Ebook privacy in de zorg

Page 1

eBook Privacy in de Zorg

in samenwerking met


Privacy in de Zorg – december 2014

Privacydebat ontwikkelingen in de zorg

De elektronische uitwisseling van patiëntgegevens; een van de vele ontwikkelingen die zorginstellingen en zorgverleners voor nieuwe uitdagingen stellen. Hoe ver­ houden deze ontwikkelingen zich tot de klassieke kernwaarde van het medisch beroepsgeheim? Hoe kan de bescherming van elektronische verwerking en uitwisseling van patiëntgegevens worden gewaarborgd?

In dit eBook worden de trends, ontwikkelingen en uitdagin­ gen rond privacy in de zorg besproken. Het bundelt drie artikelen: over privacy-trends, privacy en decentralisatie, en privacy en publieke belangen. Deze artikelen zijn bewerkingen van lezingen van drie sprekers tijdens het PrivacyDebat Zorg op 5 november 2014, georganiseerd door de Vereniging Privacy Recht. Het debat vond plaats bij Kennedy Van der Laan.

Van EPD naar LSP De discussie over elektronische uitwisse­ ling van patiëntgegevens roept al jaren de nodige emotie op. Toch zijn vrijwel alle partijen het erover eens dat de uitwisse­ ling van patiëntgegevens in het belang is van de patiënt. Uitwisseling van patiëntge­ gevens komt de patiëntveiligheid en de kwaliteit van zorg ten goede. Het landelijk Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) strandde in 2011. Het wetsvoorstel op grond waarvan het EPD verplicht zou wor­ den ingevoerd in de zorg werd unaniem verworpen door de Eerste Kamer. De voornaamste reden was dat de bescher­ ming en beveiliging van persoonsgege­ vens onvoldoende was geborgd. Na het EPD-debacle sloten marktpartijen een convenant voor de private uitrol van een landelijke infrastructuur voor elektroni­

sche uitwisseling van gegevens. Het Landelijk Schakel Punt (LSP), onder ver­ antwoordelijkheid van de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorg­communicatie (VZVZ), stelt zorgaanbieders in staat om na te gaan of er van een patiënt waarmee hij een behandelrelatie heeft, medische gegevens raadpleegbaar zijn bij andere zorgaanbieders. Pull- of pushsysteem? Het LSP is een op basis van vrijwilligheid beschikbaar ‘pull-systeem’ voor het opvragen van patiëntgegevens. Zorgaan­ bieders, verenigd in de Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) menen dat een pull-systeem zich niet ver­ draagt met het medisch beroepsgeheim en in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens. Het elektronisch sys­ teem zou ‘bepalen’ wie toegang krijgt tot welke gegevens. Artsen zouden niet meer zélf kunnen bepalen wie welke gegevens kunnen inzien. Inmiddels is het voorstel van Wet aanvullende bepalingen verwer­ king persoonsgegevens in de zorg door de Tweede Kamer aangenomen (33509). Conform dit wetsvoorstel kan zowel een pull- als een pushsysteem de basis vor­ men voor rechtmatige elektronische uit­ wisseling van patiëntgegevens. De Rechtbank Utrecht wees de vordering van VPH tot stilleggen van het LSP af (ECLI:NL:RBMNE:2014:3097). Kennedy Van der Laan stond VZVZ bij in deze procedure. Lees hier meer. bit.ly/kvdlvzvz

Voldoende waarborgen toestemming? Alleen patiënten die daarvoor hun uit­ drukkelijke toestemming geven krijgen te maken met het LSP. Naar het oordeel van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) voldoet de wijze waarop de toestemming wordt ver­ kregen aan de wettelijke eisen. Op basis van een steekproef van 149 dossiers

stelde het CBP vast dat VZVZ voldoende technische en organisatorische waarbor­ gen heeft getroffen om te bewerkstelli­ gen dat alleen persoonsgegevens ver­ werkt worden van patiënten die daarvoor aan hun zorgaanbieder een rechtsgeldige toestemming hebben verleend. In acht gevallen kon de toestemming niet (vol­ doende) worden aangetoond. VZVZ heeft naar het oordeel van het CBP de werk­ wijze om geldige toestemming te verkrij­ gen naar tevredenheid aangepast. Lees hier het rapport van het CBP naar aanleiding van het onderzoek naar de toestemming voor de uitwisseling van medische persoonsgegevens via het Landelijk Schakelpunt. bit.ly/cbprapport Beveiliging De standaarden voor informatiebeveili­ ging in de zorg worden steeds geactuali­ seerd. Beveiliging van patiëntgegevens vergt een constante inspanning. Technische en organisatorische beveili­ gingsmaatregelen dienen een passend beveiligingsniveau te bieden. Een inbreuk op de beveiliging kan voor de betrokke­ nen verstrekkende gevolgen hebben. Het wetsvoorstel tot invoering van een brede meldplicht datalekken (33662) beoogt de transparantie te bevorderen en te sti­ muleren tot continue verbetering van beveiligingsmaatregelen. Uit onderzoek van het Ponemon Institute in de Verenigde Staten blijkt dat 90% van de zorginstellingen in 2012 en 2013 te maken kreeg met datalekken. Geen andere industrie zou harder getroffen zijn door hackers en datalekken dan de gezondheidszorg. Hester de Vries is privacyrecht advocaat en lid van het Team Gezondheidszorg van Kennedy Van der Laan. Daarnaast is Hester voorzitter van de Vereniging Privacy Recht.

Video Meldplicht datalekken

bit.ly/meldplicht In dit video-interview geeft Hester de Vries uitleg over de brede meldplicht datalekken. Wat houdt dit wetvoorstel in en hoe kunnen zorginstellingen zich hierop voorbereiden?


Privacy in de Zorg – december 2014

Privacytrends in het zorgdomein Iedereen checkt zijn banksaldo, energieverbruik of telefoon­ rekening digitaal, maar bijna (nog) niemand kan online zijn medische gegevens inzien. Nog altijd krijgt de burger met moeite inzicht in zijn patiënten­ dossier, laat staan in een digitale omgeving. De kwestie privacy speelt in deze achter­ stand een grote rol. Na de ondergang van het Landelijk Elektronisch Patiënten Dossier (2011) is de prangende vraag: hoe nu verder met de elektro­ nische verwerking van patiëntgegevens?

De ontwikkelingen rond privacyrecht in digitale zorg staan niet stil. Na verwerping van het Landelijk EPD in 2011 ligt nu het voorstel cliëntenrechten bij elek­ tronische verwerking van gegevens bij de Eerste Kamer, ten behoeve van een veilige uitwisseling van elektronische patiëntgegevens. De Raad voor de Volksgezondheid Zorg (RVZ) adviseerde de minister dit jaar voor iedere burger die dat wil en kan een Persoonlijk Gezondheids Dossier (PGD) mogelijk te maken. Ook de opkomst van social media heeft impact op privacy in de zorg. In de gedragsregels artsen social media (2013) adviseert de KNMG artsen hoe om te gaan met bijvoorbeeld Facebook in relatie tot patiënten. Maar ook medische apps, veel van buiten de EU, vragen om een nieuwe kijk op privacybeleid.

Privacyrecht eHealth: update

Door verregaande

internationalisering is Trends: inter­ gezondheidszorg al lang nationalisering niet meer uitsluitend een zaak van patiënt en zorgverlener. en decentra­ Grote techbedrijven ruiken hun lisatie kansen schoon. Zo biedt Apple sinds

enkele weken de integrale gezondheids­ app HealthKit die gegevens kan delen met zorginstellingen. Microsoft biedt HealthVault, een platform voor PGD’s. Deze technologische ontwikkelingen heb­ ben grote gevolgen voor privacy-vraag­ stukken. Daarnaast speelt decentralisa­ tie een rol in het privacydebat. Nu gemeenten in 2015 verantwoordelijk wor­ den voor onder meer jeugdzorg en zorg voor langdurig zieken en ouderen krijgen zij ook meer te maken met de omgang met en bescherming van persoonsgegevens. Gebrek aan informa­

Informatie­voor­ tie is een van de knel­ punten in de zorg. Niet ziening in de alleen de patiënt en de zorg­ verlener, ook de verzeke­ zorg: hoe kan raar en straksmaar de gemeente zijn het beter? betrokken bij de gegevensoverdracht. Dit levert een versnipperde en incom­

plete gegevensverzameling op. Jaarlijks worden circa 1,3 miljoen fouten gemaakt bij de informatieoverdracht tussen zorg­ verleners van medische gegevens, soms met fatale afloop, stelt de Raad voor de Volksgezondheid. Administratieve lasten en onvoldoende uitkomstgegevens vor­ men eveneens beperkingen, door diverse ‘schotten’ en belangen maar ook gebrek­ kige standaardisatie van patiëntgegevens. Volgens de RVZ

Aanbeveling: zorgt invoering van het PGD voor betere Persoonlijk gegevensuitwisseling en daardoor een hogere kwaliteit Gezondheids­ van zorg. Bovendien krijgt de pati­ dossier ënt op die manier steeds meer regie

over zijn gegevens. Hij beschikt zelf over een overzicht van relevante gezond­ heidsgegevens en beheert de informatie. Met het PGD moet er ook een patiëntge­ heim komen, vindt de Raad. Dat geheim beschermt patiënten tegen druk van bui­ ten om gegevens te delen. Zo wil de Raad voorkomen dat derden als politie- en opsporingsdiensten en verzekeraars ongewenst inzicht krijgen in privégege­ vens. Ten slotte is de Raad een groot voor­ stander van Privacy by Design. Dit houdt in dat in het ontwerp van informatiesyste­ men privacyverhogende maatregelen worden toegepast, zodat een verant­ woorde omgang met gevoelige informatie technisch wordt geborgd.

Er is nog een lange weg te gaan om privacy van patiënten in een verande­ rende maatschappij te kunnen garanderen. Zo is authenticatie een groot probleem met een niet waterdicht systeem als DigiD. De rol van gemeenten wordt steeds groter, ter­ wijl daar niet altijd genoeg kennis aanwe­ zig is over privacy. Ook is zorg niet langer exclusief voorbehouden aan zorgverle­ ners. Consumenten gebruiken watches en apps om hun staat van gezondheid te monitoren. Wat gebeurt er met die (big) data? Voor de juridische kant ervan is nog nauwelijks aandacht. Zo bestaat de kans dat technologische bedrijven in de toe­ komst invloedrijker worden dan staten als het aankomt op patiëntengegevens. Een toekomstig advies hierover van de RVZ of diens opvolger, de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RV&S) volgt in april 2015. Suggesties zijn nog welkom!

Hoe nu verder?

Dit artikel is een bewerking van de lezing van Theo Hooghiemstra tijdens het PrivacyDebat Zorg. Hooghiemstra is Algemeen Secretaris/Directeur bij de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ). Een van zijn kennisgebieden is het gezondheids- en privacyrecht. Hij was onder meer werkzaam bij het CBP, verantwoordelijk voor het taakveld gezondheidszorg, manager/consultant bij PBLQ/HEC, en manager juridische zaken en senior projectleider vertrou­ wensketen bij het Nationaal ICT instituut in de Zorg (NICTIZ).


Privacy in de Zorg – december 2014

Privacy en decentralisatie van de zorg Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen, maatschappelijke ondersteuning en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van de taken nemen zij over van de Rijksoverheid. Welke gevolgen heeft deze transitie voor de vertrouwelijkheid van patiëntgegevens?

Patiëntgegevens wor­

Medisch den in de eerste plaats beschermd door het beroepsgeheim: medisch beroepsgeheim. Iedere zorgverlener is verplicht wat houdt het geheim van de patiënt te bewa­ het in? ren. Een zwijgplicht voorziet erin dat

de arts zwijgt over al wat hij in de uitoefe­ ning van zijn beroep te weten komt over de patiënt. Daarnaast geldt het verscho­ ningsrecht voor zorgverleners tegenover de rechter, politie en justitie. Met het ver­ schoningsrecht in het Wetboek van Strafvordering geeft de wetgever aan dat het beroepsgeheim belangrijker is dan de plicht om mee te werken aan het opspo­ ren van strafbare feiten. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Als de arts zelf wordt ver­ dacht van een strafbaar feit jegens een patiënt, staat waarheidsvinding vaak voorop. Ook bij expliciete en veronder­ stelde toestemming, wettelijke verplich­ ting (melding infectieziekte bijvoorbeeld) en een conflict van plichten (belang van kind bij vermoeden kindermishandeling bijvoorbeeld) mag het beroepsgeheim worden doorbroken. Het medisch

beroepsgeheim kent Het belang een individueel en maat­ van medisch schappelijk belang. Ten eer­ ste biedt het beroepsgeheim beroepsvertrouwen dat zelfs de meest geheim intieme informatie niet bij anderen

terechtkomt (privacybelang), met het oog op bevordering van de gezondheid of genezing (gezondheidsbelang). Het maat­ schappelijk belang is dat niemand zich geremd voelt gezondheidszorg te vragen, ook slachtoffers van een vechtpartij niet, ook al worden ze mogelijk ook zelf ver­ dacht van een strafbaar feit.

De transitie van de Decentralisatie zorg zou meer samen­ hang opleveren. van zorg naar Gemeenten zouden dichter bij de burger en zorgverlener gemeenten staan, waardoor de zorg doelmati­ ger wordt. In het geval van jeugdzorg krijgen huisartsen de rol van verwijzer

naar specialistische jeugdzorg. Gevolg is dat de huisarts steeds meer kennis moet hebben om naar de juiste instantie te ver­ wijzen, ook moet hij meer informatie ver­ werken en verstrekken. De AWBZ vervalt. Van de 800.000 patiënten in de AWBZ zal het grootste deel moeten aankloppen bij de gemeente (Wmo). Voor huisartsen betekent deze ontwikkeling meer tijds­ investering per patiënt, er komen door deze maatregelen immers meer thuis­ wonende patiënten met intensieve zorg­ behoeften bij. De overheveling brengt voor de privacy van jeugdzorgcliënten als risico met zich mee dat per­ soonsgegevens mogelijk onrechtmatig of onnodig worden verwerkt. Zo bevat de Jeugdwet bepa­ lingen over de Verwijsindex Risico­ jongeren, het verplicht gebruik van het burgerservicenummer, bepalingen over toestemming, dossiers en privacy. De Jeugdwet bepaalt ook dat gebruik van herleidbare persoonsgegevens en het BSN voor beleidsdoelen mogelijk is.

Privacy-issues Jeugdwet

Aan wie mogen gemeenten eigenlijk welke gegevens verstrek­ ken? De wet hierover is een zoekplaatje. En is een geheim­ houdingsplicht van een ambtenaar wel gelijkwaardig aan die van een arts? Ook kan de vraag worden gesteld of gemeenten niet medisch adviseurs, zoals sociaalgeneeskundig opgeleide art­ sen met een zelfstandig medisch beroepsgeheim, moeten aanstellen om medische gegevens van burgers te verza­ melen en beheren. Zij hebben een juist begrip van de materie en kunnen medi­ sche gegevens op een correcte manier verwerken. Gemeenteambtenaren en andere derden die gerechtigd zijn medi­ sche informatie op te vragen, zouden moeten beschikken over een (afgeleid) medisch beroepsgeheim. Uit de wetgeving blijkt dat patiënten ‘aan de voordeur’ wel toestemming geven voor het verwerken

Privacy-issues WMO en WLZ

van hun persoonsgegevens door het CIZ, maar vervolgens staat de achterdeur daar wagenwijd open. Tot slot zou de beveiliging van medische gegevens bij gemeenten regelmatig aan een externe audit moeten worden onderworpen zodat die voldoet aan de bestaande NEN-normen voor informatiebeveiliging in de zorg.

Privacy bij samen­ werkings­ verbanden

Ook in samenwer­ kingsverbanden speelt de vraag: welke vertrouwe­ lijke informatie mag aan wie worden verstrekt? Samen­wer­ kingsverbanden zijn bijvoorbeeld het Centrum Jeugd en Gezin, het Veiligheidshuis, sociale wijkteams, OGGZnetwerken, het Stedelijk Kompas, Zorg­ adviesteams en het Multidisciplinair Centrum Kindermishandeling. Regel­ matig vragen artsen zich af of ze nu wel of niet gebonden zijn aan het medisch beroepsgeheim bij het delen van informa­ tie in zo’n samenwerkingsverband. Niet zelden oefenen derden druk op hen uit om gevoelige informatie over patiënten te verstrekken. Als een arts gegevens ver­ strekt aan een ambtenaar, dan is de vraag hoe veilig dat geheim van de patiënt daar nog is. Zo blijkt uit de evaluatie van de Wet politiegegevens dat het doorbreken van de geheimhoudingsplicht door een poli­ tieambtenaar vrijwel altijd zonder gevol­ gen blijft. Voldoende reden dus om, met het oog op de aankomende overheveling, van privacy in de zorg de hoogste priori­ teit te maken. Dit artikel is een bewerking van de lezing van Sjaak Nouwt tijdens het PrivacyDebat Zorg. Nouwt is adviseur gezond­ heidsrecht bij de landelijke artsenfede­ ratie KNMG op de terreinen ICT, eHealth, privacy en beroepsgeheim. Daarnaast is hij zelfstandig privacy-adviseur en in diverse functies actief op het terrein van privacy en gezondheidszorg. Hij is tevens Honorary Fellow of TILT (Tilburg Institute for Law, Technology, and Society, Tilburg University).


Privacy in de Zorg – december 2014

Privacy en publieke belangen in de zorg Hoewel medische gegevens primair gebruikt worden voor de zorg zelf, dienen ze ook een maatschappelijk doel: kwaliteitsverbetering van de zorg en wetenschappelijk onderzoek. Nu steeds meer aandacht uitgaat naar privacy, lijkt toenemende regelgeving de mogelijkheden voor een ‘lerend zorgsysteem’ te beperken.

Gezondheid is een van

Gezondheid de kerntaken van de overheid en geborgd in een als publieke uitvoerig stelsel van wet- en regelgeving. maatregelen verantwoor­ als de WarenwetMet en de ARBOdelijkheid wetgeving zijn burgers in zekere mate

beschermd tegen grote gezondheidsrisi­ co’s. Publieke organisaties werken met elkaar samen voor gezondheidsveiligheid. Ook het zorgsysteem, dat uitgaat van gelijke toegang tot zorg, hoge kwaliteit en solidariteit, draagt bij aan onze publieke gezondheid. Welke rol spelen medische data in dit publieke veld? Primair zijn medische

gegevens bedoeld voor Dubbele functie behandeling en begelei­ patiëntgege­ ding van de patiënt zelf, kwa­ liteitsborging en de verrekening vens van de zorgkosten. Daarnaast, om gezondheidsveiligheid te kunnen bevorderen, is het nodig te weten wat precies onveilig is. Data, zoals diagnosti­ sche gegevens maar ook resultaten van behandeling, bieden dat inzicht. Nog altijd is de mens de voornaamste ‘proefper­ soon’ voor maatschappelijke en dus ook medische vooruitgang. Dankzij gegevens rond zijn welzijn kan een land de kwaliteit van zorg verbeteren en een zorgsysteem in stand houden.

Met zorgonderzoek komt direct de kwestie privacy om de hoek kijken. Want zijn medische gegevens niet het ‘bezit’ van de patiënt? Daar valt over te twisten. Zonder solidair zorgsysteem zou zorg slechts voor de meer vermogende men­ sen beschikbaar zijn. Ons systeem maakt publieke zorg op basis van medische data mogelijk. Bovendien heeft ditzelfde zorgsysteem ervoor gezorgd dat artsen de kennis en ervaring hebben om patiën­ ten steeds beter en sneller te diagnosti­ ceren en behandelen. Er ligt jarenlang wetenschappelijk onderzoek en publiek geld in de zorg besloten. Ten slotte zijn ‘mijn’ gegevens niet zo uniek als ze lijken.

Zijn ‘mijn’ gegevens wel van mij?

Ze zijn altijd gebaseerd op voorafgaande gegevens, aangezien miljoenen personen hebben bijgedragen aan de gedeelde ken­ nis van nu.

Privacy in context

Kortom, iedere bur­ ger profiteert in een solidair zorgsysteem van eerdere verbeteringen dank­ zij wetenschappelijk onderzoek. Mogen we daarom niet verwachten dat hij zelf ook bijdraagt, voor zijn eigen gezondheid maar ook voor die van anderen? Binnen de context van zorg zou een andere benadering van privacy moe­ ten gelden. Een ethisch argument is, zoals eerder gezegd, dat elke patiënt profiteert van een lerend zorgsysteem. Zonder ver­ werking van medische data zou hij wellicht veel eerder ziek zijn geworden of zou hij niet zo goed kunnen worden behandeld. Voor kwaliteitsverbe­ tering en wetenschap­ pelijk onderzoek bestaan geen aparte bepalingen rond het verwerken van gegevens. Geanonimiseerde gegevens zijn toegestaan, net als gegevensverwer­ king waarvoor toestemming is verleend. Werken met anonieme gegevens blijkt in de praktijk lastig. Los van het feit dat er steeds minder anonieme gegevens bestaan, kan de zorgaanbieder bij een onverwachte afwijking in data niet terug in zijn gegevens om deze te controleren. Bovendien willen onderzoekers specifieke patiënten voor langere tijd kunnen volgen, anoniem is dat onmogelijk. Ook werken met toestemming kent nadelen. Niet alle patiënten zullen hiervoor openstaan. Bij een kwaliteitstoetsing zou een arts kun­ nen veinzen dat een patiënt geen toestem­ ming heeft gegeven voor verstrekking van gegevens.

Anoniem of met toestemming

Onderzoekers moe­ ten mensen langere tijd kunnen volgen, tenminste gepseudonomiseerd. Alleen mogen gepseudonomiseerde gegevens niet indirect herleidbaar zijn, en met name bij genuanceerd zorg­onderzoek levert dat problemen op. Voor zorgonderzoek zijn multidimensio­ nale gegevens onontbeerlijk, maar daar­ bij is herleiding niet uitgesloten. Dan toch meer nadruk leggen op toestemming? Veel patiënten zitten daar niet op te wach­ ten. In het boek Me Medicine vs We Medicine laat Donna Dickenson zien dat het solidaire zorgsysteem wordt onder­ mijnd als patiënten uitsluitend hun eigen belang najagen bij gebruik van zorgvoor­ zieningen.

Wat dan wel?

Bovenstaande betekent niet dat dan alles maar moet kunnen. Voorwaarden zijn transparantie, geen bezwaar, governance – opdat de gegevens uitsluitend voor een lerend zorgsysteem worden ingezet - en natuurlijk beveiliging van de gegevens tegen kennisname door onbevoegden. Veel ligt nog open, en voorlopig roeien we met de riemen die we hebben. De discussie lijkt echter onbeslist zolang fundamen­ tele waarden, die in de zorg anders liggen dan elders, niet daarin worden betrokken.

Dit artikel is een bewerking van de lezing van Evert-Ben van Veen tijdens het PrivacyDebat Zorg. Van Veen is directeur van MedLawconsultant. Eerder was hij onder meer hoofd van de afdeling juridische zaken van het AZR (nu Erasmus MC). In zijn huidige functie houdt hij zich veel bezig met privacyvra­ gen rond wetenschappelijk onderzoek en publieke gezondheidszorg, zoals bevolkingsonderzoek en de JGZ. MedLawconsultant organiseerde in juni 2014 een congres over dit thema. Bekijk hier het verslag.


Privacy in de Zorg – december 2014

Over Vereniging Privacy Recht (VPR) De VPR biedt een platform voor het bevorderen van de kwaliteit van (privacy) wetgeving. De Vereniging geeft hier vorm aan door het verder ontwikkelen van het rechtsgebied. De Vereniging beoogt een gesprekspartner te zijn voor (privacy) toezichthouders en andere beleidsma­ kers op het gebied van privacy en ont­ plooit diverse activiteiten, waar­onder een Jaarcongres en privacydebatten over uiteenlopende ontwerpen. Informatie hierover is te vinden op www.verenigingprivacyrecht.nl.

Ontdek Rechtindezorg.nl Op www.rechtindezorg.nl vindt u praktische informatie rondom de meest recente ontwikkelingen en wet- en regelgeving, geselecteerd door de advocaten van het Team Gezondheidszorg van Kennedy Van der Laan. Actuele onderwerpen als ‘fuseren of samenwerken?’, het bewaken van de kwaliteit van gezondheidszorg en het toezicht door de NZa en ACM worden behandeld. Ook informatie over vaak complexe ICT-projecten, bescherming van privacy, aanbesteden in de zorg, het scheiden van wonen en zorg en de positie van de medisch specialist zijn onderwerpen waar aandacht aan wordt besteed. Het Team Gezondheidszorg publiceert artikelen, er zijn video’s te zien, eBooks te downloaden en checklists te raadplegen. Rechtindezorg.nl is met name bedoeld voor bestuur­ ders en managers in de gezondheidszorg. Daarnaast is er ook voldoende informatie te vinden voor de juridische en HR-afdelingen binnen deze sector. Met deze website heeft het Team Gezondheidszorg een eigen online platform om haar ruime juridische exper­ tise op het gebied van gezondheidszorg te delen en om met u in contact te blijven.

Volg het team ook op Twitter via @Rechtindezorg

Fotografie: Maurits Bos

Meer informatie Wilt u op de hoogte blijven van de laatste juridische ontwikkelingen in uw sector? Laat dan hier uw gegevens achter. kvdl.nl/aanmelden-kvdl-nieuwsbrief Haarlemmerweg 333 1051 LH Amsterdam +31(0)20 5506 666 www.kvdl.nl www.rechtindezorg.nl @Rechtindezorg @KennedyVdLaan


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.