NO
17
OL EN HOOPV REND E IR P S IN
Met kloppend hart JEUGDWER NUMMER 2020
JEUGDWERK IN CORONATIJD
K
‘Elke jongere is op zoek naar mensen die hem echt zien en horen’
Jonathan Pellegrom
‘Het gebeurt niet in de kerk, het gebeurt thuis’ Louren Blijdorp
‘Ik trek zaken niet zo snel in het geestelijke’
Arie Kok
> Jaargang 6 > 26 september 2020
VOOR JE VERDER GAAT
Oogsttijd
Toen ik nog een stadsmeisje was, droomde ik van een moestuin. Inmiddels weet ik dat het waar is: er is niets mooiers dan met je handen in de aarde wroeten en onbespoten tomaatjes eten. Maar het is ook zwoegen. Zeker dit jaar. Oorwormen deden zich tegoed aan mijn appels. Brutale musjes pikten de erwtjes uit de peul en koolwitjes fladderden rond mijn spruitjes. Ik plukte talloze slakken uit de sla en de zon verzengde mijn zorgvuldig opgekweekte zaailingen. Alleen courgettes, die mocht ik oogsten in overvloed. Terwijl ik de aangevreten goudrenetten opraap, spit mijn man het aardappelveldje om. Naast het veldje een rij zonnebloemen. Een is er geknakt, je ziet de zaadjes zitten. Honderden pitjes, voortgekomen uit één klein zonnebloemzaadje. Wat een oogst! ‘Hier kun je een lekkere snack van maken’, zeg ik tegen mijn eega. ‘Ach’, zegt hij, ‘geef maar aan de vogels. Zij maaien niet en zaaien niet. Dan hebben zij ook wat.’ Dankbaar dat ik dit jaar met mijn geploeter tenminste de vogels en de vlinders heb mogen voeden, pluk ik nog een courgette. JACOMINE OOSTERHOFF IS EINDREDACTEUR VAN ONDERWEG
2
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
INTRODUCTIE THEMA
Echt
H
et beeld dat jongeren van de kerk hadden, is in coronatijd versterkt: keken volwassenen in coronatijd niet naar hen om, keken hun ouders wellicht niet naar naar online diensten, waren ze niet eerlijk over hun worsteling met corona, dan zal hun geloof ook wel niet echt zijn. De volwassenen vonden het geloof immers niet belangrijk genoeg om hun agenda erop aan te passen. In dit nummer lezen we over de mooie kant van kerk en geloof: leef als christen. Een halfjaar coronamaatregelen laat een uitvergroting zien van wat jonge mensen al jaren belangrijk vonden in de gemeente van Christus, namelijk hetzelfde wat Jezus deed. Vergelijk het verhaal van Zacheüs in de boom. Jezus zag hem en zocht contact. Daar vragen jonge mensen om – of ze dat nu uitspreken of niet: ‘Kijk wie ik ben en behandel me als een persoon.’
Verhalen uit de werkelijkheid zijn belangrijk De Bijbel geeft die herkenning ook door in verhalen. Jezus vertelde verhalen om ze daarna, als het nodig was, aan de discipelen uit te leggen. Verhalen waarin Jezus aansloot bij wat zijn hoorders herkenden. Hij had het over zaaiers die een deel van hun zaaigoed verspillen op paden, een mijl oplopen met een Romeins legionair of dagloners die zitten te wachten op werk. Allemaal beelden die herkenbaar waren en aansloten bij hoe de samenleving toen was. Ook nu zijn verhalen uit de werkelijkheid belangrijk. Bedachte verhalen vinden jonge mensen te kust en te keur op Netflix, Disney+, Videoland en YouTube. Vertel daarom jonge mensen over ervaringen die echt zijn, benoem kwetsbaarheid en afhankelijkheid en laat horen dat vertrouwen op God realiteit is. Jonge mensen kijken naar het voorbeeld van volwassenen. Van hen leren ze wat het christelijk geloof betekent. Welke keuzes laten volwassen christenen zien? Doen ze wat ze zeggen? Kijk om naar de jonge mensen, sluit aan bij hun werkelijkheid en deel wat je zelf ervaart. Zo zijn we samen kerk in coronatijd, ja, in elke tijd.
PAUL SMIT IS JEUGDWERKER EN WERKZAAM BIJ HET NGK JEUGDWERK STEUNPUNT
3
COLOFON OnderWeg is een inspirerend magazine voor christenen die God en de kerk liefhebben en midden in het leven staan. OnderWeg schrijft over relevante en actuele thema's voor christenen en bevat rubrieken over jeugdwerk, missionaire kerk-zijn en Bijbelstudie. OnderWeg ontstond in 2015 uit een samenvoeging van Opbouw en De Reformatie. Redactie Bram Beute, Debbie den Boer, Jaap Cramer, Esther de Hek (hoofdredacteur), Peter Hommes, Leendert de Jong (hoofdredacteur), Pieter Kleingeld, Jordi Kooiman (webredacteur), Jacomine Oosterhoff (eindredacteur), Annelies Smouter (eindredacteur), Karel Smouter, Geranne Tamminga, Tineke Verhoeff (beeldredacteur thema), Rob van Houwelingen, Hans Schaeffer, Peter Strating, Hans Vel Tromp.
Silversteyn 10, 3621 PA Breukelen, redactie@onderwegonline.nl. Lezersservice Voor abonnementen, adreswijzigingen, opzeggingen en bezorgklachten: SPAbonneeservice, A. van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, 088-1102060, administratie@onderwegonline.nl. Abonnementen Jaarabonnement Papier Plus: € 58,00 (studenten € 29,00 / Europa € 96,50 / buiten Europa € 128).
Redactieadres
06 HET GEBEURT THUIS ‘MISSCHIEN WAS HET WEL GOED DAT ER IN CORONATIJD MEER VERANTWOORDELIJKHEID IN HET GEZIN KWAM TE LIGGEN,’ VERZUCHT EEN JEUGDLEIDER. PREDIKANT LOUREN BLIJDORP ZOEKT UIT HOE HET ZIT MET DE VERWEVENHEID VAN GEZIN EN KERK IN DE GELOOFSOPVOEDING. HIJ PUT DAARVOOR UIT RECENT ONDERZOEK, MAAR BOORT OOK INTERESSANTE OUDE BRONNEN AAN.
Halfjaarabonnement Papier Plus: € 31. Digitaal abonnement: € 40 (studenten € 20). (Digitaal) Proefabonnement: drie maanden gratis. Neem voor het afsluiten van een abonnement contact op met de lezersservice (zie hierboven) of vul uw aanvraag in op www.onderwegonline.nl/abonneren. IBAN: NL89INGB0000404945 t.n.v. Gereformeerde Persvereniging OnderWeg. Bestuur Persvereniging OnderWeg Marga van Gent-Petter, Arie Liebeek, Aad Lootens, Anko Oussoren en Hillie van de Streek.
24 EYEOPENER GERED, MAAR NIET GEARRIVEERD
Als je uit de kolkende zee bent gered, kun je nog niet rustig op het scheepsdek gaan liggen luieren. Voor je het weet, word je er weer af gespoeld. Paulus kon het weten en waarschuwt de Korintiërs voor deze valkuil. Ook onze aandacht is subtiel aan het verschuiven van strijd naar overwinning, signaleert Bas Luiten.
Adverteren Nico Postuma, 06-139 959 05, adverteren@onderwegonline.nl. www.onderwegonline.nl/adverteren. Vormgeving Bredewold Communicatievormgevers. Rondweg 76, 8091 XK Wezep, 038-376 33 90, onderweg@bredewold.nl, www.bredewold.nl.
28 OPINIE HOE GOD RENOVEERT
‘Vanuit ons cultuurpositivisme en vanuit ons eigen hart zijn vragen over Jezus’ kruisdood te begrijpen. Maar deze vragen onthullen vooral hoever sommige christenen bij het Bijbelse getuigenis vandaan zijn geraakt.’ Matthijs Haak laat zien dat het boek Ezechiël ons in deze tijd alles te zeggen heeft.
Technische realisatie en druk Zalsman B.V., Steinfurtstraat 1, 8028 PP Zwolle, Postbus 1025, 8001 BA Zwolle, 038-467 00 70. www.onderwegonline.nl www.facebook.com/onderwegonline www.twitter.com/onderwegonline www.instagram.com/magazine_onderweg
4
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
Stockbeelden: PeopleImages/iStock (cover); Lea Bjorn/iStock (pagina 2); BrimstoneCreative/Lightstock (pagina 6); Amie/Lightstock (pagina 8); MariuszBlach/iStock (pagina 24); BogdanHoda/iStock (pagina 28); Tetiana Soares/iStock (pagina 41)
INHOUD
Met kloppend hart
32 ONTMOETING ‘IK BEN AL 52 JAAR OP ZOEK’
‘Als kind liep ik altijd al met boeken onder mijn arm. Ik ging zo’n twee, drie keer per week naar de bibliotheek. Het zoeken, het nieuwsgierige zat er altijd al in.’ Leendert de Jong ging in gesprek met Arie Kok, de schrijver van onze nieuwe literatuurrubriek, over twijfel, zingeving en geloof.
14 DROOM GROOT. BEGIN KLEIN. ‘VAAK DENKEN WE DAT MEER DOEN AUTOMATISCH MEER IMPACT BETEKENT. MAAR DE ECHTE VERANDERING VINDT JUIST PLAATS IN DE KLEINE MOMENTEN VAN ECHTE RELATIE.’ IEDERE DAG EEN 1%-MOMENT ZORGT VOOR 365% VERANDERING, WEET JONGERENWERKER JONATHAN PELLEGROM. HOE DAT IN ZIJN WERK GAAT, VERTELT HIJ IN DIT ESSAY.
10 RELATIE IS DE RODE DRAAD JONGERENWERKER JUDITH FEDDES-HAZELZET GOOIDE ALLE JEUGDPROGRAMMA’S IN HAAR GEMEENTE, DE LICHTBOOG IN HOUTEN, OM. DAT DEED ZE NIET ALLEEN, MAAR SAMEN MET DE JONGEREN UIT HAAR KERK, DIE HAAR REGELMATIG VERRASTEN. ‘HET WAS EEN PERIODE VAN LOSLATEN EN VAN VERWONDERING.’
Een dikker magazine
Met ingang van deze editie is magazine OnderWeg standaard vier pagina’s dikker. Enkele rubrieken kregen iets meer ruimte, nieuw zijn de literatuurrubriek en een ontspannen slotpagina met o.a. een cartoon van Annelies Vonk. Laat vooral weten wat jij ervan vindt op onze sociale media of via redactie@onderwegonline.nl.
5
Het hart van het jeugdwerk klopt in het gezin, niet in de kerk ‘Ik heb erover na moeten denken of ik wel terug zou komen.’ Een van de jeugdwerkers geeft aan dat het voor haar niet vanzelfsprekend was om domweg het stokje op te pakken, waar het in maart was blijven liggen. ‘Het was toch ook heerlijk dat alles stillag en er rust ontstond in mijn huis en hart. Misschien was het wel goed dat er meer TEKST LOUREN BLIJDORP
verantwoordelijkheid in het gezin kwam te liggen.’ Hoe zit het met de verwevenheid van gezin en kerk in de geloofsopvoeding? Uit Growing Young, een Amerikaans onderzoek: ‘Prioriteren van jongeren is het prioriteren van gezinnen.’
6
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
BESCHOUWING
Jeugdwerk in coronatijd, het is een dossier met heel uiteenlopende gezichten. Ik hoorde over gezinnen die de kerkdienst volgden in pyjama op de bank. Anderen voerden het zingen aan tafel weer in, maar ik sprak ook ouders die met de handen in het haar zaten, omdat er geen catechisatie meer was. Weer anderen foeterden, omdat de club via Zoom een beproeving voor hun kind was. Als gevolg van corona ontstond er op scholen een didactisch laboratorium, in kerken een liturgisch laboratorium en in het jeugdwerk een didactisch-liturgisch laboratorium. Dit artikel is niet een opsomming of analyse van allerlei meer of minder geslaagde experimenten die zich in deze laboratoriumsituatie hebben voorgedaan. We nemen de vraag van de jeugdwerker ter harte: is het goed dat er meer verantwoordelijkheid in het gezin komt te liggen?
Thuis
Uitgerekend in maart 2020 las ik een artikel over de spiritualiteit van Oepke Noordmans, een hervormd theoloog uit de twintigste eeuw. Daarin las ik deze zin: ‘Wanneer het gezin ophoudt kerk te zijn, zullen de gezinnen samen ook geen kerk meer vormen.’ Deze zin, uitgesproken door Noordmans in 1940, bleef haken, omdat de stekker zojuist uit bijna alle kerkelijke activiteiten was getrokken. Iedereen was aangewezen op een leven in eigen huis, op elkaars lip. Volgens Noordmans moest het daar dus juist gebeuren. Zijn opmerking staat niet helemaal op zichzelf, het houdt verband met zijn beleving van spiritualiteit. Noordmans heeft het, in zijn terugblikken op de spiritualiteit uit zijn eigen jeugd, over ‘sfeer en stemmen’. Hoe er thuis uit de Bijbel werd gelezen en gezongen. ‘De mystieke tonen van psalmen en gezangen streken over het bewogen leven.’ De klanken van het orgel waarmee de avondpsalm begeleid werd, maakten op hem als kind een diepe indruk: ‘Rondom het huis naar alle zijden en naar boven, stond de hele atmosfeer hoorbaar in trilling en het hart beefde mee vanwege de heiligheid van deze tempel…’
Sacraliteit in pyjama, dat is ingewikkeld Met deze uitspraak raakt hij juist ook het 21e-eeuwse christelijke gezin. Noordmans schetst klank en sfeer zo dat thuis en tempel in elkaar overvloeien. Veel gezinnen, ouders, pubers en kinderen hebben in de coronamaanden ondervonden hoe ingewikkeld dat is. Eerbied in huis, sacraliteit in pyjama, dat is ingewikkeld. Het vieren van de zondag en een uurtje kijken naar een dominee via een livestream zijn twee verschillende dingen. Hoe word je van een kijker een vierder? Dat is voor veel volwassenen al moeilijk, laat staan voor pubers. Eén van de constateringen
7
BESCHOUWING
kan zijn dat er niet zoveel ruimte voor eerbied in huis is. Dat het ons niet lukt om een atmosfeer te creëren die het hart met ontzag vervult. Want het koffiezetapparaat pruttelt te hard tijdens het gebed en mijn moeder zingt, hoe awkward, vals mee met de liedjes.
Spiegel
Voor Noordmans was wat de institutionele kerk doet secundair ten opzichte van wat er in de huizen gebeurt: ‘Gereformeerd geestesleven veronderstelt persoonlijke levensernst.’ Dat klinkt zwaar, maar iets van die ernst is voorwaarde voor een heilige sfeer in je eigen huis. En daarmee is iets van die ernst voorwaarde om met je gezin te kunnen vieren. Daarnaast valt de zwaarte van die ernst ook wel weer mee. Het heilige en het familiaire zijn in het christelijke leven verweven. De geloofsopvoeding begint niet in het kerkgebouw. Lang voordat een kind gevormd wordt door preken, jeugdwerk en kerkelijke ambtsdragers zingen vaders en moeders thuis liedjes. Lezen ouders verhalen uit de kinderbijbel. Spreken of zwijgen ze over God. Bidden ze op een bepaalde toon en met een bepaalde houding. De eerbied van de ouders is de spiegel waarin het kind ontzag voor God leert.
Hoe word je van een kijker een vierder? Prioriteit
Een meer eigentijdse bron is Growing Young. Een van de zes kernwaarden benadrukt de verantwoordelijkheid van het gezin. Growing Young stelt dat de kernwaarde ‘prioriteer jongeren (en gezinnen) overal’ de gamechanger is. Niet warme relaties tussen jeugdwerkers en jongeren, niet inleven in de leefwereld van jongeren, maar prioriteit geven aan jongeren (en gezinnen) overal. Met prioriteit bedoelen de auteurs van Growing Young het tastbare, institutionele commitment aan jongeren en gezinnen. Als niet door het hele instituut heen prioriteit wordt gegeven aan jongeren en gezinnen, dan vergrijst een kerk. Eenzijdige aandacht op alleen jongeren is niet voldoende. Het prioriteren van jongeren impliceert het prioriteren van gezinnen. Ben je betrokken op een jongere, dan ben je ook betrokken op het systeem waarin deze functioneert. Growing Young benadrukt drie elementen: de invloed van ouders betekent het meest. Ouders hebben ondersteuning nodig en de effecten van echtscheiding verdienen onze aandacht.
Invloed
De beste voorspeller voor het geloof van jonge
8
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
personen, is het geloof van hun ouders. De invloed op de geloofsontwikkeling beperkt zich niet tot de kindertijd, ook in de pubertijd en daarna speelt de invloed van ouders een rol. Dit betekent dat de rol van voorgangers en jeugdwerkers ook moet inhouden het zorgen voor, toerusten en vormen van ouders en families.
Ondersteuning
Het ene uiterste is dat ouders de geloofsopvoeding uitbesteden aan de kerk. Het andere uiterste is dat ouders wordt opgelegd dat zij alleen verantwoordelijk zijn voor geloofsopvoeding. Beide uitersten moeten vermeden worden. Het heilzame principe is dat de kerk de geloofsopvoeding van de ouders ondersteunt. Dat is een waardevolle open deur. Bij het dopen van kinderen wordt de gemeente vaak ook opgeroepen om de ouders te steunen met hun voorbede en hun voorbeeld. Toch is er een reële valkuil. De relatie tussen ouder en kind kan in sommige gevallen onder spanning komen te staan. Zoals een vader met een paar puberkinderen laatst tegenover mij verwoordde: ‘Mijn gezin is soms net een kleine Gazastrook.’ Als naast de dagelijkse beslommeringen over sokken in de hoek, hoe laat kom je vannacht thuis en doe je wel genoeg voor school, ook nog een geloofsgesprek moet plaatsvinden, dan zijn er ouders die dat deel gretig afschuiven op de kerk. Juist ook omdat het geloof een van de eerste onderwerpen is om te bespreken. Growing Young geeft concrete voorbeelden die liggen op het terrein van ouderbetrokkenheid bij kerkelijke activiteiten. Ik heb daar niks op tegen, maar zou het omgekeerde prioriteit willen geven: geef kerkelijke betrokkenheid bij de geloofsopvoedende activiteiten van
de ouders prioriteit. Natuurlijk kun je foto’s vanuit het catechisatielokaal naar de ouders sturen in het kader van ouderbetrokkenheid, maar je kunt ook als kerk bij het gezin achter de voordeur komen om daar de geloofssfeer te beïnvloeden. Dat laatste lijkt mij effectiever, omdat je dan in het belangrijkste en dagelijkse systeem van de jongeren zit. Een jeugdpastor bereikt meer als hij de ouders leert goede geloofsgesprekken met hun kind te voeren, dan wanneer hij deze gesprekken zelf voert.
Echtscheiding
Growing Young haalt studies aan die beweren dat kinderen van gescheiden ouders zich vaker alleen en onveilig voelen. Ook gebruiken ze meer verdovende middelen, hebben ze slechtere schoolresultaten en meer kans op depressie of terugtrekken. Regelmatig komt voor dat niemand van de geloofsgemeenschap contact heeft met kinderen van gescheiden ouders. Als het biologisch gezin uiteenvalt, heeft de geloofsgemeenschap de kans om een relationeel netwerk rondom jongeren uit zo’n gezin te vormen. Wel blijven de ouders zelf hoofdverantwoordelijk voor de geloofsopvoeding van de kinderen. Tegelijkertijd mag de kerk dat wat ze in huis heeft, aanbieden ter ondersteuning van juist deze groep ouders en hun kinderen.
Thuisvieringen
Naast Noordmans en Growing Young vermeld ik graag nog een derde bron die wijst op de verantwoordelijkheid van ouders. Abraham Kuyper verbindt de rol van de man als gezinshoofd met zijn rol als gezinspriester. Nu zou ik de man-vrouwverhouding binnen het huwelijk zoals Kuyper die zag, niet een op een overnemen. Toch is het interessant om te luisteren naar hoe Kuyper daarover dacht: ‘De man moet als Gezinshoofd weten, dat die dienst voor zijn rekening ligt, en juist deze wetenschap moet er hem toe leiden, om zich ervoor te oefenen. Is hij in het lezen geen held, dan moet hij hetgeen aan de beurt is, vooraf nalezen, om het op het vereischte oogenblik goed te kunnen doen. En zoo ook mist hij de gave van het vrije gebed, dan moet hij een formuliergebed bidden. Maar in elk geval, hij moet het doen; hij staat ervoor; en hij moet het niet maar op goed geluk afdoen, maar het doen zoo goed als hij met alle inspanning kan, ten einde zoo na mogelijk aan den heiligen, hoogen eisch van alle godsdienstige verrichting te beantwoorden.’ De reden dat ik dit citaat uitvoerig weergeef, is de directe instructie die erin doorklinkt. Kuyper ziet een heilige, hoge eis om thuis de dienst aan God vorm te geven. In het gezin bestaat een verantwoordelijkheid om het leven met God in de huiselijke setting vorm te geven. Kuyper ziet daarbij een grote verantwoordelijkheid voor de man. Zelf ben ik geneigd beide ouders hiervoor verantwoordelijk te
In het kort:
De coronacrisis laat de verantwoordelijkheid van ouders zien in de geloofsontwikkeling van kinderen en jongeren. Drie bronnen helpen ons bij de herbezinning op de geloofsopvoeding en het vieren thuis: 1. Noordmans: de geloofsopvoeding begint niet in het kerkgebouw. Bepalend is hoe ouders vertellen over God, zingen en bidden. De manier waarop ouders geloven, is een spiegel voor de kinderen en jongeren. 2. Growing Young: ze geeft in alles prioriteit aan jongeren en de gezinnen waaruit ze komen. Ze benadrukt de invloed van ouders, het ondersteunen van ouders en de aandacht voor gebroken gezinnen. 3. Kuyper: hij benadrukt de verantwoordelijkheid van ouders om het leven met God in de huiselijke setting vorm te geven. De coronales is: het gebeurt niet in de kerk, het gebeurt thuis.
houden. Niet alleen omdat beide ouders de doopbelofte uitspreken, maar ook omdat beiden samen de sfeer en de toon in huis zetten, ook in geestelijk opzicht. Ouders mogen dat als een belangrijke taak zien.
Achteroverleunen
Vanuit deze drie bronnen, Noordmans, Growing Young en Kuyper, ontstaat er een herbezinning op het vieren thuis en op de geloofsopvoeding. Dat is deels een ander soort veld dan kerkelijk jeugdwerk. Dit, omdat de focus van relatiebevorderende activiteiten tussen jongere en jeugdwerker verschuift naar de relatie tussen ouders, kinderen en God. Het kerkelijk jeugdwerk blijft voor mij een topprioriteit, ik ben erg blij dat de jeugdwerkster uit de inleiding haar taak weer heeft opgepakt. Maar deze beschouwing is een pleidooi om de winst van haar reflectie wel te verzilveren, zodat in het nieuwe seizoen niet de jeugdwerkers extra hard gaan rennen, terwijl de ouders achteroverleunen. Mijn aanzet is om het om te draaien: laat het kerkelijk jeugdwerk dienstbaar zijn aan wat de ouders (dagelijks) hebben te verrichten. Het gebeurt niet in de kerk, het gebeurt thuis. Als het daar niet gebeurt, is dat wat in de kerk gebeurt helaas vaak ook vergeefse moeite. LOUREN BLIJDORP IS PREDIKANT TE BAALDERVELD ZUID (GKV)
9
INTERVIEW
‘ De relatie met jongeren is belangrijker dan ooit tevoren’ Het jongerenwerk organiseren van een grote gemeente is onder normale omstandigheden al een uitdaging, laat staan wanneer er een pandemie rondwaart. Toch krijgt Judith Feddes-Hazelzet (43), jongerenwerker bij De Lichtboog (NGK) in Houten, het voor elkaar. Ze ervaart de coronatijd als een tijd van loslaten en verwondering.
TEKST ELZE RIEMER BEELD JACO KLAMER
Drie jaar geleden werd Judith gevraagd om het jongerenwerk in De Lichtboog op te pakken. Enerzijds was ze verrast – ze had geen opleiding gedaan voor jongerenwerker en was tot dan toe kinderwerker geweest in het buitenland. Tegelijkertijd was het verlangen om met jongeren te werken in haar gegroeid en zag ze dat ze met haar talenten goed paste bij wat de gemeente zocht. Met haar enthousiasme, daadkracht en organisatietalent zette ze verschillende succesvolle programma’s op voor tieners en jongeren.
werk doen. Zo zetten we samen mooie programma’s, jongerendiensten en events op poten, waarbij ook de jongeren zelf actief betrokken zijn. Dat is de gemene deler in onze gemeente: we praten niet over jongeren, maar met jongeren. Ze zijn actief op allerlei plekken: in de techniek, styling, ons programma voor tieners en kinderen, op het podium en in het diaconaal werk. Ik vind superbelangrijk dat ze hier niet alleen worden gevoed, maar zich ontwikkelen en hun talenten ontplooien.’
De Lichtboog heeft 2000 leden, van wie er 400 tussen de 17 en 23 jaar zijn. Hoe vind je het om jongerenwerker te zijn van zo’n grote groep?
Kun je een voorbeeld noemen van hoe dat eruitziet?
‘Onze gemeente is ontzettend positief betrokken bij haar jongeren. Ze denken en doen enthousiast mee. Ik hoef niet alles zelf te kunnen, te weten en uit te vogelen; er is een grote rijkdom aan kennis, talent en ervaring in de gemeente waar ik een beroep op kan doen. Bij dingen die ik niet weet of kan, steun ik op anderen. Wat ik vooral doe, is coachen, bemoedigen, inspireren, ontwikkelen en organiseren. We hebben een groot aantal vrijwilligers in huis die het uitvoerende
10
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
‘Neem een jongerendienst. Het team van de jongerendienst bestaat naast mij en een andere volwassene, uit alleen maar jongeren. Ze krijgen veel vrijheid. Mijn ervaring is wel dat er nog een volwassene nodig is om te coachen. Tijdens de coronatijd hadden we echt een geweldige jongerendienst. In voorbereiding daarop ging ik met hen zitten en vroeg: wat leeft er nu onder jullie op dit moment? Op hun antwoord vroeg ik verder niet door, die verantwoordelijkheid leg ik bij hen neer. Ik nam het aan en stelde de vraag: “Wat hebben jullie nodig, nu
dit speelt?” Zo kwamen ze bij het thema ‘standing strong’ uit. De jongeren gaven aan dat, nu de kerk was weggevallen, sommigen bijna alleen nog maar contact hadden met mensen die niet geloofden; hoe houd je je dan staande? We spraken er ook over dat De Lichtboog niet de kerk is, maar wij zelf de kerk zijn. Waarom gaan we dan niet zelf kerkje ‘spelen’ op zondag, wat vrienden uitnodigen? Toen bedacht iemand dat we met deze jongerendienst het goede voorbeeld konden geven door de dienst niet op te nemen in De Lichtboog, maar ergens buiten. Dus belden we iemand uit de gemeente met een grote tuin en vroegen of het daar kon, wat enthousiast werd ontvangen. Ik vond het zo mooi om te zien hoe zich dat ontwikkelde, hoe dat echt uit hen kwam.’
zelf maar ook met volwassenen. Onze jongeren komen uiteindelijk naar de kerk om hun vrienden te ontmoeten. Regelmatig spreken ze bijvoorbeeld voor de dienst in de hal af en gaan vervolgens helemaal niet naar de dienst. Ik vind het fantastisch dat ze intussen wel aanwezig zijn. Tegelijkertijd: we zijn niet de lokale scoutingclub. Ons verlangen is dat alle jongeren van Jezus gaan houden. Daar bouwen we de relaties, de kerk en de programma’s op. Bovendien zie ik bij de jongeren zelf een bepaalde honger naar verdieping, ieder op zijn of haar eigen manier. Ze hebben er behoefte aan om over het geloof en hun vragen te praten.’
Er wordt vaak gezegd dat relatie het belangrijkst is in jongerenwerk; herken jij dit?
‘De thuissituaties van de leiders verschilden zo enorm dat je dat terug zag komen in hoe ze hun tieneravonden organiseerden. Op een gegeven moment vond ik het daarom belangrijk om dat te benoemen. We gaan niet kijken naar hoe een andere groep het doet en we gaan ook niet van onszelf
‘Ja, het loopt als een rode draad door al onze activiteiten heen. Als je naar ons tienerprogramma kijkt, is zo’n vijftig procent gericht op het ontwikkelen en versterken van relaties, vooral tussen de jongeren
Hoe heb jij de coronatijd als jongerenwerker ervaren?
11
INTERVIEW
verwachten dat we doen wat we normaal doen. Je kijkt naar wat haalbaar is voor jou en jouw groep. Dat betekende dat sommige groepen elkaar in de eerste weken bijna niet meer zagen en andere elkaar al snel iedere week zagen op Zoom in plaats van tweewekelijks. Ik ben vooral bezig geweest om online programma’s te leveren die geschikt zijn. Youth for Christ en Young & Holy maken prachtige programma’s, zelf bedachten we dingen en ook de jongeren waren creatief. Dan hadden ze bijvoorbeeld een spel bedacht waarbij de winnaar een pizza thuisbezorgd kreeg. Al met al was het een periode van loslaten en verwondering. Ik had niet het gevoel dat ik alles perfect moest gaan organiseren. Dat kon ik ook niet – ik zat ook thuis met kinderen en had minder uren tot mijn beschikking. Ik kon dat loslaten in het vertrouwen dat God de jongeren vasthoudt. En verwondering omdat ik getuige mocht zijn van de creativiteit en het initiatief van de jongeren en de mooie ontmoetingen die hierdoor tot stand kwamen. Die jongerendienst, maar ook een picknick in het park die volledig werd georganiseerd door de jongeren. We hadden een Goede Vrijdag ‘Passion-walk’ door jongeren rond de Rietplas hier in Houten, die de gemeente live kon volgen via Instagram. Een poos later hadden we bij dezelfde plas een belijdenis- en doopdienst, ook een heel bijzondere ervaring. Het waren voornamelijk eenmalige dingen, maar dat past goed bij deze tijd
denk ik. Hoewel, misschien dat het kinderwerk wel wat vaker naar buiten gaat. Zij hadden de afgelopen tijd ‘LichtKids’ in het park, gewoon een kindernevendienst maar dan in het park en met een andere naam dan voorheen. Dat was een groot succes. Een heleboel kinderen kwamen thuis met de vraag: “Mag ik daar voortaan naartoe?”’
Zijn er ook jongeren buiten de boot gevallen de afgelopen tijd?
‘Het is nog te vroeg om dat te zeggen. Het contact werd in sommige gevallen wel minder, maar of we ze dan meteen ‘kwijt’ zijn, dat weet ik niet hoor. Ik merkte wel dat als je een goede relatie had met je groep voor corona, het contact onderhouden wel gemakkelijker was via Whatsapp en Zoom. Maar zo’n relatie kun je niet forceren. Als je bijvoorbeeld een groep leidt die in zijn eerste jaar zit, dan is die relatie nog in wording. Dat heeft tijd nodig. Daarbij waren er ook andere redenen waardoor het contact niet lekker liep: onhandigheid met Zoom of jongeren die om allerlei redenen niet op die manier wilden afspreken.’
Hoe nu verder?
‘We hebben onze programma’s omgegooid voor het komende seizoen, zodat we die ook onder coronamaatregelen kunnen voortzetten. Omdat we elkaar niet meer zo vaak tegenkomen, is het
Tips voor meer ontspanning in het jongerenwerk • Richt je op de zestien- en zeventienjarigen ‘Ik merk dat veel kerken enthousiast zijn om een zeventienplusprogramma te starten en niet altijd weten waar te beginnen. Hetzelfde gold voor onze gemeente. Het is ingewikkeld om een groep die je niet meer goed in het vizier hebt, te benaderen. Ik heb toen besloten om te focussen op de jongeren die we wel in beeld hadden. Je kunt niet alles doen, niet iedereen bereiken. Zoveel tijd en energie heb je niet. En het gaat ten koste van de kwaliteit van wat je doet. Bovendien geloof ik dat de jongeren die wij niet meer in beeld hebben, echt nog wel in Gods hand zijn. Dus ik richtte me op de groep die in hun laatste jaar van ons tienerprogramma zat en het jaar daarna nog niks had, de zestien- en zeventienjarigen. Dat is meestal een hechte groep,
12
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
omdat ze al vijf jaar bij elkaar zijn en ook nog samen een diaconale reis gaan maken, een groep die bij elkaar wil blijven.’ • Kom in actie ‘Ik wilde niet eerst beleid schrijven of een visie opstellen, maar gelijk in beweging komen. Dat paste bij mij en heeft goed voor ons gewerkt. Zo ben ik een jongerenevent gaan organiseren en onderweg haakten er allerlei vrijwilligers aan. Vrijwilligers komen wel als je een heldere en overzichtelijke taak hebt. Je hoeft niet aan het begin een team samen te stellen, met elkaar te overleggen etcetera. Dat doe ik nu wel in sommige gevallen, maar toen ik net binnenkwam, was dit de manier om weer beweging in het gemeenteleven en de jongeren zelf te krijgen.’
Slaapzakken
E
r lag twee weken geleden een berg slaapzakken in ons kerkgebouw in Utrecht. Ik hoop zó dat ondertussen de vijfjarige Mitra en haar ouders, om wiens foto in het NRC ik heb gehuild, in drie ervan slapen. Door de verwoestende brand in Moria waren zij alles kwijt. De pop van Mitra hadden ze niet mee kunnen nemen – ‘de psycholoog zei dat ik een pop voor haar moest kopen’, vertelt haar moeder. ‘Die is nu verbrand.’ De ramp op Lesbos maakte bij de Nederlandse burgers een verontwaardiging los die een catastrofe slechts sporadisch te beurt valt. Dat in Jemen tachtig procent van de burgers afhankelijk is van noodhulp lijkt ons minder te deren. Maar de koortsige Mitra zonder pop, nog geen vier vlieguren hiervandaan, zette ook kerken en christenen collectief aan tot actie. We gaven handtekeningen, geld, luiers en in anderhalve week haalde Because We Carry voor een vermogen aan slaapzakken op. Als we ergens warm voor lopen, willen we bergen verzetten.
ontwikkelen en verdiepen van de relatie met jongeren belangrijker dan ooit tevoren. Want niet alleen de jongerenactiviteiten vallen weg, maar ook hun betrokkenheid bij veel andere kerkelijke activiteiten, omdat die simpelweg niet meer doorgaan. We moeten ons realiseren dat de komende tijd een aantal jongeren alleen via het jongerenwerk met het christelijk geloof in contact zal komen. Dus onze focus voor het komende seizoen is het zoeken naar verbinding, op andere manieren dan dat we gewend zijn.
‘Het was een periode van loslaten en verwondering’ Bijvoorbeeld door meer verhalen te delen via Instagram, om zo de jongeren inspiratie te bieden. Daarnaast wil ik meer inzetten op het bemoedigen en coachen van de vrijwilligers, de volwassenen. Voor velen is het een heftige tijd. Ik wil de ruimte creëren om daarover met elkaar in gesprek te gaan. Daar kunnen we de jongeren in voorgaan, want uiteindelijk leren ze van ons, van hoe wij met bepaalde situaties omgaan. Juist in deze verwarrende tijd is het essentieel dat we onszelf durven te zijn, eerlijk zijn en onze lach en traan laten zien. Zonder die echtheid en eerlijkheid kun je geen relatie opbouwen, hoeveel mooie programma’s of events je ook aanbiedt.’ ELZE RIEMER IS JOURNALIST EN GODSDIENSTWETENSCHAPPER
‘De toekomst van de kerk is gediend met slaapzakkenacties’
Het doet me denken aan een ontstellend cijfertje dat de Jonge Theoloog des Vaderlands laatst in een interview aanhaalde: ‘Uit cijfers blijkt dat 75 procent van de kerk er over twintig jaar niet meer is’, zei hij. Een kind kan begrijpen dat je bij zo’n vooruitzicht geen beelden krijgt van grootse participatie, hoe onbillijk dat ook is voor bijvoorbeeld de mensen die zich met hart en ziel inzetten voor de herenigde GKv en NGK. Recent pleitten zij voor het opnieuw verwoorden van wat we belijden, opdat ook mijn kinderen de komende decennia betrokken blijven bij Gods kerk. Gevormd als ik ben bij Schrift en belijdenis, hoor ik het mezelf zeggen: ik geloof dat de toekomst van de kerk, meer dan met een nieuwe belijdenis, gediend is met slaapzakkenacties: collectieve daadkracht. In zijn missionaire trendrede schrijft Tim Vreugdenhil over de kerk in 2030 ‘die als water verweven is met het gewone leven’. ‘Bij de supermarkt een inzamelactie van voedsel, op de begraafplaats een bijeenkomst voor mensen die rouwen, in de plaatselijke bieb de mogelijkheid voor een luisterend oor en gebed.’ Laten we, in gebed en geloof, die bergen gaan verzetten.
ESTHER DE HEK IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG
ESSAY
Droom groot. Begin Hoe bouw je aan relaties met jongeren als je met afstand te maken hebt? Afgelopen voorjaar werden we hard met deze vraag geconfronteerd, toen er een abrupt einde kwam aan ons fysieke jeugdwerk door de coronacrisis. Jonathan Pellegrom (32), jongerenwerker, gaat in op de vraag: hoe geef je jouw jeugdwerk vorm op een manier waarop je dichtbij jongeren komt, als je te maken hebt met afstand?
TEKST JONATHAN PELLEGROM BEELD STEFAN SEGERS
D
e corona-afstand ging veel verder dan alleen de fysieke afstand. Juist de emotionele verbinding die normaal centraal staat in ons contact met jongeren leek zo moeilijk te vinden. Je sloot je Zoom meeting af en terwijl je naar je beeldscherm staarde, vroeg je jezelf af wat je hiermee nu bereikt had. Je deed je best om echt contact te maken, maar je kon het gevoel niet van je afschudden dat het leek alsof je elkaar niet echt kon vinden. Elf jaar geleden stelde ik mijzelf exact dezelfde vraag. Vol ambities, grote dromen en een tikkeltje naïef startte ik als fulltime jongerenwerker voor jongeren op straat in een multiculturele achterstandswijk in Rotterdam. Ik weet nog goed hoe ik daar rondliep: vol enthousiasme in de verwachting dat ik een groot verschil zou gaan maken in alle gebrokenheid die ik om mij heen zag. Maar al snel werd ik hard geconfronteerd met de rauwe werkelijkheid.
14
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
klein. Start vandaag. Direct na mijn start als jongerenwerker kreeg ik te maken met bedreigingen, fysiek en emotioneel geweld, vandalisme en afwijzing. ‘We willen je hier niet, donder op!’ kreeg ik te horen als ik op straat naar jongeren toe liep. Als ik in gesprek ging met jongeren, reageerden ze afstandelijk en ongeïnteresseerd. Vanuit hechtingsproblemen en een diepgeworteld wantrouwen stonden er grote muren om hun hart. Ik zal eerlijk zijn: ik wist niet meer hoe ik verder kon. Hoe kon ik dichtbij hun hart komen in deze afstand? Ik ging op zoek naar antwoorden in een opleiding, in boeken en ervaringen van andere straat-jongerenwerkers. Langzaamaan begon ik te ontdekken wat de juiste dingen waren die ik kon doen. Het antwoord was simpeler dan ik had gedacht. De afstand die jij misschien ervaart, is hopelijk een ander soort afstand dan ik net beschreef, maar uiteindelijk gelden dezelfde principes. Vaak denken we dat meer doen automatisch meer impact betekent. We zijn in de overtuiging dat grote events, een kamp of een buitenlandse reis de ultieme plekken zijn voor verandering. Maar de echte verandering vindt juist plaats in de kleine momenten van echte relatie. De 1%-momenten.
Tip 1: denk in 1%-momenten Kleine stapjes die je consistent en voor lange termijn zet, leiden uiteindelijk tot grote resultaten. Stel je eens voor dat je jouw relatie met een jongere elke dag 1% zou kunnen laten groeien. Op het moment zelf denk je misschien: wat heeft die ene procent nu voor zin? Maar
stel dat je dit een jaar volhoudt, dan is jullie relatie aan het eind van het jaar 365% gegroeid. De grootste uitdaging hierin ligt niet bij de jongere, maar bij onszelf. Hoe vaak kijken we niet alleen naar die ene procent en voelt ons jeugdwerk alsof we maar weinig bereiken? In je hart droom je over de 365%, maar de realiteit voelt alsof je daar mijlenver vanaf staat. Je voelt je na een jeugdavond teleurgesteld, omdat niet datgene is gebeurd waar je op hoopte. Maar zodra je jouw perspectief verandert en beseft dat al jouw kleine stapjes leiden tot grote resultaten, helpt dat om enthousiast onderweg te blijven met jouw jongeren. Denk klein voor grote impact! Stel jezelf de vraag: wat zou jij vanaf vandaag kunnen doen om jouw relatie met jouw tieners elke dag 1% te laten groeien? Hoe zou jij jouw jeugdwerk vorm kunnen geven rondom deze 1%?
Tip 2: sluit emotioneel aan Een van de belangrijkste eigenschappen van een relatie is hart-tot-hartcontact.
Jonathan Pellegrom (32) is jongerenwerker, spreker en auteur bij Youth for Christ. Sinds 2009 is hij werkzaam met straatjongeren in Rotterdam en betrokken bij kerkelijk jeugdwerk, de jeugdhulpverlening en pleegzorg. Hij schreef onder andere het boek: De 5 gewoontes, hoe jij heel gewoon grote impact kunt hebben op het leven van jongeren.
15
ESSAY
Je kent die momenten wel. Die gesprekken waarop je ervaart dat de wereld om jullie heen even lijkt te vervagen en alle afstand en afleiding verdwenen zijn. Je voelt dat de ander jou echt ziet en hoort.
H et wordt steeds unieker om
contact te hebben met iemand die 100 % aanwezig is Voor de coronacrisis was dit al een fenomeen dat steeds zeldzamer werd in het leven van een gemiddelde jongere. Hun wereld functioneerde al parallel in de fysieke en digitale wereld. Denk aan hun vaardigheden om hun real life gesprekken met vrienden en klasgenoten te combineren met het beantwoorden van berichten. Door middel van hun social media gebruik met swipen en liken deden ze dat met een adembenemende snelheid als een doorgewinterde computerprogrammeur. Thuis stapten ze vaak in de drukte van een gezin waar de onrust of hun eigen afstandelijke houding zorgde voor oppervlakkige gesprekken. Het wordt in onze drukke digitale wereld steeds unieker om contact met iemand te hebben die echt honderd procent aanwezig is en naar je luistert. En daar ligt een grote kans voor ons als jeugdwerkers. Juist in die kleine momenten kunnen we dichterbij jongeren komen door volledig emotioneel aanwezig te zijn. Dat begint opnieuw bij onszelf. Het vraagt van ons dat we in ons hoofd niet primair bezig zijn met het programma van de jeugdavond. Het betekent de drang weerstaan om uit gewoonte onze telefoon te pakken en te checken of er nieuwe WhatsApp berichten zijn binnengekomen. Het vraagt om echte aandacht. Wat zou er gebeuren als je jezelf zou voornemen om bij het volgende contact dat jij met jouw jongeren hebt, de volgende dingen te doen: •L aat je telefoon in je tas of op een ander plek, zodat je daar niet door afgeleid wordt. •P robeer 80% van wat je zegt een oprechte vraag te laten zijn. Het puberbrein gaat ‘uit’ wanneer wij gaan preken, maar wordt juist geactiveerd zodra we vragen stellen. •K ies voordat je de jeugdavond ingaat bewust ervoor om alles waar je mee bezig bent, of waarover je jezelf zorgen maakt, te parkeren. Hierdoor kun je je de komende uren met al je mentale energie focussen op de jongeren.
16
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
Want elke jongere is op zoek naar mensen die hem of haar echt zien en horen.
Tip 3: Wees een ‘history maker’ De gezamenlijke geschiedenis die je met jouw jongeren opbouwt, is als het ware het fundament van jullie relatie met elkaar. Je herkent dit vast wanneer je een oude vriend spreekt. Zodra je samen begint te praten over alles wat je met elkaar hebt meegemaakt, voel je de vriendschap weer opbloeien. De inside grapjes, de hilarische dingen die je hebt meegemaakt. De hoogtepunten en de dieptepunten. Besef dat alle 1%-momenten bouwstenen zijn voor de relatie met jouw jongeren. Maar niet elke bouwsteen heeft dezelfde impact. Op het moment dat jij kunt aansluiten bij belangrijke momenten in het leven van jouw jongeren bouw je aan een krachtig fundament. Dit hoeven niet alleen grote momenten te zijn. Het gebeurt vaak juist in de kleine momenten. Die ene post op Instagram waar jij een reactie bij zet. Je attente vraag hoe het was op hun uitje naar het strand. Dat ene moment in jullie jeugdgroep waarin je aanvoelde dat een jongere geraakt werd door het onderwerp en jij na afloop de tijd nam om met aandacht en empathie ernaar te vragen.
U iteindelijk werkt geen enkel idee tot we in actie komen
Denk in 1%-momenten, waarin je volledig emotioneel aanwezig bent. Want doordat je op deze ‘kleine’ manier onderweg gaat met jouw jongeren, bouw je als een ‘history maker’ aan een gezamenlijke geschiedenis die zijn impact op hun leven niet zal missen! Maar voordat je de bladzijde omslaat naar het volgende artikel, neem eens even een minuut de tijd om te bedenken wat je concreet hiermee wilt gaan doen. Wanneer we nieuwe informatie tot ons nemen, denken we vaak dat dan automatisch onze aanpak verandert. Maar uiteindelijk werkt geen enkel idee totdat wij in actie komen. Dus bedenk voordat je verder gaat: welk ene ding uit dit artikel zou de grootste positieve impact hebben op je relaties met jouw jongeren? En hoe ga je dat vanaf vandaag vormgeven in jouw jeugdwerk? JONATHAN PELLEGROM IS JONGERENWERKER
ADVERTENTIES
Eenzame priemgetallen?
V Adverteren in de najaarsspecial? OnderWeg brengt in het najaar weer een extra dikke special uit met als thema:
Vrij
Verschijning: D.V. 2 november 2020 Profiteer van de extra grote oplage en reserveer voor 2 oktober uw advertentieruimte! Informatie: Nico Postuma, 06-13995905, adverteren@onderwegonline.nl
De Nederlands Gereformeerde Kerk De Lichtboog in Houten is op zoek naar een
kerkelijk werker pastoraat en diaconaat: Vertrouwend en hoopvol gelovend met hart voor mensen in nood en aan de rand van de gemeente. m/v (0,5 fte). Meer informatie over de vacature en de gemeente De Lichtboog vindt u op www.delichtboog.nl. Herken je je in het profiel en de taakomschrijving en ben je NGK-lid of bereid dit te worden, dan nodigen we je van harte uit om te reageren. Sluitingsdatum voor reacties: 16 oktober 2020. Bouwen aan Gods koninkrijk met hart en mond en handen
olgende week is het de Week van de Eenzaamheid. Spotjes op radio en TV vragen daar onze aandacht voor. Natuurlijk niet zonder reden: zeker door de coronacrisis voelen ouderen én jongeren zich vaak eenzaam. Tegelijkertijd zijn veel mensen in de weer om die eenzaamheid te verlichten. Ook voorgangers zullen hun gemeente oproepen hieraan bij te dragen. Vraagt de Bijbel immers niet om een gemeenschap te vormen waarin niemand zich eenzaam voelt? Zoals Paulus schrijft: wees blij met wie blij is, en heb verdriet met wie verdriet heeft.
Toch was ze geen
vleesgeworden sombere eenzaamheid
Maar het gevaar van onterechte schuldgevoelens ligt ook op de loer. Alsof jij verantwoordelijk bent voor de eenzaamheidsbeleving van een ander. Een akelig misverstand. Ik ben blij dat de Bijbel me daarin verder helpt. Soms kun je gewoonweg niet begrijpen dat iemand zo enorm in de put kan zitten. Of dat iemand zo blij is. Je kunt nog zo empathisch zijn, er komt een moment dat je daarin tekortschiet en de ander zich niet gekend voelt in zijn verdriet of blijdschap. In het aanvoelen speelt je eigen karakter en unieke levensgeschiedenis een grote rol. Voor wie een Bijbeltekst nodig heeft: ‘Alleen je eigen hart kent je diepste verdriet, in je vreugde kan een ander niet delen.’ (Spreuken 14:10) Nee, ik geloof niet dat een mens een priemgetal is, zoals de bestseller De eenzaamheid van de priemgetallen tien jaar geleden beweerde. Wel deelbaar door één en zichzelf en midden tussen andere getallen, maar nooit dichtbij genoeg om de ander echt te ontmoeten. Er zijn wel kostbare momenten van verbondenheid, soms juist door onze kwetsbaarheid te tonen. Maar niet altijd. Ben je dan overgeleverd aan eenzaamheid? Ik moet denken aan die vrouw, bijna honderd jaar oud. Er was niemand meer die haar als kind gekend had en die wist uit wat voor nest ze kwam. Toch was ze geen vleesgeworden sombere eenzaamheid. Ze was nog altijd blij met elke dag die ze ontving. ‘Wat is uw geheim?’ werd haar gevraagd. ‘Ik kan het kwijt bij God’, zei ze. Ik bedoel maar: denk niet dat jij God bent.
ROEL VENDERBOS IS PREDIKANT VAN DE NGK KAMPEN EN GEESTELIJK VERZORGER IN EEN VERPLEEGHUIS
REPORTAGE
’ EEN ONGELOFELIJK TELEURSTELLENDE ERVARING DAT HET GEWONE LEVEN STILVIEL’
Jongeren & corona
Het coronavirus veranderde veel in het leven van jongeren. De vanzelfsprekendheden van naar school gaan, afspreken met vrienden, gezelligheid beleven, verdriet delen en vakantie vieren verdwenen. Nu er weer meer mag, blijft de onzekerheid. Wat is de impact van deze lastige tijd op het leven van jongeren? Hoe hebben zij de lockdown ervaren? En hoe kijken ze naar hun eigen toekomst en die van de kerk? Vier jongeren uit verschillende kerken vertellen erover.
Stephan Terpstra, 17 jaar, Rijnwaarde (NGK). Start met de opleiding Facility Management na een tussenjaar op de Evangelische Hogeschool (EH). TEKST ELISE LENGKEEK BEELD JACO KLAMER
Hoe heb jij de lockdown ervaren?
‘Voor mij was het een ongelofelijk teleurstellende ervaring dat het gewone leven ineens stilviel. Niet meer naar school kunnen, niemand meer mogen ontmoeten. Ik werd er heel leeg en verdrietig van. Ik zat toen nog op de EH. Juist daar zijn de sfeer en de onderlinge band met elkaar zo belangrijk. Digitaal les volgen is veel minder motiverend. Wat we online deden was minimaal. Het had bovendien tijd nodig om op gang te komen.’
Wat vond je het moeilijkst?
‘Met vrienden video bellen; online spelletjes spelen met elkaar; je sores met elkaar delen in een groepschat: natuurlijk ging ik het allemaal doen. Maar het kost best veel energie, dus zakt het in. Ik
18
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
ben ook mensen kwijtgeraakt met wie ik dagelijks omging op school. We probeerden de onderlinge contacten goed te houden. Een tijd lang stuurde iemand een vlog over de dag. En een Bijbeltekst met een klein verhaaltje erbij. Maar het hielp niet tegen het verwateren van mijn gewone, oppervlakkige contacten die ook hun eigen waarde hebben.’
Wie of wat heeft je door die moeilijke tijd heen geholpen?
‘Mijn vriendin. De relatie met haar is erdoor enorm verdiept, want met haar kon ik over alles heel goed praten. Ook de band met mijn vriendengroep van de middelbare school werd ineens veel hechter, omdat de meer oppervlakkige sociale interactie met anderen was weggevallen.’
Hoe was het voor jou om niet meer naar de kerk te kunnen? ‘Ik vond het heel vervelend. Catechisatie met vrienden van de kerk en de contacten met andere jeugd: ik miste de gezelligheid. Live aanwezig zijn in de kerk is vele malen fijner dan digitaal een dienst bijwonen. Later ben ik online ook andere diensten gaan volgen, zoals de BEAM kerkdiensten van de EO. Nu de kerk weer open is, mogen we niet zingen. Ook afstand houden voelt vreemd en onnatuurlijk, maar alles beter dan niets.’
‘ Ik geloof dat God me helpt, ondanks alle teleurstellingen’
Wat verwacht je van jouw leven als corona daarin een rol blijft spelen?
‘Ik houd vertrouwen. Mijn studie facilitair management is breed genoeg. Ik ben opgegroeid in een gedigitaliseerde wereld. Dat biedt nieuwe kansen. Tegelijkertijd pakken we na een lange zomervakantie oude patronen weer op. Hoogstens passen we ons enigszins aan nieuwe protocollen aan. Ik ga niet bij de pakken neerzitten. Ik geloof dat God me helpt, ondanks alle teleurstellingen.’
Stephan Terpstra
Meike Schipper 14 jaar, Harderwijk (NH). Is overgegaan naar 2 mavo. Hoe heeft corona jouw leven op de kop gezet?
‘Toen ik hoorde dat de school en de kerk dicht gingen, dacht ik: yes, lekker uitslapen! Maar na een week was de lol eraf en was ik vooral verdrietig. Al die doden en zieken! Ik heb best veel gehuild om mijn overgrootoma in het verzorgingstehuis. Ze was weduwe geworden, vlak voordat op 26 maart alles op slot ging. Mijn overgrootopa van 88 is door ouderdom overleden. Zijzelf heeft waarschijnlijk corona gehad. Ze was ziek en benauwd, kon nog net de begrafenis meemaken. De nacht erna mocht er nog iemand bij haar slapen. Daarna ging het verpleeghuis op slot. Zelf durfde ze niet meer in de kamer te komen waarin opa overleden was. Ze had haar bed naar de keuken gesleept. Daar heeft ze geleefd tot ze moest verhuizen naar een eenpersoonskamer. Alles in haar eentje uitzoeken: dat ging natuurlijk niet.’
En toen?
‘Uiteindelijk mocht alleen mijn oma haar helpen. Maar wij konden alleen vanaf de parkeerplaats naar haar zwaaien. Het was zo triest allemaal. Ik heb tekeningen voor haar gemaakt op de stoep, maar het liefst had ik haar willen knuffelen. Ze snapte er niks van dat er ineens niemand meer kwam om een arm om haar heen te slaan.’
Dat was vast niet het enige wat je verdrietig maakte…
‘Alles bij elkaar was het zwaar. Ik ben een heel sociaal mens. Samen met anderen zijn, is enorm belangrijk voor me. Dat missen vond ik vreselijk. Ik was 25 maart jarig en kon dat niet vieren. Het enige wat ik kon doen, was cupcakes bakken en die langsbrengen bij vriendinnen en familie. Niet echt leuk als je afstand moet houden!’
19
REPORTAGE
Hoe ging het met school?
Wat verwacht je van jouw toekomst?
‘Digitaal onderwijs is niet gemakkelijk voor uitleg en afmaakdingen. Je begrijpt minder goed wat je moet maken. Ik miste geregeld wel iets. Zo liep de achterstand heel snel op. Met vriendinnen heb ik wel creatieve oplossingen bedacht om het werk te verdelen en samen af te krijgen. Maar dat werkt lang niet voor elk vak. Ook waren er vervelende kinderen die digitaal handiger warden dan de docent en hem zaten te dempen of anderen uit de chat gooiden. Kinderen die wel wilden leren, hadden dan gewoon pech.’
Wat voor positiefs heeft corona je gebracht?
‘Ik denk dat de wereld na corona mooier wordt. Dat er minder oorlog komt, omdat mensen beseffen dat ze niet zonder elkaar kunnen om grote dingen te kunnen doen. Iedereen heeft leren samenwerken. De zon schijnt. Het wordt mooi. Ik krijg straks een mooie baan, een gezin.’
‘Ik heb veel gehuild om
‘Ik heb er goede, eerlijke en echte vrienden bijgekregen via mijn buurmeiden. Verder heb ik meer geduld met zowel mezelf als met anderen. Ik heb geleerd dat als je goed samenwerkt, je echt iets kunt bereiken. Thuis zaten we aan de ene tafel voortdurend op elkaars lip, maar ik heb meer begrip voor de moeite en stress van mijn familie en van mezelf gekregen. Ik merkte ook aan kleine dingen dat God er elke dag was. Ik miste bijvoorbeeld mijn zanglessen aan de popschool heel erg, maar ik bleef wel zingen en in die liedjes vond ik ook veel troost.’
mijn overgrootoma in het verzorgingstehuis’ En van de kerk na corona?
‘De kerk is voor mij belangrijk, want daar bouw ik mijn geloof en vertrouwen op in God. Ik kijk ook echt weer uit naar catechisatie en bijeenkomsten met andere jongeren. Een deel van de mensen zal wel online blijven kijken, maar er zijn er ook genoeg, zoals ik, die weer graag naar de kerk gaan.‘
Yihune Diepeveen, 16 jaar, Ermelo (NGK). Is na het mavo-examen begonnen met het CIBAP: een opleiding voor ontwerpen, tekenen en reclame.
Wat ging er in jouw leven over de kop?
‘Het abrupt afstand moeten houden van iedereen om mij heen, behalve thuis, vond ik lastig. En dat ik vrienden van school en kerk ineens niet meer zag. Af en toe heb ik wel gefacetimed met goede vrienden. Maar digitaal contact loopt toch nooit helemaal soepel.’
Hoe ging het met je examen?
‘Ik heb thuis alleen twee online lesjes mondeling hoeven doen en dat ging prima. Mijn school liep al voorop met digitaal lesgeven, daar had ik geluk mee. Mijn cijferlijst was goed genoeg voor een diploma. Jammer dat er geen examenfeest was, ook later niet toen de maatregelen werden versoepeld.‘
En een krantenwijk, had je die ernaast? Hoe ging dat?
‘Die ging gewoon door, want kranten bezorgen bleek een vitaal beroep. Er waren wel veiligheidsmaatregelen op het
20
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
depot, maar ik voelde me daar toch niet zo fijn bij. Wat als ik het virus ongemerkt zou verspreiden?’
‘De kerk is een anker voor mijn geloof dat erbij hoort’
Heeft deze periode je ook iets blijvend positiefs opgeleverd?
‘Dat ik niet van alles hoefde en minder mensen zag, gaf me rust. Eindelijk tijd om op mezelf te zijn. Ik houd van muziek maken en tekenen. Ik heb een kruisboog gekocht en kon daarmee veel oefenen. Verder had ik al een hechte
Carlijn van Hartingsveldt, 16 jaar, IJsselstein (NH). Zit in 5 vwo. Hoe heb jij de lockdown ervaren?
‘Ik vond het heel erg dat ik mijn vrienden en mensen van school ineens niet meer mocht zien. Van nature ben ik een heel sociaal persoon en zo ineens was ik op mezelf aangewezen.
Wat vond je het moeilijkst?
‘In het begin probeerde ik met zo’n dertig mensen te blijven appen en facetimen, maar dat hield ik niet vol. Naarmate het langer duurde, ging ik me steeds eenzamer voelen. Dat is alleen geen fijn gespreksonderwerp als je elkaar digitaal ontmoet. Dan wil je liever lol maken. En verder moest ik ineens superzelfstandig zijn. Docenten waren wel te mailen, maar die moesten zelf ook enorm wennen aan de nieuwe situatie.’
Wie of wat heeft jou door die moeilijke tijd heen geholpen? ‘Met mijn echte vriendengroep is de band hechter geworden. Normaal zagen we elkaar vaak op school, maar nu moesten we onze contactmomenten echt plannen. Je wilt het bovendien hebben over zaken die ertoe doen. Als oppervlakkige contacten naar de achtergrond verdwijnen, blijkt pas wie je echte vrienden zijn.’
Yihune Diepeveen
vriendengroep via New Wine. Die is door corona alleen maar hechter geworden.’
Hoe vond je het om niet meer naar de kerk te gaan?
‘In het begin wel relaxed. Lekker uitslapen. Maar na een tijdje online diensten kijken, was ik er ook wel weer klaar mee. Voor mij is de kerk een anker voor mijn geloof dat erbij hoort. Als dat wegvalt, ontstaat er een gat. Daardoor was ik ineens veel minder met het geloof bezig. Ik miste ook de contacten, de jeugdgroep waarmee we samen eten en over het geloof praten.’
Hoe kijk jij naar jouw toekomst?
‘Ik ga de creatieve sector in. Dat werk kan niet door robots worden gedaan, dus maak ik me geen zorgen over de toekomst. Als enige regel heb ik: mezelf zijn en blijven.’
Hoe denk je over de kerk?
Voor senioren zal de kerk als plek belangrijk blijven, maar de jongere generaties zullen, denk ik, meer online diensten gaan volgen. Zelf luister ik nu liever naar de online diensten van Mozaiek. Die zijn wat meer toepasselijk voor mijn eigen leven.’
‘Ik heb het gevoel dat ik
hierdoor eerder volwassen word’ Heeft die crisistijd voor jou ook nog iets positiefs uitgewerkt?
‘Ik heb het gevoel dat ik hierdoor eerder volwassen word. Ik heb meer zelfvertrouwen gekregen en gemerkt dat ik mezelf goed staande kon houden. Daar ben ik trots op. Ook heb ik geleerd elkaar meer ruimte te geven. We hadden het thuis best gezellig samen, maar hoe deal je met irritaties als je constant op elkaars lip zit?’
Wat heeft corona gedaan met jouw geloof?
‘Ik wist dat God er altijd was, ook als ik er doorheen zat. Corona heeft me geleerd te relativeren, te zien hoe het gaat. Ik blijf bidden en hopen dat corona overgaat, maar ik vind het niet fijn om nu al mijn hele toekomst te plannen. Vertrouwen houden in mezelf, dat God me helpt: dat is voor mij belangrijk.’
Je mag weer naar de kerk. Hoe vind je dat?
‘Thuis keken we meestal naar de online kerkdiensten, maar na een paar weken kwam daar toch de klad in. Met mijn vriendengroep van de kerk bespraken we tijdens catechisatie altijd allerlei onderwerpen. Dat heb ik enorm gemist. Net als het zingen, bij elkaar zijn. Sommige vrienden verlangen daar ook naar. Anderen zijn onverschilliger. Nu we weer mogen gaan, zie ik nog steeds veel mensen niet, maar het is toch beter zo.’ ELISE LENGKEEK IS JOURNALIST EN AUTEUR 21
PRAKTIJKLOKAAL
Vieren in coronatijd De meeste kerken maakten na de zomer de overgang van uitsluitend online kerkdiensten naar fysieke diensten of een combinatie van beide. Door de beperkingen die de coronamaatregelen meebrengen voor de capaciteit van de bestaande kerkgebouwen, zoeken gemeenten naar creatieve oplossingen. Openluchtkerkdiensten zijn, zolang het weer dat toelaat, een goede mogelijkheid om met veel kerkgangers samen te komen. De buitenlucht vermindert bovendien het besmettingsgevaar. Ook monumentale kerkgebouwen met veel zitruimte, hoge plafonds en goede ventilatie zijn in trek. Daarnaast zoeken gemeenten sinds de zomer naar manieren om de overgang van het volgen van de kerkdienst vanaf de huiskamerbank naar kerkbanken en -stoelen zo soepel mogelijk te maken. In deze Praktijklokaal drie voorbeelden daarvan.
In Schiedam werd Janneke Dekker – de Groot door haar vader dominee Kees de Groot bevestigd als predikant van de NGK. Omdat het eigen kerkgebouw aan de Westvest geen ruimte bood voor alle gemeenteleden en gasten werd uitgeweken naar de middeleeuwse Grote- of Sint Janskerk
22
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
De leden van De Koningshof (GKv Apeldoorn-Centrum) trokken naar buiten en hield onder leiding van ds. Lieuwe de Jong een openluchtkerkdienst op een grasveld bij de woning van een van de gemeenteleden in Klarenbeek. Voor het eerst sinds lange tijd kon de gemeente ook weer fysiek het avondmaal vieren.
In de Kandelaar (GKv Amersfoort-Centrum) hebben ze na de zomer een compleet nieuwe opstelling in de kerkzaal gemaakt. Het doel was om niet alleen de kerk in de huiskamer te brengen, maar ook de huiskamer in de kerk. Kerk in coronatijd: thuis en kerk lopen in elkaar over. De camera’s hebben ze in de Kandelaar van de muur gehaald en op lage standpunten neergezet, de band is anders opgesteld en de bekabeling helemaal weggewerkt. Kindermomenten, doop, belijdenis en andere bijzondere zaken zullen voortaan in de ‘huiskamer’ plaatsvinden. Tijdens reguliere diensten mogen daar ook kerkgangers zitten.
23
EYEOPENER
Gered, maar niet gearriveerd Wanneer is een schipbreukeling gered? Als hij aan boord van een reddingsboot is gehesen of wanneer die boot hem door de storm heen aan wal heeft gebracht? Voor beide antwoorden valt iets te zeggen. Als je uit de kolkende zee wordt gehaald en het vaste scheepsdek onder je voeten voelt, ben je al diep dankbaar. Toch is dat nog niet het moment om in een luie stoel te gaan liggen, want dan spoelt de storm je subiet weer van het dek af. Zo is het ook in je geloof, in je relatie met onze Heer Jezus Christus.
24
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
Jullie denken dat jullie als christenen alles al hebben en alles al weten. Jullie voelen je koningen, die alles mogen! Nou, ik voel me helemaal geen koning. Het is jammer voor jullie, maar jullie zijn echt geen koningen. Anders was ik dat ook wel! 1 Korintiërs 4:8 BGT
Eens werd het volk Israël bevrijd uit Egypte. De mensen waren opgelucht dat ze waren gered uit harde slavernij. Nooit konden de Egyptenaren hen meer terughalen, zij waren verdronken in de Schelfzee. Vrijer dan dat kon een mens niet zijn! Toch waren ze daarmee nog niet op hun eindbestemming, het beloofde land Kanaän. Tijdens hun reis door de woestijn zouden ze nog heel wat gevaren moeten doorstaan en aan het eind zouden ze oog in oog komen te staan met de Enakieten, reusachtige mensen, om bang van te worden. In al hun vrijheid zouden ze dus dichtbij God moeten blijven, op Hem alleen vertrouwen en luisteren naar zijn stem. Anders zouden ze het niet redden op de gevaarlijke tocht door de woestijn. Het grootste gevaar zat misschien wel in hun eigen hart, namelijk hun overmoed. Ze gingen de verleidingen onderschatten en eisen stellen alsof ze al in het beloofde land waren. Het bijzondere manna werd normaal, zelfs te gewoon: vlees moest er zijn en verse groente, middenin de woestijn! Ze gingen zich gedragen als koningen, die zelf bepalen waar ze zin in hebben. Van al die geredde mensen hebben de meesten het beloofde land nooit gezien, ze zijn omgekomen in de woestijn.
En hij moet elke dag in gevecht met zichzelf, met de zondige begeerten die in hem leven. Nadat hij anderen onderwezen heeft, wil hij niet zelf verloren gaan. Is hij dan niet gered? Zeker wel, hij voelt zich meer dan overwinnaar door vast te houden aan de liefde van Jezus. Tegelijkertijd is hij er nog niet, de redding door Jezus heeft hij nog volop nodig, elk moment.
Kieskeurig
zat misschien wel in hun eigen hart
TEKST BAS LUITEN
Dat is waar Paulus voor waarschuwt: jullie voelen je al koningen! Een opmerkelijke tekst. De jonge christenen in Korinthe gaan helemaal op in de Heer, groot is hun enthousiasme. Paulus prijst hen om hun inzet. Maar ze slaan ook door: ze worden kieskeurig. Ze willen voorgangers naar hun smaak en beoordelen elkaar op geestelijke hoogstandjes. Ook doen ze wat ze zelf willen, verboden seks moet bijvoorbeeld kunnen. Ze zijn immers vrij? Ja, dat zijn ze, maar ze zijn geen koningen geworden. Zo raken ze de weg helemaal kwijt. Bovendien, als zij al koning zouden zijn, was Paulus dat ook. Maar zo voelt hij zich bepaald niet. Hij wordt regelmatig uitgelachen en weggejaagd om zijn boodschap van Jezus Christus.
Eigen behoefte ‘Jullie voelen je al koningen,’ Die valkuil is er vandaag evengoed. Het is opmerkelijk hoe onze eigen voorkeuren dominant kunnen zijn in onze omgang met God. Wat wil ik horen, waar wil ik aan meedoen, wat is waarheid voor mij? Die vragen zijn aan de orde van de dag en leiden tot allerlei verschillende antwoorden. Gelovige mensen hebben daardoor steeds minder gemeenschappelijk, zo blijkt ineens. De coronabeperkingen brengen aan het licht wat kennelijk al langer speelde, namelijk dat de kerk en onze erediensten als minder relevant worden ervaren.
Het grootste gevaar
Want wij denken vanuit onszelf en vanuit onze eigen behoefte. Dat zit heel diep in de samenleving en het raakt ons net zo goed. Christenen die oprecht Jezus willen volgen, zeggen even gemakkelijk dat ze de kerk daarbij niet meer nodig hebben. Bijbelstudies en preken zijn er genoeg op internet, toch? ‘We redden ons wel!’ Maar dat is overmoed, want het is precies andersom, je wordt gered, nog steeds! Paulus beschrijft in deze brief uitvoerig het belang
25
EYEOPENER
Bijbelstudies en
preken zijn er genoeg op internet, toch?
van de gemeente, waarin Christus ons allemaal onze plaats geeft om elkaar te dienen, aan te vullen en in geloof elkaar vast te houden. De gemeente is, om zo te zeggen, het schip waarmee Hij ons in de haven brengt. Houd je aan wat geschreven staat en denk niet te hoog van jezelf, schrijft Paulus aan de koningen-in-eigen-oog (1 Korintiërs 4:6). En hij beschrijft pijnlijk nauwkeurig hoe bevrijde mensen toch zijn omgekomen in de woestijn, omdat ze God tergden door hun eigenwijs en losbandig gedrag (1 Korintiërs 10).
Aantrekkingskracht Nu belijden wij in de Heidelbergse Catechismus dat wij met Christus profeet, priester en koning zijn. Dat lijkt wat verwarrend. Zijn we nu al koning of niet? Maar let dan op de invulling die de Catechismus geeft: wij zijn koning om in dit leven met een vrij en goed geweten tegen de zonde en de duivel te strijden en na dit leven in
Om samen te bespreken: •H oe kun je persoonlijk omgaan met God en toch voorkomen dat alles bij jezelf begint, bij je eigen wensen en behoefte? • I n het welvarende westen is het gemakkelijker om je alvast koning te voelen dan in landen waar de christenen worden vervolgd. Hoe komt dat en wat leer je daarvan? •Z ie jij Christus vandaag meer als je koning die jou regeert of als je hogepriester die je weg tot God openhoudt? Kun je verklaren waarom dat voor jou zo is? Lees hierbij bijvoorbeeld Hebreeën 8:1-2 en 10:19-25. •A an predikanten is bij hun bevestiging in het ambt ‘de bediening van de verzoening’ toevertrouwd. Hoe herken je die bediening in de erediensten? En hoe ontvang je de verzoening: hoe komt die binnen in je leven, denken, verlangen en in wat je doet en laat? •P aulus schrijft confronterend, hij ziet het gevaar van die zogenaamde koningen, maar hij schrijft ze niet af. Waarom niet?
26
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
eeuwigheid met Christus over alle schepselen te regeren (HC zondag 12). Wij zijn dus nog niet in de positie om onszelf veel vrijheid aan te meten. Integendeel, daarin moeten we juist de verleiding van de satan herkennen om die te bestrijden. Toch verschuift onze aandacht van strijd naar overwinning, heel subtiel maar toch. Met de strijd tegen de verleidingen van de duivel, de wereld en ons eigen vlees trekken we geen volle zalen meer. Trouwens, ook niet met het belijden van onze schuld om bevrijdende verzoening te ontvangen en te vieren. Meer aantrekkingskracht heeft de boodschap dat onze schuld allang bedekt is en dat we in de overwinning mogen gaan staan. ‘Jezus Overwinnaar’ zet de toon in massale bijeenkomsten.
Overwinnaar Zeker, Jezus is ook overwinnaar, Hij is koning in de hemel, Hij regeert alle dingen en maakt ook van ons overwinnaars. Toch zijn we er daarmee niet, want Christus is ook als onze hogepriester in het hemels heiligdom voortdurend actief voor ons. Hij is onze Priester-Koning. Hij pleit voor ons bij de Vader op grond van zijn bloed en houdt zo de weg naar de troon voor ons open. Wij hebben Hem ook nodig, omdat Hij ons reinigt van daden, woorden en gedachten die leiden tot de dood en ons heiligt tot de dienst aan de levende God (Hebreeën 9:14). Onze erediensten op aarde zijn verbonden met zijn tempeldienst in de hemel. Zolang Hij voor zijn kerk bidt en pleit in de hemel, bidden en pleiten wij met Hem mee op aarde, om ons leven te wijden aan God, in alles.
Onze aandacht
verschuift, heel subtiel, van strijd naar overwinning
Gered, ja! Gearriveerd, nee! We hebben volharding nodig om onze Heer Jezus Christus in alles te volgen, alles van Hem te blijven verwachten, als onze koning en als onze hogepriester. Laten we dat met overtuiging doen, want Hij geeft ons oneindig veel meer geluk en vreugde dan wij ooit uit onszelf zouden kunnen bereiken. Laten we daarbij liefdevol waken over elkaar, zodat in de gemeente niemand in de genade achterblijft. Door genade worden wij behouden, hier en nu, om straks met Christus over heel de schepping te regeren. BAS LUITEN IS EMERITUS PREDIKANT VAN GKV AMERSFOORT-DE HORSTEN
STIMULANS
TEKST DEBBIE DEN BOER
Lees-, kijk- en luistertips VOOR GELOOFS- EN GEMEENTEOPBOUW
Het nieuwe normaal De coronacrisis had niet alleen een grote impact op ons mensen, maar ook op de wereld om ons heen. Auto’s die opeens stilstonden, omdat mensen thuis moesten werken. Vliegtuigen die aan de grond bleven, omdat er mensen minder vliegreizen maakten. Het gevolg: de lucht werd schoner en stiller. Maar hoe zal dat zijn als de coronacrisis voorbij is? Vallen we dan terug in oude patronen of gaan we meer duurzaam leven? Voor iedereen die zichzelf deze vraag stelt, is Het groene normaal van Alfred Slomp een aanrader. In dit boek gaat Slomp
in gesprek met tien inspirerende christenen, onder wie Reinier van den Berg, Embert Messelink, Rikko Voorberg en Carla Dik-Faber. Elk van de geïnterviewden voert vanuit zijn/ haar eigen perspectief en expertise een pleidooi om aan te haken bij de trend van duurzaam leven. Aanvullend bevat het boek praktische tips en Bijbelstudies om zelf of in groepsverband mee aan de slag te gaan. Uitgeverij De Vuurbaak heeft dit boek, heel duurzaam, ook als e-book uitgebracht.
Delen in vrijheid
Op weg naar kerst
De coronacrisis liet ons ervaren hoe het voelt als je vrijheid wordt ingeperkt. Maar wat als je nooit vrij bent? Micha Nederland wil dit jaar onze aandacht vragen voor mensen die leven in slavernij en ons wijzen op de verantwoordelijkheid die wij hebben. Wat wij eten, waar we ons mee kleden en hoe we vakantie vieren heeft invloed op de vrijheid van anderen. Op de website www. michanederland.nl is materiaal te vinden waarmee jong en oud op zondag 18 oktober met het thema Delen in vrijheid aan de slag kan gaan. Zo zijn er preekschetsen, liederen en gebeden te vinden voor de kerkdienst. Het Nederlands Bijbelgenootschap heeft daarnaast kindermateriaal voor de Micha Zondag ontwikkeld als onderdeel van hun methode Bijbel Basics. Tieners kunnen tijdens de dienst thuis (in groepjes of met het gezin) of in de kerk aan de slag met een escaperoom over het thema. Daarbij wordt materiaal geleverd voor een aansluitend tienermoment waarop je samen met de tieners kunt terugkijken op het thema.
Zo na de zomer beginnen we in de kerk al langzamerhand toe te leven naar kerst. Maar hoe zal dat gaan? Kunnen we wel bij elkaar komen in de kerk en met hoeveel mensen dan? Veel scenario’s zijn mogelijk en om je te helpen bij de voorbereiding hierop komen de organisaties Jesus.net, NEEMA, Houses Of Love en Ark Mission vanuit het initiatief Kerst voor jou met een speciale toolbox. Deze toolbox bevat materiaal om kerken in alle mogelijke scenario’s te helpen met het organiseren van een toegankelijke dienst, juist ook voor mensen die niet gewend zijn naar de kerk te gaan. De toolbox bevat daarnaast materiaal voor drie adventsavonden. Het thema van de toolbox is dit jaar ‘tussen kunst en kerst’ waarbij de makers zich hebben laten inspireren door de kleurrijke schilderijen van Wilma Veen. Naast de toolbox is er dit jaar ook een speciaal spel ontwikkeld, 40 tellen, voor een gezellige kerstavond. Meer informatie is te vinden op de website www.kerstvoorjou.nl
27
OPINIE HOE GOD RENOVEERT
Pleidooi voor het lezen van Ezechiël Renovatie begint met sloopwerkzaamheden. Soms gebeurt dat met grof geweld. Het oude moet eruit. Het Bijbelboek Ezechiël is te vergelijken met een renovatieproject. God maakt alles nieuw. Ezechiël 36 geeft van alle profetische geschriften de meest systematische en gedetailleerde samenvatting van Gods vernieuwend werk en eindigt met schitterende vergezichten. Maar voor het zover is, vinden er eerst sloopwerkzaamheden plaats. En dat gaat hardhandig.
H
oofdstukken lang oordeelt God eerst zijn eigen volk en vervolgens alle volken. Tal van zonden en wonden worden gedetailleerd beschreven. Je schrikt van de bende die God in mensenharten aantreft. God gaat niet halfslachtig te werk; alles neemt Hij onder handen. De schepping en de oerzonde van Genesis 1-3 zijn in beeld. Maar ook de exodus onder Mozes. Vooral gaat het in Ezechiël om Jeruzalem en de tempel. Gods woonplaats wordt verwoest en in brand gestoken. Door Gods rechtspraak heen ontstaat er een samenleving waar God duurzaam te midden van zijn volk leeft.
Jeremia en Openbaring
TEKST MATTHIJS HAAK
Door de loop van twee seizoenen heb ik over Ezechiël gepreekt. Calvijn preekte in zijn tijd 175 keer over Ezechiël. Zo’n lange serie zag ik niet zitten. Preken over Ezechiël heb ik afgewisseld met preken over andere Bijbelteksten en over thema’s die leven in de gemeente en in de maatschappij. Ezechiël is geen gemakkelijk Bijbelboek. Er zijn twee dingen nodig om Ezechiël te kunnen plaatsen: 1. Ezechiëls tijd Ezechiëls voorganger is de profeet Jeremia. Jeremia moet fors corrigerend optreden. Maar Jeremia’s profetieën worden doodleuk in het vuur gegooid.
28
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
Als reactie daarop verschijnt God in het heidense Babel in vuur (Ezechiël 1). Het vuur van Gods heiligheid zal Jeruzalem verbranden. 2. Apocalyptisch Ezechiël is een apocalyptisch boek. Er zijn veel opvallende parallellen tussen Ezechiël en het nieuwtestamentische Bijbelboek Openbaring.
E en serie van 175 preken over Ezechiël zag ik niet zo zitten
Deze twee aspecten helpen je te begrijpen waarom Ezechiël zulke opvallende dingen zegt. Denk bijvoorbeeld aan de ‘hervertelling’ van de geschiedenis van Gods volk (Ezechiël 15-20). Die vertelling is voor ons gevoel te somber. Maar het is net als bij een röntgenfoto die overal doorheen kijkt: Ezechiël laat ons kijken vanuit het perspectief van Gods heiligheid.
Gods heiligheid
Het gaat in Ezechiël bijna nooit over liefde, rechtvaardigheid, (verbonds)trouw en dergelijke.
Het gaat in Ezechiël om Gods heiligheid en de eer van zijn naam. Ezechiël is priester. ‘Wees heilig want Ik, de HEER, jullie God, ben heilig’, zegt God in priesterboek Leviticus. Het probleem is dat Gods volk niet heilig wordt. Ook niet door goede instellingen zoals Gods wetten en Gods tempel. Daarom treft de verbondsvloek uit Deuteronomium uiteindelijk Gods volk. Gods bevrijdingsweg loopt morsdood (Ezechiël 37). Vanuit de verte spreekt Ezechiël over Gods weg in Jezus (1 Petrus 1:11). In Jezus loopt God onze doodlopende paden helemaal uit. Golgota is daarvan het ultieme bewijs. In Jezus gaat God zelf aan de verbondsvloek van Deuteronomium en Ezechiël ten onder. Jezus is daarmee de uitweg voor alle volken (Romeinen 1-3). Ezechiël laat je de diepte proeven die in het Nieuwe Testament zit. Paulus zegt: ‘Wij volgden alle zelfzuchtige verlangens en gedachten die in ons opkwamen en stonden van nature bloot aan Gods toorn, net als ieder ander. Maar omdat God zo barmhartig is (…) heeft Hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt’ (Efeziërs 2:3-5). Die paar zinnen vatten Ezechiël perfect samen.
E zechiël leert ons kijken vanuit het perspectief van Gods heiligheid
Meeste mensen deugen
Luisteren naar Ezechiël is en blijft belangrijk voor christenen. In onze cultuur geloven de meeste mensen niet in God. We zijn op zoek naar nieuwe, aansprekende verhalen. En die mogen vooral niet somber zijn. Rutger Bregman inspireert met zijn boek De meeste mensen deugen. En Sander Kollaard kreeg de Libris-Literatuurprijs voor zijn boek Uit het leven van een hond. Lovend sprak de jury van een ‘positief mensbeeld’. Christenen leven volop in deze tijd. Spreken over zonde wordt al snel als ongemakkelijk ervaren. Denk aan een recente discussie in de GKv over de eerste doopvraag waarin zonde ter sprake komt. Moet je niet blij zijn dat er überhaupt geloof is? Benadruk dat God liefde is, zeggen sommige gelovigen. Maar God doorkruist onze tijdgeest. Ezechiël leert dat al. Het komt alleen goed dankzij Jezus.
Kruisdood
Vooral als het gaat over Golgota is het zaak goed op te letten. Uiteindelijk zullen vragen over zonde en Gods oordeel de kern van het geloof raken. Ik denk hierbij aan de discussie over de betekenis van Jezus’ kruisdood. Die discussie wordt al langer gevoerd in Amerika, maar heeft ons land inmiddels ook bereikt. Het gaat over vragen als: kun je wel zeggen dat Jezus Gods oordeel droeg? Maak je van God dan geen kwade God die zijn Zoon mishandelt? Stierf Jezus niet uit liefde? Waarom zou het bij Golgota ook moeten gaan over Gods oordeel over zondaren? Deze vragen zijn de meest essentiële geloofsvragen. Want dit gaat over de vraag wie God is.
S preken over zonde
wordt al snel als ongemakkelijk ervaren
Vanuit ons hedendaagse cultuurpositivisme en vanuit ons eigen hart zijn bovenstaande vragen over Jezus’ kruisdood te begrijpen. Maar deze vragen onthullen vooral hoever sommige christenen bij het Bijbelse getuigenis vandaan zijn geraakt. Juist daarom is het raadzaam om Ezechiël te lezen. Dat werkt genezend en helend. Niet alleen omdat Ezechiël bladzijden lang openhartig over zonde spreekt. Gelukkig kent God ons in al onze zwakheden en tekorten. Maar het boek Ezechiël is vooral helend, omdat God hierin duidelijk maakt dat Hij God ‘uit één stuk’ (heilig) is. Gods recht, barmhartigheid, trouw en liefde gaan hand in hand. Onmogelijk kun je een tegenstelling maken tussen Gods liefde en Gods oordeel alsof dat twee verschillende aspecten zouden zijn waaruit wij kunnen kiezen. God is één (Deuteronomium 6:4). Ezechiël is zo groots, omdat God bij herhaling zegt dat Hij - de heilige God - ervoor zal zorgen dat aan alle zonden en wonden een einde komt. God belooft hoogstpersoonlijk te midden van zijn volk te zullen leven. Door oordeel heen komt er eindeloos perspectief. Dit evangelie over Jezus’ dood verwoordt Paulus later zo: ‘God heeft hem die de zonde niet kende voor ons tot zonde gemaakt.’ (2 Korintiërs 5:21) Zo komt het goed. MATTHIJS HAAK IS PREDIKANT VAN DE GKV DORDRECHT
29
ADVERTENTIES
Mijn werkgever is failliet. Wat nu?
ZENDING VIA INTERNET
ZENDING VANAF DE BANK
Ook in onze kerkelijke omgeving worden mensen in economische zin geraakt door de coronacrisis. Kun je als werker of ambtsdrager in de kerk wel wat advies gebruiken, omdat je deze mensen ontmoet? Neem dan gerust contact op via de Werklijn.
VRAAG HET
Uiteraard mag je de ander ook naar ons doorverwijzen.
Bel of app de WerkLijn 06-198 25 129
Lees het verhaal van Betty:
> CHRISTELIJKE KIJK OP WERK
GLOBALRIZE.NL
WELKOM Of je nou op zoek bent naar een voltijdopleiding of je aan het oriënteren bent op een deeltijdstudie, wij helpen je graag verder om de juiste keuze te maken. Meld je aan voor een voorlichtingswebinar en proef de sfeer tijdens een Open Dag op onze locatie in Ede.
/ Voltijd bachelors / Deeltijd bachelors
/ Masters / Post-hbo’s
/ Associate degrees
/ Cursussen
/ Trainingen / Maatwerk
HELKP OO MEE
OPEN DAGEN VOLTIJDOPLEIDING DEELTIJDOPLEIDING 7 NOVEMBER 2020 14 NOVEMBER 2020 10.00 - 15.00 UUR 10.00 - 15.00 UUR
Volg ons op @dehogeschoolede
Aanmelden? Ga naar CHE.nl/welkom
JEUGDWERK
Hoest? Die bewuste donderdag, 12 maart, waren we in Hengelo met de 3G-tour. Er hadden mensen afgezegd vanwege corona, maar wij maakten ons nog niet zo druk. Zo’n vaart zou het toch niet lopen. Maar op maandag zat Nederland op slot. Geen school, geen kerkdienst, geen jeugdwerk, geen 3G-tour. De intercitytrein waarin we zaten, was abrupt tot stilstand gekomen, alsof er iemand aan de noodrem had getrokken. Nog nauwelijks bekomen van de schok, we keken elkaar nog verbaasd aan, zag ik twee sporen ontstaan. Sommige mensen kwamen direct in actie. Vooral vanuit het landelijk jeugdwerk kwam er een stortvloed van programma’s, adviezen en suggesties over hoe je jeugdwerk draaiend kon houden zonder fysiek bij elkaar te komen. Wat een energie! Maar andere mensen waren zo druk bezig om het thuis allemaal draaiend te houden dat jeugdwerk even op een lager pitje werd gezet. Te midden van alle journaals, praatprogramma’s en meningen had ik die eerste weken ook de neiging om met mijn handen voor mijn gezicht in een hoekje weg te kruipen. De beelden van zieke en in eenzaamheid stervende mensen waren te verdrietig. Mijn hoofd stond niet naar nieuwe programma’s. TEKST PETRA KIKS
Zoom spreekuren
Na die eerste verwarrende weken begonnen we met Zoom spreekuren. Predikanten, jeugdouderlingen en jeugdwerkers deelden waar ze tegenaan liepen en wat er goed ging. Tijdens zo’n crisis ontdek je ook weer waar het ten diepste om draait. Jeugdwerk is meer dan een optelsom van goed beleid en toffe werkvormen.
Dat zijn slechts middelen om je doel te bereiken. En dat doel is: met jongeren een relatie opbouwen en hen iets laten zien van wie God is zodat zij Hem ook willen leren kennen. En dat kan ook zonder fysieke club, catechese of zelf kerkdienst!
Chocoladerepen
Een jeugdwerker vertelde dat ze een stapel chocoladerepen had gekocht en bij haar jongeren langs ging om te vragen hoe het met ze ging. Een ander ging een voor een met ‘zijn’ jongeren wandelen om bij te praten. Deze jeugdwerkers doen me denken aan wie God is. Zijn naam is niet voor niets ‘Ik ben’. Dit is de naam waarmee Hij Zich aan Israël bekend maakt. God is vooral een God van zijn, van erbij zijn.
J eugdwerk is meer dan een
optelsom van goed beleid en toffe werkvormen
Hoest
Deze maanden schrokken we van elke hoest of kuch. Maar gelukkig was er ook een andere hoest: de vraag ‘hoe is het?’, in spreek- en tiktaal vaak verkort tot ‘hoest?’ Ook al lukt het misschien nauwelijks om het jeugdwerk handen en voeten te geven, deze vraag kun je altijd stellen. Fysiek, via WhatsApp, mail of ouderwets met een kaartje. Je zegt ermee: ‘Ik zie je en ik wil graag weten hoe het met je gaat.’ Met deze hoest kunnen we onze jongeren laten zien en merken wie God voor hen is! PETRA KIKS IS ADVISEUR BIJ NGK JEUGDWERK STEUNPUNT
> De rubriek Jeugdwerk heeft een uitgebreide online versie. Dit online deel biedt extra verdieping, bronnen en adviezen om praktisch met het thema aan de slag te gaan. Ga naar www.onderwegonline.nl/jeugdwerk-OW617.
31
TEKST LEENDERT DE JONG
BLADENMAKER EN SCHRIJVER ARIE KOK
BEELD HANS VAN SLOTEN
Nieuwsgierige taster naar zingeving 32
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
ONTMOETING Het voelt vakantie-achtig. Ik rijd over een lange laan naar een oud gebouw, een klooster. Als ik dichterbij kom, zie ik dat het nog niet zo oud is, ook al is de stijl van eeuwen terug. Het biedt plaats aan een Mbo-opleiding, de overige vertrekken zijn voor kleine zelfstandigen. Een van hen is Arie Kok, tekstschrijver en met ingang van deze editie auteur van de literatuurrubriek in OnderWeg. Wie hij is? ‘Eigenlijk kan ik wel
D
zeggen: daar ben ik al 52 jaar naar op zoek.’
e kloosterkamer waarin Arie mij ontvangt, is royaal. De wanden zijn bekleed met boeken. En boeken zijn, zo blijkt, een hulpmiddel om hem beter te leren kennen: ‘Als je schrijft, is dat meestal een zoektocht naar wie je bent. Ik heb een boekje geschreven over mijn opa. Dan ontdek je ook iets over wie je zelf bent. Ik maak bladen en boeken. Je kunt ook zeggen: ik vertel verhalen. Op dit moment is dat een nogal hippe term, het is alsof iedereen dat doet. Daarom zeg ik liever: als ik aan een boek bezig ben, dan zoek ik naar de betekenis van dingen. Dat zoeken doe ik eigenlijk permanent. Kortgeleden hadden we vakantie. We waren in Friesland. Ik ga daar niet naartoe zonder mij ingelezen te hebben in de cultuur van die provincie; ik wil begrijpen wie de mensen zijn, wat de geschiedenis is.’ ‘Ook mijn vader en opa waren vertellers. Ik herinner mij van mijn vader dat ik hem maar een kluif hoefde toe te gooien, zo van: hoe ging dat ook alweer? Dan wist ik: nu gaat hij vertellen. En dat kon hij. Het vertellen van verhalen is een bepaalde manier van kijken naar de wereld. Misschien is dit het beste te vergelijken met kunstenaars die vaak een wat onderzoekende blik op de wereld hebben: je zoekt naar de bron, je onderzoekt, je vertelt. En zo ontdek je de betekenis van dingen.
En wie ben jij, achter dit zoeken en achter die verhalen?.
‘Een taster, een nieuwsgierige kijker. Ik kijk, ook op straat, mensen aan die langslopen. Ik moet daar wel mee oppassen, zomaar denken ze dat ik iets van hen wil. Ik ben ook een wandelaar. Tijdens het wandelen neem je alles langzaam in je op. Kortgeleden wandelden we rond Bunschoten. Ook dan tast ik naar de menselijke verhalen achter het landschap. Van Bunschoten herinnerde ik mij dat het ooit
stadsrechten kreeg. De stadsgrachten liggen er nog. Het was ooit de bedoeling om de stad uit te breiden. Dat is nooit gebeurd. Als ik daar dan loop, probeer ik me dat allemaal voor te stellen.’
Een taster, een zoeker, zeg je. Ben je dat ook als het om geloven gaat? ‘Ik heb daar veel over nagedacht. Waar ik in de kerkelijke gemeente waar wij tot voor kort bij betrokken waren op vastliep, was dat ik de taal zo clichématig begon te vinden. Ik merkte dat ‘we in de kerk’ dingen duidelijk willen zeggen, scherp willen hebben. Ik miste daarin op een gegeven moment een bepaalde gelaagdheid; voor mij heeft geloof ook altijd iets ongrijpbaars. Geloof is ook een mysterie. Ik sprak laatst voor studenten binnen de Gereformeerde Bond over verzoening in de literatuur. Zij waren al even theologisch bezig met het begrip verzoening. Toen kwam ik. Ik heb hen erop gewezen dat er naar mijn idee rond verzoening altijd een punt komt waarop je moet zeggen: nu stopt het kennen, het begrip. Op dat punt is taal ontoereikend. Wat verzoening precies is, daar kom je nooit helemaal achter. En juist dan begint het verhaal, de verbeelding, er mag bij zo’n begrip iets van mysterie blijven. De ruimte voor mysterie heb ik
Arie Kok (1968) studeerde HEAO-bedrijfskundige informatica en werkte daarna als ICT-consultant. In 2000 stapte hij over naar de EO; hij was daar Hoofd Internet en later hoofdredacteur van onder meer EO-Visie. In 2012 werd hij zzp’er. Hij werkt voor diverse opdrachtgevers en schreef al enkele boeken, onder meer Morie, Nachtmotet en Zoete Zee. Naast zijn werk is hij voorzitter van het Christelijk Literair Overleg. Arie Kok is getrouwd en heeft drie dochters; met zijn gezin is hij betrokken bij een PKN-gemeente in Amersfoort.
33
ONTMOETING
nodig. Het is wel zo dat je je door dit soort twijfel zomaar een buitenstaander voelt. Maar voor mij mag twijfel er in de kerk zijn. Toch? Willem Jan Otten schreef ooit: geloof begint met een bres, geslagen in het bolwerk van de twijfel. Daarom schrik ik niet van twijfel; daardoor ga je zoeken en kom je tot kennis.’
Doet dit zoeken af aan de waarde van geloof?
‘Nee, integendeel. Het is wel zo dat je iets minder houvast hebt. Maar dit is hoe ik ben.’
Stel dat zich iets verdrietigs voordoet in je leven.
‘Ik herinner mij de tijd van de ziekte van mijn vader. Hij was een heel vrome man, een inspirator ook. Maar in die tijd had hij het moeilijk, hij wist het niet meer. Hij zei: “Ik lijk het kwijt te zijn.” Terwijl ik dacht: nu ben je echt mens! Op zijn sterfbed zei hij: “Een eeuwigheid in de hemel – dat is dat ik bij God ben.” Ik denk dat dit geloof is, dat is het ook voor mij: bij God zijn. Dat vind ik voldoende.’
Mystiek
Nu het over je vader gaat, wat herinner jij van je jeugd?
Terwijl je tegelijk, las ik, veel hebt met ‘hoog-kerkelijke’ zaken als kerkelijk jaar en liturgie.
‘Ik groeide op in Elst, het Utrechtse Elst, voor ongeveer de helft kerkelijk. En als het om kerken in Elst gaat, dan hebben we het over degelijke kerken, de Gereformeerde Bond, de Oud Gereformeerde Gemeenten, later ook de Hersteld Hervormde Kerk. De sfeer thuis was echt die van een Gereformeerde Bondsnest: orthodox. Het geloof en wat daarin meekomt, is belangrijk en tegelijk is er een bepaalde ontspannenheid. Ik denk dat die te maken heeft met het mystieke dat hervormd-zijn in zich heeft. Het idee dat er veel mensen in de kerk zijn die anders denken dan jijzelf geeft ontspanning, meer dan in de kleinere gereformeerde kerken. Hervormden zijn ook niet zo van de discussie.’
‘Dat klopt. Als je het kerkelijk jaar niet aanhoudt, krijgt elke zondagse dienst naar mijn idee iets willekeurigs. De voorganger preekt over iets waar hij zelf opkwam, aan dacht. Terwijl het kerkelijk jaar samenhang brengt, de dagen en tijden betekenis geeft. De predikant preekt over iets dat hij niet zelf koos.
En dit klimaat voelde goed?
De waarde van beide ervaar ik vooral in de stille week. In onze kerk zijn we daar van maandagochtend tot en met Paasmorgen mee bezig. Dan doorlopen we de acht dagen aan de hand van de liturgie. Je voelt dat het elke dag minder wordt, dat het niet de goede kant op gaat. Die ervaring is sterker als je erbij vast, bijna lichamelijk ga je verlangen naar Pasen. Zo leef je intenser. Ik heb dat ook op zondagmorgen, als de klokken geluid worden en we in stilte wachten tot de predikant binnenkomt. Zulke dingen zijn van betekenis: ze laten zien dat een dienst niet alleen van de preek afhangt, die kan zomaar tegenvallen. Het gebouw, de historie ervan, het klokgelui, de stilte, ook die zijn belangrijk.’
‘Ik heb nooit de behoefte gevoeld mij hiertegen te verzetten, deze sfeer paste bij mij. Veranderingen hierin zijn bij mij geleidelijk gegaan; wat gebleven is, is de betrokkenheid bij kerk en geloof. Voor mij is trouw aan kerkgang bijna een vanzelfsprekendheid.’
Ergens las ik over jouw tijd bij de EO dat je daar bekend stond als de nuchtere hervormde jongen.
‘Zo werd ik genoemd. Ik liet mij niet van de wijs brengen als dingen snel emotioneel gebracht werden. Ik herinner me uit mijn tijd bij EO-Internet dat het aanmeldsysteem voor de Jongerendag gehackt was. Collega’s zeiden: dit is een aanval van de duivel, terwijl ik dacht: het zijn rotjochies die zoiets doen. Die nuchterheid is er nu ook nog. Ik trek zaken niet zo snel in het geestelijke. God is de totaal andere. Als ik zijn betrokkenheid bij mensen te concreet maak, dan loop ik daarin vast.’
34
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
Voor mij mag twijfel er in de kerk zijn. Toch?
En daarom zocht jij naar kantoorruimte in een oud
klooster? ‘Nou, het is niet zo’n heel oud klooster hoor. Ik zit hier vooral omdat het betaalbaar is. Het is wel zo dat ik graag
werk op een betekenisvolle plek, eerder aan een oude gracht, nu in dit klooster. En ook hier wil ik meer over het gebouw weten. In deze vleugel bijvoorbeeld heeft paus Johannes Paulus II geslapen tijdens zijn omstreden bezoek aan Nederland in 1985.’
bij een boek staat de kritiek in de krant. Ik heb daar wel een redelijk dikke huid voor ontwikkeld. Maar evengoed: je schrijft voor mensen, dan maakt een kritische recensie je onzeker. De eerste maand kan ik er niet tegen, daarna geeft het niet meer en trek ik er vooral mijn lessen uit.’
Stil
Wat opvalt in je boeken, is de aandacht voor historie en voor het Joodse volk. Hoe zit dat?
Arie Kok werkt als zelfstandige. De keus voor die vrije rol van tekstschrijver en later schrijver van boeken was een logische, vindt hij: ‘Als kind liep ik altijd al met boeken onder mijn arm. Ik ging zo’n twee, drie keer per week naar de bibliotheek. Het zoeken, het nieuwsgierige zat er altijd al in. Schrijven deed ik ook al vroeg, voor de jeugdvereniging, het ICT-bedrijf waar ik werkte en in een huis-aan-huis blad.’
Maar dan nog is het een stap om vanuit een vaste baan zzp’er te worden.
‘Dat klopt. Het was toen bovendien geen gemakkelijke tijd. Tegelijk wist ik dat ik iets anders wilde. Een hoofdredacteur heeft maar een beperkte houdbaarheidsdatum. Je moet elke week fris zijn, de redactie scherp houden en creatief blijven. Toen ik voor de achtste keer meewerkte aan de voorbereiding van de Kersteditie van Visie dacht ik: wat nu weer? Daarom heb ik de stap gezet.’
Je zette die in 2012. Een jaar later verscheen je eerste boek, Morie, later kwamen er meer. Boeken worden gerecenseerd. En zomaar is een recensie minder positief. Dat lijkt me niet leuk.
‘Je maakt iets voor het publiek. Daarin lijkt het op de rol van hoofdredacteur: je doet je werk voor lezers. Maar inderdaad,
‘Ik heb inderdaad iets met geschiedenis. En met het Joodse volk, daar ben ik erg in geïnteresseerd, dat oude volk waarmee God een weg gaat die niet helder is, maar wel veel zegt over wie Hij is. Iemand schreef eens: “Auschwitz is zoiets verschrikkelijks, dan moet er wel een God van liefde zijn waar het kwaad zich zó tegen verzet.” Dat maakt mij stil.’ LEENDERT DE JONG IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG
In deze OnderWeg start een literatuurrubriek, zie pagina 36. Vaste schrijver is Arie Kok. Zoals uit het interview blijkt, is hij ook zelf schrijver van boeken en daardoor bekend met nogal wat mensen in het (christelijke) literaire wereldje. Zo’n dubbelrol kan lastig zijn: hoe blijft hij objectief? Arie: ‘Ik ken inderdaad veel auteurs persoonlijk. Als er bepaalde belangen spelen, zal ik die in deze rubriek benoemen. En als ik een auteur goed ken, kan ik in plaats van een recensie beter voor een interview kiezen, waarbij ik mijn relatie met de auteur benoem. Lezers kunnen dan zelf oordelen of ik onafhankelijk genoeg ben geweest.’
Annelies Vonk: ‘Ik wil mensen triggeren’ De laatste pagina’s van OnderWeg krijgen met ingang van deze editie een nieuwe invulling. Met daarop ondermeer een cartoon, gemaakt door Annelies Vonk.
boeken- en cadeauwinkels. ‘Maar mijn allermooiste klus, dat was toch wel het tekenen van Bijbelplaten voor uitgeverij de Schatkoffer. Het is mijn droom om zoiets vaker te doen.’
Annelies Vonk (1967) stond jarenlang voor de klas. Als kleuterjuf kon ze haar creativiteit de vrije loop laten. Tekenen heeft ze altijd al gedaan, ze is autodidact. Na haar loopbaan in het onderwijs werkte ze op de Doulos, onder andere als dramadocent en later was ze opvoedcoach voor ouders van pleegkinderen. Maar de tekenpen bleef aan haar trekken. ‘Ik heb het roer omgegooid. Het is belangrijk dat je doet waar je van houdt en waar je goed in bent.’ Annelies Vonk tekent onder andere kaarten die gretig aftrek vinden in
Met veel plezier gaat Annelies nu aan de slag voor OnderWeg. Bijzonder vindt ze dat, ook omdat haar opa, dominee C. Vonk, aan de wieg van Opbouw stond. ‘Ik ben elke keer weer verbaasd dat mensen mijn tekeningen leuk vinden. Ik hoop dat ze mensen triggeren. Ik houd niet van moraliseren, maar wil met mijn tekeningen zaken vooral van een andere kant belichten. Dat mensen denken: hé, dit had ik nooit zo bekeken. Doe ik dat misschien ook? Tja, diep van binnen ben ik toch een juf. Ik wil iets overbrengen.’
LITERATUUR
‘De hemel bestaat niet? Hoe kom je erbij’
In deze nieuwe rubriek zoekt Arie Kok
naar hoop, geloof en inspiratie in literaire
boeken. De nieuwste roman van Jannetje Koelewijn geeft een onthullend inkijkje in het (synodaal-)gereformeerde leven. ‘Ze vertelt het eerlijke verhaal.’
Een paar jaar geleden belandde ik voor een sfeerreportage in museum Spakenburg. Ik hoopte er de ziel van het dorp te treffen. Al snel zat ik met een paar vrijwilligers op leeftijd aan de thee. Het harde roepen hadden ze op zee geleerd, zeiden ze, dat waren ze maar blijven doen. En nee, ze hadden niets tegen ‘vreemden’, als je je maar aanpast. ‘We hadden toen dat akkefietje met die van dat boek, kom, hoe heet ze ook alweer?’ zei een van de dames. Het bleek om Jannetje Koelewijn te gaan.
TEKST ARIE KOK
Deze NRC-journaliste had een boek over haar in Amsterdam geboren Spakenburgse vader geschreven en dreigde in het dorp te komen optreden. Met dat plan was de vloer aangeveegd. Het zal de titel van het boek geweest zijn, suggereerde ik, De hemel bestaat niet, en mompelde nog dat het zo’n slecht boek niet was, maar het was een gedane zaak. Tevreden doopte ze haar kaakje in de thee.
36
OnderWeg #17 > Jaargang 6 > 26 september 2020
Na het lezen van Jannetjes boek was ik met één vraag blijven zitten: heeft vader Koelewijn het geloof echt achter zich gelaten? Hij ontbiedt toch regelmatig de dominee en als het even kan, gaat hij ’s zondags naar de kerk, bij de ‘bonders’. Dat moet meer zijn dan nostalgie. Het ‘zeker weten’ was ‘verlangen’ geworden, en eigenlijk vond ik dat zo gek nog niet. Geloven is tenslotte een zaak van het hart.
Tevreden doopte ze
haar kaakje in de thee
Deze zomer verscheen een nieuw boek van Jannetje Koelewijn: Fresia’s voor mevrouw Brak. De laatste jaren van mijn ouders. Jannetje vraagt zich af waarom het gereformeerde geloof
haar vader wel aanspreekt en haar moeder juist dreigt te verpletteren. De heerszuchtige vader heeft het gezin met rechte lijnen bij de kerk willen bewaren, maar zijn vrouw is afgehaakt. Op een dag is ze zelfs bij hem vertrokken. En nu zijn ze in hun levensavond aangekomen. Het geheugen begint moeder in de steek te laten; dat ze ooit gescheiden is, zinkt weg in de nevels van het vergeten. Vader vindt het wel prima dat ze weer naar hem toetrekt. Ze gaan in hetzelfde Utrechtse gasthuis wonen, elk een eigen kamer. Jannetje woont om de hoek. Ze kan elke dag even gaan kijken en noteren wat ze met hen meemaakt. Bij gelegenheid leest ze het haar ouders voor. In haar trefzekere stijl zet Jannetje ons de scènes voor. Bij tijden hilarisch, dan weer tragisch en pijnlijk, maar altijd vol liefde opgeschreven. Vooral de voormalige scheiding zorgt voor verwarring en levert rake dialogen op. Zo tegen kerst wil vader naar Parijs, zoals hij altijd deed, samen met zijn vrouw. De scootmobiel past maar net in de Thalys, in de hazenstand raast hij over de trottoirs en roept: ‘Ik zie niks, maar ik weet alles nog.’ De familie rennend erachteraan, om erger te voorkomen.
‘En ik heb je nog wel gedoopt’ Op een avond gaat bij Jannetje de telefoon. Dominee Hans Schouten uit Baambrugge, die later priester werd. Hoe Jannetje erbij komt te schrijven dat hij homoseksueel is. ‘En ik heb je nog wel gedoopt.’ In zijn volgestouwde studeerkamer praten ze het uit. Er volgen meer bezoeken, gesprekken over geloof, kerk en het levensverhaal van Schouten. Als Schouten op zijn sterfbed ligt, gaat Jannetje nog één keer langs. ‘Hij had gehuild, bitter gehuild, omdat alles waar hij in geloofde nog maar voor zo weinig mensen betekenis had.’ Moeder Koelewijn sterft kort daarna, nog steeds niet gelovig, ze wordt in Bijbelteksten gedrenkt uitgedragen. Ten slotte vertelt Jannetje over de begrafenis van haar vader. ‘Paul Visser preekte over vaders geloofstwijfel en ons een voor een aankijkend zei hij dat wij misschien nog op zoek waren, maar dat de Levende ons allang gevonden had.’ Bij het neerlaten van de kist verliest haar broer bijna zijn evenwicht, hij valt nog net niet naar beneden. Is Jannetjes vraag beantwoord? Ze laat het in het midden, vertelt het eerlijke verhaal. En dat zou genoeg moeten zijn, ook bij een kopje thee in Spakenburg.
Naar aanleiding van:
Jannetje Koelewijn, Fresia’s voor mevrouw Brak. De laatste jaren van mijn ouders, Amsterdam (Van Oorschot), 2020. 256 pagina’s, € 22,50. ISBN 9789028220072.
Het oordeel van Arie Kok:
• Onthullend inkijkje in (synodaal-) gereformeerd leven • Markante personages in levendig samenspel • Vlot geschreven, leest lekker weg • Zet aan tot reflectie, laat het oordeel aan de lezer over Lees op pagina 32 een interview met Arie Kok, de auteur van deze nieuwe literaire rubriek.
37
Nieuws Geluk in tijden van corona
T
wee maanden na de lockdown ging ik in een Veritas-forum in gesprek met Dirk de Wachter, een bekende psychiater, over geluk in onze samenleving. De gespreksleider begon met een persoonlijke vraag: streef jij naar geluk in je eigen leven? Het antwoord dat iedereen verwachtte was: ja, dat doe ik. Maar dat antwoord gaf ik niet. De belofte in onze samenleving is dat ik mijn geluk zelf in handen heb. Het enige wat ik moet doen is ‘mijn eigen hart volgen’, ‘ervoor gaan’ en ‘alleen die dingen doen waar ik energie van krijg’. De Amerikaanse schrijver Jonathan Franzen laat in zijn roman Vrijheid zien wat deze belofte doet in het leven van mensen. Het boek gaat over de vrijheid om voor jezelf te gaan. Vrijheid zonder verbondenheid met anderen. Vrijheid zonder de grenzen van de moraal. De keuze van het omslag is typerend: één enkele vogel zittend op prikkeldraad. Als er één les uit deze roman getrokken kan worden, dan is het wel dat de keuze om voor jezelf te gaan en voor je eigen geluk te kiezen, leidt tot pijn, verdriet en eenzaamheid.
Alleen in relatie met anderen kom ik tot mijn bestemming Je kunt geluk niet afdwingen. Dan misken je het onverwachte en het verdriet die bij het leven horen. Maar nog belangrijker, dan misken je dat geluk een diepere dimensie kent. Geluk kun je alleen ontvangen in een betekenisvol leven. Alleen in relatie met anderen kom ik tot mijn bestemming. Alleen door er voor de ander te zijn, kom ik tot ontplooiing en krijgt mijn leven zin. Ik kan geluk niet afdwingen. Zeker niet in tijden van corona waarin relaties onder druk staan. Het enige wat ik kan doen is openstaan voor stukjes geluk die in mijn richting vallen. Per telefoon, digitaal of op anderhalve meter afstand. Mijn eerlijke antwoord op de vraag van de gespreksleider was dan ook: nee, ik streef niet naar geluk. In het diepe besef dat ik een relatie heb met een Ander die niet gehinderd wordt door corona.
Regiegroep: zoek naar nieuwe verankering aan de Bijbel
GKv/NGK moeten op zoek naar een nieuwe en daarmee sterkere verankering aan de leer van de Bijbel, nu het instrument dat daartoe dient – de binding van ambtsdragers aan de klassieke belijdenisgeschriften – steeds minder functioneert. Dat biedt ook kans op nieuw belijden. Die aanbeveling doet de Regiegroep hereniging NGK/GKv aan de GS GKv en LV NGK. De Regiegroep stelt voor om een commissie te benoemen die gaat verkennen ‘op welke wijze de kerken hun geloof met het oog op deze en de toekomende tijd kunnen belijden en hoe de verankering van de kerken aan de leer van de Bijbel opnieuw vorm kan krijgen.’ Meer informatie: www.onderwegnaar1kerk.nl.
Kerkorde verder versoberd
Na breed commentaar vanuit de kerken op de versie-2019, heeft de Werkgroep Toekomstige Kerkorde een nieuwe versie van de kerkorde gemaakt die bij de hereniging van NGK en GKv de bestaande kerkordes moet vervangen. Daarin is de vrijheid voor plaatselijke gemeenten om eigen keuzes te maken vergroot door in veel bepalingen terug te gaan naar de kern en meer ruimte te laten voor variërende uitwerking en uitvoering. GS GKv en LV NGK zullen dit voorstel het komende halfjaar behandelen. Meer informatie: www.onderwegnaar1kerk.nl.
GKv-synode handhaaft openstelling ambt voor vrouwen
De Generale Synode (GS) van de GKv heeft de bezwaren van een aantal kerken tegen de besluiten van de synode-2017 om de ambten voor vrouwen open te stellen unaniem afgewezen. Verzoeken van gemeenten die zorgen uitten over de onderbouwing van die besluiten vonden meer weerklank. De synode sprak uit dat voor beide overtuigingen en praktijken een volwaardige plaats in de kerken behoort te blijven. Gemeenten zijn dus vrij, maar niet verplicht om vrouwen als ambtsdrager te benoemen. De commissierapporten zijn te vinden op: www.lv-gs2020.nl (onder GKv/rapporten/beleidsrapporten, nr. 22). Voor de synodeverslagen en -besluiten zie www.gkv.nl/nieuws/ vrouwen-mogen-dienen-in-alle-ambten.
Verbonden aan GKv Zwartsluis: kandidaat A.J. Riemer (Kampen); aan GKv Meppel: kandidaat K.S. Tamminga (Kampen); aan GKv HardenbergBaalderveld-Zuid: D.C. Meijer (AlblasserdamNieuw-Lekkerland). Geschorst voor onbepaalde tijd: J. Hansum, Kruispunt Vathorst, Amersfoort (CGK/NGK/PKN). Beroepbaar: B. Wijnalda-Spoelman (Roodeschool).
MAARTEN VERKERK IS EMERITUS HOOGLERAAR CHRISTELIJKE FILOSOFIE EN LID VAN DE EERSTE KAMER > Voor meer actueel nieuws ga naar onderwegonline.nl
TOT SLOT
OnderWeg online > Op Facebook Piet Mars is directeur van het succesvolle AFAS Software én christen, lid van GKv De Koningshof. In een prachtig portret dat Wilfred Hermans schreef, vertelt Piet Mars over zijn werk en leven. ‘Als God je werk zegent, moet je dat inzetten in zijn koninkrijk, niet een nog groter huis bouwen of een nog grotere auto kopen.’ Jan Los: ‘Alsof Piet naast je zit. Fijn zo’n echt en inspirerend artikel van een inspirerend mens’
GA VOOR MEER REACTIES NAAR: www.facebook.com/onderwegonline of scan de QR-code.
> Op Twitter
‘Ha aardige fans, wie helpt ons op de vrijdagavond aan de 1000ste volger? Nog 1 te gaan namelijk…’
GA VOOR MEER REACTIES NAAR: twitter.com/onderwegonline of scan de QR-code.
‘Houden van God’ VOORUITBLIK • Het thema van OnderWeg 18 is Houden van God. Dat gaat verder dan trouw, gehoorzaamheid en loyaliteit. Het gaat ook over wat je ten diepste beweegt, waar je voor leeft. Liefhebben van God gaat samen met verlangen naar en vreugde om wie God is. • Een ontmoeting met Kees Zondag. Hij is vanaf het begin betrokken bij de NGK Houten. In 2011 raakte hij bijna volledig verlamd door het Syndroom van GuillainBarré. De fysieke gevolgen hiervan draagt hij tot op de dag van vandaag, maar hij is nog steeds creatief en sterk van geest. • Han Hagg gaat de uitdaging aan om de verwondering over de betekenis van Gods Woord door te geven en past dit toe op de praktijk van het geloofsleven.
‘ Waarom gaan we niet zelf kerkje spelen op zondag?’ Judith Feddes-Hazelzet, pagina 11.
" gave gast, di e ni euwe jeugdlei der uit Nazareth "
Illustratie: Annelies Vonk www.kriebelsenkrabbels.nl
39
Geloven is voor iedereen! Gods waarheid steeds opnieuw ontdekken gaat dan ook je leven lang door. Jong of oud, in de kerk ben je nooit uitgeleerd. Want leren in de kerk is meer dan het onthouden van feiten. Het gaat erom dat je als hele gemeente ontdekt wat het betekent om in liefde samen te leven met God en de mensen om je heen.
Groeien doe je samen
Voor meer informatie kunt u deze websites raadplegen: • www.lerenindekerk.nl • www.follow-up.nu • www.geloof.nu • www.buijten-motief.nl
Uitgeverij Buijten & Schipperheijn biedt, in samenwerking met het Praktijkcentrum, allerlei materialen aan die daarbij helpen. Analoog en digitaal. Voor individueel gebruik en voor groepswerk. Voor de allerkleinsten en voor volwassenen. Voor gewone bijzondere en voor extra bijzondere mensen. Voor enthousiaste gelovigen, voor twijfelaars en voor belangstellende ongelovigen.
•VOOR PEUTERS EN KINDEREN
•VOOR TIENERS
•Op handen
•Follow Up
Een cursus geloofsopvoeding voor ouders door Ingrid Plantinga.
Een complete leeromgeving die jongeren aanspreekt en die catecheten ondersteunt.
•De eerste keer vader •De eerste keer moeder •De eerste keer opa & oma
•Geloof.nu
Wat staat je te wachten en hoe maak je er een mooie periode van?
Methode voor geloofsonderwijs. Bijbelstudie en geloofsleer ineen. Informatie op www.geloof.nu
•God begint klein
•Belong
Een boekje vol Bijbelse wijsheid over kinderen van Pieter Both.
Opgezet vanuit de vragen van tieners: Wie ben ik? Waar hoor ik bij? Hoe doe ik ertoe? Wat geloof ik zelf?
•Bijbelverhalen om zelf te lezen Ook om voor te lezen, vanaf 3 jaar.
•De Bijbel, het boek van Jezus Bijzondere kinderbijbel voor kinderen vanaf 4 jaar.
•Handboek voor jeugdwerkers, •Handboek voor kinder- en jeugdpastoraat •Handboek voor catecheten
•Handboek voor kinderwerk •Handboek voor kinder- en jeugdpastoraat
Elke kerkelijke werker zijn eigen handboek, zie www.werkenindekerk.nl
Praktische handboeken voor werkers in de kerk, zie www.werkenindekerk.nl
•VOOR JONGVOLWASSENEN
•Helives
•Open
Spannende kennismaking met Bijbelse personen voor de bovenbouw basisschool.
Ontdekkend Bijbellezen voor jongeren in twee delen: deel 1 Bijbelse personen, deel 2 Bijbelboeken
•Spoorzoeken
•Tafelgesprekken
Kinderen van 8-11 jaar ontdekken de grote lijnen en geschiedenis van de Bijbel. Door een prachtige tijdlijn en creatieve werkvormen vergroten ze hun Bijbelkennis.
Een eigentijdse cursus over de weg van Jezus, geschreven door Gert-Jan Roest.
•VOOR BIJZONDERE MENSEN •Bijzonder Een doos vol catechesemateriaal voor mensen met een verstandelijke beperking.