9 minute read
Grote Verzoendag en de zondebok
GROTE JACOB KEEGSTRA VERZOENDAG en de zondebok
Op de avond vóór 16 september begint Jom Kippoer, de Grote Verzoendag. Voor Joden is het de belangrijkste sabbat in het jaar. Heeft dit feest ook ons christenen iets te zeggen?
In de Bijbel stelt God een aantal feesten in voor zijn volk. In Leviticus 23 staan ze opgesomd en Hij vertelt precies wanneer ze gevierd moeten worden. Pasen (Pesach) en Pinksteren (Wekenfeest) zijn voor christenen de bekendste. Die worden in het voorjaar gevierd. Het Loofhuttenfeest, waarvan Zacharia 16:13 zegt dat eens alle gelovigen (zowel Joden als niet-Joden) dat zullen vieren, wordt in het najaar gevierd. Dit feest is een beeld van het huwelijk van een bruidegom en zijn bruid, van Jezus en zijn gemeente, bestaande uit Joden en christenen. Maar voordat dit Loofhuttenfeest gevierd wordt, staan er eerst nog twee andere feesten op de kalender: het feest van de Bazuinen en de Grote Verzoendag. Als christenen zien we uit naar het Grote Loofhuttenfeest in de toekomst, wanneer Jezus zijn bruiloftsfeest viert (Openbaring 19:7-8). Welke symbolische betekenis hebben het Bazuinenfeest en de Grote Verzoendag tot die tijd voor ons?
INKEER
De Bijbel geeft aan dat er eerst een periode van inkeer nodig is voordat het Loofhuttenfeest gevierd kon worden. Deze periode van inkeer wordt aangekondigd op de Dag van de Bazuinen (ook wel Joods Nieuwjaar genoemd). Op deze dag wordt traditioneel op de bazuinen geblazen als een vooraankondiging van de Grote Verzoendag, tien dagen later. De tien dagen tussen de Dag van de Bazuinen en de Grote Verzoendag zijn dagen van inkeer, voor zelfonderzoek (Leviticus 23:23). Door zelfonderzoek ziet men het eigen falen onder ogen, zonder angst voor uitstoting uit de gemeenschap. De nadruk ligt op het bewust worden van je onbewuste zonden. Het zijn deze ongerechtigheden die je misschien onbewust hebt begaan, maar waardoor mensen wel met een boog om je heen lopen en je niet in de gemeenschap opnemen. Er ligt bij de lezingen in deze tien dagen grote nadruk op solidariteit met de mensheid (Genesis 21:1-34). Door zelfonderzoek kun je stappen zetten voor herstel van de relatie en om dingen waar nodig recht te zetten. Het is een vorm van bekering die nodig is voordat verzoening mogelijk is.
Ook wij doen er goed aan om de periode waarin wij leven, de dagen voordat Jezus terugkomt,
te gebruiken om tot inkeer te komen. Zijn er onbewuste zonden waar wij ons van moeten bekeren?
GROTE VERZOENDAG
Na de vastgestelde periode van inkeer is het Grote Verzoendag, of Jom Kippoer. Dit is de belangrijkste sabbat (feestdag) van het jaar. Op dit feest staat het begrip ‘kappara’ centraal, wat ‘verzoening’ betekent. Het is dé dag van nationale verzoening met mensen en met God. De voorschriften van God voor verzoening op deze dag zijn zeer precies. Mensen mochten die dag absoluut niet werken en moesten vasten. Ten diepste is dit een verwijzing dat een mens op geen enkele manier kan bijdragen aan Gods verzoening met ons; het is Gods werk waardoor we met Hem worden verzoend.
In Leviticus 16 staat welke offers de priesters moesten brengen; de hogepriester moest maar liefst veertig specifieke handelingen uitvoeren. Zo moest hij twee bokken nemen; één daarvan moest als zondoffer (reinigingsoffer) aan de Heer worden gebracht; de andere bok moest levend voor de Heer blijven staan om verzoening mee te bewerken en daarna de woestijn in gestuurd worden naar Azazel. Voordat hij de bok wegstuurde, legde de hogepriester beide handen op de kop van de bok en sprak alle wandaden en vergrijpen van de Israëlieten openlijk uit, alle zonden die ze hadden begaan. Zo legde hij alle zonde op de kop van de bok. De bok nam alle zonden van het volk met zich mee naar een verlaten gebied (Leviticus 16:7-10, 20-22).
CHRISTUS
Deze handeling door de hogepriester verwijst symbolisch naar Jezus. Jesaja 53:6 zegt: Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Maar de Here heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen. In 2 Korinthe 5:21 zien we dezelfde ruil. Door ons geloof in Jezus te stellen, worden onze zonden op Hem overgebracht: Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.
De bok die voor de Heer werd gebracht, verwijst naar Christus in zijn dood, als offer voor onze zonden. De bok voor Azazel (wegzending) is een symbool van de opgestane Heer, de levende, die verzoening voor ons bewerkte. De dood van Jezus bracht verzoening voor ons tot stand. Romeinen 5:11 zegt: Wij roemen ook in God, door onze Heere Jezus Christus, door Wie wij nu de verzoening ontvangen hebben.
HERSTEL
De verzoening heeft dus twee aspecten: - Vergeving van schuld (door de zonden over te dragen op een onschuldig lam en dat weg te sturen, wat verwijst naar het offer van Jezus en zijn afwijzing door de Vader). - Verzoening met God, waarbij de relatie weer wordt hersteld door het bloed van het offerdier, wat opnieuw verwijst naar Jezus die zichzelf offerde. Jezus is de zondebok, die buiten de poort heeft geleden (Galaten 2:20, Hebreeën 8-9).
De relatie met God staat niet los van onze relatie met de medemens. Dat wordt ook duidelijk uit de twee specifieke gedeelten die op Grote Verzoendag uit de Thora worden gelezen: Leviticus 16 en 18, en Leviticus 19 en 20. Daarbij wordt de verzoening waarover Leviticus 16 spreekt, verbonden met het oplossen van conflicten tussen mensen, waarover Leviticus 19 gaat. Aan het eind van de Grote Verzoendag is er het ritueel van de afwassing van de zonden, als teken van de zonden die door God in de diepten der zee worden geworpen (Micha 7:19). Tot slot blaast men nogmaals de bazuin.
LEVENSHEILIGING
Wat is nu de relatie tussen het Paasfeest en de Grote Verzoendag? Paulus schrijft in 1 Korinthe 5:7 dat ons paaslam, Christus, is geslacht. Het is veelzeggend dat bij Jezus’ dood het voorhangsel in de tempel scheurde, als teken dat de toegang tot God de Vader open was voor iedereen. Heeft de symboliek van Jom Kippoer ons dan nog iets te zeggen? Het is waar dat Grote Verzoendag in het Nieuwe Testament zijn volle vervulling kreeg in het werk van Jezus, doordat Hij verzoening bracht van álle zonden, bewuste en onbewuste zonden. Maar zelfs na reiniging door het bloed van het Paaslam doen we nog dagelijks zonden waar we ons soms niet van bewust zijn.
Een van de principes van het project Viva de kerk! is ‘liefde voor Israël’ als les van de eerste kerk. Jeruzalem was de moederkerk voor de eerste kerk en het Oude Testament was hun Bijbel. Het reddingsplan van God begon in het verhaal van Abraham en Jezus bracht die redding. Gods reddingsplan voor de hele wereld kwam door Israël. God heeft het volk Israël gekozen en dat verbond blijft staan door de eeuwen heen. Wij zijn als kerk geroepen om Israël te zegenen en voor Israël te bidden. Als we Israël liefhebben, dan hebben we lief wat God liefheeft.
Meer info over Viva de kerk! via www.vivadekerk.nl
Zoals er na het Paasfeest in het voorjaar nog een periode van inkeer volgde in het najaar, tijdens het Bazuinenfeest en de dagen tot aan Jom Kippoer, zo struikelen ook wij als christenen. Het is daarom goed om ons te bezinnen op onze levensheiliging. In 1 Johannes 1:9 staat: Indien wij onze zonden belijden, God is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. Ook voor ons is het nodig om vergeving te vragen van overtredingen en ongerechtigheden, terwijl we toeleven naar de dag van het grote Loofhuttenfeest waarop Jezus bij zijn bruid komt wonen. •
Jacob Keegstra is bijbelleraar en voorzitter van de Nederlandse afdeling van de International Christian Embassy Jerusalem (ICEJ).
Marja Verschoor-Meijers FRISSE KIJK
OP OUDE WAARHEDEN
Eerste liefde
Prille liefde, jeugdliefde, puberliefde, kalverliefde… weet je het nog? Een eerste liefde heeft iets aandoenlijks, iets puurs, iets ontwapenends.
Je ziet verliefde mensen dingen doen die ze nooit eerder hebben gedaan. Gekke, mooie en verrassende dingen waar je soms zelfs stiekem een beetje jaloers naar kunt kijken.
Die prille liefde, dat kunnen we ook zien bij nieuwe gelovigen, bij mensen die tot het besef komen dat de Heer hen liefheeft met een eeuwige liefde. We hebben dat weer mogen ervaren tijdens de Alphacursus die we eerder dit jaar gaven in ons buurthuis Twinkeltje. Mensen tot een levend geloof zien komen is zo verfrissend! De vragen die ze stellen, de manier waarop ze de Bijbel lezen en de onbevangen gebeden… “Hallo God, hier ben ik dan.”
Het is heerlijk om mee te genieten van die eerste geestelijke liefde. Tegelijkertijd is het een spiegel waarin je kijkt en probeert te ontdekken hoe het met je eigen eerste liefde is, je liefde voor God en zijn Woord. Waar was je toen en waar ben je nu? Ook over de eerste christenen kunnen we lezen dat ze druk waren met van alles en nog wat, dat ze enorm hun best deden om goede dingen te doen. Jezus complimenteerde hen daarvoor, maar Hij gaf ze ook een ernstige waarschuwing mee, eentje die we vandaag de dag best op onszelf mogen betrekken. Om Mijn Naam hebt u zich ingespannen en u bent niet moe
geworden. Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten (Openbaring 2:4-6).
ACHTERGROND
Je moet er toch niet aan denken dat de Here Jezus voor je zou staan en dat zou zeggen tegen jou, tegen mij, tegen ons als gelovigen, als kerk. Kan het zijn dat andere dingen de plaats hebben ingenomen van onze eerste liefde? Daarbij denk ik niet alleen aan de drukte en inspanning die Jezus in de tekst hierboven noemt, zoals bijvoorbeeld diaconaat en evangelisatiewerk, maar ook aan comfort en veiligheid, angst en zorgen, eigen wil en denken, werk en wetenschap, vakantie en vrije tijd. Het kunnen allemaal zaken zijn die onze eerste liefde voor God, zijn Woord en het doen van zijn wil op aarde zoals in de hemel, naar de achtergrond hebben gedrukt. Dat gebeurt meestal niet van de ene op de andere dag, maar heel geleidelijk. Bijna onopgemerkt, zou je kunnen zeggen.
Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefhad, staat er in 1 Johannes 4:19. Zijn liefde is eerst, zijn liefde was er altijd al. Het is toch niet meer dan logisch dat wij Hem dan liefhebben met héél ons hart, ziel, verstand en kracht en dat niets of niemand de plaats kan innemen die voor Hem alleen is bestemd?
Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen (Johannes 14:23). •