SPECIAL
Trouw Het avontuur van
‘U heet toch HEER met weet ik hoeveel hoofdletters?’
Marten Tel
‘Trouw is niet voorbehouden aan de kerk, maar de kerk is er wel op aanspreekbaar’ Thijs Tromp
‘Een relatie hebben is je engageren, zonder dat je weet wat er gaat komen’ Paul Verhaeghe
TIE INSPIRA VOOR NOTEN REISGE
> Jaargang 5> 2 november 2019
INHOUD 12 ESSAY GROOT IS UW TROUW, O HEER? EEN INDRINGEND VERHAAL VAN MARTEN TEL OVER HET VERLIES VAN ZIJN ZOONTJE HARMEN EN ZIJN VROUW GERA.
28 INTERVIEW BALANCEREN TUSSEN TWEE CULTUREN ALS DAGELIJKSE WERKELIJKHEID REBEKKA HERMÁN MOSTERT BALANCEERT AL VAN JONGS AF AAN TUSSEN TWEE CULTUREN, DIE VAN ROEMENIË EN VAN NEDERLAND. LEIDT DAT NIET TOT LOYALITEITSCONFLICTEN?
(On)gewone trouw 22 BESCHOUWING Trouw zijn in een onthechte samenleving 32 INTERVIEW ‘Door te zwijgen, zeggen we eigenlijk dat prostitutie oké is’ 52 BESCHOUWING Waarom zou je trouw zijn aan de kerk? 56 INTERVIEW ‘Je mag best kijken: waar hoor ik thuis?’ 70 VERWERKING Aan de slag met trouw
4
OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019
in deze special verder onder andere
Hoe is het om trouw te zijn in het dagelijks leven op gewone en soms bijzondere plekken? Fotograaf Jaco Klamer en journalist Henrique Staal maakten vijf portretten (pagina 11, 21, 31, 37 en 51).
60 INTERVIEW
‘EEN RELATIE HEBBEN IS JE ENGAGEREN, ZONDER DAT JE WEET WAT ER GAAT KOMEN’ PSYCHOLOOG PAUL VERHAEGHE BETOOGT DAT DE RELATIE DIE WE HEBBEN MET ONS EIGEN LICHAAM VAN GROTE INVLOED IS OP DE RELATIES DIE WE MET ONZE PARTNER HEBBEN. DE VRAAG IS: WAT BETEKENT DAT VOOR ONDERLINGE TROUW?
44 REPORTAGE ‘TROUW EN GODS GENADE HOREN BIJ ELKAAR’ TROUW ZIJN IN JE RELATIES – AAN JE PARTNER, AAN JEZELF, AAN GOD: WAT KOMT DAARBIJ KIJKEN? ELISE LENGKEEK GAAT VOOR EEN ANTWOORD OP DIE VRAAG LANGS BIJ EEN AANTAL (ERVARINGS)DESKUNDIGEN.
BEELDEN VAN TROUW Fotograaf Maarten Boersema maakte zes beelden bij Bijbelteksten over God die trouw is (pagina 2, 15, 27, 43, 59 en 65).
Stockbeelden: Jasonfang/iStock (pagina 1); Zoey Tian/Unsplash (pagina 6-7); Chlorophylle Photography/Shutterstock (pagina 1213); AlexandrBognat/iStock (pagina 17); GODS_AND_KINGS/iStock (pagina 20); Martin Dawson/Unsplash (pagina 28-29); Jean Carlo Emer/Unsplash (pagina 32); Evellean/Dreamstime (pagina 38-39); Amy Humphries/Unsplash (pagina 49); Joshua Eckstein/Unsplash (pagina 52); James Coleman/Unsplash (pagina 54); Ingimage.com (pagina 56); Rawpixel.com/Shutterstock (pagina 67).
5
INTERVIEW
‘In Auschwitz kwam het lijden van het Joodse volk pas echt bij mij binnen’ God is trouw, aan zichzelf, aan zijn beloften, aan zijn volk. Maar hoe beleeft een messiasbelijdende Jood dit, ook tegen de achtergrond van de geschiedenis van het Joodse volk en de Holocaust? OnderWeg gaat in gesprek met beeldend kunstenaar en schilder Marc de Klijn.
A
ls ik zeg: een rode draad in de Bijbel is Gods trouw, wat zeg jij dan, waar denk jij aan?
‘Dan denk ik eraan dat God inderdaad trouw is en nooit loslaat wat Hij begon. Ik zeg er wel bij: de trouw van God is niet iets dat je meteen of op afroep ervaart. Nee, je leert het door in de Bijbel te lezen, door het Woord van God te leren kennen. Ik heb in mijn leven beleefd dat je de trouw van God als het ware leert herkennen, zo van: nu snap ik het. Pas dan wordt die trouw concreet.’
Je zegt: ik heb dit in mijn leven beleefd. Hoe ging dat?
TEKST LEENDERT DE JONG
‘Vijftig jaar geleden heb ik mij bekeerd tot God. Daarvoor was ik intens op zoek naar de zin van het leven. Ik wist niet waar ik vandaan kwam, waar ik naartoe wilde of waar ik stond; erger dan dat kon het niet worden. Toen ik met mijn rug tegen de muur stond, heb ik openheid ervaren om ja tegen het evangelie te zeggen. Ik vond rust in Jesjoea, want ik vertrouwde Hem. Het gekke is: dat had nog niets met mijn Jood-zijn te maken. Ik werd een gelovige, ik werd gedoopt, werd lid van een NGK en leerde dat het om Jesjoea gaat en dat er in Hem geen onderscheid is tussen Jood of Griek.’
18
OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019
Marc de Klijn (beeld Alfred Muller)
Gaf dat rust?
‘Eerst wel, daarna begon het aan mij te knagen. Want in de kerk voelde ik mij Jood, in de synagoge christen. Vele jaren later zijn we in Auschwitz geweest. Op die vreselijke plek heb ik mogen ervaren dat God mij als Jood accepteert, dat ik – terwijl ik als gelovige al bestond! – ook als Jood mocht bestaan. In Auschwitz kwam het lijden van het Joodse volk pas echt bij mij binnen, voelde ik voor het eerst liefde voor mijn eigen volk en zag ik Gods trouw aan dat volk. God laat het Joodse volk nooit los. Ook al is het uitgedund, afgeslacht, vernederd, God blijft trouw!’
Ik kan me voorstellen dat mensen zeggen: hoezo trouw, hoe kun je dit zeggen na Auschwitz?
‘Dat herken ik. Ik heb een nicht die de naam Auschwitz niet wil horen, omdat zij dat niet aankan. Zij heeft daar haar ouders verloren. Toch heb ik een andere keus gemaakt. Ik heb mezelf afgevraagd wat ik met dat ontzettende leed kon doen. We hebben een boek gemaakt met als titel De doden zullen herrijzen. Daarmee heb ik de Joden die stierven een stem gegeven. Daardoor kon ik zeggen: God is trouw gebleven en Hij blijft trouw. Daar geloof ik in. Omdat ik in de Bijbel lees over die trouw en over het feit dat
er een overblijfsel van het Joodse volk zal zijn. God gaat door met de heilige rest van zijn volk.’
Tegelijk zal het in Auschwitz staan ingrijpend geweest zijn. ‘Ja. Ik heb in de ruimte gestaan waarin mijn grootouders vergast zijn. Ik weet nog dat ik daar stond te trillen op mijn benen. Dat ik besefte: hier zijn zij geweest! Tegelijk: door daar te zijn, bewees ik hun de laatste eer. Ook voor mijzelf was deze ervaring belangrijk: thuis werd nooit over de oorlog gepraat, en evenmin over het Jood-zijn.’
Nu spreek jij, als Jood, als christen, over de trouw van God. Hoe werkt dit door in jouw leven?
‘Ik lees in de Bijbel dat onze redding in Christus, terwijl wij de dood verdienden, een mysterie is. Als ik mij daaraan toevertrouw, dan mag ik weten dat ik geborgen ben en verder kan. Omdat God trouw is aan zijn beloften van herstel, van vergeving. Als ik doe wat Hij zegt, is er zegen, ook door zware dingen heen. Als ik zondig
en ik belijd de zonde, dan weet ik dat ik bij Hem mag terugkomen. Omdat Hij ook daarin trouw is.’
‘Ik wist niet waar ik vandaan kwam’ Ook vandaag zijn er volken – in het MiddenOosten, in Afrika – die lijden. Wat wil jij, met jouw geschiedenis, tegen mensen daar zeggen?
‘Ongeveer hetzelfde als wat Paulus zegt: als jij je geloof alleen op dit leven bouwt, ben je te beklagen. Maar als je verder kijkt, dan mag je weten dat jou een onvergankelijk leven wacht. Voor het leven nu betekent dit: houd je vast aan God die trouw is, die jou bij zich houdt, die jou nooit laat vallen!’ LEENDERT DE JONG IS HOOFDREDACTEUR VAN ONDERWEG.
Slachtschapen. (grafiettekening van Marc de Klijn / beeld Marcart)
19
BESCHOUWING
Ouders die voldoende zorg en liefde kunnen bieden, dragen zorg voor een veilige hechting. Maar een mens heeft niet genoeg aan een veilig gezin, hij heeft ook een betrouwbare samenleving nodig. Wim Dekker vraagt zich af in hoeverre wij nog een betrouwbare samenleving zijn. En hoe je moet leven in een wereld die zo veel mogelijkheden biedt en zich tegelijk onbetrouwbaar voordoet.
W
anneer sommige theologen of filosofen naar pasgeboren kinderen kijken, komen ze tot zeer negatieve of somber stemmende uitspraken. Heidegger, Sartre en de reformatorische traditie benadrukken bij het zien van zo veel kwetsbaarheid vooral de sterfelijkheid. Dan klinken er woorden als: ‘het leven als een gestadige dood’ of: ‘het zijn ten dode’. Ouders kijken gelukkig anders in een wieg. Ook zij zien de kwetsbaarheid en zijn zich terdege bewust van de sterfelijkheid van hun kind. Wie net een bevalling heeft meegemaakt, hoef je in dat opzicht niets meer te leren. Maar wat overheerst, is het besef van nieuw leven, van toekomst. Dat doet iets met een vader of moeder. Als vanzelf zorg je, koester je, sla je beschermend je armen om je kind en wieg je het totdat het in slaap valt. Dat in slaap vallen vond ik zelf altijd de ultieme erkenning van het vaderschap. Alsof je kind zich aan je toevertrouwt, weet dat het veilig is, niet meer waakzaam hoeft te zijn. Kijkend naar mijn slapende kind proefde ik iets van de reikwijdte in de uitspraak ‘rusten in de palm van Gods hand’.
Hechting
De psychiater Bowlby heeft die zorg van ouders en de betekenis hiervan voor het kind uitvoerig bestudeerd. Hij ontwikkelde het concept hechting. Ouders die voldoende zorg, liefde en bescherming kunnen bieden aan hun kinderen dragen zorg voor een veilige hechting. Het kind ontdekt dat ouders steeds weer terugkomen en
dus te vertrouwen zijn. Zelfs als ze boos geweest zijn. Daartegenover staan ouders die, soms door ziekte of andere omstandigheden, die zorg niet (kunnen) bieden. Kinderen van deze ouders raken onveilig gehecht. De kwaliteit van de hechting is van grote invloed op het leven van een kind, tot ver in de volwassenheid toe. Een veilig gehecht kind staat volgens Bowlby met meer basisvertrouwen in het leven. En dat basisvertrouwen helpt om in de puberteit of later om te gaan met gevoelens van onzekerheid, angst en onveiligheid. Trouw ontmoeten en vertrouwen hebben zijn volgens Bowlby onlosmakelijk verbonden.
Ik realiseerde mij dat
een schoolplein net een slagveld is Vanzelfsprekend zijn ouders de eersten die een kind trouw moeten bieden. Maar de ontwikkeling van een gezonde hechting is niet alleen afhankelijk van ouders. Naarmate een kind ouder wordt, wordt ook zijn wereld groter. Daarin kan een kind trouw ontmoeten, maar ook geconfronteerd worden met trouweloosheid. Toen mijn kinderen naar de basisschool gingen en ik daar zelf ook weleens rondliep, realiseerde ik mij dat zo’n schoolplein net een slagveld is. En wie volwassenen hoort terugkijken op hun jeugd, weet hoezeer pesten op school een aspect kan zijn van
23
BESCHOUWING
onveilige hechting. Blijkbaar heeft een mens niet genoeg aan een veilig gezin en heeft hij ook een betrouwbare samenleving nodig. Hiermee zijn we bij de eerste kern van dit artikel: in hoeverre is onze samenleving een betrouwbare samenleving?
Risicosamenleving
De toonaangevende denkers over de hedendaagse samenleving zijn op dit punt tamelijk gelijkdenkend. Dat blijkt al uit de kernbegrippen waarmee zij die typeren. De een heeft het over een ‘risicosamenleving’ (Ulrich Beck), de ander over een ‘vloeibare samenleving’ (Zygmunt Bauman) en een derde benadrukt de ‘geglobaliseerde samenleving’ (Anthony Giddens). Maar welke term zij ook gebruiken, ze benadrukken allemaal dat de samenleving steeds minder het karakter van een ‘thuis’ biedt. In het verleden veranderde de samenleving maar langzaam en werd die gekenmerkt door kleinschaligheid. Mensen brachten in het algemeen hun leven door in kleine gemeenschappen. Nou, dat is veranderd. Mensen raken door marktwerking, de voortgaande technische ontwikkelingen, de opkomst van internet en sociale media, kortom door globalisering, steeds meer onthecht. Mensen verhuizen vaker, wisselen sneller van baan, trekken voor hun werk of voor hun vakanties de wereld over en beschikken over een vervoermiddel waarmee ze jaarlijks zo’n tien- tot twintigduizend kilometer afleggen. Onze wereld is niet langer een vertrouwde wereld waarin wij ons thuis voelen.
Geschokt realiseer
jij je dat je je ziel ergens onderweg bent kwijtgeraakt Dat wil niet zeggen dat die wereld per se als onherbergzaam wordt ervaren. Velen hebben het gevoel dat de wereld voor hen open ligt. Het leven als een ontdekkingstocht, als een wereld vol mogelijkheden. Maar niet altijd. Als het tegenzit in het leven lijkt die wereld opeens een wildernis en voelen mensen zich verloren. Waar je aan het begin van je carrière het gevoel had je leven nog voor je te hebben, kun je als dertiger opeens tot de ontdekking komen dat het werk veeleisend is en dat je week een aaneenrijging van verplichtingen is. Geschokt realiseer jij je dat je je ziel ergens onderweg bent kwijtgeraakt. En ondertussen tikt de biologische klok. Moet je ook nog een kind op de wereld zetten. Hetzelfde
24
OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019
geldt voor ouderen. Ze begrijpen de tijd, de wereld en de cultuur van hun kinderen niet meer. Vervreemd. Zoals een dement iemand in zijn geest de weg kwijt is geraakt.
Onbetrouwbaar
Het lijkt nu alsof dit verdwaald-zijn vooral het gevolg is van het verliezen van overzicht. Alsof het aan jezelf ligt. Maar die vervreemding is lang niet altijd het gevolg van verkeerde keuzes. Het is de wereld zelf die grillig is en daarmee onbetrouwbaar. Het klimaat verstikt ons; de zeespiegel stijgt; politieke leiders als Trump, Poetin en Johnson ogen onbetrouwbaar; technische innovaties volgen elkaar onnavolgbaar snel op en we hebben net weer een economische crisis achter ons. Het leven gaat gewoon te snel om koers te houden. Daar komt bij dat instituten die voorheen garant stonden voor basisvertrouwen – het gezin, de kerk en zelfs de school – hun geborgenheidsfunctie verliezen. Wie zondag in de kerk zit, hoopt daar God te ontmoeten. Maar wie om zich heen kijkt en merkt dat het aantal jongeren verder afneemt, bekruipt steeds vaker het gevoel dat God het er ook bij laat zitten. In de klas tref je soms drie keer per week een andere leerkracht en is het onderwijs geïndividualiseerd. Per saldo ervaren velen het leven als een rad van fortuin. Soms win je, soms verlies je. En gelukkig winnen we meestal, maar iedereen voelt dat het geluk zich op enig moment tegen ons zal keren. Inderdaad, een risicosamenleving. Wanneer wij het beeld van Bowlby over hechting hierbij betrekken, doet de wereld zich dus voor als een onbetrouwbare ouder. Je weet nooit zeker of die ouder terugkomt. Je kunt je er niet aan hechten. Je moet voortdurend op je hoede zijn. Daarmee zijn we bij de tweede kern van dit artikel. Want hoe leef je in een wereld die zo veel mogelijkheden biedt en zich onbetrouwbaar voordoet?
Radarmens
Veel sociologen stellen dat individualisering het antwoord is van de mens op deze samenleving. Mensen kunnen in een grillige samenleving niet veel anders dan voortdurend berekenend om zich heen kijken hoe zij de omstandigheden en hun medemensen optimaal kunnen benutten voor hun eigen zelfontplooiing. De moderne mens is een radarmens. Juist onder onbetrouwbare omstandigheden moet je risico’s inschatten, kansen pakken en je voortdurend bewust zijn van je mogelijkheden en je beperkingen. De ander is de hel, zei Sartre. Anders gezegd, elk mens kan je ontplooiing in de weg staan. Helemaal ongelijk hebben deze sociologen en Sartre niet. Moderne mensen, wij dus, leven zo. Peilend, inschattend, berekenend. Het is het mensbeeld dat
past bij onze neoliberale samenleving. Ontrouw als overlevingsmechanisme.
Oases
Er is ook een andere optie. Er zijn mensen die de wereld zo veel mogelijk aan zich voorbij laten gaan. Ze houden zich afzijdig en leven volgens vaste patronen. Dat kan op trouw lijken. Dan is het haast een getuigende leefstijl, zoals mannen of vrouwen in een klooster. Maar vaak is het vooral ingegeven door angst en niet door liefde. Het verbergen van je talent in de akker. Wanneer de risicosamenleving zich opdringt, slaat de paniek toe. Maar daarmee is niet alles gezegd. Het schiet tekort. Niet alleen moreel, maar ook als beschrijving van het gewone leven. Vanavond nog liepen mijn vrouw en ik in het schemerdonker voor een wachtende auto langs. De chauffeur keek alleen naar links, zag dat de fietser voorbij was en gaf gas. Bijna mijn vrouw overreden. Ik keek boos, maar zag de enorme schrik op zijn gezicht. Hij deed direct zijn deur open en putte zich uit in verontschuldigingen. Een goede man. Zwaaiend gingen wij weer uit elkaar. Een ander voorbeeld uit een onderzoek van mijn werk. Ergens woont een kleuter met een onrustige thuissituatie. Een vrijwilligersorganisatie heeft voor dit kind een ouder echtpaar gevonden dat elke woensdag om drie uur met dit meisje naar het tuincentrum gaat. Daar kijken ze naar de vissen, speelt het meisje in de ballenbak en krijgt het om vier uur een saucijzenbroodje. Meer doen deze alsof-opa en -oma niet. Maar wel elke woensdag. Het meisje leert wat betrouwbaarheid is. De moeder heeft rust en krijgt weer ruimte voor haar dochter. Hoe grillig onze samenleving ook is, er zijn nog heel wat oases van rust en veiligheid. Oases waarin we goedheid ontmoeten, rust vinden, hoop krijgen op betrouwbaarheid. De socioloog Zygmunt Bauman maakt juist deze goedheid tot de moraal van zijn maatschappijanalyse. De wereld is inderdaad onbetrouwbaar. Mensen worden aangezet tot individualisering. Maar het leven is geen lot. Bauman geloofde in de kracht van ethiek en hoopte zo onze passiviteit te doorbreken. In de sociologie is dat een tamelijk unieke positie. Onvermoeibaar wees hij steeds weer op het gelaat van de ander. Hij geloofde dat een mens, oog in oog met de kwetsbaarheid van de ander, de keuze heeft om zijn gelaat niet af te wenden, maar zich te richten op die ander, hem onderdak te bieden. Dat is het ware mens-zijn. Trouw zijn aan wie je nodig hebben. Het onthechte leven achter je laten en werken aan een samenleving die verbindt, betrouwbaar is en zo veiligheid biedt.
Verbond
Vanuit de christelijke traditie kan het begrip verbond hierbij een motiverende rol spelen. God heeft aan mensen en de schepping een belofte van trouw gedaan. Daarmee
is alles in relatie tot Hem en tot elkaar gesteld. Wij zijn onlosmakelijk met Hem en met elkaar verbonden. En elke keer weer creëert Hij oases van rust en betrouwbaarheid in relatie tot Hem en tot elkaar. Het opmerkelijke is dat God zich hierbij bedient van zeer eenvoudige handelingen om aan zijn trouw uitdrukking te geven. Hij woont bij mensen, ontvangt ons in zijn huis, wast de voeten van zijn bezoekers, breekt brood, schenkt wijn, zalft zieken. De christelijke sacramenten zijn een bevestiging van het gewone leven. Het mag ons motiveren om er dan ook voor elkaar te zijn of met elkaar te worstelen tot wij een manier van leven met elkaar gevonden hebben. Elke keer weer opnieuw op zoek naar trouw in de zin van duurzaamheid, verantwoordelijkheidszin en openheid. Omdat wij verbindingen met anderen zijn aangegaan. Omdat mensen op ons rekenen of ons nodig hebben. En dat juist in de gewone dingen van het leven. God doet dat al heel lang. WIM H. DEKKER IS ASSOCIATE LECTOR INFORMELE NETWERKEN EN LAATMODERNITEIT AAN DE CHE.
Om over na te denken
• Wanneer werd je voor het laatst getroffen door een diep gevoel van geluk? Wat kenmerkte dat moment? Wie waren erbij betrokken? Kun je dat moment verbinden met trouw? • Breng onder woorden welke dingen bij jou opkomen als je denkt aan het woord ‘thuis’. Het kunnen ook beelden, geuren, kleuren of anekdotes zijn. Wat zegt dit over je verlangen? • Wat geeft jou in je werk, in de samenleving of in de kerk gevoelens van geborgenheid, onherbergzaamheid, plezier en het gevoel deel te nemen aan een ratrace? • Wie zit er in je wijk, op je werk, in jouw nabije samenleving te wachten op jouw trouw? Wat weerhoudt je? • Mensen die genezen zijn van een ernstige ziekte geven steevast aan dat zij ontdekt hebben wat er echt toe doet in hun leven: hun gezin, ontspannen genieten van de natuur, thuiskomen. Waarom lukt het de samenleving elke keer weer om ons weg te houden bij de essentie van ons bestaan?
25
‘Die adoptieboom redde mijn leven’
Portret
‘Ik wil bereikbaar zijn en tijd maken voor anderen’, zegt Gerrie de Wilde (60). Ze vindt het leuk om mensen te ontmoeten en is graag actief in de Haagse Rivierenbuurt. Niet iedereen waardeert het echter als ze zich eenmaal per maand opstelt bij de abortuskliniek in de stad. ‘Het kost soms strijd om eropuit te gaan, dan zoek ik uitvluchten,’ bekent Gerrie nadat ze een keer werd uitgescholden. ‘Dan is het lastig om trouw te zijn.’ 60 jaar worden was een schok voor Gerrie de Wilde, maar ze vierde die verjaardag vijfmaal, met familie, vrienden en buurtgenoten. Onlangs zegde ze haar parttimebaan als wijkverpleegkundige op, omdat die haar te zwaar werd. Nu gaat ze naar mensen toe, naar het voorbeeld van Jezus die bij zijn afscheid opriep eropuit te gaan. Zo spreekt Gerrie eenmaal per maand mannen aan in de straat waar prostitutie plaatsvindt of ze loopt biddend om het gebied heen. Zeven jaar geleden startte Gerrie met haar man Roel een buurtkerk die bezocht wordt door zo’n twintig buurtgenoten. Met haar ex-verslaafde buurvrouw drinkt ze koffie bij de Hema als er met afvalscheiding genoeg is verdiend. ‘Er is hier een kleine gemeenschap ontstaan van mensen die contact hebben en elkaar ondersteunen’, vertelt Gerrie enthousiast. Ondertussen zorgt ze met haar stokrozenproject voor meer groen in de wijk en laat ze buurtgenoten bomenspiegels (het stukje grond rond een boom) adopteren. Gerrie: ‘Een atheïstische buurman zei: “Die adoptie redde mijn leven.” Hij was namelijk ziek geworden en zijn baan kwijtgeraakt, maar nu móest hij elke dag zijn “tuintje” onderhouden. Dat is geweldig, want hij zei ook: “Deze ontmoeting is niet toevallig: dit heeft God geregeld.”’
TEKST HENRIQUE STAAL BEELD JACO KLAMER
‘Deze ontmoeting is niet toevallig’ 51
INTERVIEW
DE BELGISCHE PSYCHOLOOG PAUL VERHAEGHE OVER TROUW IN RELATIES:
‘ een relatie hebben is je engageren, zonder dat je weet wat er gaat komen’ 60
OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019
De grote zaal van de Philharmonie in Haarlem applaudisseert. Zojuist hield ‘key note-spreker’ Paul Verhaeghe zevenhonderdvijftig relatie- en gezinstherapeuten voor dat de relatie die we hebben met ons eigen lichaam van grote invloed is op de relaties die we met onze partner hebben. De vraag is: wat betekent dat voor onderlinge trouw?
Z
ijn populariteit, niet alleen in zijn eigen Vlaanderen maar ook in Nederland, is groot. Zijn boeken zijn bestsellers en in talloze interviews mag hij zijn ideeën toelichten. Mensen, stelt Paul Verhaeghe later in een Haarlems grand-café, zijn sociale dieren. ‘Er zijn solitaire en sociale zoogdieren. Solitairen doen het op hun eentje, sociale dieren hebben de groep nodig. De mens behoort tot deze laatste soort. Als je een sociaal zoogdier alleen ziet zitten, zijn er maar twee verklaringen mogelijk: of hij is ziek, of hij is uitgestorven. We kunnen niet zonder anderen!’
Wat is ervoor nodig om die relaties in stand te houden?
‘Er is een groep nodig waarbinnen je verschillende contacten kunt hebben: intieme relaties, maar ook vriendschappelijke of familierelaties. Het is geen goed idee om met je geliefde naar een onbewoond eiland te vertrekken en daar een leven op te bouwen. Als je met maar één iemand een relatie hebt, leg je alles op de schouders van de ander. Alles moet uit die ander komen, alle frustraties gaan alleen naar die ander. Het gewicht wordt te zwaar. Dat lijkt me geen goed idee.’
De Frans-Joodse filosoof Levinas stelt dat ik alleen kan bestaan bij de gratie van ‘de Ander’, die een appèl doet op mijn verantwoordelijkheid jegens hem.
TEKST SJOERD WIELENGA
‘Merkwaardig genoeg is die gedachte veel te weinig aanwezig in de psychologie. Veel hulpverleners redeneren te veel vanuit het individu. Ze moeten er juist van uitgaan dat iemand alleen maar kan bestaan in de relatie tot de ander. Niet voor niets vertonen kinderen die bij dieren opgegroeid zijn – zonder mensen in hun buurt – geen enkel menselijk gedrag. Relaties zijn dus letterlijk van levensbelang. Als je die niet hebt, ontwikkel je je niet als een normaal mens en sterf je bovendien zeer vroeg.’
Wat kunnen we hiervan leren voor liefdesrelaties?
‘Een van de voorwaarden om een liefdesrelatie uit te
bouwen is dat je een gezonde liefdesrelatie met jezelf hebt. Zoals jullie Nederlanders zeggen: dat je lekker in je vel zit, Vlamingen hebben het over goed in je vel zitten. Een prachtige uitdrukking! Een gezonde verhouding met het eigen lichaam en gezond zelfvertrouwen zijn zeer belangrijk. Want dan moet je niet alles van die ander krijgen en is er geen verregaande vorm van afhankelijkheid. De ander moet ook niet al jouw tekortkomingen opheffen. Alleen als je van jezelf en van je eigen lichaam houdt, kun je in relatie met de ander treden. Hij of zij is immers anders dan jij bent. Als je kampt met angsten, schuld- en schaamtegevoelens, het gevoel van tekortschieten, dan keert dat onvermijdelijk terug in je relatie. Dat wordt een moeilijke verhouding. Een klassiek voorbeeld is jaloersheid. We zijn allemaal jaloers, omdat we een exclusieve relatie willen hebben. Maar sommige mensen zijn pathologisch jaloers. Meestal komt dat door een gebrek aan zelfvertrouwen. Als je niet van jezelf kunt houden, ga je ervan uit dat de ander jou ook maar niets vindt en dus steeds op zoek is naar een andere partner. Het komt er dus op aan een gezonde eigenliefde te hebben. Dan heb je ook een steviger zelfvertrouwen.’
Jezus zei het al: heb je naaste lief zoals jezelf.
‘Ja! Die uitdrukking heb ik in mijn boek Intimiteit
Paul Verhaeghe (1955) is klinisch psycholoog en hoogleraar in Gent. Hij schreef bestsellers als Liefde in tijden van eenzaamheid (1998), Identiteit (2012), Autoriteit (2015) en Intimiteit (2018). Hij is bijna veertig jaar getrouwd en noemt zichzelf ‘niet institutioneel gelovig’. ‘Er bestaat iets groters boven ons – maar wat dat is, daar heb ik vragen over.’
61
INTERVIEW
U zei eens dat we moeten durven falen in relaties. In de sport en ons werk moeten we al presteren, niet ook nog in relaties.
‘In het Westen leefde tot voor kort het idee dat perfectie niet van deze wereld was. We droegen de erfzonde mee, die seculier vertaald werd met: ach, niemand is perfect; iedereen heeft z’n fouten. Die opvatting stond tweeduizend jaar centraal, onder meer in het christendom. Vreemd genoeg leven we sinds een jaar of dertig in de illusie dat perfectie haalbaar is, als je maar genoeg sport, gezonde voeding eet, de juiste opleiding, coach of plastische chirurg hebt. Maar dat is natuurlijk niet zo. Veel jonge mensen lopen daardoor ongelukkig rond, omdat hun lichaam net niet perfect genoeg is.’
Wie bepaalt wat perfect is?
‘Daar kun je de vinger niet achter krijgen. Het zou makkelijk zijn om de schuldige aan te wijzen, die maak ik graag een kopje kleiner. [Hij wijst naar de laptop van de interviewer.] Het zit ‘m in die schermen, in al die beelden die op ons afkomen. Het fotoshoppen. Vergelijk eens de hoofdpersonen van films van veertig jaar terug en nu. Toen waren dat redelijk normale mensen; veertigers zagen er als veertigers uit. Tegenwoordig zien veertigers er in films uit als gefotoshopte vijfentwintigjarigen. Dat klopt niet.’
Welk gevolg heeft dat voor trouw in onze relaties? uitgewerkt. “Bemin de ander als uzelf” heb ik ervan gemaakt. Het is zo’n gelaagde uitspraak. Iemand met een gezonde eigenliefde zal in staat zijn om op een goede manier van de ander te houden. Als iemand niet van zichzelf houdt, is het belangrijk dat hij dat gaat doen. Die uitdrukking ook op hem van toepassing. Gezonde eigenwaarde is fundamenteel.’
Toch lukt het veel stellen niet om elkaar trouw te blijven. Heeft dat alleen te maken met een gebrek aan eigenwaarde?
‘Zonder twijfel soms wel. Mensen met een gebrek aan eigenwaarde gaan voortdurend op zoek naar bevestiging bij anderen. Die bevestiging vinden ze door tijdens hun huwelijk steeds relaties met anderen aan te knopen, om daar te horen te krijgen dat ze de mooiste en de beste zijn en de moeite waard. Maar er is ook een biologische reden voor ontrouw: de drift van erotiek en seksualiteit. De Griekse woorden eros en agapè geven dit onderscheid goed weer. Eros is de geslachtelijke liefde en agapè de geestelijke liefde. Je kunt als heteroseksueel opgewonden raken van het lichaam van de andere sekse en daarvoor vallen. Je kunt jezelf dan wijsmaken dat dit een kwestie van liefde is. Welnee, dat is gewoon drift. Lichamelijke en geestelijke, existentiële liefde worden vaak door elkaar gehaald.’
62
OnderWeg #20 > Jaargang 5 > 2 november 2019
‘Het komt binnen zonder dat we het beseffen, dat is het gevaarlijke. Het vormt een spiegelbeeld: ik wil ook zo zijn en als dat niet lukt, ben ik diep ongelukkig. En we worden aarzelend: ik ben niet goed genoeg, hoe zou die ander mij dan wel goed genoeg vinden? En die ander heeft dat idee ook! Dan blijf je dus alleen over. We houden onszelf die gefotoshopte werkelijkheid voor en we verwachten het van de ander. Het maakt een relatie zeer moeilijk, vooral om die te beginnen. Veel jongeren hebben bindingsangst, ze durven zich letterlijk niet bloot te geven. Mijn generatie
‘KATHOLIEKEN LEZEN DE BIJBEL NATUURLIJK NIET’
durfde niet uit de kleren vanwege schuldgevoelens: het lichaam was slecht en zondig. De huidige generatie durft dat soms niet vanwege schaamtegevoelens: omdat ze denken dat hun lichaam niet mooi genoeg is.’
Intens schuldgevoel Paul Verhaeghe groeide op in een katholieke cultuur die erg ‘lichaamsvijandelijk’ was. Alles van het lichaam was slecht, herinnert hij zich. ‘Het moest gekastijd worden. God was overal, zag je overal en alles wat je deed werd op een weegschaal gelegd. Vagevuur, hel, enzovoorts, je kreeg een heel intens schuldgevoel opgelegd. Dat spitste zich ook toe op het lichamelijke, seksuele en rationele. Daar hebben we ons van bevrijd. Dan zou je denken dat de huidige generatie helemaal bevrijd is van schuldgevoel. Helaas is dat niet zo, er is een enorm schaamtegevoel voor in de plaats gekomen: ik voldoe niet op professioneel vlak, niet op lichamelijk vlak, ik voel schaamte dat anderen dat zien, dat ik ontmaskerd word. En dan krijg je controledwang, perfectiedwang, eetstoornissen, faalangst. Dat zien we in de spreekkamer nu veel meer dan veertig jaar geleden.’
Tegenwoordig benadrukken veel predikanten dat je ‘mag zijn wie je bent’, dat je ‘een parel bent in Gods hand’, dat je je ‘geliefd mag weten door de Vader’ en ‘mooi geschapen bent’. Is dat een reactie op die schuldgevoeltijd?
‘Dat denk ik wel. Anderzijds: er is niets ergs aan om je kinderen voor te houden dat sommige dingen niet goed zijn. Je kunt moeilijk zeggen dat het allemaal niet uitmaakt. Kinderen worden tegenwoordig opgevoed door ouders die perfect willen zijn. Kinderen denken dat ze dat ook moeten zijn. Het is zo’n verademing dat als je moeder een fout maakt zij dat toegeeft. We moeten kinderen leren om te gaan met mislukkingen.’
In uw boek stelt u dat het christendom negatief praat over het lichaam. Maar in de Bijbel lees ik vooral positieve noties: het lichaam als tempel van de heilige Geest, de kerk als het lichaam van Christus waarin ieder lichaamsdeel zijn eigen plek heeft. En na de dood wacht de wederopstanding van het lichaam. Zijn dergelijke noties behulpzaam voor de samenleving? ‘Dat heb ik allemaal pas later ontdekt – katholieken lezen de Bijbel natuurlijk niet. Religie kan iets betekenen in deze individualistische samenleving die bestaat uit elkaar beconcurrerende zzp’ers. Dat is natuurlijk geen samenleving. We moeten zoeken naar nieuwe manieren om groepen te vormen en religie kan daarin zeker een rol spelen. Een groep kan gevormd worden rondom vragen naar het transcendente. De uitdaging voor religie is om een nieuwe organisatievorm te ontwikkelen, want het transcendente gaat niet weg. De waarde is dat zo’n
‘VREEMD GENOEG LEVEN WE IN DE ILLUSIE DAT PERFECTIE HAALBAAR IS’ nieuwe religievorm verbindend zal werken. Bovendien kan het helpen om onze samenleving – letterlijk: samen leven, dus niet als zzp’ers – moreel te doordenken. Immers, niet alles draait om het maken van winst.’
In Intimiteit stelt u dat secularisering tot gevolg heeft dat we denken dat dit leven het enige is en we er hier het allerbeste van moeten maken. Sinds de jaren zestig ontkerkelijkte het Westen in rap tempo en nam het aantal echtscheidingen enorm toe. Is dat de keerzijde van de seksuele revolutie of gewoon part of life?
‘Dat is zeker een keerzijde. Als je opgroeit in een maatschappij die jou ervan overtuigt dat perfectie bereikbaar is, ook op het gebied van relaties, dan is jouw huwelijk maar niets. Een andere liefde zal dan wel beter zijn. Je denkt: ik heb vast de verkeerde keuze gemaakt. En dan kies je weer iemand anders. Maar als je ervan uitgaat dat perfectie niet van deze wereld is, ben je minder geneigd bij je man of vrouw weg te gaan om elders dat perfecte antwoord te zoeken. Tegenwoordig wordt het woord “investeren” gebruikt als het gaat om relaties. Verschrikkelijk, alsof relaties een belegging bij de bank zijn die rendement moeten opbrengen. Het juiste woord is: je engageren, zonder dat je weet wat er gaat komen. Ja, het kan mislukken. Maar je bent het engagement aangegaan om ten minste de relatie te doen slagen. Niets garandeert dat het gaat lukken. Je moet er iets voor doen: dat is engageren. Bereid zijn om een mislukking erbij te nemen en dat niet als het einde van de wereld te beschouwen, maar te kijken of je het kunt oplossen. En beseffen dat jij en je partner tijdens je relatie kunnen veranderen. Zonder engagement lukt het niet.’ SJOERD WIELENGA IS FREELANCE JOURNALIST.
63
TIE INSPIRA VOOR NOTEN REISGE
GeĂŻnspire e rd ge raakt? Volg onze trouwe abonnees en lees
OnderWeg ook! Probeer het magazine 3 maanden gratis (digitaal of op papier).
ga naar onderwegonline.nl/gratis het (digitale) proefabonnement is drie maanden gratis en stopt automatisch
Boordevol inspiratie 69