HVGB-uitgave-2019-01_rev4

Page 1

2019 | Jaargang 31 | Nummer 1 | Losse verkoop € 5,50

HISTORISCHE VERENIGING GEMEENTE BEILEN

De warme bakker van Drijber

De laatste reis

De Vries Mechanisatie B.V.

Waarom de bakker uit Drijber verdween?

Een gedicht van mijn oom Gerard (*1917, † 2000)

Van rijwielhersteller tot internationaal Landbouw Mechanisatiebedrijf


VAN DE VOORZITTER Op woensdag 12 december heeft wethouder Dennis Bouwman, met het naar buiten rijden van een kruiwagen met de laatste lege dozen, ons onderkomen aan de Kruisstraat 4 in Beilen geopend. Op 14 december hielden we open dag en kwamen veel leden en belangstellenden een kijkje nemen. Vanaf 19 december is er elke 14 dagen gelegenheid te komen kijken, informatie in te winnen of te geven over de historie van Beilen e.o. Voor data zie het tijdschrift of op de website onder Kruisstraat 4. Het eerste exemplaar van ons tijdschrift in 2019 ligt voor u, samengesteld door onze nieuwe verjongde redactie. Het bestuur is bijzonder verheugd dat vijf jongeren dit ter hand nemen. De historische vereniging in het midden van de samenleving! Wij wensen Arjan, Marijke, Ingrid, Jeroen en Jos bijzonder veel succes. Zij zullen zich verderop in ons blad persoonlijk aan u voorstellen. Het bestuur heeft de afgelopen drie jaar zelf de redactie van ons tijdschrift verzorgd, dat was naast het bestuurswerk een pittige klus, die wel erg veel op de schouders van onze secretaris Jan Wessels terecht kwam. Jan heeft op een bewonderingswaardige manier deze werkzaamheden verricht. Namens de andere bestuursleden hulde en bedankt voor jouw onvermoeibare inzet. Voor mij is dit ook de laatste bijdrage als voorzitter, tijd voor een nieuw en jonger gezicht en helaas ook doordat onze thuissituatie meer tijd vraagt. Ik hoop als vrijwilliger in de toekomst nog wat kleine bijdragen te kunnen leveren. Bedankt voor het vertrouwen. Gelukkig kan ik een springlevende, actieve vereniging achter mij laten dat geeft toch een goed gevoel. Albert Lanting


INHOUDSOPGAVE Van de voorzitter De warme bakker van Drijber

2

Waarom de bakker uit Drijber verdween De laatste reis

12

Gedicht van mijn oom Gerard (*1917, †2000) Emelangen 16 Een bijzonder buurtschap De Vries Mechanisatie B.V.

22

Van rijwielhersteller tot internationaal Landbouw Mechanisatiebedrijf Van de bestuurstafel

31

Ledenvergadering 14 maart

31

In het Nieuwsblad van Beilen 1e kwartaal 1959

32

Colofon 35 De redactie stelt zich voor

Op de omslag: Bij een Locombiel met links een korenmijt, uit het verhaal van De Vries Mechanisatie B.V.

Inhoudsopgave

36


Bertus en Idichje Makken in de winkel


DE WARME BAKKER VAN DRIJBER Waarom de bakker uit Drijber verdween In Beilen verkoopt één van de supermarkten vandaag de dag meer dan 30.000 verschillende artikelen op een winkelvloer van bijna een kwart hectare. In het begin van de jaren ’70 zien bakker Makken, zijn vrouw en hun zoon Roelof deze bui al hangen. De opkomst van de steeds groter wordende supermarkten wordt voor hen een probleem. Daar valt voor een bakker met een beperkt kruideniersassortiment niet tegenop te boksen. Het minieme winkeloppervlak ter grootte van een kleine huiskamer, in een dorpje zoals Drijber en een ventroute in de wijde omgeving, raken uit de tijd. Ze besluiten te stoppen. Maar wat ze altijd met veel plezier gedaan hebben, pakken ze hen niet meer af. Een goede bakker kauwt tabak Bertus Makken wordt op de wereld verwelkomd als nakomertje, want dat is hij en niet zo’n klein beetje ook. Wanneer hij in 1907 het levenslicht ziet, is zijn jongste broer al een volwassen kerel van 21 jaar oud. Later praat hij met zijn kinderen niet of nauwelijks over zijn jeugd en zijn ouders. Zoon Roelof begint het verhaal dan ook met een 12-jarige Bertus, die als leerling in dienst komt bij bakker Willem van Dijk in Westerbork. Daar moet hij hard werken. Vermoedelijk heeft hij voorbeelden daarvan gebruikt om zijn eigen kinderen duidelijk te maken, dat ze dat ook kunnen doen. In de strenge winters van toen bezorgt hij het brood in kisten op een slee met een paard ervoor. Zo’n jong ventje in de bakkerij is ook aanleiding genoeg om een beetje plagerig te worden. Wie voor het eerst pruimtabak proeft, wordt daar niet echt blij van. Maar onder het motto dat een goede bakker tabak kauwt, moet Bertus er wel aan geloven. De bakker lacht zich slap, maar Bertus zet door en went eraan. Als hij allang bakker is in Drijber, zegt zijn vrouw wel tegen de kinderen: De warme bakker van Drijber | Bruun Feijen

“Jullie vader? Die vreet alles op; desnoods het pakje erbij.”

Advertentie 1925

Zonder zadel, rem en banden Bakker Kruiter in Wijster heeft in 1925 een bakkersbediende nodig. Hij plaatst een advertentie in de Provinciale Drentsche en Asser Courant. Omdat in deze tijd Bertus bij Kruiter is gaan werken, heeft hij misschien wel op de advertentie gesolliciteerd. Ervaring met bakken en venten had hij immers genoeg en op de avondschool in Hoogeveen doet hij de rest van de vakkennis op. Kruiter is helaas wat ziekelijk en moet het bakken grotendeels aan Bertus overlaten. Na verloop van enige 3


Harm Iden en Aaltje Huisman, vader en moeder van Idichje Iden

Trouwfoto Bertus en Idichje

tijd runt hij de hele bakkerij. Daarnaast heeft hij ook nog tijd om aandacht aan Idichje Iden te besteden. Haar vader is Harm Iden uit Wijster, een boer die als jongkerel in het seizoen, met de zeis op de rug, naar Noord-Holland liep om daar gras te maaien. Haar moeder is de dochter van Jacob Huisman, de schaapherder van Drijber. Bertus en Idichje besluiten te trouwen en gaan wonen in een kleine burgerwoning langs het zandweggetje naar de molen in Wijster. Deze “molen van Hartsuiker” wordt in 1938 afgebroken, maar de achtergebleven belt blijft voor de oudste drie kinderen, Harm, Albertje en vooral Roelof een ideale speelplek. Roelof vertelt in geuren en kleuren hoe hij met een krakkemikkige fiets zonder zadel, rem en banden van de heuvel afdenderde en in de heg van boer Bouwmeester tot stilstand kwam. Ondertussen leerde hij wel mooi fietsen.

De jongste twee, Egbert en Aaltinus komen veel later in Drijber ter wereld.

4

In Drijber wordt brood gebakken zonder gif Klaas Struik is een ondernemend man. Van veenarbeider heeft hij zich opgewerkt tot boer in Odoorn en vanaf 1927 in Drijber. Hij bouwt, omdat zijn bedrijf in 1930 afbrandt, op de driesprong met de weg naar Hoogeveen, de nieuwe boerderij “Werklust”. Als bijverdienste houdt hij er ook een klein kruidenierswinkeltje op na en als extra bijverdienste verkoopt hij als een cafébaas sterke drank. Een klein probleem is dat de veldwachter dat niet mag weten. Wanneer er geschonken wordt moet een van zijn dochters op haar slaapkamertje op de uitkijk staan en op tijd alarm slaan. In de crisisjaren moet je immers wel wat wagen om je inkomen op peil te houden. Dat lukt Lukas De warme bakker van Drijber | Bruun Feijen


Vennink in het dorp niet. Zijn kruidenierswinkel blijkt niet rendabel en hij moet de zaak verkopen. In 1935 wordt Struik de nieuwe eigenaar. Hij vraagt bij de gemeente een vergunning aan om een oven te plaatsen. Met de combinatie kruidenier en warme bakker gelooft hij dat een nieuwe start voor de winkel mogelijk is. Hij krijgt gelijk,

De winkel van Makken tot ongenoegen van een andere kruidenier in het dorp die het brood van een grote bakker uit Beilen verkoopt. De rechter vonnist uiteindelijk een straf van 30 gulden of 30 dagen hechtenis. De kruidenier mag voortaan nooit weer bij zijn klanten suggereren dat Struik roggemeel met rattenkruid zou mengen. Misschien is kroegbaas worden altijd een droom gebleven, want in de zomer van 1942 koopt Klaas Struik café “De Veehandel” aan de Markt in Beilen. Zijn dochter Annechien en schoonzoon Roelof Bebingh nemen de bakkerij over. Klanten zijn er in deze tijd genoeg. Tijdens het laden van de compost bij de VAM willen de schippersvrouwen vaak flink wat boodschappen inslaan en er wordt uitgevent tot in Ruinen aan toe. Makken koopt een paard in de winkel Na de oorlog horen Bertus en Idichje dat de bakkerij van Bebingh te koop komt. Daar hebben ze wel oren naar. In 1947 worden ze eigenaar van het De warme bakker van Drijber | Bruun Feijen

woon- en winkelpand en, volgens de notaris, “de geheele bakkerij en winkelinventaris als: paard, wagen, fietskar, bascule met gewichten, trog, broodplanken, trommels, vormen enzoovoort.” Het paard wordt nooit in de winkel toegelaten, maar blijkt wel goud waard te zijn. Een TomTom is niet nodig. Het trouwe beest kent alle ventroutes uit zijn hoofd en weet bovendien bij welk adres het moet stoppen. Dat het pand een winkel is, heeft Struik al met witte verf en grote letters op de muren geschreven: “Bakkerij Struik en Zn Winkelier” en “Voor groote en kleine beurzen”. De bakker op één been aan het werk Bertus was in Wijster gewend om de binnenkant van de ovens warm te stoken met takkenbossen. In Drijber werkt hij met een heel ander systeem waardoor de temperatuur makkelijker te regelen is. De oven wordt aan de zijkant verhit met grote brokken steenkool en later met gas uit een grote tank in de tuin. Vanaf vijf uur ’s morgens tot een uur of negen wordt er brood gebakken. Het witte en bruine busbrood in blikken en het knapperiger vloerbrood op de bodem. Omdat er vraag is naar knipbrood wordt de bovenkant van een aantal broden met een speciale schaar een paar keer open geknipt. Tijdens het bakken wordt de korst van het brood lekker krokant. Veel mensen hadden dat leren waarderen bij het zogenaamde regeringsbrood. Bakkers waren sinds de schaarste aan grondstoffen tijdens de Eerste Wereldoorlog verplicht ook dit brood te bakken van inlands tarwemeel vermengd met aardappelmeel, peulvruchtenmeel en roggemeel. Om verbranden van het brood te voorkomen, werd de bovenkant ingeknipt zodat het niet zo hoog op zou rijzen. Dit regeringsbrood was wat klef en smaakte wat zurig, maar met de korst was niets mis. Terwijl de broden in een aparte ruimte op de planken staan af te koelen, weegt Bertus op de grote werktafel onder het raam ingrediënten af. Hiermee wordt het beslag gemaakt waarmee allerlei soorten koekjes, cakes en koeken kunnen worden gebakken. Vooral de gevulde koeken met echte 5


amandelspijs zijn een succesnummer. Taarten zijn geen alledaagse kost en Bertus bakt ze daarom alleen op bestelling. Het liefst met vruchtjes of crème gedecoreerd, want dat blijft er veel langer mooi uitzien. De afgesneden randen van de cake en de koek zijn erg geliefd. Als kantkoek wordt het voor een kleine prijs verkocht. Ruim voor Sinterklaastijd komen de prachtig uitgesneden koekplanken te voorschijn. Van de lekkere speculaaspoppen die je ermee kunt vormen, bak je niet gauw genoeg. Wanneer de oven al aan het afkoelen is, gaan de roggebroden erin. De grote broden van drie tot zes pond per stuk worden eerder gegaard dan gebakken. Ooit werd roggebrood in Nederland het meest gegeten, maar als Makken in Drijber bakt, is de vraag naar tarwebrood al veel groter geworden. Bertus staat meestal op één been te werken. Omdat hij problemen heeft met zijn heup legt hij het andere been naast zich op de werktafel. Dat lukt alleen met een katrol aan het plafond en een stuk touw. Hij bakt het liefst zelf, maar als de draaiende mengmachine zijn arm een keer te pakken krijgt, lukt dat een paar weken niet. Hij speelt in die tijd de rol van instructeur voor zoon Roelof en de rest van de familie.

Koppijn in de winkel In de winkel is Idichje de baas. Zij doet de inkoop, praat met vertegenwoordigers en helpt natuurlijk de klanten. Een brood is snel meegegeven, maar veel kruidenierswaren zijn niet verpakt. De onderste bakken achter de toonbank zijn gevuld met o.a. suiker, rijst, erwten en bonen, rozijnen en krenten. In grote blikken zitten koffiebonen, thee en hagelslag. Alles moet worden afgewogen en in papieren zakken verpakt. Op de hogere planken liggen de broden en de voorverpakte artikelen. Bijvoorbeeld de flessen limonade gazeuse, doosjes schoencrème en de zeeppoeders Radion, Rinso en Echfalon.

Idichje in de winkel

Bakker Makken bij de mengmachine 6

Sommige klanten lusten wel een borreltje en voor hen staan er flessen sterke drank “onder de toonbank”. De leverancier daarvan is slijterij Abels uit Coevorden. Die moet regelmatig een nieuwe voorraad laten bezorgen. Wat een tijdlang ook goed verkoopt, is verrassingspudding. In de verpakking zit een klein cadeautje dat kan variëren van een autootje tot een stuk kauwgum. Sommige klanten laten de pudding in de winkel achter en lopen zielsgelukkig met de verrassing naar huis. De warme bakker van Drijber | Bruun Feijen


De meeste artikelen die in de winkel verkocht worden, staan ook voorin de bestelboekjes vermeld.

Er wordt ook geadministreerd op “kringloop” papiertjes en kartonnetjes. De binnenkant van een opengescheurde verpakking levert tientallen boodschappenlijstjes op, die in de kasboeken zijn bewaard. Als een klant gaat afrekenen, moet je alle gegevens goed op een rijtje hebben. Vooral omdat het in sommige gevallen pas na lange tijd gebeurt. Veel klanten hebben het niet zo breed en kunnen pas betalen als het gezin in het najaar wat extra geld heeft verdiend met aardappelen krabben.

Bestellijst Handig als geheugensteuntje voor de klanten. Die vullen de boekjes in, de venter haalt de boekjes op en brengt de volgende rit de bestelling aan huis. De dozen zijn in de tussentijd door Idichje gevuld met de gewenste artikelen. Moderne supermarkten hebben deze bijna vergeten service opnieuw ontdekt, maar dan met een digitale bestellijst. De klanten in de winkel betalen bijna nooit contant. Dat betekent dat alles opgeschreven wordt in het grote kasboek dat op de toonbank ligt. Met codes als krullen, kruisjes en doorstrepen wordt later aangegeven of iets afgerekend is.

Toonbankboeken De warme bakker van Drijber | Bruun Feijen

“Kringloop” papiertjes Je zou er koppijn van krijgen. Gelukkig liggen er dan ook buisjes met “Akkertjes” in het schap. Dit wonderbaarlijke geneesmiddel helpt tegen bijna alle kwalen, uitgezonderd gebroken lichaamsdelen. In het laatste geval is de Verbandpost die het Rode Kruis voor het dorp in de winkel heeft ingericht weer erg handig. Zwanger naar de warme bakker In Drijber wonen en werken een tijdlang drie winkeliers die brood verkopen; Jan Hartman midden in het oude dorp, Bertus Rumph tegenover de kerk en Bertus Makken er een beetje tussenin. Ze hebben alle drie hun eigen klantenkring, maar dat staat niet zwart op wit. In geval van nood zijn het geen concurrenten maar collega’s. Bertus Rumph is een aardige kerel die er lol aan beleeft om alle nieuwtjes in het dorp met zijn klanten door te 7


nemen. Een soort Facebook, maar dan anders. Wanneer een klant van hem wegens zwangerschap een tijdje zoutloos moet eten, moet ze ook een list verzinnen. Tenminste als ze alles nog niet aan de grote klok wil hangen. Dus koopt ze dat brood bij bakker Makken, want Bertus en Idichie houden hun mond wel. Het kan ook zijn dat de loop van zwangere vrouwen naar de warme bakker een Drijbers automatisme was. De vrouw van de eerste bakker was namelijk kraamverpleegster. Venten op de fiets Voor de dorpsbewoners is een loopje naar de winkel heel gewoon. Voor de klanten in de wijde omgeving is het meestal niet handig. In de naoorlogse jaren heeft nog lang niet iedereen een auto en met de fiets kost het veel te veel tijd. Men is dus gewend dat de leveranciers aan de deur komen. Met een grote bakfiets met een klep bezorgt Makken het brood. Zoon Roelof, die dan acht jaar oud is en nog op school zit, helpt vanaf het begin al mee. Wanneer “tussen de middag” de schoolbel gaat, loopt hij snel naar huis. Daar staat de fiets met tassen brood voor Koops en Scholte al klaar. Na het eten gaat hij weer lopend naar school en als de middaglessen voorbij zijn trapt hij met een zwaar beladen fiets naar de klanten

“achter de VAM”. De kwaliteit van de fiets kan niet beter vindt zijn vader; hartstikke goed zelfs. Achteraf denkt Roelof dat hij vooral het doortrapsysteem bedoelde. Voor de verre klanten in Tiendeveen wordt de bagagedrager versterkt met extra ijzer; om precies te zijn met een drie centimeter brede strip van vijf streep dik. Met een stuk touw wordt er een dikke bezemsteel dwars op vast gebonden. Aan weerszijden hangen tassen van meelzakken waarin tien tot twaalf broden zitten. Met bovendien aan beide kanten van het stuur ook nog een volle tas is het elke keer een hele klus om overeind te blijven op het “Schimmeldiekie” richting Haarweg. Zijn veel jongere broer Aaltinus maakt het verhaal nog sterker. Op vijfjarige leeftijd bracht hij zijn eerste brood al weg op de autoped. Een jaar later kon hij fietsen en kent de rijtjes bezorgklanten nog uit zijn hoofd: Jan Koops, Derk Scholte, familie Van de Berg, Wolters en Jan Oosterhof en langs het Kanaal Albert Koops, Leunge, de beide Hovings, de Weerd, Beuker en Meppelink bij brug zes. Hij stond op de trappers, omdat het zadel van de damesfiets voor hem onbereikbaar hoog was. Ook omdat fietsen over het zandpad langs het Linthorst Homankanaal voor zo’n jong ventje zwaar werk was.

Winkel van Hartman (1955)

Bertus Rumph met paard en ventkar

8

De warme bakker van Drijber | Bruun Feijen


Op pad met de kidde en de ventkar Eenmaal van school af neemt Roelof met broer Harm de ventroutes voor zijn rekening. De kidde (paard) van Bebingh kent de weg die gedeeltelijk bestraat is. Op de soms gladde klinkers krijgt het beest “proppen” onder de ijzers anders “ligt het peerd op de grond”. Dinsdag en vrijdag wordt de route over het Hamveld gereden. De cabinewagen krijgt het op de slechte wegen behoorlijk voor de kiezen. Het draaistel vooraan is met een dikke bout aan de wagen verbonden. Door slijtage is het gat zo groot geworden dat op een bepaald moment de bout er doorheen valt. Met een klap schiet de wagen los, maar blijft gelukkig nog net hangen. Het paard reageert voorbeeldig en staat direct stil. Met wat “pakkedraad” weet Roelof de verbinding provisorisch te herstellen. Normaal is hij op deze route om tien uur ’s avonds thuis. Deze keer redt hij dat niet. In 1952 koopt vader een Volkswagenbus en in datzelfde jaar heeft Roelof zijn eerste bekeuring te pakken. Agent Strave uit Wijster vindt het niet goed dat hij als 15-jarige zonder rijbewijs in een auto aan het venten is. Een ventroute rijden betekent meestal ook te laat zijn voor het middagmaal. Roelof eet dus vaak na. Eraan terugdenkend loopt het water hem nog door de mond. De gekookte

aardappelen worden voor hem gebakken samen met een stuk verkruimeld roggebrood. Opgediend met wat appelmoes en een stuk spek of worst van het thuisgemeste varken kan een koningsmaal niet beter smaken.

Ook Jantje Rumph bezorgt veel tassen met brood

Roelf Bebingh met ventkar en paard

De warme bakker van Drijber | Bruun Feijen

Op kleine jassies valt niet zoveel regen De winkels in het dorp hebben ook een sociale functie. Kranten worden niet thuis bezorgd, maar kunnen worden afgehaald bij kruidenier Jan Hartman. Bertus Rumph organiseert feestelijke avondjes met proeverijen voor zijn klanten en de bakker staat bekend om zijn gezellige bazaars voor de Kerstdagen. Met een sjoelwedstrijd, rad van avontuur en buksschieten vermaakt iedereen zich uitstekend en aan prijzen is er geen gebrek. Bertus heeft hiervoor altijd een mooie voorraad krentenbroden, koeken en taarten gebakken. Deze drukke periodes zijn voor de bakker slopend. Niemand vindt het gek dat hij halverwege zo’n feest wat wegdommelt en in slaap valt. De huiskamer van het gezin Makken is op zaterdagavonden ook verzamelplek voor het jonge volk van De Haar, Tiendeveen en Drijber. Wat later op de avond willen ze dan naar café Stadman of Van Es in Wijster of verder naar Beilen. Met planken over de stoelen wordt het aantal zitplaatsen

9


vergroot en met een flesje bier komt de stemming er dan al aardig in. Ook worden de opmerkingen gevatter. Wanneer de groep een keer op een regenachtige avond wil vertrekken, vraagt Idichje bezorgd aan Knelis of die geen overjas aan moet. “Ach”, antwoordt die, “op een klein jassie valt lang niet zoveel regen als op een grote”. Dat gaat erin als koek Naast de bakkerij is een grote schuur gebouwd met afgekeurde spoorbielzen. Het paard vindt er onderdak en er wordt van alles in opgeslagen. Op de zondagmorgen worden er de ingeleverde flessen gesorteerd. Met de doppen erop beur je er drie centen meer voor. Achter de schuur wordt elk jaar een varken vetgemest. Met de restjes uit de bakkerij is dat geen probleem. Alleen als het gaat om oud brood moet het beest de concurrentie aan met het gezin. Besprenkeld met water en nog een keer terug in de oven levert het namelijk weer heerlijk knapperig vers brood op. Voor ratten is de

Akkertjes 10

schuur soms een paradijs. Vanuit het raampje van het toilet kun je ze zien lopen. En omdat er buksen in huis zijn, kun je er vanuit datzelfde raampje ook op schieten. Tenminste, zolang er kogeltjes zijn. Wanneer er geen kogeltjes zijn, is er koek. Met een dot klef gemaakte koek in de loop kun je ook alles raken. Dat weet Roelof als een van zijn broers op hem richt. Hij verschuilt zich achter een opengevouwen krant. De koek gaat er dwars doorheen en raakt hem precies in het oog. Een week lang kan hij daarmee geen koek of wat dan ook meer zien. Het camperbusje In de bakkerij moet hard worden gewerkt en veel vrije tijd is er niet. ’s Avonds met moeder liedjes zingen of lezen achter de kachelpijp met je voeten op de ring. De geur van turf uit de veenput achter het huis en de briketten vergeet je nooit. Net zo min als het zoemende geluid van het kousje in de gaslamp en de mondharmonica waar Bertus soms

Aaltinus met buks voor de schuur De warme bakker van Drijber | Bruun Feijen


op speelde. Pas in de jaren ’60 gebruiken Bertus en Idichje de vakantieperiode in de zomer om er met de beide jongste zoons op uit te gaan. Roelof en zijn vrouw hebben de winkel en de ventroutes overgenomen en met collega bakkers is de broodleverantie overlegd. De bakkerij wordt schoon gemaakt, net zoals de ventbus, die helemaal leeg gepakt wordt. Op de vloer komt een matras en op het hoge achterstuk, boven de motor slapen Egbert en Aaltinus. De reis gaat een aantal keren naar de watermolen bij het klooster in Wittem in Limburg. Met zo’n camper kun je daar overal “wild kamperen”, kastelen bekijken en grotten bezoeken. Ook wordt er wel steviger doorgereden tot de Ardennen in België of zelfs tot in Oostenrijk.

kopen. Zoon Harm is bouwvakker en helpt met het verbouwen van de winkel tot woonhuis waar Bertus en Idichje gaan wonen. Nog lang blijft de kauwgumballenautomaat voor het huis herinneren aan de eerdere bestemming. Iemand die nog meer herinneringen op wil halen, kan het beste naar Orvelte gaan. Het interieur van de winkel was te mooi om zomaar te slopen. Het snoepwinkeltje naast dorpscafé Warmolts pronkt er nog steeds mee. Een beetje wrang is wel, dat de naam boven de winkeldeur komt van één van de grootwinkelbedrijven die het voortbestaan van bakkerij Makken moeilijk hebben gemaakt: Jan de Boer.

Orvelte Wanneer Bertus 65 wordt, heeft hij er lang genoeg over nagedacht en besluit te stoppen. Roelof is ondertussen eigenaar geworden van een café aan de Mantingerdijk en zoon Aaltinus wil het huis wel

Met dank aan Roelof Makken Albertje Jonker-Makken Aaltinus en Jannie Makken Femmie Tolsma Annechien Bebingh-Struik (1999)

Snoepwinkel in Orvelte De warme bakker van Drijber | Bruun Feijen

11


DE LAATSTE REIS Een gedicht van mijn oom Gerard (*1917, † 2000) Tijdens een familiebijeenkomst kwam o.a. dit gedicht ter sprake en dat inspireerde mij om hierover een stukje te schrijven. Oom Gerard heeft vroeger vele gedichten geschreven. Een groot aantal in dialect, andere weer in het Nederlands. In de Beilerkrant werd er af en toe één geplaatst. Dit gedicht heeft hij gemaakt na een ongeval in Beilen op 8 december 1950, waarbij zes mannen om het leven kwamen. Deze trieste gebeurtenis liet een behoorlijke indruk achter. Niet alleen op de betrokken families, maar zeker ook op de Beiler bevolking. Het ongeluk werd destijds in verscheidene regionale en landelijke dagbladen vermeld, van de Bredasche Courant tot de Telegraaf. In de betreffende artikelen had men het over de hoofdweg van Hoogeveen naar Groningen. Dat was toen de P13. De A28 bestond nog niet (daarover heb ik een ander artikel geschreven). De draaibrug over 12

het Linthorst Homankanaal zal bij velen nog in het geheugen zitten, deze lag vlakbij de plek waar nu de rotonde bij het Gulf tankstation is. Ik plaats eerst het gedicht en daarna zal ik beschrijven wat er toen gebeurd is.

De laatste reis | Wim Joosten


DE LAATSTE REIS Door de donkere avond rijden zij voort langs mijlpaal na mijlpaal, oord na oord. De chauffeur, over het stuurwiel gebogen, doorboort met gespannen, turende ogen de beijzelde voorruit. Zijn makkers volgen, vertrouwend het gestaag bewegen zijner handen. Ze horen het knerpend zoeven van harde rubberbanden over de asfaltbaan, bedekt met sneeuw en ijs. Wie hunner kan vermoeden: dit is onze laatste reis! In hun gedachten zien ze alleen het veilige huis waar vrouw en kinderen wachten. Dan - een ondeelbaar ogenblik slingert de wagen, de brugleuning wijkt ….. In de diepte der donkere vaart worstelen zij in angst en nood met de laatste vijand: de Dood! Bij schemerlicht, in een garage, zag ik ze liggen, zij aan zij. Zes doden, broederlijk, op een rij. Een schok voer door mij heen, mijn deernis lost zich op in gebeën. Ver weg zie ik nu in gedachten, vrouwen en kinderen, die op vaders thuiskomst wachten. De kleintjes in hoopvol verlangen, uit vaders hand nog een geschenk te ontvangen voor het Kinderfeest, dat zonder vader nog niet ècht was geweest. Wat avondlijk donker, wat diepzwarte nacht spreidt zich over hen uit, nu daar wordt gebracht de bittere tijding. God, stilt Gij de smarten in verbrijzelde vrouwen- en kinderharten. G. Joosten. Beilen, 8 december 1950


In het gedicht wordt mijlpaal na mijlpaal genoemd. Op landkaarten stonden tot ongeveer 1940 op belangrijke wegen mijlpalen vermeld. Welke gebeurtenis heeft mijn oom en vele anderen toen zo beroerd? Op vrijdag 8 december 1950 vertrokken zes bouwvakarbeiders van hun werk in de Noordoostpolder naar huis. Ze wilden het weekeinde doorbrengen in hun woonplaatsen Barger Oosterveld en Emmercompascuum bij hun familie en gezinnen. Het was een vorstige periode. Er was nog geen A28 en ze reden via Meppel. De doorgaande hoofdweg liep toen door Spier, Smalbroek en Beilen. Men kwam Beilen in via de Homanbrug, de draaibrug over het Linthorst Homankanaal. Tegen 7 uur ’s avonds kwamen ze in hun Chevrolet bij Beilen aan. Het had gevroren, het was mistig, het had geijzeld en het was donker. De ruiten van passerende auto’s waren met ijzel beslagen en boden de bestuurders bijna geen uitzicht meer. Vlak voor de brug maakte de weg een bocht naar rechts. Er waren waarschuwingsborden, maar waarschijnlijk heeft de bestuurder van de wagen de bocht vlak voor de Homanbrug te laat opgemerkt. Dit was een lastige bocht en vereiste ook bij goed zicht grote oplettendheid, temeer omdat de brug weliswaar in het verlengde van de weg lag, maar door de bocht een lastig verkeersobstakel vormde. Daar raakte de auto waarschijnlijk door de gladheid in een slip en schoot in volle vaart door de leuning van de brug. Niemand had het ongeluk zien gebeuren. Wel hoorden omwonenden een harde klap en snelden naar buiten om te zien wat er aan de hand was. Ze dachten aan een botsing, maar er was geen auto te zien. In het licht van een lantaarn zag men het gat in de brugleuning, maar in het water viel niets te ontdekken. Men begon in de buurt van het gat te dreggen. Plotseling stuitte men op een gezonken auto. Deze bleek over de kop te zijn geslagen, want de 14

wielen stonden naar boven. Eén van de omwonenden en tevens de brugwachter, de heer Hunze, bedacht zich geen moment en sprong in het water om te proberen het portier van de auto open te krijgen. Even later werd hij daarin bijgestaan door anderen, die zich per bootje naar de plaats des onheils hadden begeven. Er lag een roeiboot in de buurt en deze had men losgemaakt om hulp te kunnen verlenen. Dat lukte niet, zodat men eerst met vereende krachten de auto (onder water) op zijn wielen heeft gezet om deze daarna naar boven te halen. Er was ondertussen door anderen een garage gebeld, die direct een kraanwagen stuurde. Ook waren dokters en het Rode Kruis al gealarmeerd. Na ongeveer een uur lukte het om de auto op het droge te krijgen en de slachtoffers uit de carrosserie te bevrijden. Helaas was het al te laat. De levensgeesten waren al bij alle zes mannen geweken. De verongelukten waren: de 25-jarige Rudolf Gerkes te Barger-Oosterveen (ongehuwd), de 33-jarige Herman Johan Wessels te Emmer-Compascuum (gehuwd), de 27-jarige Rense Grevink te Emmen (gehuwd), de 30-jarige Bouke Grevink te Emmen (gehuwd), de 34-jarige H. Lasker te Emmer-Erfscheidenveen (gehuwd) en de 34-jarige J. Joling te Emmer-Compascuum (gehuwd). Rense en Bouke Grevink waren broers, terwijl H. Lasker met een zuster van deze beide slachtoffers was getrouwd, zodat de familie Grevink wel zeer zwaar werd getroffen door dit verschrikkelijke ongeluk. De verslagenheid in de gemeente Emmen was dan ook groot. De familieleden werden dezelfde avond op de hoogte gebracht van het tragische gebeuren en een aantal van hen is toen direct naar de plaats des onheils gegaan. Door de dichte mist hadden ook zij met grote moeilijkheden te kampen. De lijken van de slachtoffers werden in het Wilhelminagebouw opgebaard in afwachting van de overbrenging naar hun woonplaats. De Laatste reis | Wim Joosten


Dit voorval riep een groot aantal vragen op. Was de auto in goede technische staat? Waren de banden in goede staat? Hoe was de psychische gesteldheid van de personen in de auto? De brugleuning was kort daarvoor beschadigd geraakt en provisorisch gerepareerd. In de Beiler Courant van eind oktober 1950 wordt vermeld dat een motorrijder uit Beilen daar tegen de brugleuning was aangereden en in het kanaal belandde. Deze man had het gelukkig wel overleefd. Ik betwijfel of dit ongeval de brugleuning significante schade had toegebracht. Vermoedelijk was er in de tussentijd nog een andere aanrijding geweest. Had een goede brugleuning de auto wel gestopt? Allemaal vragen, die nog onderzocht moesten worden.

In de krant werden de gemeenteraad Beilen, Gedeputeerde Staten en de Commissie Weg Beilen – Ruinen opgeroepen om hierin verantwoordelijkheid te nemen. Overigens was er destijds in heel de provincie al beroering over de toenemende verkeersdrukte en de slechte verbindingen in Drenthe. Ik heb hierover een artikel geschreven voor dit blad. In 1949 werd er binnen de provincie al gesproken over de gevaarlijke verkeerssituatie in Beilen, waar al verscheidene ongelukken hadden plaatsgevonden. De ANWB kreeg opdracht om een aantal beveiligingsmaatregelen te nemen. Deze zijn toen uitgevoerd in de vorm van strepen op het asfalt, waarschuwingsborden en hekken. Voor deze zes mannen is dit dus niet afdoende gebleken.

Feit was wel, dat de weersomstandigheden op dat moment zeker een grote rol hebben gespeeld. Maar ook bij goed weer was deze brug een gevaar voor menig verkeersdeelnemer. De vraag was of men aandacht moest besteden aan de verkeersveiligheid van deze weg. De ligging van de brug was zeker niet gunstig en de verkeersdrukte nam meer en meer toe. Dit was tenslotte de doorgaande weg naar Groningen. Om een voorstelling te krijgen van de situatie, zoals die er in 1950 er uitzag: de weg, vanaf Beilen komend de derde afslag op de rotonde naar de woonwijken Boterbloem/Speenkruid, was vroeger de doorgaande weg van en naar Spier. En dan was er nog de eerste afslag op de rotonde: de Kanaalweg. Verder waren er in 1950 aan die kant van het kanaal en de toenmalige brug geen wegen. Dus is het nu voor te stellen hoe zo’n bocht vlak voor die brug was. Er stonden wel waarschuwingsborden, maar bij slechte weersomstandigheden waren deze zeker niet voldoende. Niet alleen voor auto’s was dit een gevaarlijk punt, ook fietsers en wandelaars liepen hier groot risico.

De Laatste reis | Wim Joosten

Informatiebronnen • Tineke van der Haar–Joosten • Drentsche en Asser Courant 9 december 1950 • Drentsche en Asser Courant 27 december 1949 • De Telegraaf, 9 december 1950 • De Beiler Courant, 15 december 1950 • De Beiler Courant, 27 oktober 1950

15



EMELANGEN, EEN BIJZONDER BUURTSCHAP “Eenige armelijke woningen liggen hier karakteristiek en schilderachtig verspreid, welke als afzonderlijke buurt van Wijster worden beschouwd, ook onder den naam van ‘Emelang’.” (Beijerink, 1924) Het citaat van Beijerink bepaalt meteen het beeld wat veel mensen van Emelangen hebben, alleen ‘armelijk’ is het niet meer. Ik woon op Emelangen en heb gegevens verzameld over de vroegere bewoners, waar woonden ze en wat deden ze. Archiefonderzoek en gesprekken met vroegere bewoners gaven daarover informatie. De meeste verandering kwam met de invoering van de AOW en met de ruilverkaveling. Vanaf de jaren 60 kwamen er weekendbewoners naar het ‘schilderachtige’ Emelangen. In dit artikel geef ik een indruk van het buurtschap Emelangen aan de hand van het landschap en het wel en wee van twee gezinnen. Tussen () staat het nummer van de bron, zie blz. 21.

De beek als naamgever van de buurtschap De naam Emelangen komt van de Nicolaasbeek, in de volksmond ‘de Leek’ genoemd. Eem is een naam voor stromend water. De Nicolaasbeek is ongeveer de grens tussen Wijster en Holthe. Het buurtschap Emelangen ligt ten zuiden daarvan. Beijerinck zegt over de naam Emelangen: ‘…is de naam ‘Emelang’ hier prachtig gekozen. Stuit toch het beekje, de ‘Eem’ (thans de Leek genaamd), hier tegen de zandheuvels en stroomt vlak langs het hooge terrein verder, dus: langs de Eem, langs het stroompje gelegen’ (1). Door de aanleg van

het Linthorst Homankanaal en de ruilverkaveling is de beek nu grotendeels verdwenen. Er zijn verschillende schrijfwijzen, zoals Emelang, Emelange, Emelangen, Emeland en, hoe kan het ook anders in een diaconieboek van de Hervormde kerk, ‘Hemelangen’. De naam is al in de Middeleeuwen bekend en komt voor in een akte uit 1417 uit het archief van het klooster Dikninge. De akte gaat over pacht die een inwoner van Holthe moet betalen aan het klooster, o.a. voor de percelen.: ‘…de Noertmaed, groot 5 voeder hooiland, die Zuedmaed bij der Emelange, die Buestmaed…’ (2).

Emelangen, een bijzonder buurtschap | Janny Oudega

17


De bewoners van Emelangen Bij de Wijsterse Noorder Esch zijn in de 20ste eeuw verschillende archeologische vondsten gedaan, onder andere ten westen van de Beilerweg waar nederzettingen (2) wijzen op bewoning in de eerste eeuwen na Chr. Waarschijnlijk was Emelangen daarna tot in de 19de eeuw onbewoond gebied. Er liepen vanuit Wijster een paar zandwegen naar de es en naar de hooilanden in de Oostermaat langs de Nicolaasbeek. Verder was er alleen de eindeloze heide met hier en daar een veentje waaruit turf werd gestoken. De schaapherder liep er met de kudde, de imker stalde er de bijenkorven en afgezien van soldatenvolk dat soms door Drenthe trok, waren het rustige tijden. In de 19e eeuw verandert er veel in Nederland. De bevolking groeit snel. Er is meer voedsel nodig en dus meer landbouwgrond. De Markewet van 1804 bepaalt dat de heidevelden van Drenthe, gezamenlijk bezit van de boeren, in delen moeten worden verkocht en ontgonnen. Ook de Boermarke van Wijster verkoopt de gezamenlijke gronden. Zowel Wijsterse boeren als investeerders kopen percelen heide maar het duurt vele jaren voordat de heidevelden zijn verkaveld en ontgonnen tot landbouwgrond. Voor de ont-

ginning zijn arbeiders nodig . Pas vanaf ongeveer 1850 komen er op Emelangen aan de rand van de es en de heide arbeiders met hun gezinnen wonen, de eerste twee huizen staan op een kaart van 1853, ten noorden van het Helveen (4). Tegen het einde van de 19de eeuw is het aantal huizen gegroeid tot acht, zowel ten noorden als ten oosten van de es (5). Een van de twee huizen uit 1852 is dan alweer verdwenen.

Emelangen in 1852-1853 met twee huizen

Topografische kaart van 1899 met acht huizen

18

De pioniers, twee verschillende gezinnen Het kan goed gaan op Emelangen, maar ook niet. In de periode tussen 1847 en 1913 overlijdt meer dan 30 procent van de kinderen. Vaak zijn de mannen een tijd weg, ze werken dan ergens anders. Soms gaat het hele gezin mee en woont in bij de boer waar werk is. Na het jong overlijden van een man of vrouw wordt een tweede en soms een derde huwelijk gesloten en bestaat het gezin uit kinderen uit verschillende huwelijken. Ik beschrijf twee gezinnen, elk met een eigen geschiedenis, met het ene gaat het niet goed, het andere gezin heeft een goede start en kan zich verbeteren.

Emelangen, een bijzonder buurtschap | Janny Oudega


Het gezin van Jannes Kuik De geboorteakte van Gerrit Kuik is het eerste document over bewoning op Emelangen. Gerrit wordt op 18 oktober 1847 te Emelang geboren als zoon van Jannes Kuik, van beroep landbouwer, 25 jaar, en Marchien Jans Wolters, 28 jaar. Het gezin komt uit Krommevoort bij Geeuwenbrug waar Marchien is geboren. Jannes komt uit Beilen. Hij komt in verschillende akten voor met als beroep schaapherder, arbeider of landbouwer. In Krommevoort is in 1846 de eerste zoon Gerrit geboren, die al na drie maanden overlijdt. Een week na de bevalling van de tweede zoon Gerrit overlijdt Marchien ‘in het kraambed’. Jannes blijft alleen achter met Gerrit en zal niet geweten hebben hoe hij verder moet.

tien krijgt Jannes twee kinderen, Aaltje en Jan. Maar ook Jan overlijdt, pas twee jaar oud. Alleen dochter Aaltje wordt volwassen. Op 11 februari 1853 overlijdt ook Jannes, hij is 31 jaar geworden. Berentien hertrouwt in 1856 met Albert Jans Maat. Hoewel het gezin Kuik maar kort op Emelangen heeft gewoond, is het een droevig begin. Waarschijnlijk is er gebrek aan geld geweest, was er weinig te eten en slechte hygiënische omstandigheden. Uit andere successiememories blijkt soms dat er maar een paar gulden aan geld in huis is, terwijl de rekening van de dokter nog betaald moet worden, soms wel 50 gulden.

In de beschrijving van de nalatenschap (de successiememorie) van 29 maart 1848 staat dat Jannes met Gerrit naar Beilen is verhuisd en inwoont bij Jan Beuving aan de Beilervaart. De nalatenschap wordt toegewezen aan zoon Gerrit, alleen wat spullen waarschijnlijk, want er is geen geld of eigen huis. Op 4 mei 1849 trouwt Jannes met Berentien Beuving. Op 1 oktober 1850, nog geen drie jaar oud, overlijdt zoontje Gerrit. Met Beren-

Het gezin van Lukas Oosting Met Lukas Oosting en zijn gezin op Emelangen gaat het beter. Lukas groeit op in de boerderij Beilerweg 2 in Wijster en als Lukas’ vader overlijdt in 1857 erft Lukas 7/45 deel uit de nalatenschap (6). Waarschijnlijk krijgt hij daardoor grond op Emelangen in bezit. Hij is boerenknecht als hij in 1856 trouwt met Geesje Timmer uit Beilen. Ze krijgen zes zonen, waarvan er twee, Egbert en Hendrik, jong overlijden. Ze wonen kort in Laaghalen Volgens de geboorteakte uit 1870 van de jongste zoon, ook Hendrik genoemd, is Wijster de geboor-

Boerderijtje Emelangen 1 na 1937, nu nr. 1A

Zandpad van Wijster naar de Oosterma

Emelangen, een bijzonder buurtschap | Janny Oudega

19


teplaats. Ze laten een huis bouwen op Emelangen, maar het is niet bekend wanneer. Het huis heeft in 1870 huisnummer E10 volgens het Bevolkingsregister. In 1880 bezit Lukas een huis ten oosten van de Noorder Esch met twee percelen grond. De heide er om heen is in percelen opgedeeld, nog vrijwel onontgonnen. Geesje overlijdt in 1889. Uit de successiememorie blijkt dat er ruim 7 ha bouwland, weiland en heide is en een huis, te samen fl. 1200,=. Het roerend goed wordt vastgesteld op fl. 1000,=. De helft is voor Lukas, de andere helft in vieren voor de zoons. Er is nog een lening van fl. 400,= bij notaris Beckering van Loenen in Dwingeloo.

Op een kaart van 1899 is bij het huis een stuk bouwland en een perceel grasland te zien. Lukas zal er rogge, haver en aardappelen hebben ver20

bouwd terwijl zijn koeien en schapen op de heide lopen. De zonen Hendrik en Albert wonen nog bij hun vader in, de andere twee zonen zijn getrouwd en het huis uit. Als Hendrik in 1901 met Maria Prins trouwt, blijft het gezin bij Lukas inwonen. Tussen 1902 en 1910 worden vijf kinderen geboren, drie zonen en twee dochters. Als Lukas in 1907 overlijdt, blijkt dat hij goed heeft geboerd, hij bezit ruim 27 ha heide, bouwland en weiland. Keuterboeren en arbeiders op Emelangen hebben in die tijd hooguit drie tot vijf ha.

__________________________________ Op 6 maart 1907 verkopen de erven de goederen ‘ten sterfhuize’ van Lukas Oosting (7). Dat betreft o.a. 1 paard, 4 koeien, 34 schapen, 2 varkens, 1 kalf en een korf met bijen die fl. 7,75 opbrengt. Verder is er 500 kg hooi en 500 kg stro, boekweit gaat voor fl. 6,50 per hectoliter weg. Ook de rogge ‘in de kamp bij het huis’ en bij het ‘Helveen’ wordt verkocht (8). Hendrik koopt allerlei boerengerei, leidsels, een paardentuig, een kachel, schoffels en vorken, een karn voor fl. 2,37, een tafel voor fl. 1,95, een kruiwagen, bijenkorven en voor fl. 13,= de mest uit het schaaphok en de koestal. Zoon Albert koopt het huis maar verkoopt het door aan zijn broer Hendrik, waarschijnlijk omdat Albert in 1908 trouwt en het huis uit gaat. __________________________________ Het gezin van Hendrik Oosting blijft wonen op Emelangen, evenals een van zijn zoons. In 1912 koopt Hendrik het huis wat nu Emelangen 7 is. Misschien heeft hij het enkele jaren verhuurd want pas in 1917 verkoopt hij het huis bij de heide aan Albert Lubbing(e). Albert is geboren in Wijster, zoon van Hendrik Lubbing en Lammichje van Goor. De familie Lubbing blijft drie generaties lang, tot na 2000 op Emelangen wonen. Emelangen, een bijzonder buurtschap | Janny Oudega


In het gezin van Maria en Hendrik worden nog twee kinderen geboren. Het gaat echter minder goed. Hendrik is geen boer geworden en is vaak weg om elders geld te verdienen. Later wordt hij broodventer voor bakker Joosten in Beilen. Hendrik overlijdt in 1929, een maand na hem overlijdt zijn zoon Jan. De jongste dochter Dientje is dan pas zes jaar. Zoon Johannes gaat al op zijn dertiende werken als boerenknechtje bij een boer in Drijber.

Tot slot In 1956 stelt de gemeente Beilen nieuwe straatnamen met huisnummers vast. Emelangen wordt een straat van Wijster met tien huizen, twee verharde wegen en een zandweg met een paar knoestige eiken en elzen. Met de ruilverkaveling Spier-Wijster (1955-1960) komt er een einde aan de kleinschalige opdeling van de es. De zandweg over de es is een klinkerweg geworden en er zijn nog maar enkele boeren. De huizen staan er nog steeds, ‘schilderachtig en verspreid’ maar niet meer ‘armelijk’. Het is nog steeds een buurtschap waarover veel te vertellen valt.

Emelangen, een bijzonder buurtschap | Janny Oudega

Bronnen: 1 Beijerinck, W. 1924. Kort verslag van enige vóórhistorische vondsten in en om Wijster. In: Nieuwe Drentse Volksalmanak, 31e jaar. Van Gorcum, Assen. 2 Joosting, Mr. J.G.C., Het archief van de Abdij van Dikninge. E.J. Brill Leiden, 1906. (via Google Books). 3 Er zijn diverse publikaties over de opgravingen, o.a. van Dr. A.E. van Giffen en Dr. H.T. Waterbolk en het proefschrift van W.A. Van Es, Wijster, a native village beyond the imperial frontier 150-425 AD, 1967. 4 Grote Historische Atlas van Nederland, 2 Noord-Nederland, 1851-1855. Wolters Noordhoff Atlasproducties, 1990. 5 Grote Historische Atlas 1898 – 1928, Drenthe. Uitgeverij Nieuwland, 2006. 6 Becker, H.G.G. Eigendom boerderij Beilerweg 2 Wijster. In: Tijdschrift Hist. Ver. Gem. Beilen, jrg. 8 nr. 4 7 Drents Archief, Notarieel archief Notaris Schutter, 1907, nr. 38 8 Idem, 1907 nr. 116. Overige bronnen: Archief Gemeente Beilen, Drents Archief Assen, www.Delpher.nl, www.alledrenten.nl

21


Jans de Vries op latere leeftijd


DE VRIES MECHANISATIE B.V. Van rijwielhersteller tot internationaal Landbouw Mechanisatiebedrijf De Vries Mechanisatie is gevestigd op Lieving 45 te Beilen. Ik heb mij in de geschiedenis van dat bedrijf verdiept. De grondlegger van het bedrijf is Johannes de Vries, roepnaam Jans. Hij werd geboren op 18 augustus 1886 in Den Andel (Gr.) als 7e in een gezin van acht kinderen. Vader Luitje had een kleine smederij. Hij had een goede naam als maker van handgereedschap, zoals schoppen, vorken, enz. Roelof Barkhof Op het moment, dat ik dit schrijf is Roelof Barkhof 89 jaar. Hij heeft bij het toenmalige loon- en dorsbedrijf van Jans de Vries gewerkt, vanaf de tijd dat hij van school kwam tot na de Tweede Wereldoorlog (van 1941-1946). Daarna moest hij in dienst. Onderstaande informatie is grotendeels van Roelof Barkhof afkomstig. Verdere informatie is afkomstig van de kleinkinderen van Jans de Vries en uit archieven. Na school Na de lagere school, zo vertelde Jans aan Roelof Barkhof, heeft hij in een machinefabriek gewerkt. Daar moest hij de hele dag vijlen. Dat vond hij niet zo leuk. Zijn diensttijd heeft hij niet afgemaakt. Hij vond het niet prettig, dat hij moest leren schieten. Dat probleem heeft hij opgelost door een stukje van zijn rechterwijsvinger af te schieten. Hij miste inderdaad het eerste stukje van die vinger. Of hij dat wel of niet zelf gedaan heeft, is niet te controleren. Het is echter wel een spectaculair verhaal. Jans de Vries met zijn ouders Gevestigd in Beilen Zo rond 1905 vestigde Jans de Vries zich als rijwielhersteller in Beilen aan de Paltz, tussen restaurant “de Rooie Kater” (voorheen “Café Van Wijk” en huisnummer 20. Drents heeft Jans hier niet geleerd. Hij sprak Gronings. Het was niet zo’n rare keus zich in Beilen te De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik

vestigen als rijwielhersteller. In Nederland ging men steeds meer fietsen. Dat blijkt ook uit het feit dat rond 1900 in Beilen een rijwielclub werd opgericht met de mooie naam T.O.G.I.D.O. Dat is de afkorting van: Tot Ons Genoegen Is Dit Opgericht. Jans had kennelijk wat met fietsen. 23


Adv. 18.06.1919 Asser Courant faillisement Luitje de Vries

Jans op jonge leeftijd met een soort racefiets Lastige start Jans zijn start was niet zo voortvarend in Beilen. In de Provinciale Drentse- en Asser Courant van 11 november 1909 staat, dat hij een jaar daarvoor in staat van faillissement is verklaard door de Arrondissement Rechtbank te Assen. In het faillissementsdossier staat echter, dat hij een paar dagen vóór 11 november 1909 in staat van faillissement is verklaard. Merkwaardig is, dat zijn oudere broer Luitje (geboren in 1877) op 15 juni 1909 al in staat van faillissement was verklaard. Volgens dat krantenbericht woonde Luitje in Beilen en had hij een smederij aan de Paltz. Aangenomen mag worden, dat hij met Jans in één pand zat. In de bevolkingsadministratie staat echter, dat hij toen in de gemeente Baflo woonde. Ik heb geen verklaring kunnen vinden, waarom beide in hetzelfde jaar failliet zijn verklaard. 24

Wel bleek in het dossier van Jans bij de lijst van bezittingen, dat er enige handgemaakte fietsframes aanwezig waren. Zijn kleinzoons nemen aan, dat hij die niet zelf gemaakt heeft. Wellicht heeft zijn broer Luitje die fietsframes gemaakt. Kennelijk is Jans de Vries na enige tijd weer opnieuw begonnen als fietsenmaker. Op 17 maart 1915 plaats hij namelijk een advertentie in de Provinciale Drentse- en Asser Courant (zie foto) waarin hij een flinke rijwielhersteller vraagt, die hij een hoog loon in het vooruitzicht stelt. Hij zal toen op de één of ander wijze met zijn crediteuren tot vergelijk moeten zijn gekomen.

Gezin Jans is op 21 augustus 1909 getrouwd in Beilen, met Lammigje Nijwening uit Westerbork. Lammigje en Jans krijgen samen vijf kinderen: De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik


Trientje Albertine in 1910 (roepnaam Bertha of zus); Albert in 1912, (roepnaam Ab); Luitje in 1915,overleden op éénjarige leeftijd; Anna in 1918, overleden op vijfjarige leeftijd; Luitje Anne in 1924 (roepnaam Lute of broer). Machinist Op de overlijdensakte van zijn dochter Anna in 1923 blijkt, dat Jans als beroep machinist opgeeft. Daarvoor steeds rijwielhersteller. Jans zal toen machinist zijn geweest op een dorsmachine. Dorsmachines waren verrijdbare machines voor het dorsen van granen, peulvruchten en allerlei fijne zaden. Dat dorsen deed men daarvoor handmatig met een dorsvlegel op de deel in de boerderij: een zeer arbeidsintensieve activiteit. Of hij dat dorsen toen direct voor eigen rekening en risico deed, is niet bekend, wel dat hij later een eigen dorsmachine had. Geld voor die dorsmachine en bijbehorende apparatuur zal hij geleend hebben van een particulier. In Beilen was uitsluitend de Boerenleenbank. Die leende toen nog niet aan bedrijven zoals dat van Jans. Bij het dorsen werden (stro)-garven bovenin de dorsmachine gegooid. Het zaad dat er uitkwam werd opgezakt. Aan de andere kant van de machine kwam er stro uit. Dat stro ging direct in een stro-pers en kwam er in pakken uit. Die pakken stro werden bij elkaar gehouden met ijzerdraad. Bij zo’n machine waren wel een man of zes aan

het werk. Aandrijving was oorspronkelijk met een paard (rosmolen) later met een locomobiel (een stoommachine op wielen), die werd gestookt op cokes. Het paard werd later uitsluitend gebruikt om de dorsmachine, de stro-pers en “pakwagen” te verplaatsen.

Locomobiel. Links voor Lute de Vries. Op deze wijze hebben Jans en later ook zijn zonen gedorst. Na de oorlog werd het paard vervangen door een tractor, die ook het werk overnam van de locomobiel.

Dorsmachine. Rechts Luitje de Vries. Links van hem zijn broer Jans. De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik

Verhuizing naar de Molenstraat en zoon Ab in het bedrijf In 1931 werd een bouwvergunning aangevraagd voor het woonhuis Molenstraat 40 te Beilen. Op dat adres heeft Jans gewoond tot zijn overlijden. Een jaar later werd een vergunning afgegeven voor een houten schuur achter het huis. 25


Aole Piet Het paard van Jans was wereldberoemd in Beilen en werd “Aole Piet” genoemd. Er zat volgens Roelof Barkhof geen model aan, maar het was beresterk. Dat paard verplaatste probleemloos de dorsmachine. Toen Roelof een jaar of tien was vroeg vrouw De Vries hem om Aole Piet even naar Klatering te brengen, waar haar man aan het dorsen was. Dat wilde Roelof wel, maar ze wist niet precies waar ze aan het werk waren. Dat was geen probleem. Aole Piet kreeg een zak op de rug en Roelof kwam daarop te zitten. Hij kreeg de boodschap mee, dat hij zich goed aan de manen moest vasthouden en dat hij het spoor kon oversteken, want de trein was er net langsgekomen. Dat Piet dat zo simpel deed, zal ook te maken gehad hebben dat hij na aankomst bij de machine altijd haver kreeg. Terug naar huis deed Aole Piet ook zonder begeleiding. Maaien en opslaan van gedorst graan Aanvankelijk werd het graan gemaaid met een zeis. Met behulp van een welhaak of zicht werden er garven van gemaakt. Die garven, ongeveer 20 stuks, werden bij elkaar gezet op het land in een schoof of hok om te drogen.

in afwachting van de komst van de dorsmachine. Als er in de boerderij te weinig ruimte was, werd van de schoven een mijt gezet. In Drenthe zeggen wij “miet”. Die mijten werden van verschillende boeren bij elkaar geplaatst op een hoger geleden stuk land. Eén en ander werd geregeld door de volmachten van de boermarke. Sommige boeren vormden ook samen een club om mijten op een stuk land te plaatsen. “Miet zetten” kon niet iedereen. Wie dat goed kon, hielp een ander. Verschillende loondorsers werd dan gevraagd een

Van schilderij van Hein Kray, eigendom van R.M. Kuik-Thijs prijs op te geven om die mijten te dorsen. Het maaien met een zeis werd later vervangen door een met paard(en) of tractor getrokken maaibalk. Weer later kwam de zelfbinder. Die maaide en bond het graan in garven.

Job Meijer met zeis. Willem Tijms met welhaak.Ze werkten samen bij Groot Evert Heling in Zwiggelte. Pentekening Dozy. Als het droog was, werden de schoven naar de boerderij gebracht om daar opgeslagen te worden 26

Concurrentie In Beilen waren twee loondorsers: de Gebr. Geertjes en Jans de Vries. In de omliggende dorpen waren uiteraard ook loondorsers, die in Beilen en omgeving dorsten. In Klatering kwam bijvoorbeeld loondorser Blaauw uit Rolde. De meeste boeren maakten steeds gebruik van dezelfde loondorser, mits de prijs niet te veel afweek. “Wat gooud is, mut gooud blieven”, of “Wij hebt ja nooit wat met heur had”. Over Geertjes was De Vries niet zo enthousiast. Wellicht had dat te maken met het De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik


feit dat Geertjes drie Borga’s (dorsmachines) had van Ten Borg en Mensinga te Appingedam. Dat was het betere merk. Toen Geertjes al machines had met luchtbanden, reed De Vries nog rond met machines met houten wielen met daaromheen hoepels. Die wielen moesten bij warm weer nat gehouden worden, om te voorkomen dat de hoepels eraf liepen. Het is tussen Geertjes en De Vries helemaal goed gekomen. Kleinzoon Jan de Vries had met Zwaantienus Geertjes, een langjarige vriendschappelijke relatie.

werd voor de voedselvoorziening en niet in de laatste plaats voor de Wehrmacht. Natuurlijk werd daar zoveel mogelijk mee gesjoemeld. De boer drukte wat achterover en Jans ook. Sommige boeren hielden zich bezig met zwarte handel. Als men ergens langs het spoor aan het dorsen was, stopte er wel eens een (goederen-) trein en kocht de machinist koren. Jans de Vries had in een schuur achter zijn huis een oude bus staan. Daar sliepen aan het einde van de oorlog “eten-halers” in. Die kregen allemaal wat graan mee. Als de eten-halers weer vertrokken waren, kwamen er snel weer anderen. Vermoedelijk gaf men onderling het adres door. Zie kader volgende pagina.

Voor de winkel van Otter in de Kruisstraat. Op de bank L. de Vries - Nijwening met aan weerszijden van haar een dochter Zoon Ab in het bedrijf Toen zoon Ab in het bedrijf kwam, werd er snel met meer machines gedorst. Later met de komst van Lute werd het bedrijf nog verder uitgebreid. Vlak voor het uitbreken van de oorlog moest zoon Ab opkomen voor dienst. Hij was bij de marine. Na de overgave op 15 mei 1940, haalde broer Lute, 16 jaar oud, Ab met een auto op uit Den Helder. Lute was zo klein, dat er kussens nodig waren om hem op de weg te kunnen laten kijken. Tijdens de oorlog ging aanvankelijk alles zijn normale gang. Er werd gedorst met drie machines. Later werd het wat lastig. Brandstof voor de locomobiel was niet of moeilijk te krijgen. Soms stookte men de locomobiel met stro, hout of wat er maar voorhanden was. Door de Crisis Controle Dienst werd er op toegezien dat graan gebruikt De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik

Bertha de Vries in het portiek bij bakker Haverkamp met twee meisjes Ongeluk in Wolfheze Tijdens de oorlog verkocht Jans een dorsmachine aan een boer in Wolfheze. Die machine werd vervoerd per trein. Jans en Roelof Barkhof gingen ook naar Wolfheze om de koper te leren hoe hij met die machine moest omgegaan. Eén en ander verliep voorspoedig, totdat een riem van een poelie afliep. Jans zette de locomobiel niet stil en probeerde de riem om de draaiende poelie te leggen/gooien. Dat ging niet goed. Hij kwam met zijn hand tussen de riem en de poelie. Resultaat een gebroken pols. Besloten werd, dat hij naar het ziekenhuis gebracht zou worden. Jans ging pas weg nadat hij Roelof had verteld dat hij bij de machine moest blijven en er zorg voor moest dragen dat 27


het allemaal goed ging. Hij had namelijk nog geen geld ontvangen. Alles verliep echter prima en Roelof at en sliep bij de boer. De volgende morgen was hij al om zes uur weer bij machines. Hij zorgde dat de locomobiel weer werd opgestookt en vond even later Jans tussen het stro. Die was uit het ziekenhuis ontslagen met gips om de pols en had besloten bij de machine te gaan slapen. Dat laatste gebeurde overigens wel vaker. Na de oorlog Na de oorlog ging men door met dorsen. Kleinzoon Johan kan zich drie machinisten herinneren: Nieke Beuving, Herman Denekamp en Job Kalsbeek. Lute ging op stap met een kleine dorsmachine. Merk Kรถdel en Bรถhm. Dat was een overdwars dorsmachine. De garven werden er dwars ingegooid. Het stro kwam er gebonden in bossen weer uit. Dat stro werd dan gebruikt om daken mee te bedekken, in plaats van met riet. Voor riet had men toen vaak geen geld. Johan kan zich verder nog de volgende merken van dorsmachines herinneren: Ransomes en Clayton bouwjaar 1932. Stropersen: Borga carterpers, Borga draadpers en Claas patent (breedstro touwpers). Tractoren: Oliver, John Deere, Cetrac rupstractor (zie hieronder) en Case.

EEN NARE ERVARING IN DE OORLOG In de oorlog op 15 augustus 1944 was Jans de Vries aan het dorsen vlak bij de spoorlijn bij Reinders aan de Oosterling te Pesse. Daar werd een trein beschoten. Zie www.drentheindeoorlog.nl De trein was tot stilstand gekomen vlak bij de plaats waar de dorsmachine stond. Roelof Barkhof was zo bang voor de kogelregen, dat hij in een nabijgelegen ven sprong. Jans ging later naar de trein om te helpen, nadat hij eerst bij een boer lakens van de waslijn had gepakt. Roelof kreeg de opdracht te zorgen, dat er steeds genoeg water in de locomobiel bleef. De Vries heeft bij het schietincident weinig meer kunnen uitrichten. Later bleek dat er 43 doden waren te betreuren. _____________________________________

MARSHALLHULP George Marshall (foto 1946) De Marshallhulp was een soort Amerikaanse ontwikkelingshulp voor landen die in de Tweede Wereldoorlog ernstig hadden geleden. De hulp was gebaseerd op het zogeheten Marshallplan. Dat was weer genoemd naar de bedenker ervan, de Amerikaanse generaal George Marshall (1880-1959), die het in 1947 voorstelde. De Marshallhulp kwam drie jaar na het einde van de oorlog op gang.

Andere werkzaamheden Naast het dorsen hield firma De Vries zich bezig met de aanleg van wegen en het ploegen van 28

De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik


COMBINE Volledig: combined harvester - Letterlijk een machine waarmee (voornamelijk) graangewassen worden gemaaid en gelijktijdig gedorst. De opkomst van de combine of maaidorser in ons land dateert van na WO II. Landelijk werden er hier in 1950 zo’n 1200 geteld en in 1965 werd al bijna driekwart van de oppervlakte granen met een maaidorser geoogst. Toch werd in de meeste zandgebieden tot ver in de jaren ‘60 het graan apart gemaaid en opgehokt om vervolgens na een korte periode van narijping en droging te worden gedorst. In Drenthe telde men in 1950 in totaal 23 maaidorsers. _____________________________________

KOOP VAN FIETSEN Jans had eens een grote partij fietsen gekocht. Hij vroeg vrachtrijder Kolk in Wijster om die met zijn vrachtauto op te halen en die op vrijdag a.s. om kwart over drie uur bij hem te bezorgen. Zijn buurjongens nodigde hij uit om op die vrijdagmiddag om drie uur bij hem te komen. “Ik ben jarig geweest als jullie om drie uur komen, krijgen jullie een pilsje”. Die jongens kwamen graag. Toen Kolk even later kwam aanrijden, waren zij wel genoodzaakt de fietsen te lossen.

heidevelden. Dat ploegen gebeurde met een éénscharige ploeg getrokken door een Cletrac tractor op rupsbanden, daarvoor was nog een andere tractor gekoppeld. Die Cletrac rupstractor was er gekomen in het kader van de Marshallhulp. Ook hield men zich bezig met het leegpompen van veengaten, zodat de boeren er turf konden graven. Lute trouwde in 1947 met Jantje Gort, afkomstig uit Pesse. Zij kwamen te wonen in de voorkamer van Jans en Lammigje. In 1952 bouwden zij een nieuw huis op het terrein van Jans. Dat werd Molenstraat 42. Lute een eigen bedrijf Ook ging Lute in 1952 met een eigen bedrijf aan de slag. Niet zo’n wonder. Zijn vader en broer Ab hadden geen behoefte om veel te veranderen. Zij zagen geen toekomst in de combine, die toen al was uitgevonden. Lute dacht daar totaal anders over. Over dat nieuwe bedrijf volgt een artikel in een volgend nummer. Ab ging verder met de dorsmachines en dat liep uiteindelijk door de komst van de combine niet goed af. Jans de Vries in de handel Jans de Vries begon toen met het opkopen van fietsen, die in opdracht van de Dienst Domeinen werden geveild, met de bedoeling die op te knappen en daarna te verkopen. Dat liep totaal uit de hand. Hij kocht veel meer dan hij kon opknappen. Vrouw De Vries heeft eens een brief aan “Domeinen” geschreven en gevraagd hem niets meer te gunnen. Dat hielp niet. Jans schreef op naam van een derde in. Zie kader. Later kocht hij ook andere zaken, zoals kasten, horloges, laarzen, enz. Gevolg de schuren helemaal vol, je kon er geen been meer door heen trekken en dat gold ook voor het terrein. Hij kwam dan ook op het terrein van Lute terecht. Het ver-

De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik

29


haal gaat, dat Lute eens een partij kasten die op zijn terrein stond, in brand heeft gestoken. Jans, die met de trein onderweg was naar Assen, kwam langs de Molenstraat en zag de brand. In Assen aangekomen, ging hij met de eerste trein terug naar Beilen om te proberen nog wat te redden. Dat lukte natuurlijk niet. Jans is overleden op 27 oktober 1976, toen hij 90 jaar oud was.

KAPSONES Ab de Vries bezocht een bedrijf dat een tractor te koop had. Hij bekeek de tractor en ging naar het kantoor om de uiterste prijs gewaar te worden. Daar bleek dat de directeur in gesprek was. Hij moest maar terugkomen. Ab: “Ik heb geen tijd meer. Jammer, want ik had er f. 10.000,00 (de helft te veel) voor willen geven”. Ab reed weg en even later haalde de directeur hem met hoge snelheid in en wilde zaken doen. Ab: “Ik heb er nog even over nagedacht, maar een andere tractor lijkt mij beter”. _____________________________________

STRIPTEASE Ab de Vries hield wel van een feestje met wat actie. De band Cuby and the Blizzards hielden een nieuwe LP ten doop in het bekende café Perkaan te Wezup. Terwijl men druk in de weer was, kwam een stripteasedanseres voor de dag en deed haar act op het biljart. Daar stonden later de kranten van vol. Een foto van de hoes van die plaat blijkt hieronder. Ab staat er op. De danseres niet. Ab is de persoon, die een borrel in schenkt.

Links Jans de Vries en rechts zijn broer Luitje

30

De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik


VAN DE BESTUURSTAFEL Ingekomen goederen in het laatste kwartaal van 2018 M. Nicolai Atlas gedrukt in 1887 door Noordhoff stoomdrukkerij mevr. H. Reinders-Prakken Maquette van hotel Prakken in bruikleen dhr. H. ten Oever Alle nummers van het blad de Beylert en enkele personeelsbladen van Geertjes n.v. dhr. T.C. van Rosmalen Verslagen en aktes van de Coöperatieve Smederij in Hooghalen mevr. de Vries-Pol Foto’s, breipennen en breipatronen dhr. H. Hunze Foto van de wandelclub van de personeelsvereniging van de DOMO Alle gevers hartelijk dank. Voor leden die minder goed kunnen zien, is het tijdschrift ook digitaal beschikbaar. Op de computer kan de inhoud worden uitvergroot voor een betere leesbaarheid. Inmiddels maken al enkele leden gebruik van deze mogelijkheid. Als u hier belangstelling voor heeft, graag melden via info@historiebeilen.nl of tel. 0593-331285. De openingsdata voor bezoek aan Kruisstraat 4 zijn vanaf maart Woensdagmiddag van 13.30 - 17.00 uur: 6-3, 20-3, 3-4, 17-4, 1-5, 15-5, 29-5, 12-6, 26-6 Hebt u internet kijk dan op de website www.historiebeilen.nl onder Kruisstraat 4 of er meldingen zijn over deze openingsdagen.

LEDENVERGADERING HVGB Het bestuur nodigt u uit voor het bijwonen van de ledenvergadering op donderdag 14 maart. Locatie is ‘De RAAT’, Reigerlaan 8 Beilen. De vergadering begint om 20.00 uur, de pauze zal ongeveer om 20.45 uur zijn. ____________________________________________________________

Na de pauze is er een optreden van Jans Polling, bekend als radiomaker, presentator, zanger en schrijver. ____________________________________________________________

De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik

31


1e kwartaal 1959 | wekelijkse uitgave | abonnement per half jaar fl 2,70 | handelsadvertentie fl 0,10 per mm

IN HET NIEUWSBLAD VOOR BEILEN 2 januari 1959 ________________ VOOR DE BOER ARBEIDSVERLICHTING BIJ HET VOEREN VAN VARKENS Op vele bedrijven wordt al het voer voor de varkens naar de hokken gedragen. Vooral In de grotere varkensstallen betekent dit veel zware arbeid, aldus de heer B. J. van Putten van het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie onlangs voor de radio. Voor mestvarkens moet per 70 kg. gewichtstoename gemiddeld 250 kg meel en ongeveer 400 liter water of wei worden aangevoerd.

PER 10 MESTVARKENS

betekent dit al een transport van 8,5 ton. Teneinde met zo weinig mogelijk arbeid het voeren van varkens te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk dat aan de volgende punten de nodige aandacht wordt besteed: - door een beweegbare voerbakafscheiding kan men de voerbak vlug en gemakkelijk reinigen, zonder hierbij hinder van de dieren te ondervinden; - boven elke voerbak een kraan van de waterleiding plaatsen betekent geen transport van water meer; - het meel van de opslagplaats af naar de hokken aanvoeren met een meelwagentje en het meel van hieruit rechtstreeks in de voerbak scheppen, geeft arbeidsbesparing en een belangrijke arbeidsverlichting.

________________ 32

23 januari 1959 ________________ OPENING OPENBARE ULO-SCHOOL ERICALAAN

BEZICHTIGING NIEUWE ULO-SCHOOL De nieuwe openbare ulo-school is gisteren officieel in gebruik genomen. Belangstellenden wordt gaarne gelegenheid gegeven het nieuwe schoolgebouw te bezichtigen en wel op a.s. dinsdagavond van half acht tot negen uur.

________________ BIOSCOOP „PRAKKEN” • BEILEN (BIOSCOOPEXPLOITANT JOH. MIEDEMA N.V., SNEEK) Zondag 18 februari des avonds te 8 uur brengen wij de nieuwe Nederlandse film waaraan pers, radio en televisie zoveel waarderende aandacht schonken’

DORP AAN DE RIVIER

De rijke karaktervolle figuren uit de wereldberoemde roman van ANTOON COOLEN tot leven gebracht in een meesterlijke Nederlandse film. In de hoofdrollen: MAX CROISET, MARY DRESSELHUYS, BERNARD DROOG, HANS KAART e.v.a. Toegang boven 14 jaar. De Vries Mechanisatie B.V. | Jan Kuik


23 januari 1959 ________________ ________________ OPENING IJSBAAN de feestelijke stemming. Zij maakte haar, TE HIJKEN niet onverdienstelijke, debuut. Na de warmte Hijken was vrijdagmiddag jl. in feeststemming. De ijsbaan van de ijsvereniging „De Volharding” zou feestelijk geopend worden. Omstreeks half twee was café Rozeboom reeds vol. De voorzitter der vereniging, de heer KI. Wolters, zette in een gloedvolle rede uiteen hoe er gezwoegd en gevreesd was, voor de ijsbaan gereed was. Hij dankte allen voor hun advies en hulp. De heer Nijboer, wethouder van Beilen, sprak namens de gemeente en de Beller ijsvereniging „‘t Sletsenveen” woorden van blijdschap. Ook de heer v. d. Sluis van de Helde Mij. Voerde het woord. De heer H. Haan besloot de rij, door namens de Boermarke te spreken en een enveloppe met inhoud te overhandigen. De aanwezigheid van de christelijke muziekvereniging „Crescendo” uit Hijken verhoogde

van café Rozenboom werd de koelte van de ijsbaan opgezocht. Onder trommelslag der muziekvereniging gingen de vele aanwezigen tot aan de ingang van de baan, die door een oranje lint gesloten was. Aan wethouder Nijboer viel de eer te beurt om het lint door te knippen. De muziek speelde het „Wilhelmus”, meegezongen door de aanwezigen, waarna men zich op het gladde ijs waagde. Weldra werd druk geschaatst. Hijken kan de Initiatiefnemers dankbaar zijn, want de baan ligt mooi dicht bij het dorp aan de verharde weg. ’s Avonds kan de verlichting ontstoken worden. Ook zaterdags werd druk van de baan gebruik gemaakt. ‘s Middags waren er wedstrijden voor de schooljeugd. De activiteit van het bestuur Is rijk beloond.

________________ ________________ februari 1959 ________________ ________________ brandspuithuisje in Spier niet meer UIT DE RAADSVERGA- een nu men aldaar waterleiding heeft. DERING: BOUW BRAND- nodig, De voorz. antwoordt, dat men juist in dorSPUITHUISJE SPIER pen waar waterleiding is een slangenwagen Het brandspuithuisje te Spier verkeert in vraagt met het oog op zekerheid van beveilieen zodanige staat van verval, dat herstel ging bij brand. De heer Oosting is van ooralgehele nieuwbouw zal betekenen. In de deel, dat we juist van deze hokjes af moeten. begroting 1958 is daarop reeds gewezen. De Onze brandweerwagens funktioneren goed. meest geschikte plaats is naar de mening Ook de thans gekozen plek lijkt hem niet van B. en W. aan de weg Spier-Wijster. Het gelukkig en hij betwijfelt of de Schoonheidegebouwtje zal opgetrokken worden van hout commissie die goed zal keuren. Het voorstel met een stenen fundering zulk ter besparing wordt aangenomen met de stemmen van de van kosten. Hiermee zal naar een begroting heren Van der Hof, Dolfing, Koster, Oosting van de Gem. Techn. Dienst een bedrag van f en Dijkema tegen. de Kapperswereld. Dit 1550 gemoeid zijn, inklusief het maken van concours was de eerste ronde voor het landseen toegangsweg, waarvan de kosten op f 330 kampioenschap. worden geraamd. (…) De heer Dolfing acht ______________________________________________________________________________ Bestuurstafel en Ledenvergadering HVGB

33


20 februari 1959 27 februari 1959 ________________ ________________ DRENTSE PLATTELANDS KAPCONCOURS Onze plaatsgenoot, de heer P. DE VRIES MEISJES BIJEEN behaalde weer een fraai succes, toen hij als eerste prijswinnaar te voorschijn kwam op het maandagavond te Emmen gehouden Kapconcours, georganiseerd door de Ned. Bond van Technische Clubs in de Kapperswereld. Dit concours was de eerste ronde voor het landskampioenschap.

________________ U KUNT KIEZEN UIT TIENTALLEN SERVIEZEN

IN EEN VERSCHEIDENHEIDDIE U MAAR ZELDEN AANTREFT, ZO UNIEK VAN MODEL, DESSIN EN TINT, DAT HET WOORD FANTASTISCHER NOG MAAR EEN VAAG BEGRIP VOOR IS. KOMT U OOK VAN DE WAARHEID OVERTUIGEN 1,4: „DE VIJFHOEK" BRINKSTRAAT 5

De Drentse Plattelandsmeisjes (DPM) afd. Beilen hield dinsdagavond in café Warnders alhier een vergadering. De presidente, mej. J. Kuik mocht in haar openingswoord een behoorlijk aantal aanwezigen welkom heten. Vervolgens sprak de heer Boersma uit Assen over diverse soorten schoeisel, voor voeten met bepaalde afwijkingen, hetwelk hij aanschouwelijk met voorbeelden aanduidde. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd door verschillende aanwezigen gebruik gemaakt. Om plm. half elf werd deze geslaagde vergadering door de presidente gesloten.

________________

20 februari 1959 27 februari 1959 ________________ ________________ VASTHOUDEN VAN PAASVUREN PLUIMVEE GEMEENTE BEILEN Het gemeentebestuur der Gemeente Beilen maakt bekend dat het, ter voorkoming van brandgevaar, verboden is om zonder toestemming van de politie paasvuren te maken. Omwonenden worden opgewekt de politie onmiddellijk in kennis te stellen van het voornemen van het maken van een paasvuur in de omgeving.

VERZOEKEN OM TOESTEMMING TOT HET MOGEN MAKEN VAN PAASVUREN MOETEN WORDEN INGEDIEND BIJ DE POLITIE.

Burgemeester en wethouders van Beilen brengen in herinneringdat, krachtens gemeentelijke verordening, de hoofdbewonervan elk perceel verplicht is te zorgen dat tussen 1 maart en 30 september de bij hem thuis behorende kippen,ganzen, eenden of kalkoenen zich niet bevinden op terrein waarop hij geen recht van gebruik heeft.

________________

________________ De opening vond plaats op 18 maart 1959. In de krant van 20 maart staat daarvan een uitgebreid verslag. 34

In het Nieuwsblad van Beilen 1e kwartaal 1959


________________ ________________ Restjes bleekwater die in wasgoed achTIPS VOOR DE terblijven, veroorzaken extra slijtage. Deze SCHOONMAAK kunnen door het gebruik van anti-chloor Stroeve laden kunnen goed schuivend gemaakt worden door de glijvlakken goed schoon te maken en ze daarna in te wrijven met talkpoeder of met een kaars.

Sousbras moeten In lauw water met zout geweekt werden. Na het uitspoelen de sousbras wassn In lauw sop van huishoudzeep en vervolgens weer goed spoelen. Losgelaten marmeren bladen worden eerst verwarmd en dan met houtlijm en krijt vastgemaakt.

onwerkzaam gemaakt wonden. Een. recept voor het maken van anti-chloor Is als volgt: los 100 g hypokristallen op in 1 liter kokend water. Voor het onwerkzaam maken van restjes bleekwater neme men van dit middel evenveel als men van bleekwater neemt.

Krullende kleedjes en matjes legt men ondersteboven en spijkert de hoeken even vast. Daarna bestrijkt men de onderkant met rubberlijm. Vlug werken.

Vuile aquariumruiten kunnen schoongemaakt worden met een mengsel van azijn en zout. ______________________________________________________________________________ HGVB Bestuur: A. Lanting, J. Wessels, K. Gils, H. de Weerd, L. van de Bult, J. Hoegen en W. Muggen Leden Lidmaatschap: € 18,00 per jaar Opzegging en lidmaatschap: H. de Weerd, Distelbrink 15, 9413 CG Beilen of per e-mail: leden@ historiebeilen.nl of info@historiebeilen.nl Rekeningnummers: NL 40RABO 0306 5277 74 of NL 61INGB 003 0907 00 t.n.v. Hist.Ver.Gem. Beilen. Kopij Als u een verhaal/artikel, foto of iets anders voor het tijdschrift of de vereniginig heeft, graag insturen naar onderstaand adres of per email naar redactie@historiebeilen.nl of info@historiebeilen.nl HVGB t.a.v. J. Wessels De Venne 20, 9411 BW Beilen Website www.historiebeilen.nl

Tijdschrift Het tijdschrift verschijnt vier keer per jaar. Tijdschrift is los te koop voor € 5,50 per stuk. Boek(en) of tijdschrift(en) zijn te bestellen via boeken@historiebeilen.nl Redactie tijdschrift mw. J. Kasten, J. Loovers, A. Schepel, M. Schepel en I. Snippe. De redactie is te bereiken via redactie@historiebeilen.nl Correctie tijdschrift H. Hadderingh en M. van der Velden Het overnemen van artikelen en/ of foto’s is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de artikelen. ISSN-nummer 1380-3301 Opmaak en vormgeving tijdschrift Gerdingopmaak Beilen Druk tijdschrift Kerkhove Beilen

In het Nieuwsblad van Beilen 1e kwartaal 1959 en Colofon

35


DE REDACTIE STELT ZICH VOOR Met ingang van 2019 heeft het tijdschrift een nieuwe, verjongde redactie. Graag stellen zij zich aan u voor.

______________________________________________________________________________ Ik ben Jos Kasten, 31 jaar en woon in Beilen. Geboren op Lieving in een gezin met zes kinderen. Na de HAVO heb ik de Internationale Hotelschool in Leeuwarden gedaan. Sinds begin 2018 ben ik ZZP’er en dat loopt erg goed. Zo ben ik directeur van de stichting ToReCo in Coevorden, doe ik voor een aantal bedrijven de marketing en promotie, adviseer ik op het gebied van AVG (privacywetgeving) en ben ik onlangs met een compagnon een nieuw bedrijf, de Woningwijzers, gestart. Naast mijn werk doe ik veel vrijwilligerswerk, zo ben ik secretaris van de Drentse Fiets4Daagse en de LaNijTo, daarnaast sinds kort dus redactielid bij de HVGB. In de vrije tijd die overblijft, mag ik graag uit eten, afspreken met vrienden en familie, lezen en vind ik het ontzettend leuk dat mijn neefjes en nichtje komen logeren bij Tante Jos. ______________________________________________________________________________ Ik ben Arjan Schepel, 41 jaar en ook geboren en getogen Beilenaar. Mijn familie heeft jarenlang een schoenenwinkel in de Brinkstraat gehad. Ik ben getrouwd met Marijke en vader van Olaf, Emma, Hugo en Pepijn. Momenteel ben ik werkzaam als docent aardrijkskunde en geschiedenis in Hoogeveen. Verder ben ik in mijn vrije tijd voetbaltrainer en trap zelf ook nog een balletje. En nu dus, vanwege mijn interesse in de lokale geschiedenis, ook redactielid.

36

De redactie stelt zich voor


Mijn naam is Marijke Schepel en ben net zoals mijn ouders, Auke en Joke Oosting geboren en getogen in Beilen. Zelfs mijn opa Klaas de Weerd is geboren en getogen in Beilen. Mijn wortels liggen heel diep in Beilen. Samen met mijn man Arjan en ons gezin woon ik in Beilen. Als leerkracht ben ik actief op het Dalton Kindcentrum De Eshorst in Beilen. Daarnaast ben ik actief voor volleybalvereniging Smash en de LaNijTo. Door mijn verbondenheid met Beilen heb ik veel zin om mij bezig te gaan houden met het tijdschrift van HVGB.

______________________________________________________________________________ Jeroen Loovers. 37 jaar en altijd woonachtig geweest in Beilen. Ik ben getrouwd met Simone en samen hebben wij twee kinderen, Iris en Daan. Doordeweeks werk ik als docent Nederlands en geschiedenis. Dit verklaart ook mijn interesse in de geschiedenis van Beilen en omgeving, alsook het werk als redactielid voor HVGB. In mijn vrije tijd loop ik graag hard en ben momenteel in training voor mijn tweede halve marathon dit kalenderjaar. Met veel enthousiasme en plezier begin ik als lid van de nieuwe redactie!

______________________________________________________________________________ Mijn naam is Ingrid Snippe. Geboren in Beilen en daar ook niet meer weg gegaan. Samen met Arjan Scheper en onze twee kinderen (Dylan en Jayden) wonen we hier met veel plezier. Samen met onze hond zien we ook veel mooie plekjes van Beilen en omgeving. Naast wandelen hou ik van lezen, zwemmen en dingen ondernemen met familie en vrienden. Verder ben ik jaren actief bestuurslid geweest bij de Loopgroep Beilen en nog steeds ben ik actief in de Avondvierdaagsecommissie Beilen. Bij Unive werk ik als project management ondersteuner en ook ieder tijdschrift van de Historische Vereniging kun je eigenlijk zien als een nieuw project. Geschiedenis levend houden daar draag ik graag mijn steentje aan bij. Met veel plezier ga ik deze uitdaging in de redactie aan.


HISTORISCHE VERENIGING GEMEENTE BEILEN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.