12 minute read
Future Proof Plastics
Versnellen naar circulaire en duurzame plastics
Future Proof Plastics 2022
De route naar circulaire en duurzame plastics; hoe kunnen we versnellen? Dat was het thema van de vijfde editie van Future Proof Plastics dat plaatsvond op 9 november in Amersfoort. Aan de hand van een aantal keynote speakers werd uit de doeken gedaan wat de stand van zaken is in de circulaire kunststofketen, wat de stip aan de horizon is en hoe we daar komen.
Na een opening van directeur van Plastics Europe Nederland Theo Stijnen en algemeen directeur van de NRK, Harold de Graaf mocht professor Kim Ragaert van de universiteit van Maastricht een toelichting geven bij het Reshaping Plastics Report. Vanwege ziekte kon ze helaas niet fysiek aanwezig zijn maar gelukkig lukte het digitaal wel haar verhaal te houden. Kim Ragaert is professor aan de Faculty of Science and Engineering (FSE) van Maastricht University en doet onderzoek naar circulaire plastics. “Het Reshaping Plastics Report dat in april van 2022 verscheen, is eigenlijk een opvolger van het Breaking the Plastic Wave Report uit 2020, waarin ze de volgende vraag hebben beantwoord: Wat moeten we wereldwijd doen als we de plasticvervuiling in de oceanen zoveel mogelijk willen tegengaan? Een van de kernconclusies was: kraan dicht! Minder plastics produceren. Grote paniek uiteraard. De onderzoekers hadden niet per se ongelijk. Want in heel veel delen van de wereld zijn ze niet zover op het gebied van logistiek en infrastructuur om plastics terug bij het systeem te krijgen via waste management, als wij hier in Noordwest-Europa”, legt Ragaert uit. Daarom heeft Plastics Europe aan onderzoeksbureau Systemiq gevraagd of ze deze studie nog eens wilden doen, maar dan gericht op Europa. Wat moeten we doen om in Europese context plastics in 2050 circulair te maken en ten tweede klimaatneutraal. Dat is waar het Reshaping Plastics Report over gaat.
Circulair worden De huidige stand van zaken is dat er jaarlijks 23 miljoen ton aan plastic waste gegenereerd wordt. “Richting 2050 gaat de hoeveelheid afval sowieso stijgen. Waste van metalen, karton, glas, het stijgt allemaal als gevolg van economische groei. Als we geen enkele extra inspanning doen bovenop wat nu al is toegezegd, dan zien we dat de plastic waste in 2050 maar voor 30 procent circulair is, blijkt uit het rapport. Het is weliswaar een verbetering van de huidige situatie, ‘maar helemaal niet in de richting van full circularity. En dan hebben we het nog niet eens over CO2 emissies”, zegt Ragaert.
Wat kunnen we doen? In het Reshaping Plastics Report worden vier materiaalstromen onderscheiden: Packaging, Household Goods, Automotive en Construction. ”Daarmee hebben we ongeveer 85 procent van alle plastic waste te pakken”, legt Ragaert uit. Er zijn 13 zogenaamde system solutions geïdentificeerd, oplossingen om plastic te vervangen of anders te gebruiken. Eliminate, Reuse en Pyrolysis bijvoorbeeld. “Elke oplossing die je kunt bedenken valt wel onder een van deze 13 routes, die we zouden kunnen gaan bewandelen, naast elkaar, bovenop elkaar, om tot circulariteit van plastics te komen.” Deze stromen zijn vervolgens per materiaalstroom getoetst aan een aantal criteria. Verlaagt het effectief de co2-footprint, bijvoorbeeld. Een hele belangrijke want dit zorgt ervoor dat bij de maatrege-
len ‘Eliminate’ en ‘Substitute’ het vervallen van plastics alleen wordt meegenomen als het ook echt een CO2-voordeel oplevert. Niet vervangen alleen maar om het vervangen.
Nieuwe scenario’s Doen we niks of doen we wat we nu al hebben toegezegd, dan komen we in 2050 uit op respectievelijk 14 en 30 procent circulariteit. “Maar nu de nieuwe scenario’s: Onder de noemer ‘Reduction & Substitution’ is gekeken hoe er minder virgin kunststof de markt op komt en hoe er minder plastics end of life de keten weer verlaat. Hergebruik valt hier onder en vervanging is ook meegenomen. Daar waar het ecologisch gunstig is om plastics te vervangen, moeten we daar ook niet bang voor zijn. In dit scenario zitten we al op 50 procent circulariteit en verkleinen we ook de uitstoot van co2 en het gebruik van virgin fossil”, vertelt Ragaert.
“In het ‘Recycling’scenario kiezen we niet voor Reduction & Substitution, maar zetten we juist vol in op recyclen, zowel mechanisch als chemisch. Ook design voor recycling hoort bij dit scenario. Hiermee komen we uit op een verdere circulariteit in 2050 van een kleine 70 procent en verdere reductie van co2-uitstoot en gebruik van virgin fossil. Voegen we de twee scenario’s samen, tot een ‘Circularity’-scenario, alle hefbomen die we kunnen activeren, die gaan we activeren, dan komen we uit op een vrij indrukwekkende 78 procent circulariteit. En een hele significatie reductie van greenhouse gas en reductie van fossiel virgin materiaal”, concludeert Ragaert.
Net zero Naast die 78 procent circulariteit laat het ‘Circularity’ scenario een reductie van 64 procent co2-uitstoot zien ten opzichte van het current actions scenario. “Een significante daling, maar het is niet nul. Om nog een extra CO2-uitstootreductie te bereiken zijn er extra maatregelen doorgerekend. In een ‘Retrofit System Change’ scenario worden de huidige installaties voor plastic productie, zoals steamcrackers en voor plastic recycling, vergroend. We installeren overal carbon capture op. De steamcrackers draaien niet meer op fossiele brandstof, maar op groene waterstof. En ook op incineratie-installaties wordt carbon capture geïnstalleerd. Het alomvattende ‘Net zero System Change’ scenario sluit fossiele brandstof voor steamcrackers helemaal uit. We gebruiken alleen nog groene elektriciteit, groene waterstof en ook biomassa’, omschrijft Ragaert. Als je dit scenario helemaal volgt, kun je nog voor 2050 naar net zero met ons plastics systeem. Dat is eigenlijk best indrukwekkend voor zo’n energieintensieve industrie”, vindt Ragaert.
“Samenvattend: Het kan! We kunnen tot bijna 80 procent circulariteit behalen met onze polymeren. We kunnen enorme hoeveelheden CO2-emissies vermijden. Dat is allemaal nieuwe technologie, nieuwe
Frank Dietz, hoofd Circulair beleid van het Planbureau voor de Leefomgeving.
fabrieken, nieuwe recyclingcentra. Maar het is niet gratis. Alleen de circulaire infrastructuur realiseren, gaat 160 biljoen euro kosten. Willen we naar net zero, dan kost dat tussen de 500 en 700 biljoen euro. Heel veel geld. Maar het gaat natuurlijk om onze planeet”, besluit zij haar voordracht.
Planbureau voor de Leefomgeving De tweede keynote speaker van de dag was Frank Dietz, hoofd circulair beleid van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Als belangrijkste adviseur van de overheid op het gebied van ruimtelijke en milieuvraagstukken zette hij uiteen hoe het PBL aankijkt tegen maatregelen die een circulaire economie moeten versnellen. “Het PBL is de belangrijkste adviseur van het kabinet op het gebied van natuur, milieu en ruimtevaart. Wetenschappelijk gefundeerd, altijd en eeuwig. Interdisciplinair en onafhankelijk. Gevraagd en ongevraagd geven wij advies aan het kabinet”, introduceert hij zijn rol.
Verspilling “Ik wou het eenvoudig houden. Wat is het probleem? Is er een weg uit? En wie zou wat moeten doen?” start Dietz zijn verhaal. Het probleem is duidelijk: de plastic soup, de verspilling van grondstoffen. ‘”Elke keer weer stel ik vast dat we heel wild met materialen om ons heen slingeren, waardoor er een stikstofoverschot op natuurgebieden ontstaat. Waardoor de plastic soup ontstaat. Zelfs CO2 uitstoten kun je op die manier beschrijven, het verspillen van kostbare, nuttige grondstoffen. En daar kun je best wat aan doen. Door
ze radicaal efficiënter te gebruiken. Daarbij is het belangrijk om te zeggen dat circulaire economie geen doel is, maar een middel.”
Belangrijke opmerking die Dietz maakt is dat circulaire economie niet alleen noodzakelijk is om klimaatverandering tegen te gaan. Er zijn veel meer problemen in de wereld waar het effect op heeft. We hebben te maken met een verlies aan biodiversiteit. Met allerlei vormen van vervuiling. Maar ook met een te hoge afhankelijkheid. “Corona en de oorlog in Oekraïne hebben ons met de neus op de feiten gedrukt. We zijn afhankelijk van allerlei producten, materialen over de hele wereld. En dat is niet altijd prettig om te merken.” Dietz ziet dat efficiënter omgaan met grondstoffen een forse push kan geven aan het bereiken van doelen op al deze gebieden. Maar zo wordt dit in Den Haag nog niet gezien. “In het coalitieakkoord staat dat circulaire economie er is ten dienste van het klimaat.”
De rol van de overheid “CE-beleid, klimaatbeleid, stikstofbeleid, zetten in op wat haalbaar is. Beleidsmakers willen weldenkende bedrijven en burgers niet overstretchen. Dat klinkt heel redelijk, maar dat is het niet. Impliciet worden doelen en normen dan vanuit de status quo beschouwd. Elke verandering zien we dan als een offer”, stelt Dietz vast. “We leggen zo de nadruk op wat we kwijt zullen raken. Terwijl we wel allemaal het belang inzien van maatschappelijke opgaven als klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, kwetsbare mondiale grondstof- en productieketens. Aangetoond is dat een radicale efficiënte omgang met grondstoffen substantieel bijdraagt aan de oplossing van al deze maatschappelijk opgaven. Maar dan moet je wel denken en handelen op basis van wat nodig is. Bijvoorbeeld maximaal 1,5 graden opwarming, of herstel van de veerkracht van de natuur. Zolang we in haalbaarheid blijven denken krijgen circulaire bedrijven hun businesscase niet rond. Meer vervuilende concurrenten produceren namelijk tegen lagere kosten.”
Consumenten worden volgens Dietz niet of onvoldoende geconfronteerd met de maatschappelijke kosten van hun consumptiebeslissingen. “Als dat spelelement ons niet bevalt, moeten we de spelregels drastisch veranderen. Anders zal circulair produceren en consumeren gaan lijken op een wijkende horizon. Je ziet het, je wilt ernaartoe, maar je komt niet dichterbij. De spelregels veranderen, dat kun je niet alleen. Dat moet je collectief doen. We hebben een krachtige overheid nodig die zich bewust is van haar regisserende en initierende rol in deze transitie. De ongemakkelijke waarheid dringt zich bij mij op dat de overheid onder de maat presteert in deze.” Dietz vindt dat de overheid beter zou moeten uitleggen waarom een circulaire economie ons bij zoveel maatschappelijke opgaven verder zou kunnen helpen. Sector In de sector ervaart Dietz wat ongemak als het gaat om de discussie om een eerlijk speelveld. Doorgaans wordt hiermee bedoeld dat strengere normen en milieuheffingen hier onze bedrijven op achterstand zetten ten opzichte van hun concurrenten in het buitenland, waar minder strenge regels gelden. Dit impliceert beleidsconcurrentie tussen landen. Wat uiteindelijk leidt tot een ‘race to the bottom’. Is dat wat we willen? Volgens Dietz is het speelveld juist nu oneerlijk. Want zolang milieugebruik niet of onvoldoende is geprijsd, zullen milieusparende bedrijven op achterstand staan.
Plastics Europe Marco ten Bruggencate, de derde keynote speaker van de middag, is vice president commercial voor Dow EMEA en vertegenwoordigt als voorzitter van Plastics Europe de industrie. “Heeft de industrie nog een toekomst in Europa? Want we moeten enorm oppassen dat in deze tijden de industrie niet verplaatst naar landen buiten Europa, en daarmee ook de investeringen en de mogelijkheden om die transitie te bewerkstelligen naar circulariteit en klimaatneutraal. Als we die industrie kunnen behouden in Europa dan ben ik ervan overtuigd dat we een fenomenale ‘opportunity’ hebben, gebaseerd op circulariteit en klimaatneutraal. Dat zijn de nieuwe pijlers waarop we ons als Europa ook kunnen onderscheiden”, stelt hij. Op dit moment kunnen we dan nog niet, daar moeten we wat Ten Bruggencate betreft ook duidelijk over zijn.
Optimistisch “We moeten als industrie een aantal beslissingen nemen die heel veel geld gaan kosten. Die de toekomst
Paneldiscussie tijdens Future Proof Plastics 2022.
van de industrie zullen gaan bepalen voor de komende decennia. Dat zijn enorme investeringen. Dat betekent dat het Europese beleid, en de samenwerking die we hebben als keten, moet kloppen als een huis”, stelt hij. Ten Bruggencate pleit voor technologieneutraliteit. “Dat we daadwerkelijk ook alle vormen van recyclage accepteren en dat die allemaal meetellen voor de Packaging and Packaging Waste Directive (PPWD), zoals het in een uitgelekt document heet. Maar ook wetenschappelijk gebaseerde Life Cycle Analyses. Er is niet één oplossing. We hebben álle oplossingen nodig. Ondanks de moeilijke tijden, ben ik optimistisch. Ik zie de commitment van de industrie om samen te werken met de keten. Om ook met beleidsmakers samen te werken.”
Hernieuwbare energie “De industrie heeft de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd om emissies omlaag te brengen. Vele van onze leden investeren direct in hernieuwbare energie. En ook in carbon capture en storage. Daarnaast zijn er vele projecten aangekondigd. Het gebruik van groene waterstof. Maar ook het investeren in e-cracking. Krakers die geëlektrificeerd worden. DOW is een investeerder op dat gebied. En in scope-3 is er geïnvesteerd in het op de markt brengen van circulaire grondstoffen, die uiteindelijke ook de CO2-reductie verder realiseren en ons verder loskoppelen van de fossiele grondstoffen.”
Recyclaat Maar de industrie doet meer. Er is een oproep gedaan in Europa om te komen tot een verplicht aandeel van 30 procent recyclaat binnen verpakkingen. “We hebben dat gedaan omdat er een vraagsignaal moet komen waarmee de investeringen loskomen”, zegt Ten Bruggencate. In dat PPWD staan nu ook hele ambitieuze doelen. 25 procent recyclaat voor voedselverpakkingen in 2023, 50 procent voor petflessen en andere flessen. En 45 procent voor alle andere verpakkingen. Voor 2040 moet dat tussen de 50 en 60 procent liggen, afhankelijk van het segment. “Heel ambitieus, maar daar gaat heel belangrijk vraagsignaal naar investeerders van uit.”
Chemische recyclage Er wordt ook veel geïnnoveerd op het gebied van recyclage. “Een van die vormen is chemische recyclage. Dit is nodig voor de wat sensitievere applicaties zoals voedselverpakkingen, maar ook voor de farma, in de automotive en voor veiligheidstoepassingen kan het noodzakelijk zijn. Binnen onze leden staat er een totaalbedrag van 7 miljard euro aan investeringen open aan projecten, om uiteindelijk 3 miljoen ton aan recyclaat, via chemische recycling op de markt te brengen. Dat is een enorme investering en een commitment van de industrie. Maar dat gaat alleen gebeuren als chemische recyclage ook erkent wordt als methodiek om tot dat verplichte aandeel gerecycled plastic in verpakking te komen. Gebeurt dat niet, dan zullen die investeringen ook niet plaatsvinden. Die erkenning zal ook spoedig moeten plaatsvinden. De industrie zal niet 7 miljard euro investeren als er geen juridische zekerheid is dat het gaat meetellen”, weet Ten Bruggencate. In 2023 is er de mogelijkheid en juridische basis voor Europese beleidsmakers om hier een beslissing in te nemen. Plastics Europe roept de Europese Commissie om dit op te gaan pakken.
300 bedrijven Een concreet voorbeeld van actie is de Circular Plastics Alliance die is opgezet. Meer dan 300 bedrijven in de hele waardeketen hebben zich gecommitteerd om in 2025 samen 10 miljoen ton recyclaat in 2025 op te nemen in verpakkingen. “Naast het zorgen voor meer recyclaat, kijken we ook naar CO2-reductie. In de industrie is dat alleen mogelijk door weg te gaan van fossiele energie, bijvoorbeeld bij krakers die enorm energie-intensief zijn. Zouden we die technologie nu al klaar hebben, dan zou er niet genoeg hernieuwbare energie zijn. Het is dus enorm belangrijk dat de overheid die industrie voorziet van hernieuwbare energie. Waar moet dat vandaan komen en hoe werken we samen om dat mogelijk te maken?”
Actie “We gaan een hele duidelijke routekaart vaststellen voor de industrie, waarin we doelstellingen afspreken. We kunnen dat niet alleen, we hebben iedereen in de waardeketen nodig. We moeten samenwerken en dat is niet altijd gemakkelijk. Kortgezegd, roep ik iedereen op om na te denken over hoe open je bent, je bedrijf is. Het moment van praten is voorbij. Het moment van polderen is voorbij. We hebben echt actie nodig. Beslissingen moeten genomen worden. Het moment is nu”, besluit Ten Bruggencate.