4 minute read
Interview Esther Agricola
Esther Agricola is als directeur Ruimte & Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het Oosterdokseiland. Wat is volgens haar het unieke karakter van het eiland? En hoe ziet ze de verdere toekomst ervan voor zich?
Advertisement
Het Oosterdokseiland nadert zijn voltooiing, alleen de City Campus van Booking.com staat nog in de steigers. Hoe vindt u dat het eiland geworden is?
‘Het is een magnifiek eiland geworden. Het was een puzzel om het te maken zoals het nu is. Ga maar na: je hebt het spoor, wat een enorme barrière is, het Oosterdok, de verbindingen naar Centraal Station, Marineterrein, het Nemo. Het Oosterdokseiland is onderdeel van een fijnmazig grootstedelijk netwerk. Bovendien moest het bijdragen aan een verdere verbinding van de stad met het IJ. Het is ongelofelijk, maar dat is allemaal gelukt. Het Oosterdokseiland is een prachtige combinatie geworden van bedrijven, hotels, sociale woningbouw. Het is een huzarenstukje geworden.’
Wat is het geheim van dat succes?
‘Het was een uitstekende keuze om er twee belangrijke publieksfuncties neer te zetten, de Openbare bibliotheek en het Conservatorium. Je programmeert een stad via publieke voorzieningen. Daarmee zorg je voor een goede mix tussen private en publieke functies, tussen kantoren en maatschappelijke activiteiten. Daardoor ontstaat levendigheid, economie, veiligheid, een plek die voor iedereen toegankelijk is. Zorg je als overheid – want dat is onze taak – niet voor zo’n mix, dan loop je het risico dat om 17 uur het licht uitgaat op het eiland. Dat willen we niet.’ ‘Achteraf pakte het goed uit dat we eerst die publieke functies hadden, en dat de kantoren en woningen daarna kwamen. Het eiland trok daardoor meteen publiek aan, gezinnen, jongeren, studenten. Het kreeg daardoor smoel en identiteit. Dat trok vervolgens partijen over de streep om verder in het gebied te investeren. Zo is het gegaan.’
Heeft het water van het Oosterdok een rol gespeeld bij de stedenbouwkundige plannen voor het Oosterdokseiland?
‘Jazeker. We hebben ingezet op een brede boulevard aan het water, zeg maar aan de zonnige kant van het Oosterdokseiland. We wilden een publieksfunctie waar mensen zouden flaneren en verblijven. Ik ben blij dat dat gelukt is. Als je over de boulevard of de steigers loopt, ervaar je licht en ruimte. Het Oosterdokseiland is echt bij de stad gekomen. Wat daarbij helpt, zijn natuurlijk alle publieke voorzieningen
rondom het Oosterdok, zoals Nemo, het Scheepvaartmuseum, Muziekgebouw aan het IJ. Het Oosterdok is het blauwe Museumplein, dat heeft een enorme aantrekkingskracht.’
Is er ook iets wat niet is gelukt?
‘De sloop van Post CS, daar heb ik nog steeds buikpijn van. Toen ik drie dagen directeur Monumentenzorg en Archeologie was, mijn vorige functie, kreeg ik dat dossier op mijn bordje. De plannen om het te slopen waren al in vergevorderd stadium. Ik heb me daar met hand en tand tegen verzet. Ik dacht: hoe kan zo’n prachtig gebouw verdwijnen? Ik wist dat je dit soort iconische gebouwen moet koesteren, want je krijgt er altijd spijt van. Maar ik heb de sloop niet kunnen voorkomen.’
Zijn er nieuwe uitdagingen in de verdere ontwikkeling van het Oosterdokseiland?
‘De doorstroming van fietsers en voetgangers naar de omliggende gebieden, dat is key-issue, heel de creatieve industrie – de nieuwe economie van Amsterdam – de stad niet uit wilde, nee, die wilde zich vestigen midden in het centrum. Dat zagen we al gebeuren op de grachtengordel, en hetzelfde gebeurde ook hier. Booking. com wenste haar City Campus op de kop van het Oosterdokseiland, in hartje Amsterdam, en niet in Sloterdijk of op de Zuidas.’
Hoe verklaart u dat?
‘Talent, dat is hét kapitaal van internationale bedrijven zoals Booking. com. Ze gaan dus daar zitten waar ze dat talent kunnen vinden, zoals in Amsterdam. Amsterdam heeft ook veel te bieden, met zoveel culturele voorzieningen en de historische binnenstad. We hebben een gemengde economie, een creatieve industrie, en één van de grootste datahubs ter wereld, een belangrijke voorziening voor bedrijven zoals Booking.com die afhankelijk zijn van internet. Dat zijn allemaal zaken die zorgen dat je dit soort economie en werkgelegenheid aantrekt. We zijn daar uiteraard blij mee. Dit type economie is belangrijk voor Amsterdam. Wil je internationaal een rol blijven spelen, werkgelegenheid bieden én een gezonde stad blijven, dan kun je niet zonder.’
U bent directeur Ruimte & Duurzaamheid. Hoe duurzaam is het Oosterdokseiland?
‘Allereerst: steden kunnen bij uitstek duurzaam zijn, vanwege de hoge dichtheid, kleinere afstanden, terugdringing van mobiliteit. Amsterdam heeft ook een verdichtingsstrategie, we hanteren een compacte stad beleid. Het Oosterdokseiland scoort daarbij fantastisch. Het heeft de hoogste dichtheid van Nederland, en toch kun je er prettig leven. Verdicht én leefbaar, dat maakt het Oosterdokseiland uniek. Ik vind dat een bijzondere prestatie. Mensen komen ook van de hele wereld om te kijken hoe we dat voor elkaar hebben gekregen.’
Wat voor toekomst ziet u voor het Oosterdokseiland?
‘Een toekomst in samenhang met de verdere ontwikkeling van de IJoevers. Ik vind het daarbij belangrijk dat de Noordelijke IJ-oevers, de sunny side van het IJ, een groene boulevard worden. Deels is dat al zo, maar het is de kunst om dat groen te behouden én te versterken. Dat is publieke ruimte die goud waard is in een verdichtende stad. De Zuidelijke IJ-oevers, de schaduwzijde, zijn wat harder, meer stedelijk. Ik hoop dat die twee verschillende karakters van beide IJ-oevers elkaar verder versterken. Jarenlang stond Amsterdam met haar rug naar het water, maar dat is niet meer zo. Het wordt weer een stad om het IJ. Dat is eigenlijk altijd al zo geweest.’