7 minute read

‘De Bijbel is geschreven voor het leven’

‘DE BIJBEL IS GESCHREVEN VOOR HET LEVEN’

Piet van Midden, schrijver, predikant en docent Hebreeuws, is ervan overtuigd dat jong en oud met veel meer plezier de Bijbel gaan lezen als ze meer weten over de Hebreeuwse bronteksten en de context van de verhalen.

Piet van Midden schreef in 1999 speciaal voor tieners de Groeibijbel. Sindsdien kreeg het meerdere herdrukken en onlangs verscheen een heruitgave. Aanleiding voor dit boek waren gesprekken van Piet met de tieners in zijn catechisatiegroep. “De boeken die voor catechisatielessen worden geschreven, gaan over onderwerpen die niet aansluiten bij hun belevingswereld. ‘Waarom is God barmhartig?’ is zo’n vraag waar zij helemaal niet mee bezig zijn. Ik vind dan ook dat de Bijbel het enige goede catechisatieboek is. ‘Wat heb je nou aan de Bijbel, er staan allemaal stomme verhalen in,’ zei een van tieners in mijn catechisatiegroep. Een ander merkte op dat zijn opa een leukere Bijbel had dan zijn vader. Toen bleek dat zijn opa heel levendig voorlas, alsof hij er zelf bij was. Terwijl zijn vader de Bijbel voorlas als een droge opsomming. Dat maakte al zo’n groot verschil.”

Hebreeuws

Piet van Midden, die naast predikant ook docent Hebreeuws is aan de universiteit van Tilburg, besloot zijn Hebreeuwse Bijbel erbij te pakken. “Ik las Job 3 aan hen voor, waarop ze riepen: ‘Dat staat er toch niet?!’ Toen heb ik ze laten zien hoe het in het Hebreeuws wordt beschreven. Je merkte dat het hen boeide. Om die reden besloot ik een Bijbel voor tieners te schrijven, gebaseerd op de originele Hebreeuwse teksten. Ook omdat er voor die leeftijdsgroep bijna geen Bijbels zijn uitgegeven. Daarbij heb ik niet alleen naar de bronteksten gekeken maar ook naar wat de Talmoed en de Midrash erover zeggen.

De Talmoed is een Joodse verzameling van gesprekken van rabbijnen van over de hele wereld over de Torah, de vijf boeken van Mozes. De Midrash is een rabbijnse methode van uitleg van het Oude Testament.”

“Het is ontzettend interessant om op die manier de Bijbel te lezen, niet alleen voor tieners maar ook voor ouderen, van wie ik regelmatig reacties en vragen krijg. Doordat de Bijbelvertalingen die we doorgaans lezen vooral willen aansluiten bij lezers van nu, wat heel begrijpelijk is, kloppen die vertalingen niet altijd. Door de bronteksten te gebruiken en de rabbijnse uitlegging erbij, kom je soms tot verrassende ontdekkingen in overbekende teksten. Kijk bijvoorbeeld naar de geboorte van Kaïn. In het gedeelte ervoor lezen we dat de mens als God wilde worden. Dat was dus niet gelukt, maar dat gevoel zat er nog wel, heel diep. Dat kun je merken in dit gedeelte: Trots dat Eva was! ‘Wat God kan, kan ik ook! Net als God heb ik een man gemaakt!’ riep ze. Kaïn noemde ze haar zoon.

Zo staat het er in het Hebreeuws en dat heb ik op deze manier overgenomen in de Groeibijbel. Maar in de reguliere Bijbelvertalingen lees ik dat Eva zegt: Ik heb een man van de Here gekregen! (Genesis 4:1). Dat geeft toch wel een heel andere betekenis en lading aan dit gedeelte.”

‘DE BIJBEL BEANTWOORDT DE VRAAG WAAROM WIJ ER ALS MENS ZIJN’

Context

Voor Piet van Midden is het ook belangrijk dat je bij het Bijbellezen niet alleen naar de tekst en de betekenis ervan kijkt, maar ook naar wat eraan voorafgaat en wat erop volgt. “Een man kocht een aantal exemplaren van de Groeibijbel voor zijn kleinkinderen maar schreef mij vervolgens verontwaardigd dat ik zelf dingen had toegevoegd aan het verhaal van Jozef die aan de handelaars wordt verkocht. Daar heb ik namelijk over geschreven: ‘Wat bieden jullie?’ vroeg Juda. ‘Je krijgt hem schoon aan de haak mee, zonder mooie jas.’ ‘Er zijn tegenwoordig vastgestelde prijzen,’ zeiden de handelaars. ‘Hoe oud is hij?’ ‘Zeventien,’ antwoordde Juda. Een van de handelaars keek in een boekje en zei: ‘Jammer voor jullie dat hij geen twintig jaar is. Want van vijf tot twintig jaar doet zo iemand tegenwoordig twintig zilverstukken. Maar een slaaf van twintig tot zestig jaar levert vijftig zilverstukken op.’

Het klopt dat het gedeelte over die prijzen niet in Genesis 37 staat. Dat heb ik overgenomen uit Leviticus waar keurig wordt uitgerekend wat een mens waard is. Ik ben bij deze briefschrijver op bezoek geweest om hem dat te laten zien en dat was voor hem echt een ontdekking, dat je zo’n Bijbelverhaal niet los moet zien maar in de context van de hele Torah en de joodse traditie.”

Levensverhaal

Voor Piet van Midden is het voor alle Bijbellezers, jong of oud, belangrijk om te beseffen dat de Bijbel in de eerste plaats een Joods boek is. “Niet alleen het Oude Testament maar ook de gelijkenissen van Jezus vragen kennis van het Joodse leven. Dat geeft zoveel verdieping bij het lezen van de Bijbel. De Bijbel is geschreven voor het leven. Alles komt erin voor. Als je tieners wilt laten Bijbellezen dan moet je dát aan hen laten zien. De Bijbel is een levensverhaal tussen aarde en hemel en tussen God en mensen. Het beantwoordt de vraag waarom wij er als mens zijn. Je bent geen toevalligheid. En de Bijbel laat zien dat heil, hoop en verzoening realiteit worden. Het geeft je uitzicht op een nieuw leven, met God.” • De Groeibijbel is een uitgave van Kwintessens / Meinema

HEBREEUWSE VLOG

Piet van Midden publiceert elke werkdag een Hebreeuwse vlog, waarin hij een tekst voorleest en uitlegt. “Als het even kan citeer ik daarbij Joodse bronnen.” Inmiddels zijn er ruim 1300 gepubliceerd. Wie de vlogs wil ontvangen kan zich opgeven bij Piet via: P.J.vanMidden@tilburguniversity.edu

WIE IS MIJN NAASTE?

Een geleerde man vroeg Jezus: wie is mijn naaste? Jezus vertelde hem een gelijkenis.

“Een man ging van Jeruzalem naar Jericho. Je kent die weg wel: hij loopt steil naar beneden aan weerskanten van een diepe kloof.” Iedereen knikte: die weg liep dwars door de woestijn. Het was er heet en dikwijls gevaarlijk. “Die man liep in de val,” ging Jezus verder. ‘Hij werd gepakt door rovers. Ze sloegen hem neer, plukten hem helemaal kaal en lieten hem halfdood achter. Daar lag hij. In de verste verten was er geen mens te zien. Laat er nou toch een priester langskomen! Die had dienst gedaan in de tempel en was op weg naar huis. De priester bleef stokstijf stil staan: wat lag daar op de weg? Een mens? De priester tuurde vanaf een grote afstand. Bewoog het? Nee, helemaal niet. ‘Daar ligt misschien wel een lijk,’ dacht de priester. ‘En ik heb net dienst in de heilige tempel. Ik mag niet in de buurt van een lijk komen, anders word ik ongeschikt als priester. O, wat moet ik nou!’ De priester had het er moeilijk mee. Want stel je voor dat die man daar níet dood was. Dan kon hij hem helpen. Maar hij dacht: ‘Priester zijn is het belangrijkste van alles, in elk geval belangrijker dan die man. Ik neem geen risico.’ En hij klom de kloof in naar beneden en liep aan de overkant van de kloof verder. Toen kwam er een priesterhulp langs. Die deed ook dienst in de tempel. Ook hij zag die man liggen en dacht, net als de priester: ‘Ik krijg vieze handen als ik een lijk aanraak en dan mag ik voorlopig niet meer in de tempel komen. En ik ben net zo trots dat ik de priester helpen mag.’ Ook hij klom voorzichtig naar beneden en ging aan de overkant van de kloof verder. Zo wist hij zeker dat hij ver genoeg bij het lijk vandaan was.

Toen kwam er een buitenlander voorbij. Iemand uit het noorden, een Samaritaan. Die Samaritaan dacht: ‘Wat ligt daar nou op de weg? Die is vast dood.’ Hij liep er snel heen en draaide de neergeslagen man om. En laat die nou toch nog leven! Waren die priester en Leviet voor niks naar de overkant van de kloof geklommen. ‘Man wat ben jij eraan toe,’ zei de Samaritaan. […] Hij gaf hem een bekertje water en maakte zijn wonden schoon. Hij verbond hem en zette hem voorzichtig op zijn ezel. […]

Wie van de drie is een naaste geweest voor het slachtoffer?” vroeg Jezus aan de geleerde man. “Eh… degene die hem heeft geholpen, zult u bedoelen…” “Inderdaad: je moet je niet afvragen wie jouw naaste is, maar voor wie jijzelf een naaste kunt zijn. Ga je gang.”

Naar Lukas 10: 25-37. Overgenomen uit de Groeibijbel van Piet van Midden.

This article is from: