a r t x E k di
Feministisch maandblad nr. 1 januari 2013 41ste jaargang prijs ¤ 5,55
Advocate Bénédicte Ficq (bewondert de pianovingers van haar cliënt Badr Hari)
Paulien Cornelisse (heeft moordfantasieën)
Minister Jet Bussemaker
Ik beken...
(‘Hahaha! Ja, ik ben feministe’)
40 jaar
Yasmine Allas (gluurde)
Martine Sandifort (werd gepest)
(99% van de mensen heeft geheimen)
Geen zin meer om te zorgen Wanneer donderen ze eens op!
50 tinten thuis
Marjolein schrijft na haar werk erotische verhalen
20
blz.
Een geheim opbiechten kan je een vriend opleveren ... óf kosten
48
blz.
Hoe Ingeborg Beugel van mannenverslindster babyfluisteraar werd vanaf
blz.
19
Ik beken... Logés begluren, romannetjes lezen en ander wangedrag De verhalen van Opzij blz. 19, 33, 41, 47, 55 BN’ers geven hun geheimen prijs blz. 20 De biecht in een hedendaagse jas blz. 26 Geheimen en bekentenissen: feiten & cijfers blz. 28 Voorbeeldige moeders zijn het zorgen zat blz. 34 Erotische verhalen schrijven op een zolderkamertje blz. 42 Hoe fouter de man, hoe beter de seks blz. 48 1,3 miljoen vrouwen in de overgang; niemand wil het weten blz. 57 Interviewbijlage met: Sandifort, Ficq, Bussemaker, Tinkebell, Aurangzeb blz. 105 Piet Hein Eek over vrouwen OPZIJ • JANUARI 2013
2
blz.
januari
58
Na een zware burn-out staat Martine Sandifort weer op het toneel blz.
64 Moord, doodslag, liquidaties zijn de favoriete zaken van Bénédicte Ficq blz.
72 Jet Bussemaker wilde eigenlijk niet terug naar Den Haag De wereld van Opzij blz. 7 Nieuws en opinie blz. 12 Germaine Greer blz. 16 Kweekvijver
De columns van Opzij blz. 4 Voorwoord – Margriet van der Linden blz. 11 Cor Vos blz. 14 F-side blz. 40 Claudia de Breij blz. 54 Inez Weski
De boeken & cultuur van Opzij blz. 92 Transgender Baby Dee blz. 98 Bestselleruitgever Nelleke Geel
Service etc. van Opzij blz. 17 en 71 Aanbiedingen voor (nieuwe) abonnees blz. 107 Colofon OPZIJ • JANUARI 2013
3
Mijn grootste bekentenis deed ik jaren geleden al. De rest is eigenlijk peanuts
nie kan ik ook nu niet onderdrukken. Hadden er de weken na de verkiezingen niet acht mannen met elkaar aan tafel gezeten om gezamenlijk te komen tot een akkoord over de toekomst van ons land, waarin het over maatregelen ging die nogal eens vrouwen treffen? Zo’n initiatief is dus heel mooi, maar ook in ons land is nog veel winst te boeken. Het jaar zit erop. We hebben deze Opzij volgestopt met ‘bekentenissen’. De redactie vroeg mij ook een bekentenis te doen. Ik kon even niks bedenken en vroeg ze me te helpen, over welk onderwerp zou ik nou een leuke bekentenis kunnen doen? ‘Nou, als je stiekem op foute mannen valt, bijvoorbeeld op Badr Hari,’ zeiden ze. Vallen, op Badr... Mwah. ‘Als je het stiekem leuk vindt dat andere vrouwen meer rimpels hebben!’ Really? Deze tip kwam van eindredacteur Mensje Melchior, die zélf met genoegen ziet dat haar vriendinnen meer rimpels hebben dan zij. Eindredacteur Martha van Buuren bekende dat zij ooit had overwogen de naam van haar kat ‘Dikkie’ ook op het naambordje te plaatsen. ‘Martha en Dikkie van Buuren’ – om inbrekers af te schrikken. Zoals Roos Vonk in dit nummer bekent dat ze ook af en toe een man verzint. Om kracht uit te stralen. Heb ik dan echt niks te bekennen? Als kind wilde ik graag een beugel, maar dat was niet nodig. Het werd het ijzeren handvat van een kastje waarmee ik twee weken lang onder mijn bovenlip geklemd heb rondgelopen. Je reinste aanstelleritis. Had ik niet stiekem een hekel aan vrouwen?, zo werd geopperd. Dat zou wat zijn voor de hoofd– redacteur van Opzij. Nou... in het feit dat ik vrouwen juist heel erg leuk vind, daarin school ooit mijn grootste bekentenis. De rest is eigenlijk peanuts. Maar wel heel leuk om over te lezen.
Een gezond en gelukkig 2013! www.twitter.com/ mrsvanderlinden
OPZIJ • JANUARI 2013
4
Margriet van der Linden Hoofdredacteur Opzij
beeld
d
ank allemaal voor de vele felicitaties naar aanleiding van het 40-jarig jubileum van Opzij en ook voor de complimenten voor het jubileumnummer. Het doet ons goed om te horen dat er een grote en weer groeiende groep vrouwen en mannen in Nederland is die Opzij en de onderwerpen waarover wij schrijven belangrijk vindt. Een paar weken geleden was ik in de Tweede Kamer om daar een debat te mogen voorzitten: het Gender Meerpartijen Initiatief. (Nee, niet meteen doorbladeren, het doet er echt toe én ik doe zo nog een openhartige bekentenis.) Een coalitie van negen politieke partijen (op de SGP en PVV na…) committeerde zich aan belangrijke doelen, die vrouwen in het buitenland aangaan. Het Nederlandse beleid moet oog hebben voor de rol van vrouwen in conflictgebieden en transitielanden (denk: Egypte) en hun deelname aan het democratisch proces stimuleren. Ons land moet zich ook inzetten voor de economische zelfstandigheid van vrouwen wereldwijd. Het initiatief sprak zelfs over ‘trots op de Nederlandse inzet en expertise’. Eén probleem: op tal van die gebieden doet ons land het zelf niet zo goed. Dan is het toch enigszins vreemd als ‘zomaar’ wordt gesteld dat Nederland trots mag zijn op zijn inzet en expertise, of dat juist óns land economische zelfstandigheid elders ter wereld moet stimuleren. Toehoorders in de zaal dachten er ook zo over. Iemand vroeg: ‘Waarom komt in het regeerakkoord het woord “vrouw” niet eens voor?’ Deze vraag werd door de VVD beantwoord: de partij beschouwt mannen en vrouwen als gelijk, dus apart benoemen was niet nodig. Een nobele opvatting, áls je ervan uit kan gaan dat vrouwen en mannen in Nederland ook echt gelijk zijn, op het gebied van inkomen bijvoorbeeld. Ik pakte een ander doel van het initiatief erbij: deelname van vrouwen aan het democratische proces stimuleren in landen als Egypte. Enige iro-
a nne r einke
voorwoord
SERIE #1
IK BEKEN...
DOOR
M A A I K E SCH OO N
BEELD
L I NEL L E D E UN K
‘Ik begluurde familieleden of logés die dachten dat ze alleen waren’
Yasmine Allas (45)
Ik heb zelfs een litteken overgehouden aan het gluren. Ik lag voor de deur van de binnenplaats te kijken naar een andere vriend van mijn vader en diens vriendin. Het regende pijpestelen en door het water kon ik niets zien. Dus ging ik staan. Maar die man had me door, of me al gezien, en opende de deur. In die deur zat een spijker die me precies tussen mijn wenkbrauwen raakte. Ik was kletsnat, en het hield maar niet op met bloeden, maar het was niets vergeleken met de overweldigende emotie die ik voelde: schaamte. Ik ben ermee gestopt. Maar de nieuwsgierigheid blijft. Als een stel zich terugtrekt op een feest of receptie, dan denk ik nog steeds weleens: wat zouden die nou echt gaan doen?’
Schrijfster, haar boek De onvoltooide verschijnt in februari et is best wel gênant, vind ik. Maar ik zal het je toch vertellen. Ik was als kind, nou ja, hoe noem je dat, een gluurder. Of laat ik het mooier zeggen: ik had een onbedwingbare drang om te zien wat mensen uitspookten als ze dachten dat ze alleen waren. Familieleden, logees – ik keek door een gaatje in de muur of een kier in de deur. Ik zag de merkwaardigste dingen. Een vriend van mijn vader, die ik adoreerde, was de eerste man die ik zag masturberen. Ik was een jaar of 10. Daarna kon ik hem niet meer normaal aankijken.
‘H
OPZIJ • JANUARI 2013
19
OPZIJ • JANUARI 2013
20
achtergrond
tekst Daphne van Paassen beeld Van der Schaaf & Hoogendoorn
Geheim opBiechten? Niet voor watjes
OPZIJ • JANUARI 2013
21
Interviews
tekst Larissa Pans beeld Anneke Hymmen
thuis Vijftig tinten
Opeens lijken we de schaamte voorbij en kan de sm-bestseller
Vijftig tinten grijs van de Britse schrijfster E.L. James gewoon op de koffietafel. Worden ‘fifty shades-speeltjes’ zoals lustballetjes en buttplugs aan een serieuze evaluatie onderworpen door vrouwelijke fans bij Pauw & Witteman. En komt het argument der argumenten uit de mond van seksuologe Tracey Cox: porno is nog gezond ook. Vrouwen moeten vaker Anaïs Nin uit de kast trekken of een stout pornofilmpje opzetten. Liefst twintig minuten per dag. Uit haar onderzoek blijkt dat vrouwen die een ‘bibliotheek’ van prikkelende beelden in hun hoofd hebben door het lezen van erotische verhalen of het bekijken van seksfilms, opvallend beter zijn in zichzelf spontaan opgewonden maken. Door alleen al te dénken aan een bepaalde scène, krijgt hun libido een boost. Maar dat wisten
de vrouwen die op Nederlandse zolderkamertjes fantaseren over purperen dildo’s en bezwete venusheuvels natuurlijk allang. Vier eroticaschrijfsters over hún vijftig tinten thuis. Een van hen manifesteert zich met een nickname op internet en hult zich vanwege haar keurige baan in anonimiteit, de andere drie praten in alle openheid over hun erotische verhalen. OPZIJ • JANUARI 2013
34
Charlotte:
‘Ik schrijf mijn seksscènes overal: in de bus, in de coulissen’ OPZIJ • JANUARI 2013
35
essay
tekst Ingeborg Beugel beeld Wout Jan Balhuizen
u t s
d i p u s i t e H de g n a g over
aar l e f f u n byk a b t o t er t s d n i l s ver n e n n a Van m
OPZIJ • JANUARI 2013
49
OPZIJ • JANUARI 2013
60
Martine Sandifort
Ze dacht dat ze nooit meer op een podium zou staan. Maar met de muzikale cabaretvoorstelling Hulphond maakt Martine Sandifort (42) na een langdurige burn-out haar comeback op het toneel.
heeft een burn-out en trekt zich terug. Weken ligt ze in bed. Daarna volgt ze verschillende therapieën om vooral haar somberheid en faalangst te lijf te gaan. Gaandeweg leert ze hoe ze die in haar rollen kan transformeren tot bruikbare elementen. Als in 2003 Kopspijkers belt, maakt ze haar rentree in de openbaarheid dan ook in de rol van een door ‘sipheid geplaagde’ prinses Margarita. Het is tv – dus géén publiek, niet de druk van live moeten presteren –, dat kan ze nog wel aan. Het gaat haar zo goed af dat de opdrachten elkaar opvolgen: Koefnoen, Klokhuis, Dr. Ellen. Maar aan het toneel waagt ze zich niet meer – afgezien van een korte reprise, in 2005, van Volgend jaar lach je d’r om. De somberheid is er zolang ze zich kan herinneren. ‘Als kind was ik al timide en tobberig.’ De faalangst kan ze verklaren.
et is 2002. Haar carrière is op een hoogtepunt. Als duo met Alex Klaasen heeft Martine Sandifort in de twee jaren daarvoor Cameretten en de Pall Mall Exportprijs gewonnen. Hun avondvullende show Volgend jaar lach je d’r om oogst lovende kritieken na de première in mei en trekt vervolgens avond aan avond uitverkochte zalen. Er staat een tournee van 110 voorstellingen geprogrammeerd, vier à vijf avonden per week. Bij de zestigste voorstelling gaat het mis. Sandifort, die zichzelf al een tijdje het podium op heeft moeten duwen, zit weer ‘te janken in de kleedkamer’. Tijdens een korte vakantie met haar toenmalige vriend merkt ze pas hoe uitgeput ze is. Als ze naar de speellijst kijkt, zinkt de moed haar in de schoenen: ‘Vijftig keer nog! Dat haal ik niet!’ Het breekpunt volgt dan snel. Sandifort: ‘Ik stond op het toneel, maakte de mensen aan het lachen en merkte dat ik jaloers was op hun plezier.’ Het is genoeg, de energie is op. Ze OPZIJ • JANUARI 2013
61
Ze stond in de schaduw van haar twee jaar oudere broer, een wonderkind. ‘Mijn broer was hoogbegaafd. Op de kleuterschool las hij zijn klasgenoten al voor. Hij kon het hardst rennen van iedereen én hij was ook nog eens ontzettend grappig. Hij was de lolbroek van ons tweeën en degene die stukjes opvoerde tussen de schuifdeuren. Over mij zei mijn vader: “Ze is wel lief, maar wat dommig, ze lijkt een beetje op een mongooltje.” Heel lang heb ik gedacht dat mijn hersens niet werkten. Ik heb het nog weleens, dat ik denk: ik snap deze film gewoon niet, ik moet haast wel dom zijn! Toen ik op de lagere school een intelligentietest deed, wist ik zeker dat eruit zou komen dat ik naar de huishoudschool moest. Het advies was atheneum, maar ik heb nooit geloofd dat ik het kon. Alles wat ik goed deed, was een kwestie van mazzel. Ik ben heel goed in afkijken geworden. Hé, dat doe ik nog steeds in mijn beroep als ik typetjes speel, besef ik nu.’ Ook niet bevorderlijk voor haar zelfvertrouwen is dat ze wordt gepest op de lagere school in Nunspeet. Haren trekken, getreiter, een opeenstapeling van narigheden. Haar vader komt naar school. De pesters worden bij elkaar ge-
‘ Mijn vader zei over mij: ze is wel lief, maar wat dommig, ze lijkt een beetje op een mongooltje’ roepen en staren wat verweesd voor zich uit. Sommigen huilen als haar vader vraagt waarmee ze bezig zijn. En dat is het. Meteen wil Sandifort er iets relativerends aan toevoegen. ‘Misschien pochte ik te veel met mijn vrije opvoeding. Vertelde ik dat ik “lul” tegen mijn vader mocht zeggen. Dat was ook zo, hoor. Mijn vader zei dingen als: “Als ik je ooit sla, mag je me terugslaan.” Hij was groepsleider op een internaat. Zo’n man met een baard. Het hielp ook niet dat mijn ouders niet van de Veluwe kwamen maar uit Den Haag.
Interview
tekst Margriet van der Linden beeld Károly Effenberger
topadvocate
Bénédicte Ficq ‘Met de enkels in de modder, daar houd ik van’
OPZIJ • JANUARI 2013
64
OPZIJ • JANUARI 2013
65
Voor het eerst sinds vele jaren lijkt emancipatie weer in handen van een bewindspersoon die de portefeuille een warm hart toedraagt: PvdA-minister Jet Bussemaker, tevens verantwoordelijk voor onderwijs, cultuur en wetenschap, gaat het onderwerp financiële zelfstandigheid van vrouwen op de agenda zetten. ‘Mijn overgrootvader vond al dat zijn dochters voor zichzelf moesten kunnen zorgen; je ziet, dat besef gaat ver terug.’
Z
e staat bij de bar van de Amsterdamse Stadsschouwburg te praten met oud-FNV-leider Agnes Jongerius. Het is de avond van woensdag 10 oktober 2012 – een paar minuten voor de bekendmaking van de Opzij Top-100 van machtige vrouwen. Jet Bussemaker (51) is dan rector van de Hogeschool van Amsterdam, maar in haar hoofd spookt het verzoek dat Diederik Samsom haar gedaan heeft. Ze heeft hem een week bedenktijd gevraagd en eigenlijk heeft ze er een beetje buikpijn van. Ze hééft al een erg leuke baan, met leuke collega’s, contact met studenten, ze kan op de fiets naar haar werk, en dat is ook weleens lekker – de lange dagen als staatssecretaris van volksgezondheid staan haar nog helder voor de geest. Bovendien heeft ze de Hogeschool een belofte gedaan, of nou ja, belofte: ze heeft verklaard dat de baan geen tussendoortje was, dat ze niet op stel en sprong weer naar Den Haag zou vertrekken, en dat méénde ze. Dus als haar partij haar een paar dagen voor de verkiezingen vraagt minister te worden, is haar eerste reactie duidelijk. ‘Nee.’
Nee? ‘Echt. Nee. Ik wist de uitslag nog niet, evenmin om welke portefeuille het zou gaan en ik zat er ook niet op te wachten. Ik ben er pas serieus over gaan nadenken toen de uitslag bekend was en duidelijk werd dat er twee partijen OPZIJ • JANUARI 2013
74
zouden komen. Diederik had me ook gevraagd, nog voor de verkiezingen, of ik erover wilde denken informateur te worden. En dat leek me wél wat. Dan ben ik de eerste vrouwelijke informateur, dacht ik. Uiteindelijk is het daar, als gevolg van de definitieve verkiezingsuitslag, niet van gekomen. Maar die andere vraag, of ik minister wilde worden, bleef staan. Eerst heb ik nog uitgebreide lijsten gemaakt met competente vrouwen van wie ik dacht dat ze in het kabinet zouden passen. Stap voor stap ging het meer voor me leven. En toen bleek deze portefeuille beschikbaar. Ik dacht: ik zit hier nu wel lijsten te maken, maar straks zit daar iemand die mij in Amsterdam gaat vertellen hoe ik het aan moet pakken. Terwijl ik het ook zélf kan vormgeven – ik hoef alleen nog maar ja te zeggen. En: straks ben ik nog medeverantwoordelijk als ze voor die positie een man kiezen en het kabinet dus minder vrouwen telt. Op een zondagavond realiseerde ik me: ik moet wel echt iets laten weten nu. Ik kon niet eindeloos blijven nadenken. En alles bij elkaar oordeelde ik: dit is een baan die je eigenlijk niet kúnt weigeren. Ik voelde me schuldig, tegenover de instelling waar ik werkte, de belofte die ik gedaan had – maar dacht ook: ik kan wat ik daar geleerd heb in Den Haag tot uitvoer brengen.’ Na een stilte. ‘En ik heb nooit voor de veilige weg gekozen. Toen ik tijdelijk op de universiteit van Harvard verbleef, kreeg ik het verzoek Kamerlid te worden. Mensen verklaarden me voor gek. “Jet, het gaat zo goed, publiceer nog even door – dan ben je hoogleraar en zit je gebakken.” Ik dacht: gebakken?’ Huivert. Dus werd Mariëtte Bussemaker, geboren in Capelle aan den IJssel, opgegroeid in Oegstgeest, minister van onderwijs, cultuur en wetenschap en daarmee ook verantwoordelijk voor de portefeuille emancipatie. Bussemaker lijkt na vele jaren de eerste minister op dat departement die ook écht wat met dat onderwerp heeft: diverse feministische initiatieven zijn op haar cv terug te vinden. Al op de middelbare school organiseert de jonge Bussemaker samen met haar lerares Nederlands Lidie Cohen (de vrouw van Job) een ‘feminismeweek’, waarin gedebatteerd wordt over mannenen vrouwenberoepen. Ook later, als Bussemaker politicologie in Amsterdam studeert, ligt de focus geregeld op de vrouwenzaak.
Maar we moeten het u toch vragen: bent u feministe? ‘Hahaha! Ja. Ik zeg altijd dat elke zichzelf respecterende vrouw in een lange historische lijn van feministes staat, en daar is niks mis mee.’ Het lijkt tegenwoordig een bekentenis bijna. ‘Het is hoe je het zelf beschouwt. Ik voel me in de traditie staan van Belle van Zuylen en Mary Wollstonecraft en iedereen die daarna is gekomen. Tot en met Neelie Kroes, die toch op late leeftijd ook nog feministe is geworden. En
Jet Bussemaker in
100 woorden
Geboren: Capelle aan den IJssel, 15 januari 1961 Is: minister van onderwijs, cultuur en wetenschap voor de PvdA in het kabinet-Rutte II Was hiervoor: rector van de Hogeschool van Amsterdam en staatssecretaris van volksgezondheid, welzijn en sport Wilde als kind worden: architecte en journaliste Leest op dit moment: Javier Marías, De verliefden Favoriete muziek: van alles: pianoconcert nr. 21 van Mozart, strijkkwartetten Sjostakovitsj, Sting Trots op: mijn dochter Hekel aan: in de rij staan (dat voedt mijn ongeduld) Heimelijke wens: nog één keer de wereld rond Held(in): heb ik niet Had ik maar: eerder tennisles genomen Motto: geef nooit op!
OPZIJ • JANUARI 2013
75
interview
tekst Daphne van Paassen beeld Wout Jan Balhuizen
Tinkebell kunstenares
‘Mijn alter ego maakt mij onaantastbaar’
OPZIJ • JANUARI 2013
78
OPZIJ • JANUARI 2013
79