Stad en Groen 3 2019

Page 1

Jaargang 7 3 - 2019

Stad + Groen

HET VAKBLAD VOOR OPENBAAR GROEN EN HET VERGROENEN VAN DE BUITENRUIMTE

Circulair Spelen AWARD 2019

WIE WINT DE CIRCULAIR SPELEN AWARD 2019? ‘Dit speeltoestel is echt een beetje kinderachtig!’

Sortiment: Struikvormige kamperfoelie

Hoe kunnen gemeenten bedrijf- en burger­ initiatieven helpen slagen?

CO N N E C T I N G G R E E N P R O F E S S I O N AL S

Breda leidt burger in 40 jaar naar beloofde stadspark STAD + SPELEN SPECIAL


TEST GRATIS HET GEMAK VAN ™ FLEET SERVICES NU MET CARBON CALCULATOR!

HUSQVARNA FLEET SERVICES™: NU EERSTE 6 MAANDEN GRATIS Met Husqvarna Fleet Services™ weet u altijd welke machines in bedrijf zijn, waar ze zijn, wanneer ze aan de beurt zijn voor service of vervanging, hoeveel CO2 uitstoot ze produceren - en veel meer. Al deze informatie bespaart u tijd en geld, en geeft ruimte om uw bedrijf te laten groeien. Monteer een sensor op uw machines (zelfs als deze van een andere fabrikant is) of investeer in onze professionele Automowers® met ingebouwde connectibiliteit. Precies zo simpel als het hoort te zijn! Probeer Husqvarna Fleet Services™ nu 6 maanden gratis. Kijk op HUSQVARNA.COM/NL/FLEETSERVICES


MORE THAN

QUALITY

Bij de aanleg van groenprojecten is goed plantmateriaal essentieel, evenals levering op het juiste tijdstip en de gewenste plaats. In samenspraak met de opdrachtgever levert Boomkwekerij Udenhout het totaalpakket aan groen. Just in time, voor een geslaagd project.

Bezoekadres Schoorstraat 23 - 5071 RA Udenhout

WWW.UDENHOUT-TREES.NL


• Elektrificatie en waterstof • Autonoom maaien & maai managementsystemen • Vakopleidingen & trainingen in de groensector


022

Op de fiets met wethouder Zinkweg: ‘Groene omwenteling moet duurzaam kosten reduceren’ Alle gemeenten zijn ermee bezig: klimaatadaptatie, biodiversiteit en belevingsgroen aanbrengen in verstedelijkte gebieden. Zo ook Oldenzaal. Maar in deze Overijsselse gemeente wordt niet, zoals in veel andere gemeenten, diep in de buidel getast om de stad klaar te maken voor de toekomst. ‘We investeren in duurzame kostenreductie’, legt wethouder Evelien Zinkweg (VVD) uit.

www.stad-en-groen.nl

5


INHOUDELIJK

stadgroen stadengroen

012 Een allegaartje van mensen Stad + Groen zit in zijn vijfde levens­ jaar. Dat betekent: vijf jaar lang acht keer per jaar een interview met een ceo van een Nederlandse groen­ voorziener. Tijd dus om ook eens over de grens te kijken. Vaak zie je door buitenlandse ogen veel beter hoe de Nederlandse markt in elkaar zit. Hoofdredacteur Hein van Iersel ging op bezoek bij Peter Lauwers, ceo van de zusterbedrijven Geogroen en Geoblauw.

038

060

070

‘Gemeenten moeten geen rode pen hanteren, maar open en faciliterend zijn’

Grondzuigers in de strijd tegen Japanse duizendknoop

Dr. ir. Carmen Aalbers, senior onder­ zoeker bij Wageningen Universiteit en Research, onderzocht samen met collega’s factoren die bepalend zijn voor het falen of slagen van bedrijfs- en burgerinitiatieven op het gebied van groen.

De bestrijding van de woeker­ plant Japanse duizendknoop blijkt geen sinecure. Er zijn inmiddels veel verschillende methoden ontwikkeld, maar steeds vaker wordt er ook voor gekozen om de plant uit te graven.

028 Meedenken met Utrechtse campus In het centrum van Utrecht staan enkele historische panden die behoren tot de universiteits­campus van de Domstad. Stad + Groen vroeg Frank Kooijman hoe hij het groenonderhoud bij deze panden organiseert.

6

3/2019

082 Vragen of opmerkingen? Willemijn van Iersel Vakredacteur E: willemijn@nwst.nl T: 024-360 2454 M: 06-26994921

Alberto Palsgraaf Uitgever E: alberto@nwst.nl T: 024-360 2454 M: 06-20436728


Wie wint de Circulair Spelen Award 2019? Bovenstaande uitspraak is zomaar een van de ongefilterde meningen van onze gastredacteuren en tevens juryleden voor deze speelse editie van Stad en Groen. Want wie kun­ nen speeltrends en ontwikkelingen nu beter beoordelen dan de eindgebruikers? Daarbij, zoals iedereen weet, kinderen en dronkaards zijn de enige goudeerlijke mensen in deze wereld. Vanaf pagina 38 vindt u de ongecensureerde mening van twaalftal kinderen over gerealiseerde speelplekken door heel Nederland.

‘Niets is beter dan zelf een rondje rijden’

Johan Oost, OBB Speelruimtespecialisten

'Aanvankelijk wordt spelen op de tekentafel benoemd, maar vaak verdwijnt langzamerhand de aandacht.' Johan Oost van OBB speelruimtespecialisten uit Deventer heeft de bevolkingsontwikkeling van diverse nieuwbouwwijken naast elkaar gezet. Conclusie: het aantal kinderen in een nieuw te bouwen woonwijk is prima te voorspellen. Kinderen voorspellen betekent ook: voorspellen hoeveel én welke speel-, sport- en ontmoetings­ voorzieningen er de komende 40 jaar nodig zijn. Oost: 'Maar project­ ontwikkelaars en stedenbouwkundigen hebben geen zin om daar rekening mee te houden. Aan het begin, op de tekentafels, zie je wel mooie verkoopplaatjes, maar in de praktijk wordt weinig structureels gedaan aan speel-, sport- en ontmoetingsvoorzieningen.'

Stad + Groen vraagt beursmanager Willem Bierema naar beurstrends en hoe de GTH vernieuwt. 'GTH treedt dit jaar letterlijk buiten de gebaande paden.'

Lees verder op pagina 34

VERDER 008

Kort nieuws

017

Weerbaar Weert biedt klimaatadaptieve toekomst in historisch perspectief

033

Klimaatverandering vraagt om integrale aanpak

034

Het aantal kinderen in een nieuw te bouwen woonwijk is prima te voorspellen; claim die speelruimte!

052

Struikvormige kamperfoelie

065

Nationale Demodag Hoveniers > 25 september in Eemnes

069

‘De natuur heeft geen aan- en uitschakelaar!’

079

Inkopen met sociale impact meer gericht op samenwerking?

080

Natuurlijke uitstraling met GreentoColour

086

Gouden Klavertjes Vier brengen geluk

090

Groen, groener, groenst

092

Breda leidt burger in 40 jaar naar beloofde stadspark

096

Wegennet in Zevenaar op de schop

100

Hoofdredactioneel

COLOFON Stad + Groen is een uitgave van NWST NeWSTories bv- wordt in een gemiddelde oplage van 4400 exemplaren verspreid onder groenbeheerders, groene aannemers, land­ schapsarchitecten, adviseurs en toeleveranciers in de groene sector. Bij alles staat de praktisch ingestelde vakman centraal. REDACTIE & COMMERCIE NWST NeWSTories bv, Fransestraat 41, 6524 HT Nijmegen, T 024-3602454, F 024-3602464, info@nwst.nl, www.stad-en-groen.nl HOOFDREDACTEUR Hein van Iersel (hein@nwst.nl) OPERATIONEELMANAGER Peter Jansen (peter@nwst.nl) REDACTEURS Guus van Rijswijk (guus@nwst.nl) Linde Kruese (linde@nwst.nl) Willemijn van Iersel (willemijn@nwst.nl) VORMGEVING StudioBont Nijmegen ADVERTENTIES Alberto Palsgraaf (alberto@nwst.nl) Rik Groenewegen (rik@nwst.nl) Jeroen Koebrugge (jeroen@nwst.nl) SALES SUPPORT Lieke van der Weijde (lieke@nwst.nl) ABONNEMENTEN Controlled circulation: Dit betekent dat alle professionals in de groene sector recht hebben op een gratis abonnement. Niet werkzaam in de groene sector €104,- per jaar. De abonnementsperiode loopt van 1 januari tot en met 31 december van ieder jaar en uw abonnement zal jaarlijks automatisch worden verlengd, tenzij uw schriftelijke wederopzegging uiterlijk 31 oktober voorafgaand aan de nieuwe abonnements-periode in ons bezit is. ISSN: 2352-4634 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze berusten bij Stad+Groen c.q. de betreffende auteur. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveel­voudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, scan, foto-kopie, elektronisch of op welke wijze dan ook. Stad+Groen wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekst­bijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeld­materiaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen e.e.a. overeenkomstig de publicatieen/of inkoopvoorwaarden. Deze zijn bij de redactie ter inzage of op te vragen.

www.stad-en-groen.nl

7


#TRENDING ‘Er is in mijn beleving geen betere maaier dan deze’ Jac Kolsters uit het Brabantse Middelbeers, een hovenier met tien man personeel, maait grotere particuliere tuinen en andere grote privéterreinen. Twee jaar geleden kocht hij een Ariens-zeroturn-zitmaaier.

Meest gelezen op stad-en-groen.nl

Ook Belgisch onderzoek bevestigt twee waardplanten voor buxusmot Na het onderzoek van de Vlinderstichting naar de voorkeuren van rupsje-nooit-genoeg heeft ook het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) in Destelbergen onderzoek gedaan naar voorkeuren van de buxus­ mot. Het PCS vergeleek zijn resultaten met die van de Vlinderstichting.

Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/29207/ook-belgisch-onderzoekbevestigt-twee-waardplanten-voor-buxusmot

'Burger moet betrokken worden bij de strijd tegen Japanse duizendknoop' Lees hier verder: www.stad-en-groen. nl/article/29235/kolsters-er-is-in-mijn-

Steeds meer gemeenten betrekken burgers bij het in kaart brengen van Japanse duizendknoop en de bestrijding ervan. Met wisselend succes.

beleving-geen-betere-maaier-dan-

Lees hier verder: www.stad-en-groen.nl/article/26712/burger-moet-betrokken-wor-

deze

den-bij-de-strijd-tegen-japanse-duizendknoop

De Enk Groen & Golf neemt Binder Groenprojecten over De Enk Groen & Golf uit Renkum heeft op 18 april Binder Groenprojecten BV en Binder Daktuinen BV uit Poortugaal overgenomen. De overname past bij de groeiambitie van De Enk. Met de overname groeit de Enk Groen & Golf naar circa 225 vaste medewerkers en is daarmee één van de grotere groenbedrijven in Nederland. De huidige eigenaar, Thod Binder, is de derde generatie in het familiebedrijf, dat volgend jaar 85 jaar bestaat. De betrokken bedrijven delen de passie voor het groenvak. Door de overname wordt kennis en innovatiekracht gebundeld, de organisatorische slagkracht vergroot en kunnen bepaalde bedrijfsonderdelen zich sneller en beter ontwikkelen. Bovendien vergroot De Enk Groen & Golf zo zijn landelijke dekkingsgraad en daarmee het serviceniveau en de klanttevredenheid. De Enk Groen & Golf is opgericht in 1958. In 1996 verkochten de twee eigenaren hun florerende bedrijf in groen- en sportvoorzieningen aan

8

3/2019

Heijmans NV, dat de oorspronkelijke naam in stand hield tot 2006. Daarna zette Heijmans de activiteiten voort onder de naam Heijmans Sport & Groen. In 2014 droeg het Heijmans-concern de groen- en golfactiviteiten door middel van een managementbuy-out over aan Gerard van der Werf en Frans Reulink, die de oude naam De Enk

weer in ere hersteld hebben. Binder en De Enk Groen & Golf streven naar natuurlijke interne en externe samenwerking en groei. De vestiging van Binder in Poortugaal blijft bestaan, evenals de bedrijfsnaam. Ook de bedrijfsvoering wordt gecontinueerd door de zit­ tende directie.


NIEUWS Op bedrijfsbezoek bij Van Blitterswijk Onlangs ging het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas op bedrijfsbezoek bij Van Blitterswijk Eco-Mobiliteit te Moordrecht. Tijdens het bezoek werden ervaringen uitgewisseld en de mogelijkheden verkend om elkaars ambities te versterken. Het college bezoekt iedere maand een ander bedrijf in de gemeente.

Directeur Wouter van Blitterswijk nam de wet­ houders allereerst mee in een presentatie over de start, groei en noodzakelijke transitie van het bedrijf. Met vallen en opstaan heeft dat geresul­ teerd in een landelijk opererend dealernetwerk, het importeurschap van Goupil en de positie van marktleider voor duurzame bedrijfsvoertuigen in Nederland. Hierna volgde een rondleiding door het bedrijf.

Het bedrijf heeft als specialisatie duurzame mobiliteit en is landelijk importeur van Goupilelektrische bedrijfswagens. Het was afgelopen jaar genomineerd voor de Ondernemersprijs Midden-Holland, samen met nog acht andere mkb-bedrijven. De jury prees het vermogen van Van Blitterswijk om naast een traditionele onder­ neming een heel nieuw bedrijf op te bouwen met een moderne tijdsgeest.

Van Blitterswijk Eco-Mobiliteit komt voort uit het bedrijf Van Blitterswijk, dat tuin- en parkmachi­ nes voor de particuliere en zakelijke markt levert.

Fort bestormd door Italiaanse X-Rot

Krinkels brengt bokashi aan in plantvakken Grootgroenvoorziener Krinkels brengt op de universiteitscampus in Twente bokashi aan in plantvakken. Bokashi is een vanuit organisch materiaal gefermenteerd mest­ product. Het is een methode om organisch restmateriaal terug te geven aan de bodem. In het Japans betekent het ‘goed gefer­ menteerd organisch materiaal’. Het is een duurzame methode voor het verwerken van groenafval uit onderhouds- en her­ inrichtingscontracten. Er komt nagenoeg geen CO2 vrij (zeker in vergelijking met compostering). De energie en voedingsstof­ fen van het materiaal worden behouden. Door de fermentatie ontstaan een hogere voedingswaarde en micro-organismen voor een gezonde bodem. Bokashi kan bestaan uit nagenoeg alle soorten vers organisch afval: bladafval, riet- en bermmaaisel, valfruit en houtachtige materialen (na fijn hakken). Door de inzet van een mobiele machine kan de Japanse meststof door Krinkels zelfs op locatie worden gemaakt – een mooie manier van cradle-to-cradle.

De radiografisch bestuurbare grasmaaier X-Rot van het Italiaanse merk Barbieri is nu ook verkrijg­ baar in Nederland. De X-Rot is op afstand bestuurbaar, wat de machine ideaal maakt voor het maaien van steile hellingen, slootkanten, onder laaghangende struiken en langs drukke doorgaan­ de wegen. Dankzij het lichte gewicht en de sterke grip maait de X-Rot uitstekend op hellingen en oneffen terrein. De X-Rot is uitgerust met een 10 pk-motor en mulch-maaidek. De machine is een­ voudig te bedienen en draagt bij aan een veilige werkomgeving. Gebruikers hoeven namelijk niet langer dicht bij de machine te staan als deze moeilijk bereikbare plekken maait. De eerste X-Rot-maaier werd onlangs door Hoogendoorn uit Houten geleverd aan Fort Vechten. Het Fort koos voor de X-Rot vanwege zijn vermogen om steile hellingen te bestormen en vanwege de kwaliteit van het maaibeeld.

DAG in DAG uit ZORGEN WIJ VOOR EEN BETERE LEEFOMGEVING

DAGnl.nl 06 11 56 13 37 INFO@GRAS-ADVIES.NL DAGNL.NL CIVIELE TECHNIEK STEDENBOUW LANDMETEN L E A D I N G WAT E R S O LU T I O N S

ARCHEOLOGIE

BODEMONDERZOEK SANERING

OMGEVINGSMANAGEMENT

www.smitsveldhoven.nl

DUURZAAMHEID

ASBEST

FLORA EN FAUNA SPORT EN SPEL

www.stad-en-groen.nl

9


ste Het nieuw et m V 6 2 5 l e d mo idek a a m 132 cm

85,€ 8.8 cl. BTW ex

Comfortabel maaien

Met een zitmaaier van Grasshopper kiest u voor een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. De maaiers zijn eenvoudig te bedienen, extreem wendbaar en voorzien van een luxe zitting.

Lozeman is importeur van de Grasshopper grasmaaiers. Neem contact met ons op voor een dealer bij u in de buurt.

www.lozeman.nl

WORTELGELEIDING RootBarrier® RollRib® Voorkomt beschadiging door (boom) wortels in stedelijke locaties en behoudt de stabiliteit van bomen. • Verkrijgbaar op rol met een lengte van 12, 21 en 75 meter • Flexibele toepassing: lineair, rondom en vierkant • Snel en eenvoudig te plaatsen = tijdswinst = kostenbesparend • Voor nieuwe beplanting en bestaande bomen • Te gebruiken op korte afstand van de boom • Grondverankering door geïntegreerde ribben • Eenvoudig op gewenste lengte te snijden dankzij snijlijn op iedere meter

BINNENKORT OOK VERKRIJGBAAR: RootBarrier® Watertapes

Wilt u meer informatie? Neem dan contact met ons op!

KING RootBarrier

T +31 (0) 320 215 805

sales@rootbarrier.nl

kingrootbarrier.com


NIEUWS Vergroenen berm goed voor biodiversiteit ONKRUIDKOKEN

Heet water onkruid­ bestrijding sinds 1999 WWW. O N KRUI DK O K E N . N L

CLM onderzoekt mezensterfte en buxusmotbestrijdingsmiddelen De buxusmot vormt de laatste jaren een groot probleem voor de buxusplanten in de tuin. Sommige buxusbezitters gebruiken (chemi­ sche) bestrijdingsmiddelen tegen de buxusmot. Volgens het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) worden hiervoor ook regelmatig middelen gebruikt die wettelijk niet zijn toegelaten. De rupsen van de buxusmot worden op hun beurt graag gegeten door verschillende vogels. Het CLM meent dat er aanwijzingen zijn dat het gebruik van chemische middelen tegen de buxusmot kan leiden tot een verhoogde sterfte onder jonge mezen. In 2018 heeft het CLM enke­ le dode jonge mezen onderzocht op plaatsen in de stad waar ook de buxusmot werd bestreden. Deze mezen werden vergeleken met mezen uit een bosgebied. De 'stadsmezen' bleken aan­ zienlijk meer bestrijdingsmiddelen te bevatten. Het CLM wil het onderzoek uit 2018 een vervolg geven en dit jaar op een grotere schaal oppak­ ken. Door meer dode jonge mezen te analyseren, valt meer te zeggen over de relatie tussen buxus­ motbestrijding en de bestrijdingsmiddelen die in de mezen gevonden worden. De organisatie roept ieders hulp in bij dit onderzoek en roept mensen die in hun tuin plots veel dode mezen vinden in de nestkast op om dat te melden. Het CLM zal dan bepalen of het zinvol is om een monster te analyseren.

In een stedelijke omgeving heeft openbaar groen een duidelijke functie. Zo is bewezen dat mens en dier gelukkiger zijn en minder stress ervaren in een omgeving met gras, bomen en bloemen. Door de groeiende aandacht voor groen in de stad worden steeds meer gemeenten zich bewust van de noodzaak van biodiversiteit. Advanta ziet dat er daarom vaker wordt gekozen voor vergroening van bermen met het Staygreen 1-mengsel, een welkome afwisseling met monotone vergrassing. Staygreen 1 voorziet in een grasen kruidenvegetatie, een aantrekkelijke voedselbron voor veel nuttige insecten. Mens en insect zijn beide gebaat bij een keuze voor meer groen langs verharde wegen en fietspaden. Het is bekend dat in Nederland de insectenpopulatie in rap tempo kleiner wordt. Voor gemeentes is het zeker mogelijk om een positieve bijdrage te leveren aan het stoppen van deze afname. Denk hierbij aan kruidenmengsels met inheemse soorten die dienen als waard- en drachtplanten, zoals het Staygreen 3-mengsel van Advanta. De waardevolle gras- en kruidensoorten in dit mengsel bieden het hele jaar door voeding en waardplanten voor de overleving van vlinders. De nectarrijke soorten zijn ook aantrekkelijk voor andere insecten en vogels. De kleurrijke aaneenge­ sloten bloemstrook ziet er prachtig uit, dus ook bewoners en passanten kunnen hiervan genieten. Bij bermen en plantsoenen die zijn inge­ zaaid met het Staygreen 3-mengsel is het belangrijk om te kiezen voor sinusmaai­ beheer. Dit is een manier van gefaseerd maaien, zodat de groei van kruiden en het insectenleven gestimuleerd worden. Zo zijn er altijd bloeiende soorten aanwezig in de vegetatie van het gras- en kruidenmengsel Staygreen 3.

De oplossing tegen onkruid voor iedere groenprofessional

WWW. ON KRU IDKOKEN . N L

Begin van het droogteseizoen Rijkswaterstaat laat in zijn droogtemonitor van 25 april weten dat het droogteseizoen van 2019 normaal tot iets droger is gestart. In de meest recente droogtemonitor van begin mei spreekt Rijkswaterstaat van een ‘iets droger dan normaal’ verloop van het droogteseizoen. De neerslag­ hoeveelheden en waterafvoer is wat lager, maar voor de komende periode is er voldoende water om aan de watervraag te voldoen. Waar de grondwaterstand nog onvoldoende hersteld is, houden Rijkswaterstaat en de waterschappen zo veel mogelijk het water vast.

Eenvoudig te onderhouden én te bedienen. WWW. ON KRU IDKOKEN.NL

www.stad-en-groen.nl

11


Blauw inzetten om groen te verkopen Peter Lauwers: ‘Ik houd me zo ver mogelijk van openbare projecten.

Stad + Groen zit in zijn vijfde levensjaar. Dat betekent: vijf jaar lang acht keer per jaar een interview met een ceo van een Nederlandse groenvoorziener. Tijd dus om ook eens over de grens te kijken. Vaak zie je door buitenlandse ogen veel beter hoe de Nederlandse markt in elkaar zit. Hoofdredacteur Hein van Iersel ging op bezoek bij Peter Lauwers, ceo van de zusterbedrijven Geogroen en Geoblauw.

Auteur: Hein van Iersel

12

3/2019

Peter Lauwers: ‘Wij hebben twaalf mensen in vaste dienst. Voor Nederlandse begrippen ben je dan een klein bedrijf, maar in België ben je dan al bijna groot. Groenbedrijven met dertig of meer mensen kun je in België op de vin­ gers van één hand tellen.’ Lauwers gaat in één moeite door en vertelt waarin volgens hem het verschil tussen België en Nederland zit: vooral in de manier waarop het onderhoud van openbaar groen is geregeld. Lauwers: ‘Ik had een aanbesteding gewonnen, een voor mijn doen heel groot project, iets van zes ton omzet. Natuurlijk was ik blij met die gunning. Voor mij betekende dat dat ik de hele winter werk zou hebben. Maar ik moest eerst nog extra korting geven aan de bouwaannemer. Alles wat hij tekortkwam in zijn veel grotere project, moest ik goedmaken. Uiteindelijk heb ik de order daarom teruggegeven. Dikwijls komen we als groenvoorziener als laatste en moeten we plan­

ten in door bouwaannemers voorbereide plant­ putten voor een minimale prijs.. Wij blijven als groenvoorziener een noodzakelijk kwaad van het totale aannemingsproject. Sindsdien hou ik me zo ver mogelijk van openbare projecten, als dat kan. Ik had met dit project nooit iets kun­ nen winnen.’ Lauwers vertelt over een van de projecten: ‘Ik heb geen zin meer in projecten waarbij je een gazon moet zaaien in het steenpuin dat over is van de bouw, en waarbij je nooit tevreden kunt zijn over het werk dat je aflevert en dat je je nachtrust kost.’ Dat wil niet zeggen dat Lauwers met zijn bedrijf helemaal geen openbare projecten doet. ‘Vaak worden wij direct bij bouwprojecten betrokken. Dat is dan meestal omdat we iemand kennen die ons vertrouwt en die weet hoe wij werken.


4 min. leestijd

ACTUEEL

‘Geen zin meer in projecten waarbij je een gazon moet zaaien in het steenpuin, dat over is van de bouw’ zin dat de betreffende onderaannemer op het moment dat hij nodig was uiteindelijk toch geen tijd bleek te hebben en hun afspraken niet nakomen. En Lauwers maakt in alles duide­ lijk dat hij het enorm vervelend vindt om een opdrachtgever te moeten melden dat hij zich niet aan de planning kan houden. Lauwers: ‘En dan nog, wij hebben voor de eigen mensen ook een planning. Als een onderaannemer meldt dat hij geen tijd voor een klus heeft, houdt dat ook in dat mijn eigen mensen niet verder kun­ nen met het project.’

Misschien is die dan wel tien procent duurder uit, maar hij weet wel dat we het doen en dat we het goed doen.’

Geonet Lauwers is zijn carrière ooit begonnen als landmeter, wat hij studeerde naast tuinbouw. Vandaar ook de bijzondere naam van het hoveniersbedrijf uit Rumst bij Antwerpen: Geonet, met als zusterbedrijven Geoblauw en Geogroen. Lauwers: ‘Ik begon 27 jaar geleden als landmeter, maar dat vond ik al snel heel saai. Toen ben ik tuinen gaan maken, waarbij ik in de eerste jaren in de winterperiode landme­ terswerk bleef doen. Dat heb ik zo een aantal jaar gedaan, maar toen ik zelf personeel kreeg, werd dat snel minder.’ Toch heeft Lauwers geen spijt van zijn opleiding tot landmeter. ‘Eigenlijk is dat alleen maar handig. Als landmeter leer je plannen opmaken, uitzetten en rekenen. Verder

zit in die opleiding een forse dosis bouwkunde en dat is voor een hovenier ook mooi meege­ nomen.’ De namen Geogroen en Geoblauw gebruikt Lauwers a enkele jaren. Oorspronkelijk trad hij alleen als Geonet naar buiten. Op een gegeven moment bestond een steeds groter deel van de business uit het realiseren van zwemvijvers en eco zwembaden. De opsplitsing was nodig om het marksegment van eco zwembaden en zwembaden beter te duiden aan de eindklant Lauwers legt mij het verschil uit. Een ecolo­ gisch zwembad heeft alle voordelen van een traditioneel zwemband, inclusief een strakke vormgeving, de mogelijkheid om het water te verwarmen en een overkapping, maar dan honderd procent natuurlijk gezuiverd. Bij een zwemvijver ligt de nadruk veel meer op een natuurlijke uitstraling. Op jaarbasis realiseert Geoblauw ongeveer vijftienzwembaden. Steeds vaker zijn dat geen zwemvijvers of gemetselde folievijvers, maar zwembaden die gemaakt zijn uit monoblock. Biotop Een tweede partnerbedrijf is Biotop. Dat is een Oostenrijkse natuurzwembadbouwer waarmee Geoblauw samenwerkt. Lauwers: ‘Wij bouwden

Alles doen In Nederland zie je de trend dat hoveniers en groenvoorzieners steeds minder zelf doen en steeds meer uitbesteden, een beetje zoals bouwaannemers dat ook al doen. Ook in België is dat volgens Lauwers een trend, maar voor hemzelf werkt dat niet. Hij positioneert zich heel sterk als een bedrijf dat alles zelf doet: metselen, elektriciteit, biologie. Alles kan worden ingevuld met eigen mensen. Volgens Lauwers is dat een tweede belangrijk verschil met de Nederlandse markt. Nederlandse aanne­ mers kunnen beschikken over een brede pool van zzp’ers met allemaal hun eigen specialisme. Lauwers heeft dat ook wel eens geprobeerd, maar te vaak de pin op de neus gehad – in de

www.stad-en-groen.nl

13


BAS

Begeleiding en Advies Sportterreinen

Onafhankelijk adviesbureau voor alle buitensportaccommodaties

Recreatiegrassen voor alle omstandigheden Als DSV zaden veredelen we al decennialang én met succes alle belangrijke grassoorten. Die jarenlange ervaring en kennis hebben we gebundeld in onze EUROGRASS mengsels. Voor de inzet van het juiste

WIJ ZOEKEN TWEE COLLEGA’S

Adviseur/ projectleider cultuurtechniek

grasmengsel op de juiste plaats staan we graag met onze voeten in de aarde om in de praktijk mee te denken en te adviseren. Alles op alles voor dat sterke sportveld, die volle graszoden en dat prachtige, gezonde gazon!

Toezichthouder sportprojecten VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE VACATURES EN ONS BEDRIJF KIJK JE OP ONZE WEBSITE BAS-SPORT.NL

ak met onze ende afspra v lij jb ri v n e GRASS Maak nu e k hoe EURO e td n o n e listen en grasspecia rschil kunn den het ve za V S D n a mengsels v e! r uw situati maken voo

Bezoek onze website, bel of mail Marianne de Gelder voor meer informatie. www.bas-sport.nl • Delftsestraatweg 51 2645 CA Delfgauw • 015 - 285 22 11 info@bas-sport.nl

www.dsv-zaden.nl


ACTUEEL

Uitwisselen van ervaringen en plezier in het vak is voor Lauwers steeds een belangrijke drijfveer geweest.

al eerder zwemvijvers en ecologische zwem­ baden,. echter die konden we niet verwarmen. Daarnaast misten eigenlijk een gesprekspartner als dingen niet meteen goed waren. De oude manier om een zwemvijver helder te krijgen, is het maximaal doorpompen van vijverwater. Nu is een heldere vijver niet moeilijk te realiseren; dat kan iedereen. Het is lastiger om de vorming van algen te voorkomen, die meestal ontstaan door een teveel aan fosfaten in de vijver. Biotop is niet uniek, maar heeft daarvoor wel goede fosfaatfilters ontwikkeld. Met de Biotop kunnen we dit beter onder controle houden en is onze waterkwaliteit aan zwembadniveau. We gebrui­ ken dan ook liever de benaming ecozwembad dan zwemvijver. Een belangrijke reden voor Geoblauw om samen te werken met Biotop is misschien niet zozeer de Biotop-technologie, maar veeleer de mogelijkheid om met collega-zwemvijverspe­ cialisten te overleggen. Een aantal keren per jaar organiseert Biotop een dealerbijeenkomst, waar Lauwers trouw naartoe gaat om ervarin­

gen met collega’s uit te wisselen. Uitwisselen van ervaringen en plezier in het vak is voor Lauwers steeds een belangrijke drijfveer geweest. Zo is Lauwers bestuurslid van de tuinaannemer vereniging Groen Groeien en de internationale zwemvijverfederatie IOB. Het is voor Lauwers een belangrijk onderdeel om de kwaliteit van het vakgebied te waarborgen.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29656/een-alle­ gaartje-van-mensen

www.stad-en-groen.nl

15


PURE KRACHT. 100% COMFORT.

VOOR PROFESSIONEEL GROENONDERHOUD

DE STIHL 7-SERIE GRASMAAIERS ✔ Innovatief monostuur met 10 jaar garantie ✔ Grote 3 liter brandstoftank en textiel grasopvangbox van 80 liter ✔ Rubberen bumper en metalen stootstrips ✔ Kawasaki OHV motor met grote olie- en luchtfilter ✔ Afgedichte kogellagers en geïntegreerde krukasbescherming ✔ Magnesium behuizing met binnenkant van slagvast kunststof ✔ Snijbreedte van 54 cm en per wiel in de hoogte verstelbaar ✔ Y-modellen met hydrostatische aandrijving voor extra comfort

MEER INFO VINDT U OP STIHL.NL OF BIJ EEN STIHL DEALER IN UW BUURT


Weerbaar Weert biedt klimaatadaptieve toekomst in historisch perspectief Auteurs visiedocument laten zich inspireren door stadsgeschiedenis bij verzinnen klimaatoplossingen Verschillende stedelijke gebieden in Nederland zijn bezig met maatregelen om toekomstige klimaatomstandigheden het hoofd te bieden. Hoe houd je de stad koel, groen en leefbaar? Dat de geschiedenis van een stad kansen kan bieden voor toekomstige oplossingen voor klimaatadaptatie, bewijst de visie ‘Weerbaar Weert’. Het document is onlangs aangeboden aan de gemeente Weert. Architect-onderzoeker Jip Pijs van Personal Architecture: ‘We hebben slechts een droombeeld geschetst.’

Auteur: Guus van Rijswijck Foto's: Personal Architecture NOHNIK Lara Voerman

Effecten van klimaatverandering hebben op iedere stad een andere uitwerking. Neem nou Weert: waar het gaat om de bekende Hollandse ‘droogteproblematiek’ een vreemde eend in de bijt waar het gaat om ligging en waterafvoer. De stad, in het noorden van Limburg grenzend aan Brabant en België, afficheert zich ook wel

als de ‘Poort van Limburg’. Weert, gelegen nabij Nationaal Park De Groote Peel, kent een hogere ligging op een zandheuvel. ’s Zomers is het daardoor warmer, regenwater sijpelt snel weg en bomen in de straten hebben het niet makkelijk. Aanpassing aan het veranderende klimaat is in de binnenstad van Weert nog niet

zo urgent dat direct maatregelen nodig zijn. Jip Pijs: ‘Dat biedt Weert de mogelijkheid om tegelijkertijd andere stedelijke uitdagingen aan te pakken.’ Denkbeeldig toekomstperspectief De beschreven visie bestaat volgens Pijs uit

www.stad-en-groen.nl

17


WIJ HOUDEN VAN ORANJE!

Voor elk jaargetijde een Holder.

WK ACTIE: GRATIS ‘KICKER’

*GELDIG T/M 10 JULI 2019 www.mechancultuurtechniek.nl

Het WK voetbal voor de leeuwinnen staat op het punt van beginnen. Hopelijk gaat het succes van 2017 een passend vervolg krijgen. Holder staat uiteraard als geen ander ‘achter’ oranje. En om in de stemming te komen krijg je bij aankoop van een nieuwe Holder een ‘kicker’ tafelvoetbaltafel (t.w.v. € 300,-) cadeau. Ideaal voor in de kantine!

Kijk op onze vern ieuwde website!


6 min. leestijd

ACHTERGROND

‘In de visie laten wij zien dat je een netwerk van schaduwrijke, groene routes door de stad kunt aanleggen’ een denkbeeldig toekomstperspectief voor de binnenstad van Weert. Daarbij ligt de focus op de kansen die de historische binnenstad kan bieden bij het nadenken over oplossingen voor klimaatverandering, vertelt hij. Met hulp van subsidie werden verschillende partijen uitge­ nodigd om te laten zien dat cultuurhistorisch gedragen, ruimtelijke ingrepen tegelijkertijd − structureel − de leefkwaliteit van de openbare ruimte kunnen verbeteren. ‘De visie Weerbaar Weert is een pilotproject, tot stand gekomen in het kader van de oproep Stedenbouw voor Extremen. Creatieve partijen konden zich inschrijven voor een project rondom klimaat­ adaptatie. Daarbij werden bedrijven gekoppeld aan opdrachtgevers, met name overheden.’ Atlas met toekomstige klimaatproblematiek Het onderzoeksteam, dat naast Personal Architecture bestond uit Nohnik architecture & landscapes en architectuurhistoricus Lara

Voerman, zocht eerst contact met de gemeente Weert. De gemeente had al eerder een kli­ maatatlas met toekomstige klimaateffecten binnen de stadsgrenzen opstellen. Daarin was opgenomen de verwachte toekomstige water­ overlast, hittestress, droogte en de dalende grondwaterspiegel. Pijs: ‘De situatie in de bin­ nenstad van Weert is momenteel niet zo urgent als in sommige andere gemeenten. Er zijn wel plekken waar straten na hevige regenval zijn ondergelopen, maar dat geldt nog niet voor de binnenstad.’ Koppeling klimaatadaptatie met andere uitdagingen Als de focus enkel ligt bij de klimaatopgave is deze niet breed genoeg, benadrukt Pijs. De grondslag vormt de visie ‘Weerbaar Weert’. Deze kwam tot stand kwam in het kader van de open oproep ‘Stedenbouw voor Extremen’ en werd uitgeschreven door het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Bij de visie, onder­ deel van het programma Erfgoed en Ruimte, spelen meer factoren een rol. ‘De nadruk in dit programma lag op het verbinden van cultuur­ historie en de klimaatopgave. Wij hebben dat in Weert breder getrokken. We hebben gepro­ beerd het klimaatadaptatievraagstuk te koppe­ len aan andere, meer ruimtelijke opgaven waar de stad mee kampt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de leegstand van winkels in de binnen­ stad of plekken met een lage verblijfskwaliteit. Of aan de overgang naar duurzame energie, duurzame mobiliteit of de vergrijzing. Die problemen kun je aan elkaar koppelen, met als

resultaat een integrale visie met meervoudige betekenissen voor iedereen in de stad.’ Drie essentiële cultuurhistorische periodes In het onderzoek lag de nadruk op de combi­ natie tussen klimaat en cultuurhistorie. De basis van de visie bestaat uit drie essentiële periodes uit de geschiedenis van de stad, waaruit lessen worden getrokken voor de toekomst. De ont­ wikkelingsgeschiedenis van de Weerter binnen­ stad kan worden opgedeeld in drie essentiële periodes: Wilskracht (tot 1900), Welzijn (19001950) en Welvaart (1950-2000). Voor elk van deze perioden zijn de historische (ruimtelijke) kenmerken vertaald naar kansen op het gebied van klimaatadaptatie voor de huidige stad. Netwerk van regenwateropvang In de periode ‘Wilskracht’ is de structuur van de binnenstad van Weert ontstaan met de hoofd­ straten, drie stenige pleinen en een netwerk van poorten en stegen. Volgens de visie kan

‘Hier speelde vooral de vraag hoe we water kunnen vasthouden. Dat maakt Weert uniek’ deze structuur worden aangegrepen om een netwerk van regenwateropvang in de straten te introduceren en te zorgen voor een schaduw­ rijk wandelnetwerk door poorten en stegen. Pijs: ‘Boerderijen en woonhuizen in Weert hadden vroeger een achtererf met poortjes en steegjes door de hele stad. In de visie laten wij zien dat je een netwerk van schaduwrijke, groene routes door de stad kunt aanleggen. Die plekken kun je terugbrengen. Door deze steeg­ jes met poortjes met groene achterafstraatjes te benutten, blijft de stad leefbaar. Dat is een klimaatoplossing toegespitst op de situatie in Weert.’ Singel en stadspark horen bij elkaar In de periode ‘Welzijn’ had de singel in het centrum een bijzondere betekenis binnen de openbare ruimte, zo blijkt. Daarnaast vond er stedelijke verdichting plaats: de achtererven

www.stad-en-groen.nl

19


Sorry collega’s, er kan er maar één de beste zijn...

DE GEHEEL NIEUWE ARIENS MULCH ZITMAAIER

KRACHT EN COMFORT VOOR EEN BESCHEIDEN PRIJS De geheel nieuwe Ariens E36 Mulcher zitmaaier biedt u het beste uit 2 werelden - een perfect maaibeeld onder alle weersomstandigheden en een klassieke “allround” trekker voor eigenaren van paddocks, boomgaarden of ruwterrein. Voorzien van de beste componenten in zijn klasse zoals Kawasaki 2-cilinder motor, gegoten gietijzeren vooras, dubbelwandige motorkap, hoogwaardige poedercoating en unieke heavy-duty stalen maaidek.

Het Hoog Gras Mulchdek is ontworpen om hoge en dichte begroeiing te veranderen in een dunne laag mulch. De kettingen aan de voorkant van het maaidek voorkomen dat lang gras volledig tegen de grond wordt geduwd voordat het gemaaid wordt. De speciaal ontworpen kruismessen verkleinen het gewas in kleine snippers en voorkomen het vollopen van het maaidek. Doordat er gebruik gemaakt wordt van 3 lagerpotten (2 messen per as) is de kans op schade , bij het raken van een stronk of grote steen, aanzienlijk kleiner dan bij een maaidek met maar 1 lagerpot. Niet de goedkoopste oplossing maar wel de beste. Het maaidek lost aan de achterkant over nagenoeg de volle breedte.


ACHTERGROND de vooral de vraag hoe we water kunnen vast­ houden. Dat maakt Weert uniek. De binnenstad is verhard, waardoor we op allerlei manieren ruimte moeten creëren voor vergroening.’

Voortdurende afweging Bij de gevonden cultuurhistorische kennis werd telkens een afweging gemaakt, vertelt Pijs. ‘In onze werkwijze hebben we ons de vraag gesteld: wat we willen meenemen, wat willen we laten aansluiten, waardoor willen we ons laten inspireren door de geschiedenis? We hebben niet letterlijk teruggebracht wat er al was, sowieso niets letterlijk overgenomen. We hebben de geschiedenis van de binnenstad als basis genomen en ons de vraag gesteld hoe we daar een moderne vertaalslag aan geven. Denk daarbij aan het herzien van de mobiliteit.’ werden vervangen door grote katholieke instel­ lingen waar nieuwe stedelijke ruimten ontston­ den, zoals schoolpleinen en kloostertuinen. Momenteel is er veel ruimte voor autoverkeer en weinig voor recreatie en voetgangers. Daar is gemakkelijk verandering in te brengen, zo blijkt uit de visie. ‘De singel en het stadspark horen historisch gezien bij elkaar als onderdeel van het watersysteem.’

winkelcentrum neemt bijna een derde in van het stadscentrum. Daar kun je negatief over doen. Wij hebben ons de vraag gesteld: wat is er mooi aan, wat kun je er nu mee doen in het kader van leefbaarheid, bereikbaarheid en klimaatadaptatie? De daken kunnen worden benut als groene daken, voor wateropvang, energieopwekking en om nieuwe verblijfsplek­ ken te realiseren.’

Wadi-structuur De singel werd begin twintigste eeuw gedempt, vertelt Pijs. ‘De singel zou op een eigentijdse manier kunnen worden terug­ gebracht en een sleutelrol vervullen in het opvangen en vasthouden van regenwater. Op die manier is een verbinding mogelijk met het park rond kasteel Nijenborgh en het stadspark.’ Sommige stedelijke ruimten die bewaard zijn gebleven, kunnen opnieuw een functie krijgen als groene openbare ruimte in de stad. ‘Denk aan een netwerk van zichtbaar gemaakte straten en goten dat naar de singel leidt. Bij grote regenval staat het water daar als in een wadi-structuur. Bij droogte staat zo’n wadi weer droog.’

Eigentijdse klimaatoplossing Uit cultuurhistorisch onderzoek blijkt dat Weert is ontstaan op een hoge zandberg in het Peelgebied, vertelt Pijs. ‘Dat is ontgonnen. Het is een hoog en droog stukje land, waar men­ sen hun best voor hebben moeten doen om er water naartoe te krijgen.’ Hij benadrukt dat het vasthouden van water in Weert belangrijk is. ‘We hebben onderzocht hoe mensen dat vroeger deden. Er werd water opgevangen in de stad en in de tuinen. De inwoners van Weert hebben de beek gegraven en onderhouden om de singel van water te voorzien en om water richting de stad te krijgen. Bij regenval kon de singel de functie van waterlichaam vervullen om water te integreren. In sommige gevallen kunnen we dat vertalen naar een eigentijdse klimaatoplossing.’

Groene daken in plaats van asfalt De derde deelperiode ‘Welvaart’ kenmerkte zich door sterke verbetering van de bereikbaar­ heid van de stad en de bouw van een groot winkelcentrum met een uitgestrekt landschap van aaneengesloten daken. Pijs: ‘Het winkel­ centrum en het stadhuis vormen twee asfalt­ plekken in het centrum. Het winkelcentrum is in de jaren zeventig gebouwd. Het dak van dit

Weert uniek qua klimaatproblematiek Weert verschilt van andere Nederlandse steden in die zin dat andere gemeenten zich vaak bezighouden met het afvoeren van water. Door de typische – hoog en droge, zanderige – lig­ ging van de stad, kampt Weert eerder met droogte en hittestress in de zomer. ‘Hier speel­

Discussie, droom en inspiratie Pijs benadrukt dat de oplossingen in de visie niet in beton zijn gegoten, maar vooral dienen als ‘discussiestuk’ en ter inspiratie. ‘De visie is een ambitiedocument, het gaat om een droom­ beeld. Enerzijds heb je het proces, anderzijds het eindresultaat. Op deze manier kunnen we cultuurhistorie en klimaat ook weer koppelen met andere opgaven. De gemeente beoordeelt vervolgens hoe ze dit meeneemt in de eindvi­ sie over de binnenstad en hoe ze er concrete invulling aan geeft. Met andere woorden: Weert kan zich laten inspireren door de ideeën van de visie, die behoorlijk breed is van opzet.’ Expres extreem uitgewerkt De visie is geïllustreerd met twee concrete voorbeelduitwerkingen van delen van de bin­ nenstad. Daarbij merkt hij op dat de voorbeel­ den als singel en stadspark expres extreem zijn uitgewerkt, als uitgangspunt om het denken verder te brengen. Daar vloeien weer kansen uit voort. Tijdens het onderzoek hebben we ambtenaren bij het proces betrokken door bij­ voorbeeld eens door de stad te wandelen om op die manier lokale kennis op te halen. Het document kwam tot stand met de gemeente, maar vormt hopelijk een inspiratiebron voor ondernemers, vastgoedeigenaren of bewoners uit de binnenstad.’ Palet van verschillende kleuren Wat de gemeente Weert uiteindelijk over­ neemt uit de visie zal komend jaar blijken, nu het project is afgerond. Pijs: ‘We hebben veel positieve reacties gekregen. Wat de gemeente er van overneemt is niet aan ons. We hebben voor de gemeente Weert kunnen dromen en geprobeerd het denken over klimaatadaptatie en cultuurhistorie te verruimen. We hebben de ambtenaren van de gemeente Weert een palet van verschillende kleuren laten zien en het is nu aan hen om er iets van te maken. Ik heb er vertrouwen in.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29669/weerbaarweert-biedt-klimaatadaptieve-toekomst-inhistorisch-perspectief

www.stad-en-groen.nl

21


Evelien Zinkweg: ‘Onverminderd inzetten op biodiversiteit’

Oldenzaal houdt de hand op de knip Op de fiets met wethouder Zinkweg: ‘Groene omwenteling moet duurzaam kosten reduceren’ Alle gemeenten zijn ermee bezig: klimaatadaptatie, biodiversiteit en belevingsgroen aanbrengen in verstedelijkte gebieden. Zo ook Oldenzaal. Maar in deze Overijsselse gemeente wordt niet, zoals in veel andere gemeenten, diep in de buidel getast om de stad klaar te maken voor de toekomst. ‘We investeren in duurzame kostenreductie’, legt wethouder Evelien Zinkweg (VVD) uit. Auteur: Paul van der Sneppen

Als Stad en Groen een wethouder benadert voor een fietstocht door de gemeente, heeft het groenbeleid in die gemeente meestal al eens eerder de pers gehaald. Zo ook in Oldenzaal. Vorig jaar maakte dagblad Tubantia gewag van een klein oproer tegen het groen­ beleid in de Oldenzaalse buurt ’t Klieverik. De toen zittende wethouder Manouska Molema werd door buurtbewoners ter verantwoording geroepen voor de versobering van het groen­ onderhoud. Het incident waarover Tubantia bericht, staat niet op zichzelf. Ook andere Oldenzalers hebben de afgelopen jaren kritiek geuit op het groenbeleid, zo leren we op het stadhuis. Bezuinigd De oorzaak moet gezocht worden in het groen­ beleidsplan voor 2014-2018. Daarin is flink bezuinigd op het groenonderhoud. Vooral in 2016 ging het mes in de uitgaven. Inmiddels zit Evelien Zinkweg op de plaats van Molema en ligt er ook een kakelvers groenbeleidsplan. Het

22

3/2019

nieuwe college heeft daarin duidelijk gehoor gegeven aan de wens van burgers om het onderhoudsniveau op te schroeven. Alle loca­ ties die op beeldkwaliteit C werden onderhou­ den, zijn weer verzet naar niveau B. ‘Daar zijn ook onze groenmedewerkers blij mee, merk ik’, vertelt Zinkweg. ‘Ze vinden het B-niveau makkelijker te onderhouden. Bij C-niveau duurt het langer voor je weer terug­ komt. We merkten dat het werk er zwaarder door werd en dat heeft zelfs geleid tot een hogere uitval onder onze groenmedewerkers.’ Broddelwerk Eén van de problemen waar de groendienst tegenaan loopt, is dat de medewerkers van de groendienst tijdens onderhoudswerk op niveau C door burgers worden aangesproken op de staat van het onderhoud. ‘Dat is niet leuk. Vooral de medewerkers met een sw-indicatie hebben daar moeite mee. Die zijn vaak extra gedreven om hun werk goed te doen. Het is dan ook lastig om ze uit te leggen dat ze best


6 min. leestijd

OP DE FIETS

Oldenzaal heeft een redelijk stabiel inwo­ neraantal van circa 32.000 inwoners. Het is een vrij groene gemeente met ongeveer 244 hectare openbaar groen in 2018. Dat is 76,7 vierkante meter groen per inwoner. De gemeente telt 19.500 bomen. Al dat groen wordt beheerd door een eigen groendienst met 13,5 fte’s vaste medewerkers en 50 medewerkers met een sw-indicatie. Daarnaast wordt met ongeveer zeven lokale hoveniersbedrij­ ven samengewerkt die ongeveer 30 tot 40 procent van het onderhoud voor hun rekening nemen. Grote aanlegprojecten worden allemaal uitbesteed. Voor het beheer van het openbaar groen heeft de gemeente Oldenzaal dit jaar 2,83 miljoen euro begroot.

iets mogen laten staan. Ze hebben dan snel het gevoel dat ze broddelwerk leveren. Als ze dan ook nog op de kwaliteit van het werk wor­ den aangesproken door burgers, ligt dat soms zwaar op de maag.’ Terugschakelen van C- naar B-niveau bleek bovendien kostbaar, vertelt Zinkweg. ‘Als je een aantal jaar onderhoud hebt gepleegd op C-niveau en je gaat terug naar B, moet eigenlijk

moet voorkomen worden. Maar de ervaring van onze groendienst is dat je bij 30 tot 40 procent bodembedekking dat stadium vaak al voorbij bent. Dan kun je beter gaan ploegen dan schof­ felen, hoor ik ze daarover zeggen.’ Bakzeil Toch staat Zinkweg wel achter het bezuini­ gingsbeleid dat onder inwoners van de stad voor ophef heeft gezorgd. Dat het nieuwe col­ lege het onderhoudsniveau heeft bijgesteld, betekent geenszins dat van de oorspronkelijke koers wordt afgeweken. ‘We stellen het plan bij. We zijn teruggegaan naar onderhoudsniveau B, maar de koers blijft in grote lijnen hetzelfde.’ Volgens de wethouder moet het onderhouds­ beleid vooral gezien worden in een lange traditie van goed rentmeesterschap waarop de Oldenzaalse stadsbesturen kunnen bogen. ‘De bezuinigingen zijn nooit een noodsprong geweest. We hebben zeker geen financiële strop om de nek. Oldenzaal gaat goed met zijn geld om. Dat zie je ook terug in het groenbe­ leid. We hebben in biodiversiteit geïnvesteerd om op termijn structureel kosten te besparen. We blijven de komende jaren bovendien stap­ pen nemen om de biodiversiteit te bevorderen. We weten namelijk dat dit op termijn veel onderhoudskosten bespaart.’ Begrip Burgers begrijpen de omvorming van open­ baar groen naar meer biodiversiteit doorgaans heel goed, denkt de wethouder. ‘Als we van heesters overstappen op mooie planten, is dat geen probleem. De problemen doen zich vooral voor wanneer het gaat om grassen. Het

De bergingsvijver in de ecologische verbindingszone Jufferbeek draagt ook bij aan de biodiversiteit.

omschakelen naar bloemrijk gras wordt vaak ervaren als verrommeling. Als je minder maait, denken mensen ook dat er meer ongedierte in het gras komt. Ze zijn bang dat het teken en ratten aantrekt. Pas als de bloemen in het gras komen, zien buurtbewoners de waarde van een dergelijk groenbeleid. Maar op aandringen van Oldenzalers zijn we wel op verschillende plaat­ sen teruggegaan van extensief naar intensief grasbeheer.’

Vooral in 2016 ging het mes in groenbeheer uitgaven alles eruit en moet je helemaal opnieuw begin­ nen. Als je kijkt naar de CROW-richtlijn voor onderhoud op C-niveau, zie je dat er wordt gesproken van 30 tot 40 procent bedekking met een onkruidhoogte van maximaal 50 cm. Er wordt gewaarschuwd voor vergrassing; dat Waterbeleid en recreatie gaan hand in hand. www.stad-en-groen.nl

23


Nieuw De ORCA giekaanbouw met frame en pompunit

Het giekzwenkwerk heeft een afgedichte vertanding.

is binnen 10 minuten aan- of af te koppelen.

Automatisch rijden met een vooraf ingestelde rijafstand.

ORCA (OVER RIJD CHASSIS AANBOUW)

Wensen voor speellocaties in kaart?

www.hemos.nl Info@hemos.nl 06 46602500

GRIP OP GROEN

Participatie ideeën Titel initiatief Buitenfitness toestel Omschrijving De kinderen die op dit grasveld spelen hebben behoefte aan een buiten­ fitnesstoestel.

werk

wijze r BUITENRUIMTE IN KAART

Maai - laadwagens

Neem een abonnement op:

werk

wijze r BUITENRUIMTE IN KAART

Geïnteresseerd?

het ideale online kaartplatform voor • coördinatie van werkzaamheden in de buitenruimte • optimalisatie van communicatie bij de uitvoering • informatie- en inzichtverstrekking aan de opdrachtgever. info@werkwijzer-kaart.nl 085-201 9075 www.werkwijzer-kaart.nl

Met trainingen voor aansturings- en buitenmedewerkers.

en slangen Veeg-Haspels en verticuteermachines

+ 31 (0)577 40 80 80 info@schouten.ws www.schouten.ws


De fietstocht door Oldenzaal vertrekt vanaf het stadhuis aan de Ganzenmarkt. Op het Stationsplein wordt even afgestapt. Tot 2013 lag het plein er desolaat bij; verpaupering en ver­ stening hadden de entree naar de binnenstad in hun greep. Omlijsting Inmiddels ligt het plein er heel anders bij. Het is omgevormd in lijn met het biodiversiteitsbe­ leid van de gemeente. Een terrassentuin met veel verschillende planten en bomen siert het straatbeeld en er is een fietsverbinding onder het spoor door aangelegd. Die verbindt het stadscentrum met de wijk Zuid-Berghuizen, aan de andere kant van het spoor. ‘Het is opener en aantrekkelijker geworden. We hebben een aan­ tal mooie beeldbepalende gebouwen hier, een oud belastingkantoor en een ziekenhuis. Die komen nu weer tot hun recht. Het oog wordt ernaartoe getrokken; ze hebben als het ware een groene omlijsting gekregen.’ Aan de andere kant van het spoor ligt onder meer de nieuwe buurt Stakenbeek. Een geoe­ fend oog ziet hier hoe Oldenzaal op creatieve wijze omgaat met waterbeheer. Een onder­ grondse wateropvang van 7.000 kuub vangt al het hemelwater van het woongebied op. Wanneer die overloopt, stroomt het water in een wadi, een natuurlijke wateropvang met grassen en planten die goed tegen natte voe­ ten kunnen. Vanuit de wadi kan het water bij

extreme regenval zijn weg vinden naar een naastgelegen beek. Stuwwal Dit ingenieuze systeem van waterbeheer en vooral waterretentie zien we op verschillende plaatsen in Oldenzaal terug. Dat is natuurlijk geen toeval. De stad krijgt bij zware regenval veel water te verwerken dat vanaf de nabijgele­ gen stuwwal naar beneden stroomt. Waterretentie is bovendien van groot belang voor Oldenzaal, zo is afgelopen zomer geble­ ken. Op veel plaatsen wordt de zandgrond afgewisseld door zware kleigrond. Door de extreme droogte van 2018 is op verschillende plaatsen de klei ingeklonken. Daardoor hebben oudere woningen die in de jaren dertig zonder fundering op de klei zijn gebouwd schade opgelopen. ‘Klimaatverandering dwingt ons nu om heel slim met water om te gaan. Zowel droogte als extreme regenval speelt ons parten in deze stad.’ Speerpunten De tocht voert vervolgens langs verschillende locaties naar een van de pronkstukken van het Oldenzaalse groenbeleid, de ecologische verbindingszone Jufferbeek. Tussen twee bedrij­ venterreinen strekt zich een brede natuurstrook uit, waar vooral water vrij spel krijgt. Alle speer­ punten van het groenbeleid komen hier tot uiting: biodiversiteit, bestrijding van hittestress

Burgerinitiatieven sieren het straatbeeld.

www.stad-en-groen.nl

25


Omdat onkruid overal groeit Een NIMOS Mug is compact en krachtig

NIMOS onkruidborstelmachines zijn verkrijgbaar bij: Stierman De Leeuw Woudhuizermark 79 Apeldoorn 31 (0)575 59 99 99 info@stiermandeleeuw.nl www.stiermandeleeuw.nl

Dé emissievrije alleskunner van WeedControl

Direct profiteren van maximaal belastingvoordeel door de MIA/VAMIL regeling. Neem contact met ons op om u uitgebreid te laten informeren.

Volledig elektrisch, onderhoudsarm, nauwelijks geluid, lage gebruikskosten ENERGIEWEG 9-11 | 5145 NW | WAALWIJK WWW.WEEDCONTROL.NL | +31 (0) 416 540 718 WWW.ALLTREC.NL | INFO@WEEDCONTROL.NL


OP DE FIETS

‘Bedrijven zijn geen bomenplanters, maar hebben wel behoefte aan groen’

en waterretentie. De verbindingszone heeft een grote bergingsvijver, verschillende bosschages, heide, gras, bos en zelfs een moerasbosje. De naastgelegen, jonge bedrijventerreinen Jufferbeek-Zuid en Het Hazewinkel doen daar­ entegen versteend aan. ‘Dat maakt de natuur op deze plek zo belangrijk. We compenseren de verstening. Bedrijven zijn geen bomenplanters. Ik denk ook niet dat we dat van ze moeten vragen’, vindt Zinkweg. ‘Bedrijven moeten hier goed met hun vrachtauto’s uit de voeten kun­ nen. Bomen en andere groenvoorzieningen staan dan maar in de weg. Dat neemt niet weg dat ze wel groen in hun omgeving nodig hebben. Werknemers willen immers graag uit­ waaien in de natuur tijdens de lunchpauze. Wij nemen als gemeente de verantwoordelijkheid om daarin te voorzien. We leggen dat niet bij de ondernemers neer. We willen ervoor zorgen dat bedrijven zich hier graag vestigen en creëren daarvoor graag een goed kader’, zo spreekt de VVD-wethouder, indachtig haar liberale beginselen.

Burgerinitiatief Op de Zilverschoon ontmoet Zinkweg buurt­ bewoner Marcel Brand, één van de drijvende krachten achter een succesvol burgerinitiatief in de wijk. Buurtbewoners hebben hier het open­ baar groen in zelfbeheer genomen. Het is één van vele burgerinitiatieven in de stad. In samenspraak met de gemeente heeft in Zilverschoon een herinrichting plaatsgevon­ den. Het ontwerp dat uit het overleg met de buurt is voortgekomen, is geheel in lijn met de ambitie van de gemeente om te streven naar optimale biodiversiteit. Van verrommeling is hier echter zeker geen sprake. Het openbaar groen in Zilverschoon ligt er strak bij. ‘Dit wordt op A-plus-niveau onderhouden’, weet Zinkweg te vertellen. Ouderen ‘We steken er met vier mensen ongeveer acht uur per week in’, vertelt Brand. Daarnaast krijgt hij voor zwaar werk ondersteuning van een aan­ tal jongere buurtbewoners. ‘Maar de harde kern zijn vooral ouderen. De jongere buurtbewoners waren in het begin heel actief en enthousiast, maar haakten later een beetje af.’ Dat deert het burgerproject echter niet, vindt zowel Brand als Zinkweg. ‘Wij hadden als gemeente nooit 32 uur per week in dit groen kunnen steken’, vertelt de wethouder. ‘We kun­ nen dit gerust een geslaagd project noemen, denk ik. Niet alleen omdat het groen er prachtig bij staat, maar ook vanwege de sociale cohesie die het in de buurt heeft gebracht.’ De rondgang door Oldenzaal laat zien dat de stad druk bezig is het groenbeleid toekomst­ bestendig te maken. De gemeente is op zoek gegaan naar een symbiose tussen kostenef­ ficiënt groenbeleid en duurzaamheid. Daarbij heeft het gemeentebestuur hier en daar lessen geleerd, de koers moeten bijstellen en compro­ missen gesloten. Maar wie uit de berichtgeving in de lokale krant denkt te kunnen opmaken dat Oldenzaal haar groenbeleid heeft geofferd op het altaar van blinde bezuinigingsdrift, heeft het mis. Het groenbeleid van de Overijsselse stad maakt bepaald niet de indruk minder ambitieus te zijn dan dat van andere gemeenten die wer­ ken aan leefbaarheid en die zich voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29621/oldenzaalhoudt-de-hand-op-de-knip

www.stad-en-groen.nl

27


Meedenken met Utrechtse campus Groenonderhoud oude campus Universiteit Utrecht maatwerk door meedenkende hoveniers In het centrum van Utrecht staan enkele historische panden die behoren tot de universiteitscampus van de Domstad. Het groenonderhoud bij deze oude gebouwen vergt extra flexibiliteit van de hoveniers, gezien de vaak moeilijke bereikbaarheid en de aanwezigheid van stu-

Mark van de Kraats deed de Agrarische Hogeschool Dronten en is sinds 2004 werkzaam als projectleider bij Verheij Integrale groenzorg. Bij het groenbedrijf werken zo´n dertig mensen in de binnendienst en rond de honderd buiten. In de zomer kan het aantal buitenwerkers oplopen tot tweehonderdvijftig. Van de Kraats’ taak bestaat onder andere uit het leidinggeven aan medewerkers en het voeren van werkoverleg. Het project voor de Universiteit Utrecht (UU) verloopt in goed overleg met de contractmanager, Frank Kooiman.

denten. Stad + Groen vroeg Frank Kooijman hoe hij het groenonderhoud bij deze panden organiseert. Auteur: Jeroen Poldermans

28

3/2019

Oude locatie als onderscheidende factor 'De reden dat de Utrechtse universiteit voor een deel aan de oude binnenstad blijft vasthouden, is gelegen in het feit dat ze zich op die manier wil onderscheiden van andere universiteiten. Dat kun je met huisvesting doen, maar ook met faculteitslocaties met monumentale allure. De Universiteit Utrecht heeft drie campussen: het Utrecht Science Park, International Campus Utrecht en de campus in de binnenstad. Met name op die laatste locatie staan veel monumentale panden.'

Niet storen, tentamens! 'Op de campus in de binnenstad van Utrecht zijn we met vier man één dag in de week actief. Onze taken zijn grasmaaien, heggen knippen, bladblazen, onkruid verwijderen, bomen snoeien etc. De aanwezigheid van studenten is iets waarmee we uiteraard steeds rekening moeten houden. Studenten willen tijdens het studeren en zeker tijdens tentamens niet gestoord worden. Van belang is dus dat we geen geluidsoverlast of andere overlast veroorzaken. Een hele uitdaging, want je ontkomt er niet aan om geluid te maken. In de zomer zitten veel studenten op het gras, dus dan kunnen we niet grasmaaien. Gelukkig snapt onze contactpersoon bij de UU, Frank Kooiman, dat we geen honderd studenten van het gras kunnen jagen als het pauze is en bovendien dertig graden. Al met al zorgt het meedenken ervoor dat het werken op de campus nog steeds een leuke en interessante uitdaging is.' Hitte en droogte 'Over dertig graden gesproken: de hitte en droogte van de afgelopen zomer kostten ons extra veel inspanning en tijd. Het gras en de struiken hebben flink te lijden gehad.


4 min. leestijd

ACTUEEL Veel uitdroging konden we voorkomen met automatische besproeiing. In de tuin van het Janskerkhof, bij de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, hebben we een beregeningsinstallatie geĂŻnstalleerd.' Moeilijk bereikbaar 'De slechte bereikbaarheid van de tien binnentuinen is een probleem. De locaties zijn alleen lopend bereikbaar. Het kenmerkende aan dit project is dat onze onderhoudsploeg eenmaal per week met kruiwagens en een grasmaaier dwars door de binnenstad van Utrecht sjouwt, langs de Oude Gracht, het Neude, de Domkerk, het Pieterskerkhof en over het Wittevrouwenplein, tussen de studenten door. Er zijn binnentuinen waar je niet met een zitmaaier kunt komen; dan nemen we een duwgrasmaaier mee. Weinig mensen weten dat de Domkerk een achtertuin heeft en daar komen wij ook. Dat is Achter de Dom 20, bij de faculteit Geesteswetenschappen, de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie en het Centre for the Humanities. Veel tuinen zijn alleen bereikbaar via de voordeur. In die gevallen gaan we via de gangen naar de tuin. Aan het Janskerkhof 2-3a is zelfs een tuin waar we alleen kunnen komen door via het raam naar buiten te klimmen!' Zwerfafval dit jaar speerpunt 'Het zijn voornamelijk tuinen die we onderhouden, uitgezonderd het plein rondom de Universiteitsbibliotheek, het Wittevrouwenplein. Het behoort tot onze taken om dit plein te ontdoen van zwerfafval, zoals peuken, plastic, blikjes en dergelijke, dat studenten achterlaten, zeker als er een feestje is geweest. Zwerfafval is een speerpunt, dit jaar. Daar hebben we onze handen vol aan, om het maar voorzichtig uit te drukken. We hebben afvalbakken geplaatst om de studenten te stimuleren deze te gebruiken, zodat het plein schoner wordt. Met het schoonhouden van het Wittevrouwenplein dragen we bij aan het uiterlijk en daarmee het schone imago van de binnenstad van Utrecht.' Anticiperen op lesrooster Het motto van Verheij Integrale groenzorg is: 'doeners die denken'. Meedenken betekent bij dit project maatwerk leveren. 'In verband met geluidsoverlast verspreiden we de taken over de dag, in overleg met de universiteit. Een bepaalde binnentuin kunnen we alleen via een collegezaal bereiken. Onze hoveniers

www.stad-en-groen.nl

29


Alles over Groenbeheer ondersteunt beleidsmakers en groenbeheerders bij het bereiken van een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte tegen acceptabele beheerkosten Waarom kiest u voor Alles over Groenbeheer?

• • • •

Bestandsbeheer • RAW-bestekken • Groeiplaatsonderzoek Ontwerp- en inrichtingsadvies • Bomen Effect Analyses Planmatig Beheer • Directievoering en toezicht Inventarisaties • Bomenwacht • Assetmanagement

www.allesovergroenbeheer.nl De Run 8215a 5504 EM Veldhoven • Beilerstraat 24 9401 PL ASSEN • Galvanistraat 1 6716 AE EDE info@allesovergroenbeheer.nl t. 0497-534044

Hako Citymaster 600: Professioneel, multifunctioneel inzetbaar en compact


ACTUEEL INTEGRALE GROENZORG Verheij Integrale groenzorg werd in 1985 opgericht als eenmanszaak door Dick Verheij. Verheij bedient klanten in heel Nederland, maar de meeste activiteiten vinden plaats in het midden, westen en zuiden van het land. Verheij Integrale groenzorg is een erkend leer-werkbedrijf en vormt daarmee niet alleen een startpunt voor leerling-hoveniers, maar biedt hen tevens uitstekende doorgroeimogelijkheden. In het kader van de Participatiewet werken er ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, een rol die het groenvoorzieningsbedrijf vanuit sociaal en maatschappelijk oogpunt graag invult. Het groenbedrijf stimuleert interne en externe participatie door mensen van buiten de sector. Dit heeft bijvoorbeeld geresulteerd in een doorontwikkeling op ICT/GIS-gebied. anticiperen op het lesrooster voor die specifieke collegezaal en plannen op basis daarvan het groenonderhoud in.' Meedenken is een must. Volgens Mark van de Kraats onderstreept het onderhoudsproject bij de Universiteit Utrecht dit motto perfect, want je kunt op de oude campus niet zomaar iets doen zonder met de universiteit mee te denken. Frank Kooiman werkt sinds 1986 aan de Universiteit Utrecht in diverse functies. Tot 1 maart jl. was dat als contract- en leveranciersmanager onderhoud; sinds 1 maart is zijn functie projectleider technisch onderhoud buitenruimte. Hij houdt zich bezig met dagelijkse en planmatige onderhoudsprojecten voor de buitenruimte en de implementatie van iASSET.

iASSET 'In mijn nieuwe rol focus ik me meer op het planmatig onderhoud. We willen dat beter organiseren, zodat we grotere projecten kunnen aanpakken en meerjarig onderhoud kunnen uitvoeren. De implementatie van iASSET speelt hierbij een belangrijke rol. We zijn nu bezig met het invullen van dat programma, zodat alle assets met alle kenmerken en conditiemetingen bekend zijn. Behalve het hele groenbestek worden alle ondergrondse en bovengrondse assets overgezet naar dit programma. Denk aan kabels, leidingen, rioleringen, maar ook de openbare verlichting', aldus Frank Kooiman.

Groene uitstraling Kooiman hecht groot belang aan de groene uitstraling van de campus in de binnenstad, omdat in de hele Utrechtse binnenstad A-kwaliteit geldt voor de buitenruimte die in beheer is bij de universiteit. Het bestek met Verheij Integrale groenzorg betreft ook het verwijderen van grof en klein zwerfafval, dikwijls in de vorm van sigarettenpeuken. Het valt voor Verheij niet mee om deze taak naar behoren uit te voeren, mede omdat de universiteit zich nog niet heel sterk maakt voor een rookbeleid. De hoveniers van Verheij zijn hier ĂŠĂŠn dag in de week, terwijl het zwerfafval de hele week blijft komen. 'Maar dat is nu eenmaal inherent aan het contract dat we hebben afgesloten', aldus Kooiman. Zorg en advies 'Afgelopen zomer hebben veel planten het niet gered. Op het Janskerkhof hebben we op advies van Verheij Integrale groenzorg robuustere beplanting aangebracht, die extremer weer aankan. Daarnaast legt Verheij waar nodig beregeningsinstallaties aan, maar ze geven bijvoorbeeld ook advies op het gebied van civieltechnisch werk en bestrating, zodat de beeldkwaliteit beter wordt. Wat dat betreft, staat Verheij Integrale groenzorg behoorlijk in de meedenkstand.'

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29645/ meedenken-met-utrechtse-campus

www.stad-en-groen.nl

31


WHAT Groundsmaster® 4000-D. MATTERS Eén machine om grote en

kleine gebieden te maaien.

MOST Loop vooruit op je

planning, en blijf binnen je budget. Wat het belangrijkste is voor jou, is ook het belangrijkste voor ons. Cirkelmaaier Groundsmaster® 4000-D. De slimme zero turn-radius, gecombineerd met variabele snijbreedten van 1.5 m, 2.4m en 3.4 m, maken het mogelijk om met één machine zowel grote oppervlakten als kleine, krappe gebieden te maaien. Dag in, dag uit. Behaal maximale efficiëntie, zodat je je kunt richting op andere prioriteiten.

Praat mee!

@ToroGolf ©2017 The Toro Company. All rights reserved.

MEER OVER DE GROUNDSMASTER 400D VIND JE OP TORO.COM


COLUMN

'Groen heeft nu in de stedelijke omgeving vooral een decoratieve waarde en wordt daarom vaak als kostenpost beschouwd' Megchelen

NL Greenlabel

Klimaatverandering vraagt om integrale aanpak Er worden op allerlei niveaus maatregelen aangekondigd om de uitstoot van schadelijke broeikasgassen te beperken. Dat is zonder meer lovenswaardig, maar de hoofdzakelijk eenzijdige focus op energie leidt af van de noodzaak om op een heel andere manier met onze werk- en leefomgeving om te gaan. Dit vergt meer dan een zonnepaneel, een windmolen en Nul op de Meter. Er is namelijk nog iets anders gaande. Biodiversiteit, landschappen en ecosystemen staan enorm druk, terwijl de inrichting en het beheer van de openbare ruimte zelden op de natuur zijn toegesneden. Zo is volgens wetenschappelijk onderzoek tussen 1989 en 2016 de totale massa vliegende insecten met meer dan 75 procent gedaald. Zoals eerder beschreven, zullen we vaker met wolkbreuken, hitte en droogte te maken krijgen. Om daarop in te spelen, moeten we eindelijk leren dat we de buitenruimte niet helemaal naar onze hand kunnen zetten, maar veel meer moeten inzetten op zogenaamde #Lnature based solutions$L. Dat betekent dat we natuurinclusief moeten gaan denken en handelen. Groen heeft nu in de stedelijke omgeving vooral een decoratieve waarde en wordt daarom vaak als kostenpost beschouwd. De inzet zou juist moeten zijn dat groen de kwaliteit van de leefomgeving, de ecologie en de biodiversiteit verhoogt. Het zorgt niet alleen voor een aantrekkelijke en gezonde plek om te leven en te werken, maar het wapent ons ook veel beter tegen het veranderende klimaat. Het is bijvoorbeeld bekend dat water veel beter kan infiltreren op plekken waar geen traditionele verharding aanwezig is. In tijden van intensieve regenval en overstromingsgevaar verdient het daarom de voorkeur om bestrating tot het noodzakelijke te beperken. Ook is de verkoelende werking van groen niet te onderschatten in stedelijk gebied, waar warmte in de stenen en het asfalt opgeslagen blijft. Een park kan wel 7°C koeler zijn

dan de versteende omgeving. Groen is niet alleen mooi, het levert ook dienstbare functies waarvan we afhankelijk zijn en die we weer moeten gaan waarderen. Biodiversiteit vormt de absolute basis van ons voedsel en van schoon water en is niet alleen cruciaal voor ons overleven, maar ook voor cultuur, identiteit en de kwaliteit van leven. Als we dat kunnen waarderen, leren we dat we te gast zijn in een ecosysteem. Dat ecosysteem moeten we op een fatsoenlijke manier achterlaten, zodat de natuur die dienstbare functies kan blijven uitoefenen. Dat is beter voor de natuur, het milieu ĂŠn voor de mens. Mijn oproep als gezicht van de groene sector en strijder voor duurzaamheid is om op een integrale manier te reageren op klimaatverandering. Als groen leidend wordt in onze aanpak, kan het energievraagstuk wel degelijk gekoppeld worden aan het herstel van biodiversiteit en de verbetering van de leefomgeving. We moeten beginnen te begrijpen dat het versterken van natuurwaarden minstens zo belangrijk is om bijvoorbeeld weerbaarder te worden tegen de grillen van het weer. Als we weer leren te denken vanuit de ecologie, zullen we merken dat al deze vraagstukken ten diepste met elkaar zijn verbonden. Want welke parasol bindt fijnstof, dempt het stadslawaai, houdt regenwater in de bodem vast, zuivert de lucht en slaat CO2 op? Juist, een boom. Zo simpel kan het zijn. Lodewijk Hoekstra

Be social www.stad-en-groen.nl/article/29662/klimaatveranderingvraagt-om-integrale-aanpak

www.stad-en-groen.nl

33


Het aantal kinderen in een nieuw te bouwen woonwijk is prima te voorspellen; claim die speelruimte! Johan Oost van OBB speelruimtespecialisten uit Deventer heeft de bevolkingsontwikkeling van diverse nieuwbouwwijken naast elkaar gezet. Conclusie: het aantal kinderen in een nieuw te bouwen woonwijk is prima te voorspellen Als je het aantal kinderen voorspelt, betekent dat ook: voorspellen hoeveel en welke speel-, sporten ontmoetingsvoorzieningen er de komende 40 jaar nodig zijn. ‘Maar projectontwikkelaars en stedenbouwkundigen hebben geen zin om daar rekening mee te houden. Aan het begin, op de tekentafels, zie je wel mooie (verkoop)plaatjes, maar in de praktijk wordt weinig structureels gedaan aan speel-, sport- en ontmoetingsvoorzieningen.’ OBB geeft data vrij om gemeenten te helpen op voorhand een leefbare wijk te programmeren. Auteur: Willemijn van Iersel

34

3/2019

‘Ontsnappen kan niet meer’, zegt Johan Oost. Hij heeft van een flink aantal gemeenten de demografische gegevens naast elkaar gelegd. Deze statistieken kun je over nieuwbouwprojecten in Nederland uitrollen. ‘Er zal best eens een kind verschil in zitten, maar op hoofdlijnen klopt het’, betoogt de eigenaar van OBB. ‘Dat blijkt uit de toepassing van deze kennis in onze eigen projecten.’ Eigenlijk is het heel simpel. Oost heeft van een flink aantal wijken de woningvoorraad, de werkelijke kinderaantallen (0-5 jaar, 6-11 jaar en 12-18 jaar) op verschil-


Circulair Spelen AWARD 2019

5 min. leestijd

aantal kinderen per woning leeftijd wijk:

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

55

0 t/m 5 jaar

0,37

0,31

0,23

0,18

0,16

0,15

0,13

0,15

0,17

0,13

0,09

6 t/m 11 jaar

0,28

0,31

0,28

0,20

0,18

0,16

0,14

0,17

0,20

0,12

0,09

12 t/m 18 jaar

0,16

0,25

0,31

0,26

0,20

0,20

0,16

0,18

0,26

0,14

0,10

totaal:

0,81

0,86

0,82

0,64

0,54

0,51

0,44

0,50

0,64

0,40

0,29

Leefbare wijken programmeren Het is geen lineair proces; de cijfers per doelgroep verschuiven. Maar op basis van de bouwplanning kunnen er wel pieken worden voorspeld in de aantallen kinderen in een wijk per leeftijdscategorie. Volgens Oost moet er bij de ontwikkeling van een wijk ook zo naar spelen, sporten en ontmoeten worden gekeken. ‘Als je een nieuwe wijk bouwt, kun je er op basis van de data van uitgaan dat er al vrij snel basisschooljeugd en jongeren zullen wonen. Deze categorie heeft meer ruimte nodig voor bewegen en sporten. Die grotere plekken moeten dus meteen meegenomen worden in de ontwikkelingsplannen van de wijk, met minimaal een basisinrichting die ten tijde van de piek nog wat aangevuld kan worden.’ Soms wordt wel gekeken naar prognoses over kinderen in relatie tot de school. Oost: ‘Maar deze cijfers liggen in mijn ervaring vaak te laag. Hoe vaak zie je niet langere tijd noodlokalen staan op het plein of wordt er elders in de wijk

lende momenten, en de leeftijd van de wijk op dat moment tegen elkaar uitgezet (109 waarnemingen in Dronten, Houten, Maassluis, Utrecht en Vianen). ‘Daar komen gemiddelden uit met betrekking tot het aantal kinderen per woning’, zegt Oost. ‘Uit ons onderzoek blijkt dat er in een wijk die vijf jaar oud is, gemiddeld 0,81 kind per huishouden is; in een wijk van tien jaar is dat 0,86 en na vijftien jaar 0,82. De piek ligt bij wijken tussen de tien en twintig jaar oud; daarna neemt het vaak af, met soms tien tot twintig jaar later een kleine tweede piek. De piek voor de jongste doelgroep begint al vijf jaar na oplevering en voor jongeren is deze ongeveer vijftien jaar na oplevering. En een piek houdt circa zeven à acht jaar aan. Er moet rekening mee worden gehouden dat er na vijf jaar ook al veel oudere kinderen zijn met andere behoeften. Gezinnen die in de gezinswoningen komen, hebben vaak al een kind.’

speelstructuur

speelruimte specialisten

Wilgenrijk, Maassluis

speelroute 6-11

What’s-up 12-18

speelroute 12-18+

ontmoeting 0-100

Stay Around 12-18

0-5 jaar ontmoeting 0-100

informeel spelen

Steun spelen 0-5

What’s-up 12-18 Stay Around 12-18

Steun spelen 0-5

ontmoeting 0-100

What’s-up 12-18

ontmoeting 0-100

informeel spelen

ontmoeting 0-100

Steun spelen 0-5

Buurtplek spel+sport 0-11

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

ontmoeting 0-100

informeel spelen

Stay Around 12-18 informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

Steun spelen 0-5

ontmoeting 0-100

Buurtplek spelen 0-11

informeel spelen

Buurtplek spelen 0-18

Stay Around 12-18

informeel spelen

informeel spelen

ontmoeting 0-100

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

Stay Around 12-18

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

Buurtplek spel+sport 0-18

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

What’s-up 12-18 ontmoeting 0-100

ontmoeting 0-100

informeel spelen

informeel spelen ontmoeting 0-100

informeel spelen

What’s-up 12-18

informeel spelen

informeel spelen

What’s-up 12-18

ontmoeting 0-100

Masterplan spelen Wilgenrijk

No Problem 12-18

informeel spelen

informeel spelen

informeel spelen

ontmoeting 0-100

informeel spelen

What’s-up 12-18

No Problem 12-18

Trapveld sport 12-18

Steun spelen 0-5

Steun spelen 0-5

informeel spelen

informeel spelen

Weerbarstig Maar de praktijk is weerbarstig, weet Oost. ‘Aanvankelijk wordt op de tekentafel het onderwerp spelen wel benoemd, maar in de loop van de tijd verdwijnt de aandacht en vindt men andere zaken toch belangrijker. Stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars hebben er in principe ook geen belang bij om ruimte in te leveren voor spelen. Ze maken vaak mooie plaatjes, maar als je goed kijkt, is spelen de sluitpost, in kleine overgebleven hoekjes. Dat is prima voor nul- tot vijfjarigen, maar als de kinderen ouder worden, beginnen de problemen. Kijk maar naar Vleuterweide en Leidsche Rijn. Daar zijn bijna geen plekken voor jongeren en er is ook bijna geen ruimte om goede (sport)plekken voor jongeren te maken. Er zijn nu veel problemen. Bewoners klagen, de handhaving is druk, tijdelijke oplossingen zijn duur en een echte oplossing is bijna niet mogelijk. Het lijkt haast alsof het de komende vijftien jaar een kwestie van uitzitten wordt.’

Bovenwijks spel+sport +ontmoeting 0-100

6-11 jaar 12-18+ jaar

een dependance gezocht? Onze cijfers voor kinderaantallen, die gebaseerd zijn op de werkelijk aanwezige kinderen in de praktijk in de afgelopen jaren, komen eigenlijk altijd hoger uit dan deze prognoses.’

ontmoeting 0-100

Skatebaan sport 12-18

Niet alleen speelplekken Met de data in de hand en met zicht op het type woningen en de bouwplanning kan het zoveel beter, meent Oost. ‘Als je weet wat de leeftijdsopbouw in een wijk zal zijn, kun je gaan tekenen. Je kijkt bij speelruimteplanning altijd naar een hele wijk of buurt, niet alleen naar die ene plek. Als kinderen ouder worden, gaan ze namelijk verder van huis en zoeken ze grotere plekken voor meer uitdagend en avontuurlijk spel. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, groeit de kleinere speelplek voor de deur dus niet mee. Als je een goede basisstructuur aanlegt en blijft spelen met variatie in de inrichting op deze grotere centrale plekken, dan worden dit bijna altijd blijvende plekken. Daarom is het zo belangrijk om die basisstructuur bij de aanleg van een wijk al te realiseren: een paar

www.stad-en-groen.nl

35


BOR-Vision

BOR-Vision, eenvoudig meer controle

BOR-Vision geïntegreerd in uw ICT-landschap

Voor overzicht en inzicht in uw projecten en planning rond Beheer Openbare Ruimte. Groene software geïntegreerd in uw ICT-landschap.

Centraal financieel / HRM

BOR-Vision

Afval inzameling

Beheersoftware

Grafisch taakgestuurd werken

Digitale kaart / GIS

Meer informatie: T +31 (0)172 23 54 44

..

www.bor-vision.nl info@infogroen.com

Tielbürger Sales Office France-Benelux D.B. van der Horst B.V.

Tielburger Veegmachines Onkruidborstelmachines Hooggrasmaaiers Versnipperaars Verticuteermachines Motormaaiers Aanbouwwerktuigen voor - zitmaaiers - quads & atv’s - tweewielige trekkers

Alle producten van Tielbürger voldoen aan de CE-normen

WWW.DONATVANDERHORST.NL T. +31 (0) 316 26 16 73

info@donatvanderhorst.nl

MADE IN GERMANY Levering uitsluitend door geselecteerde en geschoolde vak handelaren.


Circulair Spelen AWARD 2019 Ontwikkeling doelgroepen 0-18 jarigen 2018-2044 WILGENRIJK a.h.v. aantal woningen gebouwd per fase

1.100

900

700

500

300

100

-100

2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044

0 t/m 5

40

89

140

147

6 t/m 11

30

66

105

115

165

208

241

270

293

317

344

344

369

364

369

366

359

359

365

351

348

338

322

319

299

278

12 t/m 18

18

39

62

72

101

130

158

185

205

231

261

277

302

313

325

332

331

344

332

330

327

315

309

304

290

285

273

totaal

88

194

307

334

480

604

696

776

844

910

984

984 1.052 1.044 1.053 1.042 1.026 1.030 1.033 1.005 998

971

929

923

872

823

804

214

266

297

321

347

361

379

363

381

367

359

344

336

327

336

324

323

317

299

300

282

260

258 273

Johan Oost

OBB speelruimtespecialisten

Ontwikkeling Wilgenrijk

'Houd ook rekening met informeel spelen.' grote bovenwijkse speelplekken voor alle leeftijden (zoals een skatepark, grote natuurspeelplek of multifunctionele sportplek), en dichter bij huis centraal gelegen buurtplekken voor kinderen die nog niet alleen zo ver van huis mogen.’ Oost geeft aan dat het daarmee niet klaar is. Er moet ook rekening gehouden worden met informeel spelen. ‘Bedenk zelf maar eens waar je speelde toen je tien jaar was; waarschijnlijk denk je dan eerder aan de straat, het groen en het pleintje dan aan een speelplekje tussen de huizen. Ook nu geven kinderen aan dat ze circa 85 procent van hun buitenspeeltijd niet op speeltoestellen spelen, maar de buurt in gaan om te voetballen, hutten te bouwen, te leren fietsen, te skaten en struinen door de bosjes en langs waterkanten. Bosjes, stoepen, water, groen: de wijk wordt er ook veel leuker en leefbaarder door. Het zorgt voor minder sociale problemen. Deze ruimte moet dus ook

mee ingepland worden. Zonder stoepen zijn de plekken namelijk niet bereikbaar, zonder bosjes zijn er geen plekken om hutten te bouwen et cetera. Spelen is per definitie inclusief, voor alle bevolkingsgroepen, leeftijden en beperkingen.’ Wilgenrijk ‘De wijk Wilgenrijk in Maassluis (zie tekening ontwerp) is een mooi voorbeeld van hoe het ook kan. In het Actieplan Spelen 2018-2028 en het concept-speelruimtebeleidsplan 2018 is beschreven dat Maassluis wil dat kinderen langer en vaker buiten spelen. Ook ziet de gemeente graag dat kinderen veel kunnen beleven en zich dit blijven herinneren: verstoppertje spelen, hutten bouwen, rustig zitten, de seizoenen en zintuigen ervaren en eigen grenzen ontdekken. Jeugdigen die later aan hun stad denken als dé plek waar ze uitgedaagd werden, daar gaat de gemeente Maassluis voor. In Maassluis is rekening gehouden met de leeftijdsopbouw van kinderen en zijn voorzieningen per categorie ingetekend. Voor Wilgenrijk is dus het aantal woningen dat in een bepaalde fase zal worden gebouwd, uitgezet tegen de normen, zodat een goed overzicht ontstaat van het totaal aantal kinderen, jeugdigen en jongeren op een bepaald moment, maar ook per speelwijk. Daardoor kon een toekomstgerichte speelstructuur geadviseerd worden. Dat is geen blauwdruk van hoe het precies wordt, maar wel

een duidelijke indicatie dat er rekening gehouden wordt met het spelende kind. Uitgaande van de ontwikkeling van de doelgroepen en de normen voor speelruimte, zouden er voor jongeren minimaal drie tot vier goede buurtsport- en -ontmoetingsplekken moeten zijn, voor jeugdigen vijf tot zes goede buurtspeelen -sportplekken en voor kinderen elf plekken. Daarbij kunnen op locaties die groot genoeg zijn prima plekken gecombineerd worden voor mensen van 0 tot 99 jaar. Minimaal een van deze plekken zou een bovenwijkse functie kunnen hebben. Verder moet er voor kinderen een structuur van steunplekken zijn in buurten waar relatief veel kinderen wonen, en daarnaast moet er op centrale buurtplekken ruimte voor kinderen zijn.’ Oost: ‘Gelukkig zitten wij steeds vaker in een vroeg stadium mee rond de tafel. We zijn “huisadviseur” in Utrecht-Leidsche Rijn en laten Nieuwegein en Schiedam ook hun nieuwbouwplannen toetsen in een vroege fase.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29615/het-aantal-kinderen-in-een-nieuwbouw-woonwijk-isprima-te-voorspellen

www.stad-en-groen.nl

37


Wie wint de Circulair Spelen Award 2019? ‘Dit speeltoestel is echt een beetje kinderachtig!’ Bovenstaande uitspraak is zomaar een van de ongefilterde meningen van onze gastredacteuren en tevens juryleden voor deze speelse editie van Stad en Groen. Want wie kunnen speeltrends en ontwikkelingen nu beter beoordelen dan de eindgebruikers? Daarbij, zoals iedereen weet, kinderen en dronkaards zijn de enige goudeerlijke mensen in deze wereld. Hier volgt de ongecensureerde mening van een twaalftal kinderen over acht gerealiseerde speelplekken door heel Nederland. Auteur: Willemijn van Iersel

38

3/2019

Deze editie van Stad en Groen staat in het teken van circulair spelen. Circulair spelen is een trend die opkwam na de trend van het natuurlijk spelen. Trends waar ‘volwassenen’ trots op zijn. Circulair is beter voor het milieu en hoognodig, omdat onze grondstofvoorraad begint te slinken. Natuurlijke speeltuinen gaan mooi op in de omgeving, zonder schreeuwerige primaire kleuren en moeten creativiteit bij kinderen stimuleren. Met name de trend van het natuurlijk spelen was niet populair bij onze jury. Alle acht de aangeleverde projecten zijn duidelijk door deze trend beïnvloed; er is veel gebruik van hout en andere natuurlijke materialen (of schijnbaar natuurlijke materialen). Dit werd door een meerderheid van de jury bestempeld als saai en kleurloos. Zo zei Jurylid Thijme dikwijls: ‘Ik mis wat kleurtjes.’ En jurylid Milou over een willekeurig project: ‘Naturel is écht een hele saaie kleur.’ Jurylid Tim: ‘Dit ziet er saai uit, hier hadden wel wat kleurtjes in gemogen.’

Een trend die ook sinds vorig jaar wordt gepropagandeerd door VeiligheidNL is het risicovol spelen. Dit is een trend die gretig aftrek vindt bij de meeste kinderen. Leuzen als: ‘Het ziet er hier lekker gevaarlijk uit’, van jurylid Milou. Of van jurylid Jildau, die ook wel van een uitdaging houdt: ‘Als ik veel enge dingen kan doen en aan touwen kan hangen, vind ik het leuk.’ In dit artikel volgt een uiteenzetting van de deelnemers en de door hen gerealiseerde speelprojecten. Delen van het jurycommentaar worden daarbij onthuld, zeker de allerleukste en allereerlijkste quotes. Wanneer dit blad verschijnt, is de uitslag al bekend bij de jury en de redactie. De officiële uitslag volgt nog. Wij houden u op de hoogte.


Circulair Spelen AWARD 2019

11 min. leestijd

DE JURY

Rondom Nijmegen heeft Vakblad Stad en Groen geprobeerd om een zo divers mogelijke jury samen te stellen, zodat verschillende kinderen en speltypes uit verschillende milieus en diverse leeftijdscategorieën een blik kunnen werpen op de inzendingen.

Vince, 11 jaar

Speltype: rauwer Lievelingseten: pizza Leukste sport: basketbal Favoriete speeltoestel: klimtouwen

Nikkie, 5 jaar

Speltype: bouwer Lievelingseten: pannenkoeken, frietjes en pizza Leukste sport: ballet Favoriete speeltoestel: duikelrek

Mirthe, 4 jaar

Speltype: schouwer Lievelingseten: friet Leukste sport: Ik houd niet van sport. Papa en mama doen dat in de sportschool, als ik later ouder ben ga ik dat ook wel doen. Favoriete speeltoestel: klimtoestel

Midas, 11 jaar

Speltype: bouwer Lievelingseten: knoedel (noedels) Leukste sport: voetbal Favoriete speeltoestel: klimrek, als het maar hoog is MANIER VAN BEOORDELEN Om het zo eerlijk mogelijk te houden voor alle inzendingen, heeft de jury per speelplaats slechts één foto gezien. Sommige leveranciers hadden maar één foto opgestuurd, waardoor ze

Stijn, 6 jaar

Bram, 4 jaar

Speltype: bouwer Lievelingseten: pannenkoeken Leukste sport: voetbal Favoriete speeltoestel: súpergrote glijbaan!

Speltype: schouwer Lievelingseten: pizza Leukste sport: zwemles bij juf Lettie Favoriete speeltoestel: springkussen

Milou, 6 jaar

Thijme, 4 jaar

Speltype: douwer Lievelingseten: pannenkoeken, frietjes en pizza Leukste sport: ballet Favoriete speeltoestel: duikelrek

Speltype: rauwer Lievelingseten: ijsjes en hamburgers Leukste sport: hockey Favoriete speeltoestel: klimtoestel

Jildau, 8 jaar

Mathilde, 9 jaar

Speltype: rauwer Lievelingseten: friet met een frikandel Leukste sport: paardrijden, korfbal en dansen Favoriete speeltoestel: klimrek

Speltype: schouwer Lievelingseten: pizza Leukste sport: paardrijden Favoriete speeltoestel: speeltoestel met huisje, brug en huisje

Tim, 5 jaar

Rifka, 6 jaar

Speltype: douwer Lievelingseten: sushi Leukste sport: voetbal Favoriete speeltoestel: hoog huisje met glijbanen

automatisch al achterstonden ten opzichte van de speelplekken die meerdere foto’s hadden. Anderzijds gaat het ook ten koste van de concentratie van kinderen als je hen een overvloed aan foto’s laat zien. Hoewel er in dit blad soms

Speltype: rauwer Lievelingseten: pannenkoeken Leukste sport: fietsclub Favoriete speeltoestel: schommel

meerdere foto’s per speelplek worden afgedrukt, heeft de jury er dus slechts één gezien.

www.stad-en-groen.nl

39


VIER SPELTYPES: RAUWERS, DOUWERS, SCHOUWERS EN BOUWERS Op een ideale speelplek komt ieder kind aan zijn trekken. Bij de keuze voor een speelplek is het wenselijk om alle verschillende speltypes kinderen in het achterhoofd te houden. Rauwers: kinderen die de ruimte nodig hebben. Stilzitten, daar houden ze niet van; ze beschikken over een tomeloze energie en stuiteren in het rond. Een open terrein waarop niets hoeft en alles mag is ideaal voor een rauwer. Speelgoed moet niet te ingewikkeld zijn en het spelen ermee moet niet te lang duren.

1

Douwers: kinderen die gedijen bij structuur; een speelaanleiding past bij dit type. Douwers, ook wel denkers genoemd, hebben behoefte aan een gestructureerde speelplek waarin een duidelijke activiteitenruimte is, zoals een speeltoestel of een zandbak. Maar ze gaan ook graag op avontuur. Bouwers: kinderen die hun eigen spel willen bouwen; hierbij mag alles en iedereen meedoen. Bouwers bouwen hun eigen speelteam én hun spel. Een losse rommelruimte waarin de eigen creativiteit kan worden gebruikt om te spelen, is hiervoor heel geschikt. Losse ele-

menten hierin stimuleren de bouwers des te meer. Bouwers worden aangetrokken tot het margegebied, zoals een rand groen vlak bij de speelelementen om verstoppertje te spelen. Schouwers: kinderen die eerst de kat uit de boom kijken voordat er beslist wordt of ze meedoen. Ze luisteren beter dan ze praten en het zijn gevoelige kinderen. Een verticale of horizontale begrenzing waardoor ze zich beschut voelen, is voor hen van belang, kortom: de aanwezigheid van een rustruimte.

KLIMTORENS IN HOUTEN

Speelplek 1 is van het bedrijf Boerplay en is te vinden in Houten. De klimtorens van deze speelplaats waren toe aan vervanging omdat het materiaal sterk verouderd was. De wens van de opdrachtgevers, de gemeente Houten en Speeltuin Buitenwereld, was om de klimtorens te behouden, maar dan met meer uitdaging en variatie. Het bedrijf heeft daarom gekozen voor een groot en speciaal op maat gemaakt uitdagend klimklauterparcours. Zo is een uitkijktoren op de heuvel verbonden met de andere klimtorens, voor nog meer klauterplezier.

JURYOORDEEL:

‘Dit ziet er heel lang en groot uit. Ik houd wel van dingen met huisjes en overstapjes. De brug is erg leuk. Ingang vanaf het klimrek ziet er klein uit.’ Mathilde, 9 jaar

40

3/2019

Jildau, 8 jaar: ‘Kun je met je vrienden tegelijk van de glijbaan en in de netten klimmen. Met een extra verrekijker zou het leuker zijn.’ Midas, 11 jaar: ‘Heel leuk, want de speelplek ziet er lang uit. Het hoogteverschil is leuk en de twee glijbanen ook.’ Thijme, 4 jaar: ‘Gewoon mooi, met dichte glijbanen.’ Bram, 4 jaar: ‘Niet leuk.’ Vince, 12 jaar: ‘Deze is denk ik het allerleukste.’ Stijn, 6 jaar: ‘Deze is sowieso het allerleukst! Heel veel keuze en twee glijbanen, dat is supermooi.’ Nikkie, 5 jaar: ‘Alles is leuk. Niks is stom.’ Milou, 6 jaar: ‘Heel veel klimmen en heel veel gevaarlijke dingen! Ik vind glijen ook leuk.’ Mirthe, 4 jaar: ‘Dichte glijbaan is leuk.’ Tim, 5 jaar: ‘Dit vind ik de mooiste, die heeft twee glijbanen en is heel groot. Ook omdat je in de huisjes kan klimmen. Het klimrek is leuk, de brug lijkt me saai.’ Rifka, 6 jaar: ‘Je kunt er superleuk klimmen en de twee verschillende glijbanen. Niets is niet leuk omdat deze groot is.’


Circulair Spelen AWARD 2019 2

NATUURSPEELPLAATS GEOFORT

Speelplaats 2 bevindt zich in Herwijnen in de provincie Gelderland, bij het Geofort. In het Geofort draait alles om de aarde. Precies daarom heeft Goede Speelprojecten hier een natuurspeelplaats aangelegd. Kinderen leren hier spelenderwijs omgaan met de natuur, ze leren wat er leeft, ze leren improviseren, maken kennis met dieren en planten. Spelen in de natuur is ook kennismaken met mogelijkheden, beperkingen en risico’s. Een goede natuurlijke speelplek biedt spanning, uitdaging en avontuur en is bovendien maatwerk. Kortom, volgens Goede Speelprojecten verliezen speeltoestellen een belangrijk deel van hun betekenis als de (natuurlijke) omgeving er niet naadloos op aansluit. De omgeving moet de toon zetten, een vanzelfsprekende drager zijn voor uitdaging en avontuur. De speelobjecten hebben louter tot doel ‘iets van spanning toe te voegen’ en zijn gemaakt van natuurlijke materialen.

JURYOORDEEL: Thijme, 4 jaar: ‘Deze vind ik te hoog, dat durf ik nog niet.’ Stijn, 6 jaar: ‘Aan touwen kan je heel goed hangen. Best heel leuk.’ Nikkie, 5 jaar: ‘Superveel klimmenrekken en touwen. Dat is heel leuk.’ Milou, 6 jaar: ‘Deze zit er een beetje tussenin, niet heel leuk en niet heel stom. Eigenlijk ziet het eruit als een groot net.’ Tim, 5 jaar: ‘Heen en weer slingeren is leuk. Ik vind deze leuk.’ Mirthe, 4 jaar: ‘Ik houd van klimmen. Ik kan al klimmen.’ Jildau, 8 jaar: ‘Dit vind ik de leukste, er zijn hier zoveel enge dingen te doen. Aan touwen klimmen en dan kan je er ook aan hangen.’ Rifka, 6 jaar: ‘Dit ziet er een beetje lelijk uit met al die touwen.’ Mathilde, 9 jaar: ‘Teveel touw, kunt hier alleen maar klimmen.’ Teveel touw. Maar wel leuke obstakels voor andere kinderen.’ Midas, 11 jaar

www.stad-en-groen.nl

41


3

CLICK & PLAY-SPEELTUIN, DIE MET JE MEEGROEIT Speelplek 3 is van het bedrijf IJslander en staat in de gemeente Den Haag. Het gaat om een click & play-realisatie. Samen met de bewoners van de wijk zijn de wensen in kaart gebracht. Een click & play-speeltuin kan meegroeien en veranderen met de wijkbewoners. Diverse toestellen zijn op deze speelplek toegankelijk voor kinderen met een beperking; deze behoefte werd duidelijk door bewonersinspraak. Deze grote speelplek beschikt over een speelhuisje, een grote vogelnestschommel, een glijbaan, een wipwap en een madera-combitoestel. De toestellen lijken van hout, maar zijn van rvs. Ze hebben alle voordelen van rvs, zijn onderhoudsarm en vandalismebestendig, maar hebben een natuurlijke look.

JURYOORDEEL: Het madera-toestel. Fotograaf: © Maarten Stolp

Een grote vogelnestschommel, geschikt voor kinderen met een beperking. Fotograaf: © Maarten Stolp

Jildau, 8 jaar: ‘Ik heb liever één groot klimrek, met nog meer spinnenwebben. Spinnenwebben zijn leuk.’ Milou, 6 jaar: ‘Ook heel leuk’ Mathilde, 9 jaar: ‘Ik vind deze best leuk, je kunt hier lekker rennen en spelen. Dat schommeltje ziet er wel een beetje klein uit. Daar passen grote kinderen toch niet op?’ Midas, 11 jaar: ‘De schommel is niet zo leuk. Maar het grote toestel is mooi met de touwen en de glijbaan.’ Stijn, 6 jaar: ‘Deze glijbaan is supermooi.’ Rifka, 6 jaar: ‘Leuk klimrek en een schommel!’ Nikkie, 5 jaar: ‘Alles is hier leuk en de schommel ook.’ Mirthe, 4 jaar: ‘Mooi spinnenweb, ik houd van groen.’

‘Leuk klimrek en een schommel!’ Rifka, 6 jaar ‘De glijbaan, spinnenweb en schommel zijn allemaal leuk. Hier zou een dichte glijbaan bij moeten.’ Tim, 5 jaar

42

3/2019


Circulair Spelen AWARD 2019 4

BUURTPARTICIPATIE IN BREDA In Bavel in de gemeente Breda is recent een speelplaats gerealiseerd waarbij de buurtbewoners uitgebreid de kans kregen om hun wensen kenbaar te maken. Op basis van deze input zijn twee ontwerpen gemaakt. Maar wat de buurtparticipatie echt uniek maakte, was de kans die de bewoners kregen om samen met Kompan en de gemeente Breda een op maat gemaakt toestel samen te stellen. Dit toestel is de eyecatcher van de speeltuin geworden. Door deze betrokkenheid is het een plek naar wens geworden en spelen de buurkinderen er met veel plezier.

‘Deze heeft een mooie schommel en een huisje en een klimrek. Het bankje vind ik ook mooi.’ Nikkie, 5 jaar

JURYOORDEEL: Stijn, 6 jaar: ‘Deze schommel is ook vet.’ Rifka, 6 jaar: ‘Verschillende klimrekken is leuk. Huisje niet zo leuk, alleen als het regent.’ Midas, 11 jaar: ‘Een leuke speeltuin, maar meer voor klein dan voor groot.’ Milou, 6 jaar: ‘Mogen wel wat meer dingen bij en zouden ook wel meer kleuren in mogen.’ Jildau, 8 jaar: ‘Het huisje is een beetje kinderachtig.’ Tim, 5 jaar: ‘Glijbaan is leuk en ook de schommels zijn leuk. Huisje is niet zo leuk.’ Mathilde, 9 jaar: ‘Vogelnestschommels zijn leuk en kinderen die van turnen houden kunnen op de rekstok. Maar het is wel een beetje klein. Het huisje is ook niet zo leuk, kunt er weinig mee.’ ‘Een leuke speeltuin, maar meer voor klein dan voor groot.’ Midas, 11 jaar

www.stad-en-groen.nl

43


Meer biodiversiteit JUB HOLLAND

Met de bollen van Jub

Lees er alles over in onze nieuwe brochure. Bekijk hem op www. jubholland.nl

We bieden uitdagende, fulltime functies in Cromvoirt, Tilburg of Breda met mooie doorgroeikansen. LEIDINGGEVEND OF PROJECTMATIG European Tree Technician / Uitvoerder Bomen Bedrijfsbureaumedewerker infra & cultuurtechniek HR Functionaris

CHAUFFEUR, MACHINIST OF MONTEUR Traktor-chauffeur Machinist midigraver Traktor-chauffeur / Machinist maai-zuigcombinatie Machinist gazonmaaier (Beginnend) monteur

BIJ ONS WERKEN? SOLLICITEER NU

JVESCH.NL/VACATURES

STRATENMAKER OF HOVENIER Meewerkend voorman stratenmaker Vakbekwame stratenmaker Leerling stratenmaker Allround hovenier (groenvoorziener) Staat jouw functie er niet bij maar ben je geïnteresseerd in ons bedrijf? Dan willen we toch graag met je in gesprek. Wellicht vinden we samen een passende job!


Circulair Spelen AWARD 2019 5

INTERACTIEVE MUSICBALLS

De interactieve speeltoestellen van Playnetic nodigen uit om in beweging te komen. De muziekballs belonen deze beweging met muziek. Daarnaast heeft het speelbedrijf ook speeltoestellen die de gebruiker belonen met ledverlichting en toestellen waarop je verschillende soorten spellen kunt spelen. Door bijvoorbeeld aan een hendel of een wiel te draaien, wekt de gebruiker elektriciteit op. Doordat de gebruiker zelf energie moet opwekken om te spelen, zijn de toestellen duurzaam. Ondergrondse stroomkabels of batterijen zijn niet nodig, de energie is #Lhuman-powered$L. Volgens Playnetic maakt deze interactie de speeltuin weer uitdagend en klaar voor de toekomst.

JURYOORDEEL: Stijn, 6 jaar: ‘Wat is dit?! (Na uitleg over de werking van de muziekbollen is Stijn nog niet overtuigd.) Dat is echt niks voor mij, ik ben al zes hoor! Ik vind muziek ook niet leuk, muziek is lawaai en dat vind ik niet leuk. Als ik straks zeven ben wil ik dat écht niet meer.’ Bram, 4 jaar: ‘Deze is mooi! Ik vind muziek mooi. Mooie kleuren.’ Jildau, 8 jaar: ‘Saai, jezelf niet ronddraaien.’ Midas, 11 jaar: ‘Dit zie je niet vaak, wel origineel.’ Nikkie, 5 jaar: ‘Muziekballen zijn mooi. Vooral met de blauwe wil ik graag spelen.’ Tim, 5 jaar: ‘Muziek maken is leuk als je draait. Word ik niet een beetje dol als ik veel draai? De kleurtjes zijn mooi.’ Rifka, 6 jaar: ‘Saai, kunt niet veel doen.’

‘Deze staat bij mij het laatste. Die dingen zien er al niet leuk uit. Het is echt iets voor kleine kinderen.’ Vince, 12 jaar

Milou, 6 jaar: ‘Alleen maar aan draaien lijkt me saai. Maar ziet er wel gezellig uit, die kleurtjes.’ Mirthe, 4 jaar: ‘Niet zo mooi.’ Mathilde, 9 jaar: ‘Je kunt hier niet echt mee spelen. Maar de kleurtjes zijn leuk.’

www.stad-en-groen.nl

45


De meest duurzame bemesting voor sportveld en openbaar groen! De voordelen van 100% organische bemesting met micro-organismen: • • • •

info@ecostyle-professional.nl

Tot 5x minder CO2 uitstoot dan kunstmest Werkt al vanaf 5° Celcius Verhoogt de weerstand tegen ziekten en plagen Minder cultuurtechnische maatregelen nodig

www.ecostyle.nl/groensector

T. 0516-760780

Boomwortelgeleiding Voorkom wortelopdruk

Hoek

¡ ¡ ¡ ¡ ¡ ¡

Bewezen werking sinds 1976 Voorkomt verlies van stabiliteit van de boom De meest hoogwaardige panelen op de markt Wortelankers voorkomen opdrukken van panelen Panelen zijn in elke vorm te buigen (hoek) Hoogtes: 30, 45, 60, 90, 105 en 120 cm hoog

Nieuw!

Wortelankers Koppeling

GreenMax | Tel: 0031 413 29 44 47 | www.greenmax.eu

TRG 90, TRG 105 & TRG 120


Circulair Spelen AWARD 2019 6

MARNIXPLANTSOEN IN VLAARDINGEN

JURYOORDEEL: Thijme, 4 jaar: ‘Mooi met klimblokken.’ Vince, 12 jaar: ‘Ik ben hier te groot voor. Ik pas niet in al die huisjes.’ Nikkie, 5 jaar: ‘Het dichte huisje en glijbaan zijn stom. Maar dit (wijst naar draaistuur) is wel leuk!’ Milou, 6 jaar: ‘Gevaarlijke dingen met heel veel klimmen en glijbanen, dat is leuk.’ Mirthe, 4 jaar: ‘Minder mooi.’ Op de vraag waarom Mirthe deze speelplaats minder mooi vindt, wordt luidkeels geroepen: ‘Daarom!’ Tim, 5 jaar: ‘Leuk dat er glijbanen zijn en dat je kan klimmen. Niet zo leuk is het kleine huisje, stoot je je hoofd.’ Rifka, 6 jaar: ‘Klimrek is gewoon leuk. Kleine huisje is niet leuk.’ Jildau, 8 jaar: ‘Ah nee, geen steentjes of houtsnippers die gaan vastzitten in je schoenen.’

Mathilde, 9 jaar: ‘Wel leuk, lekker groot. Een glijbaan die je niet veel ziet en het hoge huisje is leuk.’ Over het gelijkvloerse huisje: ‘Ik weet niet zo goed wat ik daarmee moet.’ Midas, 11 jaar: ‘Groot, dus er is lekker veel te doen. Voor klein en groot. Misschien iets meer groot.’

‘Ah nee, geen steentjes of houtsnippers die gaan vastzitten in je schoenen.’ Jildau, 8 jaar

De gemeente Vlaardingen wilde de speeltuin in het Marnixplantsoen vernieuwen en moderniseren. De wens was een speelruimte geschikt voor alle leeftijdscategorieën, die daarnaast ruimte biedt voor de bewoners als ontmoetingsplek. Bijzonder aan dit project is dat de buurtbewoners mochten kiezen uit verschillende aanbieders. Ze hebben gekozen voor het ontwerp van Proludic, omdat dit het beste aansloot bij de wensen en behoeften van de wijk. Proludic heeft het project van ontwerp tot realisatie begeleid, met als resultaat een ontmoetings- en speelplek voor jong en oud. De eyecatcher van de plek is de thematoren, een moderne variant op de tijdloze boomhut.

www.stad-en-groen.nl

47


7

SCHOOLPLEIN WORDT NATUURLIJKE SPEELPLEK Voor een basisschool in Breda heeft Replay speeltoestellen de eerste fase van de herinrichting van het schoolplein uitgevoerd. In deze fase zijn als blikvangers een speelparcours en twee speeltorens geplaatst. Bovendien wordt de speelplek opgesierd met een taludglijbaan, een basketbalbos en een zandbak. De ondergrond is voorzien van rubbertegels en kunstgras, afgewerkt met gras en enkele bosschages. Het traditionele schoolplein is hiermee omgetoverd tot een afwisselende en opvallende natuurlijke speelplek.

JURYOORDEEL: Nikkie, 5 jaar: ‘Niet zo leuk, die nepglijbaan. Maar de touwbrug vind ik wel leuk.’ Thijme, 4 jaar: 'Open glijbaan is leuk. Wel een beetje eng, als ik zes ben durf ik.' Mathilde, 9 jaar: ‘Heel erg leuk! Veel hout en ik houd van hout. Leuk kunstje met de glijbaan ook. Ik houd van overstapjes dus de hangbrug is leuk.’ Rifka, 6 jaar: ‘Loopbrug is leuk, want kun je leuk over. De glijbaan is ook leuk, moet je met twee benen overheen vanaf.’ Tim, 5 jaar: ‘Twee huisjes zijn heel leuk. Goed klimmen en omhoog lopen, hangbrug kun je leuk doorklimmen.’ Midas, 11 jaar: ‘Deze is heel leuk. Veel hoogteverschil. De glijbaan is wel wat laag.’ ‘Leuk die nepglijbaan. Kun je je ook loslaten en vallen.’ Milou, 6 jaar

48

3/2019


Circulair Spelen AWARD 2019 8

NATUURLIJK EN GROEN SPELEN IN GORINCHEM In samenwerking met Boerplay heeft Verheij Integrale groenzorg in opdracht van de gemeente Gorinchem een uitbreiding van een speelterrein bij de E.F. Wegenerstraat in Gorinchem-Oost gerealiseerd. Er is gekozen voor duurzame FSC-houten speeltoestellen en veilige houtsnippers van Dekowood. Verheij verzorgde het grondwerk, maakte de valondergronden en plantte de hagen en bomen aan. Boerplay plaatste de natuurlijke speeltoestellen. Naast het grote speeltoestel zijn er ook andere, kleinere natuurlijke elementen aangebracht, zoals een omgevallen boom. Al de elementen zorgen voor een veilige en educatieve speelbelevenis voor de kinderen. De natuurlijke elementen van de speeltoestellen passen perfect bij de gezellig gesitueerde speelplaats, die omgeven is door groen.

JURYOORDEEL: Thijme, 4 jaar: ‘Deze heeft een mooi kleurtje. Kleuren zijn leuker.’ Tim, 5 jaar: ‘Het looptouw is leuk, hadden wel meer kleurtjes in gemogen.’ Nikkie, 5 jaar: ‘Met dat (wijst naar evenwichtsbalk) kan ik niet goed spelen. Dat wiebelt. Maar het klimrek is wel leuk.’ Milou, 6 jaar: ‘Weinig klimtoestellen en dat naturel is een saaie kleur.’ Mathilde, 9 jaar: ‘Ik weet het niet zo goed.’ Mirthe, 4 jaar: ‘Mooi! Want klimmen.’ Jildau, 8 jaar: ‘Ik mis een gewone glijbaan en de duikelstang.’ Midas, 11 jaar: ‘Klein beetje eenvoudig. Dit zie je niet zo vaak.’ Rifka, 6 jaar: ‘Een beetje klein, maar wel leuk!’

‘Geel is niet mooi. Dit is echt lelijk.’ Stijn, 6 jaar

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29660/wie-wintde-circulair-spelen-award-2019

www.stad-en-groen.nl

49


100% elektrische bedrijfsvoertuigen HĂŠt voertuig voor (groen)onderhoud van: - Sportvelden - Speeltuinen - Recreatieparken - Wandelgebieden

importeur en dealer van meer informatie en aanvraag vrijblijvende proefrit via www.eco-mobiliteit.nl

De nieuwste en meest revolutionaire manier van vegen! Verkleint grof afval, bespaart 100.000 liter water, is innovatief en rendabel!

Comac CS140 T +31 (0)345 585050 www.wimvanbreda.nl

Ervaar deze nieuwe machines tijdens de

mechanisatie in weg-, berm- en slootonderhoud

Comac HP6000 Oudenhof 14 4191NW Geldermalsen


ADVERTORIAL

IJslanders grootste wens: oneindig circuleren van speel- en sportaanleidingen Circulair ondernemen is niet nieuw voor het sport- en speelbedrijf IJslander. IJslander werkt al sinds haar oprichting in 1996 aan het verduurzamen van de bedrijfsvoering. Deze doelstelling komt ook

gen horen. Zo worden u niet alleen grondwerkzaamheden uit handen genomen, maar hoeft u zich ook geen zorgen te maken bij het uitwisselen van toestellen.

terug in de bedrijfsplannen. De toestellen die IJslander maakt, worden uitsluitend van circulaire materialen vervaardigd. Plastic wordt niet of minimaal gebruikt; wanneer dat wel nodig is, is het gerecycled of virgin. Deze werkwijze is en blijft rendabel, volgens John Franken, managing director: ‘Wat je er aan de voorkant in stopt – duurzame materialen – levert aan de achterkant rendement op.’ Auteur: Marleen Sindram • Foto: Maarten Stolp

Finaleplaats IJslander is dan ook heel trots op finaleplaats voor de Circulair Ondernemen Award. IJslander won de tweede prijs, een steun in de rug die het bedrijf goed doet. Het bewijst dat de circulaire en duurzame bedrijfsplannen gezien worden. Het ideale toekomstbeeld van IJslander is het oneindig circuleren van speel- en sportaanleidingen tussen leverancier en gebruiker. Daarvoor worden al een gebruikersvergoeding en terugkoopregelingen ingezet. Click & Play Hiervoor heeft IJslander het Click & Play-concept ontwikkeld, een geavanceerd kliksysteem en drie verschillende building blocks om speelplaatsen flexibel te kunnen inrichten. Is de buurt na vijf jaar de speeltoestellen ontgroeid? De ondergrond kan gewoon blijven liggen en de oude toestellen kunnen makkelijk worden vervangen door nieuwe. Met de speciale

IJslander VR-module is het ook mogelijk om de speel- of sportplek eerst zelf op te maken en te ontwikkelen, voordat u nieuwe keuzes maakt. U ziet dan hoe gemakkelijk het systeem werkt: kies, klik en klaar. Niet alleen zijn de toestellen gemakkelijk uit te wisselen (tussen u, een relatie van IJslander of IJslander zelf), ook de ondergrond is geschikt voor verschillende types toestellen. De ondergrond wordt eenmalig met grondpotten neergelegd, waarna er niets meer aangepast hoeft te worden, ook niet bij het uitwisselen van toestellen. Daarvoor zijn door IJslander drie verschillende building blocks ontwikkeld. Dit zijn drie vaste stramienen met grondpotten met drie hoofdspeelaanleidingen: schommelen, draaien en glijden. Door te werken met drie building blocks met ieder zijn eigen speelaanleiding, garandeert IJslander dat de ondergronden voldoen aan de eisen die bij de toestellen met die speelaanleidin-

Platform Speciaal voor Click & Play en om zo duurzaam en circulair mogelijke sport- en speelaanleidingen te kunnen aanbieden, is IJslander een platform begonnen. Binnen dit platform werken meerdere leveranciers van sport- en speeltoestellen samen, die ook hun toestellen geschikt gemaakt hebben voor Click & Play. Zo kunt u uw Click & Play-plek geheel naar wens inrichten en wordt het uitwisselen nog gemakkelijker gemaakt. Toestellen die nog bruikbaar zijn, worden niet meer van de hand gedaan maar kunnen op een andere plaats worden ingezet. Want kinderen maakt het niet uit of het toestel al eerder is gebruikt; zij willen gewoon lekker sporten en spelen. Dat kunnen ze in de toekomst nog heel lang met de toestellen van IJslander.

www.ijslander.com

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29652/ijslandersgrootste-wens-oneindig-circuleren-van-speel-en-sportaanleidingen

www.stad-en-groen.nl

51


Lonicera nitida 'Chalons' (Scoop)

Struikvormige kamperfoelie Eerder verscheen in dit blad al een artikel over klimmende kamperfoelie. Nu is het de beurt aan de struikvormige soorten en cultivars. Evenals bij de klimmende kamperfoelie is er aan variatie geen gebrek bij de struiken. Zo zijn er wintergroene en bladverliezende struiken,

Struiken en klimmers Zoals in Stad+Groen 4-2018 al werd geschreven, valt het geslacht Lonicera uiteen in twee groepen: struikvormige en klimmende kamperfoelies. De klimmende kamperfoelies werden in het eerste artikel beschreven, dus nu is het de beurt aan de struikvormige. Naast de onderverdeling in struiken en klimmers is er binnen de kamperfoelies nog een scheiding te zien: tussen wintergroene en bladverliezende soorten en cultivars. Dit komt zowel bij de struiken als de klimmers voor.

winterbloeiers en voorjaars- en zomerbloeiers en is er veel variatie in bloemkleuren. Ook de vruchten hebben in sommige gevallen (eetbare) sierwaarde.

Auteur: Ronald Houtman

52

3/2019

De Nederlandse naam kamperfoelie is een verbastering van het Latijnse caprifolium, wat geitenblad betekent. De relatie met geiten is wellicht wat vergezocht, maar geiten zouden dol zijn op kamperfoelieblad. Ook wordt aangenomen dat de naam verwijst naar de slingerende twijgen van klimmende kamperfoelie, die – met enige fantasie – lijken op de hoorns van geiten. Dat geldt uiteraard niet voor de struikvormige soorten en cultivars.

Net zoals bij de klimmende kamperfoelies (L. periclymenum) komt er slechts één soort in ons land in het wild voor: Lonicera xylosteum. Deze soort komt weliswaar in vrijwel geheel Europa en een groot deel van Azië voor, maar is in ons land een zeldzaamheid. Alleen op kalkrijke gronden in Zuid-Limburg kan deze struik worden aangetroffen. Na aanplant in de duinstreek is L. xylosteum daar verwilderd. Het is een brede struik die ruim 2,5 m hoog kan worden en beduidend breder. De bladeren zijn grijzig groen en de circa 1,5 cm grote bloemen geelwit. Ze worden gevolgd door helderrode bessen, die al in augustus op kleur zijn. De cultivar ‘Hedge King’ wijkt af door de duidelijk meer opgaande en vrij dichte groeiwijze. Sierwaarde Wordt bij de klimmers de sierwaarde voornamelijk gevormd door de bloemen, bij de struiken is de sierwaarde breder. Natuurlijk is het blad, of beter gezegd het feit dat het blad ’s winters aan de planten blijft, een belangrijke


10 min. leestijd

SORTIMENT ruimte zijn de wintergroene kamperfoelies nagenoeg onmisbaar. Het gaat dan natuurlijk om Lonicera nitida en L. pileata en de verschillende cultivars. Beide soorten komen voor in West-China en lijken vrij sterk op elkaar. Van nature is L. nitida iets hoger groeiend dan L. pileata, die met langere, meer neergebogen twijgen groeit. De bladeren van L. pileata zijn gewoonlijk wat donkerder en glanzender dan de bladeren van L. nitida. Vooral in het voorjaar is dat een aardig gezicht, als de lichtgroene jonge bladeren mooi afsteken tegen de donkergroene oudere bladeren van L. pileata. Bij de verschillende cultivars van L. nitida en L. pileata kunnen groeiwijze en bladkleuren natuurlijk afwijken.

Ronald Houtman

sierwaarde van de wintergroene kamperfoelie. Hieraan kunnen we de geelbladige en bontbladige cultivars nog toevoegen. Bij andere soorten en cultivars is de bloei aantrekkelijk. Net zoals bij de klimmers, hebben de bloemen van de struiken de typische vorm die alle kamperfoelies hebben. De bloemen bestaan uit een korte buis met aan de bovenkant vijf lobben, vier lobben aan de bovenkant en één aan de onderkant. De vijf meeldraden zijn relatief groot en duidelijk zichtbaar. De bloemen zijn wit, crème(geel), roze of rood(achtig). In veel gevallen geuren ze aangenaam. De bloeitijd valt gewoonlijk in het late voorjaar en de zomer, maar verschillende soorten bloeien ’s winters. Na de bloei verschijnen de bessen. Deze zijn wit, oranje, rood, (donker)blauw, purper of zwart. Bij sommige soorten en cultivars vormen ze een belangrijke extra sierwaarde. Bij één soort (L. caerulea) zijn de bessen eetbaar. Wintergroen Met name voor toepassing in de openbare

De Nederlandse naam kamperfoelie is een verbastering van het Latijnse caprifolium, wat geitenblad betekent Lonicera nitida Lonicera nitida is een compact groeiende struik, die uiteindelijk meer dan 2 m hoog kan worden. In de praktijk komt dit echter zelden voor, omdat de planten meestal worden gesnoeid. De plant is dicht vertakt, de bladeren zijn ovaal en circa 0,8 cm tot bijna 2 cm groot. Ze zijn middengroen tot donkergroen. De crèmekleurige bloemen zijn iets kleiner dan 1 cm en vallen alleen als de planten rijk bloeien redelijk goed op. Bij L. nitida is rijke bloei gewoonlijk een gevolg van slechte omstandigheden. Vooral op plaatsen waar de planten schraal, te droog of juist te nat staan, zullen ze rijker bloeien en meer bessen produceren. De bessen van L. nitida zijn circa 0,5 cm groot, violetblauw en enigszins doorschijnend. Ze zijn schitterend, maar helaas zitten ze vaak verscholen onder en tussen het blad. De meest gebruikte cultivar van L. nitida is ‘Maigrün’. Het is een sterke cultivar met een dichte vertakking en fris, heldergroen blad.

De bladkleur is wat lichter dan bij andere cultivars, wat waarschijnlijk de reden is voor de grote populariteit van ‘Maigrün’. Na ‘Maigrün’ is ‘Hohenheimer Findling’ waarschijnlijk de meest toegepaste cultivar. De blaadjes zijn een fractie kleiner dan bij ‘Maigrün’ en iets donkerder. Ook cultivars als ‘Elegant’ en ‘Ernest Wilson’ worden regelmatig toegepast. Voorheen werden deze laatste twee weleens vermeden omdat ze tijdens strenge winters konden invriezen, maar door de klimaatverandering is hiervan geen sprake meer. ‘Red Tips’ heeft, zoals de naam al verraadt, donker purperrode groeitopjes. In 1980 verzamelde Harry van de Laar op Emei Shan in China zaden van L. nitida. Eén van de zaailingen week dermate af van L. nitida zoals tot dan toe in cultuur, dat deze in 1993 werd geïntroduceerd als ‘Red Tips’. Net als ‘Elegant’ en ‘Ernest Wilson’ kan ook ‘Red Tips’ wat te lijden hebben van strenge vorst. Van recentere datum zijn ‘Tiny Green’, ‘Chalons’ (Scoop) en ‘Panmin’ (Tidy Tips). Alle drie deze cultivars hebben duidelijk kleinere blaadjes, waardoor de planten een fijnere structuur hebben. Helaas heeft ‘Tiny Green’ de neiging om af en toe twijgjes met grotere, normale L. nitida-bladeren te vormen. ‘Tiny Green’ is iets minder groeikrachtig, waardoor de plant vooral voor wat kleinschaligere toepassingen geschikt is. ‘Chalons’ (Scoop) en ‘Panmin’ (Tidy Tips) werden geselecteerd als Buxusvervangers. De planten hebben eveneens iets kleinere en rondere blaadjes en vertakken zeer sterk. Hierdoor zijn ze goed te vormen en te snoeien. Bij ‘Chalons’ (Scoop) zijn de jonge scheuten iets purperrood getint, wederom een extra sierwaarde. Naast groenbladige cultivars mogen de bontbladige natuurlijk niet ontbreken. De Belgische ‘Lemon Beauty’ ontstond eind jaren 80 van de vorige eeuw als mutant in ‘Ernest Wilson’. De plant heeft een breed spreidende groeiwijze en vrij smal ovale donkergroene blaadjes die roomgeel gerand zijn. Kort na introductie werd ‘Lemon Beauty’ vrij populair, maar helaas bleek de bontbladigheid erg instabiel en verdween deze cultivar wat meer naar de achtergrond. De zilverbonte ‘Silver Beauty’ heeft donkergroene blaadjes met een smal zilverwit randje. Vooral van een afstandje gezien heeft de plant een rustig, wat zilvergrijs voorkomen. Hoewel minder instabiel dan ‘Lemon Beauty’, komt het toch met enige regelmaat voor dat er groenbladige twijgen groeien. Uiteraard moeten deze zo snel mogelijk worden weggeknipt.

www.stad-en-groen.nl

53


Lonicera xylosteum

Lonicera nitida 'Ernest Wilson'

‘Golden Glow’ heeft dezelfde groeiwijze en is vrijwel even sterk als de cultivar waaruit deze is ontstaan: ‘Maigrün’. De bladeren zijn heldergeel bij uitlopen en kleuren ’s zomers meer groengeel. Afgelopen zomer bleek dat de bladeren nauwelijks verbranden tijdens zonnige en warme periodes. ‘Golden Glow’ heeft een frisse uitstraling en kan goed als accentplant worden toegepast. De duidelijk meer opgaande groeiwijze en wat rondere blaadjes van ‘Baggesen’s Gold’ geven de plant een geheel ander uiterlijk dan de cultivars die we op grote schaal in de openbare ruimte toepassen. De blaadjes zijn wat ronder en de plant vormt geen lange, ietwat overhangende twijgen. De jonge blaadjes zijn heldergeel en ’s zomers kleuren ze meer geelgroen. Als het kouder wordt, krijgen ze vaak een purperachtige tint. ‘Baggesen’s Gold’ is duidelijk de meest onderscheidende cultivar van L. nitida. Lonicera pileata Lonicera pileata groeit van nature lager en breder dan L. nitida. Meestal worden de planten niet hoger dan ongeveer 1 m en beduidend breder. Maar voor L. pileata geldt dat dit niet vaak voorkomt, omdat de planten regelmatig gesnoeid worden als ze worden toegepast. Hij groeit met relatief lange, ietwat overhangende twijgen, met smal langwerpige blaadjes die naar de top toe versmallen. De blaadjes zijn circa 1 cm tot bijna 3 cm groot en glanzend donkergroen. De crèmekleurige bloemen zijn ongeveer 1 cm en vallen alleen op als de planten rijk bloeien. De bessen zijn gelijk aan die van L. nitida.

Lonicera nitida 'Golden Glow'

54

3/2019


SORTIMENT maackii is met een uiteindelijke hoogte van circa 5 m de grootste van deze drie. De jonge twijgen zijn behaard, het donkergroene blad is ovaal-elliptisch en circa 5 tot 8 cm lang. De bloemen zijn circa 2 cm groot en openen wit, om lichtgeel uit te bloeien. De bessen zijn rood. Lonicera morrowii lijkt sterk op L. maackii, maar verschilt hiervan doordat de bladeren met een lengte van 3 tot 5 cm duidelijk kleiner zijn. Ook is het blad aan de bovenzijde iets behaard. De bloemen zijn iets kleiner (circa 1,5 cm) en de vruchten iets donkerder rood. Het belangrijkste verschil, zeker voor de gebruiker, is echter het formaat. L. morrowii wordt slechts een meter of 2 hoog. De derde soort is L. tatarica. Met een uiteindelijke hoogte van circa 3,5 m zit deze precies tussen de andere twee in. De jonge twijgen zijn niet behaard, zoals bij de andere twee soorten, en het blad, dat 4 tot 6 cm lang is, is ovaallangwerpig; smaller dus dan bij de andere twee soorten. De bloemen zijn wellicht het meest onderscheidend. Ten eerste zijn ze met zo’n 2,5 cm groter dan bij de andere twee soorten, maar veel belangrijker is dat de bloemkleur varieert van wit tot diep rozerood. L. tatarica is de meest toegepaste van deze drie soorten, wat overigens niets afdoet aan de kwaliteiten van de andere twee. Vanwege de variatie in bloemkleur zijn er van L. tatarica verschillende cultivars benaamd en breed in cultuur gebracht. De bekendste zijn ‘Alba’ (wit), ‘Arnold Red’ (helder purperrood), ‘Hack’s Red’ (purperroze), ‘Rosea’

Lonicera nitida 'Chalons'

In tegenstelling tot L. nitida zijn er maar weinig cultivars van L. pileata, en alleen ‘Moss Green’ wordt op grote schaal gekweekt. Deze cultivar wijkt af van de soort doordat het blad lichter groen is. Behalve ‘Moss Green’ worden ‘Ammerland’ en ‘Purple Pearl’ op redelijk grote schaal gekweekt. ‘Ammerland’ is het best te beschrijven als een kleinere variant van de soort; de blaadjes zijn iets kleiner en ook groeit de plant iets compacter en lager. ‘Purple Pearl’ is een cultivar die rijker bessen draagt. Zoals al aangegeven, zijn de violetpaarse bessen een leuke toegevoegde sierwaarde van deze wintergroene soorten. Grote struiken Een aanzienlijk deel van de bladverliezende kamperfoelies wordt gevormd door vrij grote struiken. Hier vinden we een aantal vooral in de openbare ruimte veel toegepaste soorten terug. De drie belangrijkste soorten voor ons zijn L. maackii, L. morrowii en L. tatarica. L.

Lonicera standishii

www.stad-en-groen.nl

55


EfficiĂŤnte en betrouwbare duurzame onkruidbestrijdingsmethode met kokend water

Volg ons! @heatweed

Europa’s toonaangevende en best gedocumenteerde onkruidbestrijdingsmethode zonder chemie. Sedert jaren de meest gebruikte heet water methode bij gemeenten, groenvoorzieners, sw-bedrijven en hoveniers.

Mini 2.1

1200-1700 m2/dag

MiD 3.0

2000-3000 m2/dag

Multi S

2000-3200 m2/dag

Multi M

3000-4500 m2/dag

XL 1.0

6000-10000 m2/dag

Sensor 2.0

20000-40000 m2/dag

Landelijk dekkend dealernetwerk. Vind uw dichtstbijzijnde dealer via heatweed.com. Heatweed Technologies GmbH | +31 (0)318 469799 | mail@heatweed.com

samen werken aan echte speelherinneringen #neem het risico

speelruimte specialisten


SORTIMENT

Lonicera pileata 'Moss Green'

(roze) en ‘Zabelii’ (donkerroze). Van deze cultivars zijn de gezonde en rijkbloeiende ‘Arnold Red’ en de wat kleinere en dichter vertakte ‘Zabelii’ aan te bevelen. ‘Zabelii’ is ook geschikt om als lage (blok)haag te worden toegepast. Uit een kruising tussen L. Morrowii en L. tatarica ontstond een hybride, die eveneens in cultuur is: L. bella. Uiteraard zijn ook dit middelgrote struiken, die zo’n 2,5 m hoog kunnen worden. De bladeren zijn onbehaard en relatief smal, net zoals bij L. tatarica. Ook de variatie in bloemkleuren (van wit tot rozerood) heeft deze hybride van L. tatarica geërfd. Twee cultivars die dit tonen, zijn ‘Atrorosea’ (donkerroze) en ‘Candida’(wit). Schoteltjes Zoals bij de klimmende kamperfoelies een aantal soorten en cultivars kenmerkende schoteltjes onder de bloemen heeft, zo heeft Lonicera involucrata die min of meer bij de struikvormige soorten. De gele bloemen zijn aan de buitenkant vaak iets roodachtig getint en staan steeds in paren bijeen. Onder ieder bloempaar zit een klein komvormig schoteltje. Eigenlijk zijn dit twee deels aan elkaar gegroeide schutbladeren (bracteeën). Dit schoteltje is eerst roodachtig groen of bleekrood, maar als de glanzend zwarte bessen rijpen, kleurt het dieprood. De Lonicera tatarica

variëteit ledebourii verschilt slechts in detail van de soort en de sier- en gebruikswaarde is dan ook identiek. Bij deze variëteit zouden de bladeren en jonge twijgen iets meer behaard zijn, en de bloemen iets minder geel (iets meer rood dus) met iets langere meeldraden. Ook zou var. ledebourii iets forser groeien. Het zijn middelgrote struiken tot circa 2 m hoog en iets breder. De twijgen zijn typisch vierkantig en de bladeren fris middengroen van kleur. Samen met de kleurige schoteltjes geven de blad-, bloem- en beskleuren L. involucrata een fris en gezond uiterlijk. Eetbaar Het is nog niet heel bekend bij ons, maar er zijn ook kamperfoelies met eetbare vruchten. Toen na de Tweede Wereldoorlog het Oostblok werd gevormd, had dit ook gevolgen voor de import van vers fruit in die landen. Er ontstond een gebrek aan vitamine C en de mensen daar, die van oudsher al dichter bij de natuur stonden, gingen eerst in de natuur naar vervangers zoeken en later ook veredelen. Zo ontstonden er cultivars met eetbare vruchten van appel- en lijsterbessen (Sorbus/Aronia) en duindoorns (Hippophae). Ook werd er veredeld om de eetbare vruchten van Lonicera caerulea groter en voedzamer te maken. L. caerulea is een vrij

bescheiden, dichtvertakte struik die tot ruim 1,5 m hoog wordt. De jonge twijgen zijn opvallend lichtgroen met een iets rode tint; de oude bast is bruinrood en iets afschilferend. De kleine bloemen zijn crèmekleurig tot geelachtig en worden gevolgd door ovale tot langwerpige bessen. De zwartblauwe bessen zijn lichter blauw tot grijsblauw berijpt. Bij de soort zijn ze circa 1 cm groot, maar in sommige cultivars wel 3 cm! Ze kunnen vers worden gegeten en zijn zoet tot friszuur. De smaak doet enigszins denken aan blauwe bosbessen (Vaccinium mytillus). Er zijn tientallen cultivars die speciaal vanwege de vruchten werden ontwikkeld. Behalve om eetbare vruchten te produceren kan L. caerulea ook toegepast worden als brede haag. Winterbloeiers Naast de wintergroene struiken zijn de winterbloeiende struikkamperfoelies waarschijnlijk het populairst. Deze groep wordt vooral vertegenwoordigd door twee soorten en de hybride ertussen, planten die allemaal sterk op elkaar lijken. Deze twee soorten zijn Lonicera fragrantissima en L. standishii. De hybride is L. purpusii, die in de cultivar ‘Winter Beauty’ het bekendst is. Het zijn alle drie struiken van rond de 2 m of iets hoger. De twee soorten hebben een open structuur, de hybride is wat dichter vertakt. Voor de praktijk hebben de verschillen tussen de soorten geen betekenis. Allemaal bloeien ze vanaf december tot half maart en bij alle drie zijn de bloemen crèmewit en heerlijk geurend. De verschillen zijn dus klein. Zo zijn de twijgen van L. fragrantissima onbehaard en zijn ook de bladeren onbehaard, met uitzondering van de hoofdnerf aan de onderkant en de bladrand. De bladeren hebben een korte, spitse top en ook de bloemen zijn aan de buitenkant onbehaard. Bij L. standishii zijn de jonge twijgen kort borstelig behaard, evenals de bladeren. De bladtoppen lopen taps toe en de bloemen zijn aan de buitenzijde licht behaard. De kenmerken van de hybride L. purpusii liggen, hoe kan het ook anders, tussen beide soorten in. De bloemen hebben meer weg van L. fragrantissima en de bladeren en twijgen meer van L. standishii, ook al zijn ze minder sterk behaard. Standplaats en toepassingen Over het algemeen zijn de struikvormige kamperfoelies niet veeleisend. Ze groeien prima op de meeste gronden, zolang de bodem maar niet verdicht is en er voldoende drainage is. Maar ook als de bodem enigszins verdicht is, zullen

www.stad-en-groen.nl

57


ND Hydroseeding Service:

De voordelen:

Snel & economisch sedumstekken aanbrengen op het dak

• Beschermt stekken tegen winderosie, uitdroging en vogels • Minder onderhoud beginfase • Stekken slaan sneller aan • Eenvoudig te combineren met kruiden en grasmengels • Snel en economisch • Eén totaalpakket

Meer informatie of advies?? Nophadrain BV | +31 (0)45 820 0970 | advies@nophadrain.nl | www.nophadrain.nl/hydroseeding


SORTIMENT de planten nog redelijk tot goed presteren. Ze hebben wel een lichte voorkeur voor een neutrale of iets alkalische bodem. Ze groeien het beste in de zon of halfschaduw, maar de wintergroene soorten en cultivars kunnen ook prima in lichte schaduw toegepast worden. De bladverliezende soorten verdragen veel warmte en felle zon. Ook zijn soorten als L. caerulea, L. tatarica en L. involucrata bijzonder winterhard. Vanwege het formaat en de groeikracht zijn de bladverliezende soorten en cultivars in eerste instantie geschikt voor extensieve toepassingen. Met name in groenstroken, gemengde

Het is nog niet heel bekend bij ons, maar er zijn ook kamperfoelies met eetbare vruchten beplanting en als bos- en haagplantsoen zijn het onopvallende groene struiken die juist iets extra’s geven als ze bloeien. L. tatarica is een goede drachtplant die vrij veel nectar en stuifmeel produceert. En als het in maart al warm genoeg is en de laatste winterbloeiende kamperfoelies nog bloeien, zijn deze bloemen aantrekkelijk voor hommels. De wintergroene soorten en cultivars zijn eveneens geschikt voor grootschalige toepassing in de stedelijke omgeving. Maar ook in kleine tuinen en parken kunnen ze prima als lage of blokhaagjes worden toegepast. Hoewel ze oppervlakkig wel iets van Buxus weg hebben, moeten ze per seizoen minstens één keer vaker worden gesnoeid dan Buxus. Daarnaast is met name L. nitida een prima drachtplant, die zowel veel nectar als veel stuifmeel levert en waar bijen volop op vliegen. Voor aanplant in particuliere tuinen, maar ook voor toepassing in stadstuinderijen waar voedingsgewassen centraal staan, zijn L. caerulea en de cultivars zeer geschikt.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29642/ struikvormige-kamperfoelie

www.stad-en-groen.nl

59


INTERVIEW

8 min. leestijd

‘Gemeenten moeten geen rode pen hanteren, maar open en faciliterend zijn’ Wur-onderzoek: hoe kunnen gemeenten groene bedrijfs- en burgerinitiatieven helpen slagen? Dr. ir. Carmen Aalbers, senior onderzoeker bij Wageningen Universiteit en Research, onderzocht samen met collega’s factoren die bepalend zijn voor het falen of slagen van bedrijfs- en burgerinitiatieven op het gebied van groen.

Auteur: Santi Raats

Aalbers deed haar onderzoek Bedrijfs- en burgerinitiatieven in stedelijke natuur: hun succesfactoren en knelpunten samen met de onderzoekers Fransje Langers en Dana Kamphorst. Wageningen Environmental Research kreeg de opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving in het kader van de Green Deal Nieuwe Stedelijk Natuur (zie kader).

Wageningen senior onderzoeker, Wageningen Universiteit en Research

60

3/2019

De onderzochte initiatieven Het onderzoeksteam bekeek veertien initiatieven. Aalbers: ‘Deze veertien initiatieven werden gekozen op basis van meerdere criteria: de ontwikkelingsfase (opstart, mislukt, in gebruik), de soort initiatiefnemer, of het gaat om formeel of informeel groen (zoals braakliggende gebieden) en de beoogde ecosysteemdiensten.’ Acht initiatieven waren gestart door bedrijven (Delftse Proeftuin, Ecomunity park, Greens in the Park, Natuur Rotterdamse Haven, Philips campus, Kweekland, TielCentrumXL en Visretourwiel) en zes door burgers (Essenburgpark, Experiment Zelfbeheer Hoekwierde, For-Tuin, Plan NECTAR, Vijfstromenvallei en Wolkbreukbestendige stad).

For-Tuin en Wolkbreukbestendige stad waren opgestart op verzoek van de gemeente. Qua ruimtelijke omvang waren het kleine initiatieven van enkele tientallen vierkante meters; middelgrote initiatieven waren er op basis van een bv- of stichtingconstructie. Heel grote projecten waren opgezet door groepen burgers of door bedrijven die er middelen voor apart hadden gezet, al dan niet samen met publieke partijen. De meeste initiatieven (zie enkele in het kader) waren gericht op behoud, realisatie of beheer van groen, waaronder ook stadslandbouw. Aalbers benadrukt: ‘Een gezond natuurlijk systeem staat aan de basis van alle ecosysteemdiensten die de natuur kan leveren aan de samenleving. Zonder water, lucht, licht en een gezonde bodem begin je niks. De initiatiefnemers uit het onderzoek wilden onder meer de buurt aantrekkelijker maken, bijdragen aan natuurbeleving en biodiversiteit, water laten infiltreren in de bodem, voedsel produceren, een vorm van educatie bieden voor kinderen in de natuur en samenwerken met buurtbewoners. Andere initiatieven waren bedoeld om door middel van groen de economie te stimuleren, werknemers aan te trekken of jeugd te behouden voor de regio. Dit zijn mooie voorbeelden van het combineren van ecologische met sociale of economische ontwikkeling.’ Sturing Aalbers: ‘We hebben ook geprobeerd erachter te komen wat de rol van de initiatiefnemers is om het initiatief te doen slagen en wat de rol van de andere partijen is. In het tweede jaar hebben we ambtenaren, leden van B en W en raadsleden geïnterviewd die betrokken waren bij vijf van de initiatievenen. We vroegen hen hoe gemeenten tegenover initiatieven van bedrijven en burgers


‘Je moet juist praten over wat je samen wilt, hoe het wél kan’

www.stad-en-groen.nl

61


ENKELE INITIATIEVEN: Experiment zelfbeheer Hoekwierde (Almere) Dit experiment is ontstaan als zogenaamd Experiment Volkshuisvesting, met een bijdrage van de SEV (Stichting Experimenten Volkshuisvesting). Aanleiding was de afronding van het groot onderhoud in de wijk Hoekwierde, waarbij de gemeente aankondigde daar te willen bezuinigen op het groen en er te willen inbreiden met 200 woningen. Dit zou de gemeente 600 duizend euro opleveren. De initiatiefnemers onderzochten het zelfbeheerinitiatief en startten het op. Ze zorgen dat het groen dicht bij de woningen er netjes bij ligt; wat verder van de woningen vandaan komt meer recreatief en natuurlijk groen. Met verstand van zaken legden ze een kwelbeek aan, ratelaars- en orchideeënweiden, een vogelkijkhut en wandelpaden door het groen. Ze werken via een overeenkomst samen met een afdeling van de gemeente, die hen het beheer toevertrouwt en 10 duizend euro vergoeding per jaar betaalt, en het waterschap. Waar nodig investeren ze zelf in materieel en materiaal. Bij binnenkomst van de wijk Hoekwierde is het hoge onderhoudsniveau dat de bewoners samen bereiken dadelijk te zien. Delftse proeftuin (Delft) De Delftse proeftuin is een initiatief van de anbi-stichting Groenkracht uit Delft. Deze stichting ontwikkelt een netwerk van groene plekken in de stad waar grond onbenut ligt. In de Delftse proeftuin wilde Groenkracht onderzoeken of ze burgers actief konden krijgen. Op een tijdelijk braakliggend terrein van 3 ha van de gemeente, dat bestemd is voor bebouwing, heeft de stichting de bodem verbeterd en een moestuin aangelegd. Ook zijn er terreindelen ingericht voor andere doelgroepen, zoals een yogavereniging, schoolstaan en hoe ze hun eigen rol zien, niet alleen als het gaat om beleid, maar bij het omgaan met de initiatieven, de zogenaamde handelingsperspectieven. Is daarin verandering gekomen? Dat is inderdaad gebeurd: ‘De burger is aan zet’, aldus een ambtenaar. ‘De gemeente moet niet met de rode pen door het plan van een initiatiefnemer gaan, zoals vijf jaar geleden, maar open en faciliterend zijn, kennis delen met de initiatiefnemers om hun initiatief verder te helpen.’ Een andere respondent zegt: ‘We moeten geen concrete doelen stellen, maar in samenspraak

62

3/2019

klassen en vips die veel hebben gedoneerd aan het initiatief. De moestuin is aangelegd met inzet van een beroepskracht, die werkt met een goed teeltplan op geheel natuurlijke wijze. De groenten worden geplukt door Delftenaren tegen betaling van abonnementskosten. Daarnaast dragen vlinder- en bijenplanten bij aan de natuurlijke biodiversiteit. De gemeente helpt o.a. met stallingsruimte en een bouwkeet. De initiatiefnemers hebben contact met de stadsecoloog en de ambtenaar duurzaamheid. Ecomunitypark (Ooststellingwerf) Het initiatief Ecomunitypark ontstond rond 2004, toen de directeur van een bedrijf met een groen verdienmodel een groen bedrijventerrein wilde ontwikkelen en daarbij onderwijsinstellingen wilde betrekken voor innovatie. De gemeente Ooststellingwerf informeerde de ondernemer over het beschikbaar komen van enkele landbouwpercelen. Dat was een begin van de samenwerking tussen de ondernemer en de gemeente. De gemeente faciliteerde de realisatie van de visie van de ondernemer door onder meer de ontwikkeling van een nieuw bestemmingsplan en de werving van subsidies. Recentelijk kwam het Biosintrum tot stand, waarin hboen mbo-opleidingen samenwerken met het bedrijfsleven. Daarmee is een basis gelegd voor innovatie en bedrijvigheid. Vooral het aantrekken en vasthouden van de jeugd in de regio, in samenhang met economische ontwikkeling, is een doelstelling die de initiatiefnemers delen. Het Biosintrum zal worden beheerd door een stichting. Provincie, gemeente en onderwijsinstellingen financieren samen het gebouw en de activiteiten voor de komende vijf jaar.

met maatschappelijke partijen beleid vormgeven en uitvoeren.’ Volgens een B en W-lid moet de overheid participeren in maatschappelijke initiatieven en gebruikmaken van bedrijven, want die kunnen dingen die gemeenten niet kunnen of mogen. Volgens de geïnterviewde gemeentes is de transitie in het doen en denken die nodig is voor deze nieuwe rol echter nog niet voltooid. Niet alleen gemeenten moeten veranderen, volgens Aalbers: ‘Uit eerder onderzoek komt naar voren dat een burger die wil dat het groen-

beheer verandert, soms ook zelf dingen anders moet zien of doen, niet alleen naar de gemeente moet kijken.’ Een wethouder formuleert dit als volgt: ‘De gemeente hoeft niet zelf alle apen op de schouder te nemen.’ Initiatiefnemers De bevraagde initiatiefnemers waren meestal hoogopgeleid, maar hadden vaak geen achtergrond in het groen. Het bleek belangrijker te zijn dat ze kennis hadden van gemeentelijke visies en beleid. Daarnaast moesten ze maatschappelijk draagvlak zien te creëren voor hun idee. Hoe beter zij de gemeente wisten te benaderen, hoe groter de kans dat het initiatief slaagde. Dit leidt tot de vraag: worden wensen van lager opgeleiden ten aanzien van stedelijke natuur ook vervuld? Lopen gemeenten tegen het probleem aan dat lager opgeleiden geen of moeilijker initiatieven nemen en tot een goed einde weten te brengen? En zo ja, welke mogelijkheden zijn er om verbetering te brengen in deze tweedeling? Knelpunten en succesfactoren Alle ondervraagde partijen – gemeenten, bedrijven en burgers – herkenden zich in de door Aalbers, Langers en Kamphorst geïnventariseerde succesfactoren en knelpunten. Aalbers: ‘Een van de succesfactoren is goede afstemming tussen initiatiefnemers en de gemeente over het doel en de hoofdlijn van het initiatief, wanneer de initiatiefnemer dit op gemeentegrond wil realiseren.’ Of ontheffing van de Flora- en faunawet en afspraken met de lokale overheid over wat mag ook succesfactoren zijn, daarover verschillen de reacties van de respondenten. Een van de ambtenaren meent dat het een kerntaak van gemeenten is om aan te geven wat wel en niet mag bij initiatieven. Een raadslid, enkele ambtenaren en een wethouder vinden juist dat aandacht voor wat wel en niet mag de vaart uit een initiatief haalt, dat je moet praten over wat je samen wilt en hoe het wél kan. Een wethouder praat in dat verband over ‘omdenken’ over een initiatief. Een ander B en W-lid is van mening dat initiatieven in het algemeen last hebben van partijpolitiek in gemeenten. Goede communicatie voor draagkracht Communicatieve vaardigheden en netwerken werden ook genoemd als voordelen door alle betrokken partijen. De initiatiefnemers onderkenden dat zij meer kans van slagen hadden als ze hun boodschap op een positieve wijze via de media naar buiten brachten; dit zorgde voor draagkracht bij de lokale bevolking, de


INTERVIEW gemeente of de investerende partijen. Ook waren ze succesvoller als ze ervaring hadden met het gemeentelijk apparaat. Aalbers: ‘Invloed bij de gemeente kan ervoor zorgen voor dat een initiatiefnemer eerder gemeentelijke steun krijgt, bijvoorbeeld door inzet van het gemeentenetwerk of het mogen gebruiken van een locatie, grond of kennis. Voor zo’n vorm van samenwerking zijn communicatieve en netwerkvaardigheden onontbeerlijk. Pragmatisme van de zijde van de gemeente is ook belangrijk, kijken hoe het wél kan. Als de samenwerkende partijen goede afspraken over de taakverdeling maken, zal het initiatief eerder slagen.’ Geld Geld speelt een rol bij de meeste initiatieven. ‘De respondenten geven aan dat budget een succesfactor is, bijeengebracht door een stichting, in de vorm van subsidie of door een verdienmodel’, legt Aalbers uit. ‘Maar uit ander onderzoek weten we dat sommige initiatiefnemers juist niet afhankelijk willen worden van geld, om het karakter van hun initiatief te kunnen behouden. Dit was bijvoorbeeld het geval bij het initiatief Tuin in de Stad, in een oude kas in het centrum van Groningen.’ Faalfactoren Enkele respondenten noemden als faalfactor dat aan groen geen waarde werd toegekend In 2014 bracht de Rijksoverheid de Rijksnatuurvisie uit (ministerie van Economische Zaken, 2014). Daarin worden de ambities beschreven om natuur te realiseren via maatschappelijke initiatieven. De rijksoverheid wil dat gemeenten, provincies, bedrijven en maatschappelijke partners samenwerken om meer natuur in stedelijk gebied te krijgen. Met het oog op deze ambitie is met verschillende partijen de Green Deal Nieuwe Stedelijke Natuur afgesloten. In 2016 zijn zes partijen gestart met het initiatief Green Deal – 1.000 hectare nieuwe stedelijke natuur, met als doel om drie jaar later 1.000 hectare stedelijke natuur rijker te zijn. Anderen sloten zich hierbij aan, zoals Regelink Ecologie & Landschap, de Vlinderstichting, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de branchevereniging VHG, NL Greenlabel, het ministerie van Infrastructuur & Milieu, het ministerie van Economische Zaken, het Platform Natuur in de gemeente en Stadswerk. De nadruk in deze Green Deal lag op biodiversiteit.

in vergelijking met de waarde van de grond en bebouwing in de vastgoedsector. Ook speelt mee dat initiatiefnemers de kaders moeten kennen waarbinnen hun idee vorm kan krijgen, voor afstemming met de gemeente. Uit het onderzoek bleek dat initiatiefnemers soms niet veel weten van de gemeentelijke groendoelstellingen. Aalbers: ‘Een wethouder gaf aan dat het vermogen om initiatieven ‘om te denken’ belangrijk is (van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’). Dan blijkt er meer mogelijk. Als dat omdenkvermogen er niet is, kan een initiatief daarop stuklopen.’ Respondenten ervaarden soms tegenwerking, als gemeenten waren opgedeeld in afdelingen die star of te sectoraal waren en er verschillende doelstellingen op na hielden. De onderzochte initiatieven hadden met veel verschillende beleidsvelden te maken: beleid voor burgerparticipatie, wijken, ruimtelijke ordening, stadslandbouw/korte voedselketen, vastgoed en leegstand, zorg, re-integratie, biobased economy, circulariteit en EU-plattelandsbeleid. Aalbers legt uit: ‘Eén beleid op hoofdlijnen geeft houvast aan burgers en bedrijven met ideeën. Nu moet er soms een ambtenaar interveniëren om het initiatief een steun in de rug te geven en een brug te slaan tussen die verschillende agenda’s, door collega’s te enthousiasmeren over een gedeeld belang.’ Aanbevelingen Soms bleek een plan te groot voor een kleine ondernemer of een groepje burgers dat het initiatief had genomen. Soms kon of wilde de gemeente het initiatief niet faciliteren. Het onderzoeksteam adviseert gemeenten om te kijken of zij de visie achter niet-haalbare initiatieven tóch gedeeltelijk in hun eigen beleid of acties kunnen opnemen. En als het gaat om groen of natuur: communiceer duidelijk over de bestaande gemeentevisie of het gemeentebeleid op hoofdlijnen; dan kunnen burgers en bedrijven hun initiatieven daar beter op afstemmen. Verder wordt gemeenten aangeraden om zoveel mogelijk gebruik te maken van de vaardigheden van initiatiefnemers. ‘Vraag je als gemeente af: wat wil iemand, wat kunnen we daarmee, wat kan iemand? Maak vervolgens afspraken over de taakverdeling.’ Ook wil Aalbers meegeven: ‘De initiatiefnemers waren vaak hoogopgeleid of ondernemer. Maar niet alle bewoners hebben tijd, doorzettingsvermogen, kennis of inzicht om complexe projecten vorm te geven of aan te

sturen. Het is belangrijk ook oog te houden voor de groene belangen en wensen die leven onder burgers die geen initiatief nemen.’ De effecten Aalbers: ‘Bedrijfs- en burgerinitiatieven op het gebied van groen laten zien hoe je stedelijke ontwikkeling en groen beter met elkaar kunt verweven. Groen en natuur worden dan meer intrinsieke onderdelen van het leven, zowel functioneel als ruimtelijk, financieel, economisch en mentaal. Daarbij gaat het niet om grote aantallen, maar de boodschap van de initiatieven is wel belangrijk. Er is steeds minder groen beschikbaar in de stad. De stad legt een groot beslag op natuurlijke bronnen. We moeten kijken hoe dat minder kan. Zo is het energiegebruik per persoon in de stad veel hoger dan in het landelijk gebied. Voedsel komt van ver, met grote milieu-impact. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen veel minder buiten spelen dan hun ouders en grootouders deden, terwijl dat aantoonbaar goed is voor de motoriek. Initiatiefnemers wijzen erop dat contact met de natuur het zelfvertrouwen stimuleert, begrip kweekt voor de natuur en de levenscyclus. De relatie van de stedeling met de natuur lijkt op het spel te staan. Deze ontwikkelingen baren zorgen. De initiatieven laten zien hoe je anders kunt omgaan met natuur in een stedelijke omgeving.’

Carmen Aalbers is te bereiken via: carmen.aalbers@wur.nl Het rapport is te downloaden via de link https://www.wur.nl/upload_mm/9/4/ e/47568606-25d2-4ab6-a486-dfc1f050ab0d_WOt-technical%20report%20 118%20%20webversie.pdf

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29624/ gemeenten-moeten-geen-rode-pen-hanterenmaar-open-en-faciliterend-zijn

www.stad-en-groen.nl

63


S A GR A D Z AOR DE

VO VENIER HO

SPEELGAZON

Inzaai-/doorzaaimengsel met een stikstofcoating zodat u snel een dichte grasmat heeft.

GRASZADEN VOOR PROFESSIONEEL GEBRUIK

Verkrijgbaar bij:


Kleurrijke bloemstroken in de biodiversiteitsetalage, ideaal voor bijen en vlinders

ACTUEEL

Nationale Demodag Hoveniers op 25 september in Eemnes Tweede editie in nieuwe opzet Met live demonstraties van de nieuwe onderhoudsmachines en het tonen van de allerlaatste trends en ontwikkelingen uit de sector wil de Nationale Demodag Hoveniers op 25 september a.s. hoveniers en groenbeheerders massaal naar het Utrechtse Eemnes trekken. Bezoekers krijgen op het 1 hectare grote demonstratieter-

Dat de sterk verbrede opzet, met een groot aanbod aan machines en gereedschappen, bomen en plantgoed en tuinbenodigdheden, de bezoekers aanspreekt, bleek vorig jaar al in het Brabantse Biezenmortel. Daar mochten de initiatiefnemers van de Nationale Demodag Hoveniers, Advanta zaden en DCM meststoffen, meer dan 1.000 bezoekers verwelkomen. ‘Door deze dag nu in het centraal gelegen Eemnes te houden, komen we ook hoveniers en openbaargroenbeheerders uit het midden en noorden van het land tegemoet. Voor hen is deze locatie net even wat beter te bereiken’, vertelt coördinator René de Munnik van Advanta.

rein en op de gevarieerd opgezette onderwerpenbeurs tal van oplossingen aangedragen voor effectief en duurzaam groenbeheer.

Auteur: Linde Kruese

De Nationale Demodag Hoveniers wordt op woensdag 25 september a.s. gehouden in Eemnes (Utrecht). De toegang is gratis na voorinschrijving op: www.demodaghoveniers.nl. Er is een doorlopend programma van 09.00 tot 17.00 uur.

Tal van demovakken Marc Fokker van faciliterend bedrijf Gramefo Graszoden is blij met de komst van de Nationale Demodag Hoveniers naar Eemnes. ‘Op het buitenterrein zijn hier straks tal van demovakken met bodemverbeteraars en meststoffen te bekijken, voorbeeldgazons met veel toegepaste grassoorten en mengsels, doorzaaiproeven en een biodiversiteitsetalage. Voeg daarbij de indoor-onderwerpenmarkt met zeker twintig exposanten, en je hebt als hovenier een prachtgelegenheid om je vakbekwaamheid te verrijken en de laatste innovaties tot je te nemen.’ Praktijk leidend Gevraagd naar de onderscheidende factor van de demodag verwijst Peter Laan van DCM naar de praktijkgerichte insteek. ‘Machines moeten

Op het demoterrein een divers aanbod van grondbewerkings-, zaai- en onderhoudsmachines

hier draaien en hun kunnen laten zien. We willen pertinent geen statische opstellingen, zoals je op andere events vaak ziet. Meer dan vijftien aanbieders van tuin- en parkmachines, gereedschappen, watertechniek en alternatieve onkruidbestrijding tonen op deze wijze hun noviteiten en primeurs. Verder overwegen we praktische workshops aan te bieden rondom ziekte- en plaagbeheersing. Bezoekers zijn toch vooral op zoek naar efficiënte en effectieve oplossingen voor alledaagse werksituaties. Ze willen sneller betere resultaten boeken tegen lagere kosten, alternatieven voor chemische gewasbescherming en minerale meststoffen, anticiperen op weersextremen en inzetten op herstel van natuur en biodiversiteit. Allemaal zaken waarop we breed inzetten. Komen dus, die vierde woensdag in september!’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29638/ nationale-demodag-hoveniers-op-25september-in-eemnes

www.stad-en-groen.nl

65


GroenVision is bedrijfssoftware voor de hovenier en (groot)groenvoorziener. Veel informatie vereist een uitgebreid programma. Maar net zoals het doen van de belastingaangifte is bedrijfsvoering niet de grootste hobby van de hovenier: die wil naar buiten. Infogroen speelt hierop in door automatisering zo makkelijk mogelijk te maken. Cor Bruijne, adjunct-directeur van Hoek, is Infogroen-klant van het eerste uur. ‘Infogroen is heel dienstbaar. Dat is altijd zo geweest.’

Auteur: Peter Jansen

Van magneetkaarten naar datakoppeling Adjunct-directeur Cor de Bruijne (Hoek): ‘Slim werken is de toekomst’ Makkelijk en leuk GroenVision geeft inzicht in resultaten op bedrijfs-, businessunit-, klant- en projectniveau. Het softwarepakket is een uitgebreide samenstelling van losse modules, maar is eenvoudig te bedienen. Bovendien is leverancier Infogroen er helemaal op gefocust om de gebruiker wegwijs te maken. Klanten laten zonder uitzondering weten dat zij op elk gewenst moment snel en adequaat op afstand worden geholpen. Volgens hen verstaan de Infogroenmedewerkers de kunst om in klare taal uitleg te geven, waardoor leren leuk blijft. Het programma Het programma koppelt alle gegevens, vanaf het eerste klantcontact tot het maken van de factuur of rapportage. Het werkt met één database voor makkelijke gegevensuitwisseling, ondersteunt mobiel en locatie-onafhankelijk werken en is los instelbaar per individu, per bedrijf (bijvoorbeeld binnen een holding) of per

66

3/2019

gebruikersgroep. Zo kun je je klanten via jouw eigen website toegang geven tot relevante projectgegevens. Het programma omvat modules zoals werkpakketten met kant-en-klare normen/tarieven, commerciële en uitvoeringsbeschrijvingen en managementinformatie. Gebruiker van het eerste uur Cor Bruijne van Hoek maakte 32 jaar geleden al kennis met de Infogroen-software GroenCalculatie. Hij is adjunct-directeur bij Hoek, een middelgrote tot grote speler op de markt met een werkgebied van Den Helder tot Rotterdam en Utrecht. Dit derdegeneratie-familiebedrijf, dat al 75 jaar bestaat, werkt vanuit een vestiging in Voorhout en een vestiging in Ursem. Twintig jaar geleden liet Hoek een deel van de corebusiness, met name RWS-bestekken (bermen maaien), varen en stapte het bedrijf over op een bedrijfsmodel met naar eigen zeggen de juiste kwaliteit-prijsverhouding. Nu houdt Hoek zich bezig met onderhoud en renovatie,

vooral voor gemeenten, woningbouwverenigingen, zakelijke opdrachtgevers, sportverenigingen en golfbanen. Ook doet het bedrijf aanlegwerken op het gebied van daken en gevels en groene speelpleinen. Hoek stapte 25 jaar geleden over van magneetkaarten in het boekhoudsysteem naar het softwareprogramma van Infogroen, destijds nog Groen-Calculatie geheten. ‘Dat was nog niet zo uitgebreid als GroenVision nu. We werkten ook jarenlang met Excel. Inmiddels werkt de hele organisatie, 225 medewerkers, met de GroenVision-modules, van klantbeheer tot calculatie, planning, projectadministratie en facturatie.’ Het hoveniersbedrijf heeft niet alle modules in één keer aangeschaft, maar telkens gekeken wat nodig was: ‘We werken met bijna alle GroenVision-modules, behalve Financieel. Dat gebeurt bij ons in Afas. Sinds anderhalf jaar


ADVERTORIAL werken we met de module Materieelbeheer en sinds januari 2019 met de app Vision Mobile.’ Het programma geeft inzicht in bedrijfsgegevens op alle niveaus van de organisatie: projectinformatie, managementinformatie en informatie voor rapportages aan de klant. Daarvoor kunnen de klanten van GroenVision kiezen uit tien verschillende modules. • Commercieel: relatiebeheer, nieuwsbrieven • Calculatie: kostprijs/commerciële prijs, uit besteed werk, marge, uren/prijs per m2, RAW-bestekken inlezen en koppelen aan eigen werkpakketten, offertes maken • Werkvoorbereiding: inkoop, werkinstructie, ontwerpplanning (hierbinnen is 3D-ontwerpprogramma HelixCad een optie) • Planning: onderhoudsplanning, detailplanning van projecten, grafische planning, medewerkersplanning/urenregistratie • Materieelbeheer: stamgegevens van machines, o.a. kosten-/reparatiehistorie en onderhoud-/urenhistorie • Projectadministratie • Facturatie • Financiële administratie: debiteuren- en crediteurenadministratie, zoals balans, afschrijvingen vaste activa, btw-aangifte, debiteurenbeheer en herinneringen, internetbankieren • Hrm • App Vision Mobile Mobiel werken Met de recentste module, de app Vision Mobile, kunnen gebruikers altijd en overal in het project stappen. Bruijne: ‘We hebben onze medewerkers gefaseerd intern opgeleid om digitaal te werken. Niet iedereen is direct veranderingsbereid, dus het is in dit proces

‘We besparen veel tijd op kantoor en er gaan onderweg minder data verloren’ belangrijk dat het bedrijf voldoende aandacht geeft aan iedereen en de meerwaarde van automatisering laat zien. Daarbij is een rol weggelegd voor onze zeven projectleiders. Zo’n 80 procent werkt nu digitaal. Elke ploeg heeft een tablet gekregen. Onze medewerkers kunnen op locatie zelf via de tablet hun uren inboeken en projectgegevens inzien. Ook kunnen ze via deze app hun vrije dagen aanvragen. Het kost medewerkers op het project per keer vijf minuten om hun uren of materieel en machines in te voeren, maar we besparen daarmee veel tijd op kantoor, minstens een halve fte. Er gaan onderweg ook minder data verloren. Uitvoerders en projectleiders hebben realtime een goed overzicht van de stand van zaken binnen projecten. Op basis van alles wat zij nu volgen, kunnen ze makkelijk tussentijdse rapportages of facturen maken. Voor- en nacalculatie zijn redelijk gedetailleerd. Ploegen, uitvoerders en projectleiders kunnen efficiënt werken. Zij zien bijvoorbeeld in één oogopslag het aantal nog beschikbare projecturen.’

Op directieniveau kan het bedrijf de verzamelde data ook goed gebruiken. Hoek hanteert een doelstelling van 80 procent traditionele business en 20 procent innovatie. ‘We kunnen een volgende stap zetten door de beschikbare data nog beter te analyseren. Hierdoor kunnen we, met meer grip op planning en control, een grote stap zetten in het verbeteren van de total cost of ownership. Maar we kunnen met verzamelde en gekoppelde gegevens ook sneller inschatten of innovatie haalbaar is. Daaronder versta ik niet alleen de rendabiliteit van nieuwe techniek of werkprocessen, maar ook social return, contact met de burger, investeren in duurzame gereedschappen en in kennis voor het ontzorgen van de opdrachtgever. Met de data die GroenVision inzichtelijk maakt voor ons, kunnen wij indien gewenst verantwoording afleggen aan opdrachtgevers. Hoek stelt zich tot doel om de belofte die we doen in ons plan van aanpak ook te realiseren.’ Im- en export GroenVision is compatibel met alle andere softwaresystemen. Bruijne: ‘Wij doen onze financiën in Afas. De gegevens van GroenVision kunnen we daarheen exporteren. Andersom kan GroenVision probleemloos de stamgegevens uit het Afas-systeem inlezen. Het koppelen van systemen bezorgt me desalniettemin weleens hoofdpijn. Het is niet altijd even makkelijk. Dat geldt overigens niet voor GroenVision. Als gebruiker verwacht je dat data eenvoudig vanuit het ene pakket naar het andere geëxporteerd kunnen worden. De afstemming met de verschillende partijen vraagt extra aandacht, mede door de techniek en het bijbehorende jargon. Dankzij de projectleider van GroenVision hebben wij deze soms complexe stappen toch kunnen zetten.’

www.infogroen.com

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29650/van-magneetkaarten-naar-datakoppeling

www.stad-en-groen.nl

67


DE REGELS HERSCHREVEN. OPNIEUW.

ONTWORPEN VOOR RUW TERREIN EN EXTREME HELLINGEN In 1995 introduceerden wij de eerste robotmaaier ter wereld, waarmee het gangbare denken over maaien significant werd veranderd. En nu herschrijven we de regels opnieuw. Met de Automower® 535 AWD, de eerste vierwielaangedreven robotmaaier. Een extra solide robotmaaier die zelfs op stevige oneffenheden en hellingen tot 70% een prachtig maairesultaat bereikt. Kijk op WWW.HUSQVARNA.COM/NL/PRODUCTEN/ROBOTMAAIERS/

AUTOMOWER® 535 AWD (leverbaar medio 2019)


Eddy Schabbink van IPC Groene Ruimte

COLUMN Zomaar een bericht op de website van Stad + Groen: de Gelderse gemeente Brummen stopt met een pilot waarbij mezenkastjes de

‘Je bent niet klaar met

plaagdruk van de eikenprocessierups moeten

alleen een paar mezen-

verminderen. Na slechts één jaar concludeert

kastjes in de boom.’

de gemeente dat een dergelijke proef wei-

‘De natuur heeft geen aan- en uitschakelaar!’

nig zin heeft. De positieve resultaten waren onvoldoende. Stad + Groen vraagt aan Eddy Schabbink van IPC Groen, organisator van het Nationale Biodiversiteitscongres, wat hij daarvan vindt. Zijn oprechte mening volgt.

Auteur: Willemijn van Iersel

Temper je ongeduld en probeer te denken vanuit de natuur Ongeduldig Volgens Schabbink is een van de grootste problemen dat mensen ongeduldig zijn. Hij praat verder: 'Ze geven zo'n proef slechts één jaar de tijd, met als enige maatregel: het plaatsen van nestkastjes voor mezen. Stel je wil als projectontwikkelaar een flat middenin de Sahara plaatsen, dan word je toch voor gek verklaard? Investeerders lopen hoofdschuddend weg. Iedereen weet: de Sahara is onbewoonbaar. Het feit dat er een huis staat is nog geen reden om er te gaan wonen.' Schoon, heel en veilig Maar dit is precies, in een minder extreme variant, wat er volgens Schabbink gebeurd met de plaatsing van mezenkastjes in een strak bijgehouden eikenlaan met alleen gras eronder. 'In zo'n laan, een door mensen gecreëerde monocultuur, heb je als mees niets te zoeken. Een korte periode van het jaar heb je te eten want dan barst het van de eikenprocessierupsen. Maar zodra de plaag wegvalt, is het weer stil in de "Sahara". Er zijn bijvoorbeeld geen voorjaars- en/of najaarsbloeiers om insecten aan te trekken. De voedselbron voor de mezen is maar voor een korte periode aanwezig. Waar zijn de heggetjes en andere schuilplaatsen waar deze

vogel zich prettig voelt? Alleen vogelkastjes biedt onvoldoende uitkomst. Waar is het water? Kortom: zou u zelf op een dergelijke locatie willen wonen en leven. Waarom verwachten wij dat dan wel van de mees. Precies hét voorbeeld dat de Nederlandse stadsnatuur uit balans is. Het gemiddelde openbaar groen is gebaseerd op schoon, heel en veilig en is niet ingericht met het oog op wat de natuur wil. En los van enkele goede voorbeelden strekt de Sahara strekt zich uit...' Integrale aanpak Schabbink vervolgt: 'Het gaat erom dat je omstandigheden creëert waarin mezen jaarrond eten, schuilplekken en water hebben. Een mees is onderdeel van een heel voedselweb. Dit moet allemaal in orde zijn wil het werken en dit is niet binnen één jaartje in orde door het ophangen van een paar nestkasten. Het openbaargroen beheer moet holistisch en integraal worden aangepakt. Plagen zijn een teken dat de natuur uit balans is.' 'Beheerders en beleidsmakers zet je onrust opzij en stop de gedachte dat de natuur maakbaar is. De natuur werkt als één groot netwerk, alles is onderdeel van elkaar en beïnvloedt

elkaar. Biodiversiteit creëren is daarbinnen zeer belangrijk. Hoe hoger deze is, hoe beter de natuur zichzelf in balans kan houden. Meer natuurlijke vijanden EPR Afsluitend roept Schabbink op: 'Laat het blad eens liggen, maak de tuin eens níet winterklaar. Maai het gras eens níet alsof een topclub het moet bespelen. Probeer een zo compleet mogelijke natuur te realiseren opdat deze zichzelf in balans gaat houden. Bijkomend voordeel is dat we dan ook aan andere natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups tegemoet komen. Naast de koolmees blijkt uit onderzoek van Sylvia Hellingman dat ook Nimfen van de wants Rhadbomiris striatellus, de larven van gaasvliegen en het tweestippelig lieveheersbeestje zich tegoed doen aan deze rupsen.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29439/beheerderszijn-zo-ongeduldig-als-de-pest

www.stad-en-groen.nl

69


Grondzuigers in de strijd tegen Japanse duizendknoop Hoopvolle resultaten van praktijkproef De bestrijding van de woekerplant Japanse duizendknoop blijkt geen sinecure. Er zijn inmiddels veel verschillende methoden ontwikkeld, maar steeds vaker wordt er ook voor gekozen om de plant uit te graven. Daarbij stuiten de onkruidbestrijders letterlijk op een hindernis: kabels en leidingen. Kennis- en innovatiecentrum Probos heeft daarom samen met Van de Herik Zuigtechniek uit het Gelderse Harskamp een proef gedaan waarbij een grondzuiger werd ingezet in de strijd tegen duizendknoop.

Auteur: Paul van der Sneppen

70

3/2019

Voor het probleem van Japanse duizendknoop bestaat geen universele oplossing. Tijdens de eerste Nationale praktijkdag bestrijding van Aziatische duizendknopen, in mei, demonstreert Stichting Probos maar liefst acht verschillende niet-chemische methoden. Die variëren van het afgraven tot het ‘elektrocuteren’ van de woekerplant. Effectief De snelste en effectiefste, maar ook duurste methode is nog steeds het afgraven van de besmette grond, zo blijkt steeds opnieuw. Op locaties waar de economische schade die de plant aanricht groot is of waar de veiligheid voor mens en milieu in het geding is, wordt steeds vaker gekozen voor het verwijderen van de besmette grond. In Harderwijk heeft de gemeente besloten tienduizend kuub grond af te graven in uitbreidingsplan De Hardeweide. Havenbedrijf Rotterdam graaft regelmatig duizendknoophaarden uit om vitale ondergrondse infrastructuur voor beschadiging te behoeden. Wanneer ondergrondse infrastructuur het

grondverzet in de weg zit, wordt afgraven een kostbaar precisiewerkje. De grote graafmachines worden al snel onbruikbaar wanneer de eerste kabels en leidingen bloot komen te liggen. Probos heeft daarom in de zomer van 2018, samen met de provincie Gelderland en Van de Herik Zuigtechniek, een praktijkproef uitgevoerd waarbij grondzuigers zijn ingezet voor het verwijderen van duizendknoop. Besmettingshaard Voor de proef is een kleine besmettingshaard gekozen van circa twee bij zes meter. In de berm van de provinciale weg N224 bij hectometerpaal 46.8 moesten afgelopen zomer werkzaamheden worden uitgevoerd voor de aanleg van een oversteekplaats. Op de locatie bevond zich een relatief kleine besmettingshaard met Aziatische duizendknoop. Die moest worden verwijderd en dat bood een goede kans voor een praktijktest met een grondzuiger. Op de locatie bevinden zich kabels en leidingen, maar ook veiligheidsafwegingen spelen een rol bij de keuze voor deze locatie. Diep


5 min. leestijd

ACTUEEL graven met grote graafmachines kan hier veiligheidsrisico’s opleveren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, in 1944, zijn de geallieerde troepen namelijk vanaf de Ginkelse Hei via de N224 naar Arnhem opgerukt. Er is zwaar gevochten in het gebied. De kans dat er langs de weg nietgesprongen explosieven in de bodem zitten, is daarom reëel. Om die reden is de proef begeleid door een explosievenopsporingsdienst. Standaard De methode maakt gebruik van bestaande middelen. Met een compressor, ook wel een ‘ploffer’ genoemd, wordt onder een druk van acht bar lucht in de bodem geblazen om de grond los te maken. De grondzuiger is een standaardmachine die ook wel wordt gebruikt om te werken rondom bomen, bijvoorbeeld wanneer de groeiplaats verrijkt wordt met voedingsstoffen. Het weghalen van de wortels van de duizendknoop gebeurt met de hand. ‘Best arbeidsintensief allemaal’, zegt Joyce Penninkhof van Probos daarover. ‘Maar als we naar de resultaten van de proef kijken, kunnen we wel constateren dat de methode effectief is. Een voorwaarde is wel dat er nazorg wordt gepleegd.’

‘Nazorg is een essentieel onderdeel van de procedure’ Nazorg Die nazorg bestaat uit het controleren van de groeilocatie. ‘We adviseren minstens twee groeiseizoenen te blijven monitoren. Op de proeflocatie heb ik afgelopen zomer nog twee keer een drietal planten met de hand moeten verwijderen. De proeflocatie lijkt nu helemaal schoon, maar we blijven deze zomer terugkeren om te kijken of er geen duizendknoop meer de kop opsteekt.’ Het gat in de berm dat na het verwijderen van de duizendknoop is ontstaan, is opgevuld met schone grond. Daarna is het afgezet met paaltjes, om te voorkomen dat de locatie gemaaid wordt tijdens de monitoringsperiode.

wordt bewaard. ‘We monitoren de grond om te kijken of daar nog levensvatbare wortelresten in zitten.’ Afgelopen groeiseizoen vond er drie keer controle plaats op de container met de afgevoerde grond. Bij de eerste controle werden achttien uitlopers aangetroffen. Tijdens de monitoring werden de uitlopers geteld en uitgegraven, inclusief de wortelresten. Ook werd de grond tot tweemaal toe omgewoeld, om achtergebleven nog levende wortels te stimuleren om uit te lopen. Vanwege de aanhoudende droogte werd de grond een aantal keer besproeid met water. Alleen bij de eerste controle werden uitlopers aangetroffen, daarna niet meer.

Quarantaine De planten en de wortels zijn in puinzakken verzameld en afgevoerd voor vernietiging. De bodem die door de grondzuiger is weggezogen, wordt ook in quarantaine gehouden. De zuiger vangt de grond op in een gesloten container op de machine met een inhoud van circa twee kuub. Vanuit die bak is de grond opgeslagen in een open container, die voor deze praktijkproef gedurende twee groeiseizoenen op het terrein van Johan van de Herik in Harskamp

Techniek ‘Technisch heeft de proef geen bijzondere uitdagingen opgeleverd’, vertelt Johan van de Herik. De grondzuiger met een vermogen van 55 pk behoeft geen aanpassingen. ‘We hebben wel gekeken of er een filter op de zuigmond gezet kan worden. Dat zou het opzuigen van kleine, afgebroken wortelresten kunnen verhinderen. Het probleem daarbij is dat een filter meteen het zuigvermogen van de grondzuiger fors beperkt.’

Joyce Penninkhof: ‘Je moet de locatie minstens twee groeiseizoenen blijven controleren.’

Johan van de Herik: ‘De kosten kunnen worden gereduceerd door technische optimalisatie van het proces.’

www.stad-en-groen.nl

71


boomrooierij / houthandel

• • • • • • • •

Bomen / beplantingen rooien Bomen snoeien Verhuur verreiker met zaagkop Stobben frezen Klepelen takhout / begroeiing Transport groenafval en gras Groenrecycling In- en verkoop stamhout

Heideweg 3, 5472 LC Loosbroek Telefoon +31(0)413 - 22 41 00 • info@vanweertrondhout.nl www.vanweertrondhout.nl


ACTUEEL

‘Uitgraven is snel en effectief, maar ook kostbaar’

Dat betekent ook dat niet te voorkomen is dat er levensvatbare wortelresten in de opvangcontainer van de zuigmachine terechtkomen. Het idee was dat dat voor een deel te voorkomen is door het hele wortelstelsel bloot te leggen en dan pas te verwijderen, maar dat viel tegen. ‘We merkten dat er toch steeds stukjes wortel afbraken en opgezogen werden’, legt Penninkhof uit. ‘We hebben het wortelstelsel daarom stukje bij beetje blootgelegd en verwijderd. Je moet bij deze methode altijd bedacht zijn op het ongewild opzuigen van afbrekende worteldelen.’ Ploffer Ook de ploffer veroorzaakt hier en daar breuken in de wortels, en ook dan bestaat het risico dat de losse stukken worden opgezogen wanneer de zuigmond in de buurt van losse worteldelen komt. Volgens Van de Herik en Penninkhof zijn

zo vijftien tot twintig stukken abusievelijk in de opvangcontainer terechtgekomen. Van de Herik is zich ervan bewust dat het opvangen en veilig verwerken van de besmette grond altijd een uitdaging zal blijven bij deze bestrijdingsmethode voor duizendknoop. ‘Er valt geen aanpassing te bedenken die kan garanderen dat de opgezogen grond helemaal vrij is van wortelresten. Dat betekent dus dat je altijd met grond blijft zitten die op een veilige manier verwerkt moet worden.’ Transport Veilig verwerken betekent onder meer het transport beperken. Daarom heeft Van de Herik na de proef, samen met de Universiteit van Wageningen (WUR), een machine ontwikkeld die de vervuilde restgrond ter plekke onschadelijk maakt. De bodem kan na verhitting meteen teruggestort worden op de locatie waar de duizendknoop verwijderd is. Aan het ontwikkelen van een gespecialiseerde machine voor duizendknoopbestrijding kleeft een flink ondernemersrisico, weet Van de Herik. ‘Maar we zien toekomst in deze bestrijdingsmethode. Bovendien is de kans dat we ooit helemaal van duizendknoop afkomen erg klein. Ondertussen tast de plant op tal van plaatsen kwetsbare ondergrondse infrastructuur aan.’ Als het aan de machinebouwer uit Harskamp ligt, wordt de nieuwe machine al dit voorjaar voor het eerst werkend aan het publiek getoond.

Kostenraming Goedkoop is de methode niet. ‘Het is arbeidsintensief, inderdaad’, zegt Penninkhof daarover. ‘De kosten zitten daardoor redelijk aan de bovenkant van de door ons beproefde bestrijdingsmethodes.’ Tijdens de praktijkproef werd 4,5 kuub grond behandeld. Dat werk nam ongeveer drie uur in beslag. De kosten voor het verwijderen van duizendknoop met een grondzuiger, inclusief de afvoer van de vervuilde grond en de aanvoer van nieuwe grond, bedroegen 82 euro per m2. ‘Maar je moet daarnaast ook de nazorg begroten. Nazorg op de locatie is een essentieel onderdeel van de procedure. Hetzelfde geldt voor de veilige verwerking van de vervuilde grond. Die kosten zijn niet meegenomen in de kostencalculatie per vierkante meter.’ Penninkhof heeft ook daarvoor een kostenraming gemaakt. ‘Het afvoeren van grond met duizendknoopresten kostte in deze proef 450 euro. Dat is 100 euro per kuub.’ Van de Herik en Penninkhof verwachten wel dat nieuwe, meer geavanceerde verwerkingstechnieken die kosten kunnen reduceren.

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29622/grondzuigers-in-de-strijd-tegen-japanse-duizendknoop

Het verwijderen van de wortels is arbeidsintensief. De grondzuiger blijkt een effectief instrument om duizendknoop te verwijderen op locaties waar kabels en leidingen in de weg zitten.

www.stad-en-groen.nl

73


Elektrisch gereedschap rukt op ten koste van traditionele brandstofvarianten ‘Nadeel van mindere prestaties raakt achterhaald; wat overblijft, zijn de voordelen’ De tijd dat brandstofmotoren de meest voor de hand liggende keus zijn voor tuingereedschap nadert zijn einde. Elektrische varianten zijn een geduchte concurrent, zowel wat betreft prijs als prestaties. Stierman De Leeuw verwacht dat zijn marktaandeel rap zal groeien. Auteur: Bart Mullink

Maaimachines, heggenscharen, kettingzagen, bladblazers, bosmaaiers, kantenstekers, frezen: voor al deze machines bestaan goede elektrische alternatieven, stelt André Kors van Stierman De Leeuw. Op het gebied van accubeheer ziet hij de meeste uitdagingen, zoals hij het formuleert maar, zo onderstreept hij: ‘Die zijn oplosbaar.’ Terwijl blijkt dat de nadelen te ondervangen zijn, blijven de voordelen overeind: minder lawaai, minder trillingen, geen uitstoot van schadelijke uitlaatgassen en lagere kosten. ‘Elektrische machines mogen wat duurder zijn in aanschaf, maar omdat ze in het gebruik veel goedkoper zijn, verdien je die meerprijs razendsnel terug.’ De investering is in eerste instantie wat hoger vanwege de accu.

74

3/2019

Daartegenover staat dat het opladen van de accu veel goedkoper is dan het bijtanken van brandstofmotoren. Niet iedereen is hiervan overtuigd, weet Kors. Hij ziet nog veel ‘ouderwetse motoristen’ die de accumachines links laten liggen. Lang zal dat niet meer kunnen. De ontwikkeling naar elektrisch is volgens hem niet te stuiten. Er is een druk vanuit de overheid en ook van andere opdrachtgevers om de traditionele tweetaktmotoren uit te bannen, vanwege het geluid, maar ook vanwege CO2-doelen en luchtvervuiling. Geluidshinder is de reden dat tuingereedschap met brandstofmotoren verboden is op sommige locaties, bijvoorbeeld bij scholen en ziekenhuizen. Als praktisch voordeel van het

stillere elektrische gereedschap noemt Kors dat je er ook vroeger in de ochtend mee mag beginnen. Hij ziet dat vooral grotere werkgevers, zowel gemeenten als groenaannemers, ook voor elektrisch kiezen omdat ze hun werknemers graag gezond zien. ‘Met de stijgende pensioenleeftijd is het nog meer dan voorheen van belang om je werknemers zo lang mogelijk gezond te houden. Zowel uit sociaal als economisch oogpunt wil je veiligheids- en gezondheidsrisico’s zoveel mogelijk uitbannen.’ Gewicht Nadelen die lang werden toegeschreven aan accugereedschap, waren een geringere kracht en een geringer uithoudingsvermogen. Dat wil de klant niet, weet de leverancier. Reden voor Stierman De Leeuw om sterk te focussen op de accu’s. Die zijn de afgelopen tijd zo verbeterd, dat niemand er meer een onoverkomelijk bezwaar in hoeft te zien, meent Kors. ‘Lithiumionaccu’s hebben veel capaciteit bij een relatief laag gewicht en kunnen heel veel kracht


ADVERTORIAL

‘Lagere gebruikskosten compenseren de hogere aanschafprijs ruimschoots’

leveren, ook in een kleine, machinegedragen accu. Als je langdurig veel vermogen wilt, kun je beter een grotere accu nemen, maar het zegt wat over de kwaliteit dat zo’n kleine accu tegenwoordig al zoveel kracht kan leveren.’ Een reden om met een kleine accu te werken, is meestal de omvang. Je wilt geen onnodig gewicht dragen. Als hij leeg is, is hij immers gemakkelijk om te wisselen voor een nieuwe, en de lege is eventueel zo weer opgeladen. Stierman De Leeuw verkoopt accugereedschappen van EGO. EGO Power+ biedt volgens Kors voor elke wijze van gebruik een passende

oplossing. Jarenlang marktonderzoek door EGO onder gebruikers van tuingereedschappen maakte duidelijk dat ze allemaal één harde voorwaarde hebben: ze willen overstappen op accumachines mits er geen concessies hoeven te worden gedaan aan de prestaties. EGO probeert de omschakeling naar elektrisch in de groene sector vaart te geven met gemakkelijk verwisselbare flexibele accupakketten. Los kun je ze gebruiken voor elk type gereedschap van dit merk. Daarbij is er de keus tussen losse cellen met een relatief laag gewicht en een ruggedragen accu voor meer capaciteit. ‘Voor handgedragen gereedschap’, legt Kors uit, ‘wil je bijvoorbeeld een lichte accu. Als je een groter accupakket mee wilt dragen, kun je het gewicht verplaatsen naar je rug met een rugaccu of -harnas. Zo draag je het gewicht gemakkelijker mee en het handgereedschap blijft licht, in elk geval lichter dan dat met een brandstofmotor.’ Een nadeel van zo’n harnas is, weet hij, dat je op een warme zomerdag wat veel kleding draagt. ‘Een compromis kan een draagriem zijn waarmee je op je rug een compacte batterij draagt.’ Levensduur Dat accu’s op alle gereedschappen passen, betekent dat ze altijd gebruikt kunnen worden, wat goed is voor de levensduur. De batterij die bijvoorbeeld op de grasmaaier staat, kan ook aan de heggenschaar en de bladblazer. Zo worden ze intensiever gebruikt en dat is alleen maar goed. Want je kunt een lithium-ionbatterij wel voor langere tijd opslaan, maar dan moet je zorgen dat hij gedeeltelijk ontladen is; anders doet het hem geen goed. ‘Dat zeg ik ook altijd over elektrische fietsen. Weinig gebruikt betekent niet per se zo goed als nieuw. Je kunt juist beter een tweedehandse kopen die veel is gebruikt.’ Voor het tuingereedschap bestaat nog een andere oplossing, voegt hij daaraan toe: ‘Een techniek die EGO als enige toepast: als de accu 30 dagen niet gebruikt is, ontladen de cellen van een volle accu zich automatisch tot 30 procent. In die toestand kunnen ze tien jaar opslag nog goed doorstaan.’ Met de prestaties van accugereedschap zit het volgens hem over het algemeen wel snor. ‘Het koppel van een elektrische kettingzaag bijvoorbeeld is zó enorm hoog. Als je er voor het eerst mee werkt, weet je niet wat je meemaakt. Je hebt zoveel meer kracht tot je beschikking; bij belasting zakt het vermogen niet terug, zoals bij een kettingzaag met brandstofmotor.’ Maar,

www.stad-en-groen.nl

75


Is het gras van de buurman groener? De Elzenhof 7G, 4191 PA Geldermalsen 0345 - 788 104 | info@vanderhaeghe.nl www.vanderhaeghe.nl

Kijk dan eens wat er bij hem in de schuur staat...

maaiers - tractoren - frezen


ADVERTORIAL

zo moet hij erkennen: ‘Er zijn nog steeds mensen die lawaai associëren met kracht.’ Het iconische geluid van een kettingzaag zal weleens gemist worden, realiseert hij zich. ‘Mensen zijn er van oudsher aan gewend. Ik heb weleens een demonstratie gegeven aan jongeren; die werden het meest enthousiast als ze de motoren konden laten brullen.’ Wie er dagelijks intensief mee werkt, zal er anders tegenaan kijken. Gehoorschade ligt op de loer en ook het gestel krijgt het te verduren. Het hand-armvibratiesyndroom dat door de trillingen kan ontstaan, is een beruchte aandoening. Verder krijgt de gebruiker zelf nog meer dan de omgeving te maken met de schadelijke uitstoot van de tweetaktmotoren. Deze kan leiden tot aandoeningen aan de luchtwegen. Praktisch Hoewel elektrisch gereedschap krachtig genoeg kan zijn, waarschuwt Kors wel dat

focussen op kracht een prijs heeft. ‘Je hebt meer batterijcapaciteit nodig. Dat betekent dat je een grotere accu bij je moet hebben of je moet hem vaker verwisselen. Dat kan, maar het heeft nadelen. Een grotere accu betekent meer gewicht. Je kunt met twee accu’s werken en terwijl je de ene gebruikt, de andere opladen. Of je neemt geladen reserveaccu’s mee als je op pad gaat, maar er is een grens aan de hoeveelheid die nog praktisch is.’ Kiezen voor elektrisch heeft kortom gevolgen voor de manier van werken. ‘Het is voor het laden nodig om te anticiperen op het werk dat in het verschiet ligt. Je wilt niet dat je ’s morgens, juist als je wilt vertrekken, merkt dat de accu leeg is.’ Ook de soort in te zetten gereedschap en het verwachte gebruik ervan moeten goed in beeld zijn, weet hij. ‘Dat is van belang om te bepalen hoeveel batterijen er mee moeten. Niet elk apparaat heeft dezelfde stroomconsumptie. Je kunt je daarin vergissen en ten

onrechte denken: als ik met deze accu de hele dag kan snoeien, dan kan ik er ook de hele dag de bosmaaier mee gebruiken.’ Niet dus. Ook permanent op vol vermogen draaien zorgt ervoor dat een accu sneller leeg is. ‘De grootste uitdaging op dit punt vormen de bladblazers, vanwege het hoge vermogen.’ Het scheelt als je het maximale vermogen niet altijd nodig hebt. ‘Een elektrische bladblazer heeft op de hoogste stand de accu vier keer zo snel leeg als op de laagste stand. In het laatste geval blaast hij wat minder hard. Ik zeg altijd: heb je het vermogen niet nodig, gebruik het dan niet. Zo kun je langer doorwerken met dezelfde accucapaciteit. Dat is in het geval van zo’n bladblazer ook nog prettiger voor de omgeving.’ Laat Kors nu net een trend zien dat gebruikers voor hun bladcampagnes vragen om nog sterkere blazers, die wel 1700 kuub lucht per uur kunnen blazen. ‘Dat is met een elektromotor technisch wel te realiseren, maar met het oog op de omvang van het accupakket kun je beter kiezen voor een compromis en wat minder hard blazen.’

www.makita.nl

André Kors

Stierman De Leeuw

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29578/elektrischgereedschap-rukt-op-ten-koste-van-traditionele-brandstofvarianten

www.stad-en-groen.nl

77


1926651-Van Berkel Advertentie_190X135mm_GROEN.indd 1

03-04-19 13:30

www.weedfreeservice.nl

Uw partner voor milieuvriendeliijk onkruidbeheer en exotenbestrijding Voor al uw exotenbestrijding zoals: Berenklauw Japanse duizendknoop Watercrassula Water navel Actief in heel Nederland

Riddersmaweg 1, 9291 NC Kollum • 085 - 303 8276 • info@weedfreeservice.nl


COLUMN

'Aanbestedingen zijn er om het voor alle partijen overzichtelijker, gemakkelijker en eerlijker te maken' Jan van Ulst

Groenmakers

Jan van Ulst ontvangt van voormalig staatssecretaris Jetta Klijnsma als eerste aannemer een PSO 30+ certificaat.

Inkopen met sociale impact meer gericht op samenwerking? In steeds meer aanbestedingen staan bepalingen over social return om meer werkgelegenheid te creëren voor mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt. Veel sociale bedrijven worden helaas geconfronteerd met aanbestedingen met dichtgetimmerde boeteclausules. Zijn die zware eisen en wensen nu echt nodig? Moeten we elkaar niet helpen in plaats van beboeten als het gaat om social return? Elke organisatie en ondernemer is inmiddels voorstander van social return. Sociaal ondernemerschap levert dan ook vele voordelen op. Je helpt als organisatie mensen uit kwetsbare groepen aan een passende werkplek, je voldoet aan de SROI-voorwaarde en de Participatiewet. Andere voordelen zijn flexibiliteit in personeel, het besparen van loonkosten en het beperken van risico’s, maar bovenal levert sociaal ondernemen enthousiaste, gedreven mensen op die blij zijn dat ze erbij horen. Boeteclausules en SROI? Gemeenten proberen via aanbestedingen mensen met een arbeidsbeperking weer aan het werk te krijgen. SROI wordt dan ook een steeds belangrijker eis. Aanbestedingen zijn er om het voor alle partijen overzichtelijker, gemakkelijker en eerlijker te maken. En terecht. Steeds vaker komen wij echter enorme boeteclausules in aanbestedingen tegen. Natuurlijk, je gaat een verplichting aan. Je wilt als opdrachtgever zeker zijn van een bepaald kwaliteitsniveau, maar waarom bestraffen als iets niet volledig conform afspraak is? En past dit bij het inhuren van een sociale onderneming? Problemen oplossen Als het om kwaliteit gaat, hebben wij het als sociale onderneming goed voor elkaar. We nemen de mensen in dienst, zetten hen in hun kracht in een functie waar ze blij van worden, leiden hen op en ze krijgen goede begeleiding van onze voormannen. We voldoen aan alle controles van de audits en hebben ons werk goed georganiseerd. Het is belangrijk dat de kwaliteit van het werk goed gemeten wordt. Uiteraard komt het weleens voor dat het geleverde werk niet in één keer goed is. Maar je werkt met kwetsbare mensen; het inpassen van deze mensen is complex en vraagt om zorgvul-

digheid. Is het dan erg dat het niet altijd in één keer goed gaat? Het gaat er naar mijn mening meer om hoe je als bedrijf bepaalde problemen oplost. Sociale ondernemingen streven ook naar kwaliteit; we werken netjes en herstellen fouten. Het gaat om communiceren, om relaties en om anders kijken naar SROI. Goed inkopen Als het gaat om de maatschappelijke impact heeft de overheid dezelfde doelen als sociale ondernemingen. Dat zou betekenen dat we ideale samen­werkingspartners zijn. Toch wordt in aanbestedingen vaak de combinatie gezocht van SROI, de economisch meest voordelige oplossing én de hoogste beeldkwaliteit. Dat is in mijn ogen geen gelukkige combinatie. Wat is goed inkopen als de factor social return centraal staat? Nu bestaat de neiging om contracten aan de voorkant juridisch dicht te timmeren. Op­drachtgevers kiezen bewust voor het werken met kwetsbare mensen. Is het dan niet redelijk om de kwaliteit af te zetten tegen de maatschappelijke impact? Samenwerken Maar hoe kan het nu beter? We hebben bij gemeenten immers regelmatig te maken met externe partijen waarop wordt teruggevallen voor de directievoering en het beheer. Partijen die social return niet als voornaamste belang hebben. Bovendien hebben beheerders van de openbare ruimte niet altijd contact met de Wmo-verantwoordelijke. Ik ben ervan overtuigd dat meer sturen op het voorbehouden van opdrachten aan sociale ondernemingen dé oplossing is. Door samen te werken met respect ontstaat betrokkenheid. Het levert de overheid financieel voordeel op, de Wmo wordt ontzorgd en we krijgen meer mensen aan het werk. Be social Als je elkaar helpt, kun je Scan of ga naar: samen mooie dingen maken. www.stad-en-groen.nl/article/29611/ De overheden zijn aan zet! inkopen-met-sociale-impact-meerWat zijn jullie ervaringen? gericht-op-samenwerking

www.stad-en-groen.nl

79


Natuurlijke uitstraling met GreentoColour Het vasteplantenconcept GreentoColour staat bekend om de vakbeplanting. Er is echter ook vraag naar een minder ‘cultuurlijke’ uitstraling, wat met het gebruik van de basiskenmerken van GreentoColour ook uitstekend realiseerbaar is. Voor aanplant in ‘natuurverband’ is een unieke sortimentslijst samengesteld, waarvan de planten op gelijk niveau met elkaar opgroeien. Hierdoor blijft ook binnen dit ontwerp het onderhoud tot een minimum beperkt.

Door de variatie aan vaste planten en het lange bloeiseizoen zijn Griffioens vaste planten van groot belang voor veel verschillende typen vlinders, bijen en andere insecten. GreentoColour is een verrijking voor de locaties en geeft de biodiversiteit een boost. Sortimentskeuze: onder meer Anemone, Agastache, Cirsium, Eupatorium, Persicaria, Rudbeckia en Verbena.

80

3/2019


Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29623/ greentocolour-kan-ook-met-natuurlijkeuitstraling

www.stad-en-groen.nl

81


3 min. leestijd

GROEN TECHNIEK HOLLAND

‘Niets is beter dan zelf een rondje rijden’ Beursmanager Willem Bierema treedt buiten de gebaande paden met GTH Het beurslandschap is veranderd. Grote statische indoor-machinebeurzen zoals de Landbouw-Rai zijn verleden tijd. Maar een interactieve beurs in de buitenlucht, waar mensen elkaar ontmoeten én de machines live kunnen testen, zal nooit verdwijnen, volgens Willem Bierema. Stad + Groen voelt Willem Bierema, beursmanager van GroenTechniek Holland, aan de tand over ‘zijn’ beurs.

Auteur: Willemijn van Iersel

Bierema organiseert met zijn team al zeventien jaar beurzen en is dus als geen ander in staat om beurstrends op te merken. Een van de trends die Bierema signaleert bij GroenTechniek Holland is de toename van grondverzet. Bierema: ‘Ik zie steeds vaker kleinere, compacte kraantjes en shovels in het aanbod van onze exposanten.’ Bierema merkt daarnaast dat exposanten uit de interne logistiek en de reinigings- en afvalsector de beurs ook steeds vaker weten te vinden: ‘Dat is eigenlijk niet meer dan logisch. Dit zijn producten waar alle bezoekers vrijwel dagelijks mee te maken hebben. Dit is een goede ontwikkeling voor de bezoekers; het aanbod wordt steeds completer.’ Dit brengt hem op een gevolg van bovengenoemde trend: ‘Het aanbod van GTH wordt steeds breder. Het is echt een alles-in-eenshow; bijna alle bedrijfsfacetten worden gedekt.’ Een tweede trend die Bierema opmerkt, is de zero-trend: zero emmision en zero chemicals. De enthousiaste beursmanager vervolgt: ‘Wat ons ook onderscheidt en waarover wijzelf én onze bezoekers het meest enthousiast zijn, zijn de vele demonstraties. Mensen kunnen letterlijk zelf op de machine klimmen en hem uitproberen. Niets is beter dan zelf een rondje rijden. GTH biedt daarvoor alle gelegenheid; we stimuleren het zelfs bij de exposanten. Daarom breiden we ons testparcours dit jaar uit.’

Biddinghuizen GroenTechniek Holland

82

3/2019

Buiten de gebaande paden Een nieuwe editie vraagt om een nieuwe opzet. GTH treedt dit jaar letterlijk buiten de gebaande paden. De paden op het Walibiterrein worden niet meer gebruikt. GTH creëert zijn eigen paden, waardoor het mogelijk moet worden om de demonstraties gedeeltelijk aan de gangpaden te houden in plaats van achter


‘Formuleer als exposant allereerst een haalbare doelstelling en bereid je goed voor’

www.stad-en-groen.nl

83


Van Dyck Marcel Belgium NV | Provinciebaan 71 | BE-2235 Houtvenne T +32 16 69 91 56 | F +32 16 69 62 53 | info@vandyck.be | www.vandyck.be


GROEN TECHNIEK HOLLAND

‘Het beursaanbod wordt alleen maar completer; bezoekers krijgen een alles-in-eenshow’ GROEN TECHNIEK HOLLAND 2019 Van dinsdag 10 tot en met donderdag 12 september 2019 vindt de vierde editie van Groen Techniek Holland plaats, Nederlands grootste vakbeurs voor professionals in de openbare groene en grijze ruimte. De locatie is, net als voorgaande jaren, het Walibi-terrein in Biddinghuizen.

www.groentechniekholland.nl

de stands. Op deze wijze wordt de interactie tussen bezoekers en stand vergroot. Dit verhoogt uiteindelijk ook de beleving en sfeer op het hele terrein. Beurstips Voor bedrijven die van mening zijn dat beurzen alleen maar geld kosten en niets opleveren, heeft Bierema wat tips: ‘Formuleer als exposant allereerst een haalbare doelstelling, zoals merkpromotie of mensen informeren over een innovatie. Of je staat er gewoon voor de snoeiharde sales. Bij al deze drie doelstellingen moet je je goed voorbereiden. Sta niet met je rug naar het

gangpad, ga niet staan telefoneren of alleen kletsen met standhouders. Natuurlijk is het een investering, maar zie het dan ook als investering en niet als kostenpost. Ik durf te beweren dat GTH per getrokken bezoeker verreweg de goedkoopste is!’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29612/ niets-is-beter-dan-zelf-een-rondje-rijden

www.stad-en-groen.nl

85


Gouden Klavertjes Vier brengen geluk Op Groentechniek Holland geprezen innovaties vinden hun weg in de praktijk De uitreiking van het Gouden Klavertje Vier is het hoogtepunt van de tweejaarlijkse vakbeurs Groentechniek Holland. In september vindt de

Je bent ervan overtuigd dat je iets goeds hebt bedacht. Iets waar de markt geheid op zit te wachten. De onafhankelijke jury voor het Gouden Klavertje Vier ziet het ook. Dan kan het snel gaan als de markt de boodschap van de jury blijkt op te pakken.

vierde editie plaats. Dat betekent dat er drie bekroonde innovaties zijn van eerdere edities. De winnaars daarvan tellen hun zegeningen. Auteur: Bart Mullink

86

3/2019

‘De prijs heeft enorm veel aandacht gegenereerd. We hebben CO2-neutrale onkruidbestrijding in één keer op de kaart weten te zetten’, zegt Jeroen van de Ven van Ramm. Ramm won met de nieuwste onkruidbestrijdingsmachine van de Franse fabrikant Oeliatec het Gouden Klavertje Vier in 2017. ‘Dat heeft ons goed gedaan. We hebben niet alleen veel machines weten te verkopen, we zijn ook trendsetter geworden. Collega’s proberen ons na te volgen.’ Onkruid met kokend water bestrijden op een manier die CO2-neutraal is, dat klinkt niet voor de hand liggend, erkent hij. ‘We zijn verplicht overgestapt van chemische onkruidbestrijding naar mechanische en thermische bestrijding. Thermische machines verbruiken veel energie en zorgen daardoor voor veel CO2-uitstoot. Wij konden als eerste melden dat het ook anders kan: met minder heet water en dus minder energie, door een verbeterde techniek.’ Om vervolgens CO2-neutraal te worden, ging Ramm

in zee met oliehandel GVG. ‘GVG betrekt de olie die bestemd is voor de boiler van een Finse raffinaderij, die een synthetische dieselbrandstof maakt van afval uit de hout-, papier- en voedselindustrie. Dat zijn fossielvrije grondstoffen waarvoor ook geen extra landbouwgrond nodig is.’ Diesel Oeliatec wist de benodigde energie tot ongeveer de helft terug te brengen, dankzij een gepatenteerde spuitmond die zorgt voor een heel dunne film met extra heet water. Als dat uit het spuitmondstuk komt, bevindt het zich nog op het kookpunt. Daarvoor wordt het water onder druk opgewarmd tot 120 graden Celsius, in plaats van tegen de 100 graden, zoals bij andere heetwatermachines. Minder heet water betekent minder energie voor het verwarmen, maar ook minder energie om de machine te laten draaien. Hierdoor kon weer gemakkelijker voldoende accucapaciteit gecreëerd worden voor een volledig elektrische aandrijving. ‘Alleen voor de boiler gebruik je nog brandstof. Dat mag trouwens ook gewone diesel zijn.’ Bij Ramm zijn ze er volgens Van de Ven ongelo-


6 min. leestijd

GROEN TECHNIEK HOLLAND

'Het gaat er komen.' felijk trots op dat er in circa anderhalf jaar tijd al ongeveer 50 machines in Nederland zijn afgezet. ‘Machines van een merk en met een techniek die in Nederland onbekend waren vóór de laatste Groentechniek Holland.’ Een tegenvaller was er ook: uitgerekend de uitvoering die werd voorgedragen voor het Gouden Klavertje Vier wordt niet verkocht. Het betreft een zelfrijdende machine met knikbesturing. De fabrikant is gestruikeld over de vele verschillende nationale regelingen en wetten voor dergelijke voertuigen binnen de EU. ‘In het ene land werd hij als transportvoertuig gezien, in het andere land als tractor. Het bleek domweg niet mogelijk één uitvoering te bouwen die aan alle regels voldeed. Daarom wordt nu door de fabrikant een nieuw model ontwikkeld dat voorgedragen wordt voor een Europese typegoedkeuring’, aldus Van de Ven. Het in 2017 geprezen model, de Oeliatec Mollen, is in principe leverbaar, maar is niet toegelaten voor gebruik op de openbare weg. De modellen die wel worden geleverd, zijn onder meer de Houëdic, een compacte machine op een elektrisch aangedreven onderstel, en de Houat, die bijvoorbeeld mee kan op een aanhanger of pick-up.

‘Afgelopen jaar was de verkoop wat minder. We moeten het in Nederland hebben van de laatste aannemers en sportbedrijven die er nog geen hebben en alsnog besluiten tot aanschaf.’ Vaak gaat het om klanten met doorzaaimachines die nog niet oud genoeg zijn om te vervangen. ‘De machines kunnen technisch erg lang mee. Klanten rekenen op een gebruiksperiode van tien tot vijftien jaar.’ Voor een aantal typen doorzaaimachines kan ombouwen met de nieuwe techniek ook een oplossing zijn. ‘We kunnen het DDS-systeem naleveren voor relatief jonge modellen. Voor de oudere niet, daarop past het niet. Dat wil zeggen: technisch kunnen we alles maken, maar we vinden het geen goede keus.’ Buitenland Vredo verovert ook het buitenland met zijn DDS-machine. Er zijn er al dertig geëxporteerd. ‘In België draaien er veel, maar ook in andere landen, waaronder Duitsland en Canada.’ Na het Gouden Klavertje Vier in 2015 won Vredo er in 2016 ook nog een Duitse prijs voor meest innovatieve machine mee. Dat gebeurde op de Gala Bau in Nürnberg. Het DDS-systeem biedt grote voordelen, legt Hoogland uit. Er is een besparing op de kosten van graszaad door de betere opkomst van veld-

beemd; daarnaast ontstaat door het grotere aandeel veldbeemd op het veld een veel sterkere grasmat. DDS staat voor dual depth dosage system. Veldbeemd en Engels raaigras worden in één werkgang los van elkaar gezaaid. Het trager opkomende veldbeemd krijgt betere kiemkansen door een geringere zaaidiepte en een gepaste afstand tot het gezaaide raaigras. Hierdoor krijgt het meer gelegenheid om zich te ontwikkelen. Dat er meer opkomt, is om te beginnen financieel aantrekkelijk, weet de Vredo-man, omdat juist veldbeemdzaad relatief duur is. Het is dus prettig als je met minder toekunt. Een groot voordeel is daarnaast dat ook een veel hoger percentage veldbeemd in de grasmat is te bereiken. De zaadjes zijn vergeleken met die van raaigras piepklein en de plantjes komen langzamer op. Eenmaal volgroeid, zorgen ze juist voor extra stevigheid in de mat door hun sterke zijwaartse wortelgroei. Daardoor houden deze sportvelden zich beter onder het intensieve gebruik tijdens het speelseizoen. Ondergewaardeerd Vredo ontwikkelde het DDS-systeem in samenwerking met zaadleverancier Limagrain Advanta, in wiens ogen veldbeemd een zwaar ondergewaardeerde grassoort is die een belangrijkere plaats op de sportvelden verdient. Grasspecialist Job Steunenberg legt uit: ‘Als je het veldbeemd op de juiste diepte legt en de ruimte geeft, kan het zich ontwikkelen en heeft het een hogere meerwaarde voor de grasmat.

Succes De Vredo-doorzaaimachine met zijn zogeheten DDS-systeem werd in vier jaar tijd een vertrouwde verschijning op de Nederlandse sportvelden. Het gunstige resultaat voor veldbeemd blijkt hoog te worden gewaardeerd. ‘Het is een enorm succes. Het lijkt de nieuwe standaard te worden’, concludeert Pieter-Teunis Hoogland van machinebouwer Vredo uit het Gelderse Dodewaard tevreden. De winnaar van het Gouden Klavertje Vier uit 2015 schetst hoe de prijs precies op het goede moment kwam. ‘De machine was klaar voor de markt en de markt bleek klaar voor deze machine. In het eerste jaar na de uitreiking van het Gouden Klavertje Vier hebben we er veel van kunnen verkopen. In totaal hebben we er nu in Nederland 37 van afgezet. Dat is voor zo’n nicheproduct erg veel in zo’n korte tijd.’ Jeroen van de Ven lijkt in zichtRamm Het verzadigingspunt te komen.

Die prijs motiveert iedereen hier; de jongens vinden het geweldig’

www.stad-en-groen.nl

87


INTERNATIONAL

TREE SERVICE

BioMant-ONE

NIEUW

De nummer één voor chemievrije onkruidbestrijding uuKlein in afmeting,

groot in kracht

product advies

uuNieuwste techniek:

boom onderzoek apparatuur

beluchting systemen

vaktechnische boeken

economisch en milieuvriendelijk uuFlexibel inzetbaar

groeiplaats verbetering

Ook met milieuvriendelijke LPG-brander en accu-pakket verkrijgbaar!

kluit verankering

tak verankering insecten bestrijding

Rijksstraatweg 41A 1396 JD Baambrugge (Amsterdam) Tel. +31 (0)6-53491303 info@itsfortrees.nl www.itsfortrees.nl

MANTIS ULV b. v. ✆ +31 (0) 578 - 575 380 mantis-nl@mantis-ulv.com • www.mantis-ulv.nl

Kwaliteit ontstaat zelden door toeval

www.smitsrinsma.nl

De ingenieurs van de buitenruimte


GROEN TECHNIEK HOLLAND

De DDS-machine aan het werk

Veldbeemd kan beter tegen droogte dan Engels raaigras en overleeft ook de strengste winters. Behalve dat de grasmat er steviger door wordt, verspreidt het gras zich via de wortels ook horizontaal, waardoor kale plekken vanzelf dichtgroeien. Zo krijgt onkruid geen kans en hoeft dat dus ook niet meer bestreden te worden.’ De DDS-machine werkt met twee zaadbakken die onafhankelijk van elkaar doseren en met twee speciale graszaadmengsels. In de voorste bak gaat Engels raaigras met een klein beetje veldbeemd erbij, in de achterste veldbeemd met een klein beetje raaigras. ‘Dit geeft in elke zaairij een gelijkmatig beeld. Raaigras en veldbeemd gaan dan samen op in hun ontwikkeling.’ Het oude zaaisysteem, waarbij een mengsel veldbeemd en raaigras in één keer door elkaar werd gezaaid, leidde ertoe dat relatief weinig veldbeemd opkwam. ‘Een procent of acht’, zegt Steunenberg. ‘Met het DDS-systeem kunnen we op zes keer zoveel uitkomen. Dat betekent dat bijna de helft van het nieuwe gras veldbeemd zal zijn.’ Die acht procent is ook erg weinig als je bedenkt dat een mengsel als SV7, dat in die gevallen frequent wordt toegepast, qua gewicht

voor 25 procent uit veldbeemd bestaat. ‘Qua gewicht. In aantallen zaadjes overtreft de hoeveelheid veldbeemd het raaigras zelfs met een factor drie tot vier.’ Eerder kon het veldbeemd weleens een kontje worden gegeven door twee keer door te zaaien: eerst alleen veldbeemd, dat zo een voorsprong kreeg, en na twee weken werd teruggekeerd naar het veld om raaigras te zaaien. Hoogland verklaart: ‘In de praktijk kwam het er vaak niet van. Aannemers werken vaak op grote afstanden van huis; ze willen niet twee keer naar al die velden rijden. Als dat al zou kunnen, want de doorzaaiperiode is relatief kort. Het veldherstel moet plaatsvinden buiten het speelseizoen. Dat betekent topdrukte in die periode.’ Goede reclame Een bosmaaierkop die wordt gemonteerd op een maaimachine; dat gebeurt bij Verhart Groen. Deze vondst bleek goed voor het eerste Gouden Klavertje Vier, dat werd uitgereikt in 2013. Voor het bedrijf zelf is het een succesformule. De groenaannemer gebruikt hem bij het eigen maaiwerk, dat daardoor efficiënter ver-

loopt. ‘Gazons, wegbermen, we gebruiken hem overal voor’, zegt ondernemer Peter Verhart. De bestuurder kan de bosmaaierkop apart bedienen voor de lastige hoeken en rond obstakels. Het leeuwendeel van dat kleine werk is dan meteen gedaan. ‘Onze ervaring is dat het met de bosmaaier 80 procent scheelt in tijd, in manuren’, zegt ondernemer Peter Verhart. ‘Het was goede reclame voor het bedrijf’, merkt hij op. ‘Dat we die prijs kregen, motiveerde iedereen hier; de jongens vonden het geweldig.’ Het bedrijf gebruikt de machine al een hele tijd en hij bevalt in de praktijk heel goed, zo onderstreept Verhart. ‘Alleen al daarom is het voor ons prima.’ Er vindt weliswaar ook verkoop aan derden plaats, maar relatief beperkt. ‘Er wordt om gevraagd, maar niet zo veel als ik had verwacht.’ Eén reden is, overweegt hij, dat Verhart op de eerste plaats een groenbedrijf is en geen machinehandel. Daarnaast speelt volgens hem een rol dat gewoontes hardnekkig zijn. ‘Het is een andere manier van werken. Daarvoor moet bij mensen een knop om en dat heeft tijd nodig.’ Misschien duurt het nog een jaar of tien, overweegt Verhart. ‘Het idee is goed.’ Hij onderstreept dat het daaraan in elk geval niet zal liggen. ‘Het gaat er komen.’

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29616/goudenklavertjes-vier-brengen-geluk

‘Grotere rol voor veldbeemd in sportvelden dankzij verbeterde doorzaaimethode’

Pieter-Teunis Hoogland

Vredo

www.stad-en-groen.nl

89


Groen, groener, groenst De oogst aan innoverende groenprojecten Op 22 september 2018 werd in de stad Genk het vernieuwde SportinGenk Park officieel geopend. Met een miljoenen kostende investering is een grondige make-over gerealiseerd. Genk wil sport en bewegen toegankelijk maken voor alle leeftijden. Kleuters, kinderen en puberende jeugd, iedereen kan hier terecht op ieder tijdstip.

Bospark SportinGenk

Voor de kleintjes ligt het vlinderpad, een leuke wandeling met spannende hindernissen. Elke hindernis is vervat in een kindergedichtje, waarin het ontwikkelingstraject van de rups wordt gevolgd.

Aanneemsom: 45.000 euro Opdrachtgever: Stad Genk Architect en ontwerp: Landschaps­ architectenbureau LOLA, advies- en ingenieursbureau Antea en Studio Jan Ooms.

90

3/2019

Het Vlinderpad Kruipend, grijpend langs al die draden, zigzaggend, klimmend op slingerpaden, is dit jouw eigen labyrint dus dartel als een wervelwind.


Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29663/groengroener-groenst

PROJECTEN

Nieuw waterspeeltoestel ‘Waterfall’ Een Spray Park, publieke speelplaats of ondiep zwembassin uitbreiden? Dat kan met dit nieuwe waterspeeltoestel: de Waterfall van Watergames & More. Het toestel bestaat uit modulaire elementen die kunnen draaien, kantelen en stuwen. Spelenderwijs kan de waterstroom door geulen en in kantel-emmers worden geleid, kunnen verborgen gaten worden geblokkeerd waardoor er een grotere waterstroom ontstaat en kan het water worden tegengehouden met blokkades. Er valt genoeg te ontdekken en te leren over de natuurlijke stroom van water. Nieuwsgierige spelers van alle leeftijden kunnen individueel of samen spelen met dit watertoestel, zelfs met 16 kinderen tegelijk. .

Binnenstad Maastricht schoonblazen

Sinds 1 juni 2018 wordt de binnenstad van Maastricht schoon geblazen met accublazers in plaats van benzine bladbladers. Hierdoor ontstaat er ’s ochtends aanzienlijk minder geluidsoverlast. De geluidreductie is van maar liefst 115 dB(A) verminderd naar 81 dB(A). Accublazers zijn behalve een stuk geruislozer ook aanzienlijk milieuvriendelijker omdat ze geen CO2 uitstoten. Bovendien worden deze blazers gekenmerkt door een hoog draagcomfort en een uitstekende blaaskracht. Na een demo met accugereedschappen koos De Gemeente Maastricht koos na een demo voor de firma Frissen Groen Techniek.

Geleverd door: Frissen Groen Techniek, De Valkenberg 15, 6301 PM Valkenburg a/d Geul +31 43 60 89 200, www.frissen-groentechniek.nl Contactpersoon: Luc Frissen Klant: Gemeente Maastricht

De Gemeente Amsterdam heeft een plan uitgewerkt om sommige openbare pleintjes te upgraden. Onlangs is er een begin gemaakt met het opknappen van het Theo van Goghpark (IJburg) en een voetbalplein bij het Amsteldorp. Beide pleintjes zijn door W&H Sports voorzien van hoogwaardige, onderhoudsarme kunststof, modulaire sportvloeren. Bij het Theo van Goghpark gaat het om respectievelijk 375m2 sportvloer inclusief de welbekende Andreas-kruizen en bij het Amsteldorp gaat het om 160m2 sportvloer. De nieuwe vloer ligt met tussenkomst van een ondervloer rechtstreeks op het reeds aanwezige oude asfalt. De modulaire sportvloer is geluiddempend, drainerend en kan in verschillende kleuren worden uitgevoerd. Indien gewenst kan er ook een logo in worden verwerkt.

Renovatie speelpleinen in Amsterdam

De modulaire sportvloeren van W&H Sports zijn geschikt voor diverse sporten zowel indoor als outdoor. De tegels kunnen eenvoudig en snel op elke vlakke en verharde ondergrond gelegd worden en hebben een groot aantal voordelen ten opzichte van traditionele vloeren. Een modulaire sportvloer heeft weinig onderhoud nodig, is vervaardigd uit duurzaam polypropyleen (bestand tegen scheuren en breuken), voorzien van UV-stabilisatoren en heeft een levensverwachting van 25-30 jaar.

Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Aannemer: W&H Sports

www.stad-en-groen.nl

91


Breda leidt burger in 40 jaar naar beloofde stadspark Breda toont ambitie met koninklijk bollenlint voor (bijna) langste stadspark Mozes doolde maar liefst 40 jaar door de woestijn om bij het Beloofde Land aan te komen. Breda trekt er net zo veel tijd voor uit om een beloofd stadspark te creëren. Met de grootschalige herinrichting van (bijna) het langste Nederlandse stadspark toont Breda zijn ambities. Deze zijn groen en groots: in 2030 wil Breda de eerste Europese stad in een groen park zijn.

Auteur: Carien van Boxtel, tuin- en landschaps­ ontwerper en ontwerper/beplantingsdeskundige Foto’s: Raymond van der Zalm

92

3/2019

2017-2057: herinrichting Singelgebied De aanpak van de singels gaat leiden tot versterking van de ecologische, cultuurhistorische en recreatieve waarden en tot meer eenheid in het stadsbeeld. Overal komen dubbele bomenrijen met een onverhard voetpad daartussen, zodat de oevers veel meer beleefbaar worden. De singels worden net als in het verleden weer echte flaneergebieden, met prettige wandelpaden, bankjes en prachtige uitzichten op de binnenstad en over het water. Zo ontstaat een ecologische en recreatieve groene long om de binnenstad, die als het ware de verschillende aangrenzende wijken, belangrijke gebouwen en parken (Valkenberg, de Seelig, Wilhelminapark en Chassépark) als een ketting aaneenrijgt. De herinrichting gebeurt gefaseerd; de gemeente maakt werk met werk. Oude bomen die aan het eind van hun levensduur zijn gekomen, worden in fases vervangen door nieuwe, dubbele rijen inheemse laanbomen.

Inmiddels is de eerste fase van de herinrichting achter de rug en liggen de Nassausingel en de Mauritssingel, waar de oude zilveresdoorns en lindes zijn gespaard, er inmiddels prachtig bij. De herinrichting is ook aanleiding voor een andere aanpak van het verkeer: alle binnensingels worden fietsstraten met eenrichtingsverkeer en het dwarsparkeren maakt plaats voor langsparkeren. Daarmee komt er letterlijk meer ademruimte in deze zone. De materialisatie wordt ook aangepakt: zo wordt asfalt vervangen door duurzaam en kwalitatief hoogwaardiger gebakken verhardingsmateriaal. Bermen en oevers bloemrijk en biodiverser Ook de bermen en oevers worden aangepakt en het beheer zal aan de nieuwe inrichting worden aangepast. Waar mogelijk zal ecologisch beheer worden toegepast: natuurlijke oevers en ruigtes worden zorgvuldig beheerd en op verschillende plaatsen zal een verschralingsbeheer worden toegepast, wat de biodiversiteit ten goede zal


3 min. leestijd

ACTUEEL

komen. Voor de bermen die het voetpad flankeren, heeft de gemeente Breda gekozen voor het toepassen van verwilderingsbollen. Een bijzonder bollenproject vraagt om een bijzondere aanpak; daarom vroeg de gemeente aan bollenbedrijf Jub Holland om een speciaal voorstel te doen voor de singelzone, daarbij gebruikmakend van een bijzonder sortiment verwilderingsbollen. Maatwerkontwerp met bloembollen Namens Jub Holland mocht ik, in nauw overleg met Tonnie Snoeijs en Anton Lips van de gemeente Breda, aan de slag met een beplantingsontwerp. Het idee om het gazon om te vormen tot een kleurrijk stinzenplantentapijt in het bestaande gazon werd enthousiast ontvangen. In het gazon wordt een basismengsel geplant met verwilderingsbollen van sterke, herkenbare stinzenplanten voor de hele zone. Dit mengsel bloeit zo’n veertien weken: vanaf januari tot in april, ongeveer zes weken voor de eerste maaibeurt. Zo zullen langs de volledige route tienduizenden sneeuwklokjes, winterakonieten, botanische krokussen, tulpjes, scilla’s en kleinbloemige narcissen bloeien. Ook de bijzondere, inheemse geblokte kievietsbloem maakt deel uit van het

basismengsel. Aandachtspunten bij het ontwerp waren het vergroten van de biodiversiteit met soorten die aantrekkelijk zijn voor bijen en vlinders, subtiele kleurschakeringen en -combinaties, een natuurlijk beeld en de natuurlijke beleving van een bloemenweide, goede verwildering en respect voor het cultuurhistorische karakter. De genoemde bloembollen zijn als stuifmeel en nectarleveranciers van cruciale betekenis voor de voorjaarsontwikkeling van bijen. Naar aanleiding daarvan ontstond de intensieve samenwerking tussen het Bredaas Bijenhouderscollectief (BBC) en Jub Holland. Het BBC richt zich op de verbetering van de leefomstandigheden van (honing)bijen, maar vooral van wilde, solitair levende bijen. Jub Holland steunt het BBC ook bij zijn educatieactiviteiten. Zonering van brug tot brug: ‘koninklijke mengsels’ Met een knipoog naar de relatie van de stad met het huis Nassau is ervoor gekozen om het basismengsel per zone (het singeltracé tussen twee achtereenvolgende bruggen) steeds een ander accent te geven. Zo ontstonden de zogenaamde ‘koninklijke mengsels’: koningsblauw, zilverwit, gouden gloed en royaal rood, waarbij het basis-

mengsel steeds werd verrijkt met verwilderingssoorten in een andere accentkleur. Zo wordt het beplantingsbeeld tijdens een wandeling over de singel steeds anders en ontdek je naast de herkenbare themasoorten ook steeds nieuwe soorten. De mengsels zijn uitgeplant op proeflocaties in de gemeente Breda. Nassausingel en Mauritssingel: zilverwitte en gouden gloed! Afgelopen najaar zijn de eerste mengsels op de definitieve locaties aan de singels aangeplant. Het plantwerk werd verricht door Jub Holland. Voor een deel werd gebruikgemaakt van een speciale plantmachine, maar om kwetsbare bomen en boomwortels te sparen zijn veel bollen handmatig geplant. Een enorme klus, maar met groots resultaat. Dit voorjaar heeft iedereen al kunnen genieten van de eerste prachtige bloementapijten, die met de jaren alleen maar bloemrijker zullen worden. Samen met de gemeente zorgt Jub Holland voor een uitgekiend en duurzaam beheer, waarvan uitgesteld maaien en ecologische bemesting belangrijke elementen zijn. Mede dankzij de lokale bijenhouder en fotograaf Raymond van der Zalm zal de aanplant wekelijks worden gemonitord. Dat levert nu al de eerste prachtige beelden op!

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29618/bredaleidt-burger-in-40-jaar-naar-beloofde-stadspark

www.stad-en-groen.nl

93


De Makita-accu – bewezen techniek Bouwvakker geeft zijn vertrouwde accu door aan hovenier/groenvoorziener De accugereedschappen van Makita zijn al jarenlang een vertrouwd gezicht in de bouwwereld. Makita ziet nu een #Lno emission$L-wind overwaaien van de bouw- naar de groenwereld, niet in de laatste plaats vanwege de duurzaamheidseisen die steeds meer overheden in aanbestedingen stellen. Arjen Peeters, product-/ accountmanager van Makita Nederland: ‘De groene sector kan niet meer om de accu heen.’ Auteur: Peter Jansen

94

3/2019

‘Alle producten zitten bij Makita in de lift’, zo wordt het gesprek met het vakblad afgetrapt door Arjen Peeters, product-/accountmanager en adviseur van Makita Nederland. Daarvoor heeft hij verschillende verklaringen: ‘Ons marktaandeel is over de hele linie gestegen. Door het uitblijven van een strenge winter hebben hoveniers doorgewerkt en zijn ze blijven aankopen, ook accugereedschappen. Het gaat goed met de economie. Maar vooral: de consument wordt milieubewuster; hij kiest steeds vaker voor duurzame oplossingen zoals accu- of viertaktgereedschap.’ Peeters verwijst daarbij naar de twee pijlers waarmee Makita/Dolmar stevig op de kaart staat. Campagnefoto miljoen keer bekeken Sinds vorig jaar profileert Makita zich met de campagne ‘De Makita-accu – bewezen tech-

niek’. In advertenties, televisiereclames, brochures en op banners geeft een bouwvakker een accu door aan een hovenier. De foto met slogan heeft veel overtuigingskracht, omdat het algemeen bekend is dat professionals eerder adviezen aannemen van vakgenoten dan van derden. Peeters: ‘De accu is al ruim tien jaar bekend in de bouw. Alle kinderziektes zijn eruit. De bouwvakker, die al jarenlang vertrouwt op deze accu, beveelt de hovenier de accu aan. De ene gebruikersgroep geeft het spreekwoordelijke stokje door aan de volgende gebruikersgroep. Deze foto hadden we in oktober 2018 al op de social media gezet. Hij is inmiddels meer dan een miljoen keer bekeken. Het is exemplarisch voor de wijze waarop consumenten vandaag de dag naar producten kijken: ze worden steeds wijzer door alle berichtgeving over duurzaamheid en milieutechnische voorwaar-


ADVERTORIAL dat machines schoner zijn voor het personeel.’

‘De nieuwe generatie accugereedschappen en -machines is niet meer met de eerste generatie te vergelijken’

den. “Snoerloos” is nu een ingeburgerd woord. Consumenten rijden elektrische auto’s, elektrische scooters en gebruiken allerhande elektrische producten, binnensteden verbannen oudere auto’s in verband met emissie-eisen en arbotechnisch wordt er strenger op toegezien

Bouwsector versus groensector Makita, dat met zijn boor- en schroefmachines zijn corebusiness in de bouw heeft, zag deze ontwikkeling al enkele jaren geleden aankomen. ‘De bouw loopt een jaar of vijf voor op de groensector’, legt Peeters uit. ‘In de bouw loopt de verkoop van alle accugereedschappen al jarenlang heel goed. In deze sector is nu bijna alles snoerloos. De hovenierssector is wat traditioneler. Er zijn natuurlijk al wel voortrekkers actief met accugereedschap, maar het kost wat meer tijd om de massa te overtuigen van de voordelen van accu.’ De groensector lijkt er echter niet meer omheen te kunnen: er waait een elektrische wind, met name door overheidsland. Het vakblad heeft onlangs twee grootgroenvoorzieners geïnterviewd die volledig op accugereedschap zijn overgestapt. Peeters: ‘Je ziet in aanbestedingen inderdaad steeds vaker dat er #Lno emission$L geëist wordt. Een bedrijf moet daaraan voldoen om het werk te krijgen. Het is een kwestie van gewenning. In het begin zijn sommigen bang dat accugereedschap niet het gewenste vermogen levert voor een bepaald type werk. Jaren geleden, aan het begin van de ontwikkelingen, was dit wellicht nog het geval, maar de capaciteitstandaarden zijn zoveel verbeterd dat de nieuwe generatie gereedschappen en machines niet meer met de eerste generatie te vergelijken is. Een voorbeeld: bij onze nieuwe heggenschaar, die op één 18 V-accu draait, staan de messen bol op elkaar,

waardoor er minder sprake is van wrijving en geluid en de looptijd langer is. En onze nieuwe accukettingzaag presteert hetzelfde als een 35 cc-benzinevariant.’ Peeters benadrukt dat het bedrijf zich zowel op accu als viertakt blijft focussen: ‘We adviseren accu waar het kan en brandstof waar het moet, want we hebben nog geen accugereedschap waarmee de bosbouwer de hele dag flinke bomen kan omzagen.’ Universeel uitwisselbare Makita-accu Peeters stipt het USP van Makitaaccugereedschappen aan: ‘Makita kent het LXT-accuplatform, waarbij de gereedschappen onderling uitwisselbaar zijn, zowel de accu als de lader. De basis bestaat uit de 18 V LXT-accu. We hebben inmiddels 150 verschillende machines in het assortiment die onderling uitwisselbaar zijn. Ook onze professionele tuinmachines zijn geënt op 2 x 18 V, dus ook daarbij kun je de accu’s geschakeld toepassen. We hebben vanaf de introductie van LXT zo’n miljoen accu’s in de markt gezet; daardoor zijn de mogelijkheden gigantisch.’ Voorjaarsactie Makita houdt al enkele jaren een actie voor accugereedschappen zoals boor- en schroefmachines: in het eerste kwartaal kan men een gratis accu ter waarde van 90 euro (exclusief btw) aanvragen. Dit jaar houdt Makita ook een soortgelijke actie voor gebruikers in de groene sector. Van 1 april tot en met eind juni 2019 kan de klant een gratis 5,0 Ah-LXT-accu aanvragen bij aankoop van bepaalde 18 V- en 2 x 18 V-tuin- en parkmachines.

www.makita.nl

Arjen Peeters

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29649/de-makita-accu---bewezen-techniek

www.stad-en-groen.nl

95


Wegennet in Zevenaar op de schop 281 bomen moeten wijken Boomrooierij Van Weert Rondhout heeft zijn rooiwerkzaamheden in de gemeente Zevenaar mooi in beeld gebracht. Op de Arnhemseweg naar de A12 wordt een nieuwe ontsluiting gerealiseerd. Sinds vele jaren werd hier geklaagd over verkeersoverlast en was er sprake van de nodige onveilige situaties. Het realiseren van een nieuwe op- en afrit is tevens onderdeel van de grootschalige aanpak van het wegennetwerk rondom Zevenaar. Er liggen plannen om de A12 te verbinden met de A15. Ook daarom moet de ontsluiting meer verkeer aan­ kunnen. Boomrooierij Van Weert Rondhout is gespecialiseerd in het rooien van bomen en beplantingen binnen stedelijk gebied en op terreinen met een hoge natuurwaarde en in cultuurtechnisch bosonderhoud.

96

3/2019


Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29646/wegennet-in-zevenaar-op-de-schop

www.stad-en-groen.nl

97


onkruid 1-2-3 weg!

HETE LUCHT INFRAROOD STOOM veilig systeem

De WeedSteam is de snelle en efficiënte oplossing voor effectief

milieuvriendelijk

en duurzaam onkruidbeheer. De 1-2-3 combinatie van zeer hete

duurzaam resultaat lage exploitatiekosten

lucht, infrarode straling en stoom pakt ongewenste vegetatie grondig aan. Na enkele dagen is het behandelde onkruid

minimaal onderhoud

verdord! Bel nu Jean Heybroek en overtuig u van de

maximale prestaties

unieke kwaliteiten van de WeedSteam!

onkruid duurzaam en 3x efficiënter bestrijden met de WeedSteam®

www.jeanheybroek.com

kijk op voor een overzicht van ons leveringsprogramma Jean Heybroek BV, tel. 030 - 639 46 11


3-DELIGE KLEPELMAAIER Met meer dan 180 jaar ervaring in het ontwerpen, produceren en leveren van maaimachines bent u met Ransomes verzekerd van een superieure maaikwaliteit! • Maaibreedte tot 3,20 m • 65 pk • Maaihoogte 30 - 70 mm • Cabine met airco leverbaar • Müthing klepeldekken

Importeur voor Nederland:

Pols Groep

www.ransomesjacobsen.com

Zuidland

+31 (0) 181 458845

www.pols.nl

GEEF JE TOEKOMST VORM BIJ VERHEIJ! Jij hebt ambitie. Zoekt kansen en uitdagingen. Binnen en buiten, met je handen en met je hoofd. Bij Verheij Integrale groenzorg is plaats voor ervaren rotten in het vak, maar ook voor groene talenten. Die ’t net even anders aanpakken dan de rest. Welkom!

WERKEN B I JV ER H EI J. N L


HOOFDREDACTIONEEL

De aannemers zelf melden dat uitstel van het verbod zorgt voor een rem op innovatie. De tegenstanders van een verbod wijzen op de sterk stijgende kosten van beheer

De Wet van Goudvis Als je wat langer meeloopt in deze markt krijg je wel eens een AHAErlebnis. Bijvoorbeeld vorige week tijdens een bijeenkomst over de Green Deal Sport. De terechte ambitie bestaat om sportterreinen en golfbanen via een zogenaamde integrated Pest Management (IPM) methode te onderhouden. Ik zeg terecht, niet omdat ik er van overtuigd ben dat chemie per definitie zoveel slechter is dan niet-chemisch, maar omdat de hedendaagse consument dat nu eenmaal verwacht. Natuurlijk is dat hypocriet. We eten (bijna) allemaal groentes en fruit waarbij chemie is toegepast, maar verbieden dat wel op een sportveld waarvan we het gras meestal niet zullen eten. Maar het zal steeds lastiger worden om dit uit te leggen aan de achterban. Bijzonder in de discussie over chemie is dat de aannemerij juist voor een strikte uitleg en tegen chemie is.

Geen doel op zich, maar een hulpmiddel om groen in onze steden te versterken en de politiek ervan te overtuigen de portemonnee te trekken Twee argumenten worden daarbij van stal gehaald. De aannemers zelf melden dat uitstel van het verbod zorgt voor een rem op innovatie. De tegenstanders van een verbod wijzen op de sterk stijgende kosten van beheer. U weet al waar ik naar toe wil. Exact hetzelfde gebeurde een paar jaar geleden toen chemisch onkruidbeheer op bestrating in de ban werd

100

3/2019

gedaan. Aannemers riepen toen in koor dat de kosten van niet-chemisch hetzelfde zouden zijn als van chemisch. De werkelijkheid bleek anders. Begrijp me goed: Van mij krijgt u geen pleidooi om weer met Roundup aan de slag te gaan. Dat lijkt mij een gelopen race. Ongeveer dezelfde AHA-Erlebnis. –en deze is ernstiger- had ik recent bij de introductie van I-Tree. De Amerikaanse software- module om de waarde van groen en de waarde van bomen inzichtelijk te maken. Wij schreven ons eerste artikel over I-Tree in 2008. Dus ver voordat deze waarderingsmethodiek in de mode kwam. Ook voor I-Tree geldt dat er geen grotere voorstander is voor iets dergelijks dan ondergetekende. Maar ik ben altijd bang voor wat ik de Wet Van Goudvis noem. We verzinnen of importeren iets bijzonders. Er wordt dan heel veel geld en aandacht gestoken in de implementatie van de methode. Maar na één rondje in de kom zijn we dat allemaal weer vergeten en verzinnen we weer iets nieuws. I-Tree was één of twee rondjes in de kom geleden een belangrijk ding en dat is nu weer grotendeels vergeten. Dat is jammer: beide methodieken zijn geen doel op zich, maar een hulpmiddel om groen in onze steden te versterken en de politiek ervan te overtuigen de portemonnee te trekken en te investeren in een groene leefomgeving.

Met vriendelijk groet, Hein van Iersel (hein@nwst.nl) Hoofdredacteur

Be social Scan of ga naar: www.stad-en-groen.nl/article/29676/de-wet-van-goudvis


De partners van

Stad + Groen

connecting green and infrastructure

AHA de Man uw golfbaan op zijn best

TRIPLE A LIGHTING

NL Gebieds label


Natuurlijk spelen in geweldig

puur groen!

EĂŠn met de natuur, in alles wat we doen. Spelen, uitdagen, ervaren, ravotten en dat in de pure natuur!

grenzen te verleggen en worden gestimuleerd om te bewegen.

Natuurlijk spelen levert een belangrijke bijdrage aan de

Of het nu gaat om een speelomgeving in het groen, in het

ontwikkeling van kinderen. Ze ontdekken veel meer tijdens het

stedelijk landschap of een groen schoolplein, wij realiseren

spelen in een natuurlijke omgeving en voor ieder kind biedt het de

het! Wij werken het allerliefst circulair, dus zonder afval

mogelijkheid om zijn of haar grenzen op te zoeken. Een prikkelende

en met zoveel mogelijk hergebruik. Waar geen hergebruik

omgeving met pedagogisch verantwoorde speelaanleidingen

mogelijk is, passen we uiteraard duurzaam materiaal toe. Op

haalt het beste in een kind naar boven! Uit onderzoek blijkt zelfs

deze manier dragen we ons steentje bij aan de Global Goals.

dat kinderen zich hierdoor beter kunnen concentreren, leren

Samen werken we aan een optimale toekomst voor iedereen!

snoekpuurgroen.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.