NO
18
TIE INSPIRA VOOR NOTEN REISGE
THEMA: EEN UITNODIGING OM TE BIDDEN
‘Ons gebed verraadt veel van ons beeld van God’
Pieter Kleingeld
‘Ook ik ben een beginneling in lofprijzing’ Wolter Rose
Hagar Prins wil een licht zijn, maar of dat lukt?
VOOR JE VERDER GAAT
Ik was 10 jaar oud toen ik voor het eerst op Schiphol kwam. We vlogen naar Israël. Van het vliegveld zijn mij vooral de zwaarbewapende militairen bijgebleven. Ze gaven me geen gevoel van veiligheid, maar maakten me bang. Dat hoeft niet. Een uniform kan rust, autoriteit, bescherming uitstralen. Arts. Politie. Brandweer. Beveiliging. Sinds januari loop ik zelf in een militair uniform. En ik merk dat het bij mensen iets oproept. Negatief of positief. Wachtend op een perron kreeg ik zelfs een candybar toegestopt. Ik vroeg verbaasd waarom. Uit respect voor wat onze militairen doen. Militairen dragen een camouflage-uniform. Maar ergens camoufleert elk uniform een mens. Het dekt toe wie je bent. Iets van de mens verdwijnt achter het uniform. Kom ik daar op de goede momenten achter weg? KAREL SMOUTER GEESTELIJK VERZORGER BIJ DE KRIJGSMACHT NAMENS DE NGK EN REDACTEUR VAN ONDERWEG
2
OnderWeg #18 > Jaargang 5 > 28 september 2019
INTRODUCTIE THEMA
Kwetsbaar
G
ebed is een kwetsbaar onderwerp voor veel mensen. Nadat ik een enthousiast verhaal tegen iemand hield over het onderwerp bidden, was dat haar eerste reactie. Daarin heeft zij gelijk. In dit nummer van OnderWeg staat een beschouwing van mijn hand en de persoonlijke ervaring waarmee dat artikel begint, is inderdaad kwetsbaar. Dat realiseerde ik me ook tijdens het schrijven. Immers, ook al hoeft een dominee misschien niet de beste bidder van de gemeente te zijn, een toptiennotering qua bidden zou het voor hem – of haar – toch wel moeten zijn. Maar wat als het even anders is?
Wie vertelt over gebed laat in zijn of haar hart kijken Wie vertelt over gebed laat in zijn of haar hart kijken. Mijn overtuiging is dat wij vaak minder en minder mooi bidden dan we zouden willen. Daar schamen veel mensen zich een beetje voor. Ik ook. Ik moest dan ook glimlachen toen ik met boeken over gebed aan de slag ging. Die boeken beginnen namelijk vaak met de verlegenheid van de auteurs; die bleken ook niet zo goed met gebed. Hun verlegenheid gaf mij de moed om de beschouwing te schrijven. Tegelijkertijd is het goed om na verlegenheid en schaamte verder te kijken. Daarom beginnen we in deze editie bij de verlegenheid, maar we wijzen ook hoopvol realistisch verder. Bij elkaar vormen de drie artikelen over het thema bidden naar mijn idee precies het enthousiaste verhaal waarmee ik dit stukje begon. Dat gebed kwetsbaar is, was niet de enige reactie op mijn verhaal. Ja, dit is belangrijk, vulde een ander aan. Zij nam de organisatie op zich om samen 24 uur te bidden voor onze gemeente. Ik denk dat dit de weg is: onze onvolkomenheid belijden en die samen ook aan God voorleggen. En dan uiteindelijk – gegrepen en gedreven door de Geest – tot lofprijzing komen. Ik kan het ook anders zeggen: mij heeft het altijd enorm geholpen om anderen te horen bidden en samen met anderen te bidden. Ik hoop dat dit nummer van OnderWeg bijdraagt aan onze gebeden.
PIETER KLEINGELD PREDIKANT VAN DE NGK OEGSTGEEST EN REDACTEUR VAN ONDERWEG
COLOFON Redactie Bram Beute, Debbie den Boer, Esther de Hek (hoofdredacteur), Peter Hommes, Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Erik Koning (eindredacteur), Jordi Kooiman (webredacteur), Maarten van Loon, Annelies Smouter (eindredacteur), Karel Smouter, Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp. Redactieadres ’t Hazeveld 115, 3862 XA Nijkerk, redactie@onderwegonline.nl. Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl.
OnderWeg is beschikbaar in passende leesvormen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB). Neem voor meer informatie contact op met de CBB: 0341-565499. Abonnementsprijzen
06 SCHIJNT ER EEN RODE MAAN IN BABEL? ONS GEBEDSLEVEN VERTELT VEEL OVER ONS GELOOF. PIETER KLEINGELD LAAT ZIEN DAT DE PSALMEN, PROFETEN EN APOSTELEN DAARBIJ EEN GOEDE LEERSCHOOL ZIJN.
OnderWeg in braille, grootletter en audio
Jaarabonnement: € 48,50 (studenten € 24,25,- / Europa € 85,- / buiten Europa € 115,-). Halfjaarabonnement € 26,75. Abonnement OnderWegOnline: € 37,50. Proefabonnement: drie maanden gratis. Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag online in op www.onderwegonline.nl. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging Marga van Gent-Petter, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren, Hillie van de Streek en Tjirk van der Ziel. Adverteren
NIEUW UITERLIJK ONDERWEG
OnderWeg was na enkele jaren toe aan een opfrisbeurt van opmaak en bladindeling. De nieuwe opzet in enkele trefwoorden: aantrekkelijk en sterk beeld, strakkere pagina’s met meer ruimte, blijvende focus op de tekst. Ook verbinden we papier en online (website) meer met elkaar, iets wat de komende jaren verder doorgevoerd zal worden. We hopen dat de nieuwe presentatie in de smaak valt. Reacties zijn welkom via redactie@onderwegonline.nl of @onderwegonline (Twitter).
Nico Postuma, 06-139 959 05, adverteren@onderwegonline.nl. Zie voor de formaten, tarieven en verschijningsdata www.onderwegonline.nl/adverteren. Vormgeving Bredewold Communicatievormgevers. Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg
4
OnderWeg #18 > Jaargang 5 > 28 september 2019
22 EYEOPENER HET VERGETEN WONDER
Kerkelijke eenheid lijkt onbereikbaar. Steeds opnieuw zijn er redenen om elkaar te verlaten, internationaal worden banden doorgesneden en bij elke fusie zijn er groepen die daar niet in mee kunnen gaan. Waar kwam toch die volstrekte eensgezindheid vandaan op de pinksterdag? Zijn we iets kwijtgeraakt of vergeten?
INHOUD
Stockbeelden: PrixelCreative/Lightstock (pagina 1); Lya_Cattel/iStock (pagina 2-3); NorwegianTraveller/iStock (pagina 6); nevodka/iStock (pagina 10); Tonktiti/Shutterstock (pagina 14-15); freedom007/iStock (pagina 18); tommaso79/iStock (pagina 19 boven); Ocamproductions/Lightstock (pagina 19); PrixelCreative/Lightstock (pagina 21); MonkeyBusinessImages/Shutterstock (pagina 22); LinkedIn Sales Navigator/Unsplash (pagina 30).
14 ‘ DE PSALMEN VERBREDEN JE HORIZON’ WOLTER ROSE ONTWIKKELDE VOOR STUDENTEN AAN DE TU KAMPEN DE CURSUS BIDDEN MET DE PSALMEN. ‘ALLES IN DE PSALMEN WERKT TOE NAAR LOFPRIJZING. EN TEGELIJK GEVEN ZE HEEL VEEL RUIMTE: SOMS DUURT HET EEN LEVEN LANG VOORDAT IEMAND ERAAN TOE IS GOD GROOT TE MAKEN.’
10 G EBED ZET IN BEWEGING EDWIN HAMELINK, JONATHAN WESTERKAMP EN WILLEKE HEIJKOOP VERTELLEN OVER HUN ERVARING MET DE 24/7-GEBEDSBEWEGING. EDWIN HAMELINK: ‘WIL JE VERANDERING, BEGIN DAN TE BIDDEN.’
28 ONTMOETING ‘IK DURF WEL TE ZEGGEN DAT IK BEZIG BEN IN GODS PLAN’
Hagar Prins is een leider en pionier ineen. Ze heeft voor Verre Naasten het vrouwenplatform Lume opgericht, een ‘beweging van licht met vrouwen over de hele wereld’. Hagar is erin geslaagd haar verlangen werkelijkheid te laten worden en helpt andere vrouwen dat ook te doen.
30
OPINIE STUDENTEN EN DE ROL VAN DE KERK
De afstand tussen kerk en student neemt toe. Studenten ervaren geen verbinding, durven hun twijfels niet te uiten en worden te weinig uitgedaagd. Met als gevolg dat veel oud-studenten aangeven dat hun geloof op een laag pitje staat of dat ze het geloof de rug hebben toegekeerd. Daarmee mist de kerk de noodzakelijke inbreng van (oud-)studenten, betoogt Frank Duijzer.
5
OVER BIDDEN MET PSALMEN, PROFETEN EN APOSTELEN
Schijnt er een rode maan in Babel? ‘Heer, wilt U zijn met…’ En dan volgde de naam van iemand. Ik betrapte mezelf er steeds vaker op dat ik zo bad. Dat zat me niet lekker. Ik denk ook bij anderen dit gebed vaker dan vroeger te horen. Of soms de wat actievere variant: ‘Heer, wilt U … zegenen.’ Maar wat bedoel ik als ik dat bid? Waarom bid ik zo veilig? Want wees eerlijk, dit gebed lijkt altijd verhoord te worden. Ja, God is er vast bij geweest, je hebt het alleen niet gemerkt. TEKST PIETER KLEINGELD 6
OnderWeg #18 > Jaargang 5 > 28 september 2019
BESCHOUWING
I
n diezelfde periode ging ik ook kijken naar de gebeden van Paulus. Bijna elke brief van Paulus begint met een gebed. Laat bijvoorbeeld het volgende gebed aan de christenen in Filippi eens tot je doordringen: ‘En ik bid dat uw liefde blijft groeien door inzicht en fijnzinnigheid, zodat u kunt onderscheiden waar het op aankomt. Dan zult u op de dag van Christus zuiver en onberispelijk zijn, vol van de vruchten van de gerechtigheid, die u dankt aan Jezus Christus, tot lof en eer van God’ (Filippenzen 1:9-11). Dat klinkt heel anders dan: ‘Heer, wilt U zijn met de gemeente van Filippi.’
Afstandelijk
Terug naar mijn ‘Heer-wilt-U-zijn-met-gebed’. Waarom bad ik dat? Natuurlijk, ik kan hier een betoog opzetten over de kracht van presentie. De vrienden van Job hadden stil aanwezig moeten zijn. Wanneer ik diep in mijn hart keek, zag ik wat anders. Ik zag geen kracht van presentie. Integendeel. Ik verwachtte niet zoveel van Gods ingrijpen. Kortom, mijn ‘Heer-wilt-U-zijnmet-gebed’ vertelde iets over mijn geloof. Het verried een afstandelijk godsbeeld. God die op grote afstand kijkt naar zijn schepping. God die niet echt betrokken is of misschien wat machteloos toekijkt. Wie bidt ‘Heer, zegen...’ hoopt misschien nog dat God in staat is de ander stilletjes iets toe te stoppen wat op de langere termijn zijn uitwerking heeft, zoals zegen op langere termijn groei en genezing schenkt. Maar ik denk dat het ‘Heer-zegen-gebed’ zomaar aan hetzelfde afstandelijke of machteloze godsbeeld zou kunnen lijden.
Psalmen
De gebeden van Paulus en ook de psalmen wezen mij echter een andere weg. Lees de beginregels van drie bijna willekeurig gekozen psalmen maar eens: ‘Ik prijs U hoog, HEER, want U hebt mij uit de put omhooggehaald; geen vijand kan nog om mij lachen.’ (Psalm 30:1) ‘Bij U, HEER, kom ik schuilen beschaam mij nooit ofte nimmer, bevrijd mij in uw rechtvaardigheid.’ (Psalm 31:1) ‘Gelukkig is de mens van wie een misstap is vergeven, en van wie de zonde is toegedekt.’ (Psalm 32:1)
7
BESCHOUWING
Met deze psalmen krijg je van zijn levensdagen geen ‘Heer-wilt-U-zijn-met-gebed’. Schuilen, vergeving ontvangen, putten om in te vallen en uitgetrokken te worden, modder om in vast komen te zitten, woede en verdriet. Zo veel mooie taal, zo veel indrukwekkende beelden, zo veel perspectief en zo veel verlangen, dankbaarheid, hoop en wanhoop. Als er presentie is, dan is het Gods hand die uitgestoken wordt, dan zijn het Gods vleugels waaronder je kunt schuilen, dan is het Gods stem die vergeving uitspreekt. Waarom bad ik dat niet?
Herhalen
Ik wist niet zeker of bovenstaande diagnose alleen mezelf of alleen een deel van mijn omgeving betrof of breder van toepassing was. Toen kwam ik de titel Pray big. Learn to pray like an apostle van Alistair Begg tegen. Hij kwam tot dezelfde conclusie. ‘Ik hoor mezelf te vaak bidden “Heer, wilt U zijn met...”, maar dat gebed kom ik in de Bijbel niet tegen. Sterker nog: Jezus beloofde dat Hij met ons zou zijn alle dagen. Dus als de inhoud van ons gebed alleen op het herhalen van die belofte neerkomt, dan hebben we nog niet zoveel gevraagd.’ Deze en vergelijkbare observaties gaven mij de vrijmoedigheid om het vervolg van dit artikel te schrijven.
Wat verraden je gebeden van jouw beeld van God?
Godsbeeld
Ons gebed verraadt veel van ons beeld van God. Dat is een gedachte die je ook bij anderen tegenkomt, het onderstreept dus het belang van die stelling. Loop je gebeden van de laatste tijd eens langs. Wat verraden ze van jouw beeld van God? Nu wordt ons godsbeeld gevormd door de Bijbel, maar ook door onze ervaringen. Elk kind dat niet geneest, elke echtscheiding, elke kerk die sluit, leidt tot grote vragen. Hoe dichtbij is God? Hoe graag wil God onze gebeden verhoren? Hoe goed kan Hij onze gebeden verhoren? De verhalen rond secularisatie helpen vervolgens ook niet.
Ballingschap
Maar misschien is er meer aan de hand dan onze individuele ervaringen. Een van de manieren waarop christenen secularisatie en ontkerkelijking interpreteren is via het verhaal van de ballingschap. Zou het kunnen dat al ons praten over ‘kerk in ballingschap’ een afstandelijk godsbeeld oproept? Ooit ging Israël in ballingschap, het volk vormde een kleine minderheid in
8
OnderWeg #18 > Jaargang 5 > 28 september 2019
Babel. In Jeremia 29 vinden we een brief die Jeremia aan de eerste ballingen schreef. Deze brief was een belangrijke aansporing voor die eerste ballingen, maar wordt dat dan ook voor ons. Hij schreef dat zij moesten bidden, wonen en werken tot bloei van de stad waar God hen naartoe had gezonden. Zo moeten ook wij als kleine minderheid bidden, wonen en werken tot bloei van de stad. Dit verhaal vertellen ook Tim Keller en Stefan Paas. Maar nu de catch: de ballingen in Babel hoorden die boodschap niet rechtstreeks van God. Want God was niet in Babel, maar duizenden kilometers van hen verwijderd. God was in Jeruzalem. De ballingen in Babel waren afhankelijk van Jeremia in Jeruzalem. Het enige dat de ballingen restte, was geduld hebben, trouw bidden en hopen dat God hen op afstand zegende. Direct ingrijpen van God konden ze bij wijze van spreken de eerste zeventig jaar op hun buik schrijven. Als wij bij wijze van spreken ook in ‘Babel’ zitten en God nog in ‘Jeruzalem’ is, dan is God ook voor ons ver weg. Dan kunnen wij ook niet anders dan volhouden en wachten op de dag dat God in ons Babel verschijnt. Dan is het wel een beetje gezegd met het Heer-wilt-U-zijn-met-gebed.
Vragen
Tegelijkertijd kunnen we belangrijke vragen stellen. Waar zitten we in het verhaal van de ballingschap? Aan het begin, kort na het schrijven van de brief van Jeremia en is God ver weg? Zit er voor ons niks anders op dan onze adem inhouden tot Gods levenslucht weer komt? Zitten we in het midden of zitten we dicht bij het einde, dicht bij het moment dat God ons verlossend uit Babel bevrijdt, zoals ooit zijn volk uit Egypte? Want dan mogen we Gods profeten, dat is Gods vernieuwende Woord en Gods aanwezigheid, ook verwachten. Het is belangrijk om deze vraag te stellen, want anders wordt het ballingschapsverhaal een selffulfilling prophecy – God is ver weg, dus bidden heeft geen zin en daarom grijpt God ook niet in en lijkt Hij nog verder weg. Kortom, het gaat niet alleen over ons statische godsbeeld, maar ook over de dynamiek van het verhaal waarin we leven of waarin we onszelf plaatsen en de rol die God daarin speelt.
Rode maan
Een tweede vraag – en nu wordt het helemaal interessant – is: zitten we misschien in een ander verhaal? Let op: we praten nog steeds over gebed. In mijn zoektocht kwam ik het boek Red Moon Rising tegen. In dit boek vertelt Pete Greig het verhaal van het begin van de 24/7-gebedsbeweging. Zijn kleine gemeente in Engeland voelde zich gedrongen om een week lang 24 uur per dag te bidden. Maar die ene week werd een maand, de maand een jaar, de ene gemeente werden er
twee en meer en meer... Pete ontdekte bovendien dat ze in een traditie stonden. De hernhutters hadden eeuwen eerder honderd jaar lang 24 uur per dag onafgebroken gebeden. Het experiment groeide uit tot een beweging die draaide om gebed en leidde tot actie. Red Moon Rising vond ik trouwens een vreemde titel. Het duurde meer dan honderd pagina’s voordat de schrijver de verklaring van de titel prijsgaf: ‘Aan het einde der tijden, zegt God, zal Ik over alle mensen mijn geest uitgieten. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten.’ (…) ‘De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed voordat de grote, stralende dag van de Heer komt. Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.’ (Handelingen 2:17, 20-21; Joël 3). De rode maan van Pete Greig is de maan van Joël en Pinksteren. Pete leeft niet in ballingschap. Pete leeft in een ander verhaal. Hij leeft in het verhaal waarin jonge mensen profeteren en oude mensen droomgezichten zien. Het verhaal waarin Gods Geest is uitgestort over alle vlees. Daardoor heeft Pete een andere verwachting, meer verwachting dan mensen die leven in ballingschap. Pete heeft een verwachting die teleurgesteld kan worden. Ernstig teleurgesteld. Over dat laatste is hij ook eerlijk in zijn boek Als God zwijgt.
Overlap
Twee op het oog radicaal verschillende verhalen. Is er overlap tussen ballingschap en Red Moon Rising? Ik zie een belangrijke: beide verhalen helpen ons om naar de werkelijkheid te kijken door een andere bril dan die van de secularisatie. Meer nog: beide vertellen dat Gods aanwezigheid dynamisch is. Ja, er zijn tijden dat God meer en tijden dat God minder aanwezig is. Dus bid! Ballingschap begint bij het nog niet van Gods koninkrijk en hoopt op en bidt voor het reeds. Red Moon Rising bidt vanuit het reeds en moet vervolgens het nog niet in gebed verdisconteren. Maar beide roepen op tot gebed. Beide vragen niet langer om een ‘Heer, wilt-U-zijnmet-gebed’, maar onderstrepen wat Walter Wink ooit schreef: ‘History belongs to the intercessors who pray the future into being.’
Uitdaging
Dus hier is de uitdaging: hoe leren we te bidden als een apostel? En hoe leren we te bidden als een psalmdichter? De psalmdichter die God vertrouwt om de storm te stillen en Gods nabijheid en rust zoekt in de
storm, omdat Gods liefde genoeg is. Misschien is dit nog wel een grotere uitdaging: hoe leren we te bidden als een profeet? Want er is een dunne lijn tussen profetie en gebed, tussen de vraag: ‘Heer, wilt U vlees op deze beenderen leggen?’ en de declamatie: ‘Dorre beenderen, luister naar de woorden van de HEER!’
Gods aanwezigheid is dynamisch, dus bid!
Dit zijn grote vragen, maar eigenlijk weet ik er wel het antwoord op. Je leert bidden als een apostel door de woorden van de apostel te herhalen. Je leert bidden als een psalmdichter door te wennen aan zijn woorden. Je leert bidden als een profeet, wanneer je de profetenwoorden gaat proeven. Het gaat over gewoontes. We leren bidden door te bidden. Ons godsbeeld vormt onze gebeden, maar ook andersom: onze gebeden vormen ons godsbeeld. En zo brengen de psalmen, de profeten en de apostelen ons bij de levende God. PIETER KLEINGELD IS PREDIKANT VAN DE NGK IN OEGSTGEEST EN REDACTEUR VAN ONDERWEG.
In het kort
In een helder moment realiseerde ik me dat mijn gebed meer zei over mijn beeld van God dan over God zelf. Ik concludeerde dat de gebeden van Paulus en de psalmen meer verwachting en meer concrete inhoud hadden dan die van mij, en dat praten over onze omstandigheden als vergelijkbaar met de ballingschap de situatie niet verbeterde. Op zoek naar alternatieve verhalen kwam ik de 24/7-gebedsbeweging tegen. Voor hen geen Jeremia 29, maar Joël 3. Toch blijken die twee Bijbelgedeeltes en de bijbehorende verhalen belangrijke overeenkomsten te hebben. Beide vertellen dat Gods aanwezigheid dynamisch is. De een begint vanuit het nog niet van het koninkrijk, de ander vanuit het reeds. Beide sporen echter aan tot gebed. Die gebeden mogen dan worden geoefend met en geïnspireerd door de gebeden van de psalmdichters, de apostelen en de profeten.
9
EYEOPENER
Het vergeten wonder Meer dan drieduizend christenen die volstrekt eensgezind zijn, kom daar vandaag eens om! Kerkelijke eenheid lijkt onbereikbaar. Steeds opnieuw zijn er redenen om elkaar te verlaten, internationaal worden banden doorgesneden en bij elke fusie zijn er groepen die daar niet in mee kunnen gaan. Hoe deden ze dat toch op de pinksterdag? Zijn we iets kwijtgeraakt of vergeten?
22
OnderWeg #18 > Jaargang 5 > 28 september 2019
Het feest van de Geest ging gepaard met grote wonderen. De apostelen spraken ineens de talen van de wereld. Met vrijmoedigheid vertelden ze over Jezus; ze konden niet anders, ook al werden ze erom vervolgd, gegeseld en gedood. Grote aantallen mensen kwamen tot geloof. Duizenden werden gedoopt, ook zij die kortgeleden ‘Kruisig Hem!’ hadden geroepen. Zieken werden genezen, doden opgewekt en celdeuren geopend door onzichtbare handen. Die wonderen laten zich niet zomaar herhalen, maar ze hebben wel de toon gezet in de kerk van onze Heer Jezus Christus.
En zij bleven volharden bij a. h et onderwijs van de apostelen en b. d e gemeenschap, c. h et breken van het brood en d. de gebeden. (Handelingen 2:42 NBG1951)
Eensgezind En dan is één wonder nog niet genoemd: meer dan drieduizend mensen waren volstrekt eensgezind, kwamen elke dag bijeen in de naam van de Heer, hadden alles gemeenschappelijk en waren tot alles bereid. Hoe kon dat? Die mensen waren van nature net zo erg als wij: vooral overtuigd van zichzelf, met altijd verschillende meningen, geneigd tot groepsvorming en licht ontvlambaar door korte lontjes en lange tenen. Dat soort mensen bleef volharden bij de gemeenschap, zo staat er letterlijk. Een sterke manier van zeggen. ‘Volharden’ betekent in zichzelf al dat je iets blijft doen. ‘Blijven volharden’ is dubbelop.
Meer dan drieduizend mensen waren volstrekt eensgezind
TEKST BAS LUITEN
Zo gingen die eerste christenen volledig op in de nieuwe gemeenschap, ze zochten die en lieten zich daar niet van afhouden. Ze kwamen bijeen in de huizen, toch al gauw honderd huizen voor drieduizend mensen. Maar we lezen van geen spoortje spanning tussen die verschillende samenkomsten. Samen waren ze één in de Heer. Alles gaven zij, alles deelden zij. Ze waren volledig toegewijd aan de Heer en aan elkaar. Ze waren in één woord devoted: ze leefden in bezielde gemeenschap.
In en uit God Dit was een wonder, rechtstreeks uit God. Een dergelijke gemeenschap verzinnen wij niet en kunnen wij niet organiseren. Deze gemeenschap heeft zijn oorsprong tussen de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Zo gaan Zij met elkaar om: verrukt van elkaar, vol overgave en
toewijding naar elkaar toe, in alles één, elk op zijn eigen manier. Met de Geest daalde de gemeenschap in God neer op de mensen. Het was als één groot vuur dat zich verdeelde over hen. Kostelijk om te ervaren, om de vreugde ervan te proeven. De apostel Johannes nodigt zijn lezers uit tot gemeenschap met hem en zo met de Vader en zijn Zoon Jezus Christus (1 Johannes 1:3). Dit is voor ons het eeuwige leven dat alles te boven gaat en de wereld overwint. Helaas raakt het woord ‘gemeenschap’ in onbruik. Waarom eigenlijk? De NBV heeft het vervangen door ‘eenheid’, maar dat is niet hetzelfde. Eén kun je bijna statisch zijn, zonder al te veel inspanning, haast ongemerkt. Maar gemeenschap is een intense activiteit, om diepe vreugde in en met elkaar te beleven. Met die gemeenschap worden wij in elke samenkomst gezegend, in en uit God, door zijn Geest.
Ontvangen Nergens in de Bijbel worden wij opgeroepen deze gemeenschap tot stand te brengen of te organiseren. Hoe zouden mensen dat kunnen? Het is andersom: wij worden aangespoord de gemeenschap uit God in mensen te onderkennen, te ontvangen, te bewaren en te koesteren als ons nieuwe leven door Jezus Christus. Die aansporing wordt in de Bijbel steeds herhaald en zwaar aangezet. We leven door één Geest, hebben één Heer en één Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen (Efeziërs 4:1-6). Veel sterker kan het niet worden gezegd, woorden schieten tekort. Maak niet kapot wat uit God is, wat voor Hem zo dierbaar is, waaraan Hij te herkennen is. Weersta de duivel, die wil scheiden wat God samenvoegt. Partijschappen hebben de jonge christelijke kerk vanaf het eerste uur bedreigd,
23
EYEOPENER
voorgangers werden tegen elkaar uitgespeeld. Paulus maakte er korte metten mee: er is niemand voor u gekruisigd dan alleen onze Heer Jezus Christus, alleen Hem behoort u toe, samen en persoonlijk (1 Korintiërs 1). Standpunten en overtuigingen konden botsen, verschillen konden hoog oplopen en toch moesten ze allemaal worden teruggebracht binnen de kaders van de gemeenschap der heiligen. Daar ging Paulus ver in. In de gemeenten waren christenen van heel verschillende komaf, vanuit Joden en heidenen. Het al of niet eten van vlees, soms van dieren die in afgodentempels waren geslacht, kon leiden tot verschillen en conflicten, diepgaand en principieel. De een zag de ander eten wat hijzelf verfoeide. Hoe kon dat samengaan? Moest je dan niet uit elkaar? Nee, ze moesten dan primair de eenheid in Christus bewaren. Bij gebrek aan overeenstemming moest ieder handelen naar eigen overtuiging (Romeinen 14:5). Een les voor altijd: als je er echt van overtuigd bent dat je de Heer dient, en de ander is dat ook, herken je zijn Geest in elkaar en blijf je elkaar aanvaarden.
Om over na te denken •L uther, Calvijn, De Cock, Kuyper en Schilder hadden ingrijpende bezwaren tegen het functioneren van de kerk en distantieerden zich publiek van ernstige misstanden. Toch waren ze er niet op uit om met de kerk te breken, ze wilden juist de gemeenschap bewaren. In de jaren zestig van de vorige eeuw gingen we zelf in de fout door de onderlinge gemeenschap op te zeggen vanwege standpunten en meningen. Dat zien we nu in, gelukkig, maar het lijkt of er een dijk doorgebroken is en elke kwestie tot een afscheid kan leiden. Hoe stoppen we dit? •G od voegde toe aan de kring die behouden werden (Handelingen 2:47). Dat staat natuurlijk haaks op onze tijd, waarin alles maakbaar is en wij graag onze opties openhouden. Maar stel dat God ons de vrije keus zou laten, wat zouden we dan kiezen? •H oe vinden we vandaag die ene gemeenschap terug, het wonder van de Geest? Wat wil je er zelf aan doen?
24
OnderWeg #18 > Jaargang 5 > 28 september 2019
Tranen Onze gemeenschap is uit God. Zij is niet uit de mens. Zij is niet het resultaat van gezamenlijke meningen, standpunten en overtuigingen, al dan niet na eindeloze samensprekingen. Het vuur van Pinksteren begon niet met losse vlammetjes. Je trekt je eigen vlammetje er ook niet uit. Toch is dat wat we vandaag zien gebeuren. Een verschil in opvattingen doet de christenheid uit elkaar spatten in een veelheid aan gemeenschappen. En het gebeurt alsof het logisch is. Als je het niet eens kunt worden, waarover dan ook, beschuldig je de ander van ontrouw en ga je heen. Banden worden verbroken. Dat je aan beide kanten alles van Jezus Christus verwacht en Hem met overtuiging wilt volgen, wordt onderschikt geacht. Is het niet om te huilen? Jeremia kwam tranen tekort bij de puinhopen van Jeruzalem, de stad van God, maar miskend door haar eigen bewoners.
Paulus maakte er korte metten mee Volgens het Woord van God is de enige reden om de gemeenschap op te zeggen als iemand loochent dat Jezus de Christus is. Die zij vervloekt. Vandaag gebeurt hetzelfde om een verschil van exegese of vanwege menselijke voorkeuren. Met als gevolg dat het wonder van de ene gemeenschap uit God verloren gaat in een deltagebied van standpunten, oordelen, tradities en emoties.
Geloven De kerk geloof je, want zij ontstaat uit God. Nergens in de Bijbel staat dat iemand kiest voor een kerk, wel dat de Heer zijn gemeente uitbreidde met mensen die gered wilden worden (Handelingen 2:47). Als je bij jezelf begint, blijf je altijd twijfelen over de vraag of je wel de beste keus maakt. Is dit wat ik wil? Zijn er geen andere kerken? Moet ik daar niet heen? Doe ik mezelf niet tekort? Vragen die verdampen als je bij Jezus begint en Hem herkent in het gezelschap. Als Hij er wil zijn, wil ik het ook. Hij was er eerder dan ik en gaf mij mijn plekje in zijn lichaam (1 Korintiërs 12:18). Niet het volmaakte plekje, want dat bestaat nog niet. Wel heb ik Hem daar ontmoet en leren kennen. Het is nog steeds een wonder. BAS LUITEN IS PREDIKANT VAN GKV DE HORSTEN IN AMERSFOORT.
HAGAR PRINS, OPRICHTER VAN VROUWENPLATFORM LUME:
‘Ik durf wel te zeggen dat ik bezig ben in Gods plan’ 26
OnderWeg #18 > Jaargang 5 > 28 september 2019
ONTMOETING Ze verlangt ernaar een licht te zijn in de wereld. Of dat lukt? Daar is Hagar Prins (37) wat onzeker over. Ondertussen heeft ze wel Lume opgericht; volgens de website een ‘beweging van licht met vrouwen over de hele wereld’. Het is een vrouwenplatform van Verre Naasten, waar ze sinds 2011 werkzaam is. Hagar is een leider en pionier ineen. Ze is erin geslaagd haar verlangen werkelijkheid te laten worden en meer nog: ze
W
at drijft je?
‘Al van kinds af aan kan ik boos worden om onrecht. Ik was heel fel, ging de discussie aan. Het verlangen om iets tegen het onrecht in de wereld te doen zat er dus al vroeg in. De laatste jaren heeft dat een sterke impuls gekregen doordat mijn relatie met God zich meer en meer verdiepte. Eerder vond ik het wel lastig om dat verlangen om te zetten in daden.’
Hoe komt het dat je relatie met God zich heeft verdiept?
TEKST ELZE SIETZEMA-RIEMER BEELD MAAIKE POELEN
‘Ik ben opgegroeid in Spakenburg, waar zo’n beetje iedereen gelovig is. Ook de scholen waar ik op zat waren christelijk, waardoor ik eigenlijk altijd met gelijkgestemden optrok en ik niet over het geloof hoefde te praten, we dachten toch allemaal hetzelfde. Daar komt bij dat ik een soort haat-liefdeverhouding had met de GKv. Ik had vaak het gevoel dat de kerk te ver afstond van waar het werkelijk om gaat, namelijk het volgen van Jezus en dat concreet maken in je dagelijks leven. Lange tijd was ik min of meer een lauwe christen. Toen werd ik ineens gevraagd om te gaan werken voor Verre Naasten, waardoor daar verandering in kwam – zie ik nu achteraf. Ik dacht in eerste instantie: moet ik nu gaan werken in het hol van de vrijgemaakte leeuw? Toch heb ik ja gezegd en in de periode daarna heb ik de GKv beter leren kennen en waarderen. Ik ontmoette mensen in binnen- en buitenland die buiten de kaders kunnen denken en die mijn beeld van de kerk bijstelden. Het was voor mij het begin van een zoektocht naar wat Gods plan is met mij, iets waarover ik daarvoor niet echt nadacht.’
helpt andere vrouwen dat ook te doen.
Hoe zag die zoektocht eruit?
‘Ik ging beter kijken naar wat er op mijn pad kwam en wat God daar wel of niet mee te maken heeft. Lang bleven het echter losse puzzelstukjes, die pas begin dit jaar in elkaar vielen. Ik was met onze twee honden aan het wandelen en bedacht hoe mooi alles samen was gekomen in de lancering van Lume, kort daarvoor: mijn eigen zoektocht, maar ook de zoektocht van Verre Naasten. Voor het eerst in lange tijd ervoer ik rust: hier moet ik nu zijn, het is goed zo. Dat was ook bijzonder omdat ik in mijn leven vaak onzeker ben geweest over mijn talenten, of – in mijn ogen toen – het gebrek daaraan. Ik ben nooit echt goed geweest in sport, muziek of andere creatieve dingen. Ik heb altijd wel gevonden dat ik goed ben in mijn werk en op dat moment kon ik denken: misschien is dit wel het talent dat ik heb gekregen en dat ik in mag zetten. Dat gaf ook rust.’
Heb je nu Gods plan met je leven helder?
‘Ik denk het wel. Al ben ik niet iemand die zegt: dit is Gods plan met mij. Dan heb ik toch een beetje het
Hagar Prins werkt sinds 2011 voor Verre
Naasten en is hoofd communicatie en fondsenwerven. Ze is frontvrouw van het vrouwenlabel Lume van Verre Naasten. Lume wil vrouwen inspireren, bemoedigen en helpen om hun geloof te delen, met elkaar en met hun omgeving (www.wijzijnlume.nl). Hagar woont in Emst, is getrouwd en heeft een zoontje.
27
ONTMOETING
‘We hoorden het vuur door de pijp van de kachel razen’ gevoel dat ik God voor mijn karretje span. Maar als ik naar mijn leven kijk nu, hoe alles gaat met Lume en hoeveel zegeningen ik daarin ervaar, dan durf ik wel te zeggen dat ik bezig ben in Gods plan. Ik denk dat Hij mij wil inzetten om andere vrouwen te inspireren en te bemoedigen om het geloof te delen, vanuit de worsteling en de groei die ik daar zelf in heb ervaren. Om vrouwen bijeen te brengen en met elkaar te verbinden en van daaruit te bemoedigen om uit hun kerkelijke bubbel te stappen, uit hun comfortzone, en hun geloof te delen met de mensen om hen heen.’
Zie jij jezelf als een licht?
Waarom is het eigenlijk nodig om christelijke vrouwen te verbinden en te bemoedigen hun geloof te delen?
Wie is God voor jou?
‘In de zeven jaar dat ik bij Verre Naasten ben, is de permanente focus hoe we mensen enthousiast kunnen maken om hun geloof te delen. Ik sprak regelmatig in kerken en vertelde dan hoe belangrijk het is om je geloof te delen. Op weg naar huis ervoer ik vaak onrust en ongemak, want wat deed ik daar zelf nou helemaal aan? Gaandeweg kwam ik erachter dat veel vrouwen hiermee worstelen, om allerlei redenen. Voor de lancering van Lume hebben we dat onderzocht en met tientallen vrouwen en organisaties gesproken. Vervolgens werd dit op Opwekking enorm bevestigd: driekwart van de vrouwen gaf aan het moeilijk te vinden om hun geloof te delen. Stel je voor dat al die vrouwen hierin stapjes gaan zetten, dat ze steeds meer licht gaan verspreiden – de dingen die er dan kunnen gebeuren, de beweging van liefde die dat op gang zou brengen, dat zou toch prachtig zijn?’
Maar waarom die focus op vrouwen?
‘We willen een beweging opstarten en daarin zijn vrouwen een belangrijke schakel, kijk maar naar hun posities op het werk, in het gezin, de samenleving en de kerk. Daarbij zijn er al allerlei initiatieven voor mannen, zoals De Vierde Musketier, terwijl er voor vrouwen nog niets was – tenminste, niet wat dit betreft. Wat er al is, gaat primair over geloofsopbouw, wij willen vrouwen helpen met wat daarna komt. Veel vrouwen blijken onzeker te zijn, geven aan zich niet als een licht te voelen. Wij benadrukken dat ze al een licht zíjn, op de plek waar God hen heeft geplaatst. Zoals God in Handelingen 13:47 tegen ons zegt: “Ik heb je bestemd tot een licht.” Het is niet iets wat je moet zijn – weer een taak erbij – nee, je bent het al. Daarvoor hoef je niet perfect te zijn.’
Hagar Prins: ‘Je zou kunnen zeggen dat ik binnen Lume de worstelende vrouw representeer.' >
28
OnderWeg #18 > Jaargang 5 > 28 september 2019
‘Je zou kunnen zeggen dat ik binnen Lume de worstelende vrouw representeer. Verstandelijk kan ik beamen dat ik een licht ben, maar het voelt niet altijd zo. Dat komt ook omdat ik nogal perfectionistisch ben. Ik voel vaak een soort heilig moeten om Gods liefde en licht te verspreiden. Terwijl het natuurlijk meer een mogen is, niet een moeten. Dat het al goed ís, dat ik daar niet nog van alles voor hoef te doen – dat is voor mij dagelijks een relevante boodschap en worsteling.’
‘Hij is een Vader, een houvast, een rots en redder. Dat lijken abstracte begrippen, maar ze hebben de afgelopen tijd veel meer lading voor me gekregen. Dat begon toen ons huis afgelopen november afbrandde. We wonen in een mooie oude woonboerderij met een rieten dak. Twee dagen voor de brand hadden we net een nieuwe houtkachel geïnstalleerd. We hadden ‘m aangehad die avond en weer netjes uitgedaan voordat we naar bed gingen. Maar ’s
Ambtsgebed en winkeltijden nachts werd ik wakker van de hond die aan het blaffen was, waarna ik hoorde dat ook het brandalarm afging. Ik heb snel mijn man wakker gemaakt en samen zijn we naar de woonkamer gerend, die helemaal blauw stond van de rook. We hoorden het vuur door de pijp van de kachel razen. Meteen hebben we ons zoontje boven uit bed gehaald en zijn we naar buiten gerend. We hebben nog mijn schoonmoeder wakker gemaakt die in een huisje op het erf woont, en meteen daarna bleek de bovenverdieping al helemaal uitgebrand te zijn. Daar stonden we dan, met niets anders dan de pyjama’s die we aanhadden. Toen we ’s avonds in bed lagen, dacht ik: we zijn alles kwijt, maar het belangrijkste hebben we nog – elkaar. Ik heb die nacht God echt als redder ervaren. Ook daarna kon ik er echt op terugvallen dat God voor ons zorgt en nog niet klaar is met ons. De waarom-vraag heb ik niet gehad. Ik was en ben vooral dankbaar dat we allemaal nog leven.’
Is je relatie met God hierdoor anders geworden?
‘Ik ben best wel een stresskip en controlfreak, maar op een bepaalde manier ben ik hierdoor relaxter geworden. Ook als het gaat om het geloof. Ik heb meer rust gekregen, juist omdat ik weet dat ik altijd op God terug kan vallen. Ik zie veel mensen door het leven jakkeren of leven met allerlei vragen – dan denk ik: Gód is uiteindelijk het antwoord op je vragen. Je hoeft wat dat betreft niet meer te zoeken naar de zin van het leven: Hij is de zin van het leven en geeft zin aan jouw leven. Dat betekent natuurlijk niet dat ik nooit meer worstel of geen vragen meer heb. Waarom er zoveel ellende is bijvoorbeeld, dat begrijp ik niet en zal ik ook nooit begrijpen. Maar dan stel ik me voor dat God er helemaal niet zou zijn en dat is pas echt verschrikkelijk, dan zou er nergens meer licht schijnen.’
Ben je nu geen controlfreak meer?
‘O jawel, zeker in het dagelijks leven. Ik kán wel loslaten, maar het is moeilijk voor me. Vooral om anderen te vertrouwen in dingen. Ook in relatie tot God is het lastig, die overgave. Maar ik groei daar wel in. Er is een lied dat veel voor me betekent wat dit betreft: “Lopen op het water”, van Opwekking. Vooral de tekst: “Geest van God, leer mij te gaan over de golven, in vertrouwen U te volgen, te gaan waar U mij heen leidt. Leid me verder dan mijn voeten kunnen dragen. Ik vertrouw op uw genade, want ik ben in uw nabijheid.”’ ELZE SIETZEMA-RIEMER IS FREELANCE JOURNALIST.
M
et enige regelmaat kun je het lezen in de krant, ook onlangs weer: de ene gemeente schaft het ambtsgebed bij de opening van de raadsvergaderingen af, de andere besluit tot – beperkte – openstelling van de winkels op zondag. Het gaat steevast gepaard met heftige bewegingen in kerkelijke gemeenten. Een vertegenwoordiger ervan spreekt tijdens de raadsvergadering, er wordt een gebedsbijeenkomst georganiseerd. Ik voel mij daar ongemakkelijk bij. Het is te betreuren dat de zondag niet die dag van rust en bezinning blijft die hij eeuwen lang was. Maar de vraag is: laat een christelijke overtuiging zich opleggen in een samenleving die meer en meer weg groeit van de Bijbelse boodschap?
Een gebed kan men niet
opdringen, laat staan opleggen
Daar wringt de schoen. Gods geboden zijn goed voor alle mensen. Zeker. Maar ze laten zich niet opleggen in een democratie. Gods geboden komen namelijk tot ons in het kader van de verkondiging. In Exodus 20 klinkt het: ‘Ik ben de HEER, uw God, die u heeft bevrijd’ en dan volgen de Tien Woorden. Als dankbaarheidsregels kwamen die zo in de Heidelbergse Catechismus terecht. En waar die geboden in het deel over de ellende genoemd worden (Zondag 2), staat er: ‘Dat leert ons Christus (!) in een samenvatting.’ Waar het heil niet wordt gebracht, missen Gods woorden hun doel, ook zijn inzettingen. Daarom begint mijn moeite over deze ontwikkelingen niet pas bij het kantelpunt van de meerderheid in de gemeenteraad. Een gebed kan men niet opdringen, laat staan opleggen. Iedere ouderling of predikant die ziekenhuisbezoeken aflegt, weet dat. Winkelsluiting bij meerderheid? De gevolgen laten zich raden: onze goede God komt ter sprake in de samenleving als ‘de God van wie volgens christenen de winkel en het zwembad dicht moeten blijven’. En zo gebeurt het omgekeerde van wat Zondag 47 stelt over de heiliging van Gods naam: dat die ‘om ons niet gelasterd, maar geëerd en geprezen wordt’. En dus verwerk ik geestelijk die werkelijkheid ver voordat de meerderheid in de democratie Gods regels verlaat. Met verdriet, zeker, maar ook met overtuiging. En ik blijf daarna vrolijk proberen om met Christus mensen te lokken.
DINGEMAN QUANT IS EMERITUS PREDIKANT IN DE CGK.