Fact Sheet
© Plan/Alf Berg
Replenishment Conference Global Partnership for Education Kopenhagen -7 en 8 november 2011
De Global Partnership for Education (GPE): De GPE is een wereldwijd samenwerkingsverband van ontwikkelings- en donorlanden, multilaterale organisaties, ngo’s, de privésector en private fondsen. De GPE heeft als doel de onderwijssector in ontwikkelingslanden ondersteunen. GPE richt zich specifiek op basisonderwijs voor alle kinderen en het bereiken van de Education for All (EFA) doelstellingen1. GPE heette tot voor kort het EFA Fast Track Initiative (FTI).
De doelstellingen van de conferentie De conferentie had 3 doelstellingen:
• • •
2,5 miljard US$ aan nieuwe toezeggingen van donorlanden voor het GPE fonds voor de periode 2011-2014. 5 miljard US$ aan bijkomende toezeggen voor de periode 2011-2014 via andere bilaterale en/of multilaterale uitgaven voor onderwijs, private fondsen, ngo’s, enz. Toezeggingen van nationale overheden van ontwikkelingslanden om de nationale budgetten voor basisonderwijs te verhogen.
Resultaten van de conferentie 1,5 miljard US$ aan nieuwe toezeggingen voor het GPE fonds door donorlanden De eindbalans van de conferentie was volgens de organisatie 1,5 miljard US$ aan nieuwe toezeggingen voor het GPE fonds. 1 miljard US$ minder dan de doelstelling van 2,5 miljard US$ en zelfs minder dan het absolute minimumscenario van 1,8 miljard US$. Nader onderzoek van het resultaat leerde dat het eindbedrag ook enkele eerder gedane beloftes bevatte en het totaal aan nieuwe toezeggingen in werkelijkheid enkele honderden miljoenen lager gesitueerd moet worden. 1,5 miljard US$ aan bijkomende middelen kan moeilijk een succes genoemd worden, een totale mislukking is het echter ook niet. De conferentie is een startpunt en bijkomende beloftes voor het GPE fonds zijn nog altijd mogelijk. De vraag is echter wie voor het resterende miljard zal zorgen aangezien de grote onderwijsdonoren hun beloftes gedaan hebben. Top 5 donorlanden goed voor 1 miljard nieuwe toezeggingen De top 5 van de donorlanden waren samen goed voor meer dan 1 miljard US$ aan nieuwe toezeggingen. Bijna driekwart (72,5%) van de nieuwe toezeggingen van donorlanden kwamen van deze 5 landen: Groot-Brittanië, Australië, Denemarken, Nederland en Noorwegen.
Land
Bedrag in mil.US$
% van het totaal
Groot-Brittanië
352
23,4%
Australië
278
18,5%
Denemarken
201
13,4%
Nederland
167
11,1%
Noorwegen
90
6,0%
1088
72,5%
Totaal Top 5
Tegenvallende resultaten andere donoren Op de top 5 donorlanden na, waren de bijdragen van de rest van de donorlanden tegenvallend. De VS droegen voor het eerst in hun geschiedenis bij aan het GPE fonds, maar konden niet meer dan 20 miljoen US$ beloven. Grote onderwijsdonoren zoals Frankrijk en Duitsland bleven trouw aan hun verleden en droegen respectievelijk 65 miljoen US$ en een beschamende 21 miljoen US$ bij aan het fonds. Landen als Spanje, Italië en Ierland voeldend duidelijk de impact van de eurocrisis en verminderden hun bijdragen aan het fonds drastisch. Ontwikkelingslanden beloven 2,2 miljard US$ extra uit te geven Dertig aanwezige ontwikkelingslanden beloofden samen voor meer dan 2,2 miljard US$ aan bijkomende nationale uitgaven voor basisonderwijs. Gemiddeld spenderen ontwikkelingslanden 8,9% van hun budget aan basisonderwijs en verschillende onder hen zelfs meer dan 10%. Ter vergelijking, donoren spenderen slechts gemiddeld 4,1% van hun beschikbare ODA budgetten aan basisonderwijs2. Onduidelijkheid over 5 miljard US$ aan nieuwe toezeggingen buiten het GPE fonds Over de mate waarin donorlanden toezeggingen deden over de bijkomende 5 miljard US$ via andere kanalen dan het GPE fonds heerste op het eind van de conferentie nog veel onduidelijkheid. Er werden bedragen genoemd door de verschillende donoren, maar het was niet uit te maken of het over nieuwe of reeds bestaande engagementen ging.
Belgische bijdrage? Geen toezeggingen voor het GPE fonds voor 2012, 2013 en 2014 wegens politieke situatie België herhaalde wat het GPE fonds betreft enkel het bedrag van 6 miljoen euro (8 miljoen US$) dat minister Chastel in september 2011 al aankondigde. Gezien de politieke situatie van lopende zaken konden geen beloftes voor 2012, 2013 of 2014 worden gedaan. 6 miljoen euro is een aanzienlijke verhoging ten opzichte van 2008 en 2009 toen de Belgische bijdrage nog 1 miljoen euro per jaar was. In vergelijking met een land als Nederland blijft het echter een zeer bescheiden bijdrage. Bovendien schroefde België de laatste jaren haar bilaterale uitgaven voor basisonderwijs terug, waardoor er netto geen vooruitgang voor de sector basisonderwijs is. Bilaterale programma’s in DRC, Burundi en Palestina Naast de toezegging voor het GPE fonds in 2011 vermeldde België bij monde van Directeur Multilaterale Zaken van DGD, dhr. Kris Panneels, de Belgische bilaterale programma’s rond onderwijs in DRC, Burundi en Palestina. De sector onderwijs blijft immers enkel in deze partnerlanden een prioriteit in de Indicatieve Samenwerkingsprogramma’s. België scoort zwak op vlak van basisonderwijs België scoort over het algemeen zwak op vlak van basisonderwijs. Waar België voor de hele onderwijssector in 2009 om en bij de 15% van de Belgische ODA uittrok, bedroeg het aandeel basisonderwijs slechts 2,7% van de totale ODA (18,3% van de totale onderwijssector)3. Een stuk minder dan de gemiddelde donor (4,1%). Hoger onderwijs daarentegen was binnen de Belgische ontwikkelingssamenwerking in 2009 goed voor 65% van de Belgische ODA voor onderwijs. Niet dat investeringen in hoger onderwijs niet zinvol zijn, maar gezien de grote uitdagingen die er nog resten op vlak van basisonderwijs en middelbaar onderwijs lijkt tweederde van het ODA onderwijsbudget voor een onderwijsniveau dat in praktijk enkel bereikbaar is voor de ‘happy few’ ons van het goede teveel.
© Sigrid Spinnox
Aanbevelingen voor België 1. Een volgende regering moet dringend werk maken van significante toezeggingen voor het GPE fonds voor de jaren 2012, 2013 en 2014. De bijdragen aan het GPE fonds moeten voor deze periode minstens gelijke tred houden met de bijdrage van 6 miljoen in 2011 en zelfs gradueel verhoogd worden tot 10 miljoen euro in 2014. 2. België moet minstens hetzelfde percentage ODA besteden aan basisonderwijs als de gemiddelde donor (4 %). Voor 2009 zou dit betekend hebben dat België haar uitgaven voor basisonderwijs met 15 miljoen euro had moeten optrekken4. Op middellange termijn moet er in vergelijking van enkele grote onderwijsdonoren gestreefd worden naar 6% van de ODA voor basisonderwijs. 3. België moet er in samenwerking met haar partnerlanden naar streven dat basisonderwijs een prioriteit wordt in een groter aantal ISP’s. Verschillende partnerlanden van België scoren immers zeer slecht op cruciale basisonderwijsindicatoren (Niger, Mali, Burundi, DR Congo, Benin, Mozambique, ...). 4. België moet specifiek aandacht hebben voor de kwaliteit van het onderwijs, onderwijs voor meisjes en kleuteronderwijs.
Voor meer informatie over de ‘GPE Replenishment Conferentie’ en het thema basisonderwijs in ontwikkelingssamenwerking kan u contact opnemen met Hans De Greve, Medewerker beleidsbeïnvloeding bij Plan België. hans.degreve@planbelgie.be tel. 0494 18 31 57
1
2 3 4
6 EFA doelstellingen zijn: kleuteronderwijs uitbreiden, gratis en verplicht basisonderwijs voor iedereen realiseren, promotie van levens vaardigheden voor jongeren en volwassenen, alfabetisering van volwassenen, gender gelijkheid in onderwijs, de kwaliteit van onderwijs verbeteren. Fund the Future. Education Rights Now: A ten point Plan for transforming aid to education (2011) Global Campaign for Education Gebaseerd op cijfers van de OESO/DAC Creditor Reporting System – Cijfers voor 2009 Gebaseerd op cijfers van de OESO/DAC Creditor Reporting System – Cijfers voor 2009