TIJDSCHRIFT OUDE MUZIEK / 02 2017
ZING, VECHT, HUIL, BID DE THEMA’S VAN HET FESTIVAL OUDE MUZIEK LUTHER EN ANDERE REFORMATIES TIVOLIVREDENBURG KRIJGT EEN ORGEL MONTEVERDI EN TELEMANN: TWEE JUBILARISSEN NIEUWE RUBRIEKEN EN NOG VEEL MEER ...
FESTIVALBOEK 2017 DE ENIGE BRON VOOR ALLE FESTIVALINFORMATIE!
f
FOM-FESTIVAL-COVER-PRINT.pd
1
19/04/17
12:50
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
Inleidende artikelen, programma’s en toelichtingen met gratis Festival-cd van Lorenzo Ghielmi
€ 10, VOORVERKOOP € 8 bestellen via het formulier in de Festivalbrochure of www.oudemuziek.nl
Ik dans, dus ik lees Dans Magazine 2/2 017 • 35S TE JA AR GA HÉ T DA NG • € NS BL AD 6,VA N NE DE RL AN D
MAGA
ZINE
Dancing in N
• Elemen ts of Free style • Sterke vrouwen in SPRING • Jiří Kyliá n 70 jaar!
50% korting
Dans Magazine is hét tijdschrift voor iedereen met een passie voor dans. Boordevol dansnieuws, interviews, reportages & veel aandacht voor de nieuwste danstrends & dansproducties van nu. Bovendien gunt Dans Magazine je ieder nummer een exclusief kijkje achter de schermen en hebben we elke keer weer nieuwe win-acties. Dans Magazine is een tijdschrift dat je niet mág missen!
6
Y
1 jaar nummers €34,95
€15,-
Vul de bon in of ga naar WWW.DANSMAGAZINE.NL/ACTIE Ja, ik NEEM een jaarabonnement (6 nrs) op Dans Magazine van €34,95 voor slechts €15,-
Ja, ik GEEF een jaarabonnement cadeau (6 nrs) op Dans Magazine van €34,95 voor slechts €15,-
Dit introductietarief geldt alleen het eerste jaar. Het abonnement geldt tot wederopzegging. Cadeau abonnementen stoppen automatisch na 1 jaar.
Mijn gegevens
Gegevens ontvanger cadeauabonnement
naam
naam
adres
adres
postcode + plaats
postcode + plaats
telefoon
telefoon
(alleen als u dit abonnement cadeau geeft)
Ik machtig Virtùmedia, uitgeverij Dans Magazine, hierbij om de abonnementsbijdrage van mijn rekening af te schrijven (NL+BE). IBAN- rekeningnummer datum
Stuur deze bon in een envelop zonder postzegel naar: Dans Magazine, Antwoordnummer 7086, 3700 TB Zeist
handtekening
Ik kies voor een acceptgiro (extra kosten €3,45)
MUZIEK2017
OM TE BEGINNEN Een nieuwe lente, een nieuw gezicht… VAN DE REDACTIE
EN VERDER... OM TE BEGINNEN Een nieuwe lente, een nieuw gezicht Van de redactie
2
Buxtehude in het zonnetje 24 Jos van Veldhoven
Een nieuwe lente, een nieuw geluid. Zo bent u het als trouwe lezer van ons gewend. Ieder voorjaar presenteren we in dit tijdschrift met gepaste trots het naderende Festival Oude Muziek. Ook nu. Maar het kan u niet zijn ontgaan: dit jaar gaat het nieuwe geluid ook gepaard met een nieuw gezicht! De vormgeving van het Tijdschrift Oude Muziek is ingrijpend veranderd. Een groter formaat. Kleur waar u kijkt. We geven hem nu officieel de naam die in de wandelgangen al gebruikelijk was: TOM. Onze Italiaanse ontwerpster Doretta Rinaldi heeft zich door historische vormgevingsprincipes laten inspireren. Wij zijn benieuwd naar uw reactie. Uiteraard gaat het in de eerste plaats om de inhoud. Festivaldirecteur Xavier Vandamme vertelt in een interview over de belangrijkste thema’s van deze zomer. Anders dan andere festivals richt ‘Utrecht’ zich lekker eigenwijs niet op die ene Reformatie, maar op verschillende uitingen van kerkelijke hervorming, waaronder die van Luther. Een blikvanger in het festival belooft het nieuwe barokorgel te worden dat komende zomer in de Grote Zaal van TivoliVredenburg wordt geïnstalleerd. TOM nam alvast een kijkje in de werkplaats van de Utrechtse orgelbouwers Van Vulpen. Op het Monteverdi-jaar 2017 nam het festival vorig jaar al een voorschot. In dit nummer besteden we aandacht aan initiatieven die op dit gebied worden ontplooid door de collega’s van De Nationale Opera in Amsterdam en het Amersfoortse festival MonteverdiXL van Krijn Koetsveld en zijn ensemble Le Nuove Musiche. In dit nummer treft u naast vertrouwde ingrediënten ook enkele nieuwe rubrieken aan. ‘Beeldspraak’ neemt een iconografisch object onder de loep dat met muziek verband houdt. ‘Uit de bron’ zal telkens te rade gaan bij een oud geschrift dat een aspect van de uitvoeringspraktijk of muziekgeschiedenis belicht. En de rubriek ‘Instrumentaliteit’ staat in het teken van, u raadt het al, een muziekinstrument. In deze eerste aflevering vertelt Kate Clark over een traverso van de zeventiendeeeuwse Amsterdamse fluitenmaker Richard Haka. De redactie wenst u veel leesplezier! ■●
Interview Sébastien Daucé Het verfranste katholicisme 26 van de Zonnekoning Marcel Bijlo De gelukkige rivaal: Georg Philipp Telemann Sofie Taes Interview Hervé Niquet ‘Dirigeren met je ogen’ Marcel Bijlo
32
36
Contrareformatie 40 en muziek Eddie Vetter Colleges oude muziek Hetty Groenblad
RUBRIEKEN Instrumentaliteit Haka’s fluit Kate Clark
54
22
Vriendenhart 27 Beeldspraak Oud papier gezocht – hoe wit is wit? Xavier Vandamme
31
Boekbespreking 35 Uit de bron Constantijn Huygens over het orgel Thiemo Wind
44
Berichten 46 Cd-besprekingen
48
Tientallen jaren is erover gesteggeld en menigeen had de hoop al opgegeven. Maar zie: nu krijgt de Grote Zaal van
EEN ORGEL VOOR TIVOLIVREDENBURG!
TivoliVredenburg toch een orgel. Het wordt ingewijd tijdens de opening van het Festival Oude Muziek, waar het een sleutelrol vervult. Agnes van der Horst ging alvast op onderzoek uit.
10
ZING, VECHT, HUIL, BID
4
Directeur Xavier Vandamme vertelt over de thema’s van het komende Festival Oude Muziek. Luther en andere reformaties rijgen een rode draad door het programma, maar er is veel meer. ‘Dit festival is wellicht het meest gelaagde dat we ooit hebben gemaakt.’
Het Nederlands Kamerkoor en drie andere topkoren zingen tijdens het Festival Oude Muziek zettingen van alle 150 psalmen, van evenzoveel componisten.
150 PSALMEN IN TWEE DAGEN
De
musicoloog
Leo
Samama puzzelde het programma bij elkaar: ‘Een sudoku van de moeilijke soort.’
14
450 JAAR MONTEVERDI De grote Claudio Monteverdi zag in 1567 in Cremona het levenslicht, oftewel: hij jubileert. Het Festival Oude Muziek plaatste hem tijdens de Venetiaanse aflevering van vorig jaar al in de schijnwerpers. Wat doen anderen? Guido van Oorschot neusde rond.
18
TEKST / Agnes van der Horst
BEELD / Van Vulpen orgelbouwers
THEMA/ Reportage
NIEUW ORGEL VOOR DE OUDE MUZIEK INSTALLATIE BAROKORGEL IN TIVOLIVREDENBURG Txt
Decennia geleden werd er al gepraat over een concertorgel in wat toen nog Muziekcentrum Vredenburg heette. Maar bij het ontwerpen van de Grote Zaal was nooit rekening gehouden met een orgel. Bovendien zou het ruimte en zitplaatsen kosten (en dus geld) én afbreuk doen aan het unieke ontwerp van architect Herman Hertzberger. Maar toch...
6
TOM Magazine / 02 2017
Herman Hertzberger, de architect van de Grote Zaal van TivoliVredenburg én van de orgelkast, is al een eindje in de tachtig, maar nog altijd te vinden in zijn atelier op de bovenste verdieping van een oud schoolgebouw (zonder lift) in de Amsterdamse Pijp.
O Hertzberger herinnert zich nog goed zijn slapeloze nachten, voorafgaand aan de eerste geluidsproeven van de zaal vlak voor de opening aan het eind van de jaren zeventig. ‘Doodeng vond ik het. Het maken van een bioscoopzaal of een schouwburg is niets vergeleken bij het ontwerpen van een concertzaal. Hoewel we aan alle akoestische regels hadden voldaan, kon ik me haast niet voorstellen dat je alles overal zou kunnen horen. Pas toen ik op de hoogste en verste plek de kleppen hoorde van de dwarsfluit op het podium, was ik een beetje gerustgesteld.’ Hertzberger is een muziekliefhebber. Een orgelliefhebber zelfs, die alle orgelwerken van Bach in zijn kast heeft staan en met veel plezier terugdenkt aan de dagen dat hij op de piano Bachs orgelcomposities vierhandig doorspeelde met zijn zwager. Toch wilde hij in eerste instantie geen orgel in ‘zijn’ Grote Zaal. ‘Zo’n groot majestueus concertorgel, zoals in het Concertgebouw, maakt een concertzaal ook een beetje tot een kerk. En de gedachte achter de Grote Zaal van Vredenburg was juist een ronde, democratische, laagdrempelige en asloze zaal, waarin veel mensen ook achter het podium konden zitten, zodat iedereen alles goed kon zien. Dat idee wilde ik natuurlijk verdedigen. Tegelijkertijd vind ik dat je als architect niet tegen de behoefte van je opdrachtgever in moet gaan.’ Over het ontwerp van het nieuwe orgel – ontstaan in overleg met orgelbouwer en orgelontwerper – is hij erg tevreden. » (lees verder op pagina 8)
ver een orgel werd al gepraat toen Vredenburg nog in aanbouw was. Er werd destijds zelfs een comité voor opgericht, Stichting Orgel Comité Muziekcentrum Utrecht (OMCU). Bestuursvoorzitter Maarten van Ditmarsch: ‘Vanaf de jaren zeventig is geprobeerd een concertorgel in Vredenburg geplaatst te krijgen. Er werd geld ingezameld bij fondsen, de gemeente en particulieren, maar na allerlei verwikkelingen is het plan uiteindelijk helemaal afgeketst. Het toenmalige bestuur kocht nog wel een Bätz-orgel dat met veel winst werd doorverkocht aan de Raad van State in Den Haag – waardoor het beschikbare bedrag voor een orgel behoorlijk groeide – maar de bestuursleden waren gedemotiveerd geraakt. In 2012 trad een nieuw, kleiner bestuur aan (waarvan ik de voorzitter werd) om het plan weer nieuw leven in te blazen. We zijn gaan praten met verschillende partijen, zoals de gemeente Utrecht, de toenmalige directeur van het Muziekcentrum en de architect, Herman Hertzberger. Toen ontstond het idee voor een kleiner, barokorgel, een continuo-instrument. De unanieme instemming van grootgebruikers van de Grote Zaal – Nederlandse Bachvereniging, Toonkunstkoor Utrecht, Nieuwe Philharmonie Utrecht, Organisatie Oude Muziek – gaf de doorslag. Nu komt er in TivoliVredenburg iets totaal nieuws, dat waarschijnlijk nog nooit in de muziekwereld is vertoond. Want, er is geen andere concertzaal met een vast orgel speciaal voor oude muziek.’ ONZICHTBARE ORGELPIJPEN
Het gesprek vindt plaats bij orgelmakers Gebroeders Van Vulpen. Daar, in het uiterste noordelijke puntje van de Utrechtse wijk Overvecht, te midden van naargeestige flats en veel autobedrijven, wordt – gebaseerd op eeuwenoude methodes, maar met gebruik van moderne middelen – een uniek barokorgel gebouwd. De klank zal zoveel mogelijk die van een achttiende-eeuws continuo-instrument benaderen. Maar qua vorm lijkt het in de verste verte niet op een barokorgel, zelfs op geen enkel ander orgel – op de klaviatuur na. De constructietekening ligt op de tafel waar, behalve Maarten van Ditmarsch ook orgeladviseur en -ontwerper Peter van Dijk en Adjan Smitsman, directeur van het orgelbouwbedrijf, zijn aangeschoven. De tekening toont een grote rechthoekige blankhouten kist, een gigantisch design dressoir-achtig meubel met gaatjes. Het komt helemaal achter op het podium van de Grote Zaal te staan onder vak E. Het oogt prachtig, maar vanuit de zaal gezien staat het wel ver weg. Wat is er eigenlijk mis met de handige mobiele kistorgeltjes die tijdens oudemuziekconcerten tussen de andere instrumenten op het podium staan? Van Dijk: ‘Een kistorgel heeft alleen maar kleine pijpjes, bovendien heeft het heel weinig registers en pro-
EEN NIEUW ORGEL VOOR DE OUDE MUZIEK / Installatie barokorgel in TivoliVredenburg
→ HERMAN HERTZBERGER Architect van de Grote Zaal, en nu ook van de orgelkast.
OP 25 AUGUSTUS, TIJDENS DE OPENING VAN HET FESTIVAL OUDE MUZIEK 2017, is het nieuwe barokorgel van TivoliVredenburg voor het eerst te horen, bespeeld door Lorenzo Ghielmi. Zit Herman Hertzberger dan ook in de zaal? Hij lacht: ‘Als ze me uitnodigen, kom ik!’
7
duceert het veel minder klankkleuren. Een echt continuo-orgel heeft ook veel meer draagkracht. Dirigenten zoals Jos van Veldhoven ervaren dat een koor anders, beter zingt als het wordt gesteund door een echt orgel. Een kistorgel heeft bovendien geen prestantregister, terwijl al in de vroegste bronnen staat te lezen dat een continuo-orgel dat zeker moet hebben. De prestant is het fundament van de klank. Het zorgt voor de mooie balans tussen grondtoon en boventonen.’ Van Dijkt wijst op een afbeelding van een groot Bolognees kerkorgel met enorme orgelpijpen op het front. ‘Maar voor zoiets is geen plaats in TivoliVredenburg. Bovendien wil architect Hertzberger zo’n orgel absoluut niet, want – en daarin geef ik hem groot gelijk – daar had hij de zaal niet op gemaakt. Dat vloekt. Maar toen kwam Rijk van Vulpen, de vroegere directeur van het orgelbouwersbedrijf, op het idee een orgelkast te maken zonder frontpijpen. En omdat de hoogte op de plaats waar het orgel komt te staan gering is, stelde ik voor om de grootste pijpen liggend te maken. Ze moesten dan wel van hout zijn, want liggende open pijpen van lood zijn binnen een halfjaar plat. De klankuitstraling van die prestantpijpen vindt plaats door de openingen in de houten bekisting.’ ANALYTISCH LUISTEREN
→ NIEUWE ORGEL TIVOLIVREDENBURG
De organist van het nieuwe orgel bespeelt de twee klavieren – vanuit de zaal gezien – aan de linker zijkant van het instrument. Daar vandaan heeft hij oog- en oorcontact met collega-musici en de dirigent. De knoppen voor de vijftien registers van het orgel (ter vergelijking: een kistorgel heeft er hoogstens vier) zitten boven zijn hoofd. Behalve die klavieren en registerknoppen is er niets te zien dat op een orgel lijkt. Zo past het qua vorm, omvang, materiaal en kleur bij het ontwerp van Hertzberger en is het een vanzelfsprekend onderdeel van de beroemde, bijzondere Grote Zaal van TivoliVredenburg. In die zaal begonnen ook de eerste voorbereidingen. Met behulp van scans werden de afmetingen en de vorm van het instrument precies berekend. Vervolgens testte Van Dijk, luisterend vanuit alle hoeken en gaten van de zaal, wat de zaalakoestiek doet met orgelklanken (afkomstig van een demonstratieorgel). Daar had hij geen verfijnde opnameapparatuur voor nodig, zo blijkt. Van Dijk: ‘Door mijn jarenlange ervaring heb ik analytisch leren luisteren. Ik hoor wat er op de verschillende plaatsen in een zaal met bepaalde orgeltonen gebeurt. Dat sla ik op in mijn hoofd, zodat ik weet waar ik op moet letten bij de afstelling van het nieuwe orgel. Is het instrument ver genoeg klaar, dan maken we hier, bij de Gebroeders van Vulpen, een proefopstelling, waarbij de omstandigheden waarin het orgel in TivoliVredenburg zal klinken zoveel mogelijk worden nagebootst en het instrument al voor een groot deel op klank wordt gebracht.
8
TOM Magazine / 02 2017
→ MAARTEN VAN DITMARSCH (Stichting Orgel Comité Muziekcentrum Utrecht)
» (vervolg p. 6) ‘Het was een heel plezierige samenwerking en het was ook een mooi moment waarop we tot de conclusie kwamen dat het kón: dat alles wat nodig was kon worden ondergebracht in die kast. Ik vind dat we tot een goede oplossing zijn gekomen, ik zou het niet eens een compromis willen noemen. Zoals we het nu gaan doen is het orgel onderdeel van de instrumenten van het orkest. Ik ben er eigenlijk wel enthousiast over.’ Eigenlijk? ‘Volmondig enthousiast ben ik nog niet’, bekent Hertzberger. Dat gebeurt vanzelf als het echt regelmatig gebruikt gaat worden, legt hij uit. Voor hem is de menselijke maat het uitgangspunt. Hij vindt zijn werk pas echt geslaagd als mensen er iets mee gaan doen.
Half juni komt het naar TivoliVredenburg voor de laatste testen en berekeningen, voor de ‘finishing touch’. HOUT, LOOD EN LEER
Adjan Smitsman, directeur van de orgelbouwersfirma, is blij met dit project. Met het sluiten van steeds meer kerken komt het bijna niet meer voor dat zijn bedrijf een nieuw orgel kan bouwen. Laat staan een speciaal orgel als dit. Alle elementen die voor een orgel nodig zijn, worden bij Van Vulpen gemaakt. Vanaf de houten onderdelen en bekistingen tot de leren blaasbalgen. In de gieterij wordt het lood voor de pijpen in de juiste legering gesmolten, in stalen platen gegoten en tot de juiste dikte millimeters gewalst. Vervolgens worden ze gevormd tot orgelpijpen: van kleine sigaretjes tot reusachtige pilaren. Wat maakt een orgel tot een barokorgel? Smitsman: ‘De klank en de speelwijze, maar ook de vormen en maten van de pijpen en het soort metaal.’ Van Dijk beaamt: ‘Al die dingen bepalen de klank. Maar ook de ‘aanspraak’ van de orgelpijp, het geluid waarmee de toon wordt aangezet. Die is anders dan bij een romantisch orgel. Behalve de aanspraak zijn ook de verschillende registers beter van elkaar te onderscheiden dan bij een romantisch orgel.’ ■●
→ (linksboven) PETER VAN DIJK (orgeladviseur en -ontwerper) → (rechtsonder) ADJAN SMITSMAN (orgelbouwers Van Vulpen)
9
ORGELFEEST IN TIVOLIVREDENBURG
25 AUGUSTUS VRIJDAG 16.00 / Presentatie barokorgel 20.00 / Lorenzo Ghielmi & La Divina Armonia
26 AUGUSTUS ZATERDAG 24.00 / Olga Pashchenko
27 AUGUSTUS ZONDAG 20.00 / Vox Luminis
28 AUGUSTUS MAANDAG 13.00 / Benjamin Alard
OLGA PASHCHENKO
BAROQUE HARPSICHORDS: details of the decorations
29 AUGUSTUS DINSDAG 11.00 / Lorenzo Ghielmi
30 AUGUSTUS WOENSDAG 13.00 / Benjamin Alard 14.30 / Kinderworkshop orgel BENJAMIN ALLARD
31 AUGUSTUS DONDERDAG 11.00 / Stéphanie Paulet & Elisabeth Geiger 20.00 / Nederlandse Bachvereniging
3 SEPTEMBER ZONDAG 12.00 / Opening Uitfeest met Sietze de Vries
KINDERWORKSHOP ORGEL
10
TOM Magazine / 02 2017
ZING, VECHT, HUIL, BID XAVIER VANDAMME OVER HET FESTIVAL OUDE MUZIEK IN
2017 is het 500 jaar geleden dat Luther zijn 95 stellingen aan de kerkdeur van Wittenberg spijkerde. Hij zette daarmee een revolutionaire machine in beweging, die leidde tot een legio aan tegenbewegingen en een hoogoplopend conflict tussen een cultuur van rationele zelfbeheersing en zijn barokke tegendeel. Een gesprek met Xavier Vandamme, directeur van het Festival Oude Muziek, dat de komende editie aandacht besteed aan de lutherse revolutie, en de muzikale implicaties daarvan.
De Shaffy-titel is een leuke vondst, maar het echte statement zit in de ondertitel, toch? Er staat reformaties. In het meervoud, zonder lidwoord en zonder hoofletter…
» ‘HET EENHEIDSCONCEPT REFORMATIE IS EEN HISTORISCHE FICTIE.’
TEKST / Hetty Groenblad
‘Ja, en dat is zeker geen betekenisloos detail: ‘reformaties’ was ook de werktitel van deze festivaleditie, tot we Zing, vecht, huil, bid tegen het lijf liepen in een artikel van de Belgische musicologe Sofie Taes. Gelukkig vond ze het meteen goed toen we ermee aan de haal gingen (lacht). En om te antwoorden op je vraag: dit jaar vinden overal ter wereld herdenkingen plaats naar aanleiding van de 500ste verjaardag van Luthers stellingen over de aflaten. Het risico is dan extra groot dat het complexe geheel van religieuze verschuivingen dat in de zestiende eeuw plaatsvond, in heel verschillende regio’s en contexten overigens, wordt herleid tot een simplistische voorstelling. Daarmee doe je de realiteit onrecht aan. Sterker nog: het eenheidsconcept reformatie is een historische fictie. Daarom gaan we tijdens het Festival niet op zoek naar een denkbeeldige essentie van ‘De Reformatie’, alsof dat een monolithisch en coherent gegeven zou zijn. We laten liever een veelvoud aan ideeën en bewegingen zien, groot en klein, die voor een spanningsvol kluwen van krachten hebben gezorgd. Het begint al bij de term reformatie zelf. Die is niet protestants van origine: het is een eeuwenoude kerkelijke term die staat voor kritische herbron-
BEELD / Juri Hiensch
THEMA / Interview Xavier Vandamme
Title / Subtitle
11
12
TOM Magazine / 02 2017
ning binnen het instituut kerk zelf. Luther zelf had aanvankelijk niet de ambitie om een complete parallelle kerk te stichten.’ Jullie laten ook de contrareformatie een rol spelen tijdens het Festival.
DE JONGE LUTHER
‘Precies. Binnen de academische literatuur van nu wordt de contrareformatie gezien als een van de vele reformatiestromingen die de zestiende eeuw heeft gekend. Want ook in Rome zie je energieën ontstaan die een interactie aangaan met de veranderende omgeving. Met de nodige vertraging, wellicht, maar toch. En zo zie je een grote diversiteit aan bewegingen en tegenbewegingen. Het gehalte daarvan kan sterk verschillen: de situatie in Duitsland is niet te vergelijken met die in Engeland. En de calvinistische uitgangspunten vinden in Frankrijk een andere voedingsbodem dan in de Nederlanden, en daar zie je de effecten van. Voorts besteden we ook aandacht aan vroege reformatorische bewegingen in wat we nu als perifere gebieden zouden aanmerken: Bohemen bijvoorbeeld, of Bosnië. Onderzoek van Katarina Livjanić van het ensemble Dialogos haalt het verhaal naar boven van een laatmiddeleeuwse sekte, die zich losscheurt van het Romeinse gezag, en in de volkstaal gaat vieren. Luther is niet de eerste die met dit soort ideeën aankomt. En het verhaal van Bosnië noemen we nu een ketterij, en niet een reformatiebeweging. Zo werkt het gewoon.’ Ligt de nadruk van dit Festival dan vooral op de zestiende eeuw?
‘Op de zestiende en op de vijftiende eeuw, die focus is in de loop van het proces van programmeren sterker geworden. De concrete aanleiding daarvoor was de wonderlijke vaststelling dat de ontelbare Lutherherdenkingen die dit jaar in Duitsland plaatsvinden hun muzikale verhaal bijna zonder uitzondering over de Bach-boeg gooien. Het staat bol van de concerten waarbij een Luther-koraal als uitgangspunt wordt genomen, waarna we met een hink-stap-sprong via Schein of Buxtehude bij Bach uitkomen. Dat vonden we opmerkelijk. Het verhaal van de Duitse reformatie in haar begindagen, waarbij de muziek als propagandawapen zo’n centrale rol speelt, krijgt een sterk richtingsgevoel mee, alsof alle wegen onvermijdelijk naar Bach leiden. Terwijl het eigenlijk best vreemd is om Luther te herdenken met Bach, die tweehonderd jaar later actief was en werkte in een context van geïnstitutionaliseerd lutheranisme dat mijlenver af staat van de risicovolle activiteiten van Luther zelf. Maar het is interessant om die onstuitbare aanzuigkracht van Bach anno 2017 te constateren. Het Bach-perspectief is leidend in ons denken over muziek, zo blijkt nog maar eens.’ » ‘HET IS NIET DE TAAK VAN UTRECHT OM BESTAANDE PATRONEN TE REPRODUCEREN, MAAR EERDER OM ER GEÏNTERESSEERDE VRAAGTEKENS BIJ DE PLAATSEN.’
Het is dus geen Bach-festival geworden…
‘Het is niet de taak van Utrecht om bestaande patronen te reproduceren, maar eerder om er geïnteresseerde vraagtekens bij de plaatsen. Maar goed, we zijn wel verzot op Bach, dus komt Vox Luminis de Hohe Messe zingen… Waarbij ik het wel ironisch vind om net Bach met een katholieke inslag te laten horen (lacht). En Benjamin Alard speelt de vier boeken Clavier-Übung, waarvan het derde boek trouwens een feestbundel is voor Reformationstag. Zeven concerten worden dat, gespreid over heel het Festival, waarbij hij nota bene alles uit het hoofd speelt, van de partita’s tot de Goldbergvariaties. Maar nogmaals, er is verhoudingsgewijs veel meer aandacht voor de zestiende eeuw in Duitsland, Engeland en zelfs Nederland. Als je iets
ZING, VECHT, HUIL, BID / Xavier Vandamme over het Festival Oude Muziek
13
van de reformatorische bewegingen wil begrijpen, dan kan het zeker helpen om niet alleen naar de gevolgen te kijken, maar ook naar de antecedenten. Daarom ook de groots opgezette dansvoorstelling, afkomstig van het hof van François I, onder het motto: kijk, dit is nu wat Calvijn zo verschrikkelijk vond!’ Is er één onderdeel in de programmering waar je extra blij van wordt? ‘Het discours-element wordt steeds sterker in het Festival. Dan
gaat het om de Zomerschoollezingen bijvoorbeeld, waar we dit jaar twee lezingen hebben met de grote reformatie-specialist Andrew Pettegree, een top-academicus en de auteur van de bestseller Het merk Luther, die je in alle boekhandels ziet liggen. We laten onze bezoekers ook meer in aanraking komen met research en development binnen de oudemuzieksector: What’s new? is een compleet nieuw concept, gratis toegankelijk elke dag om half zeven, waarin lopend onderzoek wordt gepresenteerd door de onderzoekers zelf. En meer in het algemeen stellen we het festival steeds meer open voor maatschappelijke reflectie. De bijzonder controversiële muziektheatervoorstelling Musica fugit, waarbij je als bezoeker zelf een vluchteling wordt, is niet alleen een verwijzing naar de grote demografische verschuivingen die de religieuze conflicten vooral in de zeventiende eeuw hebben veroorzaakt. Het is in de eerste plaats een verwijzing naar de wereld van vandaag. Als je het zo bekijkt, is dit festival wellicht het meest gelaagde dat we ooit hebben gemaakt.’ Met een ‘knaller’ als opener ook: het nieuwe grote barokorgel in de Grote Zaal van TivoliVredenburg wordt ingewijd op de eerste festivaldag… Hoe hebben jullie het voor elkaar gekregen om daar het openingsconcert van te maken?
‘Sommige dingen komen gewoon op je weg. Ik was al zijdelings betrokken als adviseur bij de totstandkoming van het orgel, dus ik wist dat het comité met onder meer de ontwerper van het orgel Peter van Dijk en de dirigent Jos van Veldhoven een sterk Utrechts statement aan het voorbereiden was dat zeker een voorbeeldfunctie gaat vervullen voor de toekomst van de oudemuziekbeweging. We weten immers allemaal dat het gebruik van onze handig transporteerbare positieforgeltjes als continuo-instrumenten geschiedvervalsing is: Bach musiceerde met zijn musici op de galerij, van aan het grote orgel. Je ziet de laatste jaren veel cd-opnamen waar dat uitgangspunt wordt gebruikt, maar in Utrecht zullen we dat nu ook in een moderne concertzaal kunnen. Dat is uniek, en voor ons en ons publiek een prachtig geschenk. Maar helemaal mooi werd het toen bleek dat het orgel wellicht klaar zou zijn voor het Festival 2017. Dat is een voltreffer natuurlijk, gezien de sterke verbondenheid van met name de lutherse reformatie en het orgel. En zo komt het dat het openingsconcert meteen ook het allereerste concert wordt waar het nieuwe orgel gaat klinken. En in de loop van de daaropvolgende festivaldagen klinkt het orgel minstens een keer per dag, in allerlei combinaties. Het wordt een heus orgelfestival binnen het Festival Oude Muziek.’ Spannend! Niemand weet hoe het gaat klinken…
‘En dat is niet alles: het orgel moet eerst nog tijdig worden opgeleverd. Een week vertraging, om wat voor reden dan ook, en we hebben een enorm probleem… Maar zonder risico’s kom je nergens, toch?’ (lacht) ■●
14
TOM Magazine / 02 2017
EEN SUDOKU VAN DE MOEILIJKE SOORT TWAALF CONCERTEN, 150 PSALMEN IN
het komende Festival Oude Muziek voeren vier gerenommeerde kamerkoren in twaalf concerten toonzettingen van alle 150 psalmen uit. Componist en musicoloog Leo Samama stelde het programma samen dat op 1 en 2 september door het Nederlands Kamerkoor, Det Norske Solistkor, The Tallis Scholars en The Choir of Trinity Wall Street ten gehore wordt gebracht. ‘De psalmen zijn de enige teksten uit het Oude Testament waarin de mens centraal staat.’
HET WAS OP EEN TENTOONSTELLING IN DE AMSTERDAMSE WAALSE KERK DAT TIDO VISSER, DIRECTEUR VAN HET NEDERLANDS KAMERKOOR, GETRIGGERD WERD DOOR EEN ZINNETJE UIT EEN TOELICHTING. Daar las hij dat de monniken uit het belendende klooster eeuwen geleden alle 150 psalmen op één dag reciteerden. Later werd het tempo teruggebracht tot één keer per week, maar toch blijft het een hele toer. Visser mijmerde over de psalmen en hoe vaak zij als inspiratiebron hadden gediend voor componisten. ‘Toen dacht ik heel simpel: 150 psalmen, 150 componisten. Een project waarin je 1000 jaar vocale muziek van de bovenste plank de revue laat passeren. Het wordt een waanzinnig overzicht.’ Maar het ging Visser niet alleen om de muziek. ‘De teksten zijn van een grote actualiteit. Ze gaan over leiders, machtsmisbruik, vluchtende volkeren…’ » (lees verder op pagina 16)
TEKST / Jan Van den Bossche
Net als het Hooglied behoren de psalmen tot de meer poëtische teksten van het Oude Testament. Beide boeken zijn dan ook altijd erg geliefd geweest bij componisten. Muziek speelt overigens ook een belangrijke rol in de psalmen zelf. Het Griekse woord psalmos (ψαλμός) verwijst letterlijk naar de begeleiding van een snaarinstrument – in de teksten worden vaak de harp en de lier genoemd. Maar ook blaasinstrumenten komen voor, met als apotheose een bijna Mahleriaans orkest in de laatste psalm (150) om Jahweh te prijzen: hoorngeschal, harp, lier, tamboerijn, snaren en fluit, klinkende bekkens en slaande cimbalen. Daar waar de liefdespoëzie van de Hoogliedteksten aan veel interpretaties onderhevig is, zijn de psalmen eenduidiger van betekenis. Het zijn meestal lofliederen, maar ook klaagliederen en zogenaamde pelgrimsliederen komen erin voor. Het auteurschap van een substantieel deel werd traditioneel aan koning David toegeschreven, de jonge held die koning Saul met het spel op zijn lier moest opbeuren, maar dat wordt door moderne academici sterk betwist. Het gaat duidelijk om een anthologie van losse stukken die over vele honderden jaren zijn ontstaan en uiterlijk in de tweede eeuw voor Christus min of meer in de huidige vorm gebundeld werden. FLUITJE VAN EEN CENT?
Leo Samama, van huis uit componist, musicoloog en publicist, was zelf zeven jaar lang directeur van het Nederlands Kamerkoor. Zeven jaar na zijn vertrek is zijn betrokkenheid bij zijn oude club nog steeds heel groot. “Sinds Tido Visser directeur is, fungeer ik een beetje als zijn sparringpartner. We spreken elkaar geregeld en zitten ook samen in het Europese Kamerkoornetwerk TENSO. Toen Tido
BEELD / Domenico Zampieri, Koning David speelt de harp (1619)
THEMA / Interview Leo Samama
16
TOM Magazine / 02 2017
» (vervolg Tido Visser): ‘De link met onze eigen tijd is snel gelegd. Samen met theoloog en psalmenkenner Gerard Swüste hebben we de teksten thematisch gebundeld in twaalf groepen. De vier deelnemende koren zullen elk drie programma’s voor hun rekening nemen, die muzikaal zijn uitgewerkt door Leo Samama. Die is al maanden druk in de weer is met Excel-sheets.’ Voor het inhoudelijke randprogramma wordt samengewerkt met De Balie. Elk concert zal worden ingeleid, en op elk van beide dagen staat een lezing gepland. De première van het project vindt plaats tijdens het tweede weekend van het komende Festival Oude Muziek. Later in het seizoen reizen de 150 psalmen naar het Lincoln Center in New York en naar het Klarafestival in Brussel.
REMBRANDT: SAUL EN DAVID
me – enthousiast als hij kan zijn – vroeg of ik zijn grote psalmenplan inhoudelijk wilde uitwerken, dacht ik: fluitje van een cent. Het is een uniek plan met oneindig veel mogelijkheden. Maar ik had beter moeten weten. Het werd een heuse sudoku, en dan van de moeilijke soort. De ergste beperking was wel dat we het principe “één psalm, één componist” wilden hanteren. Het betekent dat je bij elk gekozen stuk alle andere, vaak prachtige zettingen van dezelfde componist om zeep helpt.’ Dat criterium is inderdaad streng, maar wel het uitgangspunt van het project. Verder werd, gezien de context van het Festival Oude Muziek, ook afgesproken dat 80% van de psalmen vóór 1800 gecomponeerd moest zijn. En in beginsel moest alles a cappella uitgevoerd worden, zonder begeleiding van instrumenten dus. Samama: ‘Dat was voor de muziek van na 1600 natuurlijk niet te doen, want alles is dan minimaal met basso continuo bezet. Gelukkig wordt tijdens de komende festivaleditie ook het splinternieuwe barokorgel in de Grote Zaal van TivoliVredenburg ingewijd, en dus kon ik ook in die periode grasduinen. Voor één psalm, van de Franse componist De Lalande, heb ik besloten zelf een orgelbewerking van de orkestbegeleiding te maken.’ GATEN VULLEN
KONING DAVID
Al met al bleek het een enorme klus te zijn, maar ook een fantastisch avontuur. Het werd een ware speurtocht langs bibliotheken en archieven, waarbij Samama ook veel voor hem onbekende componisten en hun repertoire ontdekte. En dat zal natuurlijk ook voor het publiek het geval zijn. ‘Er zijn ongeveer twintig à dertig componisten die het volledige psalter op muziek hebben gezet. Die kon ik gebruiken om de gaten te vullen, want al gauw bleek dat veel componisten dezelfde psalmteksten hadden gekozen. Andere psalmen waren minder populair, en kon ik dus mijn toevlucht nemen tot die volledige bundels, zoals die van Sweelinck. Minder bekend is het volledige psalter van de vorig jaar overleden Nederlandse componist Jan van Dijk.’ Maar de klus is grotendeels geklaard. Na zes maanden en twee gesneuvelde versies kwam Samama tot een programma dat de goedkeuring van zowel festivaldirecteur Xavier Vandamme als van de artistieke leiding van de vier uitvoerende kamerkoren kon wegdragen. Op de zes allerlaatste hiaten na, want daarvoor worden compositie-opdrachten verstrekt. Nu de spreadsheet gevuld is, rijst natuurlijk de vraag of daar ook
EEN SUDOKU VAN DE MOEILIJKE SOORT / Twaalf concerten, 150 psalmen
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 150 PSALMS vr 1 sep 2017 TivoliVredenburg, Grote Zaal 9.30 Nederlands Kamerkoor Een spiegel voor de maatschappij 11.00 The Choir of Trinity Wall Street Leiderschap 13.00 Det Norske Solistkor Vertrouwen 15.00 Nederlands Kamerkoor Lijden 17.00 Det Norske Solistkor Op de vlucht 19.30 Lezing mystery guest 20.30 The Tallis Scholars Dankbaarheid vr 1 sep 2017 TivoliVredenburg, Grote Zaal 9.30 The Choir of Trinity Wall Street Rechtvaardigheid 11.00 The Tallis Scholars Veiligheid 13.00 Det Norske Solistkor Levensweg 15.00 The Choir of Trinity Wall Street Machteloosheid en verlossing 17.00 The Tallis Scholars Macht en onderdrukking 19.30 Lezing Michael Ignatieff 20.30 Nederlands Kamerkoor Feest
17
‘De psalmen zijn de enige teksten uit het Oude Testament waarin de mens centraal staat.’
twaalf interessante concertprogramma’s uit voortkomen. Een grote uitdaging was volgens Samama het waarborgen van de kwaliteit. ‘De talrijke psalmzettingen uit de zestiende eeuw zijn een dankbare bron, maar omdat renaissancecomponisten zich doorgaans aan dezelfde compositieregels conformeren, ontstaat het gevaar dat de stukken uit die tijd een beetje op elkaar gaan lijken. Na 1600 wordt het allemaal veel retorischer en leidt de tekst tot persoonlijke muzikale keuzes.’ JOODSE TRADITIE
De uiteindelijke leidraad bij het samenstellen van de programma’s waren de teksten, want een dergelijk groot project kan niet zonder een duidelijk dramaturgische samenhang. Samama werd daarin bijgestaan door theoloog Gerard Swüste, auteur van het boek Altijd hetzelfde lied, waarin alle 150 psalmen van een eigentijdse vertaling en een korte toelichting worden voorzien. Swüste heeft het project ingedeeld in twaalf thema’s, die ook aanleiding zullen geven tot reflectie en debat. ‘De psalmen zijn de enige teksten uit het Oude Testament waarin de mens centraal staat’, zegt Samama. ‘Vragen als “wat doe ik hier, wat wordt er van mijn verwacht, wat is rechtvaardig?” worden stuk voor stuk vanuit een menselijk perspectief behandeld. Dat staat in scherp contrast met veel andere teksten uit de joodse traditie, waarin het standpunt van een strenge en vaak straffende God overheerst.’ Speelt de joodse oorsprong van de teksten dan nog een belangrijke rol in het project? ‘Sowieso zijn de psalmen de neerslag van een eeuwenoude levende traditie en bestaan er veel tekstvarianten. De christelijke componisten hebben omwille van het liturgisch gebruik natuurlijk gewoon de doxologie toegevoegd, de slotformule waarin de Drievuldigheid van Vader, Zoon en Heilige Geest wordt bezongen. Van een aantal psalmen heb ik voor de zeer oude, eenstemmige variant gekozen. In de christelijke traditie is dat het gregoriaans, maar ook de Armeense, Russisch-orthodoxe en de joodse gezangen komen aan bod. De joodse oorsprong van de psalmen zal verder vooral ook bij het latere repertoire een rol spelen, met componisten als David Lang én Mendelssohn natuurlijk. Die is weliswaar als protestant gedoopt, maar ik beschouw hem nog steeds als een Joods componist. De enige Joodse componist van vóór 1800 op het programma is de Noord-Italiaan Salomone Rossi. Van hem wordt psalm 118 uitgevoerd: Odesha ki anitani.’ ■●
18
TOM Magazine / 02 2017
450 JAAR MONTEVERDI
Nederland viert het Monteverdi-jaar met mate. Het hoogtepunt valt in het pinksterweekend, wanneer Krijn Koetsveld zich stort op de madrigalen en Pierre Audi in het Holland Festival experimenteert met de Mariavespers. ‘Ik ervaar het als muziek die zegt: luister, luister!’
TEKST / Guido van Oorschot
BEELD / De Nationale Opera
THEMA / Reportage
450 JAAR MONTEVERDI
JE
zou zeggen: als Claudio Monteverdi in 2017 zijn 450ste verjaardag viert, vliegen zijn geniale noten je links en rechts om de oren. Páts, weer een concert met een greep uit de grensverleggende madrigalen. En fláts, hartstochtelijke operascènes bij de vleet. Een beetje Monteverdi-fan zou na dit jubeljaar moeten snakken naar een Monteverdi-vrij seizoen. Maar Nederland viert Monteverdi met mate. Natuurlijk, René Jacobs serveerde dit voorjaar in de NTR ZaterdagMatinee een pittig voorafje met de opera Il ritorno d’Ulisse in patria. De equipe van Leonardo García Alárcon liet L’Orfeo vlammen tijdens de Operadagen Rotterdam. Christophe Rousset kwam naar Amsterdam voor het muziektheater van Madrigalen, een reprise in de regie van Pierre Audi. En een buiging voor Philippe Herreweghe, die eind oktober het Concertgebouw opfleurt met de Mariavespers. Twee projecten springen eruit, met Krijn Koetsveld en Pierre Audi als initiatiefnemers. Ze toveren het komende pinksterweekend om tot een Monteverdiaans walhalla. In Amersfoort zet Koetsveld tussen 3 en 5 juni de tweede editie op touw van het festival Monteverdi XL. Pierre Audi opent in Amsterdam met theatrale Mariavespers het Holland Festival. En het mooie is: wie het goed uitkient, hoeft geen noot te missen.
19
Virus voor het leven Van de twee heeft Krijn Koetsveld de oudste papieren. Al in 1972 verscheen hij aan het Monteverdifront. Koetsveld was erbij toen revolutionairen als Gustav Leonhardt en Nikolaus Harnoncourt het Koninklijk Conservatorium in Den Haag onderdompelden in twee legendarische Monteverdi-weken. ‘Daar zong ik mijn eerste Monteverdi-madrigaal, Sfogava con le stelle. En hoewel ik toetsenist was, kreeg ik kromhoorns en blokfluiten in handen geduwd. Niet gehinderd door enige kennis van zaken speelden we vrolijk oude deuntjes. Het klonk vals als de hel, maar ik liep een virus op voor het leven.’ Hoe ernstig de besmetting heeft uitgepakt, toont de cd-cyclus die Koetsveld volgend jaar voltooit. Dan heeft hij met zijn ensemble Le Nuove Musiche alle 200-en-nog-wat madrigalen uit negen bundels op cd gezet. Tijdens Monteverdi XL zal Koetsveld de vroege meester contrasteren met de late. ‘Zo laten we horen hoe Monteverdi zich heeft ontwikkeld, van madrigalen in renaissancestijl naar opera-achtige taferelen.’ In Amersfoort gaat Claudio bovendien aan de jazz. Er is een kindervoorstelling en het thema Strijd en Liefde krijgt extra pregnantie via brieven die een moeder schreef aan haar kind in Syrië. Pièce de résistance wordt Il ballo delle ingrate. Monteverdi maakte dit ballet der verdoemde dames in 1608 voor de bruiloft van Francesco Gonzaga met Margaretha van Savoy. ‘Een raar stuk’, zegt Krijn Koetsveld. ‘Het zit vol moralistisch gezwets over vrouwen die worden verdoemd als ze niet naar hun man luisteren. Eerst dacht ik: laten we die bruiloft feestelijk naspelen. Maar regisseur Sybrand van der Werf had een beter idee. Hij kwam op de proppen met Anna Bijns, de zestiende-eeuwse dichteres die als vrouw niet bij de Rederijkers mocht. Ze kon ronduit feministische poëzie schrijven, die we bij monde van actrice Hadewych Minis confronteren met de prietpraat van Il ballo.’ Strelende stemmen Theatraal worden ook de Mariavespers à la Pierre Audi. Hij beleefde zijn eerste Monteverdi-avontuur in 1990. Audi was destijds twee jaar directeur van De Nationale Opera en had plannen geërfd voor Il ritorno d’Ulisse in patria. ‘Een regisseur ontbrak, die kon op korte termijn ook niet meer worden gevonden, dus moest ik zelf aan de bak.’ Audi beleefde zijn coming-out als regisseur op de klanken van een mini-barokensemble onder leiding van klavecinist Glen Wilson. In de slotscène, bij de strelende stemmen van Anthony Rolfe-Johnson (Ulisse) en Graciela Araya (Penelope), slikte iedereen z’n ontroering weg. Later nam Audi de twee andere Monteverdi-opera’s ter hand. Als bonus maakte hij de voorstelling Madrigalen, met operateske stukken
20
TOM Magazine / 02 2017
Pierre Audi
Luister, luister! Hebbes, dacht Audi. Maar welk theater viel te verzinnen bij een religieus werk zonder plot? Hoe het dubbelkorige graniet van Ave maris stella te combineren met de solo-erotiek van Nigra sum? Met een conventionele regie kon Audi bij de Mariavespers niet uit de voeten. Dus experimenteert hij onder de industriële koepel van de Amsterdamse Gashouder met een nieuwe vorm: de mise-en-écoute. ‘Ik ervaar het als muziek die zegt: luister, luister! Omdat Raphaël de solo’s en koren kent als zijn broekzak, en bovendien het beste weet hoe je die klanken over de Gashouder kunt verspreiden, heb ik hem gevraagd een draaiboek te maken. Het kostte weken werk en het resultaat is zo dik als een filmscript. Bij de repetities wordt zijn draaiboek onze bijbel. Voor mezelf zie ik hooguit een rol als facilitator.’ In het midden van de Gashouder, als aangespoelde takken op het strand, ligt Cripplewood, een 26 meter lange installatie van Berlinde De Bruyckere. Kledingresten en bloedsporen suggereren een onheilspellende herkomst. Het publiek zit er omheen in oplopende tribunes en daarachter gaapt de leegte van de Gashouder. ‘De zangers van Ensemble Pygmalion gaan door de ruimte bewegen’, zegt Pierre Audi. ‘Ze maken van de Mariavespers 3D-muziek die wisselt tussen extreme monumentaliteit en extreme intimiteit. Ik voorzie een enorme melancholie en tragiek.’ ■●
Krijn Koetsveld
als Lamento d’Arianna en Il combattimento di Tancredi e Clorinda. De kiem van Mariavespers lag in de Monteverdi-liefde van de Vlaamse kunstenares Berlinde De Bruyckere. Met haar zette Audi in Brussel een opera op de planken van de hedendaagse componist Pascal Dusapin. Hun Monteverdi-plan bleef sluimeren, tot Audi in Parijs een Rameau-opera hoorde onder de briljante jongeling Raphaël Pichon. ‘Hij heeft me als het ware verleid’, zegt Audi, ‘met zijn subliem zingende koor. We raakten in gesprek en hij bleek voor het Monteverdi-jaar een tournee voor te bereiden met de Mariavespers.’
Monteverdiconcerten 2017: een selectie » Madrigalen, De Nationale Opera, Amsterdam, 11 t/m 19 mei » L›Orfeo, Operadagen Rotterdam, 16 mei » Mariavespers, Holland Festival, Amsterdam, 3 t/m 5 juni » Monteverdi XL, Amersfoort, 3 t/m 5 juni » Mariavespers, Kamerkoor NEXT, Utrecht en Amsterdam, 9 en 10 juni » Monteverdi en Gesualdo, Key2Singing, D en Haag en Leiden, 16 en 23 september » Mariavespers, Collegium Vocale, Amsterdam, 24 oktober
De Nationale Opera: Madrigalen
INSTRUMENTALITEIT
HAKA’S FLUIT DE UITZONDERLIJKSTE VAN ALLEMAAL TEKST / Kate Clark BEELD / Kate Clark VERTALING / Judith Heeres
De uitzonderlijkste van alle originele fluiten waar ik ooit op heb gespeeld, is de – voor zover bekend – enige nog bestaande fluit van Richard Haka, bewaard in een privécollectie in Nederland. Het instrument is gemaakt van ongekleurd buxushout en heeft drie delen, met een klep op het voetstuk. Richard Haka (ca. 1646-1702) was de zoon van een Engelse meubelmaker. Hij kwam vóór 1652 naar Nederland en woonde de rest van zijn leven in Amsterdam. Haka wordt wel de vader van de Nederlandse houtblaasinstrumentenmakerij genoemd, omdat hij als productieve en invloedrijke bouwer een nieuwe generatie van prominente collega’s heeft opgeleid. Het categoriseren van Haka’s fluit heeft tot controverse geleid, aangezien het instrument kenmerken vertoont van zowel renaissance- als vroege barokfluiten. De driedelige constructie, de stijl van de ornamentering, de aanwezigheid van een es/ dis-klep en een zeker conisch verloop van de boring
23
AAN HET WOORD: KATE CLARK
zijn alle vier opmerkelijke gelijkenissen met vroege barokontwerpen. Mede met behulp van de klep kunnen op deze fluit alle tonen worden gespeeld die men mag verwachten van een diatonisch barokinstrument – dat wil zeggen alle halve tonen tussen de laagste noot (d’) en de hoogste (a’’’). Ook heeft de fluit een zeer lage stemming, ongeveer 370 Hz toen ik erop speelde. Dit is ongeveer een halve toon lager dan de stemming die we associëren met de vroegste Franse barokfluiten (392Hz). Anderzijds zijn er ook opvallende verschillen met de barokfluit, ook al zie je die niet met het blote oog. In de eerste plaats: het conisch verloop van de boring is marginaal – in feite zijn sommige delen van de boring cilindrisch. Ten tweede zijn er klank- en stemmingseffecten die ver afstaan van het diatonische ideaal dat vroeg achttiende-eeuwse fluiten belichamen. Haka’s fluit heeft een opmerkelijk gelijkmatige toonkwaliteit, meer als die van een renaissancefluit en anders dan de afwisselend donkere en
lichtere tonen die typerend zijn voor barokfluiten. Hoewel sommige vooraanstaande bouwers en spelers Haka’s fluit als een vroegbarok ‘prototype’ beschouwen, is de dwingendste aanwijzing voor het tegendeel gelegen in de stemming: er zit een weerbarstigheid in de stemming van veel noten waardoor de fluit een onbuigzame en weinig coöperatieve metgezel is bij het spelen van barokmuziek in majeur- en mineurtoonsoorten. Zo bekeken is Haka’s instrument een teleurstellende barokfluit, ondanks al zijn prachtige kwaliteiten. Maar stel dat we in plaats hiervan Haka’s fluit benaderen als een modaal georiënteerde renaissancefluit, het instrument bespelen met gebruik van renaissancegrepen en verwachten dat het alleen die noten voortbrengt die gebruikelijk zijn voor een renaissance-type. Dan blijkt de stemming simpelweg voortreffelijk te zijn! Met uitzondering van de laagste noot d’, die bijna te laag is om bruikbaar te zijn, kan men modale muziek in elke
soort van middentoonstemming probleemloos zuiver spelen. Benaderd als een late renaissancefluit is deze Haka een geweldig instrument. Dit perfecte samengaan van een open, gelijkmatige klank met een stemming die zo goed past bij modale muziek heeft mij ervan overtuigd dat de fluit van Richard Haka het best kan worden beschouwd als een verbeterd renaissance-instrument, met een klank die vele malen warmer en voller is vergeleken met die van zijn oudere, volledig cilindrisch geboorde familieleden. ■●
Au Joly Bois en andere cd’s van Kate Clark en The Attaignant Consort zijn te koop tijdens het Festival Oude Muziek.
24
TOM Magazine / 02 2017
DIETERICH BUXTEHUDE IN HET ZONNETJE JOS VAN VELDHOVEN OVER BACHS IDOOL Van Buxtehude ben een ik enorm fan. Natuurlijk, als Bach op de lessenaar staat ben ook ik geneigd de wereld eromheen te vergeten, maar in mijn ogen is Dieterich Buxtehude een volstrekt unieke en ook oorspronkelijke componist aan wie Bach veel te danken heeft, en wij dus evenzeer. Dat het Festival Oude Muziek mij in maar liefst twee programma’s de gelegenheid geeft om hem in het zonnetje te zetten, doet me gloeien van trots. TEKST / Jos van Veldhoven
BEELD / Nederlandse Bachvereniging
THEMA / Column
DIETERICH BUXTEHUDE IN HET ZONNETJE / Bachs idool
Z O
peens realiseer ik me hoeveel Bach en Buxtehude eigenlijk met elkaar gemeen hebben. Beiden waren meer dan fantastische organisten en hadden een enorme reputatie als improvisator. Beiden reisden nauwelijks en bleven tientallen jaren op dezelfde plek werken. Buxtehude in de Hanzestad Lübeck, Bach in de universiteitsstad Leipzig. Het oeuvre van Buxtehude is weliswaar kleiner dan dat van Bach, maar de verhoudingen komen opvallend goed overeen. Bij beiden vormen de vocale geestelijke muziek en de werken voor orgel en klavecimbel de kern van het oeuvre. Met name hun cantates zijn van een heel eigen, onnavolgbare en oorstrelende schoonheid. Het kan niet anders of ze moeten elkaar ook bewonderd hebben. We weten dat de jonge Bach in het najaar van 1705 te voet naar Lübeck reisde om de kunst van de meester af te kijken (Buxtehude was een generatie ouder). Maar leeftijdsverschillen zullen, zo stel ik me voor, ook bij hen wel zijn weggevallen. Buxtehude zal zeker het talent van de jonge Bach hebben herkend en het zou me niet verbazen als ze zelfs intensief hebben samengewerkt. Musicologen durven zoiets niet op te schrijven, maar als eenvoudig musicus durf ik de gok wel te wagen. Op 2 en 3 december 1705 vinden twee ‘extraordinaire’ Abendmusiken plaats: ‘Castrum doloris’ naar aanleiding van de dood van Leopold I en ‘Templum Honoris’, een eerbetoon aan diens opvolger Joseph I. De muziek is helaas verloren geraakt, maar de bewaard gebleven tekstboeken geven een goed
25
beeld en doen je tegelijkertijd duizelen: twee groepen trompetten en pauken, twee koren van hobo’s en hoorn, en maar liefst vijfentwintig violen, verdeeld over zes podia! ‘Tutti von allen Chören’ lees je in het tekstboek, of Lamento Chiconetta, een klaagzang voor instrumenten en klokken. Hier slaak ik een zucht: hadden we deze partituren nog maar. Bach heeft de muziek gehoord, gespeeld en misschien heeft hij Buxtehude zelfs geholpen met het componeren en uitschrijven ervan. Ik begrijp heel goed waarom Bach langer in Lübeck is blijven hangen, daarmee een ruzie met zijn werkgever in Arnstadt trotserend! Twee totaal verschillende programma’s moeten het pleidooi voor Buxtehude houden in het komende Festival Oude Muziek. Een uitvoering van de intieme, vrome en persoonlijke Membra Jesu Nostri, en een concert in de Grote Zaal van TivoliVredenburg dat zal aanvoelen als een van de beroemde Abendmusiken in de Marienkirche van Lübeck: groter kan het verschil eigenlijk niet zijn. De zeven cantates die samen de Membra Jesu Nostri vormen, zijn samen als het ware een meditatiegang van de voeten, de borst, het hart, tot aan het gezicht van Christus. Dichterbij kan het passiethema niet komen. Het schitterende vierklaviers Schnitger-orgel dat een centrale rol speelde bij de Abendmusiken is helaas in de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan. Buxtehude liet er nog speciale galerijen aan vast bouwen om nog meer musici kwijt te kunnen en een groter effect te bereiken met zijn muziek. Hier klonken de grote vocale en instrumentale werken in volle glorie en zij moeten grote indruk hebben achtergelaten. Tijdens het Festival Oude Muziek zal het splinternieuwe grote barokorgel in TivoliVredenburg de spil zijn van alle ensembles eromheen. Een avond lang kunnen we ons in het Lübeck van de zeventiende eeuw wanen en horen wat Bach hoorde. ■●
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 DIETERICH BUXTEHUDE za 26 aug, 22.30 uur Geertekerk Nederlandse Bachvereniging Buxtehudes Membra Jesu Nostri do 31 aug, 20.00 uur TivoliVredenburg, Grote Zaal Nederlandse Bachvereniging Dieterich Buxtehude, der Grosse
INTERVIEW 26
TOM Magazine / 02 2017
KOP SUBKOP
HET VERFRANSTE KATHOLICISME VAN DE ZONNEKONING GRANDS MOTETS DOOR SÉBASTIEN DAUCÉ & ENSEMBLE CORRESPONDANCES In 1685 stelde Lodewijk XIV de Franse protestanten voor een keuze: of katholiek worden, of het land uit. Ensemble Correspondances van »Sébastien neemt ALS JE, ZOALSDaucé OLGA PASHCHENKO, ORGEL dit KLAVECIMBEL, jaartal als PIANOFORTE, uitgangspunt ÉN PIANO SPEELT. voor zijn festivalprogramma. Daucé: ‘Vanaf omstreeks » HEB JE REPERTOIRE VAN ZO’N VIJF 1685EEUWEN ging AAN deKLAVIERCOMPOSITIES Zonnekoning TOT JE BESCHIKKING. het katholieke geloof, maar ook »de steeds meer ALSkunsten, JE, ZOALS OLGA PASHCHENKO, KLAVECIMBEL, PIANOFORTE, ORGEL als prestigemiddelen gebruiÉN PIANO SPEELT. ken. Hij hervormde de liturgie aan »het en brachtVAN allerlei HEBhof JE REPERTOIRE ZO’N VIJF EEUWEN AAN KLAVIERCOMPOSITIES typisch Franse en politiek-miTOT JE BESCHIKKING. litaire elementen aan. Het concertprogramma dat we presenteren in het Festival Oude Muziek belicht deze ontwikkeling. Zo voeren we grands motets uit van Henry Dumont, de componist die het genre ook heeft uitgevonden. Dumont Additional/kwam didactic uit info: Luik list als en wasSomething aan hetinteresting, Franse hof of Olga’s favourite Bach’s masterworks? kapelmeester van de ChapelSomething interesting. le Royale verantwoordelijk voor de kerkmuziek. Omdat het grand motet met solisten en koor werd beschouwd als een typisch Frans genre, kreeg het een belangrijke plaats in de hofliturgie. Een werk waar misschien nog wel meer waarde aan werd toegekend, is het Te Deum van Marc-Antoine Charpentier. Het begint met die mars die iedereen kent als de Eurovisie-tune en die gelijk de TEXT / Sofie Taes
26
TEKST / Marcel Bijlo BEELD / Sylvain Cripoix THEMA / Interview Sébastien Daucé
O
militante toonTxt zet. De mars werd aan het Franse hof een echt militair genre, uitgevoerd ter ere van een gewonnen veldslag of oorlog. Ook de zettingen van bijvoorbeeld Jean-Baptiste Lully en Michel-Richard Delalande beginnen met zo’n mars. Ik zie ernaar uit om dit programma in TivoliVredenburg te presenteren. Vorig jaar waren we daar voor het eerst en ik ben echt helemaal weg van die zaal! We kwamen toen in een enorme bezetting voor meerkorig repertoire van Charpentier, maar alles klonk even helder en we konden een fantastische opstelling maken. Dit jaar is de bezetting wat kleiner – we kiezen voor een niet al te groot koor. Maar er komen natuurlijk wel trompetten en pauken aan te pas!’ ■●
BEELD / Via La Divina Armonia
THEME / Interview, Artist in Residence
VOORWOORD
27
VRIENDENHART XAVIER VANDAMME
We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: zonder de Vrienden staan het Festival en Seizoen Oude Muziek nergens. Met een nieuw gezicht voor het Tijdschrift Oude Muziek kon een apart Vriendenkatern in het hart van dit tijdschrift dan ook niet uitblijven. Hier houden we u op de hoogte van speciale activiteiten voor Vrienden en vragen we u naar uw mening. In dit allereerste Vriendenhart doen we meteen een beroep op u, met een uitnodiging voor deelname aan ons publieksonderzoek. Hoe bevalt het lidmaatschap bij de Vrienden Oude Muziek u? Bent u tevreden over de voordelen die u als Vriend geniet? Opmerkingen en suggesties horen we graag. Ook de cd-aanbiedingen voor Vrienden krijgen een vaste plek in dit katern. â– â—?
28
VRIENDEN SPECIAL
AANKONDIGING VRIENDENCONCERT ENSEMBLE CORRESPONDANCES / SÉBASTIEN DAUCÉ ZATERDAG 26 AUGUSTUS, 20.00 UUR UTRECHT, TIVOLIVREDENBURG, GROTE ZAAL In 1685 herriep Lodewijk de Veertiende het Edict van Nantes en maakte daarmee een einde aan de tolerantie jegens protestanten in Frankrijk: ze moesten zich bekeren of het land verlaten. De gevolgen waren enorm. Honderdduizenden hugenoten vluchtten naar Nederland, Duitsland, Engeland: een aderlating van kennis en artistiek talent. In de decennia voor deze extreme politiek-religieuze daad had de Zonnekoning het katholieke misceremonieel grondig verfranst. Muziek speelde een centrale rol, en de directe verbintenis tussen god en koning – zijn vertegenwoordiger op aarde – stond centraal. Over de hugenoten zei hij: ‘Mijn grootvader hield van hen en vreesde hen niet. Mijn vader hield niet van hen maar was wel bang voor hen. Maar ik, ik voel liefde noch vrees.’ Ensemble Correspondances zingt grands motets van Dumont en het bekende Te Deum van Marc-Antoine Charpentier. We nodigen u als Vriend graag uit om bij dit concert in het Festival Oude Muziek 2017 aanwezig te zijn en bieden u een aantrekkelijke korting. Ensemble Correspondances Sébastien Daucé Zaterdag 26 augustus, 20.00 uur
ALS VRIEND BESTELT U KAARTEN VOOR DIT CONCERT MET EXTRA KORTING: VAN € 36 VOOR € 26 PER KAART
UITNODIGING LUTHER TENTOONSTELLING LUTHER IN MUSEUM CATHARIJNECONVENT EXCLUSIEVE OPENSTELLING VOOR VRIENDEN OUDE MUZIEK Vanaf 22 september brengt het Museum Catharijneconvent de tentoonstelling Luther, het kunsthistorisch equivalent van het Festival Oude Muziek 2017. Op donderdagavond 5 oktober opent het Utrechtse museum zijn deuren voor u als 80+ Vriend tijdens een exclusieve openstelling. Festivaldirecteur Xavier Vandamme ontvangt u met een drankje in het auditorium, waar de curator van het museum een korte inleiding op de tentoonstelling geeft. Hierna kunt u de tentoonstelling bezoeken: de experts van het museum staan klaar om uw vragen te beantwoorden. Het museumcafé is geopend voor wie nog wil napraten. Aanmelden kan tot 1 juli via oudemuziek.nl/vriendenluther: wees er snel bij want de capaciteit is beperkt. De avond is opgedeeld in verschillende rondes. Bij de aanmelding kunt u uw voorkeurstijd aangeven, wij informeren u vervolgens zo snel mogelijk op welke tijd u welkom bent. Portret van Luther in Museum Catharijneconvent, Utrecht
CADEAULIDMAATSCHAP
VRIENDENAANBIEDINGEN
DOE EEN LIDMAATSCHAP CADEAU!
DOMENICO SCARLATTI: SONATES 4 PIERRE HANTAÏ MIRARE MIR285 Een complete opname van alle 550 klavecimbelsonates van Domenico Scarlatti door Pierre Hantaï zal er waarschijnlijk nooit komen, maar met deze vierde selectie kunnen liefhebbers hun hart wederom ophalen. Hantaï geeft iedere sonate precies het juiste affect mee, zonder te overdrijven. Laat die vijfde en zesde uitgave maar komen. Normale prijs € 23 Vriendenprijs € 18
Op zoek naar een geschikt cadeau voor een vriend? Geef een lidmaatschap van de Stichting Vrienden Oude Muziek cadeau! Ga naar www.oudemuziek.nl/cadeau om uw vriend, collega of familielid eenvoudig aan te melden. De gelukkigte krijgt dan zo snel mogelijk een Vriendenpas, een welkomst-cd en de laatste editie van het Tijdschrift Oude Muziek thuisgestuurd, met indien gewenst een persoonlijke boodschap. Het lidmaatschap is geldig tot en met juni 2018. De ontvanger is lid van de Stichting Vrienden Oude Muziek op het moment dat wij de bijdrage hebben ontvangen op rekeningnummer NL68RABO0394477170. Begin 2018 vraagt de Stichting Vrienden Oude Muziek aan de ontvanger ons te blijven steunen door het lidmaatschap te verlengen. ■●
F. SCHUBERT: PIANO DUETS ANDREAS STAIER, ALEXANDER MELNIKOV HMM 902227 Op deze cd met pianoduetten van Schubert kiezen Andreas Staier en Alexander Melnikov voor een replica van een fortepiano van Conrad Graf uit Schuberts tijd. Een ‘authentieke’ benadering dus, die – zeker onder de handen van deze twee pianistische giganten – zijn volle vruchten afwerpt. Normale prijs € 23 Vriendenprijs € 18
VRIENDENAANBIEDINGEN
VERTEL HET ONS!
D. BUXTEHUDE: SONATES EN TRIO – MANUSCRITS D’UPPSALA LA RÊVEUSE MIRARE MIR303 Dieterich Buxtehude was in zijn tijd een belangrijke figuur voor het Noord-Duitse instrumentale repertoire voor violone en viool. Zo gaf hij prestige aan de Duitse triosonate door de stylus fantasticus te introduceren. La Rêveuse slaagt er op deze cd in de gevatte lichtheid van deze verrukkelijke muziek naar voren te brengen. Normale prijs € 23 Vriendenprijs € 18
O. VECCHI: REQUIEM GRAINDELAVOIX O.L.V. BJÖRN SCHMELZER GCDP 32113 Op zijn nieuwste cd met Graindelavoix stort Björn Schmelzer zich op de Requiem-mis van Orazio Vecchi die wellicht onderdeel is geweest van de begrafenisritussen voor de Vlaamse barokschilder Peter Paul Rubens in 1640. Hiermee geeft Schmelzer een eigenzinnig beeld van de samenleving in ‘barok’ Antwerpen, waar Vecchi’s Requiem werd uitgebracht. Normale prijs € 23 Vriendenprijs € 19
M. DA PERUGIA: CHANSONS TETRAKTYS O.L.V. KEES BOEKE ETCETERA KTC 1918 Matteo da Perugia specialiseerde zich erin alternatieve versies van werken van andere, met name Franse, componisten te schrijven. Zijn muziek klinkt op deze cd van Tetraktys dan ook meer naar Dufay dan naar Landini. Tetraktys houdt de tempi laag en kiest voor hoge stemmen en instrumenten. Mooi vijftiende-eeuws gemijmer!
J.C. BACH: MEINE FREUNDIN, DU BIST SCHÖN J.S. BACH: GOTTES ZEIT IST DIE ALLERBESTE ZEIT BACHPLUS O.L.V. BART NAESSENS ETCETERA KTC 1548 Het in 2011 opgerichte ensemble BachPlus tekent op deze cd voor een uitbundige uitvoering van Johann Sebastian Bachs beroemde Actus Tragicus. Het vormt een indrukwekkend sluitstuk op een opname waarop verder ook de mooiste composities van Johann Christoph Bach uit het Altbachische Archiv staan.
Normale prijs € 23 Vriendenprijs € 19
Normale prijs € 23 Vriendenprijs € 19
Voor het tweede jaar op rij voert de Organisatie Oude Muziek in 2017 een groot publieksonderzoek uit. Dit jaar gaat daarbij speciale aandacht uit naar onze Vrienden. We horen graag hoe het lidmaatschap bij Vrienden Oude Muziek u bevalt en willen daarvoor een groep Vrienden uitnodigen op ons kantoor om daarover te komen praten. Bent u geïnteresseerd om uw mening te geven? De bijeenkomst vindt plaats op vrijdag 9 juni op ons kantoor in Utrecht (tijd nader te bepalen). U kunt zich aanmelden voor deelname via het formulier op oudemuziek.nl/vriendenonderzoek.
BEELDSPRAAK
31
OUD PAPIER GEZOCHT HOE WIT IS WIT?
TEKST / Xavier Vandamme BEELD / Wallace Collection (Londen)
dat is wel heel erg wit. Was dat ook zo in de zeventiende eeuw, of werd dat harde wit een beetje afgezwakt met bijvoorbeeld een laagje vernis?
Schilderijen, tekeningen en dies meer – we noemen ze ook wel iconografische bronnen – kunnen een belangrijke rol spelen in onderzoek naar de muziekcultuur van weleer. In de rubriek ‘In beeld’ zoomen we elk nummer in op een bron waarvan we denken dat die het bespreken waard is. In deze eerste aflevering: De klavecimbel-les (1660) van Jan Steen. Soms brengen afbeeldingen ons op het spoor van detailinformatie-voor-nerds waar je normaal nooit bij stil zou staan. Neem nu dit: veel historische klavecimbels die uit de Antwerpse Ruckers-traditie zijn overgeleverd, hebben nog de originele papieren met gedrukt zeepaard-
jes-motief rond de klavieren en rond het klankbord. Na vierhonderd jaar zijn die papieren helemaal verkleurd. Wat doe je als hedendaags klavecimbelbouwer wanneer je zo’n Vlaams instrument kopieert en ook de decoratie volgens de regels van de kunst wil reproduceren? Dan kun je zelf houtblokken gaan uitsnijden en drukken. Of je koopt papieren in bij Grant O’Brien, de Schotse wereldautoriteit inzake Ruckers-klavecimbels, die alle bekende motieven heeft geïnventariseerd en sommige gereproduceerd. Zijn Ruckers-papieren zijn gewoon online te bestellen, alles op pH-neutraal papier nog wel. Maar dan krijg je wit papier, en
Iconografische bronnen zouden ons uitsluitsel kunnen geven. We vinden immers heel wat afbeeldingen van klavecimbels en virginalen bij schilders uit de Lage Landen, denk aan Johannes Vermeer en Jan Steen. En wat blijkt? Er staan zowel witte als geel gemaakte papieren op hun doeken. Bij de hier afgebeelde Klavecimbelles van Jan Steen uit de Wallace Collection in Londen is bijvoorbeeld dat laatste het geval: het papier rond het klavier is duidelijk van een andere kleur dan de witte kraag en mouwen van de personages. Conclusie: als je vandaag een nieuw Ruckers-klavecimbel bestelt en je komt er niet uit met die decoratie, dan kun je – zelfs helemaal historisch geïnformeerd – toch gewoon kiezen wat je het mooiste vindt. Tenminste, als je iconografische bronnen vertrouwt als referentie…. ■●
32
TOM Magazine / 02 2017
DE GELUKKIGE RIVAAL*: GEORG PHILIPP TELEMANN Telemann is een van de productiefste componisten ooit. Een van de meest ambitieuze, ook. En daardoor een van de meest controversiële. Waarom deze titaan dan toch anderhalve eeuw lang werd verguisd en vergeten? Een concies schaderapport.
TEKST / Sofie Taes
* Naar R. Rollands Autobiographie d’un illustre oublié: Telemann, rival heureux de J.S. Bach’, Voyage musical au pays du passé, Parijs, 1920.
THEMA / Artikel
DE GELUKKIGE RIVAAL / Georg Philipp Telemann
33
innovatie: dat is Telemann ten voeten uit. Bijzonder is ook hoe Franse, Italiaanse, Poolse en Duitse elementen, uiteenlopende sferen en invloeden tot een bedwelmend knap amalgaam worden gesmeed, met een toegankelijke maar ook originele stijl als resultaat. De kwaliteit en rijkdom van ’s mans oeuvre versterken de indruk dat Telemanns contemporaine critici het bij het rechte eind hebben gehad en dat het verdomhoekje, waarin zijn muziek aan het einde van de achttiende eeuw belandde, een onterecht vonnis was voor een van Europa’s meest prominente barokkunstenaars.
D
oor zijn tijdgenoten werd Georg Philipp Telemann (1681-1767) op handen gedragen – zelfs de meerdere geacht van Bach en Händel. Telemann was een publiekslieveling: zijn composities vonden gretig aftrek op de muziekmarkt en voor theoretici als Scheibe, Quantz, Marpurg en Mattheson (‘Ein Lully wird gerühmt, Corelli läszt sich loben, nur Telemann allein ist übers Lob erhoben’) gold hij als hét na te volgen voorbeeld inzake vakkundig contrapunt, klare vormentaal en efficiënte retoriek. Ook uit de prestigieuze posities die de man uit Maagdenburg heeft bekleed spreken zijn aanzien en betekenis: Telemann was onder meer directeur van de opera in Leipzig, kapelmeester in Sorau en Eisenach, stedelijk muziekdirecteur en stichter-directeur van het Collegium Musicum van Frankfurt, kapelmeester aan de Barfüsserkirche aldaar, en Johanneumcantor, operadirecteur én muziekdirecteur aan de vijf hoofdkerken van Hamburg. Het hem aangeboden cantoraat van de Thomasschule in Leipzig weigerde Telemann beleefd, daarmee de weg banend voor zijn vriend en toeverlaat J.S. Bach – wiens zoon Carl Philipp Emmanuel overigens zijn petekind was. Telemann heeft binnen zowat alle barokgenres gecomponeerd – onder meer twintig volledige jaarreeksen van kerkcantates (versus de drie bewaarde cycli van J.S.), 125 orkestsuites en evenveel concerti, 130 trio’s, 145 klaviercomposities en enkele dozijnen sonates en orkestwerken. Kleurenrijkdom en melodische inventiviteit, stilistische variatie en structurele
Gewogen Hoe heeft het zo fout kunnen lopen? Een complexe receptiegeschiedenis laat zich niet in een boutade vatten, maar als opstapje naar een analyse mag het wel: Telemann is zijn eigen grootste vijand gebleken. Vanaf de late achttiende eeuw torste hij het weinig flatteuze epitheton ‘veelschrijver’ met zich mee, en werd hij bestempeld als een pennenlikker zonder diepgang, spiritualiteit, zorgvuldigheid of vakmanschap. Muziekauteur Christoph Daniel Ebeling verwoordt de kritiek treffend in zijn Versuch einer auserlesenen musikalischen Bibliothek
(1770) wanneer hij stelt dat Telemann ‘veel groter had kunnen zijn, als het niet zo verdraaid makkelijk voor hem zou zijn geweest om zo onnoemelijk veel te schrijven! Veelschrijvers produceren zelden meesterwerken…’. Een blik op Telemanns werkencataloog deed heel wat negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse muziekwetenschappers dan ook bij voorbaat de handdoek in de ring gooien: hoe een artistieke identiteit te filteren uit een onoverzichtelijke massa muziek? Ook het gemak waarmee Telemann uiteenlopende stilistische categorieën mixte, werd hem ten kwade geduid: oppervlakkige muziek, vast en zeker! Gelauwerd In de jaren 1920 kwam de ommekeer: de muziekwereld herontdekte Telemann als grootmeester van de internationale barokstijl en als innovatieve stem die de nieuwste (preklassieke) tendensen in zijn muzikale vocabularium integreerde. Daarenboven wordt Telemann vandaag beschouwd als het prototype van de onafhankelijke, liberaaldemocratische kunstenaar. Hij hield streng toezicht op de publicatie van zijn werk om misbruik van auteursrechten te voorkomen en trok actief ten strijde tegen piraterij. Als schrijver toont hij zich geen onaardse intellectueel maar een geëngageerd verteller, die de melomaan wil helpen horen, kennen, en begrijpen. Als uitgever was hij zo attent om Duitse – en geen Franse of Italiaanse – speelaanwijzingen te gebruiken: Telemann wilde de mu-
34
TOM Magazine / 02 2017
sicus en de luisteraar dienen – meer dan de God van Bach. Conservatieve krachten die het elitarisme van de muziekcultuur wilden bewaren, deden hem zieden van woede. Met zijn Collegium programmeerde hij dan ook muziek die doorgaans enkel binnen in goud gedrenkte salons te horen was. In het door hem gestichte tijdschrift Der getreue Music-Meister publiceerde hij bovendien toonzettingen die ook voor niet-professionals haalbaar waren. En zo is een vlijtige werkmier zonder creatieve identiteit inmiddels een artiest van formaat gebleken, karakterkop incluis. Veelschrijverij? Hoera! Want zelfs met elke dag een toefje Telemann bent u jaren zoet met deze mogol, die tot het beste behoort van wat de barok te bieden heeft. ■●
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 TELEMANN-CONCERTEN za 2 sep, 11.00 uur TivoliVredenburg, Hertz Philippe Pierlot Fantasia’s voor gamba solo za 2 sep, 13.00 uur Geertekerk Il Caravaggio Harmonische Gottesdienst za 2 sep, 15.00 uur TivolIVredenburg, Hertz Manfredo Kraemer Fantasia’s voor viool solo za 2 sep, 17.00 uur Catharinakathedraal Ricercar Consort / Philippe Pierlot Du aber Daniel za 2 sep, 20.00 uur Geertekerk Francesco Corti Van Orpheus tot Ino
STADSGEZICHT VAN HAMBURG
za 2 sep, 24.00 uur TivoliVredenburg, Hertz Rachel Brown Fantasia’s voor fluit solo zo 3 sep, 9.30 uur TivoliVredenburg, Club Nine Zomerschool Erik Bosgraaf Met Telemann op avontuur
Als schrijver toont hij zich geen onaardse intellectueel maar een geëngageerd verteller.
zo 3 sep, 11.00 uur TivoliVredenburg, Hertz Erik Bosgraaf, Dmitry Sinkovsky c.s. Triosonates voor blokfluit en viool zo 3 sep, 13.00 uur Lutherse Kerk Francesco Corti Solo’s voor klavecimbel
BOEKBESPREKING
35
GOVERT JAN BACH OVER MAARTEN LUTHER EN JOHANN SEBASTIAN BACH
Govert Jan Bach, inderdaad verre familie van, heeft al een aantal luisterboeken op zijn naam staan waarin hij muziek van zijn beroemde naamgenoot belicht. In zijn nieuwste boek beschrijft hij hoe Bach is gevormd door Luther en hoe de componist
GOVERT JAN BACH OVER MAARTEN LUTHER EN JOHANN SEBASTIAN BACH Twee grensverleggers Boek met 4 cd’s. Prijs: € 24.99 Uitgeverij Rubinstein
diens koralen in zijn kerkmuziek heeft gebruikt. De eerste cd bevat een muzikale biografie van Maarten Luther. We horen hoe hij in eerste instantie priester werd, maar al snel een geheel eigen geloofsleer ontwikkelde. Dit verhaal wordt geïllustreerd met muziek uit Luthers eigen tijd. Op de tweede cd horen we, eveneens in vele korte en helder uitgelegde muziekvoorbeelden, hoe Bach omging met Luthers ideeën en hoe hij de koraalmelodieën van Luther heeft verwerkt in cantates en orgelmuziek. Op de derde en vierde cd ten slotte zijn Bachs vier korte, lutherse missen opgenomen in een uitvoering onder leiding van Philippe Herreweghe. Govert Jan Bach gaat grondig en goed geïnformeerd te werk. Hij houdt het beknopt, net als in zijn eerdere luisterboeken, zodat ook de nog niet zo ingewijde luisteraar na het beluisteren van de eerste twee cd’s een vrij volledig beeld heeft van Luthers leven en van Bachs werkwijze op het gebied van de koralen. Govert Jan Bach weet dit redelijk ingewikkelde en veelzijdige onderwerp knap samen te vatten in korte, heldere zinnen. Hij beschrijft bijvoorbeeld beeldend hoe Luther zijn ideeën, het ‘merk Luther’, in razend tempo wist te verspreiden in nauwe samenwerking met onder meer
TEKST / Marcel Bijlo
theologen en componisten. De auteur legt uit dat Luther daarbij verrassend modern te werk ging en dat hij al doende een enorme invloed op de ontwikkeling van de kerkmuziek zou uitoefenen. Die ontwikkeling leidde via de Noord-Duitse cantatecomponisten uit de zeventiende eeuw uiteindelijk naar Bach. We horen dus ook hoe Bachs voorgangers al in de weer waren met Luthers koraalmelodieën. ‘Zonder Luther geen Bach’ is dan misschien wat kort door de bocht, want wat is er nou luthers aan bijvoorbeeld de Brandenburgse concerten, maar voor wat betreft Bachs cantates en orgelwerken gaat deze stelling zeker op. Dat de muziekvoorbeelden soms ultrakort zijn, stoort helemaal niet. Het tekstboekje vermeldt keurig alle gebruikte cd-opnamen met titel en catalogusnummer, voor wie verder wil luisteren. Ook de lijst van gebruikte literatuur biedt aanknopingspunten voor verdere studie, bijvoorbeeld ter voorbereiding op het Festival Oude Muziek van dit jaar… ■●
36
TOM Magazine / 02 2017
‘DIRIGEREN MET JE OGEN’ MEERKORENFESTIJN DOOR LE CONCERT SPIRITUEL A
ls Hervé Niquet met zijn ensemble Le Concert Sprituel naar het Festival Oude Muziek komt, staat er iets bijzonders te gebeuren. Niquet experimenteert graag met onbekende muziek in ongebruikelijke bezettingen en hij neemt daarbij soms flinke risico’s. Maar het resultaat is altijd spectaculair, zoals de uitvoering van de veertigstemmige mis van Alessandro Striggio in de Domkerk tijdens het festival van 2013. Dit jaar staat een zestienstemmige mis van Orazio Benevolo (16051672) op het programma.
» ‘BENEVOLO! GEWELDIGE COMPONIST!’
TEKST / Marcel Bijlo
’Ja, Benevolo! Geweldige componist!’ zegt Hervé Niquet enthousiast. ‘We hebben ooit een cd opgenomen met motetten van hem en ik ben hevig geïnteresseerd geraakt in zijn muziek en zijn manier van componeren. Benevolo was de zoon van een Franse banketbakker die naar Rome was verhuisd, zijn echte naam was Venouot. Hij kwam niet uit een erg muzikaal milieu, wat als voordeel had dat hij in alle vrijheid dingen kon onderzoeken. Het uitgangspunt voor ons festivalprogramma is een reconstructie van een officie in de San Luigi dei Francesi, in de zeventiende eeuw de Franse hofkerk in Rome. Deze prachtige kerk bestaat nog steeds. Benevolo was er enige tijd actief als zanger, organist en kapelmeester. Centraal in ons programma staat zijn zestienstemmige Missa Si Deus pro nobis, die we presenteren in de context van een feestelijk officie zoals dat bijvoorbeeld zou kunnen hebben geklonken op de feestdag van Saint Louis, de patroonheilige van Frankrijk. Uiteraard was dit een hoogtijdag in de San Luigi. We weten natuurlijk niet welke muziek er toen exact geklonken heeft, maar de structuur van
BEELD / Foppe Schut
THEMA / Interview Hervé Niquet
Title / Subtitle
37
38
TOM Magazine / 02 2017
ORAZIO BENEVOLO (1605-1672)
SAN LUIGI DEI FRANCESI in de zeventiende eeuw de Franse hofkerk in Rome.
zo’n officie is altijd hetzelfde. We programmeren dus ook psalmen en motetten voor die feestdag en er is gregoriaans en instrumentale muziek. Van Palestrina spelen we ook een aantal stukken – instrumentale bewerkingen van motetten. De link met Benevolo is snel gelegd, aangezien hij kapelmeester is geweest van de Sint Pieter in Rome.’ De beroemde drieënvijftigstemmige Missa Salisburgensis is lange tijd aan Benevolo toegeschreven, maar die mis blijkt nader bezien het werk van Heinrich Ignaz Franz von Biber. Niquet: ‘Benevolo heeft ook enige tijd in Oostenrijk gewerkt en als je zijn reputatie als specialist in veelstemmige kerkmuziek wel kent, maar zijn muziek zelf niet, dan kan ik me dat misverstand voorstellen. Bibers stijl is toch heel anders, veel barokker en met meer nadruk op de instrumentale partijen. Benevolo was echt een specialist in het componeren voor meerdere koren. Er is van hem een flinke hoeveelheid muziek bewaard gebleven en die is meestal gecomponeerd voor veel stemmen verdeeld over meerdere koren. Maar hij bedacht ook allerlei combinaties die niet noodzakelijkerwijs hoefden te leiden tot zestien-, of zelfs nóg meer -stemmigheid. Zo heb ik een motet gevonden waarin hij twaalf koren gebruikt, elk bestaand uit een sopraan- en een baspartij. Dat is bijna niet uit te voeren. Je hebt er dus in ieder geval vierentwintig zangers voor nodig. Ik ga het een keer proberen!’
Met welke bezetting Niquet dit jaar naar Utrecht komt? ’Ik zou natuurlijk vier koren kunnen meenemen, want Benevolo verdeelt zijn zestien partijen over vier vierstemmige koren. Maar in Rome was het lang niet ongebruikelijk om zo’n bezetting verder op te splitsen en dat ga ik dan ook doen. Van de vier koren maak ik er acht, die elk bestaan uit vier zangers en die instrumentaal worden begeleid door
‘DIRIGEREN MET JE OGEN’ / Meerkorenfestijn door Le Concert Spirituel
» ‘IK ZAL JE BEKENNEN DAT IK, TOEN WE DE PREMIÈRE VAN DIT PROGRAMMA SPEELDEN IN DE CITÉ DE LA MUSIQUE IN PARIJS, ZENUWACHTIGER WAS DAN IK OOIT VOOR EEN CONCERT BEN GEWEEST.’
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 ma 28 aug, 20.00 uur TivoliVredenburg, Grote Zaal Le Concert Spirituel / Hervé Niquet Benevolo: Romeinse meerkorigheid in tijden van contrareformatie
39
continuospelers en consorten van dulcianen en trombones. Zodoende kom ik op tweeëndertig zangers en veertien instrumentalisten. De vrijheid om van vier koren acht koren te maken, heb je in deze muziek. Je verdeelt de noten anders over de stemmen, met als resultaat dat je verspreid over de hele zaal zangers en musici kunt opstellen zodat de muziek van alle kanten op het publiek afkomt.’ Iets dergelijks gebeurde ook bij de uitvoering van de veertigstemmige mis van Striggio, vier jaar geleden. Niquet: ‘Maar dat is wel een heel ander soort stuk dan deze mis van Benevolo. Bij Striggio heb je echt het gevoel dat je een blok graniet in handen hebt, het is heel massieve muziek. Iedere zanger is een korreltje zand op een enorm strand. Bij Benevolo zijn de stemmen afzonderlijk veel beweeglijker, bijna belcanto soms. Dat vraagt een totaal andere manier van werken voor het ensemble.’ Hoe krijg je dat voor elkaar als dirigent? ‘Ik zal je bekennen dat ik, toen we de première van dit programma speelden in de Cité de la Musique in Parijs, zenuwachtiger was dan ik ooit voor een concert ben geweest. Deze achtkorigheid werkt het beste als de koren zo ver mogelijk uit elkaar staan, anders wordt het een klankenbrij. Maar die zaal is echt heel groot en de muziek was haast niet gelijk te krijgen. Geluid doet er altijd even over om zich te verplaatsen, dus je oren zijn niet echt een betrouwbaar instrument als je moet zorgen dat iedereen op het juiste moment inzet. Voor het dirigeren van dit soort muziek gebruik je dus je ogen en niet je oren. Je hoort immers alleen de koren die het dichtst bij je zijn. Ik heb in feite acht dirigenten die allemaal hun eigen groep leiden. Ikzelf coördineer het geheel.’ ‘Dit soort experimenteren is echt een onlosmakelijk onderdeel van deze muziek. Ook Benevolo en zijn collega’s hebben daar een weg in moeten vinden. Ik heb het mezelf ook niet makkelijk gemaakt door de bezetting te verdubbelen naar acht koren, maar ik houd van dit soort uitdagingen. De kracht van deze muziek zit in dat massale, dat theatrale van zo’n grote bezetting die echt door de hele ruimte van de concertzaal staat opgesteld. Het betekent ook dat je voor iedere ruimte waarin je dit programma uitvoert weer een andere logistiek moet bedenken. Het slagen van dit concert staat of valt met een zorgvuldig gekozen opstelling. Daarbij is het onvermijdelijk dat het publiek, al naargelang waar de mensen zitten, verschillende invalshoeken hoort. Niemand hoort elk koor even goed, dat kan gewoon niet als iedereen door de hele ruimte verspreid staat. Voor een cd-opname heb je dan weer een heel andere opstelling nodig omdat het voor de luisteraar thuis wel zo prettig is om juist wel zoveel mogelijk tegelijk te kunnen horen. Desalniettemin gaat er wat mij betreft niets boven een live-uitvoering!’ ■●
40
TOM Magazine / 02 2017
CONTRAREFORMATIE EN MUZIEK Op zoek naar evenwicht tussen muziek en tekst
(BOVEN) KARDINAAL CARLO BORROMEO door Giovanni Figino. Milaan, Pinacoteca Ambrosiana (ONDER) JOHANNES STALPART VAN DER WIELE Gravure van Willem Jacobsz Delff, 1630
TEKST / Eddie Vetter
WAERE AFBEELDINGHE DER SITTINGE DER VADEREN DES VERMAERDEN CONSILIUMS INDE STADT TRENTEN Ingekleurde gravure, zeventiende eeuw
THEMA / Artikel
CONTRAREFORMATIE EN MUZIEK
41
zodanig dat allen de woorden kunnen verstaan en de harten van de luisteraars meegesleept worden in het verlangen naar hemelse harmonie’.
P
rima la musica e poi le parole? Wat gaat
voor, de tekst of de muziek? Deze vraag heeft niet alleen in de opera een rol gespeeld – van Monteverdi tot Richard Strauss – het onderwerp stond ook op de agenda van het Concilie van Trente, maar de autoriteiten van de contrareformatie spraken zich uiteindelijk niet duidelijk uit over de kwestie. Ze lieten in het midden hoe de muziek gezuiverd moest worden om Gods woord verstaanbaar te maken.
Meestal wordt Giovanni Pierluigi da Palestrina (1525-1594) genoemd als degene die de kerkmuziek heeft gered toen complexe polyfonie verboden dreigde te worden. Hij zou met de Missa Papae Marcelli hebben aangetoond dat de tekst zelfs in zulke composities verstaanbaar kon zijn. De weelderige polyfonie van de rooms-katholieke liturgische muziek vormde een flagrant contrast met de eenvoudige, eenstemmige lutherse koralen, waarvan de woorden in de landstaal voor iedereen begrijpelijk waren. Op het Concilie van Trente braken kerkelijke autoriteiten zich het hoofd over de vraag hoe zij de hervormingsbewegingen konden bestrijden. Tijdens de laatste zittingen in 1562-1563 besteedden zij ook aandacht aan de zuivering van de muziek, maar in het definitieve besluit beperkten zij zich tot een vage richtlijn: componisten dienden zich verre te houden van het ‘lascivum aut impurum’, het wellustige of onzuivere. Niettemin speelde de verstaanbaarheid van de religieuze boodschap een centrale rol in de voorafgaande discussies, zoals blijkt uit canon 8, waarin wordt gesteld dat muziek ‘niet voor ledig genot van de oren gecomponeerd moet worden, maar
Redder van de kerkmuziek? Palestrina als redder van de kerkmuziek? Het wordt tegenwoordig vaak als een mythe afgedaan, maar de bron lijkt betrouwbaar. Agostino Agazzari schreef het in 1607, toen de faam van de componist nog geen mythische proporties had aangenomen. Agazzari was werkzaam aan het Seminario Romano. Kort na het concilie hadden de jezuïeten Palestrina daar als maestro aangesteld met de opdracht de kerkmuziek te herzien. Hij zou hebben gezegd dat een gebrek aan verstaanbaarheid te wijten was aan componisten en niet aan de muziek. Velen gingen niet uit van de tekst. Zij maakten eerst de muziek (‘prima la musica’) en voegden pas daarna de woorden toe (‘e poi… le parole’). Bovendien past de Missa Papae Marcelli in het profiel. Grote delen zijn homofoon gezet zodat de zangers de tekst min of meer gelijktijdig en dus verstaanbaar uitspreken. En als in de ‘doorimiterende’ stijl de stemmen na elkaar inzetten, de tekst niet gelijktijdig zingen en de verstaanbaarheid in het geding komt, zorgt Palestrina ervoor dat elk motief een duidelijk reliëf krijgt. Hij begint bijvoorbeeld een nieuw tekstfragment met toonherhalingen die de gewone spraak benaderen. Andere kandidaten Er zijn nog meer componisten naar voren geschoven als muzikaal kampioen van de contrareformatie. Al ruim een eeuw geleden heeft Otto Ursprung de aandacht gevestigd op Jacobus de Kerle (1531/15321591), een Vlaming die in half Europa werkzaam was. Hij genoot de bescherming van kardinaal Otto Truchsess von Waldburg, bisschop van Augsburg. Deze gaf hem de opdracht Preces speciales pro salubri generalis concilii successu te componeren, gebeden voor het welslagen van het concilie in de vorm van responsories. Ze zijn in 1562-1563 gezongen op het concilie. Met de overwegend homofone zettingen kon er geen twijfel over bestaan: de teksten waren woord voor woord verstaanbaar. Nog een kandidaat is Vincenzo Ruffo (ca. 15081587), kapelmeester van de dom van Milaan. De aartsbisschop van Milaan, de kort na zijn dood heilig verklaarde kardinaal Carlo Borromeo, organiseerde in aansluiting op het concilie concerten om te horen of teksten verstaanbaar op muziek konden worden gezet. Hij gaf Ruffo de opdracht ervoor te zorgen dat ‘de aantallen lettergrepen en de stemmen en tonen samen helder en duidelijk begrepen en waargenomen zouden worden door vrome luisteraars’. Ruffo componeerde missen volgens de richt-
42
TOM Magazine / 02 2017
lijnen van de kardinaal. Homofonie is daarin troef. De Italiaan moet zich hebben gevoeld als iemand die in een te strak korset is geregen. In later gepubliceerde werken, zoals de Missa De profundis, heeft hij minder last van de monotonie, die vaak inherent is aan homofone zettingen.
Bladzijde uit Del sonare sopra ‘l basso van Agostino Agazzari (1607), waarin de auteur schrijft dat Palestrina met de Missa Papae Marcelli de kerkmuziek heeft gered na een dreigend verbod op complexe polyfonie.
Van Spanje naar Rome en terug Tomás Luis de Victoria (1548-1611) wordt ook geregeld genoemd in het kader van de contrareformatie. Hij was geboren en getogen in het Spaanse Ávila, maar na zijn stembreuk werd hij naar Rome gestuurd om te studeren aan het Collegio Germanico van de jezuïeten. Daar leerde hij ongetwijfeld de muziek van Palestrina kennen. Vermoedelijk heeft hij zelfs les van hem gehad. Net als Jacobus de Kerle genoot Victoria de bescherming van kardinaal Otto Truchsess von Waldburg, aan wie hij in 1572 zijn eerste publicatie met 33 motetten opdroeg. Na ruim twintig jaar in Rome te hebben doorgebracht keerde hij terug naar Spanje. Daar werd hij kapelaan van keizerin Maria, de weduwe van Maximiliaan II, dochter van Karel V en zuster van Filips II. Het Requiem is gecomponeerd ter gelegenheid van haar overlijden in 1603. Dit Officium defunctorum bevat niet alleen de dodenmis, maar ook delen van het officie, zoals de tweede lezing van de metten Taedet animam meam, en het motet Versa est in luctum, als de hoogwaardigheidsbekleders zich bij de kist van de overledene verzamelen vóór de absolutie.
In Victoria’s werken is de invloed van Palestrina duidelijk waarneembaar, maar de verschillen zijn al even opvallend: minder imitatie, meer homofone zettingen, kortom nog meer evenwicht tussen muziek en tekst. In het algemeen vertonen zijn composities
eigenschappen die kenmerkend zijn voor roomskatholieke kerkmuziek uit deze periode. Movere staat voorop: het gaat erom de ziel van de luisteraar te beroeren. De woorden moeten wel verstaanbaar zijn, maar de muziek moet het verlangen naar hemelse harmonie stimuleren. Voor Luther en Calvijn is docere het primaire doel: onderricht in de religieuze boodschap, waarbij de muziek geheel dienstbaar is aan het woord. Contrareformatie in Nederland En aan de andere zijde van het oorlogsfront? De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden had het katholicisme als het geloof van de Spaanse vijand afgezworen ten gunste van het calvinisme. De contrareformatie speelde er amper een rol. Camerata Trajectina, de specialisten in het Nederlandse repertoire van de middeleeuwen tot en met de Gouden Eeuw, zal in het komende Festival Oude Muziek vooral aandacht besteden aan de afkeer van Rome en aan de godsdiensttwisten van protestanten die elkaar al zingend in de haren vlogen, of ze nu lutheranen, wederdopers, calvinisten, remonstranten of contraremonstranten waren. Een zeldzame uitzondering bij al dit protestants gekrakeel vormde Johannes Stalpart van der Wiele (1579-1630), die als pastoor werkzaam was in de schuilkerk aan het Bagijnhof in Delft. De liederen in zijn bundel Extractum katholicum: tegen alle gebreken van verwarde harsenen waren bedoeld als medicijn om de ‘zieke’ geesten van calvinisten te genezen. ■●
43
CONCERTAGENDA:
WWW.HOLLANDBAROQUE.COM
foto: wouterjansen.nl ontwerp: smel.net
BAROK IS NU
UIT DE BRON ‘TEGENS EENEN PSALM THIEN MADRIGALEN, EN LICHTER DEUNEN’ CONSTANTIJN HUYGENS OVER DE ROL VAN HET ORGEL IN DE KERK
vormer niets hebben. Het psalmzingen in de strenge gereformeerde kerken geschiedde dan ook zonder begeleiding. Huygens noemde dit het ‘ongebruik’ van het orgel. Anderzijds signaleerde hij misbruik. Het orgel mocht wel voor of na de dienst klinken, zo goed als stedelijke overheden wensten vast te houden aan doordeweekse, wereldlijke orgelbespelingen, die de godshuizen feitelijk in een muziekzaal veranderden. Over dit buiten-liturgische gebruik oordeelt Huygens streng (blz. 34-35):
De nieuwe rubriek ‘Uit de bron’ gaat telkens te rade bij een historisch geschrift dat reflecteert op de muziekpraktijk uit vervlogen dagen. Deze eerste aflevering is gewijd aan het gebruik van het orgel in de gereformeerde kerken van de Nederlandse Republiek. Constantijn Huygens ergerde zich groen en geel en veroorzaakte in 1641 opschudding met zijn pamflet Gebruyck of ongebruyck van ’t orgel in de kercken der Vereenighde Nederlanden. Zo goed als de kerkmuziek het had bij Luther, zo bekaaid kwam zij ervan af bij Calvijn. Van het ‘paapse’ orgel moest deze kerkher-
Sien wy niet watter op volght? Tegens eenen Psalm thien Madrigalen, en lichter deunen, in geen’ Kercke sonder aenstoot te noemen: […] Men hoorter vuyle Minne-liedekens, daer Hoeren en Camerspelers op danssen. Men loopt tot het heilighe Huys als tot een Tooneel, om de ooren te vermaken, seght Erasmus. Huygens acht het ongebruik veel minder schadelijk dan het misbruik. Desondanks heeft hij liever een levend dan een dood orgel. De kern van zijn betoog behelst een ‘derde weg’, die hij in Engeland heeft leren kennen (blz. 47):
Maer, soo het my toestaet, buyten keur van die twee eerste weghen, oock mijn ooghe over den derden vande Engelsche Kercken te laten gaen, sal ick rondelick seggen, ende, meen ick, genoeghsaem bewijsen, dat wy dien voor allen anderen behooren te kiesen en in te gaen; dat is, de Orgelen niet alleen behouden, maer oock niewe te maken, tot het dagelicksche gebruyck onser Kercken. Wat de zelf zo muzikale Huygens bepleit, is orgelbegeleiding van de gemeentezang, omdat het onbegeleide psalmzingen in de Neder-
CONSTANTIJN HUYGENS portret (1655)
45
landse kerken ronduit erbarmelijk klinkt (blz. 114-115): Inder daed, het laet sich onder ons veeltijds aenhooren, als ofter meer ghehuylt oft geschreewt dan menschelick ghesonghen werde. Cantare non norunt, sed malè sonoros dant rugitus. Sy en konnen niet singhen, maer slaen een leelick brieschende geluyt. De Toonen luyden dwars onder een, als gevogelte van verscheiden becken. De maten strijden, als Putemmers, d’een dalende soo veel d’ander rijst. Daer wert om ’t seerste uytgekreten, als of ’t een sake van overstemminge waere. Begeleiding van de psalmen zou uitkomst bieden. Ook bepleit Huygens, dat het orgel vooraf de begintoon aangeeft en de organist het volume afstemt op de grootte van de gemeente (blz. 119-120):
PIETER JANSZ. SAENREDAM, INTERIEUR VAN DE SINT-BAVOKERK IN HAARLEM (1636) Amsterdam, Rijksmuseum
TEKST / Thiemo Wind
Het Orgel nu, een sterck ende onwanckelbaer Instrument zijnde, is machtigh, ende, als ick begonde te seggen, ten hoogsten noodigh, om alle voorgenoemde ongherijmtheden te weeren ende voor te komen [: te voorkomen]. Laet, op het verkondigen [: aankondigen] vanden Psalm een’ pijpe gheroert werden, tot aenwijsinge vande bequaemste hooghde [: toonhoogte] tot soodanighen Psalm: (daer in mede veeltijds leelick mis-getast werdt) laet het gansche Orgel gesamenlick met de stemme der Gemeente roeren, getempert in soodanighen Register, als naer het meer oft minder getal der Menschen betamelick sal werden bevonden.
men in Toon, oft Mate, oft Macht strijdende, beide te samen als een Lichaem sullen maecken; welckers Leden qualick [: moeilijk] uyt den anderen te onderscheiden sullen zijn; sulx men oordeelt de rechte vollmaecktheid te zijn, van alle vermengelingen, die onder de keure van onse uyterlicke sinnen, soo in ’t voelen, in ’t smaken, in ’t riecken, ende in ‘t sien, als in ’t hooren vallen.
Op basis van zijn bevindingen in Engeland voorspelt Huygens een muzikaal eendrachtig resultaat (blz. 121-122): Het is seker, ende nu by d’ondervindinghe onser Naburen bewesen, dat in plaets van ons beschimpte, ende beschimpenswaerdighe gerucht, een gestadigh, staetig, maetigh, eenstemmigh, aengenaem gesangh onder de grootste Gemeenten gehoort sal werden: Soo dat noch de Stemmen onder een, noch het Orgel met de Stem-
Toen Huygens zijn pamflet publiceerde, waren verschillende Nederlandse kerkgemeenten al tot orgelbegeleiding overgegaan. Den Haag, het ‘dorp’ waar Huygens woonde, vormde hierop een uitzondering. Het zou er nog lang onrustig blijven. ■●
46
TOM Magazine / 02 2017
berichten
ERIK BEIJER 1959-2017
MARC MINKOWSKI neemt de Mozartmedaille in ontvangst. Foto: Wolfgang Lienbacher
ERIK BEIJER OVERLEDEN
MOZARTMEDAILLE VOOR MARC MINKOWSKI
De Nederlandse musicus Erik Beijer,
De Franse dirigent Marc Minkowski
prominent lid van het ensemble
is in Salzburg geëerd met de Gou-
Camerata Trajectina, is op 1 maart jl.
den Mozartmedaille. Het betreft de
onverwachts overleden. Hij werd 58
hoogste onderscheiding die door de
jaar. ’Erik was sinds 1982 onze gam-
Stichting Mozarteum wordt uitge-
bist, onze trommelaar, onze opname-
reikt, aan personen die zich op bij-
leider, onze bevlogen zakelijk leider,
zondere wijze inspannen voor het
maar vooral onze vriend,’ memoreer-
werk van Mozart. Hij kreeg de prijs
de de rouwadvertentie namens de
op Mozarts verjaardag, 31 januari,
medemusici. ‘Hij was een stuwende
uitgereikt in de concertzaal van het
kracht achter ons ensemble.’ Beijer
Mozarteum. Minkowski is vooral be-
was getrouwd met Saskia Coolen, de
kend als oprichter en dirigent van Les
blokfluitiste van Camerata; ze hadden
Musiciens du Louvre. Door opera- en
elkaar in het ensemble leren kennen.
concertuitvoeringen is hij sinds 2007
Beijer stond bekend als een multi-
ten nauwste verbonden met de Salz-
talent. Hij studeerde sociologie en
burger Mozartwoche, waar hij sinds
economie. Zijn muzikale activiteiten
2013 de artistieke leiding heeft. De
combineerde hij met het directeur-
Mozartmedaille wordt sinds 1914 uit-
schap van DIGH (Dutch Internation
gereikt. Tot de eerdere laureaten be-
Guarantees for Housing), dat sociale
horen Karl Böhm, Bruno Walter, Alfred
woningbouw mogelijk maakt in Afri-
Brendel, Mitsuko Uchida, Nikolaus
ka, Midden-Amerika en Oost-Euro-
Harnoncourt,
pa. Drie jaar geleden was Beijer me-
Forman, de Wiener Philharmoniker en
de-initiatiefnemer van het klassieke
het Mozarteumorchester Salzburg.
buitenfestival Wonderfeel, waar hij
Minkowski won in 2003 al de Händel-
penningmeester werd. Die functie
prijs van de stad Halle.
vervulde hij sinds kort ook bij de Nederlandse
Klokkenspel-Vereniging.
Vorig jaar trad hij toe tot de artistieke commissie van de Nederlandse Bachvereniging, waar hij de rol van interim-voorzitter op zich nam.
Sandór
Végh,
Milos
BERICHTEN
47
APOLLO ENSEMBLE JUBILEERT MET HET HOOFD VAN HAYDN
EEN PORTRET VAN ORGELBOUWER ARP SCHNITGER?
Het Apollo Ensemble viert zijn vijfen-
Arp Schnitger (1648-1719) was een
Schall aufs Ewig weist’. Schnitger
twintigjarig bestaan met een feeste-
van de grootste orgelbouwers uit de
was vooral werkzaam in het noorden
lijke productie rond Joseph Haydn.
geschiedenis. Maar een portret van
van Duitsland en in Nederland. Ons
Een nieuwe cd met drie van zijn sym-
hem was tot voor kort niet bekend.
land heeft nog elf door hem vervaar-
fonieën in mineur – Trauer, Lamentati-
Nu meent de theoloog en kunsthisto-
digde instrumenten, overwegend in
one en La passione – is door Etcetera
ricus Dietrich Diederichs-Gottschalk
de provincie Groningen.
uitgebracht in combinatie met de ro-
zijn beeltenis gevonden te hebben.
man Het hoofd van Haydn van Theun
Schnitger zou te zien zijn in de St.
de Vries. Het betreft een editie in een
Batholomäus-Kirche van Golzwarden,
beperkte oplage. Haydn voelde zich
een buurtschap van Brake, gelegen
met de Trauer-Sinfonie zo verbonden
tussen Oldenburg en Bremerhaven.
dat hij het stuk op zijn eigen begrafe-
In deze kerk werd Schnitger in 1648
nis verlangde. Echter, toen hij in 1809
gedoopt. In 1698 renoveerde hij hier
overleed, viel Napoleon Wenen binnen
het orgel. Op de rekening schreef hij:
en werd de Oostenrijkse componist
‘Omdat ik in dit dorp geboren en ge-
overhaast begraven, zónder zijn ge-
doopt ben, heb ik niet meer berekend
liefde werk. Ook toen hij jaren later
dan het me gekost heeft, namelijk
een officiële herbegrafenis kreeg,
380 daalders.’ Als tegenprestatie ver-
ging zijn laatste wens niet in vervul-
langde hij, dat hij met zijn beeltenis
ling. Wel bleek toen zijn hoofd te zijn
in de kerk vereeuwigd zou worden.
gestolen. Dit beroemde verhaal inspi-
Diedrichs-Gottschalk meent hem nu
reerde Theun de Vries in 1988 tot het
geïdentificeerd te hebben op een van
schrijven van de historische thriller
de vele panelen die de orgelgalerij
Het hoofd van Haydn, over het onder-
sieren. Ze zijn in de jaren 1700-1701
zoek naar de verdwijning. De roman
geschilderd door Christoph Walzell.
met cd kost €27,50.
Het bewuste paneel van 40 bij 70 centimeter toont vier musicerende heren, drie instrumentalisten en een zanger. De zanger zou Schnitger voorstellen. Hij houdt een opgerold document omhoog. Dit zou volgens Diedrichs-Gottschalk het orgelbouwprivilege voor het graafschap Oldenburg kunnen zijn dat Schnitger had verworven. Onder het paneel staat als spreuk ‘Mein
ARP SCHNITGER, DE TWEEDE VAN RECHTS?
48
TOM Magazine / 02 2017
CD’s
C. MONTEVERDI, N. VICENTINO, C. GUDINO, G. DE WERT, L. MARENZIO: THE MIRROR OF CLAUDIO MONTEVERDI HUELGAS ENSEMBLE O.L.V. PAUL VAN NEVEL HARMONIA MUNDI 88875143482
TEKST / Marcel Bijlo
Dit jaar vieren we de 450ste geboortedag van Claudio Monteverdi. Dit heeft tot nu toe nog niet geleid tot een stroom aan nieuwe opnamen, maar Monteverdi’s muziek staat al decennia in de belangstelling en zijn oeuvre, met acht madrigaalboeken, drie complete opera’s en flink wat kerkmuziek, is al in veel goede uitvoeringen beschikbaar. Uit die opnamen rijst het beeld van Monteverdi als radicale vernieuwer, een componist die rigoureus brak met de polyfone stijl van de renaissance en vrijwel in zijn eentje een compleet nieuwe muzikale taal ontwikkelde. Dit is echter maar één kant van hem. Monteverdi stond bijvoorbeeld helemaal niet afwijzend tegenover de stijl van zijn voorgangers. In zijn Vespro della Beata Vergine (1610), gecomponeerd toen hij aan het hof in Mantua werkzaam was, gebruikt hij inderdaad veel nieuwe muzikale elementen die tot dan toe in de kerkmuziek onbekend waren. Maar hij leverde met deze vespers ook een zesstemmige mis af, geheel volgens de aloude regels van het contrapunt geschreven en gebaseerd op het motet In illo tempore van Nicolas Gombert. Dit deed hij om aan te tonen dat hij ook met de oude stijl nog prima uit de voeten kon en om eventuele scepsis over zijn nieuwlichterij de kop in te drukken. Paul Van Nevel gaat in zijn nieuwste opname op zoek naar Monteverdi’s muzikale voorland, hoewel het genoemde motet van Gombert ontbreekt. De delen van de mis worden afgewisseld met madrigalen van andere componisten. Het werkt prima, soms ook wat vervreemdend. Immers, waar Monteverdi in zijn mis overduidelijk teruggrijpt op de stijl van de Franco-Vlaamse polyfonisten, doen de madrigaalcomponisten juist verwoede pogingen om, binnen de kaders van hun eigen stijl, nieuwe manieren te vinden voor de tekstuitdrukking. Met deze cd toont Van Nevel maar weer eens aan dat de muziekgeschiedenis niet louter een opeenvolging is van stijlperiodes, maar dat er voortdurend interactie heeft bestaan tussen verschillende manieren van componeren. De uitvoering van de mis en de madrigalen ademt de concentratie die we van het Huelgas Ensemble gewend zijn.
CD’S Cd’s
F. LANDINI, G. DE MACHAUT, PH. DE CASERTE: METAMORFOSI TRECENTO LA FONTE MUSICA O.L.V. MICHELE PASOTTI ALPHA 286
M. DA PERUGIA: CHANSONS TETRAKTYS O.L.V. KEES BOEKE ETCETERA KTC 1918 Matteo da Perugia, die begin vijftien-
49
J. OCKEGHEM: MISSA L’HOMME ARMÉ, MISSA QUINTI TONI BEAUTY FARM FRA BERNARDO FB1701743
de eeuw leefde, is een componist van wie we nogal wat verkeerde toeschrij-
Beauty Farm is een nieuwe naam aan
De veertiende eeuw was zowel in
vingen hebben. Dit komt doordat hij
het front van de vocale renaissance-
Frankrijk als in Italië muzikaal een
zich erin specialiseerde alternatieve
ensembles. Vergeet die melige en-
boeiende periode. De muziek werd
versies te schrijven van werken van
semblenaam en luister hoe prachtig
steeds complexer, de muzieknotatie
andere componisten, met name Fran-
en geconcentreerd deze mannen te
navenant verfijnder. Michele Pasotti
se. Zijn muziek klinkt op deze cd van
werk gaan. De hier opgenomen twee
en zijn La Fonte Musica vinden op
Tetraktys dan ook meer naar Dufay
missen van Ockeghem krijgen een
deze cd de ideale balans tussen
dan naar Landini. Tetraktys houdt de
benadering die enigszins doet den-
subtiliteit en spontaniteit, waarbij
tempi laag en kiest voor hoge stem-
ken aan die van het Hilliard Ensemble,
de zangers en instrumentalisten el-
men en instrumenten, zoals het en-
maar toch net wat intiemer is. Het is
kaar voortdurend uitdagen. Maar het
semble dat ook op voorgaande cd’s
pure winst dat er tegenwoordig zo-
klinkt allemaal volkomen naturel, ner-
deed. Mooi vijftiende-eeuws gemij-
veel keus is in benaderingen van deze
gens wordt overdreven op het effect
mer en heel wat anders dan de lezing
muziek. Graindelavoix trekt de laat-
gespeeld. Te midden van de lange no-
die Mala Punica, het ensemble waaruit
ste tijd de meeste aandacht met zijn
tenslierten blijft de tekst overal goed
Tetraktys voortkomt, van Perugia’s
uitbundige versieringen, maar ook
verstaanbaar en dat is een hele pres-
muziek gaf.
een soberder en meer esthetische
tatie! Dit is trecentomuziek op zijn al-
aanpak doet nog steeds wonderen,
lerspannendst.
zo bewijst Beauty Farm.
50
LES ROUTES DE L’ESCLAVAGE 1480-1880 HESPÈRION XXI O.L.V. JORDI SAVALL ALIAVOX AVSA9920
TOM Magazine / 02 2017
A. VALENTE, B. TROMBONCINO, M. CARA: A RENAISSANCE HARPSICHORD TALE CATALINA VICENS CARPE DIEM CD-16312
Het nieuwste project van Jordi Savall,
G. ROVETTA: MESSE POUR LA NAISSANCE DE LOUIS XIV GALILEI CONSORT O.L.V. BENJAMIN CHÉNIER ALPHA 965 Na de dood van Lodewijk XIII in 1643
met twee cd’s, een dvd en een om-
De jonge Chileense Catalina Vicens
liet een officiële Franse troonopvol-
vangrijk tekstboek, is gewijd aan de
heeft een grote affiniteit met het
ger lang op zich wachten. Toen het
zuidelijke slavenroutes. We beginnen
vroegste klavierrepertoire. Op deze
op 5 september 1638 eindelijk zover
eind vijftiende eeuw, toen de Portu-
cd bespeelt ze een Napolitaans klave-
was, was de euforie groot. Overal in
gezen en Spanjaarden de eerste mas-
cimbel uit 1525, dat dus helemaal aan
Europa werden feestelijke missen ge-
sale slaventransporten vanuit Afrika
het begin staat van de ontwikkeling
celebreerd, ook in Venetië. Giovanni
naar Zuid-Amerika organiseerden. We
van het instrument. Het repertoire
Rovetta was assistent-kapelmeester
volgen de geschiedenis van de sla-
dat Vicens opnam past daarbij, met
van de San Marco, later zou hij Monte-
vernij aan de hand van getuigenissen,
eigen bewerkingen van Italiaanse
verdi daar opvolgen, en zijn muziek is
die vaak bijzonder gruwelijk zijn, en
frottola’s en de eerste originele kla-
het uitgangspunt voor de geweldige
muziek die juist meestal opgewekt
viermuziek van bijvoorbeeld Antonio
reconstructie die Benjamin Chénier
en hoopvol van toon is. Savall brengt
de Cabezón. In haar eigen bewerkin-
maakte van de feestmis bij de ge-
weer een bonte schare musici in stel-
gen gaat Vicens te werk volgens de
boorte van Lodewijk XIV. We horen
ling, met dit keer uiteraard ook veel
ontluikende instrumentale praktijk
prachtige
Afrikaanse gastsolisten. Deze uitga-
van de vroege zestiende eeuw. Dit is
waarbij het onvermijdelijk is dat niet
ve nodigt uit tot een diepe duik in de
een bijzondere cd. Zo’n vroeg klave-
alle stemmen en instrumenten altijd
Afrikaanse muziek.
cimbel hoor je zelden.
even goed te volgen zijn. Maar dat
ruimtelijke
opstellingen,
probleem is goed te ondermijnen als u deze cd beluistert met een goede hoofdtelefoon.
CD’S
J.G. WALTHER, I. ALBERTINI, F.W. VOIGT, J. SCHENCK: PHANTASIA MUSICA ANTOINETTE LOHMANN, FUROR MUSICUS GLOBE GLO 5265
J.-.B. LULLY: ARMIDE LES TALENS LYRIQUES O.L.V. CHRISTOPHE ROUSSET APARTE AP135 Hoewel de opera’s van Jean-Baptiste
51
J.-H. FIOCCO: PETITS MOTETS VOL. II SCHERZI MUSICALI O.L.V. NICOLAS ACHTEN MUSIQUE EN WALLNIE MEW 1682
Lully aantrekkelijke muziek bevatten, Violiste Antoinette Lohmann is voort-
bezwijken ze nogal eens onder het ge-
De Brusselse componist Joseph-Hec-
durend op zoek naar onbekend re-
wicht van veel te lange en zware reci-
tor
pertoire uit de zeventiende en acht-
tatieven. Armide is wat dit betreft een
Frans-Italiaanse naam eer aan. In
tiende eeuw. Op deze cd brengt ze
gelukkige uitzondering. Het is Lully’s
zijn motetten is Couperin nooit ver
een aantal werken samen waarin
meest compacte opera met een aan-
weg, maar Pergolesi evenmin. Fiocco
het fantasie-aspect, de stylus phan-
gename afwisseling van recitatieven,
schreef prachtige vocale lijnen waar
tasticus, uitgangspunt is. Johannes
aria’s, koordelen en instrumentale
menig Italiaans componist jaloers op
Schenck is nog de bekendste compo-
stukken. Christophe Rousset en de
zou zijn geweest. Nicolas Achten, hier
nist op deze cd en de echte vioolken-
zijnen geven er een flitsende uitvoe-
te horen als bariton, harpist en lui-
ners zullen ook van Johann Walther
ring van. Verrassing bij de solisten is
tist, beweegt zich met zijn ensemble
hebben gehoord. Maar Johann Baal
Marie-Adeline Henry als Armide, een
Scherzi Musicali meestal binnen het
en Erasmus Kindermann behoren
waardige opvolgster van Guillemette
spectrum van de zeventiende-eeuw-
echt tot de obscuriteiten. Fantasievol
Laurens die deze rol zong in de opna-
se muziek maar blijkt ook met dit wat
is ook het spel van Lohmann en haar
me van Philippe Herreweghe.
latere repertoire prima uit de voeten
medemusici.
Fiocco
(1703-1741)
doet
zijn
te kunnen. Fiocco is een componist die vaker gehoord mag worden.
52
G.PH. TELEMANN: 12 FANTASIAS FOR SOLO FLUTE FRANÇOIS LAZAREVITCH ALPHA 267 François Lazarevitch is een veelzij-
TOM Magazine / 02 2017
G.PH. TELEMANN: CONCERTI PER MOLTI STROMENTI AKADEMIE FÜR ALTE MUSIK BERLIN HARMONIA MUNDI HMC 902261
dig musicus die zowel thuis is in de
D. SCARLATTI: SONATES 4 PIERRE HANTAÏ MIRARE MIR285 Een complete opname van alle 550 klavecimbelsonates van Domenico Scarlatti door Pierre Hantaï zal er
Franse traditionele muziek als in het
Van de Akademie für Alte Musik Berlin
waarschijnlijk nooit komen, maar dit
barokke traversorepertoire. Dat het
hadden we al een paar fantastische
is al wel Hantaïs vijfde selectie uit het
ene genre het andere kan beïnvloe-
Telemann-cd’s en op deze nieuwe
enorme oeuvre. Liefhebbers weten
den bleek uit de opname die Lazare-
haalt het orkest weer alles uit de kast.
het al jaren: Pierre Hantaï is de idea-
virch maakte van Bachs fluitsonates,
We horen onbekende concerten met
le Scarlatti-vertolker. Hij geeft iedere
die opvallend dansant klonken. Ook
allerlei combinaties van instrumenten
sonate precies het juiste affect mee,
in Telemanns fantasieën voor fluit
maar ook het bekende concert voor
zonder te overdrijven – zoals sommi-
horen we die sterk ritmische aanpak.
drie violen uit de tweede Tafelmusik
gen van zijn collega’s doen. Ook na de
Terecht natuurlijk, want Telemann
in een versie voor mandoline, harp en
verschijning van een vijfde selecties-
ging graag te rade bij de volksmuziek
psalterium. Maar het gaat op deze cd
maakt dit repertoire door deze uit-
van zijn tijd en in al zijn instrumenta-
niet alleen om het tot leven wekken
voerder nog altijd naar meer, dus laat
le muziek klinken die invloeden door.
van zoveel mogelijk exotische instru-
die zesde en zevende uitgave maar
Lazarevitch geeft mooi reliëf aan de
menten, want er klinken ook een paar
komen.
passages waarin Telemann de fluit
concerten voor wat conventionelere
quasi-tweestemmig laat spelen en
bezettingen die verder nooit opgeno-
haalt zo echt alles uit deze muziek.
men zijn. Telemann op zijn best.
Musica Sacra Maastricht
met o.a.
Ensemble Gilles Binchois Cappella Mariana Il Gardellino
kunstenfestival t muziek t dans t theater t performance t film t beeldende kunst
In het begin
vraag de festivalbrochure aan via www.musicasacramaastricht.nl/brochure
do t/m zo -
14 17 sept 2017
service rubriek BACHDAG EINDHOVEN Op zaterdag 24 juni organiseert ‘Muziek in de Cathrien’ een BachDag in Eindhoven. Masterclasses met Bach aria’s door Klaartje van Veldhoven. Lezingen, samen koralen zingen met Ruud Huijbregts. Afsluitend, de in Nederlands gezongen Boerenkantate in de ‘Kazerne’. ZOMERAVONDCONCERTEN IN ‘T WOUDT Het Comité Concerten ’t Woudt organiseert in de periode van 13 mei tot en met 2 september een serie van zes Zomeravondconcerten in het historische kerkje van ’t Woudt’. Het eeuwenoude plaatsje ’t Woudt, een beschermd dorpsgezicht, een oase in de Randstad, ligt tussen Delft en het Westland. De concerten vinden plaats op 13 mei, 27 mei, 24 juni, 15 juli, 12 augustus en 2 september.
YA RO
E EN R G L
WICH INTERNA TIO N
EARLY MUSIC
AL
FESTIVAL & EXHIBITION 2017
Thursday 9 - Saturday 11 November 2017 • Fontanella • 21st Century Baroque • Joglaresa • Thomas Tallis Society Choir, Nicholas Mulroy, Orchestra of The Sixteen, Eamonn Dougan • Passacaglia • MOECK/SRP Solo Recorder Playing Competition Finals
Tickets on sale from 1 June
www.earlymusicfestival.com
54
TOM Magazine / 02 2017
COLLEGES OUDE MUZIEK MET JED WENTZ H
oe is de oudemuziekbeweging gegroeid, en waar gaat ze heen? Hoe weten musici vandaag de juiste informatie te vinden om historisch integere uitvoeringen van oude muziek te kunnen verzorgen? Uit welke bronnen putten zij hun inspiratie? In het nieuwe Seizoen Oude Muziek presenteert artistiek adviseur van het Festival Oude Muziek Jed Wentz een zesdelige collegereeks over de wereldwijde ontwikkelingen van de oude muziek.
Waarom is het belangrijk dat we anno 2017 in Nederland stilstaan bij de ontwikkelingen binnen de oude muziek?
‘Ik snap dat je je dat afvraagt, het lijkt er inderdaad op dat Nederland – waar de oudemuziekbeweging sinds de jaren 1960 is gegroeid – juist dé plek is waar het begrip van het fenomeen historische uitvoeringpraktijk onderdeel is van het culturele dna. En het publiek van het Festival Oude Muziek Utrecht is zonder twijfel het best opgeleide en meest getrainde in de hele wereld. Toch hadden we het gevoel dat er altijd geïnteresseerde nieuwkomers zijn, mensen die net kennismaken met de oude muziek en nieuwsgierig zijn naar de achtergronden ervan. Deze collegereeks, in samenwerking met het Conservatorium van Amsterdam, zal zowel die nieuwkomers als de conservatoriumstudenten op hun wenken bedienen. En dan zijn er natuurlijk nog de die-hard oudemuziekfans die al tientallen jaren naar Utrecht komen. Zij zijn wellicht net zo benieuwd naar de laatste ontwikkelingen in het veld, de veranderende houding ten opzichte van wat oude muziek is en waarom oude muziek belangrijk is.’ JED WENTZ
Wat mogen de deelnemers verwachten van de collegereeks?
‘De lezingen zelf duren ongeveer een uur en daarna zal ik nog een halfuur de tijd nemen om op vragen van deelnemers in te gaan. Studenten zullen soms een praktische demonstratie geven van de theorie die we hebben besproken. De onderwerpen lopen erg uiteen,
TEKST / Hetty Groenblad
THEMA / Interview Jed Wentz
COLLEGES OUDE MUZIEK / Met Jed Wentz
55
Het wordt vooral heel leuk, er zijn zoveel verschillende ideeën die we gebruiken bij het creëren van onze hedendaagse interpretaties!’ DETAIL UIT: DE ANNUNCIATIE (1578) door Paolo Veronese
maar komen in de reeks allemaal samen zodat de deelnemers een idee krijgen van wat het inhoudt oude muziek uit te voeren, de dilemma’s waar we tegenaan lopen en de geweldige rijkdom aan ervaring uit het verleden waar we uit kunnen putten. Het wordt vooral heel leuk, er zijn zoveel verschillende ideeën die we gebruiken bij het creëren van onze eigen sound!’
Ben je eigenlijk een strenge leraar?
I.S.M. HET CONSERVATORIUM VAN AMSTERDAM Data 16 okt, 13 nov, 11 dec, 15 jan, 19 feb en 9 apr Aanvangstijd 19.30 uur Locatie Conservatorium van Amsterdam, Sweelinckzaal Voertaal Engels Meer info en kaarten oudemuziek.nl/colleges
(lacht) ‘Dat moet je mijn studenten aan het conservatorium vragen! Ik hoop de deelnemers vooral een inkijk te kunnen geven in mijn visie op de oude muziek, die is gevormd door 35 jaar aan ervaring, en in het discours rondom de discipline om het geluid uit het verleden te herscheppen. De lezingen worden gegeven in het Engels, maar ik beantwoord graag wat vragen in het Nederlands. En ik zal gedurende de reeks zeker suggesties doen om verder te lezen, maar je kunt natuurlijk ook gewoon komen luisteren en je laten meevoeren in een stroom van inspirerende ideeën.’ ■●
56
TOM Magazine / 02 2017
COLOFON Tijdschrift Oude Muziek ISSN 0920-6649 jaargang 32 / nr. 2 – mei 2017 verschijnt 4x per jaar uitgave en productie Stichting Organisatie Oude Muziek Utrecht bureau Plompetorengracht 4 NL-3512 CC Utrecht t. +31 (0)30 232 9000 f. +31 (0)30 232 9001 info@oudemuziek.nl www.oudemuziek.nl correspondentieadres Postbus 19267 NL-3501 DG Utrecht Nederland vormgeving Doretta Rinaldi opmaak Esther de Bruijn drukwerk en bindwerk BCM cover Lucas Cranach de Oude, Postuum portret van Maarten Luther (1546) redactie Thiemo Wind Iris van Korven Susanne Vermeulen medewerkers aan deze uitgave Marcel Bijlo, Jan van den Bossche, Kate Clark, Juliëtte Dufornee, Hetty Groenblad, Agnes van der Horst, Wilmer de Jong, Guido van Oorschot, Sofie Taes, Xavier Vandamme, Jos van Veldhoven, Eddie Vetter, Jed Wentz adverteren tarieven via 030 232 9000 of www.oudemuziek.nl miniadvertenties voor particulieren, € 15 per 4 regels, 140 lettertekens, bewijsexemplaar € 5 deadlines periode 15 februari - 15 mei: 2 januari periode 15 mei - 15 augustus: 1 april periode 15 augustus - 15 november: 1 juni periode 15 november - 15 februari: 1 oktober donateur worden Voor een bijdrage van € 40, € 80, € 160 of € 1.000 aan de Stichting Vrienden Oude Muziek ontvangt u 4x per jaar het Tijdschrift Oude Muziek met alle gegevens over het Festival Oude Muziek en onze concerten. Tevens krijgt u dan de Vriendenpas, waarmee u in aanmerking komt voor diverse kortingen. Zie www.oudemuziek.nl voor alle bijbehorende voordelen of bel met 030 232 9000. Voor mensen met een leeshandicap is dit Tijdschrift ook op cd verkrijgbaar. Inlichtingen: Dedicon, Postbus 24, 5360 AA Grave, 0486 486 486. Het volgende nummer verschijnt medio augustus 2017.
bESTEL nu kaarTEn
binnenkort in Het Concertgebouw
di 26 sept
Nederlands Kamerkoor zingt Requiem van Fauré
za 7 oKt
trio rond Nicolas altstaedt: Vivaldi’s brede spectrum
Mozarts feestelijke La clemenza di Tito orkest van de achttiende eeuw Cappella amsterdam en solisten o.l.v. Kenneth Montgomery wo 22 NoV
Maxim Rysanov & friends Bachs Goldberg-variaties
Ma 18 deC
Holland Baroque: Kerst met de oude meesters ALLES KLINKT MOOIER IN
foto’s: Marco Borggreve, simon van Boxtel, Laszlo emmer, wouter Jansen, wiebrig Krakau
wo 18 oKt
WILT U OOK EEN ROL SPELEN IN DE TOEKOMST VAN OUDE MUZIEK?
Het Festival en Seizoen Oude Muziek staan samen garant voor 250 concerten per jaar, waarvan meer dan 80.000 mensen genieten. Waaronder u. Ondersteun via een legaat of schenking duurzaam de uitvoering van oude muziek in Nederland. Wilt u meer weten over legaten of schenkingen, kijk dan op oudemuziek.nl/legaten voor meer informatie.