TOTSTANDKOMING Dit Arbeidsvoorwaardenhandboek is tot stand gekomen in samenwerking met: Mevrouw M.J. verheul, Algemeen Directeur Delta Biovalue BV De heer N. Vos, Directeur Delta Biovalue Nederland BV De heer M.A. Kousemaker, Directeur Delta Biopat BV Mevrouw L. Gardenier, HR adviseur Gardenier HRM Support
M.J. Verheul Algemeen Directeur Delta Biovalue BV
N. Vos Directeur Delta Biovalue Nederland BV
M.A. Kousemaker Directeur Delta Biopat BV
L. Gardenier HR Adviseur Gardenier HRM Support
BVH09.1908AH002.rev1
INHOUDSOPGAVE
1 Algemene informatie Artikel 1.1
Werkingssfeer
2 Algemene bepalingen Artikel 2.1 Artikel 2.2 Artikel 2.3
Definities Rechten en plichten werkgever Rechten en plichten werknemer
3 Arbeidsovereenkomst Artikel 3.1 Artikel 3.2 Artikel 3.3
Arbeidsovereenkomst Proeftijd Einde van de arbeidsovereenkomst
4 Arbeidsduur en arbeidstijden Artikel 4.1 Arbeidsduur Artikel 4.2 Arbeidstijden 5
Overwerk Artikel 5.1 Artikel 5.2 Artikel 5.3
Overwerk Overwerkvergoeding Zon- en feestdagen
6
Ploegendienst Artikel 6.1 Artikel 6.2 Artikel 6.3 Artikel 6.4
Ploegendienstvergoeding Overplaatsen in een ander dienstrooster Invallen in ploegendiensten Toeslag voor invallen in ploegendiensten
7 Consignatiedienst Artikel 7.1 Artikel 7.2
Consignatiedienst Toeslag voor consignatiedienst
8 Onregelmatigheid Artikel 8.1 Artikel 8.2
Onregelmatigheid Toeslag voor onregelmatigheid
9 Reiskosten Artikel 9.1 Artikel 9.2
Reiskostenvergoeding Reisuur
10 Functiegroep en salarisschaal Artikel 10.1 Functiegroep Artikel 10.2 Toepassing van de salarisschaal
BVH09.1908AH002.rev1
11 Vakantie en vakantietoeslag Artikel 11.1 Vakantiejaar Artikel 11.2 Duur van het vakantieverlof Artikel 11.3 Aanvragen van vakantieverlof Artikel 11.4 Vakantie bij arbeidsongeschiktheid Artikel 11.5 Vakantie bij beĂŤindigen dienstverband Artikel 11.6 Vakantie-uitkering 12
Verlof Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7 12.8 12.9
Bijzonder verlof Wet Arbeid en Zorg (WAZ) Kortdurend zorgverlof Langdurend zorgverlof Calamiteitenverlof Zwangerschapsverlof Kraamverlof Adoptieverlof Ouderschapsverlof
13 Ziekte en arbeidsongeschiktheid Artikel 13.1 Ziekte en arbeidsongeschiktheid Artikel 13.2 Uitkering bij ziekte en arbeidsongeschiktheid 14 Overlijden Artikel 14.1
Uitkering bij overlijden
15 Aanvullende regelingen Artikel 15.1 Artikel 15.2 Artikel 15.3 Artikel 15.4
Pensioenregeling Spaarloonregeling Levensloopregeling Studieregeling
Bijlagen Bijlage A Bijlage B
Functiegroepen Salaristabel per 1 januari 2007 Salaristabel per 1 januari 2008 Salaristabel per 1 januari 2009
BVH09.1908AH002.rev1
1
ALGEMENE INFORMATIE De directie van Delta Biovalue BV, Delta Biovalue Nederland BV en Delta Biopat BV, (hierna te noemen Biovalue) verklaren hierbij, dat zij het Arbeidsvoorwaardenhandboek zijn aangegaan, waarvan de tekst luidt als hierna is opgenomen: Artikel 1.1
Werkingssfeer
De inhoud van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek is geen statisch gegeven, maar een afspiegeling van de veranderende wetgeving en doelstellingen van zowel de overheid, de directie als de medewerkers. In bijzondere omstandigheden van sociale of economische aard behoudt Biovalue zich het recht voor het Arbeidsvoorwaardenhandboek of een in het Arbeidsvoorwaardenhandboek voorkomende arbeidsvoorwaarde eenzijdig te wijzigen in de zin van artikel 7:613 BW. Tevens houdt de werkgever zich het recht voor het Arbeidsvoorwaardenhandboek of een in het Arbeidsvoorwaardenhandboek voorkomende arbeidsvoorwaarde te wijzigen. Daarbij kan het gaan om wijzigingen die Biovalue noodzakelijk acht, zoals veranderingen in de wettelijke verplichtingen en/of uitkeringen, maar ook om wijzigingen die Biovalue wenselijk acht, zoals nieuwe regelingen of wijzigingen van bestaande regelingen. Uiteraard wordt iedere medewerker onmiddellijk op de hoogte gesteld van dergelijke wijzigingen.
Bij wijzigingen van het Arbeidsvoorwaardenhandboek gaat het om “collectieve� wijzigingen die voor alle medewerkers gelden. Voor individuele wijzigingen, dus wijzigingen die alleen voor een individuele medewerker gelden, is het Arbeidsvoorwaardenhandboek niet de aangewezen plaats. Bij afwijking van het Arbeidsvoorwaardenhandboek in de arbeidsovereenkomst, prevaleren de afspraken in de arbeidsovereenkomst.
Indien er in dit Arbeidsvoorwaardenhandboek een opsomming wordt beschreven, is deze opsomming niet-limitatief. In de artikelen waarin de opsomming beschreven wordt gaat het om een aantal voorbeelden, waarbij ten allen tijden andere niet beschreven voorbeelden ook denkbaar zijn.
Tevens geldt binnen Biovalue een bedrijfsprotocol in de zin van het Personeelshandboek. In dit Personeelshandboek zijn nadere afspraken opgenomen over de regels en richtlijnen, rechten en plichten van de werknemers van Biovalue. Het Personeelshandboek maakt deel uit van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek.
Dit Arbeidsvoorwaardenhandboek wordt bij indiensttreding verstrekt aan alle medewerkers en geldt als aanhangsel van de arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd. Tevens zal elke medewerker tekenen voor het ontvangst van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek.
Namens de directie,
M.J. Verheul Algemeen Directeur Delta Biovalue BV
BVH09.1908AH002.rev1
2
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2.1
Definities
In dit arbeidsvoorwaardenhandboek wordt verstaan onder:
a Werkgever
Delta Biovalue BV, Delta Biovalue Nederland BV en Delta Biopat BV.
b Werknemer
Degene die een arbeidsovereenkomst, in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek, voor bepaalde of onbepaalde tijd heeft afgesloten met Biovalue. Onder het begrip werknemer vallen niet: vakantiekrachten, freelancers, stagiairs/trainees, uitzendkrachten en degenen die in het kader van een werk-leerproject tijdelijk werkzaam zijn.
c Bedrijfsbelang
Onder bedrijfsbelang wordt verstaan iedere situatie die de veiligheid of de continuïteit van het bedrijfsproces betreft en situaties waarbij belangen van commerciële, economische of (technisch) operationele aard van de onderneming van werkgever in het geding zijn. Wanneer “bedrijfsbelang” betrekking heeft op belangen van commerciële, economische of (technische) operationele aard, zal rekening worden gehouden met de in het geding zijnde belangen van de werknemers.
d Normale arbeidsduur
Het gemiddeld aantal uren gedurende welke de werknemer als regel volgens dienstrooster zijn werkzaamheden verricht.
e Dienstrooster
De voor de werknemer geldende arbeidstijdregeling die aangeeft op welke tijdstippen hij normaliter zijn werkzaamheden dient aan te vangen, te beëindigen en/of eventueel te onderbreken.
f Dienst
De dagelijkse arbeidsuur, die volgens het dienstrooster voor de werknemer geldt.
g Maand
Een kalendermaand.
h Week
Een periode van zeven dagen, die aanvangt aan het begin van de eerste op maandagmorgen eindigende dienst. (kalenderweek). Indien niet in ploegendienst wordt gewerkt vangt de week aan op maandag 0.00 uur.
i Dag
Een periode van 24 uur, die begint aan het begin van de eerste in de ochtend beginnende dienst in het betreffende rooster.
j Maandsalaris
Het schaalsalaris zoals vermeld in bijlage B van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek.
BVH09.1908AH002.rev1
k Maandinkomen
Het maandsalaris, vermeerderd met eventuele bijzondere beloningen.
l Partner
De geregistreerde partner, de echtgenoot of echtgenote degene met wie de werknemer ongehuwd samenleeft. Van ongehuwd samenleven is sprake als twee ongehuwde personen een gezamenlijke huishouding voeren.
m Ploegentoeslag:
De toeslag welke verbonden is aan het werken in ploegen en welke afhankelijk is van het ploegendienstrooster en wordt berekend over het maandsalaris.
n BW
Burgerlijk Wetboek (Boek 7, titel 10)
Artikel 2.2
Rechten en plichten werkgever
1 De werkgever verplicht zich dit Arbeidsvoorwaardenhandboek naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid na te komen.
2 De werkgever verbindt zich geen werknemers in dienst te nemen of te houden op voorwaarden, die in strijd zijn met de wet en dit handboek.
3 De werkgever zal een exemplaar van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek, alsmede van de aanvullingen en wijzigingen aan elke werknemer uitreiken.
4 Tenzij de werknemer hiermee akkoord gaat, zal de werkgever aan de werknemer geen arbeid opdragen bij derden.
5 De werkgever streeft naar continu誰teit van de werkgelegenheid.
6 De werkgever zal met elke werknemer die in dienst treedt bij Biovalue, individueel een schriftelijke arbeidsovereenkomst aangaan, waarin het Arbeidsvoorwaarden handboek en het Personeelshandboek, van toepassing wordt verklaard.
7
De werkgever is gehouden zorg te dragen voor goede arbeidsomstandigheden in het bedrijf en daarbij de belangen van de werknemer te behartigen, een en ander zoals een goed werkgever betaamt. De werkgever dient daartoe de nodige aanwijzigingen en voorschriften te geven, zonodig veiligheidsmiddelen ter beschikking te stellen en zorg te dragen voor medische begeleiding.
8
Met inachtneming van objectief aan de functie verbonden eisen, zal de werkgever alle werknemers gelijke kansen op arbeid en gelijke kansen in de arbeidsorganisatie bieden en geen onderscheid maken op grond van factoren als godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele gerichtheid of burgerlijke staat.
9
De werkgever zal zonder toestemming van de werknemer, in het kader van de privacybescherming, geen zaken openbaar maken of mededelingen doen over zaken die in de persoonlijke levenssfeer van de werknemer liggen en waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat geheimhouding vereist is. Dit geldt niet tegenover personen aan wie de werkgever als zodanig verantwoording schuldig is volgens wettelijke voorschrift dergelijke mededelingen van de werkgever worden verlangd.
BVH09.1908AH002.rev1
Artikel 2.3
Rechten en plichten werknemer
1 De werknemer is gehouden zich te gedragen naar de bedrijfsbelangen van de werkgever en deze als een goed werknemer te behartigen, ook indien daartoe geen uitdrukkelijke opdracht is gegeven. 2 Naleving gedragsregels a De werknemer is gehouden alle voor hem uit dit Arbeids voorwaarden-en Personeelshandboek voortvloeiende verplichtingen en de verdere aan hem bekendgemaakte voorschriften, richtlijnen en/of aanwijzingen naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid na te komen. b Indien de werknemer door onvoorziene omstandigheden gedwongen wordt van de gegeven voorschriften, richtlijnen en/of aanwijzingen af te wijken, dient hij zo spoedig mogelijk zijn leidinggevende of de directie te informeren. 3
De werknemer is gehouden alle hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden, voor zover deze redelijkerwijze van hem kunnen worden verlangd, zo goed mogelijk uit te voeren en daarbij alle verstrekte aanwijzigingen en voorschriften in acht te nemen.
4
De werknemer is mede verantwoordelijk voor de orde, veiligheid en de zedelijkheid in het bedrijf van de werkgever en gehouden tot naleving van de betreffende aanwijzingen en voorschriften door of namens de werkgever gegeven.
5 De werknemer zal zich voor wat betreft zijn werk- en rusttijd houden aan het voor hem geldende dienstrooster. 6 De werknemer is gehouden ook buiten de in het dienstrooster aangegeven uren arbeid te verrichten, voor zover de werkgever de desbetreffende wettelijke voorschriften in acht neemt. 7 De werknemer is gehouden zich te gedragen naar de bepalingen van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek en het personeelshandboek. 8 Nevenwerkzaamheden a De werknemer heeft voor het verrichten van nevenwerkzaamheden, hetzij in loondienst van derden of als zelfstandige, de schriftelijke toestemming van de werkgever nodig. De werkgever kan toestemming weigeren als de nevenwerkzaamheden een goede arbeidsprestatie belemmeren. Hij zal daarbij rekening houden met de belangen van de werknemer. b De werknemer die arbeidsongeschikt wordt als gevolg van niet door de werkgever goedgekeurde arbeid voor derden in loondienst of als zelfstandige, verliest elke aanspraak op de in artikel 8.2 geregelde aanvulling op de wettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid.
BVH09.1908AH002.rev1
9 Geheimhouding a De werknemer mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever, noch tijdens de dienstbetrekking, noch na beĂŤindiging daarvan, op geen enkele wijze aan derden mededelingen doen over tot zijn kennis gekomen gegevens over of verband houdend met bedrijfsaangelegenheden van de (ex-) werkgever waarvan hij weet of behoort te weten dat ze ten opzichte van die derden geheim zijn. b De werknemer is verplicht in het kader van de privacybescherming alle hem uit hoofde van zijn functie of op andere wijze ter kennis gekomen geregistreerde persoonsgegevens, niet anders te gebruiken dan voor het doel waarvoor de registratie is ingesteld en voor de uitoefening van zijn functie nodig is en niets hierover aan onbevoegden mee te delen. c Het is de werknemer verboden om aan de werkgever toebehorende boeken, correspondentie, tekeningen, berekeningen en andere bescheiden in de ruimste zin op bovenstaande bedrijfsaangelegen heden betrekking hebbend en daarvan gemaakte afschriften of aantekeningen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever in zijn particuliere bezit te houden, aan derden te tonen of ter beschikking te stellen. d Alle sub c van dit lid bedoelde bescheiden, ook al zijn deze op papier aan de werknemer toebehorend gesteld, of aan hem persoonlijk geadresseerd, moeten desgevraagd, maar in ieder geval bij het einde van de dienstbetrekking, onmiddellijk aan de werkgever worden overhandigd. 10 Legitimatieverplichting a Overeenkomstig de Wet op de Identificatieplicht zal, voordat de indiensttreding plaatsvindt, de werknemer aan Biovalue een afschrift van een geldig identificatiebewijs (geen rijbewijs) verstrekken. b De werknemer is verplicht zich op verzoek van een daartoe bevoegde instantie zich op de werkplek te kunnen identificeren. De werknemer dient derhalve tijdens het verrichten van zijn werkzaamheden een geldig legitimatiebewijs bij zich te dragen. 11 Verplichting tot andere werkzaamheden a De werknemer is verplicht een andere functie te aanvaarden voor de vervulling waarvan hij in het bedrijfsbelang is aangewezen, als deze functie hem redelijkerwijs, in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. b Als de werkgever dit in het bedrijfsbelang noodzakelijk acht, is de werknemer verplicht om tijdelijk niet tot zijn functie behorende werkzaamheden te verrichten, of tijdelijk een andere functie waar te nemen.
BVH09.1908AH002.rev1
3
Artikel 3.1
1 De • • • • • •
ARBEIDSOVEREENKOMST Arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan en vermeldt in elk geval: de naam, voorletters en geboortedatum van de werknemer en de naam en plaats van vestiging van de werkgever; de aanduiding (functie) waarvoor hij in dienst is genomen en standplaats; de datum van de aanvang van de arbeidsovereenkomst; de duur van de arbeidsovereenkomst; het aanvangsalaris, indien van toepassing de hierbij behorende salarisschaal; de toepasselijkheid van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek, alsmede het geldende Personeelshandboek.
2 De arbeidsovereenkomst kan worden aangegaan: a voor onbepaalde tijd; b voor bepaalde tijd;
Artikel 3.2
Bij a b
Proeftijd
het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor: onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd van 2 jaar of langer, geldt wederzijds een proeftijd van maximaal twee maanden, een en ander overeenkomstig artikel 7:652 BW; bepaalde tijd korter dan 2 jaar, geldt wederzijds een proeftijd van maximaal 1 maand, een en ander overeenkomstig artikel 7:652 BW.
Artikel 3.3
Einde van de arbeidsovereenkomst
1 Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt in ieder geval door: a schriftelijke opzegging door de werkgever of werknemer, waarbij de wettelijke opzegtermijnen in acht worden genomen: • Voor de werknemer geldt een opzegtermijn van één maand. • Voor de werkgever geldt een opzegtermijn afhankelijk van de duur van het dienstverband van de werknemer. b van rechtswege bij het overlijden van de werknemer; c van rechtswege op de eerste dag van de maand waarin de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikt; d ontbinding door de kantonrechter wegens gewichtige redenen op verzoek van de werkgever of werknemer. 2 De arbeidsovereenkomst dient schriftelijk te worden opgezegd tegen de laatste dag van de kalendermaand. 3 De a b
arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd eindigt: van rechtswege op de kalenderdatum of op de laatste dag van het tijdvak genoemd in de individuele arbeidsovereenkomst of bij afronding c.q. beëindiging van het project waarvoor de werknemer is aangenomen; door tussentijdse opzegging door werkgever of werknemer, waarbij de wettelijke opzegtermijnen in acht worden genomen, zoals omschreven in punt 1a van dit artikel.
BVH09.1908AH002.rev1
4 Onmiddellijke beĂŤindiging van elke arbeidsovereenkomst is mogelijk: a bij wederzijds goedvinden; b tijdens de proeftijd; c door ontslag op staande voet wegens een dringende reden waardoor voortzetting van de dienstbetrekking redelijkerwijs niet gevergd kan worden.
BVH09.1908AH002.rev1
4
ARBEIDSDUUR EN ARBEIDSTIJDEN Artikel 4.1
Arbeidsduur
1 De normale arbeidsduur bedraagt 40 uur per week. Iedere werknemer werkt volgens ĂŠĂŠn van de volgende dienstroosters: a een dagdienstrooster van maandag tot en met vrijdag dat een normale arbeidsduur aangeeft van 40 uur per week; b een 2-ploegendienstrooster dat een periode van 2 aaneengesloten weken omvat en een normale arbeidsduur aangeeft van gemiddeld 40 uur per week. In de regel wordt gewerkt tussen maandag 07.00 uur en vrijdag 23.00 uur en wel afwisselend 1 week ochtenddienst en 1 week middagdienst. c een 5-ploegendienstrooster dat een periode van 10 aaneengesloten weken omvat en betrekking heeft op alle dagen van de week, waarbij de werknemers afwisselend in een ochtend-, middag- en nachtdienst zijn ingedeeld, onderbroken door roostervrije diensten en een normale arbeidsduur aangeeft van gemiddeld 33,6 uur per week. 2 De pauze van 30 minuten is bij dit artikel onder lid 1c gewerkte diensten in deze tijd inbegrepen en behoort tot de gewerkte tijd.
Artikel 4.2
Arbeidstijden
1 In dagdienst wordt de dagelijkse arbeidstijd bepaald tussen 07.00 en 18.00 uur van maandag tot en met vrijdag. De pauze is bepaald op een half uur en geldt niet als werktijd.
2
In 2-ploegendienst wordt als regel op de eerste 5 werkdagen van de kalenderweek gewerkt, waarbij de werknemers afwisselend in een ochtenddienst en een middag- dienst zijn ingedeeld. De werktijden in de 2-ploegendienst lopen 07.00 tot 15.00 uur op maandag tot en met vrijdag voor de ochtendploeg en van 15.00 tot 23.00 uur op maandag tot en met vrijdag voor de middagploeg. De pauze van een half uur is bij deze gewerkte dienst in deze tijd inbegrepen en behoort tot de gewerkte tijd.
3
In 5-ploegendienst wordt op alle dagen van de week gewerkt, waarbij de werknemers beurtelings in een ochtend-, middag- of nachtdienst zijn ingedeeld volgens het 6/4-rooster. De werktijden lopen van 07.00 tot 15.00 uur in de ochtenddienst, van 15.00 tot 23.00 uur in de middagdienst en van 23.00 tot 07.00 uur in de nachtdienst. De pauze van een half uur is bij deze gewerkte dienst in deze tijd inbegrepen en behoort tot de gewerkte tijd.
BVH09.1908AH002.rev1
5
OVERWERK Artikel 5.1
Overwerk
1 Onder overwerk wordt verstaan het – in opdracht – verrichten van arbeid waardoor de geldende arbeidsduur van 40 uur wordt overschreden, met inachtneming van het bepaalde in lid 4 van dit artikel. 2
De werkgever zal, indien noodzakelijk, zo tijdig als mogelijk de werknemers informeren en zal redelijk overleg met de werknemer voeren waarbij zoveel als mogelijk rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
3
Bij overwerk aansluitend aan de normale werktijd zal – in tegenstelling tot de lunchpauze, waarbij tenminste een half uur voor rekening van de werknemer is (met uitzondering van lid 2 en 3 van artikel 4.2) – een eventuele in de Arbeidstijdenwet voorgeschreven rustpauze als overwerk worden beschouwd.
4 Niet als overwerk wordt beschouwd: a werkzaamheden die voorafgaand en/of aansluitend aan een gebruikelijke werktijd per dag in totaal minder dan een half uur per dag duren, met een maximum van 1 uur per week; b arbeid welke verricht wordt voor het inhalen van verzuimde dagen of uren; c verschuivingen en verwisselingen van diensten.
Artikel 5.2
Overwerkvergoeding
1 Overwerk a Indien de arbeidsduur van 40 uur per week wordt overschreden bedragen de toeslagen voor overwerk als volgt: • Op maandag tot en met vrijdag 25% • Op zaterdag 50% • Op zon- en feestdagen 100% b Overuren kunnen op verzoek van de werknemer worden gecompenseerd in vrije tijd met inachtneming van bovenstaande percentages. c De werkgever behoudt zich ten alle tijden het recht voor om in belang van de organisatie over te gaan tot een financiële vergoeding in plaats van een vergoeding in tijd. d Werknemers die werken volgens de reguliere ploegendienstrooster op zaterdag, zondag of een feestdag en waarbij de tijd van het normale dienstrooster niet wordt overschreven wordt niet beschouwd als overwerk. e Dagen waarop de werknemer een cursus, studie, seminar, enz. bijwoont, worden niet beschouwd als overwerk en zullen ook niet als zodanig worden verrekend. Deze dagen worden ten allen tijden als 100% uren beschouwd en ook als zodanig uitbetaald, conform artikel 15.4.
BVH09.1908AH002.rev1
Artikel 5.3
Zon- en Feestdagen
1 Onder feestdagen wordt in dit arbeidsvoorwaardenboek verstaan: Nieuwjaarsdag, 1e en 2e Paasdag, Hemelvaartsdag, 1e en 2e Pinksterdag, 1e en 2e Kerstdag, Koninginnedag en eenmaal per 5 jaar (lustrumjaren) op 5 mei, ter viering van de nationale Bevrijdingsdag. 2 Voor toepassing van dit artikel en de andere artikelen van dit arbeidsvoorwaardenboek worden de zon- en feestdagen geacht een periode van 24 aaneengesloten uren te omvatten. 3
De werknemer heeft in de regel op zon- en feestdagen vrij met behoud van loon met uitzondering van de 5-ploegendienst, die volgens dienstrooster arbeid moeten verrichten. In die gevallen waarin wel op zon-of feestdag wordt gewerkt, zal een toeslag van 100% (volgens de overwerkvergoeding artikel 5.2, punt 1a) worden betaald op het uursalaris per die zon-of feestdag daadwerkelijk gewerkt uur, met uitzondering van de 5-ploegendienst.
BVH09.1908AH002.rev1
6
PLOEGENDIENST Artikel 6.1
Ploegendienstvergoeding
1 Voor geregelde arbeid in ploegendienst wordt een toeslag op het maand salaris gegeven. a Deze toeslag bedraagt per maand voor de • 2-ploegendienst 13% van het maandsalaris • 5-ploegendienst 30% van het maandsalaris. b Als een werknemer werkzaam in de reguliere ploegendienst niet gedurende een hele maand arbeid in ploegendienst heeft verricht, wordt een evenredig deel van de onder sub a genoemde toeslag gekort voor elke volledige dienst gedurende welke hij geen arbeid in ploegendienst heeft verricht, met uitzondering van verlof, ziekte en bijzondere omstandigheden. c Als een werknemer werkzaam in de reguliere ploegendienst op eigen verzoek, anders dan verlof, niet gedurende een hele maand arbeid in ploegendienst heeft verricht, wordt een evenredig deel van de onder sub a genoemde toeslag gekort voor elke volledige dienst gedurende welke hij geen arbeid in ploegendienst heeft verricht.
Artikel 6.2
Overplaatsing in een ander dienstrooster
1 Overplaatsing in een ander dienstrooster: a Van overplaatsing in een ander dienstrooster is sprake als het in de bedoeling ligt de werknemer definitief in het nieuwe dienstrooster te werk te stellen. Het bepaalde in dit lid is derhalve niet van toepassing op de werknemer die als vaste reserve is aangewezen en op de werknemer die incidenteel invalt in een ander ploegendienstrooster. b Als een dagdienstmedewerker wordt overgeplaatst naar een ploegendienst, ontvangt hij direct van het begin dat hij arbeid verricht in ploegendienst de bijbehorende toeslag.
Artikel 6.3
Invallen in ploegendienst
1 De werkgever wijst vaste invallers in de dagdienst aan voor het verrichten van werkzaamheden in ploegendienst. 2 Als een werknemer gedurende een volledige dienstroostercyclus in een ander rooster invalt, geldt gedurende die cyclus de werktijd van dat andere rooster voor hem als normale werktijd.
3
Als een werknemer door het invallen in een ander rooster gedurende kortere tijd dan een volledige dienstroostercyclus minder uren werkt dan volgens zijn eigen rooster het geval zou zijn, hoeft hij de minder gewerkte uren niet in te halen, wanneer het aantal gewerkte diensten niet minder is dan het aantal diensten dat volgens eigen rooster gewerkt zou moeten worden.
4 Voor de vaste invallers geldt dat zij alleen volgens opdracht van de werkgever kunnen invallen in ploegendienst of de normale werktijd kunnen overschrijden.
BVH09.1908AH002.rev1
Artikel 6.4
Toeslag voor invallen in ploegendienst
1 Als een werknemer in dagdienst gedurende een volledige dienstroostercyclus (periode van 2 of 5 aaneengesloten weken) invalt in de 2- of 5-ploegendienst, ontvangt hij over dat dienstrooster de in artikel 6.1, lid 1 sub a genoemde beloning.
2 Een werknemer in dagdienst die in opdracht invalt in een dienst van een ander dienstrooster, zonder dat hij daarvoor langer gaat werken dan volgens zijn eigen dienstrooster, ontvangt de volgende beloning:
Bij het invallen van dagdienst dagdienst
in middagdienst (15.00 – 23.00 uur) nachtdienst (23.00 – 07.00 uur)
toeslag 15% 30%
3 Een werknemer in dagdienst die is aangewezen als vaste reserve voor het invallen in ploegendienst ontvangt een toeslag van 10% op zijn maandsalaris.
BVH09.1908AH002.rev1
7
CONSIGNATIEDIENST Artikel 7.1
1 2
Consignatiedienst
Onder consignatiedienst wordt verstaan het volgens rooster beschikbaar zijn van de werknemer voor het verrichten van de werkzaamheden buiten de voor hem geldende werktijd. De werknemer ontvangt een vergoeding voor de consignatiedienst.
3 In de regel zal de consignatiedienst ten hoogste zeven aaneengesloten dagen duren.
4
Artikel 7.2
De geconsigneerde werknemer dient er voor zorg te dragen dat hij ten allen tijde bereikbaar is en dient zich te onthouden van activiteiten of handelingen die hem hinderen, bij een oproep tot het verrichten van gevraagde arbeid, aan deze oproep gevolg te geven. Toeslag voor consignatie
1 De werknemer die in opdracht van de werkgever geconsigneerd is ontvangt daarvoor per dag de volgende vergoeding:
Maandag tot en met vrijdag: Zaterdag Zon- en feestdagen
â‚Ź 25,00 â‚Ź 50,00 â‚Ź 75,00
2
Ingeval de werknemer een extra gang van huis naar de fabriek moet maken inzake de consignatie, ontvangt hij een reiskostenvergoeding op basis van woon-werkverkeer conform artikel 9.1 lid 1 en een reisuur van 100% conform artikel 9.2 lid 1.
BVH09.1908AH002.rev1
8
ONREGELMATIGHEID
Artikel 8.1
1
Onregelmatigheid
Indien er sprake is van niet gepland werk en de werkzaamheden vallen tussen 23.00 uur en 07.00 uur heeft werknemer recht op onregelmatigheidstoeslag. Dit geldt niet voor werknemers die werken volgens de reguliere ploegendienstrooster of als vaste invaller in de reguliere ploegendienstrooster invallen.
2 Werkgever zal, indien noodzakelijk, zo tijdig mogelijk de werknemer informeren en zal redelijk overleg met werknemer voeren, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
Artikel 8.2
Toeslag voor onregelmatigheid
1 Onregelmatigheid a Bij het verrichten van werkzaamheden tussen 23.00 uur en 07.00 uur op maandag t/m zondag, zoals omschreven in artikel 8.1, geldt een onregelmatigheidstoeslag van 20%. b De onregelmatigheidstoeslag geldt uitsluitend voor de uren tussen 23.00 uur en 07.00 uur en geldt niet voor werknemers die werken volgens de reguliere ploegendienstrooster of als vaste invaller invallen in de reguliere ploegendienstrooster.
BVH09.1908AH002.rev1
9
REISKOSTEN Artikel 9.1
Reiskostenvergoeding
1 De werknemer ontvangt een onbelaste vergoeding voor woon-werkverkeer van €0,19 per kilometer conform de geldende fiscale regels.
2 Bij het gebruik van een privé-vervoermiddel voor zakelijke ritten, niet zijnde woon-werkverkeer wordt een vergoeding verstrekt van € 0,27 per kilometer.
Artikel 9.2
1
Reisuur
Als voor overwerk, extra dienst of andere arbeid die niet in een rooster is vastgelegd, in opdracht van en onder goedkeuring door de werkgever een extra gang naar en van het bedrijf moet worden gemaakt, wordt hiervoor een reisuur van 100% toegekend. Deze reisuur wordt niet gegeven als het overwerk, de extra dienst of andere arbeid die niet in een rooster is vastgelegd aansluitend aan de normale werktijd kan of moet worden verricht of als op verzoek van de werknemer zelf een onderbreking wordt toegestaan die buiten het bedrijf wordt doorgebracht.
BVH09.1908AH002.rev1
10
FUNCTIEGROEP EN SALARISSCHAAL Artikel 10.1
Functiegroep
1 Functiegroep a De functies van de werknemers zijn ingedeeld in 8 functiegroepen zoals vermeld in bijlage A van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek. b Bij elke functiegroep behoort een salarisschaal die gebaseerd is op functiejaren. De salarisschalen zijn opgenomen in bijlage B van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek. c De bijlagen A en B worden geacht een integrerend deel van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek te zijn. d De werknemer ontvangt schriftelijk bij zijn arbeidsovereenkomst, en indien zijn functie wijzigt, een functieomschrijving en de daarbij behorende functieschaal. e Functies, die niet zijn ondergebracht in de hier bedoelde functiegroepen, kunnen een afwijkend beloningssysteem hebben. 2 Plaatsing in een lager ingedeelde functie a Werknemers, die door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek worden geplaatst in een lager ingedeelde functie, worden in de overeenkomende lagere functieschaal ingedeeld met ingang van de maand volgend op die waarin de plaatsing in de lager functie heeft plaatsgevonden. b Werknemers, die als gevolg van bedrijfsomstandigheden of arbeidsongeschiktheid in een lager ingedeelde functie worden geplaatst, worden via inschaling een salarisschaal toegekend dat zo min mogelijk onder de oorspronkelijke schaalsalaris van de werknemer ligt. Ligt het oude schaalsalaris boven het maximum van zijn nieuwe functiegroep dan wordt het verschil tussen het oude schaalsalaris en dit maximum omgezet in een persoonlijke toeslag. Deze toeslag maakt geen deel uit van het schaalsalaris en stijgt niet mee met de algemene verhogingen.
BVH09.1908AH002.rev1
Artikel 10.2
Toepassing van de salarisschalen
1 Schaalsalaris a Werknemers ontvangen het schaalsalaris behorende bij de functiegroep waarin de functie is ingedeeld. b Bij goed functioneren n.a.v. de voortgangs- en beoordelingsgesprekken wordt het salaris jaarlijks met ĂŠĂŠn periodiek verhoogd totdat het maximum van de schaal is bereikt. c De werkgever kent geen periodieke verhoging toe indien gedurende het kalenderjaar hiervoor aanleiding is geweest, n.a.v. gehouden voortgangs- en beoordelingsgesprekken. d De werkgever kent een extra periodieke verhoging toe indien gedurende het kalenderjaar hiervoor aanleiding is geweest, n.a.v. gehouden voortgangs- en beoordelingsgesprekken. e Indien een werknemer langer dan zes maanden arbeidsongeschikt is gedurende het kalenderjaar, zal aan het einde van het jaar n.a.v. de voortgangs- en beoordelingsgesprekken worden bepaald wel of geen periodieke verhoging toe te kennen. f Werknemers die op of na 1 juli van enig jaar in dienst treden, komen in principe op 1 januari daaropvolgend niet voor de periodieke verhoging in aanmerking, mits de werkgever anders beslist.
BVH09.1908AH002.rev1
11
VAKANTIE EN VAKANTIE-UITKERING Artikel 11.1
Vakantiejaar
1 Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december van datzelfde jaar en valt dus samen met het kalenderjaar.
Artikel 11.2
1 a b c d f g h
De werknemer heeft per vakantiejaar recht op 160 uur vakantieverlof met behoud van salaris. Daarboven heeft de werknemer recht op 40 uur bovenwettelijke vakantieverlof, met behoud van salaris. Bij tussentijdse aanvang van het dienstverband worden de vakantie-uren betreffende het vakantiejaar naar rato vastgesteld. Werknemers die op grond van hun arbeidsovereenkomst in deeltijd werkzaamheden verrichten, ontvangen het in dit artikel aangeduide vakantie-uren naar rato. Indien de vakantierechten niet voor 31 maart direct volgend op het vakantiejaar waarin zij zijn verworven door de werknemer zijn opgenomen, is de werkgever gerechtigd data vast te stellen waarop de werknemer deze dagen zal genieten. Vakantierechten, die door de werknemer niet zijn opgenomen vervallen 5 jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. Bij het opnemen van vakantie-uren door de werknemer zal de werkgever bij de verrekening eerst eventuele opgebouwde gecompenseerde uren in tijd (conform artikel 5.2, lid b) verrekenen alvorens de vakantie-uren te verrekenen.
Artikel 11.3
1
Duur van het vakantieverlof
Aanvragen van het vakantieverlof
De werknemer moet schriftelijk zijn vakantie-uren aanvragen bij de werkgever. De werkgever zal indien, er geen zwaarwegende bedrijfsbelangen aanwezig zijn, de aangevraagde vakantie-uren toekennen door middel van een schriftelijk akkoord.
BVH09.1908AH002.rev1
Artikel 11.4
Vakantie bij arbeidsongeschiktheid
1 Vakantie bij arbeidsongeschiktheid: a Indien de werknemer voor de aanvang van de aaneengesloten vakantie of de overige vakantie-uren ongeschikt tot werken is ten gevolge van arbeidsongeschiktheid, zodat hij van de vakantie geen gebruik kan maken, ontvangt hij deze vakantie-uren op een ander tijdstip, bij voorkeur in het lopende vakantiejaar. b Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt tijdens de vastgestelde aaneengesloten vakantie of de overige vakantie-uren zal de tijd niet als vakantie worden geteld, indien de arbeidsongeschiktheid door de werkgever wordt geaccepteerd, dan wel over die dagen een wettelijke uitkering van ziekte is ontvangen. c De werkgever en de werknemer stellen in onderling overleg vast op welk tijdstip, in ieder geval zo snel mogelijk na herstel, de aan de werknemer ingevolge het onder a en b bepaalde nog toekomende vakantie-uren zullen worden genoten.
Artikel 11.5
Aanvragen van het vakantieverlof
1 Vakantie bij beëindiging van het dienstverband: a Bij het beëindigen van het dienstverband worden de vakantierechten naar rato van het aantal maanden dat de werknemer in dienst is betreffende het vakantiejaar vastgesteld. b Indien de werknemer de hem toekomende vakantie-uren niet heeft opgenomen, zullen deze worden uitbetaald. c Indien de werknemer bij het beëindigen van de dienstbetrekking teveel vakantie-uren heeft genoten, is hij verplicht het over deze uren doorbetaalde salaris aan de werkgever terug te betalen, indien de beëindiging op eigen verzoek van de werknemer plaatsvindt dan wel op grond van een voor de werkgever dringende of gewichtige reden.
Artikel 11.6
Vakantie-uitkering
1 De werknemer heeft recht op een vakantie-uitkering voor elke periode waarin hij aanspraak op salaris heeft. 2 3
De vakantie-uitkering bedraagt per kalendermaand 8% van het voor de werknemer in die maand geldende maandsalaris. Het jaar waarover de vakantie-uitkering wordt berekend loopt van 1 mei enig jaar tot 1 mei van het volgende jaar. De vakantie-uitkering wordt jaarlijks in de maand mei uitbetaald.
4 Bij indienst- of uitdiensttreding in de loop van het jaar, zal de vakantie-uitkering naar evenredigheid worden vastgesteld.
BVH09.1908AH002.rev1
12
BIJZONDER VERLOF
Artikel 12.1
Bijzonder verlof
1 In sommige gevallen kan de werknemer verlof aanvragen voor bijzondere situaties die niet wettelijk zijn geregeld. Deze bijzondere verlofsituaties met behoud van salaris zijn door Biovalue vastgesteld in dit Arbeidsvoorwaardenhandboek.
2 De werknemer kan bijzonder verlof met behoud van salaris opnemen als bedoeld in artikel 4:1 van de Wet arbeid en zorg, mits de werknemer zo mogelijk tenminste één dag van te voren aan de werkgever van het verzuim kennis geeft en de gebeurtenis in het desbetreffende geval bijwoont. De werkgever kan achteraf van de werknemer verlangen dat hij bewijsstukken overlegt. Het recht op bijzonder verlof met behoud van salaris bestaat in ieder geval: a van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis/crematie van de partner, van een kind of pleeg- of adoptiekind van de werknemer, alsmede één van de ouders of schoonouders; b gedurende één dag of dienst op de dag van de begrafenis/crematie van grootouders, grootouders van de partner en kleinkinderen; c gedurende één dag of dienst op de dag van de begrafenis/crematie van broer, zuster, zwager,schoonzuster, schoonzoon of schoonzuster; d gedurende één dag of dienst bij ondertrouw van de werknemer zelf en gedurende twee dagen of diensten bij zijn huwelijk of geregistreerd partnerschap, te weten de dag van het huwelijk of geregistreerd partnerschap en de daaropvolgende dag of dienst in de betreffende of volgende week, waarin de betrokkene normaal arbeid had moeten verrichten; e gedurende één dag of dienst bij huwelijk of geregistreerd partnerschap van één van de kinderen, pleeg- of adoptiekinderen, kleinkinderen, broers, zusters, ouders, schoonouders, zwagers en schoonzusters; f bij uitoefening van het stemrecht, indien dit niet buiten werktijd heeft kunnen plaatsvinden, maximaal 2 uur; g gedurende de vereiste tijdsduur voor een doktersbezoek, indien dit niet buiten de werktijd mogelijk is; h gedurende één dag of dienst bij 12½-, 25- en 40 jarig dienstjubileum van de werknemer op de dag van het dienstjubileum zelf of de daarvoor in overleg vastgestelde dag; i gedurende één dag of dienst bij 25-, 40-, 50-, en 60-jarig huwelijk of geregistreerd partnerschap van de werknemer, diens ouders, schoonouders of grootouders; j gedurende één dag of dienst per kalenderjaar bij verhuizing van de werknemer met een zelfstandige huishouding; k gedurende de daarvoor benodigde tijd voor het afleggen van vakexamens die van belang zijn voor het beroepsleven van de werknemer, mits hij de werkgever tijdig van de datum waarop het examen plaatsvindt op de hoogte heeft gesteld.
BVH09.1908AH002.rev1
3 Artikel 7:628 BW met betrekking tot de doorbetaling van salaris is in de daar bedoelde gevallen van kracht in zoverre, dat de werkgever niet gehouden is de werknemer salaris te betalen over een periode gedurende welke geen arbeid wordt verricht ten gevolge van: • schorsing van de werknemer door de werkgever in die gevallen en onder de voorwaarden geregeld in het Personeelshandboek, hoofdstuk 3, regeling 3.2. disciplinaire maatregelen.
Artikel 12.2
1
Op 1 december 2001 is de Wet Arbeid en Zorg in werking getreden. Het doel van de wet is om alle verlofregelingen die verband houden met het combineren van betaald werk met privĂŠ-taken in een wettelijke regeling onder te brengen. Op basis van deze Wet Arbeid en Zorg mogen werknemers gebruik maken van de verschillende verlofregelingen. De Wet Arbeid en Zorg wordt als integraal onderdeel van dit Arbeidsvoorwaardenhandboek beschouwd. In aanvulling hierop en in afwijking van het anders en overigens in artikel 629 BW en artikel 4:1 Wet Arbeid en Zorg bepaalde gelden de onderstaande verlofregelingen
Artikel 12.3
1 a b c
Wet Arbeid en Zorg (WAZO)
Kortdurend zorgverlof
De werknemer kan verlof met behoud van 70% van het loon opnemen wanneer er sprake is van ziekte van: partner, inwonend (pleeg)kind van de partner of bloedverwant in de eerste graad niet zijnde een kind. Het verlof bedraagt per jaar maximaal twee keer de gemiddelde arbeidsduur per week. In overleg met de werkgever kan de werknemer aangeven de wettelijke 70% aan te vullen tot 100% door vakantie-uren en/of opgebouwde tijd voor tijd uren in te leveren.
Artikel 12.4
Langdurend zorgverlof
1 De werknemer kan verlof zonder behoud van loon opnemen voor de verzorging van een persoon, die levensbedreigend ziek is, indien het betreft: a de partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont; b een kind tot wie de werknemer of de persoon bedoeld in onderdeel a als ouder in een familierechtelijke betrekking staat, dan wel een pleegkind van de werknemer als bedoeld in artikel 5:1, eerste lid, onderdeel d; c een bloedverwant in de eerste graad van de werknemer. Het verlof bedraagt per jaar ten hoogste zes maal de arbeidsduur per week. De periode van 12 maanden gaat in op de eerste dag waarop het verlof wordt genoten. Het verlof wordt per week opgenomen gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf weken. Het aantal uren verlof per week bedraagt ten hoogste de helft van de arbeidsduur per week.
BVH09.1908AH002.rev1
Artikel 12.5
1
Calamiteitenverlof
De werknemer kan doorbetaald verlof opnemen, in overleg met de werkgever, gedurende de benodigde tijd in zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden of in verband met noodsituaties die vergen dat de werknemer onverwijld een voorziening treft voor zover dit niet in de vrije tijd van de werknemer kan geschieden.
Artikel 12.6
Zwangerschapsverlof
1 De vrouwelijke werknemer heeft in verband met haar bevalling recht op 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof: a het recht op zwangerschapsverlof bestaat vanaf zes weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling, zoals aangegeven in een aan de werkgever overgelegde schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige, tot en met de dag van de bevalling. Het zwangerschapsverlof gaat in uiterlijk vier weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling. b Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en bedraagt tien aaneengesloten weken vermeerderd met het aantal dagen dat het zwangerschapsverlof tot en met de vermoedelijke datum van bevalling, dan wel, indien eerder gelegen, tot en met de werkelijke datum van bevalling, minder dan zes weken heeft bedragen. c De vrouwelijke werknemer heeft gedurende de periode dat het zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten recht op uitkering.
Artikel 12.7
1 a b c
De werknemer heeft binnen vier weken na de bevalling van de partner recht op verlof met behoud van loon voor 2 dagen of diensten. Het gaat dan om het opnemen van verlof over de dagen dat de werknemer normaal gesproken zal hebben gewerkt. De werknemer moet het verlof zo spoedig mogelijk aan de werkgever melden.
Artikel 12.8
1 a b
Kraamverlof
Adoptieverlof
De werknemer kan verlof opnemen als bedoeld in artikel 3:2 van de Wet Arbeid en Zorg gedurende vier aaneengesloten weken in verband met de adoptie van een kind dan wel bij opname in het gezin van een pleegkind. De werknemer heeft gedurende de periode dat het adoptieverlof wordt genoten recht op uitkering.
BVH09.1908AH002.rev1
Artikel 12.9
1 a b c d e f
Ouderschapsverlof
De werknemer kan ouderschapsverlof opnemen mits hij tenminste 1 jaar in dienst is bij de werkgever en zorgt voor een kind jonger dan acht jaar. Het aantal uren verlof waarop de werknemer ten hoogste recht heeft bedraagt zesentwintig maal de arbeidsduur per week. Het verlof wordt per week opgenomen gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste een jaar. Het aantal uren verlof per week bedraagt ten hoogste de helft van de arbeidsduur per week. In afwijking van lid b en c kan de werknemer de werkgever verzoeken om: • verlof voor een langere periode dan zes maanden, of • het verlof op te delen in ten hoogste drie perioden, waarbij iedere periode ten minste een maand bedraagt, of • meer uren verlof per week dan de helft van de arbeidsduur per week. De werkgever kan het verzoek van de werknemer, bedoeld in lid,e afwijzen indien een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich hier tegen verzet.
BVH09.1908AH002.rev1
13
ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID Artikel 13.1
1
Als een werknemer als gevolg van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, gelden voor hem in ieder geval de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet (ZW), de Wet Arbeid en Zorg (WAZ), de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover hiernaniet anders bepaald.
2
Artikel 13.2
1
Ziekte en arbeidsongeschiktheid
De werkgever draagt zorg voor voorlichting aan de werknemer over de rechten en plichten voortvloeiend uit de Wet Verbetering Poortwachter. Dit betekent onder meer voorlichting over moment van ziekmelding, plan van aanpak, re誰ntegratie- verslag, aanvraag WIA-uitkering en aanvraag persoonsgebonden budget. Uitkering bij ziekte en arbeidsongeschiktheid
Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW 70% van het maandinkomen, tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Wet financiering sociale verzekering, worden doorbetaald.
2 Gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling, een aanvulling tot 100% van het maandinkomen. 3
Gedurende de tweede 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW zal aan de werknemer 70% van het maandinkomen, tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Wet financiering sociale verzekering worden doorbetaald.
4
Gedurende de eerste 2-ziektejaren wordt een maximale gezamenlijke inspanning door de werkgever en werknemer geleverd ten einde te komen tot werkhervatting en re誰ntegratie in het arbeidsproces. Deze inspanningen zullen in de eerste plaats intern gericht zijn. Indien er geen passende mogelijkheden aanwezig zijn, zal ook actief door beide partijen extern de onderneming worden gezocht naar herplaatsingsmogelijkheden.
5 De werkgever heeft het recht om de in dit artikel genoemde loondoor betaling en aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: a door opzet arbeidsongeschikt is geworden; b arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een gebrek waarover hij valse informatie heeft verstrekt; c zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd; d zonder deugdelijke grond geen passend werk verricht; e zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan door de werkgever of deskundige gegeven redelijke voorschriften of maatregelen om passend werk te verrichten; f zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan opstelling, evaluatie of bijstelling van een plan van aanpak tot re誰ntegratie.
BVH09.1908AH002.rev1
14
OVERLIJDEN Artikel 14.1
Uitkering bij overlijden
1 Indien een werknemer overlijdt, zal aan zijn nabestaanden een overlijdensuitkering worden verstrekt op grond van het bepaalde in artikel 7:674 BW. 2
Deze uitkering is gelijk aan het bedrag van het bruto maandinkomen over de maand van overlijden plus het bruto maandinkomen over de daarop volgende twee maanden, inclusief vakantietoeslag. Op dit bedrag wordt in mindering gebracht, hetgeen de nagelaten betrekkingen bij overlijden van de werknemer toekomt op grond van de Ziektewet en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering.
3
Onder laatstelijk rechtens toekomend salaris wordt in dit artikel verstaan het laatstelijk genoten salaris vermeerderd met ploegentoeslag, beloningen voor overwerk voor zover deze extra beloningen niet een incidenteel karakter dragen, vakantietoeslag en eventueel vast overeengekomen jaarlijkse uitkeringen.
4 Onder de nabestaanden wordt verstaan: a de langstlevende partner van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde, dan wel degene met wie de werknemer ongehuwd samenleefde; b bij ontstentenis van de personen genoemd onder a: de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen; c bij ontstentenis van de personen genoemd onder a en b: degene met wie de werknemer in gezinsverband leefde en in wiens kosten van bestaan de werknemer grotendeels voorzag.
Van ongehuwd samenleven als bedoeld onder a is sprake indien twee ongehuwde personen een gezamenlijke huidhouding voeren, met uitzondering van bloedverwanten in de eerste graad. Van een gezamenlijke huishouding kan slechts sprake zijn, indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van huishouding dan wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.
BVH09.1908AH002.rev1
15
AANVULLENDE REGELINGEN Artikel 15.1
Pensioenregeling
1 In het bedrijf van de werkgever bestaat vanaf 1 juni 2007 een pensioenregeling gebaseerd op basis van beschikbare premie. 2
De werknemer kan deelnemen aan de binnen de onderneming geldende pensioenregeling, zoals omschreven in het pensioenreglement, welke collectief is ondergebracht in het ABN AMRO Flexibel Pensioen Plan van Biovalue Holding BV en Biovalue Nederland BV bij Delta Lolyd.
Artikel 15.2
Spaarloonregeling
1 Bij een minimale deelname van 50% van het werknemersbestand, kan de werknemer gebruik maken van een door de werkgever aangeboden spaarloonregeling. 2 Zolang er van overheidswege geen wijzigingen worden aangebracht in het op dit moment geldende fiscale maximum van de spaarloonregeling, blijft de huidige situatie van kracht.
Artikel 15.3
1 a b c d e
Levensloopregeling
De werknemer heeft onder bij en krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 gestelde voorwaarden elk kalenderjaar recht deel te nemen aan een levensloopregeling. De werkgever draagt het op verzoek van de werknemer ter zake van een levensloopregeling ingehouden loon af aan de door de werknemer aangewezen uitvoerder. Bij het in het lid b bedoelde verzoek geeft de werknemer kennis aan de werkgever van de hoogte van het per kalenderjaar in te houden en af te dragen loon. De werkgever willigt het verzoek in uiterlijk met ingang van de aanvang van de derde kalendermaand na de indiening ervan. De werknemer kan het in het tweede lid bedoelde verzoek slechts een keer per jaar doen, met dien verstande dat de werknemer te allen tijde kan verzoeken om de inhoudingen en afdrachten te beĂŤindigen.
Artikel 15.4
Studieregeling
1 Bij indiensttreding ontvangt de werknemer de regeling vergoeding studiekosten. Hier staat o.a. in beschreven de vergoeding van de studiekosten, de voorwaarden en de terugbetalingsregeling. 2 De opleiding, studie, seminar, enz. wordt geacht zoveel mogelijk buiten werktijd te worden gevolgd. Voor alle opleidingen, die niet anders dan tijdens werktijd worden gegeven, wordt aan de medewerker studieverlof met behoud van salaris gegeven, mits anders is overeen gekomen.
BVH09.1908AH002.rev1
3
De aan de opleiding, studie, seminar, enz. bestede tijd buiten de normale arbeidsduur kan niet leiden tot meeruren en wordt niet aangemerkt als overwerk conform artikel 5.1. De bestede tijd voor opleidingen buiten de normale arbeidsduur wordt als 100% uren beschouwd en ook als zodanig vergoed.
4
Indien de werknemer wordt ontslagen wegens dringende redenen of op eigen verzoek ontslag wordt verleend voordat de studie met goed gevolg is afgerond dan wel binnen een termijn van twee jaar na voltooiing van de opleiding, wordt voor iedere maand die ontbreekt aan het termijn van 2 jaar, 1/24 deel in rekening van de werknemer gebracht.
5 Reiskosten a Indien een werknemer een opleiding, studie, seminar, enz. volgt die op zijn standplaats wordt gehouden, ontvangt hij een onbelaste vergoeding van â‚Ź 0,19 per kilometer (conform artikel 9.1, lid 1) en een reisuur van 100% (conform artikel 9.2). b Indien een werknemer een opleiding, studie, seminar, enz. volgt elders dan zijn standplaats, ontvangt bij gebruik van privĂŠ-vervoermiddel een vergoeding van â‚Ź 0,27 per kilometer. Bij gebruik van de bedrijfswagen komt de werknemer niet in aanmerking voor de reiskostenvergoeding.
BVH09.1908AH002.rev1
BIJLAGE A
FUNCTIEGROEPEN
Functieschalen
Schaal 1 Algemeen medewerker Schaal 2 Magazijn medewerker Facilitair medewerker Junior administratief medewerker Schaal 3 Junior proces operators Administratief medewerker Schaal 4 Senior Proces Operator Laborant Verlader Schaal 5 Ploegleider Schaal 6 Office, PR/en Communicatie Manager Assistent Controller Planner Logistiek Schaal 7 Nog in te vullen Schaal 8 Operationeel manager
BVH09.1908AH002.rev1
BIJLAGE B
SALARISTABEL
Salaristabel Biovalue per 1 januari 2007 Schaal
1
2
3
4
5
6
7
8
00
1600
1750
1900
2280
2440
2650
2850
3100
01
1640
1795
1950
2340
2510
2730
2945
3210
02
1680
1840
2000
2400
2580
2810
3040
3320
03
1720
1885
2050
2460
2650
2890
3135
3430
04
1760
1930
2100
2520
2720
2970
3230
3540
05
1800
1975
2150
2580
2790
3050
3325
3650
06
1840
2020
2200
2640
2860
3130
3420
3760
07
2065
2250
2700
2930
3210
3515
3870
08
2300
2760
3000
3290
3610
3980
09
2820
3070
3370
3705
4090
10
3140
3450
3800
4200
11
3530
3895
4310
12
3990
4420
4530
Functietrede
13
BVH09.1908AH002.rev1
Salaristabel Biovalue per 1 januari 2008
Schaal
1
2
3
4
5
6
7
8
0
1648
1803
1957
2348
2513
2730
2936
3193
1
1689
1849
2009
2410
2585
2812
3033
3306
2
1730
1895
2060
2472
2657
2894
3131
3420
3
1772
1942
2112
2534
2730
2977
3229
3533
4
1813
1988
2163
2596
2802
3059
3327
3646
5
1854
2034
2215
2657
2874
3142
3425
3760
6
1895
2081
2266
2719
2946
3224
3523
3873
7
2127
2318
2781
3018
3306
3620
3986
8
2369
2843
3090
3389
3718
4099
9
2905
3162
3471
3816
4213
10
3234
3554
3914
4326
11
3636
4012
4439
12
4110
4553
4666
Functietrede
13
BVH09.1908AH002.rev1
Salaristabel Biovalue per 1 januari 2009 Schaal
1
2
3
4
5
6
7
8
00
1694
1853
2012
2414
2584
2806
3018
3282
01
1736
1901
2065
2478
2658
2891
3118
3399
02
1779
1948
2118
2541
2732
2975
3219
3515
03
1821
1996
2171
2605
2806
3060
3319
3632
04
1864
2044
2224
2668
2880
3145
3420
3748
05
1906
2091
2277
2732
2954
3229
3521
3865
06
1948
2139
2329
2795
3028
3314
3621
3981
2187
2382
2859
3102
3399
3722
4098
2435
2922
3177
3484
3822
4214
2986
3251
3568
3923
4331
3325
3653
4024
4447
3738
4124
4564
4225
4680
08
09
10
11
12
13
4797
Functietrede
07
BVH09.1908AH002.rev1