3 minute read

Blunder

Onlangs werd mij voor een bepaalde bijeenkomst van tevoren gevraagd om mijn grootste zakelijke blunder ooit te vertellen. Een vraag die ik menig ondernemer zelf óók dikwijls stel, vooral wanneer men op een borrel net even iets té eenzijdig over de eigen successen aan het brabbelen is. Wat mij opviel is dat ik er heel veel moeite mee had om het antwoord voor mezelf te bedenken. En dat viel me van mezelf tegen; ik had gedacht dat mijn zelfreflectie béter was. Maar goed, ter leering ende vermaeck neem ik u even mee naar een incident van vele jaren terug. Ik was twintig en liftte met een gezonde sturm und drang door Europa. Het voelde heel stoer, maar in feite was ik natuurlijk een onrijpe romantische adolescent die op zoek was naar zichzelf. En daarbij was een verblijf in Parijs voor mij even het állerbelangrijkste.

Mijn gretigheid om met nul budget het leven zélf te leren kennen was groot en dus accepteerde ik veel ongemak. Zoals de Spartaanse kamer van twee bij drie die de stokoude dikke madam van het sjofele Hotel du Commerce in Parijs me toewees, ergens in 1982. Via een krakende wenteltrap kwam je na een kwartier klimmen boven in een gangenstelstel dat piepte en kraakte van de bouwkundige reuma. Aan het eind van dat gangenstel was kamer 47 vinden. De madam had me in onverstaanbaar Frans en met veel gebaren uitgelegd dat de deur knelde en even een extra duw nodig had om open te gaan. Toen ik voor die deur stond zag ik de iets bredere context van het probleem: een absolute stoethaspel van een timmerman had geprobeerd een deur weer in een deurpost te laten passen, maar had daarbij ook een groot deel van de muur aangepast. De deur en de deurpost werden nu omlijst door een collage van afgebrokkeld pleisterwerk, ruwe baksteen en kleine onregelmatige stukjes hout, die de vele kleine gaten moesten opvullen. De drie nachten dat ik in dat hondenhok sliep kostte het me iedere keer een kwartier duwen en trekken voordat ik binnen was. Maar ja; zó dicht bij de Notre Dame kon je niks goedkopers krijgen, dus accepteerde ik gedwee de overlast. Op laatste avond echter lukte het me écht niet om de deur te openen. Na meerdere pogingen probeerde ik met mijn heup nog een beetje extra kracht te zetten, waarna tot mijn stomme verbazing de muur het begaf en het gehele knutselwerk van bakstenen, houtplankjes, stopverf en pleisterwerk de kamer instortte. Er bleef een gapend gat over met een diameter van toch wel anderhalve meter. Het zal geen verrassing wekken dat de madame de volgende ochtend woest was. “Jij ben het en niemand anders die vannacht mijn hotel heeft vernield!”

Ze was helemaal buiten zinnen en de halve meter die ze in de lengte duidelijk tekort kwam maakte ze in de breedte ruimschoots goed, hetgeen tóch maakte dat er een serieuze dreiging van haar uitging. Dat ik me van de domme hield en ineens een stuk minder Frans sprak maakte haar nóg woester. Ik kon niet anders dan haar laten razen en was eigenlijk alleen gefocust op mijn paspoort terugkrijgen en vertrekken. Toen dat na heel veel geschreeuw en geblaas eindelijk was gelukt maakte ik mij uit de voeten.

Een moraal kan ik bij dit verhaal niet echt bedenken. Maar laten we concluderen dat goedkoop duurkoop is. Dat weet u als ondernemer ook wel. En dat té graag iets willen je in benarde posities kan brengen. Maar ach, dan maak je tenminste wel wat mee.

Menno Bakker Hoofdredacteur

Meer lezen of reageren? linkedin.com/in/bakkermenno of op https://twitter.com/OF_nl

This article is from: