Van Elzinga tot E-government
Interactiviteit, dualisering, integraliteit en e-government. Volgens gemeenteraadsleden zijn dit de meest gebruikte modewoorden in het lokaal bestuur. In iedere beleidsnota duiken ze weer op, net als transparantie, kwaliteit en monitoring. Termen die verbonden zijn met actuele trends en ontwikkeling in het lokaal bestuur. Het zijn de nieuwe thema=s op de politieke en bestuurlijke agenda van gemeenten. Hoe denken lokale bestuurders over deze onderwerpen? Binnenlands Bestuur houdt jaarlijks een landelijke enquête onder gemeenteraadsleden (en wethouders). Wat vinden raadsleden (en wethouders) van >de wethouder-van-buiten= en andere dualiseringsvoorstellen van het kabinet? Welke opvattingen hebben ze over de rol en positie van de gemeenteraad? Wat verwachten ze van de elektronische overheid, zijn ze zelf al online? Hoe denken ze over de provincie en het regionaal bestuur? Hoe beoordelen ze het gezag en de kwaliteiten van het kabinet? De landelijke raadsleden-enquête 2000 is uitgevoerd door onderzoekers van de Katholieke Universiteit Brabant, onder leiding van dr. Marcel Boogers. Verder werkten mee: drs. Vincent van Stipdonk, mr. dr. Stavros Zouridis, Pia Naber en prof. dr. Pieter Tops. Ze namen daarbij het estafette-stokje over van prof. Wim Derksen en zijn medewerkers op de Universiteit Leiden, die de afgelopen 5 jaar met hun Trendstudies Binnenlands Bestuur het opinie-onderzoek onder lokale (en provinciale) bestuurders hebben opgezet en ontwikkeld. Een ander nieuw element is dat raadsleden deze keer via een e-mail zijn verzocht om deel te nemen aan een online-enquête op het internet. Raadsleden die hiermee niet overweg konden, of die geen (nog) geen e-mail adres hadden, kregen een schriftelijke vragenlijst toegezonden. De internetenquête is door ruim 300 raadsleden ingevuld; op de schriftelijke vragenlijst is eveneens door ruim 300 raadsleden gereageerd. Al deze raadsleden samen zijn naar politieke partij, sexe, regio en gemeentegrootte representatief voor het raadslid van de gemiddelde Nederlander. De enquêteresultaten geven daarmee een getrouw beeld van al hetgeen het Nederlandse gemeentebestuur bezighoudt en beweegt. TABEL 1: Welk bestuurlijk mode-woord wordt volgens u momenteel het meest gebruikt? Interactiviteit, interactief beleid
20%
Dualisering, dualisme, Elzinga
9%
Integraliteit, integraal bestuur
6%
E-Government, elektronische overheid, ICT
5%
Transparantie, openheid
4%
Dualisering gemeentebestuur: over >burgemeesters van binnen== en >wethouders van buiten==. Marcel Boogers en Vincent van Stipdonk >Raadsleden weinig vernieuwingsgezind=, kopte Binnenlands Bestuur vorig jaar bij de landelijke raadsleden-enquête 1999. Een jaar later blijkt de animo voor de dualisering van het gemeentebestuur wel wat te zijn gegroeid, al blijven veel raadsleden nog erg sceptisch. Het rapport van de commissie Elzinga B die het kabinet heeft geadviseerd over de dualisering van het gemeentebestuur B wordt door raadsleden met een krappe voldoende beoordeeld. De relevantie, originaliteit en haalbaarheid van de aanbevelingen scoren ieder maar mager zesje.Vanwaar dit gematigde oordeel? We vroegen raadsleden naar hun mening over de problemen van de lokale democratie, de vernieuwingsvoorstellen en de verwachte effecten daarvan. Volgens Elzinga en de zijnen kampt het lokaal bestuur met vier kernproblemen: de zwakke positie van politieke partijen; een duale praktijk in een monistisch stelsel; de geringe herkenbaarheid van de lokale politiek; en een gebrek aan collegialiteit binnen het college van B&W. Deze probleemschets is ook in de dualiseringsvoorstellen van het kabinet tot uitgangspunt genomen. Raadsleden blijken de problemen van de lokale democratie echter wat anders in te schatten. De geringe aantrekkingskracht van politieke partijen wordt meest als probleem genoemd. De dominantie van het college van B&W en de geringe herkenbaarheid van het lokaal bestuur worden daarentegen veel minder vaak als probleem aangemerkt. Het vermeende gebrek aan collegialiteit binnen het college vinden raadsleden zelfs een non-issue. Opmerkelijk is ook het oordeel over de ambtelijke ondersteuning van de raad. Slechts één op de drie raadsleden vindt het gebrek aan ambtelijke ondersteuning een probleem. Het is dus de vraag of de door de minister voorgestelde introductie van het recht op ambtelijke bijstand en het recht om een raadsgriffier te benoemen, tot veel navolging in de gemeentelijke praktijk zal leiden. TABEL 2: Punten die raadsleden als een (groot) probleem zien. % (groot) probleem 1. Geringe aantrekkingskracht politieke partijen
87 %
2. Dalende opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen
86 %
3. Gebrekkige belangstelling burgers
78 %
4. Gebrek aan kwaliteit in de raad
67 %
5. Geen echte discussie in de raad
65 %
6. Slechte herkenbaarheid lokaal bestuur
62 %
7. Onduidelijke rol raad bij interactief beleid
62 %
8. Dominantie landelijke thema=s bij raadsverkiezingen
57 %
9. Dominantie B&W
54 %
10. Gebrek aan gemeentelijke bevoegdheden
34 %
11. Onvoldoende ambtelijke ondersteuning van de raad
33 %
12. Te weinig collegialiteit binnen het college van B&W
29 %
De veelgehoorde constatering dat de dualisering van het gemeentebestuur zich vooral richt op de politieke problemen van de grote stad, wordt door enquĂŞtegegevens bevestigd. De door Elzinga genoemde problemen blijken voor stadsbestuurders het meest herkenbaar te zijn. De dualiseringsvoorstellen worden misschien om die reden vooral in de grote steden ondersteund. Het streven om het gemeentebestuur te dualiseren leeft nauwelijks in kleinere gemeenten. D66raadsleden zijn over de gehele linie de grootste voorstanders van dualisering, SP-raadsleden en raadsleden van kleine christelijke partijen zijn het meest kritisch. Wetsontwerp Het kabinetsstandpunt over het rapport van de Staatscommissie is verder uitgewerkt in het wetsontwerp Dualisering gemeentebestuur, dat dit voorjaar in de Tweede Kamer wordt behandeld. Een van de belangrijkste punten uit dit wetsvoorstel is de ontvlechting van de rollen en verantwoordelijkheden van raad en college. In grote lijnen wordt dit door een meerderheid van de raadsleden ondersteund. Dit met uitzondering van de SP-raadsleden, die hier afwijzend tegenover staan. Lokale bestuurders kunnen zich over het algemeen goed vinden in voorstellen om het raadslidmaatschap en het wethouderschap te ontkoppelen en de rollen van raad en college duidelijker te scheiden. Vergeleken met vorig jaar, is de steun hiervoor toegenomen. De mogelijkheid om wethouders van buiten de raad (en zelfs van buiten de gemeente) te benoemen, kan daarentegen nog steeds op weinig instemming rekenen. Men verwacht niet dat de kwaliteit van het lokaal bestuur hierdoor zal worden vergroot. Raadsleden zien eerder de gevaren: het college zal met wethouders van buiten de binding met de lokale samenleving verliezen. De meeste raadsleden verwachten dan ook niet dat er in hun gemeente wethouders van buiten zullen worden benoemd, als dat eenmaal mogelijk is. Een markant detail is dat de animo voor de >wethouder van buiten= in grote steden aanmerkelijk groter is dan in kleinere gemeenten. De optie om wethouders van buiten de raad en buiten de gemeente te benoemen is bedoeld om het recruteringstalent voor bestuurlijk talent te verbreden, hetgeen vooral voor kleinere gemeenten van belang kan zijn. Toch wordt dit voorstel hier het minst ondersteund. TABEL 3: STEUN VOOR DUALISERINGSVOORSTELLEN IN 1999 EN 2000 (zeer) eens 1999
(zeer) eens 2000
wethouders blijven geen lid van de raad
48 %
63 %
mogelijkheid om wethouders van buiten de raad te kiezen
26 %
45 %
duidelijker rolverdeling tussen raad en college
82 %
88 %
TABEL 4: OORDEEL OVER VERNIEUWINGSVOORSTELEN voorstel vertrouwenscommissie doet openbare aanbeveling voor
(zeer) eens
burgemeesterskandidaat
60 %
referendum over burgemeesterskeuze
31 %
gemeentelijke rekenkamers worden verplicht
74 %
mogelijkheid tot tussentijdse ontbinding raad
59 %
combineren lokale en provinciale verkiezingen
58 %
Lokale bestuurders kunnen zich goed vinden in het kabinetsvoorstel om gemeentelijke rekenkamers verplicht te stellen. Dit in tegenstelling tot de commissie-Elzinga, die het invoeren van lokale rekenkamers juist facultatief wilde stellen. Een grotere invloed van de gemeenteraad bij burgemeestersbenoemingen wordt toegejuicht. Men verwacht dat lokale burgemeesterskandidaten hierdoor een grotere kans zullen maken. Een meerderheid onderschrijft het kabinetsvoorstel dat de vertrouwenscommissie van de gemeenteraad met een openbare aanbeveling voor een burgemeesterskandidaat komt. Voor de meeste raadsleden hoeft de burger daarbij niet te worden geconsulteerd: slechts een minderheid is voor het idee om een burgemeestersreferendum te houden. Weinig raadsleden verwachten daarom dat er in hun gemeente een referendum zal worden gehouden over de burgemeesterskeuze als dat mogelijk zou zijn. Op een aantal punten willen raadsleden verder gaan met politieke vernieuwingen dan het kabinet. Een meerderheid vindt dat het mogelijk moet zijn om de gemeenteraad tussentijds te ontbinden bij grote politieke conflicten of impasses. Ook het idee om gemeentelijke en provinciale verkiezingen voortaan op één dag te houden vindt warm onthaal. De bezwaren van de commissie-Elzinga en het kabinet tegen het combineren van lokale en provinciale verkiezingen, worden dus niet door gemeentebestuurders gedeeld. Cultuurverandering? Dualisering van het gemeentebestuur betekent dat raadsleden een andere rol krijgen. De beleidsbepalende rol die ze formeel hebben, verdwijnt. In plaats daarvan moeten ze zich meer toeleggen op kaderstelling, controle en vertegenwoordiging. Het ministerie van BZK en de VNG zijn onlangs gestart met de Vernieuwingsimpuls Dualisme en lokale democratie, die als doel heeft in gemeenten zo=n cultuurvernieuwing richting dualisme te stimuleren. Parallel aan het proces van wetgeving wordt in een aantal gemeenten geëxperimenteerd met concrete initiatieven die een dualistische cultuur moeten bevorderen. Deze cultuurverandering wordt door de raadsleden ondersteund, al bestaan er op dit punt wel tegenstrijdige opvattingen. Een ruime meerderheid onderschrijft de stelling dat raadsleden zich meer moeten richten op hun kaderstellende, controlerende en vertegenwoordigende taken. Volgens het kabinet betekent dit dat de gemeenteraad wat meer afstand neemt van zijn bestuurlijke rol, maar de meeste raadsleden denken daar anders over. Meer dan de helft van vindt dat de gemeenteraad - en niet het college - het beleid van de gemeente behoort te bepalen. Gevraagd naar de belangrijkste functie van de gemeenteraad, zegt twee op de drie raadsleden dat dit het bepalen van beleid is. Hoewel de ingezette culturele dualisering met enige welwillendheid wordt begroet, lijken monistische oriëntaties, rolpatronen en routines nog bijzonder hardnekkig. TABEL 5: HOE WAARSCHIJNLIJK IS HET DAT DE GEMEENTE GEBRUIK MAAKT VAN
DE VOORGESTELDE VERNIEWINGS-INSTRUMENTEN? (zeer) waarschijnlijk als het eenmaal mogelijk is, zullen in mijn gemeente wethouders van buiten de raad worden gekozen
45 %
als het eenmaal mogelijk is, zal er in mijn gemeente een burgemeestersreferendum worden uitgeschreven
27 %
TABEL 6: WELKE FUNCTIE VAN DE GEMEENTERAAD VINDT U HET BELANGRIJKST? politieke debatten voeren
10 %
B&W controleren
17 %
wensen van burgers doorgeven
7%
hoofdlijnen van beleid bepalen
66 %
TABEL 7: VERWACHTE EFFECTEN VAN DUALISERINGSVOORSTELLEN (zeer) eens Wethouders van buiten de raad zullen de kwaliteit van het gemeentebestuur vergroten
44 %
Met wethouders van buiten de gemeente verliest het college zijn binding met de lokale samenleving.
68 %
Als de raad meer invloed krijgt op burgemeesters-benoemingen, zullen lokale kandidaten een grotere kans maken.
60 %
Dualisme tussen raad en college zal de lokale politiek verlevendigen.
72 %
Als de voorstellen van de commissie-Elzinga worden uitgevoerd, zullen burgers dat zeker merken.
48 %
Wat levert het op? Zullen de dualiseringsvoorstellen van het kabinet leiden tot de beloofde versterking van de lokale democratie? En wordt de lokale politiek aantrekkelijker voor de burgers? De verwachtingen hierover zijn niet hooggespannen. De levendigheid van de lokale politiek zal volgens bijna driekwart van de raadsleden toenemen, maar of de burgers er wat van zullen merken, is voor velen maar de vraag. Iets meer dan de helft ziet de dualisering van het gemeentebestuur vooral als een interne operatie, die aan de burger ongemerkt voorbij zal gaan. Hoewel raadsleden de geringe belangstelling van de burger als een urgent probleem aanmerken, rekent men er niet op dat de dualisering van het lokaal bestuur hiervoor een antwoord biedt.
ICT en lokaal bestuur: digitale revolutie gaat aan de raad voorbij. Marcel Boogers Als het aan ICT-minister van Boxtel ligt, zijn binnenkort alle raadsleden online bereikbaar. Maar zo ver is het nog lang niet. De enquêtegegevens laten zien dat lokale bestuurders nog weinig vertrouwd zijn met e-mail, elektronische discussies en chatsessies op het internet. De groep die wel actief is op het internet, is over het algemeen jonger en hoger opgeleid. Verder blijken vrouwelijke raadsleden relatief meer gebruik te maken van e-mail en internet. De meeste raadsleden vinden dat de gemeente nog te weinig gebruik maakt van de mogelijken die internet biedt. Vooral voor het verstrekken van gemeentelijke informatie en gemeentelijke dienstverlening ziet men een belangrijke rol voor internet weggelegd. Bij het gebruik van internet voor interactieve beleidsvorming of gemeenteraadsverkiezingen, is men veel terughoudender. Elektronische bereikbaarheid Voor deze landelijke raadsleden-enquête zijn raadsleden via een e-mail verzocht om deel te nemen aan een elektronische-enquête op het internet. Wie geen e-mail had, kreeg een schriftelijke vragenlijst toegestuurd. Dit experiment leverde op zichzelf al een aantal interessante gegevens op over de elektronische bereikbaarheid van gemeenteraadsleden. Zo blijkt maar één op de drie raadsleden een e-mail adres te hebben. In de meeste gevallen is dat een privé e-mail adres, hetgeen laat zien dat e-mail in de meeste gemeenten nog geen vast onderdeel is van het bestuurlijk berichtenverkeer. In de meeste grote steden daarentegen, hebben alle raadsleden een e-mail adres, dat ook via de gemeentelijke website toegankelijk is. Waar het gebruik van e-mail voor de gemiddelde gemeente-ambtenaar niet meer is weg te denken, is het voor veel gemeenteraadsleden nog een noviteit. De ontwikkeling van een elektronische overheid lijkt vooralsnog aan de raad voorbij te gaan. Digitale tweedeling bij raadsleden Als we de groep raadsleden die de online-enquête heeft ingevuld, vergelijken met de groep die gereageerd heeft op de schriftelijke vragenlijst, komt een duidelijke digitale tweedeling aan het licht. Raadsleden die gebruik maken van e-mail en internet zijn meestal jong, hoog opgeleid en afkomstig uit de grote steden. PvdA-, D66-, GroenLinks- en SP- raadsleden zijn in deze groep oververtegenwoordigd. Ook vrouwelijke raadsleden blijken relatief vaker actief op het internet. Gegevens over de tijdsbesteding van raadsleden bevestigen dat beeld. Uit de enquête blijkt dat jonge, hoogopgeleide raadsleden, vrouwen en raadsleden uit grote steden inderdaad meer tijd besteden aan e-mail correspondentie en internet-discussies. Als gevraagd wordt naar opvattigen over ICT-toepassingen in het lokaal bestuur, blijkt deze groep ook wat minder terughoudend bij de inzet van ICT bij interactieve beleidsvorming en verkiezingen. Website In veel beschouwingen over de elektronische overheid wordt betoogd dat ICT-toepassingen het bestuur ingrijpend doen veranderen. Volgens de meeste raadsleden zal het allemaal zo=n vaart niet lopen. Hoewel men niet het idee heeft dat de betekenis van internet wordt overschat, denken raadsleden niet dat het karakter van het lokaal bestuur hierdoor zal veranderen. Desalniettemin vindt meer dan de helft van alle raadsleden dat het gebruik van internet niet meer is weg te denken. De aanwezigheid van een gemeentelijke website blijkt raadsleden meer ICT-minded te maken. De
investeringen die het ministerie van BZK momenteel doet in gemeentelijke websites, lijken in dit opzicht goed besteed te zijn. In gemeenten met een gemeentelijke website vindt men dat deze inmiddels onmisbaar is geworden. Verder wordt de betekenis van internet voor politieke en bestuurlijke processen hier sterker gevoeld. Raadsleden besteden hier bijna tweemaal zoveel tijd aan e-mail contacten dan in gemeenten zonder website. Als gemeenten niet online zijn, wordt dit over het algemeen als een gebrek ervaren. De overgrote meerderheid van de raadsleden vindt dat het gemeentebestuur tegenwoordig via internet bereikbaar hoort te zijn. TABEL 11 (zeer) eens De betekenis van internet wordt schromelijk overschat
42 %
Een gemeentebestuur hoort via internet toegankelijk te zijn
96 %
Internet zal het karakter van het gemeentebestuur veranderen
41 %
Mijn gemeente maakt onvoldoende gebruik van de mogelijkheden die internet biedt
67 %
Internet is in mijn gemeente niet meer weg te denken
58 %
TABEL 12 Waarvoor zou internet moeten worden gebruikt? verstrekken gemeentelijke informatie
93 %
gemeentelijke dienstverlening
82 %
communicatie met burgers en organisaties
64 %
interactieve besluitvorming
52 %
gemeenteraadsverkiezingen
49 %
Voor welke onderdelen van het lokaal bestuur zou internet gebruikt moeten worden, en voor welke onderdelen juist niet? Bijna alle raadsleden zijn van mening dat internet zeer bruikbaar is voor het verstrekken van gemeentelijke informatie en voor gemeentelijke dienstverlening. Bij het gebruik van internet voor communicatie met de burgers of bij interactieve beleidsvorming, is men veel terughoudender. Een kleine meerderheid is hier voorstander van. Het gebruik van internet voor gemeenteraadsverkiezingen wordt door een kleine meerderheid afgewezen. Het kabinetsvoorstel om binnenkort te experimenteren met >internetverkiezingen=, wordt binnen het lokaal bestuur dus met argwaan begroet.
Meer flexibiliteit en minder vrijblijvendheid in regionale samenwerking Marcel Boogers Als de voortekenen niet bedriegen, kan het eindeloze debat over regionale bestuursvormen binnenkort weer in alle hevigheid losbarsten. Nu de kaderwet afloopt, zijn veel stadsregio=s naarstig op zoek naar geschikte bestuursvormen. Verder zal de Vijfde Nota voor de Ruimtelijke Ordening ongetwijfeld leiden tot het heropenen van oude discussies over de zwakte van de provincie en de mogelijke kracht van nieuwe regiobesturen. Bij de vorige Ruimtelijke Ordeningsnota=s was dat namenlijk ook het geval. Als het aan de lokale bestuurders ligt, zal het zover niet komen. Hoewel de meeste raadsleden vinden dat intergemeentelijke samenwerking te vrijblijvend is om slagvaardig te kunnen zijn, ziet men niet zoveel in de vorming van regiobesturen. Volgens raadsleden hebben flexibele, projectmatige samenwerkingsverbanden de toekomst. Van afspraken rond concrete projecten wordt dus meer heil verwacht dan van nieuwe structuren. Als er wat zou moeten veranderen, zouden provincies eerder groter moeten worden. Volgens een meerderheid van de raadsleden zijn provincies te klein om mee te kunnen spelen met andere europese regio=s. Zo lang de provincie zich niet teveel met de gemeente bemoeit, zijn de meeste raadsleden redelijk positief over de provincie. Men ervaart van de provincie meer ondersteuning dan tegenwerking. Het idee om de provincie een grotere invloed te geven op gemeentelijke bestemmingsplannen wordt resoluut afgewezen. De meeste raadsleden stemmen ermee in dat waterschappen invloed krijgen op het lokale ruimtelijke ordenings-beleid. Raadsleden zijn zelfs bereid daarvoor invloed af te staan. Het regeringsbeleid dat erop is gericht om in de ruimtelijke ordening meer rekening te houden met waterhuishoudkundige belangen, lijkt daarmee in het lokaal bestuur navolging te hebben gevonden. TABEL 13 oordelen over provinciaal en regionaal bestuur
(zeer) eens
intergemeentelijke samenwerking is te vrijblijvend
64 %
flexibele, projectmatige samenwerkingsverbanden hebben de toekomst
84 %
van de provincie ondervind je eerder tegenwerking dan steun
39 %
het provinciebestuur moet vervangen worden door kleine regiobesturen
37 %
provincies zijn te klein om met europese regio=s mee te kunnen spelen
55 %
het provinciebestuur moet een grotere rol spelen in gemeentelijke bestemmingsplannen
17 %
waterschappen horen geen invloed te hebben in gemeentelijke bestemmingsplannen
47 %
TABEL 14 Beoordeling bewindslieden Paars II Rangnummer Naam 2000 (1999) 1 (1) Zalm (Fin.,VVD) 2 (2) Vermeend (SZW, PvdA) 3 (3) Kok (AZ, PvdA) 4 (4) Cohen (Jus., PvdA) 5 (niet gevraagd) Bos (Fin., PvdA) 6 (6) K. de Vries (BZK, PvdA) 7 (7) de Grave (Def., VVD) 8 (9) van Boxtel (GSB, D66) 9 (5) Herfkens (OS, PvdA) 10 (18) Hoogervorst (SZW, VVD) 11 (13) Vliegenthart (VWS, PvdA) 12 (17) G. de Vries (BZK, VVD) 13 (12) Remkes (VROM, VVD) 14 (11) Korthals (Jus., VVD) 15 (8) Hermans (OCW, VVD) 16 (20) Brinkhorst (LNV, D66) 17 (22) Ybema (EZ, D66) 18 (27) Jorritsma (EZ, VVD) 19 (14) Benschop (BuZa, PvdA) 20 (24) Verstand (SZW, D66) 21 (21) van Hoof (Def., VVD) 22 (29) Faber (LNV, PvdA) 23 (26) J. de Vries (V&W, VVD) 24 (23) Pronk (VROM, PvdA) 25 (19) Borst (VWS, D66) 26 (15) Van der Ploeg (OCW, PvdA) 27 (16) Adelmund (OCW, PvdA) 28 (10) Van Aartsen (BuZa, VVD) 29 (28) Netelenbos (V&W, PvdA)
Excl. eigen partij 2000 7.1 6.6 6.5 6.5 6.4 6.2 6.0 6.0 5.9 5.8 5.8 5.8 5.7 5.7 5.7 5.7 5.7 5.6 5.6 5.5 5.5 5.3 5.2 5.2 5.0 5.0 4.9 4.6 4.6
Excl. eigen partij 1999 7.2 7.0 6.9 6.6 6.5 6.3 6.1 6.5 5.8 5.9 5.8 6.0 6.1 6.2 5.7 5.6 5.3 5.9 5.6 5.6 5.2 5.3 5.6 5.7 5.9 5.8 6.1 5.3
Om partijpolitieke voorkeuren te elimineren, is het oordeel van partijgenoten van de bewindspersoon niet meegewogen.
TABEL 15 BEOORDELING KOK EN ZALM 1997-2000
TABEL 16 Welke ontwikkeling is het meest van belang voor de toekomst van het lokaal bestuur? Individualisering
32 %
Ontwikkeling multiculturele samenleving
25 %
Vergrijzing
14 %
Internet, e-government
12 %
Juridisering
9%
Europeanisering
8%
TABEL 17: Op welke terreinen ziet u grote problemen in uw gemeente?
1 Verkeer en infrastructuur
35%
2 Woningbouw, huisvesting
28%
3 Economische ontwikkeling
23%
4 Onderwijs
23%
5 Werkgelegenheid
21%
6 Armoede
16%
7 Sociale voorzieningen
15%
8 Criminaliteit
15%
9 Milieu
14%
10 Migranten
12%
11 Volksgezondheid
10%