Kleurrijk 07 december 2016

Page 1

Kleurrijk!

Jaargang 2 – nr. 3 – driemaandelijks, december 2016 - januari, februari 2017 – Afgiftekantoor: 3000 Leuven X – P 918599

Pleegzorg provincie Antwerpen


Inhoud

Kleurrijk December 2016 > Inhoud <

Kleurrijk December 2016 > Edito <

Edito

3

Geknipt

4

Interview

Vicky Brughmans : “Het verdriet om mijn kind. Dat was mijn kracht.”

7

Participatieartikel

Participatieraad van Pleegzorg Provincie Antwerpen uit de startblokken!

Edito

10

Beste pleegzorger,

Cursus Traumasensitief Opvoeden

12

Gedurende bijna 25 jaar had ik het voorrecht om voor pleegzorg te mogen werken en nu, drie jaar na de fusie van negen Antwerpse diensten voor pleegzorg tot één provinciale dienst, neem ik afscheid als algemeen directeur omdat ik ‘op pensioen’ ga.

Pluim

14

Pleegpret

15

Achtergrondartikel

Met grote dankbaarheid kijk ik terug op jaren waarin ik met volle goesting heb mogen samenwerken met gedreven en gemotiveerde collega’s, jaren waarin ik heel veel mocht leren tijdens mijn ontmoetingen met geëngageerde pleeggezinnen, jaren waarin ik bijna dagelijks geraakt werd door de hulpvraag van kinderen en hun ouders. In pleegzorg werken betekent ‘altijd in beweging zijn’. De dynamiek in veel pleegzorgsituaties, in de pleegzorgsector en de jeugdzorg zorgen ervoor dat je nooit op automatische piloot kan schakelen. In deze omstandigheden kwaliteitsvol blijven werken, vraaggericht, krachtengericht en participatief met alle betrokkenen in pleegzorg is geen gemakkelijke opdracht.

COLOFON Kleurrijk! is een uitgave van Pleegzorg Provincie Antwerpen en verschijnt 4 maal per jaar. Pleegzorg Provincie Antwerpen Schuttersvest 45 2800 Mechelen kleurrijk@pleegzorgprovincieantwerpen.be www.pleegzorgprovincieantwerpen.be Vormgeving: www.dsigngraphics.be Foto’s: Stocksy (omslag), Ingimage, Pixabay en Pleegzorg Provincie Antwerpen

En hoewel alles niet perfect is, toch ben ik trots op waar we als organisatie na drie jaar ‘al’ staan. De uitdaging om Pleegzorg Provincie Antwerpen (PPA) verder in goede banen te leiden is nu voor het vernieuwde directieteam met Heidi Mertens, Karina Van Belle en Carl Lodewyckx. Het was voor mij een eer om samen met mijn collega-directies, met steun van een betrokken raad van bestuur, de enorme inzet van alle PPA-medewerkers en het onbetaalbare engagement van meer dan 1500 pleeggezinnen, de nieuwe PPA op poten te mogen zetten. Het zal raar zijn om niet meer deel uit te maken van deze grote pleegzorgfamilie. Ik ga de mensen missen, de drive van het samen plannen maken… Maar het is goed geweest. Ik kijk er ook naar uit om het wat rustiger aan te doen, om meer tijd te investeren in mijn familie en vriendenkring. Bedankt iedereen voor de warme samenwerking, het vertrouwen en de steun die ik al die jaren mocht ervaren. Ik mag wel zeggen dat pleegzorg mijn leven rijker gemaakt heeft.

Danielle Decorte Algemeen Directeur Pleegzorg Provincie Antwerpen

Redactie: Niels Heselmans, Tatiana De Munck en Bernadette Verdonck Verantwoordelijk uitgever: Danielle Decorte - Schuttersvest 45 - 2800 Mechelen

2

3


Kleurrijk December 2016 > Geknipt <

Kleurrijk December 2016 > Geknipt <

Pleegouderraad zkt. participanten

Pleegjongerengroep Andere pleegjongeren leren kennen en samen superfijne activiteiten doen? Het kan! Pleegjongeren vanaf 12 jaar kunnen zich aansluiten bij de pleegjongerengroep van Pleegzorg provincie Antwerpen. Je kan er terecht om samen over vanalles en nog wat te praten, crazy groepsspellen te spelen of samen te coole dingen te maken.

is ‘Knabbel en Babbel’ en iedereen is meer dan welkom. Kom je af of wil je graag wat meer weten over wie we zijn en wat we doen? Geef dan een seintje aan Nele op het nummer 0496/16 96 80 of laat van je horen bij Lize op het nummer 0491/15 96 48. Je kan ook een mailtje sturen naar jongerengroep@ pleegzorgprovincieantwerpen.be

l e b b a B n e l e Kna bb

11u en 17u n e s s tu i r a u n za terdag 7 ja n 68 Dra kenhoflaa Heb je zin om eens te komen in Deu rne proeven? Kom dan gerust langs op onze volgende jongerenactiviteit. Op zaterdag 7 januari tussen 11u en 17u vind je ons terug op onze afdeling in de Drakenhoflaan 68 in Deurne. Thema van de ontmoeting

121 jonge vluchtelingen in pleeggezinnen Een jaar na de lancering van het pilootproject ‘Geef de wereld een thuis’ vonden 121 kinderen en jongeren op de vlucht een nieuwe thuis bij een pleeggezin. Voor 70 jonge vluchtelingen, vooral Afghaanse jongens tussen 12 en 15 jaar, zijn we nog op zoek naar een plek bij een Vlaams gezin.

ereld w e d f G ee s een thui 4

WELKOM

Wist je dat er een pleegouderraad is binnen Pleegzorg Provincie Antwerpen? Een aantal pleegouders ontmoet elkaar vier keer per jaar om na te denken over de werking van pleegzorg en samen ideeën te formuleren om pleeggezinnen beter te ondersteunen. Heb je zin om mee te zetelen in de pleegouderraad? Stuur dan snel een mailtje naar Anja, de participatiemedewerkster van Pleegzorg Provincie Antwerpen via anja.janssens@ pleegzorgprovincieantwerpen.be of bel op het telefoonnummer 0491/15 26 83. De volgende bijeenkomst is gepland op 9 februari 2017 om 19u in Antwerpen. Wil je graag wat meer weten? Dan kan je ook terecht bij je begeleid(st)er.

Antwerpen zkt. crisisgezin Pleegzorg Provincie Antwerpen is op zoek naar een nieuw crisisgezin dat in het crisisappartement in het Michielshof op het Kiel in Antwerpen wil gaan wonen! Een crisisgezin staat klaar om kinderen in verschillende situaties en met verschillende achtergronden voor korte periodes op te vangen. Het appartement heeft drie kamers waar pleegkinderen terecht kunnen en natuurlijk is er meer dan genoeg plaats voor het pleeggezin, zelfs met eigen kinderen. Zet jij ons op weg naar een geschikt gezin? Dan bezorgen we jou een jaar lang élke maand een grote bos bloemen... Voel jij misschien wel iets voor dit engagement? Ontdek dan snel wat je kan verwachten en stuur een mailtje naar crisisgezin@ pleegzorgprovincieantwerpen.be!

Met korting op kamp Pleegzorg Provincie Antwerpen kan ook in 2017 korting aanbieden aan pleegkinderen die op kamp gaan met Sporta, Idee Kids en Koning Kevin! Sporta verwent kinderen en jongeren tussen 5 en 25 jaar met jongerenvakanties en sportkampen. Ook kinderen of jongeren met een fysieke of verstandelijke beperking vinden er hun gading. De Sporta-monitoren staan al te trappelen van ongeduld! Op kamp met Idee Kids betekent ontdekken, spelen, verrast worden, ontwikkelen en creatief avontuur beleven! Op 27 kamplocaties in Vlaanderen en Brussel ontvangt Idee Kids alle kinderen tussen 3 en 12 jaar met open armen en een grote glimlach in het thema van hun dromen. Voor dans, toneel, muziek, beeld, media en/of spel, gekruid met een overdosis aan creativiteit moet je bij Koning Kevin zijn. Met of zonder overnachting, vakanties voor broers en zussen van verschillende leeftijden op hetzelfde moment op dezelfde plek? Het kan allemaal! Wil je je pleegkind inschrijven voor een kamp en gebruik maken van de korting? Neem dan contact op met je begeleider. Hij of zij kan je de kortingscode bezorgen en verder helpen met de inschrijving.

5


Kleurrijk December 2016 > Geknipt <

Kleurrijk December 2016 > Interview <

Vicky Brughmans, ervaringsdeskundige bij Pleegzorg Provincie Antwerpen

Personeelsfeest Danielle Op 22 november 2016 vierden we het afscheid van Danielle Decorte, algemeen directeur van Pleegzorg provincie Antwerpen. Na de fusie kwam Danielle als allereerste aan het roer van de nieuwe provinciale pleegzorgdienst. De afgelopen drie

jaar heeft ze zich met hart en ziel ingezet voor alle pleegkinderen, pleeggasten, ouders, pleegzorgers en collega’s. De drive en de warmte waarmee Danielle haar taak op zich heeft genomen, was een enorme inspiratiebron. In een heuse spiegeltent verrasten alle medewerkers haar nog een laatste keer met een hartverwarmend feest.

Door het pensioen van Danielle ondergaat het directieteam een belangrijke gedaanteverwisseling: Heidi Mertens neemt de functie van algemeen directeur over, Carl Lodewyckx werd verwelkomd als nieuwe organisatiedirecteur. Karina Van Belle blijft haar functie als inhoudelijk directeur opnemen als derde lid van het triumviraat.

Pleeggezinnen voor broers en zussen De Week van de Pleegzorg (11-22 november 2016) gaf ons de kans om stil te staan bij het belang en de inzet van alle pleeggezinnen in onze provincie en ver daarbuiten. Uit cijfers blijkt dat pleegzorg in de lift zit, maar dat vooral pleeggezinnen die meerdere kinderen tegelijk willen opvangen

6

nodig zijn. Voor 127 broers en zussen in een moeilijke thuissituatie in Vlaanderen, goed voor de helft van het aantal aanvragen, vinden we moeilijk een plekje. En of je nu één, twee, drie of meer pleegkinderen of pleeggasten opvangt in je gezin: wij vinden dat al onze pleeggezinnen buitengewoon zijn!

“Het verdriet om mijn kind. Dat was mijn kracht.” Sinds een klein jaar werkt Vicky Brughmans als ervaringsdeskundige bij Pleegzorg Provincie Antwerpen (PPA). Een gloednieuwe functie maar eentje waar we als organisatie trots op zijn. Vicky’s komst kadert in de visie van Pleegzorg Provincie Antwerpen om ouders meer te betrekken bij de opvang van hun kind(eren) binnen pleegzorg. Vicky kent als geen ander de realiteit waar heel wat ouders in leven en de problemen die zij opgelost moeten krijgen. Ook haar leven was geen sprookje maar het is net die ervaring die haar nu binnen Pleegzorg Provincie Antwerpen een unieke positie geeft en een meerwaarde voor heel wat begeleidingen.

Je werkt nu een klein jaar bij Pleegzorg Provincie Antwerpen als Ervaringsdeskundige. Binnen die nieuwe functie ligt je focus – voorlopig althans- bij de ouders, klopt dat? Vicky: “Ja, de ouders zijn een doelgroep waar -tot voor kortminder aandacht voor was binnen pleegzorg in het algemeen. De laatste jaren is daar verandering in gekomen en tegenwoordig gebeurt er veel meer, zoals de oudergroep van Pleegzorg Provincie Antwerpen. Maar ook binnen de begeleidingen betrekt PPA de ouders actiever. Mijn taak is om een soort brugfunctie te zijn tussen de begeleider en de ouders. Ik ga bijvoorbeeld mee op huisbezoek. Niet om mensen op hun vingers te tikken maar omdat een ouder soms een hulpverlener verkeerd verstaat of vice versa. Ik geef ook raad in moeilijke dossiers wanneer de begeleider vraagt om daar samen eens naar te kijken. Hoe kijkt hij of zij ernaar? Hoe kijk ik ernaar? Wat zouden we anders kunnen doen? Daarnaast probeer ik ouders aan te moedigen om het gesprek met hun begeleider aan te gaan als ze met iets zitten. Ik wil er wel bij zijn om het gesprek te ondersteunen of om een en ander uit te leggen naar de begeleider toe maar ik ga het gesprek niet in hun plaats doen. En ik ben ook nauw betrokken bij de oudergroep en de participatieraad. Maar alles zit nog in de startfase. Ik moet de organisatie leren kennen, de werking, de collega’s moeten mij nog leren kennen… Maar er is alleszins veel werk te doen.” Je bent bij pleegzorg terecht gekomen tijdens je stage binnen de opleiding tot Ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting (Edas), georganiseerd door vzw De Link. Dat is een 4-jarige opleiding voor mensen uit de kansarmoede. Dat zegt iets over jouw verleden en de rugzak die jij meedraagt. Vicky: “Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 5 jaar was. Mijn moeder moest helemaal van nul opnieuw

7


Kleurrijk December 2016 > Interview <

Kleurrijk December 2016 > Interview <

beginnen. Daarom ging ze vaak ’s avonds werken en dan moest mijn zus op mij letten maar die was er soms wel, soms niet. Veel stabiliteit kende ik niet. Mama knokte om alles rond te krijgen maar ik heb van kinds af aan met armoede te maken gehad. Op mijn 17de kreeg ik mijn dochter Sharis. Ik ben toen gestopt met studeren en beginnen werken. Ik zat heel veel thuis en na een jaartje zei mijn mama: “Ga maar eens uit, dat zal je goed doen.” Dat heb ik gedaan maar ik ben het verkeerde pad opgegaan. Ik ben beginnen feesten en ik ben in een zwaar drugsmilieu terecht gekomen. Ik ben zo’n 7 à 8 jaar verslaafd geweest aan heroïne. Mijn dochter woonde toen bij mijn moeder. Daar kwam geen pleegzorg aan te pas, dat was normaal dat zij dat deed. Ik heb in die tijd een paar keer in Gent in een afkickcentrum gezeten. Na een paar jaar in en uit de kliniek, wilde ik mijn dochter terug. Dat was mijn streefdoel en ik heb alles op alles gezet en ik ben afgekickt. Ik ben bij een vriend gaan wonen die niet aan de drugs zat en die mij de kans wou geven om af te kicken en mij motiveerde. Ik heb mijn medicatie en methadon weggegooid en ik heb daar bijna een jaar afgekickt. Ik ben vreselijk ziek geweest maar ik heb doorgezet.” Waarom koos je voor die weg? Vicky: “Ik was het al zoveel jaren aan het proberen met medicatie en methadon en het lukte niet. Ik had niks meer: ik had geen appartement meer, geen job en ik wilde mijn dochter terug… ik was het echt beu. En iedere keer dat ik herviel, was ik ontgoocheld in mijzelf. Door de methadon bleef ik in het milieu en in de straten hangen waar ik vroeger drugs ging halen. Ik had maar een blik of een knik nodig. Ik wist bij wie ik wat kon halen en binnen de kortste keren was ik weer vertrokken. Dus heb ik het maar extreem gedaan. Na dat jaar ben ik gaan samenwonen met mijn vriend en is mijn dochter weer naar huis gekomen. Ik wilde haar een stabiel gezinsleven geven maar dat is me niet gelukt, geef ik eerlijk toe. Tenminste niet tot zo’n tien jaar geleden. Mijn contact met mijn dochter is nu heel goed maar dat is lange tijd anders geweest.”

8

Hoe kwam je er uiteindelijk toe om de Edas-opleiding te volgen? Vicky: “Ook al was ik clean, ik bleef in het milieu hangen van drugs en feesten. Op mijn 35ste kreeg ik een zoon, Kyan. Anderhalf jaar na de geboorte is Kyan’s papa gestorven. Hij was totaal op door een te zwaar leven. En toen had ik het gehad. Ik was de Edas-opleiding al een keer begonnen maar toen ik zwanger was van Kyan ben ik gestopt omdat de combinatie te zwaar was. Nu wilde ik de opleiding kost wat kost opnieuw starten. Ik heb toen veel steun gehad van mijn begeleidster van ‘Bubbels en Babbels’. Dat is een deelwerking van Free Clinic vzw die zich richt op gezinnen met jonge kinderen waarbij één of beide ouders kampt met een illegaal drugprobleem of ex-verslaafd is. Zij heeft mij naar Tripple P verwezen. Ze wilde dat ik dat in groep deed zodat ik al wat kon wennen aan mensen voor ik aan de Edasopleiding zou beginnen. Een paar maanden na Tripple P ben ik de opleiding begonnen.” Het is een zware opleiding hé. “Je begint met een voortraject van een jaar. Dat is heel intens. Je zit daar met 17 totaal verschillende, getraumatiseerde mensen die allemaal hun verhaal willen doen. Dat voortraject is een jaar om te wennen aan elkaar en om te zien ‘ik ben niet alleen met al die armoede, met al de miserie die ik heb meegemaakt.’ Er wordt gewerkt rond communicatie en we hadden heel veel deelrondes. Zo kregen we onze gesprekstechnieken onder de knie. Er werd ook aandacht besteed aan spelling en taal, leren schrijven… Maar we zijn vooral met ons eigen verhaal bezig geweest en met leren luisteren naar het verhaal van de anderen. Want iedereen was zo bezig met het zijne te brengen dat er niet naar elkaar geluisterd werd. Luisteren, communiceren en proberen je eigen verdriet te verwerken. Want je kunt anderen niet helpen als je zelf nog met een hoop onverwerkt verdriet zit. Het tweede jaar kwamen er ook de psychologische inzichten bij en we kregen ‘armoede in de maatschappij’, een eerder politiek vak. We zijn heel intensief bezig geweest met onze eigen

geschiedenis. We hebben eigenlijk alles geleerd via ons eigen verhaal. Ook op psychologisch vlak. Alles wat we hebben meegekregen, hebben we op onszelf toegepast. Ik ben heel veel stukken van mijzelf tegengekomen die ik absoluut niet leuk vind maar waar ik nu van weet “ok, die komen van daar en daar en dat kan ik ermee doen”. Ofwel blijf je koppig en ga je in de weerstand ofwel pak je het aan en bekijk je wat je ermee kunt doen. De opleiding heeft me een heel andere insteek gegeven om naar de dingen te kijken, zeker ook naar mijn eigen familie, mijn kinderen, enz. Ondanks alle heuveltjes die ik heb moeten overkruipen, is het mij gelukt om te staan waar ik nu sta en ik geniet ervan. Ik kom alle dagen met plezier werken en ieder stukje dat ik voor iemand kan betekenen maakt mij blij. Grote stappen kun je met mensen niet doen maar alle kleine stapjes in de goeie richting, worden uiteindelijk een grote stap.” De opleiding heeft als doel dat jullie na de opleiding als ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting aan de slag kunnen. Zijn er veel werkmogelijkheden? Vicky: “Het is moeilijk om tewerk gesteld te worden omdat veel organisaties vinden dat ze het zonder ervaringsdeskundige ook kunnen en dus liever hun subsidies of middelen voor iets anders gebruiken. Of omdat ze onvoldoende zien op welke manier ze ons kunnen inzetten. Kind en Gezin werkt veel met ervaringsdeskundigen, CAW en VDAB intussen ook. De mogelijkheden groeien dus wel. Wat wij inbrengen, is dat wij veel sneller aanvoelen wat er niet goed loopt en dat wij weten wat de effecten van armoede zijn. Als je in een warm nest grootgebracht bent waar je alle kansen en mogelijkheden gekregen hebt om te studeren wat je graag wilt, dan kom je niet terecht in een wereld van ‘vuil jobkes’ zoals achter de vuilkar lopen of kuisen of in de fabriek werken. Ik denk dat je als ervaringsdeskundige veel rapper aanvoelt waar mensen mee zitten en daar mee woorden aan kunt geven. Ik ben geen begeleider, ik ben iemand die aanvullend werkt. Ik

probeer mensen te helpen vanuit de miserie die ik zelf gekend heb.” Waarom koos jij voor pleegzorg als stageplaats? Vicky: “Mijn eerste stage was bij CKG De Kleine Vos. Ik zag daar zoveel kindjes die daar zo lang bleven zitten en ik zag er zoveel mama’s en papa’s kwaad worden omdat het allemaal zo lang duurde en omdat ze niet wisten waaraan en waaraf. Ik werd benieuwd naar wat er met die kindjes in het CKG gebeurde. Zo werd ik nieuwsgierig naar pleegzorg en ben ik mijn stage begonnen op Michielshof (nu Antwerpen-Zuid 2, nvdr). In het begin was dat echt overdonderend. Er waren 2 grote teams en iedereen had het erg druk. Ik heb eerst vooral pleegzorg leren kennen. Dat op zich is al niet evident met al die verschillende modules. Ik had ook geen zicht op pleegouders. Wat voor mensen zijn dat? Hoe gaan zij om met die kinderen? Hoe gaan ouders om met de pleegouders en omgekeerd? Ik was daar heel nieuwsgierig naar en nog altijd.” Is je visie op pleegzorg veranderd door er nu zo nauw bij betrokken te zijn? Vicky: “Ik deel de mening dat ‘alles in het belang van het kind’ moet zijn. Een kind heeft nog een hele weg te gaan in het leven en als het thuis niet kan krijgen wat het nodig heeft, dan liefst in een gezin waar het warmte krijgt. Maar ik ben er wel voorstander van dat ouders kansen blijven krijgen om te bewijzen dat ze veranderd zijn en dat ze het wél aankunnen. Hoe lang dat soms ook duurt. En dat de band tussen ouder en kind niet doorgeknipt mag worden. Dat er meer afstand komt op vlak van bezoeken, dat kan niet anders maar ze moeten wel hun plaats blijven krijgen. Hoe moeilijk dat soms ook is voor de pleegouders maar dat is nu eenmaal wat pleegzorg is en dat weet je als pleegouder op voorhand. Als de ouders stabiliteit kunnen bieden en hun inzet blijvend kunnen aantonen, dan vind ik dat een kind weer naar huis moet kunnen maar ook dat de pleegouders betrokken moeten blijven. Die band moet niet afgebroken worden want een pleegkind heeft heel veel gehad aan zijn tijd in het pleeggezin, het heeft er veel warmte,

9


Kleurrijk December 2016 > Interview <

geduld, liefde en kansen gekregen. Dat geef ik ook aan ouders mee; bezie het niet alleen als “ze willen mijn kind afpakken” maar bezie het ook als “zij geven mijn kind kansen”. Maar dat is voor ouders heel moeilijk. Ze moeten eerst een rouwproces door want ineens is hun kind niet meer bij hen en vallen ze in een gat. Dat is heel moeilijk en het vraagt tijd om dat te aanvaarden maar als ze tot die aanvaarding komen, kunnen ze de kansen zien. Niet alle ouders komen tot dat punt. Ik heb daar zelf ook een weg in afgelegd. In het begin dat ik hier stage liep, was ik van mening dat ieder kind zo snel mogelijk terug naar zijn ouders moest maar nu denk ik zo niet meer. Ik heb geleerd dat iedere situatie verschillend is en dat je niet kunt veralgemenen in pleegzorg. Je moet situatie per situatie bekijken en voor iedere situatie andere doelen stellen.” Wat zijn jouw krachten en hulpbronnen geweest die maakten dat jij je leven een nieuwe wending kon geven? Vicky: “Het verdriet om mijn kind. Dat was mijn kracht. Het feit dat zij zo lang bij de bomma zat. Dat

10

Kleurrijk December 2016 > Participatieartikel <

wilde ik sowieso al niet voor mijn tweede kind. Dat heeft mij de kracht gegeven om eruit te komen. Als ze mij vragen: heeft een moeder die zwaar aan de drugs verslaafd was het recht om haar kind terug te krijgen, dan zeg ik “ja, als zij kan laten zien dat ze dat kan”. Ik blijf geloven in krachten van mensen. Een mens is maar een mens en mensen maken fouten en doen stommiteiten maar ze kunnen veranderen. En ik heb ook een koppig kantje. Soms kom ik zo’n teleurstelling tegen dat het mij juist de kracht geeft om te vechten en eruit te krabbelen. Als niemand meer in mij gelooft en mij opgeeft, wil ik eens zo hard bewijzen dat ik het kan. En dat maakt dat ik afgekickt ben en dat ik vier jaar studie heb volgehouden. Weliswaar met de nodige steun want alleen had ik dat ook niet gehaald. Je hebt mensen nodig die je dat duwke blijven geven en je hebt een reden nodig die je laat volhouden. Bij mij waren dat mijn kinderen. En mijn moeder ook, onbewust. Zij had de houding van “van jou komt niets meer terecht” en dat motiveerde mij om het tegendeel te bewijzen. Ze dacht lange tijd dat het haar schuld was dat ik zo fout gegaan ben. Daar wordt in de meeste gezinnen niet over gebabbeld hé. Mijn moeder en ik hebben nooit over gevoelens gepraat. Dat deden wij niet thuis. Integendeel, je moest hard zijn en sterk. “Er zijn nog zoveel honderdduizend andere mensen die het veel slechter hebben dus wat zit jij te huilen.” Zo ben ik opgevoed en dus dacht ik “ik moet hard en sterk zijn”. Tot ik erachter kwam dat ik helemaal niet zo hard en sterk ben maar dat ik ook maar gewoon een klein meisje ben. En nu stond mijn moeder te glunderen op de proclamatie. Dat is dan wel heel schoon.”

waardoor het aantal kandidaten beperkt is. Maar ook hier blijven we zoeken naar nieuwe deelnemers. De eerste bijeenkomst

20 oktober 2016: participatieraad van Pleegzorg Provincie Antwerpen uit de startblokken! Pleegzorg Provincie Antwerpen koos er heel bewust voor om de oprichting van de participatieraad grondig voor te bereiden en vanuit de basis te laten ontstaan. Ook al betekende dat dat we daarmee kozen voor een traag proces. Maar… liever traag en zorgzaam dan snel en overhaast. Voorbereidende groepen Dat ouders, pleegkinderen en pleegzorgers vaak heel andere belangen hebben in pleegzorg en dat bedenkingen en verwachtingen niet altijd even goed matchen, ligt voor de hand. Het leek ons belangrijk dat iedere groep de kans kreeg om eerst met gelijkgezinden samen te komen en stil te staan bij pleegzorg. Daarom kozen we ervoor om met iedere groep een apart traject te gaan en lieten we ons adviseren en begeleiden door externe partners zoals Popant (de ouderwerking van de provincie Antwerpen), Cachet (een netwerk van en voor mensen die met jeugdzorg te maken hebben) en Konekt (een vzw die mensen met een beperking en hun netwerk versterkt). Zo

Samen met de opdracht van de overheid om één dienst voor pleegzorg per provincie op te richten, kwamen vanuit het nieuwe pleegzorgdecreet ook enkele uitdagingen onze richting uit die de werking van onze nieuwe pleegzorgdienst mee bepaalden. Eén van die uitdagingen was de oprichting van een participatieraad waarin alle betrokkenen in pleegzorg vertegenwoordigd zijn. Woaw, wat een opdracht! Enerzijds vonden we het een goed en waardevol idee maar anderzijds was het een hele uitdaging. Hoe zorgen we ervoor dat alle betrokkenen -ouders, pleegzorgers, pleegkinderen en pleeggasten- constructief en met een open blik nadenken over pleegzorg en onze organisatie?! Op 20 oktober konden we tijdens de eerste participatieraad vaststellen dat dit echt wel mogelijk is, dankzij de grote inzet en goodwill van veel geëngageerde mensen.

ontstonden de pleegouderraad, de oudergroep (ism Popant), de jongerenontmoetingen (ism Cachet) en de weekends voor pleeggasten (ism Konekt). Iedere groep ging 2 jaar lang aan de slag. Er werd kennisgemaakt, er werd open gesproken en geduldig geluisterd, er werd stilgestaan bij pleegzorg, uiting gegeven aan frustraties en ergernissen, gezocht naar antwoorden op vele vragen. Er werden experts betrokken en er werd geleerd hoe we constructief en respectvol konden praten over een gevoelig thema als pleegzorg. Zo bereidden we samen de geboorte van de participatieraad voor. Samenstelling Uiteindelijk was het moment daar dat iedere groep afgevaardigden koos die hun doelgroep zouden vertegenwoordigen in de participatieraad. Vanuit PPA was het onze hoop om 3 afgevaardigden per groep te vinden. De pleegouderraad koos zijn vertegenwoordigers met een anonieme stemming. Het resultaat

omvat mooi de verscheidenheid die zo typerend is voor pleegzorg: een netwerkgezin, een bestandsgezin dat twee kinderen met een beperking opvangt en een bestandsgezin. Allemaal doen zij aan perspectiefbiedende (dus langdurige) pleegzorg. Binnen de oudergroep werd gevraagd wie zin had om in de participatieraad te stappen. Uiteindelijk stelden 3 ouders zich kandidaat. Zij worden ondersteund door de ervaringsdeskundige van PPA en een vroegere stagiaire-ervaringsdeskundige die ook kinderen in pleegzorg had. Onder de jongeren zijn er momenteel jammer genoeg (nog) geen jongeren die de stap naar de participatieraad wilden/ durfden zetten. Zij worden vertegenwoordigd door de 2 begeleiders van PPA die vanaf 2016 de begeleidende rol van Cachet overgenomen hebben in de jongerengroep. We hopen dat er in de toekomst wel jongeren zijn die instappen! Voorlopig is er 1 pleeggast die heel graag mee over pleegzorg wil nadenken. Voor veel pleeggasten is deelname aan de participatieraad een grote uitdaging,

En toen was het eindelijk zover! Het moment waar we met z’n allen 2 jaar lang naartoe gewerkt hadden: de eerste participatieraad waar alle verschillende groepen samen rond de tafel zouden zitten. Een spannend moment voor iedereen en niet in het bijzonder voor ons als organisatie. Waren op het appèl: 3 ouders en 2 ondersteuners, 3 pleegzorgers, 1 pleeggast met een ondersteuner van Konekt, 2 begeleiders van de jongerengroep, de participatiemedewerker van PPA, de voltallige directie en de voorzitter van de participatieraad, Dany Baert. Na een uitgebreide verwelkoming en kennismaking werd het ontwerp van het huishoudelijk reglement van de participatieraad besproken en verder uitgewerkt. Daarin staat oa wie op de vergaderingen aanwezig mag zijn, wat de rol is van de ondersteuners, wat de termijn van de mandaten is, hoe vaak de participatieraad zal samenkomen, wat de rol van de raad is, enz. Enkele productieve uren later werd de avond afgesloten met een applaus. Een blijk van waardering van en voor elkaar omdat de avond zo goed verlopen was. Het was moedgevend om te zien hoe iedereen erin slaagde om niet alleen vanuit zijn of haar stoel te praten maar om breed te kijken naar pleegzorg in zijn geheel. Toch zullen we nog heel wat uitdagingen moeten aangaan: samen bouwen aan een warme en veilige context in de participatieraad, een context waar iedereen zich welkom weet met zijn/haar verhaal of mening; met iedereen rond de tafel op een duidelijke en respectvolle manier in gesprek gaan; je eigen situatie iedere keer weer kunnen overstijgen Maar afgaande op de grote bereidheid die we tijdens deze eerste participatieraad mochten ervaren, hebben we een positieve kijk op de toekomst van deze geëngageerde raad. Pleegzorg Provincie Antwerpen zal er alleen maar rijker van worden!

11


Kleurrijk December 2016 > Achtergrondartikel <

Kleurrijk December 2016 > Achtergrondartikel <

Wanneer een kind naar een pleeggezin verhuist, neemt het ook heel wat negatieve ervaringen die het meemaakte met zich mee. Daar zitten soms ervaringen tussen die te moeilijk zijn om over te praten, waar (nog) geen woorden voor zijn of die misschien niet eens meer in het bewuste geheugen zitten. Als pleegouder, begeleider, consulent of andere hulpverlener kom je zelden het volledige verhaal te weten. Maar het gedrag van je pleegkind spreekt vaak boekdelen: driftbuien, paniekaanvallen, dichtklappen of net heel hard aanklampen… Het zijn maar enkele signalen die uiting geven aan die gebeurtenissen die moeilijk te verwerken vallen. De vorming Traumasensitief Opvoeden (TSO) die Pleegzorg Provincie Antwerpen organiseert, leert pleegouders door een traumabril naar het gedrag van hun pleegkind te kijken en reikt hen handvatten aan die hen en hun pleegkind wat meer rust kunnen geven.

Cursus Traumasensitief Opvoeden

Lieve en martin Pleegouders Lieve en Martin en pleeggrootmoeder Alberta namen deel aan de eerste groep TSO die georganiseerd werd in het voorjaar. Alle drie hadden ze een gelijkaardige motivatie: hun pleegkind(eren) beter begrijpen en hen beter ondersteunen. Lieve en Martin zijn pleegouders van Laura (6) en Jolien (3), twee zusjes die 3 jaar geleden bij hen kwamen wonen. Laura ontpopte zich tot een erg druk kind dat constant babbelt en aandacht vraagt. “We beseften wel dat haar gedrag een gevolg was van wat ze allemaal in haar rugzak meedraagt. De volgende vraag is dan ‘hoe ga je daarmee om?’”, vertelt Martin. “Het vroeg heel veel van ons en we hadden geleerd dat we haar moesten

12

afblokken maar Laura vond telkens nieuwe manieren om aandacht te krijgen. In het begin praatte ze voortdurend en kwam ze altijd tussen. Toen we dat afblokten, ging ze vragen stellen en toen dat niet meer werkte, begon ze haar kleine zus op te stoken.” “Op zich stookt ieder kind haar kleine zus wel eens op”, vult Lieve aan, “maar we zagen te veel terugkerende patronen. En we waren bezorgd dat ze uiteindelijk zichzelf pijn zou doen om aandacht te krijgen en dat wilden we niet. We waren meteen enthousiast toen we de mail kregen over de opleiding Traumasensitief Opvoeden en hebben ons direct ingeschreven.” Alberta herkent zich in het verhaal van Lieve en Martin. Zij vangt al vele jaren haar kleindochter Steffy (13) op tijdens de weekends en in de schoolvakanties. Tijdens de week verblijft Steffy op internaat. Ook zij draagt traumatische ervaringen met zich mee maar Steffy is een gesloten boek. Ze praat niet over haar verleden bij mama en papa. Niet tegen haar grootmoeder en niet tegen haar therapeute waar ze alle 3 weken naartoe gaat. Maar Steffy hoeft niet te praten om te tonen hoe ze worstelt met haar verleden: ADHD, psychische problemen, dominant gedrag… Alberta deed haar best maar wist ook niet altijd hoe om te gaan met haar kleindochter die stilaan begint te puberen. Met

de opleiding hoopte ze om Steffy beter te kunnen begeleiden. Kijken door een traumabril De opleiding Traumasensitief Opvoeden is een intensieve opleiding van 9 avonden die in Amerika ontwikkeld werd en via Nederland naar ons land kwam. Het is geen puur theoretische uiteenzetting maar een groepsproces dat heel praktijkgericht is. De bedoeling van de opleiding is dat je door een traumabril naar het gedrag van je pleegkind leert kijken. Wat zijn de mogelijke gevolgen van trauma? Hoe herken je het en hoe kun je ermee omgaan? Wat zijn dingen die moeilijk gedrag uitlokken? Welke ‘triggers’ geven je pleegkind een gevoel van onveiligheid? Door antwoorden te vinden op die vragen, begrijp je als pleegouder beter waarom je pleegkind zich zo of zo gedraagt. Daarmee werkt de opleiding ontschuldigend naar de pleegkinderen toe. Pleegouders leren zien dat hun pleegkind niet gewoon ‘een moeilijk kind’ is of een kind dat hen pest of hen niet moet. Pleegmama Lieve: “Weten waar het gedrag van Laura vandaan komt, maakt dat we het makkelijker kunnen verdragen, dat we meer afstand kunnen nemen en alles wat minder persoonlijker nemen. Bovendien kunnen we er nu ook beter met haar over praten waardoor zij zich begrepen en bevestigd voelt. Dat brengt rust voor iedereen in het gezin.” Naast de theorie en praktische tips die de pleegouders krijgen, is vooral het groepsproces een krachtig instrument. Alberta: “Als pleegouder zit je toch wat op een eiland. Je hebt weinig of geen contact met andere pleegouders en je hebt geen idee hoe andere pleegouders met bepaald gedrag omgaan. Je doet maar wat jou het beste lijkt maar je weet niet of dat ook het beste ís. In de cursus krijg je veel begrip, hoor je de ervaringen van andere pleegouders en geef je elkaar tips en advies. Pleegouder zijn is zo anders dan ouder zijn. Opvoedingstrucjes die wel werkten bij mijn eigen kinderen, slaan bij Steffy niet aan. Dat herkennen veel pleegouders en die herkenning doet veel deugd.” Nieuw gedrag aanleren Het herkennen van traumagerelateerd gedrag is één ding maar de opleiding stimuleert de deelnemers ook om nieuw gedrag aan te leren aan hun pleegkind, om een nieuwe

realiteit binnen te brengen. In de mate van het mogelijke want de opleiding toont eveneens dat traumatische ervaringen bepaalde verbindingen creëren in de hersenen en dus ook fysiologisch opgeslagen worden. Dat betekent niet dat ze daar voor eens en voor altijd zijn en niet meer kunnen veranderen maar ze verklaren wel waarom een kind zo lang hetzelfde gedrag blijft herhalen, ook wanneer het in een andere omgeving woont. Alberta: “Steffy is intussen 13 en woont al sinds haar 5de grotendeels bij mij en toch zie ik nog altijd sporen van wat ze in die eerste 5 jaar meegemaakt heeft. Zo zal ze nog altijd gehaast eten en in de potten kijken om te zien of er genoeg is. Dat is een gevolg van het tekort dat ze gehad heeft. Ik begrijp haar gedrag nu beter maar probeer haar ook bij te brengen dat ze niet bang meer

“Ik heb geleerd om af en toe de dingen niét uit te willen praten.” moet zijn om honger te hebben.” Ook Martin en Lieve proberen Laura anders te leren omgaan met bepaalde situaties. Martin: “We hebben geleerd dat we wel meelevend mogen zijn maar dat is iets anders dan meegaand zijn. Vroeger weende Laura iedere nacht. Niet gewoon huilen maar echt brullen. En een kind dat weent ‘s nachts, daar ga je naartoe. Maar dat was niet vol te houden. Dus hebben we haar geleerd er zelf mee om te gaan. Om stilletjes te zijn als ze wakker wordt en niet heel het huis wakker te brullen. Dat was hard voor haar en voor ons maar ze heeft het wel geleerd. We hebben nu in het algemeen meer de houding ‘ja, het is moeilijk voor jou, dat zien we maar je moet ook vooruit’. Later op de werkvloer zijn wij er ook niet om te zeggen ‘ocharme’’’. Iedere situatie is anders Zoveel verschillende pleegkinderen, zoveel verschillende trauma’s en zoveel verschillende manieren

om hier uiting aan te geven. En dus ook zoveel verschillende manieren om je pleegkind te ondersteunen. Martin: “Laura is verbaal een heel sterk kind. Ze heeft al heel rake dingen kunnen verwoorden die in haar leefden. Daarom laten we haar vaak benoemen wat haar moeilijk ligt of we benoemen zelf wat we zien: ‘Je bent nu verdrietig. Wat maakt jou verdrietig?’ Dat heeft haar en ons al heel veel opgeleverd.” Alberta heeft net de omgekeerde les geleerd: “Ik heb geleerd om af en toe de dingen niét uit te willen praten. Steffy praat niet over haar gevoelens en dat vind ik moeilijk want ik ben zelf een open boek. Nu kan ik haar ook gewoon gerust laten. Als haar stiefzusjes komen spelen, dan bereidt ze heel de middag al voor. Maar als haar stiefzusjes niet willen spelen met wat zij gepland had, dan wordt ze boos. Vroeger ging ik direct vragen wat er scheelde en wilde ik er met haar over praten. Nu weet ik dat ik haar gewoon even gerust moet laten en dat de bui na 5 minuten alweer over gewaaid is. Ook daarna moet ik er niet op terugkomen want dan zegt ze niets. Ik ben iemand die de dingen graag uitpraat maar voor Steffy werkt dat niet.” Het belang van zelfzorg “Een van de belangrijkste dingen die we in de opleiding geleerd hebben, is zelfzorg,” vertelt Lieve. “Zo gaat Laura nu op woensdagmiddag naar de opvang. Dat was tegen onze principes. Als je op woensdag thuis bent, hoeft je kind niet naar de opvang. Maar Laura is er graag en ik loop de muren niet meer op.” “Zo ook de inrichting van ons huis,” vult Martin aan. “Voor ons was het heel logisch dat de zithoek en de speelhoek dicht bij elkaar zijn. Maar nu staat er ook speelgoed boven omdat we het soms nodig hebben om de meisjes boven te laten spelen. De meeste ouders moeten niet voortdurend hun grenzen bewaken als ze met de kinderen thuis zijn. Met Laura moet je dat wel doen en dat is vermoeiend. Dan is het goed dat je af en toe een fysieke grens kunt aangeven.” Lieve: “In de woonkamer staat de eettafel tussen de speelhoek en de zithoek zodat wij nu en dan in de zetel kunnen zitten met elkaar en even kunnen babbelen. Is dat het ideale voor ons? Nee. Is dat het meest realistische voor ons gezin? Ja. De cursus heeft mij geholpen dat ik mij niet schuldig moet voelen en dat het in

Alberta

het belang van iedereen is dat ik doseer om het zo op een goede manier vol te houden. Dat is een hele zoektocht.” Hoewel de cursus over het omgaan met pleegkinderen gaat, is hij ook voor de deelnemers best confronterend. Alberta, Martin en Lieve geven alle drie aan dat zij door de opleiding ook stil stonden bij hun eigen jeugd en hun eigen ouderschap. Dat maakte heel wat los maar ook daar konden ze in de groep mee terecht. Lieve: “Mij deed het goed om te delen met de groep maar dat hoeft niet per se. Je kiest zelf hoeveel je wilt vertellen. Er waren in onze groep mensen die graag praatten, anderen die stiller waren maar toch heel veel aan de cursus gehad hebben. Dat was prima. De groep is misschien wel de grootste kracht van de opleiding. Je kunt alles wat de opleiding aanleert waarschijnlijk ook individueel leren maar dan mis je veel.” De namen van de kinderen zijn omwille van de privacy veranderd.

TSO: iets voor jou? gen dekken en Het begrip ‘trauma’ kan vele ladin tief Opvoeden ensi mas Trau us curs de in dt wor dan ook tot heel ruim opgevat. TSO richt zich hebben dat ze alle pleegouders die het gevoel pleegkind(eren) vastzitten in de omgang met hun niet. Wat ik ook d gkin plee en denken ‘ik snap mijn nu weet hebt van je Of uit’. ig wein kt maa het , doe het verleden of ingrijpende gebeurtenissen uit jk. ngri bela niet, is niet zo gzorgers plee e beid r doo dt wor iding De ople waarbij prek eges intak een gevolgd en start met aansluit bij jullie iding ople de of dt wor ken geke s van de noden en verwachtingen. Op basi van maximum inschrijvingen wordt een groep rende negen 15 mensen samengesteld die gedu t. nkom bijee avonden dat de cursus Wil je meer informatie of denk je jou is? Praat voor iets en oed Opv Traumasensitief of zij kan je Hij . st)er er dan over met je begeleid( leiders van de bege de aan en rgev doo ur kandidatu opleiding.

13


Kleurrijk December 2016 > Pluim <

Kleurrijk December 2016 > Pleegpret <

Wie verdient volgens jou een pluim?

Lekkere vogelzaadornamentjes

Wat heb je nodig? - 150 à 200 gram vogelzaad - 100 gram bloem - 120 ml water - 10 gram gelatinepoeder - 3 eetlepels kandijsiroop (die van de pannenkoeken!) - Koekjessnijders in verschillende vormen - Bakplaat - Bakpapier - Vetstof - 2 rietjes - Touw

Glitterkerstboom van ijscostokjes

Wat heb je nodig? Al van toen Rkia Chennouf jong was, droomde ze ervan om later een kindje te adopteren. “Er zijn zoveel kinderen die zoveel meegemaakt hebben dus in plaats van zelf nog een kindje extra op de wereld te zetten, wilde ik gewoon heel graag een kindje betere kansen geven.” Haar droom maakte eerst plaats voor een eigen gezin met 2 dochters, Chaima en Linah. Tot ze van een vriendin -die in een voorziening werkt- de verhalen hoorde over het tekort aan gezinnen die een kindje willen opvangen. De verhalen van haar vriendin grijpen Rkia en haar man Zohir erg aan en ze beslissen om niet langer te wachten en zich kandidaat te stellen als pleeggezin. Ook dochters Chaima en Linah zien het helemaal zitten. Maar een harde diagnose van borstkanker bij Rkia strooit roet in het eten. “Eens je de diagnose borstkanker krijgt, komt er zo’n machine op gang dat je nauwelijks tijd hebt om te beseffen wat er allemaal gebeurt. Het gaat zo snel en je wordt er echt in meegezogen. Maar het blijft heel zwaar.” Na 4 jaar voelt Rkia zich helemaal hersteld. “Als je geconfronteerd wordt met kanker, besef je pas hoe snel het allemaal gedaan kan zijn en dat je

14

niet moet wachten om je dromen waar te maken. Dus hebben we ons ingeschreven voor een infoavond van pleegzorg.” Nadat ze alle voorbereidingen succesvol doorlopen hebben, is het wachten op een pleegkindje. Lang wachten. Rkia: “We dachten dat we binnen de week een kindje zouden krijgen want we waren er helemaal klaar voor maar we hebben meer dan een jaar moeten wachten. Op de duur hebben we het losgelaten en dachten we dat er blijkbaar niemand voor ons was weggelegd. Het was een beetje zoals zwanger willen worden. Iedere maand kijk je ernaar uit maar na een tijdje laat je dat ook los. We dachten “als het komt, is het goed, als het niet komt, is het ook goed.” Rkia begon te trainen voor de Zwintriatlon van Think Pink. Ze had nog nooit gezwommen toen ze aan de zware training begon. 9 maanden lang hield ze zich aan een strak schema en ze slaagde er, tegen haar eigen verwachtingen in, in om de kwarttriatlon binnen de opgelegde tijd af te maken, samen met haar dochter Chaima. Vlak voor haar knappe sportprestatie en middenin haar drukke

voorbereiding kregen Rkia en Zohir de vraag of zij pleeggezin wilden worden van een jongetje van 5 jaar. Natuurlijk wilden ze dat! Nu, 4 maanden later heeft iedereen het naar zijn zin in het vernieuwde gezin. En Rkia? Die gaat ook volgend jaar weer trainen voor de Zwintriatlon.

Wie verdient volgens jou een pluim? Ken je dat? Van die mensen die zo fantastisch zijn, dat ze zonder meer een pluim verdienen? Je pleegouders bijvoorbeeld omdat ze zoveel voor je doen, je pleegkind omdat het zo goed z’n draai vond in je gezin, je mama omdat ze haar problemen overwon, je zus omdat zij al 4 jaar je kind opvangt, je moeder omdat ze een lieve oma voor je pleegkind is… Kortom, iemand waarvan jij denkt: “Wat die doet, dat is écht buitengewoon!” Stuur dan een mailtje of brief met jouw gegevens, de gegevens van de persoon die de pluim verdient en een korte motivatie naar Kleurrijk!, Schuttersvest 45, 2800 Mechelen of mail naar kleurrijk@ pleegzorgprovincieantwerpen.be

(-: pleegpret (-:

Winterpret

- 3 groene ijscostokjes (of een andere kleur) - 1 paars ijscostokje - 10 cm touw - Glittersteentjes - Gouden glitterster stickers - (warme) lijm - breekmes

Werkwijze > Snij de groene ijscostokjes in 6 van 1,25 / 2,50 / 3,75 / 5 / 6,25 / 7,5 cm > Om de stokjes te snijden, snij je een paar keer aan beide zijden van het stokje met je breekmes. Plooi het stokje op de snijlijn en het zou netjes moeten breken > Doe flink wat lijm op een uiteinde van het paarse stokje, plaats beide uiteinde van het touwtje op de lijm en kleef het stukje hout van 1,25 cm er bovenop in dezelfde richting om het touwtje op z’n plaats te houden > Kleef de glitterster op het stokje > Verdeel de 5 overige groene stokjes gelijkmatig over het paarse stokje en lijm ze vast > Versier de boompjes met glittersteentjes

Werkwijze > Stap 1 Meng in een grote kom de bloem, water, kandijsiroop en gelatinepoeder tot een zacht mengsel > Stap 2 Voeg er traag het vogelzaad aan toe en meng tot al het vogelzaad goed bedekt is met deeg. > Stap 3 Leg het bakpapier op de bakplaat en vet de koekjessnijders in aan de binnenkant. Zet de koekjessnijders op het bakpapier en vul ieder vormpje met het vogelzaadmengsel. Druk goed aan met de achterkant van een lepel zodat de vormpjes goed en stevig gevuld zijn. > Stap 4 Snijd de rietjes in stukjes van ongeveer 7,5 cm en duw ieder stukje per vormpje door het vogelzaadmengsel. Zorg ervoor dat het gaatje helemaal door het mengsel gaat zodat je later een ‘oog’ krijgt waar je je touwtje door kan doen. Laat het rietje zitten en laat de vormpjes 3 tot 4 uur drogen. > Stap 5 Eens de vogelzaadvormpjes droog zijn, verwijder je het rietje en haal je voorzichtig het vogelzaadmengsel uit het vormpje. Laat nog een hele nacht uitharden. > Stap 6 Als de vormpjes helemaal droog zijn, doe je een stukje touw door het oogje. Maak een knoop en hang deze lekkere hapjes in de boom. De vogels zullen je dankbaar zijn!

15


Winterpret Wanten van een oude trui Hoe ga je tewerk? 1 Trek je trui binnenstebuiten, leg je hand erop met de zijkant van je hand aan de zijnaad en teken de omtrek met een alcoholstift. Zorg ervoor dat je ruim genoeg tekent rond je vingers (voor de bewegingsvrijheid) en wat strakker aan je pols. 2 Knip ruim langs de stiftlijn en speld voor en achterkant aan elkaar vast. 3 Naai beide delen aan elkaar vast op de stiftlijn. 4 Knip het teveel aan stof langs de stiftlijn weg en trek de want binnenstebuiten. Versier de bovenkant eventueel met siersteken, knopen of andere strijkversiering.

1

3

16

2

4

V.U.: Danielle Decorte - Schuttersvest 45 - 2800 Mechelen

(-: pleegpret (-:

Kleurrijk December 2016 > Pleegpret <


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.