opdrachtnemers verwachten, van de fase voorafgaand aan het sluiten van een contract tot en met de afronding en evaluatie van een project.’ diesel. Dit heeft als voordeel dat er veel minder geluidsoverlast optreedt voor de gebruiker, maar ook voor de omgeving. Mede hierdoor beloont de Nederlandse overheid deze methode dan ook met de fiscaal gunstige Vamil/MIA-regeling (code A5251). Met een machine zou een volledige werkdag gewerkt kunnen worden, wat volgens de specs resulteert in ongeveer 2500 vierkante meter behandelde verharding. Het onkruid wordt behandeld met een spuitlans.
Gemeenten voeren boomcontroles niet goed uit Mantis ULV valt van zijn geloof en duikt in heetwateronkruidbestrijding Mantis ULV/ Mankar: dat is toch dat bedrijf dat slimme spuiten maakt voor onkruidbeheer met Roundup? Die machines maakt het bedrijf nog steeds, maar het is met inzet van technologie van het Franse Cornu nu ook in de wereld van onkruidbestrijding met heet water gedoken. Uniek aan de machine van Mankar is, volgens directeur Frank Verder, dat de machine gebruikmaakt van een elektrisch aangedreven pomp. Het verhitten van het water gebeurt wel met
Uit onderzoek blijkt dat negen van de tien gemeenten ooit aansprakelijk is gesteld vanwege schade veroorzaakt door bomen. Daarbij blijkt dat drie van de tien gemeenten niet aan de zorgplicht voldoen. Erwin Moerman, vierdejaars student aan de hogeschool Van Hall Larenstein, heeft het onderzoek in opdracht van Bomenwacht Nederland uitgevoerd. Aan het onderzoek werkten 36 gemeenten in Nederland mee. Van deze 36 gemeenten voeren 33 gemeenten controles uit. Vijftien hiervan doen dit in eigen beheer; de overige 18 gemeenten besteden dit uit.
Provincie Groningen investeert 2,5 miljoen euro voor nieuwe natuur Voor eigenaren van landbouwgrond in Groningen die wordt omgezet in natuur, is ruim 2,5 miljoen euro beschikbaar. Dat heeft het college van Gedeputeerde Staten van Groningen besloten. De landbouwgronden moeten binnen de EHS liggen, de Ecologische Hoofdstructuur. Het bedrag is bestemd voor eigenaren die grond hebben in het gebied dat is aangewezen voor de EHS. Tegenwoordig heet de EHS Natuurnetwerk Nederland. Die naam geeft beter aan dat er een netwerk ontstaat van aaneengesloten natuurgebieden, waarbinnen dieren zich makkelijk kunnen verplaatsen. De provincie Groningen is tot 2021 bezig met de aanleg van het Natuurnetwerk. In de provincie is dan bijna 11.000 hectare aan natuur ontwikkeld. Hierbij past het bedrag van 2,5 miljoen. Als landbouwgrond wordt omgezet in natuurterrein, daalt de economische waarde. Ter compensatie van deze waardedaling krijgen grondeigenaren een vergoeding ter hoogte van 85 procent van de getaxeerde landbouwkundige waarde. Voorwaarde is wel dat de grond nooit meer voor landbouw wordt gebruikt.
www.stad-en-groen.nl
11
BESTIJDING BIOLOGISCH BLADLUIS alia bipunctata, oftewel t de Ad Bladluis bestrijding me een milieuvriendelijke is , tje es be ers he ve het lie dluis bestrijden. manier om effec tief bla atzuchtige larven n gegarandeerd verse, vra • Wij levererel producent in biologische van ’s we ds grootste elen. gewasbeschermingsmidd u met gewone strijdt op plaatsen waart bij kunt. • De Adalia be eilijk of nie bestrijdingsmiddelen mo ngetast, het inheemse aa on jft bli • Het ecosysteemje komt hier van nature voor. lieveheersbeest
Hoofdstraat 35, Sprang-Capelle 0416 - 311 326 www.voscapelle.nl
Nieuws Tjeerd van der Schee
Ecobermplank
nieuwe algemeen
verbetert veiligheid
directeur bij Copijn
en doorstroming
Per 1 mei is Tjeerd van der Schee aangetreden als algemeen directeur van Copijn. Hij volgt Siebe Stellingwerff Beintema op, die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Tjeerd van der Schee heeft een organisatiekundige achtergrond en jarenlange ervaring in de ingenieursbranche. Mede onder leiding van Tjeerd van der Schee is Wepro Ingenieursbureau gegroeid tot een multidisciplinair expertisecentrum en kennispartner met meer dan 350 medewerkers. Tjeerd van der Schee heeft daar brede ervaring opgedaan met de aansturing van professionals en met advieswerk. Bij Copijn zal hij zich eveneens richten op het doorontwikkelen van kennis en expertise, nu op het gebied van ontwerp en technische detaillering van buiten- en binnenruimten, boomtechnische vraagstukken en aanleg en onderhoud van de groene leefomgeving. In de veranderende markt wordt de aansturing van het bedrijf Copijn daaraan aangepast. ‘Wij zien kansen in de markt met de door ons geboden unieke kennis en kwaliteit. Kennispartner zijn voor onze klanten op het gebied van bomen, tuinen en landschappen, dat zie ik als een grote verantwoordelijkheid. Onze klanten mogen erop vertrouwen dat onze oplossingen het beste voor hen en hun leefomgeving zijn.’ Tjeerd van der Schee is zeer gemotiveerd om Copijn nog duidelijker in de markt te zetten en gaat samen met zijn team verder bouwen aan het merk. Over anderhalf jaar viert Copijn zijn 50-jarig bestaan. Op dit moment bestaat Copijn uit drie werkmaatschappijen: Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten, Copijn Boomspecialisten en Copijn Groenaanleg en beheer.
Krinkels heeft in eigen beheer een alternatief ontworpen voor de rubbermat die op provinciale wegen rondom bermplanken wordt gebruikt, de zogenaamde Krinkels bermplankconsole. Het gaat hier om een HDPE-console die in de grond geplaatst wordt en zorgt dat er geen gras meer groeit op plekken die onbereikbaar zijn voor de klepelbak. De bovenkant van de console ligt gelijk met het maaiveld. Een nadeel van de traditionele rubbermat is dat deze nogal eens wordt opgezogen door de maai-zuigcombinatie en daarbij zwaar beschadigd raakt. Dit gebeurt niet met de nieuwe Krinkels bermplankconsole. Door het toepassen van de Krinkels bermplankconsole hoeft er korter en minder vaak langs de weg gewerkt te worden. De veiligheid en doorstroming wordt hierdoor aanzienlijk verbeterd. Ook is de nieuwe Krinkels bermplankconsole uit te breiden met een door zonne-energie aangedreven bermborstel, die aangestuurd wordt door een regensensor. Op deze manier kunnen de bermpalen automatisch gereinigd worden. Deze optie is nog under construction.
Daktuin bemesten met menselijke urine Urine is het meest vervuilende bestanddeel in het rioolwater. Afzonderlijk ingezamelde urine kan worden verwerkt tot kunstmest; dit wordt struviet genoemd. Krinkels heeft samen met zusterbedrijf Sight Landscaping een pilot gedraaid om struviet als meststof op een sedumdaktuin toe te passen. Het gaat om een sedumdaktuin van 200 m2 op het ministerie van Volkshuisvesting in Arnhem. Sedumdaken zijn onderhoudsvriendelijke daken. Dit betekent dat er slechts vier keer per jaar een kleine onderhoudsbeurt nodig is. Tijdens het onderhoud wordt het sedum in het voorjaar bemest met een langzaamwerkende meststof. De pilot is een samenwerking tussen de provincie Groningen, waterschap Hunze en Aa’s, Sight Landscaping en Krinkels. Het doel is om gebruikerservaring te krijgen met het product. Het struviet in dit project komt uit het provinciehuis in Assen. Het Drents Provinciehuis heeft sinds 2011 gescheiden sanitatie. In speciale opslagtanks wordt de urine opgevangen. Hoge
concentraties aan fosfaat en stikstof worden met behulp van magnesium omgezet in het kristal magnesium-ammoniumfosfaat oftewel struviet. De aanwezigheid van andere stoffen (bijvoorbeeld medicijnresten) of aanhangende organische stof is door deze verwerking verwaarloosbaar. De struviet is vrijwel puur; allerlei andere rommel blijft achter in de natte fractie, niet in het struvietkristal. Deze struvietkunstmest heeft een slow release-werking, wat inhoudt dat de werkzame stoffen langzaam vrijgegeven worden. Een voordeel, want hierdoor krijgen planten gedurende langere tijd voedingsstoffen toegediend. Het magnesium biedt een extra toegevoegde waarde aan de kunstmest: het levert extra voedingsstoffen voor de plant die normaal gesproken niet in kunstmest te vinden zijn.
Gemeente GoereeOverflakkee start met proef milieuvriendelijke onkruidbestrijding Eind mei start de gemeente Goeree-Overflakkee bij wijze van proef met een nieuw, ecologisch gewasbeschermingsmiddel om onkruid in Nieuwe-Tonge te bestrijden. De gemeente houdt straten en wegen op dit moment schoon van onkruid met het door de overheid toegelaten middel Roundup Evolution. Als vervanger van dit middel gebruikt de gemeente Goeree-Overflakkee in Nieuwe-Tonge het komende seizoen Ultima van Ecostyle. Ultima is sinds 2013 een in de markt toegelaten ecologisch gewasbeschermingsmiddel. Het middel bestrijdt onkruiden, mossen en algen. De werking van Ultima is op basis van het natuurlijke pelargonzuur. Na het aanbrengen ruikt het licht zuur. Het middel heeft een zichtbaar snelle werking en is volledig biologisch afbreekbaar. De gemeente voert de proef samen met Mol Agrocom-Boonman groentechniek uit. (Bron: gemeente Goeree-Overflakkee)
Het Amsterdamse Bos bestaat 80 jaar Het Amsterdamse Bos bestaat 80 jaar, vandaar dat er dit jaar diverse activiteiten worden georganiseerd. Op 30 april 1934 werd de eerste spade
www.stad-en-groen.nl
13
14
www.stad-en-groen.nl
Nieuws de grond in geschoven voor de aanleg van het Amsterdamse Bos. Dit wordt het hele jaar door gevierd met diverse activiteiten en acties. Deze zijn te vinden op een speciale Facebook-pagina: https://www.facebook.com/AmsterdamseBos. Het bos is 1000 hectare groot en is daarmee drie keer zo groot als het Central Park in New York. Er staan 200.000 bomen en het bos wordt jaarlijks zes miljoen keer bezocht. Het bos is in eigendom en beheer bij de gemeente Amsterdam.
De zomer komt eraan: zorg voor
beschermd zijn tegen zonnebrand. De dure bomen die zij planten, worden in veel gevallen echter aanmerkelijk minder goed beschermd. Het gevolg kan zijn dat deze bomen moeten worden ingeboet of last krijgen van bastscheuren. Van soorten als de boom van het jaar 2014, de beuk, is dit bekend. Maar bijvoorbeeld ook de esdoorn, die de laatste tijd opgang maakt in beplantingsbestekken, stelt het hogelijk op prijs als hij beschermd wordt tegen zonnebrand. De makkelijkste manier is waarschijnlijk de stam te omwikkelen met jute bindsel, een product dat onder andere te koop is bij Gerard Bodewes van International Tree Service bv.
bescherming tegen
Sensoren op bomen
zonnebrand
brengen risico's in
Mensen die in de groene ruimte werken, zorgen er meestal voor dat zij persoonlijk goed
kaart Langs de weg tussen Aalten en Dinxperlo heeft de provincie Gelderland sensoren laten plaatsen op Amerikaanse eiken, om de risico's dat deze omwaaien in kaart te brengen. De provincie kan op deze manier onderzoeken of de bomen nog stabiel zijn. Dat meldt De Gelderlander (http:// www.gelderlander.nl/regio/achterhoek/sensorenop-165-eiken-langs-n819-1.4346689). Recentelijk zijn drie Amerikaanse eiken langs deze weg omgewaaid. Na onderzoek bleek dat de wortels aangetast waren. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden, omdat deze eiken dicht bij de weg staan. Om deze gevaren in kaart te brengen, heeft de provincie Gelderland op 165 Amerikaanse eiken sensoren geplaatst. De sensoren worden onderaan de stam vastgezet en meten op welke manier de boom beweegt wanneer het waait. Hierdoor kan bepaald worden hoe groot het risico op omwaaien is.
Mechan Groep haalt Valtra naar Achterveld Het merk Valtra wordt vanaf heden vertegenwoordigd vanuit het hoofdkantoor van de Mechan Groep in Achterveld. De Mechan Groep heeft een nieuwe strategie, waarmee men onder andere de dealerorganisatie beter wil ondersteunen. Valtra zal nog dit najaar in een geheel nieuw experience centre en een eigen omgeving worden gepresenteerd. In de nieuwe strategie, met een sterke focus op de verkoop van tractoren van de merken van Agco, hoort ook een heroriĂŤntatie van de vertegenwoordiging van agenturen. Daarom is besloten om de agenturen van Dieci en Celli te beĂŤindigen, in goed overleg met de desbetreffende fabrieken. Nog dit jaar zal de vestiging in Steenwijk (Agritech bv) worden gesloten.
Onduidelijkheid over laagrisicomiddelen Rogier Doornbos: ‘Toelating van laagrisicomiddelen is weliswaar onzeker, maar er zijn nog veel beren op de weg om tot echt verbod te komen.’ Toen staatssecretaris Mansveld in februari van dit jaar haar plannen voor het gebruik van chemie buiten de landbouw, met name op verhardingen, via een brief nader toelichtte, werd in het verbod op chemie een expliciete uitzondering gemaakt voor de zogenaamde laagrisicomiddelen. Uiterlijk in de zomer van 2014 zou Mansveld dit nader uitleggen en duidelijkheid verschaffen over de vraag om welke middelen het zou gaan. Auteur: Hein van Iersel
Inmiddels zijn we ongeveer een half jaar verder, maar van deze voornemens lijkt bar weinig terecht te zijn gekomen. Sterker nog: volgens verschillende bronnen meldden woordvoerders van het ministerie openlijk, tijdens een roadtrip van niet-chemische onkruidbestrijdingsmethodes die in april plaatsvond, dat laagrisicomiddelen door het ontbreken van een wettelijke definiëring feitelijk zelfs helemaal niet zouden bestaan. Daaraan wordt de conclusie verbonden dat het niet verstandig is om hierin als beheerder te investeren. Een andere recent voorbeeld is een aannemer in het noorden van het land die
16
www.stad-en-groen.nl
inschreef met laagrisicomiddelen, maar wiens inschrijving ongeldig werd verklaard vanwege het ontbreken van een duidelijk wettelijk kader voor deze middelen. Het zou dan met name gaan om de middelen Ultima van Ecostyle en het recent geïntroduceerde Cito Global van Biochem. Overigens worden de middelen in de brief van de staatssecretaris niet met naam en toenaam genoemd. Ultima is een middel dat werkt op basis van pelargoonzuur en maleïnehydrazide. Cito Global werkt op basis van azijnzuur. Beide middelen hebben een officiële toelating van het Ctgb en hebben daarvoor
een dossier moeten inleveren waarin de risico’s zijn beoordeeld. Dat geldt niet voor een derde middel, Paveclean, dat wordt gepositioneerd als een reinigingsmiddel op basis van azijnzuur, maar dezelfde werkzame stof bevat als Cito en dus ook dezelfde onkruiddodende werking heeft. Dit middel mag dus formeel niet gebruikt worden voor onkruidbeheer, maar je zou je kunnen afvragen of dat ook echt niet gebeurt. Glyfosaat Alle genoemde middelen bevatten dus geen glyfosaat, maar stoffen die waarschijnlijk snel en
volledig in het milieu afbreken. Dit is ook de politiek niet ontgaan, want tijdens de verschillende debatten klonk naast het geluid om een verbod versneld in te laten gaan, ook het geluid om een uitzondering te maken voor laagrisicomiddelen. Een van de argumenten die in dit verband ook gehoord worden, is het feit dat de giftigheid van de middelen weliswaar erg laag is, maar de hoeveelheid die wordt toegepast weer erg hoog. Rogier Doornbos, productspecialist onkruidbestrijding bij Ecostyle, bevreemdt deze opstelling van de overheid. Hij weet inmiddels dat onkruidbestrijding op verhardingen onderwerp is van een zeer gepolariseerde discussie en dat het bedrijf Ecostyle, waarvoor hij zelf werkzaam is, inmiddels door veel mensen in het kamp van de chemie is geschoven. Onterecht, vindt Doornbos. Ecostyle is in zijn visie juist altijd een bedrijf geweest dat duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. Die focus was zelfs het motief achter de ontwikkeling van Ultima. Overigens erkent Doornbos de feitelijkheid dat er op dit moment geen laagrisicomiddelen bestaan, en hij durft zich zelfs hardop af te vragen of dit voor november volgend jaar te realiseren is.
In afwachting van duidelijkheid over de laagrisicomiddelen heeft een aantal beheerders besloten om twee jaar langer Roundup te spuiten in plaats van laagrisicomiddelen. Doornbos: ‘Wat mij wel eens irriteert, is dat het allemaal zo stellig wordt gebracht. Er zou met 100 % zekerheid volgend jaar een verbod komen op Roundup en glyfosaat. Dat is helemaal niet zeker. Het is alleen een voornemen. En hoe zeker die voornemens zijn, zie je wel met Roundup voor particulier gebruik en de zogenaamde neo’s voor …voor wat?. Deze middelen zouden verdwijnen, maar de minister heeft toegegeven dat een verbod juridisch niet haalbaar is. Juridisch haalbaar Dat wil niet zeggen dat Doornbos zal stoppen met zijn strijd om Ultima geaccepteerd te krijgen. Alleen de strategie zal anders zijn. Wettelijk kan
een verbod alleen worden ingevoerd, als duidelijk is dat geen enkel alternatief om de negatieve effecten van een bepaald middel te verminderen effect heeft gehad. Precies om die reden geeft Den Haag in recente publicaties aan dat een verbod op particulier gebruik van glyfosaat en op het gebruik van neo’s niet haalbaar lijkt te zijn. Dit laatst middel zou verantwoordelijk of in ieder geval medeverantwoordelijk zijn voor bijensterfte. Doornbos maakt hieruit op dat dit ook zou moeten gelden voor de groep recent toegelaten 'duurzame alternatieve' middelen tegen onkruiden. Deze middelen zijn immers uitvoerig getoetst en zouden nergens tot problemen leiden. Voor glyfosaat bijvoorbeeld geldt dat duidelijk niet. Van dit middel worden te hoge concentraties in het oppervlaktewater gevonden.
Doornbos erkent de feitelijkheid dat er op dit moment geen laagrisicomiddelen bestaan, en hij durft zich zelfs
Rogier Doornbos
aldus Doornbos, dat er snel duidelijkheid komt. In afwachting van duidelijkheid over de laagrisicomiddelen heeft een aantal beheerders besloten om twee jaar langer Roundup te spuiten in plaats van laagrisicomiddelen.
hardop af te vragen of dit voor november volgend jaar te realiseren is. Integraal Doornbos beseft overigens terdege dat de hoogtijdagen van chemie op verharding voorbij zijn. Hij denkt dat de toekomst ligt in een slimme combinatie van laagrisicomiddelen en nietchemische bestrijding. Er zijn altijd plekken en plekjes waar chemisch bestrijden lastig zal blijven, bijvoorbeeld omdat je daar niet bij kunt met een machine. Die plekken behandel je dan chemisch en de rest pak je aan met je borstelmachine, Wave etc. Daarnaast heeft een onkruidbestrijdingsmiddel als Ultima of Cito het voordeel dat het de hele plant afdoodt en dus ook korte metten maakt met het wortelpakket dat onder bestrating zit. Doornbos: ‘Elke beheermethode heeft zo zijn nadelen. Denk hierbij ook aan de recente brand in Utrecht. Mede hierom is het afwisselen van methode, zoals geadviseerd aan de regering in het ‘Tauw-rapport’, wellicht nog wel de beste en duurzaamste aanpak.’ Het milieu en de beheerder zijn erbij gebaat,
Rien van der Spek De wet en regelgever zou duidelijker moeten zijn voor opdrachtgevers en nemers. Daar ligt de rekening.
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4606
www.stad-en-groen.nl
17
Btw en openbaar groen: is dit altijd een kostenpost? De Engelsen zeggen: ‘Er zijn twee dingen zeker in het leven: death and taxes’. Als het echter over de inrichting van openbare ruimte gaat, kun je aan dat laatste soms iets doen. Wat betreft de btw kan een beroep gedaan worden op het Btw-compensatiefonds (BCF). Maar is dat altijd zo? Auteur: Lennert Ketner
Het openbaar gebied is overal. Zodra je de deur uitloopt, ben je in het openbaar gebied. Het is de stoep en de straat, maar ook het openbaar groen zoals het plantsoen, het park en het recreatiebos. Vooral gemeenten houden zich veel bezig met aanleg en onderhoud van het openbaar groen, zoals de aanleg van nieuwe parken en het onderhoud van plantsoenen. Soms heeft de gemeente zelf mensen in dienst die de werkzaamheden uitvoeren, in andere gevallen zal men een ondernemer in de arm nemen. En deze ondernemer brengt (als het goed is) btw in rekening aan de gemeente. Gemeenten en provincies kunnen de btw die aan hen in rekening wordt gebracht voor
18
www.stad-en-groen.nl
de aanleg en het onderhoud van het openbaar gebied, verhalen op het Btw-compensatiefonds (BCF). Andere overheidslichamen, zoals waterschappen en het Rijk, kunnen geen gebruikmaken van het BCF. Als de gemeente een (openbaar) plantsoen aanlegt, dan is de te betalen btw dus geen kostenpost. In bepaalde gevallen is niet duidelijk of sprake is van openbaar groen of dat het groen eigenlijk hoort bij gebouw en dus geen ‘openbaar’ groen is. Wij geven twee voorbeelden uit de praktijk: scholen en sportaccommodaties. Maar het kan ook gaan om andere situaties, zoals een (gemeentelijke) begraafplaats.
Uitsluitingsgrond Normaal gesproken kan een gemeente, op grond van een wettelijke bepaling, de btw met betrekking tot een school niet verhalen op het BCF of verrekenen op de btw-aangifte. Deze wettelijke bepaling wordt de uitsluitingsgrond genoemd. Deze is niet van toepassing op het openbaar gebied. De gemeente legt een grasveld aan bij een school, waarop de schoolkinderen tijdens de pauzes spelen. Rondom de school liggen plantsoenen die de gemeente onderhoudt. De vraag is dan of de gemeente de btw met betrekking tot het grasveld en de plantsoenen kan verhalen op
wordt genoemd: ‘gelegenheid geven tot sportbeoefening’. De gemeente krijgt de btw dan wel terug, maar niet van het BCF. Andere gemeenten verhuren sportaccommodaties vrijgesteld van btw aan een sportvereniging. De gemeente heeft dan geen recht op aftrek, maar kan de btw ook niet verhalen op het BCF. Ten slotte kan het ook zijn dat de gemeente een sportaccommodatie gratis ter beschikking stelt aan een sportvereniging. In dat geval bestaat geen recht op aftrek van de btw, maar kan de gemeente (door de uitsluitingsgrond) in principe geen beroep doen op het BCF. Afhankelijk van de variant kan het dus zijn dat de gemeente de btw met betrekking tot het groenonderhoud rondom de sportaccommodatie niet kan verhalen. Tenzij het groen rondom de sportaccommodatie als openbaar gebied kan worden beschouwd: dan kan de gemeente de btw weer wel op het BCF verhalen. Hekwerk cruciaal In bovenstaande situaties kan de gemeente zelf enige duidelijkheid aanbrengen door het op de juiste plaats neerzetten van een hekwerk. Als het grasveld bij de school is omgeven door een hekwerk van de school, dan is daarmee duidelijk dat het grasveld bij de school hoort. Als het hekwerk ontbreekt en het grasveld dus openstaat voor iedereen, dan fungeert het grasveld tevens als openbaar gebied. Met de Belastingdienst kan dan nog wel een discussie ontstaan over de vraag of het grasveld ‘naar maatschappelijke opvattingen’ bij het schoolgebouw hoort. Dat zal afhangen van de ‘omstandigheden van het geval’. Het zou dan ook nog beter zijn om het grasveld buiten de hekwerken van de school te plaatsen, omdat daarmee het grasveld naar maatschappelijke opvattingen niet bij de school hoort.
het BCF. Als het grasveld en de plantsoenen tot het terrein van de school worden gerekend, dan kan de gemeente de btw niet verhalen, omdat dan de uitsluitingsgrond van toepassing is. Als het grasveld en het plantsoen niet tot het schoolterrein worden gerekend, dan kan de gemeente de btw wel verhalen. Btw-ondernemer Hetzelfde kan bij sportaccommodaties gelden, maar daar ligt het nog iets ingewikkelder. Sommige gemeenten exploiteren sportaccommodaties als een btw-ondernemer, en hebben ook recht op aftrek van btw op de btw-aangifte. Dit
Projectontwikkelaar Bij de uitvoering van bestemmingsplannen komt het voor dat een gemeente niet zelf het openbaar gebied en het openbaar groen aanlegt, maar dat een projectontwikkelaar dit doet en na aanleg het openbaar gebied overdraagt aan de gemeente. Meestal betaalt de gemeente daar niets voor. Een gemeente moet namelijk op grond van de Wet ruimtelijke ordening alle kosten in verband met de wijziging en uitvoering van een bestemmingsplan verhalen. Planontwikkeling mag de gemeente dus eigenlijk geen geld kosten. De gemeente kan de kosten verhalen via de leges van de bouwvergunning of in de grondprijs van bouwterreinen die de gemeente uitgeeft. De gemeente kan ook een overeenkomst sluiten
met de projectontwikkelaar die in het plangebied de gebouwen wil realiseren, en afspreken dat de projectontwikkelaar deze kosten betaalt. De projectontwikkelaar kan er dan voor kiezen om het openbaar gebied zelf aan te leggen en op deze manier de kosten te betalen. Als de projectontwikkelaar doelmatiger kan werken dan de gemeente, scheelt dat dus ook in zijn kosten. Wel of niet aftrekbaar In deze situatie, zoals hierboven beschreven, legt de projectontwikkelaar dus het openbaar gebied aan en krijgt de projectontwikkelaar dus ook de rekeningen met btw. Omdat het openbaar gebied gratis wordt overgedragen aan de gemeente, kan discussie met de Belastingdienst ontstaan over de vraag of de projectontwikkelaar wel alle btw die drukt op de kosten van het openbaar gebied in aftrek kan brengen. De staatssecretaris van Financiën heeft voor die situaties goedgekeurd dat een projectontwikkelaar de btw inderdaad helemaal in aftrek kan brengen. De projectontwikkelaar moet dan wel van de gemeente een schriftelijke verklaring ontvangen waarin de gemeente verklaart dat zij een beroep kan doen op het BCF. Daarnaast bestaat volgens de staatssecretaris geen recht op aftrek indien het over te dragen openbaar gebied bestaat uit openbaar groen, zoals parken of waterpartijen. Deze laatste voorwaarde betekent dat het nogal wat uitmaakt of de projectontwikkelaar het openbaar groen aanlegt of dat de gemeente het
www.stad-en-groen.nl
19
BTL maakt ruimte leefbaar!
Avontuur
Beleving www.btlrealisatie.nl
Op het terrein van de oude gasfabriek in Assen heeft BTL Realisatie, samen met bewoners en gemeente een natuurspeelplaats gerealiseerd. Veilig spelen, natuurervaring en -beleving staan hierbij op de voorgrond. info@btl.nl
zelf doet. In het eerste geval is de btw een kostenpost, in het tweede geval niet. In de praktijk is het de uitdaging om het eerste te voorkomen, ook in de situatie dat de projectontwikkelaar alles doet. Verlaagde btw-tarief Ten slotte kan in bepaalde gevallen het verlaagde btw-tarief van toepassing zijn als het gaat om openbaar groen. Het verlaagde btw-tarief is thans 6%. Het 6%-tarief is bijvoorbeeld van toepassing op de levering van sierteeltproducten. Als een hovenier een gemeentelijk plantsoen onderhoudt, dan zijn deze werkzaamheden belast tegen het algemene btw-tarief, thans 21%. Eventuele levering van sierteeltproducten mag dan echter tegen het 6%-tarief plaatsvinden. Maar het 6%-tarief is ook van toepassing als bepaalde werkzaamheden worden verricht voor een gemeentelijk bos. Gemeenten kunnen voor de toepassing van het 6%-tarief namelijk worden aangemerkt als bosbouwer als de gemeente een bos beheert. Het mag dan echter niet gaan om
bomen langs wegen, in parken, in plantsoenen en bij sportaccommodaties. Bij dat beheer wordt de gemeente niet als bosbouwer aangemerkt. Het gaat dan om werkzaamheden die kunnen worden aangemerkt als ‘diensten door agrarische loonbedrijven’, zoals het uitbaggeren van sloten en greppels, wieden of loofkappen. Het maakt overigens niet uit of dergelijke werkzaamheden worden uitgevoerd door een echt loonbedrijf of een andere ondernemer; het gaat om de werkzaamheden zelf. Als een ondernemer sloten uitbaggert in een recreatiebos van een gemeente of een waterschap, kan het 6%-tarief dus worden toegepast. De toepassing van het 6%-tarief is vooral interessant voor overheidslichamen die de btw niet kunnen verhalen.
Rien van der Spek Arbeid belasten van het bedrijfsleven en BTW ten opzichte van gemeentelijke diensten is dit oneerlijke concurrentie van de overheid?
Kortom, openbaar groen verdient de nodige aandacht, zeker als het om btw gaat! De auteur, Lennert Ketner, is werkzaam als btwadviseur bij Deloitte (LKetner@deloitte.nl)
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4602
www.stad-en-groen.nl
21
Vasteplanten in het openbaar groen
Griffioen biedt het totaalpakket Green-to-Colour aan voor een duurzaam ingerichte buitenruimte. Het concept, dat zorgt voor snelle dichtgroei met een laag onderhoudsniveau en weinig onkruidgroei, bestaat uit: ontwerp sortimentskeuze grondbewerking P11-kwaliteit planten maai- en bemestingsplan
• • • • •
Meer informatie en voorbeelden van projecten: www.greentocolour.com Griffioen Wassenaar BV
+31 (0)70 517 7175
info@griffioenwassenaar.nl
www.griffioenwassenaar.nl
Mijn schutting en de wsw Afgelopen week was ik een weekje vrij. Het was mooi lenteweer, dus ik ging lekker in de tuin aan de slag. Op ons to-dolijstje stond bovenaan het plaatsen van een schutting. Mijn vrouw en ik hadden alles goed doorgedacht en met de buren besproken. We hadden deze winter de planken en de palen al op maat gemaakt en geschilderd; ze moesten alleen nog even geplaatst worden. Maar het plaatsen was achteraf toch lastiger dan ik had gedacht. Iets uitdenken is makkelijk, maar uitvoeren is toch een ander chapiter. Tijdens het plaatsen heb ik menigmaal de Schepper aangeroepen.
Iets uitdenken is makkelijk, maar uitvoeren is toch een ander chapiter ‘Shit, de pluggen vergeten.’ Ik ging pluggen halen met de auto; dat gaat vlugger, hield ik mezelf voor. Maar ik moest wachten op een aantal tuinlieden van het Werkvoorzieningschap die leilindes snoeiden. Ogenschijnlijk genoten ze van hun werk. Met een snoeischaar snoeiden ze keurig alle eenjarige loten van de knokkelige takken. Toen ik dit gelukstafereel waarnam, bekroop mij een vreemd gevoel. Op de radio werd namelijk tijdens het nieuws over de drie D’s gesproken. Een gewoon mens denkt dan: Wat, weer zo’n …band uit Volendam? ‘Nee joh, Den Haag is weer bezig’, sprak mijn innerlijke stemmetje. De nieuwslezer vertelde dat de wsw voor nieuwe gevallen op 1 januari 2015 komt te vervallen. Gemeenten krijgen binnen de kaders van de Participatiewet de ruimte om beschut werk zelf te organiseren als voorziening. Nee hè, daar heb je het populairste woord van 2013 weer. Toen gebaarde een medewerker dat ik door mocht rijden. Met een gevoel van onpasselijkheid vervolgde ik mijn weg naar de ijzerwarenzaak.
Hoe kunnen gemeenten mensen met een wsw-indicatie aan het werk zetten? Hebben
Mijn schutting is bijna af en staat bij wijze van spreken als een huis. De vraag is: wanneer staat de Participatiewet als een huis? Hulde aan alle wsw’ers die al jaren ons groen perfect onderhouden. Groet, Chris Winter Beleidsmedewerker groen bij de gemeente Castricum (ChrisWinter@castricum.nl)
ze daar de kennis voor? Ik heb er de hele dag aan moeten denken. Beseft mevrouw Klijnsma, de staatssecretaris, wel waar ze mee bezig is? Gaan er niet een hoop mensen tussen de wal en het schip raken? Hoe kunnen gemeenten mensen met een wsw-indicatie aan het werk zetten? Hebben ze daar de kennis voor? Tja, mevrouw Klijnsma heeft makkelijk praten; zij zit met een goed salaris in Den Haag. Achteraf zal ze ook wel zeggen: ‘De participatiewet was makkelijk uitgedacht, de uitvoering verliep wat lastiger.’ Ik hoop maar niet dat ze de pluggen is vergeten en een aantal medewerkers van het Werkvoorzieningschap tegenkomt. Dan kan ze wel eens héél lang moeten wachten.
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4617
www.stad-en-groen.nl
23
En als het fout gaat, geven we gewoon Barend de schuld Barend van Doorn: ‘Wie zit er nu te wachten op onnodig hoge administratieve lasten, met soms juridische gevolgen op de koop toe?’ In dit ‘interview met een ceo’ dit keer feitelijk geen echte ceo. Barend van Doorn is een van de zes directeuren van de Leeuwenstein Groep, waaronder groenvoorziener Signa Terra, maar ook een aantal meer op infra gerichte bedrijven vallen. Alle directieleden hebben hun eigen divisie of afdeling onder zich, maar in de raad van bestuur van de holding van de Leeuwenstein Groep beslissen ze gezamenlijk. Auteur: Hein van Iersel
24
www.stad-en-groen.nl
Van Doorn Geldermalsen bestaat vijftig jaar en ademt de sfeer van een familiebedrijf uit. Ik word door Barend van Doorn rondgeleid in de hoofdvestiging in Geldermalsen en in ieder kantoor hangt of staat wel iets wat herinnert aan de vijftig jaar familie- en bedrijfsgeschiedenis. Natuurlijk de gebruikelijke plaquettes die door het personeel bij de verschillende jubileums zijn aangeboden, maar ook foto’s en andere memento’s. Een andere herinnering aan de geschiedenis is de vader van Barend van Doorn, die iedere ochtend en middag een bakje koffie komt drinken in de kantine. Barend van Doorn: ‘Mijn vader heet ook Barend en bemoeit zich eigenlijk nergens meer mee, behalve met het schoonmaken van de afwasmachine, maar vindt het gezellig om langs te komen en een praatje te maken.’ Vader en zoon Barend van Doorn zijn overigens niet de enige Barenden in het bedrijf. In de familie is het een goede gewoonte om de eerstgeboren zoon te vernoemen naar de stamvader. Als gevolg daarvan heten op dit moment vier van de zes leden van de raad van bestuur Bernard, aangevuld met één Henk en één Frans. Een van de Barenden die ik tijdens de rondleiding over het anderhalf hectare grote bedrijfsterrein tegenkom, grapt daarover: ‘Het kan voor veel verwarring zorgen, zeker voor nieuwe personeelsleden, maar het heeft ook voordelen. Als er een fout gemaakt is, geven we gewoon Barend de schuld.’
'Als je gaat pulken in elkaars welzijn, gaat het fout'
Barend van Doorn, links achter strategisch opgesteld Barend van Doorn Sr.
Traditioneel, niet ouderwets Dat Van Doorn Geldermalsen een traditioneel familiebedrijf is, wil gelukkig niet zeggen dat het ouderwets is. Het machinepark oogt innovatief en modern, bijvoorbeeld een unieke maaicombinatie om middenbermen te maaien. Deze machine – geschatte waarde ongeveer twee ton – is gebouwd met behulp van een aantal bedrijven uit het rivierengebied. De werktuigdrager is een Vredotrac van Vredo uit Dodewaard. De maaiarm komt van Herder. Daarnaast heeft Jan Veenhuis nog meegewerkt aan de combinatie. Van Doorn legt uit: ‘Rijkswaterstaat werkt met het principe van rental lane. Je reserveert bij de opdrachtgever een wegvlak voor een bepaalde tijd. In die tijd moet het werk gedaan worden. En als dat niet lukt, moet je opnieuw aanvragen en weer een aantal weken wachten. Dat betekent één ding:
dat je goede spullen moet hebben.’ De unieke combinatie-middenbermmaaier is bijvoorbeeld in staat om in één nacht 35 kilometer middenberm te maaien en het maaisel af te voeren. Dat doet deze Vredotrac overigens niet alleen. Meestal lopen er ook nog wat kleinere machines mee die tussen de vangrails maaien en meestal ook wat mensen met bosmaaiers, die her en der een paaltje vrijmaken.
'Het is weinig sociaal als je min of meer verplicht wordt die mensen weer te ontslaan' Blijf bij je leest Van Doorn weet wat deze machine doet, tot in de finesses. Dat blijkt een van de voorwaarden te zijn om als familie goed samen te werken. Van Doorn: ‘Binnen de raad van bestuur beslissen we gezamenlijk, maar dat betekent niet dat ik mijn neven voor de voeten ga lopen bij de uitvoering van hun klussen. Als je gaat pulken of wroeten in elkaars welzijn, gaat het fout.’ Binnen het complete bedrijf zijn ongeveer 250 mensen werkzaam. De belangrijkste poot is daarbij het infrabedrijf Van Doorn Geldermalsen, dat weer onderverdeeld is in drie divisies: Infra Services (150 fte), Infra Clean (25 fte) en Infra Specials (20 fte). De bv waar Barend van Doorn zelf voor verantwoordelijk is, groenvoorzieningsbedrijf Signa Terra, heeft ongeveer 25 medewerkers. De laatste werkmaatschappij is Dover, een club die verkeersmaatregelen uitvoert. Verder heeft de Leeuwenstein Groep nog eens vijftig procent deelneming in VDC Aannemersbedrijf in België en in het bedrijf IMS: Incident Management Services. Dit laatste bedrijf is ook gevestigd in Geldermalsen en wordt ingezet bij milieuongelukken op de wegvakken die Van Doorn Geldermalsen beheert. Stel: een vrachtauto heeft een chemische stof gelekt. IMS zorgt dan dat de juiste maatregelen worden genomen om de milieuschade zo veel mogelijk in te perken. Hiervoor worden de mensen en machines van het moederbedrijf ingezet. UAV-GC De belangrijkste klus die Van Doorn Geldermalsen nu onderhanden heeft, is het beheren van een aantal regio’s van Rijkswaterstaat. Deze werken worden geregeld via UAV-GC-contracten. Deze innovatieve aanbestedingsvorm houdt in principe
www.stad-en-groen.nl
25
Niets staat deze machines in de weg.
Verhoog uw productiviteit met de Husqvarna frontmaaiers: de P 520D, P 524 en P 525D. Het compacte ontwerp en de bestuurbare achteras zorgen voor een ongekende wendbaarheid: maaien in krappe ruimtes, rond bomen en struiken, onder banken en langs hekken is geen enkel probleem voor deze machines. Naast deze eigenschappen hebben de machines ook de beschikking over een robuust chassis en vele ergonomische oplossingen die zorgen voor jarenlang winstgevend en zorgeloos maaien. Een breed scala aan accessoires zorgen ervoor dat de P 520D, P 524 en P 525D het gehele jaar inzetbaar zijn. Made for professionals. Powered by you. Copyright © 2014 Husqvarna AB (publ). All rights reserved.
HUSQ_Adv_210x148.indd 1
www.husqvarna.com/nl
28-03-14 15:11
Onkruidborstelmachine ST622-Pro370
Het lage eigengewicht van slechts 40kg en de extra grote wielen maken deze machine zeer wendbaar en licht te bedienen. Dankzij de nieuwe borstelkop, met 6 borstelelementen en snelwisselsysteem, borstelt hij ruim buiten de wielen. Verder is de machine voorzien van trillingdempers en een reductiekit wat het comfort verder verhoogt.
Wilt u milieuvriendelijk, snel en eenvoudig onkruid, mos en/of groene aanslag verwijderen, dan is de Ariens onkruidborstelmachine ST622-Pro370 de juiste machine voor u. Geen gebruik van chemicaliën en meteen resultaat.
Voordelen van de Ariens onkruidborstelmachine ST622-Pro370 ten opzichte van andere manieren van onkruidbestrijding zijn o.a.: • Milieuvriendelijk. • Direct resultaat. • Te gebruiken bij ieder weer type. • Ook de voedingsbodem wordt verwijderd. • Lage aanschaf- en borstelprijs. • In tegenstelling tot een bestrijding met chemicaliën kan de machine ook gebruikt worden in een niet groeizame periode.
since 1933
since 1958
HELTHUIS Tuin en Parkmachines B.V.
Machine excl. btw € 1152,89 Machine incl. btw € 1395,00
Al meer dan 50 jaar het adres voor tuin- en parkmachines
Set borstels excl. btw € 17,77 Set borstels incl. btw € 21,50
“Poort van Midden Gelderland” Oranje 2 6666 LV Heteren www.helthuis.com
T F E
+31 (0)26 – 4723 464 +31 (0)26 – 4722 722 kathy@helthuis.com
De complete directie van de Leeuwenstein Groep. Vier maal Barend, één Henk en één Frans tijdens het vijftigjarig jubileum.
in dat de aannemer de complete uitvoering inclusief de regie overneemt. De aannemer is over een periode van een aantal jaar verantwoordelijk voor een bepaalde prestatie die gebaseerd is op functionele eisen. Als aannemer weet je daarbij precies waar je je aan moet houden. Lukt dat niet, dan krijg je een boete of worden betalingen uitgesteld of opgeschort. Voor de toko waar Barend Barendzoon verantwoordelijk voor is, Signa Terra, zijn dit soort bestekken een uitzondering. Signa Terra is ooit min of meer ontstaan vanuit een tuincentrum dat de familie exploiteerde in Geldermalsen. Social return Van Doorn blijkt een haarscherpe visie te hebben op de actualiteit en bedreigingen voor groenvoorzieners. Social return in zo’n onderwerp. Van Doorn is van mening dat zijn soort bedrijven hier te veel hooi op hun vork hebben laten schuiven. ‘Ik vraag me wel eens af, als ik zie wat onze bedrijven doen, waar de rest van de markt blijft. Wij worden verplicht een aantal mensen in dienst te nemen, maar andere leveranciers hoeven vaak nergens aan te voldoen.’ Daarbij komt dat groenvoorzieners, naar Van Doorns mening, vaak al een behoorlijke track record hebben als het gaat om social return. Een andere zaak die Van Doorn irriteert, is het vaak weinig duurzame karakter van social return. ‘Je neemt iemand aan voor de duur van een klus. Is de klus afgelopen, dan staat die persoon weer op straat en gaat de nieuwe aannemer op zoek naar nieuw personeel, omdat hij niet verplicht is deze mensen over te nemen. Het zou beter zijn die mensen te koppelen aan
een bepaald project. Je hebt als aannemer dan de verplichting om de mensen erbij te nemen als je een bepaald project gegund krijgt.’ De onderliggende boodschap is vooral een sociale: ‘Het is weinig sociaal als je min of meer verplicht wordt die mensen weer te ontslaan. Je doet dan iets wat je eigenlijk als sociaal denkend werkgever niet zou moeten willen.’ Emvi Een andere zorgpunt van Van Doorn is de nieuwe aanbestedingspraktijk, waarbij emvi de hoofdmoot vormt. Op zich zou emvi een verbetering moeten zijn ten opzichte van de oude praktijk, waarin de laagste prijs honderd procent leidend was, maar in de visie van Van Doorn is het verschil in de praktijk nogal beperkt. Van Doorn: ‘Bij de laatste aanbestedingen waar wij aan mee hebben gedaan, was er altijd wel een duiker onder de deelnemende aannemers. Iemand die het werk koopt door twintig, dertig procent onder de prijs te schrijven. De oplossing is volgens Van Doorn iedereen die meer dan een bepaald percentage van het gemiddelde naar boven of beneden afwijkt, af te laten vallen. Een tweede bezwaar dat Van Doorn heeft tegen emvi, is het feit dat de methodes om de plannen van aanpak te beoordelen vaak zeer complex en diffuus zijn. Van Doorn: ‘Met als gevolg dat de uitslag van een aanbesteding wordt gezien als onbegrijpelijk. Dat zou niet zo mogen zijn, omdat het niet de intentie van de opdrachtgever weergeeft.’ Van Doorn vervolgt: ‘Waarom moeten wij als Nederland zo moeilijk doen en zien we dat in de landen om ons heen gebruikgemaakt wordt
van een bandbreedte waarbinnen de prijs moet liggen?’ Het resultaat is, volgens Van Doorn, dat opdrachtgevers zo veel mogelijk proberen aan te besteden buiten emvi om. Begrijpelijk, aldus Van Doorn: ‘Wie zit er nu te wachten op onnodig hoge administratieve lasten, met soms juridische gevolgen op de koop toe?’
Rien van der Spek De Barend van het bedrijfsleven is de overheid. Geven we de overheid voldoende feedback op deze punten
Ton van Oostwaard Barend heeft een uitgesproken mening over social return, met dat dit maar zeer beperkt iets oplevert voor werkzoekenden. Koppeling aan een klus zou beter zijn vindt hij. Dit is inderdaad een lastig onderwerp, hier moet veel beter in gestuurd worden door UWV of een uitzendbureau. De werkgever selecteert niet, maar diegene die personeel aanbiedt.
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4600
www.stad-en-groen.nl
27
Whitepaper: Onkruidbeheer na 2015: hoe gaan we dat organiseren? Beheerders: stop met bestrijden en ga weer beheren! Beheerders staan de komende periode voor een moeilijke keuze. In een tijd dat er minder geld beschikbaar is, staat hij of zij voor de uitdaging onkruid op een nieuwe (en vaak duurdere) manier te beheren. In deze whitepaper brengt vakblad Stad + Groen de belangrijkste aspecten van onkruidbeheer bijeen. Auteurs: Broer de Boer / Hein van Iersel
‘Niet-chemisch kost 110 miljoen extra’, kopte een collega-vakblad in 2013. Als onkruid vanaf november 2015 niet meer aan het glyfosaatinfuus mag liggen, zou de kostprijs per vierkante meter onkruidbestrijding fors duurder worden. Harde getallen omtrent de kosten zijn echter niet te geven. De markt is volop in ontwikkeling. Regelmatig komen marktpartijen met nieuwe machines en innovaties, die tot doel hebben sneller en goedkoper te beheren. Sleutelwoord daarbij is TCO, oftewel total cost of ownership. Niet de initiële aanschaf bepaalt de prijs, maar een combinatie van de totale kosten inclusief personeel, afschrijving, rentelasten en brandstof en de capaciteit van de apparatuur.
king op de directe en de indirecte kosten van niet-chemische onkruidbestrijding. Het CROW publiceerde hierover gegevens in 2008. In de markt bestaat momenteel een sterke discussie over deze getallen: ze zouden gekleurd zijn en vooral ingegeven door commerciële belangen. Daarnaast geven de cijfers inmiddels niet de realiteit weer: er zit een groot verschil tussen de prijs per vierkante meter die fabrikanten opgegeven en de prijs die aannemers hanteren bij de uitvoering van het werk. We zijn inmiddels enkele jaren verder. Doorgevoerde innovaties hebben de kostprijs per vierkante meter soms al gehalveerd. Aanbestedingscijfers van gemeenten bevestigen dit.
Uit de rapportage uit januari 2012 van Van Dijk en Kempenaar [2] citeren we enkele belangrijke discussie- en aandachtpunten. Ze hebben betrek-
Kostenverschillen Voor chemische onkruidbestrijdingstechnieken lag in het geciteerde onderzoek uit 2012 het gemid-
delde prijsniveau op 1,4 eurocent per vierkante meter. De berekende prijzen voor de brandertypes waren destijds laag, omdat de betreffende aanbieder gebruikmaakt van kleinere, goedkopere parktrekkers en oudere types branders. Nieuwere types branders inclusief voertuigdrager zijn duurder in aanschaf, maar hebben over het algemeen een iets hogere capaciteit. Overigens hebben Van Dijk en Kempenaar ter verificatie de met het rekenprogramma berekende prijzen vergeleken met een berekening volgens het ‘Calculatieschema Groenwerk’ (www.gwwkosten. nl). Discussie over de uitgangspunten en aannames voor de berekeningen zal altijd blijven bestaan als er commerciële belangen spelen. Dit laat onverlet dat de prijzen vooral worden bepaald door de vervangingswaarde, het aantal gebruiksuren per seizoen en de capaciteit (ha/ uur).
www.stad-en-groen.nl
29
Techniek Aantal Prijs 2012 Prijs 2012 CROW 2008 behandelingen (€/m2) (€/m2/jr)
(€/m2/jr) ***
Borstelen 3-4 0,045 0,13-0,18 0,19-0,38 *) Branden 6-8 0,023 0,14-0,18 0,21-0,35 Hete lucht 6-8 0,024 0,15-0,19 Hete lucht + IR + water 4-6 0,032 0,13-0,19 Heet water volvelds 3-4 0,076 0,22-0,29 Chemisch 2-3 0,018 ** 0,04-0,05 0,05-0,08 *) Inclusief opslag van € 0,02 voor stortkosten **)Inclusief 25% opslag voor inzet niet-chemische technieken op emissiegevoelige plaatsen ***) In 2008 publiceerde het CROW deze jaarkosten op basis van marktprijzen Tabel 1: Prijzen 2012 (€/m2/jaar) voor de realisatie van beeldkwaliteit B op verhardingen voor verschillende onkruidtechnieken [bron: 2].
Techniek beeldkwaliteit Voor het realiseren en behouden van een gewenste beeldkwaliteit B op verhardingen, lagen de kosten voor mechanische en thermische technieken (branden, hete lucht, hete lucht+) enkele jaren geleden tussen de 13 en 19 eurocent per vierkante meter per jaar. Door de relatief lage capaciteit (ha/uur) lagen de kosten voor de heetwatertechniek iets hoger. Voor water op grote oppervlakken zijn ook werktuigdragers beschikbaar met een selectieve, sensorgestuurde toepassingstechniek. Deze verhogen de capaciteit van het materieel substantieel. Een woordvoerder van Wave noemt hierbij getallen die thans onder de 10 eurocent per vierkante meter per jaar liggen bij vier behandelingen per jaar. Het milieu Elke actie om onkruid te verwijderen of te voorkomen, gaat ten koste van het milieu. Afhankelijk van de definitie die je hanteert, is er schade door thermische bestrijding (heet water en branden) of schade door chemie (glyfosaat). De overheid heeft gekozen voor de strategie om chemie te verbieden. Een van de doorslaggevende factoren hierbij is dat er te hoge percentages glyfosaat in het oppervlaktewater worden aangetroffen bij enkele innamepunten van ruw water voor de bereiding van drinkwater. Het zijn dan ook met name de waterleidingsbedrijven die succesvol gelobbyd hebben voor een verbod op glyfosaat. De politieke besluitvorming over het verbod op glyfosaat op verhardingen is inmiddels afgerond en de overheid werkt nu aan het juridisch verankeren ervan. Daarbij is het overigen nog steeds mogelijk dat er juridisch of procedureel zand in de besluitvormingsmachine komt. Beheerders lijken daar – heel terecht – geen rekening meer mee te houden.
30
www.stad-en-groen.nl
De andere methoden scoren dus weliswaar gunstig voor de waterkwaliteit, maar hebben ieder ook weer hun eigen nadelen: de thermische methoden kosten veel fossiele brandstoffen en veroorzaken dus veel CO2-uitstoot; roterende borstels slijten snel en kunnen de verharding beschadigen. Maar kijk je even verder, dan blijkt dat ook mechanische en thermische methoden ten koste gaan van het milieu. Denk aan extra CO2-uitstoot, fijn stof (diesel), slijtage van borstels en de fossiele brandstof die nodig is voor de productie en toepassing van materieel. De milieubelasting is afhankelijk van de toepassing en de gebruikte techniek. De milieulast wordt bepaald door zowel tractie, energiegebruik, soort fossiele brandstof als techniek (oververhitte stoom, branders, toepassing IR of heet water).. Een goede en objectieve indicator van de milieulast is de LCA-methode oftewel de life cycle assess-
Heet water techniek
ment. Een LCA-onderzoek van IVAM toonde in 2012 nog aan dat gemeenten onkruid beter met chemie zouden kunnen bestrijden dan met nietchemische technieken zoals branden, borstelen, hete lucht of heet water. In de opzet van dit onderzoek zouden chemische bestrijdingsmiddelen, mits zorgvuldig gebruikt, beter zijn voor het milieu! Er is discussie tussen de marktpartijen over de gehanteerde methodes voor het onderling vergelijken. Recentelijk liet Wave een nieuwe LCA-studie uitvoeren door IVAM voor hun eigen apparatuur. In dit nog niet gepubliceerde rapport staan nieuwe data, aangeleverd voor de Wave, waaruit blijkt dat de LCA-score van hun methode aanzienlijk lager uitvalt. Maar ook concurrerende methodes en fabrikanten zullen vorderingen hebben gemaakt. Het zou daarom de voorkeur genieten als alle methodes in een studie met elkaar ver-
geleken zouden worden. Bij onze zuiderburen heeft de Universiteit van Gent, een goede poging gedaan door de verschillende aspecten van deze complexe materie op het gebied van onkruidbestrijding in kaart te brengen. De universiteit heeft een zeer gedetailleerd handboek van 200 pagina’s uitgebracht die beheerders en machinisten leert omgaan met niet-chemische onkruidbestrijdingsmethoden. Tussen de oren Wat concentraties betreft spreken we bij glyfosaat van oplossingen van 1-2 procent. Bij de niet-chemische producten zoals Ultima is de concentratie veel hoger, terwijl er ook vaker gespoten moet worden. Vaak zit het idee ‘we moeten blijven spuiten’ tussen de oren. Het extra volume dat met spuitmachines (in dit artikel verder niet belicht, red.) gebruikt moet worden, wordt vaak niet in de overwegingen meegenomen. De extra arbeid en de productkosten worden vaak niet meegenomen. Waarbij het überhaupt de vraag of er geen einde komt aan het gebruik van deze zogenaamde laagrisico middelen. Er zijn stemmen die beweren dat het wisselen van methodes de toekomst heeft. Ongeacht welke beheermethode men kiest, zullen altijd momenten zijn dat men te kampen heeft met een beheerachterstand. Bijvoorbeeld door ziekte van medewerkers, of doordat je om welke reden dan ook ergens niet kon beheren. Dan kan het noodzakelijk zijn om de heetwater- of brandmethode af te wisselen met borstelen of laagrisico chemie. Stadsinrichting De bovengrondse inrichting speelt een grote rol bij de oplossing van het onkruidprobleem op verhardingen. In een oude stadskern heeft men daarbij totaal andere uitdagingen dan in een Vinex-wijk. Zowel op trottoirs als op klinkerrijwegen zou onkruid kunnen wijzen op te weinig gebruik. Aanpassing van de bestrating is wellicht op termijn verstandiger dan intensiveren van het beheer. Dat brengt ons direct bij de vraag: waarom niet meer asfalt of andere voegloze verhardingen in de stedelijke omgeving, zoals we dat in mediterrane landen vaak zien, waardoor je veel minder onkruid aantreft in het straatbeeld? Wel, de reden is dat inrichting en onkruidpreventie op gespannen voet staan met de ondergrondse infrastructuur, die ‘toegankelijk’ moet blijven. Dit bepaalt grotendeels de mogelijkheden voor
Het resultaat telt En natuurlijk is de vraag: wat is nu de beste aanpak? De redactie legt deze vraag voor aan Bert van Loon in zijn functie van voorzitter van de Stichting Niet-chemische Onkruidbestrijding op verhardingen. Van Loon zegt: ‘Het is eigenlijk onzin om te spreken over de vierkantemeterprijs van niet-chemische methoden voor de bestrijding van onkruid. Een theoretisch berekende vierkantemeterprijs ligt anders dan die van een aannemer die een offerte maakt voor een aanbesteding. Onkruidbestrijding kun je niet los zien van de overige werkzaamheden in de stedelijke omgeving. Eigenlijk is dat een cyclus, die start met veegrondes, gevolgd door onkruidbestrijding en verwijdering van blad in de herfst en/of de verwijdering van zwerfvuil. Al deze factoren hebben invloed op de groei van onkruid en bepalen hiermee het beeld van de openbare ruimte. Daarnaast vereist niet iedere situatie dezelfde aanpak. Zo gebruikt men bij overbegroeiing met onkruid met veel voedingsbodem een totaal andere techniek (of combinatie van technieken) dan bij matig vervuilde verharding. Waar het onkruid groeit en van welke vervuiling er sprake is, dat bepaalt uiteindelijk welke technieken je moet kiezen en dat bepaalt welk kostenplaatje er aan hangt.’ We benoemden het al eerder in dit katern - en Van Loon benadrukt het nogmaals - ‘Hoe meer je veegt, hoe minder voedingsbodem je krijgt en des te minder onkruid. Voor aannemers is het uiteindelijk de combinatie van techniek, wijze van toepassing en de uiteindelijke onkruidklasse die een gemeente wil, CROW A, B, C of D, die bepalend is voor de inschrijving en daarmee de prijs en het resultaat. Een goed geschreven bestek is noodzakelijk voor een juiste inschrijving. En ik denk dat dit voor veel gemeenten, aannemers en producenten straks een behoorlijk leerproces wordt. In het zuiden preventieve maatregelen door voegarme verhardingen aan te leggen zoals asfalt, beton, grotere tegels of onkruidwerende voegen. Behalve in grotere gemeenten worden gemeentelijke beheerders zelden betrokken bij het ontwerp en de inrichting van de stedelijke omgeving. Een betere afstemming tussen ontwerpers/grijze afdelingen en groene afdelingen en eventuele aannemers omtrent de aanleg van ondergrondse infrastructuren zou ook veel problemen met onkruid kunnen voorkomen. De mogelijkheden zijn er: er bestaan kabelgoten waarin leidingen en kabels gelegd kunnen worden, maar deze zijn vrij prijzig.
van Nederland is al een flink aantal gemeenten meerdere jaren bezig met chemievrij onkruid bestrijden. In het Brabantse werkt ruim 50 procent van de gemeenten al chemievrij zoals Eindhoven, Bergeijk, Waalwijk, Tilburg en Breda. Meer hierover is te lezen in het door CLM uitgebrachte rapport ‘Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten’. Dit rapport belicht de ontwikkelingen, de wijze van toepassing, de kwaliteitsmetingen, de inrichting van de juiste bestekvormen en de kosten. Zie voor kosten tabel 2. Maar ook bij de Rotterdamse Roteb zijn daarmee significante ervaringen opgedaan.’ En ten slotte, we hoeven het eigenlijk niet te vragen: is de voorman van de stichting blij met het verbod per november 2015? ‘We zitten nu tien jaar in een grijs gebied van besluiteloosheid’, antwoordt hij. ‘De discussie over al dan niet glyfosaat binnen een DOB-methode wil ik liever niet nogmaals voeren. Eindelijk komt er duidelijkheid vanuit de politiek’, verzucht hij. ‘Eindelijk kunnen we door met gericht investeren in kennis, technieken en materieel op het gebied van mechanische en thermische onkruidbestrijding.’
Bert van loon
Ook hier zien we innovaties die reeds inspelen op een chemieloze situatie. Daarbij kan men denken aan onkruidwerende voegen (polymeren) of beton met bestratingmotieven. Misschien kan dat laatste een oplossing zijn voor het eeuwigdurende probleem van onkruid op pleinen of wegen bestaande uit kinderkoppen. Overigens: hoe groter de oppervlakken en hoe minder hindernissen (denk aan insteekhavens voor voertuigen), hoe efficiënter de wegbeheerder onkruidremmende maatregelen kan toepassen. Een andere overweging is een hogere onkruidtolerantie te hanteren
www.stad-en-groen.nl
31
Jaar/Regio 2011 2012 2013* Niet-chemisch Noord-Brabant Niet chemisch Elders in Nederland Niet-chemisch Totaal Chemisch LEI/CLM (Buurma e.a. 2012)
0,14+0,02 0,14+0,03 0,14+0,03 0,10+0,03
0,11+0,02 0,14+0,02 0,13+0,02 0,10+0,03
0,11+0,02 0,10+0,02 0,11+0,02 0,09+0,02
* dit betreft aanbestedingen in de periode januari-maart 2013 Bron [5] Tabel 2 Praktijkkosten van niet-chemisch en chemisch beheer (heet water en/of hete lucht) in verschillende gemeenten in Noord-Brabant en elders (€/m2/jaar)(n=29)
in situaties waarin de veiligheid niet in het geding is. En ten slotte: ga slim om met straatmeubilair en andere hindernissen, die bijvoorbeeld het uitvoeren van een adequaat veegbeleid in de weg staan. Houd de straatkolken schoon, zodat regenwater gemakkelijker verwerkt wordt, veeg regelmatig en preventief om organische massa te verwijderen en zorg in het donkere seizoen voor de afvoer van blad. Met blad – biomassa – wordt immers de basis gelegd voor een voedingsbodem
waarop onkruid welig tiert. Beheervorm Een oud Nederlands spreekwoord luidt: ‘Hij heeft geen nagels om zijn reet te krabben’. De achtergrond van dit spreekwoord is echter anders dan we vermoeden. ‘Retenkrabber’ was heel vroeger een beroep voor de allerarmsten in de steden. Zij ontdeden de voegen in straat en muren van onkruid, met een voegenkrabber, een nagel, een
spijker. En als je geen zelf geen middelen had om nagels - het gereedschap - te bekostigen, behoorde je echt tot de allerarmsten… In de tijd waarin wij leven en waar een overvloed aan relatief voordelige sw-arbeid voorhanden is, zal men wellicht voor een andere methode van onkruidbestrijding kiezen dan in een gemeente die dat uitbesteedt aan een commerciële aannemer. Aandacht voor social return is ook bij onkruidbestrijding op zijn plaats. Door de invoering van de participatiewet verandert er immers voor gemeenten veel. Per 1 januari 2015 kunnen er geen nieuwe mensen meer in de sociale werkvoorziening instromen.
Geraadpleegde bronnen 1. Wageningen UR, 2012, LCA-quickscan vergelijking onkruidbestrijdingsmethoden. Niels Jonkers in opdracht van Plant Research International 2. PRI, 2012, Van Dijk, C.J., Kempenaar, C.: Kosten onkruidbeheer op verhardingen, rapport 432 3. PRI, 2012, Groot, Kempenaar, Davies: Onderzoek naar de effectiviteit van drie typen uv-lampen op het doden van onkruiden, rapport 488 4. Katholieke Hogeschool Kempen, 2005/2006, Lauryssen, Guy: Niet-chemische onkruidbestrijding 5. CLM Onderzoek en Advies, september 2013, MSc D. Keuper, Ir. J. van Vliet, Dr. P.C. Leendertse, Duurzaam terreinbeheer door Brabantse Gemeenten CLM 827 – 2013 6. Handleiding voor niet-chemisch(e) onkruidbeheer(sing) op verhardingen met kleinschalige elementen / Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw – E. Boonen (OCW), B. De Cauwer (UGent), M. Fagot (UGent), A. Beeldens (OCW) en D. Reheul (UGent). OCW 2013
32
www.stad-en-groen.nl
Maar… gaan we nu vegen, borstelen, ecochemie, stoom of heet water gebruiken? Voor de onkruidbestrijding op verhardingen bestaat een veelheid aan methoden, waarbij respectievelijk herbiciden, borstels, branders (hete lucht), heet water of (oververhitte) stoom worden ingezet. Op de volgende pagina’s een overzicht van de methodieken als alternatief voor chemie, waarbij ook de producten met een lage risicodrempel belicht worden.
1. Branden De bovengrondse plantendelen komen hierbij direct in contact met de vlam (stootbranden) of met de warmte afkomstig van een zogenaamde infraroodbrander. Wanneer de temperatuur van de plant oploopt tot 70 °C of meer, barsten de celwanden en stollen de eiwitten in het celvocht. De vegetatie verwelkt en sterft. Het resultaat is bijna onmiddellijk (na enkele minuten) zichtbaar. De hardware kan bestaan uit: kleine handbranders met een of twee branders op een lans met een slang, of zelfrijdende of voort te duwen modellen met een aantal op rij geplaatste branders van verschillende breedte. Ook bestaan er aanbouwmachines voor tractoren of werktuigendragers, vanaf 1 meter en met vijf of meer op rij geplaatste branders. De werktemperaturen kunnen hierbij oplopen tot 1000 °C. Afgelopen voorjaar kwam deze methode negatief in het nieuws. Door onzorgvuldig handelen van een medewerker van een groenbedrijf brandden drie woningen af. De medewerker had met zijn brander onder een houten schutting op gewerkt, die als gevolg daarvan vlam vatte.
Werking Herhaling van de behandeling na de hergroei put de vegetatie uit, waarna de plant definitief verdwijnt. Branders zijn toepasbaar op alle verhardingen, van klinkers tot dolomietpaden. Bij gebruik van branders is voorzichtigheid geboden vanwege brandgevaar in droge bermen, boomschors en aan houten hekwerken. Het ideale moment om te branden is de zomer of het najaar. Dan is de plant het kwetsbaarst en het snelst uitgeput. Economisch gezien wordt het efficiëntst gewerkt bij droge vegetatie. Dit werkt het snelst en vergt de minste energie, om de simpele reden dat er minder water in de cellen opgewarmd hoeft te worden. Bij laattijdig onderhoud is het verstandig andere methoden of een combinatie daarvan toe te passen voordat men gaat branden.
Voor- en nadelen • Geen onkruid ruimen • Overal inzetbaar dankzij de beschikbaarheid van kleine en flexibele machines. • Brandgevaar • Herhaling nodig voor goede werking • Verdroogde of verbrande plantenresten blijven achter • Moeilijke bestrijding van zaden Aanbieders De belangrijkste aanbieders van branders zijn: • Weed Control BV, www.weedcontrol.nl, Bert van Loon • Hoaf, www.hoaf.nl, Menno Looman
www.stad-en-groen.nl
33
2. Hete lucht Deze methode lijkt veel op de toepassing van ‘stootbranden’. De onkruidvegetatie komt echter niet in rechtstreeks contact met de hittebron. De hete lucht wordt namelijk in een afzonderlijke verbrandingskamer geproduceerd. Een ventilator brengt de hete lucht vervolgens in een wervelende beweging rondom de gehele plant. Deze constructie reduceert het brandgevaar bij het werken met deze methode. Ook hier gaat door verhitting de celstructuur kapot, is het resultaat vrijwel direct zichtbaar en wordt de vegetatie door herhaling van de behandeling uitgeput om definitief te verdwijnen. Ook hier kennen we zelfrijdende en aangekoppelde modellen. De aandrijving levert het benodigde vermogen voor de ventilator, het elektrische gedeelte en zo nodig de wielaandrijving. Voor- en nadelen • Het brandgevaar is nagenoeg nihil • De werksnelheid ligt hoger dan bij conventionele branders; snelheden tot 10 km/u zijn mogelijk en resulteren in een laag gasverbruik • De methode is ook toepasbaar op niet-verharde ondergronden • Herhaling van de bewerking is nodig, net als bij de methode ‘branden’ • Plantenresten blijven achter Aanbieders De belangrijkste aanbieders van heteluchtmachines zijn: • Weed Control, www.weedcontrol.nl, Bert van Loon • Hoaf, www.hoaf.nl, Menno Looman
3. Heetwatertechniek Onkruid bestrijden met heet water van 100 °C of nagenoeg 100 °C is het volgende alternatief. Water met een temperatuur tot 100 °C verhit de celstructuur van de plant. Een temperatuurschok met water van minimaal 58 °C tast de celstructuur van een plant aan, zodat deze uiteindelijk sterft. Ook geven producenten aan dat onkruidzaden worden aangetast, waardoor er een preventieve werking uitgaat van deze methode. Zeker na enkele behandelingen blijkt nog eens extra dat de toepassing van heet water bijzonder effectief is. Hiermee kan verharding ook behandeld worden op plaatsen waar op dit moment (nog) geen onkruid zichtbaar is en worden ook algen en mossen aangepakt. Het effect en de oppervlakteprestatie zijn afhankelijk van de groenbedekking, de leeftijd en de soort onkruid. Gemiddeld geven drie behandelingen per jaar voldoende resultaat. Er bestaat apparatuur (Wave Sensor-series) waarbij sensoren detecteren waar onkruid staat en waarmee dan een heel dun laagje heet water op het onkruid wordt gespoten. Waar geen onkruid staat, wordt dus geen heet water gespoten en dus ook geen energie verspild. Voor- en nadelen • Aanslag op het milieu is laag • Lichte dieptewerking: omdat het water tot enkele centimeters in de bodem nog behoorlijk warm is, worden ook ondiepe wortels beschadigd • Methode gebruikt veel energie • Herhaling is nodig Aanbieders De belangrijkste aanbieders van heetwatermachines zijn: • Wave Europe, www.waveonkruidbestrijding.nl, Huub Hiddema • Mankar / Mantis ULV, www.mantis-ulv.nl, Frank Verder • Empas BV, www.empass.nl Carel Doornenbal • DiBO Weedkiller BV, www.weedkiller.nl, Harrie Plasmans • Pols Groep, www.pols.nl, Jasper Zwarst
34
www.stad-en-groen.nl
4. Stomen Een variant op het voorgaande is het gebruik van stoom. De stoom wordt onder hoge druk en bij een temperatuur van 120-140 °C op de plant gespoten. Op de plant heen wordt de stoom omgevormd tot heet water, wat de plant vernielt. De stoommachine is wat minder flexibel en kan het best worden gebruikt op plaatsen waar je kunt doorwerken, bijvoorbeeld op grotere oppervlakken zonder obstakels. De mogelijkheid bestaat om een lans aan te sluiten op dit toestel, zodat je ook op moeilijk bereikbare plaatsen kunt komen. In vergelijking met een heetwatertoestel is hier minder water en energie nodig, terwijl het resultaat vergelijkbaar is. Belangrijk bij deze toestellen is wel dat je steeds dicht bij een waterbron bent; anders ben je vaak lang onderweg om bij te vullen. Rond het gebruik van stoom bestaat een hele wetgeving; zoek daarom even uit wat kan en wat niet. Voor- en nadelen • Aanslag op het milieu is zeer laag • Methode gebruikt veel energie • Minder sterke dodende werking dan heet water • Herhaling is nodig Aanbieders De belangrijkste aanbieders van stoommachines zijn: • Jean Heybroek / Hoaf, www.jeanheybroek.com, Theo van der Heijden • Empass BV, www.empass.nl Carel Doornenbal
5. Borstelen Borstelen is een vorm van mechanische onkruidbestrijding waarbij de bovengrondse plantendelen worden verwijderd. Soms zal een deel van de ondergrondse plantendelen door de ontwikkelde kracht mee uitgerukt worden. Bij sommige stevige onkruidsoorten, zoals varkensgras, is dit echter niet het geval. Borstelen is mogelijk op alle verharde ondergronden zonder al te grote voegen, zoals tegels, klinkers enz. Voor sommige verharde ondergronden, zoals kasseiwegen, is de toepassing van borstels minder geschikt, aangezien er te veel voegmateriaal mee uitgeborsteld zal worden. Aangezien sommige tegel- en klinkersoorten gevoelig zijn voor deze vaak stugge borstels, dient men hiermee rekening te houden bij het maken van de borstelkeuze. Borstelen kan het hele jaar rond worden toegepast. De ideale periode is echter het najaar. Het onkruid laat zich in de herfst het makkelijkst verwijderen, er is minder stofvorming en de ondergrond gaat met een mooi aanzicht de winterperiode in. Voor- en nadelen • De ondergrond is geheel vrij van begroeiing na het borstelen en het opruimen van het losgeborstelde materiaal • Bij goed werkende systemen wordt niet alleen het onkruid weggehaald, maar ook de voedingsbodem voor nieuw onkruid • Beschadiging van verhardingen • Werkt niet dieper dan het wegoppervlak en herhaling nodig, omdat wortelgestel intact blijft en hergroei mogelijk is • Werkt slechts curatief Aanbieders De belangrijkste aanbieders van borstelmachines zijn: • Weed Control BV, www.weedcontrol.nl, Bert van Loon • Stierman BV Apeldoorn, Johan Teeuwen • Jean Heybroek / Hoaf, www.jeanheybroek.com, Theo van der Heijden • Helthuis Tuin- en Parkmachines / Ariens, www.helthuis.nl, Peter Helthuis • Nimos, www.nimos.nl, Nico Drost
www.stad-en-groen.nl
35
6. Vegen Het vegen van verhardingen is een zeer belangrijke vorm van alternatieve onkruidbestrijding. Deze methode werkt vooral preventief. Het is ook een eenvoudige techniek, die de verharding niet beschadigt. Kunststofborstels vegen de voedingsbodem voor onkruid in een opvangcontainer. Op deze manier worden onzuiverheden als zand, bladeren en zwerfvuil verwijderd. Zij kunnen immers een uitstekende voedingsbodem vormen voor onkruidzaad. Bovendien worden ook kleine en fijne onkruidzaden mee opgezogen in de opvangcontainer. Regelmatig vegen heeft een zeer goede preventieve werking op onkruid. Aan veegapparatuur kan soms een zogenoemde derde arm worden bevestigd met een speciale onkruidborstel. Vegen is toepasbaar op elke verharding, behalve op open verhardingen zoals dolomiet, grind e.d. Deze methode kan het hele jaar rond toegepast worden. Er zijn onderzoeken bekend die aantonen dat door frequent vegen (twaalf keer per jaar) aanvullende onkruidbestrijding nauwelijks meer nodig is. Als voorbeeld hiervoor kunnen onze oosterburen dienen, waar regelmatig vegen een belangrijke rol speelt in de preventieve onkruidbestrijding. Voor- en nadelen • Preventieve methode • Net resultaat • Bij voldoende inzet zeer kostenbesparend • Combineerbaar met onkruidborstel • Is slechts een hulpmiddel • Arbeidsintensief • Werkt preventief, maar houdt niet alle onkruid tegen Aanbieders Wij geven in deze white paper geen overzicht van veegmachines.
36
www.stad-en-groen.nl
7 Uv-licht Onkruidbestrijding met behulp van ultraviolet licht verkeert nog in het onderzoeksstadium. Met behulp van de bij laboratorium- en kasproeven opgedane kennis is een prototype gebouwd. Daarmee werden in 2012 de eerste testen gedaan door PRI in samenwerking met Schlepers Cultuurtechniek. Van drie verschillende soorten uv-lampen is de effectiviteit voor onkruiddoding vergeleken. Elk van deze lampen heeft een anders samengesteld uv-licht. Ze zijn getest op kasplanten met een variërende leeftijd en als functie van de uv-intensiteit. Met behulp van deze kennis is een prototype gebouwd, waarmee effectiviteitsmetingen zijn uitgevoerd. Het blijkt dat een hogere uv-intensiteit bijdraagt aan een hogere effectiviteit. Wat effectiviteit en energieverbruik betreft, komt het prototype dicht in de buurt van de methoden stootbranden, infraroodstralen en stomen. Dit onderzoek is onderdeel van het KRW-project ‘Duurzaam terreinbeheer en waterkwaliteit’ (KRW = Kaderrichtlijn Water). Er is ervaring opgedaan met twee typen lampen. Beide lampen zijn in staat onkruiden te doden, maar het energieverbruik verschilt en de belichtingstijden zijn nog erg lang. De resultaten hiermee zijn positief, maar de techniek is nog niet concurrerend met andere methoden.
8. Laseren Naar de onkruidbestrijding met behulp van laser wordt momenteel door de Has in Den Bosch een onderzoek opgestart. Een eerste presentatie staat gepland in de maand juni. Overigens is dat niet een totaal nieuwe ontwikkeling. Het bedrijf Weed Control meldde dat hiermee in 2001 reeds ervaringen zijn opgedaan.
9. Laagrisicomiddelen Een wettelijk kader voor deze producten ontbreekt tot dusverre. Maar de middelen Ultima van Ecostyle en Cito Global van Biochem hebben een onkruiddodende werking en zijn biologisch afbreekbaar. Ultima en Cito Global zijn volgens een artikel elders in dit blad officieel toegelaten door het Ctgb. De producenten hebben daartoe een dossier aangeleverd waarin de risico’s zijn beoordeeld. Voor een derde middel, Paveclean, geldt dit niet, ofschoon dit dezelfde werkzame stoffen bevat als Cito Global.Gebruik van dit middel als herbicide is daarom illegaal. Het is vooralsnog niet duidelijk of het na 2015 wettelijk is toegestaan om deze laagrisico middelen te gebruiken.
10. Schuimmethode In Engeland heeft de onderneming Weeding Technologies de Foamstream ontwikkeld. Deze machine zou je kunnen omschrijven als een variant op de heetwatertechniek, dat wil zeggen dat hij met heet schuim werkt in plaats van met heet water. Het schuim werkt als een isolerende deken om de plant heen en zorgt dat warmte langer doordringt in de plant. In Nederland is enige ervaring met deze methode opgedaan. Volgens veel woordvoerders zouden de eervaringen echter overwegend negatief zijn. Zie www.weedingtech.com. Deze methode behandelen in dit artikel verder niet.
www.stad-en-groen.nl
37
Overzicht Onkruidmachines Type machine
Werking
Leverancier/producent
Capaciteit
HOAF Weedstar 50
Branden
Hoaf
2,5-3 km/uur
HOAF thermHIT 45/75
Branden
Hoaf
1,5-2,5 km/uur
HOAF Weedstar 100L Flame City Comfort
Branden Branden
Hoaf Weed Control BV
2,5-3 km/uur
Air Handunit / trailerpack
Hete lucht
Weed Control BV
Toepassing bij obstakels
Zacho Turbo Weed Blaster
Hete lucht
Pols
3,5 ha/dag
Air Combi Comfort 100 /130
Hete lucht met warmte terugwinning Weed Control BV
2-3 ha/dag
Air Combi Compact
Hete lucht met warmte terugwinning Weed Control BV
1 ha/dag
HOAF GreenSteam
Heet water en hete lucht
Kleinschalig
HOAF thermHIT 45/75
38
www.stad-en-groen.nl
Hoaf
HOAF Weedstar 100L
Werkbreedte/lans
Voortbeweging
Voordelen
Investering / kostprijs /m2
2 x 50 cm
Werktuigdrager
€ 18.000,00
45-75 cm
Handmatig
100 cm 100 en 130 cm
Werktuigdrager Gebouwd Eco-trac werktuigdrager
15 / 30 cm 100,120,140 cm
Electrotransporter / quad / of universele werktuigendrager Zelfrijdend
Twee branders in 1 frame. Individueel te schakelen. Electrisch uitschuifbaar. Wordt veel gebruikt voor de goot. Super wendbaar. Licht van gewicht, zeer geschikt voor halfverharding Licht van gewicht, compact Temp: 900 tot 1000 °C.; icm infraroodstraling Wendbaar
100 en 130 cm
Gebouwd Eco-trac werktuigdrager
Wendbaar, licht,
70 cm
Gebouwd K1500 enkelassige werktuigendrager Handmatig
Wendbaar
Water temperatuur: 98°C, lucht temperatuur: 400°C
Flame City Comfort
Wendbaar ook bij straatmeubilair
Combinatie van heet water en hete lucht zonder brandgevaar. Minimale energieverliezen Compacte eenheid, laag water- en gasverbruik
Zacho Turbo Weed Blaster
€ 1.725- 2.680 € 10.000 Gasverbruik 0,2 ct/m2 geen roetuitstoot 2/3 ct per m2; 6-8 ronden nodig per jaar Gasverbruik 0,2 ct/m2 geen roetuitstoot Gasverbruik 0,2 ct/m2 geen roetuitstoot € 4.850 Kleinschalige werkzaamheden. Prijs/mr valt moeilijk te bepalen
HOAF GreenSteam
www.stad-en-groen.nl
39
Type machine
Werking
Leverancier/producent
Capaciteit
Wave Sensorseries 400/34
Heet water
Wave Europe
1.75 – 3 ha/dag
Wave Mid Series 22/8 Wave High Series 75/30 Wave XL Series 120/34
Heet water Heet water Heet water
Wave Europe Wave Europe Wave Europe
1.250-2.500 m2/dag 0,5- - 1 ha/dag
Mankar Weedheater E Empas MCP
Heet water Heet water
Tot 2.500m2/dag/ lans Watertank 750-900 l
Empas MCB handunit
Heet water
Mankar / Mantis ULV Empas BV -Veenendaal, www. empass.nl en www.onkruidkoken.nl Empas BV -Veenendaal
Koks Ecocleaner
Heet water
Koks Milieu- en Voertuigtechniek bv
Kleinschalige watertank 500, 800 of 1.000 liter. Werksnelheid 3-5 km/uur
Dibo weedkiller
Heetwater
DiBO Weedkiller
watervoorraadcapaciteit op aanvraag
Hoaf WeedSteam
Stoom, water en IR
JeanHeybroek
3-4 ha/dag
Empas Multicleaner
Oververhitte stoom 110 oC
Empas BV
LMTrac
Borstelen
Jean Heybroek
1 - 3 ha/dag afh. van onkruiddruk
Ariens ST622
Borstelen
Helthuis /Ariens
Tot 1.000m²/u
Nimos Mug-II Nimos DM -Trac-OKB-70
Borstelen Borstelen
Stierman Nimos
1.5- 2 ha /dag
Steel Smart
Borstelen
Weed Control BV
Steel Regular
Borstelen
Weed Control BV
Steel Maximo
Borstelen
Weed Control BV
Weedit MK II Eco
Spuiten eco-producten
Kamps de Wild
Bij veel onkruid en verw. voedingsbodem Bij veel onkruid en verw. voedingsbodem Bij veel onkruid en verw. voedingsbodem max 9,25 km/uur
Wave Sensorseries 400/34
Wave Mid Series 22/8
Wave High Series 75/30
40
www.stad-en-groen.nl
Wave XL Series 120/34
Mankar Weedheater E
Investering / kostprijs /m2
Werkbreedte/lans
Voortbeweging
Voordelen
120 of 160 cm
Bijv. Holder C 250
Sensortechnologie bespaart water en energie
Heetwaterschoffel 16 cm 140 cm of 60 cm
Opbouw op aanhanger Stand alone machine Werktuigdragers als Holder multihog e.a Aanhanger/pickup en driepunts Opbouwunit: versch werktuigdragers
10/20/40 cm op wieltjes 100 of 140 cm en spuitlans en boemerang werkpistool met lans en vloeikop. 150 cm
Opbouw op aanhanger of draagframe op wielen Ladog smalspoor wertuigdrager
2x200 mm sproeinozzle
In trailer- en skiduitvoering
100 cm
Werktuigdragers als LM Trac 336/ Antonio Carraro Zelfrijdend, ook hoge drukvoor reiniging Zelfrijdend traploos hydrostatich
130 cm + zij-nozzels en stoomschoffel borstel 50/70 cm: werkbr. 255/275 cm
Heet water inname Reductie geluid door elektropomp, twee lanzen mogelijk Drie behandelingen/jaar. Onkruidbeheer en reiniging. Compact
-
Watertank 2000l, spuit 20 bar en 3 roterende nozzles Standaarduitvoering : Met 2 man werken Combinatie heeft laag gewicht
Niet meer in verkoop
Drie secties leveren waterbesparing
€ 160.000 € > 58.000F fusee bestuurd; > 68,000 knikbestuurd
-
370 mm
Walk behind
570 mm 92 of 115 cm
Honda GX 160, 5.5 pK 4-cilinder Yanmar 50,5 pk
70 cm
Werktuigendrager
bodemvolgend, vermogen compenserend, borstel en brandstof besparend hefsysteem. Geen beschadiging van bestrating Stil en handig snelwisselsysteem strengen. L=R zwenkbare borstelkop Slechts 79 dB Contourvolgend, automatische bodemdrukregeling, vuil opgezogen Wendbaar
110 cm
Werktuigendrager
Wendbaar
300 cm 120, 160 en 200 cm, handlans voor rond obstakels
Werktuigendrager
Wendbaar
Qaud, werktuigdrager, compact tractor
Ca. 90% middelenbesparing door detectiesensoren
Rien van der Spek
Empas MCP
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4618
€ 12.700 - 14.700
Kop beschrijft hoe overheidsbeleid , een technologie en of product een specifiek probleem oplost. Inrichting van de buitenruimte alleen verharden wat strikt noodzakelijk is en de rest vergroenen! Dat betekent ook: Van excuus groen naar functioneel groen en geen kostendiscussie maar de meerwaarde tellen van groen
€ 39.500
€ 1.150 € 60.000 – 68.000
€ 17800: basismachine excl. Voertuig
Ton van Oostwaard Je moet niet alleen een keuze op grond van milieuaspecten willen maken. Wat leidend moet zijn is een heldere onderbouwing voor de lokale keuze. Als de beheerder goed nadenkt over waar hij mee bezig is, weet je zeker dat het milieu zoveel mogelijk gespaard wordt.
www.stad-en-groen.nl
41
Er zit goud in onkruid Duitse investeerder neemt meerderheidsaandeel in heetwaterpionier Wave Weed Control Enige tijd geleden werd heetwaterpionier Wave overgenomen door PackInvest. Tijd dus voor een interview met de gaande en komende man: Peter van de Haar, ceo van de Van de Haar Groep, en Erik Bretveld, de nieuwe ceo van Wave. Is er zo veel geld te verdienen in onkruidbeheer dat investeerders zelfs uit Duitsland overkomen? Auteur: Hein van Iersel
42
www.stad-en-groen.nl
Wave Weed Control positioneert zichzelf als de uitvinder van de heetwatermethode in Nederland. Hoe komt dat en wat is daar de achtergrond van? Inmiddels meer dan tien jaar geleden wilde de gemeente Ede haar onkruidbeheer verduurzamen en investeerde in een voor Nederlandse begrippen totaal nieuwe en onbekende machine uit Nieuw-Zeeland, de Waipuna. Een machine die op de folder beloofde dat hij onkruid op verhardingen te lijf zou gaan met stoom. Het bleek niet zo’n goede aankoop. De mannen van Van de Haar gingen met de machine aan de slag, maar al na twee uur bleek het apparaat niet te werken. Natuurlijk wisten de techneuten van de Wekeromse aannemer de machine aan te passen, maar toen er vervolgens nog een paar keer een storing optrad, leek het handiger om opnieuw te beginnen. Onder het motto ‘een beetje uit Nieuw-Zeeland en een beetje veel uit Wekerom’ werd de Wave geboren, die – anders dan de inspiratiebron van down-under – met heet water werkte.
'Het investeringsniveau van de machines an sich is niet belangrijk. Het gaat om kosten per vierkante meter' Deze machine bleek al gauw een goede greep. Natuurlijk waren er duizendenéén kinderziektes die overwonnen moesten worden, maar langzaam werd de machine beter en ging de capaciteit omhoog. In het begin van deze eeuw werd niet de machine als zodanig verkocht, maar werd de dienstverlening als licentie aangeboden. Dat kwam vooral doordat De Punt, het bedrijf dat later werd overgenomen door ISS, in aanraking kwam met de machine. Andere gebruikers van het eerste uur waren een aantal gemeentelijke vuilophaaldiensten: Dar uit Nijmegen, Omrin uit Friesland en Irado uit Vlaardingen/Schiedam. De technische gangmakers waren echter de techneuten binnen het bedrijf Van de Haar, en dan vooral Arie en zoon Henk van de Haar. Alle bovengenoemde partijen waren op een gegeven moment zelfs aandeelhouder van Wave. De Punt verkocht zijn aandelen toen het onderdeel werd van ISS; de drie vuilophaaldiensten verkochten hun aandelen enkele jaren geleden.
Die periode was misschien wel de meest succesvolle van het nog jonge bedrijf. Wave Weed Control stapte af van het licentiemodel en ging de machines gewoon verkopen. Maar het bedrijf nam in 2011 en 2012 ook een voorspong op de concurrentie door de introductie van de Sensor Series 2. Een van de problemen met de heetwatertechnologie is dat de watertank in zekere zin de capaciteit bepaalt. Door de machine te voorzien van een sensor werd deze niet alleen veel energievriendelijker, maar ging de capaciteit ook met forse stappen vooruit. De machines met een sensor spuiten alleen heet water als ze onkruid bespeuren en niet, zoals de concurrentie, over de volledige werkbreedte. Het succes van Wave Weed Control ging jammer genoeg niet op voor de rest van de Van de Haar-bedrijven. De prijzen in het openbaar groen stonden en staan onder druk en het bedrijf moest alle zeilen bijzetten. In 2013 werd zelfs over een van de bedrijven van de groep het faillissement uitgesproken. Peter van de Haar: ‘Wij stonden toen voor de keuze: houden wij Wave binnen de Van de Haar Groep, ook al hoort dit onderdeel niet onze corebusiness, of gaan we op zoek naar een partij die Wave verder kan laten groeien?’ Die partij is de Duitse investeerder PackInvest geworden. Een relatief kleine investeerder, met, volgens verschillende bronnen op internet, een oorlogskas van ongeveer 20 miljoen euro. Wave is het tweede bedrijf waarin PackInvest investeert. Het andere bedrijf is de Berlijnse start-up Cleverheads, die in talentpoolbemiddeling doet. Peter van de Haar constateert heel droog: ‘Ik ben aandeelhouder gebleven, maar Erik is inmiddels de baas en ik niet meer.’ Gas erop Bretveld is ten tijde van het interview ongeveer tweeënhalve maand voor Wave Weed Control aan de slag, maar hij is duidelijk het type ondernemer dat van gas geven houdt. Wave Weed Control is inmiddels verhuisd naar een nieuw bedrijfspand in Veenendaal en als Bretveld mij en Peter van de Haar rondleidt door het nieuwe bedrijfspand, blijkt in die korte tijd nog maar weinig bij het oude te zijn gebleven. Zo wordt er druk getekend aan nieuwe modellen om het gamma machines verder uit te bouwen, maar ook de onderdelenleverantie en de productie en assemblage van de machines worden op een nieuwe leest geschoeid. Ook de rest van de
www.stad-en-groen.nl
43
36V BESCHERMT
DOLMAR
JE GEZONDHEID Allereerst als het gaat om je eigen gezondheid. Dagelijks werken, ook al is het in de open lucht, in de uitlaatgassen van benzinemotoren is onwenselijk. Accugereedschap beschermt je neus tegen de stank en je longen tegen de inademing van gevaarlijke stoffen. Maar er is meer: accugereedschap maakt aanzienlijk minder lawaai. Dat is beter voor je oren. Minder trilling is beter voor je lijf. JE OMGEVING Accugereedschap is heel stil. Zeker in vergelijking met knetterende benzinemotoren. Je klanten zullen het van de vroege morgen tot de late avond waarderen dat ze geen overlast hebben van werk wat nu eenmaal moet gebeuren. Het milieu wordt ook beschermd omdat er geen sprake is van CO2 emissie en andere schadelijke uitstoot.
Bas van Rijssel, van Rijssel Hoveniers Eindhoven
JE PORTEMONNEE Sta je er wel eens bij stil hoeveel geld je besteedt aan de aanschaf van brandstof? Accugereedschap bespaart dus op brandstofkosten. En op onderhoud. Accugereedschap vergt nauwelijks onderhoud. Dat betekent dat je de iets hogere aanschafkosten van accugereedschap verrassend snel terugverdient en daarna gaat besparen. Kijk voor meer informatie op www.dolmar.nl/36V
AM-3643LGEH
44
www.stad-en-groen.nl
AH-3655LGE
AT-3623LGE
AS-3625LGE
AG-3628LGE
Makita Nederland B.V., Park Forum 1101, 5657 HK Eindhoven, Tel. 040 - 20 6 40 40, Fax 040 - 206 40 96
markt lijkt de nieuwe wind die bij Wave Weed Control waait niet te zijn ontgaan. Een concurrent verzucht zelfs tegen dit vakblad: ‘Ze waren altijd al actief, maar nu zijn ze wel heel actief.’ Bretveld lijkt dat niet te deren: ‘Wij kunnen op dit moment meer winnen met de concurrentie dan verliezen. Onze klanten en de markt moeten weten dat heet water de leidende technologie is. Dat is belangrijk.’ Bretvelds wensen lijken wat dat betreft in hoog tempo te worden vervuld. Alleen al de laatste maanden zijn twee nieuwkomers met een heetwateronkruidmachine op de markt gekomen. Mantis bracht de Weedheater, een machine die afkomstig is van zijn Franse dealer Cornu. Zelfs Dibo, een machinebouwer die actief is in de reinigingswereld, komt met een heetwateronkruidmachine. Bretveld lijkt er niet van onder de indruk te zijn: ‘Wij concurreren allang niet meer op dat niveau. Waarschijnlijk zijn onze Wave machines de duurste in de markt. Wij moeten echter wel aan kunnen tonen dat we per vierkante meter het goedkoopste zijn.’ Om die ambitie nog verder in te vullen, schudt Bretveld in hoog tempo een groot aantal ideeën uit zijn mouw. De technologie van Wave is daarbij leidend, maar zeker niet zaligmakend. Uiteindelijk bepaalt de man op de machine of de potentie van die machine ten volle wordt benut. Bretveld verwacht dat op dit front informatietechnologie zal worden ingezet. Apps en
camera’s op de machine helpen de machinist dan om de volle capaciteit uit de machine te halen. Volgens de ceo van Wave is dat onvermijdelijk: ‘De markt is zeer concurrerend; wij kunnen alleen verkopen als onze partners scherpere meterprijzen kunnen aanbieden in aanbestedingen waaraan zij meedoen.’
partners alle gegevens zullen uitwisselen die samenhangen met de efficiëntie en werking van de machines.’
Peter van de Haar: ‘Erik Bretveld is inmiddels de baas en ik niet meer’ Voorlopig in ieder geval lijkt Wave de wind mee te hebben. Alleen al in de eerste maanden meldt het bedrijf een verkoopplus van ongeveer 30 procent. De politieke ontwikkelingen zijn daar natuurlijk in hoge mate debet aan, en dan met name het besluit van de overheid om per november 2015 alle chemie te verbieden. Geen klanten, maar partners De meest opmerkelijke beleidswissel is de manier waarop Wave Weed Control met zijn klanten wil omgaan. Bretveld: ‘Wij hebben ons dealerkanaal in Nederland inmiddels behoorlijk op orde, maar belangrijk is in dit verband het feit dat we een aantal grote aannemers tot premium partners willen benoemen. Dat betekent dat we met deze
Rien van der Spek Kosten per vierkante meter? of geldt wat noodzakelijk is voor instandhouding van de buitenruimte.
Erik Bretveld
Peter van de Haar
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4604
www.stad-en-groen.nl
45
Van kale grafakker tot bloeiend monument Vaste planten op begraafplaats Maria Rust in Rockanje is een mooi voorbeeld van hoe een wat vervallen begraafplaats ‘opleefde’ door een samenspel van landschapsarchitecte Ada Wille, de gemeente Westvoorne en Griffioen in Wassenaar. ‘Maria Rust is echt prachtig geworden, iedereen hoor je erover’, zegt Arjan van de Polder, teamhoofd Beheer Openbare Buitenruimte. Auteur: Sylvia de Witt
De uit 1828 daterende begraafplaats in Rockanje kreeg de naam Maria Rust waarschijnlijk van Johan Wilhelm Hein, burgemeester van Rockanje tot 1900, naar aanleiding van het overlijden van zijn vrouw Maria Johanna Magdalena in 1861. De begraafplaats stond dan wel sinds 2003 op de gemeentelijke monumentenlijst, maar er was – behalve schoon en veilig houden – de laatste tien jaar weinig aan gedaan. Vóór de renovatie zag Maria Rust er niet bepaald indrukwekkend uit: de begraafplaats was een vrij kaal bosplantsoen met oude, vervallen grafmonumenten, bomen en een oude haag. Hij was als het ware een beetje verwaarloosd, wat een doorn was in het oog van de leden van de werkgroep. Deze werkgroep is een onderdeel van de Historische Vereniging Westelijk Voorne en werd in het leven geroepen om de begraafplaats te redden van de ondergang. Nu wil het toeval dat Korry Korevaar, lid van deze werkgroep, nogal onder de indruk was van een lezing van landschapsarchitect voor begraafplaatsen Ada Wille, die ze bijwoonde in Leiden. Een gesprek voor een renovatieplan volgde bij de
46
www.stad-en-groen.nl
eigenaar van deze begraafplaats, de gemeente Westvoorne, en die ging om. Beleidsplan landschapsarchitect basis serieuze opknapbeurt ‘In 2008 schreef Ada Wille een beleidsplan met een visie op de toekomst van de begraafplaats’, vertelt Arjan van de Polder, teamhoofd Beheer Openbare Buitenruimte van de gemeente Westvoorne. ‘Dit plan werd door ons omarmd en werd de basis van een serieuze opknapbeurt. Allereerst moesten de paden worden gerenoveerd en eventueel zou er ook een nieuw drainagesysteem worden aangelegd. Daarna was de restauratie van de grafmonumenten aan de beurt en als laatste zou de groenvoorziening worden aangepakt. De werkgroep nam grotendeels de fondsenwerving op zich, waardoor er diverse donaties zijn gedaan door particulieren, fondsen en bedrijven. Ook heeft de gemeente Westvoorne een substantieel deel ingebracht.’ Na een jarenlange voorbereiding is de totale restauratie van de 1400 m2 grote begraafplaats,
inclusief de vernieuwing van de beplanting, op 23 november 2012 succesvol afgesloten. Van de Polder: ‘De begraafplaats is eigenlijk nog luxueuzer geworden dan het ontwerp van Ada Wille, dat vooral op Maria Rust als begraafplaats was gericht. Nu is Maria Rust eigenlijk een schitterend dorpspark geworden waar mensen ook kunnen wandelen. Het ligt midden in een woonkern in het centrum van Rockanje. We zien steeds meer mensen die er een rondje doorheen lopen. Maria Rust is echt prachtig geworden, iedereen hoor je erover.’ Plantensoorten die het goed doen op zware klei Nog even een stapje terug in de tijd. Ada Wille gaf in haar restauratieplan ook een voorzet wat betreft de vaste beplanting en hiervoor werd Griffioen uit Wassenaar aangetrokken. Wille: ‘Als je volgens het bodembedekkende systeem van Griffioen werkt, dan krijg je een heel mooie begraafplaats die niet alleen interessant is voor de bijen en de hommels, maar die er ook qua sfeer fantastisch uit komt te zien. Samen met
Griffioen is een beplantingsplan samengesteld met uitgesproken plantensoorten die het goed doen op zware klei. Het drainagesysteem heeft voor een deel ook het waterprobleem opgelost. Dan kun je ook veel meer, want als er ’s winters een laag water zou blijven staan, gaat de beplanting dood.’ De werkgroep haalde er ook een restauratiesteenhouwer bij: BamBam Steenhouwers uit Leiden. Heel veel stenen waren gebroken of instabiel door doorgeroeste steunstangen. Bij een aantal stenen waren de letters onleesbaar geworden.
‘Een oude begraafplaats heeft een bepaalde sfeer ontwikkeld door de tijd heen’ Wille: ‘Dan rijst de vraag: hoever ga je met restaureren? Ga je renoveren of ga je het verval vertragen? In mijn visie heeft een oude begraafplaats ook een bepaalde sfeer ontwikkeld door de tijd. Dan ga je niet alles schoonmaken en er weer als nieuw uit laten zien. In dit geval hebben we de stenen zodanig gerestaureerd dat het verval werd afgeremd, zodat de steen bijvoorbeeld niet kan omvallen. Er werd een zorgcentrum tegen de begraafplaats aangebouwd. We vonden: het uitzicht van de mensen die daar wonen, mag zeker wat mooier worden. Maria Rust was in eerst instantie nogal een kale grafakker.’ Geen uitgesproken harde kleuren Nu staat er een mooie vaste beplanting, zoals
Maria Rust voor de renovatie.
onder meer 147 stuks Matteuccia struthiopteris, 209 stuks Alchemilla mollis, 298 stuks Geranium-Hybride 'Cambridge', 145 stuks Persicaria amplexicaulis en 294 stuks Rodgersia aesculifolia. Prachtige planten, maar zijn er ook planten die not done zijn op een begraafplaats? Zijn er bepaalde voorschriften? ‘Van oudsher zijn begraafplaatsen en kerkhoven heel ingetogen’, legt Wille uit. ‘In Nederland hebben we een erfenis van begraafplaatsen die na de jaren vijftig alleen zijn aangekleed met taxushagen en klimop. Er is sprake van een naoorlogse soberheid. Veel
gemeentes komen nu bij mij met de vraag om hun begraafplaatsen aantrekkelijker te maken. Dan moet je een mooie combinatie van beplanting zien te vinden. Heel uitgesproken harde kleuren die je in parken gebruikt, met rood, geel en paars naast elkaar, dat kan niet op een begraafplaats. Je zoekt toch een balans in een bepaalde sfeer van rust en sereniteit die je op zo’n plek zoekt in de planten. In mijn visie moet je dan niet te veel schreeuwende kleuren gebruiken. Uiteraard kun je wel wat accenten aanbrengen. Er mag bij een grafmonument best een mooie rode lelie of een rudbeckia staan, maar zo’n kleur ga je in mijn visie niet als een grote slinger aanbrengen.’ Woekerende planten tegen monumenten Griffioen heeft een mooi assortiment vaste planten voor de openbare ruimte en voor Maria Rust zijn er met name paarse, blauwe en zachtgele kleuren geplant, die ook goed matchen met de bomen die er staan. Griffioen heeft zijn eigen concept gedeeltelijk uitgevoerd, maar om kosten te besparen heeft de gemeente Westvoorne ook zelf werkzaamheden verricht. Van de Polder: ‘Zo is in overleg met de werkgroep besloten om het grondwerk zelf te doen. We hebben een zeer gemotiveerde eigen dienst en mijn collega Herman Poldervaart heeft de uitvoering uitstekend begeleid. We hebben zelf de
www.stad-en-groen.nl
47
oude haag gerooid en een nieuwe teruggeplant, de oude bomen gesnoeid en waar nodig gerooid en ook de bestaande beplanting gerooid. Daarna kon Griffioen met de nieuwe aanplant en de bemesting beginnen. Vervolgens namen wij weer het onderhoud voor onze rekening.’ Ook Van de Polder weet dat je niet zomaar elke plant op een begraafplaats kunt zetten. ‘En dan gaat het niet zozeer om de kleur ervan, maar je kunt bijvoorbeeld niet voor een plantensoort kiezen die tegen de monumenten aan gaat woekeren. Griffioen heeft ons daarin erg goed begeleid.’ Alles had de reis gehaald Toen Bert Griffioen de prijsaanvraag voor het leveren van planten voor begraafplaats Maria Rust kreeg, stond daar een aantal soorten op die hij zelf niet vond passen. Griffioen: ‘Dat waren onder andere Festuca, omdat deze plantensoort snel veroudert, Ajuga, omdat die verdwijnt na twee of drie jaar, Vinca minor, omdat die slecht sluit en Nepeta ‘Grog’, omdat deze plant na verloop van tijd verdwijnt. We pleegden een voorzichtig telefoontje naar de beheerder Arjan van de Polder met de vraag of we de gemeente mochten adviseren bij de plantenkeuze.’ Griffioen en Van de Polder kwamen bij elkaar. Ook Herman Poldervaart, die het beplantingsplan had gemaakt, was daarbij. Er werd uitgegaan van zijn beplantingsplan, dat met respect voor zijn plantenkeuze zodanig is omgebouwd, dat dit in een onderhoudsarme aanpak zou passen. Ook adviseerde Griffioen om bepaalde planten op een andere plek te zetten. ‘De gemeente heeft zelf het grondwerk verricht en wij hebben de plan-
ten geleverd en geplant’, vertelt Griffioen. ‘Het grondwerk was keurig gedaan. Het allerleukste is: wij verlenen altijd een jaar garantie op de planten. Precies een jaar na de aanplant ben ik met Poldervaart over de begraafplaats rondgelopen om te kijken wat de reis niet gehaald had. Maar alles stond er nog, er was geen enkele inboet nodig! Zo zie je op een leuke manier hoe je gezamenlijk tot een heel goed resultaat kunt komen.’ Verschil beplanting begraafplaats of gewone openbare ruimte Het aanbrengen van vaste planten op begraafplaatsen is geen dagelijks werk voor Griffioen. Toch heeft hij er al een behoorlijk aantal van groen voorzien. Zo heeft hij onder meer de gemeentebegraafplaats in Purmerend aan de voorkant voor de aula voorzien van vaste beplanting. Griffioen: ‘Ik heb gehoord dat jonge stelletjes daar zelfs trouwfoto’s komen maken omdat het er daar zo fleurig uitziet. We gebruiken dus ook weleens de kleuren rood en geel.’ Maar het is wel anders werken dan in andere openbare ruimtes, volgens Griffioen. ‘Op een begraafplaats, zeker op een oude begraafplaats, heb je vaak te maken met grote bomen waardoor er veel droogte is. Dus je moet je sortiment goed kiezen en oppassen dat je geen soorten gebruikt die stenen aantasten. En op oorlogsbegraafplaatsen heb je te maken met monumenten waar heel laag op het kruis of de steen nog een naam staat. Dan dien je dus heel erg op de hoogte van de beplanting te letten, zodat de naam leesbaar blijft. Ook moet je soorten neerzetten waar iemand een keer overheen mag lopen zonder dat het afbreekt. De
beplanting moet sterk zijn. Wat kleuren betreft: op sommige plaatsen krijgen wij de opdracht om bepaalde kleuren niet te gebruiken. De kleur geel bijvoorbeeld is een aantal keren uitdrukkelijk uitgesloten. Ook krijgen we wel eens het voorschrift dat er in de beplanting geen wit mag zitten. Het is voor ons altijd een extra puzzel om dan planten te vinden die aan de voorwaarden voldoen en die bepaalde kleuren uitsluiten. Maar voor een begraafplaats in Midden-Nederland – ik kan de naam nu nog even niet noemen – heeft de betreffende gemeente gezegd: “We willen het bij de ingang heel kleurig en fleurig hebben. Daar mag het echt knetteren en op de begraafplaats zelf moet het weer wat ingetogener zijn.” Je moet gewoon in de huid van je opdrachtgever kruipen.’ Dit artikel uit een serie over begraafplaatsen is mede mogelijk gemaakt door:
Ton van Oostwaard Het promoten van begraafplaatsen door verfraaiing is een goed plan in tijden van bezuinigingen. Een begraafplaats moet een plaats van bezinning zijn, waarbij je er achter komt hoe beperkt het leven isEen begraafplaats is een plek waarbij je als vanzelf gata nadenken wie je zelf bent. Dat kan echter alleen in een omgeving die wat uitstraalt. Dat aspect komt goed in dit artikel naar voren.
Rien van der Spek Goed voorbeeld van baathouderschap en kennis koppeling en erfgoed beheer.
Bert Griffioen
Ada Wille
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4619
www.stad-en-groen.nl
49
Zodra de dozen met daarin de zakjes worden opengemaakt, is er een eerste snelle visuele inspectie. Je ziet de larven direct actief worden en al op zoek gaan naar bladluizen.
Na de kwaliteitscontrole worden de zakjes geteld en per gemeente of aannemer verpakt in tempex dozen. De dozen zijn voorzien van koelelementen om de kwaliteit van de larven te kunnen waarborgen.
Iedere partij larven die bij Vos Capelle binnenkomt, wordt visueel beoordeeld op kwaliteit. Dirk de Jong, adviseur openbaar groen en productspecialist voor lieveheersbeestjes, let hierbij vooral op de activiteit/vitaliteit van de larven, het aantal larven en de afmeting van de larven. Als er een onvoldoende wordt gescoord op een van deze punten, worden de larven niet uitgeleverd.
Larven van het tweestippelig lieveheersbeestje, Adalia bipunctata, op het blad van een lindeboom.
De larven komen langzaam op temperatuur en komen tussen de boekweitdoppen uit. Boekweit wordt als dragermateriaal gebruikt om te zorgen dat de larven voldoende ruimte en beschutting hebben tijdens het transport.
Aan de Prins Hendrikstraat in Zevenbergen staat de hoogwerker van de gemeente Moerdijk klaar om zakjes met larven in de lindebomen te hangen.
Tijdens de uitleg door Dirk de Jong aan de bomenploeg van de gemeente Moerdijk komt een nieuwsgierige passant even kijken naar de lieveheersbeestjes.
Edward Verhoeve (rechts) en Bram den Hollander inspecteren de lindebomen op natuurlijke vijanden en de populatie luizen. In het hart van de bomen is al wat honingdauw aanwezig; de hoogste tijd dus om extra larven in te gaan zetten.
De zakjes met daarin elk 100 larven worden opengemaakt en in de boom gehangen. We zien een afname van de overlast door de jaren heen. Je kunt dus wel stellen dat jaarlijks inzetten helpt om de overlast te reduceren’, aldus Edward Verhoeve.
50
www.stad-en-groen.nl
Lieveheersbeestjes komen ook van nature voor. Op de foto een Aziatische variant, de Harmonia axyridis. Deze veelvraat is het laatste decennium vanuit het oosten West-Europa binnengekomen en bedreigt de inheemse populatie vanwege zijn sterk kannibalistische gedrag.
Bestrijding luizen in de openbare ruimte De aanwezigheid van bladluizen kan een behoorlijke overlast geven in de openbare ruimte. Het gaat hierbij niet zozeer om de luizen zelf, maar om honing- en roetdauw. Honingdauw is een plakkerige, suikerachtige substantie die door bladluizen wordt uitgescheiden. Straatmeubilair, auto’s, fietsen, monumenten etc. komen ‘onder de plak’ te zitten. Op deze honingdauw groeit een schimmel, roetdauw. Deze schimmel zorgt ervoor dat alles zwart wordt. Het gevolg is veel klagende burgers, die willen dat de gemeente de overlast aanpakt. Waar in het verleden volwassen kevers werden gebruikt, worden al sinds 2003 juist de larven van het lieveheersbeestje, Adalia bipunctata, toegepast. Het grote voordeel is dat de larven veel vraatzuchtiger zijn dan de adulten (volwassen kevers) en niet weg kunnen vliegen bij vermindering van het voedselaanbod.
Adalia bipunctata, de Latijnse naam voor het twee stipeplig lieveheersbeestje, is een inheemse soort. Deze komt dus van nature voor in Nederland en wordt speciaal gekweekt om uit te zetten in het openbaar groen. Vos Capelle levert Adalia, die speciaal door Koppert Biological Systems voor hen wordt gekweekt. De eieren worden in een klimaatgecontroleerde omgeving ‘uitgebroed’ en vervolgens met de juiste voeding en temperatuur opgekweekt tot het leverbare larvestadium. Vervolgens worden de larven verpakt in ongebleekte (100% biologisch afbreekbare) linnen zakjes. Hieraan worden boekweitdoppen toegevoegd, zodat de larven ruimte hebben om te bewegen en tijdens het transport en de uitzethandelingen geen schade oplopen. Daarnaast worden de larven van voedsel voorzien, zodat ze tijdens het transport voldoende te eten hebben waardoor de kwaliteit van de larven gewaarborgd blijft. Op het afgesproken tijdstip worden de zakjes met daarin de larven onder geconditioneerde omstandigheden afgeleverd. Levering door Koppert bij Vos Capelle geschiedt dagelijks rond 8.00 uur, en Vos Capelle levert de Adalia vóór de middag bij de klanten af. Na aankomst zijn de larven nog enkele dagen in de gekoelde verpakking te bewaren. Dit geeft ruimte om de logistiek strak te kunnen plannen en de larven efficiënt te kunnen verwerken. De
ongebleekte linnen zakjes kunnen na het openen eenvoudig, zonder extra handelingen in de boom worden gehangen door middel van een nietje, spijker of punaise. Hoe eenvoudiger het is om de larven in de boom te krijgen hoe sneller de klus wordt geklaard en des te lager de kosten. Ook de overlast voor omwonenden tijdens het inzetten van de zakjes wordt zo tot een minimum beperkt. In de Nederlandse markt is een aantal aanbieders van Adalia actief. Het grote verschil zit hem in de verpakking waarin de larven worden geleverd. Er worden plastic en kartonnen bakjes aangeboden, al dan niet met bescherming en voeding voor de larven. De larven uit deze bakjes moeten worden overgeheveld in een zakje of kartonnen box om in de boom op te hangen, wat zorgt voor extra handelingen en dus extra kosten. Daarnaast wordt gebruikgemaakt van papieren zakjes, die nat worden en af kunnen scheuren. Linnen zakjes hebben de voorkeur en zijn ook volledig biologisch afbreekbaar. Daarnaast zullen kauwen en duiven deze zakjes met rust laten, in tegenstelling tot papieren zakjes of kartonnen doosjes. De inzet van Adalia-larven kan het beste vroeg in het seizoen gebeuren, nog voor er overlast is van honing- of roetdauw. Door een vroege inzet is de luizenpopulatie beter beheersbaar en valt de overlast in de rest van het seizoen mee.
De larven worden onmiddellijk actief en gaan direct op zoek naar (blad)luizen. De lichte bolletjes op het blad zijn jonge lindeluizen, Eucallipterus tiliae.
Vos Capelle bestaat reeds meer dan 70 jaar en is ook al enkele decennia voorloper op het gebied van biologische bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden in het openbaar groen. Al vele jaren worden gemeenten door Vos Capelle geadviseerd om lieveheersbeestjes te gebruiken tegen overlast van bladluizen en hiermee dus honing- of roetdauw in de openbare ruimte. Vos Capelle is in Nederland marktleider met zakjes Adalia-larven. Al in 1996 werd Vos Capelle genomineerd voor de BOV Trofee (Beste Ondernemers Visie) en ontving het bedrijf uit handen van minister prof. dr. Ernst M.H. Hirsch Ballin de bijbehorende oorkonde voor zijn aandeel in de biologische bestrijding van ziekten en plagen in het openbaar groen.
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4620
www.stad-en-groen.nl
51
Openbare ruimte moet ouderen verbinden met hun omgeving ‘Staan we stil of zijn we in beweging?’ De babyboomer wordt grijs. Maar wat betekent een vergrijzende bevolking voor de wijze waarop we de openbare ruimte inrichten? Het is goed om daarbij meer rekening te houden met ouderen. Maar accepteer ook dat de ruimte niet altijd zo wordt gebruikt als de makers het bedoeld hebben. Het wordt tijd dat we de omgeving ook zichzelf laten ontwikkelen. Auteur: Victor Dijkshoorn
Er worden prachtige dingen verzonnen om ouderen de openbare ruimte in te lokken. En met recht; dit past in de duurzaamheidsgedachte om ouderen te mobiliseren, te betrekken bij wat er in hun omgeving gebeurt. Er zijn tal van bewijzen dat niet alleen de kwaliteit van leven van ouderen erdoor verbetert, maar ook dat de zorgkosten daardoor afnemen. Hangplek Maar het pakt lang niet altijd uit zoals wij, de makers, bedacht hebben. Hoe vaak komt het niet voor dat de speeltuin voor kinderen een hangplek voor pubers wordt? Of dat een kunstwerk door
52
www.stad-en-groen.nl
kinderen tot speeltoestel wordt gebombardeerd? Veel te vaak wordt zo’n ontwikkeling nog een beetje gezien als een brevet van onvermogen voor de bedenkers. Onterecht. De omgeving verandert. Demografische factoren spelen daarbij een rol. Kleine kinderen worden groot. Als daarmee een speeltuin verandert in een hangplek, dan is dat een goed teken. De gebruikers nemen hun omgeving in op hun eigen wijze, en daar is helemaal niets mis mee. Naar buiten In Almere ben ik betrokken geweest bij de herinrichting van de buitenruimte rond een zorg-
centrum. We wilden dat doen vanuit het idee dat de buitenruimte deel uitmaakt van de zorg. Doel was om bewoners naar buiten te lokken en ze ook meer te betrekken bij wat er in de buurt gebeurt. We hebben daar vrij intensief onderzoek gedaan naar de behoeften van de bewoners. Wat meteen opvalt, is dat onze opvattingen en ideeën voor de inrichting nogal op de proef worden gesteld. Culinaire tuin Zo hadden we het idee geopperd om een ‘culinaire tuin’ aan te leggen. De gedachte was dat ouderen daar zelf appels konden plukken of
lijk dat mensen hun eigen ruimte innemen. Ze bepalen uiteindelijk zelf hoe die gebruikt wordt. Toch is dat een dynamiek waar inrichters van de openbare ruimte misschien nog wat huiverig tegenover staan. Best begrijpelijk. Het voelt nu eenmaal veiliger als je een concept hebt, dat volgens plan uitwerkt en achteraf kunt toetsen aan de doelen die je hebt gesteld. Maar als gebruikers met de vrucht van jouw werk aan de haal gaan en er een eigen bestemming aan geven, kan dat als falen van het plan uitgelegd worden. Dat hebben we natuurlijk liever niet.
Viktor Dijkshoorn
groenten oogsten en daar iets mee doen. Maar veel ouderen zagen daar niets in. Ze waren allang blij dat ze niet meer zelf hun appelmoes hoeven maken en dat hun eten gewoon wordt opgediend. Anderen bedachten dat zo’n tuin een heel andere functie kan hebben. Die zagen een eetbare tuin meer als een plek waar ze hun kennis kunnen overdragen aan elkaar of aan andere buurtbewoners die ook gebruik kunnen maken van zo’n tuin. Stemfraude De bewoners konden één stem uitbrengen door een geel stickertje te plakken op een artist’s impression van hun favoriete concept. Dat leidde tot felle discussies en soms zelfs wat kolderieke situaties. Het ging zelfs zo ver dat er ‘stemfraude’ werd gepleegd. Plots waren er zelfgemaakte gele stickers in omloop. De felheid van de discussies en het gerommel met de stemmen deed niets af aan het succes van het onderzoek. We zagen vooral dat de bewoners van het huis met elkaar in gesprek gingen over de inrichting van hun omgeving. Er werd nagedacht over wat ze wilden, maar vooral ook over wat ze zelf met de aangedragen ideeën kunnen. Ruimte innemen En dat laatste is een belangrijke les. Het onderzoek in Almere laat namelijk op microniveau zien wat in het groot eigenlijk altijd al gebeurt, name-
Hoger doel Bovendien wil ik er ook niet voor pleiten om altijd maar de oren te laten hangen naar de grillen van de gebruikers. Soms moet je ze ook goed uitleggen hoe een bepaald element in de landschapsinrichting bijdraagt aan een hoger doel, sociale cohesie bijvoorbeeld. Een goed voorbeeld daarvan is de jeu de boulesbaan bij de Almeerse zorginstelling. Die werd nauwelijks gebruikt door de bewoners. Er gingen dan ook stemmen op om die maar weg te halen. Maar we zagen tegelijkertijd dat die baan wel door andere buurtbewoners wordt gebruikt. Veel ouderen gaan daarnaar kijken. De baan draagt zo bij aan de integratie van de ouderen in hun woonomgeving. Met dat idee is de jeu de boulesbaan waarschijnlijk nooit aangelegd, maar dat doet niets af aan het nut. Integendeel. Holistisch Ik denk dat we de inrichting van de openbare ruimte meer ‘holistisch’ moeten benaderen, vooral als we rekening willen houden met ouderen. Het gebruik van de buitenruimte wordt steeds meer onderdeel van de zorg. Tegelijkertijd zien we dat de zorgverleners zo zwaar belast zijn met hands-on zorgtaken, dat we van hen niet kunnen verlangen dat ze zich daarmee gaan bemoeien. Maar als ik over de schutting kijk, zie ik vaak genoeg kansen om landschapselementen te gebruiken om buurtbewoners meer te betrekken bij ouderen en vice versa. Het helpt dat we ons in een economische laagconjunctuur bevinden. We worden genoodzaakt om slimmere oplossingen te vinden voor grote maatschappelijke uitdagingen, zoals de vergrijzing. De tijd dat we op elk probleem een mooie, dure pleister konden plakken, is voorbij. Ik zou het jammer vinden als we weer in oude patronen terugvallen wanneer de economie aantrekt.
Toegankelijk Willen we een leefbare ruimte creëren voor ouderen, dan is het vooral belangrijk dat we de openbare ruimte voor hen toegankelijk maken. Dat is de beste en goedkoopste manier om ze naar buiten te krijgen. Hoe ze de herwonnen ruimte innemen en hoe ze zich verbinden met hun omgeving, dat kun je gerust aan henzelf overlaten. Observeer en maak aanpassingen waar dat nodig is, bijvoorbeeld om veiligheidsredenen, of gewoon om de verbinding van ouderen met hun omgeving een handje te helpen.
‘Staan we stil of zijn we in beweging?’ Wie Victor Dijkshoorn, commercieel manager bij LooHorst Landscaping in Ermelo, wat beter kent, weet dat hij aan een lichte vorm van ADHD lijdt. Aan ideeën geen gebrek dus, maar breng maar eens structuur in die stortvloed van woorden en ideeën. Toch is dat precies wat er gebeurd is. Onder het motto ‘Staan we stil of zijn we in beweging?’ zal Victor Dijkshoorn in vijf artikelen een aantal trends in de groene wereld proberen aan te wijzen en te duiden. Doel is discussie, waarbij niets en niemand gespaard wordt.
Rien van der Spek Gebruikers nemen hun omgeving in. Gaan we daar rekening mee houden nu de bevolking verandert door de jaren heen? Wanneer passen we aan en renoveren we?
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4605
www.stad-en-groen.nl
53
Zonnepanelen en bomen Steeds meer particulieren plaatsen zonnepanelen Duurzame energie goed voor bomen? Niet altijd. Bomen en zonnepanelen zijn als buren vaak elkaars vijand. Vervelend gevolg is, dat de paneeleigenaar soms de zaag grijpt en bomen topt of overhang zonder overleg wegsnoeit. Auteur: Joost Verhagen Subsidie De overheid gaf tot eind december 2013 de mogelijkheid tot het indienen van aanvragen tot subsidieverlening. Maar ook gemeenten geven soms subsidie op aanleg. Lastig wordt het als later blijkt dat de gesubsidieerde aanleg nare gevolgen heeft voor de (gemeentelijke) bomen en omgekeerd. Ons advies; houd deze twee zaken goed gescheiden. De burger is namelijk zelf verantwoordelijk voor de keuze van aanleg en de plaats van zijn zonnepanelen. Het is vooral belangrijk om bij communicatie met de burger te wijzen op de rechten en plichten rondom bomen. Maar bovendien te wijzen op de aanwezigheid van minder gunstige elementen in de buurt van de panelen en de gevolgen hiervan.
kap vaak omgevingsvergunningplichtig is. En dus moet voor kap en sterke snoei van dergelijke bomen een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Kapbeoordelingscriteria waar ook het zonnepaneel wordt meegewogen als kapbelang zijn dus broodnodig. Is een gemeente bereid om een omgevingsvergunning voor kap af te geven? Derden-belanghebbenden zijn het hier dan vaak niet mee eens. En dan moet het wel helder zijn waarop de gemeente toegewezen of geweigerd heeft. Vergunningverlening voor kap ten gunste van zonnepanelen geeft mogelijk een precedentwerking naar andere schaduwgevende bomen. Verder is het een lastig onderscheid; bij hinderlijke beschaduwing van een tuin wordt geen omgevingsvergunning voor kap afgegeven, maar voor dit economisch belang wel?
Omgevingsvergunning voor kap Wat een zonnepaneeleigenaar zich vaak te laat realiseert is dat bomen groeien. En dat bomen vaak niet zomaar gekapt mogen worden en dat
Hinder Zonnepaneeleigenaren beroepen zich bij beschaduwing door buurbomen vaak op het hinderverbod van artikel 5:37 Burgerlijk Wetboek.
54
www.stad-en-groen.nl
Buren mogen elkaar geen onrechtmatige hinder bezorgen. Ook gemeentebomen mogen in beginsel geen hinder geven. Voor een beroep op hinder moet alleen aan veel voorwaarden zijn voldaan. Een belangrijk onderdeel is dan of de boomeigenaar onrechtmatig handelt. Het feit dat een eigenaar van een dak weet dat er en boom staat en toch overgaat tot plaatsing, maakt al dat hiervan geen sprake is. De rechter kijkt bij economische schade bovendien goed naar het verlies dat men lijdt. Dat economisch verlies moet dan daadwerkelijk met cijfers worden onderbouwd. En bovendien een substantieel deel van omzet of jaarrekening zijn. Mogelijk is dit anders als een nabuur of de gemeente bewust schaduwgevende bomen aanplant. Maar zelfs dat is discutabel. Een inwoner moet namelijk met de inrichting van zijn ruimte, ook rekening houden met het feit dat de nabuur of gemeente zijn ruimte inricht. Bovendien zal het algemeen belang dat de gemeente nastreeft
door een laan met bomen te herstellen of nieuw aan te leggen een groot gewicht in de schaal leggen. Het kan dan zijn dat dit algemeen belang voorgaat. Vooral als de burger weet dat de gemeenten plannen heeft op dit gebied. Wel is het zaak dat gemeenten beleid ontwikkelen over zonnepanelen in relatie tot bomen. Tip: pas als gemeente de kapregelgeving aan. Verklein in de Bomenverordening of APV de afstand waarop gemeentebomen tot de erfgrens mogen staan. Hiermee wordt voorkomen dat gemeentebomen die dicht op de erfgrens staan op last van de nabuur moeten verdwijnen. Hoe dat precies moet? Raadpleeg dan onze Boomjurist! Schadeverhaal, handhaving, herplantplicht Het gros van de door Cobra uitgevoerde boomtaxaties betreft schadevaststelling van vernielde gemeentebomen. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld graafschade bij de aanleg van kabels en leidingen of schade door een aanrijding. Maar meer en meer gaat het om bewust illegaal handelen. Zoals het illegaal verwijderen van overhangende takken of het toppen of zelfs kappen van bomen die in de ‘weg staan’ of schaduw geven. Het is zaak dat een gemeente daarop strak handhaaft en optreedt. Hierbij worden zij regelmatig bijgestaan door de veelzijdig specialisten van Cobra.
Privaatrechtelijk schadeverhaal is trouwens zeker de moeite waard. Bomen zijn namelijk veel geld waard. Een beetje straatboom heeft een monetaire boomwaarde van al snel € 8.000, - en als het bomen zijn in belangrijke structuren loopt dit bedrag op tot wel € 35.000, -. Door schade aan bomen te laten taxeren blijkt al snel dat het zonnepaneel in kwestie toch heel wat overuren moet gaan draaien om de waardevermindering van de beschadigde of gekapte boom te compenseren. Kortom; ‘zonnepaneler’, bezint eer ge begint! Ook het strafrechtelijke spoor kan bij vernieling of illegale kap worden gevolgd. In ieder geval altijd direct aangifte van vernieling doen, is het devies. Kapt een eigenaar zijn eigen bomen zonder de benodigde omgevingsvergunning? Dan kan tevens een herplantplicht worden opgelegd. Handelen zonder omgevingsvergunning is bovendien een economisch delict.
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4621
Joost Verhagen is directeur/eigenaar van de vijf Cobra-loten; Cobra boomadviseurs bv, Cobra planadviseurs bv, Cobra ecoadviseurs bv, Cobra geoadviseurs bv en Cobra groenjuristen. Cobra is sinds 2000 actief in het groene domein van de openbare ruimte. Joost, registertaxateur-VRT en lid van de NVTB, is een autoriteit op het gebied van schade aan bomen. Samen met boomjurist Kitty Goudzwaard en een team van veelzijdig specialisten staan zij garant voor gedegen onderzoek en betrouwbaar advies. Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Joost Verhagen. Hij is bereikbaar op telefoonnummer 088 – 262 72 00 of per e-mail: Joost.Verhagen@Cobra-adviseurs.nl. Bedrijf: Cobra adviseurs Naam: Joost Verhagen Functie: Directeur Plaats: Wilbertoord, Cuijk, Meppel, Pijnakker Omvang: 25 medewerkers Thema: Schade aan bomen
www.stad-en-groen.nl
55
De oogst aan inspirerende groenprojecten Buitenplaats Overweer Breukelen Buitenplaats Overweer tussen Loenen en Breukelen biedt een schitterende aanblik met zijn fraai aangelegde vijf hectare grote park met daarop de statige landhuizen het Koetshuis, het Boothuis, het Landhuis, het Loenense Laantje, de Hofjes én de eigen haven. De inspanningen van Van der Tol beperken zich niet tot de hovenierswerkzaamheden. Het bedrijf heeft vanaf het begin – de bouwvergaderingfase – meegedacht en heeft bijgedragen met de nodige engineering, berekeningen en tekeningen voor onder andere de aanleg van de nutsvoorzieningen. Een andere uitdaging ligt in de twee daktuinen op de parkeergarage tussen de appartementencomplexen de Hofjes en het Loenense Laantje. Hier voorziet Van der Tol het dak van
56
www.stad-en-groen.nl
het Zinco-daktuinsysteem FD40 (drainage), SSM45 (beschermmat) en een FS-filtervlies voor enerzijds een opbouw met nida-gravelplaten met split (de Hofjes) en scherp zand met daarop een bestrating van Aziatisch hardsteen (Loenense Laantje). Verder wordt de daktuin bij de Hofjes voorzien van op maat gemaakte (‘roestig’ ogende) Cortenstaal-bakken met hierin bomen, heesters en diverse vaste planten. Naam opdrachtgever: Lendering & Partners Naam architect: Arcas architect / IMBO architecten Naam aannemer: Van der Tol bv
Uitbreiding begraafplaats De Goorn Begraafplaats De Goorn was omsloten door watergangen en uitbreiding ter plaatste leek niet mogelijk. Jaren is de focus geweest op een perceel één Km vanaf de kerk. Maar toen daar een mooi ontwerp voor gemaakt was door Ada Wille bleek dat dit financieel in deze tijd niet realistisch was en de afstand t.o.v. de kerk toch een drempel bleef. Er is nogmaals gefocust op de bestaande locatie en daar is d.m.v. een uitgebreid ontwateringssysteem toch de mogelijkheid gevonden om uit te breiden. Omdat ontwatering op deze begraafplaats een probleem gaf zijn de bestaande watergangen gedempt en voorzien van een rond 315mm geperforeerde buis met omhulling gevuld met grof zand. Tevens zijn alle bestaande paden gedraineerd m.b.v. een speciaal gemaakt drainagemachine (90 cm) geschikt voor de smalle paden (Vreeker bv) Alles komt uit op een pompput waar het word uitgeslagen op open water. Aanneemsom: €197000,- Vreeker bv. Totale investering €311000,Naam opdrachtgever: De gemeente Koggenland heeft voor de parochie De Goorn het ontwerp en uitvoering van de Uitvoering op zich genomen. En is er door de Parochie zelf enorm veel gedaan door vrijwilligers. Contactpersoon opdrachtgever: Frank van Leerdam namens de Parochie De Goorn Contactgegevens opdrachtgever: Gerard van Harskamp namens de gemeente Koggenland Naam architect: Ada Wille van WILLE Landschaps- & Begraafplaatsarchitectuur i.s.m. Luc van Dam van Limes Landschapsadvies Naam aannemer: Vreeker bv.
Duurzaam educatief parkje Bijlaardhof te Rockanje Bijlaardhof te Rockanje is een parkje in de bebouwde kom van Rockanje met daarin duurzame educatieve elementen voor kinderen en bewoners Aanleg ondergrondse regenwaterberging, sedumveld, helofytenveld beplant met gele lis en afgewerkt met olivijn dat CO2 opneemt, voorzien van verharde wandelpaden geschikt voor kinderwagens en rolstoelen. Gemeente Westvoorne stelt als eis dat minimaal 5% van de aanneemsom wordt gebruikt voor social return. Om die reden hebben leerlingen van de Praktijkschool, en mensen met een bijstandsuitkering het plantwerk verzorgd. Tevens verzorgen zij hand- en spandiensten en houden ze de projectlocatie schoon. Naam opdrachtgever: Gemeente Westvoorne Contactpersoon opdrachtgever: Dhr. B. de Leeuw Naam architect: Gemeente Westvoorne Contactpersoon architect: Dhr. B. de Leeuw en dhr. J. van Wimmenhoven Naam aannemer: B. Minekus Zuidland B.V. Contactpersoon aannemer: Dhr. G. Wolters
www.stad-en-groen.nl
57
Herinrichting Kerkplein Loil, herinrichting Wehlseweg, gemeente Montferland Het kerkplein van Loil functioneerde niet goed. Het had eigenlijk alleen een parkeerfunctie. Door het nieuwe ontwerp konden meerdere functies op een slimme manier in het ontwerp gecombineerd worden. Gekozen is om het reguliere parkeren niet meer voor het kerkplein te laten plaatsvinden, maar in parkeerplaatsen omgeven met groene hagen naast de kerk. Zo wordt ruimte gecreëerd voor een sfeervol kerkplein. Incidenteel is de parkeerdruk hoog, en kan het kerkplein voor de kerk ook voor parkeren benut worden. Door de introductie van verwijderbaar meubilair (de lange bank, de cortenstalen 'haag') kan het plein ook gebruikt worden voor het plaatsen van een tent voor het jaarlijks schutterfeest Aanneemsom: €530.000 Naam opdrachtgever: Gemeente Montferland Contactpersoon opdrachtgever: dhr. G. Flink Naam architect: ELYPS Landschap + Stedenbouw Contactpersoon architect: de heer J. Buwalda Naam aannemer: Verhoeve Infra Contactpersoon aannemer: de heer E. Jansen
Isala-ziekenhuis Zwolle Het nieuwe Isala-ziekenhuis in Zwolle is ontworpen als een beterhuis. Diverse binnentuinen in het ziekenhuis, zogenoemde atria, vormen de overgang tussen de groene weelderige natuur rondom het gebouw en de organische omgeving binnen.
58
www.stad-en-groen.nl
Naam opdrachtgever: Isala Ziekenhuis Zwolle Naam architect: bureau Aberts & Van Huut en Tuin- en landschapsarchitect Jørn Copijn Naam aannemer: Van der Tol bv
Herinrichting Kooipark Leiden Krinkels Zoeterwoude heeft in opdracht van de gemeente Leiden het Kooipark gereconstrueerd. Het door de bekende architect Dudok aangelegd park heeft middels een nieuw ontwerp de structuur van 1920 teruggekregen. Hoge begroeiing en verwaarloosd meubilair hebben plaats gemaakt voor de originele padenstructuur, chique bankjes, nieuwe speelattributen en een mooie fontein. Daarnaast zijn grote bomen verplant zodat een eindbeeld met groepen bomen en solitaire struiken is ontstaan.Het nieuwe ontwerp en de historische waarde leverden het park in 2013 zelfs de status van gemeentelijk monument op. Aanneemsom: € 714.000 Naam opdrachtgever: gemeente Leiden Contactpersoon opdrachtgever: Frank Rammeloo Naam aannemer: Krinkels BV Contactpersoon aannemer: Paul Berger
Kruidenpluktuin Weteringbuurt De kruidenpluktuin is een tuin voor en door de buurt. Buurtgroep Wetering Groen heeft de tuin opgezet en ontwikkeld, Stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam heeft het project financieel ondersteund. Wieringen Prins hoveniers heeft het grondwerk en de paden aangelegd, de buurtbewoners de aanplant en aankleding. In plaats te kiezen voor een hek rondom de tuin hebben de ontwerpers ter bescherming gekozen voor een relatief lage én tegelijkertijd brede haag. De vrije bladvorm van de haag – is afgeleid van een iepenblad. De paden bestaan uit halfverharding, opgesloten door cortenstalen randbegrenzingen. Er zijn 7 verschillende vakken gemaakt elk met specifieke kruiden, zoals inheemse kruiden, mint en exotische kruiden. Vanwege de vervuilde grond is de tuin afgedekt met antiworteldoek en opgehoogd met 40 cm geestgrond. Hierop is de kruidenpluktuin aangelegd. De haag is geplant in de taluds en bestaat uit Ilex crenata ‘Convexa’ met daarin accenten met Rododendron japonica. Aanneemsom: ca. € 35.000 Naam opdrachtgever: Wetering Groen / Wetering Verbetering Contactpersoon opdrachtgever: Karen Gamester Contactgegevens opdrachtgever: Wetering Groen / Wetering Verbetering Naam architect: Mathieu Derckx & Ton Hilhorst Contactpersoon architect: Mathieu Derckx Naam aannemer: Wieringen Prins Hoveniers Contactpersoon aannemer: Philip Biesot
www.stad-en-groen.nl
59
ng 1 Ja ar ga 20 13 nr. 1,
e nieuw d? ordt de kbla Wat w or dit va win vo uze en naam uw ke Londen k aa M p naar en.nl een tri d-en-gro sta www.
Am bi
rb tie , ve
ee ld in
al g, re
ch ni en te is at ie
en de op ek in
ba re
ru im
Het nieuwe vakblad voor de Openbare Groenvoorziening
te
ru bare to: , Nefy in de open im e h t n te saa Jo Ot glyfo race.’ od op ‘Verb lopen e g n e e g g no
imte
e emisch iet-Ch • m•N veren must ypericu t meer inno Ga H ennaar • g n oe teit e -en-groen. tse li a m a r la www.stad w o fp ct -k omst nl ekeen •A graa e se voor to e r n b e e e d p w ro sho •G van gratis abonnement nmo Work Boom rijding pten • Clea ndeel llen • idbest me olksaa ce Onkru ixels te eer moet v e modernis tiecon h garan tels, maar p ig e e d n sb n e ku tbo Gro w a dis u ta n o S e b e at • •G eden meer glyfosa gen het st od op cht te • Verb Aankla • n e word
Gemeentelijke groenbeheerders
1108 ex.
Bosbouw en recycling
58 ex.
Beleidsambtenaren
879 ex.
Landschaparchitecten Ontwerpers
370 ex.
Stad+Groen/Openbaar Groen wordt verspreid in een controlled circulation met een oplage van gemiddeld 4500 exemplaren.
Industrie en dealers tuin en park machines
797 ex.
Adviesbureaus
49 ex.
Groenaannemers (VHG)
732 ex.
Overig
507 ex.
Ook werkzaam in het groen? Meld je nu aan voor een gratis abonnement in 2014
www.stad-en-groen.nl
Leuvensebeek te Ermelo Het herstellen van het Beeksysteem Leuvensebeek, een van de oudste beken in Nederland. Dit doormiddelen van aanbrengen van houtpakket, realiseren van verondieping, beek in oorspronkelijk staat terugbrengen, realiseren van overstromingsgebieden. De werkzaamheden zijn uitgevoerd met behulp van Belgische trekpaarden Aanneemsom: ca. â‚Ź100.000,Naam opdrachtgever: Natuurmonumenten / Waterschap Vallei & Veluwe Contactpersoon opdrachtgever: Peter van Dam & Rob van de Braak Naam architect: Ben Hullenaar Contactpersoon architect: Ben Hullenaar Naam aannemer: Ter Riele B.V. Contactpersoon aannemer: S. Buitenhuis & H. v.d. Langemheen
Realisatie Moooz Moss Roof sanitairgebouw Hoge Veluwe
Naam opdrachtgever: Antea Group Naam aannemer: MOOOZ B.V. Contactpersoon aannemer: dhr. I.T. de Groot
Het aanleggen van een groendak met levend mos door middel van de Moooz mosmatten. Deze mosmatten zijn rechtstreeks op de wortelwerende bitumen dakbedekking van het sanitairgebouw bevestigd door middel van een chemie-vrije kit.
www.stad-en-groen.nl
61
Thales High Tech Systems Park De complete aanleg van het bijna 40 hectare grote park voor het internationale elektronicaconcern Thales. Dit project omvat veel uiteenlopende disciplines waaronder; waterbouwkundige werken, (asfalt-) paden, verhardingen, gazons en diverse beplantingen. Om een volwassen karakter te geven aan het park is gekozen voor groot formaat bomen. Oplevering medio zomer 2014. Verdere bijzonderheden (bijvoorbeeld bijzondere technieken): De vijverpartij is gerealiseerd d.m.v. afdekking met klei in plaats van folie. Over de vijver zijn een tweetal bruggen van 15 meter lang aangebracht, welke prefab zijn gefabriceerd en als geheel in 1 keer op hun plek zijn gehesen. Aanneemsom: c.a. € 800.000,00 Naam opdrachtgever: Thales Real Estate B.V. Contactgegevens opdrachtgever: Hengelo (OV) Naam architect: Ontwerp nieuwbouw van LKSVDD i.s.m. MTD Contactgegevens architect: Hengelo (OV) / ‘s-Hertogenbosch Naam aannemer: Farwick Groenspecialisten Contactpersoon aannemer: Dhr. ing. H.B.L. Farwick Contactgegevens aannemer: Auke Vleerstraat 180, Enschede
Speelpolders Een Speelpolder, of te wel natuurspeelplaats in een polderlandschap voldoet aan een aantal criteria, waarvan de belangrijkste is dat kinderen zoveel mogelijk betrokken zijn. Het is een concept dat G.Z-H (Groenservice ZuidHolland) heeft bedacht en ontwikkeld. Multi-Tuin en Landschap heeft 4 van de 5 speelpolders gerealiseerd. De speeltoestellen en speelaanleidingen zijn grotendeels in het werk samengesteld. Aanneemsom: € 157.840,00 (excl. BTW) Naam opdrachtgever: Groenservice Zuid-Holland Contactpersoon opdrachtgever: Mevr. M. Banus Naam architect: Bureau Sybolt Meindertsma Contactpersoon architect: Sybolt Meindertsma Naam aannemer: Multi-Tuin en Landschap Contactpersoon aannemer: Dhr. J-P Kalisvaart
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4607
www.stad-en-groen.nl
63
Productiviteit
Zuinig met brandstof
Innovatie
Lage onderhoudskosten
Het Smart Power™ systeem leest continue de maaiomstandigheden en past de maaisnelheid daar automatisch op aan, waarbij de rotatiesnelheid van de maaimessen constant blijft. Hierdoor wordt de productiviteit verhoogd en een perfect maaibeeld achter gelaten. De constante tractiehulp zorgt in zware omstandigheden op elk moment voor vierwielaandrijving waardoor de machine nooit vast komt te zitten.
De motor is geschikt voor het gebruik van B20 brandstof, voldoet aan de strengste milieu eisen en is zeer zuinig in het gebruik van brandstof waardoor de efficiency sterk wordt verhoogd. Als de motor 5 seconden onbelast draait (bijvoorbeeld voor een stoplicht), wordt automatisch het toerental teruggebracht naar een laag stationair toerental, wat nog weer eens een extra brandstofbesparing oplevert.
Continue vierwiel aangedreven, in twee richtingen. Het gepatenteerde parallelle hydraulische tractiesysteem zorgt ervoor dat er onder alle omstandigheden de benodigde tractie wordt verkregen. Daarmee wordt het maaien van hellingen en natte ondergronden kinderspel. De koelventilator is voorzien van een automatisch omkeermechanisme. Dit systeem blaast maaisel van het inlaatscherm en voorkomt daarmee oververhitting en onnodige kosten aan de motor.
Doordat de onderhoudspunten snel toegankelijk zijn zonder gereedschap, is routine onderhoud zeer eenvoudig uit te voeren. De combinatie van de nieuwe motor en veranderingen in het systeemontwerp zorgen er voor dat de Groundsmaster 4000-D snel en gemakkelijk te onderhouden is. De intervallen voor onderhoud zijn gereduceerd. Dit levert een tijdbesparing van 66% op en brengt een aanzienlijke kostenbesparing met zich mee.
www.jeanheybroek.com
64
www.stad-en-groen.nl
Groundsmaster速 4000-D
www.toro.com www.stad-en-groen.nl
65
Meest ingewikkelde
Emvi is vaak niets anders dan de meest ingewikkelde manier om de laagste inschrijver boven water te krijgen Inmiddels is het duidelijk dat emvi, de op dit moment dominante vorm van aanbesteden, onder vuur komt te liggen. Eerst kwamen we erachter dat emvi, in de kern weliswaar een goed instrument, in de praktijk vaak niet meer is dan de meest ingewikkelde manier om de laagste inschrijver boven water te krijgen. In gewoon Nederlands heet dat ‘oude wijn in nieuwe zakken’. Maar het wordt nog erger. Uit cijfers in de bouw zou blijken dat weliswaar de laagste inschrijver meestal met de buit naar huis gaat, maar dat de bijbehorende kosten vaak tientallen procenten hoger zijn dan bij een oude, traditionele aanbesteding. Zoals het spreekwoord zegt: je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien. Waarom zou je veel geld besteden aan de selectieprocedure, als dat uiteindelijk niet leidt tot meer waarde voor de opdrachtgever? Daarbij geldt natuurlijk ook dat de grotere groene aannemers inmiddels kunnen lezen en schrijven met emvi en de
Het monopolie van openbaar aanbesteden is in hoog temp aan het afkalven en opdrachtgevers maken volop gebruik van de verruimde mogelijkheden die de nieuwe aanbestedingswet geeft bureaucratie die daarmee gepaard gaat, maar dat de kleinere partijen – en in het openbaar groen zijn die toch eigenlijk de kurk waar alles op drijft – nog steeds veel problemen hebben met de (in hun ogen onnodige) papierwinkel die samenhangt met emvi. De laatste twee weken heb ik minimaal drie keer een aanbesteding voorbij
66
www.stad-en-groen.nl
zien komen die halverwege de race werd ingetrokken. Dat is natuurlijk nog frustrerender voor alle partijen. Dan is iedereen heel druk geweest met het werk in kwestie en is het resultaat nul. Let wel, het gaat hier om relatief eenvoudige werken: inboet van plantgoed, een simpel maaibestek enzovoort. Maar toch verslikken de opdrachtgever en het ingenieursbureau zich in de uitvoering. Ik heb het idee dat de opdrachtgever zich door de politiek gedwongen voelt om voor emvi te gaan, waar een traditioneel laagsteprijsbestek of, beter nog, een onderhandse aanbesteding een veel betere keuze zou zijn geweest. Die laatste methode, waarbij een aannemer wordt geselecteerd op basis van ervaringen uit het verleden en van de gunfactor, klinkt misschien hopeloos ouderwets, maar is aan de andere kant zeer effectief en vooral goedkoop te implementeren. Gelukkig lijkt wat betreft emvi de wal het schip te keren. Het monopolie van openbaar aanbesteden is in hoog temp aan het afkalven en opdrachtgevers maken volop gebruik van de verruimde mogelijkheden die de nieuwe aanbestedingswet ook geeft. Er wordt zelfs al gesproken van het einde van het openbare tijdperk. Wist u trouwens wat de internationale vertaling is van emvi? Dat blijkt MEAT te zijn, ofwel most economically advantageous tender. En wat moet je doen voor een stukje vlees? Juist, dan ga je naar de slager!
Met vriendelijke groet, Hein van Iersel (hoofdredacteur) hein@nwst.nl
Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: http://www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4622