Examenreglement

Page 1

Examenreglement


Examenreglement

EXAMENREGLEMENT SINT-ODULPHUSLYCEUM Dit reglement geldt m.i.v. 1 augustus 2012 voor alle leerlingen van de leerjaren 4, 5 en 6 Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 31 van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo heeft het bevoegd gezag van het Sint-Odulphuslyceum te Tilburg navolgend examenreglement met instemming van de Medezeggenschapsraad op 26 september 2011 vastgesteld. 1 1.1 1.2 1.3

Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de havo en van het vwo in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. De rector en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. De rector wijst een van de personeelsleden van de school aan als secretaris van het eindexamen. De school heeft een examencommissie, bestaande uit een conrector en de leerling coördinator. De werkzaamheden van deze commissie worden geregeld in dit reglement en in het “Reglement bezwaar en beroep in leerlingzaken Ons Middelbaar Onderwijs”

Organisatie examens 2.1 Het eindexamen wordt afgenomen volgens de examenprogramma's, vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. 2.2 Het eindexamen bestaat uit een profielwerkstuk en voor ieder vak uit enkele schoolexamens en, voor zover dat wettelijk is bepaald, uit een centraal examen. 2.3 De resultaten van de schoolexamens en het profielwerkstuk worden vastgelegd in een examendossier. 2.4 Schoolexamens kunnen zowel schriftelijk als mondeling worden afgenomen of bestaan uit een praktische opdracht. Ze worden afgenomen volgens het bepaalde in het Programma van Toetsing en Afsluiting dat jaarlijks vóór 1 oktober door het bevoegd gezag wordt vastgesteld en aan alle kandidaten beschikbaar wordt gesteld. 2.5 Het Programma van Toetsing en Afsluiting geeft per vak aan welke leerstof en vaardigheden op welke wijze en welk moment worden getoetst en hoe zwaar elk onderdeel meeweegt. Ook kunnen per vak nadere voorschriften en/of aanwijzingen m.b.t. inleverdata, hulpmiddelen, vormgeving, procedures etc. gegeven worden. Van het bepaalde in het PTA kan niet worden afgeweken. 2.6 De examencommissie heeft de bevoegdheid om de volgende zaken betreffende het schoolexamen te regelen: - het behandelen van verzoeken van kandidaten voor bijzondere maatregelen bij een schoolexamen op grond van persoonlijke omstandigheden; - het behandelen van verzoeken van kandidaten voor vrijstelling of ontheffing; - het behandelen van klachten van kandidaten over een primair besluit van de examinator, waaronder de inhoud of de beoordeling van een schoolexamen en van verzoeken voor een second opinion; - het behandelen van klachten van de kandidaten over de omstandigheden waaronder een schoolexamen is afgelegd; - het nemen van maatregelen in geval van onregelmatigheden bij schoolexamens of centrale examens (zie artikel 8).

1


Examenreglement

2.7

Het centraal examen wordt afgenomen op de wijze die door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is of wordt bepaald en zoals geformuleerd is in het Eindexamenbesluit en/of in andere regelingen die door de Minister zijn vastgesteld.

Cijfers en waarderingen 3.1 De cijfers van schoolexamens van de vakken waarin ook een centraal examen wordt afgelegd, en de cijfers van de centrale examens worden uitgedrukt in een getal uit de schaal van 1 tot en met 10, met één decimaal. 3.2 Indien het eindexamen voor een vak alleen bestaat uit een schoolexamen, wordt het schoolexamencijfer – volgens de normen van het centraal examen - afgerond op een heel cijfer. 3.3 Voor een aantal door de Minister aangewezen onderdelen van het schoolexamen wordt geen cijfer maar een waardering ‘goed’, ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ gegeven. 3.5 Van ieder cijfer of andere waardering toegekend voor enig onderdeel van het schoolexamen stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis. De examinator zorgt er vervolgens voor dat de cijfers en waarderingen zo spoedig mogelijk in het examendossier van de kandidaat worden opgenomen. 3.7 a) De school is eigenaar van alle schoolexamenopgaven en -opdrachten, -uitwerkingen en normeringen; de leerling is eigenaar van alle door hem gemaakte toetsen en uitwerkingen van opdrachten b) Wanneer een schoolexamen niet binnen 10 werkdagen door de docent is beoordeeld en naar tevredenheid besproken, kan een leerling – binnen 5 dagen een schriftelijke en beargumenteerde klacht indienen bij de examencommissie. c) Leerlingen mogen het door hen gemaakte werk niet mee naar huis nemen. Ze mogen het wel kopiëren en de kopie meenemen. d) Binnen 5 dagen na bespreking van een schoolexamen, kunnen leerlingen via de examencommissie een second opinion aanvragen. Dit dient schriftelijk en beargumenteerd te gebeuren. De examencommissie bepaalt of en op welke manier een second opinion zal worden uitgevoerd. e) Leerlingen en hun wettelijke vertegenwoordigers hebben, uitsluitend gedurende het schooljaar waarin een toets is afgenomen, een inzagerecht in het gemaakte werk en de opgaven. Ze kunnen daartoe contact opnemen met de docent. 3.8 Voor de aanvang van het centraal examen deelt de rector de kandidaat schriftelijk mede welke cijfers hij heeft behaald voor het afgesloten schoolexamen.

2


Examenreglement

Cijfers praktische opdrachten 4.1 Het cijfer voor een praktische opdracht bestaat uit een cijfer voor het proces en een cijfer voor het product. Het cijfer voor het product telt tenminste voor 50% mee in het totaalcijfer voor de praktische opdracht. Beide cijfers worden uitgedrukt in de schaal van 1 tot en met 10. De weging van het proces- en productcijfer staat per opdracht vermeld in het ‘ programma van toetsing en afsluiting’. 4.2 Elk dag dat een praktische opdracht te laat wordt voltooid (en indien van toepassing, ingeleverd), wordt er een punt in mindering gebracht op het totale aantal punten (schaal 1 tot en met 10, zie art. 4.1 dat er bij tijdig voltooien (en indien van toepassing, inleveren) voor het procescijfer behaald zou zijn. 4.3 Alleen de examencommissie is bevoegd om een kandidaat toestemming te geven om een praktische opdracht of een profielwerkstuk later dan het in het PTA genoemde tijdstip in te leveren. Profielwerkstuk 5.1 Het profielwerkstuk is gebaseerd op een vak uit het pakket dat met een ce wordt afgesloten en dat tenminste 320 studielasturen op havo, resp. 400 studielasturen op vwo telt. 5.2 Een profielwerkstuk wordt in principe gemaakt door drie kandidaten samen. Alleen leerling coördinator, in overleg met de conrector, kan toestemming geven om een profielwerkstuk alleen te maken. 5.3 De kandidaat is in principe vrij in zijn keuze van het vak waaraan het pws is gelinkt. 5.4 Ten behoeve van de opzet en uitvoering van het profielwerkstuk stelt de school voorschriften en richtlijnen op, die deel uit maken van het PTA. De kandidaat is verplicht zich aan deze voorschriften en richtlijnen te houden. 5.5 Iedere kandidaat krijgt een pws-begeleider aangewezen. Deze is ook verantwoordelijk voor de eindbeoordeling. 5.6 De kandidaat stelt zijn pws-begeleider regelmatig in staat de vorderingen aan het profielwerkstuk te beoordelen. De pws-begeleider geeft op een zodanig moment een voorlopig oordeel over het werk, dat de kandidaat nog gelegenheid heeft het werk te verbeteren.

Overgang naar hoger leerjaar en herkansingsregeling. 6 Een kandidaat die om een legitieme reden een schoolexamen heeft gemist, kan dat schoolexamen inhalen op het moment van de herkansing van dat examen. Hij heeft – behoudens in een uitzonderlijk geval ter beoordeling van de examencommissie – niet de mogelijkheid om het gemiste schoolexamen na inhalen te herkansen. 6.1 6.1a

6.1b 6.1c 6.1d

Schoolexamens en herkansingen op HAVO Alle schoolexamens voor het vak maatschappijleer worden in klas 4 afgenomen. Het eindcijfer wordt aan het einde van klas 4 vastgesteld. De schoolexamens voor de andere vakken vinden plaats in de laatste toetsperiode van klas 4 en in klas 5. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk als ze in het pta zijn vermeld. Een Kandidaat heeft het recht één van de schoolexamens voor maatschappijleer te herkansen. Een kandidaat heeft het recht één schoolexamen uit klas 4 (geen maatschappijleer) te herkansen als hij zonder herkansing is bevorderd naar klas 5 havo. Deze herkansing vind plaats na de zomervakantie. Hij heeft ook het recht een schoolexamen uit de eerste toetsperiode van klas 5 te herkansen. Deze herkansing vindt plaats na de eerste toetsperiode.

3


Examenreglement

6.1e

Een kandidaat heeft het recht één schoolexamen uit de tweede en derde toetsperiode in klas 5 te herkansen. De herkansing vindt plaats tussen de laatste toetsperiode en het centraal examen.

6.2 6.2a

Schoolexamens en herkansingen op VWO Alle toetsen voor de vakken maatschappijleer, anw en kcv worden in klas 4 afgenomen. Het eindcijfer voor deze vakken wordt aan het einde van klas 4 vastgesteld. De schoolexamens voor de andere vakken vinden plaats in de laatste toetsperiode van klas 5 en in klas 6. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk als ze in het pta zijn vermeld. Een kandidaat heeft het recht één van de schoolexamens voor maatschappijleer, anw of kcv te herkansen Een kandidaat heeft het recht één schoolexamen uit klas 5 (geen maatschappijleer, anw of kcv) te herkansen als hij zonder herkansing is bevorderd naar klas 6vwo. Deze herkansing vind plaats na de zomervakantie. Hij heeft ook het recht één schoolexamen uit de eerste toetsperiode van klas 6 te herkansen. Deze herkansing vindt plaats na de eerste toetsperiode. Een kandidaat heeft het recht één schoolexamen uit de tweede en derde toetsperiode in klas 6 te herkansen. De herkansing vindt plaats tussen de laatste toetsperiode en het centraal examen.

6.2b 6.2c 6.2d 6.2e 6.3

Bij herkansing telt steeds het hoogste punt.

Herkansing Centraal Examen: 7 Bij het centraal examen heeft de kandidaat het recht in het tweede tijdvak deel te nemen aan de herkansing van het centraal examen in één vak dat bij de bepaling van de uitslag is betrokken. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de leerling coördinator vóór een door de rector te bepalen dag en tijdstip. Onregelmatigheden: 8.1 Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de examencommissie maatregelen nemen. 8.2 De maatregelen bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn conform het bepaalde in de wet en kunnen zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, c) het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen, bedoeld in de vorige volzin, betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie.

4


Examenreglement

8.3

Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De examencommissie deelt haar beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk

8.4

De kandidaat kan binnen vijf dagen na het bekend worden van de beslissing tegen deze beslissing in beroep gaan bij de rector en vervolgens bij de regionale beroepscommissie van de Ver. OMO zoals geregeld in het “Reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken Ons Middelbaar Onderwijs”. Dit regelement is op school verkrijgbaar.

Verhindering/ziekte/te laat komen bij schoolexamens 9.1 Een kandidaat die om geldige redenen niet kan deelnemen aan een of meerdere schoolexamens dient voor het begin van het examen te worden afgemeld bij de leerling coördinator. Is een kandidaat minderjarig, dan dient het afmelden te gebeuren door een ouder of door de wettelijke vertegenwoordiger. Een meerderjarige kandidaat dient zichtzelf af te melden of te laten melden door een ouder. Een kandidaat die te laat komt bij een schriftelijk schoolexamen, krijgt tot een half uur na aanvang de gelegenheid om aan het schoolexamen deel te nemen. De verloren tijd wordt echter niet gecompenseerd. Bij een schoolexamen luistervaardigheid mag een kandidaat die te laat is het lokaal niet meer betreden als de toets gestart is. 9.2 Een kandidaat die zonder geldige reden of niet correct en tijdig afgemeld niet aan een schoolexamen deelneemt, valt onder artikel 8. 9.3 De ouder/wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige kandidaat of de meerderjarige kandidaat dient uiterlijk binnen twee dagen na de telefonische afmelding, persoonlijk op school (administratie) een verklaring te ondertekenen waarin tenminste wordt aangegeven wat de reden van afmelding is. Zonder deze schriftelijke verklaring wordt de reden voor afmelding altijd beschouwd als niet geldig 9.4 Een kandidaat die om geldige reden niet kon deelnemen aan een of meerdere schoolexamens, haalt deze examens in op het moment dat de herkansingen voor deze examens worden georganiseerd. Hij heeft – behoudens in een uitzonderlijk geval ter beoordeling van de examencommissie – niet de mogelijkheid om het gemiste schoolexamenexamen na inhalen te herkansen. 9.5 Een kandidaat die ziek of afwezig is tijdens de herkansing, verliest het recht dat vak te herkansen. Verhindering: centraal examen: 10.1 Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de examencommissie, is verhinderd bij een of meer toetsen in het eerste tijdvak van het centraal examen tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor zover dat organisatorisch mogelijk is, te voltooien. 10.2 Indien een kandidaat in het tweede tijdvak van het centraal examen eveneens verhinderd is of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. 10.3 Een kandidaat die te laat komt bij een centraal examen, krijgt tot een half uur na aanvang de gelegenheid om aan het examen deel te nemen. De verloren tijd wordt echter niet gecompenseerd.

5


Examenreglement

Afsluiting schoolexamen: 11.1 Het schoolexamen wordt voorlopig afgesloten met de bekendmaking van de voorlopige cijfers. 11.2 Voor kandidaten die binnen 2 werkdagen na de officiĂŤle bekendmaking van de voorlopige cijfers deze cijfers niet hebben betwist geldt, dat hun voorlopige cijfers automatisch de definitieve cijfers worden. 11.3 Indien een kandidaat naast schoolexamen in een vak tevens centraal examen aflegt, stelt de rector hem in de gelegenheid het schoolexamen in het desbetreffende vak af te sluiten voor de aanvang van het centraal examen. 11.4 Wanneer een kandidaat door omstandigheden buiten zijn schuld het schoolexamen voor een of meer vakken niet tijdig voor het begin van het centraal examen heeft kunnen afronden, wordt hij uitsluitend voor dat vak of die vakken verwezen naar het tweede en eventueel het derde tijdvak. Ontheffing 2e moderne vreemde taal op vwo 12.1.1 Een vwo-leerling kan ontheffing aanvragen van de verplichting om een tweede moderne vreemde taal te moeten volgen. De ontheffing dient schriftelijk te worden ingediend bij de examencommissie. 12.2 Vrijstelling kan worden verleend in drie gevallen: a) de leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal of taalontwikkeling of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taalontwikkeling. Er moet een deskundigheidsverklaring overlegd worden waaruit blijkt dat er sprake is van een erkende stoornis die het behalen van een positief resultaat bij de tweede mvt. moeilijk maakt. b) de leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse (of Friese) en kan aantonen dat hij op 1 j januari van het jaar waarin hij in klas 3 zat, maximaal 3 jaar in Nederland was. c) de leerling is uitzonderlijk getalenteerd in de exacte vakken, maar heeft weinig kans zijn examen te halen wanneer hij in twee moderne vreemde talen geĂŤxamineerd moet worden. Extra vak(ken): 13.1 Het bevoegd gezag bepaalt of en zo ja aan welke kandidaten de gelegenheid wordt geboden eindexamen in meer dan het minimaal voorgeschreven aantal vakken af te leggen. 13.2 Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen, betrekken de rector en de secretaris van het eindexamen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag. Als er meer keuzes mogelijk zijn voor het laten vervallen van extra vakken beslist de kandidaat na overleg met de school. 13.3 De vakken die bij de bepaling van de uitslag wel meetellen, dienen tezamen een eindexamen te blijven vormen. 13.4 Op het diploma worden alleen de vakken vermeld die bij de uitslagbepaling betrokken zijn. 13.5 Extra vakken die bij de bepaling van de uitslag niet meetellen, worden niet vermeld op het diploma, maar wel op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar maakt.

6


Examenreglement

Uitslag: 14.1 De kandidaat die eindcijfers voor alle vakken heeft behaald, is geslaagd a) indien hij: 1. voor alle vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 2. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 3. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, dan wel 4. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt; 5. een gemiddeld cijfer van tenminste 5,50 behaalt voor alle vakken die centraal worden geëxamineerd. 6. maximaal een eindcijfer 5 heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. b indien geen van de eindcijfers van onderdelen, genoemd in 13.2, lager is dan 4 , en c) indien de vakken ‘culturele kunstzinnige vorming’ en ‘lichamelijke opvoeding’ van het gemeenschappelijke deel van elk profiel, zijn beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’. 14.2 Bij de uitslagbepaling volgens 13.1 wordt het gemiddelde van de eindcijfers van de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer, het profielwerkstuk, algemene natuurwetenschappen (alleen vwo), en klassieke culturele vorming (alleen atheneumleerlingen). Vaststelling uitslag: 15.1 De rector en de secretaris van het eindexamen stellen de voorlopige en de definitieve uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in artikel 49 van het Eindexamenbesluit. 15.2 De rector en de secretaris van het eindexamen stellen uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd, een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld in het Eindexamenbesluit. Diploma en cijferlijst: 16.1 De rector reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: 1. de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen; 2. de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk; 3. de beoordeling van de vakken ‘culturele kunstzinnige vorming’ en ‘lichamelijke opvoeding’; 5. de eindcijfers voor de examenvakken; 6. de uitslag van het examen.

7


Examenreglement

16.2

De rector reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken.

Overige bepalingen: 17.1 Met een kandidaat die doubleert of voor het eindexamen wordt afgewezen, kunnen door de leerling coördinator, in overleg met de conrector, afspraken worden gemaakt over vrijstellingen voor die onderdelen van het schoolexamen die hij met voldoende resultaat heeft afgerond. De school behoudt zich het recht voor het aantal vrijstellingen te beperken. 17.2 Een vwo-kandidaat die in het bezit is van het diploma havo is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in de volgende vakken van het gemeenschappelijk deel: anw, maatschappijleer en culturele kunstzinnige vorming. 18 Op verzoek van een kandidaat en na toestemming van de leerling coördinator mag een schoolexamen eerder dan het volgens rooster geplande tijdstip worden afgenomen. 19 De examencommissie kan toestaan dat een kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de examencommissie de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan, indien dat vereist is, zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspecteur (zie ook: Staatsblad jaargang 1996, 348, KB 30 mei 1996). Tegen een besluit van de examencommissie is beroep mogelijk bij de rector en vervolgens de regionale commissie. Zie hiervoor het “Reglement bezwaar en beroep in leerlingzaken Ons Middelbaar Onderwijs” 20 De examencommissie kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde, tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover het centraal examen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het centraal examen met ten hoogste 30. 21 Het werk van het schoolexamen (het dossier) en van het centraal examen van de kandidaten wordt bewaard voor zover de wet dat voorschrijft. De school heeft het recht dit werk te vernietigen na afloop van de wettelijke bewaartermijn. 22 In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector. Augustus 2012

8


Examenreglement

9


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.