3 minute read

Instrumentaliteit

Next Article
Colofon

Colofon

PIERRE CUYPERS’ PIANO

MUZIEKSCHATTEN IN HET RIJKSMUSEUM

Advertisement

Het grootste kunstwerk van het Rijksmuseum is absoluut het gebouw zelf. Het is ontworpen door Pierre Joseph Hubert Cuypers (1827-1921), een Nederlandse toparchitect wiens honderdste sterfdag dit jaar wordt gevierd. Cuypers werd als fervent katholiek geïnspireerd door de gotische architectuur. Met zijn vele gebouwen, waaronder ook het Centraal Station van Amsterdam, gaf hij de neogotiek in Nederland een impuls. Een van zijn persoonlijkste creaties is een rijkelijk versierde buffetpiano.

Cuypers creëerde het instrument in 1859 als huwelijksgeschenk voor zijn tweede vrouw, Antoinette Cathérine Thérèse Alberdingk Thijm, die zelf ook enigszins bijdroeg aan het ontwerp. De decoraties op de piano weerspiegelen het geloof van het paar en hun opvattingen over het leven en huwelijk. Antoinette was zeer katholiek: voordat ze na enige aarzeling met Cuypers trouwde, had ze overwogen om non te worden. Ook was Antoinette een getalenteerde pianiste en zangeres: haar passie voor muziek en haar christelijke toewijding

TEKST /

Giovanni Paolo Di Stefano

BEELD /

Piano van Pierre Cuypers, Roermond 1859. Rijksmuseum Amsterdam

brachten Cuypers ertoe deze piano voor haar te ontwerpen.

De bekende pianobouwer Antoine Bord (1814-1888) uit Parijs maakte het instrument en stuurde het onversierd naar Cuypers. Vervolgens kon de architect het meubel zelf vormgeven in zijn atelier in Roermond. Het door Cuypers ontworpen eikenhouten meubel bevat sculpturen, houtsnijwerk en een serie schilderingen met bijbelse onderwerpen. De twee hoekstijlen aan de achterzijde van het instrument worden bekroond door houten beeltenissen die Cuypers en zijn vrouw Antoinette moeten voorstellen.

De twee middelste schilderijen aan de voorzijde van de klankkast illustreren episoden uit het leven van St.-Cecilia, een duidelijke verwijzing naar zowel Antoinettes innerlijke strijd tussen het klooster- en huwelijksleven als haar liefde voor muziek. Tussen de twee afbeeldingen bevindt zich een houder met een kleine relikwie van de heilige. Volgens de legende werd Cecilia, een jonge Romeinse vrouw van adel die haar maagdelijkheid aan God had gezworen, uitgehuwelijkt aan de heidense Valeriaan. Hij bekeerde zich tot het christendom, maar de twee werden vanwege hun geloof door de Romeinen onthoofd.

In de middeleeuwen werd Cecilia naast een christelijke martelares ook de beschermheilige van de muziek. De beeltenissen van de Benedictijner monnik Hucbald en Pythagoras – twee muziektheoretici – op de voorkant van de klankkast benadrukken deze status van Cecilia als patrones van de muziek. Op de achterkant van de klankkast is de maagd Maria afgebeeld. Om haar heen verzamelen zich musicerende engelen, heiligen en componisten, onder wie koning David, St.-Cecilia, St.-Gregorius de Grote, Karel de Grote, Orlandus Lassus en Palestrina.

Schenking aan het Rijksmuseum

Antoinette overleed in 1898. In 1920 gaf Cuypers in een gesprek met Barthold van Riemsdijk, de toenmalige directeur van het Rijksmuseum, aan dat hij bezorgd was over de toekomst van de geliefde piano van zijn vrouw. De architect besloot het instrument en het kabinet waarin Antoinette haar partituren bewaarde aan het museum te schenken; deze twee artefacten had hij immers in dezelfde stijl vormgegeven. Hoewel het museum op dat moment geen eigentijdse meubels verzamelde, nam Van Riemsdijk het geschenk aan en plaatste hij de piano en de kast in Cuypers’ voormalige werkkamer in het Rijksmuseum, een ruimte die niet toegankelijk was voor bezoekers. Inmiddels behoren de piano en het kabinet tot de topstukken van de negentiende-eeuwse zalen van het Rijksmuseum (zaal 1.15). ■●

This article is from: