8 minute read
FIETSAVONTUUR | Duitsland, Oostenrijk
De Rissbachstollen zijn onderdeel van een waterkrachtcentrale.
Van Oberbayern naar Tirol en terug
Tijdens ons rondje Beieren van vorig jaar raakten we zo onder de indruk van het meest zuidelijke gedeelte, de regio Opper-Beieren, dat we zo snel mogelijk wilden terugkeren. Een zomer later is het al zover. Ditmaal zonder kinderen, waardoor heuvels of nijdige hellingen ons niet hoeven af te schrikken.
Æ Tekst en foto’s Ridha Guerfal
Boerenlandschap
We laten onze auto achter bij vrienden in de buurt van Augsburg en fietsen richting Bodensee, waar we willen inhaken op de Bodensee-Königsee route. Tot aan het meer zelf rijden we liever niet, omdat het daar in de zomer traditioneel heel druk is. Om iets oostelijker op de route te starten, experimenteren we met de app Komoot. Eens kijken of die erin slaagt om ons langs mooie weggetjes naar ons officiële startpunt te brengen? Toch wel, want de eerste 40 km lopen door typisch Duits boerenlandschap: kleine dorpjes, velden met afwisselende teelten en hier en daar een ander streepje groen. Nadien begint het wat meer te heuvelen en zien we het gebergte naderen. Langzaam wordt onze directe omgeving meer en meer bepaald door almen en bossen. Het fietsen wordt wat uitdagender met hier en daar een stevige helling. Onderweg passeren we de ‘stadspareltjes’ Landsberg An Der Lech en Ottobeuren. Waar we gisteren nog even respijt kregen, beginnen we vandaag meteen omhoog en dat kost bij momenten heel wat inspanning. Na elke klim nemen we even een drinkpauze en ergens onderweg vinden we een meertje om in te zwemmen. In Wangen besluiten we te bellen naar een camping die nog 20 km verderop ligt. Die blijkt geen plaats meer te hebben. Vlakbij vinden we nog een andere camping en daar lukt het wel. We krijgen een mooi plekje aan de rand van het meer en zoeken afkoeling in het water.
Inspiratie voor Disney
In Hergatz gaan we op zoek naar de BodenseeKönigsee route. Even krijgen we nog hulp van een local om de juiste richting uit te rijden en weg zijn we. De omgeving verandert van heuvelend naar bergachtig, maar het fietsen zelf is verrassend éénvoudig, op één stevige klim na. Zelfs éénvoudiger dan wat Komoot ons voorstelt: een toeristische route heeft zo zijn voordelen. Inkopen doen we in een klein dorpswinkeltje. De eigenares neemt uitgebreid
Zonsondergang aan de Alpsee. Kamperen aan de waterkant in Wangen.
de tijd om de lokale kaas aan te prijzen en een woordje uitleg te geven. Na de middag neemt de temperatuur toe en wanneer we voorbij de Alpsee rijden en daar een camping blijkt te liggen, besluiten we het voor bekeken te houden. De rest van de dag brengen we in het water door. We zitten in de omgeving van Füssen en zien de bergen boven de bomen uitsteken. In dat decor staat ook Schloss Neuschwanstein, een kasteel dat als inspiratie diende voor het Disneylogo. De camping blijkt een stop voor vele fietsers en we staan allemaal samen op een grasstrook aan de rand. Trouwens, dat kamperen zal op de Bodensee-Königsee route een klein thema worden. Er zijn immers niet zoveel campings en diegene die er zijn liggen vaak aan meren. Die zijn in de zomer druk bezocht waardoor de campings geregeld vol zitten. Hierdoor krijgen ook wij de volgende dagen tweemaal te horen dat er geen plek is. Gelukkig vinden we telkens een alternatief. Maar zoals steeds heeft elk nadeel ook zijn voordeel: we zien op de campings vaak dezelfde fietsgezichten weer, wat leidt tot leuke babbels. Af en toe spreken we af om de volgende avond op dezelfde camping halt te houden.
Nachtspektakel
We verlaten de streek rond Füssen via een landbouwbaantje en al snel zijn we aan het klimmen tussen weides met koeien. Wanneer we een nieuwe vallei binnenfietsen staan ze daar plots: de bergmastodonten. We volgen de rivier de Loisach en komen aan in Kochel Am See. De camping is prachtig gelegen aan de Kochelsee en gezien de temperaturen duiken we opnieuw het water in. Dat is echter ijskoud, omdat het meer gevoed wordt met water uit de hoger gelegen Walchensee. Die nacht is de lucht helder en zorgen de sterren voor het fijnste nachtspektakel van de reis.
Heel anders is het spektakel de volgende nacht. Op een camping aan de Schliersee worden we door de jeugd tot 3 uur ’s nachts uit onze slaap gehouden. De campingplatz wordt een partyplatz en de eigenaar is nergens te zien. We staan dan maar vroeg op en zetten de route verder richting Chiemsee. Al snel zijn we vertrokken voor een kilometerslange afdaling om uit te komen op een fietsbaantje dat doet denken aan de Vennbahn. In Prun vinden we snel een campingplekje en brengen we de rest van de dag aan de rand van het meer door samen met een aantal Duitsers.
Van rust naar risico
Het begint ook te regenen die avond, maar het is maar gedruppel in vergelijking met de stortbuien en uren aanhoudende regen die ons de volgende nacht, op de camping in Piding, te wachten staan. De plek is nochtans een fietsersparadijsje, met een afgelegen veldje aan de rand van de rivier de Saalach. Vanuit onze tent hebben we zicht op het heldere, rustig kabbelende water. Onze buren zijn een Nederlands koppel, een derde Nederlander en een 82-jarige Duitse fietser met een uitstekend gevoel voor humor, die twee porties boter probeert te ruilen voor onze tent. Die avond begint het dus te stortregenen en zien we hoe het grasveldje op sommige plekken onder water loopt. De Nederlander eindigt met een waterbed en besluit zijn tent te verzetten. Bij het Nederlandse koppel zien we de dame ijverig geultjes graven. Zelf hebben we meer geluk. Wanneer we ’s ochtends opstaan, blijkt de Saalach plots een woest stromende en modderige rivier waarvan het water een meter hoger staat. Het is confronterend hoe snel weersomstandigheden een schijnbaar rustige omgeving kunnen herschapen in een risicogebied.
Het Beierse Kloster Höglwörth. Onderweg in het Salzburger Saalachttal. De Saalach.
Fietsen op de tonen van Mozart
Omdat de camping zo fijn is laten we onze tent staan en rijden we zonder bagage tot aan de Königsee, het eindpunt van het eerste deel van onze tocht. De weg er naartoe is panoramisch met prachtige bergkammen en het meer zelf is ondanks de vele toeristen absoluut een ommetje waard. De volgende dag steken we de Oostenrijkse grens over via de Mozart-Radweg. Die zullen we even volgen tot we kunnen afslaan op de Inn-Radweg om zo verder westwaarts te fietsen. Die Mozart-Radweg leidt ons door het dal van de Saalach, één van onze mooiste stukjes van deze fietsvakantie. In het dal volgen we de rivier langs een klein, van de baan afgescheiden fietspad. Het valleitje is smal en langs beide zijden zitten we ingeklemd door bergen. Dat zorgt voor een optimale natuurbeleving. De Oostenrijkers zijn vriendelijk en een dame raadt ons aan in Sankt Johann te kamperen, wat we ook doen. De avond brengen we door met een koppel fietsende Oostenrijkers.
Innsbruck
Een stukje Inn-Radweg voert ons richting Innsbruck. Ook al hebben we nog steeds zicht op bergen, de charme is wat weg, omdat we op een aantal stroken langs een autosnelweg of een spoorlijn moeten. Op de camping in Kramsach sluiten we vriendschap met enkele gasten die een permanente staanplaats hebben. Dat levert ons ’s morgens een lekkere kop koffie op. Tegen de middag staan we in Innsbruck en vooral de oude stad kan ons bekoren. We rijden nog door tot in Stams. Van op de camping hebben we een prachtig uitzicht op de abdij die het dorp en de nabijgelegen bergen domineert.
Via de route van Reitsma besluiten we de grens tussen Oostenrijk en Duitsland terug over te steken. De route loopt van Telfs naar Büchener Hohe en wordt klassiek in de omgekeerde richting afgelegd. Volgens de omschrijving staat ons een 7 km lange klim van 9 à 10 % te wachten. Uiteindelijk blijkt het zwaarste niet de klim, maar het verdragen van de uitlaatgassen van vertragende en nadien weer optrekkende auto’s. Gelukkig is de beloning groot wanneer we op het plateau een bakker vinden met een lekker soort appelgebak.
Mystiek moment
Na een afdaling richting Mittenwald sluiten we aan op de Isar-Radweg. De rivier stroomt hier nog door zijn natuurlijke bedding, en hoewel we hier vorig jaar ook al waren, blijven we het indrukwekkend vinden hoe wild natuur zo dicht bij huis kan zijn. Aansluitend besluiten we om de ‘Radl Wasserwege Oberbayern - die Kunstschleife’ te volgen, een route die hoofdzakelijk langs rivieren loopt en ons het westelijke deel van Opper-Beieren laat verkennen. Zo komen we in Jachenau op een tolwegje terecht en rijden we langs de Walchensee. Het weer is afgekoeld en af en toe regent het, waardoor er nevel hangt boven het water en de bossen, een mystiek moment. De route brengt ons weer dicht bij de grens, maar deze keer blijven we aan de Duitse kant en bezoeken we Partenkirchen alvorens kamp op te slaan in Oberau. Wat volgt is opnieuw een stuk van de BodenseeKönigsee route, deels hetzelfde als tien dagen geleden, maar nu in omgekeerde richting. Vooraf leek dat saai, maar de weersomstandigheden zijn anders, waardoor ook de beleving anders is. Ter hoogte van een klein kerkje gebouwd door Irmgard picknicken we. Beieren staat vol kruisbeelden en kapellen, vaak vergezeld van een bank, ideaal voor fietsers. Na een nacht in Schongau peddelen we onze laatste fietsdag en sluiten we na 16 dagen onze verkenning van Opper-Beieren en het grensgebied met Oostenrijk af.