Ook tijdens een crisis hebben kinderen recht op onderwijs
Oorlog schaadt meisjesrechten
Het risico op seksueel geweld, kindhuwelijken en meisjesbesnijdenis neemt toe
Voorwoord
Quizvraagje: welk percentage van ons Bruto Nationaal Inkomen - zeg maar de overheidsbegrotingwordt uitgegeven aan ontwikkelingssamenwerking? De gemiddelde Nederlander denkt dat dat 5 procent is, en vindt dat dat wel wat minder kan. Maar was dat maar waar!
Slechts 0,4 procent, minder dan een halve cent van elke euro, besteedt de Nederlandse overheid aan ontwikkelingssamenwerking. En daarop zal in de komende jaren fors worden bezuinigd: tot wel 2,4 miljard euro per jaar vanaf 2027. Dat is de grootste bezuiniging ooit op ontwikkelingssamenwerking. Harteloos, maar ook ondoordacht. Want ontwikkelingssamenwerking werkt! Toen ik in 1966 geboren werd ging maar de helft van de meisjes naar de basisschool. Nu is dat 90 procent. Dat is heel fijn voor al die meisjes die nu toekomstperspectief hebben, maar ook voor ons allemaal. Want minder armoede betekent een stabielere, veiligere wereld.
U kunt nog veel meer lezen over hoe ontwikkelingssamenwerking écht werkt in het boekje Voorbij de Borrelpraat van Mirjam Vossen, dat u gratis kunt downloaden. Ik ben er trots op dat er ook een prachtig voorbeeld van ons werk in staat: Twee moedige mannen in Guinee, Abdoulaye en Bangaly, hebben er samen met mijn collega’s in Guinee voor gezorgd dat de meisjes en vrouwen in hun gemeenschap niet meer besneden worden.
Uiteraard gaan we allerminst bij de pakken neer zitten door deze bezuinigingen. Wij blijven, met steun van al die mensen zoals u die wél oog hebben voor de wereld, keihard vechten voor de rechten van meisjes. Dank dat u er voor hen bent!
In dit nummer
03 12
Reportage
Oorlog brengt meisjesrechten in gevaar
Garance Reus-Deelder
Directeur Plan International
Wereldnieuws
Werken aan veilige scholen
06 14
Wereldproject
Veilig drinkwater is cruciaal
Meisje in Bolivia
Adreína komt op voor de rechten van meisjes
Qadan wilde haar dochters niet uithuwelijken, maar zag geen andere optie.
Oorlog
legt een bom onder meisjesrechten
Vaak krijgen we bij Plan International de vraag: waarom richten jullie je op meisjes? En waarom lopen meisjes bij een oorlog of ramp meer gevaar dan jongens? Helaas zien we elke dag het antwoord in de conflictgebieden waar we werken. In situaties waarin de druk oploopt en de nood het hoogst is, sneuvelen meisjesrechten het eerst.
Qadan woont met haar gezin in een vluchtelingenkamp in Somalië.
I“Ik hoorde harde geweerschoten en bommen. Een legervliegtuig vloog over ons huis en schoot op sluipschutters die op de daken lagen. Het was heel beangstigend.” De twaalfjarige Ansam vluchtte met haar familie halsoverkop uit Khartoem, de hoofdstad van Sudan, voor het geweld: “We zaten in een propvolle vrachtwagen om weg te komen. Overal waren militaire checkpoints, waar soldaten de vrachtwagen doorzochten.” Ansam woont nu tijdelijk in een schoolgebouw, waar door de oorlog geen les meer wordt gegeven. “Er is hier geen toilet, geen water en geen eten.”
Vluchten en verkracht worden
In een oorlog worden meisjesrechten kapotgeschoten. Er zijn verhalen van meisjes die werden verkracht toen ze moesten vluchten voor het geweld. Verhalen van meisjes die op jonge leeftijd werden uitgehuwelijkt, omdat hun ouders geen andere uitweg meer zagen. Verhalen van meisjes die zijn misbruikt in ruil voor eten of andere noodzakelijke goederen.
"Er is hier geen toilet, geen water en geen eten."
Ansam
Ansam is een van de bijna tien miljoen mensen die moesten vluchten voor het geweld in haar land. Het conflict in Sudan is daarmee een van de grootste humanitaire rampen die op dit moment in de wereld plaatsvinden.
Oorlogssituaties zijn chaotische situaties, waarin gewapende groepen en mensensmokkelaars het voor het zeggen hebben. Gezinnen vallen uit elkaar, de sociale controle is weg. De autoriteiten zijn vaak afwezig. Het risico dat een meisje dan wordt ontvoerd en seksueel wordt uitgebuit is groot. Ook moeten meisjes vaak voor het gezin zorgen en daarom worden ze van school gehaald. Om te overleven en aan eten voor
hun jongere zusjes en broertjes te komen, worden meisjes gedwongen om te betalen met hun lichaam.
Extreme droogte en geweld
Als er geen geld of eten meer is in een crisissituatie, zien ouders het uithuwelijken van hun dochter soms als laatste redmiddel. Ze ‘verkopen’ hun dochter noodgedwongen aan een vaak veel oudere man. Ook de Somalische Qadan zag geen andere optie dan het uithuwelijken van haar dochters van nog maar vijftien en zestien jaar oud. Het gezin moest vluchten voor de droogte en het geweld en leeft nu in een vluchtelingenkamp. “Ik wilde mijn dochters niet uithuwelijken, maar we zagen geen andere uitweg. Ons geld was op en we dachten dat een huwelijk betere kansen zou bieden”, zegt Qadan. Van het geld van de bruidsschat kon Qadan weer een tijdje eten kopen voor de rest van haar gezin.
Plan International ondersteunt meisjes en hun families in noodsituaties. Bij alles wat we doen, zorgen we ervoor dat we de oorzaken aanpakken die ertoe leiden dat meisjes zo hard worden geraakt. We geven voorlichting aan meisjes en hun ouders, verlenen medische en psychosociale hulp, zetten tijdelijke scholen op, zorgen voor veilige opvanglocaties en verlenen noodhulp door het verstrekken van waardebonnen, eten, drinkwater, hygiëne-artikelen en schoolspullen.
“Ik hoop dat de oorlog snel stopt” Ook Qadan en haar gezin ondersteunen we met waardebonnen, zodat ze eten kan kopen en haar andere dochters naar school kan laten gaan. “Ik wil niet dat mijn andere kinderen ook jong moeten trouwen”, zegt ze.
Ansam krijgt na alles wat ze heeft meegemaakt psychosociale ondersteuning, zodat ze haar traumatische ervaringen kan verwerken: “Ik was in shock en depressief, maar ik voel me nu een stuk beter”, vertelt ze. Ansam wil graag weer terug naar school: “Ik wil later manager worden op een school, zodat ik anderen kan helpen. Ik hoop dat de oorlog snel stopt, zodat we weer veilig naar huis kunnen.”
"Ik wilde mijn dochters niet uithuwelijken, maar we zagen geen andere uitweg."
Qadan
Ansam (12) moest vluchten voor het geweld in Sudan.
Elke druppel telt: veilig drinkwater is cruciaal voor iedereen
Schoon drinkwater en goede sanitaire voorzieningen zijn onmisbaar voor onze gezondheid. Maar waar wij enkel de kraan open hoeven te draaien, is schoon water voor meer dan twee miljard mensen wereldwijd allesbehalve vanzelfsprekend. Met het WASH SDG-programma (water, sanitatie en hygiëne volgens de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties) brachten we daar in de afgelopen jaren verandering in.
Tussen 2017 en 2024 zette Plan International zich samen met de organisaties SNV en WASH Alliance International in voor veilig drinkwater en betere sanitaire voorzieningen in Bangladesh, Ethiopië, Indonesië, Nepal, Tanzania, Uganda en Zambia. En met groot succes!
Werk aan de winkel
Toen het programma begon kon het merendeel van de bevolking in deze landen geen of slecht gebruik maken van schoon drinkwater. Ook hadden ze weinig goede mogelijkheden om hun handen te wassen en bijna de helft van de bevolking had überhaupt geen (goede) toegang tot sanitaire voorzieningen zoals toiletten. Bij gebrek aan schoon water, is het risico op
infecties en ziekten groot. Er was dus werk aan de winkel.
De doelstellingen van het programma zijn in de afgelopen jaren ruimschoots gehaald. In totaal kunnen nu 454.500 mensen in de zeven landen makkelijker gebruikmaken van schoon en veilig drinkwater. 2.240.100 mensen hebben nu betere sanitaire voorzieningen en 4.076.000 mensen leerden over basishygiëne. Deze geweldige resultaten kunnen levensreddend zijn, zeker bij de uitbraak van ziektes. Zoals tijdens de coronapandemie, toen het belang van handenwassen nog groter werd.
Meer mensen in Nepal kunnen nu gebruikmaken van schoon water.
Ongelijkheid aanpakken
Aan problemen rondom water ligt vaak ook ongelijkheid ten grondslag. Meestal is water halen, bij waterputten ver weg van huis, de taak van meisjes. Hierdoor moeten ze lange afstanden afleggen, waardoor ze soms geen tijd meer hebben om naar school te gaan en ze onderweg bijvoorbeeld risico lopen om slachtoffer te worden van seksueel geweld. Maar als er beslissingen genomen moeten worden over bijvoorbeeld de plaatsing van een nieuwe waterput, dan worden die genomen door mannen.
Plan International gaf daarom trainingen om mensen bewust te maken van de ongelijkheid op het gebied
van water. Wahyudin uit Indonesië deed mee aan zo’n training. In zijn huishouden gaat het nu anders. “Ik realiseerde me dat het belangrijk is om eerst met mijn vrouw te overleggen voor we een beslissing maken over ons huishouden”, vertelt hij. En waar zijn vrouw eerst alle huishoudelijke taken rondom water op zich nam, doen ze dit nu samen.
Niet alleen binnen huishoudens, maar ook daarbuiten krijgen vrouwen door het WASH SDG-programma meer zeggenschap. Er zijn vrouwengroepen opgezet en trainingen gegeven waarin vrouwen en andere achtergestelde groepen leerden voor zichzelf op te komen en mee te praten over WASH.
Sharmila uit Nepal vertelt over het belang van goede hygiëne.
454.500
mensen kregen betere toegang tot schoon drinkwater
De resultaten:
4.076.000
mensen leerden over het belang van goede hygiëne
Ook zitten vrouwen nu vaker in watercommissies, die onder andere de waterputten in de omgeving beheren. Zo ook de 41-jarige Januka uit Nepal, die penningmeester werd van de commissie in haar dorp. Hier vraagt ze aandacht voor beter beheer van de waterbron in haar buurt, zodat het water in de bron schoon blijft. Dat is met name voor meisjes heel belangrijk, want als de bron vervuild raakt zijn zij het die lange en mogelijk gevaarlijke afstanden moeten afleggen naar de volgende waterbron.
Tegenslagen en overwinningen
De afgelopen jaren brachten ook flinke uitdagingen met zich mee. De coronacrisis en de klimaatcrisis zorgden voor een steeds groter gebrek aan schoon drinkwater. Conflicten beperkten de activiteiten in het programma en ook economische crises zorgden ervoor dat minder mensen water of sanitatie ter beschikking hadden. Toch is er dankzij het programma een enorme vooruitgang geboekt en zijn er in tijden van nood veel mensen ondersteund. WASH staat in alle zeven landen waar we het programma uitvoerden hoog op de agenda, en zal daar langdurig blijven staan.
2.240.100
mensen kregen betere toegang tot sanitaire voorzieningen
WASH SDG en menstruatie
Menstruatie en WASH zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als je tijdens je menstruatie namelijk niet de juiste, hygiënische middelen hebt om je te verschonen, kan dit leiden tot nare infecties. Ook gaan veel meisjes tijdens hun menstruatie niet naar school, omdat ze bang zijn om door te lekken. Daarnaast is menstruatie in de landen waar we werken vaak taboe en wordt er niet over gesproken. In het WASH SDG-programma is daarom ingezet op het delen van kennis rondom menstruatie en het zorgen voor de juiste producten. Zo leerden meisjes én jongens herbruikbaar maandverband te maken en trainden we ondernemers om menstruatieproducten beter in de markt te zetten. Ook kregen ouders, verzorgers en jongeren meer informatie over menstruatie. Hier leerden ze dat menstruatie heel normaal is, maar dat het wel vraagt om goede hygiëne en goede producten.
Hongersnood in Sudan
Na anderhalf jaar conflict is de situatie in delen van Noord-Darfur zo verslechterd, dat er volgens het IPC, de VN-waakhond voor voedselzekerheid, sprake is van hongersnood. En de verwachting is dat er nog veel meer regio’s zullen volgen.
“Dat families en met name kinderen nu te maken krijgen met de ergst mogelijke vorm van honger, is verschrikkelijk, maar niet verrassend”, vertelt Mohammed Qazilbash, directeur Plan International in Sudan. “Als er niet snel wordt gewaarborgd dat
hulpverleners veilig kunnen werken en hulpgoederen het land in mogen, zullen nóg meer kinderen sterven door honger.”
Plan International breidt haar noodhulp in het gebied nu, mede dankzij uw (extra) donaties, verder uit. We zorgen voor extra voedselpakketten, speciale bijvoeding voor kinderen en waardebonnen voor gezinnen in de regio Darfur. Zo blijven we alles op alles zetten om de bevolking van Sudan te ondersteunen.
Sudan staat op de rand van een hongersnood.
Noodhulp in Gaza: onze aanpak
2,2 miljoen mensen in Gaza, dat is bijna de volledige bevolking, weten niet zeker of ze de volgende dag eten zullen hebben. Het verlenen van noodhulp blijft een enorme uitdaging in het gebied, door wegblokkades, verwoeste wegen en beperkt geopende grensovergangen. Hoe ondersteunen we ondanks deze beperkingen toch zoveel mogelijk mensen in Gaza?
WWe werken met honderd lokale partners, verspreid over heel Gaza. Zij kennen de situatie ter plekke het beste en weten wat er nodig is. Bij het verlenen van noodhulp richten we ons op kwetsbare, vaak vergeten doelgroepen, zoals kinderen, jonge vrouwen, mensen met een beperking en alleenstaande ouders. Vanuit onze kantoren in omliggende landen proberen we zoveel mogelijk noodhulpgoederen de grens over te krijgen, zoals EHBO-kits, dekens, matrassen, drinkwater, hygiëneproducten en kant-en-klaarmaaltijden, die door de lokale organisaties worden verspreid. Zo hebben we al tienduizenden mensen kunnen ondersteunen en dat zullen we blijven doen.
Ondertussen zijn we ons aan het voorbereiden om onze hulp direct te kunnen opschalen zodra
de veiligheidssituatie dat toelaat. Zodat we straks bijvoorbeeld ook noodonderwijs kunnen bieden aan kinderen en netwerken op kunnen tuigen om kinderen te beschermen tegen geweld, uitbuiting en verwaarlozing.
Samen in actie voor slachtoffers Midden-Oosten
Op 10 oktober is Giro555 geopend voor de slachtoffers van het conflict in het MiddenOosten. Het geld wordt gebruikt voor het verlenen van noodhulp en het beschermen van gezinnen en kinderen. Ook Plan International zet zich daar, als een van de organisaties achter Giro555, voor in.
Een jongetje krijgt een maaltijd in een vluchtelingenkamp in Gaza.
Veilig naar school, ook tijdens een crisis
Miljoenen kinderen in Latijns-Amerika kunnen niet naar school. Door langdurige conflicten, natuurrampen, economische crises en bendegeweld worden ze gedwongen om thuis te blijven.
OOnderwijs is een basisrecht voor ieder kind, ook tijdens crisissituaties. Daarom heeft Plan International met steun van de Europese Unie een programma opgezet om onderwijs in Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru beter bestand te maken tegen rampen. In het Safer Schools-programma werken we aan veiligere scholen voor 85.000 kinderen, jongeren en volwassenen. Zo proberen we ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen toch naar school kunnen gaan.
Betere voorbereiding
Binnen het programma worden 64 scholen beter voorbereid op crises. Leraren worden getraind in evacuatie, mentale eerste hulp en psychosociale steun ten tijde van een ramp, maar ook daarna. Ook
krijgen ze professionele begeleiding bij het opzetten van veiligheidsplannen en evacuatieroutes, zodat ze in het geval van een ramp gelijk in actie kunnen komen.
Terug naar school
In de vier landen zijn eerder al veel kinderen gestopt met school. Daarom worden er ook terug-naar-school-campagnes opgezet en onderwijsvouchers uitgedeeld voor kinderen en ouders die het schoolgeld of de schoolspullen niet kunnen betalen.
Ook wordt er binnen het project op nationaal niveau gewerkt aan het versterken van het onderwijssysteem in Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru. Door samen te werken met onderwijsministers en jongerenvertegenwoordigers kan het project verder uitgerold worden. Ook lobbyen we bij beleidsmakers om te blijven investeren in veilige scholen en een crisisbestendig onderwijssysteem. Want ieder kind verdient het om naar school te gaan. Ook in crisissituaties.
Natsumi (16) op haar school in Peru.
Blijf investeren in vooruitgang
In de komende jaren wordt er enorm bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking. Maar op welke manier precies, daarover moet de nieuwe minister nog een besluit nemen. Plan International pleit ervoor de rechten van meisjes en vrouwen hoog op de agenda te houden.
Het woord ‘meisjes’ wordt in de huidige plannen minder genoemd dan vorig jaar. En ook door het woord ‘gender’ in ‘gendergelijkheid’ ging dit jaar regelmatig een streep. Zorgelijk, want het lijkt erop dat gelijkwaardigheid tussen vrouwen en mannen, meisjes en jongens, in het aankomende beleid onder druk komt te staan. Terwijl juist die gelijkwaardigheid het fundament is voor sociale vooruitgang. Zonder gelijkwaardigheid wankelt alles wat je met ontwikkelingssamenwerking wilt bereiken.
Bezuinigen op gelijkwaardigheid betekent bezuinigen op de rechten van vrouwen en meisjes en op thema’s zoals het vergroten van economische kansen, de rol van vrouwen en meisjes bij vredesprocessen en de mogelijkheid om als meisje keuzes te maken over je eigen leven en lichaam. Vooral dat laatste is echt de hoeksteen van ontwikkeling. Dan gaat het om dingen als het bespreekbaar maken van anticonceptie en weten hoe je een ongewenste zwangerschap kunt voorkomen zodat meisjes niet uitvallen op school.
Alleen dan kunnen meisjes wereldwijd zich blijven ontwikkelen, iets wat ook in het belang van Nederland is. Meisjes en jonge vrouwen spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol in vredesprocessen. Door te werken aan het oplossen van spanningen in de gemeenschap, zorgen zij ervoor dat landen stabieler worden. Zo wordt voorkomen dat mensen moeten vluchten, of dat nu naar landen in de regio is of naar Nederland.
Naast de mega-bezuiniging was er toch ook een positieve verrassing te ontdekken in de begroting. Want waar het kabinet eerder aangaf bij ontwikkelingssamenwerking enkel te willen focussen op eten en water, worden gezondheid en rechtsorde nu ook genoemd. Dat geeft wat vertrouwen, want daar vallen ook belangrijke thema’s voor meisjes en vrouwen onder, zoals de aanpak van geweld tegen deze doelgroep.
Feit blijft dat er minder geld beschikbaar komt. Daarom moeten we de minister en het parlement overtuigen om de juiste keuzes te maken: blijf investeren in meisjes en jonge vrouwen wereldwijd. Blijf investeren in sociale vooruitgang!
Roman Baatenburg de Jong Lobbyist Plan International
Als lobbyist gaat Roman uit naam van Plan International in gesprek met politici en beleidsmakers om op te komen voor de belangen van meisjes en jonge vrouwen wereldwijd. Zo zorgen we ervoor dat ze voldoende aandacht krijgen in de plannen voor ontwikkelingssamenwerking.
Plan International blijft zich koste wat het kost inzetten voor de rechten van meisjes wereldwijd. Dankzij de steun van sponsors zoals u kunnen we dit, ondanks de dreigende bezuinigingen, blijven doen. Veel dank daarvoor.
Andreína strijdt tegen geweld en tienerzwangerschappen.
14 Meisje in Bolivia
Meisjesrechten?
“De jongens lachen erom”
Ze gebaart met haar handen, beweegt haar hoofd en rolt met haar ogen. Als Andreína praat, doet ze dat vol overgave. De jonge leider strijdt tegen seksueel misbruik en geweld tegen meisjes in haar gemeenschap: “Ik wil meisjes leren wat hun rechten zijn, zodat ze voor zichzelf op kunnen komen.”
DDe twaalfjarige Andreína uit Bolivia heeft een duidelijk doel: een eind maken aan geweld tegen meisjes in haar land en zorgen dat mensen bewust worden van de ongelijkheid die er is. Ze ziet dit als een harde lijn: “Geweld tegen meisjes moet stoppen!”
Andreína heeft al veel meegemaakt in haar jonge leven. Ze was nog maar acht jaar oud toen haar ouders uit elkaar gingen en verloor een paar jaar later haar oudere broer aan nierfalen. Een verdrietige periode, maar Andreína liet zien dat ze over een enorme veerkracht beschikt.
Vooruit met meisjesrechten
Na het overlijden van haar oudere broer kwam Andreína in aanraking met het ARRIBA-project van Plan International. Dit project heeft als doel de bewustwording over meisjesrechten te vergroten en tienerzwangerschappen en geweld tegen meisjes en vrouwen in Bolivia tegen te gaan.
In het departement Chuquisaca waar Andreína woont, trekken elk jaar veel jongeren van het platteland naar de stad om werk te vinden, soms al op twaalfjarige leeftijd. Als zij niet weten wat hun rechten zijn en geen kennis hebben over seksuele gezondheid, is de kans dat er misbruik van deze jongeren wordt gemaakt of dat ze onbeschermd en ongewild seks hebben groter. Uit cijfers van de Boliviaanse overheid blijkt dan ook dat er elke maand honderden nieuwe tienerzwangerschappen zijn in de regio.
Mariela Fernández van het projectteam van Plan International in Bolivia, maakt zich zorgen over de jongeren die naar de stad trekken: “We willen niet
dat zij in situaties terechtkomen waar ze de rest van hun leven last van hebben.” Seksueel misbruik komt vaak voor door de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen, vrouwenrechten worden niet gerespecteerd. “We willen daarom dat meisjes én jongens hun verantwoordelijkheid nemen en zich uitspreken. Dat ze hun rechten kennen en weten wat gendergelijkheid inhoudt.”
Jong en wijs
Andreína leerde via het project wat haar rechten zijn en over de ongelijkheid waar meisjes en vrouwen mee te maken hebben. Ze wil het bewustzijn in haar gemeenschap vergroten en leert nu andere kinderen over hun rechten. Niet alleen kinderen van haar eigen leeftijd, maar ook jongeren die ouder zijn dan zij. Ze stimuleert zelfs ouders om na te denken over hun opvattingen en manier van opvoeden, en de gevolgen hiervan voor hun kinderen. Dat laatste is hard nodig, vertelt Fernández: “In veel gezinnen gaan de jongens wel naar school maar de meisjes niet.”
“Ik zal altijd iedereen in mijn omgeving blijven aansporen om de rechten van meisjes te respecteren.”
Andreína
Ze is jong, wijs en overtuigend, maar toch is het voor Andreína niet altijd makkelijk om voor meisjesrechten op te komen. Soms als ze een school bezoekt om te spreken over seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, lachen de jongens erom. Maar ze negeert hen: “De meisjes luisteren wél!” zegt ze trots.
“We willen niet dat meisjes in situaties terechtkomen waar ze de rest van hun leven last van hebben.”
Mariela Fernández
Toch is het betrekken van jongens wel belangrijk om echt verandering teweeg te brengen. Want ook zij moeten weten wat de rechten van meisjes en vrouwen zijn en deze respecteren en daarvoor opkomen. Onlangs sloten Andreína’s tweelingbroer en twee andere jongens zich aan bij de actiegroep waarin ze zit. Ze hoopt dat er in de toekomst meer jongens bijkomen die zich inzetten voor gelijkheid.
Andreína heeft geen plannen om later naar de stad te trekken. Ze wil in de toekomst in de buurt werken als gymlerares, zodat ze haar werk als jonge activist ook voort kan zetten in haar baan: “Ik zal altijd iedereen in mijn omgeving blijven aansporen om de rechten van meisjes te respecteren.”
Andreína leert kinderen in haar gemeenschap over hun rechten.
Groeten uit Kisumu!
In het westen van Kenia, aan de noordkust van het Victoriameer, ligt het district Kisumu. Sinds 1996 werkt Plan International hier in verschillende kindsponsorgemeenschappen. Nu, bijna dertig jaar later, zijn de omstandigheden in een aantal van deze gemeenschappen zo verbeterd, dat ons werk niet langer nodig is. We zetten graag een aantal successen voor u op een rij!
Onderwijs
In de afgelopen jaren is er behoorlijke vooruitgang geboekt. Zo gaat 83 procent van de kinderen in de gemeenschap nu naar school. Toen we 28 jaar geleden met ons werk begonnen, was dat slechts 56 procent. Er werden 150 klaslokalen gebouwd en gerenoveerd, waardoor er genoeg ruimte ontstond voor alle leerlingen.
Minder kindhuwelijken
Ook werkten we in Kisumu aan het verminderen van het aantal kindhuwelijken. Door armoede, druk vanuit leeftijdsgenoten en ongelijkheid tussen vrouwen en mannen, trouwde een groot deel van de meisjes in Kisumu voor haar achttiende.
Om dit tegen te gaan spraken we op 32 scholen met bijna drieduizend leerlingen over kinderrechten, met een focus op het opbouwen van zelfvertrouwen en leiderschapsvaardigheden voor meisjes. Hierdoor leerden meisjes zich uit te spreken en voor zichzelf op te komen. Dit verlaagt de kans dat ze zullen worden uitgehuwelijkt. Ook spraken we met meer dan tienduizend kinderen en bijna zesduizend ouders en verzorgers over de gevaren van kindhuwelijken.
Door de bewustwording in alle lagen van de bevolking te vergroten, zullen er minder kinderen worden uitgehuwelijkt in Kisumu.
83 procent van de kinderen in Kisumu gaat naar school.
Klimaatverandering
In de afgelopen jaren kwamen ook nieuwe uitdagingen naar voren. Klimaatverandering had bijvoorbeeld een grote impact op de gemeenschap in Kisumu. Door extreme weersomstandigheden, waardoor overstromingen ontstonden, maar juist ook extreme droogte, was een groot deel van de gemeenschappen in Kisumu niet langer zeker van hun voedselvoorziening. Daarom zetten we ons, samen met inwoners van alle leeftijden, in om de weerbaarheid tegen natuurrampen te vergroten. Ruim 1.800 boeren in het gebied leerden nieuwe, klimaatbestendige landbouwtechnieken. Zij kunnen nu, ook in geval van een klimaatramp, blijven zorgen voor goede en gezonde voeding voor de gemeenschap, en een inkomen blijven verdienen.
In cijfers:
1.470 sponsorkinderen in Kisumu kregen in het afgelopen jaar ondersteuning.
83% van de kinderen in Kisumu gaat naar school.
5.916 leerlingen kunnen op school gebruikmaken van toiletten en schoon drinkwater.
1.874 boeren doen aan klimaatbestendige landbouw.
10.249 kinderen en 5.676 ouders leerden over de gevaren van kindhuwelijken.
Colofon
Plan International magazine, oktober 2024.
Drukkosten per nummer: € 0,33
Redactie en vormgeving
Bob Kroese, Koen Caris en Marjon Kruize
Aan dit nummer werkten mee
Deborah Wielart, Katie McGonigal, Kick van der Mark, Martha Nauta, Martien Swart, Roman Baatenburg de Jong en Sophie Snijders
Ontwikkelingen volgen elkaar snel op in de landen waar we werken. Daardoor kan het voorkomen dat er in dit magazine informatie staat die is ingehaald door de actualiteit. Om de privacy en veiligheid van betrokkenen te beschermen worden sommige achternamen weggelaten.
Fotocredits
Coverfoto, p.3-4: Izla Bethdavid, p.7: Sven Cocu, p.11: Taawon Welfare Association, p.12: Gina Rosas, p.13: Marco de Swart, p. 5, 8, 10, 14, 17, 18: Plan International
Grafische productie
Huig Haverlag
Plan International
Waarom verlaat Plan International Kisumu?
Plan International richt zich op de regio's waar de behoeften het grootst zijn. Als het in een gemeenschap na verloop van tijd beter gaat, is ons werk niet langer nodig en verschuiven we ons werk naar een andere plek. We noemen dat een ‘gedeeltelijke phase-out’. In het geval van Kisumu blijven we wel actief in de regio maar gaat onze aandacht nu naar andere gemeenschappen.
Postbus 75454, 1070 AL Amsterdam 020 549 55 20 www.planinternational.nl
BIC (SWIFT): RABONL2U
BANK: NL11RABO039.35.86.766
De verpakking van dit magazine is biologisch afbreekbaar.
What a time to be a girl...
Eerder dit jaar werd Nairobi, Kenia, getroffen door zware overstromingen. Huizen werden verwoest en wegen en bruggen raakten versperd. Met name voor meisjes heeft dit grote gevolgen.
Bij natuurrampen, conflicten of hongersnood worden meisjes het hardst getroffen. Hun rechten vervagen, seksueel geweld laait op en kindhuwelijken nemen toe.
Dankzij het noodhulpfonds kan Plan International meisjes in nood ondersteunen. Wilt u ook meehelpen? Ga naar www.planinternational.nl/what-a-time-to-be-a-girl en doneer.