13 minute read
boost aan energietransitie
Sleutelrol voor offshoresector:
boost aan energietransitie
De boodschap van ‘offshoredames’ Sylvia Boer (directeur vereniging Amsterdam IJmuiden Offshore Ports - AYOP) en Dorothy Winters (programmamanager offshore wind AYOP) is helder: “De regio rondom het Noordzeekanaal speelt een sleutelrol in de energietransitie. Het is alleen jammer dat onzichtbaar blijft hoeveel potentie deze sector met zich meebrengt en wat het belang is van havens met de toeleverende industrie voor de energietransitie.” Hoog tijd om daar verandering in te brengen.
De energietransitie – van grijze, fossiele brandstoffen naar groene (wind)energie – is veel dichterbij en concreter dan menigeen denkt, stelt Winters. “We zitten er al middenin, maar veel mensen praten erover alsof het iets is wat in de toekomst gaat gebeuren, terwijl het een sneltrein is die voort dendert en veel dimensies kent”, vult Boer aan. “Je kunt niet zomaar de gas- of oliekraan dichtdraaien en overgaan op groene stroom. Gas is een transitiebrandstof, die heb je juist keihard nodig om die overgang van grijs naar groen te kunnen maken. Experts verwachten dat in 2050 groene stroom pas de helft in de totale energieconsumptie kan verzorgen. Energiebedrijven zijn allerlei duurzame initiatieven aan het ontplooien en dat juichen we toe, maar je moet wel realistisch blijven. Je kan niet van het ene of het andere moment van grijs naar groen overstappen, dat is onmogelijk.”
Belangrijke rol AYOP-leden
Veel van de AYOP-leden zitten al in die transitie-sneltrein: organisaties die in de offshore-industrie actief of eraan gelieerd zijn en in het Noordzeekanaalgebied gevestigd zijn of zaken doen. Boer: “Als vereniging hebben we ingangen om met elkaar die windparken op zee te realiseren. Wij fungeren als strategisch partner en brengen partijen samen in de hele supply chain. En niet alleen als het gaat om nieuwe energie, wij denken ook mee als het gaat om het circulair ontmantelen van oude productieplatforms en het hergebruiken van de bestaande infrastructuur. Daar kunnen onze leden ook een rol in spelen. Als vereniging leggen we verbanden tussen leden onderling, naar opdrachtgevers of andere stakeholders. Het is onze taak om ontwikkelingen vroegtijdig te signaleren, aan te jagen en partijen in beweging te krijgen. We doen als vereniging meer dan op de winkel passen, maar zijn proactief aan het werk. Zo bieden we de AYOP-leden toegevoegde waarde, daar betalen ze immers contributie voor.”
Werk in de ‘achtertuin’
In 2020 werd het convenant ‘Energiehaven’ ondertekend. De komende jaren worden steeds meer windparken op de Noordzee gebouwd en de Energiehaven is een belangrijke uitvalsbasis voor de aanleg en het onderhoud daarvan. Ook hier zijn AYOP-leden nauw bij betrokken. “De diversiteit aan bedrijven in het Noordzeekanaalgebied is groot. Praktisch alle componenten die te maken hebben met de operatie en het onderhoud van offshore wind zijn hier aanwezig. De diversiteit vertaalt zich in de soorten bedrijven: de een levert technisch personeel, de ander equipment of de juiste knowhow. We hebben én mensen die kunnen
varen én mensen die sterk zijn in onderhoud én experts op het digitale gebied”, aldus Winters. Boer: “De ontwikkelingen op de Noordzee gaan heel snel, en dat gebeurt allemaal in onze achtertuin.”
Hoog ambitieniveau
Winters: “We zijn als Metropoolregio Amsterdam een van de grootste regio’s van Nederland en als AYOP zijn we in die regio een belangrijke radar wat energietransitie betreft.” Boer: “Dat komt ook omdat we openstaan voor samenwerking met andere regio’s zoals Den Helder en Rotterdam, dat zit een beetje in het DNA van de regio. We kunnen van elkaars kennis en ontwikkelingen leren. De energietransitie vraagt ook om allerlei samenwerkingsverbanden. We willen als regio wat energietransitie betreft graag vooroplopen. De ambitie is in elk geval heel hoog. Wij kunnen als AYOP daar een heel concrete bijdrage aan leveren.”
Cruciale infrastructuur
Winters: “We zijn als regio soms onAmsterdams bescheiden. We hebben zoveel mooie, gespecialiseerde bedrijven waar heel veel werkgelegenheid en omzet in zit. Bovendien zitten we midden in een cruciale infrastructuur. We zijn al een echte kabelhub: stroomkabels die tussen de wal en de windmolenparken lopen. Als we alleen naar onze regio kijken, gaan we in MW tot 2030 vertienvoudigen in installatie van offshore wind. Tennet maakt vijf ‘stopcontacten’ voor de kust van onze regio. Die hebben onderhoud nodig. Wij zitten dichtbij en hebben de specialistische bedrijven, equipment én knowhow in huis. Daar mogen we best wat meer trots op zijn. Het is onze taak om dat te etaleren en te laten zien waar we dagelijks mee bezig zijn.”
Werkgelegenheid in breed spectrum
Boer: “Er is veel personeel nodig om het werk te kunnen doen. Die mensen moet je enthousiasmeren voor een sector die vrij onbekend is bij jongeren. Wij hebben het in ons bloed, wij zijn ‘offshoredames’ en hebben van huis uit meegekregen dat deze wereld bestaat. Maar als je dat niet hebt, is het een verborgen wereld. Dat is zo jammer, want er zijn veel mooie, uitdagende banen en zoveel werkgelegenheid. De offshoresector en de regio bieden zoveel kansen. En er komt allerlei nieuw werk bij, zoals voor dronevliegers en IT’ers.” Winters: “Het zijn niet alleen mensen die met overall en helm met een heli of per schip naar hun werk gaan. Het spectrum van het werk is zoveel groter. Werken in de windbranche is een combinatie van elektrotechniek, IT en werktuigbouwkunde. Sommige functies op hoogte, andere niet.”
Kennismaken met branche
Boer: “Samenwerken met onderwijsinstellingen is dan ook belangrijk. We zoeken altijd naar goede, strategische partners en hebben die gevonden in onder andere Techport en Nova College. We zijn nu bezig met een pilot om een pool samen te stellen met stagiairs en trainees. Zo willen we het onderwijs en bedrijfsleven beter op elkaar laten aansluiten. De behoefte vanuit de bedrijven is er zeker: er hebben al 25 bedrijven serieuze interesse getoond. Voor iedereen die de sector niet kent, kan dit een prima kennismaking zijn. We hebben die mensen, de toekomstige experts hard nodig. Want zoals gezegd: de energietransitie gaat in sneltreinvaart. En wij willen als regio daar een sleutelrol in blijven spelen.” <
Dorothy Winters, programmamanager offshore wind AYOP.
Circulair denken
zit BAM in het bloed
BAM Infra Nederland neemt de leiding in het creëren van een circulaire toekomst. “Als grootste bouwer van Nederland voelen wij ons hier verantwoordelijk voor. Wij geven vorm aan een duurzame leefomgeving voor ons allemaal.” Stoere woorden van Arno Stoeckart en Lloyd van den Berg, maar ze komen bij beiden recht uit het hart.
Arno Stoeckart (43) is uitvoerder bij BAM Infra Regionaal Amsterdam, Lloyd van den Berg (23) is werkvoorbereider bij BAM Infra Nederland. In het gesprek met beide heren merken we dat het hen ernst is: niet alleen omdat BAM vooruitstrevend is, ook omdat het hun eigen intrinsieke wens is, werken Stoeckart en Van den Berg keihard mee aan het laten slagen van de energietransitie, met alle middelen die ze daarvoor ter beschikking hebben. In hun geval is dat vooral door het beperken van de mobiliteitsstroom op en tussen alle projecten in Amsterdam. Zowel voor hun eigen projecten die ze voorbereiden en uitvoeren, als andere projecten in Amsterdam.
Green Deal
Twee jaar geleden al ondertekende BAM Infra samen met vijftig andere publieke en private partijen de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek van de Metropoolregio Amsterdam. Doel van die Green Deal: schadelijke emissies in de regio in 2025 te reduceren tot nul. En het terugdringen van het aantal benodigde voertuigen en voertuigkilometers voor werkzaamheden in de stad. Minder uitstoot wordt bereikt door het gebruik van elektrisch materiaal zoals een hybride sondeertruck, een elektrische wals en elektrische kranen. Het beperken van de mobiliteitsstroom klinkt als een opgave, in de praktijk betekent het voor Stoeckart en zijn mensen: “met een volle auto heen rijden? Dan ook met een volle auto terugkomen! Zo beperken we de mobiliteitsbewegingen binnen de stad.”
Zo groen mogelijk
Stoeckart werkt zo’n anderhalf jaar als uitvoerder bij BAM Infra, Van den Berg is nu bijna twee jaar werkvoorbereider bij BAM Infra. Ze schelen in leeftijd 20 jaar, werken – als ze op kantoor zijn – op zo’n 20 meter afstand van elkaar én werken veel samen. BAM Infra heeft in een Samenwerkingsovereenkomst (SOK) met gemeente Amsterdam afgesproken meerjarig onderhoud voor verschillende interne opdrachtgevers binnen de gemeente op de meest duurzame manier uit te voeren: zo groen mogelijk en voor een marktprijs. Deze SOK geldt tot en met 2025, Stoeckart en Van den Berg hebben er in hun werk dagelijks mee te maken. Stoeckart: “Wij verrichten het uitvoerende werk van de SOK-projecten en zijn daarmee op de werken zelf verantwoordelijk voor de meest duurzame wijze van uitvoering.” Van den Berg: “Ik houd me bezig met de werkvoorbereiding en engineering van SOK-projecten: vanaf het voortraject samen met de gemeente zodat het project tot uitvoering kan komen. Vanaf dat punt: de werkvoorbereiding die leidt tot de uitvoering, haak ik aan met Arno.”
Met volle auto heen én terug
De SOK is geen vreemde eend in de bijt bij BAM Infra. “Groener en schoner werken is onze eigen wens, vanuit BAM zelf, maar ook écht vanuit onszelf. Dus niet alleen de taak, ook de wil is er om steeds na te denken hoe we onze uitstoot zo veel mogelijk beperken en hoe we duurzaam mogelijk te werk gaan”, vertelt Stoeckart. Van den Berg: “We krijgen continu
Doelen BAM Infra:
- Het reduceren van brandstofverbruik op de bouwplaatsen, door het zoveel mogelijk toepassen van netaansluitingen (in plaats van dieselaggregaten) en het toepassen van alternatief (elektrisch) materieel.
- Het inkopen van groene stroom. BAM koopt al 50% van de elektriciteit in als groene stroom met als doel om dit in 2030 op 100% te hebben.
- Het reduceren van emissies van het wagenpark, door het voorkomen van reizen en het stimuleren van elektrische voertuigen.
- Het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten. Door het CO2-neutraal en circulair te ontwerpen en te bouwen vergroot BAM de positieve impact op het klimaat.
Bron: Presentatie circulariteitsvisie BAM 2021
de vraag om innovaties op milieugebied door te zetten in de projecten. Met de Green Deal hebben we ons gecommitteerd aan zo groen mogelijk transport, zoals Arno zegt: met volle vracht de stad in en met een volle vracht de stad weer uit.” Stoeckart vult enthousiast aan: “Een vrachtauto die met stenen of wat dan ook de stad in rijdt, mag wat ons betreft niet leeg de stad weer uit rijden: dat is gewoon zonde. Zonde van de brandstof, van de uitstoot, van de eventuele overlast. We zoeken actief naar werklocaties waar die vrachtauto lading kan ophalen, zodat voor dát project niet apart weer een vrachtauto leeg de stad in hoeft.” Het klinkt logisch, maar heeft best wat voeten in aarde.
Puzzelen
Van den Berg: “Bij elk project bedenken we: wat voor innovaties zouden we kunnen toepassen? Niet alleen op productniveau maar ook op transportniveau. Het is echt zoeken naar slimmigheidjes.” Stoeckart: “Van een aannemer die zoveel mogelijk productie in zo kort mogelijke tijd zo goedkoop mogelijk wil uitvoeren, zijn we verder gegaan: het groene denken is erbij gekomen en wordt volledig geïntegreerd, het is echt een extra dimensie.” De uitvoerder noemt op: “Auto’s HVO-brandstof, elektrische kranen, elektrische shovels… Op het moment dat wij ergens beginnen op te breken, er rekening mee houden dat op een ander week juist opgebouwd kan worden, zodat volgeladen auto’s tussen die locaties heen en weer kunnen rijden: je probeert alles wat mogelijk is, eruit te halen.”
De werkvoorbereider vult aan: “Dat was vooral in het begin best even puzzelen: werkzaamheden combineren die in eerste instantie niet zo gepland waren. Het is een uitdaging om tijdens de werkvoorbereiding bepaalde zaken al met elkaar samen te laten vallen. Maar het gaat steeds gemakkelijker, omdat we er met z’n allen over meedenken en echt de mindset hebben om zo efficiënt en groen mogelijk te werken.” Stoeckart: “Je moet het doorvoeren in álle facetten van het werk. Zo hebben we elektrische fietsen bij de bouwkeet staan: als je drie verschillende werken in de buurt hebt, pak je de fiets in plaats van de auto.”
Voorop in de strijd
Beiden zijn ervan overtuigd dat elektrisch werken de toekomst is. “Al het materiaal dat wij op onze werken hebben staan is de duurzaamste oplossing die op dit moment voorhanden is”, vertelt Stoeckart. “Ook van onze onderaannemers verlangen we dat. We hebben als grootste bouwer de taak om te laten zien dat we de voortrekkersrol die we onszelf hebben opgelegd, waarmaken en dat we ook anderen ‘aansteken’ met duurzaam werken. Wij lopen voorop in de strijd, we nemen onze verantwoordelijkheid. Afgelopen jaar waren we weer de duurzaamste, daar ben ik trots op.”
Lloyd van den Berg, werkvoorbereider bij BAM Infra Nederland.
Van den Berg: “We leggen de lat hoog en zijn ook echt allemaal betrokken: van directeuren tot bouwplaatsmedewerkers, we hebben het er continu met elkaar over. BAM-breed wordt daar ook veel aan gedaan, kortgeleden hadden we nog een dag vol online sessies waarin we worden aangemoedigd nieuwe oplossingen te bedenken en elkaar te inspireren. Dat werkt heel goed.” Stoeckart noemt een voorbeeld van overleg met BAM Energie en Water. “Die zijn in de stad aan de slag voor Waternet. Hoewel wij daar niks mee te maken hebben vanuit BAM Infra ben ik wel gaan overleggen: ik heb toch een auto rijden, wanneer ga jij opbreken? Zodra zij daarmee begonnen, heb ik geholpen met afvoeren. Ik moest namelijk met zand de stad in, maar wilde niet leeg de stad weer uit. Net waar we het in het begin al over hadden: dat beperken we dus niet per se tot BAM Infra. Dan komt de dag er maar iets anders uit te zien, er valt altijd een mouw aan te passen. En ik zie dat als wij die extra inspanning doen, anderen dat ook doen.”
In coronatijd is het wat rustiger in de stad, maar normaliter is Amsterdam een enorme bijenkorf. “Amsterdam is een fietsstad. Hoe meer rijbewegingen je tussen die fietsen door moet maken, hoe gevaarlijker het is. Dus hoe meer je die bewegingen kunt beperken, hoe veiliger het is. Er is in de stad een bepaalde vorm van acceptatie voor werkzaamheden en transport daar omheen, maar die acceptatie stellen we niet op de proef: je wilt geen overlast veroorzaken. Ook daar houden we rekening mee”, aldus de uitvoerder. De werkvoorbereider knikt: “We houden rekening met alle aspecten: milieu, veiligheid, hinder.”
Een nat pak
Practice what you preach, blijkt uit het feit dat BAM-kantoormensen ook wel eens een nat pak halen, net als de uitvoerenden. Van den Berg: “Als je een afspraak hebt bij één van de stadsdelen, pak je geen auto, maar de elektrische fiets. Dan ga ik rustig met een hoofduitvoerder en projectleider samen op de fiets naar de klant. Het heeft ook allerlei voordelen: je bent ook nog sneller in de stad en je hebt geen parkeerproblemen. Ja, je komt weleens zeiknat terug op kantoor…” Stoeckart moet er om lachen: “Mijn mannen staan zo vaak in de regen.”
Maar de boodschap is duidelijk: van de directie tot en met de uitvoerenden, BAM-breed is men doordrongen van de noodzaak van zo duurzaam mogelijk werken. Stoeckart: “Zo groen en schoon mogelijk, zo efficiënt mogelijk, zo open en transparant mogelijk: de manier waarop wij werken leidt volgens mij tot een win-winsituatie voor iedereen!” <