Original-Betriebsanleitung
Vertaling van de originele bedieningshandleiding
GH / ZP Schmelzspinnpumpe Smeltspinpomp
Dokument-Nr.: Auftrags-Nr.: Kundenname:
TDD 19387 / 10.12 000000-000 Basis NEU
Oerlikon Barmag Zweigniederlassung der Oerlikon Textile GmbH & Co. KG Leverkuser Strasse 65 42897 Remscheid Germany Phone: +49 21 91 6 7-0 Fax: +49 21 91 67-12 04 info.barmag@oerlikon.com www.oerlikon.com
1.
Veiligheid
1.1
Aanwijzingen voor de exploitant
Lees deze bedieningshandleiding aandachtig door, voordat u de pomp gaat gebruiken.
1.2
Bedieningsinstructies van de exploitant
Als ondernemer bent u verplicht bedieningsinstructies voor uw bedrijf op te stellen. Dat geldt met name als bij een installatie/machine onderdelen, zoals pompen, geleverd worden en de meegeleverde bedieningshandleiding betrekking heeft op de onderdelen. De volgende hoofdstukken helpen u bij het opstellen van uw eigen bedieningsinstructies. Bovendien kunt u bij Barmag voor elk type pomp een onderhoudsboek bestellen. Barmag biedt ook trainingen voor onderhoudswerkzaamheden aan.
1.3
Juist gebruik
De smeltspinpomp is bestemd voor het doseren van vloeibare mediums (meestal polymeersmelt). Gebruik de pomp uitsluitend binnen de waardegrenzen die op het gegevensblad van de pomp (zie infor matie in hoofdstuk 7) staan vermeld. Een ander of verdergaand gebruik is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan en zorgt voor grote risi co's voor de operators. Neem ook de bedieningshandleiding in acht, met name de onderhoudsvoorschriften.
1.4
Kwalificatie van het personeel
Zorg ervoor dat het personeel gekwalificeerd is voor het in gebruik stellen, het werken met en het onder houd aan de pomp.
1.5
Instructies voor de ingebruikstelling
Het is verplicht om na de montagewerkzaamheden en vóór elke nieuwe ingebruikstelling proef te draaien, waarbij de procesparameters en alle veiligheidsvoorzieningen moeten worden gecontroleerd.
Bladzijde 1
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
1.
Sicherheit
1.1
Hinweise für den Betreiber
Lesen Sie diese Betriebsanleitung, bevor Sie die Pumpe in Betrieb nehmen.
1.2
Betriebsanweisung des Betreibers
Als Unternehmer sind Sie verpflichtet, eine Betriebsanweisung für Ihren Betrieb zu erstellen. Das gilt insbesondere, wenn zu einer Anlage / Maschine Komponenten, wie z.B. Pumpen, geliefert wer den und die mitgelieferte Betriebsanleitung komponentenbezogen ist. Die nachfolgenden Kapitel sollen Ihnen die Erstellung Ihrer eigenen Betriebsanweisung erleichtern. Zudem können Sie bei Barmag zu jedem Pumpentyp ein Service‐Buch bestellen. Barmag bietet auch Schulungen für Servicearbeiten an.
1.3
Bestimmungsgemäße Verwendung
Die Schmelzspinnpumpe ist zum Dosieren von flüssigen Medien (üblicherweise Polymerschmelzen) be stimmt. Betreiben Sie die Pumpe nur in den Grenzen, die im Pumpen‐Kenndatenblatt (siehe Information im Kapitel 7.) angegeben sind. Eine andere oder darüber hinausgehende Benutzung ist aus Sicherheitsgründen nicht zulässig und mit erhöhten Risiken für das Betriebspersonal verbunden. Zur bestimmungsgemäßen Verwendung gehört auch das Beachten der Betriebsanleitung, insbesondere die Einhaltung der Instandhaltungsvorschriften.
1.4
Qualifikation des Personals
Für das Inbetriebnehmen, Betreiben und Instandhalten der Pumpe muß geschultes Personal eingesetzt werden.
1.5
Hinweise für die Inbetriebnahme
Es ist erforderlich, daß Sie nach Beendigung der Montage und vor jeder Wiederinbetriebnahme der Pumpe einen Probelauf mit Prüfung der Verfahrensparameter und aller Sicherheitseinrichtungen durchführen.
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 2
1.6
Bediening en onderhoud
Verander niets aan de pomp zonder uitdrukkelijke toestemming (vergunning) van Barmag, aangezien u anders alle garantierechten verliest. Controle-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door geschoold personeel wor den uitgevoerd. Gebruik voor de vakspecifieke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden hulpmiddelen van Barmag. Be stel daartoe de betreffende catalogi. Gebruik uitsluitend originele onderdelen van Barmag.
1.7
Veiligheidsinstructies
De veiligheidsinstructies gelden voor alle personen die in het kader van montage, ingebruikstelling, be diening en onderhoud werkzaamheden aan de pomp uitvoeren. Lees de door uw onderneming opgestelde bedieningsinstructies aandachtig door en neem de volgende veiligheidsinstructies en toelichtingen in acht.
∙
Gebruik de vereiste persoonlijke beschermende uitrusting, zoals een veiligheidsbril, beschermende handschoenen en beschermende kleding.
∙ ∙ ∙
Verleen onbevoegde personen geen toegang tot de installatie/machine.
∙
Voer uitsluitend werkzaamheden aan smeltspinpompen in het systeem uit als u geschikte kleding draagt die bestand is tegen hoge temperaturen en eventueel uittredende hete pompmediums en gas sen.
∙
Verwijder in geen geval beschermkappen over aandrijfonderdelen en eventuele overige bescher mende afdekkingen.
∙
Schakel de pompaandrijving uit en laat de pomp uitlopen tot deze stilstaat, voordat u reparatie- en on derhoudswerkzaamheden aan de smeltspinpomp gaat uitvoeren.
Neem de veiligheidsbladen van de pompmediums en andere chemische substanties in acht! Wees voorzichtig tijdens het werken met de pomp vanwege -hoge temperaturen; -hete pompmediums en gassen; -draaiende onderdelen. Draag geschikte werk- en beschermende kleding!
Neem de plaatsingsvoorschriften in acht! Borg de uitgeschakelde aandrijving om te voorkomen dat onbevoegden deze weer kunnen inschake len.
Bladzijde 3
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
1.6
Bedienung und Instandhaltung
Nehmen Sie keine Veränderungen oder Umbauten an der Pumpe ohne ausdrückliche Zustimmung (Ge nehmigung) der Barmag vor, da Sie sonst alle Haftungsansprüche verlieren. Inspektions‐, Wartungs‐ und Instandsetzungsarbeiten dürfen nur von geschultem Personal durchgeführt werden. Verwenden Sie für die fachgerechten Wartungs‐ und Instandsetzungsarbeiten Barmag‐Hilfsvorrichtun gen. Fordern Sie die entsprechenden Kataloge an. Verwenden Sie ausschließlich Barmag‐Original‐Ersatzteile.
1.7
Sicherheitshinweise
Die Sicherheitshinweise richten sich an alle Personen, die im Rahmen von Montage‐, Inbetriebnahme‐, Bedienungs‐ und Instandhaltungsarbeiten an der Pumpe beschäftigt sind. Lesen Sie die von Ihrem Unternehmen erstellte Betriebsanweisung sorgfältig durch und beachten Sie die nachfolgenden Sicherheitshinweise und Erläuterungen:
∙
Benutzen Sie die erforderlichen persönlichen Schutzausrüstungen, wie z.B. Schutzbrille, Schutzhand schuhe, Schutzkleidung.
∙ ∙
Gestatten Sie unbefugten Personen keinen Zutritt zur Anlage / Maschine.
∙
Vorsicht beim Umgang mit der Pumpe wegen -hoher Temperaturen -heißer Fördermedien und Gase -drehender Teile Entsprechende Arbeits- und Schutzkleidung tragen!
∙
Arbeiten an Schmelzspinnpumpen im System sind nur mit der entsprechenden Kleidung zum Schutz gegen hohe Temperatur und evtl. austretende heiße Fördermedien und Gase durchzuführen.
∙ ∙
Schutzhauben über Antriebsteilen und ggf. andere Schutzabdeckungen dürfen nicht entfernt werden.
Die Sicherheitsdatenblätter der Fördermedien sowie anderer chemischer Substanzen sind zu beach ten!
Vor Beginn von Reparaturarbeiten und Wartungsarbeiten an der Schmelzspinnpumpe ist der Pumpenantrieb elektrisch abzuschalten und bis zum Stillstand auslaufen zu lassen. Abstellvorschriften beachten! Den abgeschalteten Antrieb vor unbefugtem Wiedereinschalten absichern.
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 4
1.8
Installatie-/machinespecifieke veiligheidsinstructies
∙
De op het gegevensblad van de pomp (zie hoofdstuk 7) vermelde waarden hebben betrekking op de mechanische stabiliteit van de pomp.
∙
De exploitant dient daarom de toegepaste pompmediums te testen om de toegestane bedrijfsgege vens te bepalen en ervoor te zorgen dat noch de mediums zelf, noch de vloeistofafhankelijke omstan digheden gevaren opleveren.
∙
Als de pomp niet wordt gecontroleerd, kunnen door de werking van de pomp drukniveaus bij de in- en uitvoeropening van de pomp ontstaan die de pomp of de gehele installatie kunnen beschadigen en tot persoonlijk letsel kunnen leiden. Het is daarom van essentieel belang de druk bij de in- en uitvoerope ning te controleren. De toegestane drukniveaus staan vermeld op het gegevensblad van de pomp (zie hoofdstuk 7).
∙
Door het onjuist werken met of het verkeerde gebruik van de pomp kunnen pomponderdelen bescha digd of vernield worden. Daardoor is het mogelijk dat de aandrijfas uit de pomp wordt geschoven zo lang de pomp onder druk staat. Werkzaamheden aan de pomp of ter hoogte van de pomp mogen daarom uitsluitend worden uitgevoerd als de druk van de pomp af is. De as tussen de reductiemotor en de pomp mag uitsluitend worden verwijderd als de pomp niet onder druk staat. Bij aandrijfassen die zijn uitgerust met een vergrendelbare lengteverstelling moet de vastzetmoer steeds vast aangedraaid zijn zolang de pomp onder druk staat. Beschermkappen mogen alleen worden verwijderd als er geen druk op de pomp staat.
D
Gevaar!
Verbrandingsgevaar door wegspattende smelt Draag beschermende kleding, met name gezichtsbescherming.
∙
Werkzaamheden in de buurt van de asafdichting terwijl de aandrijfas draait (bijvoorbeeld pakkingbus schroeven vastdraaien of werkzaamheden aan de koelbak van de polymeerafdichting) zijn alleen toe gestaan als de aandrijfas helemaal is afgeschermd (bijvoorbeeld door een kap). Als de aandrijfas wel toegankelijk is, mogen de werkzaamheden uitsluitend bij uitgeschakelde pomp aandrijving worden uitgevoerd. Draag in ieder geval geschikte, nauw aansluitende werkkleding!
∙
Neem de plaats en doorsnede van de in- en uitvoeropeningen conform pomptekening in acht (zie hoofdstuk 2.1).
∙ ∙
De pomp wordt door het pompmedium gesmeerd. Voorkom te allen tijde droogloop!
∙
De pompmediums mogen de pompmaterialen niet chemisch aantasten. Neem hiervoor eventueel contact op met Barmag.
Een te hoog aandrijfkoppel kan leiden tot beschadiging van de smeltspinpomp. Zorg daarom voor een geschikte veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld in de vorm van een overbelastingskoppeling (maximaal toegestaan aandrijfkoppel, zie gegevensblad van de pomp, hoofdstuk 7).
2.
Machineoverzicht / aanduidingen
2.1
Pomptekening
De pomptekening wordt samen met deze bedieningshandleiding geleverd.
2.2
Aanduidingen
Gegraveerde tekst:
∙ ∙ ∙
Pompnummer Pomphoeveelheid ”Barmag”
Bladzijde 5
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
1.8
Anlagen‐ / maschinenspezifische Sicherheitshinweise
∙
Die im Pumpen‐Kenndatenblatt (siehe Information im Kapitel 7.) angegebenen Werte beziehen sich auf die mechanische Festigkeit der Pumpe.
∙
Es ist daher Aufgabe des Betreibers, mit den verwendeten Fördermedien geeignete Versuche zur Er mittlung der zulässigen Betriebsdaten durchzuführen und dafür Sorge zu tragen, daß weder durch die Medien selbst, noch durch die medienbedingten Betriebszustände Gefährdungen entstehen.
∙
Durch die Funktionsweise der Pumpe bedingt können bei unkontrollierter Betriebsweise Drücke am Ein‐ und Austritt der Pumpe entstehen, die zur Beschädigung der Pumpe bzw. der Anlage sowie zur Personengefährdung führen können. Es ist daher zwingend erforderlich die Drücke ein‐ und austritt seitig zu überwachen. Die zulässigen Drücke sind dem Pumpen‐Kenndatenblatt (siehe Information im Kapitel 7.) zu entnehmen.
∙
Durch unsachgemäßen Betrieb bzw. unsachgemäße Handhabung der Pumpe kann es zur Beschädi gung oder Zerstörung von Pumpen-Bauteilen kommen. Dadurch ist es möglich, dass die Antriebswelle aus der Pumpe geschoben wird, solange die Pumpe unter Druck steht. Arbeiten an der Pumpe oder im Bereich der Pumpe dürfen daher nur durchgeführt werden, wenn die Pumpe drucklos ist. Die Welle zwischen Getriebemotor und Pumpe darf nur entfernt werden, wenn die Pumpe drucklos ist. Bei Gelenkwellen, die mit einer arretierbaren Längenverschiebung versehen sind, muss die Ar rettierungsmutter stets festgezogen sein, solange die Pumpe unter Druck steht. Schutzabdeckungen dürfen nur entfernt werden, wenn die Pumpe drucklos ist.
D
Gefahr! Verbrennungsgefahr durch herausspritzende Schmelze. Schutzkleidung, insbesondere Gesichtsschutz, tragen.
∙
Arbeiten im Bereich der Wellendichtung bei rotierender Antriebswelle z.B. Nachspannen der Stopfbuchsschrauben oder Arbeiten am Kühltopf der Polymerdichtung) sind nur zulässig, wenn die Antriebswelle vollständig gegen Berührung (z.B. durch eine Haube) geschützt ist. Ist die Antriebswelle zugänglich, so dürfen die Arbeiten nur bei abgeschaltetem Pumpenantrieb durch geführt werden. In jedem Fall geeignete enganliegende Arbeitskleidung tragen!
∙ ∙ ∙
Lage und Durchmesser der Ein- und Austritte gemäß Pumpenzeichnung beachten (siehe Kapitel 2.1)
∙
Die Fördermedien dürfen die Pumpenwerkstoffe chemisch nicht angreifen. Hierzu ist ggf. mit Barmag Rücksprache zu halten.
Die Pumpe wird durch das geförderte Medium geschmiert. Trockenlauf unbedingt vermeiden! Ein zu hohes Antriebsdrehmoment kann zu einer Beschädigung der Schmelzspinnpumpe führen. Es ist daher eine entsprechende Sicherheitseinrichtung, z.B. in Form einer Überlastkupplung zu schaffen (max. zulässiges Antriebsdrehmoment siehe Pumpenkenndatenblatt, Kapitel 7.)
2.
Maschinenübersicht / Kennzeichen
2.1
Pumpenzeichnung
Die Pumpenzeichnung wird zusammen mit dieser Betriebsanleitung verschickt.
2.2
Kennzeichen
Gravur:
∙ ∙ ∙
Pumpennummer Fördermenge „Barmag“
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 6
3.
Montage/demontage
3.1
De verpakking
De machines en machineonderdelen worden in stevige verpakkingen aangeleverd, die zijn voorzien van teksten en markeringen in de vorm van internationaal erkende symbolen. Om de verpakte machineon derdelen conform de voorschriften te kunnen behandelen en vervoeren, dienen deze symbolen in acht te worden genomen.
Tekst
∙ ∙ ∙
Opdrachtnr. Gewicht (bruto) Ontvanger
ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Á ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Gebruikte symbolen:
Betekenis
Kleur
Bovenkant
Symbool
Betekenis
Kleur
zwart
Hijsmiddelen hier bevesti gen
zwart
Breekbaar
zwart
Dichte verpak king
zwart
Droog bewaren
zwart
Hier geen hef truck gebrui ken
zwart
Zwaartepunt
zwart
3.2
Veilig transport van pompen
D
Gevaar!
∙ ∙
Symbool
Laat het vervoer van zware pompen alleen aan een deskundige transporteur over. Bij het vervoer van warme pompen kan heet pompmedium uit de pomp druppelen. Draag daarom ge schikte beschermende kleding.
Bladzijde 7
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
3.
Montage / Demontage
3.1
Kennzeichnung der Verpackung
Die Maschinen bzw. Maschinenteile werden in stabilen Verpackungen angeliefert. Die Verpackungen sind mit Beschriftung und Markierungszeichen nach international einheitlichen Sym bolen gekennzeichnet. Um die verpackten Maschinenteile vorschriftsmäßig zu behandeln und zu trans portieren, ist diese Kennzeichnung zu beachten.
Aufbau der Beschriftung
∙ ∙ ∙
Auftrags‐Nr. Gewicht (brutto) Empfänger
ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ Eingesetzte Markierungszeichen:
Bedeutung
Farbe
Oben
Zeichen
Bedeutung
Farbe
schwarz
Hebezeuge hier anschlagen
schwarz
Zerbrechlich
schwarz
Dichte Verpackung
schwarz
Vor Nässe schützen
schwarz
Gabelstapler hier nicht an setzen
schwarz
Schwerpunkt
schwarz
3.2
Sicherer Transport von Pumpen
D
Gefahr!
∙ ∙
Zeichen
Der Umgang mit schweren Pumpen darf nur durch einen Transportfachmann erfolgen. Beim Transport von erhitzten Pumpen kann heißes Fördermedium heraustropfen. Entsprechende Schutzkleidung tragen.
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 8
3.3
Transportvoorzieningen
Als de pompen zijn voorzien van transportbouten (1), kan de transportvoorziening (2) worden gebruikt. Schuif de passende uitsparing van beide lussen (5a) onder de koppen van de transportbouten (1). Door beide moeren (3) te draaien, kan de transportvoorziening aan de betreffende pomp worden aange past. De oogbout (4) moet in het midden tussen de lussen (5) zitten. De aangrijpingspunten voor de transportvoorziening moeten schoon zijn! Voor gewichtgegevens van de pomp, zie het gegevensblad van de pomp (zie hoofdstuk 7) of de pompte kening (zie hoofdstuk 2.1).
D ∙
Gevaar!
Om te voorkomen dat de pomp uit de transportvoorziening glijdt, moeten de lussen (5) van de voorzie ning altijd zodanig worden ingesteld dat x ten minste 20 mm kleiner is dan y.
3.4
Montage
De montage van de pomp inclusief opstelling, uitrichting en aansluiting mag uitsluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd.
∙
Bij aanlevering zijn de in- en uitvoeropeningen evenals de koppelingsafdichting (indien aanwezig) met stoppen of. kappen afgesloten om te voorkomen dat er vuil in de pomp terechtkomt. Verwijder de stoppen en kappen pas als de pomp in de installatie/machine is gemonteerd en voordat de pomp in de oven wordt verwarmd.Bewaar de stoppen en kappen, zodat ze weer kunnen worden gebruikt bij even tuele latere demontage.
∙ ∙
Ga bij het transport en de montage van de pomp voorzichtig te werk. Controleer vóór de inbouw van de pomp in de installatie/machine of alle producttransporterende delen aan de voorkant van de pomp helemaal schoon zijn. Vuil, metalen deeltjes, enz. leiden tot beschadi ging van de pomp.
Bladzijde 9
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
3.3
Transportvorrichtung
Sind die Pumpen mit Transportschrauben (1) ausgestattet, so kann die Transportvorrichtung (2) verwendet werden.
3
4
3
Die passende Aussparung beider Laschen (5a) unter die Köpfe der Transportschrauben (1) schieben. Durch Verdrehen beider Muttern (3) kann die Transportvor richtung an die jeweilige Pumpe angepaßt werden. Die Au genschraube (4) muß mittig zwischen den Laschen (5) lie gen.
2 5 1 5a
Die Angriffsflächen für die Transportvorrichtung müssen frei von Verschmutzungen sein!
x
Angaben zum Gewicht der Pumpe siehe Pumpenkennda tenblatt (siehe Kapitel 7.) oder Pumpenzeichnung (siehe Ka pitel 2.1).
D ∙
5
Gefahr!
Um ein Herausrutschen der Pumpe aus der Transport vorrichtung zu verhindern, müssen die Laschen (5) der Vorrichtung immer so eingestellt sein, daß x mindestens 20 mm kleiner ist als y.
3.4
y
Durchführung der Montage
Die Montage der Pumpe mit Aufstellung, Ausrichtung und Anschluß muß durch geschultes Personal durchgeführt werden.
∙
Bei Anlieferung sind Ein‐ und Austrittsbohrungen sowie die Kupplungsdichtung (wenn vorhanden) mit Schutzstopfen bzw. Kappen verschlossen, um Verschmutzungen des Innenraumes zu verhindern. Schutzstopfen bzw. Kappen erst unmittelbar vor der Montage der Pumpe in der Anlage / Maschine bzw. vor dem Aufheizen im Ofen entfernen. Schutzstopfen bzw. Kappen aufbewahren, um sie bei ei ner evtl. späteren Demontage wieder zu verwenden.
∙ ∙
Die Pumpe ist umsichtig zu transportieren und zu montieren. Vor Einbau der Pumpe in die Anlage / Maschine sicherstellen, daß alle produktführenden Teile vor der Pumpe absolut sauber sind. Schmutz, Metallpartikel etc. führen zur Beschädigung der Pumpe.
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 10
∙
Het opspanvlak voor de pomp moet effen zijn. Dit moet bij bedrijfstemperatuur zo blijven. De maximaal toegestane oneffenheden van het opspanvlak kunnen worden ontleend aan de volgende tabel.
Type pomp:
Maximaal toege stane oneffenheid van het opspanvlak
Pompen met planeetwielaandrijving t/m een diameter van 120 mm
4 μm
Pompen met planeetwielaandrijving met een diameter > 120 mm
6 μm
Rechthoekige pompen t/m een opvoercapaciteit van 5 cm3/omw.
4 μm
Rechthoekige pompen met een opvoercapaciteit van > 5
cm3/omw.
6 μm
De oppervlakkwaliteit van het spanvlak moet overeenkomen met een gelapte bewerking (RZ ≤ 1 m). De vlakken van pomp en spanvlak die elkaar raken, moeten helemaal schoon en onbeschadigd zijn (ze mogen geen bramen en kerven hebben). Zelfs de kleinste vuildeeltjes (smeltresten, isolatiemateriaal, enz.) en beschadigingen leiden tot lekken tussen pomp en opspanvlak.
∙ ∙
Voor het voorverwarmen van de pomp, zie hoofdstuk 4.2.
∙
Zorg er bij het plaatsen van de schroeven voor dat er geen vet terechtkomt tussen het aanschroefvlak van de pomp en het opspanvlak van de spinkop.
∙
Draai de bevestigingsschroeven van de pomp kruislings in meerdere stappen vast. Verhoog bij elke stap het aanhaalmoment met ca. 30 Nm, tot het vereiste koppel is bereikt (zie pomptekening, hoofd stuk 2.1). Controleer na elke stap of de pomp gemakkelijk loopt.
∙
De aandrijfas van de pomp (1a) resp. koppeling (1b) moet exact in lijn liggen met de as van de spin pompaandrijving (2). Pompen met polymeer- of stopbuspakking moeten in ieder geval worden aangedreven met een dubbele cardanas. Aandrijvingen voor pompen met koppelingspakking moeten worden voorzien van een enkele koppel ing; dubbele cardanassen zijn hierbij niet toegestaan. De maximale excentriciteit tussen de pompkoppeling (1b) en de aandrijving van de spinpomp (as van de reductiemotor) mag bij aandrijvingen voor pompen met koppelingspakking maximaal 1 mm bedra gen.
∙
De as van de pompaandrijving (2) mag niet op de pompaandrijfas resp. koppeling (1) liggen. Neem de afstand (x, y) in acht.
∙
De pomp mag niet droog in gebruik worden gesteld. Daarom zo nodig voorafgaande aan de montage van de pomp in de installatie / machine deze meermaals met tegen hoge temperaturen bestendige si liconenolie met de hand doordraaien. Barmag‐pompen zijn bij de levering reeds voorzien van een smeermiddel. Tijdens het gebruik wordt de pomp door het verpompte medium gesmeerd
Smeer de schroefdraad en de kop-contactvlakken van de bevestigingsschroeven van de pomp licht in met hoge temperatuur metaalpasta “Unimoly HTC-Metallic” van de firma Klüber.
Bladzijde 11
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
∙
Die Aufspannfläche für die Pumpe muß eben sein. Die Ebenheit muß bei Betriebstemperatur erhalten bleiben. Die maximal zulässigen Unebenheiten der Aufspannfläche können der folgenden Tabelle entnommen werden..
Pumpentyp:
Maximal zulässige Unebenheit der Aufspannfläche
Planetenradpumpen bis Durchmesser 120mm
4 μm
Planetenradpumpen mit Durchmesser >120mm
6 μm
Rechteckpumpen bis Fördermenge
5cm3/U
4 μm
Rechteckpumpen mit Fördermenge >5cm3/U
6 μm
Die Oberflächenqualität der Aufspannfläche muß einer geläppten Bearbeitung (RZ 1 μm) entsprechen. Die sich berührenden Flächen von Pumpe und Aufspannfläche müssen absolut sauber und unbeschädigt sein (keine Grate und Kerben). Kleinste Verunreinigungen (Schmelzereste, Isoliermaterial usw.) und Beschädigungen führen zu Un dichtigkeit zwischen Pumpe und Aufspannfläche.
∙ ∙
Zur Vorwärmung der Pumpe siehe Kap.4.2
∙
Beim Einsetzen der Schrauben ist sicherzustellen, daß kein Fett zwischen Anschraubfläche der Pumpe und Aufspannfläche des Spinnkopfs gelangt.
∙
Die Befestigungsschrauben der Pumpe kreuzweise in mehreren Schritten anziehen. Bei jedem Schritt wird das Anziehdrehmoment um ca. 30 Nm erhöht, bis das erforderliche Drehmoment (siehe Pumpen zeichnung, Kapitel 2.1) erreicht ist. Nach jedem Schritt muß die Leichtgängigkeit der Pumpe überprüft werden.
∙
Die Pumpenantriebswelle (1a) bzw. Kupplung (1b) muß zur Welle des Spinnpumpenantriebs (2) genau fluchten. Pumpen mit Polymer- oder Stopfbuchsdichtung müssen auf jeden Fall mit einer Doppelgelenkwelle angetrieben werden. Antriebe für Pumpen mit Kupplungsdichtung müssen mit einem Einfachgelenk versehen werden; Doppelgelenkwellen sind hier nicht zulässig. Der maximale Versatz zwischen der Pumpenkupplung (1b) und dem Spinnpumpen-Antrieb (Welle des Getriebemotors) darf bei Antrieben für Pumpen mit Kupplungsdichtung maximal 1 mm betragen.
∙
Die Welle des Pumpenantriebs (2) darf nicht auf der Pumpenantriebs welle bzw. Kupplung (1) aufliegen. Abstandsmaß (x, y) beachten.
∙
Die Pumpe darf nicht trocken in Betrieb genommen werden. Deshalb erforderlichenfalls vor der Montage der Pumpe in die Anlage / Ma schine diese mit temperaturbeständigem Silikonöl mehrmals von Hand durchdrehen. Barmag‐Pumpen sind bei der Auslieferung bereits mit einem Schmiermedium versehen. Während des Betriebs wird die Pumpe durch das Fördermedium geschmiert.
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
2 x ~ 2 mm
x ~ 2 mm
2
y u 2mm
Die Gewinde und Kopf‐Auflageflächen der Pumpen-Befestigungsschrauben dünn mit Hochtempera tur‐Metallpaste „Unimoly HTC‐Metallic“ der Fa. Klüber, einstreichen.
1a
Ausgabe: 10.12
ÉÉÉ ÉÉÉ ÇÇÇÇ 1b
Seite 12
3.5
Demontage
D
Gevaar! Zorg ervoor dat alle productin- en uitvoeropeningen naar de pomp drukvrij zijn, voordat de pomp uit de installatie/machine wordt verwijderd of de asafdichting wordt gedemonteerd. Bij het losdraaien van de bevestigingsschroeven kunnen hete gassen of smelt naar buiten treden. Draag beschermende kleding, met name gezichtsbescherming!
∙
Voorkom dat de pomp snel en ongelijkmatig afkoelt. Zet de pomp niet op metalen platen, voorkom tocht.
3.6
Installatieonderdelen/reserveonderdelen opslaan
Als de pomp tijdelijk moet worden opgeslagen, voordat deze in de installatie/machine wordt gemonteerd, moet de pomp in de originele verpakking blijven zitten. Bij de opslag van de pomp of afzonderlijke delen moet het volgende in acht worden genomen:
∙ ∙ ∙
binnentemperatuur 15 tot 25C;
∙
De pompbehuizing moet in elk geval met harsvrije conserveringsolie of iets dergelijks worden inge smeerd.
rel. luchtvochtigheid max. 60%. Als de pomp wordt opgeslagen, moet een siliconenolie met lage viscositeit in de invoeropening wor den gegoten.De olie moet zolang bij een langzaam draaiende aandrijfas in de voorgeschreven draai richting in de pomp worden gegoten, totdat de olie zichtbaar is bij de uitvoeropeningen. Sluit vervol gens de in- en uitvoeropeningen af met de betreffende stoppen en. kappen.
4.
Ingebruikstelling
4.1
Algemeen
De pomp mag alleen door geschoold personeel van de exploitant of de Barmag-pompservicedienst in gebruik worden gesteld.
Bladzijde 13
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
3.5
Durchführung der Demontage
D
Gefahr! Vor dem Entfernen der Pumpe aus der Anlage / Maschine oder der Demontage der Wellendichtung muß sichergestellt sein, daß alle Produkteintritts- und Austrittsbohrungen zur Pumpe druckfrei sind. Beim Lösen der Befestigungsschrauben können heiße Gase oder Schmelze austreten. Schutzkleidung, insbesondere Gesichtsschutz, tragen! Sicherheitshinweise in Kapitel 1.8 beachten.
∙
Pumpe vor schneller und ungleichmäßiger Abkühlung schützen. Nicht auf Metallplatten abstellen, Zugluft vermeiden.
3.6
Anlagenteile / Ersatzteile lagern
Sollte die Pumpe vor Montage in die Anlage / Maschine zwischengelagert werden, so muß die Pumpe in der Originalverpackung verbleiben. Beim Einlagern der Pumpe oder einzelner Teile müssen folgende Bedingungen erfüllt sein: 15 bis 25 _C
∙ ∙ ∙
Raumtemperatur
∙
Der Pumpenkörper muß in jedem Fall mit harzfreiem Konservierungsöl oder ähnlichem eingefettet werden.
rel. Luftfeuchtigkeit max. 60 % Falls die Pumpe eingelagert wird, ist ein niedrigviskoses Silikonöl in den Eintritt einzufüllen. Das Ein füllen soll unter langsamem Drehen der Antriebswelle in der vorgeschriebenen Drehrichtung so lange erfolgen, bis das Medium an den Austrittsöffnungen sichtbar ist. Anschließend die Ein‐ und Austritts bohrungen mit den entsprechenden Schutzstopfen bzw. Kappen verschließen.
4.
Inbetriebnahme
4.1
Allgemeines
Eine Inbetriebnahme der Pumpe hat durch geschultes Personal des Betreibers oder Barmag‐Pumpen‐ Service zu erfolgen.
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 14
4.2
Voorverwarmen
∙
De pomp mag pas in gebruik worden genomen als deze de vereiste bedrijfstemperatuur heeft bereikt en gelijkmatig en volledig is opgewarmd!
∙
De pomp kan op 2 manieren worden voorverwarmd: - voorverwarmen in de oven; - voorverwarmen in de installatie.
∙
Als pompen voor het eerst worden gebruikt, bevindt zich nog een beetje siliconenolie in de produc truimte. Om te voorkomen dat de siliconenolie bij hoge temperatuur gaat uitkristalliseren, mogen de volgende temperaturen met de bijbehorende voorverwarmtijden niet worden overschreden: temperatuur 250_C: max. voorverwarmtijd 24 uur; temperatuur 300C: max. voorverwarmtijd 8 uur.
4.3
Controles
Nadat de pomp op correcte wijze in de installatie is gemonteerd, moet het volgende worden gecontro leerd voordat de pomp in gebruik wordt genomen (aandrijfas van de spinpompaandrijving nog niet ge monteerd):
∙ ∙ ∙
aanhaalmomenten van de bevestigingsschroeven van de pomp (zie pomptekening, hoofdstuk 2.1); werking van de pomp; draairichting van de aandrijving (toegestane draairichting, zie gegevensblad van de pomp (hoofdstuk 7) of pomptekening (hoofdstuk 2.1)). Een verkeerde draairichting kan zowel de pomp als de installatie beschadigen.
4.4
Ingebruikname polymeerafdichting
∙
Om een optimaal effect te realiseren en uittredend polymeer op te vangen, is in veel gevallen een koelbak (1) nodig.
∙
De koelbak moet vóór ingebruikstelling op de pakkingbus (2) worden geplaatst. Basisinstelling: af stand x = 0 tot 5 mm
Nadat de pomp in gebruik is genomen, dient de polymeeruittrede gedurende enkele dagen te worden geobserveerd.
De polymeeruittrede kan worden beïnvloed door de koelbak te verschuiven. Verschuiven richting pomp: (afstand x groter dan 5 mm) = afname polymeeruittrede. Het type pomp en de gebruiksomstandigheden (isolatie, pomptoerental, bedrijfstemperatuur, enz.) bepalen of een koelbak nodig is. Barmag levert in alle gevallen waarin een koelbak mogelijk kan zijn, deze samen met de pomp mee.
Bladzijde 15
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
4.2
Vorwärmung
∙
Mit der Inbetriebnahme der Pumpe muß gewartet werden, bis sie die erforderliche Betriebstemperatur erreicht hat und gleichmäßig und vollständig durchgewärmt ist!
∙
Die Pumpe kann hierzu auf 2 Arten vorgewärmt werden. - Vorwärmung im Ofen - Vorwärmung in der Anlage
∙
Bei Erstinbetriebnahme von Pumpen befindet sich im Produktraum noch restliches Silikonöl. Um ein Auskristallisieren des Silikonöls bei hoher Temperatur zu vermeiden, dürfen folgende Temperaturen mit den entsprechenden Vorheizzeiten nicht überschritten werden: Temperatur 250 C: max. Vorheizzeit 24 h Temperatur 300 C: max. Vorheizzeit 8 h
4.3
Überprüfungen
Nach der ordnungsgemäßen Montage der Pumpe in der Anlage müssen vor der Inbetriebnahme (An triebswelle des Spinnpumpen - Antriebs noch nicht montiert) folgende Prüfungen vorgenommen werden.:
∙
Kontrolle der Anziehdrehmomente der Pumpen-Befestigungsschrauben (siehe Pumpenzeichnung, Kapitel 2.1).
∙ ∙
Überprüfung der Leichtgängigkeit der Pumpe. Überprüfung der Drehrichtung des Antriebs (zulässige Drehrichtung siehe Pumpen-Kenndatenblatt (Kapitel 7.) oder Pumpenzeichnung (Kapitel 2.1)). Falsche Drehrichtung kann sowohl zur Beschädi gung der Pumpe als auch der Anlage führen.
4.4
Inbetriebname / Polymerdichtung
∙
Um eine ausreichende Dichtwirkung zu erzielen und um austretendes Polymer aufzufangen, ist in vielen Fällen ein Kühltopf (1) erforderlich.
∙
Der Kühltopf muß vor der Inbetriebnahme auf die Dichtungsbuchse (2) aufgesteckt werden. Grundeinstellung: Abstand x = 0 bis 5 mm
x
1 2
Nach Inbetriebnahme der Pumpe ist der Polymeraustritt über einen Zeit raum von mehreren Tagen zu beobachten. Der Polymeraustritt kann durch Verschieben des Kühltopfes beeinflußt werden. Verschiebung Richtung Pumpe: (Abstand x größer als 5 mm) = geringerer Polymeraustritt Ob ein Kühltopf benötigt wird, hängt von der Pumpentype und den Einsatzbedingungen (Isolierung, Pum pendrehzahl, Betriebstemperatur usw.) ab. Barmag liefert in allen Fällen, in denen ein Kühltopf erforder lich sein kann, diesen zusammen mit der Pumpe aus.
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 16
4.5
Ingebruikstelling pakkingbusafdichting
Eerste ingebruikstelling van de pakkingbusafdichting
De schroeven van de pakkingbus zijn tijdens de montage slechts licht vastgedraaid, zodat vóór inge bruikstelling kan worden gecontroleerd of de pomp gemakkelijk loopt.
∙
Draai vóór gebruik de pakkingbusschroeven kruislings in meerdere stappen vast, tot het aanhaalmo ment van de pakkingbus (zie gegevensblad van de pomp, hoofdstuk 7) is bereikt.
∙ ∙
Neem de pomp in gebruik.
∙
De pakkingbusafdichting na pompstilstand opnieuw in gebruik nemen
∙
Als de stilstandperiode langer duurt, wordt aangeraden alle pakkingringen door nieuwe ringen te ver vangen, zodat een te grote lekkage tijdens het bedrijf wordt voorkomen.
∙
Zorg er vóór het plaatsen van de nieuwe pakkingringen voor dat de inbouwruimte inclusief aandrijfas en de pakkingbus vrij zijn van aanslag en vuil. Ze moeten helemaal schoon zijn.
Controleer na het starten van de pomp met korte tussenpozen (twee- tot driemaal gedurende de eer ste uren) de voorspanning van de pakkingbus en controleer deze eventueel. Nadat de pakkingbusaf dichting is gestabiliseerd, is een wekelijkse controle tijdens het continubedrijf voldoende. Neem de vei ligheidsvoorschriften in hoofdstuk 1.8 in acht.
Bij een korte pompstilstandperiode (tot ca. 5 uur) hoeven geen speciale maatregelen te worden getrof fen als de pomp opnieuw in gebruik wordt genomen.
4.6
De pomp inschakelen
∙
Voordat de aandrijfas van de spinpompaandrijving in de pomp wordt ingeschakeld, moet de pomp door de invoerdruk ca. 20 - 30 minuten worden doorgedraaid, zodat de tandwielen en lagers vol doende zijn gesmeerd.
∙
Koppel de aandrijfas aan de pomp en schakel de pompaandrijving in.
ab
Opgelet! Wij bevelen aan de spinpomp-aandrijfas max. 5 tps. sneller te laten draaien.
4.7
Opnieuw in gebruik nemen na pompstilstand bij het verpompen van polymeer
Om te voorkomen dat de kwaliteit van het polymeer in de smeergleuven van de pomp niet te veel achter uit gaat, moet bij stilstand van meer dan ca. 5 uur (periode is afhankelijk van het gebruikte pompmedium) de temperatuur van de pomp onder de smelttemperatuur van het pompmedium dalen. Als dit niet gebeurt , dan bestaat bij het opnieuw inschakelen van de pomp het gevaar dat de glijpunten (opslagpunten) beschadigd raken, aangezien het smeervermogen van het polymeer niet meer voldoende is. Als de temperatuur niet kan dalen, moet de pomp minstens om de vijf uur zolang in bedrijf zijn totdat er goede smelt uittreedt.
ab
Opgelet! Wij bevelen aan de spinpomp-aandrijfas max. 5 tps. sneller te laten draaien.
Bladzijde 17
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
4.5
Inbetriebnahme Stopfbuchsdichtung
Erstinbetriebnahme der Stopfbuchsdichtung
Die Schrauben der Stopfbuchse sind während der Montage nur leicht angezogen worden, damit vor der Inbetriebnahme die Leichtgängigkeit der Pumpe überprüft werden kann.
∙
Vor dem Anfahren die Stopfbuchsschrauben kreuzweise in mehreren Schritten anziehen, bis das Stopfbuchs‐Anzugsmoment (siehe Pumpenkenndatenblatt, Kapitel 7.) erreicht ist.
∙ ∙
Pumpe in Betrieb nehmen.
∙
Wiederinbetriebnahme der Stopfbuchsdichtung nach Pumpenstillstand
∙
Bei längeren Stillständen wird empfohlen, alle Packungsringe durch neue Ringe zu ersetzen, um einer zu starken Dichtungsleckage während des Betriebs vorzubeugen.
∙
Vor dem Einbau der neuen Packungsringe muß sichergestellt werden, daß der Einbauraum ein schließlich Antriebswelle und die Stopfbuchse frei von Rückständen bzw. Verschmutzungen, d. h. ab solut sauber sind.
Nach dem Anfahren der Pumpe ist in kürzeren Abständen (zwei‐ bis dreimal in den ersten Stunden) die Vorspannung der Stopfbuchse zu prüfen und ggf. zu korrigieren. Nachdem sich die Stopfbuchs dichtung stabilisiert hat, ist eine Überwachung während des Dauerbetriebs in wöchentlichem Abstand ausreichend. Sicherheitshinweise in Kapitel 1.8 beachten.
Bei kurzzeitigen Pumpenstillständen (bis ca. 5 Stunden) sind bei der Wiederinbetriebnahme keine be sonderen Maßnahmen zu treffen.
4.6
Anfahren der Pumpe
∙
Bevor die Antriebswelle des Spinnpumpen - Antriebs in die Pumpe eingerückt wird, sollte die Pumpe durch den Eintrittsdruck ca. 20 - 30 Minuten durchgedreht werden, um eine ausreichende Schmierung der Zahnräder und Lager zu gewährleisten. (Für Spinnpumpen, rechteckige Ausführung: maximaler Eintrittsdruck beim Durchdrehen: 50 bar).
∙
Antriebswelle mit Pumpe verbinden und Pumpenantrieb einschalten.
ab
Achtung! Wir empfehlen, die Pumpen-Antriebswelle mit maximal 5 min -1/s zu beschleunigen.
4.7
Wiederinbetriebnahme nach Pumpenstillstand bei Polymerförderung
Um einem zu starken Abbau des Polymers in den Schmierspalten der Pumpe vorzubeugen muß bei Still ständen von mehr als ca. 5 Stunden (Zeitraum ist abhängig vom verwendeten Fördermedium) die Tem peratur der Pumpe unter die Aufschmelztemperatur des Fördermediums abgesenkt werden. Geschieht dies nicht, so besteht beim Wiederanfahren der Pumpe die Gefahr, daß die Gleit-stellen (La gerstellen) beschädigt werden, da die Schmierfähigkeit des Polymers nicht mehr ausreichend ist. Ist eine Absenkung der Temperatur nicht möglich, so muß die Pumpe mindestens alle 5 Stunden solange betrieben werden bis frische Schmelze austritt.
ab
Achtung! Wir empfehlen, die Pumpen-Antriebswelle mit maximal 5 min -1/s zu beschleunigen.
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 18
5.
Onderhoud
5.1
Onderhoudswerkzaamheden
De onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de Barmag-pompservice dienst of door eigen geschoold personeel. Voor het onderhoud beschikt Barmag over pompwerkplaatsen. Als het onderhoud door eigen personeel van de exploitant wordt uitgevoerd, kunnen deze personen deel nemen aan trainingen van Barmag. Bovendien kunt u bij Barmag voor elk type pomp een onderhoudsboek bestellen.
D
Gevaar! Draaiende en hete delen. Kneuzings- en verbrandingsgevaar! Neem de veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 1.8 in acht.
∙
Er kan en mag bij de asafdichting wat polymeer naar buiten treden. Dit heeft geen negatief effect op de werking van de pomp.
∙
Controleer de pomp en de omgeving rondom de pomp ongeveer om de 4 tot 8 weken op smeltdeeltjes en verwijder deze indien nodig.
D
Gevaar! Smelt mag niet in isolatiematerialen terechtkomen (bijvoorbeeld in mineraalwol). Brandgevaar!
∙
Onderhoud van de polymeerafdichting. Als de polymeerafdichting met een koelbak wordt gebruikt, moeten de polymeerresten regelmatig (ca. om de 4 weken) worden verwijderd (bijvoorbeeld door afzuigen). Zo wordt voorkomen dat de koelbak overloopt.
∙
Onderhoud van de pakkingbusafdichting. Controleer wekelijks de aanhaalmomenten van de pakkingbusschroeven en corrigeer deze eventueel (aanhaalmoment pakkingbus, zie gegevensblad van de pomp, hoofdstuk 7).
∙
Als de lekkage bij de pakkingbusafdichting te groot is en de afdichting niet meer verder kan worden dichtgedraaid, moeten de pakkingringen conform de reserveonderdelencatalogus worden vervangen (deze kan bij Barmag worden besteld). Controleer daarbij de aandrijfas van de pomp op beschadigingen in het afdichtingsbereik en vervang de as eventueel.
5.2
Reserveonderdelen
Voor het bestellen van reserveonderdelen moeten de volgende gegevens worden vermeld:
∙ ∙
Barmag-pompnummer (in de pomp gegraveerd)
∙
Aantal stuks
Nauwkeurige beschrijving van de onderdelen conform reserveonderdelencatalogus (deze kan bij Bar mag worden besteld)
Contactpersoon: Afdeling pompverkoop, Tel. 0049 2191 / 67-1235 Fax: 67-3364 Afdeling pompservicedienst, Tel. 0049 2191 / 67-2815 Fax: 67-702815
Bladzijde 19
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
5.
Instandhaltung
5.1
Instandhaltungsdurchführung
Die Instandhaltung muß durch den Barmag‐Pumpen‐Service oder durch eigenes geschultes Personal durchgeführt werden. Für die Instandhaltung stehen bei Barmag Pumpenwerkstätten zur Verfügung.Wird vom Betreiber die In standhaltung mit eigenem Personal durchgeführt, bietet Barmag für diesen Personenkreis entsprechende Schulungen an. Darüber hinaus können Sie bei Barmag für jeden Pumpentyp ein Service‐Buch bestel len.
D
Gefahr! Drehende und heiße Teile. Quetsch- und Verbrennungsgefahr! Sicherheitshinweise in Kapitel 1.8 beachten.
∙
An der Wellendichtung ist ein geringer Polymeraustritt möglich bzw. erwünscht. Dieser hat keinen ne gativen Einfluß auf die Funktion der Pumpe.
∙
Die Pumpe und den Bereich um die Pumpe ca. alle 4 bis 8 Wochen auf Schmelzerückstände kontrol lieren und ggf. reinigen.
D
Gefahr! Schmelze darf nicht in Isolierstoffe laufen (z. B. in Mineralwolle). Entzündungsgefahr!
∙
Wartung der Polymerdichtung. Wird die Polymerdichtung mit Kühltopf betrieben, muß dieser regelmäßig (ca. alle 4 Wochen) von Po lymerresten befreit werden (z. B. durch Absaugen). Hierdurch wird ein Überlaufen des Kühltopfes ver mieden.
∙
Wartung der Stopfbuchsdichtung. Die Anziehdrehmomente der Stopfbuchsschrauben wöchentlich kontrollieren und ggf. korrigieren. (Stoffbuchs - Anzugsmoment siehe Pumpen Kenndatenblatt, Kap.7.)
∙
Ist die Leckage an der Stopfbuchsdichtung zu hoch und kein Nachspannen mehr möglich, Packungs ringe gemäß Ersatzteilkatalog ersetzen (dieser kann bei Barmag angefordert werden). Dabei ist die Antriebswelle der Pumpe auf Beschädigung im Dichtbereich zu überprüfen und ggf. zu ersetzen.
5.2
Ersatzteile
Für die Ersatzteilbestellung sind folgende Angaben erforderlich:
∙ ∙ ∙
Barmag‐Pumpennummer (auf der Pumpe eingraviert) Genaue Bezeichnung der Teile gemäß Ersatzteilkatalog (dieser kann bei Barmag angefordert werden) Stückzahl
Ansprechpartner: Abteilung Pumpen‐Verkauf, Tel. 0049 2191 / 67‐1235 Fax: 67‐3364 Abteilung Pumpen‐Service, Tel. 0049 2191 / 67‐2815 Fax: 67-702815
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 20
6.
Storingen
Eventuele storingen mogen alleen worden verholpen door de Barmag-pompservicedienst of door eigen geschoold personeel. De pomp kan bovendien met een beschrijving van de schade voor reparatie naar de Barmag pompservicedienst worden gestuurd.
7.
Gegevensblad van de pomp
Het gegevensblad van de pomp wordt samen met deze bedieningshandleiding geleverd.
Bladzijde 21
Klant: Basis NEU
Opdracht: 000000-000
Versie: 10.12
6.
Störungen
Eventuelle Störungen können durch den Barmag Pumpen‐Service oder durch eigenes geschultes Perso nal beseitigt werden. Die Pumpe kann außerdem mit Schadenskennzeichnung als Reparaturauftrag an den Barmag Pumpen‐Service geschickt werden
7.
Pumpen Kenndatenblatt
Das Pumpen‐Kenndatenblatt wird zusammen mit dieser Betriebsanleitung verschickt.
Kunde: Basis NEU
Auftrag: 000000-000
Ausgabe: 10.12
Seite 22
Service 24h Service Hotline +49 175 293 8950 Oerlikon Barmag Zweigniederlassung der Oerlikon Textile GmbH & Co. KG Leverkuser Strasse 65 42897 Remscheid Germany Phone: +49 2191-67-0 During office hours: Phone: + 49 2191 67 2815 Fax: + 49 2191 67 2742
Seal of approval for the Barmag‐wide certification according to DIN EN ISO 9001 carried through by a German corporation for certifying management systems, the “TÜV Rheinland Cert”. Copyright Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de OC Oerlikon Management AG. Deze handleiding is bestemd voor montage-, bedienings-, bewakings- en onderhoudspersoneel, en bevat voorschriften en tekeningen van technische aard, die noch volledig noch gedeeltelijk mogen worden verveelvoudigd, verspreid, uit concurrentie-overwegingen onbevoegd gebruikt of aan anderen worden meegedeeld.
Urheberrecht der Betriebsanleitung Das Urheberrecht an dieser Betriebsanleitung verbleibt der OC Oerlikon Management AG. Diese Betriebsanleitung ist für das Montage‐, Bedienungs‐, Überwachungs‐ und Instandhaltungspersonal bestimmt. Sie enthält Vorschriften und Zeichnungen technischer Art, die weder vollständig noch teilweise vervielfältigt, verbreitet oder zu Zwecken des Wettbewerbes unbefugt verwertet oder anderen mitgeteilt werden dürfen.
0910nl0910 Mat.Nr.: 1-010-2511
TDD19387