10 minute read

Besparen met Sensorfact

Sensorfact geeft mkb energieadvies op machineniveau

Zonder kabels trekken of productie-stops

Is Sensorfact nu een startup of een scaleup? Oprichter en ceo Pieter Broekema weet ook niet precies wanneer je wat bent: “Wanneer ben je dan een echt bedrijf?” Wat hij wel weet is dat Sensofact al drie jaar op rij elk jaar met 100 procent groeit. Die 1400 klanten die om dat ook dit jaar te halen eind dit jaar in de boeken moeten staan en energieadvies op machineniveau krijgen, is dat niet wat ambitieus? “Zeker niet”, aldus Pieter, “Op dit moment zitten we voor dit jaar al boven die 100 procent.”

Sensorfact is een partij die industriele bedrijven helpt te verduurzamen. Dit doen ze door sensors aan te bieden die niet-invasief op de voedingskabels van individuele machines in een productiehal worden geïnstalleerd. De sensors meten de stroomsterkte door de kabels elke 30 seconden, en op basis van die data zoeken algoritmes volledig geautomatiseerd naar waar stroom kan worden bespaard. Energieconsultants helpen dan Sensorfact’s klanten om die data te interpreteren, en geven gericht en gepersonaliseerd energiebesparingsadvies. Nummer één markt Die klanten komen overigens niet alleen uit de kunststofindustrie. “Maar de kunststof is onze nummer één markt.”, aldus Pieter die met zijn bedrijf Sensorfact pakweg 10 procent van de grotere ‘kunststof-mkb-ers’ in Nederland tot zijn klanten mag rekenen. Het is geen toeval dat de kunststof de belangrijkste markt is voor Sensorfact. “De kunststofindustrie gebruikt niet alleen in absolute zin veel energie - dat is in de ‘papier’ ook. Maar relatief in energieverbruik per geproduceerde kilo output is het

ook nog eens veel. Dat heeft ook te maken met de complexiteit van het eigenlijk batchgestuurde proces. Je hebt bijvoorbeeld te maken met veel matrijswisselingen bij het spuitgieten en dan worden machines vaak maar aangelaten. Kunststofproductie is een complex proces met veel verschillende handelingen.”

Ambitieus Sensorfact heeft niet uitsluitend klanten in Nederland. De clientele bevindt zich in ongeveer 20 landen, verspreid over Europa. Het internationale team van tegen de 100 mensen dat voor dat flink uitdijende klantenbestand verantwoordelijk is en heel Europa afbelt, benadert de klanten inmiddels niet meer alleen vanuit Utrecht. Recent is een kantoor in Berlijn geopend en op 1 oktober van dit jaar opent een Sensorfactvestiging in Barcelona de deuren. “We zijn best wel ambitieus”, stelt Pieter. “We willen binnen drie jaar een zo groot mogelijk deel van de hele industriële mkb-markt in Europa bedienen. Dat is de ene as waar we ambitieus zijn. De andere as waar we ambitieus zijn, is dat we niet alleen maar energie-provider of iot-provider op energiegebied voor het mkb willen worden. Dat willen we ook op voorspellend onderhoud, op watermonitoring, op persluchtlekkages

– eigenlijk op alle stromen aan verspilling willen we de mkb-er helpen ten eerste data te ontsluiten en ten tweede duidelijke inzichten te geven op basis waarvan de productie efficiënter gemaakt kan worden.”

Aan de slag Nu klinkt ‘energieadvies’ – want dat is wat Sensorfact ogenschijnlijk geeft – toch eigenlijk gewoon als ‘consultancy’. En consultants zijn er, ook als het om energieverbruik en besparingsadviezen gaat, toch wel genoeg. Wat weten ze hier vanuit Utrecht dan aan toe te voegen voor de kunststofindustrie? Voor dat verhaal moet je terug naar de tijd dat Pieter na zijn studie Natuurkunde in Groningen zelf een jaar in de consultancy zat. “Ik wilde eigenlijk in de energie

“We bezoeken de klant eigenlijk niet. Dat hoeft ook niet en houdt onze prijs laag”

In levende lijve?

Op de website van Sensorfact vertellen verschillende klanten over hun ervaringen en wat de samenwerking heeft opgeleverd. Daar staan ook alle contactgegevens vermeld. Toch voorkeur voor aan een ontmoeting in levende lijve? Kom dan op 14 en 15 september naar Kunststof en Rubber op de Kunststoffenbeurs. Bij ons op stand 231 is Sensorfact te gast en kunt u van gedachten wisselen over uw mogelijkheden om energie te besparen.

met duurzaamheid aan de slag. En ondernemen. Samen met een studievriend heb ik mijn baan opgezegd en een jaar lang gewoon letterlijk bij bedrijven aangeklopt met de vraag ‘Wat hebben jullie nodig?’ In Arnhem kwamen we uiteindelijk bij een bedrijf dat een energiescan wilde. De overheid wilde dat ze een energiescan zouden doen. Dus zo gezegd zo gedaan. We hadden natuurlijk geen ervaring, maar we vonden het een mooi project. “Toen kwamen we er vrij snel achter dat je zo'n proces wel kan bekijken, maar als je niet weet waar energie verbruikt wordt in zo’n proces – vaak is er alleen inzicht op het niveau van de hoofdmeter – dan valt er eigenlijk vrij weinig te rekenen en te bekijken. Die partij zelf bleek namelijk ook niet per se goed inzicht te hebben in waar energie precies gebruikt werd. Dus wij zijn gaan googelen naar oplossingen. Maar wat we vonden waren echt ongelooflijk ingewikkelde oplossingen waarvoor bedrijven hun productieproces moesten uitzetten. Die oplossingen waren nog ongelofelijk duur ook. Waar is dan de business case dan nog voor de manager? En wat krijg je dan eigenlijk? Een tooltje waarin je kan zien hoeveel je verbruikt hebt maar helemaal geen advies. Dus dat stond zo ver af van wat zo'n bedrijf nodig had. Die hadden gewoon advies nodig over hoe ze konden besparen.”

Pitch Inmiddels bleek het ondernemerschap wat te spannend voor Pieter’s studievriend, die toch koos voor loondienst. Zo niet Pieter die in combinatie met de opkomst van het Internet of Things aan een ‘product’ – een ‘connected sensor’ – dacht om data over energieverbruik te kunnen ontsluiten op machineniveau. Van meet af aan stond vast dat het niet zo maar een sensor diende te worden. Want je doet een mkb-er geen plezier met de mededeling dat het productieproces moet worden stilgelegd om sensoren te installeren en kabels te trekken voor de energievoorziening en het datatransport. Bovendien was het niet te bedoeling data te leveren, maar die gegevens slim te vertalen in

De draadloze sensor klik je zelf om de stroomkabel, die via inductie de energie voor de metingen en het datatransport naar de cloud zorgt.

gericht advies. En dat alles met een prijskaartje dat aansluit bij het mkb. “Vervolgens heb ik een pitch gemaakt met het idee om nu eens te focussen op die industriële mkb-er, die eigenlijk stiekem heel veel energie verbruikt - veel meer dan een particulier of een kantoor – en die eigenlijk nu op dit moment niet echt veel opties heeft om ook echt iets met energiebesparing te doen.” Engie bleek geïnteresseerd na de pitch en daarmee was de eerste investeerder binnen. “Toen zijn we eigenlijk heel hard gaan zoeken naar een partij die ons kon helpen met de hardware-ontwikkeling van de sensor. Dat wilden we niet ‘in house’ doen want daar hadden we helemaal geen ervaring mee en tegelijkertijd zijn we aan de software gaan bouwen.”

Gat gedicht De oplossing die is ontwikkeld bestaat uit een draadloze sensor die door de klant zelf om de stroomkabel wordt geklikt. De benodigde energie voor het verrichten van de metingen en het versturen van de sensordata wordt via inductie uit de kabel gehaald en de sensordata gaan – uiteraard draadloos – naar de cloud. Daar kunnen de klanten de resultaten bekijken. Met een speciaal ontwikkeld algoritme wordt de data geanalyseerd. Hiermee kan Sensorfact de besparingen vinden, die na drie maanden aan de klant worden gerapporteerd. Van meet af aan is voor Pieter een lage prijs het uitgangspunt geweest. Niet dat je als mkb-er betaalt voor het installeren van sensoren, vervolgens voor de emmer met data die je krijgt aangeleverd en dan nog eens een keer voor de analyse en de consultant die langskomt. “We hebben eigenlijk het hele gat van hele hoge investeringskosten gedicht. We hebben een licentiemodel zodat de klant maar 5 tot 10.000 euro per jaar betaalt. Van 50 tot 100.000 euro naar 5 tot 10.000 euro – dat is een hele stap”, zegt Pieter met gevoel voor understatement.

Niet storen Sensorfact komt dus niet bij je langs. “We bezoeken de klant eigenlijk niet. Dat hoeft ook niet en houdt onze prijs laag. We doen de verkoop online, de installatie kan een klant zelf doen en we geven het advies ook online”, legt Pieter uit. Je moet de mkb-er zo min mogelijk storen is de gedachte: “Die wil produceren. Dat is waar zij hun geld mee verdienen. Daar zijn ze goed in. Maar zeker met de stijgende energieprijzen van afgelopen jaar zien ze steeds meer dat het geld er door energieverbruik weer hard uitvliegt. Energie was gewoon een vast gegeven. Het was gewoon een rekening die je betaalde. Zeker nu wordt echter steeds meer herkend dat ze daar enorm kunnen besparen. In een videogesprek bespreken we de belangrijkste besparingsmogelijkheden met zo’n klant. We geven je niet alleen dat inzicht in je energieverbruik maar met echte mensen en geautomatiseerde algoritmes gaan we voor jou op zoek gaan naar de belangrijkste besparingen, zodat onze klant zich gewoon volledig kan focussen op zijn productieproces.”

Niet ingewikkeld Het lijkt natuurlijk allemaal niet zo ingewikkeld en Pieter beaamt dat ook wel: “Het is niet zo super inge-

“Met eigenlijk nul investering kan je best wel een hoop besparen”

wikkeld. Veel klanten hebben eigenlijk niet zo’n goed idee van het energieverbruik. Gebruik ik nu die elektrische machine, die pomp of gebruik ik een ander product? Of: die machine die is al afgeschreven dus dat kost niks meer. Onze inzichten zijn dan vaak best logisch, toch zien we vaak dat er maar heel beperkt begrip van en grip op het stroomverbruik is. Het inzicht welke machine je moet gebruiken levert vaak al superveel op, zonder investeringen te doen. Met eigenlijk nul investering kan je best wel een hoop besparen. Dat maakt soms echt een factor twee uit per geproduceerde eenheid eindproduct. Dit wordt nog versterkt door het feit dat Sensorfact de ondernemers met wie we samen werken daadwerkelijk begeleidt bij het implementeren van de gevonden ‘savings’. De besparing scheelt wel per industrie, maar uit onze ervaring valt er met name in de kunststofsector enorm veel te besparen.”

Volhouden Sensorfact kan dus op machineniveau inzicht geven in het energieverbruik en besparingsmogelijkheden aandragen. Maar het is zeker niet zo dat beide partijen dan afscheid van elkaar nemen. Dat hoeft in elk geval niet, legt Pieter uit. “Je hebt eigenlijk twee typen besparingen. Je hebt de investeringsbesparing, bijvoorbeeld investeren in vrije koelingen in plaats van alleen maar compressorkoeling. Een koeltoren buiten die je gebruikt als de temperatuur onder een bepaald niveau is kan veel energie schelen, maar daarvoor moet je investeren. Dan heb je te maken met terugverdientijd en dat soort dingen. Dat is een gedeelte van ons advies. “Maar een ander deel van advies is terugkerend. Dat is meer over die machine die je aan hebt laten staan, of de persluchtverliezen die we identificeren. Daarvoor hebben we ‘customized’ rapportages die we wekelijks uitsturen, en realtime alerts als er bepaalde grenswaardes worden overschreden. In die rapportages laten we niet het verbruik zien, maar de verspilling. Dat is een groot verschil. Neem bijvoorbeeld het volgende voorbeeld: een klant van ons heeft verschillende verspillingen, en wil deze eigenlijk tot minimaal onder de 50 brengen. Dan laten we elke week zien hoe goed hij het ten opzichte van dat doel doet. Daarbij sturen we hem actief slimme alerts op het moment dat hij afwijkt van een voorgestelde besparing – bijvoorbeeld een apparaat buiten productie aan laten staan. We gaan dan van advies naar implementatie. We hebben laatst een onderzoek gedaan en daarin zegt 70 procent dat ze binnen drie maanden na het advies ook daadwerkelijk iets met het gedragsadvies doen en dat houden ze ook vol.” Voorstander Sensorfact heeft natuurlijk ook wel de tijd mee. “Je ziet aan de ene kant dat duurzaamheid meer gaat leven in boardrooms, zeker door de enorme stijging in stroom en gasprijzen. Aan de andere kant zie je ook dat gewoon de overheid steeds vaker controleert op naleving van de bestaande wetgeving. De wet Milieubeheer bestaat al sinds de jaren 80. Maar nu begint die pas langzamerhand nageleefd te worden. En dat je investeringen in energiebesparing die je binnen vijf jaar terugverdient ook moet doen. Uiteindelijk gaat het natuurlijk wel gewoon bij bedrijven om prijzen. Het is niet zo dat ze duurzaamheid niet belangrijk vinden. Maar het zijn natuurlijk ook bedrijven die gewoon wel goed over de centen moeten nadenken. “Het is ook best moeilijk tegenwoordig in Nederland. Kijk, ik ben een groot voorstander van de industrie. Je hebt natuurlijk genoeg politieke partijen die zeggen ‘gooi alle industrie, maar gewoon het land uit, want dan hebben we hier de CO2-uitstoot niet’. Waar ik me over kan verbazen is dat de Urgenda-zaak import van goederen niet meeneemt. Het is natuurlijk vrij kortzichtig om, als je een mondiaal probleem hebt alleen te kijken naar wat er binnen Nederland gebeurt. www.sensorfact.nl

Robin Zander

This article is from: