Stad en groen7 2014

Page 1

Jaargang 2 nr. 7, 2014

Vakblad over openbaar Groen en het vergroenen van de buitenruimte

C O N N EC T I N G GR E E N PR O F E S S I O N AL S

Lekker bollen in het park

Heetwateronkruidbestrijder op quad • Willem Douma • Mechanisch onkruid wieden • Beam me up, Scotty! • iWaterplant • Drainage-elementen • Waterplassen zijn van het verleden • Zelfrijdende klepelmaaier • Lekker bollen in het park • Gebruiksvriendelijke bestekservice • Een lesje duurzaam en planmatig groenbeheer • Roes van een award


Productiviteit

Zuinig met brandstof

Innovatie

Lage onderhoudskosten

Het Smart Power™ systeem leest continue de maaiomstandigheden en past de maaisnelheid daar automatisch op aan, waarbij de rotatiesnelheid van de maaimessen constant blijft. Hierdoor wordt de productiviteit verhoogd en een perfect maaibeeld achter gelaten. De constante tractiehulp zorgt in zware omstandigheden op elk moment voor vierwielaandrijving waardoor de machine nooit vast komt te zitten.

De motor is geschikt voor het gebruik van B20 brandstof, voldoet aan de strengste milieu eisen en is zeer zuinig in het gebruik van brandstof waardoor de efficiency sterk wordt verhoogd. Als de motor 5 seconden onbelast draait (bijvoorbeeld voor een stoplicht), wordt automatisch het toerental teruggebracht naar een laag stationair toerental, wat nog weer eens een extra brandstofbesparing oplevert.

Continue vierwiel aangedreven, in twee richtingen. Het gepatenteerde parallelle hydraulische tractiesysteem zorgt ervoor dat er onder alle omstandigheden de benodigde tractie wordt verkregen. Daarmee wordt het maaien van hellingen en natte ondergronden kinderspel. De koelventilator is voorzien van een automatisch omkeermechanisme. Dit systeem blaast maaisel van het inlaatscherm en voorkomt daarmee oververhitting en onnodige kosten aan de motor.

Doordat de onderhoudspunten snel toegankelijk zijn zonder gereedschap, is routine onderhoud zeer eenvoudig uit te voeren. De combinatie van de nieuwe motor en veranderingen in het systeemontwerp zorgen er voor dat de Groundsmaster 4000-D snel en gemakkelijk te onderhouden is. De intervallen voor onderhoud zijn gereduceerd. Dit levert een tijdbesparing van 66% op en brengt een aanzienlijke kostenbesparing met zich mee.

www.jeanheybroek.com


Groundsmaster速 4000-D

www.toro.com


www.nmpo.nl/maaien

Niets staat deze machines in de weg.

Verhoog uw productiviteit met de Husqvarna frontmaaiers: de P 520D, P 524 en P 525D. Het compacte ontwerp en de bestuurbare achteras zorgen voor een ongekende wendbaarheid: maaien in krappe ruimtes, rond bomen en struiken, onder banken en langs hekken is geen enkel probleem voor deze machines. Naast deze eigenschappen hebben de machines ook de beschikking over een robuust chassis en vele ergonomische oplossingen die zorgen voor jarenlang winstgevend en zorgeloos maaien. Een breed scala aan accessoires zorgen ervoor dat de P 520D, P 524 en P 525D het gehele jaar inzetbaar zijn. Made for professionals. Powered by you. Copyright Š 2014 Husqvarna AB (publ). All rights reserved.

HUSQ_Adv_210x148.indd 1

www.husqvarna.com/nl

28-03-14 15:11


22

Willem Douma: ‘Gevarieerdheid geeft mij voldoening’

Het is een goede gewoonte dat de ceo die in dit blad geïnterviewd wordt de interviewlocatie mag bepalen. Willem Douma van het oerfriese bedrijf Frisia Bergum laat me niet iets zien in Friesland, maar inviteert vakblad Stad + Groen op een Amsterdamse daktuin.

www.stad-en-groen.nl

5


Colofon Stad + Groen is een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt in een gemiddelde oplage van 4400 exemplaren verspreid onder groenbeheerders, groene aannemers, landschapsarchitecten, adviseurs en toeleveranciers in de groene sector. Bij alles staat de praktisch ingestelde vakman centraal.

16

WAVE heeft de heet-water onkruidbeheersingstechniek nu ook geschikt gemaakt voor toepassing op kleinere voertuigen en transportmiddelen,

Redactie & commercie NWST NeWSTories bv Fransestraat 41 Postbus 569 I www.nwst.nl 6500 AN Nijmegen M info@nwst.nl T 024-3602454 F 024-3602464 Hoofdredacteur: Hein van Iersel Bladmanager: Santi Raats (santi@nwst.nl) Advertenties: Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Peter Jansen (peter@nwst.nl) Vormgeving: Marie Cecile Oosterhout Abonnementen Controlled circulation: Dit betekent dat alle professionals in de groene sector recht hebben op een gratis abonnement. Niet werkzaam in de groene sector 91,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnementsperiode in ons bezit is. ISSN: 2352-4634 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij NWST NeWSTories BV c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Dit vakblad wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

Wave introduceert eerste heet-water onkruidbestrijder op quad

zoals quads. Daarmee kan het unieke WAVE procedé nu ook worden gebruikt voor het beheren van onkruid op kleinere ruimtes en door particulieren.

40

Bestekservice voor gebruiksdaken maakt ontwerp van dak een soort click and play Gebruiksdaken kunnen op vele manieren en met verschillende materialen worden opgebouwd. Maar elke keuze heeft zijn consequenties. De nieuwe bestekservice van Leven op Daken kan architecten en aannemers bijstaan bij het ondervangen van die consequenties.

en verder Actueel 8 Nieuws

Green Innovation Award 26 Mechanisch onkruid wieden met werktuigarm 28 Laser moet onkruid tot op de wortel uitroeien 30 iWaterplant voedt kennis over waterplanten 34 Zelfrijdende klepelmaaier 38 Warm water geeft onkruid een koude douche

Achtergrond 42 Waterplassen voortaan iets van het verleden 47 Waterbeheersing op de begraafplaats 56 Lekker bollen in het park 63 Door digitaliseren op koers blijven

Column 19 Zelfbeheer 46 Participatie. Van 'moeten' naar 'willen' 51 Wat kan de groensector leren van Wehkamp en Airbnb 59 De roes van een award 66 Hoofdredactioneel

6

www.stad-en-groen.nl


inhoud 52

Groen, Groener, Groenst

Ook in deze uitgave van Stad + Groen weer een forse opsomming van groene projecten. Uw project in de komende uitgave van Stad + Groen? Stuur een mail naar ilse@nwst.nl en u krijgt alle informatie doorgestuurd.

60

Een lesje duurzaam en planmatig groenbeheer De ontwikkelingen binnen het ontwerp en het beheer van de groene buitenruimte hebben de afgelopen decennia niet stilgestaan. Gewijzigde inzichten, maar ook de noodzaak tot duurzamer, efficiĂŤnter en meer kostenbewust werken, hebben gezorgd voor een aantal verschillende wijzen van aanpakken. Rob Arbeider van IPC Groene Ruimte breekt in dit artikel onder meer een lans voor het weer operationeel maken van de aanwezige vakkennis en ervaring op het gebied van groen.

32

Drainage-elementen om je vingers bij af te likken De levensduur van een groen dak wordt geschat op zo’n 40 jaar. Maar de maatschappij verandert. Om toekomstige generaties niet onnodig te belasten, stappen steeds meer leveranciers over op duurzame oplossingen. Zo ook ZinCo. Begin dit jaar lanceerde dit bedrijf Natureline, een dakopbouwsysteem samengesteld uit elementen die zijn gemaakt met bioplastic.

www.stad-en-groen.nl

7


Nieuws groep en per soortgroep. Elke gebruiker maakt per werk of contract daarmee een plan van aanpak, waarin het ecologisch werkprotocol wordt aangepast aan de lokale situatie. Uniek voor de gedragscodes van Stadswerk en Branchevereniging VHG is het borgen van de deskundigheid van de medewerkers met certificaten voor zorgvuldig handelen op drie en vier niveaus. De nieuwe gedragscode is uitsluitend toe te passen voor werkzaamheden die vallen onder ‘bestendig beheer’. Voor alle andere werkzaamheden is er de gedragscode ‘Ruimtelijke Ontwikkeling en inrichting’. Opdrachtgevers en opdrachtnemers in de gehele groene ruimte kunnen volstaan met de inzet van beide gedragscodes.

35 miljoen extra voor Participatiewet Simulator helpt bij behalen van CO2prestatienorm Reesink Construction Equipment heeft een simulator in gebruik genomen die relaties helpt om hoger op de CO2-prestatieladder te komen. Op de Infra Relatiedagen in Gorinchem waren de simulatoren van Reesink volgens een persbericht een regelrechte hit. De simulatoren zijn op dit moment exclusief gericht op het nabootsen van de werking van mobiele graafmachines en rupsgraafmachines. Volgens het persbericht vormen de simulatoren een van de instrumenten die een bedrijf kan inzetten om hoger op de CO2prestatieladder te komen. Dat dient naast een maatschappelijk belang ook een duidelijk commercieel belang. Hoe hoger een bedrijf scoort op de CO2-ladder, hoe hoger de fictieve korting die dat bedrijf krijgt bij een aanbesteding. De Reesink Academy beschikt nu over twee motion based simulatoren. De eerste is speciaal ingericht voor mobiele graafmachines, de tweede voor rupsgraafmachines. De drie grote schermen in combinatie met de bewegende ‘cabine’ geven de machinist een zeer realistische ervaring. Ook het geluid draagt hieraan bij. Volgens Edwin Wennekes van Reesink Construction Equipment zijn de simulatoren oorspronkelijk afkomstig uit de mijnbouw, een bedrijfstak die 24 uur per dag doorgaat en waar geen tijd is om mensen op te

8

www.stad-en-groen.nl

leiden. Het zou in theorie geen probleem zijn om de simulatoren ook toe te passen op andere machines uit het Reesink-assortiment, zoals tractoren of maaimachines, maar daar zijn op dit moment geen concrete plannen voor.

Gedragscode beheer en onderhoud opnieuw goedgekeurd De Flora- en faunawet-gedragscode van Stadswerk en Branchevereniging VHG voor bestendig beheer en onderhoud van groenvoorzieningen en natuurterreinen is herzien, en met ingang van 29 oktober 2014 weer voor vijf jaar goedgekeurd. Dit betekent dat de gedragscode ook weer kan worden ingezet als vrijstelling voor het beperken van schade aan flora en fauna. De gedragscode blijft het instrument om eenduidig en geborgd zorgvuldig te kunnen handelen, zodat overtredingen worden voorkomen. De gedragscode kan worden toegepast door alle gemeenten, groene aannemingsbedrijven, loonwerkers en ook door waterschappen, woningbouwcorporaties en terreinbeherende organisaties. De gedragscode bevat het stappenplan en het overzicht van mogelijke maatregelen per beheer-

Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt 35 miljoen euro extra beschikbaar voor de invoering van de Participatiewet. Het geld is bedoeld voor de inrichting van de regionale Werkbedrijven, die een belangrijke rol krijgen bij de uitvoering van deze wet. In deze bedrijven werken de gemeenten in de arbeidsmarktregio’s samen met UWV, regionale werkgevers, vakbonden en onderwijsinstellingen. Ook de regelgeving voor de regionale Werkbedrijven is inmiddels bekendgemaakt. Voor elk van de 35 Werkbedrijven komt 1 miljoen euro beschikbaar. Klijnsma: ‘Het succes van de Participatiewet valt of staat met een goede samenwerking in de regio. Daarom wil ik in deze opstartfase extra ondersteuning bieden om dit mogelijk te maken.’ Doel van de Participatiewet is om meer mensen met een beperking aan de slag te krijgen op de arbeidsmarkt, bij voorkeur in reguliere banen. Momenteel worden overal in het land regionale Werkbedrijven ingericht, waar de bestaande regionale samenwerking verder gestalte moet krijgen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten had bij de staatssecretaris aangedrongen op extra financiële middelen voor de opstartfase. Klijnsma: ‘Het is belangrijk dat alle partijen in de regio tijdig aan de slag gaan om alle nieuwe instrumenten van de Participatiewet succesvol in te voeren.’ Met de Participatiewet en de andere te decentraliseren regelingen krijgen gemeenten de gelegenheid om mensen meer op maat en in samenhang met andere hulpvragen te begeleiden naar werk


of andere vormen van maatschappelijke ondersteuning. Vanaf 2015 krijgen gemeenten één budget, waaruit ze alle ondersteunende voorzieningen kunnen bekostigen. Met ingang van volgend jaar valt iedereen die zich bij de gemeente meldt en kan werken, maar niet in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen, onder één regeling. Nu bestaan daarvoor nog drie regelingen: voor mensen met arbeidsvermogen de Wajong, de WWB (Wet werk en bijstand) en de Wsw (Wet sociale werkvoorziening).

Kubota RTV met Ransomes Core-Colector

Kubota verder met eigen vestiging Julianapark in Utrecht wordt monument Het college van Utrecht heeft het Julianapark aan de Amsterdamsestraatweg en het daarbij gelegen Julianapaviljoen aangewezen als gemeentelijk monument. Het Julianapark is oorspronkelijk een op particulier initiatief aangelegde stadstuin. Deze tuin is later, als eigendom van de gemeente, uitgebreid en uitgegroeid tot een openbaar stadspark met een recreatieve functie. Het park is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een park in landschapsstijl, met de bijbehorende karakteristieke aanleg en beplanting. Het Julianapark heeft een aantal bijzondere elementen, waaronder een kunststenen rotspartij bij de dierenweide. Het diende verder als voorbeeld van een werkverschaffingsproject uit de jaren dertig. Het onderzoek dat werd verricht voor de aanwijzing als monument, kan bijdragen aan een zorgvuldig beheer en aan de instandhouding van de karakteristieke aanleg van het park.

De Mechan Groep meldt in een persbericht dat men in goed overleg afscheid neemt van de import van Kubota. De Vor zou dit merk al 35 jaar vertegenwoordigd hebben. Kubota gaat verder als een zelfstandig onderdeel van Kubota Europe met het hoofdkantoor in Parijs. De belangrijkste reden voor het afscheid van Kubota is het feit dat de Mechan Groep zich door de import van Agco steeds meer ontwikkelt als een concurrent van Kubota. De vestiging van de Mechan Groep in Achterveld is omgebouwd tot een Agco Experience Centre. Hier worden de vijf belangrijkste Agco-merken tentoongesteld. De medewerkers van de Mechan Groep die exclusief voor Kubota werkten, gaan mee over naar de nieuw opgerichte Nederlandse Kubota-vestiging, die te vinden zal zijn aan de Dieselstraat 8-10 in Ede.

Haarlem investeert in groen

Het college geeft hiermee invulling aan het coalitieprogramma ‘Samen doen’ en het streven om de stad samen op een duurzame manier nog aantrekkelijker en leefbaarder te maken. Haarlem wil in 2030 klimaatneutraal zijn, een stad waarin het energieverbruik per saldo niet tot uitstoot van CO2 of andere broeikasgassen leidt. De investeringen moeten hieraan een bijdrage leveren. Voor de komende jaren zijn diverse projecten benoemd waar het extra geld naartoe gaat. Omdat de gemeente bewonersinitiatieven wil stimuleren, zijn er ook projecten gekozen die hieraan een bijdrage leveren. Zo is er financiële ondersteuning voor (groepen) bewoners die zelf op kleine schaal groen onderhouden. Met name in Haarlem-Oost en Schalkwijk zijn de afgelopen twee jaar veel initiatieven geweest waarbij zogenoemd gevelgroen en kleine stukken openbaar groen natuurvriendelijk en/of recreatief zijn ingericht. Een ander voorbeeld is het ondersteunen van bewoners en wijkraad bij de vergroening van de stenige parkeergarage De Kamp. Ook voor stadslandbouw, groene schoolpleinen en een e-snellaadstation in de Cronjé-parkeergarage is geld gereserveerd. De gemeenteraad heeft ook zelf ruimte om initiatieven aan te dragen. De commissie Beheer bespreekt de lijst binnenkort.

In de periode van 2015 tot en met 2018 stelt de gemeente Haarlem ieder jaar 500.000 euro beschikbaar voor nieuwe projecten op het gebied van duurzaamheid en groen.

www.stad-en-groen.nl

9


Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak Bomen maken onze stedelijke omgeving leefbaar. Een gezonde groene infrastructuur in de stad is daarom onmisbaar. GreenMax is gespecialiseerd in duurzame innovatieve producten voor de inrichting van de plantplaats boven en ondergronds, zodat groen en infrastructuur samengaan.

GreenMax | Tel: 0031 413 29 44 47 | www.greenmax.eu


Nieuws Doetinchem bestrijdt gladheid met ‘nat zout’ Dit jaar gebruikt de gemeente Doetinchem een nieuwe techniek om de overlast die sneeuwval en gladheid met zich meebrengen, te bestrijden. Dit gebeurt door middel van het strooien met ‘nat zout’. Voordeel hiervan is dat er al gestrooid kan worden voordat het daadwerkelijk glad wordt. Nat zout is een mengsel van 75% zout en 25% water. Doordat nat zout als het ware aan de weg plakt, hoeft niet gewacht te worden met strooien tot het echt glad is. Als bij de gemeente een melding binnenkomt dat gladheid voorspeld is, kan de strooiwagen direct op pad. Daarnaast is strooien met nat zout voordeliger, omdat er minder zout nodig is. Dit is tevens beter voor bomen en planten in de berm, die ’s winters vaak veel te lijden hebben van het zout. Andere gemeenten in Nederland maken al langer gebruik van deze methode, bijvoorbeeld de gemeente Valkenburg aan de Geul.

Kinderboerderij onkruidvrij Kinderboerderij De Uylenburg is al jaren een uitvalsplek voor veel gezinnen om heerlijk even te onthaasten. De op een na oudste kinderboerderij van de hoofdstad heeft sinds een aantal maanden echter een groot probleem. Voorheen hielp de gemeente de stichting met haar onkruidbestrijding, maar door de bezuini-

gingen is hier nu geen ruimte meer voor. Het onkruid heeft nu dus vrij spel, met als gevolg dat de bestrating van de boerderij glad en gevaarlijk wordt als de herfst invalt. Bestrijding met chemische middelen is natuurlijk uit den boze, en met de hand wieden tussen de tegels is veel te veel werk. Dit verhaal kwam het management van Wave Weed Control ter ore. Wave is een grote speler op het gebied van duurzame onkruidbestrijding en maakt hiervoor gebruik van 100% heet water. Daarnaast hecht Wave aan een gezonde en veilige omgeving. Men is in contact getreden met Tanja Mulder (de coördinator van de vrijwilligers bij De Uylenburg) om de perfecte oplossing voor de ontstane situatie bij de kinderboerderij te bieden. De Mini-serie, de nieuwste aanwinst van Wave binnen de productportfolio van onkruidbestrijding, is namelijk een oplossing voor dit probleem. Omdat er door het team van vrijwilligers van De Uylenburg belangeloos wordt gewerkt om deze unieke plek te behouden, heeft Wave besloten deze machine eveneens belangeloos ter beschikking te stellen. Op 24 oktober jl. vond de officiële overdracht plaats en vanaf die datum gaan medewerkers van De Uylenburg en Wave gezamenlijk het onkruid bestrijden. Kinderboerderij De Uylenburg is, op de boerderij in Artis na, de oudste kinderboerderij van Amsterdam. Gelegen in het Rembrandtpark in Amsterdam-West is het werkelijk een rustpunt voor jong en oud. De kinderboerderij is rolstoelvriendelijk ingericht, zodat zowel valide als mindervalide bezoekers kunnen komen genieten van de lieve dieren en de oergezellige sfeer. En na 24 oktober kan dit ook weer voor de volle honderd procent onkruidvrij.

Experiment met kunstgras langs fietspaden Het bedrijf Kunstgrasnet is momenteel bezig met een experiment: het aanbrengen van kunstgras langs fietspaden aan de Kamperzeedijk in de provincie Overijssel. Het idee is dat er wordt bespaard ten opzichte van normaal beheer, doordat de berm niet meer gemaaid hoeft te worden. Verder zou de nieuwe berm veiliger moeten zijn dan een normale berm, omdat het zicht altijd gegarandeerd is. Volgens de site Verkeersnet zou mogelijk ook een voordeel zijn dat fietsers niet direct in de zachte berm belanden als ze moeten uitwijken. Kunstgras dat goed aansluit op het asfalt of beton van het fietspad, zou het aantal ongelukken kunnen verminderen. Probleem bij deze toepassing van kunstgras wordt waarschijnlijk het onderhoud. Het kunstgras zal vervuilen, er waait onkruid in en het zal dan wellicht alsnog gemaaid moeten worden. Kunstgras werd eerder al gebruikt op rotondes.

Dijksma wil vijf miljoen investeren in groen onderwijs Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken is bereid om voor het jaar 2015 binnen de begroting van Economische Zaken een bedrag van 5 miljoen euro te herschikken. Dijksma komt daarmee gedeeltelijk tegemoet aan een nog in stemming te brengen motie om het budget voor de bekostiging van het groenonderwijs op de begroting voor 2015 van Economische Zaken met 10 miljoen euro te verhogen. Deze motie is ingediend door de Tweede Kamerleden Harbers en Koolmees. Dat blijkt uit een brief van Dijksma aan de Tweede Kamer, die zij 16 oktober jl. verstuurd heeft. Dijksma is bereid gehoor te geven aan de wens van de Kamer en voor het jaar 2015 binnen de begroting van Economische Zaken een bedrag van 5 miljoen euro te herschikken ten gunste van het begrotingsartikel 17: ‘Groen onderwijs van hoge kwaliteit’. In combinatie met de ingediende amendementen Harbers/ Koolmees geeft dit voldoende ruimte om de in de begroting aangekondigde versobering voor 2015 ongedaan te maken.

www.stad-en-groen.nl

11


Sales-professional voor groene uitgeverij Bedrijf NWST NeWSTories BV is een kleine uitgeverij in Nijmegen. Naast het uitgeven van aantal vaktijdschriften en websites voor groene professionals verzorgen en organiseren wij congressen en symposia.

Kernwoorden Resultaatgericht, humor, slim, nieuwsgierig, on the road

Functieomschrijving Wij zijn op zoek naar een accountmanager, die flexibel en met humor de belangen van onze klanten kan vertegenwoordigen. NWST werkt sinds kort met een nieuw commercieel model. Idee is dat we opschuiven naar de marketing communicatie stoel van onze klanten en hen via onze bladen, websites en andere activiteiten actief kunnen ondersteunen in hun doelstellingen. Jij gaat actief de boer op om dat model in de markt te zetten. We zoeken geen old school sales, maar een junior sales-professional, die snapt hoe moderne (online) communicatie werkt en partners in de markt, maar ook collega’s bij de hand neemt.

Meer informatie: NWST Connecting Green Professionals Postbus 569 6500 AN Nijmegen

Wie durft ons te helpen?

Hein van Iersel (hein@nwst.nl - 06 533 63 062) E info@nwst.nl M 024 360 2454 I www.nwst.nl

Grafdelfmachines & Voertuigen Hansa machines onderscheiden zich op gebied van: - Kwaliteit - Stabiliteit - Betrouwbaarheid - Kracht - Compactheid - Wendbaarheid

hofstede - timmerman tuin- en parkmachines - staphorst Importeur: Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Flevoland

Weth. Krollstraat 6, 7951 TJ Staphorst Telefoon: 0522 - 468320

Internet: www.hofstedetimmerman.nl E-mail: jan@hofstedetimmerman.nl Telefax: 0522 - 461859

Importeur: Noord Holland, Zuid Holland, Zeeland en Utrecht (Brabant, Limburg)

Lagendijk 178, 2988 AD Ridderkerk Postbus 158, 2980 AD Ridderkerk Telefoon: 0180 - 421399

E-mail: info@gavdwaal.nl Internet: www.gavdwaal.nl Telefax: 0180 - 423453


Nieuws Groenste stad en dorp van Nederland 2014 Bergen op Zoom en Beesel zijn gekozen tot Groenste Stad en Dorp van Nederland 2014. Zij wonnen goud in de nationale groencompetitie Entente Florale 2014. Bergen op Zoom won goud in de categorie ‘steden’ en het Limburgse dorp Beesel werd tot winnaar uitgeroepen in de categorie ‘dorpen en kleine steden’. Dit gebeurde tijdens de Nationale Groendag, die werd gehouden in MartiniPlaza te Groningen. Deze dag werd georganiseerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Platform31 en Entente Florale Nederland in samenwerking met de gemeente Groningen. De winnaars ontvingen hun prijs uit handen van staatssecretaris Dijksma van het ministerie van Economische Zaken. Tijdens haar toespraak zei Dijksma: ‘Nederland wordt steeds groener, maar is er nog veel te doen. Ik ben ervan overtuigd dat we samen Nederland nog leefbaarder, mooier en sterker kunnen maken.’ In de categorie steden werd Doetinchem bekroond met zilver en Dronten en Oisterwijk met brons. In de categorie ‘dorpen en kleine steden’ ontving Hoenderloo (gemeente Apeldoorn) zilver en werden Willemstad (gemeente Moerdijk) en Vianen met brons bekroond. De visie, het beleid en de uitvoering daarvan in de praktijk worden door de jury beoordeeld op basis van een groot aantal criteria. Naast het groen in de binnenstad of het dorp hebben ook natuurbeheer en groene recreatie daarin een belangrijke plaats. De Entente Florale-jury heeft haar bevindingen voor elke gemeente vastgelegd in een uitgebreid rapport, dat de vertegenwoordigers van het gemeentebestuur tijdens de prijsuitreiking werd aangeboden. Hierin zijn naast de conclusies ook aanbevelingen opgenomen.

Nieuwe

Eerste Gezonde

chippercombi

Schoolplein in

Na het succes van de HM 6-300 chippercombi heeft Hissink een nieuwe chippercombi ontwikkeld, de HM 8-400 K. Ten opzichte van de HM 6-300 heeft deze machine een hogere capaciteit. De nieuwe HM 8-400 K chippercombi is onlangs afgeleverd aan M. Meijns Grondverzet & Groenvoorziening in Krommenie. De combinatie bestaat uit een Heizohack-chipper met een invoer van 400 x 700 mm. Deze trommelchipper wordt gevoed door een Palfinger-Epsilon-kraan met een reikwijdte van 6,90 meter. De chips worden opgevangen in een 15 m3-container. Door een verwisselbare zeef kan de chipgrootte naar wens worden aangepast. Het geheel is zo geconstrueerd dat de combinatie zo compact en wendbaar mogelijk is. Om de wendbaarheid verder te vergroten, is de machine voorzien van een gestuurde achteras. Deze machine wordt aangestuurd door middel van een Parker IQAN-touchscreenbedieningspaneel. Hiermee zijn diverse handelingen te automatiseren en is de bediening zeer eenvoudig. Met behulp van deze combinatie kan de machinist grote hoeveelheden hout verwerken tot een hoogwaardige energiechip. Doordat het werk door één persoon kan worden gedaan, kan de kostprijs van de houtchips worden gereduceerd. Dit maakt het nog interessanter om het hout als milieuvriendelijke energiebron te gebruiken.

IJsselstein Op woensdag 8 oktober jl. heeft het Schoolpleinen ActieTeam van basisschool De Tandem in IJsselstein het eerste Gezonde Schoolplein geopend. De leerlingen van de school waren actief betrokken bij het ontwerp van het nieuwe schoolplein. Waar eerst alleen grijze tegels lagen, ligt nu een natuurlijk speelplein met een palenbos, veel struiken om je in te verstoppen en een zandbak met een watergoot en kraan. Met het toepassen van hoogteverschillen is een natuurlijk landschap nagebootst. Het nieuwe plein van De Tandem is het eerste van in totaal zeventig Gezonde Schoolpleinen. Jantje Beton, IVN, het RIVM Centrum Gezond Leven, de PO-Raad, de VO-raad en de MBO Raad helpen tot eind 2016 in totaal zeventig scholen uit het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs met de realisatie van een Gezond Schoolplein. Een Gezond Schoolplein prikkelt de fantasie, stimuleert beweging en leert over het belang van de natuur. Dit is belangrijk voor een gezonde ontwikkeling. De Tandem is daarom blij dat de school werd geselecteerd. Vincent van Kalshoven, directeur van De Tandem: ‘Onze wens was een plein dat bewegen stimuleert, uitnodigt tot verbinding en kennis van de natuur bevordert. We hebben met de hulp van kinderen en andere

www.stad-en-groen.nl

13


Nieuws betrokkenen een plein gerealiseerd dat hier goed aan tegemoetkomt. Daarnaast prikkelt de inrichting van het plein de fantasie van de kinderen. We zien een nieuwe wereld ontstaan van spel, ontmoeting en beweging.’

Binder wint Landelijke Heemprijs 2014 Het ‘Natuurdak & Omgeving Q8 KPERaffinaderij Rotterdam’, een project van Binder Groenprojecten uit Portugaal, is winnaar van de Landelijke Heemprijs 2014. De Landelijke Heemprijs is een prijs voor het beste natuurontwikkelingsproject en werd dit jaar uitgereikt op 19 september. De prijs is bestemd voor bij Heem aangesloten bedrijven. Heem is een kennisconcept voor natuurontwikkeling op basis van inheemse vegetaties en een natuurlijk en duurzaam beheer. De missie van Heem is het terugbrengen van inheemse flora in het verstedelijkte Nederland. De acht inzendingen werden beoordeeld door drie deskundige en geëngageerde juryleden: Roel ter Horst (afdelingshoofd Openbare ruimte van de gemeente Utrechtse Heuvelrug), Jeroen

14

www.stad-en-groen.nl

van Westen (landschapskunstenaar) en Kim van der Leest (voormalig directeur Hortus Botanicus, spreker en duurzaamheidsspecialist). Het project ‘Natuurdak & Omgeving Q8 KPE-Raffinaderij Rotterdam’ is gelegen in Europoort. De jury vindt het project in Europoort een eerste prijs waard ‘omdat het is gelukt in een “hardcore” industriegebied kleurrijke natuur dicht bij werknemers te realiseren.’ De jury beoordeelde dit als een innovatief project, dat een voorbeeld kan zijn voor ‘het heroveren van de industriegebieden van Nederland voor beleefbare natuur.’ Hoek Hoveniers, met het vakantiepark Dunimar in Noordwijkerhout, en Verhoeve Groen, met de Ontmoetingstuin Woonzorgcentrum de Lijte en Lijtehiem in Ureterp, sleepten respectievelijk de tweede en derde prijs in de wacht. De jury beoordeelt de ingezonden projecten op basis van een aantal richtlijnen, zoals maatschappelijk draagvlak voor het project, natuurwaarde, duurzaamheid en enkele kwaliteitseisen ten aanzien van de verhouding tussen inheemse kruiden en gras, de aantallen ingezaaide soorten en de monitoring. De uitreiking van de prijs vond plaats tijdens de landelijke Heemdag op de Landschapstriënnale in park Lingezegen, waar landschapsarchitect en hoofdcurator van de Landschapstriënnale, Henk van Blerck en Kim van der Leest, lezingen verzorgden over het Nederlandse landschap en tijdelijke natuur.

Record voor de Dag van de Openbare Ruimte Met 5.081 bezoekers vestigt de Dag van de Openbare Ruimte opnieuw een record. Ten opzichte van de vorige editie is dat een stijging van 8%. Maar belangrijker nog dan de toename in aantallen, zijn de positieve geluiden die zowel bezoekers als exposanten lieten horen tijdens deze elfde editie van de grootste Nederlandse vakbeurs voor ontwerp, inrichting, onderhoud en beheer van openbare ruimte. Het enthousiasme geeft maar weer eens aan dat openbare ruimte belangrijk is voor iedereen. Beursorganisator ExpoProof bedankt alle bezoekers en exposanten voor hun enthousiaste bijdrage waardoor de beurs weer een succes werd.

Groenste regio van de wereld Weert is zaterdag 20 september uitgeroepen tot ‘Groenste regio van de wereld’. Burgemeester Jos Heijmans en wethouder Harrie Litjens mochten in Charlottetown in Canada de titel Winner International Competition Communities in Bloom in ontvangst nemen. Daarnaast behaalde Weert een tweede plaats bij het thema Cultureel Erfgoed. Het winnen van de titel bij dit wereldkampioenschap is een kans om Weert als groenste regio van de wereld op de kaart te zetten. Bij de mondiale competitie Communities in Bloom spelen de maatschappelijke betrokkenheid en het meedoen van inwoners, bedrijven en verenigingen een zeer belangrijke rol. Weert is in 2012 al uitgeroepen tot ‘Groenste stad van Nederland’, in 2013 tot ‘Groenste stad van Europa’ en mag daar nu dus ‘Groenste regio van de wereld’ aan toevoegen. Het meedoen was minstens even belangrijk als het winnen: ondernemers,


belangengroeperingen en inwoners grepen deze competitie aan om actief aan de slag te gaan en zelf initiatieven op te starten. Voorbeelden hiervan zijn het vergroenen van de binnenstad door ondernemers, biodiversiteitsprojecten in buurten, het vergroenen van schoolpleinen etc. En op toeristisch-recreatief vlak zijn er diverse arrangementen uitgewerkt om het prachtige Weert en zijn groene regio te tonen aan bezoekers.

John Deere gewaardeerd op 5,124 miljard dollar In deze wereld wordt ongeveer aan alles een waarde toegekend dus ook aan de waarde van merken. Soms lijkt het enige doel van dit soort lijstjes wel dat journalisten hier weer iets over schrijven en de betreffende merken dus weer in de pers komen. Het Amerikaanse merkenbureau Interbrand publiceert ieder jaar een top 100 van meest waardevolle merken. Aan de top van dit soort lijstjes staan al jaren merken als Coca Cola en Apple, maar een merk dat in deze sector zich wat meer thuis voelt is er ook te vinden: John Deere. Interbrand waardeert deze tractorgigant op een bedrag boven de 5 miljard. En ging het er vorig jaar nog om of het merk in de lijst bleef hangen op plek 97. Inmiddels is geel + groen opgescho-

ven naar plek 79. De lijst zou zijn samengesteld op basis van de volgende kenmerken: financiële prestaties van producten en diensten, de rol die het merk speelt bij het beïnvloeden van de keuze van de klant en de positieve invloed van het merk op prijsrealisatie.

Investering in speelnatuurterreinen De ANWB en Natuurmonumenten gaan nauwer samenwerken. De directeuren van beide organisaties tekenden 22 oktober jl. een contract voor de ontwikkeling van drie speelnatuurterreinen. Beide organisaties vinden het belangrijk dat natuur in Nederland bereikbaar en toegankelijk blijft voor iedereen, zeker voor kinderen. Frits van Bruggen, directeur van de ANWB: ‘Erop uit in de natuur, samen met vrienden en familie genieten van het Nederlandse landschap. Het is de reden waarom de ANWB is opgericht en het is één van de kerndoelen van Natuurmonumenten. Logisch dus dat we in deze tijd de krachten bundelen voor natuur die je op een heel directe manier kunt beleven. Er waren een paar opties – het renoveren van bezoekerscentra of buitenplaatsen, de bouw van een uitkijktoren of de ontwikkeling van speelnatuurterreinen. Die laatste vond bij onze leden de meeste weerklank. En daar ben ik blij mee: we investeren zo in geluksmomenten voor het gezin en in draagvlak voor

natuurbescherming.’ De samenwerking tussen beide organisaties heeft historische wortels. Al in 1910 ondersteunde de ANWB Natuurmonumenten bijvoorbeeld bij de aankoop van het Leuvenumse bos bij Harderwijk. Marc van den Tweel, directeur Natuurmonumenten: ‘Natuur is in veel opzichten belangrijk voor Nederland. Voor recreatie uiteraard, maar ook om een gezonde leefomgeving en een gunstig vestigingsklimaat te creëren. En natuurlijk ook voor de ontwikkeling van kinderen. Rond die thema’s trekken we al jaren gezamenlijk op met de ANWB, en het is goed om dat nu formeel te bekrachtigen.’ Frits van Bruggen. ‘Onderzoek toont steeds weer aan dat 95 tot 98 procent van de Nederlanders natuur erg belangrijk vindt. Daar ligt dus een gezamenlijke missie van onze verenigingen. Natuurmonumenten en de ANWB helpen elkaar graag om natuurbeleving een zetje te geven.’

www.stad-en-groen.nl

15


Wave introduceert eerste heetwateronkruidbestrijder op quad Methode kan nu ook gebruikt worden in parken, op begraafplaatsen of zelfs in jachthavens WAVE heeft de heetwater-onkruidbeheersingstechniek nu ook geschikt gemaakt voor toepassing op kleinere voertuigen en transportmiddelen, zoals quads. Daarmee kan het unieke WAVE-procedé nu ook worden gebruikt voor het beheren van onkruid op kleinere ruimtes en door particulieren. Auteur: Guy Oldenkotte Met het oog op de verplichting vanuit de overheid om vanaf november 2015 chemische middelen te verbieden en onkruid alleen nog maar op milieuvriendelijke wijze te bestrijden, zijn de overheid en de industrie naarstig op zoek naar een alternatief. Zowel het branden van onkruid als het borstelen van de verharding heeft zo z’n nadelen. Een kleine onachtzaamheid bij het branden kan al snel verstrekkende gevolgen hebben. En ook aan het borstelen kleven nogal wat nadelen, niet in de laatste plaats wat betreft slijtage en beschadiging van de verharding. Het bestrijden van onkruid met heet water heeft inmiddels al op verschillende plaatsen effect gesorteerd. De methode waarbij heet water recht op de groeiknop van het onkruid wordt gesproeid, wordt inmiddels vooral op industriële schaal toegepast. De methode is bijzonder populair bij de overheid en grotere groenbeheerders omdat die volledig voldoet aan de wens om tot een schonere en milieuvriendelijkere benadering te komen. Tot op heden was de oplossing alleen beschikbaar voor het behandelen van grote terreinen, maar nu heeft WAVE de unit ook geschikt gemaakt voor toepassing voor het onkruidvrij houden van kleinere ruimtes.

16

www.stad-en-groen.nl

Eenvoudig in gebruik De nieuwe unit kan eenvoudig op een quad of bolderkar worden geplaatst en is vanaf januari 2015 verkrijgbaar. Daarmee kan de unieke methode nu ook gebruikt worden voor onder meer wandelpaden in parken, op begraafplaatsen, rondom sportvelden en zelfs in jachthavens. Door het hete water rechtstreeks op het gevoelige groeipunt te sproeien, verbrandt de knop en sterft het onkruid tot op de wortel toe af. De gehele bestrijding is bijzonder effectief en wordt gedaan zonder toevoeging van andere stoffen. WAVE heeft bij die ontwikkeling nadrukkelijk geluisterd naar de wensen vanuit de markt. ‘De afgelopen maanden hebben wij met deze machine beurzen bezocht in Frankrijk, België, Duitsland en Nederland,’ zegt commercieel directeur Huub Hiddema. ‘Onze belangrijkste vraag aan bestaande klanten en prospects was: hoe wil je deze machine gaan inzetten? Natuurlijk is dat op een quad heel gemakkelijk. Maar wil je dan het water op de quad meenemen of juist in een kleine aanhanger? Of zien jullie vooral toepassing als een stationaire machine, bijvoorbeeld in kleine particuliere tuinen waarbij je water door een slang krijgt aangeleverd?’

Dankzij de feedback vanuit de markt heeft WAVE het standaardsysteem, een grotere en industriële unit, weten te verkleinen naar een hanteerbaarder model. Bovendien is er een aantal technische aanpassingen doorgevoerd om de oplossing ook geschikt te maken voor kleinere ondernemers en particulieren. Zo is de kleinere versie van WAVE, net als z’n grotere broers, geluidsarm. Dat maakt de unit uitermate geschikt voor gebruik in een bebouwde omgeving of in gebieden waar juist rust en stilte gewenst is. ‘De hele machine weegt nu slechts 100 kg en kan eenvoudig op kleinere transportmiddelen worden geplaatst. In plaats van een watertank kan er ook een tuinslang op het systeem worden aangesloten. En met het optionele filter is het zelfs mogelijk om ook oppervlaktewater te gebruiken om onkruid te bestrijden.’ De temperatuur wordt electronisch geregeld. Daardoor blijft de watertemperatuur continu 98˚C. Een regelbare antikalkpomp voorkomt daarbij kalkvorming in het systeem. Probleemloos verwijderen Dankzij de aanpassingen kan onkruid nu dus overal worden bestreden zonder dat de verhar-


ding daarbij wordt beschadigd. ‘De methode is effectief omdat exact is vastgesteld hoe we het onkruid moeten verwijderen. De juiste combinatie van temperatuur, zeer lage druk en waterlaagdikte doen het onkruid vervolgens tot op de wortel afsterven,’ aldus Hiddema. Met behulp van sensors wordt vastgesteld waar onkruid aanwezig is, waarna een straal heet water op het onkruid vloeit. Zo wordt water optimaal ingezet. Dankzij de hoge temperatuur van het water barst de celstructuur van het onkruid open waardoor het extra kwetsbaar wordt en uiteindelijk tot op de wortel toe afsterft.

Huub Hiddema

Volgens de commercieel directeur van WAVE zal de frequentie van behandeling aanvankelijk gelijk blijven. ‘Maar uiteindelijk zal het interval tussen de onderhoudsbeurten groter kunnen worden omdat het onkruid niet meer terugkeert.’ Omdat

aan de behandeling geen aanvullende stoffen worden toegevoegd, kan het water uiteindelijk probleemloos wegstromen in de ondergrond. Milieuvriendelijke oplossing De methode van WAVE wordt door de Nederlandse overheid erkend als methode om onkruid op een milieuvriendelijke manier te bestrijden. Dankzij die erkenning kan aanspraak worden gemaakt op subsidies. Nog voor het einde van het jaar hoopt WAVE de eerste van een aantal dealers te kunnen introduceren waar de machine kan worden gekocht. Leasen van de unit is echter eveneens een optie. Hoewel er twaalf maanden te gaan zijn voordat de nieuwe wet voor milieuvriendelijke onkruidbestrijding van kracht wordt, kan niemand het zich veroorloven om de bestelling pas op het laatste moment te plaatsen. Nu de winter bijna is aangebroken, is men bij WAVE volop bezig om voldoende units te produceren zodat er vanaf 2015 genoeg units in voorraad zijn om aan alle vraag te kunnen voldoen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4967

Uw sportvelden altijd in topconditie?

www.aquaco.nl | 0481 - 377 177

Wij hebben water in de hand Uw sportaccommodatie is tot in de puntjes verzorgd. Met fraaie banen en velden, waarop sporters het beste uit hun spel kunnen halen. Aquaco helpt daarbij. Met innovatieve systemen voor natuurgras, kunstgras én gravel. Aquaco ontwerpt, installeert en onderhoudt efficiënte en kwalitatief hoogwaardige beregeningsinstallaties van alle professionele merken. Deskundig, betrouwbaar en met oog en oor voor uw wensen en eisen. Wilt u uw sportvelden in topconditie houden? Maak dan kennis met de specialisten van Aquaco. Wij hebben water namelijk écht in de hand. Al meer dan 30 jaar!


0%

Professionals kiezen PELLENC! meer vermogen – langere levensduur – hoogwaardiger componenten – lichter

CO2

Kies voor een PREMIUM merk: PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC PELLENC

weet alles van accu-gereedschap accu’s leveren veel meer vermogen heeft een intelligent laadsysteem accu’s hebben een langere levensduur laadt ook met zonnepanelen gereedschappen zijn lichter en sterker biedt een breed leveringsprogramma levert converters van 44V naar 220V

stil licht rendabel

schoon Een compleet programma rendabel electrisch gereedschap:

Electrisch PELLENC gereedschap kent geen brandstofkosten, is vrijwel geluidloos en spaart het milieu. Daarbij is PELLENC gereedschap licht van gewicht, maar krachtiger dan ieder ander merk. Duurzamer werken is niet mogelijk. Bent u professional? Probeer dan het electrische gereedschap van de professionals van PELLENC. Wij weten zeker dat u niet anders meer wilt! Vraag het uw PELLENC dealer in de regio.

bosmaaiers bladblazers kettingzagen hoogsnoeiers heggenscharen

Exclusief PELLENC importeur voor Nederland

Hoopjesweg 48 - 50, 8051 DC Hattem Tel. 038 - 44 46 160 www.odeleeuwgroentechniek.nl

Alle bomen leiden naar www.adawille.nl ir. Ada Wille bnt

Honddijk 2 4101 NP Culemborg Tel. 0345-779 230 / 06-23 37 97 09 info@adawille.nl

www.piusfloris.nl B O O M V E R Z O R G I N G

snoeischaren LED noodverlichting schoffels zonnepanelen converters naar 220 V


Zelfbeheer Onder het motto ‘groen moet je doen’ probeert de gemeente Utrecht haar burgers te motiveren om door middel van zelfbeheer een stukje groen of een speelplekje te onderhouden. Volgens de website zorgen bewoners bij zelfbeheer zelf voor een stukje van hun omgeving, onder de voorwaarde dat het stukje wel voor iedereen toegankelijk blijft. Dat kan groen zijn, zoals het onderhouden van een stuk park of het aanleggen van een geveltuintje. Maar ook voor pleintjes of speelplaatsjes bestaan er zelfbeheerafspraken. De gemeente Utrecht helpt de zelfbeheerders hierbij, met tips voor onderhoud, maar ook door materiaal en gereedschap beschikbaar te stellen. Als ik dit lees, dan vraag ik me met gezonde achterdocht af of de gemeente Utrecht aan het zelfbeheer een doelstelling heeft verbonden. Met andere woorden: wat is het addertje onder het gras?

Door dat woordje ‘mooi’ veranderde de man van een te assertieve AOW’er in een vriendelijke opa Zo nu en dan neem ik de tijd om mij te voet te verplaatsen. Uiteraard moet de zon dan wel schijnen. Ik loop dan met veel plezier door de straten en bekijk de voortuintjes en het gemeentelijk groen. Ik word dan heel vrolijk van de diversiteit aan toegepaste beplanting en verharding. Gelukkig zijn de kattenbaktuintjes op hun retour, althans in mijn omgeving. Dakplatanen en Japanse wilgjes verdwijnen langzaam van het toneel. Ook heeft de natuur ons met twee flinke winters verlost van de exoten, zoals palmen, olijven en bananen (overigens wel goed voor de handel). Over het algemeen zien de door mij bekeken voortuinen er goed uit en is de liefde van de eigenaar voor zijn postzegeltje goed waarneembaar. Is dit een trend? Ik hoop het.

De gemeente voorziet in groen op basisniveau; als de bewoner meer wil, moet hij of zij dat zelf onderhouden Mijn mini-excursies leveren ook wel eens leuke tafereeltjes op. Een tijdje terug liep ik met een stagiaire door een straatje toen mijn oog viel op een leuk verzorgd tuintje. Ik werd ergens door getriggerd – ik weet niet meer waardoor – en we bleven even kijken. Een oudere man, type tuinman uit een Engelse dramaserie, vroeg: ‘Zoekt u iets?’ Ik zei: ‘Nou, eh nee, we kijken alleen maar naar de mooie tuinen in deze buurt.’ ‘Ja, mooie tuintjes, hè’, zei de grijsaard. Door dat woordje ‘mooi’ veranderde de man van een te assertieve AOW’er in een vriendelijke opa. Even later werd de man vergezeld door een oudere vrouw, van wie ik meteen aannam dat ze zijn echtgenote moest zijn. ‘Rustig maar, hoor lieverd, het is niets’, zei de man zacht tegen de vrouw. Daarna stelden we ons netjes aan elkaar voor en vertelde ik dat we voor de gemeente werkten. De vrouw leek daarna opgelucht en nam gelijk het woord. Ze vertelde ons dat zij al jaren met toestemming van de voorman het gemeenteperk voor hun deur onderhouden. ‘Jaren geleden wou de voorman de rozen eruit gooien; te veel werk, zei hij. Wij hebben toen gevraagd of wij de rozen mochten

bijhouden en dat mocht. Het was rozen of gras en wij wilden rozen, dus moesten we het zelf bijhouden. Moet u eens zien hoe mooi de rozen zijn.’ We liepen langzaam naar het rozenperk en inderdaad, de rozen zagen er prachtig uit. Omdat onze pauze bijna om was, probeerden we ons te onttrekken aan het enthousiasme van de vrouw. Het kostte ons moeite, maar dankzij de smoes dat we een belangrijke afspraak hadden, liet de vrouw ons toch gaan. ‘Doet u de voorman de groeten van ons.’ ‘Dat doen we’, zei ik vluchtig en de stagiaire en ik liepen snel naar het gemeentehuis. Eigenlijk is het bovenstaande een voorbeeld van zelfbeheer dat werkt. De gemeente voorziet in groen op basisniveau; als de bewoner meer wil, moet hij of zij dat zelf onderhouden. Is dit goedkoper? Ik denk het niet. Geeft dit meer voldoening bij bewoners? Ik denk het wel. Bewoners die iets extra willen, kunnen hier dan zelf voor zorgen. Het levert in ieder geval een hogere kwaliteit van de openbare ruimte op. Maarten van Rossum kan beter slapen. Ik wens de gemeente Utrecht veel succes en ben benieuwd naar de ervaringen. Groet, Chris Winter PS: zou Maarten ook een stukje Utrecht in zelfbeheer hebben genomen?

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4949

www.stad-en-groen.nl

19


Variatie in sortiment ook goed voor biodiversiteit en waardering groen Gevarieerd bomen kiezen is nu de norm

Carya ovata geeft een goede herfstkleur.

De massale aanplant van eiken heeft ertoe bijgedragen dat de eikenprocessierups zich in twintig jaar over heel Nederland heeft kunnen verspreiden. Met Ulmus en Aesculus hebben we ook massale uitval gezien. En met Fraxinus gebeurt het binnenkort nog eens. Het toepassen van een gevarieerder sortiment bomen spreidt het risico. En handig: de biodiversiteit stijgt en gebruikers van het groen waarderen dat groen meer. Auteur: Jaap Smit De eikenprocessierups heeft zijn opmars mede te danken aan de massale aanplant van Quercus robur. Dankzij de vele lanen waren de beesten in staat zich relatief snel te verplaatsen. Door die lange eikenlanen rijzen de beheerkosten nu de pan uit. Er zijn gemeenten die – mede onder invloed van de hoge kosten voor beheersing van EPR – flink eiken kappen. Kapitaalvernietiging! Er is niets mis met Quercus robur zelf. Eenmaal aangeslagen is het een relatief sterke boom, waarin flink wat blad- en houtvretende insecten huizen; handig, want dat is de mode en voedselbron voor vogels. Overigens is de boom voor nectar verzamelende insecten nauwelijks interessant. Omdat iedereen de boom kent, vereikt Nederland. En waar aanplant van de eik zich vroeger vooral concentreerde in het oosten en zuiden van het land en op oude strandwallen, is de boom nu ook te vinden op plaatsen waar populier en wilg horen. Helaas zijn veel beheerders nu bang voor die soorten. Onnodig, want kies je de juiste selecties, dan is er echt

20

www.stad-en-groen.nl

niets aan de hand. Door de komst van EPR en de monocultuur van eiken, is die soort nu een minder voor de hand liggende keus. Net zoals dat door de bloedingsziekte bij kastanjes het geval is. Inmiddels veroorzaakt de essterfte onder essen eenzelfde slachting als bij iep en kastanje. Overigens versnelt de essenprachtkever het verdwijnen van de es binnen enkele jaren naar verwachting flink. Risicospreiding is de enige oplossing, want bestrijden kunnen we de plagen in de openbare ruimte (met uitzondering van de EPR) toch niet. Klimaat noodzaakt andere keuzen Ook het klimaat dwingt ons tot het maken van andere boomsoortenkeuzes. Met naar het noorden opschuivende klimaatgordels, hebben wij nu het klimaat van pakweg Parijs van twintig jaar geleden. En omdat de gordels alleen maar verder schuiven, houdt de opwarming voorlopig niet op, zeggen de klimaatscenario’s van het KNMI. Het betekent dat sommige boomsoorten hier niet

meer aangepast zijn aan het heersende klimaat en langzaam verdwijnen. Fagus is naar verwachting het eerste slachtoffer. Omdat het in de stedelijke omgeving nog warmer is – dat geldt ook voor dorpen – volgen er meer. In het landklimaat dat in de stad heerst, is daarom dan geen plaats meer voor inheemse boomsoorten. Gelukkig zijn er voldoende boomsoorten, vooral uit het landklimaat, die in de stad goed groeien. En meer dan onze inheemse soorten geven die bomen opvallende bloei, herfstkleur, aantrekkelijke stammen. Bewoners valt de grotere variatie aan bomen in de openbare ruimte op: van ’groene brei’ naar ’groen met highlights’. Wie groen waardeert is er zuiniger op en misschien wel bereid er meer voor te betalen. En omdat de bomen nu voor highlights zorgen, zijn plantenbakken en andere dure eyecatchers minder nodig. En weet u wat grappig is? Die andere boomsoorten zijn niet duurder – in aanschaf en onderhoud – dan de nu gebruikelijke soorten. Als u ze slim kiest, is de biodiversiteit ook nog


een goede keus als vervanger. Helaas zie ik nog weinig Catalpa speciosa de plaats innemen. Deze Catalpa is steviger dan Catalpa bignonioides en past uitstekend in de verharding. Zie de Theresiastraat in Den Haag. Let wel op de soortechtheid, want de kwekers schotelen nog wel eens de verkeerde soort voor… Op steeds meer plekken mag ik meedenken over vervangers voor kastanje. Het terugkrijgen van de allure van een kastanjelaan lukt weer! Nu het planten van Fraxinus flink teruggeschroefd moet, komt de Carya in beeld. Als leverbare boom best te verplanten. Een vaak redelijk smal opgaande boom met een schitterend gele herfst. Op droge plaatsen is Ailanthus geschikt. Plant hier mannelijke exemplaren van: die geven geen zaad en zaaien zich niet hinderlijk uit. Ik kan nog even door gaan. Keuze te over!

Carya ovata blijft ook op latere leeftijd relatief smal.

Catalpa’s in de verharding van de Theresiastraat in Den Haag.

eens flink geholpen: met name bomen die na de langste dag bloeien blijken een belangrijke rol te vervullen als energiebron (nectar) voor insecten. Want als vaste planten en kruiden in de zomer ophouden met het produceren met nectar, gaan bomen en struiken die dieper water gebruiken, daar gewoon mee door. Voldoende keuze Oei, dan wordt de keuze wel klein, hoor ik zeggen. Nee! In tegendeel. Voor alle ’probleembomen’, zoals es en paardenkastanje is een vervanger. Wat te denken van de Aesculus indica: een witte kastanje die helaas wat later bloeit. De Pseudomonas-bacterie komt er wel op voor, maar lijkt er geen vat op te hebben. Natuurlijk is uit dezelfde plantenfamilie de linde

Experimenteer Bij het planten van andere boomsoorten heerst wat koudwatervrees. En eigenlijk ben ik daar blij mee. Want het is altijd raadzaam eerst te experimenteren met een paar exemplaren van nieuw toe te passen soorten. Gaat het onverhoopt toch mis, dan is dat geen ramp. Laat u eens inspireren op een boomkwekerij. Tot mijn schrik zijn er inmiddels boombeheerders en toezichthouders die nog nooit een kwekerij hebben gezien… Kwekerijsafari? Ja, doe maar! Plant die nieuwe soorten gerust in een laan. Waar afwisseling in het sortiment inmiddels normaler wordt, vinden landschappers het nog niet altijd oké ook in de lanen te variëren. En toch moeten we daar naartoe. Zeker ook omdat het in verband met de emotie die aan bomen kleeft, steeds lastiger is een noodzakelijke vervanging van een laan ineens uit te voeren. Maak dus groepen of kies van kruising tot kruising een andere soort of selectie. Gevarieerd kiezen. Misschien best lastig, maar uiteindelijk biedt het alleen maar voordelen. Bovendien vraagt het ouderwets vakmanschap en serieus nadenken van de betrokkenen. En dat is leuk! Gevarieerd kiezen kent alleen maar voordelen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4966

Jaap Smit is teamleider en dendroloog bij Cobra boomadviseurs bv. Cobra is sinds 2000 actief in het groene domein van de openbare ruimte. Voor vragen over boomonderzoek en gevarieerde boomsoortenkeuze kunt u contact opnemen met Jaap Smit. Hij is bereikbaar op nummer (06) 30394483, per mail: jaap.smit@CobraBoomadviseurs.nl en via @dendroloog

Bedrijf: Cobra boomadviseurs bv Naam: Jaap smit Functie: Dendroloog Plaats: Pijnacker Omvang: 25 medewerkers Geschreven onder verantwoordelijkheid van Jaap Smit.

www.stad-en-groen.nl

21


Een generalist met daktuinen en boomverzorging als moneymaker en visitekaartje Willem Douma (59 jaar): ‘Gevarieerdheid geeft mij voldoening’ Het is een goede gewoonte dat de CEO die in dit blad geïnterviewd wordt, de interviewlocatie mag bepalen. Willem Douma van het oerfriese bedrijf Frisia Bergum laat me niet iets zien in Friesland, maar inviteert vakblad Stad + Groen op een Amsterdamse daktuin. Auteur: Hein van Iersel

22

www.stad-en-groen.nl


Het is eigenlijk nog donker als ik ’s ochtends mijn opwachting maak bij het Urban Studios-project: hartje Amsterdam en net om de hoek bij het Waterlooplein. Het verkeer zit een keertje mee en ik ben bijna een uur te vroeg; ga er daarom vanuit dat gesprekspartner Willem Douma er nog wel niet zal zijn. Fout gedacht: Douma en zijn uitvoerder voor de daktuinen Lolke de Boer komen al aanlopen en zijn dus nog een uurtje eerder dan ik uit hun bedjes gekropen. Voor een provinciaal als ik is het Urban Studiosproject redelijk sensationeel: grote appartementen naar een ontwerp van Wiel Arets, die volgens de website helemaal woonklaar worden opgeleverd, dus inclusief stofzuiger die al in de kast klaarstaat. Dat mag dan ook wat kosten. Volgens Douma begint de prijs zo’n beetje bij 6,5 ton, maar loopt die door naar tweeënhalf miljoen. Lolke de Boer met een brede smile: ‘Daar kun je in Friesland een hele straat voor kopen.’ Het project in Amsterdam kent geen echte tuinarchitect, maar wordt op dit aspect aangestuurd door de bouwkundige architect Wiel Arets. Willem Douma en zijn collega Lolke de Boer zijn betrokken bij het Urban Studios-project vanwege de daktuinen. Concreet gaat het dan om een binnentuin die tussen de beide woonblokken in ligt en boven op de eigen parkeergarage van het project. Daarnaast hebben de penthouses op de bovenste verdieping allemaal een eigen tuin op het dak. Het project doet zijn naam eer aan. Strak, alles is strak, megastrak zelfs. Gelikte Italiaanse designkeukens, witte gietvloeren en grote raampartijen. Dat geldt ook voor de tuin. Grote natuursteentegels die op dokken zijn gelegd met daarop een verhoogde border met wit gecoate stalen keerplanken. Als beplanting is heel verrassend gekozen voor Berberis. Geen gezellig bloeiend plantje, maar een stekelstruik die gecombineerd wordt met Japanse esdoorn. Daktuin Frisia Bergum is nog niet zo lang betrokken bij de aanleg van daktuinen; op dit moment ongeveer zo’n vijf tot zes jaar. Daarvoor werden natuurlijk ook wel eens daktuinen aangelegd, maar was dit geen kernactiviteit. Nadat Frisia partner werd in het Optigroen-concept werd dit met meer voortvarendheid opgepakt. Willem Douma legt mij in de lobby van het Urban Studios-project meteen al uit hoe belangrijk de samenwerking met Optigroen is. Oneerbiedig gesproken is Optigroen niet meer dan een catalogus van zaken die nodig zijn om een daktuin te realiseren, maar daktuinen verschillen in zoverre van ander groen, dat dit

soort projecten veel kennisintensiever zijn en dat het vooral belangrijk is om de voorschrijvende architect op sleeptouw te nemen en mogelijkheden aan te reiken. Douma: ‘Architecten zijn hongerig naar kennis over daktuinen.’ Acquisitie in de daktuinenwereld bestaat daarom ook vooral uit het organiseren en bijwonen van kennisseminars waarvoor architecten worden uitgenodigd. Frisia doet dit gedeeltelijk zelf, maar ook in samenspraak met Optigroen. Spullen Ook in de organisatie vormen de daktuinen een apart chapiter. Lolke de Boer heeft een club van ongeveer vijf mensen onder zich die daktuinen bouwen. Als we in de lobby van het appartementencomplex een stylist van de architect tegenkomen, vraagt die meteen aan Lolke de Boer of hij toch echt vandaag een prijs kan maken

voor ‘die spullen’. Later blijkt dat ‘die spullen’ gewoon planten zijn. De Boer kan er niet mee zitten. Hij lacht een keer verlegen en zegt dat het voor elkaar komt en de stylist is weer gevlogen. Later, aan een bak koffie, vertelt De Boer dat hij daar wel aan moest wennen. Je werkt als groene professional in een bouwkundige omgeving en je moet leren elkaars taal te spreken. Op hetzelfde moment is dat volgens De Boer ook een kans. Als er vertrouwen over en weer is dat zaken goed geregeld worden, genereert dat weer meerwerk en zelfs ook nieuwe projecten. Willem Douma lijkt dat op een iets hoger level ook goed door te hebben. De laatste nieuwe collega van zijn ongeveer honderd mensen grote bedrijf is een bouwkundig ingenieur, juist om de kenniskloof tussen groene mensen en de bouwkundige wereld te overbruggen.

De binnentuin van Urban Stiudios in ochtendlicht. de muur op de achtergrond is heel opvallend van glazen leien.

www.stad-en-groen.nl

23


Piepklein Met vijf man op de aanleg en het onderhoud van daktuinen is het bedrijfsonderdeel ‘daktuinen’ klein vergeleken met de rest van het bedrijf. De grootste tak van sport binnen Frisia is een wat minder sensationeel onderdeel van de groene wereld: groot groen. Daar zijn ongeveer veertig van de honderd mensen mee bezig. Andere onderdelen van Frisia zijn, naast daktuinen en groot groen, ook hydrocultuur, aanleg en onderhoud van zakelijke en particuliere tuinen en als laatste boomverzorging. Het verhaal van boomverzorging is eigenlijk hetzelfde als dat van de daktuinen. Frisia wil graag in meerdere onderdelen van het groene werkveld actief zijn, maar beseft dat dit alleen mogelijk is wanneer je kennis van buiten haalt. Bij daktuinen gaat dat via Optigroen en bij boomverzorging via het franchiseconcept van Pius Floris Boomverzorging. Willem Douma: ‘Gevarieerdheid geeft mij voldoening.’ De logische vraag voor mij als interviewer is dan ook meteen: ‘Hebben we nog meer te verwachten?’ Het blijft geruime tijd stil en je ziet Douma twijfelen of hij de plannen die hij ongetwijfeld heeft, de wereld in zal slingeren. De slinger blijft echter op nee steken. Het is duidelijk. We kunnen binnenkort iets nieuws van Frisia verwachten, maar wat precies blijft nog even geheim. Een van de dingen waar Douma binnenkort wel mee aan de slag gaat is, is de bouw van helofytenfilters.

Te introvert We zitten in een Amsterdams koffiehuis waar helemaal in Amsterdamse stijl iedereen en alles met elkaar praat. De Boer en Douma bekijken dat van een afstandje en concluderen, bijna in koor: ‘Wij Friezen zijn te introvert.’ Ik probeer in te schatten wat voor ondernemer Douma is. Hij heeft in ieder geval geen last van Amsterdamse bravoure. Eerst schreeuwen en dan maar hopen dat je het waar kunt maken. Douma is meer het type dat op een wat introverte manier met het bouwen van zijn organisatie bezig is. Zijn laatste aanwinst is, als gezegd, een bouwkundig ingenieur die het werk van de twee calculators moet vergemakkelijken. Douma: ‘Door deze twee mensen te ontlasten, hoop ik dat er wat meer tijd en gelegenheid voor is dat deze calculators naar projecten kunnen gaan, wat ook weer nieuwe opdrachten op zou moeten leveren.’ Naast de calculators heeft Douma ook nog twee acquisiteurs die nieuwe projecten moeten binnenhalen, maar die ook zaken als pr, marketing en de website regelen. Onder die staffuncties is de organisatie opgebouwd, die bestaat uit een aantal teams per activiteit: ongeveer veertig man op groot groen, vijftien op boomverzorging, zeven op particuliere tuinen, een op hydrocultuur en ten slotte vijf tot zes op daktuinen. Daarnaast werkt Frisia natuurlijk met een flexibele schil. Eeuwenoud Frisia zit nog niet lang in daktuinen. Dat wil niet zeggen dat het bedrijf niet oud is. Eigenlijk is

het bedrijf zelfs stokoud. Al aan het eind van de zeventiende eeuw was er een Freerk Bosgraaf actief als hovenier en boomkweker. Bergum was door een aantal kloosters al bekend als een centrum van de boomteelt, maar toen de kloosters er in het protestant wordende Friesland mee stopten, sprongen particuliere bedrijven in dat gat in de markt. In de negentiende eeuw veranderde de naam Bosgraaf in Bosgra en werd het bedrijf van Okke Bosgra na wat familiestrubbelingen verdeeld in een aantal aparte bedrijven. Een van die bedrijven was de Iephof, een kwekerij die pas recent is opgehouden te bestaan. Frisia Bergum was een van de andere bedrijven. Willem Douma is in 1976 bij het bedrijf gekomen en kreeg van de toenmalige eigenaar Hoogerland de uitdaging om de hovenierstak verder uit te bouwen. Toen Douma zelf de aandelen overnam was het met die boomkwekerijactiviteiten gauw gedaan en ging het bedrijf verder als hoveniersbedrijf. Zo lang is dat overigens nog niet geleden. Lolke de Boer is nu 43 jaar en is nog bij het bedrijf gekomen als boomkweker. Groenservice Frisia Bergum bestaat, naast Frisia Bergum zelf, ook uit twee dochterbedrijven: in Groningen en Assen. Groen Service Noord is een groenvoorziener die actief is in Groningen en Drenthe op het brede vlak van groot groen, maar neemt meteen ook alle specialismen van Frisia Bergum mee. Frisia Bergum is door haar specialismen in bijvoorbeeld daktuinen geografisch minder beperkt en werkt in principe in heel Nederland. Crisis Hoe gaat het eigenlijk met zijn bedrijf en hoe ziet Douma de toekomst? Alles lijkt fantastisch te gaan. Douma knikt, maar zeker niet volmondig, ja: Zijn bedrijf heeft net zo goed als andere last van de crisis en zeker in groot groen is de spoeling dun en zijn de prijzen slecht. Daarom verwacht Douma in de komende periode zeker geen groei. Groei, mocht er die komen, moet dus in de komende periode uit de andere takken van sport komen. Boomverzorging bijvoorbeeld doet het nog steeds goed in de ogen van Douma en moet met de activiteiten op het gebied van daktuinen zorgen voor nieuw en vers werk.

Binnentuin van boven bekeken.

24

www.stad-en-groen.nl

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4950


Op het voormalig zwembadterrein ‘De Telle’ in Heerenveen heeft Woningcorporatie WoonFriesland 85 appartementen gerealiseerd. Frisia Bergum heeft voor de bewoners van het ‘Tellepark’ een binnentuin aangelegd die bijdraagt aan de sociale cohesie.

Groenservice Noord heeft in de gemeente Tynaarlo de aankleding verzorgd voor de Waterwijk. Door toepassing van een uitgekiende beplanting heeft de wijk een prachtige groene uitstraling verkregen en is de woonbeleving optimaal.

Het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) in Lelystad is het centrum voor kennis en informatie over het Nederlandse watersysteem. In het WMCN werken de landelijke en regionale diensten van Rijkswaterstaat samen. Het daktuinteam van Frisia Bergum heeft voor deze organisatie een daktuin inclusief patio mogen aanleggen.

3FM Serious Request vond in 2013 plaats op het Zaailand in het centrum van Leeuwarden. Op het dak van de parkeergarage zijn diverse meerstammige zilveresdoorns in speciale boombunkers geplant door Pius Floris Boomverzorging in samenwerking met Van den Berk Boomkwekerijen. Er is een kunstmatige grondwaterstand boven het dak van de parkeergarage gerealiseerd.

In nauw overleg met de stadsecoloog is er een Optigroen Biodiversiteitsdak aangelegd op het dak van het Werkman College in de stad Groningen. De stadsecoloog is enthousiast over de vele soorten bijen, vliegen en vlinders die op het dak zijn waargenomen. Het beheer is er speciaal op gericht de biodiversiteit te bevorderen door onder andere gefaseerd te maaien.

www.stad-en-groen.nl

25


Mechanisch onkruid wieden met werktuigarm Werktuigarm van Berdi Sport & Groen de power ranger van het park Dat budgetten overal onder druk staat, weet de groene sector als geen ander. Ook Berdi Sport & Groen uit Nagele liep regelmatig tegen dat probleem aan, als bleek dat het aantal benodigde man-uren niet binnen het budget paste. Door zelf een werkarm te ontwikkelen, kan het nu machinaal onkruid wieden. Auteur: Guy Oldenkotte Voor met name gemeenten in de Noordoostpolder is Berdi Sport & Groen een gevestigde naam. Vanuit de vestiging in Nagele staat het bedrijf vele gemeentes bij in het beheer van het openbaar groen of van sportparken. Het is daarom niet verwonderlijk dat men, toen de economische crisis eenmaal toesloeg, bij Berdi Sport & Groen vrijwel direct ondervond wat dat voor gemeentes betekende. Inzet van veel personeel was niet langer acceptabel; alles moest sneller en goedkoper. Het wieden van onkruid in perken en plantsoenen is echter een arbeidsintensieve klus. Om toch concurrerend te blijven, ontwikkelde Berdi Sport & Groen een werkarm om machinaal onkruid te wieden. ‘We zijn in 2012 echt begonnen met het uitwerken van ons idee’, zegt Rienk Bernard. Hij kwam op het idee toen hij, samen met zijn broer Dirk, een Steketee-machine bezig zag op een demonstratiedag die werd georganiseerd door de universiteit van Wageningen. Steketeemachines worden veelvuldig gebruikt in de akkerbouw om percelen onkruidvrij te houden. ‘Inmiddels werken we met de mechanische arm,

26

www.stad-en-groen.nl

en ik kan wel stellen dat we een enorme slag geslagen hebben.’ Berdi Sport & Groen kreeg bij de ontwikkeling veel steun van Steketee. Zo kwamen ze overeen dat onderdelen retour konden worden gestuurd als ze niet bleken te werken. Op die wijze bleven de materiaalkosten beperkt. Uiteindelijk gaat er toch veel tijd, geld en energie in zitten, maar in de wetenschap dat zonder strijd geen overwinning behaald kan worden, zijn we door blijven gaan.’ Een fiscaal voordeel via de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk deed de rest. Mechanische arm De mechanische arm is gebaseerd op het parallellogram-principe dat wordt gebruikt voor schoffelelementen in de machines van Steketee. Dankzij dat element bewegen de schoffelelementen onafhankelijk van de werktuigarm en volgen ze de contouren van de bodem. Het parallellogram maakt daarbij gebruik van hoogtewielen, schoffels en vingerwieders. ‘We begonnen aanvankelijk met een veertand als schoffel, maar dat bleek niet de ideale oplossing te zijn. De oplossing die

we nu gebruiken, werkt sneller en is eenvoudiger af te stellen. Dat maakt het werk gemakkelijker’, aldus Bernard. Door de vingerwieders met hydropompen aan te drijven, zijn de grootste problemen inmiddels opgelost. De machine maakt het mogelijk om de afstand tussen twee schoffelelementen te verstellen, terwijl de schoffels ook versteld kunnen worden ten opzichte van de vingerwieders. Door het toevoegen van extra schoffels zou men extra brede stroken kunnen schoffelen. Dit kan zelfs tot een breedte van één meter. ‘Voorwaarde is wel, zowel bij “gewoon” schoffelen als extra breed schoffelen, dat de perken in rechte lijnen zijn geplant’, merkt Bernard op. Hij benadrukt dat de mechanische arm slechts een deeloplossing is en niet het hele werk automatisch kan doen. ‘Er blijven altijd stukken waarvoor je mankracht nodig hebt en zelf de schoffel ter hand moet nemen. Maar met deze mechanische arm kun je de grote stukken sneller en eenvoudiger doen.’ Aanzienlijke besparing die nog moet overtuigen


GREEN INNOVATION

2014 award

mum te kunnen beperken. De tractor is geluidsarm en stoot geen uitlaatgassen uit. Bovendien is het totale gewicht dusdanig laag, dat de tractor ook over het trottoir kan rijden om dichter bij het perk of plantsoen te komen. Aan de frequentie van het schoffelen is niets veranderd. Bernard schat dat dat zo’n acht keer per jaar noodzakelijk is. Ook mag de mechanische arm niet gezien worden als totale vervanger van mankracht. ‘Er blijven uiteindelijk altijd stukken over die je met een machine niet kunt benaderen zonder de planten te beschadigen. In die gevallen zul je terug moeten vallen op de oude vertrouwde schoffel.’ Maar elders in het openbaar groen zal de mechanische arm veel tijd en energie schelen bij het wieden van onkruid.

Een prototype van de onkruidarm.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4951

Een prototype van de onkruidarm.

Volgens Bernard is het mogelijk om met de mechanische arm zo’n 60% aan mankracht te besparen bij het wieden van onkruid in openbare plantsoenen, afhankelijk van de situatie. Toch lijkt een aantal gemeenten moeilijk te overtuigen. ‘Gemeenten die er de voorkeur aan geven om de gifspuit te hanteren, blijven altijd moeilijk te overtuigen’, merkt hij op. Maar met het verbod

op de toepassing van gif vanaf eind volgend jaar, zullen ook die gemeenten een alternatief moeten zoeken. Het totale gewicht van de mechanische arm wordt geschat op zo’n 1.500 kg. Door de arm te plaatsen op een elektrische tractor, denkt Berdi Sport & Groen eventuele overlast tot een mini-

Het concept Het parallellogram van een Steketeeschoffelmachine is het uitgangspunt. De hoogtewielen, schoffels en vingerwieders werken onafhankelijk van de werktuigarm en volgen automatisch de contouren van de bodem. Hoogtewielen kunnen met een spindel worden versteld. De mechanische werktuigarm is effectief voor het wieden van onkruid in plantsoenen, zolang de beplanting in rechte lijnen is aangebracht.

www.stad-en-groen.nl

27


Beam me up, Scotty! Laser moet onkruid tot op de wortel uitroeien De techniek wordt onder meer gebruikt voor het neerhalen van raketten en het uitvoeren van precisie-operaties. Een Nederlandse techneut wil nu ook lasers gaan inzetten voor het bestrijden van onkruid. Auteur: Guy Oldenkotte

Dat lasers accuraat en effectief zijn, is al een aantal jaren bekend. Maar tot op heden werd de techniek vooral in de medische, militaire en industriële sector toegepast. Rob Janssen van Janssen Techniek zag, samen met Martijn Bexkens, ook andere voordelen. Momenteel legt hij daarom de laatste hand aan een machine die straks onkruid kan bestrijden door middel van een laser. ‘De laser die wij gebruiken, kan het gevoeligste groeipunt van onkruid herkennen en is tot op een millimeter nauwkeurig te richten. Daarmee kunnen we het onkruid in het hart raken en het bestrijden.’ Janssen is van mening dat zijn oplossing effectiever werkt dan de huidige methodes. ‘Het gebruiken van gif voor het bestrijden van onkruid zal op termijn volledig worden afgeschaft. En ook het borstelen is niet effectief genoeg om onkruid goed en probleemloos te verwijderen. Onkruid nestelt zich tussen de tegels, waardoor alleen het bovenste deel van het onkruid wordt geraakt. De wortel blijft echter zitten waar hij zit. Met onze laser kunnen we zelfs die wegbranden, waardoor het effect langer merkbaar blijft.’ Hoewel het idee simpel klinkt, is de uitvoering niet echt eenvoudig. ‘Veel hangt af van de laser

28

www.stad-en-groen.nl

die je kiest. Er zijn vele verschillende lasers. Maar wij zijn van mening dat we de juiste laser hebben gevonden, die het beste in staat is om onkruid te herkennen en die het meest direct kan worden aangestuurd.’

laser en de onkruidbestrijding zal zijn. We willen graag weten of vorst de gevoeligheid van het gevoeligste punt aantast, en indien dit het geval is, wat de gevolgen zijn voor de effectiviteit van de laser.’

Onbeperkt laseren Volgens Janssen tonen de eerste testen aan dat de laser het hele jaar rond kan worden ingezet. ‘We hebben al een eerste machine, waarmee we testen hebben uitgevoerd. De resultaten van die testen werden in juni tijdens de Meet & Green door studenten van de Hogere Agrarische School gepresenteerd. Deze studenten doen een haalbaarheidsstudie voor het project.’ Tijdens die studie zal de techniek zowel theoretisch als in de praktijk worden getoetst. Janssen is positief gestemd. ‘Uit onze testen is gebleken dat de weersomstandigheden geen invloed hebben op de machine. Het maakt dus niet uit of je onkruid te lijf gaat met hoge of lage temperaturen, op windstille of juist winderige dagen. Bij onkruidbestrijding met gif is dat wel het geval. We wachten nu de komende winter af, om te kunnen testen wat het effect van vorst op de

Geen rocketscience De nieuwe machine heeft een werkbreedte van 80 tot 100 cm. Om een optimaal resultaat te bereiken, moet de laser binnen 25 cm van het gevoeligste punt van het onkruid worden gebracht. Dat vergt echter weinig van de bediener van de machine, zo meent Janssen. ‘Wij verwachten dat de werknemers in de groenvoorziening die straks met deze techniek gaan werken, op één ochtend of middag alle fijne kneepjes kunnen worden bijgebracht. Ze zullen vooral het concept moeten begrijpen om effectief te kunnen werken; de laser doet de rest.’ Zo heeft de soort verharding géén invloed op de effectiviteit van de laser, stelt Janssen. ‘Zolang je het gevoeligste punt maar weet te raken.’ En ook de snelheid waarmee de machine voortbeweegt, zal weinig training vergen. ‘We verwachten dat de machine zo’n 3,5 tot 5 km per uur zal gaan.’


GREEN INNOVATION

2014 award

Goedkeuring kwestie van tijd Nu de techniek bijna volledig uitgewerkt is en het concept klaar om te gaan produceren en vermarkten, is het wachten op de Nederlandse overheid. ‘Ons land is een land van wetten en regels, maar er zijn nauwelijks regels waaruit zou kunnen voortvloeien dat deze oplossing voor het bestrijden van onkruid verboden zou worden. We willen echter voorkomen dat we iets gaan produceren dat uiteindelijk toch niet aan bepaalde regels voldoet. Daarom staan we continu in contact met de overheid om dit vast te stellen. Daarbij moet ik wel opmerken dat ze met ons meedenken om tot een goede oplossing te komen.’ Janssen verwacht daarom dat zijn machine al volgend jaar omstreeks deze tijd leverbaar zal zijn. ‘We kijken naar het opzetten van een dealernetwerk om ons bij te staan bij de verkoop. Dealers kennen hun klanten het beste en kunnen zo de meest geschikte oplossingen bieden.’

kennis kan worden benut.’ Een eerste stap is inmiddels gezet. ‘Een van onze ideeën is inmiddels uitgewerkt en daar hebben we patent voor aangevraagd. Die aanvraag loopt, dus veel kan ik er niet over zeggen. Wel staat vast dat we die kennis ook willen gaan inzetten in de agrarische sector.’ Hoewel Janssen overtuigd is van het succes van zijn laserweeder, waarschuwt hij voor te veel enthousiasme. ‘De laser is de meest effectieve en milieuvriendelijke oplossing voor het bestrijden van onkruid. Maar net als spuiten en borstelen moet het regelmatig worden gedaan. De lasers richten zich alleen op bestaand onkruid en niet op zaailingen. Die kunnen pas worden bestreden wanneer ze uitkomen.’

Het concept Een balk met lasers wordt onder een machine gehangen die over het schoon te maken terrein rijdt. De lasers hangen maximaal 25 cm boven het onkruid. Wanneer de lasers onkruid identificeren, richt het licht zich op het gevoeligste punt van het onkruid. Een krachtige laserstraal brandt de knop en de rest van het onkruid weg, zodat er niets meer overblijft.

We hebben al een eerste machine, waarmee we testen hebben uitgevoerd Slechts een start Nu de laatste hand wordt gelegd aan de laserweeder, heeft Janssen al plannen voor een volgende innovatie. ‘De kennis die we bij het ontwikkelen van de laserweeder hebben opgedaan, kan ook elders worden toegepast’, zegt hij. ‘Daarom zitten we nu al met een aantal partijen bij elkaar, om te kunnen zien hoe die

Onkruid laat zich nu eenmaal niet eenvoudig verwijderen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4952

Martijn Bexkens (l.) en Rob Janssen (r.).

www.stad-en-groen.nl

29


iWaterplant voedt kennis over waterplanten App helpt kennisbank over invasieve waterplanten op te bouwen Om de locaties waar invasieve waterplanten voorkomen en de problemen die ze veroorzaken beter in kaart te brengen, heeft het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, in samenwerking met onder meer het ministerie van Economische Zaken, een app ontwikkeld. Auteur: Guy Oldenkotte

Veel burgers beschouwen waterplanten als een versiering en verrijking voor vijvers en plassen. Maar de meeste waterschappen gruwen ervan. Met name de zogenaamde invasieve waterplanten kunnen rivieren verstikken en de doorstroom belemmeren. Invasieve waterplanten zijn geïmporteerde planten die bestemd zijn voor vijvers en aquaria, maar komen vaak ook onbedoeld in de natuur terecht. Niet alle soorten zorgen voor problemen, maar een aantal soorten kan prima overleven en doet het in de Nederlandse wateren zo goed dat zij explosief groeien. Hierdoor raken sloten en plassen bedekt. Dit kan tot wateroverlast en schade aan de natuur leiden. ‘Alle waterschappen tezamen geven jaarlijks miljoenen uit om allerlei problemen aan te pakken en op te lossen. Maar een goed overzicht van de inzet en het resultaat van die aanpak is er niet’, erkent Nancy Meijer van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, de formele opdrachtgever van de ontwikkeling van de app. Het hoogheemraadschap werkte daarbij onder meer samen met het ministerie van Economische Zaken, het waterschap Vallei en Veluwe, Floron en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. ‘Dat gold ook voor

30

www.stad-en-groen.nl

de problematiek omtrent waterplanten. Daarom is er een nieuwe iPhone-app, de ‘iWaterplant’, ontwikkeld, die waterschappen en terreinbeheerders moet helpen om invasieve waterplanten zo vroeg mogelijk in kaart te brengen.’ De app vloeit voort uit een convenant dat het ministerie van Economische Zaken (EZ) en de Unie van Waterschappen in 2010 samen met handelaren en kwekers van waterplanten hebben gesloten. De partijen hebben daarin vastgelegd dat ze samen de verdere verspreiding en introductie van invasieve waterplanten tegen willen gaan. Dat moet worden bereikt door sommige soorten niet of uitsluitend met een waarschuwing te verkopen. Meijer erkent dat het lastig is te voorkomen dat bepaalde soorten toch in het openbare water terechtkomen. ‘Je ziet vaak dat mensen het zonde vinden om bij de schoonmaak van hun vijver goede planten in de groenbak te gooien. Ze denken dat de planten beter af zijn in openbaar water, zodat andere mensen er ook plezier van kunnen hebben. Maar ze realiseren zich daarbij niet wat de gevolgen kunnen zijn, zeker wanneer het gaat om een invasieve waterplant. Daarom is het belangrijk dat deze zo vroeg mogelijk ontdekt

en bestreden worden, om overlast en hoge kosten te voorkomen.’ Meijer stipt daarbij aan dat ook particulieren aangemoedigd worden gebruik te maken van de app bij het in kaart brengen van de waterplant. Handmatige herkenning De zogenaamde ‘iWaterplant’-app werkt bijzonder eenvoudig. ‘Men kan de app downloaden op een iPhone en vervolgens foto’s maken van waterplanten. De foto’s worden daarna, samen met een geografische plaatsbepaling en eventueel een notitie, verzonden naar Floron. Medewerkers van dat instituut hebben veel kennis op het gebied van planten. Binnen enkele dagen ontvangt de melder een bericht via de app waarin al dan niet bevestigd wordt dat het inderdaad om een invasieve waterplant gaat. Geverifieerde waarnemingen van iWaterplant worden vervolgens doorgesluisd naar de Nationale Databank Flora en Fauna. De meldingen komen ook bij het juiste waterschap terecht, zodat dit direct actie kan ondernemen. Wanneer zelfs medewerkers van Floron twijfelen, kunnen ze via de app contact opnemen met de melder


GREEN INNOVATION

2014 award

om een aantal aanvullende vragen te stellen’, zo legt Meijer uit. De app is daardoor heel eenvoudig in het gebruik. ‘Op deze wijze krijgen wij langzaamaan een beeld van de overlast van waterplanten en de locaties waar de concentraties zich bevinden. Die kennis is nuttig voor het verbeteren van de aanpak.’ De waterschappen hebben inmiddels ervaring met de inzet van apps voor de aanpak van verschillende problemen. ‘Zo is er ook een app voor de registratie van de muskusratproblematiek. Maar gebruikers van deze app moeten veel meer informatie toevoegen en dat vraagt kennis van zaken. Daarmee daalt de populariteit van de app. Door het systeem eenvoudig te houden, denken wij dat medewer-

kers er snel mee aan de slag gaan en dat het dus effectiever zal werken. Uit een eerste test bleek dat mensen die tot dan toe nog geen ervaring met apps hadden, met deze app wel snel uit de voeten kunnen.’ De iWaterplant-app is op dit moment alleen beschikbaar voor bezitters van een Apple iPhone. Bezitters van andere smartphones moeten nog even wachten. Elders in deze uitgave leest u waarom Peter van Welsem juist bewust koos voor het ontwikkelen van een app voor alle andere smartphones, voordat hij begint aan een versie voor de iPhone. Maar het waterschap Schieland en de Krimpenerwaard zegt goede redenen te hebben voor deze aanpak. ‘De app borduurt voort op de ambrosia-app, die iets soortgelijks doet. Het was voor ons daarom eenvoudiger en goedkoper om te beginnen met een app voor iPhone’, erkent Meijer. ‘Maar ons plan is om de app vanaf begin volgend jaar ook geschikt te maken voor andere smartphones.’ Behalve de beschikbaarheid zal ook het aantal functionaliteiten van de app in de toekomst verder worden uitgebreid.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4953 Nancy Meijer

Het concept De app is momenteel alleen geschikt voor de Apple iPhone. Gebruikers moeten een aantal close-upfoto’s nemen via de app. Deze verzendt de foto’s, samen met een geografische bepaling, naar Floron. Werknemers van Floron stellen vervolgens vast of het gaat om een invasieve waterplant. De gebruiker van de app ontvangt daar enkele dagen later een bericht over. De app is met name bedoeld om de waterschappen meer inzicht te geven in de problematiek en de locatie van de problematiek, zodat ze sneller en effectiever actie kunnen ondernemen.

Met de app kan iedereen informeren of een waterplant een invasieve waterplant is.

www.stad-en-groen.nl

31


Drainage-elementen om je vingers bij af te likken Zinco introduceert drainage-elementen gemaakt van restproduct van rietsuiker De levensduur van een groen dak wordt geschat op zo’n 40 jaar. Maar de maatschappij verandert. Om toekomstige generaties niet onnodig te belasten, stappen steeds meer leveranciers over op duurzame oplossingen. Zo ook Zinco. Begin dit jaar lanceerde dit bedrijf Natureline, een dakopbouwsysteem samengesteld uit elementen die zijn gemaakt met bioplastic. Auteur: Guy Oldenkotte

Steeds meer industrieën realiseren zich dat de problemen van vandaag de dag niet een struikelblok mogen zijn voor toekomstige generaties. Om te voorkomen dat Nederland in de toekomst opgescheept zit met een enorme hoeveelheid afval die niet op de stort mag belanden en ook niet zomaar kan worden verbrand, stappen producenten in toenemende mate over op grondstoffen die, als het erop aan komt, eenvoudig recyclebaar zijn of op een andere wijze milieuvriendelijk kunnen worden verwerkt. Zinco, een pionier op het gebied van dak- en gevelbegroeiingen, is daarom begin dit jaar voor een deel overgestapt op het gebruik van bioplastic bij het vervaardigen van zijn producten. ‘Het is een volgende stap in het duurzamer maken van onze producten’, zo licht Peter Koop van Zinco Benelux de overstap toe. ‘Voor het substraat dat wij leveren, zijn we jaren geleden al overgestapt van het gebruik van lava naar gerecycled keramisch materiaal, zoals materiaal afkomstig van gerecyclede dakpannen. Sinds april kunnen we nu ook drainage-elementen leveren die zijn gemaakt van bioplastic. De lancering van deze serie producten onder de naam Natureline bete-

32

www.stad-en-groen.nl

kent een verdere uitbreiding van het duurzame ZinCo-assortiment, dat bestaat uit recyclebare en/of gerecyclede en/of biologisch afbreekbare grondstoffen.’ Zinco is daarvoor in zee gegaan met het Duitse Tecnaro GmbH. ‘Dat bedrijf heeft al sinds 1998 veel ervaring met het toepassen van biologisch afbreekbare plastics. Zo werken ze onder meer samen met Coca Cola bij het ontwikkelen van de zogenaamde petflessen. Hun betrokkenheid bij het streven naar meer duurzame plastics heeft hen in Duitsland al de Green Blend Award opgeleverd.’ Gemaakt van duurzame grondstof De drainage-elementen uit de Natureline-serie zijn deels gemaakt uit een restproduct van rietsuiker dat duurzaam is verbouwd in Brazilië. ‘We volgen de discussie over het gebruik van voedingsmiddelen als alternatief voor andere producten nadrukkelijk. Ook wij zetten onze vraagtekens bij het gebruik van voedingsmiddelen voor de productie van non-foodproducten. Voor de vervaardiging van onze drainage-elementen wordt echter alleen een bijproduct uit de pulpindustrie gebruikt. Daardoor heb je dus geen

nadelige impact elders.’ Jaarlijks produceert de pulpindustrie alleen al zo’n 50 miljoen ton van dat restproduct. Voorlopig kunnen Tecnaro en Zinco dus wel vooruit. Wanneer een dak in de toekomst wordt vervangen en de ZinCo drainageelementen worden verwijderd, is het mogelijk om ze eenvoudig te verwerken tot grondstof voor nieuwe producten. Met de nieuwe lijn wil Zinco zich vooral richten op de markt voor intensieve daken. Koop erkent daarbij dat de producten duurder zijn dan de huidige producten. ‘Het is nog altijd een markt waarin de prijs bepalend is. Als je alleen naar de prijs van de drainage-elementen kijkt, ontkom je er niet aan dat het prijsverschil opvalt. Maar als je kijkt naar de investering die wordt gedaan voor een heel systeem, dan is de investering in het drainagedeel slechts een klein onderdeel. Gelukkig zijn er steeds meer huis- en vastgoedeigenaren die de voordelen zien van het investeren in milieuvriendelijke en duurzame oplossingen. Zo kunnen ze onder meer aanspraak maken op belastingvoordelen, maar ook een hogere huurprijs vragen. Daarmee wordt de investering in duurzame producten sneller terugverdiend; iets


GREEN INNOVATION

2014 award

WINNAAR wat verschillende instanties al erkennen en wat voor hen reden is om eenvoudiger financieringen te verstrekken voor duurzame investeringen.’ Om de producten nadrukkelijker te onderscheiden van bestaande producten, overwoog ZinCo even om ze uit te voeren in een groene kleur. ‘Maar daar hebben we van afgezien, nadat bleek dat de toevoeging van een groene verf een nadelige invloed had op de kwaliteit en duurzaamheid van het product. Producten in de Natureline-serie zijn gewoon zwart, net als de bestaande producten.’

Kwaliteit minimaal gelijk Volgens Koop past de nieuwe benadering in de aanpak van Zinco als organisatie. ‘We proberen de duurzaamheid van onze organisatie steeds verder te verbeteren. Zo werken wij bijna honderd procent digitaal. Er wordt nog nauwelijks papier gebruikt bij Zinco. Zelfs onze brochures zijn digitaal.’ De komende jaren zal die duurzaamheid steeds verder toenemen, zo verwacht hij. Hoewel de producten beter afbreekbaar zijn, is Koop ervan overtuigd dat de kwaliteit van het drainage-element minimaal gelijk is aan of zelfs beter is dan die van drainage-elementen die zijn gemaakt van minder duurzame grondstoffen. ‘Hoewel de producten worden toegepast in een omgeving met de ideale omstandigheden voor het verweren en verteren van natuurlijke producten, zullen deze drainage-elementen vele jaren meegaan. Het vergt uiteindelijk een chemisch proces om ze te laten oplossen; dat zal niet zomaar op natuurlijke wijze gebeuren. Kopers hoeven daarom niet bang te zijn dat hun drainage-element in de loop der jaren op natuurlijke wijze zal verdwijnen.’ Bij Zinco zijn ze zo overtuigd van het product, dat ze zonder discussie tien jaar verzekerde garantie durven af te geven. ‘De producten zijn uitvoerig getest, onder meer op druksterkte. Elke component is in een laboratorium uitvoerig onderzocht en daarbij is ook gekeken naar de veroudering. Ik ben ervan overtuigd dat de producten uit de Natureline zich ook de komende jaren in de praktijk zullen bewijzen.’

Het concept Een bijproduct van de pulpindustrie, gemaakt van duurzaam verbouwde rietsuiker, wordt toegevoegd aan het productieproces voor drainage-elementen. Dankzij deze toevoeging zijn de elementen in de toekomst eenvoudiger te recyclen of te verwerken tot grondstoffen voor andere producten. De kwaliteit, effectiviteit en duurzaamheid van de drainage-elementen blijft onveranderd of wordt zelfs beter. Dit alles zonder verdere negatieve invloed op of uitputting van fossiele brandstoffen.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4954

Peter Koop

Voor de productie van Natureline wordt gebruikgemaakt van een restproduct dat overblijft na de verwerking van suikerriet dat duurzaam is verbouwd in Brazilië.

De nieuwe lijn is net zo sterk en duurzaam als producten die zijn gemaakt van fossiele brandstoffen.

www.stad-en-groen.nl

33


Zelfrijdende klepelmaaier als oplossing voor reductie maaifrequentie Nieuwe klepelmaaier combinatie van het beste Omdat smaken nu eenmaal verschillen en praktische afwegingen altijd moeten worden overwogen, is de variatie aan maaiers enorm. Klepelmaaiers genieten een grote voorkeur, maar kenden ook een aantal nadelen. Tot voor kort. De nieuwe klepelmaaier van Votex is een combinatie van de beste elementen. Auteur: Guy Oldenkotte Veel gemeenten worden gedwongen te bezuinigen op het onderhoud van hun groenstroken en grasvelden. De voor de hand liggende oplossing is daarbij het terugdraaien van het aantal maaibeurten. Maar aan die keuze kleven nogal wat consequenties. Lange tijd werd gedacht dat klepelmaaiers niet geschikt waren voor het maaien van lang gras, of tenminste niet goed genoeg om een mooi maaibeeld te garanderen. Dat was voor Votex juist een extra reden om een nieuwe machine te ontwikkelen. ‘Dat is een machine geworden waarbij we de kennis over de Votex klepelmaaier konden combineren met de onze kennis over de zelfrijdende maaiers van John Deere die we hier produceren’, meldt Votex-directeur Gerrit van Nieuwenhuizen. ‘De machine is geheel door onze eigen afdeling research en development bedacht en ontwikkeld.’ Votex heeft daarbij nadrukkelijk proberen te leren van de fouten die gemaakt zijn in het verleden. ‘De kunst van een goed klepeldek is de juiste balans tussen open en dichte maaikap. Bouw je een compleet dichte kap, dan is dat weliswaar heel veilig, maar het kost erg

34

www.stad-en-groen.nl

veel vermogen. Maak je de kap volledig open, dan kost dit relatief weinig vermogen, maar is de omgeving niet veilig voor rondvliegende brokstukken.’ Het resultaat is een zelfrijdende hydraulische maaier die wordt aangedreven door een turbodieselmotor. De Votex M3-maaier is compact qua afmetingen, zuinig in verbruik en wendbaar. Doorgaans vallen deze voordelen moeilijk te combineren bij klepelmaaiers. ‘Wanneer je een grote hoeveelheid gras wilt maaien, moet je beschikken over een grote kap onder de machine. Daarmee wordt de machine heel hoog en past hij dus niet langer in de gemiddelde bestelbus. Daardoor gaan de transportkosten omhoog, en je kunt de machine ‘s nachts meestal niet elders laten staan. Die problemen zijn met de nieuwe machine opgelost.’ Met een hoogte van 210 centimeter en een transportbreedte van 135 centimeter is de nieuwe machine klein van stuk, maar in staat tot grootse prestaties. ‘Onze kennis en ervaring hebben ertoe bijgedragen dat we in staat zijn om een nieuwe kap te ontwerpen en te construeren die aan alle eisen voldoet en die de steenslagtest

doorstaat. Dat maakt het maaien met de Votex M3-klepelmaaier een stuk eenvoudiger en veiliger.’ Omdat de machine maximale grip heeft op elk terrein, is de nieuwe klepelmaaier ook geschikt voor het maaien van een talud.

Dankzij de speciaal ontworpen klepelbak in combinatie met de Votexklepel kan een hoge maaisnelheid bereikt worden Overal bruikbaar Van Nieuwenhuizen ziet de nieuwe maaier als een ideale oplossing voor gemeenten die overwegen te bezuinigen op de frequentie van het maaien. ‘Dankzij de speciaal ontworpen klepelbak in combinatie met de Votex-klepel kan een hoge maaisnelheid bereikt worden. Zelfs in hoog gras. Deze maaier laat geen proppen achter en zal een mooi maaibeeld dus niet verstoren. Omdat de


GREEN INNOVATION

2014 award

maaihoogte eenvoudig kan worden aangepast, kan de machine op elk terrein worden ingezet.’ De machine heeft een werkbreedte van 215 centimeter. ‘Daarmee is de maaier zeer effectief en levert hij een hoge capaciteit.’ Met een snelheid van zo’n 25 km/uur tijdens transport en een maaisnelheid van 13 km/uur is de machine ook relatief snel.

Volgens Van Nieuwenhuizen is de nieuwe maaier niet alleen efficiënt en effectief in het gebruik, maar tevens erg voordelig wat betreft onderhoud. ‘Votex-klepelmaaiers zijn robuuste maaiers die veel kunnen hebben. De onderhoudskosten voor deze maaier liggen aanzienlijk lager dan bijvoorbeeld die voor een kooimaaier. Zo zijn er geen messen die geslepen hoeven te worden en is de machine eenvoudiger af te stellen.’ Goed voorbeeld doet volgen Van Nieuwenhuizen is ervan overtuigd dat de maaier uniek is, maar hij realiseert zich terdege dat de concurrentie niet stil zal blijven zitten. ‘Het zal een kwestie van tijd zijn voordat andere leveranciers met alternatieven komen. Uiteindelijk is het een bedrijfstak waarin iedereen naar elkaar kijkt en elkaar probeert te overtreffen. Eind juni hebben we onze machine voor het eerst aan onze eigen klanten en afnemers onthuld. En later dit jaar zal de machine aan het grote publiek worden getoond tijdens de beurs Agro Techniek Holland (ATH) in Biddinghuizen. Deze beurs loopt van 10 tot en met 13 september. Ongeacht wat onze concurrentie zal proberen, wij kunnen de machine al vanaf volgend jaar leveren.’ De Votex M3, zoals de machine voluit heet, zal dan leverbaar zijn met een neerklapbare rolbeugel, maar ook met een cabine.

Gerrit van Nieuwenhuizen

Het concept De Votex M3-klepelmaaier combineert de voordelen van het zelfrijden met de maaieigenschappen van een klepelmaaier, zonder dat dit een negatieve invloed heeft op onder meer de hoogte, de wendbaarheid of het verbruik van de machine.

Klepelmaaiers zijn eenvoudig om te bouwen tot kleinere, transporteerbare versies.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4955

www.stad-en-groen.nl

35


36

www.stad-en-groen.nl


www.stad-en-groen.nl

37


Warm water geeft onkruid een koude douche Onkruid niet opgewassen tegen inspuiting van warm water De behoefte aan een alternatief om onkruid te behandelen wordt met de dag groter. Vanaf november 2015 is het verboden om chemische middelen te gebruiken bij de bestrijding. Mankar ontwikkelde daarom de Weedheater-E, een systeem waarbij warm water het onkruid verbrandt. Auteur: Guy Oldenkotte

Of het besluit van de Nederlandse overheid om glyfosaat voortaan in de ban te doen een correcte beslissing is, zal de toekomst ons leren. Zelfs in Denemarken, een voorloper op het gebied van milieuvriendelijk groenbeheer, komt men daar langzaam van terug. Maar de realiteit is niet anders en dus moeten beheerders en gemeentes op zoek naar een alternatief om straten, trottoirs, pleinen en andere verharding vrij te houden van onkruid. Mankar denkt dat te kunnen bieden met de Weedheater-E. ‘De Weedheater-oplossing maakt gebruik van heet water om onkruid te lijf te gaan’, zegt Frank Verder van Mankar. ‘Het onkruid wordt behandeld door middel van een spuitlans met een, twee of vier spuitdoppen. Door deze behandeling barsten de plantencellen open, waardoor de aanwezige eiwitten stollen en het fotosyntheseproces stopt. Het onkruid zal kort daarna afsterven.’ Mankar heeft inmiddels twee versies ontwikkeld. ‘We leveren zowel de Weedheater-E als de Weedheater-T. Het verschil is de manier waarop ze worden aangedreven om het water op te warmen en krachtig uit de spuitkop te laten komen. De Weedheater-T kan aan een tractor worden bevestigd en wordt

38

www.stad-en-groen.nl

aangedreven door de aftakas van de tractor. Dat maakt deze oplossing erg geschikt voor fruittelers en kwekers. De pomp van de Weedheater-E wordt aangedreven door een batterij. Deze variant maakt dus geen lawaai en stoot ook geen benzinedampen uit. Dat maakt de Weedheater-E uitermate geschikt om te worden ingezet in de bebouwde omgeving.’ Volgens Verder zijn de batterijen van tegenwoordig dusdanig krachtig dat ze, bij een volle lading, ten minste acht uur garanderen. Dat zou voldoende moeten zijn voor de behandeling van zo’n 2.500 m2. Het systeem is leverbaar met tanks van 300, 400 of 600 liter. Dat zou ruim voldoende moeten zijn. ‘‘s Avonds kunnen de batterijen dan weer worden opgeladen, zodat men de Weedheater-E de volgende dag gewoon weer kan gebruiken.’ Geen toevoegingen Volgens Verder is heet water voldoende om het onkruid te bestrijden. ‘Het water wordt in de tank aan de kook gebracht door een met biodiesel verwarmde boiler. Tegen de tijd dat het de spuitkop verlaat, is het afgekoeld tot 80 graden Celsius. Dat is nog altijd voldoende om het

onkruid te verbranden. Er hoeft geen gif of andere stof aan het water te worden toegevoegd, hoewel een antikalktablet misschien handig is in gebieden met hard water.’ Toch onderzoekt Mankar momenteel of de effectiviteit verder kan worden verhoogd. ‘We doen op dit moment een proef waarbij we Squall aan het water toevoegen. Deze stof is 100% biologisch afbreekbaar en verandert de eigenschappen van de waterdruppel. Zo vloeit het water beter uit en kan het dieper penetreren in het onkruid. Dat maakt de Weedheater-E nog effectiever tegen onkruid met penwortels.’ Keuringsinstantie DLV heeft het middel inmiddels uitgebreid getest en het kwam als beste uit de bus. Bovendien levert deze toevoeging een grote waterbesparing op. Verder is overtuigd van de effectiviteit van de oplossing, maar waarschuwt dat die niet zaligmakend is. ‘De Weedheater is echter wel de enige oplossing die effectief is op moeilijk bereikbare plaatsen. Voor de grote stukken zonder obstakels zouden eventueel ook andere oplossingen overwogen kunnen worden, maar die hebben allemaal hun bijeffecten of nadelen. Geluids- en


stankoverlast en beschadiging van de verharding zijn slechts een paar voorbeelden van de bijeffecten van andere behandelmethodes. Om een schokeffect te creëren, overwegen sommige gemeentes om de Weedheater in het voorjaar in te zetten in combinatie met een stof die het onkruid sneller doet afsterven. Daarna is het een kwestie van eenvoudig bijhouden door eens in de zoveel tijd de ondergrond te bewerken met de Weedheater, zonder last te hebben van geluidsof stankoverlast en zonder dat de verharding beschadigd wordt.’ Fiscaal voordeel Vanwege de milieuvriendelijke manier van onkruidbestrijding kunnen kopers van de Weedheater, volgens Verder, aanspraak maken op de fiscaal zeer gunstige Vamil/MIA- regeling

(code A5251). ‘Vooropgesteld: de aanschafprijs van de machine is niet iets waar men van wakker van hoeft te liggen. Maar het fiscaal voordeel maakt aanschaf zeker aantrekkelijker.’ Wanneer alleen naar de prijs gekeken zou worden, dan zou het überhaupt lastig zijn om die factor in te calculeren, zo meent Verder. ‘Prijstechnisch gezien is het gebruik van glyfosaat met de DOBmethode veel goedkoper per vierkante meter dan de alternatieve bestrijding. En hoewel er in vele studies, onder andere van het gerenommeerde Julius Kühn Instituut in Duitsland, is vastgesteld dat glyfosaat niet schadelijk is voor mens of dier, heeft de Nederlandse overheid dus anders besloten. Wanneer je dan de investeringen in andere oplossingen gaat beoordelen, wordt het plaatje opeens anders. Dan komt de Weedheater nog gunstiger uit de bus.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4956 Frank Verder

Het concept Water wordt verwarmd in een boiler, waarna het warme water onder hoge druk op het onkruid wordt gespoten. Door de combinatie van kracht en hitte gaan de plantencellen open, waardoor de aanwezige eiwitten stollen en het fotosyntheseproces stopt. Het afgestorven onkruid verteert vervolgens op natuurlijke wijze.

De Weedheater is ideaal voor het bestrijden van onkruid op moeilijk bereikbare plaatsen.

www.stad-en-groen.nl

39


Bestekservice voor gebruiksdaken maakt ontwerp van dak een soort click and play Gebruiksvriendelijke bestekservice voor gebruiksdaken Gebruiksdaken kunnen op vele manieren en met verschillende materialen worden opgebouwd. Maar elke keuze heeft zijn consequenties. De nieuwe bestekservice van Leven op Daken kan architecten en aannemers bijstaan bij het ondervangen van die consequenties. Auteur: Guy Oldenkotte

Een toenemend aantal eigenaren van vastgoed erkent de voordelen die een gebruiksdak kan bieden of ziet het als enige oplossing om de beperkte ruimte optimaal te benutten. Hoe zo’n dak wordt opgebouwd of samengesteld, dat laat men echter vaak over aan de architect. En die heeft de keuze uit vele oplossingen. ‘De keuze van dakbedekking wordt doorgaans bepaald op basis van een levensduurverwachting voor het te bouwen gebruiksdak. De vraag daarbij is of het meer of minder dan 25 jaar moet meegaan. Bepalend bij deze keuze is vaak het beschikbare budget’, zegt Erik Steegman van Leven op Daken. ‘Architecten of aannemers kunnen daarbij wel eens kiezen voor een combinatie van onderdelen die elk op zich gerechtvaardigd zijn, maar als combinatie niet datgene bieden wat wordt gezocht. Het probleem is dat je dat niet meer kunt zien wanneer het dak eenmaal gereed is, totdat het begint te lekken. Maar dan is het te laat.’ Steegman introduceerde daarom begin dit jaar de Bestekservice Gebruiksdaken. ‘Het onderdeel voor gebruiksdaken was altijd onderbelicht. De bestaande bestekservices zijn op zich best goed, maar helaas zijn die opgebouwd uit aparte

40

www.stad-en-groen.nl

productcomponenten. Dat is met de nieuwe service nu aangepast. Door de bestaande bestekken volledig te integreren, hebben we de service naar een hoger niveau gebracht. Nu kan men via een keuzeboom een ontwerp invoeren en gelijk doorgaan, in plaats van eerst te moeten verifiëren wat de consequenties zijn van die aanpassing. En als de architect zijn keuze invoert en het uitgangspunt is bijvoorbeeld een energie- met sedumdak, dan krijgt hij gelijk de Leven op Daken-norm die laat zien op welke wijze dit kan.’ Door de service te gebruiken, kunnen zowel aannemers als architecten veel problemen voorkomen, zo verwacht Steegman. ‘De populariteit van gebruiksdaken neemt toe, terwijl de invulling ervan steeds meer aan verandering onderhevig is. Zo begint men nu pas te beseffen dat een dak ook ideaal is voor het plaatsen van zonnepanelen, die, wanneer ze worden geplaatst op een zogenaamd groen dak, extra effectief zijn omdat de begroeiing ook voor koeling zorgt. Tot dusver werd er veel overgelaten aan de installateur van deze panelen in de latere fase. Maar die weet vaak niet hoe een dak is opgebouwd. Dat probleem is nu opgelost. Bovendien zien we een verschuiving plaatsvinden

in de wijze waarop een dak wordt ingevuld. Dat maakt het allemaal erg complex. Architecten zijn doorgaans goede ontwerpers, maar het is lastig voor hen om van alle details op de hoogte te zijn. Ook dat is met de nieuwe service opgelost.’

De populariteit van gebruiksdaken neemt toe, terwijl de invulling ervan steeds meer aan verandering onderhevig is Compleet systeem Door de digitale bestekservice is het mogelijk om het bestek volledig vanaf de constructie op te bouwen, inclusief een dampremmende (nood) laag, isolatie en dakbedekking. De service kan worden gebruikt bij het ontwerp van een zeer gedetailleerd gebruiksdak met groen-, energie-, parkeer- en waterfunctionaliteiten. De service is ook geschikt voor het ontwerp van een groenge-


GREEN INNOVATION

2014 award

vel. Via een keuzemenu, ondersteund door verschillende foto’s, wordt de gebruiker eenvoudig verder geholpen. Als het beeld van een parktuin, vasteplanten- of biodiversdak niet bekend is bij

Erik Steegman

De populariteit van groendaken is nog altijd groeiende.

de bestekschrijver, dan kan deze door middel van fotomateriaal het te ontwerpen dak samenstellen. Zowel de architect als de aannemer en de eigenaar weet dan precies waar hij aan toe is. Bij het ontwikkelen van de service heeft Leven op Daken nadrukkelijk samengewerkt met het in daken gespecialiseerde ingenieursbureau BDA Dakadvies. Samen kwamen ze tot enkele kwaliteitsadviezen die in de bestekservice zijn verwerkt. ‘Bij het ontwerpen van intensieve gebruiksdaken wordt alleen met drukvaste isolatiematerialen en volledig verkleefde dakbedekking gewerkt. Deze beperken het risico van onderloopsheid in het dak grotendeels. Want als een gebruiksdak gaat lekken en zelfs de kans bestaat dat het isolerende materiaal verzadigd raakt, dan kunnen de kosten voor reparatie gigantisch zijn en is de kans groot dat het dak volledig gesloopt moet worden. In de bestekservice wordt door middel van een simpele vraagstelling automatisch de permanente veiligheid op daken meegenomen, en ook bestaat de mogelijkheid om een detectie- en signaleringssysteem toe te passen.’ Door de techniek te koppelen aan moderne technologieën zoals smartphones, kan de kwaliteit van de waterdichte laag gedetecteerd worden. ‘Dat is zelfs na tientallen jaren nog mogelijk. Hierdoor wordt de renovatietermijn of de te renoveren plaats op de dakbedekking digitaal inzichtelijk gemaakt voor de gebruiker of eigenaar van het pand of de uitvoerend partner, bijvoorbeeld binnen een LOD-beheerscontract’, aldus Steegman. Juist die functionaliteit moet de acceptatie van gebruiksdaken verder verhogen. ‘We hebben de afgelopen jaren verschillende keren gezien hoe zogenaamde groendaken vastgoedeigenaren lelijk in de problemen brachten. Zo leed de Technische Universiteit Delft schade nadat het groendak op de bibliotheek was gaan lekken. En ook op Schiphol heeft men het lange tijd benauwd gehad omdat het groene dak niet waterdicht bleek te zijn. Elders in Amsterdam leed de ALO een schadepost van ruim zes ton doordat het groene dak was gaan lekken en bleek dat alle betrokken partijen inmiddels failliet waren gegaan. Het dak is inmiddels vervangen, maar niet volledig door een nieuw groendak. En dat is zeker niet goed voor de acceptatie van meervoudig ruimtegebruik op daken. Als je je echter aan alle spelregels houdt door de bestekservice te gebruiken, en de uitvoerende partijen weten waarmee ze bezig zijn, zou dat niet meer mogelijk moeten zijn.’

Uitvoerig getest De nieuwe gratis bestekservice werd vlak voor de zomervakantie geïntroduceerd. ‘Een eerste versie is begin dit jaar aangeboden aan een aantal architecten en bestekservicebureaus, zodat zij die konden testen. De reacties die zij vervolgens gaven, zijn verwerkt in de uiteindelijke versie.’ Dankzij de input van het testgezelschap zijn onder meer de keuzebomen vereenvoudigd en zijn de detectie- en signaleringssystemen en de dakveiligheid meer losgekoppeld.’ Dankzij die input is de gratis bestekservice via de website van Leven op Daken voor iedereen eenvoudig te gebruiken.

Het concept Een gratis digitale bestekservice waarin verschillende bestekken zijn samengebracht en waarbij meer aandacht is voor de voorwaardes en consequenties voor het ontwerp en bouwen van zogenaamde gebruiksdaken. De service is beschikbaar via www.levenopdaken.nl

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4957

www.stad-en-groen.nl

41


Waterplassen voortaan iets van het verleden Lichtgewicht infiltratieblok reguleert waterafvoer en -afgifte Als de zomer van 2014 de opmaat moet zijn voor wat we in de toekomst mogen verwachten qua klimaat, dan kunnen veel beheerders van sportparken en (openbaar) groen hun borst nat gaan maken. Letterlijk. Want een bijzonder droge maand juni werd opgevolgd door de extreem natte maanden juli en augustus. Hydrorock moet een oplossing bieden om wateroverlast te voorkomen en de bodem een handje te helpen. Auteur: Guy Oldenkotte

42

www.stad-en-groen.nl


GREEN INNOVATION

2014 award

Neerslag in ons land wordt al gemeten sinds 1906, maar dankzij een kletsnatte juli en augustus gaat de zomer van 2014 de boeken in als een van de natste zomers ooit gemeten. Gemiddeld viel er in ons land 275 millimeter regen gedurende deze periode. Dat is bijna een kwart meer dan ‘normaal’. Dat maakt de zomer van 2014 echter niet tot de natste zomer ooit gemeten. Die ‘eer’ komt nog altijd toe aan de zomer van 2011, toen ruim 350 millimeter neerslag werd gemeten. Maar wat de zomer van 2014 uniek maakt, is dat deze van start ging met een bijzonder droge maand juni, waarna de bodem de hoeveelheid neerslag in slechts twee maanden tijd kreeg te verwerken. De verwachting is dat dergelijke excessen in de toekomst vaker zullen voorkomen. Van de bodem zal in de toekomst dus steeds vaker verwacht worden dat deze flexibel inspeelt op de omstandigheden. Maar met een ondergrond die bestaat uit zand, klei of leem is dat eenvoudiger gezegd dan gedaan. Hydrorock probeert daar op in te spelen. De infiltratieblokken zijn gemaakt van steenwol dat is omhuld met een membraan van filterdoek. ‘Het materiaal bestaat uit gesponnen draden van het vulkanische gesteente basalt en bestaat voor 94% uit lucht. Daarmee hebben de blokken dus tot 94% capaciteit om water op te slaan’, verduidelijkt Richard Dirne van Hydrorock het principe. ‘De blokken zijn licht van gewicht en eenvoudig in een sleuf te plaatsen, waarna ze het regenwater

absorberen dat door de bodem zakt tijdens natte periodes. Tijdens periodes wanneer het droog is en de grond niet verzadigd is, scheiden de blokken het water vervolgens af, waardoor het in het natuurlijke systeem terechtkomt. Het vormt dus een oplossing voor piekbelasting.’ De blokken zijn dermate licht en eenvoudig te plaatsen, dat dit volgens Dirne door iedereen kan worden gedaan. ‘Het enige dat we aanraden, is dat men een graafmachine heeft die een sleuf kan graven. De blokken hoeven voor drainage niet onder afschot geplaatst te worden. Zolang de blokken tot 30 centimeter onder het oppervlak worden geplaatst, zit het wel goed.’ Vrees dat de blokken onder vochtige omstandigheden snel verouderen, heeft Dirne niet. ‘We hebben verschillende verouderingstests gedaan, maar hebben geen merkbare verschillen waargenomen, zelfs niet als de blokken 30 jaar in de grond zitten. Je moet niet vergeten dat ze zijn gemaakt van basalt, een vulkanisch stollingsgesteente. Dat is een dood product dat zich niet laat beïnvloeden door schimmels of beestjes. Wat dat betreft kan het ontzettend lang mee.’ Volgens Dirne zijn de blokken dus ook minder kwetsbaar dan drainageslangen. ‘Die zijn vaak gemaakt van kokos. Dat is een natuurlijk materiaal. Bovendien slibben die snel dicht wanneer ze beschadigd raken, bijvoorbeeld tijdens het prikken.’ En ook wortels van bomen of struiken hebben, zo claimt Dirne, geen invloed op de kwaliteit van de blokken. ‘Zelfs al zou er

www.stad-en-groen.nl

43


een gat in de blokken komen, dan zal dat geen invloed hebben en niet leiden tot onnodige lekkage, omdat het vocht doorBUFFERING het hele blok wordt vastgehouden.’ EN INFILTRATIE

dankzij een kletsnatte juli en augustus gaat de zomer van 2014 de boeken in als een van de natste zomers ooit gemeten. Gemiddeld viel er in BUFFERING BUFFERING ons land 275 millimeter regen gedurende deze EN INFILTRATIE EN INFILTRATIE periode. Dat is bijna een kwart meer dan ‘norInspelen op de toekomst maal’. Dat maakt de zomer van 2014 echter niet Volgens Dirne bieden de Hydrorock-blokken tot de natste zomer ooit gemeten. Die ‘eer’ komt een oplossing voor eisen die op termijn vanuit nog altijd toe aan de zomer van 2011, toen ruim Europa zullen worden opgelegd. ‘Bij de water350 millimeter neerslag werd gemeten. Maar wat afvoer en wateraanvoer zal men meer rekening de zomer van 2014 uniek maakt, is dat deze van moeten houden met de regelgeving, zoals de start ging met een bijzonder droge maand juni, Kaderrichtlijn Water (KRW). Tot voor kort was het waarna de bodem de hoeveelheid neerslag in uitgangspunt dat water meteen moest worden slechts twee maanden tijd kreeg te verwerken. afgevoerd, maar dat gaat veranderen. Inmiddels De verwachting is dat dergelijke excessen in de is het devies dat het water om te beginnen zo toekomst vaker zullen voorkomen. veel mogelijk moet infiltreren en gebufferd moet Van de bodem zal in de toekomst dus steeds worden. Als dat niet meer lukt, mag het worden vaker verwacht worden dat deze flexibel inspeelt geloosd op het oppervlaktewater. En pas in het op de omstandigheden. Maar met een onderuiterste geval mag het naar het rioolstelsel worgrond die bestaat uit zand, klei of leem is dat den afgevoerd. Ik verwacht dat de Europese Unie eenvoudiger gezegd dan gedaan. Hydrorock in Brussel deze regels in de toekomst verder zal probeert daar op in te spelen. De infiltratieblokgaan aanscherpen, om de burgers en de overheid ken zijn gemaakt van steenwol dat is omhuld te bewegen om de natuur actiever te ondersteumet een membraan van filterdoek. ‘Het materiaal nen. De blokken spelen daar dus goed op in.’ bestaat uit gesponnen draden van het vulkaniOp golfbaan Goyer worden de blokken gebruikt sche gesteente basalt en bestaat voor 94% uit om problemen met water op te lossen op de drilucht. Daarmee hebben de blokken dus tot 94% ving range en bij twee holes. ‘Vorig jaar hebben capaciteit om water op te slaan’, verduidelijkt BUFFERING BUFFERING BUFFERING we een waterkraantje geplaatst bij hole 1 en hole Richard Dirne van Hydrorock principe. ‘De EN INFILTRATIE EN INFILTRATIE ENhet INFILTRATIE 7. Omdat er geen goede natuurlijke afvoer was, blokken zijn licht van gewicht en eenvoudig in hebben we daar toen een Hydrorock-Neerslag een sleuf te plaatsen, waarna ze het regenwater in ons land wordt al gemeten sinds 1906, maar absorberen dat door de bodem zakt tijdens natte

BUFFERING EN INFILTRATIE

44

www.stad-en-groen.nl

BUFFERING EN INFILTRATIE

BUFFERING EN INFILTRATIE

periodes. Tijdens periodes wanneer het droog is en de grond niet verzadigd is, scheiden de blokken het water vervolgens af,BUFFERING waardoor het in EN DRAINAGE het natuurlijke systeem terechtkomt. Het vormt dus een oplossing voor piekbelasting.’ De blokken zijn dermate licht en eenvoudig te plaatsen, dat dit volgens Dirne door iedereen kan worden gedaan. ‘Het enige dat we aanraden, is dat men een graafmachine heeft die een sleuf kan graven. De blokken hoeven voor drainage niet onder afschot geplaatst te worden. Zolang de blokken tot 30 centimeter onder het oppervlak worden geplaatst, zit het wel goed.’ Vrees dat de blokken onder vochtige omstandigheden snel verouderen, heeft Dirne niet. ‘We hebben verschillende verouderingstests gedaan, maar hebben geen merkbare verschillen waargenomen, zelfs niet als de blokken 30 jaar in de grond zitten. Je moet niet vergeten dat ze zijn gemaakt van basalt, een vulkanisch stollingsgesteente. Dat is een dood product dat zich niet laat beïnvloeden door schimmels of beestjes. Wat dat betreft kan het ontzettend lang mee.’ Volgens Dirne zijn de blokken dus ook minder kwetsbaar dan drainageslangen. ‘Die zijn vaak gemaakt van kokos. Dat is een natuurlijk materiaal. Bovendien slibben die snel dicht wanneer ze beschadigd raken, bijvoorbeeld BUFFERING tijdens het prikken.’ En ook wortels van bomen EN DRAINAGE of struiken hebben, zo claimt Dirne, geen invloed op de kwaliteit van de blokken. ‘Zelfs al zou er een gat in de blokken komen, dan zal dat geen

BUFFERING EN DRAINAGE

BUF EN D

B EN

BU EN D


GREEN INNOVATION

2014 award

invloed hebben en niet leiden tot onnodige lekkage, omdat het vocht door het hele blok wordt vastgehouden.’BUFFERING FFERING DRAINAGE EN DRAINAGE Inspelen op de toekomst Volgens Dirne bieden de Hydrorock-blokken een oplossing voor eisen die op termijn vanuit Europa zullen worden opgelegd. ‘Bij de waterafvoer en wateraanvoer zal men meer rekening moeten houden met de regelgeving, zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW). Tot voor kort was het uitgangspunt dat water meteen moest worden afgevoerd, maar dat gaat veranderen. Inmiddels is het devies dat het water om te beginnen zo veel mogelijk moet infiltreren en gebufferd moet worden. Als dat niet meer lukt, mag het worden geloosd op het oppervlaktewater. En pas in het

BUFFERING N DRAINAGE

BUFFERING EN DRAINAGE

Schalk ziet de infiltratieblokken als een ideale oplossing. ‘Voorheen moesten we, wanneer er waterplassen stonden, wachten met maaien totdat het droger was. En de plassen op de driving range werden vaak als vervelend ervaren. Nu de infiltratieblokken het water versneld afvoeren, zijn die ongemakken opgelost.’ Inmiddels werkt Richard Dirne aan een vervolgoplossing. ‘We zijn nu ook bezig met een speciaal zand dat als deklaag op de blokken aangebracht kan worden, om het water nog sneller naar de blokken te leiden. De combinatie van het speciale zand en de Hydrorock-blokken zou de infiltratie en afvoer van water met bijna 50% kunnen verhogen. Het zand heeft ook een waterbuffercapaciteit die kan oplopen tot zo’n 50%.’ Als het aan Richard Dirne en de Hydrorock-blokken ligt, dan behoort de piekbelasting van water binnenkort dus tot het verleden.

Peter Schalk

UFFERING DRAINAGE

uiterste geval mag het naar het rioolstelsel worden afgevoerd. Ik verwacht dat de Europese Unie in Brussel deze regels in de toekomst verder zal gaan aanscherpen, om de burgers en de overheid te bewegen om de natuur actiever te ondersteunen. De blokken spelen daar dus goed op in.’ Op golfbaan Goyer worden de blokken gebruikt om problemen met water op te lossen op de driving range en bij twee holes. ‘Vorig jaar hebben we een waterkraantje geplaatst bij hole 1 en hole 7. Omdat er geen goede natuurlijke afvoer was, hebben we daar toen een Hydrorockinfiltratieblok in gezet’, zegt greenkeeper Peter Schalk van de golfclub. ‘De blokken werken als een soort grindkoffer, maar zijn eenvoudiger in het gebruik.’ Ook onder de driving range heeft Schalk een paar blokken aangebracht. ‘De driving range is opgebouwd uit zeer rijke grond. Bij hevige regenval blijft het water dus eenvoudig staan. Hoewel het idee is om de driving range over een paar jaar te verhuizen, hebben we besloten een aantal blokken te plaatsen om de afwatering te verbeteren. En dat is gelukt.’ Niet zo lang geleden kreeg de driving range ruim 76 mm water in zes uur tijd te verwerken. ‘Dat kon de driving range tot voor kort niet aan, maar nu spoot het water naar het riool.’

BUFFERING EN DRAINAGE

Het concept Infiltratieblokken vervaardigd uit steenwol (een natuurlijk materiaal dat wordt geproduceerd door gesmolten vulkanisch gesteente tot vezels te spinnen en die vervolgens samen te binden tot een blok) worden in de grond geplaatst op maximaal 30 centimeter diepte onder het maaiveld. Bij extreme regenval absorberen de blokken het overtollige water. Tijdens droge periodes scheiden ze het water af. Op deze wijze wordt water gedoseerd terug in het systeem gebracht op momenten dat de bodem het vocht het hardst nodig heeft.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4958

www.stad-en-groen.nl

45


Participatie. Van ‘moeten’ naar ‘willen’ Heeft u al kennisgemaakt met ‘participatie’? In een aanbestedingsprocedure of in een goed gesprek tussen opdrachtgever en opdrachtnemer? Of als doorsneeburger in een woonwijk? In de troonrede van 2013 heeft onze koning het woord uit de mottenballen gehaald en presenteerde het, namens het kabinet, alsof het wiel opnieuw was uitgevonden. Twee maanden later volgde het woord ‘participatiesamenleving’ de ‘plofkip’ uit 2012 op als Woord van het Jaar 2013. ‘Participatie’ is volgens meneer Van Dale: ‘het hebben van aandeel in iets; deelname’. De eerste verklaring kan nog redelijk passief worden geïnterpreteerd; ‘deelname’ klinkt al wat actiever. En daar gaat het onze overheid nu juist om. Actiever moeten we worden. De burger, u en ik, moeten meer zelf gaan doen in onze samenleving. Vooral ook samen met de buren, andere burgers en vooral buitenlui. Want juist werkzaamheden in de openbare ruimte lenen zich hier, volgens de overheid, uitstekend voor. En ze hebben nog gelijk ook. Maar ik heb ook bezwaren tegen die opgelegde participatie. En mijn bezwaren treffen beide partijen: zowel de decennialange, doorgeschoten, zorg van de overheid als de passieve, individualistische burger. De één is wellicht een gevolg van het gedrag van de ander. Kip-of-eiverhaal dus? Nee! Die burger had het nooit moeten pikken dat die overheid voor elk blaadje op de stoep en elk blikje zwerfafval met man en macht uitrukt. Zelfs als die overheid mij daarvoor als aannemer inhuurt, ben ik daar principieel op tegen. (NB U begrijpt dat ik mijn werk dus vaak met grote principiële bezwaren doe.) Mijn bezwaar ligt dus bij het ‘móéten’ van participatie. Door geldtekort wegens opgelegde bezuinigingen ‘moeten’ u en ik in het plantsoen aan de slag. En dat is in essentie nu juist het probleem. Ik zie liever een samenleving voor me waarin de burger, u en ik, gewoon zelf aan de slag wíllen, vanuit onze principiële verantwoordelijkheid. Niet omdat de overheid dat ons gebiedt via door bezuinigingen gedwongen noodgrepen, maar omdat sámenleven in verantwoordelijkheid een fundament van ons bestaan is. En dan wíllen wij dus zelf ons stoepje vegen. En dan wíllen wij onze bejaarde buurman helpen die zelf geen blad meer kan ruimen. En dan wíllen wij geen zwerfafval op straat gooien zodat die andere buurman het niet móét opruimen omdat de overheid vanwege geldgebrek dat niet meer doet. Snapt u waar ik heen wil? Ik wens een principieel terugtredende overheid en een principieel participerende burger. Gelukkig zijn er nog mensen die vanuit hun principe handelen. Zowel op het platteland als in de stad. Ook Gouda kent zulke principiële mensen. Maar afgelopen week ging het daar juist helemaal mis. Wim ten Cate, burgerparticipant van het zuiverste soort, veegde zoals alle andere jaren de bladeren in zijn straat op een hoop. En toen ging het fout: 'Ben je 67 jaar, krijg je opeens een man in uniform van team Handhaving aan de deur die je een reprimande geeft. De reden? Ik mag de blaadjes op het plein niet meer bijeenvegen, bij de grote boom, iets wat ik al doe sinds ik hier veertig jaar geleden ben komen wonen.' De handhavingsmedewerker wist volgens Ten Cate te vertellen dat als hij overlast ervaart van bladafval, hij de gemeente maar moet bellen. 'Ik mag dus niet zelf in actie komen, maar dat betekent in de praktijk dat hier een week lang dezelfde blaadjes blijven liggen. Met alle risico's van dien.'*1

46

www.stad-en-groen.nl

Gouda moet nog even wennen aan de principiële burger die zijn verantwoordelijkheid neemt. De grote Ronald Reagan zei: ‘De overheid is niet de oplossing voor onze problemen; de overheid is zelf het probleem.’ Tja. Dat is de ene kant van de medaille. De andere kant zijn vele burgers die helemaal geen zin (of tijd) hebben om zich in te gaan zetten; een burger die vindt dat hij genoeg belasting betaalt en dat de buitenruimte van ‘de overheid’ is. En die overheid heeft toch decennialang zelf voor die buitenruimte gezorgd en ruimde alles netjes op. Heeft Reagan dan toch gelijk? Laten we allemaal maar anders gaan denken. En uit principe gaan participeren. Dan helpen en organiseren wij, aannemers, ook wel een handje mee. Betaald. Uit principe. Omdat geld nog steeds niet in bomen groeit. Wilco Boender Commercieel Manager Verheij Integrale Groenzorg wilco@verheijbv.nl *1 Leest u in het Algemeen Dagblad even het hele verhaal. Maar fout ging het dus wel. http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/ detail/3780814/2014/11/01/Blaadjesveger-in-Gouda-berispt.dhtml

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4968


Waterbeheersing op de begraafplaats Het beheren van een begraafplaats is zowel een bovengrondse als een ondergrondse aangelegenheid. In beide gevallen speelt de bodem een belangrijke rol. Het is immers de bodem waarin de overledene te ruste wordt gelegd. De bodem is een wezenlijk onderdeel van de gehele biotoop ‘begraafplaats’. Komt de bodem ter sprake, dan gaat het tegelijkertijd over water. En laat water nu een van de belangrijkste aspecten zijn van het beheren van een begraafplaats. Water speelt een belangrijke functionele rol in het begraafproces, maar is ook esthetisch van belang. Water en bodem dus. Maar eerst stellen we ons de vraag wat de bodem nu eigenlijk is. Auteurs: Eddie Loonstra, Ralph Otten (Kybys)

De bodem De bodem is het bovenste deel van de aardkorst. We spreken over bodem als er processen in de grond plaatsvinden die de samenstelling van de grond beïnvloeden. Meestal betreft dat de bovenste anderhalve tot twee meter grond; dat deel noemen we de bodem. Daaronder spreken we over de ondergrond. Nederland kent van nature verschillende soorten bodems, zoals zand, klei en veen. Voor een begraafplaats heeft de bodem een draagfunctie, een productiefunctie en een regulatiefunctie. We lichten deze functies toe. De draagfunctie van de bodem De bodem wordt gebruikt om op te bouwen en in te bouwen. Dat wordt de draagfunctie van de bodem genoemd. Op de begraafplaats betreft dat primair het begraven van overledenen. Het graf is feitelijk een gecreëerde opslagplaats in de bodem. Daarnaast draagt de bodem de infrastructuur van paden, leidingen en buizen, alsook bouwwerken zoals de aula, beheerdersruimten,

columbaria en vooral, niet te vergeten, de grafmonumenten. Een voor Nederland relatief nieuwe ontwikkeling is het construeren van bouwwerken die dienen voor het bovengronds begraven. De productiefunctie van de bodem De bodem is tevens een factor van productie. Uit de bodem worden delfstoffen gewonnen, zoals olie, gas en zout. Daarnaast is het letterlijk de voedingsbodem voor het totaal van flora en fauna, zoals die ook op de begraafplaats bestaat. Bomen, struiken en planten, maar ook insecten en bacteriën gedijen binnen de context van voedingsstoffen, lucht en water. De beschikbaarheid van deze stoffen in de bodem is sterk gerelateerd aan de samenstelling van de bodem, maar ook aan de inrichting van het geheel aan groen op de begraafplaats. De regulatiefunctie van de bodem De derde functie van de bodem heeft betrekking op de dynamische rol in het ecosysteem. Zo houdt de bodem water en warmte vast, scheidt

deze ook weer af en werkt mee aan de kringloop van elementen, bijvoorbeeld van koolstof. Voor de begraafplaats is de regulerende functie die de bodem heeft voor water van het grootste belang, zowel voor de opslag als voor de afvoer van water; aspecten waarmee nagenoeg elke beheerder van een begraafplaats te maken krijgt, zoals zal blijken. Water op de begraafplaats Op de begraafplaats is de relatie tussen water en bodem voor alle drie functies relevant. De mate waarin de bodem de functies kan uitoefenen, is sterk gerelateerd aan de hoeveelheid water in de bodem. Functieverlies ontstaat vooral als sprake is van een teveel of tekort aan water. Voorbeelden hiervan zijn verzakte grafmonumenten door een natte bodem (draagfunctie), kale plekken in het gras door droogte (productiefunctie) of de slechte ontbinding van het stoffelijk overschot in grondwater (regulatiefunctie). Een teveel aan water is vooral ongewenst tijdens een begrafenis-

www.stad-en-groen.nl

47


ceremonie en voor het proces van lijkontbinding. Op deze twee primaire functies van een begraafplaats gaan we nader in. De begrafenisceremonie De begrafenisceremonie op de begraafplaats is meestal een trieste gebeurtenis. En dat wordt soms nog versterkt door regen. Tijdens de ceremonie is het wenselijk om de overtollige neerslag zo snel mogelijk af te voeren. Op het moment dat de bodem namelijk een teveel aan water bevat (verzadigd is), zal de draagfunctie van de bodem afnemen. In de praktijk is dat soms goed te zien doordat de bodem lijkt te bewegen als deze betreden wordt. Dat kan tot gevolg hebben dat het graf slechter te bereiken is of dat de wanden van het graf verzwakken, met mogelijk gevaar van inzakken. Esthetisch gezien zal elke beheerder wensen dat de kist in een droog graf neergelaten wordt en dat de gasten de begraafplaats met droge voeten verlaten. De nadelen van natte paden en velden voor de toegankelijkheid voor mensen die moeilijk ter been zijn, bejaarden en mindervaliden behoeven geen nadere toelichting. Een goede afvoer van neerslag is dus gewenst.

Een voor Nederland relatief nieuwe ontwikkeling is het construeren van bouwwerken die dienen voor het bovengronds begraven In gemiddeld 8% van de tijd valt er neerslag in Nederland (bron: KNMI). Deze neerslag, dit hemelwater, komt op en in de bodem terecht. Een deel van het hemelwater stroomt bovengronds weg naar lagere gebieden. Het grootste deel zal in de bodem infiltreren via de aanwezige poriën in de bodem. De snelheid waarmee water in de bodem infiltreert, is afhankelijk van de samenstelling van de bodem. Die samenstelling bepaalt namelijk het poriënvolume van de bodem. Tussen de grotere zandkorrels zit meer ruimte dan tussen de kleinere kleideeltjes, waardoor deze grondsoort meer water kan verwerken per tijdseenheid. Voor het bepalen van de capaciteit van de bodem voor het verwerken van neerslag dient ook naar het peil van het grondwater gekeken te worden. Om de rol van het grondwater bij neerslag

48

www.stad-en-groen.nl

inzichtelijk te maken, vergelijken we de bodem met een spons. Deze spons ligt onder in een plas water, het grondwater. Hoe dieper de spons in het water ligt, des te minder poriënruimte er in de spons beschikbaar is om neerslag op te vangen en af te voeren. Immers, een deel van de poriënruimte is al gevuld met water van onderuit. Een hoge grondwaterstand heeft dan tot gevolg dat de bodem sneller verzadigd is. Als dat gebeurt, bijvoorbeeld bij een hevige regenbui, dan vindt er geen infiltratie meer plaats. De neerslag blijft bovengronds aanwezig in de vorm van plassen. De verwachting is dat Nederland door wijzigingen in het klimaat vaker met grote neerslaghoeveelheden te maken krijgt. De ontbinding van het lijk In de bodem is water van invloed op het ontbindingsproces. Bij het begraven in Nederland wordt beoogd dat binnen tien jaar een volledige skelettering is bereikt. Voor een goede ontbinding – een complex chemisch proces – spelen zuurstof, temperatuur en luchtvochtigheid een rol. Maar ook bacteriën en insecten dragen bij aan het verteren van een lijk. Als het lijk zich tijdens het proces van ontbinding in een nat, dus zuurstofarm milieu bevindt, dan treedt een ongewenst nevenproces op: adipocire. Adipocire is een natuurlijk proces waarbij lichaamsvetten worden omgezet in lijkenwas. Van volledige ontbinding is dan geen sprake meer. Het lichaam behoudt in de natte condities zelfs zijn vorm. Voornaamste oorzaak hiervan is een (te) hoge grondwaterstand. Een graf in een nat milieu is dus onwenselijk. In Nederland is echter bijna altijd water in de bodem aanwezig. Neerslag infiltreert namelijk in de bodem tot de poriën van de bodem volledig gevuld raken met water: het peil van het grondwater. Voor het proces van volledige lijkontbinding is het dus zaak dat het graf boven dit grondwaterpeil ligt. De overheid erkent deze condities voor lijkontbinding en heeft met de Wet op de Lijkbezorging de spelregels voor het begraven opgesteld, onder andere door de diepte van het begraven te bepalen in relatie tot het gemiddelde grondwaterpeil. Voor een enkel graf geldt bijvoorbeeld dat de kist met minimaal 65 cm grond wordt afgedekt en dat de onderkant van de kist minimaal 30 cm boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand ligt. Bij een kisthoogte van 50 cm mag de gemiddelde grondwaterstand dus niet hoger zijn dan 145 cm ten opzichte van het aardoppervlak. Worden er op één plek meerdere graven boven elkaar gerealiseerd, dan geldt aanvullend dat tussen de kisten een tussenlaag

van 30 cm grond moet zitten. Bij een kisthoogte van 50 cm moet het grondwaterpeil dan 80 cm lager liggen. Het grondwaterpeil is daarmee direct van invloed op de mogelijkheden voor het aantal begravingen in een graf. Bij de ontwikkeling van een nieuwe begraafplaats wordt hiermee rekening gehouden door het niveau van het grondwater te peilen. De langetermijndynamiek van het grondwaterpeil wordt echter vaak niet meegenomen. Zo gaat in het geval van bodemdaling het grondwaterpeil omhoog. Bodemdaling is een algemeen fenomeen dat in grote delen van ons land voorkomt, bijvoorbeeld door het inklinken van veengronden of door winning van delfstoffen als gas en zout (30 cm in een aantal decennia is niet ongebruikelijk). Ook een wijziging van het slootpeil door het waterschap kan van invloed zijn op de grondwaterstand. Het beheer van het grondwaterpeil is daarmee een terugkerend onderwerp voor de beheerder van een begraafplaats, niet alleen bij nieuwbouw. Geen enkele beheerder zal met een gerust gemoed een kist in een natte omgeving ter aarde bestellen, wetende dat op termijn mogelijk geruimd wordt. Nog daargelaten dat begraven bij een te hoog grondwaterpeil strafbaar is. Waterbeheer In het voorgaande is het belang van waterbeheer in relatie tot de bodem toegelicht. We gaan nu in op de maatregelen die genomen kunnen worden om een goede balans te vinden in bodem en water, gegeven de functies die de bodem heeft voor een begraafplaats. Maatregelen waterbeheer op de begraafplaats De problematiek van waterbeheer is er een van alledag. In de praktijk is het vaak een punt van aandacht bij nieuwbouw of als zich problemen voordoen met water. In beide gevallen is het vanwege de complexiteit van het onderwerp raadzaam de bodem aan een gedegen onderzoek te onderwerpen. Factoren die bij het onderzoek aan de orde komen, zijn onder andere de samenstelling van de grond, de opbouw van het profiel met eventuele verstoringen, en aspecten van de waterhuishouding zoals het grondwaterpeil en de aanwezigheid van sloten, vijvers e.d. Het bodemkundig onderzoek bekijkt de bestaande situatie en stelt verwachtingen op voor de toekomst. Met de resultaten wordt het mogelijk de juiste beslissingen voor de cultuurtechnische maatregelen te bepalen, waarbij het voor zich spreekt dat de uitvoeringsmogelijkheden op een bestaande


telijke verplichting. Hierbij dienen voor het beheer van water maatregelen gekozen te worden die recht doen aan de situatie en het gebruik. Een gedegen bodemkundig vooronderzoek is gewenst om de juiste cultuurtechnische maatregelen te nemen. Op deze wijze kan een begraafplaats worden gerealiseerd die in alle opzichten een oase van rust is voor iedereen die er komt.

Eddie Loonstra is werkzaam als zelfstandig adviseur.

Op het moment dat de bodem namelijk een teveel aan water bevat, zal de draagfunctie van de bodem afnemen begraafplaats door bestaand gebruik van de ruimte beperkter zijn. Door de complexiteit gaat dat meestal met hogere kosten gepaard. In de afvoer van hemelwater kan op meerdere manieren worden voorzien. Door het terrein licht bol aan te leggen, wordt de neerslag bovengronds gestuurd, bijvoorbeeld naar een greppel, sloot of een kunstmatige voorziening zoals een afvoergoot of -punt. De situering van de sloten is bij een nieuw ontwerp van belang. Bij een beperkte afvoercapaciteit kan bijvoorbeeld een vijverpartij als tijdelijke berging van water dienen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de infiltratiecapaciteit van de bodem. De bodem zelf is bij voorkeur samengesteld uit grof zand met ruime poriën. Dit type zand is het meest geschikt om neerslag snel te kunnen transporteren en op te slaan. Storende lagen in het bodemprofiel dienen te worden doorbroken. Deze houden de infiltratie van water tegen.

Het peil van het grondwater is primair een zaak van de eigenaar van de grond. De eigenaar dient maatregelen te treffen om problemen met de grondwaterstand te voorkomen. Voor het bepalen van de grondwaterstand kan een peilbuis worden geplaatst. Het is niet gebruikelijk, maar een vaste peilbuis op de begraafplaats is geen rare gedachte. De hoogte van het – verwachte – grondwaterpeil kan leiden tot de keuze om het terrein op te hogen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een te hoge grondwaterstand te beheren met een drainagesysteem. Het aanleggen van drainagebuizen gebeurt met zware machines. Op een bestaande begraafplaats zijn de beschikbare ruimte en de mogelijkheden voor het aanleggen van drainage beperkt. Zijn er problemen met grondwater en komt u als beheerder er niet uit, dan is het raadzaam om een specialist te laten onderzoeken wat de oorzaken zijn. Ook kan het lokale waterschap als beheerder van het watersysteem helpen om het waterpeil in de sloten rondom de begraafplaats te optimaliseren. Ten slotte Het beheer van water is een wezenlijk thema bij begraafplaatsbeheer. Gezien de verschillende functies die de bodem heeft voor een begraafplaats, is het beheren van bodem en water van groot belang en in een aantal gevallen een wet-

Ralph Otten is werkzaam bij Kybys.

Dit artikel uit een serie over begraafplaatsen is mede mogelijk gemaakt door:

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4959

www.stad-en-groen.nl

49


Vol hydraulisch aangedreven machine zowel hand als radiografisch bedienbaar. Grote variatie aan wielen met als special de originele BRIELMAIER aluminium noppenwals, verkrijgbaar in 3-4-5 rijen breed.

De hellingspecialist

Diverse aanbouwwerktuigen zoals: - Dubbele messenbalken 1.25 tot 6.00 m werkbreedte - Klepelmaaier 1.25 m en 1.60 m werkbreedte - Balenpers - Bandhooier 1.80 m werkbreedte - Cirkelmulcher 1.22 cm werkbreedte - Safety mulcher - Hill-Rake 2.00 cm en 2.40 cm werkbreedte

Lagendijk 178, 2988 AD Ridderkerk Postbus 158, 2980 AD Ridderkerk Telefoon: 0180 - 421399

E-mail: info@gavdwaal.nl Internet: www.gavdwaal.nl Telefax: 0180 - 423453


Wat kan de groensector leren van Wehkamp en Airbnb? In oktober is de nieuwe Europese Commissie geïnstalleerd. Jean-Claude Juncker heeft een belangrijke strategische koerswijziging doorgevoerd: de Digitale Agenda wordt topprioriteit. Eindelijk, want hoe absurd is het dat het nog steeds zo lastig is om normaal van internet gebruik te kunnen maken vanaf het moment dat je de grens oversteekt? En dat terwijl vrijwel alle grote veranderingen in de wereld in de afgelopen tien jaar te maken hebben met digitalisering. Door de opkomst van internet, social media en smartphones zijn hele bedrijfstakken verdwenen of fundamenteel veranderd. Bij de Free Record Shop zagen ze dit te laat, en ook reisorganisatie Oad veranderde niet snel genoeg van koers. Anderen zagen wel op tijd hun kansen: Wehkamp en Airbnb wisten snel in te spelen op veranderende tijden; zij zijn zeer succesvol.

Maar gaat deze revolutie dan aan de groenbranche voorbij? Als we bedenken hoe de wereld er over tien jaar uitziet, dan weet iedereen dat er opnieuw enorm veel gaat veranderen. Maar gaat deze revolutie dan aan de groenbranche voorbij? Tot nu toe heeft digitalisering vooral ‘op kantoor’ het werken makkelijker gemaakt. Calculeren doet niemand meer op een sigarendoosje, en facturen sturen we nu per e-mail. Nog niet echt revolutionaire veranderingen… Maar wat gaat er gebeuren als er bedrijven opstaan die nieuwe technologie gaan inzetten bij het werk buiten? In de meeste groenbedrijven wordt 80% van de kosten buiten kantoor gemaakt, dus hier valt de echte vooruitgang te boeken!

en smartphones zijn hele bedrijfstakken

In de Europese Commissie heeft het even geduurd voordat digitalisering een vast onderdeel van de strategie werd. Nota bene onze eigen Neelie Kroes (73 jaar oud) heeft dit voor elkaar gekregen. Hoe kunnen groene aannemers zorgen dat ze niet terechtkomen in de zinkput waarin Oad en Free Record Shop zijn beland?

verdwenen of fundamenteel veranderd

Onno Cijffers is directeur van Jewel Planning Solutions

Door de opkomst van internet, social media

Of zou het zo zijn dat het ‘groenvak’ zich hier niet voor leent? Als vakman kun je die mening hebben, maar de klant zou er wel eens heel anders over kunnen denken. Misschien vindt die het wel fantastisch als hij meer transparantie, lagere kosten en extra keuzevrijheid krijgt.

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4960

TRILO biedt u efficiente maai- & verticuteeroplossingen voor alle situaties

Bezoek www.trilo.com en ontdek ons complete maai- en verticuteerassortiment.

Meer informatie? Tel. 033 456 45 50 of e-mail info@trilo.com.


Groen, groener groenst De oogst aan innoverende groenprojecten Ook in deze uitgave van Stad + Groen weer een forse opsomming van groene projecten. Uw project in de komende uitgave van Stad + Groen? Stuur een mail naar ilse@nwst.nl en u krijgt alle informatie doorgestuurd.

Realisatie Meerstad Groningen

Aanneemsom: € 3,9 miljoen

Ten noordoosten van de stad Groningen wordt de komende 25 jaar een nieuw woonlandschap ontwikkeld met o.a. circa 6.000 woningen, nieuwe natuur, en een 600 ha groot, nieuw meer. Strootman Landschapsarchitecten heeft in de periode 2006-2012 een bijdrage geleverd aan de planvorming voor Meerstad-Midden, en hebben stedenbouwkundige deelplannen ontworpen, een handboek openbare ruimte gemaakt, een nieuwe vaarverbinding ontworpen, een bijdrage geleverd aan de nieuwe ontwikkelstrategie en de strategie voor tijdelijke natuur, en inrichtingsplannen ontworpen voor de openbare ruimte. Er zijn wooneilanden gerealiseerd met vrije kavels die worden omgeven door riet, elzen en wilgen. De ‘dorpslaan’ op het eiland is de groene ruggengraat van de openbare ruimte. Aan de goed bezonde noordoostkant van deze laan zijn enkele, door beukenhagen omzoomde, openbare oevertuinen met fruitbomen, speelplekken en zitgelegenheden. Aan de zuidkant staat een dubbele rij linden in het gras.

Naam opdrachtgever: Bureau Meerstad Contactpersoon opdrachtgever: dhr. R. Leverman Contactgegevens opdrachtgever: Hoofdweg 143-A 9617 AD Harkstede

52

www.stad-en-groen.nl

Architect: Strootman Landschapsarchitecten Contactpersoon architect: Matthijs Willemsen Contactgegevens architect: matthijs@strootman.net, 020-419.41.69 Naam aannemer: Invraplus Contactpersoon aannemer: dhr. A. De Vrieze Contactgegevens aannemer: Oosterweg 127 9751 PE Haren (Gn)


Groene infrastructuur rondweg Groningen In opdracht van de provincie Groningen legt Groenservice Noord de groene infrastructuur aan rond een deel van de rondweg in Groningen. Kenmerkend zijn het grote aantal ecologische inpassingen. Zo zijn er ijsvogelwanden, diverse wadi’s en bijenheuvels. Tevens wordt er een grote hoeveelheid aan inheemse kruidenmengsels ingezaaid. Hiertoe wordt de grond verschraald. Ook zijn er diverse voorzieningen voor de geleiding van amfibieën en reptielen gemaakt. Naast deze ecologische inpassingen zijn er ook bomen geplant langs de weg. Deze bomen zijn afkomstig van Van den Berk Boomkwekerijen. Aanneemsom: ruim 1.000.000 euro Opdrachtgever: Provincie Groningen Aannemer: Groen Service Noord Contactpersoon aannemer: Bas Tinnevelt

Aanplant groen monumentale Keyserkerk in De Beemster Midden in De Beemster staat het rijksmonument de Keyserkerk uit 1623 op een terp. Na bijna vier eeuwen in gebruik was de inrichting van de terp versleten, gefragmenteerd en gedateerd. BiermanHenket architecten ontwierp een serene uitbreiding, waarin naast kerkdiensten, tentoonstellingen, ook bijeenkomsten en concerten worden georganiseerd. Door de verzakkingen en het nieuwe bijgebouw zou de terp zijn symmetrie verliezen en uit evenwicht raken. Door de nieuwe grondvorm is de kerk in een beter perspectief geplaatst. Tijdens deze aanpassingen konden enkele monumentale bomen worden gehandhaafd. Daarnaast zijn nieuwe bomen toegevoegd die losjes rond de kerk zijn gestrooid om de nadruk op de terp zelf te houden. De terp is geheel met gras ingezaaid en er zijn 100.000 bollen geplant. Aanneemsom: € 150.000,Opdrachtgever: Protestantse gemeente Beemster Contactpersoon opdrachtgever: dhr. N. Schroevers Contactgegevens opdrachtgever: Middenweg 148, 1462 HL Middenbeemster Architect: Strootman Landschapsarchitecten Contactpersoon architect: Berno Strootman

Contactgegevens architect: berno@strootman.net, 020-419.41.69 Aannemer: Germieco Contactpersoon aannemer: Rob Konijn Contactgegevens aannemer: Handelsweg 18, 1521 NH Wormerveer

www.stad-en-groen.nl

53


Verwijderen tak monumentale Treurbeuk in Gieten Van een grote, 120 jaar oude Treurbeuk op de begraafplaats in Gieten, is een zware gesteltak met een diameter van 48 cm, op een oude lengtescheur bezweken. De boom is voorzien van meerdere oude en nieuwe kroonverankeringen, op de plaats van de scheur heeft een Aramide verankeringsstrop, jaren lang wurgend zijn werk gedaan. De verankeringen in deze boom zijn zeer moeilijk te plaatsen, aangezien de kroondiameter meer dan 26 meter bedraagt en er geen doorgaande spil aanwezig is waarop de krachten overgebracht zouden kunnen worden. De tak is bezweken, dat heeft de verankering jammer genoeg niet kunnen voorkomen. Wel is bewerkstelligd dat de tak boven gebleven is. De takken die nu aan direct zonlicht blootgesteld worden zijn tegen verbranding ingewikkeld met jutte. De boom is moeilijk bereikbaar en de operatie is uitgevoerd met inzet van ervaren klimmers en afvanghulpmiddelen. Aanneemsom: Op basis van verwerkte uren Opdrachtgever: Landschapsbeheer Drenthe ( Bomenwacht ) Contactpersoon opdrachtgever: AndrĂŠ Efftink Contactgegevens opdrachtgever: 0592-316616 Eigenaar van de boom: Gemeente Aa & Hunze Aannemer: Brand Boomverzorging Contactpersoon aannemer: Gerard Brand Contactgegevens aannemer: 0528-231344 Uitvoerenden: Thijs Booij, Jotte & Jos Brand in overleg met AndrĂŠ Efftink (Landschapsbeheer Drenthe) en Erik Platje (boomadviesbureau Danphe)

Daktuinsubstraat en bomengrond voor Brinkparkgarage en stadspark Apeldoorn Apeldoorn is al jaren dan ook bezig met het bovengronds halen van het complete beken- en sprengensysteem van de stad Apeldoorn. Heicom, dochteronderneming van Van Werven heeft voor dit project het daktuinsubstraat en de bomengrond geleverd. Daktuinsubstraat zorgt voor een tijdelijke opvang van regenwater, zodat de riolen meer tijd hebben om het regenwater af te voeren. Opdrachtgever: Gemeente Apeldoorn Aannemer: Heicom

54

www.stad-en-groen.nl


Nieuw Landgoed Kogelhof Met de landgoedregeling van de provincie Zeeland is op Noord-Beveland bij Kamperland een 25 ha. groot eigentijds landgoed ontworpen, genaamd Kogelhof. Het uitzicht over het polderland, met de Stormvloedkering aan de einder vormt een belangrijke onderdeel van deze locatie. Het eiland is ontworpen als een grote boomweide beplant met 500 abelen. De boomweide vormt de entreeruimte van het landgoed met enerzijds zicht op het polderlandschap en anderzijds zicht op het landgoed met daarop een particuliere villa woning. De tuin rond de villa bestaat uit een strak vormgegeven reliĂŤf met gras waarin als enig aanvullend element een solitaire boom is opgenomen. Het landgoed is met een gesloten grondbalans weergegeven. Door de aanleg van het kanaal kwam 70.000 m3 grond vrij. Deze grond is verwerkt in twee grondlichamen. Opdrachtgever: Particulier Architect: Bosch Slabbers Landschapsarchitecten Contactpersoon architect: Jan Willem Bosch Contactgegevens architect: Oude Vlissingseweg 1, Middelburg, tel: 0118-592288 Aannemer: H4A Contactpersoon aannemer: Gert Post Contactgegevens aannemer: Wervenweg 10, Sas van Gent, tel: 0115-471864

Groene dalen voor De Basis in Doorn Omdat een deel van de gebouwen van Stichting de Basis in Doorn uit de jaren vijftig stamde en het volledige complex onpraktisch en duur in onderhoud en energieverbruik was, is gekozen voor nieuwbouw. Royal HaskoningDHV was verantwoordelijk voor onder andere een plan en structuurontwerp. De daken zijn hierbij goed benut. Op het hoogst gelegen dak zijn zonnepanelen aangebracht. Op de lager gelegen daken is Cityroofs aan de slag gegaan door te vergroenen met sedummatten. Ook is er op de eerste verdieping een dakterras aangelegd. Prinses Beatrix heeft het nieuwe trainings- en nazorgcentrum van Stichting de Basis in Doorn officieel geopend. Opdrachtgever: Stichting de Basis Architect: Royal HaskoningDHV Contactpersoon architect: Jan Koelink Inrichting daken: Cityroofs Contactpersoon: Mark Blaakman

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4961 www.stad-en-groen.nl

55


Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4962

56

www.stad-en-groen.nl


Lekker bollen in het park Tientallen vrijwilligers hebben in het Maximapark in Vleuten geholpen met het planten van 200.000 bloembollen. Het bollenmengsel van zes verschillende soorten moet een bijvriendelijke biotoop creĂŤren. Bijen en vlinders krijgen zo al vroeg in het voorjaar voedsel aangeboden. Het gaat hier om een van de grootste bijenbollenprojecten van Nederland. Wethouder Kees Geldof van de gemeente Utrecht plantte de eerste bol. Het bijzondere bollenmengsel met onder andere krokussen, blauwe druifjes en anemonen is samengesteld door bollenleverancier Jac. Uittenbogaard & Zonen uit Noordwijkerhout in samenwerking met de Nederlandse Bijenvereniging (NBV). Het publiek werd geassisteerd door twee bollenplantmachines, die de bollen (100 stuks per vierkante meter) direct onder de grasmat planten.

www.stad-en-groen.nl

57



De roes van een award Na het winnen van de Green Innovation Award op de Boom Innovatie Dag merk je pas hoeveel impact het winnen van deze prijs heeft. Naast de buzz die op de digitale snelweg ontstaat (het lijkt wel of iedereen continu alles in de gaten houdt), merken wij ook in de ‘gewone’ omgeving veel positieve aandacht. Zo is een rondje op de beurs ineens extra aangenaam, omdat je meerdere keren wordt gefeliciteerd door bekende en minder bekende relaties.

Na het winnen van de Green Innovation Award op de Boom Innovatie Dag merk je pas hoeveel impact het winnen van deze prijs heeft Maar wat voornamelijk belangrijk is, is dat wij kunnen laten zien dat onze markt nog steeds vernieuwend is. De afgelopen jaren hebben wij niets te klagen gehad wat betreft aandacht voor daktuinen. We kunnen eerder spreken van voordelen die we kunnen stapelen tot een compleet pakket, dat op vele vlakken een bijdrage aan een positief klimaat levert. Zoiets als een Green Innovation Award daagt de producenten uit om producten te ontwikkelen die buiten de functionele voordelen van een daktuin kijken naar de totale toepassing. Innoveren zit in onze genen. Onze innovatie uit de jaren 70 van de vorige eeuw, de vormvaste drainagelaag met een ‘eierdoosstructuur’ voor optimale lucht, drainage en waterhuishouding, is wereldwijd miljoenen keren toegepast en bijna even vaak gekopieerd. Maar wij blijven investeren in R&D, testen en ontwikkelingen die soms jaren in beslag nemen en tot deze successen leiden.

De afgelopen jaren hebben wij niets te klagen gehad wat betreft aandacht voor daktuinen Jammer genoeg is de prijs in de huidige markt vaak bepalend voor opdrachtgevers; een veel gehoord probleem dat zelfs invloed heeft op het voortbestaan van bedrijven. Deze prijsdruk veroorzaakt echter niet alleen zorgen over een gezonde financiële situatie, maar wakkert ook innovatie aan. Door innovatie kun je je onderscheiden en nieuwe markten aanboren.

LINDNER TRACTOREN

Dus naast de vele publiciteit, felicitaties en mooie plaatjes zorgt deze prijs ook voor een bevestiging dat wij nog steeds een koploper zijn! Bedankt, iedereen! Peter Koop Bedrijfsleider Zinco Benelux

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4963

W U E I N

• Laag eigen gewicht • Kleine draaicirkel door 4-wiel besturing • Vrijzicht cabine • 102 PK (75 kW) 4-cil. Perkins Turbo motor • ZF traploze cvt-transmissie • zeer laag zwaartepunt

Kom naar de Duport huisshow op 27 , 28 en 29 november a.s. Archimedesstraat 9, 7701 SG Dedemsvaart, Telefoon (0523) 613 493, www.duport.nl


Een lesje duurzaam en planmatig groenbeheer Kostenbewust werken met het oog op de toekomst De ontwikkelingen binnen het ontwerp en het beheer van de groene buitenruimte hebben de afgelopen decennia niet stilgestaan. Gewijzigde inzichten, maar ook de noodzaak tot duurzamer, efficiënter en meer kostenbewust werken, hebben gezorgd voor een aantal verschillende wijzen van aanpakken. Rob Arbeider van IPC Groene Ruimte breekt in dit artikel onder meer een lans voor het weer operationeel maken van de aanwezige vakkennis en ervaring op het gebied van groen. Auteur: Rob Arbeider, IPC Groene Ruimte

Tot ongeveer 1980 werd het groenbeheer op traditionele wijze uitgevoerd: netjes en verzorgd groen, met toepassing van specifieke ontwerpstijlen en een variatie in cultuursoorten. Door de stijging van loonkosten werd deze wijze van beheer vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw in veel gevallen te duur bevonden. Toch vormt dit soort groen nog vaak de kern binnen de bebouwde kom. In de jaren 80 ging men uit kostenoverwegingen over op het gebruik van inheemse boom- en struiksoorten. Het idee achter deze vorm van groenbeheer was dat met deze aanpak minder

60

www.stad-en-groen.nl

onderhoud noodzakelijk zou zijn. Dit bleek echter niet het geval: deze soorten bleken snel te groeien, waardoor juist meer onderhoud nodig was. De term ‘achterstallig onderhoud’ begon opgang te maken. Vanaf ongeveer 1990 deed natuurlijk (ecologisch) groenontwerp en -beheer zijn intrede. Het volgen van de natuur en het gebruikmaken van inheemse kruidensoorten staan centraal bij deze aanpak. Doel hierbij was vooral het ontwikkelen van kruidenrijke vegetaties in de openbare ruimte. Dit mondde echter vaak uit in het bevoordelen van bepaalde minder voorkomende soorten. De vraag

zou nu moeten zijn: wat is de bijdrage van ecologisch beheer aan de soortenrijkdom, oftewel biodiversiteit? Vanaf ongeveer 2005 ontwikkelde zich onder invloed van maatschappelijke veranderingen een nieuwe aanpak: duurzaam en planmatig groenontwerp en -beheer. Deze aanpak concentreert zich op de processen die bij groenontwerp en -beheer centraal staan: natuurlijke én organisatorische processen. Er heeft daardoor een omslag plaatsgevonden van ‘beleving’ naar resultaatgericht werken in het groen. Daarbij geldt: niet de inspanning telt, maar het resultaat, en beslis-


geleerd dat deze soorten erg snel groeien en dat mengsels van bijvoorbeeld wel zestien soorten als gevolg hadden dat uiteindelijk de best aangepaste soort won. Je houdt uiteindelijk dus (veel) minder soorten over. • Ecologisch beheer heeft ons veel geleerd over natuurlijke processen. Ook dat de wijkers in het ‘wijkers-blijverssysteem’ ecologisch de meest waardevolle soorten blijken te zijn als het gaat om biodiversiteit. Zo blijkt de grote brandnetel voor de biodiversiteit een veel hogere waarde te hebben dan minder voorkomende soorten als wespenorchis of rietorchis. • Duurzaam en planmatig groenontwerp en -beheer heeft ons laten inzien dat je bij groenontwerp en -beheer rekening moet houden met natuurlijke én organisatorische processen. Je kunt geen stappen in die processen overslaan: dat leidt tot kostenverhoging en een resultaat zonder voldoende draagvlak. Vakkennis en ervaring operationeel maken Wat gaan we nu met deze lessen doen? Goed naar de toekomst kijken is mijns inziens pas echt mogelijk wanneer je de lessen uit het verleden daarin betrekt. Zo voorkom je dat telkens dezelfde fouten worden gemaakt. Ervaringen uit het verleden hebben een directe relatie met vakkennis. Het goed kunnen onderscheiden van hoofd- en bijzaken is daarbij een van de belangrijkste aspecten. Het belang van deze ervaring en vakkennis is echter de afgelopen jaren door allerlei procedures en regels binnen het groen op de achtergrond geraakt. Er is in Nederland gelukkig nog steeds voldoende vakkennis en ervaring op het gebied van groen aanwezig. De vraag is: hoe maken we die weer operationeel? singen worden genomen op basis van de vastgestelde doelen en randvoorwaarden, niet op basis van meningen. Wat hebben we geleerd van al deze verschillende manieren van aanpakken? • De kosten van traditioneel beheer (onder andere vaste planten) blijken na het doorrekenen van alle kosten met behulp van rekenmodellen bij nader inzien mee te vallen ten opzichte van andere vormen van groenbeheer. Daarnaast wordt dit soort groen nog steeds gewaardeerd door de gebruikers. • Het gebruik van inheemse soorten heeft ons

Kostenbewust werken: hoe doe je dat? Twee inzichten die beide vakkennis en ervaring activeren, kunnen aanzienlijke besparingen opleveren. Ik licht ze beide voor u toe: Bezuinig niet op noodzakelijk regelmatig onderhoud Kostenbesparingen in het groen vinden veelal plaats door minder werk uit te (laten) voeren of door groen om te vormen. Hierbij wordt vaak geredeneerd vanuit het verlagen van het onderhoudsniveau op de korte termijn, vanuit beelden, of vanuit gemiddelde cijfers (die niet voor niets gemiddeld zijn). Vergeten wordt vaak dat groen leeft en niet over één jaar kan worden bekeken,

maar eerder over minimaal vijf jaar om een juiste onderbouwing te geven van de kostenbeheersing. Het is dus goed mogelijk dat werkzaamheden die niet op tijd worden uitgevoerd, steeds duurder worden bij een volgende ingreep. Zoiets zou geen enkele ondernemer in zijn hoofd halen! Achterstallig onderhoud is altijd duurder en ingrijpender dan onderhoud dat regelmatig en op tijd wordt uitgevoerd. Hard ingrijpen in het groen is slecht voor de natuur, slecht voor de klantenbinding en slecht voor de portemonnee. Wanneer de dynamiek wat lager wordt gehouden, weet je zeker dat natuur daarna niet ‘ontploft’. Gevolg: kostenbesparing!

Je kunt je afvragen of bepaalde werkzaamheden die in het groen worden uitgevoerd wel zo noodzakelijk zijn Kijk kritisch naar werk dat wél uitgevoerd wordt Je kunt je afvragen of bepaalde werkzaamheden die in het groen worden uitgevoerd wel zo noodzakelijk zijn. Stel, je betrekt het natuurlijke proces erbij en je stelt jezelf bij elk groenobject de volgende vraag: wat gebeurt er als ik niets doe? Als niemand last heeft van de manier waarop de natuur zich op een bepaalde plaats ontwikkelt, waarom zou ik dan werkzaamheden uitvoeren? Als er geen randvoorwaarden zijn (zoals het vrijhouden van een voetpad), is het lang niet altijd nodig om in te grijpen. In de praktijk is inmiddels gebleken dat je door het volgen van deze gedragslijn binnen een gemeente bijvoorbeeld geen dunningen meer hoeft uit te voeren. Daardoor kan die gemeente 100.000 euro uitsparen en als cadeau nog eens meer dan 20% minder klachten van burgers te behandelen krijgen. Dat betekent opnieuw: kostenbesparing en nog eens kostenbesparing! Planmatig groenbeheer Duurzaam en planmatig groenbeheer sluit aan bij de bovenstaande overwegingen. Deze beheervorm neemt de lessen uit het verleden mee en houdt bij de aanpak van groen rekening met zowel de natuurlijke als de organisatorische en maatschappelijke processen. Al aan het begin van

www.stad-en-groen.nl

61


het gehele proces worden de doelen vastgesteld en wordt bepaald wat het eindbeeld zal zijn. Zo wordt voorkomen dat er later in het traject discussies ontstaan tussen betrokkenen, zowel binnen de organisatie als daarbuiten. Maar hoe? Bij planmatig groenbeheer wordt van tevoren duidelijk omschreven wat vanuit het project gewenst is (‘Wat willen we?’) en wat de randvoorwaarden zijn (‘Wat hebben we?’). Zo kan er worden geredeneerd op basis van feiten en randvoorwaarden, en niet meer op basis van meningen. De vraag ‘Hoe gaan we dit realiseren?’ is dan met breed draagvlak te beantwoorden. Deze aanpak geeft ook antwoord op (deel)vragen als: • Hoe kunnen we de biodiversiteit verhogen? • Hoe lossen we knelpunten tussen opdrachtgever en opdrachtnemer op? Hoe verhoudt het bestek zich tot het kwaliteitsplan en wat is de rol van randvoorwaarden binnen het beheer? • Hoe krijgen we draagvlak voor projecten en onderhoudsmaatregelen bij ontwerpers, ecologen en beheerders? Hoe halen we groen uit de ‘belevingswereld’ en hoe maken we het zakelijk? Vakkennis Ik kom weer even terug op het operationeel maken van de aanwezige kennis en ervaring in het groen. Bij IPC Groene Ruimte maken adviseurs zich al enkele jaren sterk voor de planmatige aanpak van groen als uitgangspunt bij trainingen en opleidingen op het gebied van groenontwerp en -beheer. Zowel uit het oogpunt van efficiëntie en effectiviteit als van kostenbesparing loont het om vakkennis en ervaring bij kennisoverdracht te benutten. Bij trainingen en opleidingen kijken de adviseurs en trainer vooral naar de praktijk: hoe kun je met enige afstand de groenpraktijk beoordelen en welke redenering houd je aan bij het al dan niet nemen van maatregelen? Groenbeheer leer je niet alleen in de schoolbanken. Mijn ervaring is dat praktische trainingen ter plekke – in company and outside – effectiever zijn. Tijdens de training 7 stappen naar duurzaam en planmatig groenbeheer, bijvoorbeeld, bezoeken we objecten. Daarna werken we gezamenlijk aan het oplossen van de gesignaleerde knelpunten. Vanuit deze gedachte is het uiterst effectief wanneer meerdere deelnemers met verschillende functies binnen één organisatie aan de training

62

www.stad-en-groen.nl

deelnemen. Een zo groot mogelijke diversiteit aan deelnemers – van beleid tot uitvoering – levert het beste resultaat voor de organisatie. De planmatige aanpak betekent een andere manier van werken: betrokkenen moeten steeds op één lijn zitten voordat er een besluit kan worden genomen. Tijdens de training wordt gebruikgemaakt van het Basisboek groenontwerp en -beheer (auteur: Rob Arbeider, uitgave IPC groene Ruimte, red.). In dit praktische boek worden de natuurlijke en organisatorische processen beschreven en wordt de planmatige benadering van groenontwerp en -beheer uitgebreid toegelicht. Aanpak specifieke problemen We komen in de praktijk van het groenonderhoud ook steeds meer specifieke knelpunten in het beheer van het groen tegen. En dat is zeer vanzelfsprekend, vanwege de veranderde en veranderende inzichten in groenaanleg en -onderhoud die ik in de inleiding schetste. Heel vaak ligt de oplossing bij meerdere disciplines, waardoor het buitengewoon complex kan zijn om voor de meest (kosten)effectieve oplossing te kiezen. Echte groenmensen zullen zonder veel nadere toelichting begrijpen wat ik daarmee bedoel. Voor organisaties die zich hierin herkennen, verzorgen we als opleidingsorganisatie trainingen geheel op maat, over groenonderwerpen die de organisatie zelf aandraagt. Tijdens die trainingen stellen we specifieke knelpunten centraal. En vervolgens lost niet de trainer het probleem op, maar de deelnemers zelf, op basis van inzichten en kennis die tijdens de training worden opgedaan. Doel: een concreet, realistisch en door de organisatie gedragen resultaat…

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4964

Rob Arbeider is trainer en adviseur bij IPC de Groene Ruimte


Digitale koers breidt zich uit met eigen app Straks allemaal een eigen tablet met app-toepassingen in de cabine voor nog sneller en efficiënter werk Aannemersbedrijf Van Wijlen uit Sprang-Capelle bestond in mei 80 jaar. Dit familiebedrijf heeft in al die jaren niet bepaald stil gezeten en heeft ook de feeling om tijdig nieuwe wegen te bewandelen, zoals nu in het geval van de digitale koppeling met waterschap Brabantse Delta. ‘Digitale transparantie is voor alle partijen efficiënt’, vindt directeur Bart van Wijlen. Auteur: Sylvia de Witt Van Wijlen kent een rijke geschiedenis, waar het voortbestaan van het bedrijf – alles wat van vader op zoon is overgedragen – altijd bovenaan heeft gestaan. Tachtig jaar geleden richtte Bart van Wijlen Loondorscherij Van Wijlen op. Hij begon met agrarisch loonwerk en met een trekker maaide en harkte hij voor boeren in de omgeving. Na zoon Bert staat inmiddels ook de derde generatie Van Wijlen aan het roer in de persoon van Bart van Wijlen, kleinzoon van de oprichter. In al die jaren is dit familiebedrijf snel en adequaat ingesprongen op nieuwe ontwikkelingen, waardoor het kon groeien naar wat het nu is:

een moderne, middelgrote onderneming met maar liefst vier ‘takken van sport’: Infra, Milieu, Sport en Groen. Daarnaast heeft Van Wijlen voor calamiteiten en gladheidbestrijding 24 uur per dag en 7 dagen in de week mensen en materieel beschikbaar. Van Wijlen bestond in mei 80 jaar en dat is groots gevierd, want een 80-jarig bestaan kun je natuurlijk niet zonder slag of stoot aan je voorbij laten. Er is zelfs een speciaal jubileumlogo ontwikkeld en in september werd ook nog eens het nieuwe kantoorpand geopend, dat centraal op het terrein is neergezet.

Digitale efficiëntie Van Wijlen ook een uitstekende neus voor vernieuwing. In dit geval: voor digitale efficiëntie. Negen jaar geleden werden alle machines voorzien van een track & trace systeem. Het aannemersbedrijf wilde machines namelijk beter verzekerd hebben en zicht hebben op waar zijn mensen bezig zijn. Na het track & trace systeem kwam er twee jaar geleden het initiatief voor een eigen app waarmee werknemers de werkbonnen digitaal kunnen invullen. Toen branchevereniging CUMELA namelijk om

www.stad-en-groen.nl

63


deelnemers vroeg voor een gesubsidieerd project met digitale werkbonnen had Bart van Wijlen daar, samen met nog een aantal andere vooruitstrevende bedrijven, wel oren naar. Van Wijlen mocht dit met een aantal andere bedrijven gaan oppakken. ‘We zijn toen begonnen met de plannen voor een eigen app’, vertelt Yves Vos (Marketing & ICT) waarbij werd gekeken naar factoren als: wat wil je en wat kan er op dat moment? CUMELA ontwikkelde zelf niet mee, was slechts de partij die de verscheidene bedrijven samenbracht. We zaten met vijf bedrijven in een groepje voor dit gebeuren. Zo zat er een aardappelbedrijf bij, een mechanisatiebedrijf en nog enkele andere disciplines. Maar we hadden allemaal hetzelfde doel: gegevens digitaal gaan verwerken, of dit nu voor een aardappelbedrijf is of voor een mechanisatiebedrijf. Natuurlijk zitten er wel nuanceverschillen in, maar de grote denkrichting voor digitale werkbonnen is hetzelfde.’ Van Wijlen liet een eigen app ontwikkelen, waarmee medewerkers hun werkbonnen kunnen invullen. Dat klinkt heel eenvoudig, maar er komt nog wel het nodige programmeerwerk bij kijken. Nu wordt de werkorder vanuit de planning verstuurd naar de tablet. De jongens vullen alles verder aan met hun gegevens, hoe laat ze zijn begonnen en hoe laat ze klaar zijn en verdere eventuele bijzonderheden. Dit mailen ze vervolgens terug naar de administratie, dan gaat het na controle het systeem in en vervolgens komt het bij de uitvoerder. Het grote voordeel is dat de voortgang gelijk inzichtelijk is, waardoor je dus direct kunt rapporteren. Dit gekoppeld aan het track & trace-systeem maakt het plaatje rond. De Van Wijlen app Yves Vos: Deze pilot loopt nu op z’n eind. Een

64

www.stad-en-groen.nl

maand of acht geleden begonnen de eerste mensen ermee te werken en dat aantal breidt zich nu langzaamaan uit. Momenteel werken vijftien medewerkers met digitale werkbonnen, dit aantal wordt echter nog uitgebreid. We zetten er steeds weer een aantal mensen bij. We hebben nu wel een selectie gemaakt, want wil je medewerkers die nu 64 zijn hier nog mee opzadelen? Er is sowieso heel veel verschil tussen onze medewerkers: de een is heel handig op de tablet, terwijl een ander bij ons langskomt als er weer een update komt. Die weet dan niet precies wat hij moet doen. Een ander hoef je niets te vertellen, die heeft zo’n update van deze app – we noemen hem de Van Wijlen app - dan allang doorgevoerd.’

Op de tablet zie we in één oogopslag hoe we ervoor staan Sinds de start van de pilot twee jaar geleden, is er toch al veel veranderd volgens Vos. ‘In het begin speelde vooral: wat kunnen we en wat gaan we doen? Daarna is er sprake van een heel zoektraject en voordat er echt iets op tafel ligt, ben je weer een jaar verder.’ De app wordt nu niet alleen meer gebruikt voor digitale werkbonnen, maar ook voor kunstgras checklists. In het verleden kregen de werknemers papieren lijst mee, waarop ze dingen konden aanvinken en opmerkingen konden zetten. Nu doen ze dit eveneens op de tablet en als er eventuele opmerkingen worden geplaatst, kunnen ze er ook meteen foto’s bij zetten. Ook kan de app worden gebruikt als checklist voor de werkplaats. ‘Hij wordt gewoon steeds uitgebreider’, legt Vos

uit. Een keer per jaar worden de machines gecontroleerd door de monteurs, of er bijvoorbeeld een brandenblusser aanwezig is in zit, of de bandespanner bandenspanning in op orde is, of dat de verbandtrommel nog compleet is er een EHBOkist in zit. Als Al dit soort zaken kunnen ze nu ook aanvinken op een tablet. Voor uitvoeringswerkzaamheden kunnen we nu ook planningsaanvragen bekijken. Tot slot kan een uitvoerder binnenkort digitaal een planopdracht invoeren die door de planning direct in het systeem kan worden geïmporteerd. Koppeling met opdrachtgever Ook van het pilotproject met de werkbonnen is het einde in zicht. Vanuit dit project is Van Wijlen met het waterschap Brabantse Delta een digitale koppeling aangegaan voor een deelproject van zo’n 600 kilometer slootonderhoud. In dit project hebben de waterschapskaarten die voorheen in de cabine lagen, plaatsgemaakt voor digitaal oproepbare bestanden op de tablet. Vos: ‘Nu ziet een werknemer op zijn tablet waar hij zelf staat. Ook ziet hij waar zijn collega’s zich bevinden, wat hij moet doen en hoe hij dat moet doen en wat er al is gedaan. En ook de projectleider kan op kantoor zien wat er tot nu toe gedaan is en wat er nog gedaan moet worden. In het verleden werden dit soort gegevens handmatig doorgezet en dan liep je eigenlijk een heel eind achter op je dagelijkse productie. Nu kun je live zien hoever alles staat.’ De kaart is dus live gekoppeld aan het beheersysteem van het waterschap, zegt ook Bart van Wijlen. Van Wijlen: ‘Voor waterschap Brabantse Delta maaien wij op jaarbasis zo’n 600 kilometer sloten. Het waterschap eiste hierbij al dat wekelijks de track en trace gegevens werden aangeleverd.


Alleen werden die achteraf verstuurd. Dan moesten die vervolgens bij hen geïmplementeerd worden en kon je twee weken later zien hoe het ervoor stond. Terwijl we eigenlijk gelijk wilden zien wat er gebeurt, zodat we een dag later tegen de machinist kunnen zeggen: “Daar zit ook nog een stukje dat gemaaid moet worden.” Een digitale kaart met real time gegevens was allang een grote wens van Van Wijlen. Deze kaart is zichtbaar op een tablet die in de cabine van de machine kan worden bevestigd. Je ziet dan in een oogopslag waar je bent en of je op de goede plek staat. Van Wijlen: ‘Hiermee kunnen we dan ook precies zien waar nog eventuele pijnpunten liggen. Uitvoerder en opzichter hebben direct zicht op de voortgang en hoeven niet nog een keer alles na te rijden. Medewerkers hoeven niet een keer extra op pad omdat er wat is vergeten, dat scheelt tijd en geld.’

Ieder z’n eigen tablet in de cabine Iedere medewerker krijgt straks zijn eigen tablet met deze app-toepassingen in zijn cabine. Van Wijlen: ‘Mijn vrachtwagenchauffeur is er al dolenthousiast over. Hij heeft soms tien opdrachten op een dag en dat betekende voorheen veel schrijfwerk. Nu werkt dat allemaal veel sneller. Heel veel gegevens staan er namelijk al in. En als ik nu een nieuwe medewerker krijg kun je zo’n persoon veel gerichter sturen, dan is het ook makkelijker om je werkgebied te vergroten.’ Maar er zijn in de tussentijd ook alweer punten ontdekt die verbeterd kunnen worden volgens Vos. ‘Sommige kaarten kunnen nog gedetailleerder worden gemaakt, zodat je bijvoorbeeld ook de duikers in zicht hebt. Als er een sloot onder een weg door loopt, hoeven we die niet te maken. Maar dan staat er op de kaart dat we dat wél moeten doen. Op de registratie zie je dan, logisch natuurlijk, dat we daar niet zijn geweest. Deze duikers moeten er dus nog uitgefilterd worden.

Samenvattend kun je zeggen dat de kwaliteit van de digitale kaarten nog omhoog moet. Iets anders is de toekomstige ontwikkeling van de snelheid van de tablets. Er zijn steeds meer data, we willen steeds meer zien, dus de tablets moeten daar wel in meegaan qua snelheid, dat ze het ook aankunnen. En we hebben nu al in een jaar tijd gezien hoe de tablets verbeteren.’

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.Fieldmanager.nl/artikel.asp?id=17-4943

SGS 04

3 6-2 00

houtversnipperaars Gebr. De Vor Achterveld BV Hessenweg 164 • Postbus 2 • 3790 CA ACHTERVELD Tel. 0342 45 95 41 • info@devor.nl • www.devor.nl


Tatoeëerder

Nog niet zo lang geleden was ambtenaar een eretitel. Iemand die zich niet inzette voor het eigen gewin, maar voor de publieke zaak ´Participeren is gewoon een ander woord voor bezuinigen´ wist vorige week een sportveldbestuurder mij te melden. Natuurlijk heeft hij daarin gelijk. Participeren is niet in de troonrede van 2013 en 2014 gekomen, alleen omdat dat zo’n goed idee is, maar omdat vadertje staat het zonder hulp niet meer af kan of af denkt af te kunnen. Met participeren is natuurlijk ook nog iets anders aan de hand. Het wordt inmiddels gezien als een soort remedie voor alle kwalen. Als we burgers op een informele manier, dus zonder ingewikkelde bureaucratische tussenlagen gaan inzetten om bepaalde dingen te doen, dan komt het helemaal goed. Aperte onzin natuurlijk. Die bureaucratische tussenlagen zijn er ooit tussen geschoven om de publieke zaak eerlijk, meetbaar en tastbaar te maken en om een eind te maken aan vriendjespolitiek, nepotisme en corruptie. Het ergste waarmee je anno 2014 iemand mee kunt beledigen is hem een ambtenaar te noemen. Heel misschien met uitzondering van een bankier of een directeur van een woningcorporatie. Nog niet zo lang geleden was ambtenaar een eretitel. Iemand die zich niet inzette voor het eigen gewin, maar voor de publieke zaak.

Die bureaucratische tussenlagen zijn er ooit tussen geschoven om de publieke zaak

Anno 2014 kijken we daar anders tegen aan. Grootschalige, bureaucratische regelingen worden door de burger gewantrouwd en kleine informele collectieven, die uit de kringen van de burgerij komen zijn bijna per definitie integer van opzet. De werkelijkheid is natuurlijk anders: een slimme bestuurder zorgt dat een project naar de buitenkant gedragen wordt door een creatieveling met een woeste baard en dito tatoeages, terwijl het project, net als vroeger, feitelijk draait op overheidscentjes. Je kunt dat hypocriet noemen en dat is het wellicht ook. Een andere benaming is pragmatisch. Als de burger een uithangbord met een woeste baard en tatoeages wil dan geven we hem dat toch gewoon. Het echte probleem is natuurlijk de naïviteit van de gemiddelde burger. Een ambtenaar met al zijn fouten en beperkingen, wordt per definitie gewantrouwd en iemand uit het informele circuit kan bijna niet fout doen. Mijn mening daarover: naïef, dom en afschuwelijk contraproductief. Als de ambtenaren die dit stukje lezen nu een op een holletje naar de tatoeëerder op de hoek hollen en op beide armen de term ‘Proud to be a public servant’ laten tatoeëren. Dan komt het misschien toch nog goed. Met vriendelijke groet, Hein van Iersel (hoofdredacteur) hein@nwst.nl

eerlijk, meetbaar en tastbaar te maken en om een eind te maken aan vriendjespolitiek, nepotisme en corruptie

66

www.stad-en-groen.nl

Stuur of twitter dit artikel door! Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/artikel.asp?id=41-4965



Boomrooierij Weijtmans méér dan bomen rooien

Afvoer van snoeihout en blad

Eén van onze nieuwe DAF Euro-VI vrachtauto’s

Bomen rooien

Boomrooierij Weijtmans beschikt over goed opgeleide treeworkers

Bomen snoeien

zodat ieder karwei een honderd procent tevreden klant oplevert.

Stobben frezen / rooien

Bovendien werken wij met uniek materieel en maken alleen gebruik van

Inkoop van stamhout

materialen en brandstoffen die aan de strengste milieu-eisen voldoen.

Advies In-/verkoop van houtsnippers Afvoeren van blad en snoeihout

Werkzaamheden aan het spoor te Tilburg

Boomrooierij Weijtmans is een Aequor gecerti-

Onze opdrachtgevers zijn particulieren,

fi-ceerd opleidingsbedrijf. Wij blijven zo op de

bedrijven, instellingen en de overheid.

hoogte van de nieuwste inzichten en werk-

Wij zijn tevens leerbedrijf en gecertificeerd

methoden.

iepen verwijderaar. Erbo erkend, VCA**, NEN, ISO 9001 en Groenkeur gecertificeerd.

Uniek zijn onze telescoopkranen, waarmee we

Als eerste boomrooijerij in Nederland hebben

tot een hoogte van 32 meter takken vast kunnen

wij het certificaat voor de CO2 prestatie ladder

pakken en afzagen, voor veilig en gecontroleerd

niveau 3 behaald.

rooien van bomen. Onze derde telescoopkraan is in bestelling.

Eén van onze telescoopkranen met werkhoogte van maar liefst 42 meter

Kreitenmolenstraat 175

Tel. 013-51114 83

algemeen@weijtmans.nl

5071 BD Udenhout

Fax 013-511 43 73

www.boomrooierijweijtmans.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.