TIJDSCHRIFT OUDE MUZIEK / 03 2017
dbd ‘SCHALMEISTER’ KATHARINA BÄUML BRENGT RENAISSANCEMUZIEK TOT LEVEN dbd LORENZO GHIELMI WIJDT NIEUWE ORGEL VAN TIVOLIVREDENBURG IN dbd BENJAMIN ALARD SPEELT BACHS COMPLETE CLAVIER-ÜBUNG UIT HET HOOFD dbd PIERRE HANTAÏ OVER LEONHARDT, DNA, SCARLATTI EN VIRGINALISTEN dbd EN NOG VEEL MEER ...
IK GA NAAR DE FRINGE EN IK NEEM MEE… BEZOEK SAMEN MET UW BUURMAN, TANTE, COLLEGA OF NEEFJE DE GRATIS TOEGANKELIJKE FRINGECONCERTEN IN DE BINNENSTAD VAN UTRECHT. GA NAAR OUDEMUZIEK.NL/FRINGE OM IEMAND UIT TE NODIGEN EN HET COMPLETE FRINGEPROGRAMMA TE BEKIJKEN.
FOTO: SUSANNE VERMEULEN
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
8x + gratis welkomst-cd N R 724 ,
S I N D S 1952 |
M E I | J U N I 2017
Passie voor klassiek
Luister is hét toonaangevende klassieke muziektijdschrift en verschijnt acht keer per jaar.
Zomerfestivals:
❯Robeco SummerNights 2017 ❯Oranjewoud Festival ❯Opera Styx ❯Festival Classique
Nu nog méér pagina’s vol interviews, recensies, beschouwingen en portretten van componisten en uitvoerenden!
Klaartje van Veldhoven
Zoekt naar verbinding van stijlen en culturen
Grande Dame Caroline Kaart
N R 722 ,
M A A R T 2017
SINDS 1952
Passie voor klassiek
N R 719 ,
Growing old gracefully
S I N D S 1952 |
N O V E M B E R 2016
Passie voor klassiek
N R 707 ,
Passie voor klassiek
Pierre Boulez 90 jaar
Een eyeopener voor de echte operaliefhebber
Philippe Herreweghe 70 jaar
Neem nu een jaarabonnement voor € 51,45 plus gratis welkomst-cd of € 5,– korting
J U N I 2015
Maarten Luther-jaar in Duitsland
Wexford Festival Opera
‘Mijn agenda voor de komende vijf jaar ligt al vast’
S I N D S 1952 |
2017
Overzicht van een fabelachtige carrière
Valery Gergiev
Maurizio Pollini 75 jaar
Schatgraven in de collectie
Carolyn Sampson
Nieuwe cd’s op eigen label
Ode aan de bloemen
Nederlands Kamerkoor
Het bekendste oude-muziekfestival ter wereld
MAfestival Brugge
Wereldpremiere met 72 Angels
Philippe Jaroussky in Amsterdam
Robeco SummerNights
De mythe van Orpheus
Een festival waar je je vakantie voor annuleert
Giel Vleggaar
Van componist naar zwemcoach
Monteverdi, Componist van de maand Een hartveroverende grensverlegger
€ 7.99
Liza Ferschtman ‘Ik handel vaak uit naïeve overmoed’
€ 7.99
Joyce DiDonato
‘Kunst verenigt, is grenzeloos en verbindt de onverbondenen’
€ 7.99
Janine Jansen
‘Kamermuziek is mijn grote liefde’
€ 7.95
Ga snel naar www.luister.nl e-mail naar abonnement@bcm.nl of bel 085-7600237 (ma-vrij, 8:30-12:30 uur, lokaal tarief)
OM TE BEGINNEN REFORMATIES IN SOORTEN EN MATEN VAN DE REDACTIE
EN VERDER... OM TE BEGINNEN Reformaties in soorten en maten Van de redactie
2
Drie reformatiegolven in 9 de Nederlanden Nico van der Meel
Vanaf het moment waarop dit nieuwe nummer van TOM bij u op de mat valt, is het nog slechts een kwestie van dagen voordat het 36ste Festival Oude Muziek losbarst. Met opnieuw meer dan 200 concerten, lezingen, workshops en andere evenementen in het verschiet staat deze aflevering van het Tijdschrift Oude Muziek in het teken van de voorpret. Menigeen zal in gespannen afwachting verkeren van het gloednieuwe barokorgel dat zijn permanente huisvesting heeft gevonden in de Grote Zaal van TivoliVredenburg, waar het deze zomer is geïnstalleerd. In dit nummer komt Lorenzo Ghielmi, die het nieuwe instrument als artist in residence mag inwijden en er ook later tijdens het festival nog twee keer op zal spelen, uitgebreid aan het woord. Een andere artist is residence is schalmeispeelster Katharina Bäuml, die in het coverinterview over haar liefde voor renaissancemuziek vertelt. Haar programma’s sluiten aan bij het overkoepelende festivalthema, Zing, vecht, huil, bid – Muziek van de reformaties. Die ene grote reformatie van Luther, dit jaar precies vijf eeuwen geleden, vormt het uitgangspunt, maar ook andere uitingen van reformatie komen dit festival aan bod. Wist u dat in de late middeleeuwen een pre-reformatorische Bosnische stroming bestond die door zowel Rome als Constantinopel van ketterij werd verdacht? Artistiek leider van ensemble Dialogos Katarina Livjani wijdt er een artikel aan. Bij zoveel moois in het vooruitzicht zal niet aan maandag 4 september te ontkomen zijn, de dag waarop het Festival weer voorbij is. Maar in wezen gaat het onverminderd door dankzij het Seizoen Oude Muziek. Ook daarop blikken we alvast vooruit, in interviews met klavecinist Pierre Hantaï, blokfluitist Erik Bosgraaf en zangeres Stefanie True. Voor ons als redactie voelt de nieuwe vormgeving van TOM inmiddels zo vertrouwd, dat we bijna zouden vergeten dat het voor u als lezer wellicht nog wennen is. Maar de vele reacties die we op de nieuwe koers hebben ontvangen, zijn vrijwel unaniem positief tot laaiend enthousiast. Een tijdschrift zo kleurig als de oude muziek zelf: wij wensen u opnieuw veel leesplezier! ■●
Utrecht en de reformatie Jan Van den Bossche
18
Middeleeuws Bosnië en Herzegovina Ketterse engelen 32 Katarina Livljanić Zienswijzen op de dans Beschaafd of ordeverstorend? Thérèse Boshoven STIMU-symposium ‘The seductive power of the musical past’ Jed Wentz Matteo da Perugia in Milaan Sopraan Stefanie True zingt met Tetraktys Marcel Bijlo
34
40
46
RUBRIEKEN Beeldspraak 16 Een luit spelende Luther Tanja Kootte Vriendenhart 27 Instrumentaliteit 42 Erik Bosgraaf over de blokfluit Merlijn Kerkhof Uit de bron Utrechtse stadsspeellieden Thiemo Wind
44
Berichten 48 Cd-besprekingen 50 Seizoen Oude Muziek 54
4
RENAISSANCEMUZIEK IN HET HIER EN NU Katharina Bäuml en haar Capella de la Torre willen swingen! ‘De muziek leeft alleen op het moment van uitvoering, het publiek van nu moet aangesproken worden’, vindt de bevlogen schalmeispeelster.
10
ORGELINWIJDING MET LORENZO GHIELMI De Italiaan Lorenzo Ghielmi mag als eerste het nieuwe barokorgel van TivoliVredenburg bespelen. ‘Ik heb al enigszins een beeld van hoe het zal gaan klinken’, vertelt de artist in residence.
22
ÜBUNG BAART KUNST Klavecinist en organist Benjamin Alard speelt in het Festival Oude Muziek de complete ClavierÜbung van Bach, verdeeld over zeven concerten. En alles uit het hoofd!
36
DE LOKROEP VAN HET KLAVECIMBEL Pierre Hantaï, ook aanwezig in het komende Festival én Seizoen Oude Muziek, vertelt over Domenico Scarlatti, DNA, Gustav Leonhardt en de virginalisten.
4
TEKST / Frederike Berntsen
TOM Magazine / 03 2017
BEELD / Marcel Bakker
THEMA/ Interview Katharina Bäuml
CAPELLA DE LA TORRE VERTELT VERHALEN RENAISSANCEMUZIEK IN HET HIER EN NU Om haar eigen weg te zoeken in de uitvoering van renaissancemuziek, richtte schalmeispeelster Katharina Bäuml het ensemble Capella de la Torre op. Dit jaar is het gezelschap artist in residence in het Festival Oude Muziek.
CAPELLA DE LA TORRE VERTELT VERHALEN / Renaissancemuziek in het hier en nu
5
6
TOM Magazine / 03 2017
Tijdens het Festival Oude Muziek Utrecht treedt Katharina Bäuml driemaal aan met haar Capella de la Torre. Utrecht kende ze al, sterker, daar is haar liefde voor renaissancemuziek aangewakkerd. Op haar veertiende deed ze mee aan een zomercursus, op de schalmei, met een slotuitvoering in de Grote Zaal van wat tegenwoordig TivoliVredenburg heet. Een studie hobo en barokhobo volgde, maar de schalmei bleef haar voorkeursinstrument.
BARBORA KABATKOVA, ARTISTIEK LEIDER VAN HET TIBURTINA ENSEMBLE, KIJKT UIT NAAR HET CONCERT DAT HAAR ENSEMBLE SAMEN MET CAPELLA DE LA TORRE GEEFT: VIDI SPECIOSAM. De musici brengen een door henzelf samengestelde mis ten gehore waarin de maagd Maria centraal staat. Kabatkova: ‘Het is buitengewoon spannend om met Katharina samen te werken. Haar kijk op de muziek komt dicht bij mijn eigen ideeën. Capella de la Torre is een bijzonder ensemble, niet alleen door zijn heldere en kleurrijke timbre, maar ook vanwege het gevoel dat de musici leggen in de werken die ze uitvoeren.’ ‘De muziek van Tomás Luis de Victoria, die in dit programma voornamelijk klinkt, zit vol emoties. Victoria was een meester in het schrijven van mooie melodieën, dat is heerlijk zingen. Het moeilijkste is nog om dat zo eenvoudig mogelijk te doen, zodat de schoonheid van de polyfonie het beste naar voren komt. Tegelijk moet je wel de emoties uit de tekst laten oplichten.’ » (lees verder op pagina 8)
IN
Utrecht draait het dit jaar om muziek rond de reformaties. 2017 is het Lutherjaar, vijf eeuwen geleden spijkerde deze Duitse monnik zijn vijfennegentig stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg, het begin van zijn grote kerkhervorming. Bäuml verplaatst zich in Luthers leefwereld, de uitvoering van renaissancemuziek is de core business van Capella. Naar Utrecht neemt ze drie programma’s mee, zoals ze heel goed in de tijd van Luther samengesteld hadden kunnen zijn. ‘Reconstructies fascineren me’, zegt Bäuml in Berlijn, de thuisbasis van haar in 2005 opgerichte ensemble waarin blazers een hoofdrol vervullen. ‘We vinden het een uitdaging om het publiek mee te nemen op reis, om de luisteraar dicht bij het gevoel van toen te brengen. En natuurlijk is het voor ons ook heerlijk om in die tijd rond te lopen. We doen grondig onderzoek, en gelukkig is er veel bekend over het leven van Luther. Maar uiteindelijk blijft het raden naar de dingen die je niet kunt weten.’ Zo stelde Bäuml een goed onderbouwde lijst met werken samen die met een beetje fantasie heel wel door Luther uitgekozen zouden kunnen zijn voor zijn bruiloft, met alle mogelijke improvisaties van dien, geheel volgens de gebruiken van die tijd. Een van haar concerten, dat op 1 september, heet dan ook Luthers huwelijksfeest. ‘Luther was zich bewust van de kracht die van muziek uitgaat. Hij was een muziekminnend mens, zong als jongetje in het kerkkoor, en later op de Latijnse school. Hij was tenor, speelde luit en componeerde. Wat me fascineert is dat hij via de muziek contact wilde maken met mensen, en dat is precies waar het om draait als je op het podium staat – je wilt iets delen. Luther vertaalde gregoriaanse gezangen van het Latijn naar het Duits, om de teksten voor het volk toegankelijk te maken. Als hij iets met woorden wilde verduidelijken, verwerkte hij de tekst in een lied. Tot zijn lievelingscomponisten behoorde Josquin, diens muziek is vast op zijn bruiloft gespeeld.’ FABELACHTIG GREGORIAANS
→ BARBAORA KABATKOVA
Bäuml wil een verhaal vertellen, zoveel is duidelijk. Maar claimen dat haar concerten klinken zoals dat vijfhonderd jaar geleden het geval moet zijn geweest, doet ze nooit. En alles wat riekt naar een geforceerde benadering die historisch correct is, is uit den boze. Een priester inzetten voor de mis die ze samenstelde? Geen sprake van. ‘Vidi speciosam, een gefingeerde mis uitgevoerd in een nonnenklooster rond 1600, tijdens het festival te beluisteren op 29 augustus, betekent puur muziek voor ons. De zingende dames uit
CAPELLA DE LA TORRE VERTELT VERHALEN / Renaissancemuziek in het hier en nu
De Spaanse componist Tomás Luis de Victoria (1548-1611), geboren en getogen in Ávila, werd na zijn stembreuk naar Rome gestuurd om te studeren aan het Collegio Germanico van de jezuïeten. Daar leerde hij ongetwijfeld de muziek van Palestrina kennen. Vermoedelijk heeft hij zelfs les van hem gehad. Na ruim twintig jaar in Rome te hebben doorgebracht keerde hij terug naar Spanje. Daar werd hij kapelaan van keizerin Maria, de weduwe van Maximiliaan II, dochter van Karel V en zuster van Filips II. In Victoria’s werken is de invloed van Palestrina duidelijk waarneembaar, maar de verschillen zijn al even opvallend: minder imitatie, meer homofone zettingen, kortom nog meer evenwicht tussen muziek en tekst. In het algemeen vertonen zijn composities eigenschappen die kenmerkend zijn voor rooms-katholieke kerkmuziek uit deze periode. Movere staat voorop: het gaat erom de ziel van de luisteraar te beroeren. De woorden moeten wel verstaanbaar zijn, maar de muziek moet het verlangen naar hemelse harmonie stimuleren. Zie ook het artikel ‘Contrareformatie en muziek’ van Eddie Vetter, in TOM / 02 2017.
7
het Tsjechische Tiburtina Ensemble vergezellen ons in deze productie. Hoe zij het gregoriaans in de werken van Tomás Luis de Victoria over het voetlicht brengen, is fabelachtig. Een briljant componist, trouwens, en een van mijn lievelingen. Zelfs al ken je zijn muziek niet al te goed, hij grijpt je hoe dan ook bij de keel.’ VOOR HEDENDAAGSE OREN
‘De richtlijn is om stukken zo uit te voeren dat ze voor hedendaagse oren interessant zijn om naar te luisteren, het publiek van nu moet aangesproken worden. De muziek leeft alleen op het moment van uitvoering. Daarom zou het onzinnig zijn om star en zonder verbeeldingskracht – omdat je nu eenmaal niet precies weet hoe iets geklonken heeft – te spelen. Als je het hebt over de authentieke uitvoeringspraktijk: authenticiteit is voor mij datgene wat musici en publiek samenbrengt. De taal waarin oude muziek is geschreven ziet er anders uit dan dat ’ie klinkt. Ik hou ervan om vrijheid te nemen op de bühne. Uiteraard met het volste respect voor de partituur, die vormt het uitgangspunt – je moet niet denken dat we barokversieringen toepassen in renaissancewerken. Maar daarna is het aan de uitvoerder om de noten wakker te kussen. Wanneer je je volledig inleeft, met alle vooronderzoeken van dien, is de kans het grootst dat je je publiek raakt.’
‘Het is aan de uitvoerder om de noten wakker te kussen’ → CAPELLA DE LA TORRE
‘Bij ons hou je misschien wel een jazzy gevoel over aan een concert. Soms repeteren we en vraagt een van mijn collega’s aan me: wat vind je, zal ik hier dat en dat jazzakkoord invoegen? Graag! roep ik dan, als jij vindt dat dat op die plek past. Muziek moet grooven, als je begrijpt wat ik bedoel. Jazz is sowieso een mooi voorbeeld: een goed jazzconcert klinkt nooit als een interpretatie die van tevoren bedacht is. De toverwoorden voor mij zijn kwaliteit en vrijheid. Om deze weg in te slaan, en uit te vinden dat het voor mij gaat om dit soort levendigheid, uitgevoerd op het hoogste niveau, moest ik mijn ensemble Capella de la Torre oprichten. Met mijn collega’s kan ik mijn gevoel volgen, en een eigen balans opmaken wat betreft de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Improviseren speelt daarin een belangrijke rol. De musici van toen deden dat veel beter en vanzelfsprekender dan wij nu.’
8
TOM Magazine / 03 2017
» (vervolg pagina 6) ‘Eigenlijk’, zegt Kabatkova, ‘is Tiburtina een vrouwenkoor dat zich doorgaans verdiept in de middeleeuwen. Victoria’s muziek zingen we daarom uitsluitend in onze ‘renaissancesamenwerking’ met Capella. Voor dit repertoire heb je ook mannenstemmen nodig, maar omdat de lage partijen in dit geval vervangen worden door de instrumenten van Capella, is het voor ons mogelijk om aan het project mee te werken.’ Hoe zou Kabatkova de klank van haar ensemble omschrijven? ‘Dat kan het publiek beter dan ik! Maar als ik een poging mag wagen: ik hou erg van de klank- en kleurbalans tussen de zangers. Veel van mijn collega’s zijn gerenommeerde solisten, ik vind het heel interessant hoe zij als één persoon klinken als we samen zingen. Daarvoor is vocale intelligentie nodig, en hetzelfde idee over hoe je muziek maakt. En natuurlijk vele jaren van hard werken.’
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017
Tiburtina Ensemble
‘Een van de grootste complimenten die ik eens kreeg van iemand uit het publiek: “Ik wilde helemaal niet naar jullie concert – renaissancemuziek, dat leek me saaier dan saai. Ik werd overgehaald om toch te luisteren en ik vond het fantastisch: wat jullie doen swingt.” Voor mij is renaissancemuziek heel duidelijk niet een soort museum, ik wil meer weerklank genereren voor de muziek uit dit tijdperk, waarin zoveel in gang is gezet door Luther en zijn volgelingen. Muziek uit vervlogen tijden moet leven.’ Help! Ik word monnik! heet een ander programma, dat klinkt op
31 augustus. Waar luisterde Luther naar als student? Een fanfare opent het concert. Verstild gregoriaans – de religieuze muziek die zo belangrijk is geweest in het leven van deze reformator – vormt de afsluiter. Na al deze ontboezemingen: is Katharina Bäuml wellicht in de verkeerde tijd geboren? ‘O nee, absoluut niet. Ik vind het heerlijk dat ik nu leef. Er zijn in de afgelopen eeuwen zoveel meer muziekstijlen bij gekomen. We hebben een prachtig overzicht, en kunnen kiezen wat we spelen. Ik vind het reuze boeiend om te zien hoe de muziek uit Luthers tijd alles wat daarna kwam heeft beïnvloed. Dat gegeven leert je dan ook weer veel over de renaissancemuziek zelf.’ ■●
KATHARINA BÄUML di 29 aug, 17.00 uur Jacobikerk Capella de la Torre / Katharina Bäuml & Tiburtina Ensemble Tomás Luis de Victoria: Vidi Speciosam do 31 aug, 22.30 uur TivoliVredenburg, Hertz Capella de la Torre / Katharina Bäuml Help… ik word monnik! vr 1 sep, 20.00 uur Geertekerk Capella de la Torre / Katharina Bäuml Luthers huwelijk
‘Muziek moet grooven’
9
DRIE REFORMATIEGOLVEN IN DE NEDERLANDEN LUTHERANEN, WEDERDOPERS EN CALVINISTEN
Lutheranen, wederdopers en calvinisten: allemaal hadden ze zo hun eigen repertoire. Tijdens het komende Festival Oude Muziek laat Camerata Trajectina in drie concerten muziek horen van deze drie reformatiegolven in de Nederlanden van de zestiende eeuw. Luthers gedachtegoed vond al snel zijn weg naar de Nederlanden. Zonder gevaar was het niet. Wie standvastig uitkwam voor het nieuwe geloof, belandde op de brandstapels van de Inquisitie. Martelaarsliederen getuigen ervan. Zo ook Luthers allereerste lied, geschreven naar aanleiding van de vroegste executies in Brussel in 1523. Luther, die van muziek hield en zelf luit speelde, ontdekte dat liederen een machtig wapen waren om zijn boodschap te verspreiden. Componis-
ten in zijn nabije kring, zoals Johann Walter en Georg Rhau, maakten van de liederen meerstemmige zettingen, die door Luther van harte werden aanbevolen. Ook de overtuigd katholieke Ludwig Senfl en de Vlamingen Arnoldus de Bruck en Lupus Hellinck droegen hun steentje bij. Luther hield zijn volgelingen voor dat ze niet in opstand mochten komen tegen de boven hen gestelde overheid. De wederdopers, die vanaf 1530 in de Noordelijke Nederlanden actief waren en succes hadden bij het gewone volk, keken hier heel anders tegenaan. Een van hun doelen was om met 144.000 gelovigen een Nieuw Jeruzalem te stichten om aldus de wederkomst van Christus te bewerkstelligen. Geweld werd daarbij aanvankelijk niet geschuwd en dit maakte de wederdopers tot speerpunt van de vervolgingen door de Inquisitie, ook toen de beweging onder leiding van Menno Simons al lang en breed zeer vreedzaam was geworden. De wederdopers omarmden de Souterliedekens – psalmberijmingen op populaire deunen van Willem van Zuylen van Nyevelt – als hún psalmen. Meerstemmige zettingen werden onder andere gemaakt door Jacob Clemens non Papa en Gherardus Mes. Camerata Trajectina besteedt aandacht
TEKST / Nico van der Meel BEELD / Menno Simons (1496-1561), portret door Jan Luyken THEMA / Artikel
aan de Souterliedekens en martelaarsliederen. Het geeft ook stem aan Johannes Stalpart van der Wiele en zijn rooms-katholieke propaganda uit het begin van de zeventiende eeuw, toen het calvinisme de officiële godsdienst was geworden. Het calvinisme had in het begin vooral succes in de Zuidelijke Nederlanden en drong pas later tot het Noorden door. Calvijn was veel politieker dan Luther, wat maakte dat de opstand tegen Spanje en de opkomst van het calvinisme elkaar konden bevruchten. De melodieën van het Geneefse psalter zijn vanaf de tijd van de beeldenstorm (1566) niet meer weg te denken uit Nederland. Camerata Trajectina laat horen hoe de melodieën meerstemmig werden gezet door Goudimel, Le Jeune en Sweelicnk. Luthers oproep om de bijbel te lezen en de betekenis ervan te doorgronden, leidde tot hevige meningsverschillen, zelfs tot scheuringen binnen de verschillende kerkelijke stromingen. Reinier Telle blikt in een lied uit 1617 terug op honderd jaar reformatie en honderd jaar onderlinge twist. Hij roept op tot eenheid, maar voorziet ook de escalatie van het conflict. Hij wist gelukkig niet hoeveel kerkscheuringen er nog zouden volgen. ■●
10
TOM Magazine / 03 2017
‘NA EEN UITVOERING WIL IK HET LIEFST VERDWIJNEN’ LORENZO GHIELMI OPENT HET FESTIVAL OUDE MUZIEK L
orenzo Ghielmi is behalve organist, klavecinist en pianist ook de oprichter en leider van La Divina Armonia. In het komende Festival Oude Muziek mogen de Italiaan en zijn ensemble zich artist in residence noemen. Ghielmi verzorgt drie concerten, twee met zijn ensemble, één als orgelsolist. Ten overstaan van een groot publiek zal hij met zijn musici het nieuwe barokorgel van TivoliVredenburg inwijden. Het instrument is dit festival veel te horen en zou ‘instrument in residence’ genoemd kunnen worden.
» ‘IK GEEF OOK GRAAG LES, ORGELLESSEN, MAAR VOORAL OOK KAMERMUZIEK. TEGEN ORGANISTEN ZEG IK VAAK DAT ZE JUIST VAN NIET-ORGANISTEN VEEL KUNNEN LEREN. ORGANISTEN ONDER ELKAAR ZIJN VOORAL BEZIG MET WELKE REGISTERS JE MOET GEBRUIKEN OF HOE JE TRILLERS MAAKT. DAARDOOR LOOP JE DE KANS HET CONTACT MET DE MUZIEK TE VERLIEZEN. ALS JE MUZIEK MAAKT MET VIOLISTEN, HOBOÏSTEN OF ZANGERS, KRIJG JE VEEL MEER IDEEËN.’
TEKST / Agnes van der Horst
Mochten er muziekliefhebbers zijn die in enigerlei mate last hebben van een – waarschijnlijk in hun jeugd opgedaan – ‘orgeltrauma’, dan kunnen zij zich dit festival door Ghielmi laten genezen. Met één vinger op de orgeltoets en een paar lichte tikjes op de pedalen doet hij iedere associatie met briesende en stampende organisten verdwijnen. Tijdens dit interview was het nieuwe instrument nog lang niet klaar en zelfs nog niet eens getest. Hoe spannend is het voor Ghielmi om meteen en plein public zo’n onbekend en nieuw instrument van een revolutionair ontwerp (zie het artikel in TOM 02 / 2017) uit te proberen? Dat valt mee, verzekert de sneeuwwitharige en -bebaarde organist met zijn karakteristieke craquelé-stem. ‘Toen ik als organist begon, ging ik wel eens een paar dagen voordat ik moest spelen naar het instrument om er vertrouwd mee te raken. Tegenwoordig heb ik dat niet meer nodig. Ik kan op de dag van het concert achter het orgel gaan zitten en toch snel grip krijgen op het instrument: begrijpen hoe ik het optimaal kan bespelen en hoe ik het kan laten klinken in de ruimte waar het staat. Door de informatie die ik van de orgelmakers en orgelontwerper kreeg, heb ik het vertrouwen dat het Utrechtse instrument heel goed is ontworpen en heb ik ook al enigszins een beeld van hoe het zal gaan klinken.’
BEELD / Sergio Caminata
THEMA / Interview Lorenzo Ghielmi
Title / Subtitle
11
12
TOM Magazine / 03 2017
VERRASSEND EN VERFIJND
Lorenzo Ghielmi viel al op jonge leeftijd voor de klank van het orgel. ‘Het was bijna instinctief’, zegt hij daarover. ‘Ik speelde als kind een beetje piano, toen ik tijdens een zomervakantie in de bergen een jonge jongen in een kerk orgel hoorde spelen. Ik ging naar het orgelbalkon en toen ik eraf kwam zei ik tegen mijn ouders: ik speel geen piano meer. Ik wil orgel spelen!’ Hij studeerde orgel en klavecimbel aan de Schola Cantorum in Bazel en is inmiddels een over de hele wereld een veel gevraagde solist en continuo-speler. In 2005 richtte hij La Divina Armonia op. Tijdens het Festival Oude Muziek van 1989 trad hij (toen nog met zwart haar en dito baard) op met violist Jaap Schröder. Sindsdien is hij een welkome festivalgast. In 2012 voerde hij met La Divina Armonia cantates uit van Buxtehude, Bruhns, Böhm en Bach, een concert dat veel indruk maakte. Ghielmi is een organist die zijn vingers kalm en sierlijk over het klavier laat dansen. Je ziet ze soms nauwelijks bewegen. De muziek die hij uitvoert, zowel met La Divina Armonia als in zijn eentje aan het orgel, klinkt altijd welsprekend, verrassend en verfijnd. MUZIKALE PERSOONLIJKHEDEN ORGANISTENMUSIK Titelpagina van J.G. Walther, Musicalisches Lexicon (1732)
Op 31 oktober 1517 spijkerde Luther zijn stellingen op de deur van de slotkapel in Wittenberg. Diverse protestantse geloofsgenootschappen herdenken dit jaarlijks op diezelfde datum. Daarom staat de laatste dag van oktober bekend als Hervormingsdag.
Ghielmi opent het Festival met Bachwerken, waarmee hij de verschillende kanten en kwaliteiten van het nieuwe orgel kan laten horen. ’Het klinkt als solo-instrument en als continuo-instrument. In de solostukken, Preludium & Fuga BWV 545 – aangevuld met het Adagio uit Toccata, Adagio en Fuga BWV 564 – en de Aria variata BWV 989, komt duidelijk naar voren dat Bach zich graag door de Italiaanse muziek liet beïnvloeden. Het thema van de Aria variata is waarschijnlijk ook van Italiaanse origine. Tijdens die variaties gebruik ik alle registers van het orgel. Daarna volgt de cantate Geist und Seele wird verwirret BWV35, waarin het orgel een solorol vervult. Er is geen echt orgelconcert van Bach overgeleverd, maar in een cantate als deze fungeert het in de drie aria’s als extra stem, de tweede solist. Bovendien zijn instrumentale delen van de cantate, het Concerto en de Sinfonia, in wezen mini-orgelconcerten. Met deze uitvoering gaan we bewijzen dat dit grote barokorgel als continuo-instrument thuishoort in een Bachcantate, beter dan een kistorgel. Met een andere cantate, Gott der Herr ist Sonn und Schild BWV 79 leggen we het accent op het thema van het Festival, reformaties. Bach componeerde het voor Hervormingsdag op 31 oktober 1725. Het is een feestelijk en grootschalig stuk met hobo’s, hoorns, strijkers, koor en drie solisten.’ ‘Bach vereist bijzondere zangers. Voor zijn muziek moet je mensen hebben die gevoelig zijn voor taal en tekst. Zangers die niet uitsluitend bezig zijn met de schoonheid van hun aria’s en coloraturen, maar die zich vooral richten op het overbrengen van de tekst. In deze cantate is overigens niets meer hoorbaar van de Italiaanse invloed op Bach. Dit is echt helemaal Bach. Maar, omdat alle musici uit Italië komen, krijgt Bach onwillekeurig toch een Italiaans tintje. En dat is ook goed. Smaak en nationale achtergrond moeten niet worden genegeerd of ontkend. Elk land heeft zijn eigen manier en school van muziek maken. Ik hoor onmiddellijk (dat geldt vooral voor violisten) of een musicus uit Frankrijk, Engeland of Italië komt. Kiezen voor een instrumentalist uit een bepaald land is dus kiezen
‘NA EEN UITVOERING WIL IK HET LIEFST VERDWIJNEN’ / Lorenzo Ghielmi opent het Festival Oude Muziek
13
voor een bepaalde interpretatie. Ik hoop dat dit ook zo blijft. Het gevaar van opnamen, media, internet is dat mensen de stijl van een beroemde uitvoerder gaan kopiëren, waardoor de diversiteit van al die verschillende muzikale persoonlijkheden verdwijnt. Voor ik mijn eigen ideeën en interpretatie van deze twee cantates heb bepaald, luister ik bewust niet naar uitvoeringen van anderen. Met het risico (zijn stem schiet omhoog in een aanstekelijk lachje) dat ik daarna een opname hoor, waarbij ik denk: o help, zo is het veel beter!’ OPROEP TOT VREDE
» VAN GHIELMI WORDT GEZEGD DAT HIJ HET ORGEL KAN LATEN ZINGEN, HOEWEL DAT PRAKTISCH GEZIEN EIGENLIJK NIET KAN. HOE DOET HIJ DAT? Ghielmi: ‘Als je speelt moet je denken in forte en piano, ook al zijn de manieren om dat te veroorzaken op elk instrument anders. Maar als je niet denkt in dynamiek, maak je geen muziek. Je moet daarbij wel uitvinden hoe je dat dynamische beeld vertaalt naar het orgel.’
LORENZO GHIELMI
Ghielmi’s overige concerten dragen de titels Organistenmusiken en Tussen twist en verzoening. Met organistenmuziek bedoelen we de muziek die organisten componeerden, organiseerden en uitvoerden toen ze ook leidinggevende, creatieve en pedagogische functies gingen vervullen, verklaart Ghielmi. ‘Waarschijnlijk was Franz Tunder in Lübeck een van de eersten. Hij nodigde violisten en zangers uit om bij hem op het orgelbalkon muziek te maken bij bijzondere vesperdiensten. Hiervoor werd de benaming Organisten-Musiken gebruikt. Tijdens dit concert laat ik er een kleine bloemlezing van horen: werken van grote organisten als Dieterich Buxtehude, Vincent Lübeck, Franz Tunder en Johann Adam Reincken. Het zijn kleinschalige cantates en concertante stukken, maar heel speciaal en verfijnd, gemaakt voor uitvoeringen rónd het orgel, dus niet uitsluitend óp het orgel – dit is in wezen orkestmuziek. Later ontwikkelden die Organisten-Musiken zich tot de grote cantates en passies. Tegen die tijd was de organist, die vóór de luthertijd gewoon een van de musici van de cappella was, even belangrijk geworden en even goed betaald als een maestro di cappella, een kapelmeester.’ Lorenzo Ghielmi’s laatste optreden in het Festival is een soloprogramma en misschien ook wel het kleurrijkste van zijn drie concerten. ‘Ik laat erin horen wat er muzikaal gebeurde in de diverse landen waar reformaties en contrareformaties plaatsvonden. Welke muziek Luther tegenkwam in Rome, wat er gebeurde in Engeland in de tijd waarin William Byrd katholiek was en de koningin anglicaans werd.’ Omwille van die diversiteit en variatie last Ghielmi korte intermezzi in, waaronder Trivium, een kort stuk van Arvo Pärt. ‘Arvo Pärt en ik delen ongeveer dezelfde esthetiek, namelijk dat een mooi stuk niet gecompliceerd hoeft te zijn. Ik heb al zijn orgelmuziek opgenomen, daardoor hebben we elkaar een paar maal ontmoet.’ (De desbetreffende cd, Tintinnabulum, kwam in 2001 uit.) De Estse componist en de Italiaanse organist delen ook een sterke maatschappelijke betrokkenheid. Ghielmi: ‘Toen ik las over die reformaties en contrareformaties realiseerde ik me hoeveel gruwelijks er gebeurde tijdens die omwentelingen. Veel mensen werden gedood en dat allemaal voor het geloof in de naam van God. Daarom – en ook gezien wat er nu allemaal om ons heen gebeurt met een groepering als IS – wilde ik voor dit programma zelf ook een compositie schrijven, een oproep tot vrede. Tien dagen geleden ben ik eraan begonnen en nu ik een week vrij heb hoop ik het af te maken. Het is een kort intermezzo, ongeveer even lang als het stuk van Pärt. Ik schrijf het op de cantus firmus van de gregoriaanse hymne Da nobis pacem, Domine.’
14
TOM Magazine / 03 2017
LA DIVINA ARMONIA LORENZO GHIELMI
DIENAAR VAN DE COMPONIST
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 LORENZO GHIELMI vr 25 aug, 20.00 uur TivoliVredenburg, Grote Zaal La Divina Armonia / Lorenzo Ghielmi Bubbels met Bach zo 27 aug, 23.00 uur TivoliVredenburg, Hertz La Divina Armonia / Lorenzo Ghielmi Organistenmusiken: cantates, concerti en motetten di 29 aug, 11.00 uur TivoliVredenburg, Grote Zaal Lorenzo Ghielmi Tussen twist en verzoening
Wanneer ik Ghielmi vraag of hij, als veel organisten, het wel prettig vindt niet zo zichtbaar te zijn voor het publiek, zegt hij dat gevoel wel te herkennen. ‘Je bent daardoor geconcentreerder, meer bezig het orgel de vertolker te maken van de diepe aspecten van de muziek. Voor mij zijn die religieus, maar ook voor een niet-religieus publiek kun je die diepere aspecten laten horen, waardoor de muziek langer beklijft dan het moment dat ze klinkt. Voor veel uitvoerders zijn er twee uitgangspunten. In het ene gaat het om het respect voor de componist. Dat is de filologische houding: je studeert en onderzoekt zo nauwkeurig mogelijk wat de componist heeft bedoeld. Je leest ieder detail om te weten wat het stuk jou zegt, om dat vervolgens door te geven aan het publiek. Het tweede is dat jij als uitvoerder de belangrijkste bent. Ik ben van het eerste uitgangspunt. In mijn ogen is de musicus de dienaar van de componist. Na een uitvoering wil ik het liefst verdwijnen. Ik vind soms zelfs dat de muziek wordt verstoord door het applaus.’ ■●
‘Voor ik mijn eigen ideeën en interpretatie van deze twee cantates heb bepaald, luister ik bewust niet naar uitvoeringen van anderen.’
ADVERTENTIE
BEELDSPRAAK
EEN LUIT SPELENDE LUTHER ‘DE VREDE METTER HANT’
TANJA KOOTTE IS J.G. VAN OORDCONSERVATOR VOOR HET NEDERLANDSE PROTESTANTISME BIJ MUSEUM CATHARIJNECONVENT IN UTRECHT
Al tokkelend op zijn luit zit Maarten Luther op dit schilderij aan een met wit damast gedekte tafel. Hij bevindt zich in een bont gezelschap. Zijn tafelgenoot is een man die aan zijn hoofddeksel, de tiara, te herkennen is als een paus. Links van hem zit een in een tabbaard geklede, bebaarde man, die de trekken heeft van reformator Johannes Calvijn. In een hoekje doopt iemand zijn brood in een vleesschotel: het is een wederdoper, een doopsgezinde. Het gezelschap schrikt op wanneer een in het rood geklede vrouw het vertrek binnenstapt.
Dit zeventiende-eeuwse schilderij, door een anonieme maker, verblijft deze zomer op de Wartburg in Eisenach, de plek waar reformator Maarten Luther de bijbel vertaalde. Vanaf 22 september is het werk te zien op de grote expositie Luther die in Museum Catharijneconvent wordt georganiseerd in het kader van de herdenking van 500 jaar reformatie. De kracht van Luther staat hierin centraal. De reformator wist immers de kracht van de media – woord, beeld, muziek – uitstekend te gebruiken om zijn ideeën uit te dragen. Zijn denkbeelden kwa-
17
TEKST / Tanja Kootte BEELD / Anoniem, ca. 1650: Vrede maant de Kerken tot verdraagzaamheid
men zo ook in de Nederlanden terecht. Waarom wordt Luther op dit schilderij met een luit afgebeeld? De reformator uit Wittenberg was inderdaad een groot muziekliefhebber. Hij had een muzikale scholing ontvangen als onderdeel van zijn opleiding aan de Latijnse school. Toen hij later naar de universiteit ging, vormde musica een van de vrije kunsten waarin hij werd onderwezen. Hij speelde de luit op hoog niveau. En was, aldus Lyndal Roper in haar zeer lezenswaardige biografie Luther, bovendien een ‘briljante auteur van gezangen’. Zijn eerste lied schreef hij naar aanleiding van de dood van twee van zijn volgelingen die in 1523 in Brussel op de brandstapel werden omgebracht. Daarna volgden vele liederen waarvan er enkele nog altijd in Nederlandse protestantse kerken gezongen worden. De luit op dit schilderij kan dus verwijzen naar Luthers muzikaliteit. Vooral in de negentiende eeuw beeldde men Luther graag zo af: al luit spelend te midden van zijn gezin. De voormalige Luther had het celibaat immers afgeschaft voor zijn volgelingen en was in
1525 zelf gehuwd met de gewezen non Katharina von Bora. Dit huwelijk gold sindsdien als ‘voorbeeldig’. In de eeuw waarin de huiselijkheid volop werd gekoesterd, komen we de luit spelende Luther samen met zijn zingende familieleden tegen op prenten en schilderijen. Om het allemaal nog sfeervoller te maken, werd soms ook nog een kerstboom afgebeeld. Maar op het hier besproken werk heeft de luit nog een andere betekenis. Dat wordt duidelijk wanneer we de figuren beter bekijken en ook de bij hen geschreven bijschriften lezen. De paus houdt een schaal melk vast; op zijn schoot zitten twee katten. De tekst spreekt over de ‘catte’ die ‘lecken’, een verwijzing naar de katholieken. Calvijn perst een sinaasappeltje uit over een gebraden kalf. De tekst heeft het over een ‘calf fijn’ die met het sap van ‘oraignen’ wordt overgoten. Dit verwijst naar de verbinding tussen het huis van Oranje en de calvinisten die in die tijd in e Nederlanden de heersende kerk vormden. De ‘wederdoper’ herdoopt letterlijk zijn brood nog eens in de jus. En Luther? ‘Ick raecke de luÿt teer aen’, zegt zijn tekst en wanneer je dat hardop leest, is het woord
‘lutheraan’ te horen. Luther is hier niet alleen de muzikale reformator maar vooral de representant van zijn geloofsgroep, de lutheranen. Die vormden in het Nederland van de zeventiende eeuw een minderheidsgroepering, evenals de doopsgezinden en de katholieken. De tekst bij de in het rood geklede vrouw met een olijftak in haar hand is de sleutel tot het begrijpen van dit schilderij. Zij maant de aanwezigen ‘de vrede metter hant’ te nemen, kortom de onderlinge vrede tussen de geloven te bewaren. Een actueel thema. ■●
NATUURLIJK IS ER NOG VEEL MEER TE ONTDEKKEN OP DIT SCHILDERIJ. DAT KAN VANAF 22 SEPTEMBER 2017 T/M 28 JANUARI 2018 OP DE TENTOONSTELLING LUTHER IN MUSEUM CATHARIJNECONVENT, UTRECHT.
18
TOM Magazine / 03 2017
UTRECHT EN DE REFORMATIE Hoe de oude bisschopsstad in korte tijd compleet veranderde
DE HERTOG VAN ALVA, geportretteerd door Antonio Moro (1549), DE UTRECHTSE DOM OP EEN STADSGEZICHT van Herman Saftleven (ca. 1664)
TEKST / Jan Van den Bossche
DIRCK VAN DELEN: Beeldenstorm in een kerk (1630) PORTRET VAN KAREL V, door (?) Lambert Sustris (1648)
THEMA / Artikel
UTRECHT EN DE REFORMATIE
19
morrelen aan de keizerlijke troon. Op de Rijksdag van Worms van 1521 kon de eenentwintigjarige keizer dan ook niet anders dan Luther in de rijksban doen. Toen Frederik III, keurvorst van Saksen, hem in bescherming nam, werd de reformatie officieel een politiek conflict.
IN
de zestiende eeuw kwam er een definitief einde aan de hegemonie van de Res publica christiana. Eeuwenlang hadden paus en keizer, niet altijd van harte overigens, de heerschappij over Europa en sinds kort ook over de nieuwe wereld gedeeld. Dat veel te grote imperium ging uiteindelijk ten onder aan innerlijke verdeeldheid. Noord- en Zuid-Europa kwamen in een vechtscheiding terecht die zich meer dan een eeuw voortsleepte en verstrekkende gevolgen had: religieuze, maar ook politieke, culturele en taalkundige. Het was een geopolitieke aardbeving van ongekende proporties. Het ontstaan van Nederland hangt er direct mee samen, en Utrecht, lange tijd het kerkelijke centrum van de Noordelijke Nederlanden, was een van de epicentra. De laatste christelijke ridder Keizer Karel V was met zijn rijk waarin de zon nooit onderging de laatste belichaming van de middeleeuwse droom van het universele christelijke imperium. Maar ondanks zijn vele reizen – hij somde ze allemaal op toen hij in 1555 in Brussel troonsafstand deed – was hij niet in staat gebleken om de boel bij mekaar te houden. En ook de Ottomaanse dreiging kon als gemeenschappelijke vijand de christelijke wereld niet langer verenigen. De tijd dat de paus het hele christendom kon mobiliseren voor een kruistocht tegen de ongelovigen was allang voorbij. Zowel de paus als de keizer raakte zijn grip op Europa kwijt. Tegen deze politieke achtergrond speelde de reformatie zich af, en wat begon als theologische haarkloverij, liep uit op een strijd om politieke ontvoogding. Van oudsher ontving de keizer zijn macht van de paus en morrelen aan de Heilige Stoel was
Tegen de Domtoren! De augustijner monnik Maarten Luther, die vijfhonderd jaar geleden zijn 95 stellingen op de deur van de slotkerk in Wittenberg gespijkerd zou hebben, had niet het monopolie op de kritiek aan het adres van Rome. De katholieke kerk kende een lange traditie van interne zuivering. Met grote regelmaat probeerden kritische predikers en theologen de moederkerk op het rechte pad te houden. Luthers aanklacht tegen de bouw van de Sint-Pieter in Rome stond in een traditie. Zo had Geert Grote, de grondlegger van de Moderne Devotie, in een veertiende-eeuws traktaat (Contra turrim Traiectensem) al geprotesteerd tegen de bouw van de opzichtige Domtoren in Utrecht. Voor de kritische beweging van Luther bestond dus ook in de Lage Landen een vruchtbare bodem. Het lutheranisme zelf bereikte al vrij snel de buurt van Utrecht: in 1520 werd in Woerden de basis gelegd voor de eerste lutherse gemeente van Nederland. Maar verder bleef deze stroming in ons land eerder marginaal. Andere splintergroeperingen zoals de sacramentisten en de wederdopers hadden hier aanvankelijk meer navolging. En vanaf 1540 drong het calvinisme definitief door. Aartsbisdom In de late middeleeuwen was Utrecht de belangrijkste stad van de Noordelijke Nederlanden en een rijk en prestigieus religieus centrum, wat ook vandaag in de bijnaam ‘Domstad’ nog doorklinkt. Bijna de helft van de stadsoppervlakte werd in beslag genomen door religieuze instellingen en gebouwen: kapittels, kerken, kloosters en gasthuizen. Als ‘gewoon’ bisdom viel Utrecht onder het gezag van de aartsbisschop van Keulen. Filips II, die behalve Spanje ook de Nederlandse erflanden van Keizer Karel had geërfd, was stellig van plan zijn vader te overtreffen in de strijd tegen de ketterij. Te elfder ure probeerde hij de positie van de Domstad als katholiek bolwerk nog te verstevigen door er bij de paus op aan te dringen Utrecht, net als het Vlaamse Mechelen, tot aartsbisdom te verheffen. Dat gebeurde in 1559. Het mocht niet meer baten. De reformatie kreeg in Nederland steeds meer vaste voet aan de grond. Er werd aanvankelijk vooral buiten de grote steden gepredikt in de zogenaamde ‘hagenpreken’, maar uiteindelijk bereikte de nieuwe leer ook de grote stadscentra, inclusief Utrecht.
20
TOM Magazine / 03 2017
Beeldenstormen In de zomer van 1566 mondde een uit de hand gelopen hagenpreek in Vlaanderen uit in de eerste beeldenstorm in de Lage Landen. En ook zonder de hulp van Facebook en Twitter verspreidde dit fenomeen zich als een lopend vuurtje. In datzelfde jaar ging een groepje van vijfhonderd man twee dagen tekeer in de Utrechtse parochiekerken, en in de kloosters van de predikheren (dominicanen) en de minrebroeders (franciscanen) – dat waren de bedelorden die het actiefst waren in de vervolging van de ketters. Het stadsbestuur ging door de knieën en stelde de Jacobikerk ter beschikking aan de opstandelingen. Dat alles was natuurlijk niet naar de zin van Filips II. Hij liet zijn halfzus en landvoogdes Margaretha van Parma het besluit terugdraaien, en stuurde vervolgens de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Alva voerde een schrikbewind in Utrecht en strafte zowel de protestanten als het stadsbestuur, dat veel te toegeeflijk was geweest. Vijfenzestig Utrechters werden terechtgesteld. Het merendeel van de Utrechtse bevolking bleef overigens katholiek, maar door de harde repressie van Alva en zijn bandeloze soldaten groeide het anti-Spaanse sentiment met de dag. Na het vertrek van het Spaanse legioen in 1577 keerde de rust even weer, maar twee jaar later sloeg de vlam weer in de pan. Na een nieuwe beeldenstorm kregen de calvinisten nog meer kerken toegewezen. Toen een aantal Spaansgezinde zuidelijke gewesten zich in 1579 verenigden in de Unie van Atrecht (Arras), reageerde het Noorden met de Unie van Utrecht. Dit was vooral een politieke daad. De Unie van Utrecht was een belangrijke stap op de weg naar een onafhankelijke Republiek. In maart 1580 kwam het tot een derde beeldenstorm, waarbij de tot dan toe gespaarde Domkerk het moest ontgelden. In dat jaar ging Utrecht officieel over tot de reformatie en werd de uitoefening van de katholieke godsdienst verboden. De overgebleven beelden en versieringen werden in een vierde, relatief vreedzame beeldenstorm verwijderd. De nog steeds talrijke katholieken waren voortaan aangewezen op schuilkerken. Orgel en samenzang De reformatie pakte aanvankelijk niet goed uit voor de muziek, ook al erkende Luther de kracht van het religieuze lied (“weil die lieben Engelein selber Musikanten sein”). Maar het calvinisme was strenger. De provinciale synode van Dordrecht (1574) verbood het orgelspel tijdens de liturgie en vier jaar later deed ze er nog een schepje bovenop: de orgels moesten uit de kerken verdwijnen. Zover kwam het echter niet, want de orgels waren doorgaans in het bezit van het stadsbestuur, dat meestal ook zelf de organist in
dienst had. Dit is ook de reden waarom de meeste orgels in Nederland de verschillende beeldenstormen hadden overleefd. Ten tijde van de reformatie waren ze vaak nog vrij nieuw, en ze werden minder dan de middeleeuwse beelden en altaren geassocieerd met het decadente Rome. Na de reformatie werden orgels veel bespeeld buiten de eredienst, bijvoorbeeld in avondlijke concerten, zoals de later beroemde Abendmusiken van Buxtehude in Lübeck. In de loop van de zeventiende eeuw, werden ze – onder andere op voorspraak van Constantijn Huygens – steeds meer gebruikt om de anders in de soep draaiende samenzang van de gemeente te begeleiden en vooral in goede banen te leiden. Maar zonder slag of stoot ging dit niet. Met name de Utrechtse theoloog Gisbertus Voetius was het er niet mee eens. De bijbel kende het orgel niet, en instrumenten waren sowieso onderdeel van een oude joodse traditie die voor de christenen niet relevant was. De orgelstrijd werd nooit helemaal beslecht. Er werd op de Nederlandse manier gepolderd: tijdens grote feesten bleef de orgelkast vaak dicht. Vredenburg De reformatie betekende het einde van het prestige van Utrecht als meest vooraanstaande stad van de Noordelijke Nederlanden. Veel sporen van die woelige tijden zijn vandaag nog zichtbaar, zoals de vernielingen in de Dom. Andere getuigen zijn de verschillende schuilkerken zoals de Maria Minor waar nu café Olivier is gevestigd, of de prachtige zeventiende-eeuwse Gertrudiskapel. Kloosters kregen nieuwe bestemmingen. Zo kreeg het Reguliersklooster aan de Oudegracht de functie van stedelijk weeshuis; de bijbehorende kerk werd later poptempel Tivoli en is nu Kytopia. Het Minderbroederklooster aan het Janskerkhof werd in gebruik genomen als Statenkamer, de zetel van de Staten van Utrecht. Aan de rand van de oude binnenstad ligt nog steeds het plein genoemd naar de ‘Vredeborch’, de zogenaamde dwangburcht die Keizer Karel er liet bouwen, en vanwaar de Hertog van Alva met kanonnen de opstandelingen beschoot. Geen wonder dat de Utrechtse bevolking na het vertrek van de Spanjaarden in 1577 besloot om de burcht eigenhandig te slopen. Tegenwoordig staat daar het imposante zalencomplex waar zich in 2017 een groot deel van het Festival Oude Muziek afspeelt. ■●
(RECHTS) IN DE DOMKERK ZIJN DE GEVOLGEN VAN DE BEELDENSTORM (1580) NOG GOED TE ZIEN. In de grafkapel van bisschop Jan van Arkel bevindt zich het retabel van St. Anna-te-drieën uit circa 1500. Alle gezichten werden weggehakt. Het retabel verdween achter een muur en werd pas in 1919 teruggevonden.
22
TOM Magazine / 03 2017
ÜBUNG BAART KUNST BENJAMIN ALARD DOET BACH-MARATHON Benjamin Alard bereidt zich voor. Niet enkele weken, niet enkele maanden, maar vele jaren. Zoveel tijd kost het om grip te krijgen op Bachs vier bundels Clavier-Übungen en ze vervolgens integraal uit te voeren in zeven Utrechtse festivalconcerten. Uit ’t hoofd! Waanzin? Alard vertelt.
“
» ‘ALS JE NIET WILT NABOOTSEN WAT JE HEBT GEHOORD, HEB JE TIJD NODIG OM AFSTAND TE NEMEN.’
TEKST / Albert Edelman
De tijd leek rijp, maar een echt plan was er niet. Neem de Goldbergvariaties. Ik speel die al een hele tijd, de eerste stappen zette ik in 2006. Sindsdien heb ik tijd genomen om te sleutelen, te spelen, en vervolgens weer te vergeten. Het is inmiddels meer dan een jaar geleden dat ik de Goldbergs voor het laatst speelde, ze zijn helemaal uit m’n hoofd verdwenen. En nu keer ik erbij terug. Dat proces van vergeten, dat loslaten, daar ben ik blij mee, het is heel gezond. Met Die Kunst der Fuge zit ik nu in hetzelfde stadium: na twee jaar pauze pikte ik het stuk weer op en vond ik een nieuwe betekenis in de muziek. Het is een interessant probleem bij zulke bekende werken: als je niet wilt nabootsen wat je hebt gehoord, heb je tijd nodig om afstand te nemen. Het idee voor mijn Bach-marathon ontstond twee jaar geleden tijdens een gesprek over het festivalthema met Xavier Vandamme. Reformatie, dat deed me in eerste instantie denken aan ClavierÜbung III. Die bundel, later bijgenaamd Deutsche Orgel-Messe, is op zichzelf al een historisch symbool, want Bach liet dit deel uitgeven in 1739, precies twee eeuwen nadat Luther zelf met een preek in de Thomaskirche het protestantisme in Leipzig introduceerde. Ik ga Clavier-Übung III verdelen over twee concerten, waarin ik op het nieuwe orgel van TivoliVredenburg speel. Op 28 augustus begin ik met de ‘kleine catechismus’. Dit zijn echte koraalvoorspelen, vaak heel kort, helder en niet te moeilijk, dus geschikt om snel toe te voegen aan de dienst. Ik overweeg zelfs nog om het publiek de gemakkelijk te volgen koralen te laten meezingen. Zou dat lukken in Nederland? Twee dagen later is het dan tijd voor de ‘grote catechismus’, langere werken met pedaal, die ik zie als poëtische meditaties over het desbetreffende koraal. Met hun grotere afstand tot de koraalmelodie zijn ze duidelijk geleerder, moeilijker om uit te voeren, en met verder doorgedreven beelden. Zo klinken in Aus tieffer Not twee stemmen in het pedaal, waardoor je als speler bijna letterlijk
BEELD / Susanne Vermeulen
THEMA / Interview Benjamin Alard
Title / Subtitle
23
24
TOM Magazine / 03 2017
J.S. BACH
de weg kwijtraakt, een mooi symbool voor hoe de mens soms het vertrouwen in het leven verliest. Clavier-Übung III bewijst voor mij dat Bach zijn muziek niet publiceerde voor het geld. De edities waren zeer kostbaar en lagen bovendien stilistisch niet erg goed in de markt. Als hij publiceerde, dan was het om een spoor achter te laten van zijn kunnen. Hij had (terecht) de indruk dat hij behoorde tot misschien wel de laatste generatie van auteurs die muziek zagen als ‘wetenschap’, kunst die bestudeerd kon en moest worden vanwege haar betekenis voor de mens. Symboliek was alles, en hoewel we achter de cijfers beter niet te veel zoeken, klopt alles. Niets is toeval. Bachs publicaties zijn een testament. Dat zie je ook in de Partita’s, Clavier-Übung I (1731), waarin Bach – paradoxaal genoeg – de vorm van de moderne “galanterieën” helemaal naar zijn hand zet en ze tot hun essentie herleidt, zelfs al kun je ze daardoor nauwelijks nog dansen. Met zijn Italiaans concerto (1735) bewijst hij dan weer hoe een klavecimbel als een compleet orkest kan klinken, terwijl de Goldbergvariaties (1741) zijn als een uitputtende reis door de wereld van het contrapunt, een mentale én fysieke trip waarmee ik mijn reeks zal afsluiten. Ik speel alles uit ’t hoofd, zo werk ik nu eenmaal het liefst. Ik krijg het werk zo beter in handen, en tegelijk laat ik zonder bladmuziek voor me minder van mezelf horen en meer van de muziek. Vreemd misschien, want ik ben nog altijd de man aan het klavier, diep verzonken in de muzikale gebaren, maar door uit het hoofd te spelen, voorkom ik dat ik speciaal ‘iets’ ga doen. Ik wil me die complexe muziek eigen maken, want ze is niet alleen buitengewoon mooi, maar vooral ook zeer diep. Het is ‘onze’ hedendaagse verbinding met het gedachtengoed van die tijd, daarin schuilt voor mij een grote betekenis.
Preludium uit Clavier-Übung III
BENJAMIN ALARD speelt Bachs Clavier-Übungen
Begrijp me niet verkeerd: indertijd had Bachs muziek ook veel betekenis, maar de spelers en luisteraars om hem heen gingen al te licht om met de inhoud. De achttiende eeuw was te ver opgeschoven richting het galante. Hoewel ik niet denk dat Bach nu zozeer in conflict was met zijn muzikale omgeving, ben ik er wel van overtuigd dat hij als componist iets heel anders zocht. Geen vermaak, maar een diepe connectie met zichzelf. En hij was een bijzonder toegewijd, hardwerkend en -denkend mens. Wij dragen diezelfde gevoeligheid diep in ons, dat lijd ik tenminste af uit het feit dat Bachs muzikale taal ons nog altijd raakt. Maar we leven ook in een samenleving die neigt naar gemak, naar zeer directe, simpele (beeld)taal.
ÜBUNG BAART KUNST / Sleutelen, spelen en weer vergeten
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 BENJAMIN ALARD SPEELT BACHS CLAVIER-ÜBUNG za 26 aug, 13.00 uur Lutherse Kerk Aflevering 1: Kyrie, Duetto in G en Partita’s 1 & 2 (klavecimbel) zo 27 aug, 13.00 uur Lutherse Kerk Aflevering 2: Allein Gott in der Höh sei Ehr, Duetto in F, Italiaans concerto en Franse ouverture (klavecimbel) ma 28 aug, 13.00 uur TivoliVredenburg, Grote Zaal Aflevering 3: Prelude in Es, de lutherse mis en koralen uit de kleine catechismus (orgel) di 29 aug, 13.00 uur Lutherse Kerk Aflevering 4: Duetto in a en Partita’s 3 en 4 (klavecimbel) wo 30 aug, 13.00 uur TivoliVredenburg, Grote Zaal Aflevering 5: koralen uit de grote catechismus en Fuga in Es (orgel) do 31 aug, 13.00 uur Lutherse Kerk Aflevering 6: Duetto in e en Partita’s 5 en 6 (klavecimbel) za 2 sep, 22.30 uur TivoliVredenburg, Hertz Aflevering 7: Goldbergvariaties (klavecimbel)
25
Het houdt ons bezig – we worden beziggehouden – maar we worden niet uitgedaagd om echt in contact te treden. Bach staat voor het tegenovergestelde. Hij voedt ons spiritueel, niet per se op een sacrale manier, maar wel zeer innerlijk. Bach biedt een soort vergeten waardoor we onszelf beter terugvinden.’
‘Ik wil me die complexe muziek eigen maken, want ze is niet alleen buitengewoon mooi, maar vooral ook zeer diep.’ ‘Ik vind het opmerkelijk dat Bach muziek publiceerde die eigenlijk maar heel weinig mensen konden spelen. Alsof hij zijn plaats wilde markeren in een veranderende wereld waarin de muzikale praktijk te gemakkelijk was geworden. Een vraag die we tegenwoordig trouwens opnieuw kunnen stellen. Hoe zorgen we dat jongeren Bach beluisteren, hoe brengen we hen in contact met het ‘savante’ in zijn muziek? Natuurlijk, een canon is in zichzelf complex, maar voor wie durft allerminst onmogelijk te vatten. Niets is abstract bij Bach, alles heeft betekenis. Ik wil daarom zijn muziek presenteren voor wat ze is en vervolgens met zoveel mogelijk mensen in dialoog. Ik wil uitvinden waarom Bach blijkbaar zó belangrijk is dat we nog altijd naar hem luisteren.’ ■●
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
VA N SW I E T E N SOCIETY
1 5 1 0 ZO N DAG
O R K E ST VA N D E AC H T T I E N D E E E U W SY M P H O N I E AT N T I Q U E
MINI M OZ A R T F E ST I VA L TOT E N M E T
20 1 0 V R I J DAG
WWW.TIVOLI V RE DE N B U RG. N L
VOORWOORD
27
VRIENDENHART XAVIER VANDAMME
Ik ga naar de fringe en neem mee… Met wie bezoekt u doorgaans onze concerten? Heeft u wel eens overwogen een tante, buurman, collega of verre vriend mee te vragen? De gratis toegankelijke fringeconcerten in het Festival Oude Muziek bieden de uitgelezen mogelijkheid om ook diegenen die denken niets met oude muziek te hebben, kennis te laten maken met de klanken van en verhalen achter historische uitvoeringspraktijken. Op knusse locaties – waar menigeen doorgaans nietsvermoedend voorbij fietst – in een zomers Utrecht presenteert jong talent zich met een zelfgekozen concertprogramma. Nodig iemand uit via de ansichtkaart bij deze TOM en ga naar oudemuziek.nl/fringe voor het complete programma. En over jong talent gesproken: talentontwikkeling is een van de pijlers van de Organisatie Oude Muziek (zie ook p.29), waar u met uw steun als Vriend aan bijdraagt. Zo houden we samen de oudemuziekbeweging levend. ■●
28
VRIENDENSPECIAL
VRIENDEN AAN HET WOORD Metta en Frans de Noo uit Diepenheim zijn al dertig jaar Vriend van de Organisatie Oude Muziek en zes jaar vrijwilliger voor het Festival en Seizoen Oude Muziek. Welke werkzaamheden voeren ze zoal uit rondom de concerten en waar kijken zij het meeste naar uit in het komende Festival Oude Muziek? Waarom zijn jullie Vriend geworden van de Organisatie Oude Muziek?
Metta: ‘Oude muziek hoort niet bij de hapklare brokken muziek die standaard worden aangeboden. De oude muziek beweegt zich binnen bepaalde kaders en haalt een specifieke periode uit de muziekgeschiedenis onder het stof vandaan. In vergelijking tot andere soorten muziek is het publiek voor oude muziek minder groot, maar dat zegt niets over het culturele belang ervan. Wij ondersteunen uitvoering en bestudering van deze muziek omdat we er, en met vele anderen, intens van genieten.’
Metta de Noo Vojtech Semerád (Cappella Mariana)
Waarom zetten jullie je in als vrijwilliger voor de Organisatie Oude Muziek?
Frans: ‘Op die manier kunnen we een bijdrage leveren aan het Festival én genieten van de fantastische sfeer en het enthousiasme onder musici, medewerkers en het publiek. Na afloop van een concert uiten veel mensen hun enthousiasme over het concert en bedanken je zelfs. Wij ervaren het Festival als hoogtepunt van het jaar.’ Wat is jullie favoriete muziek? Luisteren jullie ook naar andere soorten dan oude muziek?
Metta: ‘Wij zijn heel erg gefocust op klassieke muziek. Toen we jong waren, kwam dat vooral neer op Bach. Bach is ook altijd gebleven, door de opkomst van de oudemuziekbeweging in Nederland zijn er veel componisten bijgekomen van wier muziek we stil worden. Ik ben het meest geïnteresseerd in vocale muziek van late renaissance tot hoogbarok, van serene recitals tot en met de opera’s van Händel of Vivaldi. Maar daarna is er ook veel moois gecomponeerd.’ Frans: ‘Mijn voorkeur gaat vooral uit naar vocale barok – van cantates en motetten tot opera – en klavecimbelmuziek.’ Welke concerten in het komende Festival zouden jullie bezoekers aanraden? Metta: ‘Sowieso de Hohe Messe door Vox Luminis! Maar ik laat
Frans de Noo Lionel Meunier
me ook graag verrassen door Cappella Mariana met een voor mij onbekend repertoire. En Sébastien Daucé met Ensemble Correspondances was vorig jaar geweldig en hoor ik graag weer.’ Frans: ‘Wat betreft Vox Luminis sluit ik me bij Metta aan. Verder kijk ik uit naar de klavecimbelconcerten, vooral omdat dit jaar Bachs complete Clavier-Übung voorbij komt. In vergelijking tot de andere concerten is er bij de klavecimbelrecitals meestal relatief weinig publiek, maar laat u niet afschrikken: de klanken van de verschillende instrumenten klinken prachtig in de Lutherse Kerk.’ ■●
CADEAULIDMAATSCHAP
VRIENDEN MAKEN MOGELIJK: LES ESPRITS ANIMAUX
TELEMANN-JAAR 2017: ‘NIEUWE’ DRESDENSE KWARTETTEN De Vrienden Oude Muziek maken niet alleen het Festival en het Seizoen Oude Muziek mogelijk, zij zorgen er bovendien voor dat wij een kerntaak kunnen vervullen: talentontwikkeling. Niet alleen de fringe tijdens het Festival Oude Muziek dient als springplank voor jong talent. Ook tijdens het Seizoen Oude Muziek schuiven we jong talent naar voren door de winnaars van het Internationaal Van Wassenaer Concours een tournee aan te bieden. Dit kan dankzij uw steun! Zo reist de winnaar van afgelopen jaar, Les Esprits Animaux, het komende Seizoen met een eigen tournee langs de Nederlandse concertzalen. In het kader van het Telemann-jaar 2017 spelen de musici van dit ensemble de ‘nieuwe’ Dresdense kwartetten van hun favoriete componist. Deze zijn pas vorig jaar officieel aan Telemann toegeschreven en worden bewaard in een aparte afdeling van de hofbibliotheek van Dresden. De kans dat u dit repertoire ooit eerder live in concert heeft gehoord, is dus miniem! ■● di 21 nov t/m zo 26 nov 2017 in Zwolle, Delft, Utrecht, Amsterdam, Leeuwarden en Dronten (zie ook p. 54-55)
VRIENDENAANBIEDINGEN
Bestel de cd’s via de bon in dit tijdschrift of mail uw bestelling naar vrienden@oudemuziek.nl
G. CACCINI, J. PERI, C. MALVEZZI, L. MARENZIO : STRAVAGANZA D’AMORE! ENSEMBLE PYGMALION O.L.V. RAPHAËL PICHON HMM90228687 Raphaël Pichon en zijn ensemble Pygmalion hebben voor deze dubbel-cd in een prachtig boekje, Stravaganza d’amore! gegrasduind in muziek uit de periode 1568-1611. Buonamente, Caccini, Cavalieri, Gagliano, Marenzio, Peri – het is een greep uit de bonte stoet van componisten die hier hun kunst vertonen. Het resultaat is een even afwisselend als aantrekkelijk panorama vol briljante stukken. Normale prijs ca. € 30 Vriendenprijs € 19
H. VON BINGEN: HOURS OF HILDEGARD (THE DENDERMONDE CODEX) PSALLENTES O.L.V. HENDRIK VANDEN ABEELE LBCD/11 De Codex Dendermonde bevat tweeënvijftig werken van Hildegard von Bingen. Psallentes neemt Hildegards composities op en plaatst ze in de liturgische context, omlijst door allerlei andere gezangen, zoals psalmen en antifonen. Een verfrissende aanpak, waardoor je nu pas echt hoort hoe bijzonder Hildegards composities zijn. Normale prijs ca. € 19,50 Vriendenprijs € 17
30
VRIENDENAANBIEDINGEN
VRIENDENONDERZOEK
J.S. BACH: CANTATAS FOR SOPRANO CAROLYN SAMPSON, FREIBURGER BAROCKORCHESTER O.L.V. PETRA MÜLLEJANS HMM902252 Carolyn Sampson als Bach-zangeres, we kennen haar. Met het Freiburger Barockorchester heeft ze nu solocantates opgenomen: Weichet nur, betrübte Schatten BWV 202 en Mein Herze schwimmt im Blut BWV 199. Sampsons fans komen ruimschoots aan hun trekken: het karakteristieke timbre van haar stralende stem gaat wederom rechtstreeks naar het hart. Normale prijs ca. € 23 Vriendenprijs € 18
L. VAN BEETHOVEN: MISSA SOLEMNIS CAPPELLA AMSTERDAM, ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW O.L.V. DANIEL REUSS GCD 921124 Beethovens Missa Solemnis is voor koor en orkest een zware berg om te beklimmen. Op deze opname van het Orkest van de Achttiende Eeuw horen we een uitstekend solistenkwartet dat nergens te veel aandacht opeist. Maar de allergrootste troef van deze uitvoering is Cappella Amsterdam. Normale prijs ca. € 23 Vriendenprijs: € 19
H. PURCELL, J. CLARKE: SON OF ENGLAND LES CRIS DE PARIS, LE POÈME HARMONIQUE O.L.V. VINCENT DUMESTRE ALPHA 285 Toen Henry Purcell in 1695 op zesendertigjarige leeftijd overleed, was de verslagenheid in Engeland groot. Jeremiah Clarke componeerde een ode aan Purcell, zowel feestelijk als treurig. Van Purcells hand horen we de Funeral Sentences en zo’n heerlijke welcome song. Les Cris de Paris en Le Poème Harmonique weten zowel met de treurnis als met de vreugde in deze muziek uitstekend raad. Normale prijs ca. € 23 Vriendenprijs: € 19
G. GIACOMELLI, G.M. ORLANDINI, T. ALBINONI, N. PORPORA: CARNEVALE 1729 ANN HALLENBERG, IL POMO D’ORO O.L.V. STEFANO MONTANARI PTC 5186678 Muzikaal gesproken was het Venetiaanse carnaval van 1729 één grote kermisattractie. De mezzo Ann Hallenberg verzamelde losse aria’s van Giacomelli, Orlandini, Albinoni, Porpora, Leo en Vinci. Gezegend met een heel eigen donker stemgeluid zingt Hallenberg vol overgave en met de vanzelfsprekende technische perfectie die we van haar gewend zijn. Normale prijs ca. € 38 Vriendenprijs € 34
In de vorige editie van TOM deden we een oproep tot deelname aan het Vriendenonderzoek. Dit heeft inmiddels plaatsgevonden en waardevolle resultaten opgeleverd. Op deze manier hopen we het Vriendenprogramma nog beter te kunnen invullen naar uw wensen. Hoewel het organiseren van sommige aanbevelingen wat meer tijd kost, kunnen we andere meteen oppakken. Zo staat het volledige programma voor de fringe-concerten – inclusief de bezetting van het ensemble en het precieze concertprogramma – vanaf nu op onze website. Zo hopen we u beter te kunnen voorbereiden op uw festivalbezoek. Een volledig overzicht van alle fringe-concerten is als vanouds te vinden in de festivalwijzer (bijgevoegd bij deze TOM) en staat als apart fringeschema op oudemuziek.nl/fringe. Weet dat we graag van u blijven horen. Mocht u aanbevelingen, opmerkingen of tips hebben, laat het ons dan gerust weten via vrienden@oudemuziek.nl. Tot op het Festival!
bESTEL nu kaarTEn
ADVERTENTIE
binnenkort in Het Concertgebouw
za 7 okt
trio rond Nicolas altstaedt: Vivaldi’s brede spectrum
De Cellosonates van de Italiaanse meester Vivaldi zijn expressief, vloeiend en melancholiek: Nicolas altstaedt kan al zijn kanten laten horen. De Frans-Duitse cellist wordt vandaag geflankeerd door luitist Thomas Dunford en klavecinist Steven Devine.
ma 27 NoV
Cecilia Bartoli en Sol Gabetta: Dolce Duello
twee van ‘s werelds grootste diva’s bundelen hun krachten: mezzosopraan Cecilia Bartoli en celliste Sol Gabetta. Hun beider grote liefde: de Barok. Samen brengen ze de mooiste werken voor de menselijke stem én het instrument dat daar het dichtst bij staat.
ma 18 DeC
Holland Baroque: kerst met de oude meesters
Holland Baroque brengt zestiende- en zeventiendeeeuwse kerstmuziek. Bijvoorbeeld de motetten van Bouzignac: ‘heilige verhalen’ die de kerstnacht schetsen. ook klinken werken van onder meer Drouart de Bousset en Böddecker.
foto’s: marco Borggreve, esther Haase/DeCCa, Wouter Jansen
ALLES KLINKT MOOIER IN
32
KETTERSE ENGELEN MIDDELEEUWS BOSNIË EN HERZEGOVINA Als ik mijn beschermengel zou kunnen kiezen, zou het beslist een ketterse engel zijn. Het Griekse woord hairesis, waar het Engelse heretic (ketter) van is afgeleid, betekent zoveel als ‘kiezen voor zichzelf’, ‘weloverwogen een pad inslaand’ of ‘een keuze makend’. Ik zou inderdaad het meest vertrouwen op een engel die nieuwsgierig genoeg is om een eigen weg te gaan. Maar ketterse engelen, wie zijn dat? Het idee voor ons festivalprogramma met de titel Ketterse engelen ontstond toen ik een inscriptie las op een middeleeuwse grafsteen, een van die typische stenen ‘huisjes’ die stećci worden genoemd en die je in heel Bosnië en Herzegovina op talloze plaatsen kunt aantreffen in het veld. Er stond ‘Kadi htih biti, tgdi ne bih’, letterlijk vertaald: toen ik wilde zijn, kon ik het niet. Terwijl ik dit las, dwaalden mijn gedachten af naar die anonieme stemmen van nog maar twintig jaar geleden, tijdens de oorlog in het voormalige Joegoslavië, stemmen van mensen die wilden bestaan, maar dat niet konden. Ik
schrift, in Arabische en Hebreeuwse bronnen, maar ze leven ook voort in orale tradities en volksgeloven.
besloot deze onweerstaanbare stemmen, gevangen in grafstenen, toestemming te verlenen hun rijkdom uit te drukken, hun banden met heidense geloven en rituelen, hun geringe afstand tot mijn eigen familiewortels… en zo een nieuw programma voor het ensemble Dialogos te maken. De rijkdom aan tradities en religies in het middeleeuwse Bosnië en Herzegovina is fascinerend: katholieken, orthodoxen, Bosnische krstjani, joden, moslims... Hun teksten en rituelen zijn via manuscripten overgeleverd in het Latijn, in glagolitisch en cyrillisch
Wie zijn de mysterieuze ‘Bosnische krstjani’? Gelegen tussen de katholieke en de orthodoxe wereld was het middeleeuwse Bosnië een soort niemandsland, met geringe contacten en een variëteit aan lokale rituele praktijken. De Bosnische kerk bestond tijdens de late middeleeuwen parallel aan de katholieke en de orthodoxe kerk en werd door beide richtingen als ketters beschouwd. In de liturgie bediende zij zich van de Kerkslavische taal en ze was georganiseerd in kleine, familieachtige ‘nesten’, met aan het hoofd een bisschop die djed (grootvader) werd genoemd. Sommige lidmaten leefden in kleine gemeenschappen, hiže (huizen), terwijl anderen die bekendstonden als gosti (gasten) rondtrokken. Onder druk van verschillende pausen en de franciscanen werd de Bosnische kerk in de veertiende eeuw zwakker en zwakker, totdat zij geleidelijk verdween na de Ottomaanse verovering in de vijftiende eeuw.
33
01. ca. 1530, Oil on board, 87 x 58 cm, Szepmuveseti Muzeum (Museum of Fine Arts), Budapest 02. ca. 1530, Oil on board, 87 x 58 cm, Szepmuveseti Muzeum (Museum of Fine Arts), Budapest
Wie zijn de ‘ketterse engelen’ die dit jaar naar Utrecht komen? De wereld van middeleeuwse ketterijen roept vaak een onderbewuste en haast romantische projectie in het leven: ketters lijken moediger, origineler en interessanter dan ‘gewone gelovigen’. Mijn onderzoek naar deze onweerstaanbare, ietwat mysterieuze wereld bracht me naar Bosnische, Kroatische en Servische manuscripten waarin overblijfselen van heidense geloven vaak met een christelijke context versmolten zijn geraakt. Een van de waardevolste teksten van de Bosnische kerk is het Boek van Radosav, in de vijftiende eeuw geschreven in cyrillisch schrift. Ik begon een scenario te maken door middel van met elkaar verweven motieven, geloftes, duiveluitdrijvingen, grafinscripties (die ik als korte commentaren positioneerde, zoals koren in de oudheid) en meditaties (‘Waarom schiep God deze gehele wereld?’, een poëtisch visioen over goede en kwade engelen, ontleend aan de Bosnische krstjani). Terwijl ik geduldig de stukjes van een nieuw mozaïek bij elkaar legde, gebaseerd op oude teksten, verscheen
TEKST / Katarina Livljanić BEELD / Tošo Dabac, Jana Josif
KATARINA LIVLJANIĆ
een dominant thema: de riten van geboorte en dood, en hun reflecties in visioenen over de schepping van de wereld en haar einde. En de muziek? Muzikale bronnen waren het startpunt bij de totstandkoming van het programma, maar veel bronnen bevatten geen noten. In mijn zoektocht naar mogelijke muziekstijlen voor de geselecteerde teksten werd het me duidelijk dat elementen van de traditionele muziek uit Bosnië en Herzegovina in beschouwing moesten worden genomen. Zodoende zouden we, los van enkele muziekmanuscripten, de muziek kunnen reconstrueren uit brokstukken en formules die typerend zijn voor het lokale idioom. Voor dit project werkte Dialogos samen met een groep volksmuzikanten rond de etnomusicoloog Joško Ćaleta, onder wie een van de jongste epische zangers uit Herzegovina, tevens bespeler van de gusle, een eensnarige knieviool. Volksmuzikanten en spelers van middeleeuwse muziek hebben aldus hun vaardigheden verenigd, om de verdwenen wortels te herscheppen van een muzikale
THEMA / Artikel
taal waarvan de karakteristieken gedeeltelijk bewaard zijn gebleven in oude manuscripten en gedeeltelijk in een orale traditie. Zegens en vloeken, gevechten tussen goede en kwade engelen, uitdrijvingen van kwade geesten, door traditionele instrumenten begeleide liederen die de geesten oproepen de geboorte van een kind te helpen – al deze gezangen weerspiegelen rituelen vol heidense elementen. Ze worden afgewisseld door dissonante polyfone gezangen in ganga-stijl. Grafinscripties, via welke de doden tot de levenden spreken, lopen als een rode draad door het programma en sluiten de cirkel waarin geboorte en dood elkaar voeden tot de eeuwigheid, op zoek naar vrede en gezond verstand in een land dat nog de littekens draagt van de oorlog. ■●
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 DIALOGOS / KATARINA LIVLJANIĆ ma 28 aug / 22:30 uur TivoliVredenburg, Hertz
34
BESCHAAFD OF ORDEVERSTOREND? ZIENSWIJZEN OP DE DANS TEKST / Thérèse Boshoven BEELD / Fête Royal, Lurent Geneix THEMA / Artikel
ZIE OOK DE RUBRIEK ‘Uit de bron’ op p. 44-45.
Het is Lodewijk XIV die wij op ons netvlies hebben als het gaat om een monarch die niet alleen graag maar ook nog eens zeer goed danste en de danskunst tot onderdeel maakte van zijn absolutistische propagandamachine. Echter, ook de voorgangers van de Zonnekoning uit de huizen Valois en Bourbon waren verdienstelijk en graag dansende koningen. Dansen en maskerades waren niet alleen een geliefd tijdverdrijf aan hoven maar tegelijkertijd een signaal naar de buitenwereld: ziedaar onze rijkdom en macht…
François I Valois (koning van 1515-1547) was bewonderaar van de Italiaanse renaissancecultuur. Hij nodigde Italiaanse kunstenaars en dansmeesters uit om grote hofspektakels te ontwerpen. Hijzelf was een fanatiek danser, die bij feestelijke gelegenheden regelmatig solo danste. Met de voorstelling Magnificences geeft Doulce Mémoire in het Festival Oude Muziek een rijk en tijdsgedocumenteerd beeld van deze hofspektakels. In de dansworkshops van Rachel Farr kunnen deelnemers een pasje wagen aan de basses danses en allemandes van die tijd en zich de ‘sprezzatura’, de nonchalante achteloosheid die daarbij tentoongespreid dient te worden, trachten eigen te maken. Vaak wordt aangenomen dat de Nederlanden, in tegenstelling tot de omringende gebieden, slechts een beperkte hofcultuur zouden hebben gekend en dat daarom de danscultuur van de renaissance in deze streken niet werkelijk wortel zou hebben geschoten. Maar niets is minder waar: de Bourgondische en later Habsburgse Nederlan-
35
01. ca. 1530, Oil on board, 87 x 58 cm, Szepmuveseti Muzeum (Museum of Fine Arts), Budapest
03. ca. 1530, Oil on board, 87 x 58 cm, Szepmuveseti Muzeum (Museum of Fine Arts), Budapest
02. ca. 1530, Oil on board, 87 x 58 cm, Szepmuveseti Muzeum (Museum of Fine Arts), Budapest
den maakten deel uit van een internationale aristocratische cultuur, waarin de adel zeer wel op de hoogte was van de dansen die in Italië, Frankrijk en de Duitse vorstendommen in zwang waren. Zo hield het hof van Willem van Oranje, hoewel reizend, er een rijke hofcultuur op na: de prins organiseerde en bezocht toernooien en jachtpartijen die gevolgd werden door grootse bals en maskeraden. Huwelijken en doopfeesten van nakomelingen werden omstandig gevierd, met optochten, banketten en bals. Jonge edelen ontvingen hun opvoeding vaak aan een groter hof, zoals dat in Brussel, en onderwijs in de gangbare dansmodes hoorde daar bij. Vanaf het begin van de Opstand was, door de breuk tussen Noord en Zuid, het aantal edelen dat deelnam aan aristocratisch vertoon na 1581 sterk beperkt. Zo bezocht Willem van Oranje na 1581 geen toernooien en spektakels meer. Uiteraard was de oorlogssituatie daaraan debet, maar het godsdienstig klimaat deed ook een killere wind waaien ten aanzien van
(LINKS) DANSMEESTER VAN FRANEQUER. In een anoniem boekje hekelt Ulrik Huber het verzet van de kerk tegen het aanstellen van een dansmeester. (RECHTS) FRANÇOIS I was van 1515 tot aan zijn dood in 1547 koning van Frankrijk.
het uitbundig vermaak en de pronkzucht van de elite. De toon daarvoor was, wat de dans betreft, gezet door de Synode van Dordrecht in 1578. Het dansen veroorzaakte lichtvaardigheid die christenen niet betaamt, zij die toch dansten moesten gewaarschuwd worden en, bij volharding, zelfs van het Avondmaal uitgesloten worden. Terwijl Willems huwelijk met Anna van Saksen in 1561 in Leipzig groots werd gevierd, met veel dans, waren de huwelijken met Charlotte de Bourbon (1575 in Brielle en Dordrecht) en Louise de Coligny (1583 in Antwerpen) heel wat soberder. Op aandringen van de kerkenraad werd er in Dordrecht niet gedanst. Het doopfeest van Frederik-Hendrik in 1584 in Delft werd door het hof weliswaar redelijk groots ingezet, maar het stadsbestuur had het verkleed en gemaskerd op straat lopen en dansen bij bruiloften en feesten verboden. Ook het volksvermaak van gewone burgers werd doelwit van de calvinistische dominees: zij etaleerden hun argumenten tegen de dans omstandig in talrijke boekwerken
en vlugschriften. Wat waren hun argumenten, hoe nieuw waren hun argumenten en, belangrijker nog, wat was het werkelijk effect van hun gefulmineer tegen het dansen? ■●
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 ma 28, di 29 & wo 30 aug, 10.00 uur Utrechts Centrum voor de Kunsten Rachel Farr m.m.v. Scroll Ensemble Workshop renaissancedans di 29 aug, 9.30 uur TivoliVredenburg, Club Nine Zomerschool: Thérèse Boshoven Dansen in tijden van calvinistische gestrengheid di 29 aug, 20.00 uur & wo 30 aug, 17.00 uur Stadsschouwburg, Douwe Egbertszaal Doulce Mémoire / Denis Raisin-Dadre Dansvoorstelling: Magnificences à la cour de François I
36
TOM Magazine / 03 2017
DE LOKROEP VAN HET KLAVECIMBEL PIERRE HANTAÏ OVER LEONHARDT, DNA, SCARLATTI EN VIRGINALISTEN F
ans van de Franse meesterklavecinist Pierre Hantaï kunnen juichen. Eerst komt hij naar het Festival Oude Muziek met een programma rond Engelse virginalisten. Een maand later vult hij zeven recitals met de dwarse sonates van Domenico Scarlatti. ‘Pianisten begrijpen zijn muziek doorgaans beter. Ze zijn niet belast met de idées reçues van de historische uitvoeringspraktijk.’
» ‘WELBESCHOUWD WAS SCARLATTI EEN IMPRESSIONIST.’
TEKST / Guido van Oorschot
Hoe oude muziek verscheen in het leven van Pierre Hantaï (53), valt op drie manieren te beschrijven. Het alledaagse verhaal is dat van de blokfluit die hem op een lycée in Fontainebleau in handen werd gedrukt. Iedereen had een hekel aan het klassikale blazen, maar Pierre Hantaï vond het geweldig. ‘De blokfluit bracht me op m’n tiende in aanraking met muziek die ik anders nooit had leren kennen.’ Aparter al is het spinet dat korte tijd later opdook in huize Hantaï. Alle vijf de kinderen – Pierre, zus en drie broers – snakten naar muziek. Vader, een kunstschilder, begreep hun hang naar cultuur, maar hij wenste in zijn salon geen bakbeest van een piano. ‘Toen die piano er later alsnog kwam’, zegt Pierre Hantaï, ‘was ik allang verslingerd aan het spinet.’ Ronduit spectaculair is de derde historie. Die begint in zeventiende-eeuws Duitsland, een lappendeken van vorstendommen en steden die verschroeid raken door de Dertigjarige Oorlog. Hantaïs voorouders zoeken een veilig heenkomen in Hongarije. Hun Zwabische taal en cultuur weet tot in de twintigste eeuw te overleven. Zo kan het gebeuren dat Pierre Hantaïs vader rond 1930, in een dorp bij Boedapest, als schoolknaap meezingt in de Matthäus-Passion van Heinrich Schütz. ‘Hij kon geen noten lezen. Het was een orale traditie die de eeuwen had doorstaan.’
BEELD / Domingo Antonio Velasco: Portret van Domenico Scarlatti (1738)
THEMA / Interview Pierre Hantaï
38
TOM Magazine / 03 2017
Zo bekeken zit oude muziek in Hantaïs DNA. Naast de nature was er de nurture van een geïsoleerde opvoeding. In Fontainebleau vormde het gezin van de uit Hongarije geïmmigreerde kunstenaar een vreemde eend in de bijt. Wisten de dorpelingen veel dat deze Simon Hantaï nog eens de New York Times zou halen. Bij zijn overlijden in 2008 herdacht de krant hem als een vermaarde, teruggetrokken schilder, die in zijn werk thema’s onderzocht als afwezigheid en stilte. NOBLESSE
PIERRE HANTAÏ DE ‘ESSERCIZI’ (1738) van Scarlatti: titelpagina
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 VIRGINALISTEN MET EEN VERHAAL vr 1 sep, 13.00 uur Utrecht, TivoliVredenburg
‘In dat isolement’, zegt Pierre Hantaï, ‘kreeg ik alle kans me onder te dompelen in muziek. Ik luisterde naar concerten op de radio, schafte lp’s aan en begon als autodidact op het spinet.’ Rond z’n twaalfde hoorde hij voor het eerst Gustav Leonhardt spelen. ‘Bach, Engelse suites. Ik was meteen verkocht. Meer nog dan het instrument, hoorde ik zijn verknochtheid aan de muziek. Meteen prentte ik in mijn hoofd: bij die meneer wil ik later studeren.’ Hantaï moest en zou dus naar Parijs, toen hij hoorde dat ene Leonhardt er een cursus op historische instrumenten gaf. ‘Tegenwoordig kun je in heel Frankrijk oude muziek studeren, destijds was het uniek.’ Hij trof Marie Leonhardt, de vioolspelende vrouw van Gustav. Kort daarop schudde hij de meester zelf de hand. Bij hem zou hij in Amsterdam twee jaar studeren. ‘Wat ik van Leonhardt heb geleerd, valt moeilijk in woorden te vatten. Ik was alleen al onder de indruk van de manier waarop hij achter het klavecimbel zat. En hoe hij omging met muziek. Ik noem het noblesse in de hoogste graad. Tijdens een les sprak hij niet veel. Leonhardt besefte dat je de essentie van muziek niet kunt uitleggen.’ OBSESSIEF
Soms verscheen op de lessenaar werk van Domenico Scarlatti (16851757). Aan sonates van die componist heeft Hantaï zojuist deel vijf van een cd-cyclus gewijd. Hij trok ervoor naar de Doopsgezinde Kerk in Haarlem. Dat is gewijde grond: Gustav Leonhardt nam er zijn fameuze Bachcantates op. Al vormt dat voor Pierre Hantaï niet de reden om er met Scarlatti onder de microfoons te kruipen. ‘De kerk heeft eenvoudigweg een geweldige akoestiek. Ik grijp er steeds naar terug, zoals een violist naar zijn Stradivarius.’ Over deel 4 van zijn Scarlatti-reeks schreef het Britse kennersblad Gramophone een jubelrecensie. Hantaï liet horen wat voor pracht “a virtuoso who commands perfect technical control” kan halen uit Scarlatti’s “ever delightful genius”. Dat belooft dus wat, voor de zeven Scarlatti-recitals die Hantaï in oktober geeft in het Seizoen Oude Muziek. ‘Domenico wás een genie’, zegt hij. ‘Maar niet meteen vanaf zijn jonge jaren. Hij begon met redelijk banale cantates en opera’s. Pas nadat hij in 1720 als hofcomponist naar Lissabon was verhuisd, ontpopte hij zich als de klaviervirtuoos die we kennen. Vanaf dat moment schaafde hij obsessief aan één genre: de sonate. In 1738 publiceerde hij in Londen dertig stuks die hij essercizi noemde. Gek genoeg liet hij na die ‘oefeningen’ nooit meer iets drukken. Misschien merkte hij dat zijn tijdgenoten zijn muziek niet begrepen. De rest van de 555 sonates hebben ze nooit leren kennen.’
DE LOKROEP VAN HET KLAVECIMBEL / Pierre Hantaï over Leonhardt, DNA, Scarlatti en virginalisten
39
ONSCHULDIGE SCHERTS
SEIZOEN OUDE MUZIEK HET SPRANKELENDE KLAVECIMBEL VAN SCARLATTI do 5 okt, 20.30 uur Maastricht, Cellebroederskapel vr 6 okt, 20.00 uur Utrecht, TivoliVredenburg za 7 okt, 20.15 uur Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ vr 11 mrt, 20.30 Rotterdam, Laurenskerk zo 8 okt, 15.00 uur Bloemendaal, Dorpskerk wo 11 okt, 20.00 uur Heeswijk-Dinther, Kasteel Heeswijk do 12 okt, 20.15 uur Muiden, Muiderslot vr 13 okt, 20.15 uur Deventer, Penninckshuis
Scarlatti voldeed niet aan de regels van zijn tijd, denkt Hantaï. ‘De muzikale taal van de barok draaide om retorica. Componisten volgden een soort grammatica van zinnen, woorden en lettergrepen, het was een cultuur van het betekenisvolle detail. Scarlatti lapte die aan zijn laars. Hij zocht juist naar kleur en sonoriteit. Welbeschouwd was hij een impressionist. Als hij eenmaal een motief of een atmosfeer had gevonden, herhaalde hij zo’n kiemcel, ook al vulde die minder dan een maat. De essentie van zijn muziek zit in de ogenschijnlijk nutteloze herhaling.’
‘Pianisten begrijpen Scarlatti doorgaans beter.’ Scarlatti’s afwijken van de Leitkultur bracht hem in de twintigste eeuw opnieuw in de problemen, meent Hantaï. ‘De oudemuziekpioniers waren in de jaren zestig en zeventig al druk genoeg met het herontdekken van één vergeten muziektaal, die draaide om retorica en affect. In Scarlatti’s muziek zocht men iets wat er niet in zat. Zo is het tot op de dag van vandaag gebleven. Pianisten begrijpen zijn muziek doorgaans beter. Ze komen van buiten en niet zijn belast met de idées reçues van de historische uitvoeringspraktijk.’ In het voorwoord van zijn enige gedrukte bundel toont Scarlatti zich van een bescheiden kant. “Verwacht in deze composities geen diepere bedoelingen aan te treffen”, schrijft hij, “maar eerder onschuldige scherts met kunst.” Die lichtheid streeft Hantaï dit najaar ook na in zijn Scarlatti-recitals. ‘Ik speel tussen de vijftien en twintig sonates, die ik gaandeweg het concert kies. Ik haat het om jaren van tevoren door te moeten geven welke stukken ik denk te gaan spelen. Ik wil mezelf en het publiek verrassen.’ ONBESUISDE LEVENSWANDEL
WILLIAM BYRD
Het is dan ook een heldendaad dat Hantaï het programma van een eerder optreden, in het Festival Oude Muziek, al heeft doorgeseind. Virginalisten met een verhaal, luidt de titel. Indachtig het festivalthema – Muziek van de reformaties – wisselt hij wereldlijke klanken af met religieuze. ‘Daarvoor heb ik me niet in bochten hoeven wringen. In Engeland werden katholieke virginalisten destijds vervolgd. William Byrd had het geluk dat koningin Elizabeth hem beschermde. Francis Tregian, de man aan wie we wellicht het Fitzwilliam Virginal Book danken, zat daarentegen gevangen. John Bull nam de wijk naar Vlaanderen, al had dat misschien meer te maken met zijn onbesuisde levenswandel.’ Man aan klavier – het is een beeld dat Pierre Hantaï verbindt met generaties toetsenisten, van de veertiende-eeuwer Francesco Landini via Byrd en Scarlatti naar virtuozen als Chopin en Liszt. ‘Of we iets gemeenschappelijks hebben? Misschien ons karakter. Vormen we een keten van muzikanten die het een beetje lastig hebben met de wereld. Of die gewoon erg op zichzelf zijn, haha!’ ■●
STIMU
STIMU-SYMPOSIUM ‘THE SEDUCTIVE POWER OF THE MUSICAL PAST’ TEKST / Jed Wentz VERTALING / Judith Heeres
Ina Lohr
De oudemuziekbeweging heeft onbewust een fundamentele verandering teweeggebracht in de uitvoeringspraktijk van de westerse klassieke muziek. Sinds de opkomst van de historisch geïnformeerde musicus-wetenschapper in de jaren 1960 zijn de verwachtingen enorm toegenomen waar het de kennis en onderzoeksvaardigheden van musici betreft, niet alleen in de oude muziek maar in al het klassieke repertoire. Vandaag de dag worden musici aangemoedigd – op conservatoriumniveau wordt het zelfs geëist – onderzoek te doen naar het werk dat zij uitvoeren. Doordat de oudemuziekbeweging haar grenzen verlegde en muziek van gregoriaanse gezangen tot en met Le Sacre du Printemps van Stravinsky omarmde, ontstond het idee dat begrip van de culturele context en van de authenticiteit op uitvoeringsgebied integraal onderdeel is van de gereedschapskist van de musicus. Deze opvatting begon zich vanuit de oude muziek uit te strekken tot andere repertoiregebieden
en genres. Zelfs van jazzmusici op conservatoriumniveau wordt tegenwoordig verwacht dat zij tijdens hun studie onderzoek doen. STIMU (Stichting voor Muziekhistorische Uitvoeringspraktijk) is sinds de oprichting een verbindende factor tussen onderzoekers en uitvoerende musici. De stichting stimuleert een kruisbestuiving die musicologische onderzoekers meer inzicht geeft vanuit de praktijk, en musici een betere theoretische onderbouwing biedt van hun uitvoering. De STIMU-symposia zijn vast onderdeel van het Festival Oude Muziek Utrecht. In recente jaren is de focus van de symposia verschoven van de meer traditionele vormen van musicologie (zoals de instrumentenkunde en repertoirestudie) naar een nieuwe, cultureel georiënteerde muziekwetenschap. Het is een discipline waar de filosofische vraagstellingen en onderzoeksmethoden van de etnomusicologie worden toegepast op álle soorten muziek. Het begon wetenschappers te dagen dat westerse muziek evenzeer contextualisering en een
41
Gustav Leonhardt
invoelende antropologische benadering nodig heeft als niet-westerse muziek. Zo brachten de STIMU-symposia van de laatste jaren internationale onderzoekers bijeen vanuit verschillende disciplines, zoals stadsstudies, vergelijkende literatuurwetenschap, geschiedenis, en de musicologie. Musicologen zelf zijn onderzoek gaan doen naar uiteenlopende onderwerpen zoals de geschiedenis van didactische technieken, ‘volksmuziek’ gerelateerd aan de klank van oude muziek, en de invloed van de platenindustrie op de uitvoering – om er slechts enkele te noemen. Het STIMU-symposium van 2017 focust op de geschiedenis van de oudemuziekrevival zelf. Terwijl menigeen het woord ‘pionier’ associeert met namen als Leonhardt, Brüggen en Bijlsma, zijn hun belangrijke bijdragen voorafgegaan door meer dan een eeuw aan heroplevingen van vroeg repertoire en vroege instrumenten. STIMU zal dit jaar een panorama tonen van al deze negentiende-eeuwse revivals, terwijl ook de bijdragen van de twintigste eeuw onder de loep worden genomen. Het is
Frans Brüggen
in toenemende mate duidelijk geworden dat de bijzondere manifestatie van ‘authenticiteit’ in de uitvoeringspraktijk die we vaak associëren met de late twintigste eeuw, niet kan worden begrepen zonder juist de erfenis van de negentiende-eeuwse revivals te bestuderen. Dr. Peter Holman is gastcurator van dit symposium. Tijdens het Festival Oude Muziek van 2015 gaf hij al een drietal Zomerschool-lezingen over vroege Engelse muziek, waarmee hij een breed publiek in verrukking bracht. Nu is hij terug om te spreken over zijn andere passie: de geschiedenis van de oudemuziekrevival. Zijn openingsrede ‘The shock of the old’ geeft een overzicht van muziekrevivals in Europa vanaf de achttiende eeuw. Andere onderwerpen op het symposium omvatten vroege revivals van Händel in Engeland en Nederland, de rol van het klavecimbel in de negentiende eeuw, het werk van de Nederlandse componist
Ina Lohr aan de Schola Cantorum Basiliensis, de ontwikkeling van Frans Brüggens standpunt op het gebied van authenticiteit en Saint-Saëns’ edities van Rameau’s opera’s. De erfenis van de negentiende eeuw komt ook aan de orde in een serie lezingen gewijd aan historische opnamen. Zo zal de briljante en omstreden Daniel Leech-Wilkinson spreken over Nadia Boulangers opnamen van vroeg repertoire en beschouwt Peter van der Waal de geschiedenis van de negentiende-eeuwse vocale traditie zoals vastgelegd op was-cilinders. Het programma bevat ook een recital door Olga Pashchenko, die op een historische piano oude muziek speelt uit edities en in bewerkingen die stammen uit de negentiende eeuw. ■●
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 STIMU-SYMPOSIUM Tivolivredenburg, Cloud Nine wo 30 aug / 14.00-18.30 uur do 31 aug / 9.00-17.30 uur vr 1 sep / 9.30-17.30 uur
INSTRUMENTALITEIT
‘TELEMANN DENKT ALS INSTRUMENTALIST’ ERIK BOSGRAAF OVER DE BLOKFLUIT TEKST / Merlijn Kerkhof BEELD / Yat Ho Tsang THEMA / Interview Erik Bosgraaf
FESTIVAL OUDE MUZIEK UTRECHT 2017 ERIK BOSGRAAF, DMITRY SINKOVSKY, BALÁZS MÁTÉ EN ALEXANDRA KORENEVA zo 3 sep, 11.00 uur TivoliVredenburg, Hertz Trio à la Telemann
Het is Telemann-jaar. De grote componist uit Maagdenburg is immers 250 jaar geleden overleden. Normaal gesproken aanleiding voor musici en platenlabels om eens flink uit te pakken met albums en concerten, maar de Telemann-oogst is relatief bescheiden, als je bedenkt dat we het hebben over de productiefste componist van de barok: hij schreef meer dan drieduizend werken. Neerlands blokfluittrots Erik Bosgraaf maakt veel goed: hij nam al vijf Telemann-cd’s op. Zijn nieuwste bevat triosonates voor blokfluit, viool en continuo. Deze vijf stuks speelt hij ook op 3 september tijdens het Festival Oude Muziek, in de Hertz van TivoliVredenburg. Bosgraaf wordt daar bijgestaan door Dmitry Sinkovsky (viool), Balázs Máté (cello) en Alexandra Koreneva (klavecimbel), het team waarmee hij ook die nieuwste cd opnam. In november reist hij door het land met de klavecinist Francesco Corti (zie kader). Ook dan bepaalt Telemann het hoofdmenu.
Waar komt je Telemann-liefde vandaan? Bosgraaf: ‘Hij heeft erg veel voor de blokfluit geschreven, voor allerlei niveaus. Al van kinds af aan raakte ik er als speler mee vertrouwd. Nu ik de blokfluitwerken vrijwel volledig opneem, blader ik weer door stukken die ik speelde toen ik twaalf was; ze bevatten uitgeschreven versieringen in mijn kinderhandschrift. Ik weet dus al heel lang dat zijn muziek gewoon heel goed is.’ Telemann geldt als dé blokfluitcomponist. Waarom? ‘Omdat hij zoveel heeft gecomponeerd natuurlijk, maar ook omdat je aan alles merkt dat hij zelf blokfluit speelde – hij leerde het zichzelf aan op zijn tiende. Telemann denkt als instrumentalist. Hij dichtte eens: ’Gieb jedem Instrument das, was es leyden kann; So hat der Spieler Lust, du hast Vergnügen dran.’ Volgens mij kun je dat leyden op twee manieren uitleggen: blijf binnen de grenzen, maar zoek die grenzen ook op. Telemann doet dat. Maar het
43
SEIZOEN OUDE MUZIEK
ERIK BOSGRAAF speelt Telemanns trio- en solosonates
TELEMANN-JAAR 2017: SONATES VOOR BLOKFLUIT EN KLAVECIMBEL vr 3 nov, 20.00 uur Utrecht, TivoliVredenburg za 4 nov, 20.00 uur Enschede, Muziekcentrum Enschede
is hem daar niet in de eerste plaats om te doen, de muziek blijft altijd substantieel. Zo’n typisch Telemann-effect is om hoge noten voor te schrijven die je eigenlijk alleen kunt maken door het uiteinde van de fluit tegen je been aan te drukken, zodat er geen lucht meer uit dat gat komt.’ ‘Hij moet echt hebben gehouden van de blokfluit. Niet voor niets laat hij haar opduiken in alle genres waarin hij schreef – ook veel in opera’s en oratoria. In een van zijn allermooiste werken, de cantate Du aber, Daniel, heeft het instrument een hoofdrol. Zijn muziek voor blokfluit klinkt altijd heel natuurlijk. Dat komt mede doordat hij erg geïnteresseerd was in volksmuziek, hij zat nooit om melodische invallen verlegen. De blokfluit is als een van de oudste instrumenten ooit ook een instrument dat je in allerlei volksmuziek hoort.’ Wat maakt Telemann ‘beter’ als blokfluitcomponist dan zijn nu veel beroemdere tijdgenoten Bach en Händel? ‘Bij Händel is het bereik nooit groter dan een octaaf plus
een sext, Telemann gaat daar ver bovenuit. Bij Bach merk je aan alles dat hij geen blazer was. Hij laat je nooit ademhalen! Neem het eerste deel van de fluitpartita, dat is echt een voorbeeld van een goed vioolof klavecimbelstuk, met een oneindige hoeveelheid zestiende noten. Als speler denk je: ben je nou sadist? Telemann respecteert de uitvoerder meer. Hij serveert niet het hele gerecht, maar schrijft het recept op. Daarmee doet hij een groter beroep op je creativiteit. Waar Bachs partituren intimideren door de veelheid aan noten en details, staat er bij Telemann juist intimiderend weinig.’ Op wat voor fluiten speel je Telemann? ‘Hij schreef alleen voor de altblokfluit, destijds het meest gangbare type. Ik gebruik verschillende instrumenten, zodat ik de klankkleur kan afstemmen op de toonsoort en het beoogde affect. Bij de Triosonate in f-klein, die een trieste connotatie heeft, gebruik ik bijvoorbeeld een fluit die heel donker klinkt.’ ■●
zo 5 nov, 15.00 uur Brugge (B), Concertgebouw Brugge di 7 nov, 20.15 uur Eindhoven, Muziekgebouw wo 8 nov, 20.30 uur Almere, Kunstlinie Almere Flevoland do 9 nov, 20.15 uur Westzaan, Zuidervermaning vr 10 nov, 20.15 uur Deventer, Penninckshuis zo 12 nov, 14.30 uur Amerongen, Kasteel Amerongen za 11 nov, 16.00 uur Haarlem, Doopsgezinde Kerk
UIT DE BRON
‘TER LIEFDE VAN DE KONSTE’
HET REGLEMENT (1643) VAN DE UTRECHTSE STADSSPEELLIEDEN 01
Al in de middeleeuwen had Utrecht speellieden in dienst, zoals iedere zichzelf respecterende stad. Toen de Domstad calvinistisch werd, zo streng dat vrolijk vermaak met de grootst mogelijke achterdocht werd bekeken, was het tijd voor aanscherping van de reglementen. Van 30 oktober 1643 dateert een Ordonnantie ende Instructie voor de ses Musiciens der stadt Utrecht, van ouds de Stads Trompers genaamt. De naam ‘tromper’ stamt nog uit de tijd dat de speellieden op ‘trompen’ speelden, bazuinachtige blaasinstrumenten. In de loop der tijd was hun instrumentarium uitgebreid. In 1559 bijvoorbeeld werd een Utrechtse tromper naar Antwerpen gestuurd om daar een kist violen en een
bombardon (bassschalmei) aan te schaffen. Ze hadden ook gewone schalmeien, zinken en saquebouten (schuiftrompetten) tot hun beschikking. Het college, aangesteld door de vroedschap, bestond uit zes trompers inclusief aanvoerder, de præses genoemd. Aanstelling geschiedde telkens voor een jaar. Door hun werkzaamheden streng te reguleren en andere muzikanten uit de stad te weren, hoopte de stadsoverheid uitwassen te voorkomen. Een goddeloze activiteit als dansen was in Utrecht sowieso uit den boze. Tegen bals en balletten was al op 9 januari een resolutie uitgevaardigd. De ordonnantie uit 1643 bevat 21 artikelen, waarvan we er enkele uitlichten:
I In den eersten, sullen de voorszeide musiciens hun [: zich] hebben te voorsien van bequame instrumenten tot haren dienst noodig, boven die geene, die hun van Stads wegen gelevert zyn. II Ende sullen alle dagen præcise ten half twaalf uuren gehouden wesen te speelen voor het Stadhuys, ende dat in compleeten getale, op pœne [: straffe] van tien stuyvers by yder absente te verbeuren. III Deese musiciens sullen gepriviligeert zyn, om alleen, met exclusie van allen anderen, te speelen op solemneele maaltyden, banquetten ende bruyloften, binnen deese Stad ende de Vryheyt van dien. IV Ende of ymand anders, het zy alhier woonende of van buyten komende, sig vervorderde [: ten uitvoer brengt] te speelen op soodanige maaltyden, bancquetten ofte bruyloften, die sal verbeuren, boven ende beneffens syn instrumenten, twaalf guldens. […]
45
01. De Utrechtse trompers speelden elke dag om half twaalf op de ‘Plaets’ (de huidige Stadhuisbrug). SCHILDERIJ VAN ADRIAEN HONICH, 1663. Utrecht Centraal Musuem
TEKST / Thiemo Wind
03. JACQUES DE GHEYN II, TROMPETTER (CA. 1590-1600). Amsterdam, Rijksmuseum
02. Bals en balletten waren in Utrecht ongewenst, ter voorkoming van dit soort taferelen. JAN STEEN, DANSEND PAAR, 1663. Washington, National Gallery
V Des sullen hun [: zich] de voorszeide musiciens onthouden ter voorszeide plaatsen te speelen eenige onbehoorlyke danseryen, op pœne van suspensie [: schorsing] van haren dienst, blyvende niet te min van waerde de Resolutie, den 9 Januar. 1643, tegen de Balen [: bals] en Baletten genomen. IX Ende of [: als] maar drie ofte vier van het Collegie begeert wierden, op bruyloften ofte maaltyden, zoo zullen die geene, die voor die reyse [: keer] daar niet geweest zyn, in toekomende [: de volgende keer] gepræfereert worden.
X Deese musiciens zullen yder reyse [: iedere keer] voor salaris hebben ende genieten elk vyf guldens, sonder meer te mogen eysschen, mogende het niet te min accepteeren, soo yemand ter liefde van de konste hun meer wil geven.
XI Ider van henluyden sal moeten te vreeden zyn met soodanige partye, het zy in het singen of in het speelen, als den Præses, ofte in desselfs absentie den oudsten in dienst, goedvinden ende ordonneeren sal, op pœne van drie gulden by den onwilligen ofte weygerigen te verbeuren.
03
XII Ende sal niemand zyn partye mogen verlaten, ofte t’syner welgevallen voor den tyt naar huys gaan, mede op de verbeurte van drie gulden. XIII Soo yemand van henluyden sig onbehoorlyk quam te dragen [: gedragen], het zy met dronckenschap, kyvagie [: kijvage, ruzie], ofte andersints, sal verbeuren als vooren, ende de eerste reyse daar aan t’huys gelaten werden [: de eerstvolgende keer thuis gelaten worden].
02
XV Item, sullen syluyden, ergens van Stads wegen spelende, hare silvere letters op hunne mantels ofte rokken moeten dragen, mede op pœne van ses guldens, by yder naarlatige te verbeuren. ■● Literatuur (met tekst van de volledige ordonnantie): J.C.M. van Riemsdijk, Het Stads-Muziekcollegie te Utrecht (Collegium Musicum Ultrajectinum) 1631–1881. Utrecht, 1881.
INTERVIEW
‘MINDER STRUCTUUR, KOP MAAR MEER SUBKOP PERSOONLIJKHEID’ SOPRAAN STEFANIE TRUE ZINGT MET TETRAKTYS
TEKST / x BEELD / x THEMA / x
Txt
De Canadese, in Nederland wonende sopraan Stefanie True kennen we onder andere van een aantal succesvolle opnamen met cantates van Händel. Wie deze beluistert zal het niet verbazen dat ze met haar heldere en expressieve stem een veelgevraagd solist is voor dit repertoire. Komend concertseizoen stapt True echter even uit die achttiende-eeuwse comfort zone en begeeft ze zich naar middeleeuws Milaan. Met het ensemble Tetraktys, opgericht door Kees Boeke en Jill Feldmann, zingt True werken van de veertiende-eeuwse Matteo da Perugia: een totaal andere wereld. Ze vertelt: ‘Ik kwam Jill en Kees tegen tijdens een oudemuziekconcours in Japan waar zij in de jury zaten. Ze vroegen me of ik interesse had om in Tetraktys mee te zingen. Jill was inmiddels zelf gestopt met zingen en ze waren op zoek naar een zangeres met een vergelijkbare stem. Ik kende de cd’s van Tetraktys wel, maar had me verder nooit verdiept in de muziek van de veertiende eeuw. Die uitdaging wilde ik graag aangaan.’
47
01. ca. 1530, Oil on board, TEKST / 87 x 58 cm, Szepmuveseti Marcel Bijlo Muzeum (Museum of Fine Arts), Budapest BEELD / Aleksandra Renska 02. ca. 1530, Oil on board, THEMA / 87 x 58 cm, Interview Stefanie True Szepmuveseti Muzeum (Museum of Fine Arts), Budapest
03. ca. 1530, Oil on board, 87 x 58 cm, Szepmuveseti Muzeum (Museum of Fine Arts), Budapest
Een uitdaging was het inderdaad, want deze muziek vraagt een totaal andere instelling van een zanger. Waar zitten de verschillen? True: ‘Allereerst in de muziek zelf. Als je een aria van Händel zingt, heb je een a-deel, een b-deel en dan herhaal je het a-deel met dezelfde tekst maar met versieringen. Die structuur geeft je als zanger veel houvast en dat maakt dat je eigenlijk heel comfortabel kunt zingen. Als je een nieuwe cantate in studie neemt, weet je: zo zit het in elkaar en dit kan ik ermee. Maar bij muziek uit de veertiende eeuw gaat het heel anders. Dat leerde ik al snel. Je hebt veel minder vastigheid.’
Frans. Je moet weten waar de klemtoon in een woord ligt om de juiste noot eronder te kunnen plaatsen. Bij het oude Frans was dat even wennen. Instrumentale inkleuring is weer een ander punt: gebruik je hier een blokfluit of een vedel? Componisten uit de veertiende eeuw schreven die instrumentaties niet op, men speelde op de instrumenten die voorhanden waren. Als we een bepaalde instrumentatie kiezen, moet ik me daar als zangeres ook weer bij aanpassen. Ook het tempo ligt niet vast, je bepaalt zelf hoe snel of langzaam een stuk moet gaan.’
‘De muziek is veel minder gestructureerd dan barokmuziek. Je moet bovendien van tevoren heel veel keuzes maken, gewoon omdat we van de muziek zo weinig overgeleverd hebben gekregen. Het is bijvoorbeeld lang niet altijd duidelijk hoe je de tekst over de noten moet verdelen, hoeveel noten je op één lettergreep zingt. Bovendien is het belangrijk dat je je grondig verdiept in de taal waarin je zingt, bij Da Perugia het Italiaans of het oude
‘We gebruiken bovendien de Pythagoreïsche stemming, dus ik zing andere intonaties. Dat vergt een hoop concentratie. Al die aspecten maken dat je in die muziek veel meer persoonlijkheid kunt leggen dan in de gestructureerde barokmuziek die ik tot nu toe altijd gezongen heb, het vraagt een totaal andere instelling! Dat vind ik fascinerend en ik hoop dat ik in de toekomst ook meer voor dit vroege repertoire gevraagd word.’ Is het dan niet lastig om van de veertiende eeuw weer terug te schakelen naar
de achttiende? ‘Nee hoor, helemaal niet. In de barokmuziek kan ik weer heel andere aspecten kwijt en dat vind ik ook heerlijk om te doen. Maar daarmee ben ik al zo vertrouwd geraakt. Die veertiende eeuw is nog relatief nieuw voor mij.’ ■●
SEIZOEN OUDE MUZIEK ENSEMBLE TETRAKTYS MATTEO DA PERUGIA IN MILAAN wo 18 okt, 20.00 uur Zeist, Kerk van de Evangelische Broedergemeente do 19 okt, 20.15 uur Westzaan, Zuidervermaning vr 20 okt, 20.00 uur Amsterdam, Waalse Kerk za 21 okt, 20.15 uur Lelystad, Agora Theater zo 22 okt, 15.30 uur Vlissingen, Sint-Jacobskerk
48
TOM Magazine / 03 2017
berichten SHUNSKE SATO WORDT ARTISTIEK LEIDER VAN DE NEDERLANDSE BACHVERENIGING
SHUNSKE SATO
De violist Shunske Sato is benoemd
leum zou kunnen vieren met iemand
tot artistiek leider van de Neder-
van een jongere generatie aan het
landse Bachvereniging. In die func-
roer. Iemand die in staat is een nieu-
tie volgt hij per 1 juni 2018 Jos van
we voetafdruk te maken in de lange
Veldhoven op. Sato (1984) geldt
en rijke geschiedenis van het gezel-
als een van de meest veelbeloven-
schap. Shunske Sato past perfect in
de violisten van zijn generatie. Aan
deze toekomstvisie. Bovendien voegt
de Nederlandse Bachvereniging is
hij als dirigerende violist een nieuwe
hij al sinds 2013 als concertmees-
dimensie toe in de uitvoeringsprak-
ter verbonden. Hij leidde het en-
tijk van de Bachvereniging. Historisch
semble verschillende keren vanaf
gezien is het dirigeren vanuit de con-
de eerste lessenaar, onder meer in
certmeestersplek heel logisch. Ook
cantates, orkestsuites en Branden-
Bach heeft dat wellicht gedaan.’
burgse concerten van Bach, en als
Sato zal elk jaar een aantal produc-
solist in Vivaldi’s Vier jaargetijden.
ties leiden. Daarnaast blijft de Ne-
Sato wordt geroemd om zijn open
derlandse
spel waarin hij risico’s durft te nemen
met gespecialiseerde gastdirigenten.
en bewust grenzen opzoekt.
Met Sato gaat de Nederlandse Bach-
‘Ik kijk gretig uit naar alle mogelijkhe-
vereniging op weg naar het honderd-
den om voort te bouwen op de erfenis
jarig jubileum in seizoen 2021-2022.
van Jos van Veldhoven, en de Bach-
Tot de speerpunten behoort het om-
vereniging in de toekomst nationaal
vangrijke project All of Bach, waarin
en internationaal verder in de schijn-
het complete oeuvre van Bach als
werpers te mogen zetten’, zegt Sato.
geschenk online met de wereld wordt
‘Toen ik als concertmeester bij de
gedeeld.
Nederlandse Bachvereniging begon, voelde ik me meteen thuis. De fantastische musici streven naar de hoogste kwaliteit en vormen een hecht team. Jos heeft de Bachvereniging de afgelopen
35
jaar
geprofessiona-
liseerd en tot een gerenommeerd ensemble gemaakt. Ik voel me bevoorrecht dat bestuur en musici het ensemble aan mij toevertrouwen.’ Van Veldhoven is trots op zijn opvolging. ‘Toen ik mijn afscheid aankondigde, sprak ik de wens uit dat de Bachvereniging haar honderdste jubi-
Bachvereniging
werken
BERICHTEN
49
NIEUW SCHNITGER-ORGEL IN GRONINGSE KERK
BIOGRAFIE VAN MAARTEN KOOY
ORGANIST EN KLAVECINIST TAGLIAVINI OVERLEDEN
Niet alleen TivoliVredenburg krijgt
De musicologe Mieke Brey heeft een
De Italiaanse organist, klavecinist,
een nieuw barokorgel, ook Groningen
biografie gewijd aan de kerkmusicus
componist
kan binnenkort bogen op een nieuw
Maarten Kooy (1927-2013), die van
Luigi Ferdinando Tagliavini is 11 juli
instrument. Daar wordt momenteel
1971 tot 1991 Domcantor is geweest
2017 op 87-jarige leeftijd overleden.
op de oostgalerij van de Lutherse
in Utrecht. Het lijvige, rijk geïllustreer-
Tagliavini was een van de voorvech-
Kerk een reconstructie geïnstalleerd
de boek draagt de titel Alles voor de
ters van de historisch geïnformeer-
van het Schnitger-orgel dat er in
Muziek – Leven en werk van Maarten
de
vroeger eeuwen heeft gestaan maar
Willem Kooy 1927-2013. Kooy was al
name klavecimbel en orgel. Ook de
in 1896 is verdwenen. Het instrument
vroeg gefascineerd door historische
instrumenten zelf hadden zijn be-
zal op 31 oktober aanstaande, op
instrumenten en uitvoeringspraktij-
langstelling. Hij bouwde een col-
Hervormingsdag, in gebruik worden
ken, toen dit nog allerminst vanzelf-
lectie op van negentig historische
genomen met een concert door het
sprekend was. Daarmee heeft hij een
toetsinstrumenten die hij later aan
Luthers Bach Ensemble onder lei-
substantiële bijdrage geleverd aan de
een Bolognese stichting schonk.
ding van gastdirigent-organist Ton
oude muziek, niet in de laatste plaats
In Nederland was Tagliavini vooral
Koopman. Dit ensemble houdt in Gro-
in Utrecht. Kooy – de spelling van zijn
bekend als docent aan de Zomer-
ningen een cantatetraditie levend
achternaam was eigenlijk Kooij – was
academie
waarin het Schnitger-orgel een dank-
de vader van de zanger Peter Kooij
Orgelfestival in Haarlem. Hij studeer-
bare rol zal vervullen. Voor de realisa-
en grootvader van de violiste Janine
de in Bologna en Parijs en promo-
tie tekent de orgelbouwer Bernhardt
Jansen. De auteur Mieke Brey heeft
veerde in 1951 aan de universiteit
H. Edskes uit Wohlen (Zwitserland),
hem van 1981 tot 2012 gediend als
van Padua op de geestelijke cantates
zelf een geboren Groninger. Meer in-
musicologische en organisatorische
van Bach. Vervolgens doceerde hij
formatie is te vinden op de website
rechterhand. Zes jaar geleden schreef
aan de conservatoria van Bologna,
www.schnitgerorgel2017.nl.
zij al het boek Veertig jaar Domcan-
Bolzano en Parma en was hij hoogle-
Overigens krijgt ook het Orgelpark
torij 1971-2011. Haar nieuwe boek is
raar aan de universiteiten van Parma en
in Amsterdam een barokorgel, ge-
voor € 40,00 te koop in de DomShop
Fribourg. Als organist was hij werk-
ïnspireerd op de instrumenten van
of te bestellen door overmaking van
zaam aan de Sint-Petroniusbasiliek in
Zacharias Hildebrandt (1688-1757).
€ 45,00 (inclusief verzendkosten) op
Bologna.
Het wordt gebouwd door de firma
banknummer NL 72 INGB 0004706522
Elbertse uit Soest. Dit nieuwe instru-
t.n.v. MCB Script te Utrecht.
ment zal volgend jaar maart, op de 333e geboortedag van J.S. Bach, in gebruik worden genomen.
en
muziekpedagoog
uitvoeringspraktijk
van
het
voor
met
Internationaal
50
TOM Magazine / 03 2017
CD’s
STRAVAGANZA D’AMORE! THE BIRTH OF OPERA AT THE MEDICI COURT PYGMALION O.L.V. RAPHAËL PICHON HARMONIA MUNDI HMM 902286.87
TEKST / Marcel Bijlo (MB) en Thiemo Wind (TW)
Het genre van de opera kwam niet uit de lucht vallen. Dafne van Jacopo Peri, Monteverdi’s Orfeo, ze hadden een bedding in de zogenaamde intermedi, muzikale intermezzo’s die aan het hof van de Medici in Florence als strooigoed tussen de aktes van toneelvoorstellingen lagen. Het bekendst is wel La pellegrina, een huwelijksspel dat in 1589 werd opgevoerd ter ere van de echtverbintenis tussen Ferdinando I de Medici en Christina van Lotharingen. Het telde zes van dergelijke intermedi. Raphaël Pichon en zijn ensemble Pygmalion hebben gegrasduind in muziek uit de periode 1568-1611 en aan de hand hiervan vier denkbeeldige, thematische intermedi samengesteld, met Stravaganza d’amore! als titel. De afzonderlijke delen heten respectievelijk Het rijk van de liefde, Het verhaal van Apollo, De tranen van Orpheus en Het ballet van de koninklijke geliefden. Buonamente, Caccini, Cavalieri, Gagliano, Marenzio, Peri – het is een greep uit de bonte stoet van componisten die hier hun kunst vertonen op het gebied van madrigaal, koormuziek, monodie en instrumentaal repertoire. Het resultaat is een even afwisselend als aantrekkelijk panorama vol briljante stukken, het ene nog mooier dan het andere. De twee cd’s zitten verstopt voor en achter in een rijk geïllustreerd, 160 pagina’s tellend boekwerk dat behalve de zangteksten en vertalingen ook achtergrondinformatie geeft (Engels, Frans, Duits). Bij het beluisteren weten de oren zich soms bijna geen raad van geluk. Pichon en de zijnen gooiden tijdens het afgelopen Holland Festival hoge ogen met de Mariavespers van Monteverdi en tonen zich ook hier volkomen vertrouwd met de Italiaanse muziek op het snijvlak van renaissance en barok. Van weelderig orgelend ensemblewerk tot intieme solozang, alles krijgt een aanstekelijke theatrale onderstroom. Van een zeldzame puurheid is het ultrakorte zesstemmige Ineffabile ardore van Giulio Caccini. ‘Onuitsprekelijke gloed die het hart naar hemelse herbergen roept’: het had als motto niet misstaan voor deze modelproductie. TW
CD’S Cd’s
H. VON BINGEN: HOURS OF HILDEGARD – FIRST HOUR (THE DENDERMONDE CODEX) PSALLENTES O.L.V. HENDRIK VANDEN ABEELE LE BRICOLEUR LBCD/11
J.JOHNSON, A. HOLBORNE, W. BYRD, J. DOWLAND: MAD DOG HOPKINSON SMITH NAÏVE CLASSIQUE 8940
51
H. PURCELL, J. CLARKE: SON OF ENGLAND LES CRIS DE PARIS, LE POÈME HARMONIQUE O.L.V. VINCENT DUMESTRE ALPHA 285
Hopkinson Smith geeft op de eerste De Codex Dendermonde bevat twee-
festivalzaterdag een ochtendconcert
Toen Henry Purcell in 1695 op zes-
ënvijftig werken van Hildegard von
met luitmuziek uit Frankrijk, Italië en
endertigjarige leeftijd overleed, was
Bingen. Neem ze allemaal op en je
Engeland, maar op zijn jongste cd
de verslagenheid in Engeland groot.
bent met vier cd’s klaar. Psallentes
speelt hij een compleet Engels Eli-
John Blow schreef zijn bekende en
kiest voor een heel andere aanpak.
zabethaans programma. De luit was
prachtige elegie voor twee counter-
Hildegards composities fungeerden
in Engeland het solo-instrument bij
tenors, maar veel minder bekend is
altijd binnen een liturgische context
uitstek. John Dowland, die na enige
het werk dat Jeremiah Clarke com-
en werden omlijst door allerlei andere
omzwervingen toch nog hofluitist
poneerde in reactie op Purcells dood.
gezangen, zoals psalmen en antifo-
van Elizabeth I werd, was de absolute
Deze ode, zowel feestelijk als droevig,
nen. Op deze manier zal het ensemble
grootmeester van het instrument en
bevat prachtige momenten waarvoor
op circa veertien cd’s alle muziek uit
die komt op deze cd dan ook ruim aan
de betreurde meester zelf zich niet
de Dendermonde Codex opnemen,
bod met bekende en minder bekende
had hoeven schamen. Van Purcells
waarbij per cd vier of vijf stukken van
stukken. Maar ook Anthony Holborne
hand horen we de Funeral Sentences,
Hildegard aan bod komen, met ‘alles’
krijgt een ruim aandeel. Zijn pavanes
met een iets te vlot gespeelde treur-
eromheen.
aan-
en gaillardes horen we tegenwoor-
mars, en zo’n heerlijke welcome song.
pak, vooral ook omdat je nu pas echt
Een
verfrissende
dig meestal als consortmuziek, maar
Les Cris de Paris en Le Poème Harmo-
hoort hoe bijzonder Hildegards com-
ze kunnen ook solistisch op luit ge-
nique weten zowel met de treurnis als
posities zijn. Ook als je het boekje er
speeld worden. William Byrd is even-
met de vreugde in deze muziek uit-
niet bij hebt, kun je werken van haar
eens vertegenwoordigd, hoewel we
stekend raad, maar voor de Funeral
hand direct onderscheiden. Voor de
deze componist meer met het klavier
Sentences heb ik toch een voorkeur
omlijsting is geput uit bronnen uit de
dan met de luit associëren. Hopkinson
voor de uitvoering van Vox Luminis.
omgeving van Hildegard, misschien
Smith is in dit repertoire wat minder
Dat ensemble is net wat hechter, hoe-
materiaal dat ze zelf ook gebruikte.
flamboyant dan Paul O’Dette en zijn
wel ook door Les Cris fraai gezongen
Psallentes zingt in een rustig tempo
spel is veel bedachtzamer. Logisch
wordt. Dat stuk van Clarke is echt een
en de zes vrouwenstemmen opereren
dus dat hij in zijn programmakeuze de
ontdekking! MB
in diverse combinaties: allemaal sa-
nadruk legt op de langzame stukken
men, in groepjes van twee of drie of
waarin hij prachtig instrumentaal kan
solistisch. MB
mijmeren. MB
52
CARNEVALE 1729 ANN HALLENBERG, IL POMO D’ORO O.L.V. STEFANO MONTANARI PENTATONE PTC 5186678 (2 CD’S)
TOM Magazine / 03 2017
J.S. BACH: CANTATAS FOR SOPRANO CAROLYN SAMPSON, FREIBURGER BAROCKORCHESTER HARMONIA MUNDI HMC 902252
Muzikaal gesproken was het Vene-
L. VAN BEETHOVEN: MISSA SOLEMNIS CAPPELLA AMSTERDAM, ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW GLOSSA GCD 921124 Het was een gedenkwaardige avond,
tiaanse carnaval van 1729 één grote
Carolyn Sampson als Bach-zange-
die 14e oktober vorig jaar in TivoliVre-
kermisattractie. De castraat Farinelli
res, we kennen haar. Voor Frans
denburg. Gelukkig waren de opname-
maakte zijn debuut in de stad, diens
Brüggen was ze de ideale sopraan in
technici van Glossa erbij. Beethovens
collega Senesino en de mezzo Fausti-
de Johannes-Passion en ook bij het
Missa Solemnis is voor koor en orkest
na Bordoni waren in Londen door Hän-
Concertgebouworkest werkte ze de
een zware berg om te beklimmen.
del aan de dijk gezet en ook naar de
afgelopen jaren geregeld mee aan de
Frans Brüggen heeft het stuk nooit op
Dogestad afgereisd. Al die beroemde
passie-uitvoeringen. Met het Freibur-
het repertoire genomen, dus dit was
zangers vervulden operarollen in ver-
ger Barockorchester heeft ze nu so-
de eerste keer dat het bij het Orkest
schillende concurrerende theaters.
locantates opgenomen: Weichet nur,
van de Achttiende Eeuw op de lesse-
De mezzo Ann Hallenberg heeft losse
betrübte Schatten BWV 202 en Mein
naars stond. Daarbij horen we een uit-
aria’s verzameld die allemaal binnen
Herze schwimmt im Blut BWV 199. De
stekend solistenkwartet dat nergens
acht weken in Venetië hebben ge-
bas-bariton Andreas Wolf staat haar
te veel aandacht opeist. Maar de al-
klonken. De componisten heten Gia-
terzijde in Tritt auf die Glaubensbahn
lergrootste troef van deze uitvoering
comelli, Orlandini, Albinoni, Porpora,
BWV 152. De fans van Sampson komen
is het op dit moment zo geplaagde
Leo en Vinci. Dertien van de veertien
hier ruimschoots aan hun trekken.
Cappella Amsterdam. In een forse
aria’s zijn nooit eerder opgenomen.
Het karakteristieke timbre van haar
koorbezetting
Gezegend met een heel eigen donker
stralende stem gaat wederom recht-
van Daniel Reuss horen hoe de Mis-
stemgeluid zingt Hallenberg vol over-
streeks naar het hart. Toch bevredigt
sa Solemnis klinkt zónder gillende
gave en met de vanzelfsprekende
de opname niet volkomen. Volgens
sopranen. Doordat die hoogten zo
technische perfectie die we van haar
de informatie worden de Freiburgers
makkelijk worden gehaald, is er ook
gewend zijn. De keurig aangeharkte
geleid door hun concertmeester Petra
aandacht voor het serene dat deze
begeleiding door Il pomo d’oro onder
Müllejans, maar te vaak blijft onduide-
mis heeft. Het is echt niet alleen maar
leiding van Stefano Montenari steekt
lijk of hier wel iemand de leiding heeft.
powerplay.
er bijna gewoontjes bij af. De akoesti-
Er wordt ordentelijk gemusiceerd,
moeten hier maar eens heel goed
sche tweedeling – zangeres sterk op
daar niet van, maar met name in lang-
naar luisteren en dan hopelijk besef-
de voorgrond, begeleiding op afstand
zame aria’s zit er vaak weinig richting
fen dat Cappella Amsterdam absoluut
– zal bedoeld zijn om een theater-
in en urgentie achter. Zwemmen kan
niet kan worden gemist. MB
sfeer te creëren. TW
maar zo in dobberen veranderen. TW
De
laat
het
ensemble
subsidie-inhouders
CD’S
MAURICE RAVEL: DAPHNIS ET CHLOÉ LES SIÈCLES O.L.V. FRANÇOIXXAVIER ROTH, M.M.V. ENSEMBLE AEDES HARMONIA MUNDI HMC 905280
M. LAMBERT, S. LE CAMUS: DOUCE FÉLICITÉ IL FESTINO O.L.V. MANUEL DE GRANGE MUSICA FICTA MF8027
53
J.S. BACH: LA CITÉ CÉLESTE, WEIMAR CANTATAS – BWV12, BWV18, BWV161 ENSEMBLE ALIA MENS O.L.V. OLIVIER SPILMONT PARATY 916157
De air de cour was de belangrijkste liedvorm in het Frankrijk van de ze-
De cantates uit Bachs tijd in Weimar
Associëren we het gebruik van his-
ventiende eeuw. In essentie is het
worden tegenwoordig vrijwel altijd in
torische instrumenten vooral met
een eenvoudig lied met luitbegelei-
enkelvoudige bezetting uitgevoerd.
muziek van voor 1900, ook voor het
ding, maar de uitvoeringspraktijk is
Zo ook hier, hoewel niet vaststaat
vroeg 20e-eeuwse repertoire heeft
niet eenduidig. Het is mogelijk de lie-
hoeveel zangers Bach in Weimar tot
het gebruik ervan wel degelijk zin. In
deren meerstemmig uit te voeren en
zijn beschikking had. Deze vroege
symfonieorkesten
strijkers
van instrumentale tussenspelen te
cantates behoren in ieder geval tot
nog geruime tijd op darmsnaren spe-
voorzien. Michel Lambert en Sébas-
Bachs allermooisten. De nieuwe opna-
len en blaasinstrumenten waren vaak
tien de Camus zijn de productiefste
me door het jonge Franse ensemble
anders van mensuur dan tegenwoor-
componisten van airs de cour ge-
Alia Mens is een revelatie! Alle reto-
dig. Hoe onderscheidend de gevol-
weest. Aan hun muziek is deze cd ge-
riek die Bach in deze muziek stopte,
gen kunnen zijn, bewijzen François-
wijd. Il Festino kiest voor een variatie
wordt prachtig uitgelicht. Het is nau-
Xavier Roth en zijn orkest Les Siècles
in uitvoeringswijzen: soms solostem
welijks te geloven dat dit pas hun eer-
met Ravels complete balletmuziek
en continuo, soms meerstemmig, dan
ste cd betreft. Bij de solisten vinden
Daphnis et Chloé (1912). De weldadi-
weer met uitgebreide instrumenta-
we contratenor Pascal Bertin. De ja-
ge combinatie van transparantie en
le tussenspelen. Het levert een mooi
ren hebben hem gerijpt, hij heeft nu
warmte maken deze sprookjesachti-
afwisselend programma op dat door
een warm klinkende altstem, ideaal
ge cd tot een snoepwinkel. Roth is de
de uitstekende zangers en instru-
voor Bach. Luister bijvoorbeeld naar
ideale verkoper, met de onnadrukke-
mentalisten van het ensemble prach-
de openingsaria van Komm, du süße
lijke manier waarop hij al dat moois uit
tig wordt uitgevoerd. Al die subtiele
Todesstunde BWV161. Die klinkt be-
zijn orkest schept. Ook de koorzan-
versieringen, zo eigen aan de Fran-
toverend mooi. Ook de andere solis-
gers van het Ensemble Aedes leveren
se barokmuziek, realiseren ze met
ten zijn van grote klasse en datzelfde
subliem werk. ‘Lever du jour’: heeft de
aandacht, waarbij vooral de eenheid
geldt voor de instrumentalisten. Alia
dageraad zich ooit in zo’n overrompe-
tussen zangers en instrumentalisten
Mens is een ensemble om in de gaten
lende schoonheid aangediend? TW
opvalt. Dit is muziek van het kleine
te houden. MB
bleven
gebaar, wat door dit ensemble perfect wordt begrepen. MB
PIERRE HANTAÏ HET SPRANKELENDE KLAVECIMBEL VAN SCARLATTI De keuze van Pierre Hantaï
TETRAKTYS MATTEO DA PERUGIA IN MILAAN
Meesterklavecinist Pierre Hantaï speelt – op eigen verzoek – een recital zoals hij dat het liefste doet: geïnspireerd door het moment maakt hij, ter plekke, een selectie uit de 555 klavecimbelsonates van zijn favoriet Domenico Scarlatti. Zo lijkt geen enkel recital op het volgende. Hantaï’s recentste Scarlatti-cd was goed voor een Diapason d’Or de l’Année en dat verbaast niemand: deze Scarlatti is geconcentreerd, lenig en glashelder, ook in de meest flitsende tempi.
Ballades en virelais
do 5 okt/ 20.30 Maastricht, Cellebroederskapel vr 6 okt/ 20.00 Utrecht, TivoliVredenburg za 7 okt/ 20.15 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ zo 8 okt/ 15.00 Bloemendaal, Dorpskerk wo 11 okt/ 20.00 Heeswijk-Dinther, Kasteel Heeswijk do 12 okt/ 20.15 Muiden, Muiderslot vr 13 okt/ 20.15 Deventer, Penninckshuis
Kees Boeke, de naar Toscane uitgeweken blokfluitist, vedelspeler, onderzoeker en ondertussen ook producent van ambachtelijke extra vergine olijfolie, verkent met zijn ensemble Tetraktys de wondere muzikale wereld in de overgang van late middeleeuwen naar vroege renaissance. Voor deze tournee nodigt hij de Canadese sopraan Stefanie True – onthoud die naam – uit. Op het programma staan verfijnde amoureuze ballades en virelais van Matteo da Perugia, werkzaam aan de prestigieuze Dom van Milaan. wo 18 okt/ 20.00 Zeist, Kerk van de Evangelische Broedergemeente do 19 okt/ 20.15 Westzaan, Zuidervermaning vr 20 okt/ 20.00 Amsterdam, Waalse Kerk za 21 okt/ 20.15 Lelystad, Agora Theater zo 22 okt/ 15.30 Vlissingen, Sint-Jacobskerk
55
LES ESPRITS ANIMAUX TELEMANN-JAAR 2017 ‘Nieuwe’ Dresdense kwartetten
ERIK BOSGRAAF & FRANCESCO CORTI TELEMANN-JAAR 2017 Sonates voor blokfluit en klavecimbel
Wist u dat Georg Philipp Telemann in zijn tijd beroemder was dan Johann Sebastian Bach? Hoewel Telemann met een extreem gevarieerd oeuvre van meer dan zesduizend werken een van de meest productieve componisten uit de geschiedenis is, blijft zijn muziek vandaag onderbelicht. Hoog tijd om deze barokke reus in dit jubileumjaar voor het voetlicht te halen. Blokfluitsuperster Erik Bosgraaf speelt met de Italiaanse klavecinist Francesco Corti Telemanns vrolijke, slimme en hartverwarmende blokfluitsonates uit de bundels Essercizii Musici en Der getreue Musikmeister. vr 3 nov/ 20.00 Utrecht, TivoliVredenburg za 4 nov/ 20.00 Enschede, Muziekcentrum Enschede zo 5 nov/ 15.00 Brugge (B), Concertgebouw Brugge di 7 nov/ 20.15 Eindhoven, Muziekgebouw wo 8 nov/ 20.30 Almere, Kunstlinie Almere Flevoland do 9 nov, 20.15 Westzaan, Zuidervermaning vr 10 nov/ 20.15 Deventer, Penninckshuis za 11 nov/ 16.00 Haarlem, Doopsgezinde Kerk zo 12 nov/ 14.30 Amerongen, Kasteel Amerongen
Les Esprits Animaux ging tijdens het Internationaal Van Wassenaer Concours 2016 met bijna alle prijzen aan de haal. Telemann is hun favoriete componist, en dat komt goed uit in dit Telemann-jaar. Het repertoire dat ze spelen is nieuw: in een aparte afdeling van de hofbibliotheek van Dresden, de zogenaamde ‘Schrank II’ met muziek uit de tijd toen Pisendel er kapelmeester was, worden kwartetten bewaard die pas vorig jaar officieel aan Telemann zijn toegeschreven. di 21 nov/ 20.30 Zwolle, Grote Kerk wo 22 nov, 20.15 Delft, Lutherse Kerk do 23 nov/ 20.00 Utrecht, Geertekerk vr 24 nov/ 20.00 Amsterdam, Waalse Kerk za 25 nov/ 20.15 Leeuwarden, Waalse Kerk zo 26 nov/ 15.00 Dronten, De Meerpaal
LOCATIES EN PRIJZEN € 23 | Vriend € 19 CJP/student € 10 met uitzondering van: Almere, Kunstlinie Almere Flevoland € 15 | Vriend € 13 | CJP/student € 12,50 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ € 35 | Vriend/CJP/student € 28 Dronten € 13 | Vriend € 11,50 Eindhoven, Muziekgebouw € 25 | Vriend € 21 Lelystad € 15 | Vriend € 13 Maastricht € 22,50 | Vriend € 19 | € 10 Vlissingen € 20 | Vriend/CJP/student € 15 Utrecht, TivoliVredenburg € 35 | Vriend € 29 Zwolle € 25,50 | Vriend € 21,50 | CJP/student € 12,50 NB: Kaartverkoop voor concerten in België verloopt alleen via de betreffende concertzalen. Bestel online via oudemuziek.nl of schriftelijk met de bon in dit tijdschrift. Kijk voor uitgebreide informatie op oudemuziek.nl of vraag de brochure aan.
56
TOM Magazine / 03 2017
COLOFON Tijdschrift Oude Muziek ISSN 0920-6649 jaargang 32 / nr. 3 – augustus 2017 verschijnt 4x per jaar uitgave en productie Stichting Organisatie Oude Muziek Utrecht bureau Plompetorengracht 4 NL-3512 CC Utrecht t. +31 (0)30 232 9000 f. +31 (0)30 232 9001 info@oudemuziek.nl www.oudemuziek.nl correspondentieadres Postbus 19267 NL-3501 DG Utrecht Nederland vormgeving Doretta Rinaldi lay-out Esther de Bruijn drukwerk en bindwerk BCM cover Katharina Bäuml | foto: Marcel Bakker (via Zin Magazine) redactie Thiemo Wind Iris van Korven Susanne Vermeulen Xavier Vandamme Jed Wentz Juliëtte Dufornee medewerkers aan deze uitgave Frederike Berntsen, Marcel Bijlo, Thérèse Boshoven, Jan Van den Bossche, Albert Edelman, Agnes van der Horst, Wilmer de Jong, Merlijn Kerkhof, Tanja Kootte, Katarina Livjanić, Nico van der Meel, Guido van Oorschot, Thiemo Wind, Jed Wentz adverteren tarieven via 030 232 9000 of www.oudemuziek.nl miniadvertenties voor particulieren, € 15 per 4 regels, 140 lettertekens, bewijsexemplaar € 5 deadlines periode 15 februari - 15 mei: 2 januari periode 15 mei - 15 augustus: 1 april periode 15 augustus - 15 november: 1 juni periode 15 november - 15 februari: 1 oktober donateur worden Voor een bijdrage van € 40, € 80, € 160 of € 1.000 aan de Stichting Vrienden Oude Muziek ontvangt u 4x per jaar het Tijdschrift Oude Muziek met alle gegevens over het Festival Oude Muziek en onze concerten. Tevens krijgt u dan de Vriendenpas, waarmee u in aanmerking komt voor diverse kortingen. Zie www.oudemuziek.nl voor alle bijbehorende voordelen of bel met 030 232 9000. Voor mensen met een leeshandicap is dit Tijdschrift ook op cd verkrijgbaar. Inlichtingen: Dedicon, Postbus 24, 5360 AA Grave, 0486 486 486. Het volgende nummer verschijnt medio november 2017.
17/18 nú in de verkoop
ADVERTENTIE
Serie Oude Muziek mét colleges
WO 13 DEC / 20.15
Ensemble Correspondances Pastorale de Noël College Versailles en de kunsten als politieke strategie (19.00)
Vier colleges door Xavier Vandamme ZO 1 OKT / 20.15
ZA 20 JAN / 20.15
Ensemble Zefiro Virtuoze sonates uit de barok ZA 3 MRT / 20.15
De troost van Stabat Mater
Akademie für Alte Musik Berlin + Jean-Guihen Queyras
ZA 7 OKT / 20.15
Haydn versus Pleyel
Carte blanche: Domenico Scarlatti
VR 30 MRT / 20.15
ZA 14 OKT / 20.15
De passie van Händel
PRJCT Amsterdam Pierre Hantaï
Capella de la Torre + RIAS Kammerchor Echo’s van de Reformatie College Reformaties en het muzikale leven (19.00)
Concerto Copenhagen VR 13 APR / 20.15
Holland Baroque + Cappella Amsterdam + Alexander Weimann Dixit Dominus
WO 15 NOV / 20.15
graindelavoix
College Mythes rond de Engelse ziel (19.00)
Een biografie in muziek VR 25 MEI / 20.15 WO 29 NOV / 20.15
Nederlands Kamerkoor + Paul van Nevel Anoniem anno 1300
Cut Circle Josquins Missa Faisant regretz College Reflecties op de klank van de oude muziek (19.00)
Vroegboekkorting tot 35% tot 1 oktober. muziekgebouw.nl/oudemuziek
020 788 2000
ADVERTENTIE