1
* Dit artikel is de neerslag van een interview met Ronald Hermsen, en werd gepubliceerd als hoofdstuk 1 van’ Wijsheid te boek’, Profiel van een veranderend tijdsbeeld, meningen en visies. Ankh Hermes, Deventer, 1998. Foto pagina 1: met dank aan Hugo Schuit 2
Kosmos: van vrijplaats tot fenomeen* Eckart Dissen
Ton Alberts, Dolores Ashcroft-Nowicki, Baker Roshi, William Burroughs, Peter en Eileen Caddy, Benjamin Creme, Jules Deelder, Karel Douven, Allen Ginsberg, Bede Griffith, Maarten Houtman, Z.H. Gyalwa Karmapa, Ali en Akhbar Khan, Arnold Keyserling, Kwee Swan Liat, Timothy Leary, John en Toni Lilly, Stefan Lubiensky, Morrnah Nalamaku Simeona, Namkhai Norbu Rinpoche, Rama Polderman, Henri van Praag, Gilles Quispel, Ram Dass, Saswitha, Bert Schierbeek, Rupert Sheldrake, Sogyal Rinpoche, Sabina A. Spencer, Diana Vandenberg, Pir Vilayat lnayat Khan, Colin Wilson, Lama Thubten Yeshe; het is slechts een greep uit de eindeloze rij namen van mensen die lezingen, cursussen en/of workshops gaven gedurende de periode dat het centrum voor menselijke ontwikkeling De Kosmos (1969-1992) bestond. Het zijn niet de minste namen. Uit alle windstreken kwamen ze naar de Prins Hendrikkade in Amsterdam. De Kosmos was dan ook niet zomaar een centrum: het was dé verzamelplaats in Nederland waar alle vernieuwingen en vernieuwers op het gebied van spiritualiteit, menselijke ontwikkeling en cultuur samenkwamen. Een plek gericht op het verwerven van innerlijke vrijheid en autonomie. De meeste bezoekers — zeker in de begintijd — waren net als ik van de naoorlogse generatie, die zich losmaakte van het geestelijk erfgoed van de kerken, de normen en waarden van de ouders achter zich liet en zelf op zoek ging. Deze breuk in het cultureel en maatschappelijk leven hangt mijns inziens nauw samen met de Tweede Wereldoorlog. Hierdoor viel het kader dat de vorige generaties hadden afgeperkt weg en
3
ontstond er in de jaren zestig en zeventig een enorme behoefte aan zingeving. De nieuwsgierigheid naar zingeving is een basale menselijke drijfveer. Vormen waardoor die nieuwsgierigheid bevredigd zou kunnen worden, waren niet meer voorhanden en dus gingen mensen op zoek naar nieuwe vormen. Provo en studentenbeweging werden pioniersbewegingen voor mensen die op eigen wijze wilden deelnemen aan maatschappelijke ontwikkelingen als politiek, democratie, kunst, cultuur en spiritualiteit. De periode eind jaren zestig werd zo de motor waardoor de jaren zeventig op gang zijn gebracht en waardoor zoveel initiatieven zijn ontstaan: spirituele centra, woongroepen, communes, emancipatie en feminisme, natuurvoedingswinkels, milieubeweging enzovoort. Het zijn allemaal bewegingen die tegelijkertijd ontstonden en elkaar beĂŻnvloedden. In deze tijd van collectieve explosieve, creatieve drang is ook De Kosmos ontstaan, als een exponent van zijn tijd; een periode waarin studentenbeweging en subcultuur een grote invloed hadden op het maatschappelijk leven en vorm wilden geven aan een eigen cultuur.
Exponent van nieuwe mogelijkheden DrieĂŤntwintig jaar heeft De Kosmos bestaan. Eenentwintig jaar daarvan rustte de leiding van het centrum in mijn handen. Ik was eigenlijk net iets ouder dan de gemiddelde bezoeker. Zeker in de begintijd waren dit mensen die zich maatschappelijk wilden onderscheiden: studenten, hippies, provo's en kunstenaars; mensen uit de subcultuur. Het centrum werd enerzijds een exponent van de nieuwe mogelijkheden en tegelijkertijd voor sommigen een vluchtplaats voor de boze buitenwereld, een uitwijkplaats voor mensen die zich in de maatschappij niet thuis voelden. Al snel werd het publiek breder, net als de leeftijdsopbouw. De Kosmos werd een plek voor mensen van achttien tot
4
tachtig — ook al bleef het zwaartepunt tussen de twintig en dertig jaar liggen. In de groepen en tijdens cursussen ontmoetten de verschillende generaties elkaar en dat zorgde voor de nodige verrassingen. Mijns inziens was deze laagdrempeligheid het gevolg van het brede aanbod. Wij hebben de verschillende geestelijke stromingen in kaart gebracht, ze opengebroken en bijvoorbeeld theosofie, antroposofie, boeddhisme, hindoeïsme en yoga toegankelijk gemaakt voor een breed publiek. Én -- dat is heel belangrijk — ze praktisch toepasbaar gemaakt. Dat uitte zich in de vijf pijlers waar De Kosmos op rustte: yoga en meditatie, martiale kunst, alternatieve geneeskunde, nieuwe wetenschap, kunst en cultuur. Binnen deze afdelingen werd een veelheid van cursussen, workshops en lezingen gegeven. Vaak waren dat Multidisciplinaire cursussen. Zo konden yoga en alternatieve gezond-heidszorg makkelijk in elkaar overlopen, net als kunst en esoterie. Kwaliteit heeft altijd vooropgestaan. We wilden een podium bieden voor de beste leraren, kunstenaars en dichters, waar ze ook vandaan kwamen. Dat dit goed gelukt is blijkt onder meer uit de publicatie van het aantal boeken dat verscheen naar aanleiding van lezingenseries en seminars. Veel docenten waren tevens zelf auteur. In De Kosmos werd overigens niet alleen aan geestelijke ontwikkeling gewerkt. De sauna, boekwinkel, bibliotheek en het restaurant hebben in alle jaren veel bijgedragen aan het plezier van veel mensen die De Kosmos bezochten.
Van oriëntering naar professionalisering De jaren zeventig en tachtig kenmerkten zich door een enorme groei van aanbod en bezoekers. Je zou de ontwikkeling van De Kosmos in drie fasen van grofweg zeven jaar kunnen onderverdelen. In het begin was het aanbod oriënterend, net zoals de medewerkers — en dus ook het centrum — zich nog aan het oriënteren waren. Na deze
5
periode volgde een fase van verdieping en specialisatie. Zo kwam er bijvoorbeeld een vervolg op de basiscursus yoga. Ons aanbod werd minder vrijblijvend, minder geschikt als alleen maar vrijetijdsbesteding. In de derde periode stond professionalisering centraal. Binnen de al genoemde afdelingen ontstonden docentenopleidingen: yoga, astrologie, martiale kunst; op alle gebieden waarbinnen je je praktische vaardigheden eigen kunt maken. Veel van de medewerkers en ook bezoekers die gedurende tien, vijftien jaar regelmatig bij ons kwamen, hebben dezelfde fasen als De Kosmos doorlopen: van oriëntering, naar verdieping en vervolgens naar specialisatie en professionalisering, met als gevolg dat verschillende van hen docent werden in datgene wat hen het meest aansprak. Het centrum heeft zo — net als uitgeverij Ankh-Hermes op haar manier — een enorme pioniersrol vervuld en voor een bredere bekendheid van spiritualiteit en de mogelijkheden op het gebied van menselijke ontwikkeling gezorgd. We stelden hoge eisen aan de cursussen en docenten die we in de programmering opnamen. Zo moest een docent aantoonbaar kunnen maken dat hij of zij voldoende scholing had doorlopen, op wat je tegenwoordig HBO-niveau noemt. En hij moest tussen de twee en vijf jaar leservaring hebben. Dat waren de, laten we zeggen, eenvoudige eisen. Minder vastomlijnd waren voorwaarden als: voldoende levenservaring; hoe kan een docent anders de gidsfunctie vervullen die de deelnemers van hem verwachten. Een andere voorwaarde was: datgene wat een leraar doceert moet in zijn handelen geïntegreerd zijn. Of hij aan deze eisen voldeed werd bepaald door de programma-werkgroep, waarin de vijf stafleden zaten die voor de programmaorganisatie verant-woordelijk waren. Het is inderdaad niet makkelijk te toetsen, maar in een gesprek kom je al een heel eind. Helemaal wanneer je hier al jaren ervaring mee hebt en kunt vergelijken. Vervolgens werd de cursus of workshop altijd door een van de stafleden gevolgd om te zien of de docent datgene
6
wat hij pretendeerde te bieden ook waarmaakte. Op jaarbasis werden er enkele honderden cursussen, workshops en lezingen gegeven. Dit betekende dat jaarlijks ruim tienduizend cursisten De Kosmos bezochten: een soort Volksuniversiteit van de geest. Vanaf het moment dat De Kosmos echt ging draaien — zo'n vijf jaar na de opening in 1969 — waren er vijftig mensen in dienst. Halverwege de jaren tachtig werd dit aantal noodgedwongen minder, doordat de gemeentelijke subsidie wegviel. Die bedroeg een miljoen gulden per jaar, op een omzet van drie miljoen. Toen dit gebeurde werd De Kosmos geprivatiseerd en kwam het centrum in handen van een stichting. Persoonlijk had ik liever gezien dat de medewerkers mede-eigenaren waren geworden, maar de meerderheid van hen wilde liever in dienst blijven van de stichting. Hierover later meer. Er gold ook heel duidelijk een economisch principe: was er niet genoeg belangstelling, dan ging de cursus niet door. Dit werkte in de praktijk heel positief en De Kosmos werd het meest vooraanstaande centrum voor spirituele educatie met een programma-aanbod dat nauw aansloot bij de maatschappelijke behoeften. Als staf kun je wel mooie dingen verzinnen, maar als die niet aansluiten op de maatschappelijke behoefte, staat de docent voor een lege zaal. Dit wilden we voorkomen en het is dus ook nooit voorgekomen.
Researchcentrum De Kosmos was een soort laboratorium, een researchcentrum waarin dingen onderzocht en geselecteerd werden die in die tijd belangrijk waren en waarvan we vonden dat ze vertaald konden en moesten worden naar andere vlakken van het maatschappelijk leven, zoals werk en school. We deden aan een soort additionele educatie. Het meeste van wat wij uitdroegen is inmiddels gemeengoed geworden. Daar zit een positieve kant aan — het is nu overal verkrijgbaar — en een negatieve — de vraag is of het
7
gebodene ook kwaliteit heeft. Inmiddels is er een begrip ingevoerd, onder andere door de media, dat alles op het gebied van menselijke ontwikkeling, spiritualiteit en esoterie op één hoop gooit: 'New Age.' Alles valt daaronder: van boeddhisme tot spiritisme en occultisme en van acupunctuur tot handoplegging. Ten tijde van De Kosmos gebruikten we de term 'New Age' niet, en ik zal het nog steeds niet snel in de mond nemen. Het is een overkoepelende term die voor mij veel te vaag is. Bovendien hield De Kosmos zich niet bezig met zaken als handoplegging, spiritisme en occultisme. Ook therapeutische, sektarische en paranormale activiteiten hielden wij buiten de deur. Ons aanbod was gericht op het ontwikkelen van de eigen mogelijkheden, die bijdragen aan het beter persoonlijk en maatschappelijk functioneren. Het beeld dat veel mensen hadden — en misschien nog hebben — dat De Kosmos zweverig en rokerig was, of een soort alternatieve kerk, is volstrekt onjuist. Voor het allereerste begin ging dat misschien nog op, maar al snel ontwikkelden we een helder, krachtig beleid. Zeker ten opzichte van hasj en drugs was het zo dat naarmate de maatschappelijke tolerantie toenam, die bij ons afnam. Vanaf begin jaren tachtig gold in De Kosmos bijvoorbeeld overal — behalve in het theehuis — een algeheel rookverbod.
Spiritualiteit in sociale context Veel spirituele centra en stromingen integreren niet in de maatschappij. Dit was ook de zwakte van De Kosmos. Het centrum had niet voldoende binding met het maatschappelijke leven. Dat bleek onder andere uit het feit dat het steeds moeilijker werd om subsidie te krijgen. Tot deze uiteindelijk helemaal wegviel. Als een centrum een herkenbare of erkende functie heeft, is de maatschappij best bereid er geld in te steken. Maar ons bereik was te klein en het ging te veel over 'hoe denk je over
8
spiritualiteit', terwijl het had moeten gaan over 'wat doe je met spiritualiteit binnen de sociale context waarin mensen functioneren'. Uiteindelijk is De Kosmos ter ziele gegaan. Dat was in 1992. Op verschillende niveaus zijn daar verklaringen voor te geven. Op materieel niveau werd er simpelweg niet genoeg verdiend. De kosten waren hoger dan de inkomsten. Organisatorisch gezien was het zelfbestuur van de democratische werkgemeenschap tijdens de privatiseringsfase danig aangetast door het bestuur van de stichting. Dit orgaan wilde controleren en beheersen en de werkgemeenschap liet dit toe. Dat was de dood in de pot omdat controle en beheersing het leven — ook in organisaties — om zeep helpen. Het is regeren vanuit de angst dat er iets mis gaat. Op het inhoudelijk vlak is De Kosmos op een gegeven moment de band met de tijdgeest kwijtgeraakt. Met als gevolg dat de programmering minder goed aansloot bij de vraag. We waren misschien te veel op het eigen publiek gericht en misten daardoor de aansluiting bij een brede maatschappelijke groep. Op spiritueel niveau als laatste was de bezieling van de mensen die De Kosmos 'waren' voor een deel verdwenen. Het elan, het enthousiasme van mensen in de werkgemeenschap was weg.
Maatschappelijke bereikbaarheid Je zou kunnen zeggen dat wanneer iets niet mee-evolueert met de tijd, het geïsoleerd komt te staan en op den duur niet meer kan overleven. Dit idee zou van toepassing kunnen zijn op De Kosmos. Maar misschien is het zo dat alles – en dus ook alle organisaties- een levenscyclus hebben, en dat die van De Kosmos volbracht is. Dan heeft De Kosmos zichzelf overbodig gemaakt doordat ze ervoor gezorgd heeft dat het gedachtegoed dat zij voorstond momenteel voor iedereen toegankelijk is in de maatschappij. Al die mensen die De Kosmos bezocht hebben, hebben iets opgepikt en meegenomen naar huis. Velen zijn zelf gaan doceren of zijn een centrum begonnen.
9
Personalia Eckart Dissen was van 1969 tot 1990 mede-initiatiefnemer en directeur van De Kosmos. Daarna startte hij het bureau Perspectief, Management, Training en Opleiding, een educatieve netwerkorganisatie gespecialiseerd in persoonsgerichte trainingen en opleidingen voor bedrijfsleven, overheid en non-profit organisaties.
10
De maatschappelijke bereikbaarheid is er nu. Elk dorp heeft een yogacursus, overal zijn plekken waar je kunt mediteren en gezondheidswinkels zitten bijna altijd om de hoek. En dit is niet zomaar gekomen. De Kosmos is uitdrukking van de spirituele renaissance van de twintigste eeuw geweest en heeft een invloed gehad die niet meer is weg te denken. En hoewel er geen concreet centrum meer is, denk ik dat De Kosmos nog steeds bestaat, in talloze huiskamers en centra verspreid door het hele land. Al vind ik het soms moeilijk om de kwaliteit die De Kosmos in haar bloeitijd kenmerkte terug te vinden.
11