I lov e Sa lou BEELDSPRAAK #4 PETER VAN TUIJL
beeldspraak #4 ILOVE SALOU en andere fotografische wissewasjes
Peter van Tuijl
2014
3
I
L
OVESALOU
L
I OVESALOU en andere fotografische wissewasjes
M
et de titel van deze vierde beeldspraak is de betrekkelijkheid van zowel mijn fotografie als die van anderen een gegeven. Dat kan haast ook niet anders als je kijkt naar het aantal foto’s dat dagelijks door professionele fotografen, vrijetijdsfotografen, huisvaders, moeders en pubers wordt gemaakt. Datzelfde geldt in kwantitatief opzicht iets minder voor artikelen, essays, wetenschappelijke, technische of kunstverhandelingen over fotografie. In deze beeldspraak mijn foto’s uit Salou, verhalen, essays en kleine geschriften over fotografie. Wissewasjes, alhoewel ik hoop dat ze inspirerend van aard zijn. Dat dan weer wel. peter van tuijl, ulft 2014
ILOVESALOU and other photographic trifle The title of this fourth magazine is the relativity of both my photography and that of others is a given. That’s almost not different when you look at the number of photos that is made every day by professional photographers., Leisure photographers, fathers, mothers, and adolescents The same applies quantitatively less for articles, essays, scientific, technical or artistic essays on photography. In this metaphor my photos from Salou, stories, essays and small writings on photography. Trifle, although I hope they inspiring nature. Mind you.
5
ILOVESALOU
photographs made in the months may and june 2014
lightweight 7
F
otografie weet de schijn van echtheid te wekken en foto’s gaan daarom door voor waarheidsgetrouw. Maar foto’s zijn overtuigende leugens, altijd geweest!
Photography knows how to create the appearance of authenticity and photos may pass for true. But pictures are convincing lies, always!
9
I wa
11
Taking photos has something to do with intense enjoyment. I enjoy the moment when I think I can explain with what is happening before my eyes the hand. It only has to be something trivial, something that perhaps leads to a certain verveemding or absurdity in my imagination. You never know when you’re getting into to capture. Sets moments But if you do not aanbegint are you sure it does not work and you might regret it when you are further five minutes. So I walk with you and watch my eyes out, especially later in the photos, stripped of reality!
Foto’s maken heeft iets van doen met intens genieten. Ik geniet van het moment als ik denk dat ik de hand kan lichten met hetgeen zich voor mijn ogen afspeelt. Dat hoeft maar iets onbenulligs te zijn, iets dat in mijn fantasie misschien wel tot een zekere verveemding of absurditeit leidt. Je weet het nooit als je er aan begint om de reeksen van momenten vast te leggen. Maar als je er niet aanbegint weet je zeker dat het niks wordt en heb je er wellicht spijt van als je vijf minuten verder bent. Dus ik loop met je mee en kijk mijn ogen uit, vooral later op de foto’s, ontdaan van de realiteit!
alk with y ou!
13
I’m just a storyteller
15
the man with the red H pants et is een bepaald slag, mannen met rode broeken. In het dagelijks leven zijn ze iets hoogs in een saaie branche. Misschien zelfs wel directeur. Ze gedragen zich joviaal, maar hebben er flink de wind onder. Streng doch rechtvaardig. Op hun werk verschijnen ze vrijwel nooit in de rode broek, daar is ie net te casual voor. Op de zaak zijn ze genoodzaakt ‘gewoon’ in een pak te lopen. De rode broek is meer voor de weekends en vakanties. Het is een echte vrijetijdsbroek. Op zaterdagmorgen staat de man voor de kledingkast en maakt de keuze tussen de donkerblauwe spijkerpantalon en de rode broek. Het wordt meestal de rode broek, want die zit lekker ruim en is van een zachte stof. Overhemd in de broek, donkerblauwe V-halstrui erover, klaar. Echt rood is hij overigens niet, de broek. Het is meer bruinrood, baksteenrood. Echt rood zou écht een stapje te wild zijn. Met de baksteenrode broek wil de man duidelijk maken dat hij best lekker gek wil doen, maar daarin nooit te ver zal gaan. De man met de rode broek is zestig jaar, heeft een groot nieuwbouwhuis, een Mercedes, een blondgemaakte vrouw (zijn eerste nog!) en een boot. De boot van de man met de rode broek is een zeilboot, maar dat geeft niks. Die mast staat niet in de weg en het is best lollig om zo nu en dan, met ruime wind, het fokje even bij te zetten. Voor de rest vaart het echtpaar lekker op de motor van haven naar haven, waar ze gezellig nautisch uit eten gaan in een visrestaurant – want ze zijn dol op witte wijn. De boot is minimaal elf meter lang en heeft een groot stuurrad (geen helmstok!) waar de man met handschoentjes zonder vingers aan draait. Hij geniet als hij de marifoon mag gebruiken om de sluiswachter te melden dat hij geschut wil worden. Ze hebben het goed, de blondgemaakte vrouw en de man met de rode broek. Ze maken een praatje op de steiger met een ander stel met net zo’n boot als de hunne, ze drinken een cappuccino op de kade en neuzen nog even in de watersportwinkel, waar ze zich niet kunnen beheersen en van alles kopen. Een slapende namaakpoes van echt poezenbont, borrelglaasjes in een houten rekje, twintig meter onweerstaanbaar gekleurd touw, een paar handige messing haakjes, een nieuwe witte stootwil in een zwart gebreid netje, lederen bootschoentjes voor mevrouw en… voor meneer een nieuwe rode broek!
TEKST/TEXT PAM VAN VLIET/BRON INTERNET 17
I
t is a particular battle, men with red pants. In everyday life, they are something high in a boring industry. Maybe even director. They behave jovial but have a brisk wind under. Strict but fair. In their work, they almost never appear in red pants, there it is just too casual for. In case they are forced ‘just’ in a suit walking. The red pants is more for weekends and holidays. It is a real leisure pants. On Saturday morning, the man represents the wardrobe and make the choice between the dark blue jeans trousers and red pants. It is usually the red pants, because it is very spacious and has a soft fabric. Shirt in the pants, dark blue V-neck sweater over it, done. He is really red, incidentally, not the pants. It’s more brown, brick red. Would really be a step too wild. Really red With the brick red pants, the man wants to make clear that he most wants to do, but it will never go too far. Mad, The man with the red pants is sixty years old, has a big new house, a Mercedes, a blond woman made (his first yet!) And a boat. The boat of the man with the red pants is a sailboat, but that does not matter. That mast is not in the way and it’s pretty funny to put. Occasionally, with ample wind, the jib as at For the rest, the couple sails off on the engine from port to port, where they cozy nautical eating out at a seafood restaurant - because they are fond of white wine. The boat is at least eleven meters long and has a large steering wheel (no tiller!) Where the man with gloves on running without fingers. He enjoys when he can use to report that he wants to be. Artillery the lock keeper VHF They do it well, the blond-made woman and the man with the red pants. They have a chat on the dock with another couple with just such a boat as theirs, they drink a cappuccino on the quay and noses for a minute the chandlery, where they can not control themselves and buy everything. A sleeping fake pussy real cats fur, shot glasses in a wooden rack, twenty meters irresistible colored rope, a few handy brass hooks, a new white fender in a black knitted mesh, leather boat shoes for lady and ... for Mr. a new red pants!
19
C
olumn
Schrijven kan iedereen. Een aansprekend gedicht schrijven of een boek dat je aan het denken zet, is andere koek. Dan wordt het kunst. Nu is de definitie van kunst niet eenduidig en de betekenis is in de loop van de jaren zelfs aan verandering onderhevig. Maar hoe dan ook, in ieder geval zijn steeds de aspecten van ‘scheppen’ en ‘persoonlijke uitdrukking’ in de omschrijving aanwezig. Of fotografie tot de beeldende kunst gerekend kan worden, is sinds enkele decennia nauwelijks nog een vraag. Wel kun je je afvragen of daarmee alle fotografie, in het bijzonder de vrijetijdsfotografie, dan ook kunst is. Binnen de georganiseerde vrijetijdsfotografie zien we veel foto’s die de schoonheid tot onderwerp hebben. Mooie meisjes, oude gebouwen in een mooi strijklichtje of bloemen in een kleurrijk palet, zijn onder andere de onderwerpen die je veel ziet bij fotowedstrijden van de Fotobond. Deze foto’s scoren doorgaans een beleefde zes en bij een kritisch jurylid misschien een nette onvoldoende. Het is de fotografie van de herhaling, van het kopiëren van wat er al was, ook in fotografisch opzicht. Het is wat mij betreft te vergelijken met het oplossen van een kruiswoordraadsel. Als je er meer oplost wordt het steeds gemakkelijker en is het oplossen meer ‘een kunde dan een kunst’. Let wel ik heb niets tegen het tijdverdrijf ‘kruiswoordraadselsoplossen’ net zo min als tegen ‘mooie-meisjes-fotografie’. In het mentoraat probeer ik als mentor de persoonlijke uitdrukking centraal te stellen. Waarom fotografeer ik, misschien al jaren, graag landschappen. Wat betekent een landschap voor mij. Is het een vormkwestie waarin het de ordening is die me als fotograaf aanspreekt of wil ik juist de invloed van de mensheid op het landschap laten zien zoals milieu-invloeden of de wijze waarop we recreëren in onze natuurlijke habitat. Een mentoraat heeft m.i. dan ook te maken met het overdenken van je onderwerpen en thema’s en de vraag naar wat je eigenlijk wilt laten zien door je foto’s. Dat maakt van ons nog geen kunstenaars maar wel fotografen die proberen iets te laten zien wat hen boeit, hen bezig houdt en met wat ze met anderen willen delen. Een goede foto hoeft niet mooi te zijn. Elke foto heeft vorm en techniek nodig, eigenlijk is dat de basis van elke foto. Wat mij betreft staan die niet op zichzelf en bepalen ze niet de waarde van de foto. Vorm en techniek zijn het voertuig van de inhoud. Om het verhaal of de emotie in de foto te kunnen laten zien. Als het goed is, zie je de relatie tussen enerzijds vorm en techniek en anderzijds de inhoud. Een oorlogsfotograaf die de esthetica in zijn foto’s voorop stelt is in mijn ogen dan ook iemand die het verkeerde voertuig gebruikt om zijn verhaal te vertellen. ‘Schrijven kan iedereen’, zo begon ik deze column. Met hetzelfde gemak kun je poneren dat iedereen kan fotograferen. Of je erin slaagt om met je fotografie een persoonlijke toon te zetten ligt niet aan je camera, printer of digitale doka. Mij gaat het om fotografie waarin het persoonlijke van de fotograaf meer aan het licht komt. In een mentoraat probeer ik daaraan een bijdrage te leveren.
fotograferen kan iedereen
21
A
nyone can shoot Anyone can write. Write a poem or a compelling book that makes you think, is another story. Then the art. Now the definition of the art is not uniform and the meaning is in the course of the years, even subject to change. But anyway, at least its still the aspect of “creating” and “personal expression” in the description provided. Or photography can be counted among the visual arts for several decades hardly a question. However, you may wonder whether hence also all photography is art, especially the leisure photography. Within the organized leisure photography we see many photos that have the beauty of the subject. Beautiful girls, old buildings in a beautiful light ironing or flowers in a colorful palette, include the items you see a lot of photo contests Photo Bond. These pictures usually score a polite six and a critical juror might be a neat enough. It is the photography of repetition, of copying what was already there, in photographic terms. This to me is similar to solving a crossword puzzle. If you solve more it is becoming easier and solve more ‘a science than art. “Note that I have nothing against the pastime ‘crossword solving “just as against” beautiful-girls-photography.
C
In the mentorship I try to set as a mentor. Personal expression centrally Why do I shoot maybe for years, like landscapes. What does a landscape to me. Is it a matter of form which the arrangement is that appeals to me as a photographer or I just want to show the impact of humanity on the landscape such as environmental influences or the manner in which we recreate in our natural habitat. A mentor has mi whatsoever to do with thinking about your subjects and themes and the demand for what you really want to show through your photos. That makes us not artists but photographers who try something to show what excites them, keeps them busy and what they want to share with others. A good photo does not have to be beautiful. Each picture has form and technique needed, actually that is the basis of every photograph. To me that does not stand on its own and they do not determine the value of the picture. Form and technique are the vehicle of the content. To show the story. Whether the emotion in the picture If all is well, you see the relationship between form and technique and also the content. A war photographer aesthetics in his photos postulates in my eyes than a person who does the wrong vehicle, used to tell his story. ‘Writing everyone “so I started this column. With the same ease you posit that anyone can photograph. Whether you managed to put a personal tone with your photography is not on your camera, printer or digital darkroom. Me it’s photography in which the personal photographer more comes to light. In mentoring I try it to make a contribution.
olumn 23
we are still
together
25
But I’m a substitute for another guy I look pretty tall but my heels are high The simple things you see are all complicated I look pretty young, but I’m just back-dated, yeah
substitute for another guy
the who
27
29
op het randje
31
op zijn kantje
33
35
37
39
41
43
45
IK HOU VAN ALLE H ans de Booij zong eens “ik hou van alle vrouwen”. Of je echt van alle vrouwen zou willen houden is de vraag nog afgezien van de fysieke onmogelijkheid. Ik ken vrouwen waar ik absoluut niet van zou willen houden. Ik las vandaag een column van Ronald Giphart in de Volkskrant. In de column werd, toevallig of niet, ingegaan op een recentelijk Frans onderzoek naar de aantrekkelijkheid van vrouwen. De Franse onderzoekers, vrouwelijke wetenschappers en studenten gingen naar verschillende uitgaansgelegenheden om daar zogenaamd even te verpozen. De ene keer droegen zij geen lippenstift, de andere keer wel. De uitkomsten spraken voor zich: als de vrouwen hun lippen hadden beschilderd in rode oorlogskleuren werden ze veel sneller benaderd dan dat er geen glossy opgedaan was en de lippen zich naturel toonden.
Giphart niet vies van rode lippen noch van vrouwelijk schoon, was geïntegreerd door het onderzoek en gaf in zijn column tal van quasi wetenschappelijke verklaringen. Weliswaar is hij geen wetenschapper maar dat telt in het Stapeliaans tijdperk nauwelijks meer. Tenslotte belazeren wetenschappers de kluit met evenveel gemak als gras groen is. Met veel belangstelling las ik dat hij een getuite gelipstickte mond als een soort verklikker van de vrouwelijke schaamstreek beschouwt. Maar wellicht nog meer aandacht in relatie met de portretten in dit boek is zijn korte inleiding over beelden en woorden. “Bij de woorden ‘de vrouw stift haar lippen’ zullen lezers direct een allerindividueelst beeld voor zich zien van een vrouw die haar lippen stift. Als dit geen column maar een filmpje was zou ik een shot laten zien van een vrouw die haar lippen stift, een beeld dat geen enkele toeschouwer kan vervormen naar zijn eigen voorstelling. Schrijven is een manier om de innerlijke projector van lezers aan te zetten. Mensen gebruiken woorden om hun verbeelding een duw te geven. De lezer is de filmer van de tekst, de verbeelder van het geschreven verhaal.” Beelden worden gemaakt, voorstellingen gecreëerd. Woorden vertellen een nieuw verhaal. Ik hou van alle vrouwen, jong, oud, knap, lelijk. Dat heeft niets met liefde of geiligheid van doen. Ik hou van alle vrouwen die ik fotografeer. De ene keer is het de blik, een andere keer de uitstraling en weer een andere keer gaat het over het vermoedelijke leven dat geleid is of wordt. Mijn portretten zijn meestal niet ‘kaal’. Door de feitelijke en ‘vetrouwde’ omgeving waarin het portret is geplaatst, ontstaat er context. Vaak gaan de foto’s niet over de specifieke vrouw die is vastgelegd maar zeggen ze iets over het gedrag of de verschijningsvorm, die beide tijdgebonden zijn. De portretten die ik nu maak zullen over een flink aantal jaren anders zijn om het doodgewone feit dat de wereld er dan anders uitziet. Eddy Posthuma de Boer vertelt in een interview in het TV-programma Kunststof, dat fotografie zich uitstekend leent voor het vastleggen van een verhaal, een verhaal dat tijden plaatsgebonden is. Hij kan het weten, hij portretteerde niet alleen ‘zijn Amsterdam’ maar werkte als freelancer voor talrijke kranten en tijdschriften in meer dan 80 landen in de wereld. De verdienste van een William Klein, Peter Martens, Ed van der Elsken of Stephan Vanfleteren is natuurlijk de eigen beeldtaal die zij hanteerden of hanteren. Maar tegelijkertijd realiseer ik
me dat het geen wereldnieuws was dat ze vastgelegd hebben. Ze richtten hun camera op de dagelijkse dingen, op de mooie en lelijke mensen, op de interacties en de relaties tussen mensen onderling en tussen mensen en hun omgeving, op de armoede en de rijkdom en de betrekkelijkheid daarvan. Ze richtten hun camera op de mens. Ondanks hun schitterrende en specifieke, eigen, beeldtaal, vormen de foto’s met name een kroniek van de samenleving in een bepaalde periode. En dat ze daarbij houden van mensen, dat kun je zien aan hun foto’s, dat staat buiten kijf. In alle bescheidenheid, zonder me te wanen in hun voetsporen, wil ik met mijn foto’s ook laten zien van mensen te houden. Hans de Booij once sang, “I love all women.” If you really would like to keep all women the question is quite apart from the physical impossibility. I know women that I definitely would not want to keep. Today I read a column by Ronald Giphart in the Volkskrant. In the column was, coincidentally or not, discuss a recent French study on the attractiveness of women. The French researchers, women scientists and students went to different places to go to relax. Supposedly equally there The one time they were not wearing lipstick, the other time. The results spoke for themselves: if the women had painted in red war paint their lips they were approached much faster than that no glossy was gained and lips naturel demonstrated. Giphart red lips nor female beauty, was not integrated by the research dirty and in his column numerous quasi-scientific explanations. Although he is not a scientist, but that counts in Stapeliaans era hardly. Finally, scientists cheat the root ball as easily as grass is green. With great interest I read that he considers a pursed mouth gelipstickte as a kind of indicator of the female genital area. But perhaps even more attention in relation to the portraits in this book are brief introduction about images and words. “At the words” woman pin her lips’ readers will immediately see a very individual elst image for himself a woman holding her lipstick. If this is not a column but a movie I’d be a shot showing a woman holding her lipstick, an image that no viewer can deform into his own performance. Writing is a way to convert. Inner projector readers People use words to give their imagination. Nudge The reader is the filmmaker of the text, verbeelder of the written story. “Pictures are taken, created performances. Words tell a new story. I love all women, young, old, pretty, ugly. That has nothing to do with love or horniness. I love all the women I photograph. The one time it’s the look, other times the look and another time about the probable life that resulted or will. My portraits are usually not ‘bare’. By the actual and “vetrouwde ‘environment in which the portrait is placed, it creates context. Often the photographs are not about the specific woman who is committed but they say something about the behavior or appearance, both of which are time-bound. The portraits I make now will have a good number of years different to the ordinary fact that the world will look like different. Eddy Posthuma de Boer said in an interview with the TV program Plastic, that photography is excellent for capturing a story, a story that is time and place specific. He should know, he portrayed not alone ‘Amsterdam’, but worked as a freelancer for numerous newspapers and magazines in more than 80 countries around the world. The merit of a William Klein, Peter Martens, Ed van der Elsken or Stephan Vanfleteren is of course the individual visual language that they used
VROUWEN
I love all women
meisje met hand handicap / girl with hand handicap
or handling. But at the same time I realize that it was not a world that they have captured. They focused their cameras on the everyday things, the beautiful and ugly people, the interactions and relationships between people and between people and their environment, poverty and wealth, and the relativity of it. They focused their cameras on people. Despite their schitterrende and specific, own imagery, the pictures are particularly helpful chronicle of society in a given period. And they keep taking from people that you can see their pictures, that is indisputable. In all modesty, without me to imagine in their footsteps, I want my pictures also show you to love people.“
47
49
51
53
55
57
59
61
63
65
Een relatief begrip, een mooie foto Ik heb niets tegen schoonheid in de fotografie. Net zo min dat ik iets tegen techniiek in de fotografie heb. Anders wordt het als dat hetgeen is dat een foto uitsluitend ten doel heeft. Ik vind dat fotografie een boodschap heeft. Fotografie is communicatie en kan dus ook gaan over het ultieme geluk, de ellende of de ultieme schoonheid. Maar schoonheid stopt dan niet bij de gulden snede of harmoniërende kleuren. Fotografie vertelt een verhaal. Soms heel letterlijk, dan is of komt de functie dicht bij de neutrale of objectieve informatie. Vaker is de foto minder neutraal en heeft deze een directe relatie met de fotograaf. Dan gaat de foto over hetgeen de fotograaf beroert, spannend vindt, belangrijk acht. En dat gaat verder dan schoonheid alleen. Een sprekend voorbeeld daarvan is de reeks ‘TRANSFORMANCE” van Andreas Muellerpohle. Deze fotograaf ging het experiment aan en koos voor het onderzoek naar de betekenis van de fotografie als autonoom medium. Je kunt er van alles van vinden, je kunt het zelfs mooi vinden maar dan ga je wel voorbij aan de betekenis die Muellerpohle er aan gaf.
Transformance.1979–1982 [English | Deutsch] The decision was to take a total of 10,000 photographs, in motion and without looking through the viewfinder. The photographic act is thus deliberately determined as an act of chance, and chance itself is caught between movement and photographic fixing. The neologism Transformance (transformation/performance) designates the active but optically impassive intervention in the space-time-continuum. De beslissing was om een totaal van 10.000 foto’s te nemen, in beweging en zonder door de zoeker te kijken. De fotografische act doelbewust wordt bepaald als een daad van het toeval, en toeval zelf is gevangen tussen beweging en fotografische bevestiging. Het neologisme Transformance (transformatie / prestatie) duidt de actieve maar optisch onbewogen ingreep in de ruimte-tijd-continuüm.
HIDDEN FACES
A relative term, a beautiful picture
I have nothing against beauty in photography. Nor that I have anything against techniiek in photography. Otherwise, it is considered that what has been that a photograph is intended exclusively. I think that photography has a message. Photography is communication and can therefore also be about the ultimate happiness, misery or the ultimate beauty. But beauty does not stop than the golden section or harmonious colors. Photography tells a story. Sometimes literally, then or will the function close to the neutral or objective information. More often, the picture is less neutral and has a direct relationship with the photographer. Then the picture of what the photographer touches, find exciting, considers important. And that goes beyond beauty alone. A striking example is the series’ Transformance “Andreas Muellerpohle. This photographer did the experiment and chose to investigate the significance of photography as an autonomous medium. You can think of it all, you can even find it nice but then you have ignored the significance Muellerpohle gave to it.
67
69
71
73
75
77
79
81
83
PHOTOMED In 2011 ontdekte ik al reizende door de Provence per toeval het voor de eerste keer gehouden ‘Le festival de la photographie mediterraneene’ in Sanary sur Mer. Een lieflijk kustplaatsje iets ten Westen van Toulon met een haven met zowel plezierjachten als vissersboten. Photomed telde toen een stuk of 12 exposities met foto’s van grote fotografen als Boubat, William Klein, Cartier Bresson en Martin Parr naast onbekend jong en aanstormend talent. Het festival had iets ‘petieterigs’, ondanks de grote namen en de kwaliteit van de fotografie. En de fraaie expositieruimtes ten spijt, ook het bezoekersaantal was in dat eerste jaar niet om over naar huis te schrijven. Benieuwd hoe zich dat verder zou ontwikkelen mede in het licht van het mondiale fotofestival Les Rencontres d’Arles slechts één maand later en op een afstand van amper een uur rijden.
een ontmoeting in het MEDITERRANE
In 2013 hebben de curators gekozen voor fotografen uit de landen rondom de Middellandse Zee. In de exposities komt het brede terrein van de fotografie tot uitdrukking; van pure, vaak heel persoonlijke, visuele uitingen tot documentaire getuigenissen. Evenals de twee voorgaande edities hebben ze ook nu fotografen opgenomen die hun sporen reeds verdiend hebben naast jong en naar verwachting aankomend talent. Een speciale plaats is toegekend aan de in dit jaar overleden Italiaanse fotograaf Gabriele Basilico [1944-2013] met zijn fotografie van de steden rondom de Middellandse zee. Daarnaast extra aandacht voor jonge ontluikende fotografen uit de landen rondom de Middellandse Zee met de nadruk op Libanon en Slovenië én natuurlijk Frankrijk. Libanon wellicht vanwege de Franse ‘connectie’ tot 1946 en Slovenië mogelijk vanwege de kortste kuststrook van alle landen grenzend aan de Middellandse zee. Ja, soms lijken keuzes heel logisch. De Italiaanse oude meester Nino Migliori [1926], in Nederland minder bekend, is hoofdexposant in de belangrijkste locatie in Sanary, het Espace St Nazaire. De oude meester toont straatfotografie van de bovenste plank en typeert het Italiaanse leven in de jaren vijftig en zestig op een meer dan voortreffelijke wijze. Toevallig ogende situaties op een beslissend moment vastgelegd, zowel qua gebeurtenis als in de vormgeving van het beeld. Migliori legde de straattaferelen, de feesten en ceremonies vast maar maakte ook foto’s bij de plaatselijk kapper of de lokale bar om het leven van alledag te laten zien. Met zijn directe benadering van de werkelijkheid past hij in de traditie van de documentaire fotografie. Maar Migiori liet het niet daarbij. Eveneens in diezelfde periode begon zijn ‘onderzoek’ zoals hij zelf zegt naar ‘hetgeen wat overblijft’. “Zoals de grottekeningen van Altamira en de muurschilderingen van Pompeï de overblijfselen zijn van de ‘gewone man’, zijn de hedendaagse tekens op muren van jongeren documenten die zullen overblijven in de toekomst en als zodanig verhaal schrijven over het nu”, aldus Migliori. Zijn serie muren is daarmee een langdurig project geworden en zelfs nu, op hoge leeftijd, laat hem de fascinatie hiervoor niet los. Maar ook het technische experiment schuwde hij niet. Ik zag een foto van zijn dorp die hij in 1958 maakte waarbij het papier met verschillende negatieven belicht werd en daarmee, naast het grafische beeld met ingewikkelde
VOOR WIE VA N Z E E , Z O N É N F OTO G R A F I E H O U DT !
Nino Migliori
85
Nino Migliori
Effacement, Nino Mogliori [1960]
patronen, de complexiteit van de bouwsels in zijn dorp weergaf. De foto deed me denken aan de fotograaf Michael Najjar die recent (2006) in zijn serie ‘Metropolis’ de complexiteit van grote wereldsteden zoals New York en Shanghai op soortgelijke wijze in beeld bracht. Migliori’s experimenten in de doka leverde nog een groot aantal verrassende beelden op zoals de hydrogrammen waarbij hij rechtstreeks, zonder tussenkomst van een camera, foto’s maakte van vloeistofpatronen. Het was niet zozeer het technische experiment dat hem boeide als wel de mogelijkheid om een fantasiewereld te creëren en beweging te suggereren. Dat Migliori’s fotografische passie niet aflatend is blijkt uit het werk dat hij nog steeds maakt. Op deze overzichtstentoonstelling waren recente polaroids uit de serie ‘In vitro’, te zien. Stillevens van groenten en fruit in potten waarbij de structuurweergave, detaillering, kleurschakering en vormgeving zo bepalend zijn dat ik op een andere manier naar deze alledaagse werkelijkheid keek. Migliori, de fotograaf die steeds de werkelijkheid een draai gaf en nog steeds met een eigen kijk beelden maakt, en dat al vanaf de beginjaren vijftig van de vorige eeuw!
Lara Zankoul Dizzy Gellispie, Tony Hage
De begane grond van de Espace is helemaal aan jonge fotografen gewijd die een bepaalde relatie met Libanon hebben, sommigen geboren en getogen, anderen van Libanese afkomst. Tony Hage [Beiroet, 1961] is als mede-curator speciaal ‘ingehuurd’ voor de samenstelling van deze expositie. Teacup, Lara Zankoul
Lara Zankoul valt op door haar surrealistische getinte foto’s van een jonge vrouw met steeds als beeldbepalend element een levensgrote theekop waardoor er een droomwereld gecreëerd wordt. Tanya Traboulsi treedt in haar serie ‘Seules’ in elke foto steeds twee keer als model op. Sobere foto’s waarbij zowel door houding als gezichtsexpressie én enkele attributen het verhaal van ‘het alleen zijn’ verteld wordt. Elke persoon lijkt in een eigen wereld en in bepaalde tijdsdimensie te leven.
Seules, Tanya Traboulsi
87
Tanya Traboulsi
Mazen Jannoun treedt met zijn serie ‘watercolor’ in de voetsporen van Martin Parr waarin de lifestyle van gewone mensen aan de kust van Libanon met een zekere humor en directheid, maar ook enigszins schurend, in beeld wordt gebracht. Watercolour, Mazen Jannoun
CAROLINE TABET
Perdre la vue, Caroline Tabet
Een serie die ondanks de kleine formaat afdrukken meteen in het oog springt, is die van Caroline Tabet, ‘Perdre la vue’. De titels van de twaalf foto’s laten zich lezen als een gedicht. De serie komt over als een heel persoonlijke beleving van de fotograaf, verstillend, twijfelend, foto’s die de beschouwer meer vragen stellen dan antwoorden geven. Verlaten van een afgesloten ruimte in de richting van de stad.# Niets dan contouren en blindheid.# Niet het zien van de stad niet meer.# Beirut verdwijnt, hoe meer je naar haar kijkt, hoe meer je haar spijt, hoe meer je los te maken van haar.# Sporen van mensen die alleen weten om haar te vervormen, die ontwortelen haar bomen en sneed haar open, elke dag een beetje meer.# Het oog te verliezen # Anders zien# Het terugwinnen van de stad.# Het houden van niet meer dan een schets, een aantal vleugje kleur,# vormen, lijnen en vage silhouetten. # De verblindende intensiteit van de zon.# Het oog te verliezen.
Beiroet, Fouad Eklkouri
In een volgende galerie, Atelier des Artistes, treedt een jonge suppoost me tegemoet, blauw T-shirt met opdruk PhotMed en met een stempel en kussentje. Met vijf stempels, van verschillende galeries, kan ik met de boot, voor de helft van de prijs, naar het eiland Ile De Bendor voor nog een expositie. Nadien zie ik dat hij mij en mijn vrouw turft op een bezoekerslijst. Photomed is op dat moment ongeveer halfweg en ik ben benieuwd naar het bezoekersaantal. Grappig, hij gebruikt niet de bij ons in zwang zijnde ‘vier staande streepjes en een liggend’ voor elk vijftal maar een gesloten vierkantje met een diagonaal. Handig want een vergissing met streepje teveel of te weinig is er dan niet bij. Maar goed, afgezien van het lesje ‘turven’, de teller stond na twaalf dagen op ruim 2400. Met nog zo’n 12 dagen te gaan schat ik dat het festival zo’n dikke 4000 bezoekers trekt. De artistiek directeur van het festival, Jean-Luc Monterosso, is met dit aantal niet ontevreden. Hij rekent op 50.000 voor alle exposities samen. Jean Luc Monterosso heeft zich vanaf het begin als artistiek directeur aan dit festival verbonden. Hij is niet de minste; directeur van het Europees Huis van de Fotografie in Parijs en in 1980 was hij de grondlegger van het Beiroet, Fouad Eklkouri befaamde ‘Mois de la Photo’ in Parijs. In des Artistes hangt werk van Fouad Elkouri [Parijs, 1952]. Fouad leeft en werkt zowel in Parijs als in Beiroet. De expositie is samengesteld met foto’s uit voornamelijk Beiroet. Maar juist de enkele foto’s uit o.a. Parijs en Londen geven een merkwaardige draai aan de ‘Beiroetfoto’s’. De overeenkomsten en parallelliteit in de verschillende steden lijken het alledaagse leven en bestaan in Beiroet schrijnender te verbeelden.
89
Gabriele Basilico Met de trein naar Toulon is slechts 8 minuten, een stad waar het als fotograaf ook goed toeven is. Wil je straatbeelden maken kun je er terecht maar ook de architectuurfotograaf kan er veel van zijn of haar gading vinden. Het ‘Hotel des Arts’ is zo’n statig gebouw gelegen tegenover het Place de la Liberté. In dit geval is het bezoek gericht op de grootste expositie van het festival, de stedelijke obsessie van Gabriele Basilico. De expo toont foto’s van grote steden rondom de Middelandse Zee, van Monaco tot aan Beiroet, allemaal in groot formaat met een rijkdom aan detaillering en textuur, meestal in zwart-wit. Basilico hanteert de objectieve stijl van de Dusseldorfse school, het wat hoge standpunt laat goed de ruimte en de aspecten van de stad zien. De bebouwde gebieden en de in aanbouw zijnde projecten worden afgewisseld met industriële gebieden, heel vaak verlaten gefotografeerd. Als je al kijkend loopt door de acht zalen van het museum word je geraakt door het poëtische en het verstillende in de beelden. De historiciteit en het culturele van de steden zijn in de foto’s vertegenwoordigd en ook het leven in de verschillende stedelijke omgevingen, de functionaliteit van de gebieden wordt in de foto’s tot uitdrukking gebracht. Objectiviteit bestaat niet, de fotograaf neemt een standpunt in en wil iets laten zien dat hij belangrijk vindt. Dat was al zo bij de watertorens en mijnschachten van de Bechers en dat is ook zo bij de stedelijke obsessie van Gabriele Basilico. De foto’s van Beiroet vormden voor mij een hoogtepunt, alhoewel je bij dergelijke grootschalige en verwerpelijke verwoestingen van steden eerder van een dieptepunt zou moeten spreken. Juist door de eerdergenoemde combinatie van ogenschijnlijke objectiviteit en de poëtische inslag gecombineerd met verwijzingen naar het dagelijkse leven, maken dat deze foto’s , zonder het oorlogsgeweld direct in beeld te brengen, je bij de keel grijpen. Een stad waar de hoop zich blijvend in wanhoop lijkt te hebben vertaald.
Gabriele Basilico
Gabriele Basilico
Daoud Aoulad-Syad
S A N A RY SUR MER Mouron en Rostain
Er was veel te zien op het festival in en rondom Sanary sur Mer. Veel van dat alles was de moeite van het bekijken meer dan waard. Ik heb nog aardige herinneringen aan de grote buitenfoto’s van de paparazzi Mouron en Rostain, de met de middenformaat gemaakte portretten van de wijnboeren door Daoud Aoulad-Syad, de wat kunstzinnige en beschouwende foto’s van de zes Sloveense fotografen en de in de studio minuscuul samengestelde maquettes van diepzeetaferelen van Didier Massard. Een van de Nederlandse echtparen die ik sprak op een expositie verwoordde het wat mij betreft prima. “We komen hier heel vaak; voor de mooie kust, de nabijheid van de steden zoals Marseille, Toulon of Nice en het altijd mooie weer. Nee niet speciaal voor de fotografie. Maar elk jaar lopen we wel alle tentoonstellingen af en er zijn heel veel mooie foto’s te zien.” Vervang mooie door ‘vaak ook interessante’ en je hebt wat mij betreft de kern van PHOTOMED te pakken. En,… als je volgend jaar gaat, vergeet dan niet om de trein naar Marseille te nemen. In juni van dit jaar werd het, ook fotografisch interessante, museum Mucem door Hollande geopend. Een hoogstandje van moderne architectuur met een verwijzing naar het Moorse verleden. Ook daar is het heerlijk kijken en fotograferen.
Didier Massard 91
PHOTOMED
D E SL OV E N E N Boris Gaberščik
In de foto’s van Boris Gaberščik [ljubljana 1957] worden de objecten zodanig uit de omgeving geïsoleerd dat het lijkt te gaan om het stilleven waarin het alledaagse in een kunstzinnige context wordt geplaatst. Ondanks dat in de foto’s van Metka Vergnion de poëzie niet ver weg is en sterk autonoom gericht, merk ik dat ik aan de foto’s een rationele verklaring wil geven. Misschien is het de combinatie van de dingen, de onderlinge verhouding en de plaatsing in het vlak die me daartoe prikkelen. Jane Stravs [ljubljana 1965] is een fotograaf die in zijn foto’s steeds een bijzondere sfeer wil treffen. Zo ook met de serie ‘’Road Movie’ die hij in Sanary laat zien. Je waant je acteur én reiziger in een set van een film over een mysterieus land. Dit wordt extra benadrukt door het enigszins picturale omfloerste beeld en het kleurgebruik. Bostjan Pucelj [Novo mesto, 1979] is een echte verhalenverteller en werkt seriematig aan verschillende onderwerpen. Op deze expositie het werk ‘missing action’ waarin de winkelwagen centraal staat. Er is slechts één foto waarin gewinkeld wordt. In alle andere foto’s zie je dat karretje op onverwachte plekken tevoorschijn komen, verlaten en afgedaan, hun functie teniet. Wat in eerste instantie als een artistieke serie overkomt, blijkt bij nadere beschouwing een serie die iets van het consumentisme en de wegwerpcultuur van onze samenleving weerspiegelt. [tekst peter van tuijl] Metka Vergnion
Bostjan Pucelj
Jane Stravs
Verdere informatie
Michael Najjar http://www.michaelnajjar.com/ Lara Zankoul http://larazankoul.com/ Tanya Traboulsi http://www.tanyatraboulsi.com Caroline Tabet http://www.carolinetabet.com/ Fouad Elkoury http://www.fouadelkoury.com Gabriele Basiclico http://www.studiolacitta.it/LaCitta/Artisti/GabrieleBasilico.php Bruno Mouron en Pascal Rostain http://www.youtube.com/watch?v=iG4nzJH7xKg Didier Massard http://www.didiermassard.net Metka Vergnion http://www.metkavergnion.com/ Jane Stravs http://www.stravs.net Bostjan Pucelj http://www.bostjanpucelj.com
museum in toulon met expositie van gabriele basilico, foto peter van tuijl
93
special encounters
In de fotografie wordt steeds de relatie tussen fictie en werkelijkheid belicht. Zelfs als een foto een afspiegeling van het hedendaagse is zal naarmate de tijd voortgaat de betekenis daarvan een andere worden. Fotografie is het vastleggen van wat er was maar is voor mij tevens de vertekening van de realiteit. Met mijn kadrering laat ik maar een deel van de werkelijkheid zien, met fotografische eigenschappen zoals licht of kleurtoon geef ik een sfeertekening en onder andere met mijn gekozen compositie kan ik dingen benadrukken. Kortom, ik maak met mijn foto’s een eigen werkelijkheid die dichter bij de surrealiteit ligt, -letterlijk een schijnwerkelijkheid-, dan wordt
and special moments vermoed bij een eerste oogopslag. Als sociaal-documentair- en straatfotograaf staat de ontmoeting met de mens in mijn werk centraal. Die ontmoeting heeft een reële betekenis waarvan ik geniet op het moment dat deze zich voordoet. Maar na het bovenstaande zal het niet vreemd overkomen dat ik aan die ontmoeting in fotografische opzicht ook een surrealistische betekenis wil toekennen. Iets wat in een foto bijvoorbeeld lijkt op verveling kan in werkelijkheid slechts een moment van onachtzaamheid zijn. De vertekening van de werkelijkheid wil ik soms gepaard laten gaan met een vleugje ironie of een schurend randje. Wat mij betreft zijn het dan ook uitzonderlijke ontmoetingen, niet zozeer door de feitelijke echtheid maar door de getoonde fotowerkelijkheid!
95
97
99
101
103
105
107
109
111
113
115
117
119
121
123
125
127
129
131
133
135
137
139
141
143
145
147
GELUKSZOEKERS
?
AFRICAN
DREAM
149
151
A F R IC AN DR EAM ?
153
A F R IC AN DR EAM ?
155
A F R IC AN DR EAM ?
AF RICA N
DRE AM ? 157
Arles in black with Guy Bourdin tuijl
foto peter van
Arles in Black Ik dwaal door Arles, een dag voordat het fotofestival van start gaat. Het is er rustig, alle galeries en exporuimten zijn nog gesloten. Een enkele keer kan ik door een kier van een deur kijken en zie mensen druk in de weer. Een van de galeries uit het Off-circuit is toch al open. Grootformaat foto’s, steeds twee naakte vrouwen, moeder en dochter, ontwapenend en vrijmoedig geportretteerd, in zwart en wit. De fotograaf, Gregor Podgorski [1965 Warschau], doet de naam van het festival eer aan: Arles in Black. Het ‘Les Recontres d’Arles’ gaat door voor een van de meest prestigieuze fotomanifestaties in de wereld en wordt voor het 44e jaar georganiseerd. Je kunt je afvragen of in een tijd waar digitaal en kleur ‘booming’ is, een festival dat de nadruk legt op het zwart-wit zich niet devalueert tot een nostalgisch terugkijken in de tijd. Na een ‘weekje Arles’ blijkt dat geenszins het geval. Bovendien is, ondanks dat de titel ‘Arles in black’ anders doet vermoeden, kleur volop aanwezig. Francois Hebel, al jarenlang directeur van het festival, noemt in de openingsrede juist de nieuwe, veelal jonge fotografen, die zowel in kleur als in zwart-wit voortbouwen op de ‘visual language of black and white’ van weleer. “Bovendien biedt het festival een podium voor (her)ontdekkingen, zwart-wit fotografen die nu, pas na jaren, voor het voetlicht treden en bekende fotografen waarvan werk wordt getoond dat voor het publiek jarenlang verborgen bleef, zoals van Guy Bourdin en Jacques Henri Lartigue”, aldus Hebel.
Arles in black is opgezet volgens de themalijnen THEM, MYSELF, THERE en ALBUM. Bij dat laatste treffen we onder andere Erik Kessels [1966 Roermond] aan, de Nederlandse fotoverzamelaar bij uitstek met zijn projecten ‘the photo-album beauty’ en ’24 hours of Photo’ die ook al eerder in het museum Foam [Amsterdam] te zien waren. In het majestueuze Palais de l’Arcehevêcé komt dit werk weer anders tot zijn recht; het lijkt wel of het historische aspect van de verzameling foto’s daardoor nog meer nadruk krijgt.
Album beauty, Erik Kessels
De thema’s zijn ondergebracht in een vijftigtal exposities verspreid over het gehele centrum in prachtige historische panden en in het net buiten het centrum gelegen Parc des Ateliers, een voormalig treinemplacement. In de openingsweek, altijd in de eerste week van juli, zijn er dagelijks vele lezingen, portfoliobesprekingen, workshops en avondpresentaties. In de eerste festivalweek zijn er bovendien nog eens zo’n 50 exposities in het zogenaamde ‘OFF-festival’ te bekijken. Charmante, kleine exposities waarbij de fotograaf aanwezig is, vaak in ‘galeries’ die normaliter een totaal andere bestemming hebben. Ik bezocht flink wat exposities en bijeenkomsten, niet allemaal natuurlijk dat is een mens teveel. Op mijn lijstje stonden bekende en minder bekende namen en verder liet ik me ook verrassen door wat ik tegenkwam. Ik laat u graag delen in enkele van mijn ontmoetingen en bespiegelingen. Wellicht inspireert het u en reist u voor het 45e festival in 2014 af naar Arles, voor uw ontmoetingen.
ontmoeting met portugeese fotograaf Paolo Nozolino foto peter van tuijl
159
There’s a place in hell for me and my friends, Pieter Hugo
Pieter Hugo [1976 Johannesburg] toont een groot aantal zwart-wit portretten van hemzelf en zijn vrienden onder de titel “there’s a place in hell for me and my friends”. Door de digitale manipulatie van de oorspronkelijke kleurenfoto ontstaat er een gepigmenteerd zwart-wit portret waarbij het onderscheid tussen mensen met verschillende huidskleur niet meer zichtbaar is. Het gaat niet om de schoonheid van het gezicht, eerder het tegendeel wordt bereikt doordat poriën en plooien extra geaccentueerd worden en ogen bijna onheilspellend hun verhaal doen. Pieter Hugo maakt een statement waarbij het onderscheid tussen rassen wordt geëlimineerd. Hugo is ook vertegenwoordigd op een expositie van 6 Franse en 6 Zuid-Afrikaanse fotografen die elk met hun eigen focus de transitie van ‘het sociale landschap’ in en om Zuid-Afrika in beeld brengen. Raphaël Dallaporta [1980 Parijs], bekend o.a. vanwege zijn stillevens
van mijnen, heeft verschillende gebieden waarin landmijnen ontploft zijn van een hoog standpunt gefotografeerd. Het kader is vrij willekeurig, zo lijkt het op een raam of kijkgat in de bodem van een vliegtuig. De visuele ordening in de foto krijgt daardoor een agressieve ondertoon. Harry Gruyaert [1941 Brussel] toont, bijna verstild, de gevolgen van werkloosheid terwijl Patrick Tourneboeuf [1966 Parijs]de veranderingen van de stad Kimberly laat zien als gevolg van de diamantwinning sinds de voorgaande eeuw. De kolonisten zijn vervangen door toeristen en architectonische gebouwen hebben hun betekenis grotendeels verloren in de hedendaagse werkelijkheid.
PIETER HUGO EEN STATEMENT
Harry Gruyaert Patrick Tourneboeuf
TRANSITIE SOCIAAL LANDSCHAP
Raphaël Dallaporta
161
Arno Rafael Minkkinen
unieke visuele onmogelijkheden
Arno Rafael Minkkinen [1945 Finland] en Gilbert Garcin [1929 Le Ciotat] zijn twee fotografen die in hun foto’s zichzelf als model nemen maar heel verschillend werk maken. Minkinnen fotografeert zich naakt in natuurlijke omgevingen in houdingen en situaties waaruit het streven naar eenwording met de natuur blijkt. Mijn verwondering ligt in het gegeven dat hij steeds weer met nieuwe ideeën aan dit thema werkt en bovendien zijn de ‘standjes’ die hij inneemt soms zo onnatuurlijk en labiel dat je je afvraagt hoe hij dat voor elkaar krijgt. Barry Friedman, een grote galeriehouder uit New York die Minkinnen onder zijn hoede heeft, vertelde me dat de foto’s worden gemaakt zonder aanwezigheid van wie dan ook. “Minkkinen zoekt het in zijn eentje uit, de zelfontspanner staat op 30 seconden, meer tijd om zijn positie in te nemen is er niet. Hij fotografeert analoog, dus terugkijken is er ook niet bij en hij maakt slechts enkele foto’s per sessie”, aldus Friedman. Hij moet wel bijzonder lenig zijn en, nog belangrijker, ook blijven want kennelijk is het zichzelf verbeelden een noodzakelijke uiting voor Minkinnen.
Bij Garcin, een voormalige directeur van een kleine armaturenfabriek in Marseille, staan de geestelijke capriolen voorop. Toen hij met zijn bedrijf stopte heeft hij zich gestort in de surrealiteit van de fotomontage. Hij schept een wereld die onbestaanbaar is en hanteert daarbij de humor, het onmogelijke, het ridicule, het sarcasme als bouwstenen. Zijn foto’s zijn ook steeds kleine filosofisch getinte beschouwingen die als een lesje moraliteit opgevat kunnen worden. Bijvoorbeeld een foto met allerlei stukjes touw maar aan welk touw je ook trekt er lijkt geen eind aan te komen. In een andere foto staat Garcin met een ladder in een landschap te schilderen. Hij schildert het landschap dicht en daarmee wist hij zichzelf uit. Ook in deze zeer uitgebreide expositie met honderden foto’s verwonderde ik me over de vele ideeën die Garcin bedenkt. Maar misschien was het toch iets teveel van het goede. Op een bepaald moment ging het anekdotische de overhand krijgen.
163
IN AND OUT OF FASHION VIVIAN SASSEN Bij de expositie van Vivian Sassen [1972 Amsterdam] val ik met de neus in de boter. Niet alleen vanwege de expositie ‘In and Out of Fashion’ waarin ze fotografie toont die ik eigentijds en eigenzinnig noem. In haar modefoto’s gaat het zeker niet om het mooie jurkje of de aardige blouse. Ze associeert mode met houding, gedrag, omgeving. Er wordt een speels spel van het model getoond en haar foto’s roepen vragen op door het enigszins mysterieuze karakter. Bovendien, en vandaar die neus en de boter, geeft ze die middag een presentatie aan een groep studenten van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK in Den Haag). De studenten hangen aan haar lippen en het valt me op dat veel vragen gaan over het proces van haar carrière als fotograaf. “Hoe kwam je aan je eerste opdrachten, hoe leg je contacten en benader je opdrachtgevers, hoe kwam je na je opleiding aan klanten, werk je gedurende een langere periode met dezelfde mensen en was je onzeker in je eerste jaren en hoe ben je daar mee omgegaan”. Vragen die door Vivian beantwoord werden met veel gevoel voor de situatie van studenten fotografie in deze tijd. Corinne Noordenbos, hoofddocent van de afdeling fotografie, gaat al sinds 2005 met de studenten in de openingsweek naar Arles. “Voor degenen die de propedeuse afsluiten en overgaan naar het tweede studiejaar vind ik Arles essentieel. In het vervolg van de academietijd is kennis en kunde natuurlijk erg belangrijk maar evenzeer is het de periode waarin de professionaliteit tot ontwikkeling moet komen. De openingsweek in Arles is daar als startpunt uitermate geschikt voor. Arles is doordrenkt van professionaliteit door de aanwezigheid van de fotografen, hun lezingen en workshops en niet te vergeten de exposities. Het gaat me er niet om wat ze mooi of minder mooi vinden maar veel meer dat gekeken wordt naar de wijze waarop de taal van het beeld ‘gesproken’ wordt, wat de verhalen van de fotografen zijn en hoe die in beelden vervat zijn. Bovendien is het daadwerkelijke contact met fotografen belangrijk.” Desgevraagd vertelt Corinne me dat er 54 studenten ‘met de schoolbus’ naar Arles zijn afgereisd, de meesten zijn eind-eerstejaars maar elk jaar gaan er studenten uit de hogere academiejaren opnieuw mee. “Ja Arles blijft fascineren, ook voor mij. Elk jaar ontdek ik wel weer iets nieuws en dan is het festival voor mij al
geslaagd. Bovendien ‘netwerk’ ik ook best wel veel bijvoorbeeld voor het vastleggen van lezingen of gastcolleges en dat komt de academie dan weer ten goede.” Guy Bourdin [1928 Parijs – 1991 Parijs] heeft zijn grote bekendheid te danken aan zijn modefotografie voor bladen als Vogue en Harper’s Bazaar en de modehuizen Yves Saint Laurent en Chanel. De foto’s die in Arles te zien zijn, werden door Guy’s zoon Samuel opgedoken uit oude archieven en albums. De titel van de expositie ‘Untouched’ geeft de puurheid van de collectie aan. Onaangeraakt, nog niet beïnvloedt door anderen, het wezenlijke vrije werk van de fotograaf. Bourdin was een autodidact en in deze foto’s uit de beginjaren vijftig zie je zijn ontwikkeling in zijn fotografische beeldtaal. Je ontdekt zijn visuele opvatting en zijn keuzes voor onder andere de licht-donker verhouding, het perspectief en de vervreemding van de situatie. Juist dat inkijkje in zijn vroegere werk, nog voordat hij doorgebroken was als modefotograaf in 1955, maakte deze expo erg boeiend.
zelfportret 1954 Guy Bourdin
ONAANGERAAKT
GUY BOURDIN 165
Ubu and Bibi on the road, april 1925
Bibi, Freddy, Margot in Aix-les Bains, july 1928
BIBI Lartigue “my broken heart only wishes her well” Als het gaat om persoonlijk werk mag de expositie ‘Bibi’ van Jacques Henri Lartigue [1894 Corbevoie – 1986 Nice] niet onbesproken blijven. Het vaak
gepubliceerd werk van autoraces, vliegtuigen, van springende, vallende en rennende mensen en van modieuze Parijse vrouwen ontbreekt in Arles in
zijn geheel. Nee, het is Bibi, de vrouw waarmee hij in 1919 in het huwelijk treedt, en zijn zoon Dani die het onderwerp zijn. De muren van de Eglise des Trinitaires zijn volgehangen met mooie zwart-wit reprints meestal in
formaat 30x40 cm steeds met een onderschrift en jaartal. Je krijgt daarmee
een intieme kijk in het leven van het jonge, zeker niet onbemiddelde, gezin
van Henri en Bibi. Foto’s van zijn grote liefde Bibi, het opgroeien van zijn zoon, de pleziertjes van het spelenvaren in het water of het ravotten in
de tuin. Zelfs zijn opgebaarde schoonvader ontbreekt niet in de fotoreeks. Humor kan Lartigue niet ontzegd worden getuige het onderschrift uit het
originele album: ‘dit was de enige keer dat hij me niet toebeet, schiet nou eens een beetje op’. Heel veel foto’s zijn vrolijk van aard en stralen van
geluk. In de late jaren twintig gaat het wat minder met het huwelijk en als
Bibi hem in 1930 verlaat, heeft Lartigue daarvan geweldig verdriet. Bij de laatste foto van haar schrift hij ‘my broken heart only wishes her well’. Een ontroerend album met grote zeggingskracht, prachtig gefotografeerd met ‘just in time’ momenten en heel persoonlijk!
167
buiten-het-lichaam-treden
SUGIMOTO Hiroshi Sugimoto [1948 Tokyo] spreekt van een ‘buiten-het-lichaam-treden’ ervaring als hij in de lente in het late zonlicht de maan in de hemel ziet reizen. Dat werd zijn uitgangspunt oor de serie ‘Revolution’ waarin het spel van licht en donker voor mij een bijna metafysische karakter krijgt. Het is een kunstenaar die op een bijna wetenschappelijke en theoretische wijze de fotografie benadert maar die tegelijkertijd zijn foto’s een filosofische of beschouwende laag meegeeft. Zijn ‘maanfoto’s’ gaan wat mij betreft over de essentie ‘van licht en niet licht’ of zo je wilt over ‘zijn en niet zijn’. Datzelfde geldt ook voor zijn tweede expositie elders in Arles waarin de kleurscheiding van het vroege ochtendlicht het onderzoeksterrein is. Het lijkt wel of hij zich de vraag wil stellen wat de betekenis van kleur is als elk moment, elke tel de kleur verandert. Ik kom een jonge vrouw tegen met op haar kuitbenen de tekst ‘right’ en ‘left’ getatoeëerd. Ik kan het niet laten om haar aan te spreken en naar de betekenis te vragen. Ze komt uit Milaan en is afgestudeerd in ‘art’. “Ik hou van het Minimalisme en de Art Povera
Revolution
Couleurs de l’ombre
in de kunst” is haar antwoord. Ze is helemaal weg van het werk van Sugimoto en ik snap dat, gezien haar kuiten, helemaal. John Stezaker [1949 Engeland] is een conceptueel werkend kunstenaar. In Arles is hij aanwezig met collages bestaande uit gedeelten van portretten van filmsterren, opnamen uit films en ansichtkaarten met architectuur- of natuuropnamen. De combinaties zijn grappig en soms verwarrend zowel visueel als qua inhoud. In de serie ‘the third person’ wordt een loopje genomen met de personificatie van bekende filmsterren. Het duo, Yasmine Eid-Sabbagh [Parijs] en Rozenn Quere [1981 Brest], bleek op de laatste avond van de openingsweek de winnaar te zijn van de ‘2013 discovery award’. Uit de zes genomineerde fotografen, die elk een grote zaal voor het te exposeren werk kregen toegemeten, werd hun expositie door de stemming van de geaccrediteerde journalisten aangewezen als de meest eigenzinnige en vernieuwende. Yasmine en Rozenn vertellen het verhaal van vier Palestijns-Libanese zussen die door planning en toeval vanuit Beiroet in vier verschillende plaatsen in de wereld terechtkomen. Het is een verhaal tussen fictie en werkelijkheid gebaseerd op familiefoto’s en interviews. De verbeelde werkelijkheid is er een geworden van humor, tederheid en tragiek, en van grote tegenstellingen in het alledaagse leven van de vier vrouwen. Zo heeft Stella het uitermate getroffen in NewYork en ze leeft in de ‘high class’ terwijl Graziella, haar tweelingzus, als enige van de vier zussen in Beiroet achtergebleven, een veel minder luxe leventje leidt. In de vier hoeken van de expositieruimte werd van elk de persoonlijke geschiedenis geschreven met familiefoto’s in zilveren of houten lijstjes, albumbladen, krantenartikelen, tekststukjes en de interviews via de speakers. Yasmine en Rozenn fotografeerden niet zelf maar maakten wel een indringend verhaal over hoe het leven zijn loop kan hebben.
hoe het leven zijn loop kan hebben 169
Een echt doldwaze expositie is ‘The Afronauts’ [2012] van de Spaanse Christina de Middel [1975, Alicante]. Al vanaf de eerste foto denk je ‘ik word bedrogen waar ik bijsta’. Nou is dat doorgaans geen punt omdat we weten dat binnen de fotografie bedrog aan de orde van de dag kan zijn. Elders in dit artikel zijn daar wel enkele staaltjes van te zien. Edoch, ‘Afronauts’ lijkt in het begin een realistische reportage van astronauten in opleiding maar wat verder in de expositie neemt het ridicule alsmaar toe. Het planten van een vlag, die van Zambia, op een dor stuk terrein dat een maanlandschap kan verbeelden. De astronaut met een ruimtehelm maar met een zodanig fleurig pak dat hij zo weggelopen kon zijn uit een tweederangs slapstick. De foto van de dromerige man aan de tafel met daarop een miniatuurraket geeft eigenlijk de essentie van het verhaal weer. In 1964 wilde de Zambiaanse leraar Nkoloso naar Mars. Grootse plannen voor het net onafhankelijk geworden Zambia
en er werd door hem een heus ruimtevaartprogramma opgezet. De eerste Zambiaan eerst op de Maan en later op Mars, als een soort van ‘tweetraps’. Het bleef gelukkig bij een droom want de steun en financiën, waar hij op nationaal én internationaal niveau om bedelde, bleef uit. Christina de Middel liet zich door dit verhaal inspireren tot een fotoserie waarbij je een lach bijna nauwelijks kunt onderdrukken. Grappig maar ook enigszins navrant en schurend en wellicht is dat de reden dat Martin Parr bij de presentatie alle vijfendertig door Middel zelfgemaakte boekjes ‘Afronauts’ meteen opkocht. Als Parr het ziet, zien we het allemaal. Als je haar ander werk op haar website bekijkt zie je wel dat Áfronauts’ geen eendagsvlieg is.
doldwaze realiteit
Alfredo Jaar [1956 Chili] is kunstenaar, architect en filmmaker. Hij leeft in New York. In zijn expositie ‘The Politics of Images’ stelt hij vragen m.b.t. de gevolgen van politieke beslissingen van wereldleiders en stelt hij vraagtekens bij de (vermeende) juistheid van de journalistiek. Hij gebruikt hiervoor covers van magazines (Time Life), foto’s uit kranten, officiële foto’s vrijgegeven door regeringen en zelf gemaakte teksten en installaties. Daarmee wordt een beeld gecreëerd met veel vragen over moraliteit en twijfel over de journalistieke en politieke werkelijkheid.
expositie Alfredo Jaar
Robin Hammond [1975 Nieuw Zeeland] is freelance fotograaf en ontving recent verschillende onderscheidingen o.a. voor zijn boek ‘Your wounds will be named silence’ waarin het verhaal van een verloren generatie in Zimbabwe wordt geschetst. Door de armoede in het land zijn er steeds meer sloppenwijken die als bron van ruzies en geweld gelden. Criminaliteit, gevechten tegen de regeringstroepen, drugskids en ziekte en dood zijn aan de orde van de dag. Bovendien worden sinds 2000 de blanken door de regeringstroepen nog nauwelijks getolereerd waardoor het werken als fotograaf ernstig bemoeilijkt wordt. In zo’n land werkt Hammond, probeert hij het vertrouwen te winnen van de plaatselijke bevolking, de armen in de sloppenwijken, niet geheel ontbloot van gevaar, eufemistisch uitgedrukt.. Hij vertelt zijn verhaal van een verloren land aan de bezoekers van de expositie, met veel betrokkenheid en bezieling, Zijn gezichtsuitdrukkingen bij de indringende foto’s spreken boekdelen en tonen de pijn die hij opnieuw ervaart bij het praten over de getoonde situaties.
foto peter van tuijl
MORALITEIT en PIJN
171
De foto’s van Gordon Parks [1912 Kansas – 2006 New York] hebben volgens mij alles te maken met zijn jeugdjaren als een van de 15 kinderen in een arm gezin. Als fotograaf zocht hij de sociale thema’s soms aan de zelfkant van het leven. Hij was de eerste die een foto-essay publiceerde (1948 Life) over de bendes in de wijk Harlem van New York. Op de grote overzichtsexpositie is het werk in korte series geordend; van ‘Mode’ tot ‘Black Panthers’, van de ‘Segratie in Alhabama’ tot de ‘Black Moslims’. Geen enkel thema was te groot voor hem omdat zijn manier van kijken en fotograferen heel direct was. Zonder opsmuk of omwegen vertelde hij zijn verhaal en liet hij de essentie in elke foto zien, vaak in een wat dramatische zwart-wit toonzetting.
essays over het leven Een dergelijke toonzetting is ook een handelsmerk van de Chileense fotograaf Sergio Larrain [1931 – 2012 Chili] waarvan een ‘retrospective’ in de Eglise Sainte Anne te zien is. Een belangrijke plaats is ingeruimd voor de foto’s over Valparaiso, de grootste havenstad in Chili gelegen op verschillende berghellingen en met een historisch cultureel erfgoed. Met de dichter Pablo Neruda maakte hij in de begin jaren zestig een fotografisch essay over het bruisende leven in de havenstad. Pas in 1991 werd dit werk in een boek gepubliceerd. Zijn beelden van het straatleven van alledag, waarin kinderen en honden vaak te zien zijn, hebben een grote directheid waarin bovendien het moment steeds het ultieme lijkt te zijn. Wat dat betreft past hij in de traditie van de ‘oude’ Magnumfotografen onder aanvoering van Cartier-Bresson , de meester van het beslissende moment. Larrain zit dicht op zijn onderwerp, daar waar een andere fotograaf afdrukt, lijkt hij nog een of enkele stappen voorwaarts te maken. Op de expositie hangen ook de foto’s die hij in Londen en Parijs maakte als scherp observator en met een eigen kijk vanuit een niet Europese culturele achtergrond. Wellicht vond ik het werk daarom zo interessant of was het toch het prachtige zwart-wit dat me beroerde.
Een heel andere ervaring had ik in de acht grote zalen van het Parc des Ateliers waar het werk van Wolfgang Tillmans [1968 Remscheid] de wanden sierde. Heel vaak hele grote afdrukken tot wel 2 meter breed, maar soms ook een kleine afdrukje waar je met je neus bovenop moet om te zien wat er op staat. Tillmans heeft de gave om te verwarren zonder vervelend te zijn. Een meer dan levensgrote foto van een ui hangt naast een beeld van een opgepoetste koplamp van een grote en waarschijnlijk dure auto en vervolgens een foto van een groen vlak van 2 x 2 meter waarin bij secure beschouwing hele fijne kleurnuances en pietepeuterige streepjes te herkennen zijn. De foto’s lijken simpel en objectief en ook heel persoonlijk gekozen. Juist door de verschillen in beelden ontstaat er verwarring. Maar ook spanning en uitdaging om ‘in gesprek’ te gaan met het werk. Hij lijkt te zeggen, ‘kijk dit is mijn wereld, dit is voor mij belangrijk en zo kijk ik er naar’, en lijkt aan anderen de vraag te stellen of dit ook hun wereld is. Je moet beschouwend en met je kunstzinnige bril naar het werk van Tillmans kijken en je soms maar mee laten voeren door het onbegrijpelijke in zijn kunst.
TILLMANS HEEFT MIJ VERWARD ZONDER VERVELEND TE ZIJN
173
In hetzelfde Parc des Ateliers liggen in een massale loods honderden fotoboeken die tussen mei 2012 en juni 2013 over de gehele wereld zijn uitgegeven. Ik heb wel even door een aantal boeken gekeken maar meer dan snuffelen kon je dat niet noemen. De hoeveelheid exposities in acht genomen kon mijn hoofd een dergelijke hoeveelheid beeldmateriaal er niet bij hebben. Dat moet anders geweest zijn voor de professionals uit de boekenbranche die in de openingsweek het beste boek moesten nomineren. Op de slotavond kwam Antoine d’Agata [1961 Marseille] met zijn boek ‘Anticorps’ als winnaar uit de bus. In het boek toont hij het nachtleven in heftige beelden. Niet zozeer wordt de rock en roll vertolkt als wel de sex en de drugs, de zelfkant van het leven. Deze Magnumfotograaf had van mei tot september 2012 met dat werk nog een grote en indrukwekkende expositie in het Haags Fotomuseum. nieuwe boeken
portfolio voorleggen
foto peter van tuijl
foto peter van tuijl
In de openingsweek reizen nogal wat fotografen naar Arles af ‘met hun portfolio onder de arm voor de grote doorbraak’. Galeriehouders, uitgevers en curatoren schuiven dagelijks aan lange tafels in de Salle des Fêtes aan om het meegebrachte werk van de fotografen te beoordelen. Het gaat er serieus aan toe ondanks dat ik bij mijn bezoek een fotograaf aantref die ter elfder uren zijn portfolio snel nog van volgorde gaat veranderen. Ik herken de knagende onzekerheid als het gaat om het samenstellen van een representatieve serie. Mogelijk zie ik u in 2014 in Arles, met of zonder portfolio onder uw arm. Het is er de moeite waard, Arles is dan een speeltuin voor fotografen. Arles is dan ter lering en vermaak, ter inspiratie en voor de ontmoeting!
[tekst Peter van Tuijl] [Dit artikel is eerder in enigszins verkorte vorm in november 2013 in het blad FOTOgrafie gepubliceerd]
VERDER KIJKEN Gregor Podgorski [expositie Moeder en dochter] http://www.gregor-podgorski. com/ Erik Kessels http://www.kesselskramerpublishing.com/ Pieter Hugo http://www.pieterhugo.com/ Raphaël Dallaporta http://www.raphaeldallaporta.com/ Patrick Tourneboeuf http://tendancefloue.net/patricktourneboeuf/series/trace/ Arno Rafael Minkkinnen http://www.arno-rafael-minkkinen.com Barry Friedman http://www.barryfriedmanltd.com Gilbert Garcin http://www.gilbert-garcin.com/ Vivian Sassen http://www.vivianesassen.com Guy Bourdin http://www.guybourdin.org/ Hiroshi Sugimoto http://www.sugimotohiroshi.com/ John Stezaker http://www.petzel.com/artists/john-stezaker Alfredo Jaar http://www.alfredojaar.net/ Robin Hammond http://www.robinhammond.co.uk/. Gordon Parks http://www.gordonparksfoundation.org/ Wolfgang Tillmans http://tillmans.co.uk/ Christina de Middel http://www.lademiddel.com/eng/ldmeng.html Antoine d’Agata http://www.magnumphotos.com/ Archive/C.aspx?VP=XSpecific_MAG.PhotographerDetail_ VPage&pid=2K7O3R14QKXR&nm=Antoine%20D’Agata Filmpje over de expositie van Antoine d’Agata in het Fotomuseum in Den Haag http://www.youtube.com/watch?v=PNxDBn0Fh_A Sergio Larrain http://www.magnumphotos.com/C.aspx?VP=XSpecific_MAG. PhotographerDetail_Page&pid=2K7O3R134343&nm=Sergio%20Larrain Harry Gruyaert http://www.magnumphotos.com/C. aspx?VP3=CMS3&VF=MAGO31_10_VForm&ERID=24KL53Z2PM
website van het fotofestival http://www.rencontres-arles.com/
175
het verhaal van het kind, de vader en de moeder de leugen door de ogen van de fotograaf
177
179
het aquarium van salou
IN DE ETALAGE
181
183
185
187
189
191
HET GELE GEVAARTE In mijn boek ‘het eigen gezicht’ [bulrb.com 2011] schreef ik het essay “HET GELE SLIPJE”. Gegeven het feit dat veel foto’s uit Salou te doen hebben met slipgevaar hier nog maar eens de tekst met daarna nog wat ILOVESALOU foto’s. Nog niet zo lang geleden schreef ik enkele ideeën/ensceneringen in mijn notitieboekje over een geel slipje. Vraag me niet waarom, enscenering is niet zo mijn ding, maar misschien had ik alleen maar een hitsige bui. Het ging bijna als vanzelf, maar ja meer dan enkele fantasiekrabbels waren het dan ook niet. Nu bij het maken van dit boek moest ik er weer aan denken, ja juist bij deze foto. Alhoewel er van hitsigheid in deze foto natuurlijk geen enkele sprake is. Eerder verwijst de foto naar een stil moment, rustig even een boek erbij, weg van de hectiek. Nou toch maar even het notitieboekje met de geënsceneerde foto’s. Zoals de foto van het gele slipje aan een waslijn. Maar al snel werd dit beeld vervangen door de foto met twee slipjes aan een waslijn, zusterlijk naast elkaar. Althans, als je in zo’n geval over zusterlijk kunt spreken. Later kwam daar nog een forse witte mannenonderbroek bij, hangend tussen de twee gele slipjes. Voor het contrast, zullen we maar zeggen. De volgende kriebel betrof de foto van het pashokje met het gele slipje achteloos op de grond gegooid. Daarnaast het meisje in de zwarte minirok en rode schoenen voor de passpiegel, de benen bevallig enigszins gebogen. Ook het gele slipje, gelegen aan de kant van het bospad. Maar ook liet ik me verleiden tot het denkbeeldige beeld van een gang in een hotel met voor elke deur een geel slipje liggend voor de deur. De meeste deuren van hotelkamers hebben geen klinken meer. Die hebben plaats gemaakt voor de elektronische gleuf. Aan of in elektronische gleuven kun je geen slipje hangen, ongeacht de kleur. Ik fantaseerde ook over een man met een geel slipje, neen niet in een gele mannenonderbroek maar in zo’n nauw zittend geel damesslipje, te klein voor het mannelijk geslacht. Damesslipjes zijn daar niet voor geschapen. En laatst zag ik haar lopen, met uit haar handtas het laatste stukje van het gele slipje. Althans, ik denk dat het een geel slipje was, in ieder geval was het wat geels. Misschien was het toch wel gewoon een zakdoekje en was mijn waarneming vertekend door mijn vieze zonnebril of de op die dag genuttigde hete pepers . Laatst zag ik een hondje likken aan iets geels wat op de grond lag. Ik durfde niet te kijken, bang als ik was dat het toch niet die gele zakdoek zou zijn. En dan die mevrouw met haar Zeemantasje. Ik ontwaardde daarin iets geels maar had niet de moed om verder te kijken. In mijn notitieboekje schrijf ik soms ook over foto’s die ik gemaakt heb. Soms zijn ze als vanzelf ontstaan, zijn ze gemaakt zonder dat ik er erg in had. Heeft de camera de foto al gemaakt nog voordat ik goed en wel kon reageren. De camera is me eigenlijk voor en is een beetje de baas over mij. Dan schrijf ik in mijn boekje om te verklaren wat mijn camera heeft gezien, waarom mijn camera mogelijk de foto genomen heeft. Maar in een enkel geval, soms, lijkt het wel of de camera toch een beetje doet waarvan ik droom, waarover ik fantaseer. Misschien leest mijn camera ook wel mijn notitieboekje. Dat moet haast ook het geval zijn geweest bij deze dame in de gele bikini. Een boek lezend met haar voeten bungelend in het blauwe water dat zo mooi contrasteert met haar gele slipje. En klik, de camera had de foto al gemaakt, nog voordat ik scherpgesteld had.
193
195
197
199
201
203
205
207
209
211
213
215
217
219
221
223
225
227
229
231
233
235
237
239
241
© ulft 2014 Als u materiaal uit deze beeldspraak wilt gebruiken dan moet u mij eerst toestemming daarvoor vragen via de mail. www.fotopetervantuijl.nl info@fotopetervantuijl.nl
u o l a S e v o l I